Archeologische dienst waasland. jaarverslag 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Archeologische dienst waasland. jaarverslag 2013"

Transcriptie

1 Archeologische dienst waasland jaarverslag 2013 Sint-Niklaas, 2014

2 inhoud DEEL I: CEL BEHEER & ONTSLUITING 4 1. Verantwoording De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de 4 archeologische erfgoedzorg 1.2 Rechtsgrond van het programma De afsprakennota en de verslaggeving 4 2. Structuur Rechtsvorm en doel Samenstelling raad van bestuur Vergaderingen raad van bestuur Personeel Vrijwillige medewerkers en stagairs 7 3. Afsprakencluster 1: inventarisatie Overzicht gekend erfgoed Actualisering CAI Uitvoeren niet-vergunningsplichtige prospecties 8 4. Afsprakencluster 2: advisering Register van geadviseerde werken Afsprakencluster 3: beleid en beheer Beleidsplan Opmaak meerjarenbeleidsplan Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering Opvolgen vergunde opgravingen van derden Deponering/archivering Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid Registratie en toegankelijk stellen van verworven kennis Vorming Fungeren als aanspreekpunt en afstemming tussen diverse partners Verbreding van het maatschappelijk draagvlak Rondleidingen, lezingen en andere sensibiliserende activiteiten Afsprakencluster 6: organisatie Project reorganisatie bibliotheek Project Reorganisatie server ADW en migratie naar server stad 69 Sint-Niklaas 8.3 Inventarisatie knelpunten IAD s 71 INHOUD

3 DEEL II: CEL ONDERZOEK Visienota Archeologische Dienst Waasland-cel Onderzoek Databank en digitalisatie van het terreinwerk Register van terreinwerkzaamheden Archeologische opgravingen Prospecties met ingreep in de bodem 83 DEEL III: CEL CONSOLIDATIE & RESTAURATIE Inleiding Opdrachten consolidatie en restauratie archeologische metalen EVALUATIE ARCHEOLOGISCHE METALEN HET ONTZOUTEN VAN IJZEREN ARCHEOLOGICA HET CONSOLIDEREN VAN NON-FERRO OBJECTEN, HET VRIJ- 88 LEGGEN VAN ARCHEOLOGISCHE METALEN OF HERSTELLEN ERVAN 2.4 HET MAKEN/HERSTELLEN VAN REPLICA S + HET UITWERKEN EN 91 VERVAARDIGEN VAN STEUNEN I.F.V. MUSEALE PRESENTATIE 3. Voorstellen werkmethode evaluatie archeologische metalen bij 92 het Klein Netwerk archeologische depots en 9de contactdag archeologie van Oost-Vlaanderen 4. Online artikel eigen website uit een cocon van corrosie, aarde 92 INHOUD

4 DEEL I: CEL BEHEER & ONTSLUITING 1. Verantwoording 1.1 De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de archeologische erfgoedzorg In de Beleidsnota Onroerend Erfgoed, Beleidsprioriteiten wordt de onroerenderfgoedzorg op het niveau van de lokale besturen verder gestimuleerd. Hierin wordt gesteld dat dit bestuursniveau het meest geschikte platform is om een grotere betrokkenheid van de burger te bewerkstelligen doordat dit voor de burger het meest toegankelijk is. Een degelijk interlokaal beheersinstrument biedt een passend antwoord op de vele uitdagingen waarmee het beheer van het lokaal onroerend erfgoed geconfronteerd wordt (bron: Agentschap Onroerend Erfgoed, Resultaatsverbintenis 2012). 1.2 Rechtsgrond van het programma Gezien het feit dat de ontwikkeling van een complementair onroerenderfgoedbeleid vanuit de lokale besturen wenselijk wordt geacht, verleent de Vlaamse overheid subsidies aan de intergemeentelijke archeologische diensten, waarvan de som euro bedraagt. Dit bedrag wordt ter beschikking gesteld door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dit kadert in een globale, geïntegreerde archeologische erfgoedzorg. Deze subsidie moet in de eerste plaats aangewend worden om de beheerstaak van één archeoloog te verzekeren, waarvan 0,75 VTE moet aangewend worden voor taken die omschreven zijn in de afsprakennota (bron: zie hoger). 1.3 De afsprakennota en de verslaggeving De inhoud van de afsprakennota 2013 heeft betrekking op volgende basisopdrachten: - 1. Inventarisatie, - 2. advisering, - 3. beleid en beheer, - 4. veldwerk en deponering/archivering, - 5. ontsluiting en publieksgerichtheid, - 6. organisatie, - 7. deontologie en gedragscode. deeel I: cel beheer & ontsluiting

5 2. Structuur 2.1 Rechtsvorm en doel De Archeologische Dienst Waasland (ADW) is een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid dat de rechtsvorm van projectvereniging heeft aangenomen. Dit samenwerkingsverband is een publiekrechterlijk rechtspersoon, dat valt onder toepassing van het Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking d.d De deelnemers in dit samenwerkingsverband zijn de gemeenten Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse, Waasmunster en de provincie Oost-Vlaanderen. Daarnaast is er een partnerschap met het Agentschap Onroerend Erfgoed (Vlaamse overheid). De maatschappelijke opdracht van deze dienst bestaat in de eerste plaats uit de archeologische erfgoedzorg binnen het territorium van de aangesloten gemeentebesturen. De archeologische erfgoedzorg is een aangelegenheid van algemeen nut, zoals bepaald in art. 4, 1 van het Decreet houdende bescherming van het archeologisch patrimonium d.d Decretaal is bepaald dat een projectvereniging wordt opgericht voor een periode van zes jaar. Ingevolge de instemming van de deelnemende gemeenten, werd de vereniging verlengd voor eenzelfde periode, die loopt van tot In juni 2009 besliste ook de provincieraad tot verdere deelname in de projectvereniging. De verlenging werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op Samenstelling raad van bestuur Overeenkomstig de decretale bepalingen beschikt de vereniging uitsluitend over een raad van bestuur als beheersorgaan. De raad van bestuur is samengesteld naar rata van twee bestuurders per deelnemende gemeente en twee bestuurders van de provincie Oost-Vlaanderen. Voor de gemeenten betreft het steeds raadsleden/schepenen die tot de bestuurscoalitie behoren. Aan de vergaderingen wordt per gemeente ook deelgenomen door één afgevaardigde met raadgevende stem. Het betreft raadsleden die tot de oppositie behoren. De raad van bestuur heeft eveneens een adviseur namens het Agentschap Onroerend Erfgoed (als subsidiërend orgaan) en een adviseur namens de provincie Oost-Vlaanderen. Als gevolg van de vernieuwing van de gemeentebesturen op werd ook de raad van bestuur opnieuw samengesteld. De heer Johan Smet (raadslid gemeente Beveren) vervulde de rol als voorzitter en mevrouw Annemie Charlier (schepen van Sint-Niklaas) als ondervoorzitster. Namens de gemeente Beveren: - de heer Johan Smet, raadslid-voorzitter; - de heer Ernest Smet, raadslid-bestuurder; - de heer Jozef. Schelfhout, raadslid-afgevaardigde. namens de gemeente Kruibeke: - de heer Jan Van Raemdonck, raadslid-bestuurder; - de heer Julien Mertens, raadslid-bestuurder; - de heer Dimitri Van Laere, raadslid-afgevaardigde 2. Structuur 5

6 namens de gemeente Sint-Gillis-Waas: - de heer Erik De Keyzer, schepen-bestuurder; - de heer Urbain Van Kemseke, raadslid-bestuurder; - mevrouw Greta Poppe, raadslid-afgevaardigde. namens de stad Sint-Niklaas: - mevrouw Annemie Charlier, schepen-ondervoorzitster; - mevrouw Ilse Bats, raadslid-bestuurder; - de heer Marc Heynderickx, raadslid-afgevaardigde. namens de gemeente Stekene: - de heer Pieter De Witte, raadslid-bestuurder; - mevrouw Heide Van Gaever, raadslid-bestuurder; - mevrouw Nicole Van Duyse, raadslid-afgevaardigde. namens de gemeente Temse: - mevrouw Lieve Truyman, schepen-bestuurder; - mevrouw Anne Marie Blommaert, raadslid-bestuurder; - de heer Bert Bauwelinck, raadslid-afgevaardigde. namens de gemeente Waasmunster: - mevrouw Petra Verstappen, schepen-bestuurder; - de heer Jan Smet, schepen-bestuurder; - de heer Bart Waterschoot, raadslid-afgevaardigde. namens de provincie Oost-Vlaanderen: - de heer Peter Hertog, gedeputeerde; - de heer Georges Antheunis, raadslid. waarnemers/adviseurs: - mevrouw Inge Zeebroek, erfgoedconsulent archeologie, Agentschap Onroerend Erfgoed; - de heer Luc Bauters, erfgoedconsulent archeologie, provincie Oost-Vlaanderen. 2.3 vergaderingen raad van bestuur stadhuis te Sint-Niklaas SteM te Sint-Niklaas gemeentehuis te Temse gemeentehuis te Kruibeke stadhuis te Sint-Niklaas kasteel Blauwendael te Waasmunster OC t Klooster te Vrasene stadhuis te Sint-Niklaas 2. structuur 6

7 2.4 Personeel Stafmedewerkers - de heer Jean-Pierre Van Roeyen, dd. directeur, verantwoordelijke onroerend archeologisch erfgoed, cel Beheer & ontsluiting; - mevrouw Inge Baetens, verantwoordelijke administratie, financiën en publiekswerking, cel Beheer & ontsluiting; - de heer Jeroen Van Vaerenbergh, cel Beheer & ontsluiting (1/2), hoofd cel Onderzoek (1/2). Administratief en technisch personeel - mevrouw Lieve Delestinne, administratief medewerkster grafisch vormgeefster, cel Beheer & ontsluiting; - mevrouw Inez Cool, administratief medewerkster, cel Beheer & ontsluiting (vanaf ); - de heer Dries D Hollander, historicus technicus terrein/vondstbehandeling depotmedewerker, cel Onderzoek (4/5), cel Beheer & ontsluiting (1/5); - de heer Erik Pijl, technicus terrein/vondstbehandeling tekenaar, cel Onderzoek; - de heer Dirk Boel, technicus terrein/vondstbehandeling, cel Onderzoek. Projectmedewerkers - de heer Bart Lauwers, projectarcheoloog, cel Onderzoek; - de heer Thierry Vanneste, projectarcheoloog, cel Onderzoek; - mevrouw Annebeth Plyson, projectarcheoloog, cel Onderzoek. Restaurator - de heer Johan Van Cauter, metaalrestaurator - polyvalent technicus, cel Consolidatie & restauratie. 2.5 Vrijwiligge medewerkers en stagiairs Vrijwillige medewerkers - Hubert De Bock, Nieuwkerken (oppervlakteprospectie, eigen initiatief); - Marc De Meireleir, Sint-Pauwels (oppervlakteprospectie, eigen initiatief); - Jozef Goddaert, Zwijndrecht (oppervlakteprospectie, eigen initiatief). Stagiairs - Sander De Ketelaere (UGent) - Ali Jelene Scheers (KUL) - Andrey Lazarev (UGent) - Toon De Herdt (UGent) - Toon Sykora (KUL) 2. structuur 7

8 3. Afsprakencluster 1: inventarisatie 3.1 Overzicht gekend erfgoed In 2013 werd verder gewerkt aan de inventarisatie van de gemeente Stekene (deelgemeenten Kemzeke en Stekene). De digitale gegevens zullen ter beschikking worden gesteld van het Agentschap voor integratie in de CAI. JPVR 3.2 Actualisering CAI Vermits het sinds enkele jaren niet meer mogelijk is voor externen om gegevens in te voeren in de CAI, gebeurt het actualiseren ervan door de CAI-medewerkers zelf op basis van vondstmeldingen en binnenkomende rapporten. Er werd in overleg met het Agentschap bepaald dat in het jaarverslag in het register van de terreinwerkzaamheden voor elk project ook de kadastergegevens zullen worden meegegeven. JPVR 3.3 Uitvoeren niet-vergunningplichtige prospecties Beveren Hof ter Welle Uitvoeren fotogrammetrisch onderzoek: zomer najaar Op aangeven van en onder supervisie van het Agentschap Onroerend Erfgoed werd door de ADW beroep gedaan op de Cel Fotogrammetrie en Topografie van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. Naar aanleiding van de vraag van de gemeente Beveren om een inschatting te maken van de impact van het geadviseerde archeologisch onderzoek bij de renovatie- en restauratiewerken van het Hof ter Welle, werd door de ADW opgemerkt dat een doorgedreven onderzoek van de opstaande muren onontbeerlijk is om de potentiële archeologische bevindingen te interpreteren. De binnenmuren die volledig van pleisterwerk ontdaan zijn, lenen zich perfect voor een fotogrammetrisch onderzoek. De opnames werden gemaakt tijdens de zomer en het najaar van In 2014 worden de verwerkte resultaten verwacht. Aan de erfgoedconsulent van OE werd toelichting gevraagd bij de bijzondere voorwaarden die in functie van het archeologisch onderzoek waren opgemaakt. Tevens werd door de ADW gezocht naar documenten die de subrecente ingrepen in het kasteel verduidelijken, om vervolgens inzicht te krijgen op de impact voor de bewaring van het bodemarchief. JVV Kemzeke Burchtakker Vaststellen toevalsvondst: 17 april 2013 Bij de aanleg van een fietsstrook langsheen de parallelweg van de E34 te Kemzeke werden door de ADW op 17 april 2013 archeologisch relevante vondsten gedaan (Stekene (Kemzeke), 3de Afdeling, Sectie B, perceel 767C). In een depressie met organische vulling werd dikwandig handgevormd aardewerk met stafbandversiering aangetroffen, wat een datering in de midden bronstijd deed vermoeden. De vondstlocatie bevindt zich op de rand van de dekzandrug Maldegem-Stekene. In een straal van enkele km vinden we sites als Sint-Gillis-Kluizenmolen (o.a. grafcirkels en bronstijd nederzetting), Stekene-Dorpsstraat (grafcirkel), Stekene-Kerkstraat (grafcirkel) en luchtfotografische opnames van grafcirkels. 3. Afsprakencluster 1: inventarisatie 8

9 Aangezien de aanleg van het fietspad door de gemeente Stekene niet onderworpen was aan de adviesplicht werd de vondst als een toevalsvondst behandeld. Het Agentschap Onroerend Erfgoed werd op de hoogte gebracht en voerde enkele dagen nadien het onderzoek uit (o.l.v. Koen De Groote en Jan Moens). JVV Klein-Sinaai Weimanstraat Vaststellen schending archeologische site Boudelo-meersen: mei 2014 In een beschermd valleigebied dat deel uitmaakt van het vroegere domein van de abdij van Boudelo werd een schending vastgesteld van het grondgebruik. In het gebied vond in 2011 en 2012 een geofysisch en archeologisch onderzoek plaats van de Universiteit van Gent. Een groot deel van de natte graslandpercelen werd door een nieuwe pachter omgevormd tot akkerland. Bij het ploegen werd de tot dan toe grotendeels onverstoorde bodem aangesneden, waarbij archeologische relicten aan het licht kwamen. Aangezien de pachter geen vergunning had om het grasland tot akkerland om te vormen, werd op aangeven van de ADW een overtredingsprocedure aangevat. Ondertussen werd een oppervlakteprospectie uitgevoerd door enkele vrijwilligers onder leiding van archeoloog Maarten Bracke en de Universiteit Gent. Verdere vernieling van de waardevolle site kon vermeden worden. JVV Waasland Zoals in voorgaande jaren werden oppervlakteprospecties in het Waasland uitgevoerd door Marc De Meireleir en Hubert De Bock, twee vrijetijdsarcheologen die nauw in contact staan met de ADW maar evenwel op eigen initiatief werken en niet in opdracht van de dienst. Deze prospecties gebeuren al meer dan twintig jaar en hebben een 120-tal nieuwe vindplaatsen aan het licht gebracht. Naargelang de inventarisatie van het onroerend archeologisch erfgoed vordert, zullen deze vindplaatsen mee worden opgenomen in de CAI. JPVR 3. Afsprakencluster 1: inventarisatie 9

10 4. Afsprakencluster 2: advisering 4.1 Register van geadviseerde werken Pre-adviezen en adviezen niet onderworpen werken Beveren-Noord-Zuidverbinding herinrichten kreek Aanvrager: Onroerend Erfgoed Advies: De zone ten oosten van Drijdijk, Spaans Fort en Watermolendijk lijkt me niet meer relevant wegens opgehoogd of ingericht als natuurgebied (Plas Drijdyck). Ten westen van dit tracé lijken proefsleuven relevant langsheen het volledige tracé o.w.v. de beperkte dikte van het kleidek. Het paleolandschappelijk booronderzoek kan hier richtinggevend zijn om eventueel bepaalde zones, waar de afdekking toch te dik zou zijn, uit te sluiten voor het proefsleuvenonderzoek. Beveren-Haasop inrichting natuurgebied Aanvrager: Onroerend Erfgoed Advies: Voor wat de Haasop betreft: volgens plan zie ik dat de diepste ingrepen gaan tot ca. + 4,75 m TAW. Op dit niveau wordt meer dan waarschijnlijk het oude loopvlak van de polder (ca. + 3 m TAW) niet aangesneden en blijft de ingreep dus beperkt tot de opgespoten pakketten. Beveren-Deurganckdoksluis aanleg persdijken Aanvrager: Onroerend Erfgoed Advies: Op basis van ons booronderzoek uit blijkt het dekzand in de aangeboorde zone zeer diep te zitten, met name meer dan 5 m onder het maaiveld. Hierboven bevindt zich een veenlaag, waarvan de top zich ca. 4 m onder het maaiveld bevindt. Hierboven bevindt zich een zeer dik pakket alluviale afzettingen dat onderaan vrij zandig is en naar boven toe steeds kleiiger wordt. De polder ging onder water bij de strategische overstromingen van 1584 en zou blijven drijven tot Booronderzoek naar de prehistorie lijkt me bijgevolg niet relevant. Verder heb ik ook mijn bedenkingen bij proefsleuvenonderzoek. Vermits op basis van het booronderzoek in het pakket alluviale sedimenten niet echt een bewoningshorizont kon worden onderscheiden, lijkt het me vrij moeilijk om de juiste diepte van de proefsleuven te bepalen. Enkel het verwijderen van de bouwlaag zal zeer waarschijnlijk slechts sporen opleveren van na De vraag is, of dit nog relevant is. Beveren-Zandstraat-Ropstraat bouw 7 woongelegenheden Aanvrager: Gemeentebestuur Beveren Advies: Op dit moment zijn binnen het projectgebied geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Dit betekent echter niet dat er geen aanwezig kunnen zijn. Om hinder tijdens de uitvoering van de bouwwerken te vermijden, is het voor de bouwheer van belang dat voorafgaand aan de bouwwerken wordt nagegaan of er archeologische sporen op de bouwlocatie aanwezig zijn. Bijgevolg adviseren wij dat voorafgaand aan de werken een archeologische prospectie met ingreep in de bodem wordt uitgevoerd. 4. Afsprakencluster 2: advisering 10

11 Beveren-Brielstraat bouw 9 woongelegenheden Aanvrager: Gemeentebestuur Beveren Advies: Op dit moment zijn binnen het projectgebied geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Dit betekent echter niet dat er geen aanwezig kunnen zijn. In de onmiddellijke omgeving werd in 2011 bewoning uit de middeleeuwen aangetroffen. Om hinder tijdens de uitvoering van de bouwwerken te vermijden, is het voor de bouwheer van belang dat voorafgaand aan de bouwwerken wordt nagegaan of er archeologische sporen op de bouwlocatie aanwezig zijn. Bijgevolg adviseren wij dat voorafgaand aan de werken een archeologische prospectie met ingreep in de bodem wordt uitgevoerd. Beveren-Zone C59 terreinophoging Aanvrager: Gemeentebestuur Beveren Advies: In algemene termen kan gesteld worden dat het hele gebied van de Wase Scheldepolders een groot potentieel heeft voor goed bewaarde (door veen en klei afgedekte) prehistorische vindplaatsen. Het effectieve potentieel van het projectgebied is sterk verbonden met de onder de klei en het veen aanwezige paleotopografie. Deze is echter op dit moment voor het hele projectgebied niet voldoende gekend om gedegen uitspraken te kunnen doen over het potentieel aan prehistorische vindplaatsen. In de studie Ruraal erfgoed Linkeroever, uitgevoerd in opdracht van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Maritieme Toegang, worden voor zones die zullen worden opgespoten voor de aanleg van bedrijventerreinen volgende aanbevelingen geformuleerd (Deel III, p ): Voorafgaand paleolandschappelijk onderzoek. Dit moet toelaten een duidelijk beeld te krijgen van de landschapsvorming en evolutie en de zones met een verwacht archeologisch potentieel zo goed mogelijk in kaart te brengen. Traditioneel gebeurt dit door middel van boringen. Gezien de grote dikte van de afdekkende sedimenten wordt voor deze zone geopteerd voor mechanische boringen. Indien uit de resultaten van het paleolandschappelijk onderzoek zou blijken dat zich binnen het projectgebied aantrekkelijke zones bevinden voor prehistorische vindplaatsen, wordt aanbevolen om vervolgens over te gaan tot (mechanische) archeologische boringen. Voor eventueel jongere vindplaatsen beveelt men een combinatie van screening op basis van luchtfotografische gegevens en een veldkartering aan, eventueel gecombineerd met geofysisch onderzoek. Vermits het projectgebied gelegen is in de zone waar het laatmiddeleeuwse Sint-Antoniushoek wordt gesitueerd, wordt aanbevolen om het traject van de laatmiddeleeuwse Scheldedijk te trachten in kaart te brengen. De lokalisering van deze dijk is immers de sleutel tot een nauwkeuriger situering van het goed bewaarde laatmiddeleeuwse bedolven landschap. Het onderzoek zou kunnen gebeuren aan de hand van testsleuven in een zoekzone die is afgebakend op basis van historisch kaartenmateriaal. Samenvattend, om het potentieel aan prehistorische en jongere vindplaatsen te kunnen inschatten, is dus verder onderzoek noodzakelijk. Beveren-Brielstraat bouw 9 woongelegenheden Aanvrager: Gemeentebestuur Beveren Advies: Op dit moment zijn binnen het projectgebied geen archeologische erfgoedwaarden gekend. Dit betekent echter niet dat er geen aanwezig kunnen zijn. In de onmiddellijke omgeving werd in 2011 bewoning uit de middeleeuwen aangetroffen. 4. Afsprakencluster 2: advisering 11

12 Om hinder tijdens de uitvoering van de bouwwerken te vermijden, is het voor de bouwheer van belang dat voorafgaand aan de bouwwerken wordt nagegaan of er archeologische sporen op de bouwlocatie aanwezig zijn. Bijgevolg adviseren wij dat voorafgaand aan de werken een archeologische prospectie met ingreep in de bodem wordt uitgevoerd. Beveren-Zone C59 terreinophoging Aanvrager: Gemeentebestuur Beveren Advies: In algemene termen kan gesteld worden dat het hele gebied van de Wase Scheldepolders een groot potentieel heeft voor goed bewaarde (door veen en klei afgedekte) prehistorische vindplaatsen. Het effectieve potentieel van het projectgebied is sterk verbonden met de onder de klei en het veen aanwezige paleotopografie. Deze is echter op dit moment voor het hele projectgebied niet voldoende gekend om gedegen uitspraken te kunnen doen over het potentieel aan prehistorische vindplaatsen. In de studie Ruraal erfgoed Linkeroever, uitgevoerd in opdracht van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Maritieme Toegang, worden voor zones die zullen worden opgespoten voor de aanleg van bedrijventerreinen volgende aanbevelingen geformuleerd (Deel III, p ): Voorafgaand paleolandschappelijk onderzoek. Dit moet toelaten een duidelijk beeld te krijgen van de landschapsvorming en evolutie en de zones met een verwacht archeologisch potentieel zo goed mogelijk in kaart te brengen. Traditioneel gebeurt dit door middel van boringen. Gezien de grote dikte van de afdekkende sedimenten wordt voor deze zone geopteerd voor mechanische boringen. Indien uit de resultaten van het paleolandschappelijk onderzoek zou blijken dat zich binnen het projectgebied aantrekkelijke zones bevinden voor prehistorische vindplaatsen, wordt aanbevolen om vervolgens over te gaan tot (mechanische) archeologische boringen. Voor eventueel jongere vindplaatsen beveelt men een combinatie van screening op basis van luchtfotografische gegevens en een veldkartering aan, eventueel gecombineerd met geofysisch onderzoek. Vermits het projectgebied gelegen is in de zone waar het laatmiddeleeuwse Sint-Antoniushoek wordt gesitueerd, wordt aanbevolen om het traject van de laatmiddeleeuwse Scheldedijk te trachten in kaart te brengen. De lokalisering van deze dijk is immers de sleutel tot een nauwkeuriger situering van het goed bewaarde laatmiddeleeuwse bedolven landschap. Het onderzoek zou kunnen gebeuren aan de hand van testsleuven in een zoekzone die is afgebakend op basis van historisch kaartenmateriaal. Samenvattend, om het potentieel aan prehistorische en jongere vindplaatsen te kunnen inschatten, is dus verder onderzoek noodzakelijk. Kruibeke-Kloosterstraat bouw meergezinswoning Aanvrager: Gemeentebestuur Kruibeke Advies: Gezien de huidige bebouwing wellicht reeds het eventueel aanwezig archeologisch erfgoed ernstig heeft verstoord, dienen er vanuit het standpunt van de archeologische erfgoedzorg geen bijkomende voorwaarden te worden opgelegd. Sint-Gillis-Kluizenmolen dempen waterloop Aanvrager: Onroerend Erfgoed Advies: De te dempen waterloop bevindt zich binnen de zone van het onderzoeksgebied Sint-Gillis- Kluizenmolen III (proefsleuven + vlakdekkend onderzoek). 4. Afsprakencluster 2: advisering 12

