ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT VOOR DE OPLEIDING TOT

Transcriptie

1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT VOOR DE OPLEIDING TOT Opleiding: Medewerker versindustrie niveau 2 - crebonr Productiemedewerker slachtproces U1 Productiemedewerker vleesbewerking U2 Logistiek medewerker versindustrie U3 Operator versindustrie U4 Cohort 1 : Leerweg: BBL Opleidingsduur: 1-2 jaar Medewerker versindustrie niveau 3 - crebonr In een cohortaanduiding is alleen startjaar en niet de duur van de opleiding verwerkt.

2 INLEIDING Een opleiding volgen bij SVO vakopleiding food brengt voor een student bepaalde rechten en plichten met zich mee, die bij aanvang van de opleiding duidelijk dienen te zijn. Deze onderwijs- en examenregeling (OER) beschrijft wat een student van zijn opleiding mag verwachten en welke plichten inschrijving bij SVO met zich meebrengt. De opleidingen in deze OER zijn beschreven op basis van de kwalificaties uit de Herziene Kwalificatiestructuur (HKS). De HKS bevat de inhoudelijke eisen die aan een mbodiploma worden gesteld. Deze eisen zijn opgesteld in samenwerking met het bedrijfsleven en vastgelegd in kwalificatiedossiers. Deze worden vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap/ Economische Zaken. Op basis van deze kwalificaties wordt het opleidingsprogramma ontwikkeld. Deze OER heeft tot doel alle studenten van de genoemde opleidingen te verduidelijken op welke wijze het onderwijs is georganiseerd, wat in hoofdlijnen het programma van de opleiding is, op welke wijze de beoordeling plaatsvindt en onder welke voorwaarden de student een diploma krijgt uitgereikt. De OER vormt samen met de statuten, de opleidingsgids, de onderwijsovereenkomst (OOK), de beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO) en andere relevante documenten één geheel. De dagelijkse gang van zaken binnen de opleidingen is vastgelegd in het les- en examenrooster. Deze OER bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Onderwijs. Hierin worden de uitgangspunten van het onderwijs bij SVO vakopleiding food beschreven, dat is de basis van waaruit gewerkt wordt. Examinering. Aan de orde komt op welke manier de examinering plaatsvindt, wat de rol daarin is van de examencommissie en van de Commissie van Beroep voor de examens. Opleidingen. De opleidingen die SVO aanbiedt worden weergegeven en er wordt beschreven op welke manier het onderwijs is ingedeeld. De geldigheidsduur van deze OER is gekoppeld aan de geldigheidsduur van de onderwijsovereenkomst. De onderwijsovereenkomst voor niveau 2 en 3 opleidingen wordt aangegaan voor drie jaar, van 1 september 2017 tot en met 31 augustus Eventuele tussentijdse wijzigingen worden doorgevoerd in het onderwijsprogramma en in de toetsing, en gecommuniceerd naar de betrokkenen. Vastgesteld door het bevoegd gezag van SVO vakopleiding food. Houten, april 2017 N.B: Op de plaats van hij kan in het gehele document ook zij gelezen worden. 2

3 INHOUDSOPGAVE 1. ONDERWIJS ONDERWIJSVISIE HERZIENE KWALIFICATIESTRUCTUUR TOELATINGSBELEID INRICHTING ONDERWIJS OP DE WERKPLEK INRICHTING BEROEPSGERICHT ONDERWIJS OP DE LESLOCATIE INRICHTING GENERIEK ONDERWIJS OP DE LESLOCATIE BEWAKING VOORTGANG EXAMINERING UITVOERING TOETSING VRIJSTELLINGSPROCEDURE SOORTEN TOETSEN ORGANISATIE TOETSING EVC (ERKENNING EERDER VERWORVEN COMPETENTIES) BORGING DOOR HET EXAMENBUREAU BEZWAAR EN BEROEP OPLEIDING INHOUD OPLEIDINGEN OPLEIDINGSPLANNING Opleidingsplanning Medewerker versindustrie Opleidingsplanning Allround Medewerker versindustrie OPLEIDINGSOVERZICHT Opleidingsoverzicht Medewerker versindustrie Opleidingsoverzicht Allround medewerker versindustrie KEUZEDELEN EXAMINERING EN DIPLOMERING Examenplan Medewerker versindustrie Examenplan Allround medewerker versindustrie BIJLAGE 1 KWALITEITSBORGING BIJLAGE 2 EXAMENCOMMISSIE EN COMMISSIE VAN BEROEP BIJLAGE 3 EXAMENREGLEMENT BIJLAGE 4 ARTIKEL 17 COMMISSIE VAN BEROEP VOOR EXAMENS

4 1. Onderwijs Dit hoofdstuk beschrijft de onderwijsvisie van SVO, de herziene kwalificatiestructuur, de inrichting van het onderwijs en de bewaking van de voortgang van de student. 1.1 Onderwijsvisie SVO vakopleiding food leidt mensen op tot vakbekwame medewerkers in food, waarbij de aansluiting bij het beroep voorop staat. Daarnaast is er aandacht voor het functioneren buiten de beroepspraktijk. Het opleiden komt tot stand door nauwe samenwerking tussen SVO en het bedrijfsleven, waarbij SVO actief meebeweegt met de ontwikkelingen in de markt. 1. Beroepsgericht opleiden SVO biedt haar opleidingen aan via de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en de BOL (beroepsopleidende leerweg). De opleidingen volgen de trends en ontwikkelingen in de foodbranches (innovatief). De leermiddelen die ingezet worden zijn contextrijk en direct gekoppeld aan de beroepspraktijk. 2. Specialisten De docenten, trainers, instructeurs en adviseurs zijn allen medewerkers met specialistische kennis over en affiniteit met food. 3. Uitdaging tot maximale investering in eigen ontwikkeling SVO hecht waarde aan het nemen van verantwoordelijkheid in de eigen ontwikkeling. De student is voor een groot deel zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces en de voortgang hiervan. De begeleiding vanuit SVO geeft een bij het opleidingsniveau passende verantwoordelijkheid. Tijdens de opleiding wordt aandacht besteed aan de persoonlijke ontwikkeling op het gebied van 21st century skills (waaronder loopbaanoriëntatie en kritisch denken). Ook wordt rekening gehouden met de individuele kenmerken van de student. Tijdens het ontwikkelproces groeit de zelfwerkzaamheid en de zelfsturing. De sturing ligt in eerste instantie bij de docent, daarna begeleidt de docent de student en stimuleert hij de student zodat hij in staat is om zelf zijn leerproces te sturen. SVO verwacht van alle medewerkers en studenten dat zij een positieve bijdrage leveren aan het leerklimaat. Van iedereen wordt een proactieve, positief kritische, respectvolle en opbouwende bijdrage verwacht in het onderwijsproces. Studenten hanteren verschillende leerstijlen. Een docent speelt in op die verschillende leerstijlen door afwisselende werkvormen in te zetten en herhaling of verdieping te geven waar nodig. De docent speelt ook in op de verschillen tussen studenten door te schakelen tussen het bieden van meer of minder ondersteuning. Zo krijgt iedere student het onderwijs dat het beste aamsluit bij zijn talenten. SVO werkt vanuit de principes van HandelingsGericht Werken (HGW) als het gaat om studentenondersteuning. HGW beoogt de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding voor álle studenten te verbeteren. 4

