Bodemkaarten en bodemclassificaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bodemkaarten en bodemclassificaties"

Transcriptie

1 Bodemkaarten en bodemclassificaties Stefaan Dondeyne, Etienne Van Hecke Departement Aard- en Omgevingswetenschappen, KU Leuven 1 De bodemclassificatie volgens het Belgisch systeem Onder auspiciën van het Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw (I.W.O.N.L.) nu gekend als I.W.T. werd tussen 1948 en 1991 een gedetailleerde bodemkaart van België opgemaakt. De terreinopname en afbakening van kaarteenheden werden geregistreerd op kadastrale kaarten op schaal 1:5000. De perceelsgrenzen van de kadastrale kaarten hielpen de observaties te situeren, te geo-refereren, maar hadden als nadeel dat ze geometrisch niet correct waren. De geometrische correctie werd verwezenlijkt door de bodemkaart over te zetten naar topografische kaarten op schaal 1: De finale kaarten werden uitgeven op schaal 1: met de topografische kaart als ondergrond. Elk kaartblad beslaat 8000 ha en is vergezeld van een verklarende tekst. Helaas werden niet alle kaarten uitgegeven, hoewel het hele gebied werd gekarteerd. De veldobservaties bestonden gemiddeld uit 1 tot 2 grondboringen per hectare (tot op 125 cm) en 1 profielput voor elke 2 km 2. De bodems werden geklasseerd op basis van drie basiseigenschappen: de textuur (of grondsoort), de natuurlijke draineringsklasse en de horizonten-opeenvolging. Andere kenmerken zoals de dikte van de humuslaag, de stenigheid, of het voorkomen van een substraat werden ook opgetekend. De legende van de 1: bodemkaarten is een eigen nationaal classificatiesysteem; in een aangepaste vorm wordt ze ook gebruikt in het Groot-Hertogdom Luxemburg. De basiseenheid is de bodemserie weergegeven met drie letters en die verwijzen naar de textuur, draineringsklasse, en profielontwikkeling. De textuurklassen worden gedefinieerd op basis van de verhouding van de klei-, leem-, en zandfracties. Zo onderscheidt men zware klei (U), klei (E), leem (A), zandleem (L), licht zandleem (P), lemig zand (S) en zand (Z). Hiernaast worden stenige gronden onderscheiden (G) wanneer het gehalte aan grove elementen meer dan 5% bedraagt. Bijzondere verschijnselen worden met een apart symbool weergegeven zoals veengronden (V), brongebieden (B), of duinencomplexen in het binnenland (X). De draineringsklasse (tabel 1) wordt bepaald op basis van het voorkomen van kleurpatronen te wijten aan oxidatieen reductie verschijnselen gekoppeld aan de dynamiek van het grondwater, de zogenaamde gleyverschijnselen. IJzer vertoont een bruinachtige roestkleur in geoxideerde vorm en een groen-blauwe kleur in gereduceerde vorm. Het gedeelte van de bodem tussen de hoogste en de laagste grondwaterstand vertoont bruinachtige roestvlekken. Onder de benedengrens van die roestverschijnselen is de bodem permanent met grondwater verzadigd en meestal gereduceerd, met grijs- of blauwachtige tinten. De hoogte waarop deze respectievelijke vlekken voorkomen dient als basis om de draineringsklassen te bepalen: zeer droog (a), droog of niet gleyig (b), matig droog of zwak gleyig (c), matig nat of matig gleyig (d), nat of sterk gleyig, met reductiehorizont (e ), zeer nat of zeer sterk gleyig, met reductiehorizont (f), uiterst nat of gereduceerd (g). Hiernaast zijn er bijzondere klassen, nl. nat, of sterk gleyig zonder reductiehorizont op minder dan 100 cm (h) en zeer nat of zeer sterk gleyig zonder reductiehorizont op minder dan 100 cm (i). Deze twee bodems zijn het gevolg van het voorkomen van een weinig doorlatende laag waardoor in de winter de bodem boven die laag nat is. Die bodems worden ook stuwwatergronden genoemd. Dit patroon kan ook waargenomen worden in bron- en kwelgebieden. Ten slotte wijst de profielontwikkeling op een opeenvolging van gedifferentieerde lagen horizonten genoemd en gekenmerkt door specifieke morfologische eigenschappen (textuur, kleur, structuur, ). Deze horizonten komen tot uitdrukking als gevolg van de bodemvorming, op zich afhankelijk van klimaat, organismen, reliëf, moedermateriaal, en tijd. Naargelang de graad van verwering, en/of aanrijking van humus, ijzer en fijne deeltjes vanuit de toplaag naar de diepte toe onderscheidt men: bodems met textuur B-horizont (a) wat betekent dat een dieper gelegen horizont (bv. tussen 40 en 80cm) aangerijkt is met klei bodems met verwering-b horizont of structuur-b horizont (b) Jaarboek De Aardrijkskunde

2 Tabel 1 Draineringsklassen volgens de legende van de bodemkaart van België (Bron: Van Ranst and Sys, 2000; p. 15; Marechal en Tavernier, 1974) Diepte van gley-verschijnselen (cm) Symbool Definitie Lemige en kleiige bodems (textuur: A, L, E, U) Zandige bodems (textuur: Z, S, P).a..b..c..d..h..i..e. overdreven sterke drainering (zeer droge gronden) gunstige drainering (droge gronden) matige drainering (matig droge gronden) onvoldoende drainering (matig natte gronden) tamelijk slechte drainering, zonder reductiehorizont (natte gronden) slechte drainering zonder reductiehorizont (zeer natte gronden) tamelijk slechte drainering met reductiehorizont (natte gronden) Roestkleuren Reductiekleuren Roestkleuren Reductiekleuren Zonder grondwater binnen 125 cm beneden maaiveld - - > > Met grondwater binnen 125 cm beneden maaiveld > >100.f..g. slechte drainering met reductiehorizont (zeer natte gronden) zeer slechte drainering met reductiehorizont (uiterst natte gronden) <40 0 <50 bodems met verbrokkelde, sterk gevlekte of discontinue textuur-b horizont (c) bodems met roodbruine textuur-b horizont (d) bodems met dikke zwarte A horizont (e) bodems met zwakke humus-of / en ijzer-b horizont (f) bodems met duidelijke humus- of / en ijzer-b horizont (g) bodems met verbrokkelde humus- of / en ijzer-b horizont (h) bodems met dikke, antropogene humus-a horizont (>60cm) (m) bodems zonder profielontwikkeling (p) bodems met niet bepaalde (weinig duidelijke, moeilijk determineerbare of sterk wisselende) profielontwikkeling (x), meestal ontwikkeld in Tertiaire mariene afzettingen. Aan de hand van deze drie kenmerken kunnen bodemseries samengesteld worden, die we ook kernseries kunnen noemen. Het voorkomen van een substraat waarvan de textuur verschilt van die van de oppervlaktelaag wordt aangeduid met een kleine lettersymbool voor de code van de serie. Het substraat kan zowel uit losse gesteenten als uit vaste gesteenten bestaan. Het kan ook over een veensubstraat gaan. Een voorbeeld: saba is een leemgrond (A..), droog, goed gedraineerd (.b.), met textuur-b horizont (..a) en met een zandsubstraat op geringe diepte (s...), geplaatst voor de textuurklasse. Door een uitgekiende keuze van kleuren en tinten zijn bodemkaarten gecreëerd die cartografisch-technisch ware juweeltjes zijn en die een snelle lezing toelaten: in grote lijnen beantwoorden de overwegende kleuren aan de textuurklassen of aan het profiel en de tinten hierbinnen aan draineringsklassen. Soms komen profielontwikkelingen duidelijk naar voor, dit is bv. het geval voor de bodems met een dikke antropogene humus-a horizont (m). Elke polygoon op de kaart is een rijkdom aan informatie: minstens drie kenmerken, soms 4 of 5. Substraten worden grafisch door een harcering aangeduid of een symbool. 112 Jaarboek De Aardrijkskunde 2015