13 Sint-Gillis-Puyveldestraat aanleg fietspad Aanvrager: Gemeentebestuur Sint-Gillis Advies: Gezien de beperkte ruimtelijke impact dienen er vanuit het standpunt van de archeologische erfgoedzorg geen bijkomende voorwaarden te worden opgelegd. Wel werd onze dienst graag op de hoogte gebracht van de start der werken. Temse-Dorpsstraat bouw appartementen Aanvrager: Onroerend Erfgoed Advies: Zowel archeologisch als historisch is niet zo veel gekend van het middeleeuwse Elversele (blijkbaar zeer lang een heerlijkheid van de Vlaamse graven zelf). De betrokken zone bevindt zich tussen de dorpskerk en het (zuidelijker gelegen) feodale Hof ter Elst. Een vooronderzoek lijkt me hier echt wel zinvol. Wel zal moeten worden opgelet met de sloopwerken (uithalen van fundamenten kan grote zones verstoren). Temse-Haasdonk-Bazel Air Liquide Nadat door de ADW was vastgesteld dat een vergunningsaanvraag was ingediend voor het ontdubbelen van een leidingtracé van Air Liquide in de nabijheid van de Barbierbeekvallei, werd de erfgoedconsulent van het Agentschap Onroerend Erfgoed attent gemaakt op de relevantie van een archeologisch vooronderzoek. Stekene-RVT-Sparrenhofdreef Nadat bij de ADW het vermoeden was gerezen dat door de gemeente Stekene geen archeologisch advies was aangevraagd voor de bouw van een privaat rust- en verzorgingstehuis, werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed een overtredingsprocedure opgestart. Na een minnelijke schikking met de bouwheer werd de procedure gestaakt. Een archeologisch onderzoek kon worden uitgevoerd. JPVR en JVV 4. Afsprakencluster 2: advisering 13

14 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 5.1 Beleidsplan Afsprakencluster 1: inventarisatie Voor 2013 voorziet de ADW de inventarisatie in de CAI van de fusiegemeente Sint-Niklaas (prefusiegemeenten Belsele, Nieuwkerken, Sinaai en Sint-Niklaas). In het kader van het in kaart brengen van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen werd in 2010 door de ADW een overzicht gemaakt van de RUP s binnen zijn werkingsgebied. Deze toekomstige ontwikkelingsprojecten (op korte of lange termijn) werden eveneens op kaart gebracht. In 2013 zal verder de evolutie in de uitwerking van deze dossiers worden opgevolgd Afsprakencluster 2: advisering Zoals gebruikelijk zal de ADW ook in 2013 archeologische adviezen verstrekken. Dit kan enerzijds op vraag van Onroerend Erfgoed in de vorm van een preadvies. Anderzijds worden ook op eigen initiatief dossiers geadviseerd die buiten de bevoegdheid van Onroerend Erfgoed vallen. Voor deze laatste dossiers staat de ADW in voor de begeleiding van het hele traject vanaf het advies tot de deponering van de vondsten en het opgravingsarchief Afsprakencluster 3: beleid en beheer In 2012 werd de aanzet gegeven voor de opmaak van een meerjarenbeleidsplan voor de ADW. Om de objectiviteit van het proces te garanderen wordt uitgegaan van een opmaakmodel dat in de ruime erfgoedsector wordt gebruikt (aangereikt en toegelicht door FARO). Door het interne planningsteam werd in eerste instantie een missie geformuleerd, waarin de bestaansreden en het toekomstperspectief van de dienst worden weergegeven. Om een objectieve kijk te krijgen op de beleidsuitdagingen vindt in 2013 een intensieve bevraging plaats van de belangrijkste partners van de ADW. Ook een zelfevaluatie van de interne werking wordt voorzien. Daarnaast wordt een profiel van de dienst opgemaakt en worden de trends en veranderingen in kaart gebracht die een invloed kunnen hebben op de verdere ontwikkeling van de ADW. Alle bevindingen worden op een objectieve manier geanalyseerd, om uiteindelijk in het najaar van 2013 tot het formuleren van de beleidsuitdagingen te komen Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering Veldwerk Statutair heeft de ADW als opdracht de zorg voor het archeologisch patrimonium in het Waasland in het algemeen en de behandeling van het bedreigd archeologisch patrimonium in het bijzonder, en dit in de meest ruime betekenis. Bijgevolg is de ADW uitdrukkelijk de mening toegedaan dat het zelf uitvoeren van veldwerk een volwaardig onderdeel moet blijven van de taken van de dienst. Deze positieve keuze voor eigen veldwerk stelt de dienst bovendien in staat de door de jaren heen zorgvuldig opgebouwde personeelsbezetting en knowhow van de cel Onderzoek te handhaven en verder uit te bouwen. Bovendien blijft de ADW door deze keuze sterk betrokken bij de nieuwe evoluties binnen het archeologisch terreinonderzoek, wat ook het beheer van het archeologisch erfgoed ten goede komt. In de afsprakennota 2012 werd de problematiek van de terreinwerking van de ADW uitvoerig aangekaart. Vervolgens werd als oplossing een grondige hervorming van de terreinwerking voorgesteld 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 14

15 die ook haar weerklank zou vinden in de algemene werking van de ADW. Het is dit werkingsmodel dat de dienst voor haar terreinwerking in de toekomst wil blijven hanteren. De hervorming van de terreinwerking is gestoeld op het principe van een gecontroleerde vermarkting. Hierbij wordt de financiering van de terreinwerking losgekoppeld van de algemene financiering van de ADW. Bijgevolg moet de cel Onderzoek instaan voor haar eigen werkingsmiddelen. Deze vermarkting gebeurt op een gecontroleerde manier, om te voorkomen dat de werking (opnieuw) wordt gedicteerd door de noodgedwongen uitvoering van snel opeenvolgende projecten. Bij de gecontroleerde vermarkting wordt enerzijds uitgegaan van een doordachte projectselectie, met voorrang voor de projecten van partnergemeenten, en anderzijds van de samenstelling van een beperkte vaste terreinequipe van goed op elkaar ingewerkte archeologen en geschoolde veldtechnici. Verder wordt er steeds gewerkt aan marktconforme prijzen. Er worden enkel projecten aangenomen indien ze volledig (inclusief de verwerking) kunnen ingepast worden in de jaarplanning van de ADW. Er wordt werk gemaakt van het standaardiseren van de terreinadministratie en de terugkoppeling ervan naar de verwerking, archivering en deponering in een digitale onderzoeksdatabank. In 2013 wordt deze databank op maat van de ADW verder ontwikkeld. In functie van het opmaken van de databankstructuur vindt intensief intern overleg plaats. Nadien zullen externe experts aangesproken worden om het digitale systeembeheer door te lichten. Het werkingsjaar 2012 werd aanzien als een overgangsfase, waarbij lopende dossiers (uit het oude systeem) konden afgerond worden en het nieuwe werkingsmodel kon worden getest. Met uitzondering van 1 project (t.g.v. uitstel van de ruimtelijke ontwikkeling) konden in 2012 alle lopende dossiers afgerond worden. Aanvullend werden twee nieuwe onderzoeken (Melsele- Schoolstraat en Melsele-Pauwstraat-Perzikenlaan) succesvol uitgevoerd, waarmee de start werd ingeluid van het nieuwe werkingsmodel. In alle onderzoeken werd minimaal voldaan van de bepalingen van de minimumnormen en de bijzondere voorwaarden. Door kwalitatief onderzoek te leveren, wil de ADW nogmaals zijn meerwaarde illustreren aan de partnergemeenten en hoopt de dienst tevens een voorbeeld te kunnen zijn voor de private archeologische bedrijven. Vanaf oktober 2012 tot en met februari 2013 wordt effectief tijd voorzien voor de verwerking en rapportage van de onderzoeksresultaten. De personeelsbezetting van de terreinequipe wordt, zoals voorzien, beperkt tot 2 projectarcheologen (Bart Lauwers en Thierry Van Neste) bijgestaan door 1 juniorarcheoloog (Annebeth Plyson) en 3 geschoolde veldtechnici. Voor wat betreft de nabehandeling van het vondstenmateriaal krijgt elk van de veldtechnici een welomschreven taak, respectievelijk: de eerstelijnsbehandeling, de grafische registratie en het opbergen in het depot. Het hoofd van de cel Onderzoek (Jeroen Van Vaerenbergh) is verantwoordelijk voor de coördinatie, planning en overleg. Tijdens de overgangsfase van 2012 heeft hij het terreinonderzoek van een groot deel van de lopende dossiers afgerond. Na het rapporteren van deze onderzoeken en het op punt stellen van een efficiënte terreinwerking kan tijd worden vrijgemaakt om nog oudere dossiers systematisch bij te werken. Op drukke moment of tijdens de verlofperiode van één van de projectarcheologen helpen hij en andere archeologen van de dienst, zoals voorzien, actief mee op het terrein. Ook staat hij in voor de wetenschappelijke begeleiding van projecten die door private archeologische bedrijven worden uitgevoerd. In 2012 werden niet minder dan 19 wetenschappelijke begeleidingen uitgevoerd vanaf de startvergadering tot en met de evaluatie van het rapport. Ook in 2013 zullen projecten van derden binnen het werkingsgebied van de dienst intensief worden begeleid. Gezien het grote aantal Wase adviesaanvragen wordt er voor 2013 niet onmiddellijk een dalende tendens in het aantal projecten verwacht. 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 15

16 Terugblikkend kan 2012 als een positieve start van het nieuwe werkingsmodel worden beschouwd. De cel Onderzoek blijkt voldoende financiële middelen te kunnen generen om een efficiënte werking mogelijk te maken. Natuurlijk is er hier en daar nog ruimte voor bijsturing en fijnstelling. Op het einde van het jaar wordt daarom een intern evaluatiemoment ingepland. Deponering/archivering Statutair heeft de ADW als opdracht de zorg voor het archeologisch patrimonium in het Waasland in het algemeen en de behandeling van het bedreigd archeologisch patrimonium in het bijzonder, en dit in de meest ruime betekenis. Een kwalitatieve bewaring van archeologische vondsten en het bijhorende opgravingsarchief behoren ook tot deze opdracht. Hiervoor beschikt de ADW over een archeologisch depot waar opgegraven archeologische vondsten en het bijhorende opgravingsarchief uit zijn werkingsgebied worden bewaard, beheerd en ontsloten voor wetenschappelijk onderzoek en publieksgerichte projecten. Sinds 2011 beschikt de ADW over een nieuwe depotruimte. Na het overlijden van voormalig directeur Rudi Van Hove in 2011 werd geopteerd om één van de geschoolde veldtechnici (Dries D Hollander, licentiaat geschiedenis) aan te stellen als deeltijds depotbeheerder. In 2012 is inzicht gekregen in de diversiteit aan opslagentiteiten, waarna een voorlopige ordening werd doorgevoerd. Uit praktische overwegingen kregen de archeologische metalen een plaats binnen de atelierruimten. Zo kan de bewaringstoestand van de talrijke metalen archeologica beter worden gecontroleerd. Een systematische ordening van deze materiaalgroep staat voor 2013 geprogrammeerd. Verder is er een evaluatie van de metaalvondsten van vrijwillig medewerker J. Goddaert voorzien. De vondsten zijn het resultaat van een jarenlange oppervlakteprospectie naar alle hoeven uit het Waasland die sedert de opmaak van de zgn. Ferrariskaart ( ) verdwenen zijn en die nu in gebruik zijn als landbouwgrond. In totaal werden ca. 140 sites gescreend. Het archeologisch relevante materiaal zal indien nodig in het metaalrestauratieatelier worden geconsolideerd. In 2013 wordt er tevens werk gemaakt van het digitale databeheer van het depot, gekoppeld aan de onderzoeksdatabank. Dit vormt een belangrijk element in het gecentraliseerde databeheer waarnaar de ADW streeft (zie veldwerk). Gelijktijdig worden beslissingen genomen met betrekking tot de definitieve ordening van het vondstenmateriaal en de te bewaren stalen. Via de opmaak van het Reglement voor overdracht van archeologische vondsten en opgravingsarchief worden duidelijke richtlijnen gegeven om het aanleveren van vondsten en opgravingsadministratie door externen op een gestandaardiseerde en kwalitatieve wijze te laten verlopen. Het stipuleert de administratieve bepalingen, overdrachtprodecure, eigendomssituatie en minimale voorwaarden voor aanvaarding in het Archeologisch Depot Waasland. Op deze manier kan in 2013 vorm gegeven worden aan een sterk onderbouwd regionaal depot- en archiefbeheer Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid De website zal in 2013 verder actief worden ingezet voor het aankondigen van publieksgerichte activiteiten (zoals opensleuvendagen, lezingen, ), het geven van een stand van zaken van het eigen archeologisch onderzoek, het promoten van de eigen dienstverlening (metaalrestauratie en archeologisch (voor)onderzoek.) 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 16

17 Bij de berichtgeving zal vanaf 2013 ook aandacht worden besteed aan het archeologisch onderzoek door private bedrijven in het Waasland. Ook het online raadplegen van onderzoeksrapporten zal worden mogelijk gemaakt. Daarnaast worden er enkele deelrubrieken verder uitgewerkt. Recente en oudere opgravingen zullen aan de reeds bestaande sitelijst van Opgravingen in kaart gebracht worden toegevoegd. Ook het eerste deel van de rubriek Archeokids krijgt een vervolg: een infoluik rond het dagdagelijkse leven van de prehistorie tot de 18de eeuw (met thema s zoals kleding, voeding, wonen en ontspanning). In de deelrubriek Onderzoek je mee worden opnieuw 10 objecten uit het depot gehaald en in de schijnwerpers geplaatst. In 2013 opent de ADW ook een eigen facebookaccount. Bedoeling is om hierop o.m. korte berichten rond eigen activiteiten, links naar stand van zaken/onderzoeksresultaten van recente onderzoeken, het aankondigen van een nieuw item op Onderzoek je mee. te plaatsen. Deelname aan Erfgoeddag 2013: Het thema van 2013 Stop de tijd lijkt archeologen wel op het lijf geschreven. De ADW denkt er momenteel aan om een viertal activiteiten uit te werken: In the field: Waarschijnlijk onderzoekt de ADW in het voorjaar van 2013 het oude kerkhof van Sint- Pauwels (Sint-Gillis-Waas). Als dit project doorgaat, kan op Erfgoeddag een opensleuvendag worden georganiseerd. Mogelijke pistes zijn o.m. het creëren van enkele tijdsvensters waardoor de bezoekers een idee krijgen hoe de kerkomgeving van Sint-Pauwels doorheen de tijd is geëvolueerd, hoe men vroeger omging met de dood Ook andere confrontaties met tijd kunnen onder de aandacht worden gebracht zoals bv. de race tegen de tijd of waarom archeologen bij opgravingen soms/vaak met zware tijdsdruk worden geconfronteerd. De tand des tijds: In het archeologisch depot huizen kwetsbare archeologische vondsten o.m. metaal, hout, leder en glas. Zonder de nodige consolidatie vreet de tand des tijds deze archeologica tot stof. Naar aanleiding van Erfgoeddag wordt in het depot en de ateliers van de ADW getoond hoe archeologen en restaurators de strijd aanbinden met de tijd. Maak je eigen tijdslijn van het Waasland: Door middel van enkele verrassingsboxen maken gezinnen op een leuke manier kennis met verschillende tijdsperioden uit de geschiedenis van het Waasland. Tijdens deze ontdekkingstocht kunnen ze een eigen tijdslijn van het Waasland samenstellen. Bedoeling is om aan deze gepersonaliseerde tijdslijn ook een gezelschapspel te koppelen waardoor deze tijdslijn ook thuis nog voor leuke en leerzame momenten kan zorgen. De tijdslijn van de ADW op facebook: De ADW voorziet in 2013 de aanmaak van een facebookaccount. De tijdslijn van de organisatie kan naar aanleiding van erfgoeddag online worden gezet. Project met studenten lerarenopleidng KAHOSL: Tot nu toe hebben educatieve initiatieven rond archeologie zich vooral op de archeologische verhaallijn in SteM gefocust. Dit komt in de eerste plaats de onderwijsinstellingen in het stadscentrum van Sint-Niklaas ten goede. Voor de overige onderwijsinstellingen in de periferie van Sint-Niklaas en in de andere participerende gemeenten (Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas, Stekene, Temse en Waasmunster) lijken tijd, afstand en de bijhorende kosten (vooral busvervoer) de grootste hindernissen te zijn om een bezoek aan SteM te organiseren. Daarom werkt de ADW in samenwerking met studenten lerarenopleiding van het KAHOSL een variatie uit op de workshop Van barbaarse broek tot extravagante hoed die in de klassen van de 3de graad lager onderwijs en de 1ste graad middelbaar onderwijs kan worden ingezet. 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 17

18 ADW als partner in SteM: Sinds 2008 is de ADW een actieve partner binnen SteM, het Stedelijk Museum van Sint-Niklaas. Na de realisatie van een archeologische verhaallijn binnen de museale opstelling volgde het uitwerken van tal van activiteiten rond publiekswerking voor verenigingen, het onderwijs en gezinnen. Voor 2013 voorziet de ADW het volgende: De workshop Munten schrijven geschiedenis: In 2013 worden de studieopdrachten een zilverschat, munten uit een mysterieuze kuil en munten uit een opgraving definitief op punt gesteld. Ook volgen er nog enkele proefklassen i.f.v. de opleiding van de museumgidsen. Deelname aan de reeks Zondag-familiedag in SteM : In 2013 start SteM met het organiseren van vijf themanamiddagen met als doelgroep gezinnen. Ook archeologie behoort tot een van deze thema s. Medewerking opleiding museumgidsen: In 2012 kocht SteM replica s van een boog, pijl en een benen werktuig met duimschrabber uit het laat-mesolithicum aan. Samen met andere artefacten uit private collecties (kernen, microlieten..) worden ze bij het tijdsvenster van de jager-verzamelaars op een sokkel geëxposeerd. Voor de museumgidsen wordt tevens een infomoment over deze tijdsperiode georganiseerd. Verdere medewerking promotie educatieve werking van SteM: Met de start van het schooljaar investeren de ADW en de dienst publiekswerking van SteM tijd in het toelichten van de educatieve workshops waaronder archeologie aan het leerkrachtenkorps van diverse onderwijsinstellingen in de stad Sint-Niklaas Afsprakencluster 6: organisatie Het administratief takenpakket van de ADW: Anno 2013 is het administratief takenpakket van de ADW uitgegroeid tot een complex en omvangrijk gegeven. Diverse factoren liggen hiervan aan de basis: Het huidige personeelsbestand. De laatste twee jaren is het personeelsbestand van de ADW uitgegroeid tot 10 leden (8,2 VTE). Personeelsadministratie (loonadministratie, verloffiches, de RPR van eigen en gedetacheerd personeel ) maakt daarom samen met het financieel beheer van de dienst het grootste deel van het takenpakket uit. De opsplitsing van de ADW in drie aparte entiteiten Beheer & ontsluiting, Onderzoek en Consolidatie & restauratie heeft o.m. tot gevolg dat de entiteiten Onderzoek en Consolidatie & restauratie zichzelf volledig via dienstverlening moeten financieren. Het promoten van deze dienstverlening, de opmaak van offertes en facturen, de nodige controles van de financiën zijn eveneens medeverantwoordelijk voor de recente groei van het administratief takenpakket van de dienst. In 2012 werd ingezet op het efficiënter maken van de administratie. De administratie werd gecentraliseerd en van een duidelijke structuur voorzien. Tevens werd een eerste fase van de inrichting en organisatie van het administratief archief afgerond. Hier dient echter nog een achterstand van bijna 25 jaar te worden weggewerkt. Deze inhaalbeweging wordt (hopelijk) in 2013 afgerond. Vanaf 2013 worden taken inzake archiveren standaard aan het administratief takenpakket toegevoegd. Ook zal het digitaal netwerk van de ADW beter worden georganiseerd met o.m. een nieuwe structuur. In functie van een efficiënte werking van de dienst is de inzet van 1,5 VTE voor het administratief takenpakket van de ADW geen overbodige luxe, maar een noodzakelijk gegeven Afsprakencluster 7: deontologie en gedragscode De ADW handelt hier conform de punten in de resultaatsverbintenis. 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 18

19 5.2 Opmaak meerjarenbeleidsplan In 2013 werd gestart met de opmaak van een meerjarenbeleidsplan voor de ADW. Om de objectiviteit van het proces te garanderen werd uitgegaan van een opmaakmodel dat in de ruime erfgoedsector wordt gebruikt (aangereikt en toegelicht door FARO). Door het interne planningsteam werd in 2012 in eerste instantie een missie geformuleerd, waarin de bestaansreden en het toekomstperspectief van de dienst werden weergegeven. Om een objectieve kijk te krijgen op de beleidsuitdagingen vond in 2013 een intensieve bevraging plaats van de belangrijkste partners van de ADW. De leidraad voor de bevragingsgesprekken is terug te vinden op volgende pagina. Steeds werd voorafgaandelijk een inleiding gegeven (powerpointpresentatie) met toelichting bij de historiek en de huidige werking van de ADW. Als hoofdbetrokkene wordt de inbreng van het Agentschap Onroerend Erfgoed (OE) van de Vlaamse Overheid als zeer waardevol beschouwd. Aangezien de eisen en wensen van OE duidelijk worden weergeven in het decreet, de resultaatsverbintenis en evaluatienota s leek het ons overbodig om een afzonderlijke bevraging uit te voeren. De afgevaardigde van OE in de raad van bestuur van de ADW, Inge Zeebroek, kreeg de kans om bijkomende bemerkingen te maken. Van de partnergemeenten werd zowel het beleidsniveau als het ambtelijk niveau bevraagd. Het beleidsniveau werd in eerste instantie geraadpleegd via de afgevaardigden in de raad van bestuur van de ADW. Om het lokaal politieke draagvlak voor de werking van de ADW te vergroten, werden vervolgens ook bevragingsmomenten georganiseerd voor alle geïnteresseerde gemeenteraadsleden van de participerende gemeenten. Parallel werden er gesprekken gevoerd met alle belanghebbende ambtenaren. Per gemeente werden de secretaris en de ambtenaren van de diensten ruimtelijke ordening en cultuur (/toerisme) uitgenodigd voor een groepsgesprek. Los van de bevindingen, werden de bevragingsmomenten door alle betrokkenen als zeer positief ervaren en wordt nu reeds gemerkt dat het beleidsmatige en ambtelijke draagvlak voor archeologie in het Waasland toegenomen is. Om de interne betrokkenheid van het beleidsplan te vergroten werd ook het eigen personeel bevraagd. In functie van het uitstippelen van de beleidsuitdagingen voor de cel Onderzoek en de cel Consolidatie en restauratie werd ook gepeild naar de visie van de opdrachtgevers. Interwaas, als één van de belangrijkste opdrachtgevers, werd rechtstreeks bevraagd. Voor de bevindingen van minder frequente opdrachtgevers hebben we ons gebaseerd op formele en informele gesprekken. Hetzelfde geldt voor de gegevensverzameling van de medewerkers van de stedelijke musea in Sint-Niklaas (Stem), als belangrijke partner voor ontsluiting van het archeologisch erfgoed uit de regio. In 2013 werd tevens een zelfevaluatie van de interne werking van elke deelcel aangevat. Met FARO werden contacten gelegd om onafhankelijke statische gegevens te verkrijgen met betrekking tot het maatschappelijk draagvlak voor archeologie in Vlaanderen. Op basis van de verworven gegevens zal in het voorjaar van 2014 een meerjarenbeleidsplan worden uitgeschreven, waarin de beleidsuitdagingen, de doelstellingen en de werkingsstrategie van de ADW voor de komende zes jaar bevattelijk verwoord worden. IB, JPVR, JVV 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 19

20 Naam stad/gemeente: Datum: Bevraging beleidsplan Archeologische Dienst Waasland (ADW). Hoe ervaart u de rol die de ADW op dit moment speelt? 1. Hoe ervaart u in algemene zin de interne werking van de ADW? 2. Hoe ervaart u in algemene zin de samenwerking tussen de ADW en externe partners? 3. Wat beschouwt u als troef van de huidige ADW? Hoe heeft u dit ervaren? 4. Wat zijn de tekorten van de huidige ADW? Hoe heeft u deze ervaren? 5. Zijn er diensten waaraan de ADW zich in positieve zin kan spiegelen? Wat verwacht u van de ADW in de toekomst? 1. Aan welke noden, wensen of behoeften zou de ADW moeten kunnen tegemoetkomen. 2. Welke accentverschuiving ziet u de komende jaren in de werking van de ADW? Waarom? 3. Wat is de hoofdtaak van de ADW? Waarom? 4. Welke acties zou u opgenomen willen zien in het beleidsplan van de ADW? Op welke criteria beoordeelt u de werking van de ADW? Hoe scoort de ADW hierop? Samenwerking Transparantie Toegankelijkheid Naambekendheid Raadgeving omtrent specifieke archeologie kwesties Bevraagbare schakel tussen het archeologische werkveld en de overheid Advisering en betrokkenheid bij ruimtelijke planning Uitbouw regionaal gecentraliseerd archeologiedepot Uitvoeren kwalitatief terreinonderzoek en rapportage Wetenschappelijke kennisopbouw omtrent regionale archeologie Publieksgerichtheid Uitvoeren van restauratie- en consolidatie van archeologische artefacten /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 5. Afsprakencluster 3: beleid en beheer 20

21 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 6.1 Opvolgen vergunde opgravingen van derden Beveren Viergemeet Realisatie van een woonverkaveling. Wetenschappelijke begeleiding van een archeologische opgraving: 7 januari 5 maart Dossiernummer: 2012/502. Vergunninghouder: Cyriel Verbeek, BAAC bvba. In het hoger gelegen zuidoostelijke deel van het onderzoeksgebied treffen we nederzettingszone aan die gedateerd kan worden in de ijzertijd. Gebouwplattegronden, greppels en een waterkuil/-put maken deel uit van het bewoningsareaal. Ten noordoosten ervan werden nederzettingssporen, o.a. een waterkuil, uit de overgang van de volle naar de late middeleeuwen (12de-13de eeuw) aangetroffen. In de westelijke zone van het onderzoeksgebied vinden we een tweede middeleeuwse nederzettingszone. Naast enkele erfbegrenzingsgreppels kwamen ook hier enkele structuren aan het licht. De drieschepige structuur met smalle zijbeuken en licht gebogen wanden sluit morfologisch perfect aan bij de typische 12de/13de-eeuwse woonstalhuizen die reeds meermaals werden aangetroffen in het Waasland (Beveren-Polderdreef, Kruibeke-Hogen Akkerhoek, Beveren-Meerminnendam, ). In dezelfde zone bevonden zich ook enkele kuilen, waarvan de inhoud een datering in de metaaltijden doet vermoeden. Natuurwetenschappelijk onderzoek zal meer duidelijkheid scheppen omtrent de ouderdom en contemporaine omgevingsomstandigheden van de sporenconfiguraties. Fig. 1. Beveren Viergemeet: drieschepige structuur. afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 21

