Overstroombeveiliging LS. Quercus Technical Services B.V.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Overstroombeveiliging LS. Quercus Technical Services B.V."

Transcriptie

1 Overstroombeveiliging LS

2 Inhouds f? ;; gâija Inleiding Overstroom Smeltveìligheden 3.1 Doorsmeltkarakteristíeken 3 2 Patronen met gkarakteristìek 3.3 Patronen met a-karakteristíek 3.4 Bepalen van de nominale stroom Installatie-automaten 4.1 Uitschakclkarakteristickcn Vermogensautomaten 5.1 Uitschakelkarakterìstìek Motorbeveiligingsschakelaars 6 1 Uitschakelkarakteristìek Thermische beveiligingen 741 Uitschakelkarakteristíek Vragen en opdrachten l

3 Inleiding Elektrisch materieel is ontworpen voor een bepaalde, maximaal toelaatbare stroomsterkte Voor stroomsterkten die deze nominale waarden niet overschrijden, behoudt het materieel zijn elektrische en mechanische eigenschappen. Wanneer door een elektrische leiding of ander elektrisch materieel een grotere stroom gaat dan de daarvoor berekende, kan afhankelijk van de tijdsduur een ontoelaatbare warmteontwikkeling optreden. De hierdoor ontstane temperatuurverhoging kan nadelig zijn voor de isolatie, de aansluitingen, de verbindingen of de omgeving van het elektrisch materieel. Overgangsweerstandcn van verbindingen, losse contacten en schakelmateriaal zullen toenemen, waardoor de warmte ontwikkeling wordt versterkt. Het gevolg hiervan kan vonkvorming of sterke oververhitting zijn, wat tot brand kan leiden. Door een overstroom kan dus blijvende materiaalschacle en brandgevaar ontstaan. In verband hiermee is in NEN 1010 vastgelegd dat een overstroom in actieve delen van leidingen en in elektrisch materieel automatisch moet worden onderbroken

4 Ove rstroom Elke stroom groter dan de toelaatbare waarde wordt overstroom genoemd. Overstromen worden onderverdeeld in overbelastingsstromen en kortsluitstromen. Als de overstroom een gevolg is van een te zware belasting in een stroomketen is er sprake van een overbelastingsstroom Dit kan bijvoorbeeld optreden bij het vastlopen van een motor of een aangedreven werktuig. Een kortsluitstroom ontstaat ten gevolge van een defect in een stroomketen. Eris dan sprake van een verbinding met een verwaarloosbare lage impedantie tussen twee punten met een verschillende potentiaal. Voor de warmteontwikkeling ten gevolge van een overstroom is niet alleen de grootte van de overstroom bepalend, maar ook de tijdsduur hiervan. Om deze reden hebben beveiligingstoestellen tegen overstromen meestal een uitschakelkarakteristiek waarbij de uitschakeltijd korter wordt naarmate de stroom toeneemt (een afhankelijke stroom tijdkarakteristiek). De uitschakelkarakteristiek van het beveiligingstoestel moet zoveel mogelijk de vorm benaderen van de thermische belastbaarheid van het te beveiligen materieel of de leidingen. Hierdoor kunnen deze optimaal worden gebruikt. Kortsluitstromen stellen hoge eisen aan de beveiligingstoestellen. Het toestel moet zo zijn geconstrueerd, dat de kortsluitstroom op een veilige en snelle manier wordt onderbroken. Boven een bepaalde drempelwaarde van de overstroom schakelt het toestel direct ofmet een korte vertraging de stroom af. Deze toestellen hebben een onafhankelijke stroomtijdkarakteristiek. Als overstroombeveiligingen kunnen smeltveiligheden, installatie-automaten, vermogensschakelaars (-automaten) en motorbeveiligingsschakelaars worden gebruikt. De eigenschappen van deze toestellen voldoen aan genormeerde eisen. De beveiligingen zijn verkrijgbaar met verschillende uitschakelkarakteristieken, afgestemd op de toepassing. Installatieautomaten, vermogensautornaten en motorbeveiligingsschakelaars worden gerekend tot de vermogensschakelaars. Deze schakelaars mogen op een sluiting worden ingeschakeld en zijn in staat een kortsluitstroom te onderbreken.

5 Smeltveìligheden Een smeltveiligheid is een opzettelijk aangebrachte verzwakking van de stroomketen die bij een overstroom doorsmelt. Dit voorkomt dat de leiding ofhet aangesloten toestel beschadigd wordt. Door het verwisselen van de smeltpatroon wordt de stroomketen hersteld. Figuur 3.1 Railschroefhouder met D-patroon Een schroefsrneltveiligheid of D patroon is bestemd voor huishoudelijk en algemeen gebruik. De smeltpatroon kan zonder speciaal gereedschap en door ondeskundigen worden verwisseld met een minimumkans op aanrakingsgevaar. De meest gangbare D-patronen zijn die van grootte DII (max. 25 A) en DIII (max. 63 A). Een nadeel van de Dpatroon is de grote kans op extra overgangsweerstanden. Door het zetten van de onderdelen kan de contactdruk na enige tijd minder worden. Ook kunnen door in- of uitschakelstromen bij het aanbrengen ofverwijderen van patronen brandplekken op de contactvlakken van de schroefkop en passchroef ontstaan. Dit doet zich voor wanneer de stroomketen voor deze handelingen niet wordt uitgeschakeld. Na het vervangen van de smeltpatroon blijven deze brandplekken een overgangsweerstand vormen als de schroefkop en passchroef niet meteen ook worden vervangen. Deze overgangsweerstanden veroorzaken bij grote kortsluitstromen een ontoelaatbare vvarrnteontwikkeling. bluszand smeltd raad verklikkerf> ko pcontact meldd raad voetcontact Figuur 3.2 Doorsnede D-patroon Voor netten waarin hoge belastings en kortsluitstromen kunnen voorkomen zijn de D-patronen minder geschikt. Er worden dan industriële beveiligingen ofmespatronen toegepast. Mespatronen zijn uitsluitend met speciaal gereedschap te verwisselen. De patroonhouder bezit twee contactvingers die het contactmes van de patroon inklemmen. Bij grote stromen zullen

6 door de elektrodynamìsche werking de messen van de smeltpatroon krachtiger worden ingeklemd. melderdraad huls smelllichaam vulling =!- < trekoor contactmes Figuur 3.4 Doorsnede mespatroon Figuur 3.5 Kortsluitvaste werking

7 3.1 Doorsmeltkarakteristieken Het verband tussen de stroomsterkte en de daarbij behorende doorsmelttijd is vastgelegd in de smeltkarakteristiek of afschakelkromme. Het verloop van deze karakteristiek wordt bepaald door de afmetingen en de vorm van de smeltgeleider. Ook het aanbrengen van een smeltpuntverlagend middel heeft invloed op de vorm van de karakteristiek. De eigenschappen zijn nagenoeg onafhankelijk van de omgevingstemperatuur. Afhankelijk van de grootte van de patroon zal de smeltgeleider zijn gemaakt van draad ofband, hierbij worden ook meerdere geleiders parallel in de patroon aangebracht. De smeltgeleiders worden gemaakt van koper, zilver ofverzilverd koper. De nominale stroom I van de patroon is de stroom waarvoor de patroon is ontworpen en waarbij geen afschakeling mag optreden. De waarde van deze stroom staat op de smeltpatroon vermeld. In NEN 1010 is de aanspreekstroom IZ gedefinieerd als de zwakste stroom die het aanspreken van een beveiligingstoestel tegen overstroom tot gevolg moet hebben binnen de voorgeschreven tijd in de voor het beveiligingstoestel geldende norm. De aanspreekstroom [2 is van belang bij het beveiligen van leidingen tegen overbelastingsstroom. smeltpatroon grootste niet aanspreekstroom In [A] aanspreekstroom!; z+4 1,5-I 2,1»I In 1,9»1n l_3'l i.6» ,2vln 1,6-In Tabel 3.1 Aanspreekwaarden gg-patronen (IEC 60269)