5 4. Voorzien in mogelijkheden tot eigen ontwikkeling De opleidingen bij SVO zijn dusdanig samengesteld dat er binnen een opleidingsrichting een logische opbouw is van mbo niveau 2 naar mbo niveau 3 en van mbo niveau 3 naar mbo niveau 4. Opleidingen kunnen als het ware gestapeld worden. Een student die aan het begin staat van zowel zijn beroeps- als studieloopbaan begint wellicht op mbo niveau 2 maar kan, afhankelijk van potentie en groei in ontwikkeling, binnen SVO doorgroeien naar een opleiding op mbo niveau 4. Naast doorstromen binnen een opleidingsrichting zijn er ook mogelijkheden om door te stromen naar een ander foodsegment binnen SVO. Tot slot is er in het kader van de mogelijkheden tot eigen ontwikkeling aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de student. Het gaat hierbij om de ontwikkeling van vaardigheden als samenwerken, communiceren, omgaan met veranderingen en plannen en organiseren. 1.2 Herziene Kwalificatiestructuur Elke mbo opleiding is gebaseerd op een kwalificatiedossier. De opleiding bestaat uit verschillende onderdelen: de gemeenschappelijke basis (basisdeel) met beroepsgerichte en generieke onderdelen, één profieldeel (= de kwalificatie) en een aantal keuzedelen. Het basisdeel en het profieldeel vormen samen een kwalificatie. Basis De basis wordt gevormd door alle vakken die beroepsspecifiek zijn. Daarnaast gaat het om algemeen vormende/generieke vakken: Nederlands en rekenen Loopbaan en burgerschap Profiel Het profieldeel bevat de kerntaken en werkprocessen waarop de kwalificaties in het kwalificatiedossier van elkaar verschillen. Keuzedelen Binnen de opleiding bestaat het een deel van het programma uit keuzedelen. Er zijn verschillende soorten keuzedelen: - Om studenten te specialiseren in een onderdeel van het beroep (verdiepen) - Om studenten iets extra s te leren wat goed bij het beroep gebruikt kan worden (verbreden) - Om studenten voor te bereiden op doorstroom naar een hoger niveau mbo of naar het hbo (doorstroom) Keuzedelen zijn onderdeel van het lesprogramma en dus verplicht om te volgen. 5

6 1.3 Toelatingsbeleid Het toelatingsbeleid binnen SVO is erop gericht om toelaatbaarheid en plaatsbaarheid van aankomend studenten te beoordelen. Het beleid houdt rekening met de wettelijke vooropleidingseisen zoals beschreven in artikel van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en persoonlijke factoren van de aankomend studenten (zoals motivatie en ondersteuningsbehoefte). Daarnaast wordt rekening gehouden met factoren vanuit het team (wat kan en wil het team bieden aan ondersteuning) en factoren vanuit de opleiding zelf (aanvullende plaatsingscriteria en maximaal aantal plekken). De wettelijke vooropleidingseisen zijn vastgelegd in de WEB (artikel 8.2.1). In onderstaand schema zijn de wettelijke vooropleidingseisen samengevat. Opleiding Mbo Entree Mbo Niveau 2 [mbo2] Basisberoepsopleiding Mbo Niveau 3 [mbo3] Vakopleiding Mbo Niveau 4 [mbo4] Middenkader-opleiding Mbo Niveau 4 [mbo4] Specialist-opleiding Vereiste vooropleiding op dit niveau Geen vooropleidingseisen, drempelloze instroom Diploma mbo Entree, aka, Vmbo-BB, KB, GL, TL, vbo, lbo, mavo, overgangsbewijs 3 naar 4 havo of vwo Vmbo-KB, GL, TL, vbo, lbo, mavo, overgangsbewijs 3 naar 4 havo of vwo Vmbo-KB, GL, TL, vbo, lbo, mavo, overgangsbewijs 3 naar 4 havo of vwo Diploma mbo Niveau 3 voor hetzelfde beroep of dezelfde richting. Een instelling moet aantonen op welke gronden een student al dan niet wordt ingeschreven. Met het aanname en intake beleid SVO wordt aan deze eis tegemoet gekomen. Om de procedure voor SVO objectief te maken, wordt er gebruik gemaakt van een aantal indicatoren: - Verklaring werkgever/praktijkopleider/praktijkbegeleider Studenten zonder juiste vooropleiding worden voorafgaand aan de opleiding getoetst. Er moet een verklaring liggen van de werkgever/praktijkopleider/praktijkbegeleider. Hij verklaart voor het BPV-deel van de opleiding dat de student op zo n niveau functioneert dat een niveau 2 (3 of 4) opleiding geschikt zal zijn. Daarnaast geldt voor directe instroom op niveau 3 en/of 4 dat er sprake moet zijn van een verwante vooropleiding en/of Erkenning Verworven Competenties (EVC). - Verwante vooropleidingen en/of EVC-procedure bij directe instroom niveau 3 en/of 4 Omdat SVO bij BBL-opleidingen uitgaat van een gestapelde opleiding, wordt ervan uit gegaan dat een student de onderliggende niveaus (niveau 2 dan wel 3) aantoonbaar beheerst. Indien dit niet het geval is en een student wil direct instromen in niveau 3 of 4, dan zal getoetst moeten worden of hij vakinhoudelijk voldoende bagage heeft. Directe instroom is mogelijk op basis van een relevante, verwante vooropleiding en/of op basis van EVC. In het geval van een relevante, verwante vooropleiding wordt bekeken in hoeverre de opleiding inhoudelijk voldoende basis geeft om in te kunnen stromen. - Intake en taal-en rekentoetsen Objectieve toetsen helpen om een helder en bovenal objectief beeld te krijgen van de potentie van toekomstige studenten. Op grond van toetsen kan het bevoegd gezag besluiten of een student een goede kans maakt om de mbo 2 (3 of 4) opleiding binnen de geldende opleidingsduur te kunnen afronden. Gekozen is om te werken met toetsen van een extern bureau (AMN). 6

