Verstoring in observationeel onderzoek: confounding
|
|
- Brecht Smits
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Stand van zaken Verstoring in observationeel onderzoek: confounding Methodologie van onderzoek 2 Rolf H.H. Groenwold Confounding is een belangrijk en veelvoorkomend probleem in observationeel, niet-gerandomiseerd onderzoek naar de effecten van geneesmiddelen of schadelijke blootstellingen (determinanten). Er is sprake van confounding wanneer een derde factor, die gerelateerd is aan zowel de determinant als de uitkomst, het causale verband tussen die twee verstoort. Er zijn verschillende methoden om te corrigeren voor confounding; de meest gebruikten zijn restrictie, stratificatie, multivariabele regressiemodellen en propensity score -methoden. Met deze methoden is het alleen mogelijk om te corrigeren voor variabelen waarover gegevens bekend zijn: gemeten confouders. Onderzoek op het gebied van confounding richt zich momenteel op het toepassen van externe kennis over ongemeten confounders, het evalueren van instrumentele variabelen en de invloed van tijdsafhankelijke confounding. In de rubriek Stand van zaken verschijnen de komende periode regelmatig bijdragen over methoden die gebruikt worden bij het opzetten van wetenschappelijk onderzoek. De artikelen in deze serie illustreren op begrijpelijke wijze wat een bepaalde methode behelst, zonder dat hier uitvoerige methodologische kennis voor nodig is. Zowel oude als nieuwe methodologische principes worden zo inzichtelijk gemaakt voor artsen die klinische onderzoeken goed willen interpreteren. Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Gezondheidszorg, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht. Dr. R.H.H. Groenwold, arts-epidemioloog (tevens Universiteit Utrecht, divisie Farmacoepidemiologie en Klinische Farmacologie, Utrecht; r.h.h.groenwold@umcutrecht.nl) Medisch onderzoek richt zich dikwijls op de relatie tussen een behandeling, schadelijke blootstelling of preventieve maatregel aan de ene kant en gezondheidsuitkomsten aan de andere kant. Een behandeling, blootstelling of maatregel wordt in onderzoekstermen aangeduid als determinant. De drijfveer van een onderzoeker is om te achterhalen of er een causaal verband is tussen de determinant en de uitkomst. Er zijn echter allerlei verstorende factoren waarmee een onderzoeker rekening moet houden om te beoordelen of de determinant de oorzaak is van de uitkomst. Dat gold bijvoorbeeld bij een observationeel, niet-gerandomiseerd onderzoek naar het effect van antidepressiva op suïciderisico bij ouderen. 1 Uit dit onderzoek bleek dat het gebruik van een antidepressivum het risico op zelfdoding verhoogt. Het verschil in suïciderisico tussen antidepressivagebruikers en personen die geen antidepressivum gebruikten is echter niet noodzakelijkerwijs toe te schrijven aan het antidepressivum. Dit verschil kan namelijk ook goed te verklaren zijn door een verschil in de ernst van de depressie - en daarmee samenhangend een ver- NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4221 1
2 Uitleg Confounding by indication In onderzoek naar de effecten van medische behandelingen komt confounding veelvuldig voor. Diuretica, bijvoorbeeld, zullen vooral worden voorgeschreven in verband met een verhoogde bloeddruk. In observationeel onderzoek naar de causale relatie tussen diureticumgebruik en het risico op een myocardinfarct, is een directe vergelijking tussen patiënten die een diureticum gebruiken en gezonde mensen die geen diureticum gebruiken waarschijnlijk niet correct. De groepen verschillen niet alleen wat betreft het gebruik van diuretica, maar ook wat betreft de reden om het diureticum voor te schrijven, namelijk hypertensie. Aangezien hypertensie een belangrijke risicofactor is voor het doormaken van een myocardinfarct, hebben de groepen initieel al een verschillend risico op deze uitkomst. Het risico op een myocardinfarct kan zelfs hoger zijn in de groep diureticumgebruikers. In dit geval is de confounder (hypertensie) de indicatie om het diureticum voor te schrijven. Er wordt in deze context dan ook wel gesproken van verstoring door indicatie ofwel confounding by indication. 2,3 Ook in onderzoek naar bijwerkingen van medische behandelingen komt confounding voor. 4 Bijvoorbeeld, NSAID s zullen in de regel niet worden voorgeschreven aan patiënten die al acenocoumarol gebruiken, wat kan leiden tot confounding by contra-indication. In onderzoek naar onvoorspelbare en zeldzame bijwerkingen, bijvoorbeeld het optreden van angio-oedeem bij het gebruik van ACE-remmers, is confounding minder waarschijnlijk. schil in suïciderisico - tussen patiënten die wel en geen antidepressivum gebruikten. Een initieel hoger suïciderisico was mogelijk zelfs de reden dat de patiënten in dit onderzoek een antidepressivum kregen voorgeschreven. In dit voorbeeld is het doel de ware causale relatie tussen antidepressivagebruik en suïciderisico te achterhalen. Een andere factor (de ernst van de depressie) verstoort deze relatie echter. Zo n verstoring wordt in medisch onderzoek confounding genoemd. De term confounding is voorbehouden aan situaties zoals geschetst in het voorbeeld, waarbij een derde factor (de confounder ) van invloed is op zowel de determinant als de uitkomst en zodoende het verband tussen die twee verstoort. Dit artikel gaat in op het fenomeen van confounding, de meest gebruikte methoden om te corrigeren voor confounding en de stand van zaken in het onderzoek naar confounding. Observationeel onderzoek versus randomisatie In een gerandomiseerd onderzoek bepaalt het toeval welke behandeling patiënten krijgen. Het gevolg hiervan is dat in een gerandomiseerd onderzoek de onderzoeksgroepen vergelijkbaar zijn, bijvoorbeeld wat betreft gemiddelde leeftijd, het percentage mannen en het vóórkomen van comorbiditeit. Kortom, de groepen zijn vergelijkbaar ten aanzien van risicofactoren voor de uitkomst en confounding is in deze onderzoeksopzet dan ook niet van belang. Daarom wordt een gerandomiseerd onderzoek gezien als dé onderzoeksopzet om causale effecten van geneesmiddelen te onderzoeken. 