8 gg! ( _ - _ L î meximctêe / smeìtt-gd? Y_\ Ë$l Figuur 3.6 Smeltkarakteristiek Dll patroon 6A normaal vs traag De karakteristiek van een smeltpatroon kan in vier gebieden worden verdeeld. I Het nominale gebied ] 5 In Tijdens normaal bedrijfkunnen smeltpatronen worden belast tot de nominale stroom. Doorsmelten is vrijwel uitgesloten, tenzij door veroudering de karakteristiek van de patroon is veranderd. 11 Te vermijden overbelastingsgebied ] < 1 < 12 ln het gebied tussen In en I_, zal geen of slechts na zeer lange tijd afschakeling plaatsvinden. De smeltdraad, en daarmee de patroon, zal tengevolge van deze overstroom te lang een hoge temperatuur voeren. Hierdoor kunnen de eigenschappen van de patroon blijvend veranderen. Ook het isolatiernateriaal van de stroomketen en het omringend materiaal zal thermisch worden overbelast. Stroomketens moeten zó worden ontworpen dat een kleine langdurige overbelastingsstroom niet vaak zal voorkomen. III Overbelastingsgebied 12 < 1 < 10 - In Het feitelijke beveiligingsgebied tegen overbelasting ligt tussen de waarde 12 en een stroomwaarde tot 10 "In. Hoe hoger de stroom, des te sneller de afschakeling volgt. De in de smeltband ontwikkelde warmte zal zich redelijk gelijkmatig verdelen, waarbij de hoogste temperatuur in het midden optreedt. Zie figuur 3.6. Zodra de smelttemperatuur van de smeltband (met smeltpuntverlagend middel) is bereikt, volgt afschakeling. IV Kortsluitgebied Í > 10 - In In het kortsluitgebied is het noodzakelijk om de stromen een niet te hoge waarde te laten bereiken. De doorsmelttijd zal daarom sterk moeten afnemen bij toename van de kortsluitstroom. Dit wordt bereikt door op een aantal plaatsen de doorsnede van de smeltband te verminderen, bijvoorbeeld door het aanbrengen van perforaties. Bij kortsluiting stijgt de temperatuur in de restdoorsneden (grootste weerstand kleinste warmtecapaciteit) in zeer korte tijd tot het smeltpunt, met als gevolg een snelle onderbreking van de kortsluitstroom. 10

9 3.2 Patronen met g-karakteristiek In IEC zijn de eigenschappen vastgelegd van patronen voor algemeen gebruik. Deze patronen worden aangeduid als gg-patronen. De letter 'g' is afkomstig van het woord 'general purpose'. Dit betekent dat de patronen beveiligen tegen zowel overbelastingsstromen als kortsluitstromen. Of anders gezegd, de patronen hebben een full range breaking capacity. Binnen deze groep zijn voor de verschillende toepassingsgebieden smeltpattonen ontwikkeld met een daaraan aangepaste karakteristiek. Als de eigenschappen van deze patronen binnen de grenzen vallen van de genormaliseerde karakteristieken van de ngatronen, wordt dit kenbaar gemaakt met een tweevoudige aanduiding, zoals bijvoorbeeld gl/gg. Karakteri_sti_ëk eiligi ri gff Stroomketen waarbij hoge kortsluitstromen ongewenst Zijn. Ook voor extra snel lange leidingen gf Stroomketens zonder hoge inschakelstromen snel (normaal) gt Stroomketens met hoge inschakelstromen (motoren, verlichting e.d.) traag gl/gg Leidingen traag gr Halfgeleiders zeer snel lgtr Transformatoren traag Tabel 3.2 Smeltpatroon met g-karakteristiek De gl-patronen worden algemeen gebruikt als beveiliging van leidingen tegen overbelastingsstromen en kortsluitstromen. Ook worden gl-patronen veelvuldig gebruikt als kortsluitbeveiliging van stroomketens met motoren. De karakteristieken van gl-patronen, vallen binnen die van de gg-patronen. De gegeven stroomtijdkarakteristieken zijn gemiddelden, de spreidingsband bevindt zich tussen - 10 % en + 10 % in de stroomrichting. De smeltgeleider van een gl patroon is, net als bij de trage patroon, voorzien van een smeltpuntverlagend middel. 3.3 Patronen met a-karakteristiek Voor het beveiligen van motoren tegen overbelasting zijn smeltveiligheden ongeschikt. Daarom worden hiervoor andere beveiligingstoestellen gebruikt, zoals thermische relais, motorbeveiligingsschakelaars en elektronische beveiligingstoestellen. Deze beveiligen tevens de leiding tegen overbelastingsstromen. Bij een sluiting in de stroomketen moeten de leiding en het schakelmateriaal (contactors) echter ook tegen de optredende kortsluitstroom worden beveiligd. Hiervoor zijn patronen ontwikkeld, die alleen werkzaam zijn in het kortsluitgebied. Deze patronen worden aangeduid als al vl»patronen. Omdat de patronen maar een gedeelte van het totale overstroomgebied beveiligen, hebben deze patronen een partial range breaking capacity. De am-patronen (d'accompagnement du moteur) worden ook wel back up of escorte patronen genoemd. De am-patroon beveiligt alleen tegen overstromen groter dan 4 - In. De smeltbanden zijn niet voorzien van een smeltpuntverlagend middel. Er kan dus geen veroudering optreden. 11

10 3.4 Bepalen van de nominale stroom De nominale stroom van smeltpatronen wordt in principe bepaald door drie factoren, n.l. door: de eisen m.b.t. de selectiviteit van stroomafwaarts geplaatste beveiligingstoestellen; ' de ontwerpstroom van de stroomketen;! de grootte en de tijdsduur van de aanloopstroom ofinschakelstroom van de verbruiker. De nominale stroom van de patroon wordt niet groter gekozen dan strikt noodzakelijk. Hierdoor wordt voorkomen dat, bij overbelasting ofkottsluiting, de overstroom nodeloos lang aanwezig blijft en het elektrisch materieel in de stroomketen extra wordt belast. Schakelmateriaal, bedrading, leidingen en verbindingen moeten bestand zijn tegen de thermische belasting, die de overstroom veroorzaakt. Selectiviteìt Beveiligingstoestellen van afgaande groepen moeten selectiefzijn met stroomopwaarts geplaatste beveiligingstoestellen. De onderlinge selectiviteit kan worden bepaald met behulp van o.a. selectiviteitsdiagrammen en tabellen. Volgens voorschrift (IEC 60269) zijn smeltpatronen van hetzelfde type onderling selectief als de nominale stromen van de patronen zich verhouden als ] : 1,6 (400 V). Zo zal een D patroon van 16 A selectiefzijn met een patroon van 25 A. Voor mespatronen van hetzelfde fabrikaat kan dikwijls de verhouding 1 : 1,25 (400 V) worden aangehouden. Als dit zo is, wordt dit aangegeven in de documentatie. Fabrikanten geven tabellen uit waaruit de onderlinge selectiviteit van de smeltpatronen blijkt. Ook door grafisch de karakteristieken te vergelijken is af te leiden ofer selectiviteit is. 12

11 Ontwerpstroom Smeltpatronen kunnen worden belast tot de nominale stroom, zonder dat afschakeling of veroudering optreedt. Er moet dus altijd gelden: ] 21B [4.1] waarin: [ : de nominale stroom van de smeltpatroon in A 18 : de ontwerpstroorn van de stroomketen in A Aanloopstroom Bij het inschakelen van motoren en andere verbruikers kunnen grote inschakelstromen optreden. Onder normale omstandigheden mag de overstroombeveiliging hierdoor niet aanspreken. Voor een nauwkeurige bepaling van de nominale stroom van de smeltpatronen moet de karakteristiek van de optredende inschakelstroom als functie van de tijd bekend zijn. Voor motoren ontbreken deze gegevens meestal. Daarom wordt bij een normale aanloop gebruik gemaakt van de vuistregel: \ I 2 [4-2] \, waarin: In : de nominale stroom van de smeltpatroon in A; ]3 = de aanloopstroom bij normale aanloop in A; fa : de overstroomfactor van de smeltpatroon bij aanloop van motoren. Als overstroomfactor kan bij normale aanloop gerekend worden met: fa : voor smeltpatronen met snelle (normale) werking (gf-patronen); fa : voor smeltpatronen met trage werking (gt en gi pattonen). Bij gebruik van am patronen is het niet noodzakelijk om rekening te houden met een overstroomfactor. De eigenschappen van de patroon zijn afgestemd op de grootte en de tijdsduur van de aanloopstroorn. Er kan dus worden volstaan met de keuze ] 2 [B. 13