22 Sint-Niklaas Eekhoornstraat Realisatie van een nieuw schoolgebouw. Wetenschappelijke begeleiding van een archeologische prospectie met ingreep in de bodem: januari Dossiernummer: 2012/523. Vergunninghouder: Natasja Reyns, All-Archeo bvba. Centraal in het zuidelijke deel van het terrein werden twee clusters met zwarte tot donkergrijze gevlekte paalsporen aangetroffen. De clusters worden omgeven door een verstoorde zone en er konden geen structuren in herkend worden. In het noordoosten van het terrein werd een spieker aangetroffen. Net ten zuidwesten hiervan loopt een greppel, die mogelijk een erf afbakende. Op basis van de bevindingen werd een zone afgebakend waar vervolgonderzoek noodzakelijk was. Op basis van de schaarse vondsten van handgevormd aardewerk lijken de sporen te dateren uit de metaaltijden of de Romeinse periode. Dit vormt echter slechts een indicatie. Er werd immers te weinig vondstenmateriaal aangetroffen om met zekerheid de sporen in deze periode te plaatsen. Het noordwesten van het terrein bleek sterk opgehoogd. Hier werden nauwelijks relevante sporen aangetroffen. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 22

23 Fig. 2. Sint-Niklaas Eekhoornstraat: overzichtsplan van de proefsleuven. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 23

24 Kruibeke Bazelstraat Realisatie van een woon- en zorgcentrum. Wetenschappelijke begeleiding van een archeologische prospectie met ingreep in de bodem: 17 januari Dossiernummer: 2013/002. Vergunninghouder: Natasja Reyns, All-Archeo bvba. De aangetroffen sporen lijken in hoofdzaak te dateren uit de nieuwste tijd en omvatten voornamelijk kuilen en verstoringen. De verstoringen strekken zich bovendien uit over een groot deel van het onderzoeksgebied. Tijdens het onderzoek kon vastgesteld worden dat heel wat verstorende bodemingrepen hebben plaatsvonden in het zuidelijke en noordoostelijke deel van het terrein. Het gaat in de eerste plaats om de ophoging van een groot deel van het terrein met een zeer puinrijke vulling en het gebruik van het noordoostelijk deel van het terrein als parking. De bodemverstoringen tonen vooral de ingrepen die sinds de jaren 1990 op het terrein uitgevoerd werden tijdens afbraak van de toen aanwezige bebouwing. Het noordwestelijke deel van het terrein wordt gekenmerkt door een betere bewaringstoestand van de bodem, hoewel ook hier puinkuilen werden aangetroffen. Bijgevolg was er geen vervolgonderzoek noodzakelijk. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 24

25 Fig. 3. Kruibeke Bazelstraat: overzichtsplan van de proefsleuven. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 25

26 Melsele Gaverlandwegel Realisatie van een woonverkaveling. Wetenschappelijke begeleiding van een archeologische opgraving: 4 maart - 4 april Dossiernummer: 2013/063. Vergunninghouder: Marijke Derieuw, All-Archeo bvba. De site omvat resten van bewoning die gedateerd kunnen worden in de ijzertijd. De bewoningssporen omvatten o.a. een huisplattegrond en enkele spiekers. Deze zijn in hoofdzaak centraal en in het zuidelijke deel van het terrein te situeren. Ook uit de middeleeuwen werden verscheidene sporen aangetroffen. Het gaat om een spieker, een grote kuil, twee houtskoolbranderskuilen en een bootvormige gebouwplattegrond. Radiokoolstofdatering wijst voor de plattegrond op een datering in de tweede helft van de 9de tot het midden van de 12 de eeuw. De spieker wordt gedateerd in de vroege middeleeuwen! Het noordelijke deel van het terrein bleek sterk verstoord door de aanwezigheid van talrijke kuilen, die vermoedelijk gezien mogen worden in het kader van zavelwinning in de late middeleeuwen (-16 de eeuw). Fig. 4. Melsele Gaverlandswegel: overzichtsplan van het opgravingsvlak. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 26

27 Fig. 5. Melsele Gaverlandswegel: bootvormige huisplattegrond. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 27

28 Sinaai Wijnveld Realisatie van een woonverkaveling. Wetenschappelijke begeleiding van een prospectie met ingreep in de bodem: 2 april Dossiernummer: 2013/114. Vergunninghouder: Lies Dierckx, All-Archeo bvba. Tijdens het sleuvenonderzoek werden de resten van een spieker of graanschuurtje aangetroffen. Daarnaast werden ook enkele perceelsgreppels vastgesteld. Waarschijnlijk maken de verspreide paalsporen deel uit van één of meerdere structuren, maar de beperkingen van een vooronderzoek zorgden er voor dat dit niet eenduidig vast te stellen was. De aangetroffen spieker kan op basis van vondstmateriaal waarschijnlijk in de metaaltijden of Romeinse tijd gedateerd worden. Een vervolgonderzoek kan deze datering vernauwen. De perceelsgreppels lijken herleid te kunnen worden tot perceelsgrenzen uit de middeleeuwen en nieuwe tijd. Het geregistreerde sporenbestand duidt zowel op resten van bewoning als op landbouwactiviteit. De archeologisch relevante sporen bevinden zich voornamelijk in het noordoosten van het onderzoeksgebied. Op de rest van het terrein werden voornamelijk sporen uit de nieuwe en nieuwste tijd geregistreerd. Fig. 6. Sinaai Wijnveld: overzichtsplan van de proefsleuven. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 28

29 Temse Doornstraat Realisatie van een woonverkaveling. Wetenschappelijke begeleiding van een archeologische opgraving: juni augustus Dossiernummer: 2013/195. Vergunninghouder: Jeroen Vanden Borre, BAAC Vlaanderen bvba. Alles samen werd 4,2 ha opgegraven. De uitwerking bevindt zich nog in een vroege fase. Specialistisch labo-onderzoek is nog niet gestart. Vandaar wordt alvast een kort overzicht van de eerste resultaten van het veldwerk gegeven. Alles samen werden ruim 700 paalkuilen, 584 kuilen en 157 greppels/grachten gevonden. Ook zijn een zevental brandrestengraven gevonden. We herkennen in deze sporen voorlopig 23 gebouwstructuren. We verdelen het terrein grosso modo in twee zones. In een zuidoostelijk en zuidelijk deel van het plangebied komen met name sporen voor uit de ijzertijd en Romeinse tijd. In een westelijke zone bevinden zich voornamelijk middeleeuwse sporen (11 de -13 de eeuw). In 2014 zal het labo-onderzoek gebeuren, wat zal toelaten de gevonden sporen nauwkeuriger te dateren, de graven te analyseren en de evolutie van het landschap en het gebruik door de mens te reconstrueren. Fig. 7. Temse Doornsstraat: Romeins brandrestengraf. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 29

30 Melsele Brielstraat Realisatie van een woonverkaveling. Wetenschappelijke begeleiding van een prospectie met ingreep in de bodem: 14 mei Dossiernummer: 2013/165 en 2013/212. Vergunninghouder: Marjolein Van Celst, All-Archeo bvba. De aangetroffen sporen omvatten voornamelijk (perceels)greppels met grotendeels eenzelfde oriëntatie (zuidwest naar noordoost). De verspreide paalsporen konden niet met elkaar in verband gebracht worden, waardoor de aanwezigheid van gebouwplattegronden uitgesloten lijkt te zijn. Enkele palen-rijen in het noorden van het terrein konden in verband gebracht worden met perceelsgreppels. Mogelijk gaat het hier om de restanten van een afsluiting. Alle sporen lijken voornamelijk in de late middeleeuwen, nieuwe en nieuwste tijd te situeren. Er was geen vervolgonderzoek noodzakelijk. Fig. 8. Melsele Brielstraat: overzichtsplan van de proefsleuven. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 30

31 Sint-Niklaas Eekhoornstraat Realisatie van een nieuw schoolgebouw. Wetenschappelijke begeleiding van een archeologische opgraving: 13 mei 2 augustus Dossiernummer: 2013/192. Vergunninghouder: Ron Bakx, Studiebureau Archeologie bvba. Ondanks de vele verstoringen op het terrein konden er talrijke archeologische sporen gedocumenteerd worden. Er zijn 15 structuren herkend waarvan één hoofdgebouw. Het gaat om een woonstalhuis van het type Haps/Oss 4a met een lengte van ongeveer 14 meter en een breedte van ongeveer 9 meter, dat op typologische gronden in de midden- tot late ijzertijd gedateerd kan worden. In de buurt van het hoofdgebouw lag een zone met twee waterputten en een aantal waterkuilen. In de kuilen is een grote hoeveelheid aardewerk (± 31 kg) aangetroffen, die te dateren is in de middenijzertijd. Tijdens het macrobotanisch onderzoek van de monsters uit de waterputten zijn zaden van slaapbol (Papaver somniferum) aangetroffen. Slaapbol is in cultuur gebracht om olie uit de zaden te kunnen winnen en het kan tevens worden toegepast als narcotica. De vroegere aanwezigheid van een bolle akker heeft in bepaalde zones voor een goede intactheid van de oude bodem gezorgd. In deze zones zijn onder de bolleakkerlaag sporen van landbewerking, zoals eergetouwsporen en ondiepe greppeltjes, aangetroffen. In deze sporen is een verkoolde zaadje van kruldistel aangetroffen, een plant die groeit op omgewerkte grond. Op het zaadje werd een 14Cdatering uitgevoerd. De uitkomst van deze datering maakt het aannemelijk dat in de late middeleeuwen (eind 13 de begin 15 de eeuw) op de locatie een akker aanwezig was die de bolle akker vooraf ging. Mogelijk is een greppel die centraal over het terrein loopt ook toe te wijzen aan deze periode. Ook het neolithicum en de Romeinse periode zijn vertegenwoordigd met een kleinere hoeveelheid vondstenmateriaal. Fig. 9. Sint-Niklaas Eekhoornstraat: huisplattegrond. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 31

32 Fig. 10. Sint-Niklaas Eekhoornstraat: huisplattegrond. Fig. 11. Sint-Niklaas Eekhoornstraat: eergetouwsporen. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 32

33 Haasdonk Bunderhof Realisatie van een woonverkaveling. Wetenschappelijke begeleiding van een prospectie met ingreep in de bodem: 19 juni Dossiernummer: 2013/249. Vergunninghouder: Natasja Reyns, All-Archeo bvba. Op het terrein werden twee zones afgebakend. Een eerste situeert zich ter hoogte van werkputten 1, 2 en 8 en omvat sporen die vermoedelijk aan de metaaltijden (of de Romeinse tijd) toe te schrijven zijn. Het gaat om bewoningssporen, waaronder paalsporen, kuilen en een greppel te vermelden zijn. Tot slot bevindt zich in deze zone nog een loopgraaf uit WOI, deeluitmakend van de forten- en bunkerlinie tussen Steendorp en Vrasene. Een tweede zone is te situeren ter hoogte van werkputten 3, 4 en 5 en omvat een depressie met opmerkelijk veel vondstenmateriaal. In deze zone werd tijdens het vooronderzoek slechts één spoor aangetroffen, maar het is mogelijk dat zich onder de depressie nog andere sporen bevinden. Ook de aanwezigheid van een waterput is niet uitgesloten. Ter hoogte van werkputten 6, 7 en 9 werden geen relevante archeologische resten aangetroffen. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 33

34 Fig. 12. Haasdonk Bunderhof: overzichtsplan van de proefsleuven. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 34

35 Beveren - Hof ter Wellelaan Realisatie van een woonverkaveling. Wetenschappelijke begeleiding van een archeologische opgraving: juni en september Dossiernummer: 2013/250. Vergunninghouder: Marijke Derieuw (fase 1) en Natasja Reyns (fase 2), All-Archeo bvba. Een groot deel van de aangetroffen sporen bestaat uit greppels, paalsporen en kuilen. De meeste paalsporen concentreerden zich in het zuidwesten van het onderzoeksgebied. De sporen dateren uit de ijzertijd, middeleeuwen, nieuwe en nieuwste tijd. De sporen uit de ijzertijd lijken zich te concentreren in het zuiden van het onderzoeksgebied, terwijl sporen uit de andere periodes verspreid over het terrein voorkomen. Het beeld van de opgraving sluit aan bij de verwachtingen die voort kwamen uit het proefsleuvenonderzoek. Dit toonde reeds aan dat de grootste densiteit aan sporen te situeren is in het zuiden van het terrein en dat zich vooral in deze zone paalsporen bevinden. Een groot aantal van de greppels werd ook vastgesteld tijdens het vooronderzoek, net zoals de waterkuil (die tijdens het vooronderzoek als waterput was bestempeld). Bewoningssporen werden enkel in het zuiden van het terrein aangetroffen en dateren uit de ijzertijd. Buiten een noord-zuid georiënteerde greppel, die uitkomt op de waterkuil en die het oosten van het erf afbakent, kon geen andere gerelateerde afbakening worden vastgesteld. Helaas kon uit de palencluster geen structuur worden afgeleid. De paalsporen waren slechts ondiep bewaard gebleven, waardoor de minder diep ingezette paalsporen vermoedelijk verdwenen zijn. Uit de overige paalsporen kon geen dragende constructie afgeleid worden. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 35

36 Fig. 13. Beveren Hof ter Wellelaan: overzichtsplan van het opgravingsvlak. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 36

37 Sint-Niklaas Smisstraat Na het slopen van de bestaande gebouwen zal een handelspand (Colruyt) met parkeergelegenheid, toegangswegen en een speelbos gerealiseerd worden. Wetenschappelijke begeleiding van een prospectie met ingreep in de bodem: 29 juli en 24 september Dossiernummer: 2013/299. Vergunninghouder: Annick Van Staey, All-Archeo bvba. In het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied bevindt zich de verderzetting van een gracht die in de eerste fase werd aangetroffen. Vooral in het noordelijke deel van deze zone bleken verstoringen aanwezig, die in verband gebracht kunnen worden met de aanwezige bebouwing en verharding. Het oorspronkelijke bodemprofiel bleek niet meer bewaard te zijn. Bijgevolg was er geen vervolgonderzoek noodzakelijk. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 37

38 Fig. 14. Sint-Niklaas Smisstraat: overzichtsplan van het sleuvenonderzoek. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 38

39 Sint-Niklaas Vlasstraat Realisatie van een woonverkaveling. Wetenschappelijke begeleiding van een prospectie met ingreep in de bodem: 7-28 oktober Dossiernummer: 2013/378 Vergunninghouder: Jeroen Vanden Borre, BAAC Vlaanderen bvba. De archeologische prospectie met ingreep in de bodem leverde beperkte archeologische resultaten op. Mede door intensieve exploitatie van het terrein, bleek een groot deel van het bodemarchief verstoord. De hoop een steentijdoccupatie aan te treffen op een intacte E-horizont moest men hierdoor volledig laten varen. Desalniettemin werden twee zones afgebakend, één in het noorden en één in het zuiden van het plangebied. De noordelijke zone leek het meeste archeologisch potentieel te bezitten, onder andere door de aanwezigheid van een enclosgreppel en palenstructuur (heel waarschijnlijk een gebouwplattegrond uit de late ijzertijd tot Romeinse periode). Alles wijst er echter op dat men de kern van een mogelijke occupatie ten noorden van het plangebied moet situeren. Er werd geadviseerd om de aangetroffen bewoningssporen op te graven. De tweede interessante zone, in het zuiden van het plangebied, werd gekenmerkt door enkele kuilen en greppels. Een ondubbelzinnige chronologische, typologische en functionele interpretatie van deze sporen bleek echter onmogelijk. Het overgrote deel van deze sporen lijkt eerder natuurlijk dan antro-pogeen, of in ieder geval sterk aangetast door bioturbatie en zeer ondiep bewaard. Samen met de relatief beperkte oppervlakte van de zone en lage sporendensiteit verlaagt dit het archeologisch potentieel drastisch. Uit meer recente periodes werden, naast enkele drainagegreppels, vooral recente verstoringen aangetroffen die in verband stonden met de recente bebouwing op het terrein. Deze had duidelijk een negatieve impact op het archeologisch potentieel van het terrein. Fig. 15. Sint-Niklaas Vlasstraat: structuur aan de noordzijde van het terrein. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 39

40 Temse-Haasdonk-Bazel Air Liquide Ontdubbeling leiding Air Liquide. Wetenschappelijke begeleiding van een prospectie met ingreep in de bodem: november Dossiernummer: 2013/466 Vergunninghouder: Nick Krekelbergh, BAAC Vlaanderen bvba. In het najaar van 2013 werd een archeologische prospectie uitgevoerd op het ca. 5,5 km lange Air Liquide-tracé tussen Temse, Haasdonk en Bazel. Hiervoor werd over de as van de leiding een continue proefsleuf aangelegd van 2 m breed en in brede werkzones meerdere parallelle proefsleuven, aangevuld met kijkvensters in relevante zones. Verspreid over het tracé kwamen zeven archeologische sites aan het licht: - In zone 1 kwamen clusters van sporen aan het licht waaronder greppels, paalkuilen en kuilen. Enkele fragmenten laatmiddeleeuws aardewerk werden uit de kuilen gerecupereerd. - In zone 2 werden een vierpalige spieker, een brandrestengraf, een kuil en verschillende greppels aangetroffen. De structuren kunnen vermoedelijk in de Romeinse periode gedateerd worden. - In zone 3 werden 2 kringgreppels, een negenpalige structuur en diverse paalsporen die nog niet aan een structuur konden worden toegewezen, aangetroffen. Uit de negenpalige structuur werden enkele fragmenten handgevormd aardewerk gehaald die het spoor dateren in de metaaltijden of de Romeinse periode. De kringgreppels zijn wellicht in de metaaltijden te dateren. - In zone 4 werden 3 brandrestengraven en 2 clusters met paalsporen aangetroffen. Het handgevormde aardewerk wijst op een datering in de ijzertijd/romeinse periode. - Ter hoogte van zone 5 werden diverse kuilen met verbrande leem, daterend in de late middeleeuwen aangetroffen. Mogelijk kunnen ze in verband worden gebracht met 2 heerlijkheden in de nabije omgeving. Bij een bouwovertreding werden deze kuilen reeds deels aangesneden tijdens aanleg van drainage. - Zone 6 omvat een grote kuil waarin zeer veel scherven in handgevormde ceramiek en houtskool werden aangetroffen. Deze structuur werd bij een bouwovertreding reeds deels aangesneden tijdens de aanleg van drainage. - Zone 7 is een site met diverse, goed bewaarde paalsporen, kuilen en greppels en mogelijk karrensporen. De datering is vermoedelijk Romeins. Voor bovenvermelde zones is een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving noodzakelijk. De vraagstelling van het onderzoek zal gericht zijn op de interpretatie en duiding van de aangetroffen structuren en de link met het omliggende (historische) landschap. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 40

41 Beveren Drijdijk Herinrichting waterloop tot kreeksysteem. Wetenschappelijke begeleiding van paleolandschappelijk en archeologisch booronderzoek en proefsleuvenonderzoek: 12 augustus tot 25 september en oktober Dossiernummer: 2013/403 Vergunninghouder: Bart Vanmontfort, Eenheid Prehistorische Archeologie, KU Leuven. Naar aanleiding van de heraanleg van een ca. 4 km lange waterloop aan de Drijdijk in Beveren, werd een archeologische vooronderzoek, bestaande uit een bureauonderzoek, boringen en proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Het landschappelijk booronderzoek toonde aan dat in het gehele gebied pleistocene dekzanden voorkomen, die afgezet werden op glauconiethoudende substraat. Bij het boren werden vaak restanten van een podzolbodem, soms tot en met de E-horizont, aangetroffen. Op de plaatsen waar de podzolbodem goed bewaard was, was het mogelijk dat er resten van prehistorische bewoning teruggevonden zouden worden. Op basis van de goed bodembewaring werden drie zones geselecteerd voor archeologische boringen. De 121 archeologische boringen bevestigden nogmaals het voorkomen van een redelijk bewaarde podzolbodem binnen de afgebakende zone, maar er werden geen artefacten aangetroffen die de aanwezigheid van een prehistorische bewoning aantonen. De landschappelijke boringen toonden ook aan dat het pleistoceen dekzand sterk doorsneden was met geulen en grachten. Dit werd bevestigd in de proefsleuven waarin het verschil in opvulling van de geulen en grachten in twee groepen ondergebracht werd: een kleiige opvulling of een zandige opvulling. Dit vertoont gelijkenissen met de eerdere bevindingen van onderzoek aan Konings Kieldrechtpolder (Van Roeyen, mondelinge mededeling) en aan de Kastanjelaan in Kieldrecht (Jacops et al. 2012). De te verwachten oriëntatie in het grachtensysteem in samenhang met de opvulling van de geulen en grachten, werd niet opgemerkt. Opvallend zijn wel de vondsten, die meestal in combinatie met de kleiige geulen en greppels teruggevonden worden. De zandige geulen en greppels bevatten zeer weinig tot bijna nooit vondsten. Er werden slechts 151 vondsten verspreid over 48 locaties aangetroffen in het uitgestrekte onderzoeksgebied. Samen met de negatieve resultaten van het booronderzoek en de aard van de aangetroffen sporen en vondsten, werd bevestigd dat er in het onderzoeksgebied weinig tot geen (pre)historische bewoning aanwezig was. Zoals bleek uit het landschappelijk luik van het vooronderzoek, was dit een nat gebied, zowel in het heden als het verleden, wat menselijke bewoning steeds bemoeilijkt heeft. De aanwezige sporen waren steeds gericht op landbouwactiviteiten (weidepalen) en het mogelijk maken van deze landbouw (greppels voor drainage en percellering). Aanwijzingen voor bewoning werden in het onderzoeksgebied niet aangetroffen. In overleg met de opdrachtgever, de wetenschappelijke begeleiding en de uitvoerder werd door Onroerend Erfgoed besloten dat verder onderzoek niet nodig was. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 41

42 Fig. 16. Het onderzoeksgebied met de aangelegde proefsleuven. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 42

43 Verrebroek Logistiek Park Waasland fase West Aanleg logistiek park Wetenschappelijke begeleiding van paleolandschappelijk en archeologisch booronderzoek en proefsleuvenonderzoek: 25 maart tot 22 april, 1 juli tot 8 oktober en Dossiernummer: 2013/320 Vergunninghouder: Pieter Laloo, Ghent Archaeological Team bvba (GATE). Het paleolandschappelijk booronderzoek gebeurde door middel van 1530 manuele boringen in een verspringend driehoeksgrid (20 x 20 m), met een nauwkeurige registratie van de bodemopbouw door ervaren archeologen, onder begeleiding van een geoloog. In vier zones, van elkaar gescheiden door een met veen gevulde erosiegeul, werd een podzolbodem vastgesteld waarvan de variatie verder werd geëvalueerd. Dit leidde tot de afbakening van vier potentieel interessante zones waar prehistorische vindplaatsen aangetroffen kunnen worden. In totaal beslaan deze zones ca. 27 ha of ca. 45% van het onderzoeksgebied. Een deel van het gebied werd ook onderzocht d.m.v. geofysische prospectie. Een eerste verwerking toonde een aantal sporen waarvan de aard en de ouderdom onbekend is maar die mogelijk wel archeologisch relevant zijn. Het archeologisch booronderzoek werd uitgevoerd in vier geselecteerde zones (1 t.e.m. 4) met een hoog prehistorisch potentieel, afgebakend op basis van de resultaten uit het paleolandschappelijk booronderzoek. Fig. 17. De onderzoekszone met de vier geselecteerde deelzones voor archeologisch booronderzoek. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 43

44 In de twee kleinste van de vier geselecteerde gebieden (zones 1 en 2) werden geen prehistorische vindplaatsen vastgesteld. In de twee overige deelzones (zones 3 & 4) werden daarentegen talrijke eenduidige prehistorische indicatoren aangetroffen. Het gaat voornamelijk om lithische artefacten, maar ook om fragmenten van verkoolde hazelnootschelpen en verbrande botfragmenten. De lithische artefacten zijn typologisch variabel en wijzen op de productie- en gebruiksprocessen (aanwezigheid van talrijke zeer kleine en een reeks grotere afhakingen, enkele kernen, kerfresten, pijlbewapening en verbrande brokken). De verbrande stukken wijzen, net als het verbrande bot en de verkoolde hazelnootschelpen op de aanwezigheid van haardplaatsen. Enkele karakteristieke lithische elementen (microlieten, kerfresten) duiden op een mesolithische component. Het aantal indicatoren per boring hoeft niet per se representatief (d.w.z. recht evenredig) te zijn met de aanwezige vindplaatsen. Naast deze prehistorische indicatoren werden in zes boringen ook aardewerk wandscherfjes aangetroffen. Het betrof telkens gedraaid aardewerk en allen kunnen in de middeleeuwen worden geplaatst. Eén scherfje grijs aardewerk heeft een kamstreepversiering. Fig. 18. Verspreiding van de archeologische indicatoren in deelzones 3 en 4, geprojecteerd op de paleotopografie. Op basis van de bekomen resultaten werd een advies voor verder onderzoek opgesteld. Voor deelzone 3 wordt geadviseerd om rond de positieve boorpunten proefputten van 5 x 5 m aan te leggen, waarin telkens 9 testvakken van ¼ m² worden uitgezeefd. De resultaten zullen in het jaarverslag 2014 worden behandeld. Gezien de omvang en het uitzonderlijke karakter van de site in deelzone 4 en de goede bewaring van de begraven bodem is een behoud in situ en/of archeologische bescherming de meest aangewezen optie. Indien bescherming/behoud in situ echter niet mogelijk is, wordt verder (gefaseerd) archeologisch onderzoek in de vorm van opgraving van zone 4 geadviseerd. In het najaar ging tevens ook het proefsleuvenonderzoek van start. De resultaten zullen in het jaarverslag 2014 worden behandeld. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 44