3 2 De World Reference Base for Soil Resources De World Reference Base for Soil Resources (WRB) is het international bodemclassificatiesysteem en de standaard om bodemgegevens te harmoniseren. De WRB classificatie is gebaseerd op morfologische, fysische en chemische bodemeigenschappen. Reference Soil Groups (RSG) zijn grote groepen van bodems met gelijkaardige kenmerken doordat ze een vergelijkbaar vormingsproces hebben ondergaan. RSG vormen het hoogste classificatieniveau in WRB. WRB laat toe om Reference Soil Groups verder onder te verdelen door qualifiers toe te voegen aan de RSG-naam. Qualifiers komen overeen met specifieke kenmerken van de betreffende bodemeenheid. De combinatie van de Reference Soil Groups en enkele Qualifiers laat toe om in de meeste gevallen een groot deel van de informatie van de Belgische bodemkaart te vatten. De combinatie van een Reference Soil Group en Qualifiers wordt dan Soil Unit genoemd. Bijkomende qualifiers Omdat in de classificatie van de Reference Soil Groups de nadruk ligt op genese en profielontwikkeling, eventueel op chemische samenstelling worden er bijkomende Qualifiers toegevoegd die betrekking hebben op de waterhuishouding, de textuur, de vruchtbaarheid. Voor het gebruik op lokale schaal is zulke toevoeging wel nuttig/noodzakelijk. Voor de waterhuishouding worden o.a. de qualifiers Endogleyic, Reductigleyic, Oxygleyic, Amphigleyic, Stagnic onderscheiden. De Belgische classificatie onderscheidt 9 klassen op basis van de diepte van oxidatie en reductieverschijnselen. Bij Endogleyic bodems komen die verschijnselen voor op een diepte van >= 50cm (ongeveer de drainageklasse d of e in de Belgische legende. Bij Reductigleyic domineren de reductiekleuren op reeds minder dan 40cm diepte (drainageklasse g). Bij Amphigleyic begint de reductie ook ondiep maar is minder dominant (draineringsklasse f). Bij Oxygleyic domineren de reductiekleuren maar vanaf 100cm diepte (in valleien draineringsklasse h en i in de Belgische legende). Stagnic verwijst naar een oxidatie-reductie kleurenpatroon veroorzaakt door een tijdelijke, stuwende watertafel (op plateaus draineringsklasse h en i). Voor de textuur zijn de bijkomende qualifiers Arenic, Siltic, Loamic, Clayic. De grenzen in de textuurdriehoek (fig. 1) van de textuurklassen zijn verschillend in de textuurdriehoek van WRB vergeleken met die van de Belgische textuurklassen. Dit betekent meteen dat er geen eenduidige omzetting is tussen de textuurklassen van beide classificaties, bv. is de klasse zware klei (U) heel wat ruimer in de Belgische classificatie dan in de FAO classificatie. Men zal zich ook taalkundig niet laten misleiden door de term Loamic die met textuurklasse P (licht zandleem) en deels met de textuurklassen S en E overeenstemt. De textuurklasse leem (A) komt in de FAO textuurklassen overeen met Silt, en deels met Silt Loam, en deze twee laatste worden met de qualifier Siltic aangegeven. Ten slotte zijn er ook qualifiers die betrekking hebben op scheikundige aspecten die de vruchtbaarheid kunnen beïnvloeden: Dystric, Eutric, Calcaric, Salic. Dystric wijst op een lage basenverzadiging (BS<50%)) en Eutric een hoge. Calcaric bevat vrije kalk (>=2% calciumcarbonaat) afkomstig van het moedermateriaal. Salic verwijst naar het voorkomen van een horizont op <=100cm diepte met een hoge concentratie aan oplosbare zouten. Tabel 2 op de volgende bladzijde geeft de bijzondere kenmerken van de Reference Soil Groups die o.a. in Bel- Figuur 1 Vergelijking van (a) de Belgische textuurklassen met (b) de FAO textuurklassen en de WRB textuur qualifiers (bron: Van Ranst en Sys, 2000; IUSS Working Group WRB, 2014) Jaarboek De Aardrijkskunde

4 Tabel 2 WRB-classificatie van bodems die (o.a.) in België voorkomen Beschrijving Verwijzing naar de Belgische classificatie Voorkomen buiten België (wereldwijd) Histosols Bodems met een dikke organische horizont of horizonten ( 40cm), de typische veenbodems. Ontstaan door accumulatie van organisch materiaal in functie van de vegetatie en waar de decompositie traag verloopt. In het Vlaamse gewest wordt veen gevoed door grondwater (Rheic Histosols); in het Waalse gewest, zoals op de Hoge Venen, komt ook veen voor dat door hemelwater gevoed wordt (Ombric Histosols) Organische bodems V Bodems met sterke menselijke invloed Vooral in gebieden waar de neerslag de actuele evapotranspiratie ver overschrijdt; meestal in de koude gematigde klimaten (met strenge winters) in het Noorden van Amerika, Europa en Azië; kustgebieden van Zuidoost-Azië; in andere gebieden, verspreid over een geringe oppervlakte op plaatsen met slechte afwatering Anthrosols Over het algemeen zandige bodems die door eeuwenlange bewerking zijn aangerijkt met organisch rijk materiaal zoals met plaggen in de Kempen, en met teelaarde in het Land van Waas waardoor bolle akkers zijn ontstaan. Typisch hebben deze bodems een humusrijke laag van meer dan 50cm. Profielontwikkeling m Typische textuurklassen: Z, S, P. Grootste oppervlakte in België, Nederland en Duitsland; elders op plaatsen met oude agrarische activiteit zoals in Noordoost- China; ook in delen van het Amazonewoud Technosols Komen voor op plaatsen waar de oorspronkelijke bodems verdwenen, zwaar verstoord zijn (groeven, opgehoogde terreinen, vergraven terreinen) of niet kunnen aangeboord worden (bebouwde zones) OE, ON, OT, OB Komen wereldwijd voor Bodems onder sterke invloed van water Gleysols Zeer slecht gedraineerde bodems door een ondiepe permanente grondwatertafel. Het ijzer is er gereduceerd binnen de eerste 25cm/40cm onder het maaiveld Drainagetrap g In de Arctische gebieden van Azië en Amerika; in de grote rivierbekkens van Bangladesh, Amazone, slecht afgewaterde bekkens in Afrika en Latijns Amerika Stagnosols en Planosols Bodems met een tijdelijke watertafel ( stuwwatertafel ) omwille van een ondiepe, weinig ondoorlaatbare laag. Er treedt reductie op in de bovenste horizonten. Bij Planosols komt er een abrupte kleitoename voor binnen de eerste meter Drainagetrap h of i en profielontwikkeling verschillend van p Vaak gerelateerd aan Luvisols en komen vooral voor in vochtige gebieden met eerder gematigde klimaten in West- en Centraal- Europa, Noord-Amerika, kustgebieden van Australië en het binnenland van Argentinië. Vooral in vlakke, slecht afgewaterde gebieden maar ook op zachte hellingen Planosols komen over de hele wereld voor gerelateerd aan grote riviervalleien en vlaktes (bv. de Poesta van Hongarije) Bodems met een aanrijkingshorizont van klei Retisols (vroeger Albeluvisols genoemd) Meestal leem of zandleembodems met een aanrijkingshorizont van klei binnen de eerste meter onder het maaiveld. Kenmerkend is dat deze kleirijke horizont doorkruist wordt door een polygonaal patroon van gebleekte, witachtige tongen. Water sijpelt preferentieel in deze tongen, en wortels groeien langs deze tongen naar een grotere diepte Profielontwikkeling c of variante a(b) Textuurklasse A of L (deels ook P en S) West-en Noordwest- Europa; Oost Europa verder gaand in een O-W gerichte strook tot in het Aziatisch deel van Rusland Alisols en Luvisols Deze beide groepen zien er morfologisch hetzelfde uit. Het zijn over het algemeen zandleem of leembodems met een aanrijkingshorizont van klei binnen de eerste meter onder het maaiveld. Alisols zijn erg zure bodems, met een lage baseverzadiging, eerder onder bos (komen zeer weinig voor in België). Luvisols hebben een hogere basenverzadiging (BS>50%), eerder onder oud akkerland Profielontwikkeling a en variante p(c) Textuurklasse A, L, P Alisols komen meer in warmere klimaten voor bv. Brazilië, China. Luvisols: sterk verspreid in Europa, Noord- Amerika, Argentinië, zuiden van Rusland 114 Jaarboek De Aardrijkskunde 2015