12 4. Installatie-automaten Installatie automaten zijn beveiligingstoestellen die tot taak hebben de stroomketen veilig te onderbreken bij het optreden van een overstroom. Overeenkomstig de diverse toepassingen worden installatie automaten uitgevoerd met verschillende uitsehakelkarakteristieken. Deze geven het verband weer tussen de stroomsterkte en de daarbij behorende aanspreektijd. De automaat moet in werking treden bij geringe maar langdurige overbelastingsstromen, terwijl daarentegen kortsluitstromen in korte tijd moeten worden afgeschakeld. Om dit mogelijk te maken is een thermisch en elektromagnetisch stelsel gekoppeld aan een uitschakelmechanisme. 4 ';L"îlxe) (f \fliíi:i o "'efuez :;i-'?.o'rsew. ( _V_ Figuur 4.1 Installatieautomaat Figuur 4.2 Principe van een installatie-automaat Het thermisch uitschakelgedeelte bestaat uit een bimetaal dat ten gevolge van stroomdoorgang warm wordt en krom trekt. Deze beweging stelt het uitschakelmechanisme in werking. De warmteontwikkeling is afhankelijk van de stroom door het bimetaal en de tijd dat deze stroom optreedt. De constructie van het bimetaal kan worden aangepast aan het gebruiksdoel. Om tot snelle afschakeling van kortsluitstromen te komen is in de installatie-automaat een elektromagnetisch uitschakelgedeelte aangebracht. Dit is opgebouwd uit een spoel met een beweegbare kern. De kern is mechanisch gekoppeld aan het uitsehakelmechanisme. De stroom door de spoel veroorzaakt een magnetisch veld dat de kern in de spoel zal trekken. Bij slechts geringe overschrijding van de aanspreekstroom zal de kracht voldoende zijn om het uitschakelmechanisme in werking te doen stellen en de stroomkring te onderbreken. Boven de aanspreekstroom wordt elke stroom vrijwel tijdloos uitgeschakeld. De vertraging van het uitschakelrnechanisme zelf(meehanisch) is afhankelijk van de constructie en grootte. Bij het afschakelen van een kortsluitstroom opent het contact van een installatie»automaat zich zeer snel. Door de lichte constructieve uitvoering is de massatraagheid van de bewegende delen gering. De beweegbare kern van de elektromagneet is bovendien als slaganker uitgevoerd. Na ontgrendeling van het uitschakelmechanisme wordt het contact dwangmatig door het slaganker geopend. 14

13 u»:sciuma vi sym-mm - Bij het openen van de contacten ontstaat hiertussen een lichtboog. De grootte van de kortsluitstroom en daarmee de doorlaatenergie wordt begrensd door in zeer korte tijd de lichtboog te verlengen en te doven. Het doven vindt plaats in de bluskamer, hier wordt de lichtboog gesplitst in meerdere kleine bogen. Door de metalen lamellen worden deze sterk gekoeld waardoor de uiteindelijke blussing plaatsvindt.! 1 lêc*ensoqjì-z 1.05 { mmulm &! â lf: Eil» _ái' Figuur 4.3 Uitschakelkarakteristieken van installatie-automaten

14 4.1 Uitschakelkarakteristieken Harmonisering in de normalisatie van installatieautomaten voor algemeen gebruik (NEN-EN 60898) heeft geleid tot de intrede van automaten met B, C- en D-karakteristieken. De automaat met B karakteristiek is zeer geschikt voor toepassing in huis en algemene installaties. De aanspreekstroom van het magnetisch stelsel ligt vrij laag, zodat kortsluitstromen snel worden afgeschakeld. De automaat met Okarakteristiek heeft een hogere aanspreekdrcmpel. Deze is geschikt voor installaties waarin hoge stroompieken kunnen voorkomen, zoals bij het inschakelen van groepen verlichting. Ongewenste uitschakeling wordt hierdoor voorkomen. De eigenschappen van automaten voor industriële toepassingen zijn vastgelegd in NEN Daarbij is rekening gehouden dat de automaten alleen bediend worden door bevoegde personen. Dit in tegenstelling tot de automaten die voldoen aan NEN-EN Deze zijn bedoeld voor gebruik in algemene installaties, waarbij de bediening vaak door leken gebeurt. Daarbij is de kans groot, dat er veelvuldig ingeschakeld wordt op een aanwezige sluiting, in NEN-EN zijn daarom de eisen bij de beproeving zwaarder dan in NEN De automaat met D-karakteristiek is bestemd voor installaties waarin zeer hoge inschakelstromen voorkomen. Deze treden bijvoorbeeld op bij de inschakeling van transformatoren. Voorbeeld: Installatieautomaten worden veelvuldig gebruikt als beveiligingstoestel in verlichtingsinstallaties. De hierin voorkomende TL-verlichting kan met een conventioneel voorschakelapparaat (VSA) en starter zijn/worden uitgevoerd ofmet een hoogfrequent voorschakelapparaat (EVSA). Beide TL configuraties veroorzaken bij het inschakelen een piekstroom, waarvan de stroomwaarden niet veel van elkaar verschillen. Het inschakelen van een groep TL-armaturen met EVSA's heeft echter een hogere inschakelstroom tot gevolg dan bij conventionele armaturen. Dit wordt veroorzaakt doordat de lampen met EVSA'S vrijwel gelijktijdig ontsteken. Voor een enkele lamp met EVSA kan de piekstroom wel 20 A met een pulsduur van 170 us bedragen. Deze waarden verschillen per type en fabrikant. Om het aanspreken van de automaat en het ontoelaatbaar inbranden van contacten te voorkomen, moet het aantal armaturen in een groep worden beperkt. Het toelaatbare aantal moet worden ontleend aan documentatie of worden opgevraagd bij de desbetreffende leverancier. Dit geldt ook voor andere soorten verlichting. TL-armatuur installatie-automaat TL-armatuur Installatie-automaat Type Aantal In [A] Kar. Type Aantal! [A] Kar B B 1 >< 18 W 2 >< 18 W C C B B 1 x 36 W 2 >< 36 W C C B B IXSS\V Z><58\V C C Tabel 4.1 Tabel uit documentatie van TL-armaturen met EVSA (HRP-TLD serie Philips) 16

15 Vermogensautomaten Figuur 5.1 Vermogensautomaat Vermogensautomaten zijn in staat grote stromen te voeren en zeer hoge kortsluitstromen af te schakelen. De constructie is in principe gelijk aan die van installatie-automaten. De mechanische onderdelen zijn echter zwaarder uitgevoerd, hetgeen de kortsluitvastheid en de eigentijd vergroot. Vermogensautornaten worden in de installatietechniek vaak toegepast voor de beveiliging van leidingen, schakel- en verdeelinrichtingen en stroomketens met motoren. De automaten worden gekenmerkt door een hoog schakelvermogen, kort in en uitschakelmoment en een compacte constructie. De overbelastings- en kortsluitbeveiliging zijn in de regel als module (tripunit) opgenomen in de automaat en uitwisselbaar. De modulen kunnen met een thermisch en elektromagnetisch gedeelte zijn uitgevoerd of als een elektronische tripunit. Hierdoor kan de vermogensautomaat worden aangepast aan de eisen van de te beveiligen stroomketen en de ter plaatse afte schakelen kortsluitstroom. Het thermisch gedeelte is veelal instelbaar (ÍÍ) tussen 0,8-1 maal de nominale stroom. De aanspreekstroom ( Í2 ) van de overbelastingsbeveiliging ligt tussen 1,05-1,35 maal de ingestelde stroom. De juiste waarde wordt vermeld in de documentatie van de fabrikant. De kortsluitbcveìlig-ing (Ím ), ook wel maximaal beveiliging genoemd, kan met een vaste waarde of instelbaar ( Írm ) zijn uitgevoerd. Bovendien kan soms een korte tijdvertraging worden ingesteld, waardoor de automaat later aanspreekt. Hierdoor is het mogelijk na elkaar geplaatste automaten selectief te laten afschakelen. 17

16 5.1 Uitschakelka rakteristiek In figuur 5.2 is de uitschakelkarakteristiek gegeven van een stroombegrenzende vermogensautomaat. De aanspreekstroom Í2 ligt voor deze automaat bij l 2 - Ìr (ingestelde stroom). De stroomwaarde [ van de kortsluitbeveiliging is instelbaar tussen 5» nominale stroom van het thermisch gedeelte. 10 maal de De reflextripping (het zeer snel onderbreken van de kortsluitstroom) wordt door het toepassen van een tweetal technieken bereikt. Standaard gebeurt dit door gebruik te maken van de elektrodynamische werking van de kortsluitstroom. De constructie van het vaste en bewegende contact is zodanig, dat de stroom in tegengestelde richting de contacten doorloopt. Hierdoor.. 2 worden de contacten snel van elkaar gedreven, de afstotende kracht is evenredig met I. Onder normale omstandigheden en bij overbelasting is de afstotende kracht te verwaarlozen.!maar. (:) adìcstable iavmiime mmuni Ik) adjasîahte eietkumagnefic teem (:; lala! aperaliw äme (d ; ìxùanaptiaa rating Marmi mi al cum TIME IN SECÛäD$ '2 saam' : asem EURREHT ln MULTiPLES ÛF lii Figuur 5.2 Uitschakelkarakteristiek van een vermogensautomaat Het openen van de contacten, onder invloed van de kortsluitstroom, heeft een vlamboog tot gevolg. Deze veroorzaakt in de bluskamer(s) een overdruk, die evenredig is met de hoeveelheid energie van de boog. Bij de tweede techniek wordt van deze druk gebruik gemaakt om het uitschakelmechanisme versneld in werking te stellen. _-18

