Promen. Jaarstukken d.d ^.^...^Mí..fį.. (inclusief jaarrekening) Gouda, 22 mei 2014

Transcriptie

1 Promen Jaarstukken 2013 (inclusief jaarrekening) Gouda, 22 mei 2014 Voor identificatí»aoeleinden. Behorend bij cdprroleverklaring d.d ^.^...^Mí..fį..

2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Hoofdstuk 1 Personeel 5 Hoofdstuk 2 Cluster Innovatie S dienstverlening 9 Hoofdstuk 3 Cluster Detacheringen 10 Hoofdstuk 4 Cluster Arbeidsmatige ontwikkeling 12 Hoofdstuk 5 Cluster Groen S Schoon 14 Hoofdstuk 6 Financieel 17 Jaarrekening 20 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 26 Toelichting op de balans 30 Toelichting op het programma Wsw 38 Toelichting op het programma Overige regelingen 48 Wet normering topinkomens (WNT) 51 SISA Voor identifiraļ Qrlr)pİPİnHpn Behorend bij dsuftroleverklaring d.d...2.'žl..m*rej...ïč..ô..x.y-

3 Voorwoord Pramen en de sociale werkvoorzieningssector werden in 2013 geconfronteerd met de aankondiging van Participatiewet, waarvan de invoeringsdatum werd verschoven van 1 januari 2014 naar 1 januari De met deze wet samenhangende decentralisatie van taken naar gemeenten zal ook voor Pramen de nodige consequenties hebben. In de aanloop van de nieuwe participatiewet heeft Pramen de in 2012 gestarte herstructurering verder vormgegeven en ook organisatorische wijzigingen doorgevoerd. In 2013 werd de bedrijfsvoering daartoe vanuit een aantal operationele clusters gestuurd. Daarnaast werden zoveel mogelijk stafactiviteiten vanuit een shared service centre verricht. Mede ingegeven door de komst van de participatiewet heeft Pramen vooral de doorstroom en ontwikkeling van WSW-medewerkers in 2013 verder gestimuleerd. Pramen kan het jaar 2013 in financiële zin positief afsluiten. Ten opzichte van de totale gemeentelijke bijdrage van C ,- kon een positief resultaat van C ,- worden gerealiseerd. WSW-bedhifsvoerinq. subsidies, kosten en resultaat Pramen realiseerde in 2013 totale inkomsten van č 45,2 miljoen, waarin begrepen was een WSWsubsidiebedrag van C 32,3 miljoen en een aanvullende gemeentelijke bijdrage van C 0,9 miljoen. Pramen realiseerde zelfstandig een externe omzet van C 10,0 miljoen. De inkomstenstroom uit re-integratie en overige regelingen bedroeg C 2,3 miljoen (inclusief verloning van C 1,8 miljoen). In 2013 heeft Pramen een bedrag van C ,- aan buitengewone baten verantwoord. Deze zijn verder in dit jaarverslag toegelicht Het binnengekomen subsidiebedrag hangt samen met de taakstelling van WSW-plaatsen die Pramen voor de deelnemende gemeenten uitvoert. Voor 2013 was sprake van een totaal taakstelling van 1230 SE. Voor de uitvoering van de WSW-taakstelling betaalt Promen deze werknemers lonen volgens de cao-wsw. Daarnaast betaalt Promen salarissen voor niet-doelgroep personeel. Doordat de loon- en salariskosten van deze beide groepen medewerkers hoger zijn dan het ontvangen WSW-subsidie bedrag is sprake van een subsidietekort. In 2013 was sprake van totale lasten voor Promen van C 45,2 miljoen, waarin begrepen C 32,4 lonen WSW, C 5,9 miljoen salarissen niet-doelgroep en C 1,8 miljoen verloning re-integratie. Onder lasten van 2013 tevens verantwoord: C 2,5 miljoen bedrijfskosten en C 1,7 miljoen overige personele kosten. Doordat de totale inkomsten van Promen in 2013 hoger waren dan de lasten realiseert Pramen een positief resultaat van e ,-. Externe omzet WSW Promen realiseerde in 2013 een externe netto-omzet van C 10,0 miljoen, verdeeld over Werk in arbeidsmatige ontwikkeling C 1,5 miljoen, Groepsdetacheringen (externe projecten) C 2,1 miljoen, individuele detacheringen C 2,3 miljoen en Groen S Schoon C 4,0 miljoen. Deze netto-omzet was vrijwel op het niveau van de begroting 2013, en ook C 0,9 miljoen hoger dan in Re-integratie en overige omzet In 2013 was sprake van totale re-integratieopbrengsten en inkomsten uit overige regelingen van C 2,3 miljoen. Exclusief verloning was sprake van C ,- omzet. Deze omzet volgt de dalende trend die al in 2012 zichtbaar was toen nog een omzet van C ,- werd verantwoord. Doorstroom en ontwikkeling medewerkers In 2013 is Promen zich blijven richten op ontwikkeling en verdere doorstroom van WSW-medewerkers ( na formele afsluiting van project 'Buitengewoon'). Daartoe is een maximale samenwerking met de werkgevers in de regio voor het buitenplaatsen van WSW-medewerkers van belang. Grote aandacht krijgt de opzet van een Talent Ontwikkel Plein (TOP) binnen Promen, gericht op een doelgerichte begeleiding van medewerkers en het matchen met beschikbare vacatures. Het invullen van deze vacatures bij een reguliere werkgever kan via een detacherings- of begeleid werken-constructie. Nieuwe Participatiewet Naar verwachting zal de nieuwe participatiewet per ingaan. In deze participatiewet wordt een brede voorziening gemaakt voor mensen met arbeidsvermogen, die nu nog gebruikmaken van de verschillende regelingen zoals o.a. de Wet Sociale Werkvoorziening, de Wet Wajong, de Wet Werk en Bijstand. In deze aangekondigde participatiewet spelen gemeenten een centrale rol in de regie en uitvoering van de nieuwe Deloitte. In de kabinetsplannen is tevens aangekondigd dat voor een beperktenroep huidige WSW-ers een beschutte en beschermde werkomgeving zal blijven bestaan (landelijk ca U WsV^^f^Te^fts^door de sociale ľ Voor identificatfíedoeleinden. Behorend bij amfoleverklaring d.d ĩr^r...kkiì. š..?.l.ĩķ.

4 partners en het kabinet in het sociaal akkoord afgesproken dat nieuwe arbeidsplaatsen worden gecreëerd voorde bovengenoemde doelgroep medewerkers. De realisatie van deze arbeidsplaatsen moet de komst van een verplicht arbeidsquotum van 5 0 ĥ voorkomen. Promen werkt nauwgezet samen met de deelnemende gemeenten voor de opzet en uitwerking van het takenpakket die de komst van de nieuwe participatiewet per voor gemeenten met zich meebrengt. Voor identificaytèdoeleinden. Behorend bij camrojeverklaring d.d....zz,..ĩľxz. Z.ZlfrL.

