COR minuten versie INGEKQMEN 1 2 MEl 2009 voor provinciate Staler,

Transcriptie

1 provmcie f{q ]jy^j) COR minuten versie INGEKQMEN 1 2 MEl 2009 voor provinciate Staler, Directie DCZ ZUID ) Afdeling Financiele en Juridische Zaken Registratienummer PZH (DOS Datum vergadering Gedepirteerde Staten Verzenddatum Geheim 12mei2009 Nee Portefeuillehouder Paraaf Provinciesecretaris Termijn Heijningen, FD, van $fy a / Ay / Niet van toepassing Onderwerp Jaarrekening Fonds Nazorg Jaarstukken Fonds Nazorg Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken ter voldoening aan net gestelde in artikel 8 van de Verordening provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland en artikel van de Wet milieubeheer. 1. Onderwerp in kort bestek Ter voldoening aan het gestelde in artikel 8 van de Verordening provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland, artikel van de Wet milieubeheer bieden wij u hierbij ter vaststelling aan het jaarbericht 2008 van het Provinciaal Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland. Hierin is opgenomen de Jaarrekening en het jaarverslag 2008 provinciaal fonds nazorg. De Jaarrekening 2008 is opgesteld met inachtneming van de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader - Verordening provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland; - Titel 9 Boek 2 BW; - Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. b. Relatie andere interne beleidsterreinen n.v.t. c. Relatie externe partijen n.v.t. 1/3

2 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Op grond van de Nazorgregeling Wet milieubeheer is de provincie Zuid-Holland bestuurlijk, organisatorisch en financieel belast met de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen, die op of na 1 September 1996 nog in bedrijf waren. Voor de financiering van deze taak worden heffingen opgelegd aan de nog in bedrijf zijnde stortplaatsen. Hiervoor geldt de "Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen Zuid-Holland 1998". De heffingen worden gestort in het Fonds Nazorg. Naast de heffingen wordt dit fonds gevoed door beleggingsopbrengsten uit vastrentende waarden en uit zakelijke waarden. De verdeling tussen de beleggingscategorieen is vastgelegd in het Beleggingsstatuut, dat in 2003 door PS is vastgesteld. Het beheer van het Fonds Nazorg is geregeld in de Verordening Provinciaal Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland (PS besluit van 25 September 2001). Het algemeen beheer berust bij Gedeputeerde Staten; het dagelijks beheer bij de gedeputeerde voor de financier) en bij de gedeputeerde voor milieu. In het Fonds wordt vermogen opgebouwd om de eeuwig durende nazorg van gesloten stortplaatsen door de provincie te bekostigen. Nadat de stortplaats formeel aan de provincie is overgedragen, ligt het risico bij de provincie. Nazorgkosten zouden dan ten laste kunnen komen van de algemene middelen. Na goedkeuring door Gedeputeerde Staten van het nazorgplan wordt het doelvermogen definitief vastgesteld en vindt een definitieve afrekening met de stortplaatsexploitant plaats. Op deze manier is beoogd om het risico voor de provincie te beperken. Tussen de provinciate middelen en de middelen van het Fonds Nazorg bestaat een strikte scheiding. Daarnaast is gewaarborgd dat de nazorgmiddelen alleen voor de nazorg kunnen worden gebruikt. Om dit zichtbaar en controleerbaar te maken, is voor het Fonds een aparte administratie vereist. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsmonitoring en - evaluatie Jaarlijkse vaststelling van de Jaarrekening. c. Vervoigprocedure Na bespreking in de COR wordt voorgesteld de Jaarrekening Fonds Nazorg vast te stellen in de PS-vergadering van 27 mei Financiele aspecten (dekking en risico's) Het Fonds Nazorg valt onder de verslagleggingsvoorschriften van het Burgerlijk Wetboek. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening bedraagt ,-. Wij stellen u voor dit bedrag ten laste te brengen van de algemene reserve. Het rendement op de beleggingen bedraagt circa 1,509 mln (bruto 3,69%). De beheerkosten bedragen 9.652,-; de provincie heeft besloten eenmalig geen kosten voor vermogensbeheer in rekening te brengen. Het netto rendement bedraagt hierdoor 1,499 mln. 2/3

3 Het rendementspercentage benadert het bruto rendement waar in de begroting 2008 rekening mee is gehouden (4%). Het percentage is echter nog we) lager dan de rekenrente van 5,57% die geldt voor de eeuwig durende nazorg. Het fondsbestuur onderzoekt momenteel of een neerwaartse bijstelling van deze rekenrente opportuun is. Deze bijstelling zal leiden tot extra heffingen of minder restituties. De in 2008 uitgevoerde ALM-studie is mede gebaseerd op een prognose van mogelijke verplichtingen die ontstaan als gevolg van sluitingen van stortplaatsen. De ALM-studie heeft als conclusie een strategische richtlijn geformuleerd voor het belegde vermogen van 10% aandelen en 90% vastrentende waarden. In 2009 zal deze richtlijn worden doorgevoerd in een herzien beleggingsstatuut. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon R. Vermond Kamer B-207 3/3

4

5 Voordracht aan Provinciate Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering 27 mei 2009 Nummer onderwerp Jaarrekening Fonds Nazorg 1 Ontwerpbesluit Provinciate Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Verordening provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland Besluiten: 1. De Jaarrekening 2008 van het Provinciaal Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland vast te stellen; 2. Het bestuur van het Provinciaal Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland decharge te verlenen voor het door hen in het jaar 2008 gevoerde financieel beheer; 3. Het resultaat ad ,- ten laste te brengen van de algemene reserve. Den Haag, Provinciate Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter, 1/2