5 Podzols Phaeozems en Umbrisols Zure en doorgaans zandige bodems met een sterke profielontwikkeling, nl. met een bleke uitgeloogde horizont en dieper een typische zwarte aanrijkingshorizont van humus al dan niet boven een aanrijkingshorizont van ijzer Bodems gekenmerkt door Fe/Al verbindingen Profielontwikkeling g Textuurklasse Z,S, of P Bodems met een oppervlaktehorizont rijk aan organische stof Phaeozems en Umbrisols zijn erg vergelijkbaar maar de eerste heeft een hogere basenverzadiging (>50%). Umbrisols zijn gelinkt met zuur moedermateriaal. Ze komen voor in slecht gedraineerde valleibodems. Beide hebben een humusrijke bovenlaag Meestal waterhuishoudingsklasse e of f, profiel p Bodems met beperkte of zonder profielontwikkeling Ontstaan vooral onder heide en naaldbossen in de koud-gematigde klimaten van Canada, Europees Rusland en Skandinavië. In Vlaanderen, Nederland en Noord-Duitsland; maar ook in tropische omstandigheden: Amazonewoudgebied van de Rio Negro, en Australië Komen vooral voor in de natte delen van steppegebieden (en prairie) hetgeen een donkere en humusrijke bovenlaag verklaart. Rond de Rio de La Plata, een noordzuidstrook in de VS Komen voor in gebieden met een eerder fijne textuur en in nattere klimaten dan waar Chernozems of Kastanozems voorkomen Cambisols Bodems met een beginnende profielontwikkeling wat zich uit in het ontwikkelen van bodemstructuur en/of duidelijke verkleuring in een horizont van minstens 15cm onder de ploeglaag. Fluvic Cambisols komen voor in valleibodems en in de Polders; Meestal profielontwikkeling b, f of p Profielontwikkeling p Veel voorkomende bodems in gebieden met een (koud of koel) gematigd klimaat; jonge bodems door de ijskappen bedekt (of in jonge eolische afzettingen) of traag van ontwikkeling door het kouder klimaat. In de warmere klimaten in jongere sedimenten van terrassen en alluviale vlakten (Ganges bv.), o.a. waar de erosie erg actief is. Wijd verspreid, zij het over kleinere oppervlakten op colluviale, alluviale en eolische sedimenten Endogleyic Cambisols (colluvic) komen veel voor aan de voet van de hellingen of in de droge valleien in leemgebieden (colluviale afzettingen). Bodems die een antropogene horizont hebben van <50cm worden hierbij gerekend (Plaggic Cambisols (BS<50%) en Terric Cambisols (BS>50%))*. Kempen: variante g3 ; Vlaamse Zandstreek: profielontwikkeling P of G Arenosols Zandige bodems over minstens 1m diepte, met beperkte profielontwikkeling (Kustduinen, stuifduinen, zandvlaktes) Beperkte profielontwikkeling omwille van de droge omstandigheden of het jong karakter van de afzettingen Textuurklasse Z of symbool X Profielontwikkelingen p, b, c, of f Vooral voorkomend in gebieden met droge savanne of half-woestijn in Afrika, het Midden Oosten, westelijk Australië en beperkter in Zuid-Amerika. Fluvisols Bodems gelegen in valleien, vloedvlakten en getijdengebieden die als kenmerk gelaagde afzettingen van recente overstromingen hebben, zonder profielontwikkeling Profielontwikkeling p, erg variabele textuur Langs rivieren en meren, in delta s, kustgebieden met recente mariene afzettingen zoals in Oost-Azië Regosols Bodemvormingsprocessen hebben weinig impact op die bodems omwille van het recent karakter of een droog klimaat of permafrost omstandigheden. Overige bodems zonder profielontwikkeling of zandige bodems met een niet-zandig substraat op minder dan 1m diepte (en dus geen Arenosols); komen bv.voor waar door de erosie de oorspronkelijke bodem sterk is aangetast waardoor het onverweerd moedermateriaal aan de oppervlakte komt Profielontwikkeling b, B, f, x, p Ondiepe bodems Komen overal voor maar meer in Afrika, het Midden-Oosten, het Westen van de V.S. en Alaska, in de Zuidelijke Andes. Zelden dominant, verspreid over geringe oppervlakten geassocieerd aan andere bodemtypes Leptosols Dunne bodems op vast gesteente of met minder dan 20% (volume) aan fijn materiaal Niet gedifferentieerde terreinen J (rotsontsluitingen), R (stenige valleibodems), komen bijna uitsluitend in Wallonië voor Meest voorkomende bodemgroep op aarde; meest voorkomend in bergachtige gebieden *: BS is de basenverzadiging, de verhouding tussen het totaal aan uitwisselbare kationen (Ca, Mg, K, Na) en de uitwisselingscapaciteit Jaarboek De Aardrijkskunde

6 Figuur 2 De grote bodemgroepen (Reference Soil Groups) van het Vlaamse Gewest op basis van de gedetailleerde bodemkaarten (bron: Dondeyne et al., 2014) 116 Jaarboek De Aardrijkskunde 2015

7 Figuur 3 Bodemqualifiers voor (a) drainering, (b) chemische vruchtbaarheid en (c) textuur van het Vlaamse Gewest op basis van de gedetailleerde bodemkaarten (bron: Dondeyne et al., 2014) Jaarboek De Aardrijkskunde

8 Figuur 4 De grote bodemgroepen (Reference Soil Groups) van België op basis van de bodemassociatiekaart van Marechal en Tavernier (1970; 1974) gië voorkomen. Figuur 2 geeft de kaart voor het Vlaams Gewest van de Reference Soil Groups en Fig. 3 die voor 3 bijkomende Qualifiers. Fig. 4 is een vereenvoudigde kaart voor België. Wereldwijd zijn er 32 Reference Soil Groups maar niet alle komen in België voor. Tabel 3 op de volgende bladzijde geeft de uitbreiding naar de wereld en neemt die groepen op die niet in België voorkomen. Voor de spreiding van de bodemgroepen over de wereld verwijzen we naar de website van het FAO: 3 Discussie en oriëntatie De twee classificatiesystemen verschillen grondig en hierdoor is een éénduidige overstap vaak niet mogelijk. Uit bovenstaande moet blijken dat de RSG in WRB vaakst op de profielontwikkeling steunen maar ook wel eens op de waterhuishouding (bv Gleysols) of eerder uitzonderlijk op de textuur (Arenosols) of moedermateriaal (Andosols). Voor een lokaal gebruik is de Belgische bodemclassificatie didactisch voor de hand liggend, onder meer omwille van het detail inzake textuur en waterhuishoudingsklassen. Als het gaat over een regionale benadering (de grote Belgische regio s) kunnen de twee gebruikt worden. Aan de hand van de Belgische bodemkaart zal vooral gebruik gemaakt worden van textuur en profielontwikkeling wat een overstap mogelijk maakt naar de internationale classificatie, eventueel met toevoeging van een Qualifier. Het bestuderen van de bodemdiversiteit binnen België aan de hand van de internationale classificatie en met de ruwe vergelijking met de Belgische classificatie uit tabel 2 laat toe om de bodems uit de rest van Europa en de Wereld beter te begrijpen. Fig. 5 toont een uittreksel van een bodemkaart van een gebied ten oosten van Turnhout (landschap De Liereman). Fig. 5a is de originele bodemkaart waar de kleurschakeringen overeenkomen met de verandering in textuur en drainering. Fig. 5b is een superpositie van de Reference Soil Groups van WRB (kleuren) met de symbolen van de 118 Jaarboek De Aardrijkskunde 2015