5 Hoofdstuk 1 Personeel Promen is een bedrijf voor sociale werkvoorziening en re-integratie en heeft daartoe ruim medewerkers verdeeld over twee vestigingen in Gouda en een in Capelle aan den IJssel. De missie van Promen is het bieden van zinvol werk met maximale ontwikkelmogelijkheden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Promen heeft mogelijkheden en middelen in huis om medewerkers op de juiste plaats te krijgen. Uitgangspunt daarbij is dat zoveel mogelijk medewerkers extern werken bij reguliere werkgevers in functies die aansluiten bij hun capaciteiten, ervaring en ambities. Promen biedt een gevarieerd werkaanbod bij de clusters: innovatie S dienstverlening; arbeidsmatige ontwikkeling, individuele S Groepsdetacheringen (gezamenlijk gegroepeerd als Promen 1) en het cluster Groen S Schoon. 1.1 Plaatsingen Promen houdt zich bezig met de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en re-integratie voor 11 gemeenten in Midden-Holland; Gouda, Bergambacht, Boskoop, Ouderkerk, Schoonhoven, Vlist, Waddinxveen, Capelle a/d IJssel, Nederlek, Krimpen a/d IJssel en Zuidpias. Samen vormen zij de Gemeenschappelijke Regeling (GR). Per is de gemeente Reeuwijk-Bodegraven uitgetreden, waarvoor nog een juridisch-administratieve aflooptermijn geldt van 5 jaar. Deze gemeenten hebben vanuit het Rijk een taakstelling in SE (arbeidsplaatsen). In totaal heeft Promen in 2013 gemiddeld 1.228,1 SE WSW gerealiseerd, zijnde personen. In 2013 was sprake van een dalende taakstelling t.o.v (1.275 SE). In 2013 is er een instroom geweest van 53,3 SE vanaf WSW wachtlijsten en van 8,2 SE begeleid werken plaatsen. De uitstroom van WSW in 2013 was 97,9 SE en 12,0 SE begeleid werken plaatsen. De totale instroom en uitstroom zijn als volgt verdeeld: Instroom uitstroom Promen-1 46,5 SE 15,0 SE Groen S Schoon 75,8 SE 34,1 SE In 2013 was naast WSW-plaatsingen sprake van re-integratietrajecten en overige arbeids-begeleiding. Na een forse terugval van deze trajecten in 2012 is het aantal in 2013 weer enigszins gestegen. Daarbij was ook in 2013 sprake van een voortzetting van de expressebanen vanuit de gemeente Gouda (gemiddeld over 2013:47 fte). overige regelingen fte's gem re-integratie 32,3 62,0 expressebanen 29,0 47,0 overige trajecten 28,6 26,0 werkstages 10,2 20,0 totaal 100,1 155,0 1.2 Wachtlijstontwikkeling De totale wachtlijst is in 2013, ten gevolge van instroom afgenomen. Met de komst van de nieuwe participatiewet in 2015 zal geen nieuwe instroom meer mogelijk zijn na Verwachtingen zijn dat er in 2014 een beperkte wachtlijst zal zijn. Wachtlijst in SE jaar eindstand Organisatie inrichting 2013 In 2013 heeft Promen de organisatie inrichting verder vormgegeven door een indeling in clusters en een verdere opzet van het shared service centre. In 2013 was sprake van de volgende clusters: Innovatie S Dienstverlening 0@İ0Sfľtč.* Arbeidsmatige Ontwikkeling.,, D e l o l t t e Groeps ft Individuele detacheringen Accountants B.V. 5 Voor identlticattedoeleinden. Behorend bij cqv^roleverklaring d.d 2..^...5ftŕŵ/. ~Zrt?...Lzl

6 BB/ Staf Promen 1 Groen S Schoon (incl.bedrijfsbureau) De functie invulling per cluster heeft in 2013 een aantal verplaatsingen van functies met zich meegebracht. Zo zijn de commerciële functies steeds per cluster belegd. Verder werden in 2013 de operationele werkprocessen per cluster in kaart gebracht met als doel deze duidelijk en transparant beschikbaar te maken. Een vervolgstap is een meer effectieve sturing aan te brengen middels KPľs per proces en ook per cluster. De organisatie ontwikkeling en ook inrichting van Promen zal mogelijk worden beïnvloed door de ontwikkelingen vanuit de participatiewet. Met de deelnemende gemeenten van Promen zal daartoe intensief overlegd worden over het toekomstige takenpakket en organisatie inrichting van Promen. Promen zal vooral haar professionele mogelijkheden op het gebied van de re-integratie van werknemers en andere vormen van inzet op het terrein van arbeidsvoorziening inbrengen. Van de staffuncties en leidinggevende functies binnen Promen wordt daarin een proactieve en samenwerkende opstelling gevraagd. 1.4 Talent ontwikkelplein In 2013 is een talent ontwikkelplein ingericht met als doel de ontwikkeling en doorstroom van de WSWmedewerkers te stimuleren en te faciliteren. Dit leidt binnen Promen tot een grotere focus op 'buiten' werken. In het TOP hebben de jobcoaches en consulenten een fysieke plaats gekregen en dat stelt hun in staat om actief te werken aan de begeleiding van medewerkers. Daarnaast is er een opleidingsaanbod beschikbaar van interne trainingen die op het TOP worden gegeven. Beschikbare vacatures worden steeds bij het TOP gemeld en zijn fysiek zichtbaar voor de medewerkers. Jobcoaches zijn actief met de matching van beschikbare WSW-edewerkers met mogelijkheden van externe plaatsing. Ook in de komende jaren blijft de focus en aanpak van Promen om zoveel mogelijk WSW-medewerkers buiten aan het werk te krijgen. Dit vergt een extra inspanning van de stafmedewerkers die de begeleiding en plaatsing realiseren, maar ook van onze WSW-medewerkers. De uitdaging is vooral om langdurige en blijvende plaatsingen buiten Promen te realiseren. 1.5 Opleidingen en ontwikkelen Promen stuurt en faciliteert aan de ontwikkeling van medewerkers. Daartoe zijn de afdelingen met WSWmedewerkers binnen Productie samengesteld uit homogene groepen medewerkers. Dit om een meer evenwichtige opbouw te krijgen en rekening te houden met de ontwikkelbaarheid van medewerkers. Daarbij geldt een volgende indeling: «Beschutte afdelingen: hier zijn medewerkers geplaatst van wie wordt aangenomen dat zij langdurig blijven aangewezen op een beschutte werkplek. «Ontwikkelafdelingen: hier zijn medewerkers geplaatst die verder kunnen worden ontwikkeld waardoor zij de stap naar een meer reguliere werkplek kunnen gaan zetten.» Doorstroomafdelingen: op deze afdelingen zijn medewerkers geplaatst die beschikken over voldoende competenties om extern te kunnen werken (groepsgewijs of individueel). Naast training en ontwikkeling 'on the job' zet Promen ook middelen in voor gerichte scholing. Scholing van doelgroepmedewerkers richt zich met name op algemene werknemersvaardigheden (sociale vaardigheden, ontwikkeling zelfvertrouwen en zelfinzicht, etc.) en op diverse vakvaardigheden voor vooral medewerkers binnen het groen- en schoonmaakbedrijf. In 2013 was er een start met training van voorlieden voor de PTC training voor zowel WSW-voorlieden als voorlieden uit de niet-doelgroep. Verder waren er in 2013 opleidingen voor de WSW doelgroep o.a. concrete opleidingen VCA, groen- en plantenkennis cursussen, opleidingen voor BHV certificaat en veiligheidsopleidingen. Opleidingen voor Staf S Leiding (niet-doelgroep personeel) zijn veelal gericht op het ontwikkelen van vaardigheden om adequaat om te gaan met doelgroeppersoneel en deze medewerkers te begeleiden. Tevens werden voor deze groep ook de VCA en BHV opleidingen gegeven. Onderstaande tabel geeft aan hoeveel medewerkers hebben deelgenomen aan scholingsactiviteiten. In het totaal is in 2013 C uitgegeven aan opleidingsactiviteiten verdļÿŵw^įļţtìgroep C ,- en WSW C ,-. **vr# Voor identjfica/jg^nplpinrfen 6 Behorend bij cļmroleverklaring d.d ^.^...ľ*?^!...,í^,.ŕ.,cy.