45 6.2 Deponering/archivering Start definitieve ordening depot In 2013 investeerde de ADW op verschillende manieren in de depotwerking. Vooreerst werden twee nieuwe typen depotdozen bij een lokale producent ontworpen en geproduceerd. Zij zullen vanaf nu standaard in het depot worden gebruikt. Voor het labelen van deze dozen werden intern sjablonen uitgewerkt. Voor de eigen digitale onderzoeksdatabank werd door Lason Media Design een webapplicatie gemaakt waardoor de databank zowel op het terrein als in het depot kan worden gebruikt. Het volgende vondstenmateriaal kreeg al een definitieve plaats op de depotrekken: Bazel-Bordburehof (1979) Belsele-Westelijke tangent (2010) Beveren-Kasteelreef (2010) Beveren-Polderdreef (2009) Beveren-Viergemeet (2012) Beveren-Warande (2007) Elversele-Aquafin (2010) Haasdonk-Bunderhof (2008) Kieldrecht-Kouter (2010) Kruibeke- Bazelstraat (2010) Kruibeke-Hogenakkerhoek ( ) Lokeren-Hoedhaar (2011) Melsele-Farneselaan (2012) Melsele-Molenbeek ( ) Melsele-Schoolstraat (2012) Sinaai-Wijnveld (2013) Sint-Gillis-Colruyt (2009) Sint-Gillis-Gemeenteplein (2008) Sint-Niklaas-Europark-Zuid ( ) Stekene-Dorpsstraat (2010) Stekene-Sparrenhofdreef (2013) Temse-Frankrijkstraat (2011) Temse-Krekel (2005) Vrasene-Profruco ( ) Waasmunster-Podtsmeulen (2010) IB Deponering collectie derden In 2013 werd het archeologisch vondstenmateriaal van de opgravingen op de site Boudeloo (Klein Sinaai) van het gesloten depot van SteM naar het hoofddepot van de ADW overgebracht. Tevens werd een overeenkomst opgemaakt inzake het beheer van de collectie tussen de stad Sint-Niklaas en de ADW. Ook het laatste deel van de archeologische collectie van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas werd naar het hoofddepot van de ADW overgebracht. Deze collectie werd ondertussen gedeeltelijk geïnventariseerd (analoge inventaris). Tevens werden archeologische vondsten zonder contextgegevens apart gehouden. Meer dan waarschijnlijk zal dit vondstenmateriaal bij toekomstige educatieve projecten worden ingezet. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 45

46 Fig 19. Het hoofddepot met de nieuwe depotdozen. Fig. 20. Deel van de archeologische collectie van de KOKW. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 46

47 6.2.3 Overdracht vondstenmateriaal opgravingen private bedrijven De afgelopen jaren zijn steeds meer private archeologische studiebureau s/bedrijven actief in het Waasland. Na rapportage wordt doorgaans het opgravingsarchief (incl. vondstenmateriaal) aan de ADW overgemaakt. In 2013 ontving de ADW het archeologisch archief van de volgende onderzochte sites: Beveren-Groothuiswijk Haasdonk-Bergstraat Kieldrecht-Kastanjelaan (vooronderzoek) Kruibeke-Bazelstraat 13 Kruibeke-Kasteleinstraat Kruibeke-Kattestraat Melsele-Brielstraat Melsele-IJzerstraat Melsele-Pauwstraat/Perzikenlaan 11 (vooronderzoek), Sinaai-Wijnveld (vooronderzoek) Sint-Gillis-Waas-Electrabel (windmolenpark) Sint-Niklaas-Polulierenwijk Sint-Niklaas-ter Muyle Vrasene-Windmolenpark Betreffend vondstenmateriaal werd opnieuw verpakt, verdeeld over de verschillende deeldepots (het hoofddepot voor aardewerk, bouwmateriaal en steen, het organisch depot, en het depot voor glas en metaal) en de projectnummers werden in de onderzoeksdatabank ingevoerd. Om het aanleveren van het archeologisch archief door derden eenvormig te laten gebeuren, werd in 2013 ook een depotreglement (naar het voorbeeld van andere diensten) opgemaakt. IB Behandeling vondstenmateriaal eigen onderzoek en beheer vondstenmateriaal depot Aardewerk Daar in 2013 het aantal terreininterventies (vooronderzoek/opgraving) eerder beperkt was, kon in de atelierruimten van het archeologisch depot werk gemaakt worden van het reinigen, coderen en inpakken van het schervenmateriaal, afkomstig van zowel oudere opgravingen waaronder Sint- Gillis-Kluizenmolen (2010), Sint-Niklaas-Europark-Zuid ( ) en Temse-Frankrijkstraat (partim) (2011), Melsele SBS (2010), Stekene-Bormte (2010) als van recente vooronderzoeken/opgravingen: Melsele-Pauwstraat/Perzikenlaan (2012), Sint-Pauwels-Kerkplein (2013), Vrasene-Belgische fruitveiling (2013), Sinaai-Wijnveld (2013) en Stekene-Dorpsstraat (2012). Tevens gebeurde een beperkte remontage van aardewerk van de sites Melsele-Pauwstraat/Perzikenlaan, Melsele-Molenbeek, Sint-Gillis-Kluizenmolen en Melsele-Brielstraat. Organisch vondstenmateriaal Onderdelen van de waterputten van Sint-Pauwels-Kerkplein en Sinaai-Wijnveld werden gewassen, gefotografeerd en voorbereid voor verder wetenschappelijk onderzoek. De containers met organisch vondstenmateriaal werden in het organisch depot gecontroleerd en indien nodig werd het water aangevuld. 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 47

48 Diverse monsters uit opgravingen (Steendorp-Blauwhof, Stekene-Dorpsstraat, Elversele-Aquafin, Temse-Oeverstraat en Sinaai-Wijnveld) werden gezeefd. Kleine houten onderdelen met breeuwsel van de Doelse koggen, die zich nog in het organisch depot van de ADW bevonden, werden in 2013 aan het onderzoeksteam van de Doelse koggen overgemaakt. Archeologisch metaal en glas In de loop van 2013 werden de containers met archeologische metalen op regelmatige tijdstippen gecontroleerd. Verzadigde droogparels in de containers werden tijdens deze controles vervangen. IB Fig. 21. De archeologische metalen in containers met droogparels Netwerk regionaal archeologisch depot Oost-Vlaanderen De Vlaamse Regering keurde in 2011 een convenant goed tussen het Vlaams gewest en de provincie Oost-Vlaanderen over de uitbouw van een proefproject rond archeologische depots, waarvan de termijn vier jaar bedraagt ( ). Op 11 september vond een nieuw overlegmoment plaats. De activiteiten van de depotconsulenten binnen het erfgoedcentrum Ename van het afgelopen dienstjaar 2012 werden toegelicht, waaronder de resultaten van de enquête rond de huidige stand van zaken binnen de archeologische depots of de nulmeting (inzake samenstelling, huisvesting, inventarisatie, publiekswerking ) en het (vernieuwd) registratieplan en het kersverse calamiteitenplan voor het provinciaal erfgoeddepot. Vervolgens werden de laatste actiepunten van het dienstjaar 2013 bekendgemaakt ( o.m. een bevraging inzake het digitaal opgravingsarchief). Tijdens het tweede luik van het overleg werden o.m. presentaties gegeven door de denkgroep archeologische depots en de ADW. Maarten Berckers (Stadsarcheologische dienst Gent), stelde een voorstel van basiscriteria voor de aanlevering van een archeologisch archief van de denkgroep archeologische collecties voor. De ADW zelf zette de verschillende stappen binnen het evaluatieproces van archeologische metalen via een powerpointpresentatie uiteen. Op vraag van het lokaal netwerk werd in 2013 nog een vragenlijst inzake het digitaal opgravingsarchief ingevuld. IB 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 48

49 6.2.6 Ontlening prehistorisch en vroeg-romeins glas voor XRF-analyse Eind 2012 diende de heer Erik Verbeke, student Archeologie aan de Universiteit Gent, bij de ADW een aanvraag in voor het ontlenen van prehistorisch en vroeg Romeins glas. Zijn masterproef beoogde niet alleen het inventariseren van alle glasvondsten uit deze perioden in Vlaanderen, maar ook het achterhalen van de oorsprong, het productieproces en de sociale betekenis van dit glas. Om deze vraagstelling te beantwoorden werd o.m. van de zogenaamde XRF-analyse gebruik gemaakt. XRF of röntgenfluorescentie spectrometrie is een niet-destructieve analyse waarbij de exacte chemische samenstelling van een monster (vast of vloeibaar) kan worden achterhaald en daarmee ook de herkomst van het materiaal. Voor dit onderzoek stelde de ADW materiaal uit de eigen collectie, de collectie van de KOKW en de private collecties van de heer Marc De Meireleir en de heer Hubert De Bock begin 2013 ter beschikking. De resultaten van dit onderzoek worden begin 2014 verwacht. IB Ontlening selectie porselein i.f.v. publicatie Relicta In 2009 bestudeerde de heer Jordi Bruggeman een selectie van het porselein, afkomstig uit de opgraving van de kasteelsite Steendorp-Blauwhof i.f.v. van zijn (eigen) onderzoek rond de verspreiding van het Aziatisch porselein bij de hogere sociale klassen in landelijke regio s van Vlaanderen. Zijn bevindingen resulteerde in een artikel dat in de loop van 2014 in het tijdschrift Relicta van het agentschap Onroerend Erfgoed zal verschijnen. Het bestudeerde porselein werd eind 2013 opnieuw ter beschikking gesteld voor het fotograferen van de voorwerpen i.f.v. de publicatie. IB Ontlening archeologica i.f.v. de expositie Temses Erfgoed in SteM In 2013 werkte de ADW mee aan de tentoonstelling Temses erfgoed in SteM, een initiatief van het Gemeentemuseum van Temse. Voor deze tentoonstelling werd vondstenmateriaal van de sites Temse- Frankrijkstraat, Temse-Markt, Elversele-Aquafin en Steendorp-Blauwhof ontleend. IB 6. Afsprakencluster 4: veldwerk en deponering/archivering 49

50 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 7.1 Registratie en toegankelijk stellen van verworven kennis Toegankelijk stellen van opgravingsresultaten voor thesisstudenten en onderzoekers In 2013 bereikten de ADW enkele vragen voor medewerking bij het aanleveren van data voor de opmaak van een paper, twee masterthesissen en twee doctoraten. Opgravingsgegevens werden toegankelijk gesteld en vondsten konden bestudeerd worden. Kim Aluwé (Universität Tübingen, promotor: dr. Britt Starkovich): The faunal remains of a roman well from Europark-Zuid, Sint-Niklaas, Belgium. Paper. Afgerond in Kim Aluwé (Universität Tübingen, promotor: dr. Britt Starkovich): The faunal remains of the medieval and post medieval contexts of het Blauwhof, Steendorp, Belgium. Masterthesis. Verwacht in Vince Van Thienen (UGent, promotor: prof. dr. Wim De Clercq): laat-romeins/germaans aardewerk. Masterthesis. Potentiële contexten van de sites Sint-Gillis-Waas - t Hol en Temse-Fonteinstraat werden in overweging genomen. Maxime Poulain (UGent, promotor: prof. dr. Wim De Clercq): Postmiddeleeuws aardewerk in Vlaanderen. Techniek, typologie, chronologie en evolutie. Doctoraatsonderzoek. In 2014 wordt het studiemateriaal van de site Blauwhof ter beschikking gesteld. Sibrecht Reniere (UGent, promotor: prof. dr. Wim De Clercq): Stenen gebruiksvoorwerpen uit Romeinse contexten. Doctoraatsonderzoek. In 2014 wordt het studiemateriaal van de sites Sint-Gillis- Waas Kluizenmolen (2011), Tielrode-Elversele Aquafin en Sint-Niklaas Europark-Zuid ter beschikking gesteld. JVV Lezing Ename De Wazige Bronstijd. Een stand van zaken van het bronstijdonderzoek in het Waasland. In het kader van de lezingenreeks die werd georganiseerd naar aanleiding van de internationale tentoonstelling Boat 1550 BC verzorgde de ADW op 5 mei een lezing met als titel De Wazige Bronstijd. Een stand van zaken van het bronstijdonderzoek in het Waasland. Sinds enkele decennia draagt de ADW als regionaal kenniscentrum zorg voor het archeologisch erfgoed van het Waasland. Door de resultaten van vroeger en recent onderzoek samen te brengen, krijgt de dienst stilaan een nieuwe kijk op de bewoningsgeschiedenis tussen Durme en Schelde. Aan de hand van enkele casestudies werd door Jeroen Van Vaerenbergh een stand van zaken gegeven van het regionaal bronstijdonderzoek dat kan putten uit een uitzonderlijk rijk onderzoeksarchief dat teruggaat tot in de 19 de eeuw. Opmerkelijke opgravingen in Sint-Gillis-Waas, Temse en Kruibeke vormden de leidraad. Aansluitend werd door Thierry Van Neste een analyse en synthese gemaakt van de landschappelijke spreiding van alle Wase bronstijdsites die tot nu toe gekend zijn. TVN, JVV Publicaties LAUWERS B. 2013: Drie benen en een paard. Eburoons goudstuk levert eigen veldslag, Ex Situ 4, Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 50

51 7.2 Vorming Deelname aan Samen iets apart? Ondersteuningstraject voor intergemeentelijke samenwerking in cultuur en erfgoed. FARO, LOCUS en VVSG slaan in 2013 de handen in elkaar voor een traject over intergemeentelijke samenwerking binnen cultuur en erfgoed. Met dit traject willen zij een aantal instrumenten en concrete tips meegeven om de meerwaarde en de slagkracht van een intergemeentelijk samenwerkingsverband te vergroten. Ervaringsuitwisseling en goede praktijkvoorbeelden staan daarbij centraal. Het traject bestond uit vier sessies, waarin telkens gefocust werd op een vraag. Op elk van de sessies was een medewerker van de ADW aanwezig. Regioscreening en interne staatshervorming. Kans, noodzaak of bedreiging? (5 maart 2013) In het kader van de interne staatshervorming wil de Vlaamse overheid een vereenvoudiging doorvoeren van de intergemeentelijke samenwerking. Een eerste belangrijke stap was alvast de regioscreening, waarin de Vlaamse overheid alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden oplijstte. Wat zijn de toekomstperspectieven en hoe hiermee omgaan? Hoe kunt u het intergemeentelijk samenwerkingsverband een plaats geven in de Beleids- en Beheerscyclus (BBC)? (2 april 2013) De steden en gemeenten zijn in 2013 volop bezig met de opmaak van hun meerjarenplanning en de BBC. In deze sessie wordt verkend hoe het intergemeentelijk samenwerkingsverband een plaats in de BBC kan gegeven worden. Daarbij wordt vooral inspiratie geput uit de ervaringen van de pilootgemeenten die al enkele jaren werken met de BBC. Hoe kunt u beleidsmakers optimaal betrekken bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband? (juni 2013) Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zijn het verlengstuk van de gemeentebesturen. Ze zijn opgericht door en voor de deelnemende gemeenten, die door samenwerking het lokale beleid willen versterken. Daarom is het ook zo belangrijk dat de gemeentebesturen het samenwerkingsverband zelf aansturen en optimaal op de hoogte zijn van de werking ervan. In deze sessie verkennen we hoe de werking van het intergemeentelijk samenwerkingsverband zichtbaar(der) kan gemaakt worden bij de deelnemende gemeenten. Hoe kan de meerwaarde van het intergemeentelijk samenwerkingsverband vergroot en aangetoond worden? En hoe kan de raad van bestuur sterker betrokken worden bij de werking van het intergemeentelijk samenwerkingsverband? Hoe kunt u vrijwilligersverenigingen een plaats geven in het intergemeentelijk samenwerkingsverband? (september 2013) Sessie 4 binnen het IGS-traject had als rode draad het thema werken aan een draagvlak. Hoe kan je de betrokkenheid en samenwerking met gemeentelijke diensten bevorderen? Welke plaats kunnen vrijwilligers in je werking in nemen? Dit en nog andere invalshoeken werden via praktijkvoorbeelden uiteengezet. IB, JVV Beveren en Sint-Niklaas Opleiding Functionerings- en evaluatiegesprekken Door de gemeente Beveren en de stad Sint-Niklaas werden aanvullende workshops georganiseerd met als doel de evaluatoren te introduceren in het potentieel van een goed gevoerd functionerings- en evaluatiegesprek met als doel het motiveren van de medewerker. De infosessies werden als verrijkend ervaren door het hoofd van de cel Onderzoek. JVV 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 51

52 7.2.3 Turnhout Contactdag archeologie provincie Antwerpen Op zaterdag 16 februari organiseerde de provincie Antwerpen, in samenwerking met Adak, te Turnhout een contactdag met als thema Merovingische pioniers. Brabantse boeren. Middeleeuwse bewoning in de Kempen. Een medewerker van de ADW was aanwezig. JVV Antwerpen Forum Vlaamse Archeologie Op zaterdag 20 april organiseerde het Forum voor Vlaamse Archeologie te Antwerpen een studiedag met als thema Kwalitatief veldwerk: mag het ietsje meer zijn. Een medewerker van de ADW was aanwezig en mengde zich in de debatten. JVV Melsele Landschapscontactdag Op vrijdag 4 oktober werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed de jaarlijkse Landschapscontactdag georganiseerd te Melsele. Door het thema Landschap en landbouw en de linken die werden gelegd met de Wase bolle akkers en de polders in het noorden van het Waasland, kon een medewerker van de ADW niet ontbreken. Op de namiddagexcursie konden recente archeologische vaststellingen gekoppeld worden aan recent historisch onderzoek met betrekking tot de bolle akkers. JVV Gent Radio-past colloquium Non-destructive approaches to complex archaeological sites in Europe: a round-up. In het kader van het Europese Marie Curie-project Radiography of the Past, een project rond noninvasieve prospectietechnieken, werd van 15 tot 17 januari 2013 een slotconferentie gehouden. Hierop werden resultaten voorgesteld van geoarcheologisch onderzoek, Remote sensing en luchtfotografie, geofysisch onderzoek, digitale technologie en visualisatie van gegevens en Site management en valorisation. Dit congres werd bijgewoond door Thierry Van Neste. TVN Ename Lunula: Contactdag over de Metaaltijden in België en aangrenzende gebieden. Op zaterdag 23 februari vond in het Provinciaal Erfgoedcentrum Ename (Oudenaarde) de 21ste contactdag van de Cel Archeologie van de Metaaltijden. Deze werd bijgewoond door Annebeth Plyson en Thierry Van Neste. AP, TVN Ieper Contactdag Conflict in Contact I Op zaterdag 23 november vond in CC Het Perron in Ieper de eerste contactdag plaats rond conflictarcheologie. Op deze contactdag werd onder meer ingegaan op actueel archeologisch onderzoek en de methodiek van archeologisch onderzoek op conflictsites. Er kwam onderzoek uit verschillende periodes aan bod, van het slagveld te Oudenaarde uit 1708 tot het onderzoek van stoffelijke resten uit de Eerste Wereldoorlog. Deze eerste contactdag werd bijgewoond door Annebeth Plyson. AP 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 52

53 7.2.9 Brussel Computer Applications & Quantitative Methods in Archaeology: chapter meeting. Woensdag 4 en donderdag 5 december ging in het Boudewijngebouw te Brussel een conferentie door over het gebruik van ICT voor archeologisch onderzoek. De nadruk van de studiedagen lag op het innovatieve gebruik van digitale media voor prospecties en opgravingen (geofysisch onderzoek, remote sensing, GIS, 3D-registratie, tablet-computers, ), de standaarden en best practices voor het omgaan met digitale archieven en het gebruik van digitale media in het onderzoek naar oorlogserfgoed. Om op de hoogte te blijven van de recentste ontwikkelingen volgde Thierry Van Neste de lezingen. TVN Diverse lezingen Doorheen het jaar werden lezingen bijgewoond van verschillende collega s die actief zijn in de Vlaamse archeologie. JVV Werkbezoek Doelse koggen dd. 1 maart 2013 Op vrijdag 1 maart brachten de medewerkers van de ADW een bezoek aan het Waterbouwkundig Laboratorium van de Vlaamse overheid (Antwerpen) waar de twee Doelse koggen nog even verbleven alvorens naar de conservatieloods te verhuizen. Het werd een blij weerzien want voor vele collega s binnen de ADW is de dag dat de kogge I werd gevonden een memorabele datum in hun carrière. Acht weken zware inzet waren nodig geweest om het scheepswrak te documenteren en te lichten. De ADW kreeg er toelichting wat er de laatste drie jaar door het onderzoeksteam o.l.v. Tom Lenaerts van het Agentschap Onroerend Erfgoed is onderzocht. De scheepsplanken werden een voor een gereinigd en digitaal opgemeten (driedimensioneel). Met deze metingen zal uiteindelijk een 3D-schaalmodel van de koggen kunnen worden gemaakt. Ook de sterkte van het hout werd voor elke plank gecontroleerd in functie van conservering. Daarnaast werden er diverse stalen voor verder natuurwetenschappelijk onderzoek genomen: mossen uit het breeuwsel (materiaal om het schip waterdicht te maken), teer, stukjes scheepshout in functie van dendrochronologie (jaarringenonderzoek). IB Fig. 22. Impressie van het werkbezoek Doelse Koggen te Antwerpen. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 53

54 Faro workshop verhalen vertellen Het vertellen van het verhaal achter het archeologisch object staat reeds lang centraal binnen de publiekswerking van de ADW. Hoe breng je deze verhalen echter op een goede en juiste manier over naar het publiek? Deze workshop van Faro was een ideale gelegenheid om de eigen werkwijze af te toetsen bij een externe expert. FARO nodigde professionele verteller Fred Versonnen uit om een introductie in het verhalen vertellen te geven. Er werd gewerkt met verteloefeningen over bijvoorbeeld het omzetten van een verhaal in beelden, het opbouwen van een spanningsboog en het opzetten van linken met het publiek, hoe emoties en zintuiglijkheid in een verhaal kunnen worden gestoken. Het uitgangspunt van deze workshop is de basis van het verhalen vertellen, zonder attributen, geprojecteerde beelden of geluidseffecten Heemkunde Vlaanderen en Erfgoedcel Waasland Lokaal erfgoed op maat van jongeren In het najaar van 2013 organiseerden Erfgoedcel Waasland en Heemkunde Vlaanderen drie cursusavonden rond jongeren en erfgoed. Tijdens deze avonden werd dieper ingegaan op de mogelijkheden voor erfgoededucatie in het secundair onderwijs, de doelgroep jongeren zelf, de huidige structuur van het secundair onderwijs Met deze informatie werd gekeken welke meerwaarde de eigen collectie biedt, welke vakken en richtingen er het best bij aansluiten, hoe een erfgoedverhaal best wordt gebracht (qua werkvormen)... Naast de theorie werd er ook tijd voor praktijk voorzien. Vier werkgroepen werkten gedurende de cursus een concept van rondleiding/workshop uit voor een van de aanwezige erfgoedinstellingen. Voor de ADW werd een basis gelegd voor een workshop voor de 3 de graad van het secundair onderwijs rond het archeologische vondstenmateriaal van de site Castrohof. Prof. dr. Tamara Ingels, vakdidacticus kunstwetenschappen aan VUB, verzorgde de theoretische omkadering en begeleidde de werkgroepen. IB Fig. 23. Tijdens de cursus Lokaal erfgoed op maat van jongeren. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 54

55 7.3 Fungeren als aanspreekpunt en afstemming tussen diverse partners Initiëren structureel overleg met ruimtelijke planners en ontwikkelaars Naar aanleiding van de gesprekken die gevoerd werden in functie van de opmaak van het meerjarenbeleidsplan en omwille van het uitbouwen van een proactief regionaal archeologiebeleid werd in 2013 de basis gelegd voor structureel overleg met gemeentelijke ruimtelijke planners en regionale ruimtelijke ontwikkelaars. Voorbereidende gesprekken werden gevoerd met de gemeente Beveren en de Gewestelijke Maatschappij voor Huisvesting. JVV Aanspreekpunt voor gemeentelijke ruimtelijke planners: masterplanoverleg Op vraag van de gemeente Beveren werd de ADW betrokken bij de opmaak van het masterplan voor de ontwikkeling van een grote verkavelingszone (tientallen ha) aan de rand van de gemeente. De nodige aandacht werd besteed aan de noodzaak van archeologisch vooronderzoek. Maatregelen worden getroffen om in 2014 van start te gaan met het onderzoek. De gemeente Beveren ziet de noodzaak in om de ADW zo vroeg mogelijk in het dossier te betrekken. Deze tendens is ook merkbaar bij andere Wase gemeenten en ruimtelijke ontwikkelaars. JVV Aanspreekpunt voor particulieren en incidentele ruimtelijke ontwikkelaars Gedurende 2013 bereikte ons een groeiend aantal vragen van particulieren en incidentele ruimtelijke ontwikkelaars. De toename is wellicht toe te schrijven aan de grotere zichtbaarheid van de ADW door sensibiliseringsactiviteiten en de stappen die ondernomen werden in functie van het vergroten van de betrokkenheid. Zowel triviale vragen als inlichtingen omtrent het verloop van een onderzoeksprocedure werden beantwoord. In het geval van geplande bodemingrepen binnen de adviesbevoegdheid van het Agentschap Onroerend Erfgoed, werd doorverwezen voor preadvies. JVV Overleg met Interwaas In het kader van lopende en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en de (voorlopige) planning ervan werden met Interwaas, in het Waasland een belangrijke speler in de ruimtelijke ontwikkelingen, enkele overlegmomenten gepland. In 2013 vonden de overlegmomenten plaats op 22 april, 2 juli en 28 november. JVV Overleg met schepenen Temse - Temse Doornstraat Ongerustheid over het archeologische onderzoek te Temse-Doornstraat, uitgevoerd door BAAC Vlaanderen bvba, heeft er toe geleid dat de schepenen van ruimtelijke ordening (F. Verbeke) en cultuur (L. Truyman) van de gemeente Temse gevraagd hebben voor een overleg op 31 mei. De erfgoedconsulent van OE, Dirk Pauwels, en de wetenschappelijke begeleider van de ADW, Jeroen Van Vaerenbergh, gaven toelichting bij het verdere verloop van het onderzoek. De schepenen werden gerustgesteld. JVV Overleg restauratiedossier Graventoren, Rupelmonde In het kader van de opmaak van het restauratiedossier van de Graventoren in Rupelmonde werd gevraagd naar de expertise van de ADW. De onderste bouwlagen van de Graventoren maken deel uit van een uitgestrekte waterburcht die in de loop van de 12de eeuw werd gebouwd door de graven van Vlaanderen. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 55