7 SVO maakt gebruik van verschillende toetsen te weten: Intaketoets op cognitieve en persoonlijkheidsaspecten Taaltoets Nederlands om het actuele niveau te bepalen Rekentoets om het actuele niveau te bepalen Belangrijke onderdelen van het cognitieve deel van de intaketoets zijn 'aanleg voor Nederlands' en 'aanleg voor rekenen'. Deze onderdelen geven de potentie van de aanstaande student aan. Persoonlijkheidsaspecten hebben betrekking op die eigenschappen van de aanstaande student die in belangrijke mate bijdragen aan schoolsucces. De intaketoets op cognitieve en persoonlijkheid aspecten geeft een beeld of de student de opleiding qua niveau aan zou kunnen en of hij of zij over die eigenschappen beschikt die bijdragen aan het succesvol doorlopen van de opleiding. Bij dit laatste valt te denken aan de mate van zelfverzekerdheid, ordelijkheid en enthousiasme. De taaltoets Nederlands en de rekentoets maken inzichtelijk welk niveau de student heeft op het moment van afname. 1.4 Inrichting onderwijs op de werkplek Een belangrijk deel van elke beroepsopleiding is de beroepspraktijkvorming (BPV), het praktijkdeel van de opleiding. In de BPV leert de student niet alleen praktische vaardigheden, maar ook en vooral hoe hij als medewerker in een leerbedrijf moet functioneren. Dit gaat niet alleen om vakinhoudelijke zaken maar ook om zaken als zelfstandigheid, werkhouding en omgang met collega s. Afspraken over de inhoud en vormgeving van de beroepspraktijkvorming worden vastgelegd in de beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO). Een student wordt in de BPV begeleid door een praktijkbegeleider. De praktijkbegeleider is het eerste aanspreekpunt voor de student bij vragen over de praktijkvorming. De praktijkbegeleider is op de hoogte van de inhoud van de opleiding en is beschikbaar om de student in het werk en bij het maken van werkplekopdrachten te begeleiden. In het leerproces van de student heeft de praktijkbegeleider een begeleidende en faciliterende rol. De praktijkbegeleider is ook degene die de voortgang in de beroepspraktijkvorming bewaakt en werkplekopdrachten beoordeeld. Een praktijkbegeleider beoordeelt ook relevante praktijktoetsen. De praktijkbegeleider kan bij vragen terecht bij de mbo adviseur van SVO. 1.5 Inrichting beroepsgericht onderwijs op de leslocatie De lesdag van de opleiding bestaat uit 4 lesblokken (één blokuur omvat 90 minuten). Deze worden zowel theoretisch, in het theorielokaal als praktisch, in een praktijklokaal ingevuld. De leeractiviteiten zijn opgebouwd conform het instructiemodel van Gagné. Door middel van Blended Learning wordt gevarieerd in leeractiviteiten. De docent behandelt de lesstof op verschillende manieren, bespreekt de theorie en praktijk en geeft individuele en groepsopdrachten tijdens de les. Tijdens de lesdagen worden vaardigheden ingeoefend, actualiteiten besproken en is er ruimte om van en met elkaar te leren. Daarnaast werkt de student zelfstandig met onder meer e-learnings, e-books of zelfchecks. Tenslotte worden op de lesdagen ook mentorgesprekken gepland. SVO biedt de inhoud van de opleiding aan via de elektronische leeromgeving (ELO). Hierin vindt de student al het leermateriaal wat hij nodig heeft voor zijn opleiding. 7

8 De leeromgeving wordt ook gebruikt voor het aanbieden, downloaden, inleveren en beoordelen van de werkplek- en theorieopdrachten. In de opleidingen wordt gewerkt met het Studentenportaal. Hierin staat het rooster en wordt de aan- en afwezigheid van de student geregistreerd. In het Studentenportaal staat de OOK en eventueel de BPVO. In het portaal zijn ook de uitslagen van toetsen terug te vinden. Behaalde resultaten worden pas tien dagen na publicatie definitief. Keuzedelen vormen een apart, verplicht onderdeel van de opleiding. Ze zijn verdiepend, verbredend of gericht op doorstroming binnen het mbo of naar het hbo en vormen een plus op het mbo-diploma. 1.6 Inrichting generiek onderwijs op de leslocatie Naast vakken welke de student opleiden tot beroepsbeoefenaar, krijgen studenten volgens de wettelijke eisen de generieke vakken Nederlands en rekenen. Ook is er binnen de opleiding aandacht voor de kwalificatie-eisen met betrekking tot Loopbaan en Burgerschap. 1. Nederlands, rekenen en Engels De lessen voor de vakken Nederlands, rekenen en Engels (alleen bij niveau 4 opleidingen) worden zowel plenair als middels digitale zelfstudie aangeboden. Er wordt gewerkt met bestaande methodes waarbij daar waar mogelijk een koppeling naar de praktijk wordt gemaakt. Voor de vakken Nederlands, rekenen en Engels maakt e-learning onderdeel uit van de methode. 2. Loopbaan en Burgerschap SVO heeft de kwalificering voor Loopbaan en Burgerschap ( geïntegreerd in haar opleidingen. De ontwikkeling van de student staat hierin centraal. De persoonlijke ontwikkeling wordt niet letterlijk beoordeeld, maar de inspanning voor de activiteiten is voorwaardelijk voor het behalen van een diploma. Het leerbedrijf van de student is niet actief betrokken bij de inspanningsverplichting. Het leerbedrijf heeft zijn eigen inspanningsverplichting in de relatie werkgever tot werknemer. Loopbaan Voor de persoonlijke ontwikkeling van de student wordt gebruik gemaakt van de Competentie Ontwikkel Kaart. In deze kaart worden ontwikkeldoelen van de student vastgelegd betreffende competenties als meewerken en samenwerken, bijdragen aan de (werk)sfeer en ambitie laten zien. Als input voor deze doelen wordt een competentiescan ingezet. Aan de hand van de uitkomsten van de scan, worden de competenties van de student besproken en wordt de Competentie Ontwikkel Kaart ingevuld. Hierin leggen de studenten hun ontwikkeldoelen vast. De ontwikkeldoelen helpen de student verder in zowel zijn huidige opleiding en beroep als in een verdere (studie)loopbaan. Burgerschap In de kwalificatie-eisen is Burgerschap is opgebouwd uit vier dimensies: 1. Politiek-juridische dimensie 2. Economische dimensie 3. Sociaal maatschappelijke dimensie 4. Vitaal burgerschap Deze dimensies zijn deels in de thema s van de opleidingen geborgd, bijvoorbeeld in de onderwerpen winkelcriminaliteit, marketing, consumentenrecht, cao en gezonde voeding. Daarnaast houden studenten gedurende hun opleiding minimaal één presentatie over een actueel thema of vakgerelateerd onderwerp. 8

9 In de lessen Loopbaan en Burgerschap wordt aandacht besteed aan kritische denkvaardigheden. De volgende aspecten komen aan de orde: - Informatie(-bronnen) op waarde weten te schatten. Daarbij verschil kunnen maken tussen argumenten, beweringen, feiten en aannames. - Het perspectief van een ander kunnen innemen. - Kunnen nadenken over hoe eigen opvattingen, beslissingen en handelingen tot stand komen. 1.7 Bewaking voortgang De MBO adviseur bewaakt, samen met de docent, de voortgang van de student en bezoekt de student en/of de praktijkbegeleider op de werkplek om deze voortgang te bespreken. Hiermee wordt de driehoek tussen student - praktijkbegeleider - onderwijsinstelling verstevigd. De formatieve voortgang, ofwel de voortgang van het leerproces, wordt bijgehouden in de elektronische leeromgeving van de student. De gegevens over de summatieve examens worden geregistreerd in Kern- RegistratieDeelnemer (KRD) en zijn voor de student zichtbaar in het Studenten-portaal. 9