7 Opleidingen doelgroeppersoneel Opleidingen staf en leiding Werknemersvaardigheden Beroepsmatige kennis en vaardigheden Op eigen kracht 26 Vertrouwenspersoon/ klachten 2 Sociale vaardigheid 1 gedrag 38 Overig test S diagnose 3 E-learning trajecten 9 Totaal 5 Totaal 73 Vakmatig 1 voorgeschreven Voorgeschreven opleidingen VCA basis/ herhaling 34 BHV herh 19 Plantenkennis 1 groencursus 31 BHV 13 Veiligheidscursus 9 VCA 6 BHV herhaal 16 Totaal 38 BHV 14 Bace cursus 2 Overige Training 1 opl. Jobcoaches 4 Totaal 106 Terra gedragscursus 1 Overig PTC voorlieden 42 PTC voorlieden training 24 Terra gedragscursus 3 Verbetering leiderschap 1 Rijles 2 Overig stafcursussen 11 Totaal 47 Totaal overig 41 Totaal 226 Totaal Ziekteverzuim Het hoge ziekteverzuim van de WSW-populatie binnen Promen vraagt veel aandacht. ziekteverzuim "/o Doelgroep personeel: Promen totaal WSW 14,0 13,3 Promen 1 WSW Productie (Cl ) 15,9 14,1 Promen 1 WSW-staf nb 13,9 Groen S Schoon- WSW 12,1 11,3 Niet doelgroep personeel 5,8 5,5 Het verzuimpercentage voor WSW-personeel was in 2013 gemiddeld 13,3 0 A (0,7 "/o lager dan 2012). Door een meer intensieve interne aanpak en effectievere inzet van ARBO-dienstverlening is in de tweede helft van 2013 al een daling van ziekteverzuim gerealiseerd.. Doelstelling van Promen is om in 2014 een overall ziekteverzuim voor WSW te realiseren van maximaal 10 "/o. Uit onderstaande tabel blijkt dat er in 2013 (evenals in 2012) vooral sprake was van kortdurend verzuim. indeling naar verzuimduur Doelgroep personeel 1-7 kalender dgn o 59y kalender dgn o 300/ kalender dgn 8y 0 100/0 > 365 kalender dgn 1 0 7o 10/0 Evenals voorgaande jaren besteedt Promen veel aandacht aan het realiseren van arbeidskundige aanpassingen op de werkplek, die het ziekteverzuim moeten beperken. 1.7 Geschillencommissie DeSöĒÍte. Promen kent een geschillenregeling voor de behandeling van klachten van medewerkers. DćLatÿij wordt een klacht als volgt gedefinieerd: Een schriftelijke uiting van ongenoegen ove'fg^eafàşţňĝÿrwh^hsluiten van Voor identificatiadoeleinden. 7 Behorend bij dantroleyerklaring d.d Z^^.Ì^..Ci.ĉ...^..ţ?...(..ĩf.

8 werkgever, dan wel natuurlijke personen, die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van werkgever, waardoor klager rechtstreeks in zijn belang is getroffen en een geschil is ontstaan. Klachten kunnen worden voorgelegd aan de geschillencommissie, die bestaat uit een vertegenwoordiger van de werkgever, een vertegenwoordiger van de ondernemingsraad en een onafhankelijk voorzitter. In 2013 zijn vier klachten aan de Geschillencommissie voorgelegd. Die klachten hadden betrekking op: - bezwaar tegen beschuldigingen van leidinggevende over intimidatie en gratis weggeven van producten; - bezwaar tegen afwijzing van aansprakelijkheid; - bezwaar tegen intrekken WSW indicatie; - bezwaar op vervoer met IYYO in Capelle. In één geval is de klacht ingetrokken, in één geval is het oorspronkelijke besluit gehandhaafd en de overige twee gevallen heeft de commissie het bezwaar terecht verklaard en is de directie geadviseerd terug te komen op het besluit. 1.8 Bijzondere beloningen (Wet Harrewijn) In het kader van de Wet Harrewijn is het mogelijk om bijzondere beloningen te verstrekken aan verschillende werknemersgroepen. De groepsindeling daarvan is: 1 uitvoerend personeel; 2 1 e medewerkers, voorlieden, afdelingsmanagers en uitvoerende staf S leiding of vergelijkbaar niveau; 3 groepsmanagers en hoger of vergelijkbaar niveau. In onderstaand tabellen zijn de bijzondere beloningen, die in 2013 zijn verstrekt, opgenomen. De eerste tabel geeft het aantal medewerkers aan, de tweede tabel het totaalbedrag dat is uitgekeerd. Aantal van IW3-nr Omschrijving groep Doorstroombonus Gratificatie N^B Waarnemingstoelage Eindtotaal Eindtotaal Som van Totaal Omschrijving groep Doorstroombonus Gratificatie N^B Waarnemingstoelage Eindtotaal Eindtotaal Veruit het grootste bedrag is uitgegeven aan doorstroombonussen. Dit is een bonus om de medewerker te stimuleren mee te werken aan plaatsing op een hogere trede van de werkladder. In 2013 is de geldelijke uitkering vervangen door een uitkering in cadeaubonnen. Voor identificatiedoe/eihden Behorend bij control, rklaring d.d