17 6. MotorbeveiIigingsschakelaars Figuur 6.1 Motorbeveiligingsschakelaar Een goede overstroombeveiliging voor motoren kan worden verkregen door toepassing van motorbeveiligingsschakelaars. Deze bieden beveiliging tegen overbelastingsstromen, fase-uitval en kortsluitstromen. De werking van het thermisch en magnetisch gedeelte is vergelijkbaar met dat van een installatie-automaat. Voor het beveiligen tegen overbelastingsstromen en fase-uitval wordt een instelbare thermische beveiliging toegepast. In elke fase van de schakelaar is een bimetaal opgenomen. Deze zijn gekoppeld door een afschakelf en differentiaalbrug, zie figuur 6.2. De afschakel en differentiaalbrug worden met veren tegen de bimetalen gedrukt. Bij overbelasting buigen de bimetalen naar rechts, waardoor de afschakel en differentiaalbrug zich zullen verplaatsen. Als de grenswaarde is bereikt, zal de gemeenschappelijke hefboom het hulpcontact bedienen. Bij uitval van een fase zullen de andere fasen worden overbelast en zullen de bimetalen in deze fasen naar rechts buigen. Het bimetaal in de uitgevallen fase zal afkoelen en naar links buigen. Hierdoor leggen de afschakel en differentiaalbrug een verschillende afstand af. Dit verschil wordt omgezet in een extra beweging van de hefboom, waardoor de hulpcontacten sneller worden bediend. afschakelbrug Î d1fierent1aal % brug s; was differentie. j ; l 0895 :». 5 i r r!' 5 li ä ; {6i1!!:! e " l lf : \ u i./ l 1; l 5 ìl ;!. c. ; il.; normaal bedrijf overbelasting uitval l-fase Figuur 6.2 Fase-uitvalbeveiliging van het thermisch gedeelte 19

18 «milllvsecunden w 6.1 Uitschakelka rakteristiek De uitschakelkarakteristiek van figuur 6.3 is een gemiddelde karakteristiek bij 20 C omgevingstemperatuur, uitgaande van een koude toestand van de bimetalen. De werking van de bim etalen is voor de omgevingstemperatuur gecompenseerd. Bij bedrijfswarme motorbeveiligingsschakelaars neemt de afschakeltijd van het bimetaal afmet % van de afgelezen waarden. De. aanspreekstroom (12) ligt tussen 1,05 1,2 maal de ingestelde stroom. De beveiliging zal dus reeds bij geringe, maar langdurige overbelastingsstromen uitschakelen. Het herinschakelen kan met de hand plaatsvinden. De magnetische beveiliging kan vast ofinstelbaar zijn. In dit gevalis het een vaste waarde van 14 - ]n i 20 %. De waarden en de vorm van de uitschakelkarakteristiek zullen tussen de onderlinge fabrikaten geen grote verschillen vertonen. De grenzen, waarbinnen de karakteristieken moeten vallen, zijn ondergebracht in uitschakelklassen en vastgelegd in NEN j0947.4_1_ :N nr r < mmm-.-1 1; in 5 mmo-...lseon... mmo-...soo....e 7' z!_1 «secnnüen» > Ëa T.. &? Î ä ! E i lnnm.bctnjlssircom _» Figuur 6.3 Uitschakelkarakteristiek van motorbeveiligingsschakelaar Voor eenjuiste beveiliging tegen overbelasting mag het thermisch gedeelte van de motorbeveiligingsschakelaar nooit hoger worden ingesteld, dan de nominale stroom van de motor. Er moet dus altijd gelden: IT 5 In ltlüîüy [6.1] waarin: ]Í : de ingestelde stroom van het thermisch gedeelte in A; In = de nominale stroom van de motor in A. 20

19 7. Thermische beveiligingen Een overstroombeveiliging voor motoren kan worden verkregen door toepassing van thermische beveiligingen. Deze bieden beveiliging tegen overbelastingstrornen en fasefuitval. De werking van het thermische gedeelte is vergelijkbaar met dat van een motorbeveiligingsschakelaan 7.1 Uitschakelkarakteristiek Thermische relais hebben karakteristieken volgens verschillende uitschakelklassen. Karakteristieken volgens klasse 10 en 10A worden in de praktijk het meest toegepast. De thermische beveiliging met deze karakteristiek is bestemd voor motoren met een normale aanloop. Thermische beveiligingen met karakteristieken volgens klasse 20 en 30 worden toegepast bij motoren met een lange aanloop. Door een langdurige aanloopstroom worden ook de leidingen en het schakelmaterieel extra belast. Bij het ontwerp moet hiermee rekening worden gehouden. Overbelastingsstroom [A] Klasse 1,05 - Ir 1,2 - Ir 1,5 lr 7,2 I 10A r>zh r<zh 10 t<2min. 2 rí105 r>zh t<2h t<4mìn t>2h t<zh t<8min. 6 t t>2h r<zh t<12min Aanspreektijd! Tabel 7.1 Uitschakelklassen van thermische relais '2 1_

20 8. Vragen en opdrachten Wat kunnen de gevolgen zijn van een overstroom? Wat is het kenmerkend verschil tussen een overbelastingsstroom en een kortsluitstroom? Welke delen van een schroefsmeltveiligheid moet men nakijken op brandplekken bij het verwisselen en inspecteren van de patroon? Wat verstaat men onder de nominale stroom van een smeltpatroon? Wat verstaat men onder de aanspreekstroom 12 en waarvoor is deze waarde van belang? Vijf seconden na het optreden van een overstroom wordt deze door een gg patroon van 50 A onderbroken. Welke waarde had deze overstroom? In welke tijd wordt een stroom van 1500 A door een 200 A aivi-patroon afgeschakeld? Op welke waarde moet de thermische beveiliging van een motorbeveiligingsschakelaar zijn ingesteld? Wanneer past men een backup patroon toe? Wanneer maakt men gebruik van de grootste niet aanspreekstroom 11? Wat verstaat men onder selectiviteit? Gegeven: Een pomp wordt aangedreven door een driefasen kortsluitankermotor met een vermogen van 5,5 kw, cos ga : 0,85 en een rendement 77 : 87 %. De voedingsspanning bedraagt 3 >< 400 V, 50 Hz. De motor wordt direct ingeschakeld d.m.v. een contacter en beveiligd met een thermisch relais. De aanloopstroom bedraagt 6,8 ' In. De stroomketen wordt met gg patronen tegen kortsluitstroom beveiligd. Gevraagd: a. De instelling van het thermisch relais. b. De nominale stroom van de smeltpatronen. 22

21 \ 13. Gegeven: Een pomp wordt aangedreven door een driefasen kortsluitankermotor met een vermogen van 12 kw, cosgp=0 85 en een rendement?] =86 %. De voedingsspanning bedraagt 3 x 400 V, 50 Hz. De motor wordt direct ingeschakeld d.m.v. een contactor en beveiligd met een thermisch relais. De aanloopstroom bedraagt 6.2 -In. De stroomketen wordt tegen kortsluitstroom beveiligd doormiddel een automaat met C-karakteristiek. Gevraagd: a. De instelling van het thermisch relais. b. De nominale stroom van de automaat.

Smeltveiligheden. Smeltveiligheden worden in het algemeen toegepast in twee uitvoeringen:

Smeltveiligheden. Smeltveiligheden worden in het algemeen toegepast in twee uitvoeringen: Smeltveiligheden Smeltveiligheden worden in het algemeen toegepast in twee uitvoeringen: Schroefpatronen, ook wel DIAZED-patronen of D-patronen genoemd Mespatronen, ook wel NH-patronen genoemd In een smeltpatroon

Nadere informatie

Aanbod van energiedragers Winning en invoer van energiedragers Verbruik van energiedragers Bunkers

Aanbod van energiedragers Winning en invoer van energiedragers Verbruik van energiedragers Bunkers Aanbod van energiedragers Het energieaanbod wordt bepaald door zowel de winning, invoer, uitvoer, bunkers als ook de voorraadmutatie van energiedragers. In het stroomschema wordt de voorraadmutatie verwaarloosd.