10 2. Examinering Dit hoofdstuk beschrijft de inrichting van de examinering binnen SVO vakopleiding food en de organisatie en uitvoering van de toetsen. 2.1 Uitvoering toetsing De examinering binnen SVO is beroepsgericht en heeft als doel de student als beginnend beroepsbeoefenaar een diploma te laten behalen dat voldoet aan de gestelde eisen en waarde heeft voor hemzelf, het werkveld, eventueel vervolgonderwijs en de maatschappij. Examinering is een afgebakend, apart onderdeel van de opleiding. Om deze visie te realiseren, plaatst SVO de examens, met uitzondering van de examens van de generieke onderdelen, zoveel mogelijk in de beroepscontext. Een deel van de praktijkexamens vindt daadwerkelijk in de beroepscontext plaats. Voor de overige praktijktoetsen wordt op een leslocatie de beroepscontext zo reëel mogelijk nagebootst. Binnen de theorie-examens wordt de link naar de beroepspraktijk altijd nagestreefd. 2.2 Vrijstellingsprocedure Wanneer een student denkt in aanmerking te kunnen komen voor vrijstellingen, bespreekt hij dit met zijn of haar mentor. Vrijstellingen kunnen vervolgens schriftelijk aangevraagd worden door gebruik te maken van formulier Aanvraag vrijstellingen. Dit formulier moet samen met de onderbouwing en bewijsstukken ingeleverd worden bij de mentor bij aanvang van de opleiding. De mentor stuurt het verzoek incl. bijlagen door naar het examenbureau. Het examenbureau beoordeelt het verzoek. De beslissing wordt door het examenbureau gecommuniceerd naar de mentor. Het examenbureau registreert en archiveert het verzoek en de beslissing. Het examenbureau draagt zorg voor de verwerking van de vrijstellingen in KRD. De mentor informeert de student en verwerkt de vrijstelling in het studentendossier. Voor een eindtoets kan geen vrijstelling worden aangevraagd. 2.3 Soorten toetsen SVO kent diverse soorten toetsen. Dit zijn: Beroepsgerichte toetsen Er zijn verschillende soorten beroepsgerichte toetsen. In het examenplan van elke opleiding staat welke van deze toetsvormen voor welke kerntaak en voor welk keuzedeel worden ingezet; wat de onderlinge weging tussen de verschillende toetsen is en welke eisen er aan de toets worden gesteld. o Theorietoets: Bestaat uit kennis- en inzichtvragen. o Praktijktoets: Vaardigheidstoets die wordt afgenomen in het leerbedrijf of op de SVO-locatie. o Theorieopdracht: De student maakt thuis, op school of in het leerbedrijf een theoretische opdracht. o Eindopdracht: Een (uitgebreide) opdracht aan het eind van de opleiding, waarin meerdere werkprocessen (uit verschillende kerntaken) naar voren komen. o Eindtoets: Een (uitgebreide) vaardigheidstoets aan het eind van de opleiding, waarin meerdere werkprocessen (uit verschillende kerntaken) naar voren komen. 10

11 Loopbaan en Burgerschap Het onderdeel Loopbaan en Burgerschap wordt afgesloten door twee toetsonderdelen: o Competentie Ontwikkel Kaart: Hulpmiddel om de ontwikkeling van verschillende competenties te registreren en te bespreken. Ook de aspecten van kritische denkvaardigheden komen hierin terug. o Presentatie: Tijdens de opleiding houdt iedere student één presentatie over een actueel thema, passend binnen één van de dimensies van Loopbaan en Burgerschap. Nederlands Nederlands bestaat uit vijf domeinen (Lezen, Luisteren, Schrijven, Spreken, Gesprekken voeren). o De domeinen schrijven (verslag en schrijftoets), spreken en gesprekken voeren worden getoetst in de instellingstoets Nederlands. o De domeinen lezen en luisteren worden centraal getoetst (CE). Rekenen Rekenen bestaat uit vier domeinen (Getallen, Verhoudingen, Meten en meetkunde, Verbanden), die centraal worden getoetst (CE). 2.4 Organisatie toetsing Toetsing o Een student mag aan een toets deelnemen als hij de voorwaardelijke (werkplek) opdracht(en) voor het thema/de thema s voldoende heeft afgerond. o Een theorietoets of casus wordt op de opleidingslocatie afgenomen. o De theorietoetsen zijn gepland op bepaalde momenten in het jaarrooster. o Theorietoetsen worden beoordeeld door een docent (mentor). o Een praktijktoets wordt of op de opleidingslocatie afgenomen en beoordeeld door de docent óf op het bedrijf afgenomen en beoordeeld door de praktijkbegeleider. o De student krijgt drie kansen om een toets te behalen. o De beoordelingen worden geregistreerd in het studentvolgsysteem. o In het Studentenportaal zijn de uitslagen van toetsen terug te vinden. Behaalde resultaten zijn pas tien dagen na publicatie definitief. Loopbaan en Burgerschap o In meerdere mentorgesprekken bespreken student en mentor de voortgang en reflecteren op de onderdelen van de competentiescan. o Per gesprek legt de student concrete afspraken vast op de Competentie Ontwikkel Kaart (COK). o De student levert de COK bij de mentor in via de elektronische leeromgeving. o Na het laatste gesprek beoordeelt de mentor de COK (akkoord/niet akkoord). o De student geeft een presentatie over een algemeen, actueel onderwerp of een vakgerelateerd onderwerp. o De beoordelingen worden centraal geregistreerd in het studentvolgsysteem. Nederlands o Tijdens de lessen en in de mentorgesprekken kijken mentor en student terug op de uitgevoerde opdrachten ten aanzien van de vijf domeinen van Nederlands. Naar aanleiding van de behaalde resultaten wordt bepaald of de student ingeschreven kan worden voor de toetsing. o De instellingstoets Nederlands (schrijven, spreken en gesprekken voeren) wordt op de opleidingslocatie afgenomen. Schrijven wordt beoordeeld door de docent Nederlands. Spreken en gesprekken voeren wordt beoordeeld door de docent. o Lezen en luisteren worden middels het Centraal Examen (CE) afgenomen. o De beoordeling wordt centraal geregistreerd in het studentvolgsysteem. 11