9 Hoofdstuk 2 Cluster Innovatie S dienstverlening Binnen dit cluster vindt met name de intake plaats van instroom van doelgroeppersoneel met als doel een passende 'arbeidsplek' te vinden. Voor de deelnemende gemeenten vinden activiteiten plaats op het gebied van wachtlijstbeheer en plaatsing. Ten behoeve van behoud van de passende arbeidsplekken vinden er binnen dit cluster herindicaties plaats volgens de administratieve afspraken voor herindicatie met het UWV. In de facilitaire ondersteuning van de intake en ook voor doorstroom van doelgroep personeel is binnen dit cluster een test en diagnosecentrum ingericht. Het merendeel van de testen wordt gedaan voor de intern actieve WSW-populatie. Vanuit het cluster innovatie en dienstverlening vindt tevens de aansturing en contractering plaats van de reintegratie activiteiten en overige regelingen, die Promen uitvoert. 2.1 Omzetten re-integratie en overige regelingen De omzet van re-integratie en overige regelingen bestond in 2013 (totaal C , versus een begroting van in totaal C ,-) uit de volgende onderdelen: - expresse banen (WWB) vanuit gemeente Gouda: C , - inzet mobiliteitscentrum voor Gemeente Capelle: C , - externe omzet test ř» diagnose C 3.400, - VCA trainingen voor externe partijen C , - WlW-vergoedingen C , - overige re-integratie omzet/ overige regelingen C ,- De omzet die wordt behaald met re-integratietrajecten en overige regelingen (zoals WIW en opstapbanen) is in 2013 verder gedaald. 2.2 Organisatie Het cluster innovatie S dienstverlening werd in 2013 aangestuurd door een clustermanager, die tevens sturing gaf aan de commerciële functionaris. In het kader van verdere optimalisatie van de Promen organisatie worden de activiteiten van het cluster geïnventariseerd en nagegaan of organisatorische consequenties noodzakelijk zijn. Deloitte. Voor identificďtládõėleinden. Behorend bij įtwtroleverklaring d.d...^...^.^;,,,.^./,,^

10 Hoofdstuk 3 Cluster Detacheringen Binnen dit onderdeel van Promen vinden individuele en groepsdetacheringen plaats alsmede plaatsingen in begeleid-werken-trajecten van WSW-medewerkers. Door focus op de uitstroom en doorstroom van WSW-medewerkers zijn de activiteiten van detachering van belang om doelstellingen hiervoor te realiseren. De gezamenlijke detacheringsomzet in 2013 bedroeg C 4,4 mio, ca. C 0,2 mio hoger dan daarvoor was begroot. Daarbij geldt wel de aantekening dat met name groepsdetachering beter presteerde (omzet C 2145K, C 521K beter dan begroot) dan individuele detachering (C 2267K, C 428K lager dan begroot). 3.1 Kengetallen Cluster detacheringen begroot 2013 realisatie 2013 aantal SE WSW 555,0 525,4 aantal personen WSW nb 614,0 aantal SE BW 90,0 88,5 aantal personen BW nb 108,0 aantal FTE reïntegratie nb 69,1 aantal personen reïntegratie nb 91,0 aantal FTE niet-doelgroep 40,3 30,7 x C begroot 2013 realisatie 2013 netto omzet WSW 4230,0 4412,0 subsidieresultaat WSW -1688,0-387,0 loonkosten niet-doelgroep WSW -1287,0-1406,0 bedrijfskosten WSW * excl. doorbelast -639,0-197,0 bedrijfsresultaat WSW 706,0 1323,0 Omzet per WSW-SE in euro C C Detacheringen Het aantal individueel gedetacheerde medewerkers was in 2013 gemiddeld 164 SE (in ,5). Begroot was een hoger aantal voor Individuele detachering van medewerkers hangt sterk af van de kwalitatief goede instroom van medewerkers en een match met beschikbare vacatures. Deze instroom in detacheringen vindt plaats: vanaf wachtlijst, vanuit doorstroom van clusters arbeidsmatige ontwikkeling en groen Sschoon, vanuit doorstroom in staf- en indirecte functies. Promen bemiddelt de instroom van medewerkers die beschikbaar zijn voor detachering met de beschikbare detacheringsplaatsen bij werkgevers. Plaatsing op individuele detachering hangt af van in de markt beschikbare plaatsen. In 2013 heeft de economische recessie het aantal nieuwe detacheringen sterk beperkt. Jaarlijks worden de tarieven van gedetacheerde medewerkers geïndexeerd. In 2013 waren gemiddeld 88,6 SE in begeleid werken ingezet. Het financiële voordeel voor Promen door begeleid werken was C ,- als volgt opgebouwd: Opbrengst door WSW-subsidie: 2313K Betaalde loonsuppleties -1086K Externe begeleidingskosten - 22K Subsidie BW (obv 2011) 257K Subtotaal kosten BW -851 K Voordeel Begeleid werken 1462K Deloitte Voor identificatiedqeìleinderi. 10 Behorend bij contļļfcweverklaring d.d ^.^...2??.^...:^..^:.

11 Groepsdetacherinaen In 2013 was sprake van een positieve ontwikkeling van groepsdetachering. De belangrijkste groepsdetacheringen konden worden verlengd (o.a. PostNL, catering huis van de stad Gouda, chauffeurs Connexxion). Tevens vond er uitbreiding met een aantal projecten plaats. De top 5 groepsdetacheringen over 2013 was: - Post NL C , - Gem. Gouda Cateringt schoonmaak e , - Johnson SC C , - Connexxion (chauffeurs) C , - Lekkerland voor f ,- In totaal was over 2013 sprake van C ,- opbrengst uit groepsdetacheringen. 3.3 Organisatie In cluster 3 zijn individuele en groepsdetacheringen (werd in 2012 externe projecten genoemd) samengebracht, die elk door een cluster manager worden aangestuurd. Binnen het cluster zijn ook de commerciële functies ondergebracht. Zoveel mogelijk staf en (administratief) ondersteunende functies zijn voor cluster detacheringen in een bedrijfsbureau (tevens werkzaam voor cluster arbeidsmatige ontwikkeling) In het najaar werd de opzet van een talent ontwikkelplein (TOP) ter hand genomen. De aansturing daarvan vindt plaats door de clustermanager individuele detachering. Deloitte. 11 voor identificawedoeleinden. Behorend bij cŵtwroleverklarìng d.d ^...'.M.