Nadere informatie

2. Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking

2. Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking Beveiligingen in LS-installaties Een elektrische installatie die geen fouten vertoont, zal even goed functioneren zonder beveiligingen. Dit zou de installatie bovendien een stuk goedkoper maken. Enkel

Nadere informatie

SI MODULAIRE AUTOMATEN 10 ka

SI MODULAIRE AUTOMATEN 10 ka W SI AUTOMATEN BMS0 10 ka BMS0 V DE 570... en andere zoals aangegeven op het toestel W SCHRACK-INFO Nominale spanning/frequentie: 230 V/400 V AC, 50 Hz 240 V/415 V AC, 50 Hz bij ijkingstemp. 40 C Nominale

Nadere informatie

DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN

DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN FOCUS Om een elektrisch net veilig uit te baten, is het van belang dat de installatie goed beveiligd is. Elektriciteit kan de oorzaak zijn van brand

Nadere informatie

Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008. Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen )

Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008. Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen ) Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008 Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen ) Zekeringen is een artikel uit de Electron van september 2008. Het is een artikel wat geschreven is door Hans PA0JBB. Het is

Nadere informatie

Karakteristieken van automaten

Karakteristieken van automaten Karakteristieken van automaten Vermits de eigenschappen en karakteristieken van elektrisch materieel niet zichtbaar zijn, worden ze in de vorm van cijfers, letters, symbolen, aangebracht op het omhulsel.

Nadere informatie

ZX ronde van 10 april 2011

ZX ronde van 10 april 2011 ZX ronde van 10 april 2011 Transformatoren Vandaag een verhaaltje over de transformator geen speciale transformator maar gewoon een doorsnee voedingstransformator met een gelamelleerde kern. De werking

Nadere informatie

De voorgeschiedenis. Het begin. NH KTF MK mespatronen

De voorgeschiedenis. Het begin. NH KTF MK mespatronen NH-smeltveiligheden De voorgeschiedenis Het begin In 1926 werd in Duitsland een norm opgesteld voor Zekeringen voor algemene toepassing ter beveiliging van elektrische leidingen en toestellen. Ze moesten

Nadere informatie

Opfriscursus NEN 1010

Opfriscursus NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Opfriscursus NEN 1010 NEN 1010:2007+C1:2008+ A1:2001+C1:2011 oktober 2011 Bestemd voor de cursussen: opfriscursus NEN 1010; inspecties aan elektrische

Nadere informatie

Basiscursus NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015

Basiscursus NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Basiscursus NEN 1010 NEN 1010:2015 maart 2016 Bestemd voor de cursussen: basiscursus NEN 1010, opfriscursus NEN 1010, inspecties aan elektrische installaties,

Nadere informatie

BEVEILIGING GROTERE ELEKTROMOTOREN

BEVEILIGING GROTERE ELEKTROMOTOREN W & K LEVEL CONTROL SYSTEMS - Elektrotechniek / meet- en regeltechniek L. van Wallenburg - Erkend Elektrotechnisch Installateur Wethouder Van Klinkenstraat 5 4306 CT NIEUWERKERK telefoon / fax : 0111-642039

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE VOEDING VAN ELEKTRISCH AANGEDREVEN SPRINKLERPOMPEN

TOELICHTING OP DE VOEDING VAN ELEKTRISCH AANGEDREVEN SPRINKLERPOMPEN Technisch Bulletin 74 datum 01 november 2012 TOELICHTING OP DE VOEDING VAN ELEKTRISCH AANGEDREVEN SPRINKLERPOMPEN Goedgekeurd door Commissie van Deskundigen Blus op 05 oktober 2012 1 INHOUD 1 Richtlijnen

Nadere informatie

THERMISCHE BEVEILIGING

THERMISCHE BEVEILIGING THERMISCHE BEVEILIGING Geblokkeerde machine: Wanneer een machine geblokkeerd wordt en de motor daardoor stil komt te staan is het gewenst dat de motor zo snel mogelijk wordt uitgeschakeld. Niet alleen

Nadere informatie

Magneetschakelaars: technische eigenschappen

Magneetschakelaars: technische eigenschappen Magneetschakelaars: technische eigenschappen Elektrische eigenschappen omschrijving modulaire magneetschakelaars voor DIN-rail montage hulpcontact norm IEC 61095 type Magn.schak Magneetschakelaar handbediening

Nadere informatie

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen Project Projectnr. Opdrachtgever Werkadres Reden van inspectie Oplevering Wijziging Periodieke inspectie Netaansluiting 1-fase 3-fase Stroomstelsel TN-stelsel TT-stelsel IT-stelsel Inspectie uitgevoerd

Nadere informatie

Dimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator

Dimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator Dimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator Dimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator Verband tussen inschakelstroom en lijnbeveiliging Bij het selecteren van de lijnbeveiliging

Nadere informatie

HS Smeltpatronen HS. Quercus Technical Services B.V.

HS Smeltpatronen HS. Quercus Technical Services B.V. HS Smeltpatronen HS Inhoudsepgave Inleiding Opbouw en eigenschappen 2.1 Het principe 2.2 Minimum uitschakelstroorn 2.3 Overspanningen 2.4 Stroom-tijd karakteristieken 2.5 Maximale doorlaatstroom 1 2.6

Nadere informatie

MOTORBEVEILIGINGSAUTOMAAT VOOR INDUSTRIE

MOTORBEVEILIGINGSAUTOMAAT VOOR INDUSTRIE W MOTORBEVEILIGINGSAUTOMAAT IEC 947 BE / BE6 Nominale bedrijfsstroom BE tot A Nominale bedrijfsstroom BE6 tot 63 A Nominale bedrijfsspanning tot 690 V AC 46 BE0400 BE6300 Overbelastingsbeveiliging instelbaar

Nadere informatie

SERIE 14 Multifunctie trappenhuis-lichtautomaten 16 A

SERIE 14 Multifunctie trappenhuis-lichtautomaten 16 A 14 Multifunctie trappenhuis-lichtautomaten 16 A 14 Elektronische trappenhuis-lichtautomaten 14.01 14.71 17,5 mm breed Tijd instelbaar van 30 s tot 20 min Schakelt de belasting in de nuldoorgang Waarschuwing

Nadere informatie

SI MODULAIRE AUTOMATEN 6 ka

SI MODULAIRE AUTOMATEN 6 ka W SI AUTOMATEN BMS6 6 ka BMS V DE 570... en andere zoals aangegeven op het toestel W SCHRACK-INFO Nominale spanning/frequentie: 230 V/0 V AC, Hz Nominale DC spanning per pool: max. 48 V DC Omgevingstemperatuur:

Nadere informatie

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen 1 Kortsluitstromen en kabelberekeningen Veel werk? Kennis in Praktijk... Kabelberekeningen Door : Joost de Koning Product manager vermogensschakelaars Lid NEC64 commissie (NEN1010) Lid NEC23E commissie

Nadere informatie

Temperatuurseffecten op beveiligingscomponenten

Temperatuurseffecten op beveiligingscomponenten Temperatuurseffecten op beveiligingscomponenten Geleiders Wat is een geleider? Een weerstand Spanningsverlies Vermogen = warmte verlies Geleiders De geleider aangesloten op een voeding: >>> Warmte De geleider

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen SCHAKELAARS 250.01 Algemeen Schakelaars en andere bedieningstoestellen moeten conform de desbetreffende door de Koning zijn, of overeenkomen met bepalingen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden.

Nadere informatie

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/In De techniek waarop Nederland draait VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/ln In deze folder vatten we de essenties van

Nadere informatie

Serie 14 - Multifunctie trappenhuis-lichtautomaten 16 A

Serie 14 - Multifunctie trappenhuis-lichtautomaten 16 A Serie elektronische trappenhuis-lichtautomaten 14.01 14.71 17,5 mm breed Tijd instelbaar van 30 s tot 20 min Schakelt de belasting in de nuldoorgang Waarschuwing bij voortijdig afschakelen (type 14.01)

Nadere informatie

3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom

3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom 3 Beveiliging 3.1 Beveiliging tegen overstroom Beveiliging tegen overstroom moet beveiligen tegen: kortsluitstroom: een stroom vele malen groter dan de nominale stroom I n ; deze moet zo snel mogelijk

Nadere informatie

NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap

NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap Werken met de NEN 1010 Pluspakket - NEN 1010:2015 Meer ie t informa 0 44 99 0 l 088-4 kenteq.n @ m a e t e servic nteq.nl www.ke MBO Elektrotechniek Werken met de NEN 1010 Pluspakket NEN 1010:2015 verder

Nadere informatie

LSFI VERLIESSTROOMAUTOMATEN

LSFI VERLIESSTROOMAUTOMATEN W LSFI AUTOMATEN MET VERLIESSTROOMBEVEILIGING B0LF 10 ka BO217516 Nominale spanning: 230 V/50 Hz Levensduur: elektrisch 4,000 schakelingen mechanisch 20,000 schakelingen 1-polig met geschakelde nulleider

Nadere informatie

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V.