12 Rekenen o Rekenen wordt centraal getoetst middels het Centraal Examen (CE). o De beoordeling wordt centraal geregistreerd in het studentvolgsysteem. Eindtoets Aanmelding o Een student mag aan een eindtoets deelnemen beginnen als hij de toetsen met een voldoende heeft afgesloten, de Competentie Ontwikkel Kaart afgetekend is en er een akkoord van de docent is. o De student en mentor hebben een gesprek waarin wordt vastgesteld dat de student voldoet aan de eisen. o De mentor meldt de student aan voor de eindtoets bij de examenleider. Uitvoering o Deze eindtoets wordt geregistreerd bij het examenbureau. o De examenleider organiseert de eindtoets en twee examinatoren beoordelen de eindtoets, het examenbureau borgt de kwaliteit van de procedure en producten. o De beoordelingen worden centraal geregistreerd in het studentvolgsysteem. 2.5 EVC (erkenning eerder verworven competenties) Bij de intake kan in kaart worden gebracht of de student in aanmerking komt voor een EVC-traject. Wanneer hij voldoende (werk)ervaring heeft kan ander bewijsmateriaal aangeleverd worden ten aanzien van de competenties in plaats van verplichte toetsen. Het EVC-bewijsmateriaal wordt beoordeeld door de examencommissie. Meer informatie over EVC staat op Borging door het examenbureau De gang van zaken met betrekking tot toegang en toelating tot de toetsing, ziekte/overmacht, aanwezigheidsverplichting, laatkomers en de oproep tot het examen is geheel conform het gestelde in het algemeen Examenreglement van de opleiding. Dit geldt ook voor termijnen van inzagerecht, de geheimhouding, de fraudebepalingen de onregelmatigheden en de te nemen maatregelen. Zie bijlage 1: Kwaliteitsborging en bijlage 3: Examenreglement. 2.7 Bezwaar en beroep Wanneer een student het niet eens is met de gang van zaken rond zijn examens of de beoordelingen dan neemt hij in eerste instantie contact op met zijn mentor en/of de examenleider. Deze neemt contact op met de afdeling examinering van SVO. Indien de student niet tot overeenstemming komt met deze mensen, kan hij een bezwaar indienen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift bevat tenminste: o de naam, het adres en de handtekening van de indiener; o de dagtekening; o een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; o de gronden van het bezwaar. De termijn voor het indienen van het bezwaarschrift bedraagt vijf werkdagen. De Examencommissie beslist binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Wanneer de student het niet eens is met het oordeel van de examencommissie kan hij hiertegen in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de examens. 12

13 Een Commissie van Beroep kan oordelen over zaken die in de ogen van de student geleid hebben tot een onjuiste beoordeling van de eindtoets, toetsen en /of reflectiegesprek. Zie bijlage 2: Examencommissie en Commissie van Beroep Zie bijlage 4: Procedure Examenreglement artikel 17 13

14 3. OPLEIDING Dit hoofdstuk gaat over de inhoud van de opleidingen. 3.1 Inhoud opleidingen De inhoud van het onderwijs wordt vormgegeven op basis van kerntaken en bijbehorende werkprocessen die beschreven zijn in het kwalificatiedossier Vers: Vakmanschap & Industrie. Voor de opleidingen Medewerker versindustrie en Allround medewerker versindustrie is onderstaand schema met kerntaken en werkprocessen van toepassing. Thema s De kerntaken en werkprocessen zijn ondergebracht in verschillende thema s. De student werkt aan een thema tijdens de lessen en tijdens de BPV. Elk thema wordt afgesloten met een toets. De opleiding wordt afgesloten met een eindtoets. Zie de onderstaande opleidingsoverzichten (inclusief aantal uur per thema en summatieve beoordeling). 14

15 Examinering Keuzedelen Beroepsgerichte vakken/thema's Begeleiding Generieke vakken 3.2 Opleidingsplanning Opleidingsplanning Medewerker versindustrie Vak/activiteit/Thema: Lesuren Opleidingsjaar 1 Blokuren Klokuren Opleidingsjaar 1 Generieke vakken-gps 23 11,5 17,25 Nederlands Rekenen Loopbaan & Burgerschap 13 6,5 9,75 Mentoruur/begeleiding/overig ,5 herhaling/excursie Introductie Zorgsystemen: Arbo, voedselveiligheid en milieu Logistiek Kostenbewust produceren Verpakken en productinformatie Communicatie Voedingskennis Uitstroom: Slachtproces (U1) - Bewerken vlees (U2) - Logistiek (U3) - Operator (U4) Keuzedeel Keuzedeel CE-Nederlands (afh van afnamedata) 2 1 1,5 CE-rekenen (afh van afnamedata) 2 1 1,5 Theorietoets ,5 Theorietoets ,5 Theorietoets ,5 Theorietoets 3119/3121/3123/ ,5 Herkansingen (excl. CE) 6 3 4,5 Eindtoets 3120/3122/3124/3126 (op leerbedrijf) TOTAAL BPV BPV 36 weken *18 uur 648 TOTAAL BOT

16 Examinering Keuzedelen Beroepsgerichte vakken/thema's Begeleiding Generieke vakken Opleidingsplanning Allround Medewerker versindustrie Vak/activiteit/Thema: Lesuren Opleidingsjaar 1 Blokuren Klokuren Opleidingsjaar 1 Generieke vakken-gps Nederlands Rekenen Loopbaan & burgerschap Mentoruur/begeleiding/ excursie/overig/herhaling ,5 Introductie Personeel - leidinggeven Zorgsystemen - kwaliteitszorg Logistiek Procestechnologie Verpakken / Etiketteren Financieel Voedingsleer Casus verbeterplan KD leidinggeven/productie techniek/arbo, kwaliteit en hulpverlening ,5 Keuzedeel 1 (afh van kd, of kd 2 en en 3 gevolgd moeten worden) Keuzedeel Keuzedeel CE-Nederlands 2 1 1,5 CE-rekenen 2 1 1,5 Theorietoets ,5 Theorietoets ,5 Theorietoets ,5 Theorietoets ,5 Theorietoets ,5 Herkansingen Eindtoets (is verbeterplan) TOTAAL ,5 BPV BPV 36 weken *18 uur 648 TOTAAL BOT 864,5 16

17 3.3 Opleidingsoverzicht Opleidingsoverzicht Medewerker versindustrie Medewerker versindustrie U1 t/m U4 - Crebo Introductie Zorgsystemen: Arbo, voedselveiligheid en milieu Logistiek Procestechnologie: Kostenbewust produceren Verpakken: Verpakken en productinformatie Inhoud Kennismaken De opleiding, de elo Voedselveiligheid Kwaliteitssystemen Kwaliteitsborging Arbo Milieu Logistiek proces Bestellen en ontvangst Opslag Verspilling Onderhoud Koelinstallatie Traceerbaarheid Conserveren Verpakken (materialen, eindcontrole) Productinformatie Keurmerken Summatieve toetsing nvt Theorietoets voedselveiligheid, arbo en milieu (3118) Theorietoets logistiek (3034) Verplichte opdrachten nvt WPO voedselveiligheid ' WPO arbo en milieu WPO Ontvangst en opslag WPO Verliezen op de werkplek WPO Verpakken en productinformatie Communicatie: Communicatie Voedingstechnologie: Voedingskennis Uitstromen U1 t/m U4 - Slachtproces (U1) - Bewerken vlees (U2) Communicatie algemeen Gesprekstechnieken Sociale hygiene Voedingsleer Gezonde voeding / diëten Kruisbesmetting Algemene kennis vlees (4 blokuren) keten, rassen. Kwaliteit Dierwelzijn (mogelijkheid certificering) (4 blokuren) Slachtproces (22 blokuren) Vuile en schone slachtlijn varken Vuile en schone slachtlijn rund/kalf excursies Algemene kennis vlees (4 blokuren) keten, rassen. Kwaliteit Bewerken van vlees (26 blokuren) Messen en nmachines Bewerken en portioneren varken Bewerken en portioneren rund/kalf excursies Theorietoets voedingstechnologie (3117) Theorietoets slachtproces (3119) Theorietoets bewerken vlees (3121) WPO Communicatie op de werkvloer Theorieopdracht voedingskennis WPO Slachtproces WPO Bewerken vlees Logistiek (U3) Logistieke vakkennis en vaardigheden Logistiek Voorraadinventatisatie en -administratie Ontvangst en controle Opslag goederen Orderpicken Externe distributie Theorietoets logistieke (3123) WPO ontvangst en opslag ' WPO orders verzamelen en verzendklaar maken 17