6 2 Toelichting Wettelijk kader Ter voldoening aan het gestelde in artikel 8 van de Verordening provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland, artikel van de Wet milieubeheer bieden wij u hierbij ter vaststelling aan het jaarbericht 2008 van het Provinciaal Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland. Hierin is opgenomen de Jaarrekening en het jaarverslag 2008 provinciaal fonds nazorg. De Jaarrekening 2008 is opgesteld met inachtneming van de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Accountantsverklaring Het accountantskantoor PriceWaterhouseCoopers heeft de Jaarrekening gecontroleerd. Volgens de in de Jaarrekening opgenomen verklaring is de accountant van oordeel dat de Jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiele positie op 31 december 2008 en van de baten en lasten over Financiele/personeleconsequenties Het Fonds Nazorg valt onder de verslagleggingsvoorschriften van het Burgerlijk Wetboek. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening bedraagt ,-. Wij stellen u voor dit bedrag ten laste te brengen van de algemene reserve. Het rendement op de beleggingen bedraagt circa 1,509 mln (bruto 3,69%). De beheerkosten bedragen 9.652,-; de provincie heeft besloten eenmalig geen kosten voor vermogensbeheer in rekening te brengen. Het netto rendement bedraagt hierdoor 1,499 mln. Het rendementspercentage benadert het bruto rendement waar in de begroting 2008 rekening mee is gehouden (4%). Het percentage is echter nog wel lager dan de rekenrente van 5,57% die geldt voor de eeuwig durende nazorg. Het fondsbestuur onderzoekt momenteel of een neerwaartse bijstelling van deze rekenrente opportuun is. Deze bijstelling zal leiden tot extra heffingen of minder restituties. De in 2008 uitgevoerde ALM-studie is mede gebaseerd op een prognose van mogelijke verplichtingen die ontstaan als gevolg van sluitingen van stortplaatsen. De ALM-studie heeft als conclusie een strategische richtlijn geformuleerd voor het belegde vermogen van 10% aandelen en 90% vastrentende waarden. In 2009 zal deze richtlijn worden doorgevoerd in een herzien beleggingsstatuut. 2/2

7 Pricewaterhousecoopers Accountants N.V. Provinciaal Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen Zuid-Holland T.a.v. de heer R. Vermond Zuid-Hollandplein AW Den Haag 2595 BR Den Haag Postbus GS Den Haag Telefbon(070) Fax (070) Directe lijn (070) Directe fax (070) me! 2009 AEG /as/118422/jkj Accountantsverklaring bij de Jaarrekening 2008 en accountantsverslag Geachte heer Vermond, Hierbij ontvangt u een gewaarmerkt exemplaar van de jaarstukken 2008, en onze getekende accountantsverklaring d.d. 8 me! Tevens zenden wij u een afschrift van bovengenoemde accountantsverklaring. In deze brief doen wij u ook enkele aanbevelingen toekomen. Toestemming gebruik en openbaarmaking accountantsverklaring en daaraan verbonden voorwaarden Wij bevestigen u akkoord te gaan met het opnemen van een afschrift van onze verklaring in de Jaarrekening 2008, die overeenkomt met het bijgevoegde gewaarmerkte exemplaar. Wij bevestigen u tevens ermee akkoord te gaan dat het afschrift van onze accountantsverklaring, zoals opgenomen in de 'Overige gegevens' van bijgaande - door ons gewaarmerkte - stukken, wordt openbaar gemaakt. Openbaarmaking van de accountantsverklaring is slechts toegestaan tezamen met de Jaarrekening. Indien u deze Jaarrekening en een afschrift van de verklaring opneemt op internet, dient u te waarborgen dat deze goed zijn afgescheiden van andere informatie op de internetsite. Afscheiding kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de Jaarrekening in niet-bewerkbare vorm als een afzonderlijk bestand op te nemen of door een waarschuwing op te nemen indien de lezer de Jaarrekening verlaat ("U verlaat de beveiligde, door de accountant gecontroleerde Jaarrekening"). Pricewaterhousecoopers is de handelsnaam van onder meer de volgende vennootschappen: (KvK ), Pricewaterhousecoopers BelasBngadviseurs N.V. (KvK ), Pricewaterhousecoopers Advisory N.V. (KvK ) en Pricewaterhousecoopers B.V. (KvK ). Op dlensten verieend door deze vennootschappon zijn Algemene Voorwaarden van toepassing, waarln onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Deze Algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam en ook in te zien op