2 Toch zijn er verschillende redenen om een observationeel onderzoek te doen in plaats van een gerandomiseerd onderzoek. Zo is het onethisch om in gerandomiseerd onderzoek een deel van de onderzoekspopulatie willekeurig bloot te stellen aan een schadelijke factor als roken of om standaard gezondheidszorg zoals influenzavaccinatie willekeurig te onthouden. Wanneer een uitkomst zeldzaam is, of wanneer het vele jaren duurt voordat de determinant een effect laat zien op de klinische uitkomst, zijn er logistieke redenen om af te zien van een gerandomiseerd onderzoek. Een observationele onderzoeksopzet is in deze situaties een alternatief. In tegenstelling tot bij gerandomiseerd onderzoek, is het bij observationeel onderzoek meestal de behandelend arts die in samenspraak met een patiënt bepaalt of er wel of niet een behandeling wordt gestart. Het is dan zeer waarschijnlijk dat er confounding optreedt, zoals in het voorbeeld hierboven bij het voorschrijven van antidepressiva. 3 Ook in observationeel onderzoek naar bijwerkingen kan de keuze voor een bepaald geneesmiddel afhankelijk zijn van patiëntenkarakteristieken, wat tot confounding kan leiden (zie uitlegkader Confouding by indication ). 4 Welke variabelen moeten worden aangemerkt als confounders kan niet worden vastgesteld op basis van de onderzoeksdata, maar vereist vooral kennis van het klinische onderwerp. 5-7 Voorbeeld van confounding Om het fenomeen confounding beter te begrijpen, volgt hieronder een hypothetisch numeriek voorbeeld van een onderzoek naar de relatie tussen borstvoeding en het ontstaan van constitutioneel eczeem. De getallen staan in tabel 1 en 2. In dit onderzoek onder kinderen was het risico op constitutioneel eczeem 3% hoger onder borstgevoede kinderen dan onder flesgevoede kinderen (risico ratio (RR): 1,03). Betekent dit dat borstvoeding het risico op constitutioneel eczeem inderdaad verhoogt? Nee, want in de groep borstgevoede kinderen zaten veel meer kinderen van moeders met een atopisch syndroom. Deze kinderen hadden initieel al een hoger risico op constitutioneel eczeem, waardoor een directe vergelijking met flesgevoede kinderen (met minder moeders met een atopisch syndroom en daardoor een lager risico op constitutioneel eczeem) mank gaat. Wanneer we een uitsplitsing maken ( stratificeren ) naar kinderen van moeders met atopisch syndroom en kinderen van moeders zonder atopisch syndroom verandert het beeld. In beide subgroepen verlaagt borstvoeding het risico 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4221
3 TABEL 1 Hypothetisch voorbeeld van het effect van borstvoeding* op het risico op constitutioneel eczeem bij pasgeborenen uitkomst determinant risicoratio borstvoeding (n = 6000) flesvoeding (n = 4000) constitutioneel eczeem geen constitutioneel eczeem risico op constitutioneel eczeem 0,203 0,196 1,03 * Borstvoeding is gedefinieerd als uitsluitend borstvoeding tot ten minste de leeftijd van 2 maanden; 60% van de kinderen krijgt ten minste 2 maanden uitsluitend borstvoeding. Constitutioneel eczeem bij het kind is gedefinieerd als het voorkomen van ten minste een episode van constitutioneel eczeem tot de leeftijd van 1 jaar. We veronderstellen dat dit bij 20% van de kinderen voor komt op constitutioneel eczeem (RR: 0,90) (zie tabel 2). Het paradoxale verschil tussen het ongunstige effect van borstvoeding in de gehele groep (RR: 1,03) en het gunstige effect in de subgroepen (RR: 0,90) is het gevolg van confounding door de aanwezigheid van een atopisch syndroom bij de moeder. Confounding komt in dit geval tot stand doordat moeders met een atopisch syndroom vaker borstvoeding geven dan moeders zonder een atopisch syndroom (80 vs. 59%) en een atopisch syndroom bij de moeder het risico op constitutioneel eczeem bij het kind met een factor 5 verhoogt. In dit hypothetische voorbeeld leidt confounding ertoe dat een ongunstig effect wordt waargenomen, terwijl het effect van borstvoeding op constitutioneel eczeem in werkelijkheid gunstig is. Het omgekeerde is natuurlijk ook mogelijk. Bijvoorbeeld: wanneer statines vooral aan relatief gezonde ouderen worden voorgeschreven, maar veel minder aan ouderen met aanzienlijke comorbiditeit, zullen in een directe vergelijking tussen gebruikers en niet-gebruikers de statines te gunstig uit de bus komen. Corrigeren voor confounding In het numerieke voorbeeld van tabel 1 is het mogelijk de onderzoekspopulatie te beperken tot kinderen van een moeder met een atopisch syndroom: restrictie. Atopisch syndroom bij de moeder kan nu niet langer een confounder zijn, omdat de borstgevoede en flesgevoede kinderen volledig gelijk zijn wat betreft atopisch syndroom bij de moeder. Kortom, door de kinderen vergelijkbaar te maken ten aanzien van bepaalde confounders, wordt de confounding door die variabelen weggenomen. Het vergelijkbaar maken van onderzoeksgroepen ten aanzien van confounders is de essentie van alle methoden die corrigeren voor confounding. In plaats van de onderzoekspopulatie te beperken tot kinderen van moeders met een atopisch syndroom, is het ook mogelijk om toch alle kinderen mee te nemen in de analyse. Door te stratificeren naar kinderen van moeders met en zonder een atopisch syndroom, zoals in tabel 2, en vervolgens een gewogen gemiddelde van de effecten uit de subgroepen te berekenen, blijft de correctie voor confounding in stand. In vergelijking met restrictie zal de precisie van het onderzoek echter toenemen, doordat de onderzoekspopulatie zo groot mogelijk blijft. Het gewogen gemiddelde van de risicoratio s in ons voorbeeld is 0,90 en kan worden berekend met behulp van de mantel-haenszelmethode. 