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V. Stroomstelsels ä S lnhoudsepgave Stroomstelsels Geaard sterpunt 2.1 Inleiding 2.2 TT-stelsel \IG\ TN-stelsel 3. 1 TN-S-Stelsel 3 2 TN-C-stelsel 3.3 TN C-Sstelsel Geïsoleerd sterpunt 4.1 Inleiding 4.2 IT

Nadere informatie

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld! (On)voldoende spanningskwaliteit kost geld! De verantwoordelijkheid voor een voldoende kwaliteit van de spanning en de stroom is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van netbeheerders, fabrikanten en

Nadere informatie

GRAFIEKEN EN TABELLEN

GRAFIEKEN EN TABELLEN GRAFIEKEN EN TABELLEN modulaire componenten afmetingen Omschrijving A B C D E F G P P+N 2P 3P 4P Installatieautomaten DNX, DX, DX-H t/m 63 A 70 7,7 7,7 35,6 53,4 7,2 60 83 44 76 94 DX-D 5 ka, DX-MA 6,3

Nadere informatie

L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten

L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten TT-net. Het sterpunt van de secundaire transformatorwikkeling in het net wordt met de verbonden. Bij elke verbruiker is er een aarding ( : protective earth), waarmee de metalen onderdelen van de toestellen

Nadere informatie

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 De tijd van velddagen en festiviteiten breekt weer aan. Voor het aansluiten van elektrische apparatuur wordt vaak een klein aggregaat gebruikt. Maar ook zijn er

Nadere informatie

Elektriciteit. Wat is elektriciteit

Elektriciteit. Wat is elektriciteit Elektriciteit Wat is elektriciteit Elektriciteit kun je niet zien, niet ruiken, niet proeven, maar wel voelen. Dit voelen kan echter gevaarlijk zijn dus pas hier voor op. Maar wat is het dan wel? Hiervoor

Nadere informatie

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010 27-3-2016 12:40 Februari 2016-1 EENFASE EINDGROEPEN BEVEILIGD DOOR VIERPOLIGE AARDLEKSCHAKELAAR Volgens de Nederlandse aanvulling op bepaling 531.2.1.3 van NEN 1010:2015 is het aansluiten van eenfase-eindgroepen

Nadere informatie

PRO-TEC 4000. Instelbaar/programmeerbaar kabelbeveiligings- en managementsysteem voor lange, licht belaste bekabeling.

PRO-TEC 4000. Instelbaar/programmeerbaar kabelbeveiligings- en managementsysteem voor lange, licht belaste bekabeling. PRO-TEC 4000 Instelbaar/programmeerbaar kabelbeveiligings- en managementsysteem voor lange, licht belaste bekabeling. Inhoud - Inleiding; - Eigen netten; - Kabelbeveiligingssysteem; - Praktisch voorbeeld;

Nadere informatie

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/In De techniek waarop Nederland draait VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/ln In deze folder vatten we de essenties van

Nadere informatie

TeleREC 2 / TeleREC Top / TeleREC

TeleREC 2 / TeleREC Top / TeleREC GE Industrial Solutions Nieuw TeleREC TeleREC 2 / TeleREC Top / TeleREC Automatisch herinschakelsysteem voor kritieke toepassingen GE imagination at work 111865-TeleREC2-BENL.indd A 21/05/14 16:59 2 Voordelen

Nadere informatie

Aardlekautomaten HACO ideale combinatie

Aardlekautomaten HACO ideale combinatie Aardlekautomaten HACO ideale combinatie Thermische, maximale en aardlekbeveiliging gecombineerd Removability: uitwisselen zonder demontage van de doorverbindingsrail Schroefaansluiting PZ2 Foutstroom indicatievenster

Nadere informatie

MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM

MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM -..-2013 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Algemene gegevens... 5 2.1 Opdrachtgever en objectgegevens... 5 2.2 Installatiegegevens...

Nadere informatie

Serie 13 - Impulsrelais / Relais A

Serie 13 - Impulsrelais / Relais A Serie 13 - Impulsrelais / Relais 8-10 - 12-16 A 13 13.81 - Elektronisch impulsrelais - 1-polig voor railmontage 13.91 - Elektronisch impulsrelais met instelbare tijdfunctie - 1-polig voor inbouwmontage

Nadere informatie

SERIE 13 Impulsrelais / Relais A Maakcontact Voor 35 mm rail (EN 60715) 17,5 mm breed

SERIE 13 Impulsrelais / Relais A Maakcontact Voor 35 mm rail (EN 60715) 17,5 mm breed .81 - Elektronisch impulsrelais - 1-polig voor railmontage.91 - Elektronisch impulsrelais met instelbare tijdfunctie - 1-polig voor inbouwmontage Valt na het afschakelen van de voedingsspanning terug in

Nadere informatie

elektrotechniek CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 9 A B X C D

elektrotechniek CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 9 A B X C D elektrotechniek SPE KB 2010 minitoets bij opdracht 9 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3.

Nadere informatie

Serie 13 - Impulsrelais / Relais A

Serie 13 - Impulsrelais / Relais A Serie 13 - Impulsrelais / Relais 8-10 - 12-16 A 13 13.81 - Elektronisch impulsrelais - 1-polig voor railmontage 13.91 - Elektronisch impulsrelais met instelbare tijdfunctie - 1-polig voor inbouwmontage

Nadere informatie

Toepassingsoverzicht installatieautomaten

Toepassingsoverzicht installatieautomaten Toepassingsoverzicht installatieautomaten Toepassingen Gebruikstoepassingen woningbouw utiliteitsbouw industrie verlichting,5 6 ka 6 0 ka 0 ka 6 0 ka 0 ka wandcontactdozen,5 6 ka 6 0 ka 0 5 ka 6 0 ka 0

Nadere informatie

Veiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V.

Veiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V. Veiligheidsaarding HË nhoudsspgav& 1. Inleiding 5 2. Aanraakspanning en stroomstelsels 6 2.1 IT Stelsel 6 2.2. TT-stelsel 9 2.3 TN-stelsel 10 3. Aard- en vereffeningsleidingen 12 4. Aardverspreidingsweerstand

Nadere informatie

De huisinstallatie bestaat uit éénfasige kringen die gevoed worden door een driefasig net.

De huisinstallatie bestaat uit éénfasige kringen die gevoed worden door een driefasig net. 10 Veiligheid 10.1 De huisinstallatie De bedoeling van een elektrische huisinstallatie is de elektrische energie op doelmatige en vooral veilige wijze naar de plaats te brengen waar ze nodig is. De huisinstallatie

Nadere informatie

Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar

Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar 1 Inleiding Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar Elk laadpunt voor een elektrisch voertuig (EV) moet o.a. beschermd worden tegen onrechtstreekse aanraking.

Nadere informatie

Zucchini railkokersystemen LB / LB6

Zucchini railkokersystemen LB / LB6 railkokersystemen LB / LB6 Technische informatie Type 254 256 404 406 zijde zijde zijde zijde Actieve geleiders Aantal I n (A) ) Doorsnede van de beschermingsgeleider (equivalent in Cu) PE (mm ) I cw (ka)rms

Nadere informatie

Vlamboogdetectie ZX ronde 18 juni 2017

Vlamboogdetectie ZX ronde 18 juni 2017 Vlamboogdetectie ZX ronde 18 juni 2017 In de nieuwe NEN1010 staat de aanbeveling om in een elektrische installatie voorzieningen te treffen waarmee vlambogen gedetecteerd kunnen worden. Gebleken is namelijk

Nadere informatie

Serie 14 - Multifunctie trappenhuis-lichtautomaten 16 A

Serie 14 - Multifunctie trappenhuis-lichtautomaten 16 A Serie - Multifunctie trappenhuis-lichtautomaten 16 A SERE Elektronische trappenhuis-lichtautomaten 17,5 mm breed Tijd instelbaar van 30 s tot 20 min Schakelt de belasting in de nuldoorgang Waarschuwing

Nadere informatie

SERIE 10 Schemeringsschakelaars, compacte bouwvorm A Voor 2-polig schakelen (L+N) van een lampengroep tot 16 A

SERIE 10 Schemeringsschakelaars, compacte bouwvorm A Voor 2-polig schakelen (L+N) van een lampengroep tot 16 A SERIE SERIE Schemeringsschakelaars voor het schakelen van verlichting voor buitentrappen, ingangen, straten, etalages etc. Voor aansturing op locatie om te hoge inschakelstromen bij het gelijktijdig inschakelen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. 2.1 De ohmmeter 3. Aanwijzingen 3. 4. Klemaanduidingen 5. Opdracht 1 8. Opdracht 2 9. Opdracht 3 10.