8 Provinciaal Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen Zuid-Holland 8 mei 2009 AEG /as/118422/jkj Gebeurtenissen na balansdatum Overigens wijzen wij erop dat, indien tot de vergadering van Provinciale Staten omstandigheden (gebeurtenissen na balansdatum) biijken die aanpassing van de Jaarrekening noodzakelijk maken, een dergelijke aanpassing nog voor de vergadering van Provinciale Staten moet worden gemaakt op grand van het bepaalde in artikel 2: 362 lid 6 en artikel 2:392 lid 1 letter g BW. Uiteraard vervalt in die situatie onze bovengenoemde toestemming. Geautomatiseerdegegevensverwerking Ingevolge artikel 2:393 iid 4 BW dient de accountant in zijn verslag aandacht te besteden aan de bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en continutteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking. Onze controle heeft geen bevindingen opgeleverd die in dit kader dienen te worden gerapporteerd. Toeiichtingen in de Jaarrekening De Jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. De toelichtingen die in de Jaarrekening zijn opgenomen en de modellen die worden gehanteerd, bijvoorbeeld het model voor de winst- en verliesrekening, zijn nog niet geheel in overeenstemming met modellen en bepaiingen die zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Wij adviseren Gedeputeerde Staten om met ingang van 2009 de Jaarrekening inclusief toelichtingen volledig in overeenstemming te brengen met Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Tot het geven van een nadere toelichting zijn wij gaarne bereid. Hoogachtend, drs. A.E. Genitsma RA director (2)

9 Aan het bestuur van Fonds Nazorg Accountantsverklaring Pricewaterhousecoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat JR Amsterdam Postbus BJ Amsterdam Telefoon(020) Fax (020) Verklaring betreffende de Jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 12 tot en met 22 opgenomen Jaarrekening 2008 van Fonds Nazorg te Den Haag bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de winst-en-verliesrekening over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de Jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze Verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de Jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiele verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze Verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de Jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel beiang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van cpntroleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van het fonds Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiele verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van het fonds heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. AEG a/as/118422/jkj Pricewaterhousecoopers is de handelsnaam van onder meer de volgende vennootschappen: (KvK ), Pricewaterhousecoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK ), Pricewaterhousecoopers Advisory N.V. (KvK ) en Pricewaterhousecoopers B.V. (KvK ). Op dlensten verieend door deze vennootschappen zijn Algemene Voorwaarden van toepassing, waarln onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Deze Algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.te Amsterdam en ook In te zien op

10 Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Fonds Nazorg per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Den Haag, 8 mei 2009 drs. A.E. Gerritsma RA AEG a/as/118422/jkj Accountantsverklaring Fonds Nazorg 2/2

11 Aan het bestuur van Fonds Nazorg Accountantsverklaring Pricewaterhousecoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat JR Amsterdam Postbus BJ Amsterdam Telefoon(020) Fax (020) Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 12 tot en met 22 opgenomen jaarrekening 2008 van Fonds Nazorg te Den Haag bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de winst-en-verliesrekening over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze Verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiele verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze Verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel beiang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevoig van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doe) hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van het fonds Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiele verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van het fonds heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. AEG a/as/118422/jkj Pricewaterhousecoopers is de handelsnaam van onder meer de volgende vennootschappen: (KvK ), Pricewaterhousecoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK ), Pricewaterhousecoopers Advisory N.V. (KvK ) en Pricewaterhousecoopers B.V. (KvK ). Op dlensten verleend door deze vennootschappen zijn Algemene Voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Deze Algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam en ook In te zien op

12 Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controie-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Fonds Nazorg per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instantfes Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Den Haag, 8 mei 2009 Origineel getekend door drs. A.E. Gerritsma RA AEG a/as/118422/jkj Accountantsverklaring Fonds Nazorg 2/2

13 JAARBERICHT 2008 PROVINCiAAL FONDS NAZORG GESLOTEN STORTPLAATSEN ZUID-HOLLAND

14

15 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Jaarverslag 1. Inleiding, Wettelijk kader 6 1.2Algemeen 6 2. Uitvoering van de nazorgwerkzaamheden in Algemeen Voorbereiding van de nazorg: locaties in exploitatiefase Voorbereiding van de nazorg: locaties in sluitingsfase Uitvoering van de nazorg: locaties in de nazorgfase 9 3. Beheer van het fonds Vermogensbeheer Attentiepunten 11 Jaarrekening Balans 14 Waarderingsgrondslagen 15 Toelichting op de balans 16 Winst-en verliesrekening...20 Toelichting op rekening van baten en iasten 21 Bijlagen Bijlage 1 Opgelegde en betaalde heffingen 23 Bijlage 2 Overzicht stortplaatsen ex nazorgregeling Wet milieubeheer 24

16 Voorwoord Het bestuur is blij u het Jaarbericht 2008 van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen te kunnen aanbieden. In het fonds wordt vermogen opgebouwd om de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen te bekostigen. tn de exploitatiefase zijn de financiele risico's voor de exploitant. Door middel van heffingen worden deze bij de exploitant in rekening gebracht. De stortplaatsexploitanten betalen heffingen, die volgens het statuut van het fonds worden belegd. Na de formele sluiting ligt het risico bij de provincie.