9 Tabel 3 WRB-classificatie van bodems die niet in België voorkomen Beschrijving Voorkomen Bodems met sterke beperking voor wortelontwikkeling Cryosols Bodems op een ondergrond van permafrost Arctische gebieden van Noord-Amerika en Eurazië; Antartica Vertisols Solonetz Solonchaks Bodems in zware klei met sterke zwel- en krimpverschijnselen Bodems met hoge concentraties Na+ en/of Mg³+ionen in een klei-aanrijksingshorizont, vooral in steppe klimaten Bodems met een hoge concentratie oplosbare zouten in de oppervlakkige horizonten Gebied met een uitgesproken droog seizoen: Soedan, binnenland van India, NO van Australië In opp. weinig belangrijk; komen voor in droge binnenlanden van verschillende werelddelen Ariede subtropen: Noord-Afrika, Midden-Oosten en Centraal-Azië: vaak (vroegere) rivierbekkens w.o., van vaak verlaten grote beschavingshaarden maar ook recent in toename door slecht beheer van het ecosysteem Bodems gekenmerkt door Fe/Al -verbindingen Andosols Bodems in weinig verweerd vulkanisch materiaal Beperkte oppervlakte verspreid over de aarde, vooral Japan, Andesgebergte en Rocky Mountains Plinthosols Nitisols Ferralsols Bodems met een dichte ijzerrijke kleilaag (plinthite), die bij uitdrogen verhardt tot ijzersteen (petroplinthite), of bodems met zo n petroplinthite laag Rode, bruine of gele kleirijke goed gedraineerde tropische bodems met een sterk ontwikkelde blokvormige structuur en vage grenzen tussen de horizonten Sterk verweerde rode en geelrode bodems, chemisch arm, voornamelijk in de tropen voorkomend Warm en nat klimaat, vnl. in Brazilië en ook in Westelijk Afrika Oosten van Tropisch Afrika, vaak op zekere hoogte, Westkust van Indië en Filippijnen, Zuid-Australië, verspreid maar niet zo belangrijk in Latijns-Amerika Overwegend bodemgroep van Centraal-Afrika en tropische zone van Zuid-Amerika (grootste deel van Brazilië) Bodems met een oppervlaktehorizont rijk aan organisch materiaal en hoge baseninhoud Chernozems Kastanozems Donkere bodems, rijk aan organisch materiaal, meestal in eologische vaak kalkrijke sedimenten (bv. Löss) in een continentaal klimaat. Donkerbruine bodems, rijk aan organisch materiaal, meestal in eolische sedimenten (bv. Löss) in een droog en warm klimaat. Steppe en prairies van Oekraïne naar Zuid-Rusland; Prairie in de V.S. Zuid-Rusland en Centraal Azië, Oost-Weststrook ten zuiden van de Chernozems; in Noord-Amerika in het oostelijk deel van de V.S. en in drogere gebieden in Zuid-Amerika (Pampa) Bodems met een accumulatie van weinig oplosbare zouten Gypsisols Bodems met een accumulatie van gips In dezelfde gebieden als de Calcisols maar minder voorkomend Durisols Dunne tot matige bodems met een verharde laag van silicaten binnen één meter Weinig voorkomend behalve in het zuidwesten van Australië en zuidwesten van Zuid-Afrika Calcisols Bodems met een accumulatie van kalk Grote oppervlakte innemend in gebieden met een droog klimaat: Noord-Afrika, Midden-oosten, Centraal Azië en Australië Bodems met een aanrijkingshorizont van klei Acrisols Lixisols Sterk verweerde tropische bodems met klei-aanrijkingshorizont, lage ph en een lage kationenuitwisselingscapaciteit Sterk verweerde tropische bodems met klei-aanrijkingshorizont, hogere ph en een lage kationenuitwisselingscapaciteit NO-kust van de VS, Zuid-China en Zuidoost Azië, Brazilië, West-Afrika Centraal-Amerika, ZO-Brazilië, savannegebied van Afrika, Oost-India legende van de Belgische bodemkaart (bodemtypes met hun begrenzingen). Twee grote bodemgroepen domineren het kaartbeeld: Anthrosols en Podzols, elk door een kleur weergegeven. Zo we de legende tot WRB zouden beperken, zouden we de informatie over textuurverschillen (Z en S) en draineringsklassen (van a tot g) verliezen. De vergelijking van fig. 6a en 6b leidt voor dit gebied van de Zandleemstreek ten Zuiden van Alken tot een andere appreciatie: De lezing de Belgische bodemkaart, wordt door de textuurverschillen geleid omwille van de kleuren en eventueel van de drainering. De lezing van fig. 6b steunend op WRB, wordt nu geleid door kleuren die meteen leiden tot een volledigere interpretatiemogelijkheid steunend op de bodemgenese. Op het plateau komen de Planosols en Stagnosols, beiden gekenmerkt door stuwwater, prominent uit tussen de Luvisols en Retisols. In de vallei, zijn de beter gedraineerde bodems aangeduid als (Fluvic) Cambisols, en Jaarboek De Aardrijkskunde

10 Figuur 5 Uittreksel uit de bodemkaart van België, omgeving Oud-Turnhout, Kempen (bron: GDI Vlaanderen) (a) met de oorspronkelijke legende; (b) in combinatie met de WRB bodemgroepen 120 Jaarboek De Aardrijkskunde 2015

11 Figuur 6 Uittreksel uit de bodemkaart van België, omgeving Alken, Vochtig Haspengouw (bron: GDI Vlaanderen) (a) met de oorspronkelijke legende (b) in combinatie met de WRB bodemgroepen Jaarboek De Aardrijkskunde

12 de natste als Gleysols; op de originele versie werden de verschillen in textuur benadrukt klei (E) versus leem(a) Het gebruik en de toepassing van de legende van de bodemkaart van België is niet consistent gebruikt geweest over alle delen van het land. Gezien de lange periode van kartering ( ) en de vele mensen die hier aan hebben gewerkt, was dit allicht onvermijdelijk. Zo is bv in de Kempen variante g3 gebruikt voor een Podzol met een dikke antropogene humeuze laag (van minder dan 60 cm), maar is dit nooit gebruikt in West- en Oost-Vlaanderen. Daar werden dergelijke bodems aangeduid met profielontwikkeling..g. De bodemkaart van België is helemaal gedigitaliseerd. Op 50 kaartbladen na zijn ze alle ook uitgegeven op papier op schaal 1: De 50 niet uitgegeven kaarten werden gedigitaliseerd vanuit de handgetekende kaarten op 1: Voor het Vlaamse Gewest is de digitale bodemkaart beschikbaar op de bodemverkenner van Databank Ondergrond Vlaanderen ( met zowel de originele legende als de WRB legende. Voor het Waalse Gewest is enkel de kaart volgens de originele legende beschikbaar op CIGALE be/cigale/viewer.htm. Er is voor Vlaanderen heel wat aanvullend en nuttig materiaal digitaal beschikbaar, in het bijzonder wat betreft de foto s van de verschillende bodemprofielen ook te vinden op de DOV bodemverkenner en in de referentielijst hieronder. Op wereldschaal kan aanvullende documentatie gevonden worden op de website van de FAO soils-portal/soil-survey/soil-classification/world-referencebase/en/, en op de website van het internationaal bodemmuseum ISRIC Wereldbodemkaarten die op internet of in de literatuur te vinden zijn, zijn niet identiek. De bodemclassificatie kende een sterke ontwikkeling de laatste 50 jaar. Definities van bodemgroepen en begrenzingen werden aangepast volgens nieuwe inzichten. Een goed overzicht van de Belgische situatie volgens de Belgische classificatie is vervat in de Bodemassociatiekaart, kaart 11B van de Eerste Atlas van België, op 1: Deze kaart is als PDF beschikbaar op de site van de Atlas van België. De kaart is ook vergezeld van een uitvoerig commentaar. In de 2 de Atlas van België is een Bodemgeschiktheidskaart opgenomen, hetgeen de brug toelaat tussen bodemkundige eigenschappen en mogelijkheden voor de landbouw (kan nuttig zijn binnen het leerplan). Bron: Ten slotte moet men er rekening mee houden dat welke ook de classificatie mogen zijn kleinschalige kaarten aan een sterke generalisatie beantwoorden. De zones geven het dominante type weer, hetgeen niet belet dat verschillende andere types op plaatsen in die grotere zone voorkomen. Dit geldt uiteraard het meeste voor de wereldkaarten. Referenties Dondeyne S., L. Vanierschot, R. Langohr, E. Van Ranst, J. Deckers (2015) De grote bodemgroepen van Vlaanderen: Kenmerken van de Reference Soil Groups volgens het internationale classificatiesysteem World Reference Base. KU Leuven & Universiteit Gent in opdracht van Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen RG Dondeyne S., L. Vanierschot, R. Langohr, E. Van Ranst, S. Deckers (2014) The soil map of the Flemish region converted to the 3rd edition of the World Reference Base for soil resources (41 map sheets at scale 1:40 000, 1 map sheet at 1: ). KU Leuven & Universiteit Gent in opdracht van Vlaamse Overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen org/ / IUSS Working Group WRB (2014) World Reference Base for Soil Resources 2014: International soil classification system for naming soils and creating legends for soil maps. World Soil Resources Reports No FAO, Rome Marechal R., Tavernier R. (1974) Atlas van België: commentaar bij de bladen 11a en 11b, uittreksles van de bodemkaart bodemassociaties. Nationaal comité voor geografie, commise voor de nationale atlas. Van Ranst E. & C. Sys (2000). Eenduidige legende voor de digitale bodemkaart van Vlaanderen (schaal 1 : ), Universiteit Gent, Laboratorium voor Bodemkunde (voor definitie van de kaarteenheden van de bodemkaart van het Vlaamse Gewest) 122 Jaarboek De Aardrijkskunde 2015