12 Hoofdstuk 4 Cluster Arbeidsmatige ontwikkeling In 2013 bestond het cluster arbeidsmatige ontwikkeling vooral uit productie en andersoortige werkzaamheden, die in een beschutte binnen omgeving worden uitgevoerd. Tevens waren ontwikkel- en doorstroomafdelingen onderdeel van arbeidsmatige ontwikkeling. Externe projecten en groepsdetacheringen zijn overgeheveld naar cluster Kengetallen Cl. 2 Arbeidsmatige ontwikkeling begroot 2013 realisatie 2013 aantal SE WSW 180,0 190,0 aantal personen WSW nb 245,0 aantal FTE reïntegratie nb 69,0 aantal personen reïntegratie nb 91,0 aantal FTE niet-doelgroep 9,0 9,0 xc begroot 2013 realisatie 2013 omzet 1555,0 1554,0 subsidieresultaat 29,0 414,0 loonkosten niet-doelgroep 354,0 554,0 bedrijfskosten 1082,0 1073,0 bedrijfsresultaat 1465,0 2041,0 begroot 2013 realisatie 2013 ziekteverzuim WSW 12,0 o 7o Mjo/o ziekteverzuim niet doelgroep ō.oo/o 3,80/0 4.2 Omzet In 2013 is een netto omzet behaald van C , (vrijwel op niveau van de begroting) De grootste opdrachtgevers voor de beschutte en ontwikkelafdelingen in 2013 waren: - Thyssen - Krupp C , - Flamco C , - Van der Breggen C , - Ickx Verkoop C , - Universo e ,- Productiewerkzaamheden hebben een lagere gemiddelde uuropbrengst dan andere vormen van werk bij Promen zoals individuele en groepsdetacheringen en groen- S schoonmaakwerkzaamheden. De focus is erop gericht deze uuropbrengsten naar een minimumopbrengst te brengen van C 4, per uur. Met opdrachtgevers wordt overlegd om uuropbrengsten te verhogen en/of zodanige planningen te maken van werkzaamheden dat voor Promen hogere opbrengsten resulteren. 4.3 Kostenontwikkeling Een overzicht van de bedrijfskosten die t.l.v. Productie komen in 2013: Voui identificatifedpeleinden. 12 Behorend bij cohjŕoleverklaring d.d 2,.^...^.^..Zi?.J.S./..,

13 Bedrijfskosten Cluster 2 begroot realisatie xc Afschrijving 0,0 12,8 Huurkosten 0,0 6,8 Onderhoudskosten 62,5 15,7 Energieverbruik 0,0 1,2 Belastingen S verz. 0,0 0,8 Accountants/advieskosten 0,0 1,9 Schades 0,0 65,2 Voorziening incourant 0,0-2,6 Overige S indirecte bedrijfskosten 55,0 3,5 Totaal 117,5 105,3 Doorbelaste kosten Huisvesting 0,0 236,4 Diverse bedrjifsonderdelen 0,0 470,9 FSA 0,0 36,2 ICT 0,0 82,9 SSC-staf 0,0 18,3 Directie 1 overig SSC 0,0 126,9 Totaal doorbelast 0,0 971,6 Totaal bedrijfskosten 117,5 1076,9 In de bovenstaande kostenopstelling is een ingediende schadeclaim van Elvee voor C ,- verwerkt. Er loopt een traject deze schade vergoed te krijgen van de verzekeraar. Verder zijn de doorbelaste kosten niet expliciet begroot voor het cluster arbeidsmatige ontwikkeling, maar deze vormden wel onderdeel van de begrote kosten voor Promen. 4.4 Organisatie Het cluster arbeidsmatige ontwikkeling wordt aangestuurd door een clustermanager, die daarin ondersteund wordt door een bedrijfsbureau voor taken op het gebied van planning S werkvoorbereiding, magazijn S logistiek en bedrijfsadministratie. Tevens stuurt de cluster manager de commerciële functionarissen aan. Voor het cluster arbeidsmatige ontwikkeling geldt vooral een doelstelling om doorstroom te realiseren vanuit de ontwikkelafdelingen naar individuele en groepsdetacheringen en tevens naar het cluster Groen S Schoon De beschutte werkafdelingen van het cluster arbeidsmatige ontwikkeling blijven nodig om WSWmedewerkers met een beperkte verdiencapaciteit te plaatsen. 13 Voor identific/liŕidoeleinden. Behorend bij totitroļeverklaring d.d.z2l.w^ť...^.tí?..z:x/..

14 Hoofdstuk 5 Cluster Groen 4 Schoon Binnen Promen verricht het cluster Groen S Schoon activiteiten voor groenvoorziening en schoonmaak in een commerciële en externe markt. De aansturing daarvan wordt gedaan door een bedrijfsmanager Groen S Schoon. Deze is verantwoordelijk voor de operationele inzet, inclusief de aansturing van decentralisatie van de stafafdelingen van sales S accountmanagement, en HRM. Daarnaast het op orde houden van de kwaliteitssystemen. 5.1 Kengetallen Groen Sschoon begroot 2013 realisatie 2013 aantal SE WSW 350,0 337,4 aantal personen WSW nb 364,0 aantal FTE overige regelingen nb 48,5 aantal personen reïntegratie nb 61,0 aantal FTE niet-doelgroep 30,4 30,9 xê begroot 2013 realisatie 2013 netto-omzet 4176,0 4017,0 subsidieresultaat -1053,0-833,0 loonkosten niet-doelgroep -1462,0-1450,0 bedrijfskosten (incl. doorbelast) -1340,0-1300,0 bedrijfsresultaat 321,0 439,0 omzet per WSW-SE in euro C C begroot 2013 realisatie 2013 ziekteverzuim WSW 10,0yo 11.30/0 ziekteverzuim niet doelgroep- Prod lo.oo/o 11,80/0 ziekteverzuim niet doelgroep-staf 5,00/0 1.60/0 5.2 Omzet De netto omzet in 2013 is met C fors hoger (C ,-) dan gerealiseerd in De reden hiervoor ligt in het feit dat de weersomstandigheden in 2013 optimaal zijn geweest. Door deze weersomstandigheden hoefde pas laat in het voorjaar met een aantal groenactiviteiten begonnen te worden.. Desondanks is de netto omzet in 2013 lager dan begroot voor De reden hiervan is dat er minder fte's beschikbaar waren dan begroot en daardoor ook één opdracht is opgezegd. Gevolg hiervan is wel dat er minder werk uitbesteed hoefde te worden. De kosten voor uitbesteed werk in 2013 waren lager was dan voorgaande jaren. Binnen Groen S Schoon is tevens bezuinigd op de directe bedrijfskosten. Één van de doelstelling is hiermee behaald en wel de directe bedrijfskosten met 200K te verlagen. Rekening houdend me het opzeggen van één opdracht voor Groen S Schoon is de omzetdoelstelling voor Groen en Schoon behaald. Deloitte. 1 4 Voor identiticatteooeleinden. Behorend bij ccļiŵfroįeverklaring d.d 2..Z...^..^...;^Y..c/.