17

18 Jaarverslag 2008 van het provinciaal fonds nazorg gesioten stortplaatsen Zuid-Holland 1. Inleiding 1.1 Wettelijk kader De provincie Zuid-Holland is op basis van de sinds 1 april 1998 geldende Nazorgregeling Wet milieubeheer bestuurlijk, organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen, die op of na 1 September 1996 nog in bedrijf waren. Deze stortplaatsen worden vermeld in bijlage 2. Het doel van de nazorgregeling is om zeker te stellen dat stortplaatsen ook na slutting aan het geeiste beschermingsniveau voldoen, zodat zij geen risico vormen voor het milieu. Om de nazorgverantwoordelijkheid te kunnen bekostigen, legt de provincie aan de stortplaatsexploitant gedurende de looptijd van de exploitatievergunning heffingen op. Per jaar wordt bekeken of voor dat jaar een heffmg moet worden opgelegd en welke hoogte deze moet hebben. De hoogte van de heffing wordt aangepast aan veranderende omstandigheden, zodat het bereiken van het doelvermogen op het tijdstip van sluiting gewaarborgd blijft. De opbrengsten van de nazorgheffingen worden door de provincie afgedragen aan het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland. De stortplaatsexploitanten dienen bij de Provincie Zuid-Holland nazorgplannen in. In deze plannen wordt aangegeven op welke wijze de stortplaats na sluiting zal worden beheerd, met het doel nadelige gevolgen voor het milieu te minimaliseren. De nazorgplannen worden door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. leder jaar stellen Provinciale Staten een tarieventabel vast, daarin zijn onder andere de heffingen opgenomen die voor het betreffende jaar aan de stortplaatsexploitanten worden opgelegd. Deze tarieventabel en de heffingen worden bepaald aan de hand van de berekende doelvermogens. Naast de heffingen verwerft het fonds inkomsten door het beleggen van de in het fonds beschikbare middelen. De beleggingen zijn uitgezet op basis van het beleggingsstatuut van het fonds, dat is opgesteld met in achtneming van de Wet Financiering decentrale overheden (Fido). De verslaggevingsvoorschriften van het Burgerlijk Wetboek, boek 2, titel 9, zijn op het fonds van toepassing. 1.2Algemeen Het fonds nazorg gesloten stortplaatsen heeft geen personeel in dienst. Medewerkers van de provincie Zuid-Holland voeren daar waar nodig de werkzaamheden uit. De kosten van de verrichte werkzaamheden worden in rekening gebracht bij het fonds nazorg. De komende jaren gaat een aantal stortplaatsen sluiten. De betrokken exploitanten hebben naar aanleiding van de opgelegde aanslagen en de op handen zijnde sluiting diverse vragen aan de provincie gesteld over het proces random de sluiting en de wijze waarop het doelvermogen en de eventuele eindheffing wordt vastgesteld.

19 In hun vergadering van december 2008 hebben Provinciale Staten de Begroting 2009 van het fonds en de Tarieventabel 2009 vastgesteld. De C2-deponie heeft bezwaar aangetekend tegen de opgelegde aanslag over 2007 ( ). Er is een verweerschrift opgesteld en verzonden naar de Rechtbank te Den Haag. Een oproep tot mondelinge behandeling wordt afgewacht. Het fonds heeft geen omzet, zoals daar in het bedrijfsleven aan wordt gerefereerd. Wei worden heffingen opgelegd. In 2008 werden aanslagen opgelegd aan het Baggerdepot HBB ( ) en Crayenstein-West ( ). Tevens is een negatieve aanslag opgelegd aan de Derde Merwedehaven ( ).

20 2. Uitvoering van de nazorgwerkzaamheden in Algemeen De nazorgtaken ingevolge de Nazorgregeling Wet milieubeheer zijn ondergebracht bij het bureau Nazorg van de directie Omgevingsdiensten. Dit is een van het fonds onafhankelijk bureau, dat de Uitvoering van nazorg in de meest brede zin verzorgt. Voor iedere stortplaats dient de exploitant een nazorgplan op te stellen. Dit nazorgplan dient ter goedkeuring aan GS te worden voorgeiegd. In dit nazorgplan worden alle in de nazorgfase benodigde milieukundige voorzieningen beschreven. Ook een nazorgprogramma voor periodieke inspecties, onderhoud en vervanging maakt deel uit van dit plan. Het door GS goedgekeurde nazorgplan dient als basis voor de berekening van het doelvermogen. Het doelvermogen behoort bij aanvang van de nazorg in het fonds aanwezig te zijn. Jaarlijks wordt beoordeeld of er een noodzaak is het nazorgplan aan te passen. Het beleid is er thans op gericht om de nazorgplannen regelmatig te actualiseren, minimaal eens in de vijf jaar. Hierop gefdt een uitzondering voor stortplaatsen die in de sluitingsfase verkeren en waarvoor de exploitant nog voorzieningen moet treffen om geconstateerde gebreken weg te nemen. Nadat die voorzieningen zijn getroffen en zijn goedgekeurd, kan een definitief nazorgplan worden ingediend. In onderdeel 2.2 wordt hier bij de betrokken locaties op ingegaan. 2.2 Voorbereiding van de nazorg: locaties in exploitatiefase Op deze locaties vinden nog stortactiviteiten plaats. Overdracht van de nazorgverantwoordelijkheid van deze stortplaatsen aan de provincie zal niet op korte termijn plaats vinden. VBM te Rotterdam Het laatst door GS goedgekeurde nazorgplan dateert uit In 2008 is voor deze locatie een revisievergunning afgegeven. Op basis van deze vergunning zal in 2009 een nieuw nazorgplan ter goedkeuring worden aangeboden. In dit plan zal rekening worden gehouden met de uitbreiding van de stortcapaciteit voor deze locatie. De sluiting van de VBM staat gepland voor Derde Merwedehaven te Dordrecht Het nazorgplan is in 2004 goedgekeurd. Sluiting van deze locatie staat gepland voor Voorbereiding van de nazorg: locaties in sluitingsfase 4 i i De exploitatie van deze stortplaatsen is reeds beeindigd. Overdracht van de nazorgverantwoordelijkheid aan de provincie zal naar verwachting binnen enkele jaren plaatsvinden. Nadat eindinspectie is uitgevoerd en alle uit deze inspectie gebleken gebreken zijn hersteld en deugdelijk zijn bevonden, zal voor de sluitingsdatum een definitief nazorgplan aan GS ter goedkeuring moeten worden aangeboden op basis waarvan het definitieve doelvermogen wordt bepaald. C2-deponie te Rotterdam Het betreft hier een stortiocatie voor zwaar verontreinigd chemisch afval (C2-afval). De afdichting van de stort zal plaatsvinden nadat het zettingsgedrag i.v.m. klink van de materialen in de deponie verontreinigde grond voldoende gestabiliseerd is. Vermoedelijk