Kenmerken van de Reference Soil Groups van het Vlaamse gewest 1

Kenmerken van de Reference Soil Groups van het Vlaamse gewest 1 Kenmerken van de Reference Soil Groups van het Vlaamse gewest 1 Stefaan Dondeyne, Karen Vancampenhout, Seppe Deckers en Eric Van Ranst Organische bodems Histosols Dit zijn bodems met een dikke organische

Nadere informatie

Kenmerken van de Reference Soil Group Retisols in Vlaanderen

Kenmerken van de Reference Soil Group Retisols in Vlaanderen Kenmerken van de Reference Soil Group Retisols in Vlaanderen Stefaan Dondeyne, Laura Vanierschot, Roger Langohr, Eric Van Ranst en Jozef Deckers Retisols 1 zijn over het algemeen leem of zandleembodems

Nadere informatie

Kenmerken van de Reference Soil Group Arenosols in Vlaanderen

Kenmerken van de Reference Soil Group Arenosols in Vlaanderen Kenmerken van de Reference Soil Group Arenosols in Vlaanderen Stefaan Dondeyne, Laura Vanierschot, Roger Langohr, Eric Van Ranst en Jozef Deckers Dit zijn erg zandige bodems, over minstens 1 m diepte,

Nadere informatie

Kenmerken van de Reference Soil Groups Alisols en Luvisols in Vlaanderen

Kenmerken van de Reference Soil Groups Alisols en Luvisols in Vlaanderen Kenmerken van de Reference Soil Groups Alisols en Luvisols in Vlaanderen Stefaan Dondeyne, Laura Vanierschot, Roger Langohr, Eric Van Ranst en Jozef Deckers Deze beide groepen bodems zien er morfologisch

Nadere informatie

De grote bodemgroepen van Vlaanderen

De grote bodemgroepen van Vlaanderen De grote bodemgroepen van Vlaanderen Kenmerken van de Reference Soil Groups volgens het internationale classificatiesysteem World Reference Base Stefaan Dondeyne, Laura Vanierschot, Roger Langohr Eric

Nadere informatie

De Bodemkartering in België en informa5e m.b.t. het frea5sch grondwaterpeil. Frank Elsen. Bodemkundige Dienst van België

De Bodemkartering in België en informa5e m.b.t. het frea5sch grondwaterpeil. Frank Elsen. Bodemkundige Dienst van België en informa5e m.b.t. het frea5sch grondwaterpeil Frank Elsen De Bodemkartering in België Ø Bodemkartering in België Ø Focus op de bodemwaterhuishouding, de draineringsklasse en de grondwaterpeilbeweging

Nadere informatie

Dries Wijckmans. Taak Leefomgeving. Aardrijkskunde

Dries Wijckmans. Taak Leefomgeving. Aardrijkskunde Dries Wijckmans Taak Leefomgeving Aardrijkskunde Mevr. Vertsappen 21/05/2015 I. Geologie ne geomorfologie binnen de eigen leefomgeving... 2 1) 4 landschapfoto s... 2 Foto 1: Kwamol... 2 Foto 2: Vertjensstraat...

Nadere informatie

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.

Nadere informatie

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN Steekkaart Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. De gegevens in dit rapport en in de steekkaarten worden enkel meegedeeld

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer

De landbouwer als landschapsbouwer 9A. De bodem (theoretisch) 9A.1 Bodemvorming Door allerlei processen zoals humusvorming, inspoeling, uitspoeling en oxidatie ontwikkelt zich een bodem. Dit is een heel lang proces wat ook nooit stopt.

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

Fysisch milieu. Cursus natuurgids

Fysisch milieu. Cursus natuurgids Fysisch milieu Cursus natuurgids 1 Inhoud 1 Beknopte initiatie in enkele abiotische processen 2 Landschapsvorming in Vlaanderen 3 Bodems 2 1 Abiotische processen 1 Abiotische processen vaststellingen Lithosfeer:vast

Nadere informatie

Klimaten Verschillende klimaten - Tropisch klimaat - Droog klimaat - Gematigd klimaat - Landklimaat - Poolklimaat - Mediterraan klimaat - Subtropisch klimaat https://schooltv.nl/video/klimaatzones-van-de-wereld-waarom-zijn-er-verschillende-klimaatzones/

Nadere informatie

VELDWERK LANDSCHAP Zwin Natuurcentrum veldwerkboekje. Groepsnaam: Datum:. OPDRACHT: waardering van het landschap. Opdracht 1: bekijk het landschap

VELDWERK LANDSCHAP Zwin Natuurcentrum veldwerkboekje. Groepsnaam: Datum:. OPDRACHT: waardering van het landschap. Opdracht 1: bekijk het landschap VELDWERK LANDSCHAP Zwin Natuurcentrum veldwerkboekje Groepsnaam: Datum:. OPDRACHT: waardering van het landschap Opdracht 1: bekijk het landschap OPDRACHT: waardering van het landschap Opdracht 2: een eigen

Nadere informatie

6 PROTOTYPE E.BOLA RESULTATEN (SELECTIE)

6 PROTOTYPE E.BOLA RESULTATEN (SELECTIE) 6 PROTOTYPE E.BOLA RESULTATEN (SELECTIE) 6.1 Inleiding Met het prototype van het beslissingsondersteunende landevaluatiesysteem E.BoLa kunnen 4 mogelijke vragen geanalyseerd worden onder zowel het huidige

Nadere informatie

boring: 2016J187_ Lier Ygo

boring: 2016J187_ Lier Ygo boring: 2016J187_8 Kop_algemeen: Projectcode: 2016J187, Boornummer: 8, Beschrijver(s): CK, Datum: 30-11-2016, Doel boring: landschappelijk booronderzoek, Weersomstandigheden: zonnig, Boortechniek: mechanische

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -'

TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -' TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -' ISEMWV. -:aio.- M E. ia ^^^ ^^-B^'nYt^T^-n.MET DE ZOHERGROND-.i.RSTANDEN TIJDENS DROGE I?E JAREN IN DE GEBIEDEN WAAR AL OF NIET VERANDERING IN DE PRODUKTIEWAARDE IS TE

Nadere informatie

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2011.

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2011. Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2010 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) ktober 2011 Inhoud - Practicumhandleiding Wat is een bodem P3 Practicum Wat is een bodem P3.1

Nadere informatie

De kracht van het water pracht van de vallei meer dan jaar landschapsdynamiek in de Dijlevallei

De kracht van het water pracht van de vallei meer dan jaar landschapsdynamiek in de Dijlevallei De kracht van het water pracht van de vallei meer dan 10.000 jaar landschapsdynamiek in de Dijlevallei Gert Verstraeten Afdeling Geografie en Toerisme, Departement Aard- en Omgevingswetenschappen, KU Leuven

Nadere informatie

- Steekkaarten gemeente Brakel - VAN GRONDVERSCHUIVINGEN IN DE GEMEENTE

- Steekkaarten gemeente Brakel - VAN GRONDVERSCHUIVINGEN IN DE GEMEENTE SITES ZONDER DUIDELIJKE SPOREN VAN GRONDVERSCHUIVINGEN IN DE GEMEENTE BRAKEL STEEKKAARTEN De gegevens in de steekkaarten worden enkel meegedeeld ter informatie. De auteurs bieden geen absolute zekerheid

Nadere informatie

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) RAAP België - Rapport 035 Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2016L20 Landschappelijk booronderzoek 2016L21

Nadere informatie

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent rijksuniversiteit gent laboratorium voor toegepaste geologie en hydrogeologie VERBAND TUSSEN DE BODEMGESTELDHEID EN DE AARD EN HET TYPE VAN DE MINERALE SUBSTANTIE VAN HET ST. CHRISTIANA-WATER (DIKKEL VENNE)