18 Operator (U4) Techniek en verbeterprocessen Onderhoud en gereedschappen Productieproces opstarten en uitvoeren Elektrotechniek Pneumatiek en hydrauliek Sensoren Aandrijving Procesautomatisering Technische registraties Continu verbeteren Theorietoets operator (3125) WPO Op- en ombouwen machines Keuzedelen: 2 keuzedelen (2 keuzedelen dagen) Afhankelijk keuze Werkplekopdracht per keuzedeel nvt Loopbaan en burgerschap GPS (NL/Rek) Generieke vakken (docent NL/rek) Toetsen (theorie) Eindtoets Competentiescan Competentie Ontwikkelkaart Presentatie Theorieopdracht 'Dit is mijn bedrijf' NL/rek werken aan opdrachten Mentorgesprekken Nederlands Rekenen Competentie Ontwikkelkaart Presentatie CE Rekenen 2F CE Lezen/luisteren 2F SSG Eindtoets (praktijk)slachten (3120A en 3120B) Eindtoets bewerken vlees (3122A en 3122B) Eindtoets kogistiek (3124A en 3124B) Eindtoets operator (3126A en 3126B) Competentiescan Overig (o.a herhaling) TOTAAL 18

19 3.3.2 Opleidingsoverzicht Allround medewerker versindustrie Crebo Introductie Inhoud Kennismaken De opleiding, de elo Summatieve toetsing nvt Verplichte opdrachten nvt Personeel: Leidinggeven Ide organisatie Introductie en training Werkplanning Leidinggeven Gesprekken Conflict hantering Theorietoets personeel (3048) Praktijktoets personeel (leerbedrijf)(3127) Werkplekopdracht correctiegesprek ' Werkplekopdracht Instrueren en begeleiden ' Werkplekopdracht motiveren ' Werkplekopdracht personeelsplanning Zorgsystemen: Kwaliteitszorg Logistiek Procestechnologie Verpakken: Verpakken en etiketteren Kwaliteitszorg Arbozorg (RI&E) Milieuzorg ( Logistieke stromen Voorraadbeheer Bestellen Ontvangst en opslag Bedrijfsprocessen Elektriciteit Machinekeuze Onderhoud machines Schema's Oorzaak en gevolganalyse Verpakkenen wetgeving Etiketteren Productinfo soort verpakking Theorietoets zorgsystemen: kwaliteitszorg (3128) Theorietoets logistek + procestechnologie + verpakken/etiketteren (3046) Werkplekopdracht kwaliteitszorg Werkplekopdracht voorraadbeheer Werkplekopdracht Bedrijfsprocessen Werkplekopdracht etiketteren Financieel Voedingstechnologie: Voedingsleer Bedrijfsprocessen Kengetallen Bedrijfskosten en kostprijsberekening Voedingsleer (voeding, functie in het lichaam, gezonde voeding, voedselallergie, voedingsgewoonten) Levensmiddelenchemie Additieven en contaminanten Microbiologie Conservering Praktijktoets Bewaken productieproces Theorietoets financieel (3129) Theorietoets voedingstechnologie (3130) Praktijktoets bewaken productieproces (leerbedrijf) (3131) Werkplekopdracht kengetallen WPO Levensmiddelenchemie WPO conserveren n.v.t Verbeterplan Begeleiden verbeterplan Zie eindtoets n.vt Keuzedelen (afh. verbreding/verdieping op gebied van leidinggeven of productietechniek of arbo, kwaliteit, hulpverlening Leidinggeven (meewerkend voorman) Productietechniek (allround operator) Project leidinggeven (4026) Project productietechniek (4027) WPO introdctie ' WPO vergaderen ' WPO werkrooster WPO op- en ombouwen ' WPO steekproeven nemen 19

20 Arbo, kwaliteit en hulpverlening (pv) Project Arbo, kwaliteit en hulpverlening (4028) WPO EHBO ' WPO kwaliteitsxorg ' WPO RI&E Loopbaan en burgerschap Nederlands Rekenen Toetsen (theorie) en praktijktoetsen Eindtoets Overig (mentorgesprekken; excursie; enz.) TOTAAL Competentiescan Competentie Ontwikkelkaart Presentatie Lezen Luisteren Spreken Schrijven Gesprekken voeren Getallen Verhoudingen Meten/meetkunde Verbanden casus verbeterplan (zie verbeterplan) Competentie Ontwikkelkaart Presenatie CE Lezen/luisteren 2F SSG CE Rekenen 2F Eindtoets Verbeterplan(3132) nvt nvt nvt nvt 3.4 Keuzedelen Voor alle opleidingen geldt een keuzedeelverplichting. Voor de Productiemedewerker versindustrie omvat deze verplichting 480 klokuren. Voor de Allround medewerker versindustrie omvat deze verplichting 720 klokuren. Een keuzedeel kan bestaan uit lessen, BPV en/of zelfstudie. Binnen de opleidingen worden de volgende keuzedelen aangeboden: Medewerker versindustrie K0029 Duurzaamheid in het beroep B K0055 Internationaal I: bewustzijn (interculturele) diversiteit K0003 ARBO, kwaliteitszorg en hulpverlening, geschikt voor niveau Allround medewerker versindustrie K0334 Productietechniek niveau 3 K0061 Leidinggeven K0055 Internationaal I: bewustzijn (interculturele) diversiteit K0072 Ondernemend gedrag niveau 3 en 4 K0030 Duurzaamheid in beroep C K0262 ARBO, kwaliteitszorg en hulpverlening, geschikt voor niveau 3 De keuzedelen worden op twee manieren aangeboden: bij de opleidingen op niveau 2 zit één keuzedeel verplicht in de opleiding; de overige keuzedelen worden aangeboden op de keuzedelendag. In het studiejaar worden er twee landelijke keuzedelendagen georganiseerd voor alle BBL-studenten. In het hele land worden gedurende 1 lesweek op meerdere locaties keuzedelen aangeboden. Op deze dag krijgt de student de hele dag les (theorie en/of praktijk) over het keuzedeel, in een gemixte groep. Aan het eind van de dag krijgt de student een opdracht mee die hij in de BPV gaat uitvoeren. 20

21 De student maakt zijn keuze voor de keuzedelendag aan het begin van zijn opleiding. De exacte datum wordt in de eerste lesweek gecommuniceerd door de docent. In bovenstaand overzicht staan de keuzedelen die per opleiding worden aangeboden. De student mag ook, in overleg met de mentor, een keuze maken uit de overige keuzedelen die SVO aanbiedt. De aanvraag wordt goedgekeurd, mits er geen overlap is met het kwalificatiedossier en het praktisch uitvoerbaar is. 3.5 Examinering en diplomering Om in aanmerking te komen voor een diploma moet de student de volgende onderdelen succesvol hebben afgerond: - Beroepsgerichte eisen - Generieke eisen Nederlands en rekenen - Loopbaan en Burgerschap - Beroepspraktijkvorming (BPV) - Keuzedelen 21