21 vangt de afdichting in 2009 aan. Daama kan de eindinspectie worden uitgevoerd en het definitieve nazorgplan ter goedkeuring aan GS worden aangeboden. Overdracht van deze locatie wordt niet eerder dan 1 januari 2010 verwacht. DOP-NOAP te Rotterdam In 2008 is het definitieve nazorgplan voor deze locatie door GS goedgekeurd. Momenteel vinden er nog besprekingen plaats over de eigendomsoverdracht van de grand dan wel het vestigen van het recht van opstal op de nazorgvoorzieningen. Nadat hier duidelijkheid over is zal de sluitingsprocedure worden afgerond. Afgifte van de sluitingsverklaring zal naar verwachting in 2009 plaatsvinden. DOP-Noordzeeweq te Rotterdam De problemen met de waterafvoer en de waterkwaliteit zijn nog niet verholpen. Ook is er nog discussie over de drooglegging van de stort. De stortplaats voldoet nog niet aan alle vergunningvoorschriften waardoor er nog geen sluitingsverklaring kan worden afgegeven. In 2009 wordt door een extern bureau een second opinion gegeven op de door de exploitant aangedragen oplossingen. Naar verwachting zal de locatie niet eerder dan in 2010 aan de provincie worden overgedragen. Cravestein-West te Dordrecht In 2007 heeft de nieuwe exploitant van de stortplaats een plan voor vervroegde sluiting ingediend. De reden hiervoor is dat een deel van het stortterrein een andere bestemming krijgt en niet meer benut zal worden voor stortactiviteiten. Het deel dat feitelijk in gebruik is geweest als stortterrein zal volgens plan in 2009 worden afgedicht. De sluiting wordt daarmee in 2011 voorzien. In 2008 is een nieuw nazorgplan door GS goedgekeurd. Baggerspeciedepot HBB te Berqschenhoek Het nazorgplan is ingediend, uitgaande van een gecombineerde Uitvoering van de nazorg voor het baggerdepot en de omliggende puinstort. Sluiting is gepland voor In 2007 en 2008 zijn de meeste bij de eindinspectie geconstateerde gebreken verholpen. In 2009 worden de laatste openstaande punten verholpen en zai overeenstemming moeten worden bereikt over de overdracht van de puinstort en het daarbij behorende doelvermogen. 2.4 Uitvoering van de nazorg: locaties in de nazorgfase Het betreft hier de nazorg van locaties waar de Verantwoordelijkheid voor de locatie is overgedragen door de exploitant aan de provincie. De kosten van de 'eeuwigdurende' nazorg worden gedekt uit de in het fonds nazorg aanwezige middelen. Baggerspeciedepot Braassemermeer te Jacobswoude. Het betreft hier een baggerdepot dat gelegen is in het Braassemermeer. Het depot bevindt zich in een onder water gelegen voormalige zandwinput. Het betreft hier een stortlocatie waar na afgifte van de sluitingsverklaring eind 2001 de Verantwoordelijkheid voor en de Uitvoering van de nazorg per april 2002 is overgegaan naar de provincie. Volgens het nazorgplan wordt op deze locatie eenmaal per vier jaar het grondwater gemonitoord (laatste keer in 2007) en wordt jaarlijks het oppervlaktewater gemonitoord. ' %

22 In 2008 is het oppervlaktewater vier keer gemonitoord. De resultaten van deze monitoringsrondes zijn in overeenstemming met de resultaten uit voorgaande jaren en geven geen aanleiding voor het nemen van aanvullende maatregelen. 10

23 3. Beheer van het fonds 3.1 Vemnogensbeheer Inleiding Het vermogen van het fonds is belegd in vastrentende waarden en in zakelijke waarden. De vastrentende waarden bestaan uit een deelname in het Loyalis FS Rentefonds Europa, het Loyalis FS Rente Plus Fonds Europa 1-3 jaar en het Robeco Fido Fonds. De zakelijke waarden bestaan uit een inleg in het Triodos Meerwaarde Aandelenfonds. De karakteristieken van de producten waarin door het fonds wordt geparticipeerd, voldoen aan de bepalingen van de Wet Fido en het Beleggingsstatuut. Daamaast wordt ten behoeve van het reguliere betalingsverkeer een rekening-courant faciiiteit aangehouden bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Resultaat De door het fonds gedurende 2008 gerealiseerde resultaten - exclusief koersontwikkeling - bedragen Afgezet tegen het totaal van de verkrijgingswaarde aan het begin van het verslagjaar ( ) betekent dit een bruto rendement van 3,69% (2007:4,29%); na aftrek van de ten laste van het fonds gebrachte beheerskosten ad bedraagt het netto-rendement 3,67% (2007:4,11%). Stand van het vermogen De totale waarde van de portefeuille (incl. stille reserve) per balansdatum 2008 luidt als volgt: Categorie Vastrentende waarden Fonds Robeco Fido Fonds * Loyalis FS Rentefonds Europa in , ,63 in% 89,63 Zakelijke waarden Liquiditeiten Totaal Loyalis FS Rente Plus Fonds Europa 1-3 jaar Triodos Meerwaarde Aandelenfonds , , , ,75 9,79 0, * Exclusief netto uitkering winsti ,16, die op 1 januari 2009 wordt omgezet naar aandelen. Vooruitzichten In een in 2008 uitgevoerde ALM-studie is als conclusie een strategische richtlijn geformuleerd voor het belegde vermogen van 10% aandelen en 90% vastrentende waarden. In 2009 zal deze richtlijn worden doorgevoerd in een herzien beleggingsstatuut. 3.2 Attentiepunten In het algemeen geldt dat de begrote beleggingsresultaten in enig jaar mogeiijk niet gerealiseerd kunnen worden. Dit kan tot gevolg hebben dat het voor de nazorg vereiste doelvermogen voor een stortplaats op het tijdstip van sluiting niet wordt bereikt. Verhoging van de heffingen of verandering van de heffingssystematiek kunnen in de resterende exploitatieperiode het tekort in opbouw van de doelvermogens compenseren. 11