56 Hoewel wordt aangenomen dat er tijdens de restauratiewerken geen bodemingrepen noodzakelijk zullen zijn, werd er toch op aangedrongen om tijdens de uiteindelijke planfase rekening te houden met de potentie van archeologisch onderzoek. De mogelijkheid om radiokoolstofonderzoek uit te voeren op organische partikels uit de middeleeuwse mortel werd ingeschreven in het dossier. Erfgoedconsulent bouwkundig erfgoed, Ben Boone, stemde in met de aanbevelingen. JVV 7.4 Verbreding van het maatschappelijk draagvlak Overleg WOI Erfgoedcel Waasland In de aanloop tot de herdenking van WOI werd door de Erfgoedcel Waasland een werkgroep samengesteld met als doel een beeld te krijgen op alle erfgoedprojecten die de komende vijf jaar in het Waasland gepland zijn en te kijken hoe de Erfgoedcel Waasland hier een ondersteunende rol in kan spelen. Eén van de voornemens is om een (semi-)wetenschappelijke publicatiereeks uit te geven. De ADW stelde voor om een bijdrage te leveren over het archeologische onderzoek dat recent werd uitgevoerd op de site Doornpark te Beveren (vooronderzoek: ADW opgraving: VEC). Hierbij werd een deel van een bunkerlinie uit WOI onderzocht. De Erfgoedcel Waasland was het idee genegen, maar wees onmiddellijk ook op de problematiek van de subsidiebarrières tussen zgn. cultureel en onroerend erfgoed. Aangezien het archeologisch onderzoek op zich gecatalogeerd wordt als onroerend erfgoed, is een publicatie van de onderzoeksresultaten onmogelijk binnen de publicatiereeks. Een invalshoek vanuit het standpunt van roerend of immaterieel erfgoed zou hier een oplossing voor kunnen zijn. JVV Erfgoeddag 2013 stop de tijd Met het thema Stop de tijd wilde Erfgoeddag dit jaar vooral aandacht vragen voor het vaak onzichtbare werk dat wordt verricht om erfgoed tijdloos te houden. Tevens werden erfgoedinstellingen uitgedaagd om creatief om te gaan met het thema tijd. Gezien het thema van deze editie van Erfgoeddag kon de Archeologische Dienst Waasland (ADW) onmogelijk ontbreken. Erfgoeddag 2013 werd een ideale gelegenheid om de werking van het metaalrestauratieatelier, de vele kwetsbare materiaalgroepen binnen het depot, de chronologisch opgebouwde verhaallijn binnen het SteM of bepaalde activiteiten op het terrein in de kijker te zetten. De ADW zond daarom eind 2012 de volgende vier voorstellen in: Timeframes in the field: Tijdens begeleide bezoeken aan de opgraving van het oude kerkhof van Sint-Pauwels (Sint-Gillis-Waas) creëren archeologen voor de bezoekers tijdsvensters op het onderzoeksterrein rond de volgende onderwerpen: Hoe is de kerkomgeving van deze gemeente doorheen de tijd geëvolueerd, hoe ging men in het verleden om met de dood ADW op facebook: Gezien Erfgoeddag ook samenwerkt het project digitale week leek Erfgoeddag voor de ADW ook een uitgelezen moment om te starten met een eigen facebook-pagina, waarbij de tijdlijn de historiek van de ADW weergeeft. De tand des tijds: een rondleiding in het eigen archeologisch depot en metaalrestauratieatelier. Ontdek en beleef het Waas verleden: een ontdekkingstocht doorheen de archeologische verhaallijn van SteM + Wase tijdlijnspel. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 56

57 Enkel de laatste twee voorstellen werden door het eerste kwaliteitscomité van Erfgoeddag weerhouden. Bij Timeframes in the field lag volgens het comité de nadruk te veel op het onroerend erfgoed. De start van een eigen facebookpagina werd als aparte activiteit dan weer te licht bevonden. De tand des tijds Het depot en het restauratieatelier van de ADW zijn niet publiek toegankelijk. Stop de tijd was daarom een uitstekende gelegenheid om de deuren van het depot en het atelier eens open te gooien en de werking binnenshuis aan het grote publiek te tonen. Hoe vreet de tand des tijds langzaam maar zeker het archeologische vondstenmateriaal op? Welke destructieve processen spelen zich af in het bodem archief? Hoe beschermt men het broze prehistorisch aardewerk tegen verder verval? Hoe verstevig je uitgeloogd hout van waterputten? Waarom wordt er zo weinig organisch materiaal in de Wase bodem teruggevonden? Waarom en hoe bewaren archeologen bodemstalen? Hoe haalt men een metalen voorwerp uit een grote roestklomp? Wat te doen na de consolidatie van een prachtige bronzen Romeinse mantelspeld? Allemaal vragen die tijdens de rondleiding werden beantwoord. Daar zich in het depot ook vele archeologische vondsten met een bijzonder verhaal bevinden, kreeg het publiek tijdens de rondleiding ook de verhalen van acht unieke vondsten uit het Waasland te horen. Fig. 24. Rondleiding De tand des tijds. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 57

58 Ontdek & beleef het Wase verleden Doelgroep bij deze activiteit waren gezinnen. De tijdlijn die de rode draad vormt doorheen de archeologische verhaallijn binnen het SteM werd op Erfgoeddag door middel van zes verrassingsboxen onder de aandacht gebracht. Elke box behandelde één tijdvak uit de tijdlijn (steentijd, bronstijd, ijzertijd, Romeinse tijd, vroege en volle middeleeuwen). De zes tijdvakken werden met behulp van een korte infofiche (op kindermaat) toegelicht. Zoals de titel van de ontdekkingstocht het aankondigde, stond het beleven van het verleden (voelen, zien en proeven) bij dit initiatief centraal. Originele voorwerpen zoals bijvoorbeeld vuursteenknollen uit de steentijd, terra sigillat -scherven uit de Romeinse periode of een gedeeltelijk bewaarde schotel uit rood aardewerk van de middeleeuwen zaten in de boxen en konden van dichtbij worden bekeken. Er werd ook met replica s gewerkt, o.m. van glaskralen, aardewerk uit de Merovingische periode, Romeinse munten En wie het aandurfde, kon eens proeven van een eigentijdse variant van de befaamde Romeinse garum of vissaus. Elke box had ook zijn eigen opdrachten/uitdagingen: het nabouwen van een grafheuvel uit de bronstijd, het herkennen van een Romeinse keizer op een munt, of het tekenen van stempelversiering op een Merovingische pot. Ook een replica van een middeleeuwse kaproen kon worden uitgeprobeerd.. De ontdekkingstocht eindigde in een van de ateliers van het SteM waar gezinnen een exemplaar van het Wase tijdlijnspel konden ophalen. Kinderen konden in het atelier de speelpionnen van het gezelschapspel personaliseren en opsmukken. Fig. 25. Activiteit voor het gezin: Ontdek en beleef het Wase verleden. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 58

59 Het Wase tijdlijnspel Tijdens de lokale inspiratiedag voor Erfgoeddag georganiseerd door Erfgoedcel Waasland - werd veel aandacht aan de doelgroep gezinnen besteed. Om de verschillende erfgoedspelers in de regio een handje te helpen in het bedenken en uitwerken van originele erfgoedactiviteiten werd door vzw Mooss een brainstormworkshop verzorgd. Tijdens deze workshop werden de eerste ideeën voor een originele interpretatie van de tijdlijn gevormd en dit resulteerde uiteindelijk in een gezelschapspel voor jong en oud: het Wase tijdlijnspel. Het Wase tijdlijnspel is geïnspireerd op het klassieke ladder- en slangenspel, maar is helemaal ingekleurd met het Wase archeologisch verleden. De achtergrond van het spelbord betreft een reproductie van de 17 de -eeuwse Wasia-kaart uit de Atlas Major van J. Bleau (private collectie Edy Hofman). De tijdlijn vormt de basis voor het lader- en slangenspel en telt in totaal 96 vakjes, gegroepeerd onder zes tijdsperioden: van de steentijd tot de middeleeuwen. De spelers starten bij de steentijd en dobbelen zich om het eerst naar het laatste vakje van de middeleeuwen. Onderweg komen de deelnemers tijdsladders en slangen, vragenvakjes of de gevangenis van de Graaf van Vlaanderen tegen. De tijdsladders symboliseren positieve scharniermomenten in de geschiedenis van het Waasland. Tijdslangen daarentegen zijn de crisismomenten in de Wase tijdlijn. De vragen testen de spelers op hun kennis van de algemene maar ook lokale geschiedenis. Kortom wie dit spel speelt, komt sowieso een heleboel over het Wase verleden te weten. Het Wase tijdlijnspel heeft daarnaast ook iets te bieden voor creatievelingen. Spelers kunnen hun eigen speelpion personaliseren. Het spelpakket telt immers acht ontwerpen van historische figuranten, bv. een jager uit de steentijd, een Romeinse soldaat, een middeleeuwse jonkvrouw (op stickerformaat). De spelers kiezen hun favoriete figuur uit, kleuren ze in, geven ze een leuke haardos en hebben zo hun eigen persoonlijke speelpion. Fig. 26. Het Wase tijdlijnspel en het personaliseren van de eigen speelpion. Het Wase tijdlijnspel werd voor het eerst tijdens Erfgoeddag ingezet. De reacties waren ronduit positief. De vormgeving, illustraties, vragen en de ontwerpen voor de speelpionnen werden heel erg gesmaakt. Als enige bemerking werd meegegeven dat het aantal vragen voor het spel te klein was. Daarom werden eind dit jaar nog extra vragen voor het spel uitgewerkt. Het Wase tijdlijnspel werd trouwens in de loop van 2013 nog verschillende malen ingezet. Zo ontvingen alle klassen die deelnamen aan de workshop Ontdek en beleef het archeologisch verleden van Temse n.a.v. de tijdelijke tentoonstelling Temses erfgoed uit SteM en aan de workshop Van Barbaarse broek tot extravagante hoed n.a.v. Maand van de archeologie een spelpakket. Ook de drie laureaten van de tekenwedstrijd n.a.v. Temses erfgoed uit SteM kregen elk hun Wase tijdlijnspel. Het spelpakket werd bij wijze van test ook bezorgd aan enkele leerkrachten, waaronder leerkrachten lager onderwijs (derde graad) en een leerkracht geschiedenis in de eerste graad van het secundair onderwijs (beroeps). De reacties om geschiedenis via spelvorm in de klas te introduceren waren ronduit positief. Daarom zal in de komende jaren het Wase tijdlijnspel verder worden gebruikt bij projecten met scholen en de maand van de archeologie. IB 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 59

60 7.4.3 Temses Erfgoed uit SteM Realisatie archeologisch luik zomertentoonstelling Gemeentemuseum Temse Na vijf jaar ingezet te hebben op de uitbouw van een publiekswerking voor de vaste archeologische verhaallijn van het SteM (Sint-Niklaas) diende er zich in 2013 een extern publieksgericht project bij een ander gemeentelijke participant met een rijk archeologisch patrimonium aan. Naar goede gewoonte organiseert het Gemeentemuseum van Temse elk jaar een zomertentoonstelling (van midden juli tot eind september). In 2013 was er het voornemen om het eigen erfgoed van Temse dat buiten de gemeente wordt beheerd/tentoongesteld onder de aandacht te brengen. De beheerraad vond dat naast de werken van lokale kunstenaars ook een archeologisch luik onmisbaar was in deze expositie. Daarom werd begin 2013 met de ADW contact gezocht om te polsen naar een eventuele samenwerking. In februari 2013 vond een overleg plaats tussen de heer Van Hautekerke (voorzitter van de beheerraad van het Gemeentemuseum) en de ADW. Gezien de medewerking aan dit project een ideale gelegenheid was om archeologie eens op een positieve manier in Temse onder de aandacht te brengen, werd graag op de vraag van het Gemeentemuseum ingegaan. Voor het archeologisch luik van de tentoonstelling werd met de klassieke rode draad gewerkt: de tijdlijn. Zes tijdvakken van steentijd tot en met de nieuwe tijd - worden via tekst en vondstenmateriaal toegelicht. Informatie rond ouder en recent archeologisch onderzoek Temse-Markt, Steendorp-Blauwhof, Temse-Frankrijkstraat en Elverse/Tielrode-Aquafin - werd eveneens in de tentoonstelling geïntegreerd. Verder werd via Google sketch-up een driedimensionele reconstructie van het kasteel Blauwhof gerealiseerd door de heer Gorrebeeck (vrijwilliger) - aan het publiek getoond. Bij de selectie van het vondstenmateriaal moest rekening worden gehouden met de beperkte beschikbare tentoonstellingsruimte. Hierdoor kon niet voor elk tijdvak materiaal worden geselecteerd. Vooral objecten met een verhaal werden voor deze expositie weerhouden: - het drinkensemble uit de late bronstijd-vroege ijzertijd van de site Temse-Frankrijkstraat; - de gouden stater van Elversele; - bouwmateriaal uit de Romeinse ovens van Temse-Markt, - enkele middeleeuwse kledingaccessoires en de pelgrimsampul van Temse-Markt; - de drinkbeker met de hoer van Babylon, fragmenten van middeleeuwse gezelschapspelen, luxueuze faience en glasfragmenten van de site Steendorp-Blauwhof. Deze verhalen werden via tekstpancartes in de vitrines aan het publiek voorgesteld. Naast de inhoudelijke uitwerking stond de ADW verder in voor de vormgeving, het begeleiden van het drukwerk (via de stad Sint-Niklaas), het opstellen van de tentoonstelling, het uitwerken en promoten van een workshop voor het onderwijs, en de organisatie van een tekenwedstrijd (zie hieronder). De tekenwedstrijd Temses erfgoed uit Stem leek een ideale gelegenheid om ook eens out of the box te denken en een wedstrijd aan de expositie te koppelen. Het werd een tekenwedstrijd met als uitdaging het paard van de gouden stater van Elversele op een mooie en originele manier te versieren. Inzet van de wedstrijd was een exemplaar van het Wase tijdlijnspel. Voor de wedstrijd werd gewerkt met drie leeftijdscategorieën (3-6, 6-9 en 9-12 jaar). De organisatie en promotie van de wedstrijd gebeurde in samenwerking met de gemeente Temse. In totaal ontving de gemeente Temse 60 inzendingen. Uit deze inzendingen selecteerde de jury 3 winnaars Gabriëlle Weyn, Polien Nijssen en Zoë Van Der Linden die samen 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 60

61 met hun familie op 20 september hun prijs in ontvangst mochten nemen. De winnende tekeningen en de overige inzendingen werden later op facebook gedeeld. Fig. 27. Prijsuitreiking tijdens Temses erfgoed uit SteM. Workshop ontdek en beleef het archeologisch verleden voor 3 de graad lager onderwijs Voor het archeologische luik van de expositie werd tevens een workshop voor de 3de graad van het lager onderwijs in Temse uitgewerkt. Het betrof een rondleiding met dezelfde rode draad als de expositie: de historische tijdlijn van Temse die start bij de steentijd en eindigt in de 18 de eeuw. Met behulp van zes verrassingsboxen maakten leerlingen op een interactieve manier kennis met typische voorwerpen, materialen uit elk tijdsvak van deze tijdlijn. Hoe scherp is een vuurstenen pijlpunt? Wat is een vuursteenknol? Het maken van kommetjes uit klei zonder een draaischijf, hoe doe je dat? Wat is het spannende verhaal achter de gouden munt van Elversele? Hoe zwaar is een Romeinse dakpan eigenlijk? Wat werd er vervoerd in Romeinse amforen? Hoe lees je een Romeinse munt? Hadden middeleeuwers ook geluksbrengers? Speelde men vroeger ook gezelschapspelen? Hoe dekte men een tafel voor de kasteelbewoners van het Blauwhof in Steendorp?.. Regelmatig werden er ook linken met hun eigen leefwereld gelegd, bijvoorbeeld over het gebruik van grondstoffen, het dragen van juwelen, gezelschapsspelen, tafeletiquette Elke deelnemende klas kreeg ook een exemplaar van het Wase tijdlijnspel cadeau. In totaal namen 18 klassen deel aan de workshop en dit dankzij o.m. de inzet van mevrouw Lieve Truyman, schepen van cultuur en onderwijs van Temse die tijdens een overleg met de schooldirecties de workshop en het Wase tijdlijnspel voorstelde. Daarnaast werd eind mei/begin juni via mail een flyer naar alle onderwijsinstellingen van Temse doorgestuurd. De waarheid achter het gezegde Goed begonnen is half gewonnen. werd bij dit initiatief nog maar eens bewezen, want in een mum van tijd was de agenda volgeboekt. IB 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 61

62 7.4.4 Eerste editie Maand van de archeologie beleef het archeologisch verleden Met Maand van de archeologie testte de ADW in oktober een nieuw lokaal publieksgericht project rond archeologisch erfgoed uit. Opzet van dit project was het archeologisch erfgoed via diverse activiteiten op een originele manier in de kijker te plaatsen. Gedurende een maand stond het beleven van het verleden in het Waasland centraal. Als uitvalsbasis voor deze testeditie was niet toevallig voor het SteM, het Stedelijk Museum van Sint-Niklaas, gekozen. Hier heeft de ADW immers al vijf jaar een eigen verhaallijn met meer dan 400 archeologische vondsten die het rijke archeologisch verleden van het Waasland illustreren. IB Archeoscoop ADW stelt voor Girl with a pearl earring. Op zondagvoormiddag 6 oktober selecteerde de ADW een fascinerende historische speelfilm die de vele archeologische verhalen die de Wase bodem rijk is terug tot leven wekte. Bij een kopje koffie en een ontbijtkoek werd deze matineevoorstelling ingeleid door één van de Wase archeologen. Hij deed een greep uit de uitgebreide archeologische collectie en maakte een selectie van een aantal objecten en verhalen die ook in de film een rol spelen. Gezien het succes van deze formule, wordt er aan gedacht om in 2014 een nieuwe film te selecteren. ARCHEOSCOOP geeft onze Wase voorouders opnieuw een gezicht. JVV Familiezondag Betoverde juwelen en extravagante hoeden Wie benieuwd was naar de modegrillen uit het verleden, kon op familiezondag terecht in het SteM voor meer toelichting rond de kostuumtradities uit de ijzertijd, Romeinse periode en middeleeuwen. Verder konden er replica s van sieraden uit de collectie worden gepast en werd er getoond hoe een eenvoudige Romeinse draadfibula kon worden gemaakt. Wie het aandurfde, kon eens een extravagante middeleeuwse hoed uitproberen of zich omkleden als een koene ridder, elegante jonkvrouw, een Romein of een barbaarse Kelt. IB Herfstatelier Tijdens de herfstvakantie werd op woensdagnamiddag een atelier rond archeologie georganiseerd. De zes verrassingsboxen rond de Wase tijdlijn werden opnieuw in het SteM opgesteld (zie erfgoeddag). Tevens werd een gids voorzien. In de spelotheek van het verleden kon ook het Wase tijdlijnspel worden gespeeld. IB Halloweenrondleiding De Maand van de archeologie werd afgesloten met twee halloweenrondleidingen in het SteM op donderdagavond 31 oktober. In de verduisterde tentoonstellingszaal van het SteM werden vier schaars verlichte locaties gecreëerd. Op elk van deze locaties werd een verhaal gebracht: over de grafheuvels en dodenzorg uit de bronstijd, de legende achter de Romeinse maanfibula, de draken en demonen in de Boudelo-abdij en het magisch amulet van het kasteel Blauwhof. Voor de start van de rondleidingen konden de (jeugdige) deelnemers zich laten schminken door een grimeur. Na de rondleiding werd er genoten van een traditionele halloweensoep: pompoensoep met spinnen. IB 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 62

63 Gratis workshops in SteM Gezien het SteM de uitvalsbasis was voor deze proefeditie, werden vijf gratis workshops rond archeo-logie binnen de archeologische verhaallijn van het SteM aangeboden. Hiervoor gebeurde een uitgebreide mailing naar alle scholen in het Waasland voor de workshops Van barbaarse broek tot extravagante hoed en Munten schrijven geschiedenis. Binnen de week waren alle workshops gereserveerd. Dit nieuwe project kreeg bijzonder veel aandacht in de pers en verschillende activiteiten konden op veel belangstelling rekenen, waardoor Maand van de archeologie intern positief werd geëvalueerd. In 2014 volgt zeker een tweede editie. IB Fig. 28. Foto s tijdens de verschillende activiteiten tijdens Maand van de archeologie. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 63

64 7.4.5 ADW als partner in SteM Sinds 2008 is de ADW een actieve partner binnen het SteM, het Stedelijk Museum van Sint-Niklaas. Na de realisatie van een archeologische verhaallijn binnen de museale opstelling volgde het uitwerken van tal van activiteiten rond publiekswerking voor verenigingen, het onderwijs en gezinnen. Het volgende werd in 2013 gerealiseerd: Laatste twee studiecases voor de workshop Munten schrijven geschiedenis: Deze workshop rond Romeinse numismatiek kent drie studiecases of opdrachten: een zilverschat, een mysterieuze kuil en een opgraving. Voor de zilverschat werden enkele proefklassen georganiseerd, waarna deze definitief op punt kon worden gezet. Voor de overige studieopdrachten (mysterieuze kuil en opgraving) werd de laatste hand (inhoudelijk) gelegd aan de opdrachtenboekjes, waarna ze konden worden gelayout. Rondleidingen archeologisch depot en ateliers (31.01 en 02.02): Op vraag van het SteM werden aan de medewerkers en/of bestuursleden van het museum van Aerschot en de musea van de Rupelstreek de werking binnen de ateliers en het archeologisch depot van de ADW toegelicht. Ook de toekomstplannen met het depot (digitale inventarisatie vondstenmateriaal, publieksgerichte ontsluiting ) kwamen hierbij aan bod. Museumzondag Een blik achter de schermen: Op zondag werd voor het eerst een rondleiding in de ateliers en het depot voor het grote publiek georganiseerd. Betreffend publieksmoment kreeg veel aandacht in de pers, met veel inschrijvingen tot gevolg. Voorbereiding Krokuskriebels 2014: Het boekje Op ontdekking met Arthur werd aangevuld met de weetjes en opdrachten rond de gouden stater van de Eburonen die sinds vorig jaar in de vaste opstelling staat. IB ADW en digitale media De belangrijkste doelstelling van is het aanbieden van informatie: over de ADW als organisatie, het verloop van archeologisch onderzoek in het Waasland, de wet- en regelgeving rond archeologische erfgoedzorg, publieksgerichte activiteiten, onbekende schatten in het archeologisch depot, opmerkelijke resultaten uit het restauratieateliers. Het beoogde doelpubliek hierbij zijn niet alleen de inwoners en projectontwikkelaars uit ons werkingsgebied, maar ook de geïnteresseerde leek uit binnen- of buitenland, wetenschappelijke collega s. Dit gebeurt o.m. via het verspreiden van korte nieuwsberichten over publieksgerichte activiteiten in 2013 (Erfgoeddag, maand van de archeologie, de tijdelijke tentoonstelling Temses erfgoed uit SteM ), resultaten van uitgevoerd archeologisch terreinonderzoek (Sint-Pauwels-Kerkplein, Sinaai- Wijnveld ) en enkele opmerkelijke resultaten van het metaalrestauratieatelier n.a.v. het afgewerkte restauratieproject van SOLVA. Binnen de rubriek Opgegraven verleden werd ook de webpagina Opgravingen in kaart gebracht - een kaart van het werkingsgebied van de ADW met aanduiding van en korte toelichting over de belangrijkste sites - met recente terreinprojecten aangevuld. Deze nieuwsberichten worden vanaf dit jaar ook via facebook en twitter aangekondigd, wat het verspreiden van informatie aanzienlijk heeft verbeterd. Toch bleek uit de bevraging van de belangrijkste stakeholders in functie van de opmaak van een eigen beleidsplan dat er toch nog nood is aan een extra direct communicatiekanaal (via mail). Daarom zullen aankondigingen van nieuwsberichten voortaan ook via (met link naar de eigen website) gebeuren. Een eerste oplijsting van mailadressen van politieke mandatarissen van de gemeentelijke en provinciale partner(s) is reeds afgerond. Later zullen ook andere groepen hieraan worden toegevoegd. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 64