15 5.3 Kostenontwikkeling Overzicht van bedrijfskosten Groen S schoon in 2013 is als volgt: xe begroot 2013 realisatie 2013 Afschrijv mach, inventaris,auto's 0,0 182,6 Huur gebouwen 87,0 91,0 Onderhoud apparatuur, auto's S schoonma 175,0 93,3 Elektra, Gas en water 25,0 11,1 Benzine en dieselbrandstof 140,0 147,6 Belastingen, verzekeringen (o.a.auto's.) 0,0 113,4 Advieskosten 0,0 9,5 Gereedschappen 40,0 39,0 Overige bedrijfs/productiekosten, schades 35,0 53,9 Subtotaal 502,0 741,4 Doorbelaste kosten doorbelast huisvesting -28,6 doobelast ICT 98,9 doorbelast FSA 167,7 doorbelast SSC 35,3 doorbelast directie, overige overhead 299,3 Subtotaal 0,0 572,6 Totaal 502,0 1314,0 De afschrijvingskosten, belastingen en advieskosten worden m.i.v direct binnen de clusters van Promen verantwoord. In de begroting is dit niet meegenomen. Dit gegeven in acht nemende kan geconcludeerd worden dat de in 2011 ingezette koers van kostenverlaging ook in 2013 is voortgezet. De beïnvloedbare posten van de bedrijfskosten voor Groen en Schoon zijn C ,- lager uitgekomen dan begroot. Dit is een rechtstreeks gevolg van directe sturing hierop. 5.4 Organisatie Na de efficiencyslag in 2012, heeft bij Groen en Schoon in 2013 een optimaliseringonderzoek plaatsgevonden. Binnen het bedrijfsbureau is geconcludeerd dat een afbouw van 3,2 fte mogelijk moet zijn. De gevolgen (kwetsbaarheid mbt continuïteit) zijn in beeld gebracht. De medewerkers zullen allround worden opgeleid waardoor kwetsbaarheid bij uitval wordt beperkt. Binnen de Technisch Dienst is in 2012 de functie van Hoofd TD komen te vervallen. De taken zijn onder een afdelingsmanager komen te vallen. In 2013 heeft een verdere structurering van werkzaamheden plaatsgevonden. Om de doelen te bereiken heeft Groen en Schoon de KPľs verder doorgevoerd. Door deze invoering is het inzicht in de bedrijfsprocessen enorm vergroot. Verder heeft het ertoe bijgedragen dat de medewerkers en de organisatie hun tijd en middelen optimaal inzetten. De KPľs, en het gesprek erover in werk- en bilaterale overleggen, geven richting, zodat er efficiënter gestuurd kan worden. Verder is in 2013 ingezet op optimalisering van de orderportefeuille. Daarvoor is meerdere malen ingeschreven op Europese aanbestedingen. Voor het Groen heeft dit geresulteerd in 3 grote projecten (Rottemeren, Midden Delfland en Krimpenerwaard) Bij het schoon is de gemeente Zuidpias binnengehaald. In 2013 was het aantal fte's WSW fors lager dan begroot. Door de instroom van wwb'ers is dit voor een groot gedeelte opgevangen. Mede hierdoor zijn de kosten van uitbesteed werk ten opzichte van 2012 enorm gedaald. Bij het Groen is in 2013 een omzet per uur gerealiseerd van C 11,39. Dit is een stijging ten opzichte van 2012 (e 9,51) Deloitte. Voor identificaraedoeleinden. Behorend bij crontroleverklaring d.d Z2Ą..m.xJ...x.p±u.

16 In het Schoon is de omzet per uur nagenoeg gelijk gebleven. In 2012 was er sprake van een omzet per uur van e 7,22. In 2013 is een lichte daling te zien en is dit uitgekomen op C 7,15. Instroom overige regelingen re-integratie 2013 (hoogseizoen Groen week 16 t/m 40): wk fte Het bedrijfsonderdeel Groen S Schoon scoort in 2013 een ziekteverzuim van 11.3 Vo dat OJYo lager is dan in Ook in 2013 heeft verzuim de nodige aandacht gekregen. In het Afdelingsmanageroverleg en het MT Groen en Schoon is dit een vast agendapunt. Conclusie is dat middellang- en langverzuim is gedaald en het frequent kortdurende verzuim is toegenomen in D e oitte 16 Vuur identifieatiadpjeleinden. Behorend bij coifa^blevęrklaring d.d Zr.^.\^..U...Z«a...Ĺ.f r f..

17 Hoofdstuk 6 Financieel De reguliere jaarrekening is in bijlage 1 weergegeven. Daarin is tevens een toelichting op diverse posten opgenomen. Hieronder worden de belangrijkste financiële onderdelen van de jaarrekening 2013 toegelicht. In de begroting van 2013 was aangegeven dat Promen een jaarresultaat van nul behaalt met een achterliggende gemeentelijke bijdrage van C ,-. Het jaarresultaat ten opzichte van deze gemeentelijke bijdrage bedraagt C ,- Tevens zijn in deze jaarrekening de opgenomen voorzieningen en verplichtingen nagecalculeerd, o.a. de voorziening voor de herstructurering Deze nacalculatie levert een vrijval op van Ê ,- Toelichtinq op enkele posten uit de proqrammarekeninq (zie bijlage 1, pagina 40 e.v.): De externe omzetten + opbrengsten uit re-integratie zijn in 2013 vrijwel op het niveau van de begroting (werkelijk C K versus begroot C K). De toelichting is te vinden in de rapportages van de bedrijfsonderdelen, hoofdstukken 2,3 en 4. De loonkosten WSW zijn lager dan begroot (werkelijk versus begroot C K versus begroot C K), vooral door lagere taakstelling in WSW en lagere loonkosten per fte. De overige personeelskosten WSW zijn hoger dan begroot (werkelijk C 1390K versus begroot 6 845K) zijn fors hoger door hogere kosten personeelsvervoer, dienstreizen WSW en door hogere studiekosten. De loonkosten niet-doelgroep zijn hoger dan begroot (werkelijk C 6291K versus C 6055K), vooral door tijdelijke inhuur personeel binnen de personeelsadministratie. De overige bedrijfskosten zijn hoger dan begroot (werkelijk Ê 2594K versus begroot C 2360K) door exploitatieverlies op het bedrijfsrestaurant, door een schadeclaim van de afnemer en door hogere gemeentelijke heffingen en belastingen. Incidentele lasten en baten (C 444K) worden gevormd door een reeks van éénmalige posten. Deze post wordt verder toegelicht in de jaarrekening. 6.1 Financiering Ten aanzien van de financiering worden onderstaand overzichten van de kasgeldlimiet en de renterisico norm aangeduid. 1. kasgeldlimiet (bedragen in euro x 1.000) f " 'Ml" : 1. Toegestane kasgeldlimiet In procenten van de grondslag 8,200/0 8,200/0 In een bedrag Omvang vlottende korte schuld (eindstand) Opgenomen gelden korter dan 1 jaar Schuld in rekening courant Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar Overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld 3. Vlottende middelen (eindstand) Contante gelden in kas Tegoeden in rekening courant Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar 4. Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld Toegestane kasgeldlimiet Ruimte (+J c.q. overschrijding (-) D loitte 17 Voor idgntificatiŕddeleinden. Behorend bij coitļŵleyerklaring d.d ^Z^...JOR..^f...^,fi,(,cļ,