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. 2.1 De ohmmeter 3. Aanwijzingen 3. 4. Klemaanduidingen 5. Opdracht 1 8. Opdracht 2 9. Opdracht 3 10. 1. Inleiding 2 2.1 De ohmmeter 3. Aanwijzingen 3 4. Klemaanduidingen 5 Opdracht Meetvolgorde 6 Opdracht 1 8 Opdracht 2 9 Opdracht 3 10 Opdracht 4 11 Opdracht 5 12 Opdracht 6 13 Opdracht 7 14 Opdracht 89

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 INLEIDING Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 1.1 SAMENHANG VAN NORMEN 2 1.1.1 NEN 1010 3 1.1.2 NEN-EN 50110 en NEN 3140 3 1.1.3 NEN-EN-IEC 60204 4 1.1.4 NEN-EN-IEC 60439 4 1.2 TOEPASSINGSGEBIED VAN

Nadere informatie

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27 ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27 Omschrijving: Compressoren met een draaistroom-asynchroonmotor hebben de karakteristieke eigenschappen dat ze bij het inschakelen het net hoog belasten

Nadere informatie

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010 Van PAGINA der Meer1 Oktober 2012-1 Intech E&I van september 2012 Rubriek Technische vragen HELPDESK UNETO-VNI HELPT VAN DE WAL IN DE SLOOT In Intech E&I van september 2012 is in de rubriek Technische

Nadere informatie

PRO-TEC-4000. Instelbaar/Programmeerbaar kabelbeveiligingssystemen voor lange licht belaste bekabeling.

PRO-TEC-4000. Instelbaar/Programmeerbaar kabelbeveiligingssystemen voor lange licht belaste bekabeling. PRO-TEC-4000 Instelbaar/Programmeerbaar kabelbeveiligingssystemen voor lange licht belaste bekabeling. PRO-TEC-4000 Introductie oktober 2005, leverbaar vanaf mei 2006. 2/ Beveiliging voor : Beveiligen

Nadere informatie

Serie 15 - Elektronische dimmer

Serie 15 - Elektronische dimmer Elektronische dimmer voor het regelen van lichtniveaus met geheugenfunctie Geschikt voor gloeilampen en halogeenverlichting met of zonder transformator of EVS (elektronisch voorschakelapparaat) Geschikt

Nadere informatie

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010 Maart 2013-1(gewijzigd augustus 2014) Intech E&I van januari 2013 Rubriek Technische vragen TN- of TT-stelsel In Intech E&I van januari 2013 zijn in de rubriek Technische vragen vragen behandeld over de

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 INLEIDING xv Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 1.1 SAMENHANG VAN NORMEN 2 1.1.1 NEN 1010 3 1.1.2 NEN-EN 50110 en NEN 3140 3 1.1.3 NEN-EN-IEC 60204 4 1.1.4 NEN-EN-IEC 60439 4 1.2 TOEPASSINGSGEBIED

Nadere informatie

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen 6. Afronding hoofdstuk 2 6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen Inleiding Bij de introductie van dit hoofdstuk heb je je georiënteerd op het onderwerp van dit hoofdstuk

Nadere informatie

Contactoren Z7-SCH. Afmetingen (mm)

Contactoren Z7-SCH. Afmetingen (mm) SG5497 Afmetingen (mm) Z7-SCH.../24,Z7-SCH.../40 en Z7-SCH.../63 Z-SC Schakelschema s "40" 4 NO "04" 4 NF "22" 2 NO / 2 NF 14 Installatierelais Z7-SCH gedimensioneerd voor inbouw in modulaire installatieverdelers

Nadere informatie

MBO Elektrotechniek. Ontwerpen van elektrische industriële installaties

MBO Elektrotechniek. Ontwerpen van elektrische industriële installaties MBO Elektrotechniek Ontwerpen van elektrische industriële installaties NEN 1010:2015 Ontwerpen van elektrische industriële installaties NEN 1010:2015 9789056365721 5e druk COLOFON 2016 Kenteq, Hilversum

Nadere informatie

informeert TAD: Technologische AdviesDienst

informeert TAD: Technologische AdviesDienst informeert TAD: Technologische AdviesDienst Beveiligingen in UPS-installaties Een perfect elektriciteitsnet zou een sinusoïdale spanning leveren die bovendien permanent aanwezig zou moeten zijn. In werkelijkheid

Nadere informatie

ZX Ronde 14 augustus 2011

ZX Ronde 14 augustus 2011 ZX Ronde 14 augustus 2011 Hoogspanning en veiligheid Er is een kenmerkend verschil tussen laagspanning en hoogspanning. Er zijn natuurkundige effecten die pas optreden boven een bepaalde spanning. In de

Nadere informatie

Schakelcursus Elektrotechniek

Schakelcursus Elektrotechniek Schakelcursus Elektrotechniek februari 2015 De cursus is bestemd voor die cursisten waarvan de vooropleiding in het vakgebied Elektrotechniek vooralsnog onvoldoende is. Auteur: L. Smit De Kooi 7 4233 GP

Nadere informatie

Type: ZEV Bestelnummer: 209634 Verkoopstekst Auslösegerät PTB 01 ATEX 3233. Bestelinformatie Thermische beveiliging I r A 1...820.

Type: ZEV Bestelnummer: 209634 Verkoopstekst Auslösegerät PTB 01 ATEX 3233. Bestelinformatie Thermische beveiliging I r A 1...820. Type: ZEV Bestelnummer: 209634 Verkoopstekst Auslösegerät PTB 01 ATEX 3233 Bestelinformatie Thermische beveiliging I r A 1...820 Toepasbaar voor DILEM...DILM820 Algemeen normen en bepalingen Klimaatbestendigheid

Nadere informatie

Net-LinQ Inspectie & Advies voorziet in de volgende diensten:

Net-LinQ Inspectie & Advies voorziet in de volgende diensten: De juiste LINQ! I NET-LINQ Net-LinQ Inspectie & Advies voorziet in de volgende diensten: 02 Net-LinQ Inspectie & Advies is een flexibele organisatie die gecertificeerde, onafhankelijke en onpartijdige

Nadere informatie

Zekeringen. Introductie. Meten is weten. Wie kiest?

Zekeringen. Introductie. Meten is weten. Wie kiest? Zekeringen Introductie. Over de noodzaak tot beveiligen van een PDU (Power Distribution Unit / stekkerblok / energielijst/ contactdoos etc. ) doen veel theorieën de ronde. Een zekering is per definitie

Nadere informatie

Transformatoren. Wisselspanning (50Hz) (V) zeer lage spanning (ZLS) U < 50 U < 75 U < 120. 1e categorie 50 < U < 500 75 < U < 750 120 < U < 750

Transformatoren. Wisselspanning (50Hz) (V) zeer lage spanning (ZLS) U < 50 U < 75 U < 120. 1e categorie 50 < U < 500 75 < U < 750 120 < U < 750 Transformatoren Inleiding Naast voedingen voor ICT-apparatuur, maken steeds meer en meer apparaten zoals de verlichting, de belinstallatie, stuurkringen, signalisatietoestellen gebruik van spanningen lager

Nadere informatie

MODULAIRE CONTACTOREN

MODULAIRE CONTACTOREN W CONTACTOR 1/2-POLIG Modulaire contactor met 1 Mod. breedte Technische gegevens volgens EN 947-4-1; EN 947 - - 1; VDE 06 Beschermingsgraad IP20 AC1/230 V: - 4.6 kw - 20 A BZ326437 W AFMETINGEN EN SCHEMA

Nadere informatie

Serie 10 - Schemeringsschakelaars, compacte bouwvorm A

Serie 10 - Schemeringsschakelaars, compacte bouwvorm A Serie 10 - Schemeringsschakelaars, compacte bouwvorm 12-16 A SERE 10 Schemeringsschakelaars voor het schakelen van verlichting voor buitentrappen, ingangen, straten, etalages etc. 10.32 10.41 Voor aansturing

Nadere informatie

Richtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied.

Richtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied. Richtlijn bouwkasten TOEPASSINGSGEBIED: Het gehele Cogas elektriciteitsgebied. 1 DOELSTELLING Eisen voor bouwkasten t.b.v. tijdelijke en bouw- aansluitingen met een maximale doorlaatwaarde van 3x80A. 2

Nadere informatie

Elektrotechniek in de koudeindustrie

Elektrotechniek in de koudeindustrie F - ELEKTROTECHNIEK IN DE KOUDE-INDUSTRIE Elektrotechniek in de koudeindustrie Algemeen De elektrotechniek is onlosmakelijk met de koeltechniek verbonden. In vrijwel alle gevallen wordt de benodigde energie

Nadere informatie

Visuele Inspectie van elektrische installaties

Visuele Inspectie van elektrische installaties Inspectiepunten De voeding van de installatie Controle van de voeding Beoordeel welk stelsel in ingezet en of deze op de juiste wijze is toegepast. Beoordeel ook de aansluiting en splitsing van PEN leidingen.