65 Het populaire project Onderzoek je mee? kent ondertussen al enkele navolgers in Vlaanderen. Diverse instellingen stellen nu regelmatig een object uit het depot voor. Ook in 2013 stelden we opnieuw 10 objecten uit het depot voor. Elk voorwerp krijgt enige omkadering rond de vondstomstandigheden, functie/identiteit van het voorwerp maar geeft de nieuwsgierige bezoeker ook een uitdaging door middel van een vraag. Bij de voorstelling van een volgend voorwerp worden de oplossingen van het vorige vraagstuk vrijgegeven. De behandelde voorwerpen worden online bewaard onder het digitaal depot van de ADW. De selectie van de voorwerpen gebeurde door de eigen medewerkers. Een van de objecten (een hak uit hertshoorn van jaar oud) haalde zelfs de regionale pers. Wie is er allemaal werkzaam voor de ADW? is een vaak terugkerende vraag. Daarom werd beslist om dit jaar alle medewerkers binnen de ADW een gezicht te geven. Negen medewerkers werden met hun favoriet object uit ons depot gefotografeerd. Via het project Onderzoek je mee? stelden ze zichzelf en het uitgekozen object voor. Dezelfde portretten werden eveneens onder het item personeel van de rubriek Wat is de ADW? geplaatst. In 2014 komen de laatste drie collega s aan de beurt. IB Sociale media ADW op Facebook & twitter Na de studiedag Digitale media, een openbaring voor de erfgoedsector? in 2012 werd eindelijk een betere kijk op de nieuwe vormen binnen sociale media verkregen. Een eigen facebookpagina kon de ADW duidelijk heel wat voordelen opleveren: - een betere doorstroming van de nieuwsberichten (zie hierboven), - een meer uitgebreide promotie van de eigen activiteiten, - het posten van fotoalbums van de afgelopen activiteiten, - de werking binnen de ADW beter visualiseren, - een stand van zaken van terreinwerk op een eenvoudige en directe manier doorgeven, - het signaleren van nieuwe onderzoeksrapporten,. De facebookpagina werd eind april aangemaakt en heeft twee beheerders: de verantwoordelijke van de publiekswerking en een van de terreinarcheologen van de cel Onderzoek. Wie de facebookpagina van de ADW bezoekt, kan naast evenementen, fotoalbums, nieuwsberichten via de tijdlijn ook de korte historiek van de ADW terugvinden. Via facebook worden ook berichten rond het onderzoeksproject van de Doelse koggen van het Agentschap Onroerend Erfgoed en ander relevant nieuws van collegaarcheologen in Vlaanderen gedeeld. Eind december telde de facebookpagina van de ADW al 214 volgers. In het najaar van 2013 werd uit noodzaak ook overgegaan tot het aanmaken van een account bij twitter voor het promoten van activiteiten, onderzoeksrapporten en het project Onderzoek je mee? via Archeonet. Het is echter niet de bedoeling om twitter even intensief te gebruiken als facebook. IB 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 65

66 7.4.7 ADW en de geschreven pers Interview met Eos In 2012 werkte de Archeologische Dienst Waasland mee aan een project over berichtgeving rond archeologie in Vlaanderen door de geschreven pers. Het betrof een masterproef van Ine Leonard, een studente journalistiek aan de HUB. Eos vroeg mevrouw Leonard de resultaten van haar masterproef te verwerken in een artikel. Hiervoor interviewde mevrouw Leonard verschillende archeologische spelers in Vlaanderen, waaronder de ADW die als intergemeentelijke archeologische dienst in 2012 maar liefst 29 keer in de geschreven pers werd vermeld. Mevrouw Leonard verwerkte de interviews en de conclusies van haar masterproef tot het sprekende artikel Geen goede pers voor de archeoloog dat in het septembernummer van EOS Wetenschap werd gepubliceerd. Een digitale versie van dit artikel werd op de eigen facebookpagina gedeeld. Meer inzet op eigen berichtgeving Ondanks het feit dat de ADW beschikt over een eigen website, facebookpagina en twitteraccount is het een absolute must om het directe contact met de geschreven pers te onderhouden. De geschreven pers is en blijft immers een belangrijk lokaal communicatiekanaal. Begin 2013 werden o.m. de nieuwe voorzitter en ondervoorzitster van de raad van bestuur voorgesteld. Voor de evenementen Erfgoeddag en Maand van de archeologie werd een persmap opge-maakt en een persmoment georganiseerd waar de diverse activiteiten werden toegelicht. Berichtgeving via andere kanalen Andere communicatiekanalen voor de ADW zijn de tijdschriften van de verschillende heemkundige kringen binnen het Waasland en de website en nieuwsbrief van Erfgoedcel Waasland. Zo besteedde de Hertogelijke Heemkundige kring van het Land van Beveren het afgelopen jaar aandacht aan het Wase tijdlijnspel en wijdde er een artikel in zijn tijdschrift aan. Daarnaast kan de ADW ook steeds rekenen op de Erfgoedcel Waasland die o.m. voor het nieuwe project Maand van de archeologie en het project Object van de maand ruimte voorzag op haar website en in haar nieuwsbrieven. IB Project met studenten lerarenopleidng KAHOSL Tot nu toe hebben de eigen educatieve initiatieven rond archeologie zich vooral op de archeologische verhaallijn in SteM (het Stedelijk Museum van Sint-Niklaas) gefocust. Dit komt in de eerste plaats de onderwijsinstellingen in het stadscentrum van Sint-Niklaas ten goede. Voor de overige onderwijsinstellingen in de periferie van Sint-Niklaas en in de andere participerende gemeenten (Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas, Stekene, Temse en Waasmunster) lijken tijd, afstand en de bijhorende kosten (vooral busvervoer) de grootste hindernissen te zijn om een bezoek aan SteM te organiseren. Daarom gaf de ADW aan de studenten lerarenopleiding van het KAHOSL de opdracht om een variatie op de workshop Van barbaarse broek tot extravagante hoed die in de klassen van de 3 de graad lager onderwijs en de 1 ste graad middelbaar onderwijs kan worden ingezet, uit te werken. 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 66

67 De studenten vormden de workshop uiteindelijk om in een gezelschapspel dat moeiteloos in de klas kan worden gespeeld. Als basis voor dit spel werd het bestaande gezelschapspel Dossier X rond archiefwerking gebruikt. Doelgroep voor dit spel is het eerste graad van het secundair onderwijs. De studenten leverden het reglement en een basis aan dossierfiches aan. Het betreft een goed onderbouwde basis, en mits enige bijsturing kan hier zeker een boeiend gezelschapspel rond archeologie uit groeien. IB 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 67

68 7.5 Rondleidingen, lezingen en andere sensibiliserende activiteiten Lezing Vrasene inleiding bij Archeologisch onderzoek in Vrasene: de voorlopige resultaten. Op 19 maart organiseerde de lokale afdeling van het Davidsfonds de lezing Archeologisch onderzoek in Vrasene: de voorlopige resultaten door Evelyn Schynkel. Aan Jeroen Van Vaerenbergh werd gevraagd om een inleiding te geven. De lezing over het onderzoek op de site Vrasene - Daalstraat werd enthousiast onthaald door de tientallen aanwezigen. Nadien werd nog uitvoerig nagepraat. JVV Lezing Temse Ontmoet je voorouders: archeologisch onderzoek geeft de geschiedenis van Temse een nieuw gezicht. Op 19 september organiseerde het Gemeentemuseum Temse in samenwerking met de ADW de lezing Ontmoet je voorouders: archeologisch onderzoek geeft de geschiedenis van Temse een nieuw gezicht. De sites die in de tentoonstelling Temse Erfgoed uit Musea in Sint-Niklaas aan bod kwamen, werden op deze onderhoudende lezing toegelicht door Jeroen Van Vaerenbergh. Het kaderen van de onderzoeksresultaten in een ruimer perspectief werd gesmaakt door het talrijke publiek in de overvolle zaal. JVV Bijzonder publieksmoment Sint-Pauwels. Tijdens de officiële inhuldiging van de vernieuwde kerkomgeving van Sint-Pauwels wist de cel Onderzoek van de ADW de talrijke aanwezigen te verbazen met een bijzondere informatiebrochure die toelichting gaf bij de resultaten van het archeologisch onderzoek dat in de loop van het voorjaar van 2013 werd uitgevoerd op het vroegere kerkhof rondom de Sint-Pauluskerk. De brochure was opgevat als een overlijdensbericht ter nagedachtenis van de voorouders van de inwoners van Sint-Pauwels. Het was dankzij de opvallende lay-out dat de informatie ook daadwerkelijk gelezen werd en er zelfs vraag was naar extra exemplaren. Op deze manier kon meer dan ooit een zeer ruim publiek gesensibiliseerd worden voor archeologie in hun leefomgeving. Een benadering die zeker voor herhaling vatbaar is. JVV Publieksgerichte omkadering onderzoek GOG Kruibeke-Bazel-Rupelmonde. In functie van een publieksgerichte ontsluiting van de onderzoeksresultaten die tijdens de aanleg van het Gecontroleerde Overstromingsgebied te Kruibeke aan het licht kwamen, werden oriënterende gesprekken gevoerd tussen Waterwegen & Zeekanalen en de ADW. Er werden nog geen inhoudelijke en financiële afspraken gemaakt. JVV 7. Afsprakencluster 5: ontsluiting en publieksgerichtheid 68

69 8. Afsprakencluster 6: organisatie 8.1 Project reorganisatie bibliotheek De ontsluiting van de eigen bibliotheek laat al enige jaren te wensen over. Een complexe indeling in rubrieken en een moeilijk raadpleegbare inventaris, louter i.f.v. het aankoopbeleid en het bepalen van de verzekeringswaarde, vormen hierbij de voornaamste hindernissen. Om deze grote hoeveelheid aan wetenschappelijke informatie te ontsluiten i.f.v. het eigen wetenschappelijk onderzoek werd midden 2013 gestart met een interne werkgroep. Eerst werd prioriteit gegeven aan de opmaak van een toegankelijke en overzichtelijke structuur voor de bibliotheek. Uiteindelijk werd gekozen om de tijdlijn als rode draad te nemen binnen een eerste groep hoofdrubrieken: steentijd, metaaltijden, Romeinse periode, middeleeuwen, nieuwe tijd en nieuwste tijd. Omdat niet elke publicatie, reeks of artikel zich zomaar in een tijdvak laat duwen, werd aan deze groep hoofdrubrieken ook gemengde perioden toegevoegd. Deze groep hoofdrubrieken werden vervolgens ingedeeld in de volgende deelrubrieken: overzichtswerken, methodologie, opgravingsverslagen, materiaalstudies en reeksen/tijdschriften. Een tweede groep hoofdrubrieken verzamelt enkele kleinere themata die niet tijdgebonden zijn: con-servatie, restauratie & beheer; symboliek & iconografie (incl. catalogi schilderkunst); presentatie archeologie en educatieve/didactische werken. Ook alle publicaties inzake het Waasland blijven in een aparte rubriek verzameld. Een laatste groep hoofdrubrieken betreft de zeer heterogene verzameling nieuwsbrieven/brochures en de groep van tijdschriften,reeksen en jaarverslagen. Eenmaal de nieuwe structuur binnen de bibliotheek zijn definitieve vorm had gekregen, werd vervolgens de bestaande databank (een accessbestand) omgevormd tot een gebruikvriendelijkere catalogus. Binnen de hoofd- en deelrubrieken zal elk boek ook zijn eigen uniek nummer krijgen om vergissingen bij het terugplaatsen van de boeken (een veel voorkomend probleem) te voorkomen. Deze code moet nog worden opgesteld. In 2014 zal gestart worden met de hoofdrubrieken hun definitieve plaats in de bibliotheek te geven, de publicaties aan een hoofd-/deelrubriek toe te wijzen, de boeken een eigen nummer toe te kennen en verdere nodige aanpassingen in het accessbestand door te voeren. Ter voorbereiding hiervan volgde de administratief medewerkster reeds een cursus acces. IB 8.2 Project Reorganisatie server ADW en migratie naar server stad Sint-Niklaas In functie van een efficiëntere werking binnen de dienst was het een absolute must om het netwerk en de server van de ADW in 2013 te reorganiseren. Elke medewerker had immers een eigen documentenmap die zich lokaal op de eigen computer/de server bevond en naar eigen goeddunken was georganiseerd. Hierdoor bevonden vele documenten zich in veelvoud op de server of circuleerden verschillende versies van eenzelfde document in het netwerk. Ook het back-upsysteem van de server was verre van efficiënt (te weinig ruimte en te omslachtig systeem).verder circuleerden in het organisch gegroeide computerpark van de ADW verschillende licenties MS office (van XP tot 2011), was het netwerk deels draadloos en deels bekabeld (verzenden van data met verschillende snelheden tot gevolg) Een totaaloplossing voor netwerk en server was dringend aan de orde, waarbij een efficiënte opslag van data (in het bijzonder van het fotoarchief) en een eenvoudige manier van documenten delen centraal stond. 8. Afsprakencluster 6: organisatie 69

70 In functie van een prijsvraag voor een totaaloplossing voor het netwerk en de server vond eerst een overleg plaats met de verantwoordelijken van de aankoopdienst en de ICT-dienst van de stad Sint- Niklaas. Tijdens dit overleg suggereerden de verantwoordelijken binnen de ICT-dienst dat ook de stad een oplossing kon bieden. De data van de ADW zouden immers probleemloos naar de huidige serveren netwerkinfrastructuur van de stad kunnen migreren. De ADW zou dan beschikken over een volledig bekabeld netwerk voor 10 clients, een dubbele internetverbinding ( i.f.v. de ontdubbeling van de server buitenshuis), een lokale en externe server (externe server i.f.v. een veilige opslag van data met maximale opslagcapaciteit van 1 TB). Alle computers binnen het netwerk zouden dezelfde licenties MS Office gebruiken en de ADW zou kunnen rekenen op een uitgebreid onderhouds- en supportpakket (incl. het onderhoud + support + preventief onderhoud + begeleiding hardware en software voor pc s, netwerk en server tijdens de kantooruren (8.00/ u)). Deze service van de stad zou echter niet kosteloos zijn. Gezien de werkruimten van de ADW zich in het museumcomplex van de stad bevinden, waar ook een deel van de stedelijke serverinfrastructuur staat opgesteld, gaf de ADW groen licht om hiervoor een voorstel uit te werken. Naast het voorstel van de ICT-dienst van de stad sint-niklaas voerde de ADW ook een eigen marktonderzoek uit. Het resultaat van het marktonderzoek was matig. Slechts één privaat bedrijf (Acom) diende een voorstel in. Het werd snel duidelijk dat het kostenplaatje voor een structurele oplossing voor het netwerk- en serverprobleem via de private sector een zware investering zou vragen. Beide voorstellen werden aan de raad van bestuur voorgelegd. Uiteindelijk weerhield de raad van bestuur het voorstel van de stad Sint-Niklaas. Eenmaal een totaaloplossing en een partner gekend waren, werd gestart met de opmaak van een structuur voor de server. Binnen elke deelwerking van de ADW (administratie, Beheer & ontsluiting, Onderzoek en Consolidatie & restauratie) werd een structuur uitgewerkt. In september werd deze structuur op de server geplaatst en kon het migreren van de data naar de nieuwe structuur beginnen. Het migreren van alle data zal in de loop van het voorjaar van 2014 worden afgerond. In het najaar van 2013 startte de stad al met de bekabeling van het eigen netwerk. Deze wordt in januari 2014 voltooid, waarna de migratie van de data naar de server van de stad kan gebeuren (meijuni 2014). Voor het digitaal fotoarchief van de ADW werd een account aangemaakt bij de beeldbank van de stad. De migratie van deze data zal in de loop van het voorjaar van 2014 gebeuren. IB 8. Afsprakencluster 6: organisatie 70

71 8.3 Inventarisatie knelpunten IAD s Eind 2012 (dd ) vond met de intergemeentelijke archeologische diensten (IAD s) en intergemeentelijke onroerend erfgoeddiensten (IOED s) een overleg plaats met als belangrijkste onderwerp de problemen waarmee intergemeentelijke archeologen/onroerend erfgoedbeheerders in hun werking worden geconfronteerd. De nood aan het oplijsten van deze problemen werd door iedereen onderschreven. Bijgevolg werd een aantal thema s (structuur, financiering, personeelsbeleid, huisvesting ) afgebakend en werd er een vragenlijst opgesteld. Midden maart 2013 hadden alle IAD s/ioed s de vragenlijst beantwoord en teruggestuurd, waarna de verwerking van de antwoorden kon starten. Per vraag werden alle antwoorden gegroepeerd. Bij eventuele hiaten of onduidelijkheden werd naar de betreffende instelling teruggekoppeld. Midden juni werd samen met mevrouw Veerle Lauwers (archeoloog van de intergemeentelijke archeologische dienst WINAR) per vraag een voorstel van synthese opgesteld. De inventaris en de syntheses werden naar de overige IAD s/ioed s voor feedback teruggestuurd. Tot slot werden de resultaten van de bevraging overgemaakt aan mevrouw Gonda Callaert, afdelingshoofd Beheer van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Reactie bleef niet lang uit. Mevrouw Callaert liet via schrijven weten dat de resultaten van de bevraging zeer interessant waren en aan de interne werkgroepen binnen het agentschap, die de uitvoeringsbesluiten voor het nieuwe onroerenderfgoeddecreet aan het uitwerken zijn, werden overgemaakt. IB 8. Afsprakencluster 6: organisatie 71

72 DEEL II: CEL ONDERZOEK Inleiding Statutair heeft de ADW als opdracht de zorg voor het archeologisch patrimonium in het Waasland in het algemeen en de behandeling van het bedreigd archeologisch patrimonium in het bijzonder, en dit in de meest ruime betekenis. Bijgevolg is de ADW uitdrukkelijk de mening toegedaan dat het zelf uitvoeren van veldwerk een volwaardig onderdeel moet blijven van de taken van de dienst. Deze positieve keuze voor eigen veldwerk stelt de dienst bovendien in staat de door de jaren heen zorgvuldig opgebouwde personeelsbezetting en knowhow in de verzelfstandigde de cel Onderzoek te handhaven en verder uit te bouwen. Bovendien blijft de ADW door deze keuze sterk betrokken bij de nieuwe evoluties binnen het archeologisch terreinonderzoek, wat ook het beheer van het archeologisch erfgoed ten goede komt. 1. Visienota Archeologische Dienst Waasland - cel Onderzoek. 1.1 Een goede start blijkt moeilijk te bestendigen Met het oog op 2013 werd een positieve evolutie verwacht met betrekking tot het aantal projecten dat zich zou aandienen (zie jaarverslag 2012). Veranderingen in de adviesreglementering, de start van de nieuwe gemeentelijke/stedelijke legislaturen en de economische crisis hebben er uiteindelijk toe geleid dat een aantal projecten niet uitgevoerd kon worden. Bovendien waren in 2013 ruimtelijke ontwikkelingsprojecten van de bevoorrechte partners van de ADW, de lokale overheden en Interwaas, haast onbestaand. Daarom was de cel Onderzoek genoodzaakt om in te schrijven op projecten van private ontwikkelaars. Vrij snel is duidelijk geworden dat de cel Onderzoek onmogelijk kan concurreren met de dumpingprijzen die sommige privaatarcheologische bedrijven hanteren. Bovendien is de cel Onderzoek nog te weinig herkenbaar als potentiële uitvoerder van archeologische projecten bij private ontwikkelingen. Dit alles heeft er toe geleid dat de onderzoeksequipe in de loop van april 2013 het terreinwerk heeft moeten staken, met uitzondering van enkele kleine projecten. Acties werden ondernomen om uit een deel van de impasse, met name de onzichtbaarheid, te geraken. Aan het Agentschap Onroerend Erfgoed werd voorgesteld om de ADW cel Onderzoek te vermelden in de Bijzondere Voorwaarden (bij bouwdossiers) als potentiële uitvoerder van archeologische pro-jecten in het Waasland. Hier werd negatief op geantwoord. Als argument wordt de vermeende ambigue structuur van de ADW aangehaald (beheerstaken versus uitvoerende onderzoeksdaden). De overkoepelende Vereniging van Vlaamse Ondernemers in de Archeologie (VONA) krijgt dit voorrecht wel. Bijgevolg werd een lidmaatschap bij VONA aangevraagd. Hoewel enkele leden van VONA hun bedenkingen hadden, werd de cel Onderzoek in juni 2013 toch toegelaten als lid. Hierdoor wordt de cel Onderzoek vermeld op de website van VONA en blijken offertevragen van private ontwikkelaars makkelijker de weg te vinden tot de ADW. Ondanks de reeds geleverde inspanningen verkeert de cel Onderzoek in een ongezonde financiële situatie. De financiële reserve die begin 2013 werd toegewezen aan de cel Onderzoek is eind 2013 voor meer dan de helft opgebruikt. Hoewel in 2011 reeds een langetermijnvisie voor de cel Onderzoek is opgemaakt en de werking steeds efficiënter geworden is, is in 2013 duidelijk geworden dat nieuwe inspanningen noodzakelijk zijn. Er moet gewerkt worden aan een stabielere basis om het voortbestaan van de cel Onderzoek te garanderen. Het zoeken naar oplossingen voor dit probleem ligt aan de basis van deze nieuwe visienota voor de cel Onderzoek. Deel II: cel onderzoek 72

73 1.2 De troeven Als onderdeel van een intergemeentelijke dienst met een jarenlange ervaring in de regio staat de cel Onderzoek garant voor een efficiënte en kwalitatieve afhandeling van onderzoeksdossiers. Bovendien kunnen onze zorgzaam opgebouwde contacten met de overheden het proces bevorderen. De blijvende intellectuele band met de cel Beheer en ontsluiting en de cel Consolidatie en restauratie versterken het geheel. Helaas blijken deze troeven tot nu toe ontoereikend te zijn om een concurrentiële positie in te nemen op de geprivatiseerde markt van de Vlaamse archeologie. 1.3 De actiepunten Door hernieuwde zelfreflectie, door intern overleg met collega s en de voorzitter en door contacten met externe experts is duidelijk gebleken dat zes pistes zullen moeten bewandeld worden om de cel Onderzoek op lange termijn levensvatbaar te houden. - Realistische efficiëntieverhoging - Drukken van de loonkost - Kennisvergroting van de regionale ruimtelijke ontwikkelingen - Afsluiten van samenwerkings- of raamovereenkomsten - Gebiedsuitbreiding - Marketing Hiermee anticipeert de cel Onderzoek ook op de tendensen die in het nieuwe Onroerend Erfgoeddecreet worden weergegeven en toont de cel Onderzoek haar meerwaarde aan in functie van de hernieuwing van de projectvereniging in Realistische efficiëntieverhoging. Door het verhogen van de efficiëntie tijdens het uitvoeren van de onderzoeksprojecten, kan de onderzoekstermijn ingekort worden en zal de algemene kostprijs dalen. Hierdoor kan een meer concurrentiële positie worden ingenomen. Toch zal er steeds over gewaakt worden dat dit niet ten koste gaat van de kwaliteit. Daarenboven mag ook de realiteitszin niet uit het oog verloren worden. Voor prospecties met ingreep in de bodem (zgn. sleuvenonderzoeken) worden maximaal 3 werkdagen per ha aangerekend, aangevuld met 2 werkdagen per ha voor de rapportage. Voor vlakdekkende onderzoeken zal de onderzoekstermijn op het terrein teruggebracht worden tot maximaal 5 werkweken voor een halve ha te onderzoeken oppervlakte met een hoge densiteit aan sporen. Voorheen werden hiervoor 7 weken gerekend. De geschatte duurtijd van elk project (opgraving + rapportage) wordt individueel bekeken, rekeninghoudend met het hierboven aangehaalde maximum en de noden van dat moment. Verdere standaardisering door de ingebruikname van de digitale onderzoeksdatabank en andere digitale toepassingen zullen tijdswinst generen. Ook zal de werkdruk meer gespreid worden. Dagelijkse briefingen met alle terreinmedewerkers zullen de dagtaken verder stroomlijnen. Concrete afspraken en deadlines worden strikt nageleefd. Met betrekking tot het inkorten van de duurtijd van de verwerking en rapportage na het afronden van het terreinonderzoek zullen tijdsbesparende maatregelen getroffen werden. In het kader van de visienota

74 efficiëntie zal tijdens de opmaak van de basisrapporten aan sommige experts binnen de cel Beheer en ontsluiting ook rechtstreeks inhoudelijke input gevraagd worden (regionale historiek, materiaalexpertise, ). Bovendien zal de inhoud van de rapporten zich beperken tot het strikt noodzakelijke, zoals weergegeven in de Minimumnorm voor Vlaamse archeologie en in de projectgebonden Bijzondere Voorwaarden. Verder wetenschappelijk onderzoek, verregaande interpretaties en synthetisering die de grenzen van de site overschrijden, zullen deel uitmaken van thematische synthesestudies die uitgevoerd worden door de cel Beheer en ontsluiting en externe onderzoekers Drukken van de loonkost. De cel Onderzoek kiest ervoor om z n medewerkers te verlonen naargelang hun kwalificaties (diploma) en verantwoordelijkheden. Op dit moment worden twee terreinarcheologen op A-niveau betaald. Eén terreinarcheoloog, met minder verantwoordelijkheden, krijgt een verloning op B-niveau. Verder heeft de cel twee veldtechnici ter beschikking en een archeologisch deskundige. Het celhoofd wordt binnen de cel halftijds vergoed op A-niveau. Het is de bedoeling om de loonkost van het halftijds celhoofd in te perken. Dit kan door het vragen van een financiële bijdrage voor de opvolging die het celhoofd uitvoert binnen zijn functie als wetenschappelijke begeleider (deeltaak cel Beheer en ontsluiting) bij opgravingen uitgevoerd door private archeologische bedrijven. Een afzonderlijk forfaitair bedrag wordt bepaald voor de opvolging van sleuven- en vlakdekkend onderzoek, vermeerderd afhankelijk van de oppervlakte. Dit voorstel zal juridisch moeten afgetoetst worden met het Agentschap Onroerend Erfgoed, aangezien zij de wetenschappelijke begeleiding door de ADW opleggen in de Bijzondere Voorwaarden en de opdracht vervat zit in de resultaatsverbintenis. In oktober 2013 werd de beslissing genomen om de numismatische expertise van één van de archeologen, die deel uitmaakt van de cel Onderzoek, te vermarkten. In zeer beperkte mate zal hierdoor tegemoet gekomen worden aan het beperken van de loonkost bij archeologisch terreinonderzoek Kennisvergroting van de regionale ruimtelijke ontwikkelingen. Er dient zo veel mogelijk vermeden te worden dat potentiële onderzoeksprojecten pas in een te laat stadium onderschept worden. Er moet nog meer dan in het verleden proactief gezocht worden naar toekomstige projecten. Een blind vertrouwen in de vermelding op de website van VONA is gevaarlijk. Hiervoor zullen de banden aangehaald worden met de Wase gemeentebesturen en het intergemeentelijk samenwerkingsverband voor streekontwikkeling, Interwaas Afsluiten van samenwerkings- of raamovereenkomsten. Er dient gepeild te worden naar het potentieel van samenwerkings- of raamovereenkomsten voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek in de Wase regio. Dergelijke overeenkomsten die financiële zekerheid geven voor de duurtijd van het contract kunnen garant staan voor een deel van de financiering van de cel Onderzoek en de stabiliteit/rendabiliteit vergroten. Wanneer gemerkt wordt dat een ruimtelijke ontwikkelaar opeenvolgende projecten plant in het werkingsgebied, zal een voorstel tot samenwerken worden voorgelegd. Er kunnen gesprekken gevoerd worden met de lokale overheden, OCMW s, Interwaas, huisvestingsmaatschappijen, de Vlaamse visienota