22 3.5.1 Examenplan Medewerker versindustrie Opleiding Medewerker versindustrie Te behalen onderdelen voor diplomering Profiel Medewerker versindustrie Om in aanmerking te komen voor een diploma moet de student Crebo de volgende onderdelen succesvol hebben afgerond: Opleidingscode (SVO) U1 Productiemedewerker slachtproces - Beroepsgerichte eisen U2 Productiemedewerker vleesbewerking - Generieke eisen taal en rekenen U3 Logistiek medewerker versindustrie - Loopbaan en Burgerschap U4 Operator versindustrie - Beroepspraktijkvorming (BPV) - Keuzedelen Niveau 2 Cohort 2017/

23 Overzicht examenonderdelen Beroepsgerichte eisen: Toets Toetsnaam nr Logistiek, procestechnologie en verpakken/ productinformatie theorie Toetsvorm Theorie 3117 Voedingstechnologie theorie Theorie B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit Kernta(a)k(en) Werkproces(sen) Plaats afname B1-K1: Bereidt het vers- productie- /versverwerkingsproces voor B1-K1-W1: Maakt machines klaar voor gebruik en/of legt (verpakkings)materialen en gereedschappen klaar B1-K1-W2: Ontvangt grond- en hulpstoffen voor de versproductie- /versverwerking en signaleert afwijkingen B1-K1-W3: Signaleert tijdig tekorten en geeft deze door B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines Resultaat + weging School Cijfer (1 decimaal) 1x School Cijfer (1 decimaal) 1x Eisen Minimaal 5,5 Minimaal 5, Zorgsystemen: Voedselveiligheid, arbo en milieu theorie Theorie B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K2-W3: Voert afval- en/of restproducten af B1-K2-W4: Reinigt en/of desinfecteert School Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5, Specialisatie U1: Slachtproces theorie Theorie B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines B1-K2-W2: Controleert versproducten tijdens het productie-/verwerkingsproces en/of controleert het versproductie/versverwerkingsproces School Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5,5 23

24 3120A Specialisatie U1: Slachtproces praktijk Praktijk (eindtoets) B1-K1: Bereidt het vers- productie- /versverwerkingsproces voor B1-K1-W1: Maakt machines klaar voor gebruik en/of legt (verpakkings)materialen en gereedschappen klaar B1-K1-W2: Ontvangt grond- en hulpstoffen voor de versproductie- /versverwerking en signaleert afwijkingen B1-K1-W3: Signaleert tijdig tekorten en geeft deze door Bedrijf Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5,5 3120B B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines B1-K2-W2: Controleert versproducten tijdens het productie-/verwerkingsproces en/of controleert het versproductie/versverwerkingsproces B1-K2-W3: Voert afval- en/of restproducten af B1-K2-W4: Reinigt en/of desinfecteert B1-K2-W5: Rondt werkzaamheden af 3121 Specialisatie U2: Bewerken en portioneren vlees theorie Theorie B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines B1-K2-W2: Controleert versproducten tijdens het productie-/verwerkingsproces en/of controleert het versproductie/versverwerkingsproces School Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5,5 24

25 3122A Specialisatie U2: Bewerken en portioneren vlees praktijk 3122B Praktijk (eindtoets) B1-K1: Bereidt het vers- productie- /versverwerkingsproces voor B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K1-W1: Maakt machines klaar voor gebruik en/of legt (verpakkings)materialen en gereedschappen klaar B1-K1-W2: Ontvangt grond- en hulpstoffen voor de versproductie- /versverwerking en signaleert afwijkingen B1-K1-W3: Signaleert tijdig tekorten en geeft deze door B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines B1-K2-W2: Controleert versproducten tijdens het productie-/verwerkingsproces en/of controleert het versproductie/versverwerkingsproces B1-K2-W3: Voert afval- en/of restproducten af B1-K2-W4: Reinigt en/of desinfecteert B1-K2-W5: Rondt werkzaamheden af Bedrijf Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5, Specialisatie U3: Logistiek theorie Theorie B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines B1-K2-W2: Controleert versproducten tijdens het productie-/verwerkingsproces en/of controleert het versproductie/versverwerkingsproces School Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5,5 3124A Specialisatie U3: Logistiek praktijk Praktijk (eindtoets) B1-K1: Bereidt het vers- productie- /versverwerkingsproces voor B1-K1-W1: Maakt machines klaar voor gebruik en/of legt (verpakkings)materialen en gereedschappen klaar B1-K1-W2: Ontvangt grond- en hulpstoffen voor de versproductie- Bedrijf Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5,5 25

26 /versverwerking en signaleert afwijkingen B1-K1-W3: Signaleert tijdig tekorten en geeft deze door 3124B B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines B1-K2-W2: Controleert versproducten tijdens het productie-/verwerkingsproces en/of controleert het versproductie/versverwerkingsproces B1-K2-W3: Voert afval- en/of restproducten af B1-K2-W4: Reinigt en/of desinfecteert B1-K2-W5: Rondt werkzaamheden af 3125 Specialisatie U4: operator theorie Theorie B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines B1-K2-W2: Controleert versproducten tijdens het productie-/verwerkingsproces en/of controleert het versproductie/versverwerkingsproces School Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5,5 3126A Specialisatie U4: operator praktijk Praktijk (eindtoets) B1-K1: Bereidt het vers- productie- /versverwerkingsproces voor B1-K1-W1: Maakt machines klaar voor gebruik en/of legt (verpakkings)materialen en gereedschappen klaar B1-K1-W2: Ontvangt grond- en hulpstoffen voor de versproductie- /versverwerking en signaleert afwijkingen B1-K1-W3: Signaleert tijdig tekorten en geeft deze door Bedrijf Cijfer (1 decimaal) 1x Minimaal 5,5 26

27 3126B B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit B1-K2-W1: Be- en/of verwerkt versproducten handmatig en/of met behulp van machines B1-K2-W2: Controleert versproducten tijdens het productie-/verwerkingsproces en/of controleert het versproductie/versverwerkingsproces B1-K2-W3: Voert afval- en/of restproducten af B1-K2-W4: Reinigt en/of desinfecteert B1-K2-W5: Rondt werkzaamheden af Generieke eisen taal en rekenen: Nederlands Toetsnr Toetsvorm Vaardigheid Niveau Plaats afname NE2F Centraal Examen Lezen, luisteren 2F School Resultaat + weging (1 decimaal) Cijfer Eindresultaat (geheel cijfer) Eisen Eindresultaat minimaal Instellingsexamen 1541 Instellingsexamen 1545 Instellingsexamen 1x Schrijven 2F School cijfer 1x Spreken 2F School cijfer 1x Gesprekken 2F School cijfer voeren 1x cijfer 1x cijfer Rekenen Toetsnr. Toetsvorm Vaardigheid Niveau Plaats afname RE2F Centraal Examen Getallen; Verhoudingen; Meten en Meetkunde; Verbanden Eindresultaat Eisen (geheel cijfer) 2F School Cijfer Resultaat heeft geen invloed op slaag/ zakbeslissing. 27