Nadere informatie

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV te Ardooie (Fase 1) ) 1\Ü. /.AfL. 111111 UNIVERSITEIT GENT Fase 1 -I- Ondiep

Nadere informatie

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent rijksuniversiteit gent laboratorium voor toegepaste geologie en hydrogeologie VERBAND TUSSEN DE BODEMGESTELDHEID EN DE AARD EN HET TYPE VAN DE MINERALE SUBSTANTIE VAN HET TOSS-WATER (WORTEGEM-PETEGEM)

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

2 Landschapszones op aarde SO 1

2 Landschapszones op aarde SO 1 Aardrijkskunde 1 havo/vwo 2 Landschapszones op aarde SO 1 Deze toets bestaat uit tien vragen: open vragen en meerkeuzevragen. Ook zijn er vragen waarbij de atlas (Grote Bosatlas, editie 54) nodig is. Bij

Nadere informatie

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename Intern Rapport Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename KARL CORDEMANS GENT 2011 Verslaggever, vergunning en depot Karl Cordemans Archeoloog Adjunct van

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem Advies over de ecologische risicoevaluatie op basis van nieuwe gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem Adviesnummer: INBO.A.3439 Datum advisering: 18 mei 2016 Auteur(s):

Nadere informatie

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen. Samenvatting door een scholier 1790 woorden 1 juni 2016 7,9 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 2: KLIMATEN 2.1 Klimaten Waardoor is het niet

Nadere informatie

Toerisme in Cijfers Tourism in Figures. Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016

Toerisme in Cijfers Tourism in Figures. Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016 2016 Toerisme in Cijfers Tourism in Figures XL Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016 Juli 2017 AANTAL AANKOMSTEN PER MAAND, 2016 Tabel P. Table NUMBER OF ARRIVALS BY MONTH,

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door J. 181 woorden 13 januari 2016 6,1 48 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra 2.1 Klimaten A Waardoor is het bij de evenaar warm? In bron

Nadere informatie

Vandaag. Bodem-vegetatie nutrienten Ecozones

Vandaag. Bodem-vegetatie nutrienten Ecozones Vandaag Bodem-vegetatie nutrienten Ecozones Bodem-Nutriënten systeem Atmospheric input Mineral weathering input Available nutrient store in the soil Organic cycling Leaching loss Beschikbare nutriënten

Nadere informatie

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Luc Lebbe Onderzoeksgroep Grondwatermodellering Vakgebied Geologie en Bodemkunde

Nadere informatie

- Steekkaarten gemeente Ieper - IN DE GEMEENTE IEPER

- Steekkaarten gemeente Ieper - IN DE GEMEENTE IEPER - Steekkaarten gemeente Ieper - INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN IN DE GEMEENTE IEPER STEEKKAARTEN De gegevens in de steekkaarten worden enkel meegedeeld ter informatie. De auteurs bieden geen absolute zekerheid

Nadere informatie

1 Grond Bodem Minerale bestanddelen Organische bestanddelen De verschillende grondsoorten 16 1.

1 Grond Bodem Minerale bestanddelen Organische bestanddelen De verschillende grondsoorten 16 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Grond 9 1.1 Bodem 9 1.2 Minerale bestanddelen 11 1.3 Organische bestanddelen 13 1.4 De verschillende grondsoorten 16 1.5 Afsluiting 17 2 Verzorging van de bodem 19 2.1

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen Bijlagen en Figuren Behorende bij het Woordenboek van de NVLB Inhoudsopgave Figuur 1 Stratigrafische tabel / geologische tijdschaal... 2 Figuur

Nadere informatie

15/03/2016. Fysisch milieu. Cursus natuurgids. Inhoud. 1 Beknopte initiatie in enkele abiotische processen 2 Landschapsvorming in Vlaanderen 3 Bodems

15/03/2016. Fysisch milieu. Cursus natuurgids. Inhoud. 1 Beknopte initiatie in enkele abiotische processen 2 Landschapsvorming in Vlaanderen 3 Bodems Fysisch milieu Cursus natuurgids 1 Inhoud 1 Beknopte initiatie in enkele abiotische processen 2 Landschapsvorming in Vlaanderen 3 Bodems 2 1 Tektoniek: de aardkorst beweegt platen bewegen uit elkaar Alfred

Nadere informatie

Het archeologische vooronderzoek aan de Karthuizersstraat te Holsbeek. Inhoudstafel p. 1. Hoofdstuk 1: Inleiding en situering p. 2

Het archeologische vooronderzoek aan de Karthuizersstraat te Holsbeek. Inhoudstafel p. 1. Hoofdstuk 1: Inleiding en situering p. 2 Inhoudstafel Inhoudstafel p. 1 Hoofdstuk 1: Inleiding en situering p. 2 Hoofdstuk 2: Bodemkundige aspecten p. 4 Hoofdstuk 3: Werkmethode en resultaten p. 5 Hoofdstuk 4: Besluit p. 8 Bijlagen Bijlage 1:

Nadere informatie

Veris persmoment. Inhoud. Contactpersonen BDB Inleiding Situering Veris-dienstverlening Optimaal bekalken Intraperceelsadvisering in praktijk

Veris persmoment. Inhoud. Contactpersonen BDB Inleiding Situering Veris-dienstverlening Optimaal bekalken Intraperceelsadvisering in praktijk Veris persmoment Inhoud Contactpersonen BDB Inleiding Situering Veris-dienstverlening Optimaal bekalken Intraperceelsadvisering in praktijk 1 Contactpersonen BDB Bodemkundige Dienst van België vzw Jan

Nadere informatie

Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen

Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen 2017 1. Administratieve gegevens Laagland Archeologie VOF werd door LSG bvba aangesteld om een landschappelijk booronderzoek uit te voeren op een terrein

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

De bodem waarvan wij leven

De bodem waarvan wij leven De bodem waarvan wij leven Hilvarenbeek Ad Havermans adhavermans@concepts.nl 18 mei 2015 1 Inhoud van de presentatie 1. 2015 Het jaar van de bodem 2. Over geologie en bodemkunde 3. Bodemvormende processen

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Veldwerkplaats vochtige bossen

Veldwerkplaats vochtige bossen Veldwerkplaats vochtige bossen Hoe kan hydrologisch herstel (vermesting), verzuring en verdroging tegen gaan? Emiel Brouwer, onderzoekcentrum BWARE Rob van den Burg, Bosgroep Zuid Nederland Bos op de pleistocene

Nadere informatie

Meer theorie over bodem & compost

Meer theorie over bodem & compost Basiscursus Ecologische Moestuin Meer theorie over bodem & compost Inhoud van de presentatie 1. Waarom biologisch? 2. Waar een moestuin aanleggen? 3. Inleiding bodem 4. Bodem: Minerale bestanddelen 5.

Nadere informatie

Van Bodemkaart tot. Ruilklassenkaart

Van Bodemkaart tot. Ruilklassenkaart Van Bodemkaart naar Van Bodemkaart tot Titel Ruilklassenkaart Ruilklassenkaart Gert Stoffelsen Bodemkartering of Bodemgeografisch onderzoek van de deelgebieden Scheerwolde en Oldemarkt De deelgebieden

Nadere informatie

enkele kleine baksteenspikkels lichtjes grijzig 28 SA 50 PO DBR D Ap2 BV S Z5 SZG h2 WO1 1

enkele kleine baksteenspikkels lichtjes grijzig 28 SA 50 PO DBR D Ap2 BV S Z5 SZG h2 WO1 1 Kopgegevens 20170885_22 20170885 22 CD PS Z AK X 100 6 31370 5 TAW MDGP BWV Jabbeke BAAC Vlaanderen Profiel 2.2 Laaggegevens 20170885_22 0 28 PO DGRBR D Ap XP S Z4 SZG h2 WO2 1 1 enkele kleine baksteenspikkels

Nadere informatie

Werkwinkel: Geografische denkvaardigheden

Werkwinkel: Geografische denkvaardigheden Werkwinkel: Geografische denkvaardigheden Dag van de Aardrijkskunde 3 7 I. Mestdagh A. Vermeulen KLIMAATTYPE: WARM ALTIJD NAT KLIMAAT VEGETATIETYPE: TROPISCH REGENWOUD TROPISCH REGENWOUD - Boomgroei mogelijk

Nadere informatie

Onderdeel 1: beschrijving en kartering van het gebied

Onderdeel 1: beschrijving en kartering van het gebied Opdracht Aardrijkskunde Singraven Inleiding Dit veldwerk/practicum is een onderdeel van het onderwerp "het Nederlandse Landschap". D.m.v. veldwerk krijg je de kans om een landschap anders te ervaren dan

Nadere informatie

De vegetatiezones: Kleur de vegetatiezones tussen 0 en 20 OL. Maak een legende:

De vegetatiezones: Kleur de vegetatiezones tussen 0 en 20 OL. Maak een legende: De vegetatiezones: Kleur de vegetatiezones tussen 0 en 20 OL. Maak een legende: 64 Lokaliseer de klimatogrammen op de kaart Bepaal het klimaat en de vegetatie van elk klimaogram m.b.v. je determineertabel

Nadere informatie

Nominatie Bodem van Gelderland: Door: Toine Jongmans en Gert Peek. Motivatie:

Nominatie Bodem van Gelderland: Door: Toine Jongmans en Gert Peek. Motivatie: Nominatie Bodem van Gelderland: Door: Toine Jongmans en Gert Peek Motivatie: Een Ooivaagrond is een kleigrond (>8% lutum) waarin hydromorfe verschijnselen, de z.g. oranje roestvlekken en grijze reductie

Nadere informatie

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010.