8 TABEL 2 Hypothetisch voorbeeld van het effect van borstvoeding* op het risico op constitutioneel eczeem bij pasgeborenen, uitgesplitst naar de confounder: moeders met en zonder atopisch syndroom moeders met atopisch syndroom moeders zonder atopisch syndroom uitkomst determinant risicoratio determinant risicoratio borstvoeding (n = 400) flesvoeding (n = 100) borstvoeding (n = 5600) flesvoeding (n = 3900) constitutioneel eczeem geen constitutioneel eczeem risico op constitutioneel eczeem 0,78 0,87 0,90 0,16 0,18 0,90 * Zie tabel 1. Zie tabel 1. Atopisch syndroom bij de moeder is gedefinieerd als de aanwezigheid van astma, hooikoorts en/of constitutioneel eczeem voorafgaand aan de zwangerschap en in dit voorbeeld veronderstellen we een prevalentie van 5%. De aanwezigheid van een atopisch syndroom bij de moeder verhoogt het risico op constitutioneel eczeem bij het kind met een (veronderstelde) factor 5. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4221 3
4 Uitleg Effectmodificatie Confounding en effectmodificatie (of interactie) worden nog wel eens verward. Wanneer er sprake is van confounding, verschilt het effect binnen subgroepen van het effect in de gehele onderzoekspopulatie. De effecten binnen de subgroepen zijn echter wel vergelijkbaar. In het geval van effectmodificatie is ook het effect binnen de subgroepen verschillend. Een voorbeeld van effectmodificatie is een onderzoek naar het effect van antibiotica bij kinderen met een acute otitis media. 13 De uitkomst in dit onderzoek was pijn en/of koorts na 3-7 dagen. Het effect van antibiotica was verschillend voor kinderen met een enkelzijdige of dubbelzijdige otitis media: slechts bij kinderen met een dubbelzijdige otitis waren antibiotica effectief. We kunnen dan zeggen dat het effect van antibiotica wordt gemodificeerd door de dubbelzijdigheid van de otitis media, vandaar de term effectmodificatie. De verwarring tussen confounding en effectmodificatie komt waarschijnlijk voort uit de overeenkomst in analyse; om inzicht te krijgen in zowel confounding als effectmodificatie is stratificatie de aangewezen methode. In tegenstelling tot confounding is effectmodificatie niet een vorm van verstoring, maar een biologisch effect. In plaats van een correctie uit te voeren, ligt het meer voor de hand om de effectmodificatie te rapporteren: Antibiotica hebben meer effect bij een dubbelzijdige dan bij een enkelzijdige otitis media, mogelijk omdat een dubbelzijdige otitis media vaker een bacteriële origine heeft. Multivariabele regressieanalyse en propensity score - analyse In de meeste onderzoeken zal het aantal confounders niet beperkt zijn tot 1 of 2, maar zijn er vele confounders waarvoor de onderzoeker wil corrigeren. In een observationeel onderzoek naar de effecten van statines op het risico op beroerte bijvoorbeeld, zijn mogelijke confounders: leeftijd, geslacht, hypercholesterolemie, diabetes, hypertensie, roken en BMI. Stratificatie is in dat geval geen efficiënte methode meer om te corrigeren voor confounding, omdat het aantal subgroepen sterk toeneemt. Hierdoor zullen er subgroepen ontstaan met erg weinig waarnemingen, waardoor een schatting van het effect binnen elke subgroep niet altijd mogelijk zal zijn. Veelgebruikte methoden om voor meer confounders te corrigeren zijn zogenaamde multivariabele regressieanalyse en propensity score -analyse. 9 Regressieanalyse kan worden beschouwd als een vorm van stratificeren die veel minder gevoelig is voor kleine aantallen binnen subgroepen. In een regressieanalyse wordt de invloed van een determinant op de uitkomst geschat, terwijl tegelijkertijd rekening wordt gehouden met andere variabelen (confounders) die in het regressiemodel zijn opgenomen. Het effect van de determinant op de uitkomst wordt dan onafhankelijk van de confounders geschat: er is geen confounding meer. Een propensityscore-analyse bootst een gerandomiseerd onderzoek na. De propensityscore is de kans dat iemand een bepaalde behandeling krijgt toegewezen (ofwel, de betreffende determinant heeft) gegeven zijn of haar karakteristieken (ofwel confounders). 10 Met behulp van een multivariabel regressiemodel kunnen we deze propensityscore uit de onderzoeksdata afleiden. Personen met dezelfde propensityscore zullen gemiddeld genomen vergelijkbaar zijn wat betreft confounders, net als in een gerandomiseerd onderzoek. Wanneer we vervolgens een vergelijking maken tussen mensen met en zonder de determinant die dezelfde propensityscore hebben, is er geen sprake meer van confounding door de variabelen die in het propensityscoremodel zijn opgenomen. Meestal leiden regressieanalyse en propensityscore-analyse tot vergelijkbare resultaten in onderzoek naar de effecten van geneesmiddelen. 11 Propensityscore-analyses hebben als voordeel dat het aantal confounders waarvoor kan worden gecorrigeerd meestal groter is dan bij een gewone regressieanalyse. De reden hiervoor is dat het aantal variabelen dat in een model kan worden opgenomen afhangt van het aantal mensen met de uitkomst (dat wil zeggen: de uitkomst van dat model). In het algemeen geldt dat er voor elke variabele die in het regressiemodel wordt opgenomen ten minste 10 mensen met de uitkomst (van dat model) moeten zijn. Wanneer de determinant veel vaker voorkomt dan de uitkomst, bijvoorbeeld in onderzoek naar zeldzame bijwerkingen van geneesmiddelen, kunnen er meer variabelen worden opgenomen in het propensityscoremodel, waarin de determinant de uitkomstvariabele is, dan in het regressiemodel, waarin de uitkomst de uitkomstvariabele is. Wanneer in een onderzoek een zeldzame bijwerking van een medicijn bij slechts 20 mensen voorkomt, betekent dit dat er 2 confounders in het regressiemodel kunnen worden opgenomen indien de bijwerking de uitkomstvariabele is. Echter, wanneer in ditzelfde onderzoek 100 mensen het medicijn gebruiken kunnen er maar liefst 10 confounders in het propensityscore-model worden opgenomen. Immers, in het propensityscore-model is de behandeling de uitkomstvariabele. Andere oorzaken Naast confounding zijn er overigens ook andere oorzaken voor een verschil tussen het subgroep effect en het effect in de gehele onderzoekspopulatie. 