24 Jaarrekening 12 Uiteluitend voor identificatiedoeleinden

25 13

26 De baians is opgesteld voor bestemming van het resultaat Balans per Bedragenx Financiele vaste activa 1. Deelname Loyalis 2. Deelname Loyalis Deelname Robeco 4. Deelname Triodos Vlottende activa 5. Debiteuren 6. Overige vorderingen 7. Overiopende activa Liquids middelen 8. Liquide middeien» Eigen vermogen 9. Algemene reserve 10. Resultaat Voorzieningen 1 1. Doelvermogen gesloten stortplaatsen 12. Doelvermogen open stortplaatsen Vlottende passiva 13. Crediteuren 14. Kortlopende schulden , , Totaal activa Totaal passiva

27 Waarderingsgrondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. De waardering van de activa en de passiva en het bepalen van het resultaat vinden plaats op basis van historische prijzen en kosten. Tenzij bij de betreffende balanspost anders is vermeld, worden de activa en de passiva opgenomen tegen nominale waarden. Financiele vaste activa: De beleggingsproducten zijn op de balansdatum gewaardeerd tegen de laagste waarde van de historische verkrijgingsprijs of de marktwaarde. Debiteuren: De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor zover nodig is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. Voorziening open stortplaatsen: Voor de bepaling van de voorzieningen per einde van het verslagjaar zijn de doelvermogens en sluitingsdata volgens de Tarieventabel 2009 gehanteerd. Met ingang van 2007 heeft er een stelselwijziging plaats gehad. In het nieuwe stelsel wordt: - indien de stortplaats minder heeft opgebouwd dan het gecalculeerde doelvermogen, het verschil ten laste van de exploitatie genomen en toegevoegd aan de voorziening. In de balans wordt dan een even grate post 'overlopende activa 1 opgenomen, die in een later jaar via een heffing wordt opgelegd aan de exploitant. - Indien de stortplaats meer heeft opgebouwd dan het uiteindelijke doelvermogen, maar minder dan 5% van het doelvermogen en/of binnen 2 jaar gaat sluiten, dan blijft het meerdere in de voorziening. - Indien een stortplaats meer heeft opgebouwd dan het gewenste doelvermogen en meer dan 5% van het doelvermogen en de stortplaats sluit niet binnen 2 jaar, dan wordt het meerdere aan de exploitatie toegevoegd. In de balans wordt dan een even grate post 'nog te betalen' opgenomen, die het jaar erna via een negatieve heffing wordt uitbetaald aan de exploitant. Een en ander is als zodanig opgenomen in de toelichting bij de gewijzigde verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland De vergelijkende cijfers zijn op basis van het nieuwe stelsel aangepast. De stelselwijziging is retrospectief verwerkt. Voor deze stelselwijziging is gekozen om de jaarrekening leesbaarder en helderder te maken. Met de stelselwijziging komt duidelijker naar voren wat de opgebouwde doelvermogens van de stortplaatsexploitanten zijn en weike bedragen er in volgende jaren nog aan heffingen opgelegd moeten worden. Voorziening gesloten stortplaatsen: De voorziening gesloten stortplaatsen worden gewaardeerd op de contante waarde van de (onderhouds)verplichting op de balansdatum. Voor de bepaling van de voorziening per einde van het verslagjaar zijn de doelvermogens en sluitingsdata volgens de Tarieventabel 2009 gehanteerd. Doelvermogens: De doelvermogens stoelen op een meerjarenraming van de uit te voeren nazorgwerkzaamheden. De gecalculeerde doelvermogens per 31 december 2008 zijn bepaald op basis van de door Provinciale Staten vastgestelde Tarieventabel Aan het 15