28 Loopbaan en Burgerschap: Toetsnr. Toetsvorm Kernta(a)k(en) Werkproces(sen) Plaats afname Resultaat Eisen LB2 Competentiescan Loopbaan School Voldaan / Niet Voldaan Politiek-juridische dimensie voldaan Competentieontwikkelkaart Economische dimensie Sociaal-maatschappelijke dimensie Presentatie Dimensie vitaal burgerschap Beroepspraktijkvorming: Kerntaken Beoordeling Resultaat Eisen <alle kerntaken> POL en mentor beoordelen of voldaan is aan de eisen m.b.t. BPV. Voldaan / Niet voldaan Het resultaat van de BPV is geen onderdeel van het examen, maar het met goed gevolg afsluiten van de BPV is een voorwaarde om het diploma te behalen. Keuzedelen: De student volgt uit onderstaande lijst meerdere keuzedelen, met een totale omvang van 480 SBU. Keuzedeel Duurzaamheid in het beroep B (240SBU) Toets Toetsnaam Toetsvorm Kernta(a)k(en) Werkproces(sen) Plaats nr Werkplekopdracht Duurzaamheid in het beroep B Werkplekopdracht D1-K1: Formuleert persoonlijke verbetermogelijkheden op het gebied van duurzaamheid. D1-K2: Doet een onderzoek naar duurzaamheid in het bedrijf D1-K1-W1: Onderzoekt eigen gedrag D1-K1-W2: Benoemt verbetermogelijkheden van gedrag D1-K2-W1: Onderzoekt duurzaamheid in het bedrijf D1-K2-W2: Rapporteert over duurzaamheid in het bedrijf afname Leerbedrijf (beoordeling docent) Resultaat + weging Cijfer (1 decimaal) 1x Eisen Geen invloed op slaag/zakbeslissing 28

29 Keuzedeel Internationaal bewustzijn (240SBU) Toets Toetsnaam Toetsvorm Kernta(a)k(en) Werkproces(sen) Plaats nr. afname 4011 Werkplekopdracht Werkplekopdracht D1-K1: Ontwikkelt Internationaal I interculturele sensitiviteit D1-K2: Werkt samen met mensen met verschillende culturele achtergronden D1-K1-W1: Onderzoekt eigen en andere culturen D1-K1-W2: Onderzoekt eigen culturele sensitiviteit D1-K2-W1: Legt en onderhoudt interculturele contacten D1-K2-W2: Neemt deel aan interculturele samenwerkingsverbanden Leerbedrijf (beoordeling docent) Keuzedeel ARBO, kwaliteitszorg en hulpverlening niveau 2 Toets Toetsnaam Toetsvorm Kernta(a)k(en) Werkproces(sen) Plaats nr. afname 4016 Project Arbo, kwaliteitszorg en Project hulpverlening niveau 2 D1-K1: Draagt bij aan kwaliteitszorg en arbeidsomstandigheden D1-K2: Verleent EHBO en BHV D1-K1-W1: Levert een bijdrage aan de inrichting van het kwaliteitszorgsysteem D1-K1-W2: Voert een risicoinventarisatie en -evaluatie uit en realiseert verbeterpunten D1-K2-W1: Verleent hulp bij calamiteiten Leerbedrijf (beoordeling docent) Resultaat + weging Cijfer (1 decimaal) 1x Resultaat + weging Cijfer (1 decimaal) 1x Eisen Geen invloed op slaag/zakbeslissing Eisen Geen invloed op slaag/zakbeslissing 29

30 3.5.2 Examenplan Allround medewerker versindustrie Examenplan Opleiding Allround medewerker versindustrie Te behalen onderdelen voor diplomering Profiel Allround medewerker versindustrie Crebo Opleidingscode (SVO) Allround medewerker versindustrie Niveau 3 Cohort 2017/2018 Om in aanmerking te komen voor een diploma moet de student de volgende onderdelen succesvol hebben afgerond: - Beroepsgerichte eisen - Generieke eisen taal en rekenen - Loopbaan en Burgerschap - Beroepspraktijkvorming (BPV) - Keuzedelen Kerntaken Bewijsmaterialen Opmerkingen B1-K1: Bereidt Diploma niveau 2 Je krijgt vrijstelling voor deze kerntaak als je: het vers- Een diploma medewerker versindustrie hebt. productie- Erkenning verworven Met voldoende resultaat het betreffende EVC-traject hebt afgerond. /versverwerkings competenties (EVC) proces voor B1-K2: Voert versproductie- /versverwerkings werkzaamheden uit Diploma niveau 2 Erkenning verworven competenties (EVC) Je krijgt vrijstelling voor deze kerntaak als je: Een diploma medewerker versindustrie hebt. Met voldoende resultaat het betreffende EVC-traject hebt afgerond. 30

31 Overzicht examenonderdelen Beroepsgerichte eisen: Toets nr. Toetsnaam Toetsvorm Kernta(a)k(en) Werkproces(sen) Plaats afname 3048 Personeel theorie Theorie P2-K1 Organiseert P2-K1-W2 Begeleidt medewerkers het versproductie/ (vak)inhoudelijk en/of stuurt versverwerkingspro medewerkers aan ces 3127 Personeel praktijk Praktijk P2-K1 Organiseert P2-K1-W2 Begeleidt medewerkers het versproductie/ (vak)inhoudelijk en/of stuurt versverwerkingspro medewerkers aan ces 3128 Zorgsystemen: Kwaliteitszorg theorie Theorie P2-K1 Organiseert het versproductie/ versverwerkingspro ces 3129 Financieel theorie Theorie P2-K1 Organiseert het versproductie/ versverwerkingspro ces 3046 Logistiek, procestechnologie en etiketteren theorie Theorie P2-K1 Organiseert het versproductie/ versverwerkingspro ces 3130 Voedingstechnologie theorie Theorie P2-K1 Organiseert het versproductie/ versverwerkingspro ces 3131 Bewaken productieproces praktijk Praktijk P2-K1 Organiseert het versproductie/ versverwerkingspro ces P2-K1-W1 Bewaakt de voortgang van het versproductie/ versverwerkingsproces P2-K1-W1 Bewaakt de voortgang van het versproductie/ versverwerkingsproces P2-K1-W3 Doet voorstellen om versproductie/versverwerkingsproces te optimaliseren P2-K1-W1 Bewaakt de voortgang van het versproductie/ versverwerkingsproces P2-K1-W1 Bewaakt de voortgang van het versproductie/ versverwerkingsproces P2-K1-W1 Bewaakt de voortgang van het versproductie/ versverwerkingsproces Resultaat + weging School Cijfer (1 decimaal) 1x Bedrijf Cijfer (1 decimaal) 1x School Cijfer (1 decimaal) 1x School Cijfer (1 decimaal) 1x School Cijfer (1 decimaal) 1x School Cijfer (1 decimaal) 1x Bedrijf Cijfer (1 decimaal) 1x Eisen Minimaal 5,5 Minimaal 5,5 Minimaal 5,5 Minimaal 5,5 Minimaal 5,5 Minimaal 5,5 Minimaal 5,5 31