Nadere informatie

MBO Elektrotechniek. NEN 1010 Opdrachtenboek 2 - NEN 1010:2015. Meer ie NEN Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015. verder in technisch vakmanschap

MBO Elektrotechniek. NEN 1010 Opdrachtenboek 2 - NEN 1010:2015. Meer ie NEN Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015. verder in technisch vakmanschap NEN 1010 Opdrachtenboek 2 - NEN 1010:2015 Meer ie t informa 0 44 99 0 l 088-4 kenteq.n @ m a e t e servic nteq.nl www.ke MBO Elektrotechniek NEN 1010 Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015 verder in technisch

Nadere informatie

Digitale aardlekautomaten FRBdM

Digitale aardlekautomaten FRBdM Digitale aardlekautomaten xeffect serie - componenten voor industriële toepassing 13 Technische kenmerken Hoge kwaliteit aardlekautomaat. Afschakeling spanningsafhankelijk. Contactstandmelding rood - groen.

Nadere informatie

I sd A 3125... 30000. I i A 50000

I sd A 3125... 30000. I i A 50000 Type: IZMN2 V2500 Bestelnummer: 230011 Verkoopstekst Leistungsschalter 3 polig 2500A Bestelinformatie bouwgrootte Aantal polen gegevens IZM...2... 3 polig nominale continu stroom I u A 2500 Instelbereik

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING 19. Metingen en thermografie - 13

INHOUD INLEIDING 19. Metingen en thermografie - 13 INLEIDING 19 1 NEN 1010 ALS ACHTERGROND 21 1.1 VOEDINGSBRONNEN 22 1.1.1 Aansluiting op net: diverse stroomstelsels 22 1.1.2 Voedingsbronnen voor veiligheidsdoeleinden 25 1.2 BESCHERMINGSMAATREGELEN 25

Nadere informatie

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010 Van PAGINA der Meer1 Augustus 2012-2 Intech E&I van juli/augustus 2012 Rubriek Technische vragen MEERDERE EINDGROEPEN NIET IN ÉÉN BUIS In Intech E&I van juli/augustus 2012 is in de rubriek Technische vragen

Nadere informatie

NEN1010:2015 NEN1010:2015. Elektrische installaties voor laagspanning. Belangrijke wijzigingen Algemeen. NEN Training & Advies. Wat is er anders?

NEN1010:2015 NEN1010:2015. Elektrische installaties voor laagspanning. Belangrijke wijzigingen Algemeen. NEN Training & Advies. Wat is er anders? NEN1010:2015 Elektrische installaties voor laagspanning Belangrijke wijzigingen Algemeen NEN Training & Advies NEN1010:2015 Wat is er anders? Erg veel. Te veel voor een dag. Waarom er zoveel is veranderd

Nadere informatie

NEN3140 inspectie Bedrijfsverzamelgebouw

NEN3140 inspectie Bedrijfsverzamelgebouw NEN3140 inspectie Bedrijfsverzamelgebouw 2014.05 NEN 3140 Inspectiestraat 13 Veenendaal 1 2014.05 NEN 3140 Inspectiestraat 13 Veenendaal Algemene Objectgegevens Code Code 2014.05 Object Naam NEN 3140 Adres

Nadere informatie

Veilig omgaan met d-smeltpatronen

Veilig omgaan met d-smeltpatronen Katern voor scholing, her- en bijscholing 64 inhoud 1 Veilig omgaan met d-smeltpatronen 4 Otib-nieuws 4 Cursussen 5 Fotowedstrijd Veilig omgaan met d-smeltpatronen Door: Anton Kerkhofs. Fotografie: industrie

Nadere informatie

TAD: Technologische AdviesDienst

TAD: Technologische AdviesDienst informeert TAD: Technologische AdviesDienst Verdeelborden In een elektrische installatie mag er slechts veilig elektrisch materieel gebruikt worden. Volgens deze algemene regel betekent dit dus ook dat

Nadere informatie

Les 6 : Relais schakelingen

Les 6 : Relais schakelingen Les 6 : Relais schakelingen Voorstellingswijze industriële schema s Enkellijnige weergave Meerlijnige weergave Bedradingsschema Aansluitschema Enkele componenten uit het schema Klemmen Kabels Beveilgingen

Nadere informatie

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring 1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan

Nadere informatie

Veiligheidsrisico s van elektrotechnische. illegale hennepkwekerijen

Veiligheidsrisico s van elektrotechnische. illegale hennepkwekerijen Veiligheidsrisico s van elektrotechnische aansluitingen bij illegale hennepkwekerijen Veiligheidsrisico s van elektrotechnische aansluitingen bij illegale hennepkwekerijen Mei 2009 1 Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting door een scholier 1150 woorden 22 april 2016 8,3 8 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Natuurkunde H7 Elektriciteit/Elektrische schakelingen

Nadere informatie

Het inspecteren van elektrische installaties in ATEX zones

Het inspecteren van elektrische installaties in ATEX zones Het inspecteren van elektrische installaties in ATEX zones EX 006 Testen van elektrische installaties in EX gebieden Ex 007 Visuele en nauwkeurige inspectie van elektrische installaties in EX gebieden

Nadere informatie

Certificatieschema IV/WV - HS + LS INSTALLATIE- OF WERKVERANTWOORDELIJKE HOOG- en LAAGSPANNING

Certificatieschema IV/WV - HS + LS INSTALLATIE- OF WERKVERANTWOORDELIJKE HOOG- en LAAGSPANNING Pagina 1 van 10 Certificatieschema Certificatieschema IV/WV - HS + LS INSTALLATIE- OF WERKVERANTWOORDELIJKE HOOG- en LAAGSPANNING Stichting Persoonscertificatie Energietechniek p/a ing. R. Bijvoets Schokkerlaan

Nadere informatie

NEN 1010 over Photo Voltaïc installaties

NEN 1010 over Photo Voltaïc installaties NEN 1010 over Photo Voltaïc installaties Paul Castenmiller NEN 1010 over PV installaties Ontwikkelingen PV installaties. Normen PV installaties. NPR 5310-blad 65 Eigenschappen en risico s Architectuur

Nadere informatie

Serie 22 - Magneetschakelaars A

Serie 22 - Magneetschakelaars A Serie - Magneetschakelaars 25-40 - 63 SERIE 25 magneetschakelaars met 2 contacten Contacten met dubbele onderbreking contactopening 3 mm (maakcontact) contactopening 1,5 mm (verbreekcontact) C/DC aansturing,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 kanaal din-rail dimmers... 48 2 & 4 kanaal din-rail dimmers... 49 TL & PL regelen van 0% tot 100%... 50

Inhoudsopgave. 1 kanaal din-rail dimmers... 48 2 & 4 kanaal din-rail dimmers... 49 TL & PL regelen van 0% tot 100%... 50 Inhoudsopgave VARINTENS: Din-Rail dimmers 1 kanaal din-rail dimmers... 48 2 & 4 kanaal din-rail dimmers... 49 TL & PL regelen van 0% tot 100%... 50 1 Din-rail 1 kanaal dimmer Artikelcode / Omschrijving

Nadere informatie

Serie 15 - Elektronische dimmer

Serie 15 - Elektronische dimmer Serie 15 - Elektronische dimmer SERE 15 Elektronische dimmer voor het regelen van lichtniveaus met geheugenfunctie Geschikt voor gloeilampen en halogeenverlichting met of zonder transformator Geschikt

Nadere informatie

Schakelcursus Elektrotechniek

Schakelcursus Elektrotechniek Schakelcursus Elektrotechniek december 2016 De cursus is bestemd voor die cursisten waarvan de vooropleiding in het vakgebied Elektrotechniek vooralsnog onvoldoende is. Auteur: L. Smit De Kooi 7 4233 GP

Nadere informatie

Oefenvragen_Basistoets Stipel

Oefenvragen_Basistoets Stipel 1 In een kabelbed moet een hoogspanningskabel worden gelokaliseerd. De kabel is aan beide zijden afgeschakeld. Hoe kan de kabel worden gelokaliseerd? A Met een kabelseiectieapparaat B Met een capacitieve

Nadere informatie

LH HOOGSTROOMAUTOMATEN

LH HOOGSTROOMAUTOMATEN W LH HOOGSTROOMAUTOMATEN MET HOOG UITSCHAKELVERMOGEN 0 BR5790 / BR5790 / BR5790 W TOEBEHOREN Stroomuitschakelspoel p.5 Hulpcontact p.6 Conform aan IEC/EN 97- Nominale spanning/frequentie: 0/00V AC, / Hz

Nadere informatie

Serie 22 - Magneetschakelaars A

Serie 22 - Magneetschakelaars A Serie 22 - Magneetschakelaars 25-40 - 63 A SERIE 22 25 A magneetschakelaars met 2 contacten Contacten met dubbele onderbreking contactopening 3 mm (maakcontact) contactopening 1,5 mm (verbreekcontact)

Nadere informatie