6,7,12 In dit artikel blijven deze redenen buiten beschouwing. In al deze gevallen zijn de effecten in de subgroepen vergelijkbaar. Het is ook mogelijk dat de effecten in de subgroepen verschillen; dan is er sprake van effectmodificatie (zie uitlegkader Effectmodificatie ). Onderzoek op het gebied van confounding Ongemeten confounding Een belangrijke kanttekening bij de hierboven genoemde correctiemethoden voor con- 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4221
5 founding is dat impliciet wordt verondersteld dat álle confounders gemeten zijn. Voor variabelen die niet gemeten zijn, kan echter niet worden gecorrigeerd. Als roken een confounder is, maar rookgedrag niet is gemeten, is het immers niet mogelijk een uitsplitsing te maken naar rokers en niet-rokers. De afgelopen jaren zijn er verschillende methoden voorgesteld om toch rekening te kunnen houden met ongemeten confounding in observationeel onderzoek. In plaats van aan te nemen dat alle confounders gemeten zijn, zouden we ook aannames kunnen doen over ongemeten confounding, bijvoorbeeld over het type of de omvang van de ongemeten confounder. 14 Als we bijvoorbeeld denken dat roken een belangrijke confounder is, maar we hebben geen informatie verzameld over rookgedrag, dan zouden we de invloed van confounding door roken kunnen schatten door aannames te doen op basis van externe kennis (literatuurgegevens of ander onderzoek in een vergelijkbare populatie) over het aandeel rokers in de onderzoeks populatie. Huidig onderzoek op dit gebied richt zich ondermeer op het efficiënt integreren van externe kennis over ongemeten confounders. 15,16 Instrumentele variabelen Een methode om in observationeel onderzoek te corrigeren voor zowel gemeten als ongemeten confounding is de analyse waarbij gebruik wordt gemaakt van een zogenaamde instrumentele variabele. 17,18 Hierbij is de veronderstelling dat er een variabele is (het instrument of instrumentele variabele) die de rol van randomisatie kan spelen: pseudorandomisatie binnen observationeel onderzoek. Een voorbeeld: stel dat we een vergelijking maken tussen 2 regio s (A en B). In regio A wordt een nieuwe richtlijn van kracht waarin het gebruik van een nieuw geneesmiddel wordt aanbevolen. In regio B is de oude richtlijn nog de standaard. Het gevolg zal zijn dat in regio A het nieuwe geneesmiddel vaker wordt voorgeschreven dan in regio B. Wanneer de regio s vergelijkbaar zijn wat betreft bevolkingsopbouw, ziektelast, medische zorg en andere factoren, is het enige verschil tussen de regio s het voorschrijfgedrag van het nieuwe geneesmiddel. De regio is in dit voorbeeld de instrumentele variabele. Deze situatie is vergelijkbaar met een gerandomiseerd onderzoek (vandaar de term pseudorandomisatie). De verhouding tussen enerzijds het effect van het instrument (de regio) op de uitkomst en anderzijds het effect van het instrument op het voorschrijfgedrag geeft het ware effect van het nieuwe geneesmiddel op de uitkomst weer. In de noemer van deze breuk zit dus de relatie tussen het instrument en het voorschrijfgedrag. Wanneer deze relatie zwak is, delen we door een klein en onzeker getal, waardoor het effect van het nieuwe geneesmiddel ernstig kan worden overschat. Immers, delen door 0,01 (1/0,01 = 100) of 0,005 (1/0,005 = 200) maakt een wereld van verschil. De aanname die we doen is dat de regio s volledig vergelijkbaar zijn, behoudens de implementatie van de nieuwe richtlijn en het daarop volgende voorschrijfgedrag. Of deze aanname houdbaar is, valt in observationeel onderzoek nooit met zekerheid te zeggen. Het aantal variabelen dat geschikt is als instrumentele variabele lijkt vooralsnog beperkt en krijgt momenteel volop aandacht in onderzoek. Tijdsafhankelijke confounding Een laatste onderzoeksterrein waar de afgelopen jaren verschillende ontwikkelingen zijn geweest, is tijdsafhankelijke confounding. 19 Wanneer zowel de determinant als de confounder variëren in de tijd, is het niet eenvoudig om te stratificeren naar bijvoorbeeld rokers en niet-rokers. Aan het begin van een onderzoek rookt iemand, een jaar later is hij gestopt en weer een jaar later toch weer begonnen. Stratificeren naar rook gedrag aan het begin van het onderzoek volstaat dan hoogstwaarschijnlijk niet. Misschien is het beter om 3 keer te stratificeren. Tot op heden wordt nog slechts zelden gecorrigeerd voor tijdsafhankelijke confounding in onderzoek naar de effecten van geneesmiddelen. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen hoe groot de invloed van tijdsafhankelijke confounding in dit type onderzoek werkelijk is en in hoeverre beschikbare methoden volstaan om hiervoor te corrigeren. Conclusie Leerpunten Een belangrijk en veelvoorkomend probleem in observationeel, niet-gerandomiseerd onderzoek naar de effecten van geneesmiddelen of risicofactoren van ziekten is confounding. Er is sprake van confounding wanneer het causale verband tussen de determinant en de uitkomst wordt verstoord door een derde factor, de confounder. Stratificatie en het gebruik van multivariabele regressiemodellen zijn methoden om te corrigeren voor confounding; onderzoeksgroepen worden daarmee gelijk gemaakt ten aanzien van de verstorende factoren. De afgelopen decennia is er meer aandacht gekomen voor confounding en methoden om hier voor te corrigeren in observationeel onderzoek naar de effecten van medische behandelingen, schadelijke blootstellingen of preventieve maatregelen. Toch zijn er nog verschillende uitdagingen rond confounding in dit soort onderzoek. Ongemeten en tijdsafhankelijke confounding kunnen de causale relatie tussen determinant en uitkomst verstoren. Het huidige onderzoek richt zich op de validiteit en implementatie van nieuwe methoden om ook hiervoor te corrigeren. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4221 5