75 overheid, nutsmaatschappijen en private ontwikkelaars. Bij de aangesloten gemeentebesturen kan het belang aangehaald worden van het in-house-principe, waarbij een snellere administratieve procedure kan gegarandeerd worden, en de mogelijkheid om een bijdrage in de weddenlast te leveren, waarbij fiscale voordelen kunnen gelden. Steeds zal moeten afgewogen worden in welke mate een voordeeltarief kan aangeboden worden, afgestemd op de gestelde voorwaarden en de looptijd van de overeenkomst. Ook dient rekening gehouden te worden met de beperkingen van de personeelsbezetting van de cel Onderzoek. Voor het uitvoeren van grootschalige projecten kunnen projectgebonden samenwerkings-overeenkomsten met kwalitatieve archeologische bedrijven afgesloten worden. De regionale knowhow kan dan als een meerwaarde aanzien worden Gebiedsuitbreiding. Uit de probleemstelling is duidelijk gebleken dat het aantal projecten waar de cel Onderzoek potentieel aan kan deelnemen binnen het gebied van de partnergemeentes van de ADW momenteel te beperkt is. Dit is een gevolg van het groeiend aantal concurrenten en de afname van het aantal bouwprojecten. Om dit probleem structureel op te lossen zal de beslissing moeten genomen worden om het werkingsgebied van de cel Onderzoek uit te breiden. Zoals dit reeds lang het geval is voor de cel Consolidatie en restauratie. In eerste instantie wordt gedacht aan een uitbreiding met de buurgemeentes binnen dezelfde bodemkundige regio, met name Lokeren, Hamme, Bornem en Zwijndrecht. In ruimere zin kunnen ook de regio rond Gent, de Vier Ambachten (deels in Nl.), de Antwerpse Polders, de Voorkempen, de Rupelstreek en Klein-Brabant in aanmerking komen. Projecten van de Wase partnergemeentes blijven prioriteit krijgen. De gebiedsuitbreiding heeft als gevolg dat de volledige personeelsbezetting van de cel Onderzoek ook buiten het Waasland zal ingezet worden Marketing. De cel Onderzoek springt bij vele projectontwikkelaars nog te weinig in het oog als potentiële uitvoerder van hun archeologisch onderzoeksproject. Bovendien zien de ontwikkelaars en zelfs de lokale besturen nog te weinig de relevantie en meerwaarde in van de cel Onderzoek van ADW als uitvoerder van één van hun projecten. Aangezien de lokale besturen nu ook de keuze hebben om met een private archeologische uitvoerder in zee te gaan, is er duidelijk nood aan profilering van de cel Onderzoek. De troeven van de cel Onderzoek, met name kwaliteit, efficiëntie, knowhow en essentiële contacten als onderdeel van het grotere geheel van de ADW, dienen te worden uitgespeeld. In ruil voor deze kwaliteiten zouden potentiële opdrachtgevers bereid moeten worden gevonden om een meer realistische prijs te betalen. Zelfreflectie en overleg met een professionele marketingexpert hebben aangetoond dat de cel Onderzoek van de ADW nog te weinig in de kijker loopt om als relevant bevonden te worden. De uitdaging is om de cel Onderzoek te profileren als dé referentie met betrekking tot veldarcheologie, zeker in het Waasland en de randgebieden. Volgens de marketingsexpert kan dit onmogelijk gebeuren vanuit de bestaande merknaam ADW cel Onderzoek. Een nieuwe, sprekende en aanlokkelijke naam met een hieraan verbonden eigen communicatiestrategie zou het tij kunnen doen keren. visienota

76 2. Conclusie Als onderdeel van een intergemeentelijke dienst met een jarenlange ervaring in de regio staat de cel Onderzoek garant voor een efficiënte en kwalitatieve afhandeling van onderzoeksdossiers. Bovendien kunnen onze zorgzaam opgebouwde contacten met de overheden het proces bevorderen. De blijvende intelectuele link met de cel Beheer en ontsluiting en de cel Consolidatie en restauratie versterken het geheel. Het zijn deze troeven die zullen moeten uitgespeeld worden op de groeiende concurrentiële markt van de geprivatiseerde Vlaamse archeologie. Helaas vergt het tijd om ons in die zin te profileren. Tijd die er momenteel niet is. Daarom voorziet de cel Onderzoek in een actieplan met maatregelen op korte termijn. Samenvattend, zal snel moeten gezorgd worden voor een stabiele basis om onze positie op de concurrentiële markt stevig in te nemen. Cruciaal hierbij zijn het drukken van de kostprijs en het vergroten van de zichtbaarheid. Hierbij mogen de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek en de verruiming van het maatschappelijk draagvlak nooit uit het oog verloren worden. Meer nog, we zijn er van overtuigd dat ze de garantie vormen voor het voortbestaan op lange termijn. Het ultieme doel is dat de ADW - cel Onderzoek, onder een nieuwe naam, dé referentie wordt. De huidige cel Onderzoek is zich bewust van de extra inspanningen die het actieplan en de nieuwe communicatiestrategie met zich mee zullen brengen, maar ze gelooft ook in het welslagen ervan en in de mogelijkheden die het biedt om het voortbestaan van de cel Onderzoek op lange termijn te garanderen. JVV m.m.v. BL, TVN en AP visienota

77 2. Databank en digitalisatie van het terreinwerk Sinds 2012 investeert de Archeologische Dienst Waasland in de modernisering van de interne werking. In het kader hiervan werd een digitale onderzoeksdatabank aangemaakt. De databank werd opgesteld door de cel Onderzoek en kwam hoofdzakelijk tot stand door intensief overleg tussen de cellen Onderzoek en Beheer en ontsluiting. Tijdens deze overlegmomenten werden verschillende doeleinden opgesteld voor de databank: Het standaardiseren van de terreinadministratie. Het vereenvoudigen van de verwerking van projecten. Het digitaliseren van het analoge opgravingsarchief dat gedurende het lange bestaan van de Archeologische Dienst Waasland werd opgebouwd. Digitale informatie in verband met het depot opslaan en eenvoudig doorzoekbaar maken. Het bevraagbaar maken van de ingevoerde gegevens. In de loop van 2013 werd deze databank geoptimaliseerd en werd de opdracht gegeven aan Lason Media Design om de offline databank om te zetten in een online applicatie. Gedurende 2013 werd de applicatie uitvoerig getest en waar nodig bijgesteld door de cel Onderzoek. Door middel van de ipad werd een eerste terreintest uitgevoerd op de site Stekene - Dorpsstraat. Tijdens dit onderzoek werden alle spoorbeschrijvingen en de basis van de vondsten- en stalenlijsten direct op het terrein ingevoerd. Op basis van deze eerste test kon alvast gesteld worden dat de rechtstreekse invoer van gegevens op het terrein globaal gezien een zekere tijdswinst inhoudt. Waar de invloed op het terreinwerk vrijwel onmerkbaar was (tijdswinst noch verlies), werd de verwachting aangaande de tijdswinst bij de verwerking duidelijk waargemaakt. Aangezien ook tijdens de verwerking van het testproject nog aanpassingen dienden te gebeuren, kon het volledige potentieel van de online applicatie nog niet getest worden. Verwacht wordt dat de databank tegen het voorjaar van 2014 volledig operationeel zal zijn en er dan nog slechts enkele kleine aanpassingen zullen moeten gebeuren. Vanaf dan zullen ook gegevens van het analoge opgravingsarchief ingevoerd kunnen worden. TVN databank en digitalisatie van het terreinwerk 77

78 3. Register van terreinwerkzaamheden 3.1 Archeologische opgravingen Sint-Pauwels - Kerkomgeving Archeologische opgraving: 4 maart - 16 april 2013 Dossiernummer: 2013/074 Locatie: Sint-Gillis-Waas, 4 de Afdeling, Sectie A, Percelen 147K, 148C. Naar aanleiding van de herinrichting van de zone rondom de kerk van Sint-Pauwels (Sint-Gillis-Waas) voerde de cel Onderzoek van de Archeologische Dienst Waasland tussen 4 maart en 16 april 2013 een archeologisch onderzoek uit ter hoogte van een geplande parking met ondergrondse citernes en een afwateringssysteem rondom de kerk. De dagelijkse leiding was in handen van Bart Lauwers. Deze werd bijgestaan door Annebeth Plyson, Thierry Van Neste en meerdere veldtechnici. De oudste vermelding van de Sint-Pauluskerk dateert van Eén van de doelstellingen van het onderzoek was dan ook deze oudste vermelding te staven met archeologische gegevens. Aanvullend werd getracht om de begrenzing van het middeleeuwse kerkhof te reconstrueren. Daarna werd, met het oog op eventueel onderzoek in de verdere toekomst, de relevantie en bewaringstoestand van deze oudste graven geëvalueerd. Zoals verwacht, werden de oudste inhumaties in de sleuf dichtst bij het koor van de kerk aangetroffen. Dateringen zullen worden uitgevoerd om de exacte ouderdom van deze oudste graven te bepalen, maar wellicht gaat het om restanten van het middeleeuwse kerkhof. Ze werden alle met de voeten naar het oosten begraven, zodat ze, volgens de christelijke traditie, bij de wederopstanding op de Dag des Oordeels met het aangezicht naar het oosten kunnen kijken. Recentere graven het kerkhof rond de kerk is tot 1926 in gebruik geweest werden geruimd om te worden herbegraven op de gemeentelijke begraafplaats. Verder van de kerk, in de zone ten noorden van het toegangsportaal, gaat de begraving wellicht niet verder terug dan de 15 de /16 de eeuw, dit op basis van hun superpositie boven een laatmiddeleeuwse waterput. Deze waterput bestond oorspronkelijk uit een schacht van opeengestapelde wijnvaten, waarvan alleen het onderste bewaard bleef. De schaarse vondsten laten een algemene datering van de waterput in de 15 de of 16 de eeuw toe. Dendrochronologisch onderzoek van de duigen toont aan dat het hout afkomstig is van bomen die in de periode geveld werden in NW-Frankrijk, wellicht in het Loirebekken (met dank aan Pascale Fraiture (KIK)). BL Fig. 29. Sint-Pauwels Kerkomgeving: situering van het onderzoeksvlak (1) en de onderzoeks-sleuven (2, 3 en 4). register van terreinwerkzaamheden 78

79 Fig. 30. Sint-Pauwels Kerkomgeving: onderzijde van de tonwaterput. register van terreinwerkzaamheden 79

80 Fig. 31. Sint-Pauwels Kerkomgeving: inhumatie. register van terreinwerkzaamheden 80

81 Sinaai Wijnveld Archeologische opgraving: 1-15 juli 2013 Dossiernummer: 2013/262 Locatie: Sint-Niklaas, 10 de Afdeling, Sectie B, Percelen 1078E, 1081G. Tussen 1 en 15 juli 2013 voerde de cel Onderzoek van de Archeologische Dienst Waasland een vlakdekkend onderzoek uit te Sinaai Wijnveld. De dagelijkse leiding was in handen van Thierry Van Neste. Deze werd bijgestaan door Annebeth Plyson en meerdere veldtechnici. Het onderzoek bracht sporen aan het licht uit de ijzertijd tot Romeinse periode en van de volle of late middeleeuwen tot de nieuwste tijd. Het gaat om restanten van de rand van een nederzetting uit de ijzertijd tot (vroeg-)romeinse tijd. In totaal werden vijf spiekers en een waterput aangetroffen. In het zuiden van het onderzoeksgebied werd een Romeins brandrestengraf gevonden. Na een leemte in de occupatie tijdens de vroege middeleeuwen werd het terrein opnieuw in gebruik genomen vanaf de volle of late middeleeuwen. In deze periode werd het terrein hoofdzakelijk gebruikt als landbouwgebied. Deze functie bleef behouden in de nieuwe tijd, hoewel de indeling van de percelen in deze periode gewijzigd werd. Pas vanaf de 17 de of 18 de eeuw zijn er opnieuw aanwijzingen voor bebouwing. Rondom het gebouw, dat zich in het zuidwesten bevond, werd de bodem ernstig verstoord in recentere tijden. TVN Fig. 32. Sinaai wijnveld: Overzicht van de sporen op een hoogtemodel van vlak 1 (verticale overdrijving: 5x). Stekene Dorpsstraat (fase 2) Archeologische opgraving: 16 september 28 oktober 2013 Dossiernummer: 2013/376 Locatie: Stekene, 1 ste Afdeling, Sectie A, Perceel 1265G2. Naar aanleiding van de verdere verkaveling van het binnengebied tussen de Dorpsstraat, Stadionstraat, Stationswegel en Bormtestraat werd in 2013 de tweede fase van het archeologische onderzoek uitgevoerd. Tijdens deze tweede fase werd het voetbalterrein onderzocht dat tijdens de eerste fase werd uitgesloten. De dagelijkse leiding was in handen van Thierry Van Neste. Deze werd bijgestaan door Annebeth Plyson en meerdere veldtechnici. register van terreinwerkzaamheden 81

82 Tijdens de eerste fase werd de aanwezigheid van een dubbele grafcirkel vastgesteld. Deze zette zich verder op het huidige onderzoeksvlak. Onmiddellijk ten noordwesten hiervan werd een tweede grafcirkel aangetroffen. Het ging eveneens om een dubbele grafcirkel, ditmaal met een diameter van respectievelijk 20 en 6 m. Fig. 33. Stekene Dorpsstraat: overzicht van de twee dubbele grafcirkels. In het noordoosten van het terrein werden twee gebouwplattegronden aangetroffen. Één gebouw is met zekerheid te bestempelen als een Romeins gebouw dat dateert uit de late 1 ste tot begin 3 de eeuw na Chr. Haaks op dit gebouw werd een structuur met zes palen gevonden. Hoewel hierin geen dateerbare artefacten werden gevonden, lijkt de structuur op basis van de oriëntatie eveneens in de Romeinse periode te dateren. Vermoedelijk gaat het om een bijstructuur waarvoor geen zware palen vereist waren. Een laatste Gallo-Romeinse structuur werd gevonden in de noordwestelijke hoek. Hier betrof het een vierpostenspieker of opslagschuurtje. Enkele middeleeuwse grachten waren terug te vinden in het westen. Deze werden oversneden door de bolle akkergrachten en een zone van zandwinningskuilen. Deze laatste kunnen gedateerd worden vanaf de vroege 17 de eeuw. Enkele perceelsgrachten werden reeds voor het midden van de 19 de eeuw opgegeven. De resterende grachten bleven behouden tot aan de aanleg van het voetbalveld in de 20 ste eeuw. TVN Fig. 34. Stekene Dorpsstraat (fase 2): overzichtsplan van het onderzoeksvlak. register van terreinwerkzaamheden 82

83 3.2 Prospecties met ingreep in de bodem Vrasene Belgische Fruitveiling Prospectie met ingreep in de bodem: april 2013 Dossiernummer: 2013/172 Locatie: Beveren, 4 de A fdeling, Sectie A, Percelen 872A (partim), 875 (partim), 876A (partim), en sectie B, perceel 443A (partim). In 2013 besliste de Belgische Fruitveiling cvba over te gaan tot de bouw van een extra loods op haar terreinen te Vrasene. Aangezien archeologisch onderzoek op de aanpalende terreinen van het toenmalige Profruco cv belangrijke archeologische sporen aan het licht bracht in , werd een archeologisch vooronderzoek opgelegd voor deze uitbreiding. Van 24 tot en met 26 april 2013 werd dit proefsleuvenonderzoek uitgevoerd door de Archeologische Dienst Waasland cel Onderzoek. Het project werd geleid door archeologen Thierry Van Neste en Annebeth Plyson. Tijdens het archeologische vooronderzoek werden restanten van een cultuurlaag aangetroffen die dateert van voor de laat-16 de -eeuwse inundaties van de noordelijk gelegen Scheldepolders. De cultuurlaag bevatte fragmenten van handgevormd aardewerk die in de ijzertijd - Romeinse periode te dateren zijn. Mogelijk gaat het om verploegd materiaal dat van de nabijgelegen nederzetting afkomstig is. Of de cultuurlaag effectief deel uitmaakte van het ruimere bewoningsareaal van de nederzetting die zich op de hoger gelegen gronden bevond, is moeilijk met zekerheid uit te maken. De laatste bewerkingsfase van de cultuurlaag zal hoogstwaarschijnlijk in de late middeleeuwen moeten gedateerd worden. Ook enkele grachten uit de nieuwe tot nieuwste tijd kwamen aan het licht. Op basis van de resultaten werd geen bijkomend archeologisch onderzoek geadviseerd. TVN Fig. 35. Vrasene Belgische Fruitveiling: Situering op het DHM-Vlaanderen I. register van terreinwerkzaamheden 83

84 Stekene Frans Van Brusselstraat Prospectie met ingreep in de bodem: 5 juni 2013 Dossiernummer: 2013/240 Locatie: Stekene, 1 ste Afdeling, Sectie A, Perceel 663A (partim). Op woensdag 5 juni 2013 voerde de cel Onderzoek van de ADW een prospectie met ingreep in de bodem uit naar aanleiding van de uitbreiding van de gemeentelijke begraafplaats van Stekene. De dagelijkse leiding was in handen van Bart Lauwers. Deze werd bijgestaan door Annebeth Plyson en meerdere veldtechnici. Tijdens dit onderzoek werden vijf sporen aangetroffen. Een greppel met N-Z-verloop stamt vermoedelijk uit de middeleeuwen. Drie kleine en één grotere kuil dateren uit een recentere periode. Het onderzoeksterrein was grotendeels verstoord door recente bodemingrepen die gerelateerd waren aan het kerkhof. Op basis van de resultaten wrrd geen verder archeologisch onderzoek geadviseerd. BL Fig. 36. Stekene Frans Van Brusselstraat: panoramische overzichtsfoto. Stekene Sparrenhofdreef Prospectie met ingreep in de bodem: oktober 2013 Dossiernummer: 2013/432 Locatie: Stekene, Afdeling 1, Sectie A, percelen 726C, 727B, 727F, 727G, 730H (partim), 730M (partim), 732E02 (partim), 735D, 735E, 876D, 876E, 876F2 (partim), 876G2 (partim), 877F, 877M, 758G (partim). Naar aanleiding van de bouw van een nieuw woonzorgcentrum en gebouwen met assistentiewoningen langsheen de Sparrenhofdreef te Stekene werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed een prospectie met ingreep in de bodem opgelegd. Dit onderzoek werd op oktober 2013 uitgevoerd door de Cel Onderzoek van de Archeologische Dienst Waasland (ADW). Het project werd geleid door archeologen Bart Lauwers en Annebeth Plyson. register van terreinwerkzaamheden 84

85 Het onderzoek bracht een beperkt aantal sporen aan het licht, waarvan de voornaamste en archeologisch meest relevante een drietal brandrestengraven zijn. Hun verspreide locatie overheen het onderzoeksterrein suggereert dat het hier gaat om een grafveld, eerder dan om een paar geïsoleerde graven die bij een nabijgelegen nederzetting horen. Dergelijke grafvelden zijn in Vlaanderen slechts erg fragmentair gekend. De enige vergelijkbare voorbeelden in de ruimere regio werden onderzocht te Waasmunster - Pontrave en Vrasene - Daalstraat. In de noordelijke hoek van het terrein, langsheen de Sparrenhofdreef, werden in de nabijheid van één van de brandrestengraven een aantal paalsporen aangetroffen. Een aantal schijnen gepaard voor te komen. Uit de coupes blijkt een bewaarde diepte tussen ca. 10 en 30 cm. Uit de vullingen kon geen materiaal worden gerecupereerd. Op basis van de kleur, bewaringstoestand en hun locatie langsheen de straat gaan we uit van een middeleeuwse tot postmiddeleeuwse datering. Een associatie met het (Gallo-Romeinse) brandrestengraf is echter niet uitgesloten. BL Fig. 37. Stekene Sparrenhofdreef: Situering op het kadasterplan. 3.3 Rapportage In de loop van 2013 werden verschillende rapporten afgewerkt, met name de rapportage van de sites Tielrode Aquafin, Sint-Gillis-Waas Kluizenmolen, Stekene Frans Van Brusselstraat en Kruibeke- Bazel-Rupelmonde Gecontroleerd Overstromingsgebied ( ). De opgravingsresultaten van andere sites (vnl. Melsele Pauwstraat/Perzikenlaan) werden verder ver-werkt in functie van de opmaak van het rapport. Met de rapportage van de resterende sites die in 2013 werden onderzocht werd steeds een aanvang genomen. Veelal zitten deze rapporten in de eindfase, waarbij de resultaten van bijkomende onderzoeken door de hulpwetenschappen kunnen opgenomen worden. Voor het onderzoek te Stekene Dorpsstraat zal het rapport in 2014 verder aangevuld moeten worden met de resultaten van de derde onderzoeksfase. BL, AP, TVN, JVV register van terreinwerkzaamheden 85

86 DEEL III: CEL CONSOLIDATIE & RESTAURATIE 1. Inleiding Zoals reeds in 2012 werd aangekondigd, is het samenstellen en/of restaureren van archeologisch aardewerk dit jaar verdwenen uit het dienstenpakket van deze cel. Het consolideren van prehistorisch aardewerk en aardewerk uit verbrande contexten blijft wel behouden. Helaas dienden zich in 2013 hiervoor geen nieuwe opdrachten aan. Hoofdactiviteit binnen deze cel blijft het consolideren/restaureren van archeologische metalen. Verder worden op vraag replica s van archeologica vervaardigd, of steunen voor archeologica i.f.v. een museale presentatie uitgewerkt en geproduceerd. 2. Opdrachten consolidatie en restauratie archeologische metalen Het hele consolidatieproces voor archeologische metalen is in drie luiken op te splitsen: - het evalueren van de voorwerpen, - het consolideren van de archeologische metalen, waaronder het ontzouten van ijzeren archeologica, - het vrijleggen + eventueel restaureren van de voorwerpen. 2.1 EVALUATIE ARCHEOLOGISCHE METALEN Essentieel aan de start van het behandelen van archeologische metalen is het verkennend onderzoek, waarbij vooral de conditie van het voorwerp en de samenstelling van de corrossielaag alle aandacht krijgen. Bij ijzeren voorwerpen die doorgaans in een cocon van omgevingsmateriaal verborgen zitten en quasi onherkenbaar zijn, wordt tevens overgegaan tot het röntgenen. Op basis van deze röntgenopnamen kan vervolgens een identificatie en evaluatie van de bewuste archeologica gebeuren. In 2013 brachten SOLVA (intergemeentelijk samenwerkingsverband voor ruimtelijke ontwikkeling en sociaal-economische expansie in het land van Aalst), de dienst erfgoed van de provincie Antwerpen, Universiteit Gent (UG) en de projectvereniging erfgoed Noorderkempen (deelwerking archeologie ADAK) ijzeren voorwerpen ter evaluatie binnen. Alle voorwerpen werden in het Radiologisch centrum van het Waasland geröntgend, vaak met verrassende resultaten. Fig. 38. Röntgenopname sleutel Boudeloo (UG). deel III: cel consolidatie en restauratie 86

87 Fig. 39. CT-scan corrosieklomp en twee corrosieklompen(pam Velzeke ). Bij complexe eenheden is het soms noodzakelijk om verder te gaan en een CT-scan via tomografie (röntgenfotografische techniek die een driedimensionale opname maakt en die men vervolgens als bewegend beeld of in dunne laagjes opgedeeld kan bekijken) te laten nemen. Dit was eind 2013 het geval voor twee grote corrosieklompen uit de collectie van het PAM-Velzeke waar verschillende voorwerpen in vervat zaten. Dankzij deze opname konden de voorwerpen exact in de klomp worden gelokaliseerd, wat het vrijleggen van de voorwerpen aanzienlijk zal vereenvoudigen. opdrachten consolidatie en restauratie 87

88 2.2 HET ONTZOUTEN VAN IJZEREN ARCHEOLOGICA Als enige in Vlaanderen biedt de ADW het ontzouten van ijzeren archeologica aan (mits ze nog gereduceerd ijzer bevatten). Deze behandeling is essentieel om de verdere aftakeling van deze objecten tegen te gaan (voor meer toelichting hierover zie website /restauratiearcheologischemetalen). In 2013 hadden de afdeling Research & development van de KUL, Raakvlak (Brugge), de dienst erfgoed van de provincie Antwerpen, de dienst stadsarcheologie Gent, de KLAD (Kale Leie archeologische dienst), de projectvereniging erfgoed Noorderkempen (deelwerking archeologie ADAK) en SOLVA ensembles of individuele objecten uit ijzer in de ontzoutingsbaden. 2.3 HET CONSOLIDEREN VAN NON-FERRO OBJECTEN, HET VRIJLEGGEN VAN ARCHEOLO- GISCHE METALEN OF HERSTELLEN ERVAN Het stoppen van het corrosieproces bij non ferro objecten is minder complex. De voorwerpen worden voor 24 u in een bad met een corrosieremmende vloeistof. Na het spoelen en het drogen van ontzoute ijzeren archeologica en het drogen van de non ferro objecten kan gestart worden met het mechanisch vrijleggen van het oorspronkelijk oppervlak van de voorwerpen. Indien gewenst, worden de voorwerpen vervolgens gerestaureerd. Tot slot worden de archeologica voorzien van een bescherminglaag. In 2013 consolideerde het metaalrestauratieatelier de volgende voorwerpen/collecties uit koperlegering of werden de volgende voorwerpen uit hun corrosiecocon bevrijd: voor het Provinciaal Archeologisch Museum site Velzeke (PAM-Velzeke): - het consolideren en restaureren van een bronzen Romeins recipiënt. Fig 40 en 41.Bronzen Romeins recipiënt voor en na de behendeling (Pam Velzeke). voor de afdeling Research & development van de KUL: - het vrijleggen van een ijzeren werktuig voor de aanleg van funderingen (opgraving Asse- Nerviërsstraat 32-40), - het consolideren van en het vrijleggen van het oppervlak van 11 non ferro objecten, - het vrijleggen van het oppervlak van 1 ferro object. opdrachten consolidatie en restauratie 88