18 2. renterisico norm (bedragen in euro x 1.000) Berekening (bedragen x C 1.000) - Stap - Văľia'Ďelé'* renierişicöíťbrm) fe 2Ö'13 1 Renteherzieningen Aflossingen Renterisico Renterisiconorm a Ruimte onder risiconorm b Overschrijding risiconorm - - Berekenina renterisiconorm 4a Begrotingstotaal b Percentageregeling 200/0 20O/O 4»(4ax4bAI00) Renterisiconorm Uit de cijfers blijkt dat aan beide normen wordt voldaan. Bij de BNG was in 2013 een kredietfaciliteit voorhanden van C 3 miljoen. 6.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Door het Bestuur van Promen is de wens uitgesproken een weerstandsvermogen ^ algemene reserve) op te bouwen. De redenen voor het weerstandsvermogen liggen in het afdekken van risico's, die de exploitatie van Promen bestaan. Dit weerstandsvermogen kan de volgende belangrijke risico's afdekken:» Een negatief subsidieresultaat en een verdere verslechtering daarvan;» Een lagere taakstelling WSW-ers dan aantal werkelijk in dienst (onsubsidiabele arbeidsplaatsen);» Onvoldoende externe omzet door de economische recessie. Eind 2013 is sprake van een aanwezig weerstandsvermogen van ca. C ,-. Momenteel is een nota weerstandsvermogen in voorbereiding die invulling zal geven aan het afdekken van de bovengenoemde de risico's van Promen. 6.3 Onderhoud kapitaalgoederen Het beleid van Promen voor 'kapitaalgoederen' en 'infrastructuur' is deze in stand te houden in een vorm die passend is bij de bedrijfsvoering en om voor medewerkers een veilige en passende werkomgeving te bieden. Promen heeft daartoe op drie locaties gebouwen in gebruik, zijnde:» Locatie Zuider IJsseldijk, Gouda (ZIJ)» Locatie Marconistraat, Gouda «Locatie Mient (3-5-7), Capelle aan den IJssel Het gebouw op de locatie Zuider IJsseldijk is volledig in eigendom. De panden aan de Mient en de Marconistraat worden gehuurd. Het onderhoud van de panden aan de Mient in Caplle aan den IJssel zijn voor rekening van Promen. Door een accent op het naar buiten plaatsen van doelgroepmedewerkers wordt het aantal locaties en de infrastructuur daaraan steeds daarop aangepast. Voor het gebouw op de locatie Zuider IJsseldijk geldt een prima onderhoudsstaat (er worden geen grote onderhoudswerkzaamheden verwacht). De onderhoudsreserve van C 232K wordt voldoende geacht van handhaving van gebouwen en installaties van deze locatie. m». b * a Voor identificatifedbeleinden. Behorend biľcqr^ŕoleverklaring d.d 2ríLxÓ3.ćÀ...Za.(.í(i...

19 6.4 Bedrijfsvoering Primaire processen Promen geeft in haar primaire bedrijfsprocessen uitvoering aan de WSW (instroom vanuit de wachtlijst en plaatsing binnen of (fysiek) buiten de organisatie). Verder geeft Promen invulling aan re-integratie activiteiten en overige regelingen op verzoek van deelnemende gemeenten. Met deelnemende gemeenten wordt intensief over plaatsingen en taakstellingen overlegd. Vanaf zal geen plaatsing mee vanaf de wachtlijst WSW meer mogelijk zijn door de komst van de nieuw participatiewet. Verder zal vanaf 2015 sprake zijn van verlaging van de subsidiebedragen per geplaatste WSW-er. Hierdoor ontstaat binnen Promen de noodzaak de uitvoering van de primaire processen efficiënt uit te voeren en bedrijfskosten te verlagen. Naast de efficiency verhogen is de focus tevens gericht op vergroten van de externe omzet (betaalde werkzaamheden door WSW-ers). Daarbij wordt vooral groei in begeleid werken constructies, groei in individuele een groepsdetacheringen en groei in groen S schoonwerkzaamheden nagestreefd. Daarvoor krijgen de interne uitstroom en doorstroom activiteiten binnen Promen een hoge prioriteit. Waar mogelijk wordt gestreefd naar betere uuropbrengsten van productiewerkzaamheden. Secundaire processen Een generieke focus in de secundaire processen is het werken aan en het inrichten van efficiëntere, snellere en kwalitatief betere processen. Vanuit de organisatie indeling in clusters in De sales en accountmanagement processen en werkzaamheden krijgen daarbij hoge prioriteit. In de informatievoorziening worden voor medewerkers passende ICT voorzieningen op de werkplek en een technische juiste infrastructuur voorzien. Promen maakt voor de informatievoorziening gebruik van bedrijfsbrede systemen, waarvoor op de functie afgestemde toegang wordt verleend. Er is sprake van de volgende bedrijfsbrede systemen: IW-3: personeelsinformatie en gegevens over WSW doelgroep personeel; Exact: financiële en bedrijfsadministratieve gegevens. In 2014 zal een verdere uitbreiding van het Exact systeem met een CRM-module plaatsvinden. Intern is er een maandelijkse rapportage van financiële en personele gegevens. Voor het bestuur wordt periodiek een kwartaalrapportage samengesteld. In de huisvesting en facilitaire voorzieningen voor Promen zijn er 3 locaties. Daarbij is sprake van: een productie- en kantoorlocatie in Capelle aan de IJssel; een werklocatie voor Groen S Schoon en Test S diagnose in Marconistraat in Gouda; en productie- en kantoorlocatie (tevens huisvesting van Directie en Shared Service Centre) aan Zuider IJsseldijk in Gouda. Promen heeft plannen voor herschikken van de huisvesting in Capelle aan den IJssel. Administratieve en staffuncties worden zoveel mogelijk geconcentreerd op de locatie Zuider IJsseldijk in Gouda. 6.5 Verbonden partijen Promen is een gemeenschappelijke regeling van deelnemende gemeenten en daarmee een openbaar lichaam. Promen is enig aandeelhouder van Promen Holding BV, die vervolgens aandeelhouder is van: Sterwork B.V.en - Prowork B.V (sinds 2010) - ProTalenten B.V. In deze BV's worden nieuwe medewerkers aangenomen om zo flexibeler te zijn in de inzet van personeel. In de BV Sterwork zijn de niet-doelgroep medewerkers ondergebracht, in de BV Prowork de doelgroepmedewerkers (re-integratietrajecten). Deze medewerkers in deze B.V.'s worden tegen kostprijs bij Promen gedetacheerd. In de BV ProTalenten vinden geen activiteiten plaats. Op is stichting Promesa opgeheven. Tevens is de toelating voor zorginstelling Promesa ingetrokken. 1 9 Voor identificatiedpàleiriden Behorend bij contļqjfeverklaring d.d Z Ä., ^... ^. 1