6 Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4221 Aanvaard op 9 november 2011 Literatuur 1 Coupland C, Dhiman P, Morriss R, Arthur A, Barton G, Hippisley-Cox J. Antidepressant use and risk of adverse outcomes in older people: population based cohort study. BMJ. 2011;343:d Zielhuis GA. Randomisatie als middel tegen verstoring door indicatie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144: Grobbee DE, Hoes AW. Confounding and indication for treatment in evaluation of drug treatment for hypertension. BMJ. 1997;315: Grobbee DE, Hoes AW. Clinical Epidemiology: principles, methods, and applications for clinical research. 1st ed. Sudbury: Jones and Bartlett; Groenwold RH, Klungel OH, Grobbee DE, Hoes AW. Selection of confounding variables should not be based on observed associations with exposure. Eur J Epidemiol. 2011;26: Hernán MA, Clayton D, Keiding N. The Simpson s paradox unravelled. Int J Epidemiol. 2011;40: Robins JM. Data, design, and background knowledge in etiologic inference. Epidemiology. 2001;12: Mantel N, Haenszel W. Statistical aspects of the analysis of data from retrospective studies of disease. J Natl Cancer Inst. 1959;22: Klungel OH, Martens EP, Psaty BM, et al. Methods to assess intended effects of drug treatment in observational studies are reviewed. J Clin Epidemiol. 2004;57: Rosenbaum PR, Rubin DB. The central role of the propensity score in observational studies for causal effects. Biometrika. 1983;70: Shah BR, Laupacis A, Hux JE, Austin PC. Propensity score methods gave similar results to traditional regression modelling in observational studies: a systematic review. J Clin Epidemiol. 2005;58: > Meer op 12 Groenwold RH, Moons KG, Peelen LM, Knol MJ, Hoes AW. Reporting of treatment effects from randomized trials: A plea for multivariable risk ratios. Contemp Clin Trials. 2011;32: Rovers MM, Glasziou P, Appelman CL, et al. Antibiotics for acute otitis media: a meta-analysis with individual patient data. Lancet. 2006;368: Groenwold RH, Nelson DB, Nichol KL, Hoes AW, Hak E. Sensitivity analyses to estimate the potential impact of unmeasured confounding in causal research. Int J Epidemiol. 2010;39: McCandless LC, Gustafson P, Levy A. Bayesian sensitivity analysis for unmeasured confounding in observational studies. Stat Med. 2007;26: VanderWeele TJ, Hernán MA, Robins JM. Causal directed acyclic graphs and the direction of unmeasured confounding bias. Epidemiology. 2008;19: Martens EP, Pestman WR, de Boer A, Belitser SV, Klungel OH. Instrumental variables: application and limitations. Epidemiology. 2006;17: Brookhart MA, Rassen JA, Schneeweiss S. Instrumental variable methods in comparative safety and effectiveness research. Pharmacoepidemiol Drug Saf. 2010;19: Robins JM, Hernán MA, Brumback B. Marginal structural models and causal inference in epidemiology. Epidemiology. 2000;11: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4221
Propensity scores in observationeel onderzoek
Stand van zaken Methodologie van onderzoek Propensity scores in observationeel onderzoek Rolf H.H. Groenwold Een propensity score is de kans op een behandeling of blootstelling, gegeven gemeten confounders
Nadere informatieKlinisch onderzoek richt zich vaak op het kwantificeren
Stand van zaken Methodologie van onderzoek 3 vormen van bias Vertekening van onderzoeksresultaten en hoe dat te voorkomen Rolf H.H. Groenwold K L I N I S C H E P R A K T I J K Een systematische vertekening
Nadere informatieVoor veel klinisch relevante vragen blijken geen antwoorden
Stand van zaken Methodologie van onderzoek Instrumentele-variabele-analyse Anna G.C. Boef, Saskia le Cessie en Olaf M. Dekkers Instrumentele-variabele-analyse is een methode die de laatste tijd vaker wordt
Nadere informatieINLEIDING EEN OVERZICHT VAN CORRECTIEMETHODEN
INLEIDING Als je geïnteresseerd bent in de vraag welke van twee behandelingen of geneesmiddelen het beste werkt, zijn er grofweg twee manieren om dat te onderzoeken: experimenteel en observationeel. Bij
Nadere informatieWeg met oddsratio s: risicoratio s in cohortonderzoek. of in gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken. Mirjam J. Knol
Stand van zaken Weg met oddsratio s: risicoratio s in cohortonderzoek en gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek Methodologie van onderzoek 4 Mirjam J. Knol KLINISCHE PRAKTIJK Verschillende effectmaten
Nadere informatieConfounding opzet & interpretatie van mensgebonden onderzoek
Confounding opzet & interpretatie van mensgebonden onderzoek b.siegerink@lumc.nl Klinische epidemiologie expositie veroorzaakt uitkomst in domein 1 Onderzoeksvraag Expositie Uitkomst in Domein Onderzoeksvraag
Nadere informatie17/04/2013. 1. Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi
Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Katia Verhamme, MD, PhD Epidemioloog OLV Ziekenhuis-Aalst Erasmus MC Rotterdam 20 april 2013
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66111 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Streit, S.R. Title: Perspectives on treating hypertension in old age : the burden
Nadere informatieEvidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.
Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede
Nadere informatiemlw stroom 2.2: Biostatistiek en Epidemiologie
mlw stroom 2.2: Biostatistiek en Epidemiologie Hoorcollege 1: Onderzoeksopzet en risikomaten Rosner 13.1-13.4 Capaciteitsgroep Methodologie en Statistiek tul / UM 10 januari 2006 Methodologie en Statistiek
Nadere informatieOnderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis
Onderzoeksdesigns Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Inhoud Inleiding Wetenschappelijk bewijs Opdracht Verschillende onderzoekdesigns De drie componenten van evidence-based practice Wetenschappelijk
Nadere informatieMeta-analyse op basis van individuelepatiëntengegevens
Stand van zaken Meta-analyse op basis van individuelepatiëntengegevens Methodologie van onderzoek 5 Maroeska M. Rovers en Johannes B. Reitsma Een meta-analyse met data van individuele patiënten (IPD-meta-analyse)
Nadere informatieCardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico
Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Geeske Peeters Susan Tett Samantha Hollingworth Danijela Gnijdic Sarah Hilmer Annette Dobson Ruth Hubbard Richtlijn Acuut Coronair Syndroom
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.
Nadere informatieVerschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen
Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen Zelf echo s uitvoeren bij IVF Hoe betrouwbaar zijn de beelden? Hoe vaak worden vrouwen zwanger? Hoe voelende koppelszicherbij? Watkosthet? 1 Hoe betrouwbaar
Nadere informatie2016_1. Studie design - Patiënt-controle of cohort: wanneer doe ik wat, hoe kies ik en waar moet ik aan denken
Tele-ARENA (Telefonisch Aangenaam Refereren En Netwerken AMPHI) 2016_1. Studie design - Patiënt-controle of cohort: wanneer doe ik wat, hoe kies ik en waar moet ik aan denken Host: Ellen van Jaarsveld
Nadere informatiePatiënt-controleonderzoek: het belang van de juiste controlepersonen
Stand van zaken Methodologie van onderzoek Patiënt-controleonderzoek: het belang van de juiste controlepersonen Rolf H.H. Groenwold, Arno W. Hoes en Jan P. Vandenbroucke Belangrijke niet-experimentele
Nadere informatieWelke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?
Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met
Nadere informatieEvidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Margriet Moret - Hartman, methodoloog
Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Margriet Moret - Hartman, methodoloog Inhoud 1. Evidence Based Richtlijnontwikkeling 2. Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoek
Nadere informatieMasterclass: advanced statistics. Bianca de Greef Sander van Kuijk Afdeling KEMTA
Masterclass: advanced statistics Bianca de Greef Sander van Kuijk Afdeling KEMTA Inhoud Masterclass Deel 1 (theorie): Achtergrond regressie Deel 2 (voorbeeld): Keuzes Output Model Model Dependent variable
Nadere informatieHet voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis
Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk
Nadere informatieIBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis
IBOM-2 Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis Abeer Ahmad Ruth Mast Giel Nijpels Jacqueline Dekker Piet Kostense Jacqueline Hugtenburg Afdelingen Klinische
Nadere informatieSamenvatting 129. Samenvatting
Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire
Nadere informatieStageopdrachten Zilveren Kruis
Stageopdrachten Zilveren Kruis Opdracht 1: Subgroup Discovery -> regionale analyse 2 Opdracht 2: Profiling: wie zijn de fraudeurs? 4 Opdracht 3: Modelleren van Risico s in een Bayesian Network 5 Opdracht
Nadere informatieEvidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog
Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies
Nadere informatieStaken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie
Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een
Nadere informatieBloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald
Nadere informatiePlasklachten bij mannen
Plasklachten bij mannen Plasklachten komen frequent voor. Ze worden ook wel aangeduid met de verzamelnaam mictieklachten. Dit complex van klachten omvat de volgende symptomen: klachten bij het urineren,
Nadere informatieLiteratuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters
Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review
Nadere informatieOnderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie
Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische
Nadere informatieVEILIGHEID & VOORSCHRIJVEN VAN MEDICATIE SARAH JANUS
VEILIGHEID & VOORSCHRIJVEN VAN MEDICATIE SARAH JANUS OVER MIJ Veiligheid & voorschrijven van medicatie 6-11-2014 2 IK ZAL HET VANDAAG HEBBEN OVER Onderzoek doen OF waarom onderzoek doen leuk is en soms
Nadere informatieUniversity of Groningen. Self-controlled designs to control confounding Pouwels, Koen
University of Groningen Self-controlled designs to control confounding Pouwels, Koen IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please
Nadere informatieBijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts
Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen Nikkie Aarts Afdeling Epidemiologie & Inwendige Geneeskunde 3 de Lustrum Farmacovigilantie Platform Nederland Dinsdag 19 mei 2015 Promotietraject In de dagelijkse
Nadere informatieFetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING
Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk
Nadere informatieBijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen
Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen 415 Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in
Nadere informatieStop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.
Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleaders:
Nadere informatiei ltj i i ;t!t i t' Jiil!!1 l1 I!--
l ti aaaa I l 1 ~ ~~{~:~~ i' lji~~!"il~ il'l ~~~ i ltj i i ;t!t i t' Jiil!!1 l1 I!-- -I.. I 8 I i IJ I ~ i c ~ J'l f ~ ~!1.. 'I IJ 1 t I I h hl I I I " I t! fl 1 1 lc:c: IJ 11.:... I ~ i c I i tt( t I
Nadere informatieOverbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand
Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013
Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma-3151398 11 februari 2013 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieVeel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke
107 Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed bekend. Onderzoek naar welke medicijnen gebruikt worden
Nadere informatieBij medisch-wetenschappelijk onderzoek ontbreken
Stand van zaken Methodologie van onderzoek Rekenen met ontbrekende gegevens Ralph C.A. Rippe, Martin den Heijer en Saskia le Cessie Ontbrekende gegevens in medisch-wetenschappelijk onderzoek zijn soms
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatieOefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij
Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit Mariëtte de Rooij Inhoud Artrose en comorbiditeit Aangepaste oefentherapie bij comorbiditeit Resultaten pilot studie Voorbeeld Conclusie Randomized
Nadere informatieVerbetering van therapietrouw. Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht
Verbetering van therapietrouw Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht Therapietrouw bij hypertensie Vrouw, 47 jaar, bloeddruk 184/102 mm Hg Diagnose: Essentiële hypertensie
Nadere informatieOvergebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu?
Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu? Annette Galema-Boers, MANP 24-11-2017 Clinic for dyslipidemias and inherited cardiovascular diseases
Nadere informatieJ. Snel AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 13(11):14-15, november. 2005 Dagelijks, matig alcoholgebruik verlaagt het risico op diabetes
J. Snel AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 13(11):14-15, november. 2005 Dagelijks, matig alcoholgebruik verlaagt het risico op diabetes Diabetes 2 of ouderdomsziekte komt veel voor en begint epidemische
Nadere informatieCombinaties van risicofactoren
Achtergronddocument Combinaties van risicofactoren Vóórkomen van risicofactoren en clustering Zowel overgewicht als roken clusteren met zwaar alcoholgebruik Zowel overgewicht als dagelijks roken gaan samen
Nadere informatieMISSING DATA van gatenkaas naar valide uitkomsten
MISSING DATA van gatenkaas naar valide uitkomsten Sander M.J. van Kuijk Afdeling Klinische Epidemiologie en Medical Technology Assessment sander.van.kuijk@mumc.nl Inhoud Masterclass Theorie over missing
Nadere informatieNachtwerk en borstkanker: een causaal verband?
Nachtwerk en borstkanker: een causaal verband? Dr.ir. A. Pijpe Afd. Psychosociaal onderzoek en Epidemiologie Heijermanslezing Kanker en Werk 14 juni 2013 Soorten kanker in verband gebracht met ploegendienst
Nadere informatieSecundaire ijzerstapeling
Secundaire ijzerstapeling een belangrijke chronische transfusiecomplicatie Marlijn Hoeks Hematoloog io Radboudumc PhD student CCTR Sanquin Research Leiden 29-11-2017 1 Inhoud Achtergrond secundaire ijzerstapeling
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.
Nadere informatieImmuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG
Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Introductie Disbalans Pro-inflammatoire staat Destabilisatie Gevoeligheid voor stress Monocyt
Nadere informatieINFOKAART OUDEREN EN ROKEN
INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien
Nadere informatieConcurrerende risico s in klinisch onderzoek
Stand van zaken Concurrerende risico s in klinisch onderzoek Methodologie van onderzoek 8 Rob C.M. van Kruijsdijk, Marinus J.C. Eijkemans en Frank L.J. Visseren In klinisch onderzoek worden studiepopulaties
Nadere informatieicoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,
icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatieSamenvat v t at in t g 129
129 Onderzoek naar handvoorkeur van de mens bestaat al eeuwen. Het is nog steeds niet precies bekend wat precies de oorzaak is van het gebruik van de linker dan wel de rechter hand. De krachtigste aanwijzingen
Nadere informatieDe toekomst van de geneesmiddelenbewaking vanuit een wetenschappelijk perspectief. Bert Leufkens, voorzitter CBG. Gefeliciteerd!!!