28 einde van de exploitatieperiode moeten de stortplaatsexploitanten de benodigde doelvermogens hebben opgebracht. Indien als gevolg van tegenvallende rendementen het doelvermogen niet is bereikt, wordt de hefting aangepast tot het bedrag van het berekende doelvermogen. Toelichting op de balans Financiele vaste activa Activa (x 1.000) Marktwaarde Toename Afname Marktwaarde Deelname Loyalis 2. Deelname Loyalis FS Rente Plus fonds Europa 1-3 jaar 3. Deelname Robeco* 4. Deelname Triodos Totaal * Exclusief netto uitkering winst , en 2. Deelname Loyalis De toename wordt veroorzaakt doordat de netto uitkering winst is omgezet in participaties. Daamaast is sprake van een toename per saldo als gevolg van koersschommelingen. De actuele waarde van het Loyalis 1-3 fonds is lager dan de verkrijgingswaarde. 3. Deelname Robeco Door herbelegging van de netto uitkering winst is de deelname Robeco gegroeid met Voorts is sprake van een toename als gevolg van een koersstijgihg. 4. Deelname Triodos Ten aanzien van de aandelen Triodos is de actuele waarde lager dan de verkrijgingswaarde. Beleggingsproduct Verkrijgingswaarde Marktwaarde Stille reserve 1. Deelname Loyalis 2. Deelname Loyalis Deelname Rfbeco* 4. Deelname Triodos J0.208f Totaal * Exclusief netto uitkering winst ,

29 Verdeling stille reserve naar stortplaats en algemene reserve: Locatie Aandeel Maasvlakte CV VBM ,77 DOP-NOAP ,28 Derde Merwedehaven ,22 C2-deponie ,84 Baggerdepot Hoge Bergse Bos 5.386,33 OOP-Noordzeeweg ,03 Crayenstein West ,66 Braassemermeer ,81 Algemene reserve ,06 Totaal ,00 De verkrijgingswaarde ultimo 2007 was De toename van 1,28 mln ten opzichte van 2007 wordt veroorzaakt door netto uitkering winst die is omgezet in nieuwe participates ( 1,28 mln). Aan het eind van het verslagjaar 2007 bedroeg de stille reserve De afname bedraagt derhalve Deze veriaging is toe te schrijven aan het saldo van de mutaties in de actuele waarde van de participaties Triodos (negatief) en Loyalis en Robeco (positief). De waardevermindering beleggingen is ten bedrage van ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening. Dit bedrag bestaat uit een afwaardering van de participaties in het Loyalis 1-3 fonds ( ,51) en de participate in Triodos ( ,60). Vlottende activa Activa (x 1.000) Boekwaarde Toename Afname Boekwaarde Debiteuren 6. Overige vorderingen 7. Overiopende activa Totaal Debiteuren De debiteuren ultimo het boekjaar hebben betrekking op de van de stortplaatsexploitanten niet ontvangen (deel)heffingen. 6. Overige vorderingen De overige vorderingen hebben ultimo het jaar betrekking op de met PZH te verrekenen BTW en de in 2008 opgelopen rente van het beleggingsproduct Robeco ( ). 17

30 7. Overiopende activa Er is sprake van een afname van de nog op te leggen heffingen ultimo 2008 ten opzichte van Liquide Middelen x Boekwaarde Afname Boekwaarde Liquide middelen Liquide middelen De liquide middelen betreffen het saldo bij de Bank Nederiandse Gemeenten. Eigen vermogen Passiva (x 1.000) 9. Algemene reserve 10. Resultaat Boekwaarde Boekwaarde Totaal De algemene reserve is bedoeid voor het opvangen van financiele en technische risico's van de nazorg en neemt per saldo af/toe met het resultaat. Voorzieningen Passiva (x 1.000) Boekwaarde Toename Afname Boekwaarde Doeivermogen gesloten stortplaatsen 12. Doelvermogen open stortplaatsen Totaal Voorziening doelvermogen gesloten stortplaatsen De mutatie in de voorziening gesloten stortplaatsen bestaat uit de toevoeging van het beleggingsresultaat over 2008 ( ), een correctie over 2007 als gevolg van lagere nazorgkosten over 2007 ( ) en de onttrekking voor de gerealiseerde nazorgkosten ( ). 12. Voorziening doelvermogen open stortplaatsen De voorziening stijgt met mln. Deze stijging is het verschil tussen de afname als gevolg van de uitbetaling van een negatieve aanslag die in 2008 is opgelegd en de toename van de benodigde doelvermogens ultimo

31 In het hieronder opgenomen overzicht is opgenomen de stand van de voorziening doelvermogens open stortplaatsen bij toepassing van de Tarieventabel Gecalculeerde stand bij toepassing Tarieventabel 2009 Bedragen in Gecalculeerde stand Gecalculeerde Stand VBM DOP-NOAP Derde Merwedehaven C2-deponie Baggerdepot Hoge Bergse Bos DOP-Noordzeeweg Crayenstein-West Totaal Stand in voorziening open stortplaatsen Bedragen in VBM DOP-NOAP Derde Merwedehaven C2-deponie Baggerdepot Hoge Bergse Bos DOP-Noordzeeweg Crayenstein-West Totaal Werkelijk Werkelijk Werkelijk Gecalculeerd Gecalculeerd Werkelijk Gecalculeerd Vlottende passiva Passiva (x 1.000) Boekwaarde Toename Afname Boekwaarde Crediteuren 14. Kortlopende schulden Totaal Crediteuren De verplichting jegens de provincie is in 2008 in de onderlinge verrekening vereffend. De negatieve heffing aan de Derde Merwedehaven ad is door de provincie vergoed, 14. Kortlopende schulden De afname is gerealiseerd doordat in het verslagjaar een afrekening met de provincie Zuid-Holland plaatsvond. De toename betreft de verplichting aan de provincie voor de nazorgkosten Braassemermeer. 19