20 Jaarrekening I* 2 0 Voor identifiedtitjuųeleinden. Behorend bij coi/íţtáleverklaring d.d z-.yű&.&.&'.w...

21 Balans per 31 december 2013 (xe 1.000,») Activa Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Uitzettingen met een rente typische looptijd van één jaar of minder Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Vorderingen personeel Liquide middelen Overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal activa Aldus opgemaakt: Datum: Aldus vastgesteld: Datum: H. de Bruyn, E.M. financieel directeur vee r de Bruyn, ambtelijk secretaris D e ottte Voor identificatiecpaleinden. Behorend bij cont/oreyerklaring d.d ^.^..k?*k*.,.^ō..lí.f.

22 Balans per 31 december 2013 (x e 1.ou(H Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves: Reorganisatie reserve Huisvestingsreserve Reserve groot onderhoud Totaal bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat Totaal eigen vermogen Voorzieningen Voorziening kosten ex werknemers Voorziening herstructurering Totaal voorzieningen Vaste schulden Langlopende schulden met een rente typische looptijd van één jaar of langer Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of korter Negatieve bank- en giro saldi Netto-vlottende schulden Overlopende passiva Vooruit ontvangen bedragen - 40 Schulden aan openbare lichamen Nog te betalen bedragen Totaal overlopende passiva Totaal vlottende passiva Totaal passiva ostte Voor idcntificaticdc^oinden. 22 Behorend bij conttojéverklaring d.d Z..!2~...)fck.ŵ ì^ŵ.cf/.

23 Programmarekening Promen (xei.ooo,») Realisatie Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar begrotingsjaar Bruto omzet Grond- en hulpstoffen, uitbesteed werk (1.810) (455) (2.570) Omzet inleenvergoedingen Vergoeding loonkosten Som de bedrijfsopbrengsten Loonkosten Wsw personeel Loonkosten WIW personeel Loonkosten Prowork personeel Kosten Begeleid Werken Loonkosten niet-doelgroep Afschrijvingskosten Overige bedrijfskosten Incidentele baten en lasten (444) Bedrijfsresultaat Rijksvergoeding Gemeentelijke bijdragen Totaal bijdragen Financiële baten en lasten (200) (210) (215) Resultaat uit gewone bedrijfsvoering voor bestemming 115 (36) 153 Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves - (36) (54) Saldo reserves - (36) (54) Resultaat na bestemming Deloitte. 23 Voor Behorend identificóft bij ightroleverklaring edoeleinden. d.d i3k^.^...^.f?..^-.

24 Programma Wsw (x c 1.ootH Realisatie Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar begrotingsjaar Bruto omzet Grond- en hulpstoffen, uitbesteed werk (1.805) (455) (2.535) Som de bedrijfsopbrengsten Loonkosten Wsw personeel Overige personeelskosten Wsw Kosten Begeleid Werken Loonkosten niet-doelgroep Overige personeelskosten niet-doelgroep Afschrijvingskosten Overige bedrijfskosten Incidentele baten en lasten (444) Bedrijfsresultaat Rijksvergoeding Gemeentelijke bijdragen Totaal bijdragen Financiële baten en lasten (200) (210) (215) Resultaat uit gewone bedrijfsvoering voor (156) (287) (52) bestemming Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves - (36) (54) Saldo reserves - (36) (54) Resultaat na bestemming (156) (323) (106) Deloitte Voor identiffi«tiedoeleinden. Behorend bļļjlcontroleveŗklaring d.d fe,..*^. Z.Qj.tf.

25 Programma Overige regelingen (xe 1.000,») Realisatie Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar begrotingsjaar Bruto omzet Uitbesteed werk (5) - (35) Omzet inleenvergoedingen Vergoeding loonkosten Som de bedrijfsopbrengsten Loonkosten WIW personeel Loonkosten Prowork personeel Doorbelaste loonkosten niet-doelgroep Doorbelaste overige kosten niet-doelgroep Doorbelaste bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Voor identificaftifldoeleinden. 25 Behorend bij cpuroleverklaring d.d Z.Čİ#±# J&tfXf/...

26 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. Balans Vaste activa Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijging- c.q. vervaardigingprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening. Materiële vaste activa met economisch nut Overige investeringen met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Gronden en terreinen Gebouwen n.v.t. 40 jaar 26 Voor idenlj^catiedoeleinden. Behorend bij controleverklaring d.d Z.Zrr...*?n.fX...Z-.(ĩ..Ĺĩ/...

27 Installaties Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Inventarissen Automatisering jaar 7 jaar 10 jaar 10 jaar 3-5 jaar Voor investeringen op de gehuurde locatie aan de Marconistraat is de afschrijvingstermijn gelijkgesteld aan de resterende duur van het huurcontract (3 jaar). Financiële vaste activa Leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van BV's (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde is gelijk aan de verkrijgingprijs. Vlottende activa Voorraden De grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen inkoopprijs. Voor incourante voorraden vindt een afwaardering plaats naar lagere marktwaarde. Het onderhand werk wordt gewaardeerd tegen vervaardigingprijs dan wel de lagere verwachte gemiddelde urenopbrengst voor de productie. De vervaardigingprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Gerede producten worden gewaardeerd tegen de vervaardigingprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Uitzettingen en overlopende activa De uitzettingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningkansen. Liquide middelen en overlopende posten. Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit: Algemene reserve De algemene reserve dient als algehele buffer om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen. Bestemmingsreserve Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waar aan door het Bestuur een bepaalde bestemming is gegeven. Het gehele bedrag van de bestemmingsreserve ultimo het jaar is onderbouwd met bestuursbesluiten. Nog te bestemmen resultaat Een nadelig resultaat komt volledig voor rekening van de gemeenten c.q. kan worden onttrokken aan de algemene reserve. Een voordelig resultaat komt ten gunste van de algemene reserve of bestemmingsreserve. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Voorziening kosten ex werknemers In de jaren 2007 tot en met 2009 heeft Promen met enkele me dewe^r^( ļde^ ļdfiįngen gevoerd over een beëindiging van het dienstverband. Promen heeft daarover meiul^li^scfeiimtewerkers een 27 l \ Voor identi Icattiedoeleinden. Behorend ï ij ļbbntroleyerklaring d.d Z.^...*W.*ítf...^X#