De toekomst van de geneesmiddelenbewaking vanuit een wetenschappelijk perspectief Bert Leufkens, voorzitter CBG Gefeliciteerd!!! Wetenschappelijke fundering farmacovigilantie Klinische farmacologie Farmacovigilantie
Nadere informatieAfbakening presentatie Gaat niet zo zeer over technische aspecten, b.v. meetstrategie, representativiteit, adembescherming, retrospectief inschatten v
Het gebruik van blootstellingsgegevens in epidemiologisch onderzoek Gerard Swaen, Dow 20 november 2008 Afbakening presentatie Gaat niet zo zeer over technische aspecten, b.v. meetstrategie, representativiteit,
Nadere informatieBiostatistiek en epidemiologie (4sp)
Biostatistiek en epidemiologie (4sp) ECTS-fiche 13/1/2017 Statistiek 1. voorbeeldvraag van Statistiek over randomisatie a. 1:1 verdeling is meestal beste voor vergelijken b. 2:1 randomisatie is een vereiste
Nadere informatieRecente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek
Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk
Nadere informatieSociale steun. Disclosure. prof. dr. R.C. Oude Voshaar, UMCG Voorspellen ziektelast van Alzheimer dementie 1
Sociale steun Voorspellen ziektelast van Alzheimer dementie 1 Een vergeten aangrijpingspunt voor preventie van cognitieve achteruitgang & dementie? Richard Oude Voshaar Preventieve GGZ van vroeg tot later
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van
Nadere informatieManagement of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation Bergenhenegouwen, L.A. Link to publication Citation for published version (APA): Bergenhenegouwen,
Nadere informatieVeiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente
Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente Waarom voortijdig stoppen? Veiligheid Effectiviteit Futiliteit Andere redenen Veiligheid (1) Data and Safety Monitoring
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieAdjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2
Take home messages Een 59 jarige vrouw met mammacarcinoom en diabetes. An Reyners Internist-oncoloog UMCG Kankerbehandeling: houd rekening met bijwerkingen op korte en langere termijn Stem af wie waarvoor
Nadere informatieDe kans op arbeidsongeschiktheid bij zelfstandig ondernemers met overgewicht
Mag het een onsje meer zijn? De kans op arbeidsongeschiktheid bij zelfstandig ondernemers met overgewicht Viona Lapré- Utama, Marjan Erkamp, Marga van Liere, Cees Geluk Samenvatting Overgewicht komt steeds
Nadere informatieProtocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas
Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body
Nadere informatieDe zin en onzin van sample size berekeningen. Jos Twisk
De zin en onzin van sample size berekeningen Jos Twisk Sample size berekeningen Nodig voor subsidiegevers Nodig voor medisch etische commissies Nodig in verband met consort statement Sample size berekening
Nadere informatieWetenschappelijk bewijs: Hoe komt je eraan? NVN Wetenschapsdag Dr Jan van den Brand 13 oktober 2017
Wetenschappelijk bewijs: Hoe komt je eraan? NVN Wetenschapsdag 2017 Dr Jan van den Brand 13 oktober 2017 Disclosure Geen potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties Sponsoring
Nadere informatieBouwen aan vertrouwen: perspectief van de industrie
Symposium ter gelegenheid afscheid Ad van Dooren Zelfredzaamheid van patiënten bij gebruik van veilige medicatie. Bouwen aan vertrouwen: perspectief van de industrie Rudolf van Olden, arts Medisch Directeur
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor
Nadere informatieBijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk
Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 2 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Populatiegegevens... 2 Bloeddruk...
Nadere informatieCasus. PrevalenOe OSAS 17-04-16. Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS. Disclosures
170416 Disclosures Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS Geen (potentiële) belangenverstrengeling Bedrijfsnamen Voor bijeenkomsten mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieWetenschappelijke studies FODMAP-beperkt dieet
Wetenschappelijke studies FODMAP-beperkt dieet Dr Laurens van der Waaij, MDL-arts Martini Ziekenhuis Groningen 11 april 2014 FODMAP-beperkte dieet Recent een aantal gerandomiseerde studies 68-87% significante
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatieChemotherapie en stolling
Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,
Nadere informatieSamenvatting. Het Terneuzen Geboortecohort. Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte
Het Terneuzen Geboortecohort Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte In Hoofdstuk 1 worden de achtergrond, relevantie, gebruikte definities en concepten, en de
Nadere informatieRob Heerdink Universitair Hoofddocent Klinische Farmacoepidemiologie Universiteit Utrecht
Hoe vertaal ik resultaten uit de medische literatuur en richtlijnen naar de dagelijkse praktijk? Interpretatie van resultaten van geneesmiddelenonderzoek Rob Heerdink Universitair Hoofddocent Klinische
Nadere informatieKlinische epidemiologie en statistiek
Klinische epidemiologie en statistiek 5 t/m 8 maart 2019 De Nederlandse Vereniging voor Revalidatieartsen (VRA) organiseert in samenwerking met de Radboudumc Health Academy van 5 t/m 8 maart 2019 de 4-daagse
Nadere informatieNeDerLANDse samenvatting
CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet
Nadere informatieDepressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer
Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer Depressie en angstklachten tijdens de zwangerschap komen regelmatig voor. Toch wordt dit onderwerp nog vaak als taboe ervaren en is niet duidelijk welke
Nadere informatieSuïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )
Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatieHerstart antistolling na bloeding. Karina Meijer internist-hematoloog UMCG
Herstart antistolling na bloeding Karina Meijer internist-hematoloog UMCG 020318 Disclosures Onderzoeksgeld van Bayer en Pfizer (voor hemofiliegerelateerde projecten), van Sanquin voor PCC studie Speaker
Nadere informatieDecreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium
Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with but not in those without : a nationwide study in Belgium Samenvatting van de resultaten gepubliceerd in Diabetologia (het artikel is
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieRobuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid
Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De
Nadere informatieExamen Data Analyse II - Deel 2
Examen Data Analyse II - Deel 2 Tweede Bachelor Biomedische Wetenschappen 10 januari 2011 Naam....................................... 1. De systolische bloeddruk (in mmhg) van 21 mannen is weergegeven
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32765 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Glas, Nini Aafke de (Nienke) Title: Treatment of older patients with breast cancer
Nadere informatieTromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC
Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele
Nadere informatie50MB1 onderzoeksmethodologie 1 19 december 2008 10.00 uur
UMC $St Radboud Bloktoets Datum Aanvang 50MB1 onderzoeksmethodologie 1 19 december 2008 10.00 uur Faculteit der Medische Wetenschappen ': _s-j Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen. Ook de doordruk
Nadere informatieSamenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9
SAMENVATTING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 134 Type 2 diabetes is een veel voorkomende ziekte die een grote impact heeft op zowel degene waarbij
Nadere informatieDutch Summary - Nederlandse Samenvatting
119 Hoofdstuk 1 - Algemene inleiding Hoofdstuk 1 bevat algemene informatie over type 2 diabetes, waarin onderwerpen aan bod komen zoals: risicofactoren voor het ontwikkelen van type 2 diabetes, de gevolgen
Nadere informatieMeta-analyse op basis van individuele-patiëntengegevens
STAND VAN ZAKEN Meta-analyse op basis van individuele-patiëntengegevens G.E. (Trudy) Bekkering, Filip Cools, Bert Aertgeerts, Tine L.M. de Backer, Eliane Kellen, Robert H. van der Stichele en Frank Buntinx
Nadere informatie