32 Winst en verliesrekening over 2008 (in ) Lasten Baten Beheerskosten 2, Restitutie heffing incl. nazorgkosten 3. Storting in voorziening open stortplaatsen 4. Storting in voorziening gesloten stortplaatsen Bedrijfslasten Netto omzet 9. Restitutie beheerskosten 10. Vrijval voorziening open stortplaatsen 1 1. Vrijval voorziening gesloten stortplaatsen Bedrijfsopbrengsten , Waardevermindering beleggingen 6. Mutatie voorziening dubieuze debiteuren Dividenden 13. Rentebaten Financiele lasten Financie'le baten Verrekening doelvermogen 0 7. Resultaat **" Resultaat Totaal ^ Totaal

33 Toelichting op rekening van baten en lasten 2008 De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Veriiezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar (of begrotingsjaar) worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening zijn gebieken. Lasten 1. Beheerskosten De beheerskosten bedragen en bestaan uit de nazorgkosten voor de Braassemermeer, de accountantskosten en de kosten voor de uitgevoerde ALM-studie. Het fonds nazorg gesloten stortplaatsen heeft geen personeel in dienst. Medewerkers van de provincie Zuid-Holland voeren daar waar nodig de werkzaamheden uit. De kosten van de verrichte werkzaamheden in het kader van het vermogensbeheer worden doorgaans in rekening gebracht bij het fonds nazorg. De provincie heeft besloten eenmalig geen kosten in rekening te brengen omdat deze in 2008 relatief laag waren. 2. Restitutie heffingen incl. nazorgkosten Dit betreft de betaling van een negatieve hefting ( ) zoals opgenomen in de Tarieventabel Storting in voorziening open stortplaatsen Zie de toelichting op de balans. 5. Waardevermindering belegging Zie de toelichting op de balans. Baten 8. Netto omzet In het verslagjaar is conform de door PS vastgestelde tarieventabel een heffing opgelegd van voor het Baggerdepot HBB en een heffing van voor Crayenstein- West. Tevens is hier het bedrag opgenomen dat het verschil vormt tussen de voorziening doelvermogen open stortplaatsen en de werkelijk opgebouwde doelvermogens. 9. Restitutie beheerskosten Dit betreft de verlaging van de accountantskosten. 10. Vrijval voorzieningen open stortplaatsen Zie de toelichting onder '2'. 11. Vrijval voorzieningen gesloten stortplaatsen Deze kosten houden verband met de nazorg van de gesloten stortplaats Braassemermeer. 12. Dividenden De dividenden bestaan uit de baten, inclusief teruggave dividendbelasting, inzake de participaties in Triodos, Loyalis en Robeco, totaal

34 13. Rentebaten De rentebaten bestaan uit de netto-uitkering winst Robeco van ,16 en de rentevergoeding op de r/c-verhouding bij de BNG van , Resultaat Per saldo bedraagt het resultaat uit gewone bedrijfsvoering -/

35 Bijlage 1 Opgelegde en betaalde heffingen in Euro's Stortplaats Opgelegde heffingen Betaalde heffingen Totalen VBM DOP-NOAP Derde Merwedehaven* C2-deponie Hoge Bergse Bos DOP-Noordzeeweg Crayenstein-West Hartelmond B1 Braassemermeer * Aan de exploitant van de locatie Derde Merwedehaven is een negatieve heffing opgelegd van 0,14 mln. 23

36 Bijlage 2 Overzicht stortplaatsen ex nazorgregeling Wet milieubeheer De in dit overzicht opgenomen doelvermogens zijn gebaseerd op de meest recente besluitvorming daaromtrent, zoals opgenomen in de Tarieventabel Locatie Plaats Stortplaatsen in exploitatiefase Derde Dordrecht Merwedehaven VBM Rotterdam Slufter Rotterdam (put van) Haringvliet/ Cromstrijen Cromstrijen Exploitant Delta Milieu Stortplaats voor WM- Aanvang GS-besluit Doelvermogen Actualisatie Niet verbrandbaar bedrijfsafval/ 2012 bouw- en sloopafval A&G Maasvlakte BV Gevaarlijk afval, categoric C Rijkswaterstaat* Baggerspecie 2016 Rijkswaterstaat Gebiedseigen baggerspecie 2012 vergunning nazorg nazorgplan Tarieventabel nazorgplan geldig tot 2009 in verwacht in Onbekend na n.v.t n.v.t Stortplaatsen in sluitingsfase C2-deponie Rotterdam DOP-NOAP Rotterdam C2R'damBV Gevaarlijk afval, categorie C OniwiKkelingsbedrijf Verontreinigde grand Crayestein-West Dordrecht Rotterdam Bouw- en sloop-, bedrijfs- en DOP-Noordzeeweg Rotterdam AVR-Chemie huishoudelijk afval AVO-vliegas, chemieslakken Hoge Bergse Bos Bergschenhoek Recreatieschap Baggerspecie Rottemeren Stortplaatsen in nazorgfase Braassemermeer Jacobswoude n.v.t. Baggerspecie n.v.t Jan.2008 n.v.t * Voor baggerspeciestortplaatsen in beheer van Verkeer en Waterstaat zal de nazorg, krachtens art. 8.50, lid 3, niet aan Gedeputeerde Staten worden overgedragen. Er behoeft derhalve geen doelvermogen voor deze locaties te worden opgebouwd. 24

37 25

38