89 Fig 42 en 43. IJzeren werktuig voor en na de behandeling (developpment & research KUL). voor de stad Brugge: - het reinigen van hamer i.f.v. tentoonstelling liefde en devotie, - het consolideren van een boothaak. Fig. 44 en 45. Boothaak voor en na de behandeling (Raakvlak). voor de Katoennatie: - het herstellen van een zilveren recipiënt. voor de dienst erfgoed van de provincie Antwerpen: - het consolideren en vrijleggen van 7 non ferro objecten (Ranst-Zevenbergen), - het vrijleggen van 6 ferro objecten (Ranst-Zevenbergen). voor SOLVA: - het vrijleggen van het oppervlak van 49 ferro objecten van Aalst-Werfplein, - het consolideren van 6 non ferro objecten (met referentiecode Oud.BS), - het consolideren en stabiliseren van 60 ferro objecten en 35 non ferro objecten, - het vrijleggen van het oppervlak van selectie metalen uit Lede-Domein Mesen (09-LED-DM). voor KLAD: - het vrijleggen van het oppervlak van 11 ferro objecten, - het consolideren en het vrijleggen van het oppervlak van 15 non ferro objecten. voor de projectvereniging erfgoed Noorderkempen (deelwerking archeologie ADAK): - het consolideren en vrijleggen van het oppervlak van 41 non ferro objecten (waaronder 25 munten) uit diverse vindplaatsen, - het vrijleggen van het oppervlak van 8 ferro objecten, - het herstellen van een gebroken speerpunt (Beerse-Krommenhof). opdrachten consolidatie en restauratie 89

90 voor de dienst Stadsarcheologie van de stad Gent: - het consolideren en vrijleggen van het oppervlak van 36 non ferro objecten (+ eventueel remonteren van fragmentarisch bewaarde objecten), - het vrijleggen van 8 ijzeren voorwerpen. Fig. 46 en 47. Profane insigne voor en na de behandeling (dienst stadsarcheologie Gent). Fig. 48 en 49. Zakzonnewijzer voor en na de behandeling (dienst stadsarcheologie Gent). voor het private archeologisch bedrijf Earth Integrated Archaeology (EIA, NL): - het vrijleggen van een 14 de -eeuwse spitvork/boothaak. De intensieve promotiecampagne rond consolidatie en restauratie van archeologische metalen in 2012 gaf dit jaar al voor het eerst resultaat. Verschillende nieuwe opdrachtgevers dienden zich in de loop van dit dienstjaar aan, waaronder: Imec vzw: - het vrijleggen van het oorspronkelijk oppervlak en het voorzien van een beschermlaag van 1 munt en 1 fibula (proefsleuvenonderzoek te Heverlee). de stad Mechelen: - het behandelen van 57 objecten (meerderheid non ferro en enkele ferro) met als referentie MECC. opdrachten consolidatie en restauratie 90

DEEL II: CEL ONDERZOEK

DEEL II: CEL ONDERZOEK DEEL II: CEL ONDERZOEK 1. Databank en digitalisatie van het terreinwerk In het kader van de modernisering van de archeologie en de archeologische technieken besliste de Archeologische Dienst Waasland in

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING AAN DE MARGRIETSTRAAT TE MEERDONK (SINT-GILLIS) 2010 Inventariserend veldonderzoek werfbegeleiding ARCHEOLOGISCHE DIENST WAASLAND SINT-NIKLAAS

Nadere informatie

Archeologische Dienst Waasland Jaarverslag 2012

Archeologische Dienst Waasland Jaarverslag 2012 Archeologische Dienst Waasland Jaarverslag 2012 Archeologische Dienst Waasland Sint-Niklaas 2013 Colofon verantwoordelijke uitgever Archeologische Dienst Waasland Regentiestraat 63 9100 Sint-Niklaas 03/778.20.50

Nadere informatie

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek 21.924HB Programma van Maatregelen Amsterdam 2016 VUhbs archeologie 1 gemotiveerd advies Binnen plangebied Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek zal de collector in de koker

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ARCHEOLOGIENOTA LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Auteurs: Bert ACKE, Bart BARTHOLOMIEUX, Lisa VAN RANSBEECK Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat

Nadere informatie

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba Archeologienota: Het archeologisch

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei Intern rapport VIOE Terreinwerk & rapportage Sofie Debruyne, VIOE Administratieve gegevens Provincie Gemeente Antwerpen Borsbeek Deelgemeente

Nadere informatie

Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente

Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente WinAr In 2008 richtten de gemeentes Holsbeek, Tielt-Winge en Rotselaar de Wingense Archeologische Dienst, WinAr naar het riviertje de Winge

Nadere informatie

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen) Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen) Projectcode: 2017F240 Juni 2017 ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN PROGRAMMA VAN MAATREGELEN BIJ ARCHEOLOGIENOTA 2016-055 PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN J. CLAESEN, B. VAN GENECHTEN & G. VERBEELEN DECEMBER 2016 PROJECTCODE BUREAUONDERZOEK 2016K461

Nadere informatie

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat

Nadere informatie

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich Kessel-Lo, 2011 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein

Nadere informatie

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Nadere informatie

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) 8 september 2015 Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 We betrekken zo veel als mogelijk de lokale besturen bij het erfgoedbeleid en bij de maatregelen die

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57 Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57 Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed bij

Nadere informatie

Archeo-rapport 60 De archeologische begeleiding aan de pastorie van Wezemaal

Archeo-rapport 60 De archeologische begeleiding aan de pastorie van Wezemaal Archeo-rapport 60 De archeologische begeleiding aan de pastorie van Wezemaal Kessel-Lo, 2011 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 60 De archeologische begeleiding aan de pastorie van Wezemaal Kessel-Lo,

Nadere informatie

Amandinestraat (Oostende, West-Vlaanderen)

Amandinestraat (Oostende, West-Vlaanderen) Amandinestraat (Oostende, West-Vlaanderen) Projectcode: 2017G95 september 2017 ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN voorafgaand: verslag van resultaten bureauonderzoek (2017B373), verslag van resultaten

Nadere informatie

Brouwerijsite (Kortemark, West-Vlaanderen)

Brouwerijsite (Kortemark, West-Vlaanderen) Brouwerijsite (Kortemark, West-Vlaanderen) Projectcode: 2016I229 November 2016 ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Auteurs: Bert ACKE, Bart BARTHOLOMIEUX, Matthias GALLOO Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770 INGELMUNSTER

Nadere informatie

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed bij

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen)

Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen) Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen) Projectcode: 2017F324 Juni 2017 ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen

Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen Kessel-Lo, 2011 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de

Nadere informatie

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen G. De Nutte en T. Deville ArcheoPro Rapporten 224 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave... 1 2. Programma van Maatregelen

Nadere informatie

Edingseweg (Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen)

Edingseweg (Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen) Edingseweg (Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen) Projectcode: 2017D273 april mei 2017 ARCHEOLOGIENOTA PROEFSLEUVENONDERZOEK (FASE 1) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN voorafgaand: verslag van resultaten bureauonderzoek

Nadere informatie

Contactgegevens Marc Brion nnarc.brion@rwo.vlaanderen.be

Contactgegevens Marc Brion nnarc.brion@rwo.vlaanderen.be A AFIN nv 3-0/" /-y «3 onroerend erf-i ^ ^goed ^ ^ ^ ^ AQUAFIN Dijkstraat 8 2630 AARTSELAAR Uw bericht van 30/06/2015 Uw kenmerk 8.00/2/GSA.805254 Betreft: Contactgegevens Marc Brion nnarc.brion@rwo.vlaanderen.be

Nadere informatie

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM ARCHEOLOGIENOTA ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM Auteurs: Bert ACKE, Bart BARTHOLOMIEUX, Maarten BRACKE,

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek van een te realiseren compressorstation

Archeologisch onderzoek van een te realiseren compressorstation Archeologisch onderzoek van een te realiseren compressorstation van Air Liquide te Kruibeke Basisrapport Archeologische Dienst Waasland Sint-Niklaas 2010 Administratieve gegevens bouwheer air Liquide Industries

Nadere informatie

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen G. De Nutte en T. Deville ArcheoPro Rapporten 347 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...1 2. Programma van Maatregelen voor vrijgave...2 2.1. Administratieve

Nadere informatie

Archeo-rapport 41 Het archeologisch vooronderzoek aan de Kastanjedreef te Tervuren

Archeo-rapport 41 Het archeologisch vooronderzoek aan de Kastanjedreef te Tervuren Archeo-rapport 41 Het archeologisch vooronderzoek aan de Kastanjedreef te Tervuren Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 41 Het archeologisch vooronderzoek aan de Kastanjedreef te

Nadere informatie

STADEN RENOVATIE RWZI Aquafinproject

STADEN RENOVATIE RWZI Aquafinproject STADEN RENOVATIE RWZI Aquafinproject 21.737 2017H259 Archeologienota Programma van Maatregelen Jonathan Pieter JACOPS LALOO Ghent Archaeological Team bvba Dorpsstraat 73 8450 Bredene Project: Aquafin 21.737:

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch

Nadere informatie

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER Archeologienota Deel 3 : Programma van maatregelen 2016K8 Jasmine CRYNS Pieter LALOO Ghent Archaeological Team bvba Dorpsstraat 73 8450 Bredene Project: 2016K8 - Geraardsbergen-Duytsenkouter

Nadere informatie

Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente.

Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente. Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente. Inleiding Het klinkt je misschien ongeloofwaardig in de oren, maar archeologische vondsten worden niet enkel in Egypte, Rome of Griekenland

Nadere informatie

Archeologische dienst waasland. beleidsplan 2014 2020

Archeologische dienst waasland. beleidsplan 2014 2020 Archeologische dienst waasland beleidsplan 2014 2020 Sint-Niklaas, 2014 Colofon verantwoordelijke uitgever Archeologische Dienst Waasland Regentiestraat 63 9100 Sint-Niklaas 03 778 20 50 admin@a-d-w.be

Nadere informatie

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename Intern Rapport Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename KARL CORDEMANS GENT 2011 Verslaggever, vergunning en depot Karl Cordemans Archeoloog Adjunct van

Nadere informatie

INFOSESSIE ARCHEOLOGIETRAJECT...

INFOSESSIE ARCHEOLOGIETRAJECT... INFOSESSIE ARCHEOLOGIETRAJECT...... INHOUD Verwelkoming Wieland De Meyer Inleiding Jan Decorte Toelichting nieuw archeologietraject Sam De Decker Vragenronde Netwerkmoment...... ARCHEO7 Kennisopbouw Ondersteuning

Nadere informatie

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle RAAP België - Rapport 082 Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2017E39 Nazareth 2017 Colofon Opdrachtgever:

Nadere informatie

Vanessa Vander Ginst Laurane Dupont Ludo Fockedey. Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba

Vanessa Vander Ginst Laurane Dupont Ludo Fockedey. Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Linnerveldstraat, Eindstraat, Poothofstraat, St-Maartenstraat en Martenslindestraat in Martenslinde (Bilzen) Vanessa Vander Ginst Laurane Dupont

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

jaarverslag archeologische dienst waasland

jaarverslag archeologische dienst waasland jaarverslag archeologische dienst waasland 2014 Colofon verantwoordelijke uitgever Archeologische Dienst Waasland Regentiestraat 63 9100 Sint-Niklaas 03 778 20 50 mail admin@a-d-w.be beheer&ontsluiting@a-d-w.be

Nadere informatie

Rol: Erfgoedconsulent bouwkundig en archeologisch erfgoed

Rol: Erfgoedconsulent bouwkundig en archeologisch erfgoed Doel van de functie De erfgoedconsulent zal instaan voor de uitvoering van de doelstellingen van de IOED rond archeologie en bouwkundig erfgoed. Het luik landschappelijk erfgoed zal door het Regionale

Nadere informatie

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26 ARCHEOLOGIENOTA ANTWERPEN NIEUWE WESTWEG 2017 BUREAUONDERZOEK ERFPUNT CEL ONDERZOEK RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26 RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26 OPDRACHTGEVER Handico International NV,

Nadere informatie

Archeo-rapport 171 Het archeologisch vooronderzoek aan de Hazelereik te Tongeren

Archeo-rapport 171 Het archeologisch vooronderzoek aan de Hazelereik te Tongeren Archeo-rapport 171 Het archeologisch vooronderzoek aan de Hazelereik te Tongeren Maarten Smeets Kessel-Lo, 2013 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 171 Het archeologisch vooronderzoek aan de

Nadere informatie

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot)

RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot) RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot) Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2017E109 Nazareth 2017

Nadere informatie

DEEL III: CEL CONSOLIDATIE & RESTAURATIE

DEEL III: CEL CONSOLIDATIE & RESTAURATIE DEEL III: CEL CONSOLIDATIE & RESTAURATIE 1. Inleiding Omstandigheden noopten de Archeologische Dienst Waasland in 2012 te kiezen voor een reorganisatie binnen de dienst, zowel structureel als financieel.

Nadere informatie

Archeologienota François Benardstraat te Gent (Oost-Vlaanderen).

Archeologienota François Benardstraat te Gent (Oost-Vlaanderen). 2016L115 2011 Archeo Rapport 111 ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 111 Archeologienota François Benardstraat 82-84 te Gent (Oost-Vlaanderen). Programma van Maatregelen. JANSSENS DAVID Alex Fordyn Colofon Uitgever

Nadere informatie

Over ijzertijdboeren en middeleeuwse. erven in het Demerbroek te Rotselaar- Hellicht

Over ijzertijdboeren en middeleeuwse. erven in het Demerbroek te Rotselaar- Hellicht Over ijzertijdboeren en middeleeuwse Een huisstijl voor het VIOE erven in het Demerbroek te Rotselaar- Hellicht Dirk Pauwels (Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed) Viering werking Winar Holsbeek

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ARCHEOLOGIENOTA KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Auteurs: Bert ACKE, Bart BARTHOLOMIEUX, Matthias Galloo Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770

Nadere informatie

Welke procedure volgt een archeologisch onderzoek bij vergunningsaanvragen? Verduidelijking van de overgangsperiode.

Welke procedure volgt een archeologisch onderzoek bij vergunningsaanvragen? Verduidelijking van de overgangsperiode. Welke procedure volgt een archeologisch onderzoek bij vergunningsaanvragen? Verduidelijking van de overgangsperiode. Waarom deze verduidelijking? Dit document helpt initiatiefnemers van bouw- en verkavelingsprojecten

Nadere informatie

Bijlokehof (Gent, Oost-Vlaanderen)

Bijlokehof (Gent, Oost-Vlaanderen) Bijlokehof (Gent, Oost-Vlaanderen) Projectcode: 2017C192 Maart-april 2017 ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

Archeo(rapport!289!! Het! archeologisch! vooronderzoek! aan! de! Lage! Kaart! te! Brasschaat!

Archeo(rapport!289!! Het! archeologisch! vooronderzoek! aan! de! Lage! Kaart! te! Brasschaat! Archeo(rapport289 Het archeologisch vooronderzoek aan de Lage Kaart te Brasschaat AnneliesDeRaymaeker&MaartenSmeets Kessel(Lo,2015 StudiebureauArcheologiebvba Archeo(rapport289 Het archeologisch vooronderzoek

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ARCHEOLOGIENOTA WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Auteurs: Bert ACKE, Bart BARTHOLOMIEUX, Sarah DALLE Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770 INGELMUNSTER

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

Karel Steverlyncklaan (Ieper, West-Vlaanderen)

Karel Steverlyncklaan (Ieper, West-Vlaanderen) Karel Steverlyncklaan (Ieper, West-Vlaanderen) Projectcode: 2017A284 Maart 2017 ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:

Nadere informatie

Archeo-rapport 194 Het archeologisch vooronderzoek aan de Nachtegaalstraat te Koersel

Archeo-rapport 194 Het archeologisch vooronderzoek aan de Nachtegaalstraat te Koersel Archeo-rapport 194 Het archeologisch vooronderzoek aan de Nachtegaalstraat te Koersel Maarten Smeets Kessel-Lo, 2013 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 194 Het archeologisch vooronderzoek aan

Nadere informatie

Kale - Leie Archeologische Dienst. J a a r v e r s l a g K a l e - L e i e A r c h e o l o g i s c h e D i e n s t

Kale - Leie Archeologische Dienst. J a a r v e r s l a g K a l e - L e i e A r c h e o l o g i s c h e D i e n s t Kale - Leie Archeologische Dienst J a a r v e r s l a g 2 0 0 7 K a l e - L e i e A r c h e o l o g i s c h e D i e n s t 2 Jaarverslag 2007 COLOFON 2008 Kale - Leie Archeologische Dienst, individuele

Nadere informatie

12-11-2014. Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

12-11-2014. Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding Onroerenderfgoeddecreet 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed Inleiding 1 Onroerend erfgoed 3 Onroerenderfgoedzorg in partnerschap Regeerakkoord : samenwerking tussen overheidsdiensten wordt

Nadere informatie

Uitbreiding Gemeentelijke begraafplaats Sint-Bernardusstraat (Fase 4) Hechtel-Eksel

Uitbreiding Gemeentelijke begraafplaats Sint-Bernardusstraat (Fase 4) Hechtel-Eksel RAAP België - Rapport 019 Uitbreiding Gemeentelijke begraafplaats Sint-Bernardusstraat (Fase 4) Hechtel-Eksel Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2016H206

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Nieuwsbrief Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp Recente wijzigingen in de erfgoedwetgeving Datum 2 december 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Nadere informatie

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Stedenbouwkundige

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed

Nadere informatie

Archeologienota:! de! bouw! van! een! stal! te! Groesaard! in! Poederlee!(gemeente!Lille)!! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Archeologienota:! de! bouw! van! een! stal! te! Groesaard! in! Poederlee!(gemeente!Lille)!! !!!!!!!!!!!!!!!!!!! Archeologienota: de bouw van een stal te Groesaard in Poederlee(gemeenteLille) NickVanLiefferinge StephanieCousin KesselCLo,2016 StudiebureauArcheologiebvba Colofon Archeologienota:DebouwvaneenstalteGroesaardinPoederlee(gemeenteLille)

Nadere informatie

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel Programma van Maatregelen Auteur: J.A.G. van Rooij (veldwerkleider) Autorisatie: P. Hazen (OE/ERK/Archeoloog/2015/00072) 1 Inleiding Op het terrein van het OPZ in Geel, is een vijftal nieuwe gebouwen gepland,

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed

Nadere informatie

Watou Oude Provenstraat. Archeologisch onderzoek

Watou Oude Provenstraat. Archeologisch onderzoek Watou Oude Provenstraat Archeologisch onderzoek 1. Inleiding Begin november 2014 werd een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd langs de Oude Provenstraat in Watou ter voorbereiding van de toekomstige

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ARCHEOLOGIENOTA KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) Auteurs: Bert ACKE, Bart BARTHOLOMIEUX, Birgit LEENKNEGT, Marie LEFERE Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770 INGELMUNSTER

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

Onroerend Erfgoed. Voorstelling van het agentschap en haar CWI op ontmoetingsdag VCWI 2016

Onroerend Erfgoed. Voorstelling van het agentschap en haar CWI op ontmoetingsdag VCWI 2016 Onroerend Erfgoed Voorstelling van het agentschap en haar CWI op ontmoetingsdag VCWI 2016 IVA Onroerend Erfgoed beleidsondersteunend en uitvoerend agentschap wetenschappelijke instelling erkend archeoloog

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Gent UZ Parking De Pintelaan 43 DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN 1. Gemotiveerd advies voor het al dan niet moeten nemen van maatregelen Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek kan een advies

Nadere informatie

Macieberg (Oostkamp, West-Vlaanderen)

Macieberg (Oostkamp, West-Vlaanderen) Macieberg (Oostkamp, West-Vlaanderen) Projectcode: 2016G33 Juli - september 2016 ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 75: Archeologienota Afrittencomplex E40 te Ternat (Prov. Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen

ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 75: Archeologienota Afrittencomplex E40 te Ternat (Prov. Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 75: Archeologienota Afrittencomplex E40 te Ternat (Prov. Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen CATTRYSSE A., CLAEYS S., JANSSENS D. & PIETERS H. Colofon Uitgever ADEDE

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein

RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein I. Verslaggever: Sofie Debruyne Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed Koning Albert II-laan 19 bus 5 1210 Brussel 02-481 80 41 / 0473-96 70 71

Nadere informatie

Archeologie als risico?

Archeologie als risico? Archeologie als risico? Een eeuwenoude materie vanuit een nieuw perspectief Sam De Decker Agentschap Onroerend Erfgoed, Brugge Inhoud 1. Wat is archeologie ook weer? 2. Methoden en technieken 3. Een nieuwe

Nadere informatie

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant).

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant). ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 101 Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen. PIETERS H. Colofon Uitgever ADEDE bvba Jaar van uitgave 2016 Plaats van uitgave

Nadere informatie

STAD MENEN RUP HAGEWINDE

STAD MENEN RUP HAGEWINDE 06432 STAD MENEN RUP HAGEWINDE MEI 2018 procesnota plan.id. RUP_34027_214_00107_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be datum aanpassing fase algemeen directeur

Nadere informatie

PAUL VAN GREMBERGEN Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken

PAUL VAN GREMBERGEN Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken PAUL VAN GREMBERGEN Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken Toelichting bij de bescherming van het archeologische monumenten van het Chartreusegebied Brugge,

Nadere informatie

Archeologienota Gent AZ Jan Palfijn

Archeologienota Gent AZ Jan Palfijn Archeologienota Verslag van Resultaten Bert ACKE en Maarten BRACKE 12-4-2017 2 Titel: Archeologienota Erkend archeoloog: Maarten Bracke, OE/ERK/Archeoloog/2015/00036 Auteurs: Bert Acke en Maarten Bracke

Nadere informatie

Samenwerken, integreren of inkantelen? De praktijkervaring van de archiefdienst Beveren. Carine Goossens archivaris WAP 21 maart 2016

Samenwerken, integreren of inkantelen? De praktijkervaring van de archiefdienst Beveren. Carine Goossens archivaris WAP 21 maart 2016 Samenwerken, integreren of inkantelen? De praktijkervaring van de archiefdienst Beveren Carine Goossens archivaris WAP 21 maart 2016 Inhoud 1. Voorstelling Beveren: gemeente en OCMW 2. Aanleiding: EVI,

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIENOTA KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK Auteurs: Bart BARTHOLOMIEUX, Gwendy WYNS Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770

Nadere informatie

Projectsubsidiereglement van 4 februari 2009 ter versterking van het lokaal cultureel erfgoedveld 2 de herziene versie juni 2012

Projectsubsidiereglement van 4 februari 2009 ter versterking van het lokaal cultureel erfgoedveld 2 de herziene versie juni 2012 Projectsubsidiereglement van 4 februari 2009 ter versterking van het lokaal cultureel erfgoedveld 2 de herziene versie juni 2012 INLEIDING Sinds 2000 sluit de Vlaamse Gemeenschap cultureel-erfgoedconvenants

Nadere informatie

Archeo-rapport 40 Het archeologische vooronderzoek op Klein Einderveld te Eksel

Archeo-rapport 40 Het archeologische vooronderzoek op Klein Einderveld te Eksel Archeo-rapport 40 Het archeologische vooronderzoek op Klein Einderveld te Eksel Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 40 Het archeologische vooronderzoek op Klein Einderveld te Eksel

Nadere informatie

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen G. De Nutte, T. Deville en S. Houbrechts ArcheoPro Rapporten 371 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...1 2. Programma van Maatregelen

Nadere informatie

CLEMENT CATELINE, PEDE RUBEN, CHERRETTÉ BART. Het Domein Mesen: een historische kern te Lede (O.-Vl.)

CLEMENT CATELINE, PEDE RUBEN, CHERRETTÉ BART. Het Domein Mesen: een historische kern te Lede (O.-Vl.) CLEMENT CATELINE, PEDE RUBEN, CHERRETTÉ BART Het Domein Mesen: een historische kern te Lede (O.-Vl.) In het kader van het masterplan Parkdomein Mesen is op de site van het voormalige Markizaat te Lede

Nadere informatie

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het

Nadere informatie

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het

Nadere informatie

Visienota CO NOTA CBS EN, 19/6/2013

Visienota CO NOTA CBS EN, 19/6/2013 Visienota CO7 2014-2019 NOTA CBS EN, 19/6/2013 1) CO7 tot op vandaag De projectvereniging CultuurOverleg Zeven, afgekort CO7, werd opgericht in 2005. Het intergemeentelijke samenwerkingsverband voor cultuur,

Nadere informatie

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen ArcheoPro Rapporten 249 Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen G. De Nutte en T. Deville 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...1 2. Programma van Maatregelen voor vrijgave...2

Nadere informatie

Groenling (Roeselare, West-Vlaanderen)

Groenling (Roeselare, West-Vlaanderen) Groenling (Roeselare, West-Vlaanderen) Projectcode: 2017I285 September - Oktober ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING AARSCHOT SCHOONHOVEN

ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING AARSCHOT SCHOONHOVEN ARCHEBO-RAPPORT 2016/016 ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING AARSCHOT SCHOONHOVEN J. CLAESEN, B. VAN GENECHTEN, G. VERBEELEN & ANNELIEN SYS SEPTEMBER 2017 COLOFON Archeologische opgraving: Prospectie: Vergunningsnummer:

Nadere informatie

N76, Zwartberg, gemeente Genk

N76, Zwartberg, gemeente Genk Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in maart een archeologienota

Nadere informatie