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010. Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2009 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010 Inhoud - Figuur 8.8.2.5-2 in Bijlage 8.8-1 Vaststelling gradatie vochtleverend

Nadere informatie

Geologische en bodemkundige opbouw van de archeologische opgraving Overpelt, Bleekveldstraat

Geologische en bodemkundige opbouw van de archeologische opgraving Overpelt, Bleekveldstraat Geologische en bodemkundige opbouw van de archeologische opgraving Overpelt, Bleekveldstraat Provincie: Limburg Gemeente: Overpelt Deelgemeente: Overpelt Adres: Bleekveldstraat Ringlaan - Veldstraat Kadaster:

Nadere informatie

Cursusopbouw. Tree Worker Bodemkunde. Bart Aubroeck (lesdag 5) Tom Joye (lesdag 6) Lesdag 5: algemene bodemkunde en bodemgeografie

Cursusopbouw. Tree Worker Bodemkunde. Bart Aubroeck (lesdag 5) Tom Joye (lesdag 6) Lesdag 5: algemene bodemkunde en bodemgeografie Tree Worker Bodemkunde Bart Aubroeck (lesdag 5) Tom Joye (lesdag 6) Foto Arthur De Haeck Cursusopbouw Lesdag 5: algemene bodemkunde en bodemgeografie Lesdag 6: bodemeigenschappen ~ standplaats / boomsoortenkeuze

Nadere informatie

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011 Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3 Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3 Samenvatting door Jordan 595 woorden 14 december 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Aardrijkskunde Weer en klimaat in de VS

Nadere informatie

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand? Klimaat Wat is klimaat? Klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een langere periode op een bepaalde plaats. Veel meteorologische instituten hanteren een periode van 30 jaar voor de berekening

Nadere informatie

ODE VAN GOEDE PRAKTIJK VOOR HET OPMAKEN VAN EEN GEMEENTELIJK EROSIEBESTRIJDINGSPLAN AANVULLINGEN DIENST LAND EN BODEMBESCHERMING

ODE VAN GOEDE PRAKTIJK VOOR HET OPMAKEN VAN EEN GEMEENTELIJK EROSIEBESTRIJDINGSPLAN AANVULLINGEN DIENST LAND EN BODEMBESCHERMING C ODE VAN GOEDE PRAKTIJK VOOR HET OPMAKEN VAN EEN GEMEENTELIJK EROSIEBESTRIJDINGSPLAN AANVULLINGEN DIENST LAND EN BODEMBESCHERMING Inhoudsopgave I Concrete invulling van een aantal te inventariseren elementen

Nadere informatie

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid.

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid. VAN KLEIN NAAR GROOT België is verdeeld in meerdere kleine plaatsen. Er zijn gehuchten, dorpen, deelgemeenten, gemeenten, steden, provincies en gewesten. België behoort tot werelddeel Europa. Op een provinciekaart

Nadere informatie

Provinciebaan Westrozebeke (Staden, West-Vlaanderen)

Provinciebaan Westrozebeke (Staden, West-Vlaanderen) Provinciebaan Westrozebeke (Staden, West-Vlaanderen) Maart 2017 ARCHEOLOGIENOTA Voorafgaand: bureauonderzoek (2017A114) en landschappelijk booronderzoek (2017A382) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon

Nadere informatie

Archeo-rapport 75 Het archeologisch vooronderzoek aan Maalhofdijk te Heist-op-den-Berg

Archeo-rapport 75 Het archeologisch vooronderzoek aan Maalhofdijk te Heist-op-den-Berg Archeo-rapport 75 Het archeologisch vooronderzoek aan Maalhofdijk te Heist-op-den-Berg Kessel-Lo, 2011 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 75 Het archeologisch vooronderzoek aan Maalhofdijk te

Nadere informatie

Masterclass Fruitteelt

Masterclass Fruitteelt Masterclass Fruitteelt Voelen van de bodem 21 maart 2013, Henk van Reuler en Ton Baltissen Wat is een bodem? Buitenste deel van de aardkorst waar de plantenwortels zich in bevinden, 1 2 m Bodem bestaat

Nadere informatie

Verslag geologie excursie ochtend van 4 september.

Verslag geologie excursie ochtend van 4 september. Verslag geologie excursie ochtend van 4 september. Verslaggever: Rinus Coesel Locaties van de excursie: Met eigen vervoer hebben wij onder leiding van Hans de Jong de volgende locaties bezocht: Nr Locatie

Nadere informatie

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Nadere informatie

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat

Nadere informatie

Erosie in Vlaanderen. Gert Verstraeten. 15 Maart 2012

Erosie in Vlaanderen. Gert Verstraeten. 15 Maart 2012 Erosie in Vlaanderen Gert Verstraeten 15 Maart 2012 Inhoud Wat Intensiteit Kaderen in ruimte en tijd Toekomst (klimaatverandering, landgebruik) Erosie in Vlaanderen: wat? Erosie = losmaken, verplaatsen

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING AAN DE MARGRIETSTRAAT TE MEERDONK (SINT-GILLIS) 2010 Inventariserend veldonderzoek werfbegeleiding ARCHEOLOGISCHE DIENST WAASLAND SINT-NIKLAAS

Nadere informatie

Nota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE...

Nota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE... Nota Datum: 19/12/17 Aan: VLM Auteur: TFR Nazicht: MVR Documentref: I/NO/11504/17.375/TFR Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit Inhoudstafel 0. INLEIDING... 2 1. STATISTISCHE ANALYSE...

Nadere informatie

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN LAORATORUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE GEOLOGSCHE EN HYDROGEOLOGSCHE GESTELDHED TER HOOGTE VAN EEN ZANDGROEVE VAN DE N.V. ASWEO TE DRONGEN \J L\ :x_o l_s-c> (. - ' - lil Hl RJKSUNVERSTET GENT

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Archeo-rapport 84 Het archeologisch vooronderzoek aan de Torenstraat te Meeuwen-Gruitrode

Archeo-rapport 84 Het archeologisch vooronderzoek aan de Torenstraat te Meeuwen-Gruitrode Archeo-rapport 84 Het archeologisch vooronderzoek aan de Torenstraat te Meeuwen-Gruitrode Kessel-Lo, 2011 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 84 Het archeologisch vooronderzoek aan de Torenstraat

Nadere informatie

Tree Worker Bodemkunde. Bart Aubroeck (bodemkunde 1) Tom Joye (bodemkunde 2) Foto Arthur De Haeck

Tree Worker Bodemkunde. Bart Aubroeck (bodemkunde 1) Tom Joye (bodemkunde 2) Foto Arthur De Haeck Tree Worker Bodemkunde Bart Aubroeck (bodemkunde 1) Tom Joye (bodemkunde 2) Foto Arthur De Haeck 1 Cursusopbouw Bodemkunde 1: algemene bodemkunde en bodemgeografie Bodemkunde 2: bodemeigenschappen ~ standplaats

Nadere informatie

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem: bodemkundige evaluatie van perceel Bolderberg Wolverik, Heusden-Zolder

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem: bodemkundige evaluatie van perceel Bolderberg Wolverik, Heusden-Zolder Archeologische prospectie met ingreep in de bodem: bodemkundige evaluatie van perceel Bolderberg Wolverik, Heusden-Zolder Profielput Bolderberg-02 Provincie: Limburg Gemeente: Heusden-Zolder Deelgemeente:

Nadere informatie

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen) Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen) Projectcode: 2017F240 Juni 2017 ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

BODEMVERKENNER DOV. Katrien Oorts, LNE-ALBON

BODEMVERKENNER DOV. Katrien Oorts, LNE-ALBON BODEMVERKENNER DOV Katrien Oorts, LNE-ALBON OVERZICHT Inleiding Functionaliteiten bodemverkenner Overzicht kaartlagen bodem Vooruitblik INLEIDING: DE BODEMVERKENNER Wat? Nieuwe online geografische viewer

Nadere informatie

Stephan Mantel, Hoofd Wereldbodemmuseum. ISRIC World Soil Information, Wageningen. KNAG Onderwijsdag 2014

Stephan Mantel, Hoofd Wereldbodemmuseum. ISRIC World Soil Information, Wageningen. KNAG Onderwijsdag 2014 De wereld van bodems en de bodems van de wereld Stephan Mantel, Hoofd Wereldbodemmuseum ISRIC World Soil Information, Wageningen Wat is bodem? Bodem bovenste, losse deel van de aarde, waarin de plantenwortels

Nadere informatie

Postel. Retie Legenda Mol Postel Zuid NEDERLAND. Mol

Postel. Retie Legenda Mol Postel Zuid NEDERLAND. Mol Abdij Postel Figuur 1.1: Situering van de plangebieden en toponiemen Retie Mol Postel Zuid NEDERLAND Koemook Koemook Oost Gemeentegrenzen Koemook Zuid Zeven Heerlijkheden Heide Zone Noord Zone zuid' Hoge

Nadere informatie

UITVOEREN BORINGEN IN HET KADER VAN ONDERZOEK NAAR ONDIEPE KLEILAAG. Gemeente Beerse

UITVOEREN BORINGEN IN HET KADER VAN ONDERZOEK NAAR ONDIEPE KLEILAAG. Gemeente Beerse UITVOEREN BORINGEN IN HET KADER VAN ONDERZOEK NAAR ONDIEPE KLEILAAG Gemeente Beerse Opdrachtgever: Gemeente Beerse contactpersoon: Hilde Huysmans Bisschopslaan 56 Tel. 14/61.19.71 234 Beerse email: Hilde.Huysmans@beerse.be

Nadere informatie

Archeo-rapport 81 Het archeologisch vooronderzoek aan de Stationsstraat te Lanaken

Archeo-rapport 81 Het archeologisch vooronderzoek aan de Stationsstraat te Lanaken Archeo-rapport 8 Het archeologisch vooronderzoek aan de Stationsstraat te Lanaken Kessel-Lo, 20 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 8 Het archeologisch vooronderzoek aan de Stationsstraat te Lanaken

Nadere informatie

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat

Nadere informatie

GEO Ecozones vervolg Systemen. Vandaag

GEO Ecozones vervolg Systemen. Vandaag GEO2-4204 Ecozones vervolg Systemen Vandaag (Peri)glaciaal Mediterraan Subtropen zonder droge periode Subtropen zonder droge periode klimaat Warm en vochtig s zomers convectie > zware buien orkanen Subtropen

Nadere informatie

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Inleiding In 2008 heb ik een onderzoek uitgevoerd naar een groot aantal afwijkend gevormde depressies op de Appelse heide. 1 De conclusie van dit onderzoek

Nadere informatie

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE ,_ 93/co TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV Dicogel te Staden ().AL. 111111 UNIVERSITEIT GENT .. A5t:. 111111 UNIVERSITEIT

Nadere informatie

Web van begrippen. Tijdsduur Het maken van de opdracht: 50 minuten Het nabespreken van de opdracht: 20 minuten (voor vraag 3 t/m 5)

Web van begrippen. Tijdsduur Het maken van de opdracht: 50 minuten Het nabespreken van de opdracht: 20 minuten (voor vraag 3 t/m 5) Web van begrippen Tijdsduur Het maken van de opdracht: 50 minuten Het nabespreken van de opdracht: 20 minuten (voor vraag 3 t/m 5) Inleiding In thema 1 begin je de wereld te verkennen aan de hand van de

Nadere informatie

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV Pasfrost te Passendale ().A?L. 111111 UNIVERSITEIT GENT .. AiitL.. 111111 UNIVERSITEIT

Nadere informatie

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied uit: Riet Moens / Bouwrijp maken http://team.bk.tudelft.nl/publications/2003/earth.htm Uit: Standaardgidsen (1999) 1.7.3 Uitwerking voor stedelijke functies De

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Landschapszones

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Landschapszones Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Landschapszones Samenvatting door M. 900 woorden 6 december 2015 7,1 13 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde SAMENVATTING AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 2 VWO 6 LANDSCHAPSZONES

Nadere informatie

Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen

Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen Kessel-Lo, 2011 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de

Nadere informatie

Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden

Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden Nominatie door: Gert Stoffelsen, Alterra Een van de profielen die voor mij een bijzondere dimensie

Nadere informatie

De invloed van de ploegdiepte op het organischestofgehalte in de bodem

De invloed van de ploegdiepte op het organischestofgehalte in de bodem De invloed van de ploegdiepte op het organischestofgehalte in de bodem Annemie Elsen en Jan Bries, Bodemkundige Dienst van België BELANG VAN ORGANISCHE STOF IN DE BODEM Organische stof is een belangrijk

Nadere informatie

Ruimtelijke klimaatscenario s voor Vlaanderen. & Impact op overstromingen en droogte

Ruimtelijke klimaatscenario s voor Vlaanderen. & Impact op overstromingen en droogte Ruimtelijke klimaatscenario s voor Vlaanderen & Impact op overstromingen en droogte Prof. dr. ir. Patrick WILLEMS KU Leuven - Afdeling Hydraulica Klimaateffecten & -impacten Klimaateffecten & -impacten

Nadere informatie

Advies over de bodemkwaliteit van een baggergrond ter hoogte van de Scheldekop in Oudenaarde

Advies over de bodemkwaliteit van een baggergrond ter hoogte van de Scheldekop in Oudenaarde Advies over de bodemkwaliteit van een baggergrond ter hoogte van de Scheldekop in Oudenaarde Adviesnummer: INBO.A.3389 Datum advisering: 27 januari 2016 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Geadresseerden:

Nadere informatie

INHOUD 1 WAAR LIGT HET? 2 WAAR KOMT HET VANDAAN? 3 EUROPA

INHOUD 1 WAAR LIGT HET? 2 WAAR KOMT HET VANDAAN? 3 EUROPA INHOUD 1 WAAR LIGT HET? Hoe ziet de aarde eruit? 6-7 Hoe vind je de weg op aarde? 8-9 Afstanden 10-11 De zes continenten 12-13 Oceanen en zeeën 14-15 Waar leven walvissen en haaien? 16-17 De grootste rivieren

Nadere informatie

Fysisch milieu. Cursus natuurgids

Fysisch milieu. Cursus natuurgids Fysisch milieu Cursus natuurgids 1 Inhoud 1 Beknopte initiatie in enkele abiotische processen 2 Landschapsvorming in Vlaanderen 3 Bodems Fysisch milieu Cursus Natuurgids 2 vaststellingen Lithosfeer:

Nadere informatie

Er zijn 3 soorten kaarten

Er zijn 3 soorten kaarten Er zijn 3 soorten kaarten 1 Overzichtskaarten Onder te verdelen in: A topografische kaarten B natuurkundige kaarten C staatkundige kaarten 2 Navigatiekaarten 3 Thematische kaarten 1 Overzichtskaarten Op

Nadere informatie

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Nadere informatie

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 Kustduinbodems : bodemvorming in een extreem milieu Carole Ampe Vlaamse Landmaatschappij West-Vlaanderen UGent Laboratorium voor Bodemkunde Inhoud Milieufactoren Geologie - moedermateriaal

Nadere informatie

DE BODEM. De bodem DE ABIOTISCHE COMPONENT

DE BODEM. De bodem DE ABIOTISCHE COMPONENT DE BODEM De bodem is de bovenlaag van de aardkorst, een dynamische zone waarin fysische, chemische en biologische processen plaatsvinden. Het hoeft geen betoog, dat de bodem een vitale functie vervult

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie