ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER en BEHANDELING Docentenhandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER en BEHANDELING Docentenhandleiding"

Transcriptie

1 ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER en BEHANDELING Docentenhandleiding TYPERING MODULE Ontwikkeld voor havo 4 Leerstofgebied Afweer Omvang 12 lessen van 45 minuten inclusief toets en nabespreking Didactische typering Leerlingen zoeken vanuit drie verschillende perspectieven (arts, microbioloog en ziekenhuis) uit waarom de Nederlandse ziekenhuizen een met MRSA besmette patiënte weigerden. De leerlingen kiezen op basis van informatie over de kandidaten, vaccins en virussen wie de laatstegriepprik zal krijgen. Er worden een gevarieerde mix van werkvormen en opdrachten aangeboden waarbij leerlingen zoveel mogelijk in groepjes van drie of samenwerken.

2 Dit lesmateriaal is ontwikkeld door docenten van het Candea College te Duiven en de havo Notre Dame des Anges te Ubbergen. Auteurs: Rob van Woerkom, Marcel Kamp, Jan van Delden, Annelies Pustjens en Horst Wolter. Disclaimer In het kader van de vernieuwing van het vak Biologie zijn door docenten van de volgende scholen met behulp van subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en in samenwerking met de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs (CVBO), modules ontwikkeld. Candea college CSG Dingstede Schoter Scholengemeenschap Havo Notre dame des Anges Cartesius Lyceum Jac. P. Thijsse College Segbroek College Het auteursrecht op de modules berust bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. OCW is derhalve de rechthebbende zoals bedoeld in de hieronder vermelde creative commons licentie. SLO (nationaal expertise centrum leerplanontwikkeling) heeft toestemming verkregen van OCW om de modules onder de hierna vermelde creative commons licentie te publiceren. SLO is niet verantwoordelijk voor de totstandkoming, inhoud en didactiek van de modules en om die reden aanvaardt SLO geen enkele aansprakelijkheid voor onjuistheden en/of onvolledigheden in de modules en/of enige schade, voortkomend uit (het gebruik van) deze modules. Bij de ontwikkeling van de modules is wellicht gebruik gemaakt van materiaal van derden. SLO aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele inbreuk die op rechten van derden is gemaakt. Mochten er personen of instanties zijn die rechten menen te kunnen doen gelden op tekstgedeeltes, illustraties, enz. van een module, dan worden zij verzocht zich in verbinding te stellen met OCW. Voor deze module geldt de Creative Commons Licentie: Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 3.0 Nederland ( Deze licentie houdt in dat een gebruiker het werk mag kopiëren, verspreiden en doorgeven mits de gebruiker de naam van de rechthebbende vermeldt, de gebruiker het werk niet voor commerciële doeleinden gebruikt en de gebruiker het werk niet bewerkt. Een gebruiker die het werk wil bewerken en/of verspreiden in bewerkte vorm al dan niet voor commerciële doeleinden dient zich in verbinding te stellen met OCW. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 2

3 INHOUD Pagina 1. Korte omschrijving van de lessenserie en de gebruikte contexten 4 2. Plaats in examenprogramma 5 3. Eindtermen 6 4. Benodigde voorkennis en -vaardigheden 6 5. Overzicht leerlingenmateriaal 7 6. Lesoverzicht 7 7. Rol van het boek 9 8. Bronnen van materiaal 9 9. Uitgebreide omschrijving van de lessen met didactische aanwijzingen Toetsing 23 Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 3

4 1. Korte omschrijving van de lessenserie en de gebruikte contexten Context 1 Aanval van de MRSA: een slachtoffer van een grote brand komt terecht in een Belgisch ziekenhuis. Daar loopt zij een infectie op met de MRSA-bacterie. Vervolgens wordt ze niet meer in Nederlands ziekenhuizen geaccepteerd. Uiteindelijk sterft ze, mede als gevolg van het achterwege blijven van een behandeling. Leerlingen zoeken vanuit drie verschillende perspectieven (arts, microbioloog en ziekenhuis) uit waarom de Nederlandse ziekenhuizen de patiënte weigerden. Context 2 Wie krijgt de laatste prik?: in de wachtkamer van een huisarts zitten vier kandidaten die allen een griepprik willen. Echter er is nog maar genoeg vaccin voor één persoon. De leerlingen kiezen op basis van informatie over de kandidaten, vaccins en virussen wie deze prik zal krijgen. Deze context wordt gekoppeld aan een discussie over (het aanwijzen van) risico-groepen. Schakelen: in een afsluitende les worden de begrippen uit beide contexten met elkaar vergeleken. Ook wordt nagegaan met welke andere onderwerpen in de biologie afweer allemaal te maken heeft. (Toets)context 3 Bloed: donatie en transfusie: met behulp van opgedane kennis lossen leerlingen problemen rond het doneren van bloed en transfusies op. De lessenserie speelt zich inhoudelijk steeds rond de volgende begrippen af: Natuurlijke afweer: De drie afweerlinies van het menselijk lichaam: Extern, aspecifiek Intern, aspecifiek Intern, specifiek Kunstmatige afweer: Medicijnen: antibiotica, vaccin Andere ingrepen: isolatie, steriele omgeving, beenmergtransplantatie, onderdrukking immuunsysteem (bij transplantaties) Lichaamsvreemde stoffen of ziekteverwekkers: Micro-organismen: bacteriën en schimmels, Virussen, Donorbloed en donororganen Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 4

5 2. Plaats in examenprogramma De belangrijkste concepten zijn GEEL gearceerd, de cellen van de matrix die er ook bij betrokken worden zijn GRIJS gearceerd. SYSTEEMEIGENSCHAP Molecuul Biologische eenheid Zelfregulatie Zelforganisatie Interactie Reproductie Evolutie DNA Eiwitsynthese Genexpressie Genregulatie Interactie met (a-)biotische factoren DNA-replicatie Mutatie Recombinatie Variatie Cel Cel Homeostase Transport Assimilatie Dissimilatie Celdifferentiatie Celcommunicatie (v) Interactie met (a-)biotische factoren (v) Celcyclus Ontstaan van het leven (v) Orgaan (-systeem) Orgaan Ademhaling Vertering Uitscheiding Transport ORGANISATIENIVEAU Organisme Prokaryoot Eukaryoot Virus Homeostase Fotosynthese Ademhaling Vertering Uitscheiding Transport Afweer Beweging Hormonale regulatie Neurale regulatie Waarneming Levenscyclus Gedrag Interactie met (a-)biotische factoren Voortplanting Erfelijke eigenschap Populatie Populatie Gedrag Interactie met (a-)biotische factoren Variatie Selectie Soortvorming Ecosysteem Ecosysteem Energiestroom Kringloop Dynamiek Evenwicht Dynamiek Evenwicht Voedselrelatie Interactie met (a-)biotische factoren System Aarde Systeem Aarde Energiestroom (v) Kringloop Dynamiek (v) Evenwicht (v) Dynamiek (v) Evenwicht (v) Biodiversiteit Ontstaan van het leven (v) De concepten die alleen voor vwo gelden zijn van een (v) voorzien. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 5

6 3. Eindtermen Vaardigheden A1.1 Informatievaardigheden De kandidaat kan doelgericht informatie zoeken, beoordelen, selecteren en verwerken. A1.4 Studie en beroep De kandidaat kan toepassingen en effecten van vakkennis en vaardigheden in verschillende studie- en beroepssituaties herkennen en benoemen. Daarnaast kan de kandidaat een verband leggen tussen de praktijk van deze studies en beroepen en de eigen kennis, vaardigheden en belangstelling. A2.4 Natuurwetenschappelijk instrumantarium De kandidaat kan in contexten voor de natuurwetenschappen relevant instrumentarium hanteren, waar nodig met aandacht voor risico s en veiligheid; daarbij gaat het om instrumenten voor dataverzameling en bewerking, vaktaal, vakconventies, symbolen, formuletaal en rekenkundige bewerkingen. A3.5 Waarderen en oordelen De kandidaat kan in contexten een beargumenteerd oordeel geven over een situatie in de natuur of een technische toepassing geven, en daarin onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke overwegingen en persoonlijke opvattingen. A3.4 Evolutionair denken De kandidaat kan redeneringen hanteren waarmee biologische verschijnselen op verschillende organisatieniveaus verklaard worden met behulp van theorie over evolutiemechanismen. A3.5 Systeemdenken De kandidaat kan in contexten een onderscheid maken tussen verschillende organisatieniveaus, relaties binnen en tussen organisatieniveaus uitwerken en uiteenzetten hoe biologische eenheden op verschillende organisatieniveaus zichzelf in stand houden en ontwikkelen. Vakinhoudelijke eindtermen B.5 Afweer van het organisme met behulp van het concept afweer in contexten op het gebied van gezondheidszorg en voedselproductie benoemen op welke wijze eukaryoten zich te weer stellen tegen andere organismen, virussen en allergenen en welke problemen daarbij kunnen ontstaan F.1 Selectie met behulp van de concepten DNA, mutatie, recombinatie en variatie in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie verklaren op welke wijze variatie in populaties tot stand komt 4. Benodigde voorkennis en -vaardigheden Verondersteld als voorkennis: DNA als erfelijke basis en mutatie Eiwitten: functies en bouw Micro-organismen: bacteriën en virussen De bouw van een cel, kern en celorganellen Onderbouwkennis over bloed en bloedcellen Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 6

7 Vaardigheden verondersteld te beheersen: Lezen, schrijven, luisteren, waarnemen Samenwerken in een groep Het maken van conceptmaps 5. Overzicht leerlingenmateriaal Het leerlingmateriaal staat in één document, de leerlingenhandleiding waarin de doelen, twee contexten en een schakelles zijn opgenomen, en twee bijlagen. De leerlingenhandleiding kan uiteraard ook in delen aan de leerlingen verstrekt worden. Het materiaal is opgebouwd uit de volgende delen. Leerlingenhandleiding Leerdoelen Context 1: Aanval van de MRSA Context 2: Wie krijgt de laatste prik? Schakelles Bijlage 1: Bijlage 2: De leerdoelen van de module worden genoemd en er is een tabel met de belangrijkste begrippen Opdrachten die uitmonden in een conceptmap Een inleiding, een zoektocht door de theorie en een argumentenschema om de uiteindelijke keus te maken Vergelijken van beide contexten en de verbinding leggen met andere onderwerpen in de biologie Hoe formuleer ik een vraag? Informatie over drie beroepen 6. Lesoverzicht Les Context/doel Activiteiten in de les Thuis of tussenuur achteraf 1 Context: aanval - groepjes indelen: drie lln - leerlingen bestuderen van de MRSA per groepje de informatie die bij hun Inleiding - inleiding met powerpoint, rol hoort overheadprojector of (opdr. 1,2 en 3) verhalende docent. - lln stellen vragen aan de hand van krantenartikel - docent deelt rollen uit: één rol per leerling, drie 2 Context: aanval van de MRSA informatie opnemen en uitwisselen (opdr 3 en 4) 3 Context: aanval van de MRSA Verwerken van informatie (opdr 4, start 5) verschillende per groep - lln bestuderen de informatie die bij hun rol hoort - bij vragen of onduidelijkheden richten ze zich tot medeleerlingen (de betreffende experts) of de docent. - eventueel kan de docent ook klassikaal of groepsgewijs informatie geven - lln beantwoorden in groepjes de vragen die in de eerste les gesteld zijn -lln beschrijven antwoorden op de in de eerste les gestelde vragen. -lln selecteren de tien belangrijkste begrippen uit de afgelopen lessen Benodigde materialen PC en beamer of digibord Bijlage PP presentatie cafébrand en Handleiding bij PP Leerlingenmateriaal: Bijlage 1: Hoe formuleer ik een vraag? Bijlage 2: informatie over 3 beroepen Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 7

8 4+5 Context: aanval van de MRSA Verwerken van informatie (opdr 5 en 6) - lln maken een conceptmap van de door hun geselecteerde begrippen, eventueel aangevuld door de begrippen die de docent aanreikt -Leerlingen bestuderen (eventueel uit boek de stof (zie begrippen in conceptmap) -optie: leerlingen bereiden opdr 6 voor. Papier: A3 of A2 formaat Pennen / tekenmateriaal 6 Context: aanval van de MRSA afronden (opdr 6) Context: wie krijgt de laatste prik? Inleiding en vragen stellen (opdr 1,2 en 3) 7 Context: wie krijgt de laatste prik? Informatie zoeken en verwerken (opdr 4 en 5) 8 Context: wie krijgt de laatste prik? Informatie toepassen (opdr 5,6 en 7) 9+10 Schakelen (opdr 1 en 2) 11 Context: Bloeddonatie en transfusie Toetscontext 12 Context: Bloeddonatie en transfusie 0. maken en nabespreken opdr 6 van context 1; mogelijkheid tot het stellen van vragen enz. 1. docent leidt klassengesprek over ziek zijn, griep hebben 2. lln lezen de inleiding en het krantenartikel 3. vier lln presenteren zich als kandidaat voor de griepprik: probleem: er is niet genoeg vaccin 4. elk groepje maakt een keuze voor één kandidaat (docent stimuleert discussie) 1. nabespreking van de vragen in opdr 4; eventueel geeft de docent extra informatie 2. start met argumentenschema opdr 5 1. afsluiting: beslissing welke kandidaat het laatste vaccin krijgt en waarom; hierover wordt klassikaal gediscussieerd 2. vervolg met discussie / vragen over risicogroepen 1.lln maken een tabel waarin virussen, bacteriën en schimmels worden vergeleken 2. lln beschrijven de relatie tussen afweer en verschillende biologische onderwerpen 3. docent geeft voorbeelden waarin kennis van afweer gebruikt kan worden (maar niet over bloedgroepen, zie uitgebreide uitwerking lessen!). Leerlingen lossen in groepjes van 3 of 4 problemen op rond het doneren van bloed en de transfusie van bloed. De toets wordt klassikaal nabesproken. (nabespreken van toetsen hoort bij het leerproces) - maken opdr 4: leerlingen zoeken informatie over griep, virussen en vaccin en beantwoorden de vragen Maken opdr 5:Leerlingen bedenken bij elke kandidaat welke voor en tegenargumenten er zijn. -lln maken een tabel waarin virussen, bacteriën en schimmels worden vergeleken. (opdr 1) Leerlingen bestuderen de stof (zie conceptenlijst aan begin van leerlingenhandleiding) Geen huiswerk. Indien opdr 4 wordt gemaakt in de klas: zorg voor informatiebronnen: boek, internet. Toets Eventueel: brochures van de bloedbank Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 8

9 7. Rol van het boek In principe is er in het leerlingenmateriaal geen theorie opgenomen. Laat leerlingen hun biologieboek als naslagwerk voor de theorie gebruiken of biedt de theorie aan in klassengesprekken, (powerpoint)presentaties, internet ( of door middel van een digitale leeromgeving. Op verschillende plekken in de handleidingen wordt wel aangegeven welke concepten van belang zijn. De leerlingen van de ontwikkelaars gebruikten NECTAR havo bovenbouw, deel 1 en af en toe Biodata of Binas om achtergronden in op te zoeken. 8. Bronnen van materiaal Websites: Verantwoording figuren : Leerlingenhandleiding: Blz 1: CVBO Blz 2 (en herhaling): CVBO Blz 3: CVBO Blz 5: CVBO, H.Wolter Blz 5: Bacteriën, Blz 9: CVBO Blz 10: CVBO, H.Wolter Blz 12 (en herhaling): CVBO, H.Wolter Docentenhandleiding: Blz 1: CVBO Blz 12: CVBO, H.Wolter Blz 24: CVBO, H.Wolter Bijlage: informatie over drie beroepen Blz 1: CVBO Blz 2: CVBO, H.Wolter (2x) Blz 3: Fleming, leming.jpg Blz 4: CVBO, H.Wolter Blz 5: CVBO, H.Wolter / Huid, Blz 6: Dr. K.C. Turner / CVBO, H.Wolter Blz 7: CVBO, H.Wolter (2x) Blz 8: CVBO, H.Wolter (3x) Blz 10: CVBO, H.Wolter (2x) 9. Uitgebreide omschrijving van de lessen met didactische aanwijzingen Context 1: Aanval van de MRSA! Planning: Voor deze context zijn vijfenhalve les gepland. De centrale vraag in de context is: Hoe kon de situatie ontstaan dat een patiënt die medische hulp nodig had, niet op tijd geholpen kon worden in het ziekenhuis? Aangevuld door: Hoe kan deze situatie in de toekomst voorkomen worden? De biologische concepten die in de context aan de orde komen zijn: Micro-organismen Resistentie Fagocyten Bacterie Antibiotica Lymfocyten Schimmel Aspecifieke afweer Antistoffen Besmetting Specifieke afweer Antigeen Infectie Witte bloedcellen De deelnemers in de context [in wiens huid leerlingen kruipen dan wel over wiens schouder leerlingen kijken] zijn: microbiologisch analist, internist (arts) en beleidsmedewerker van het ziekenhuis. Benodigdheden: PC en beamer of digibord, PP presentatie cafébrand, en Handleiding bij PP Bijlage 1: Hoe formuleer ik een vraag? en Bijlage 2: Informatie over drie beroepen. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 9

10 Les 1 Start met het indelen van groepjes: Leerlingen werken samen in groepjes van drie. Hier is voor gekozen omdat de meeste aantallen leerlingen deelbaar zijn door drie en dit de groepjes flexibel maakt: mochten er leerlingen afwezig zijn dan kunnen groepjes worden samengevoegd, zonder dat de groepjes meteen heel groot worden. Zo kunnen leerlingen wel verder werken, zelfs als sommigen er niet zijn. Deel groepjes in of laat leerlingen zelf kiezen. De groepjes blijven minimaal de hele eerste context bij elkaar. Inleiding De inleiding op de context Aanval van de MRSA bestaat uit drie delen: 1. een presentatie van de docent over de Volendambrand tijdens de jaarwisseling 2000/2001 op sheets of met PowerPoint of mondeling. Deze presentatie hoeft niet al te lang te worden. Er is een handleiding bij. Tijdens het uitproberen van de module (schooljaar 2007/2008) bleek dat nog veel leerlingen van de Volendambrand hadden gehoord, maar het is de vraag of dit nog lang in het collectief geheugen zal blijven. Zelfs als leerlingen niet van de brand hebben gehoord is het verhaal aangrijpend en dat is het doel. Het moet even iets losmaken: er moeten vragen worden gesteld. Het zelf stellen van vragen stelt mensen namelijk open voor antwoorden. 2. Leerlingen lezen een krantenartikel uit De Gazet van Antwerpen: Nederlandse ziekenhuizen wilden slachtoffer niet verplegen (opgenomen in de leerlingenhandleiding) 3. Een korte nabespreking volgt: wat vind je hier nu van? Denk je dat dit nog eens zou kunnen gebeuren? Hoe kon dit gebeuren? De docent presenteert de centrale vragen: 1. Hoe kon de situatie ontstaan dat een patiënt die medische hulp nodig had, niet op tijd geholpen kon worden in het ziekenhuis? 2. Hoe kan deze situatie in de toekomst voorkomen worden? Vragen stellen (opdrachten: 1, 2) Leerlingen bedenken (in groepjes) minimaal acht vragen over het krantenartikel (opdracht 2). Het formuleren van een goede vraag is zeer moeilijk. Daarnaast is het ook zeer moeilijk om een inhoudelijke vraag te stellen als je nog weinig kennis van zaken hebt. Maar het vragen stellen is een zeer nuttige vaardigheid en daarom opgenomen in deze lessenserie. De docent kan zijn eigen eisen stellen aan de vragen die leerlingen. In de bijlage is een korte instructie opgenomen voor leerlingen. De docent kan er voor kiezen om deze al dan niet te gebruiken. Meestal is het nodig om leerlingen flink te sturen en na te laten denken over welke informatie zij nodig hebben om het probleem op te lossen. Het is niet de bedoeling dat leerlingen allemaal vragen stellen over de brand. Het gaat hier om de lotgevallen van een van de slachtoffers ná de ramp. Daarom richten leerlingen hun vragen aan de drie gepresenteerde experts. Tip 1: actievere werkvorm Laat leerlingen eerst individueel een aantal vragen bedenken. Vervolgens bespreken ze deze in hun groepje en kiezen ze gezamenlijk de beste vragen uit. Tip 2: inhoudelijke ondersteuning vragen stellen Om leerlingen op weg te helpen kan de docent een aantal begrippen op het bord schrijven. Leerlingen maken vragen rond deze termen: antibiotica, afweer tegen ziekten, bacterie, besmetting, huid. Tip 3: inhoudelijke ondersteuning vragen formuleren Als aanvulling op de vragen die leerlingen zelf stellen, geeft de docent er twee of drie verdiepingsvragen bij. Bijvoorbeeld: 1a. Wat zijn de verschillen in het Belgische en Nederlandse anti-mrsa beleid? 1b. Wat zijn de gevolgen van het verschillende beleid? 2. Leg uit hoe je ziek wordt van een bacteriële infectie. (eventueel opzoeken, staat niet letterlijk in de teksten. Voor deze vraag moet natuurlijk ook uitgelegd worden wat ziek zijn eigenlijk is.) 3. Wat betekent ziek zijn eigenlijk? Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 10

11 Antwoorden: 1a. In België wordt MRSA rigoureus met antibiotica bestreden. Het Nederlandse beleid is meer gericht op het voorkomen van MRSA infecties. 1b. De gevolgen van deze beleidsvormen is dat in België (en de meeste andere landen) resistente bacteriën ontstaan. In Nederland is dit veel minder het geval, 2. Er is sprake van een infectie als bacteriën het lichaam binnendringen. Dus niet in de darmen of de maag, maar echt in het lichaam, bijvoorbeeld in de bloedvaten. De bacteriën vermenigvuldigen zich. De bacteriën scheiden giftige stoffen en beschadigen cellen van het lichaam. Hierdoor kunnen verschillende organen, afhankelijk van de locatie van de infectie, niet meer goed functioneren. Meestal is gevolg hiervan pijn, jeuk of andere irritatie. Soms ontstaat er ook koorts. Dit is een afweerreactie van het lichaam zelf. Door koorts verloopt de fagocytose van bacteriën sneller. 3. Dit is eigenlijk best een pittige vraag, waar niet direct een goed of fout antwoord op is, net als op de vraag: wat is gezondheid? De vraag is meer bedoeld voor bewustwording en discussie. Trefwoorden: normale toestand, gevolgen op korte of lange termijn, gezond voelen, grenzen tussen gezond en ongezond Tip 3: bij tijdgebrek Hieronder staan acht vragen waarvan de antwoorden de stof redelijk dekken. Deze vragen of een aantal hiervan kan aan de leerlingen worden aangeboden als ze vastzitten in de opdracht. Deze vragen, met uitzondering van vraag 8, zijn door leerlingen zelf gesteld. 1. Wat is de werking van antibiotica? 2. Hoe reageert het menselijk afweersysteem op indringers zoals de MRSA-bacterie? 3. Wat is de rol van de huid bij de afweer tegen binnendringers? 4. Hoe verspreiden bacteriën zich? 5. Wat is een infectie? 6. Is de MRSA bacterie gevaarlijk voor mensen? 7. Hoe ontstaan resistente bacteriën? 8. Waarom zou het ene land kiezen om patiënten met een MRSA-infectie te behandelen met antibiotica, terwijl het andere land kiest voor isolatie van de patiënt? Ieder een rol; ieder een antwoord De informatie die de leerlingen nodig hebben om de vragen te beantwoorden is opgedeeld in 3 delen die elk een beroep voorstellen. Dit simuleert de praktijk dat professionals vanuit hun eigen (vaak beroepsspecifieke) invalshoeken informatie geven over complexe situaties. In dit geval is gekozen voor: microbiologisch analist, internist (arts) en beleidsmedewerker van het ziekenhuis. Elke leerling van elk groepje krijgt een andere rol. Als de leerlingen goed samenwerken heeft elk groepje dus alle informatie. Op het eind van les 1 deelt de docent deze rollen uit en geeft elke leerling het passende informatiepakket. Als huiswerk lezen leerlingen deze informatie door en maken ze opdracht 3. Les 2 Elke leerling heeft in principe opdracht 3 gemaakt: de beroepsspecifieke informatie gelezen en de belangrijkste begrippen verzameld. De docent kan controleren of dit ook daadwerkelijk is gebeurd. Binnen de groepjes worden de verzamelde begrippen besproken. Mochten er problemen zijn of onduidelijkheden dan worden vragen eerst in het groepje besproken. De docent geeft nog geen antwoord op de vragen. Optie: In dit stadium kan de docent kiezen om informatie te geven, een gedeelte van de stof uit te leggen. Hoe is naar eigen keuze van de docent: per groepje of klassikaal, mondeling, schriftelijk, digiboard enz. Aanbeveling onderwerp: huid; waarom is een brandwondenpatiënt vatbaarder voor infecties? Antwoorden geven (opdracht 4) Groepjes kunnen alvast beginnen met het beantwoorden van de vragen die gesteld zijn in opdracht 2. Huiswerk is het individueel (dus vanuit één rol, één beroep) zoveel mogelijk vragen beantwoorden. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 11

12 Les 3 Antwoorden geven De groepjes komen weer bij elkaar en wisselen antwoorden die ze hebben geformuleerd uit. Elk groepje moet nu zo compleet mogelijke antwoorden geven: elk groepslid moet deze kunnen uitleggen. Nabespreking van de vragen Het nabespreken van de vragen is moeilijk als er niet veel sturing is gegeven bij het stellen van de vragen. Iedereen zal een andere vraag hebben. In principe heeft de docent redelijk zicht op welke vragen gesteld zijn. Een optie is om de nabespreking als volgt te doen: Kies één van de termen uit het verplichte rijtje of het overzicht: Wie heeft er een vraag gesteld over antibiotica? Vervolgens kunnen andere groepjes het antwoord geven en kan het groepje dat de vraag heeft gesteld zeggen of ze het met het antwoord eens zijn of niet. Alternatieve invulling (tip!): laat de groepjes elkaars vragen beantwoorden: dus groepje 1 beantwoordt de vragen van groepje 2, groepje 2 van groepje 3, enz. Op deze manier zijn de leerlingen zeer interactief met de stof bezig: ze geven zelf antwoorden die door anderen weer worden nagekeken en kijken zelf de antwoorden van anderen weer na. Als er onduidelijkheden optreden kunnen ze dit aan elkaar uitleggen. De antwoorden worden op een apart, los vel geschreven en vervolgens aan de andere groep teruggegeven. Les 4 en 5 Een conceptmap (opdracht 5) Neem de tijd voor deze opdracht. Deze duurt ongeveer 1,5 tot 2 lessen. Als leerlingen klaar zijn kunnen ze eventueel al beginnen met opdracht 6. Leerlingen werken in groepjes de opdracht door. Bij vragen kan de docent hulp bieden. Leerlingen kunnen het boek erbij houden. Hoogstwaarschijnlijk zal het niet alle leerlingen meteen lukken om een helder en kloppend netwerk te maken. Dat is niet erg, het gaat om de oefening. Wat wel belangrijk is, is dat de relaties die staan aangegeven in het netwerk correct beschreven zijn. Stel de groepjes vragen en geef ze commentaar tijdens het maken. Het proces van het maken is belangrijker dan het resultaat. Als leerlingen nog niet bekend zijn met het maken van conceptmaps: essentieel is dat leerlingen de relaties tussen de verschillende concepten benoemen. Materiaal: - grote vellen papier: A3 of A2. - eventueel pennen, stiften, gekleurd papier, scharen enz. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 12

13 Onderstaand is een oplossing gegeven (let op: concept schimmel ontbreekt in het onderstaande figuur. Een correcte plek voor het schimmel is: schimmels produceren antibiotica (net als bacteriën) om andere schimmels en bacteriën te bestrijden. Nabespreking Leerlingen bekijken elkaars posters en geven elkaar een beoordeling. Beoordeling vindt plaats op basis van inhoud en afwerking. Ook de docent kan een beoordeling geven. Wat belangrijk is, is dat leerlingen commentaar krijgen en reflecteren op de opdracht. In de nabespreking van de conceptmap komen (minimaal) de volgende punten naar voren: - De selectie van resistente bacteriën door blootstelling aan antibiotica - MRSA is een gevaar voor patiënten met een verlaagde afweer - Nederlandse ziekenhuizen proberen verspreiding van de MRSA-bacterie te voorkomen. (in tegenstelling tot buitenlandse ziekenhuizen die extra antibiotica inzetten.) Deze punten vormen het (medische) antwoord op de centrale vraag 1: Hoe kon de situatie ontstaan dat een patiënt die medische hulp nodig had, niet op tijd geholpen kon worden in het ziekenhuis? Les 6 (eerste helft) Opdracht 6: reageren op stellingen. Opdracht 6 is de afsluitende opdracht van deze context. Het doel van deze opdracht is dat leerlingen inzien dat er keuzes gemaakt worden waarbij risico`s worden afgewogen. Het kan zijn dat leerlingen nog niet voldoende kennis hebben om diepgaand op de stellingen te reageren. Ze hebben echter door de voorgaande lessen wel inzichten opgedaan die ze kunnen gebruiken. Er zijn verschillende werkvormen mogelijk, bijvoorbeeld (naar keuze van de docent): - Verdeel de klas in twee groepen: één helft bedenkt argumenten voor en de andere helft bedenkt argumenten tegen de stelling. - Elke leerling bedenkt bij elke stelling één argument voor en één argument tegen. - Per groepje overleggen de leerlingen over een stelling en komen gezamenlijk tot één goed onderbouwd antwoord. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 13

14 Als inleiding kan de docent bij elke stelling vooraf of achteraf een of twee vragen stellen. Voorbeelden staan cursief onder de betreffende stelling. De bedoelde opzet is dat dit een klassikale nabespreking is, maar het kan natuurlijk ook schriftelijk. Hieronder volgen voorbeelden van reacties op de verschillende stellingen: a. In het ziekenhuis zijn mensen met een verlaagde afweer aanwezig. Denk aan zieken, patiënten wiens afweersysteem wordt onderdrukt door medicijnen (voor een transplantatie) en operaties. > Er moet dus kost wat kost voorkomen worden dat MRSA het ziekenhuis binnenkomt. Voorbeeldvragen: Hoe krijg je een ruimte bacterievrij? En, belangrijker, hoe houd je die ruimte bacterievrij? Hoe kun je een ruimte isoleren van bacteriën? Wat heb je daarvoor nodig? - Mee eens, de MRSA bacterie leidt tot onbehandelbare infecties. Patiënten met een verlaagde afweer lopen het risico om ziek te worden of zelfs te overlijden. Dat mag in een ziekenhuis niet gebeuren. - Gedeeltelijk mee eens, het ziekenhuis kan gedeeltelijk geïsoleerd worden, bijvoorbeeld één afdeling of een paar kamers. In de meeste ziekenhuizen gebeurt dit ook. - Niet mee eens, het is niet mogelijk om bepaalde bacteriën geheel buiten de deur te houden. Veel mensen weten niet eens dat ze een eventueel schadelijke bacterie bij zich dragen. - Niet mee eens, totale isolatie van een ziekenhuis of zelfs maar een gedeelte is zeer duur, als het al mogelijk is. Denk aan bezoekers, artsen, verpleging en ander personeel die allemaal gedesinfecteerd moeten worden. - Niet mee eens, het strikt tegenhouden van de MRSA-bacterie betekent dat ook patiënten die acuut hulp nodig hebben het ziekenhuis niet in kunnen komen. Dat is ook een risico. - Niet mee eens, het weigeren van patiënten die hulp nodig hebben is niet ethisch: een ziekenhuis mag geen patiënten weigeren. - Niet mee eens, voor de meeste mensen en patiënten is de MRSA-bacterie niet heel schadelijk, zelfs niet bij een infectie. Het risico dat mensen lopen is niet heel groot. - Gedeeltelijk mee eens, misschien zijn speciale MRSA-klinieken een optie. b. Resistentie is een natuurlijk gegeven. Bacteriën worden op den duur resistent, dat is niet te voorkomen. Als het MRSA niet is, is het wel een andere bacterie. > We (Nederlandse overheid en onderzoek) moeten veel meer investeren in nieuwe typen antibiotica en minder in het voorkomen van resistentie ontstaat, oftewel: gewoon antibiotica gebruiken als dat kan. Voorbeeldvragen: Hoe bestrijdt antibiotica bacteriën? Wat is de anatomie van een bacterie en hoe werkt antibiotica daar op in? Kan antibiotica ook schadelijk zijn voor mensen - Mee eens, resistentie is inderdaad natuurlijk: bacteriën en schimmels beconcurreren elkaar en zichzelf door antibiotica te maken of daar juist resistent tegen te zijn. Resistentie ontstaat toch wel. - Niet mee eens, resistentie zal op den duur wel ontstaan, maar artsen kunnen het proces wel vertragen door bacteriën minder in contact te brengen met antibiotica: dus minder antibiotica voorschrijven (ook veehouders spelen een belangrijke rol hierin, maar dat is weer een andere discussie). - Niet mee eens, het ontwikkelen van antibiotica is een duur en langzaam proces. Dat geld kan beter worden besteed onderzoek naar ernstige ziekten zoals kanker of AIDS. - Niet mee eens, resultaten van onderzoek naar nieuwe typen antibiotica zijn onzeker. Het is altijd afwachten of het lukt. c. Voor de behandeling van de patiënte werd gekozen voor een psychische revalidatie in Heliomare. Dat was niet noodzakelijk. > De behandeling van brandwondpatiënten moet sterk gericht zijn op het herstellen en ondersteunen van haar afweersysteem en minder op de psychische letsel. Voorbeeldvragen: Hoe kun je een afweersysteem van brandwondenpatiënten ondersteunen? Hoe kun je helpen bij het herstel van het afweersysteem? Welke rol speelt de huid en hoe is die opgebouwd? Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 14

15 - Door intensieve controle op infecties en het bestrijden daarvan was wellicht het overlijden voorkomen. Dat is niet helemaal zeker. - Mee eens, brandwondenpatiënten hebben een verlaagde afweer. De patiënte had beter geïsoleerd kunnen worden zodat ze geen (tweede) infectie had kunnen krijgen. - Niet mee eens, de brandwonden waren zo ernstig dat psychische behandeling nodig was. Brandwondenpatiënten kampen vaak psychische problemen: ze moeten leren leven met de beschadigingen en verminkingen van hun lichaam. - Niet mee eens, het beste was geweest dat er tegelijk een psychische en medische behandeling was, bijvoorbeeld in een isolatiepaviljoen (dit is een behandeling die Heliomare ook biedt). Context 2: Wie krijgt de laatste prik? Planning: Voor deze context zijn drie lessen gepland. De centrale vraag in de context is: welke patiënt heeft gezien zijn gezondheid en situatie het meeste recht op de (laatste) griepprik? De biologische concepten die in de context aan de orde komen zijn: Virus Aspecifieke afweer Antigeen Besmetting Specifieke afweer Antistoffen Infectie Witte bloedcellen Immuniteit Vaccin Fagocyten Koorts Gezondheid Lymfocyten Geheugencellen De deelnemers in de context Arts-assistent en patiënten Benodigdheden: Informatiebronnen en naslagwerk: dit kan (naar eigen keuze) het methodeboek zijn, internet, de docent, ELO, enz. Les 6 (tweede helft) Groepjes Bepaal van te voren of leerlingen in groepjes werken (bijvoorbeeld dezelfde groepjes waarin ze bij de eerste context samenwerkten). Deel eventueel nieuwe groepjes in. Inleiding (opdrachten: 1, 2) Het probleem: er is te weinig vaccin om iedereen die een griepprik wenst of in aanmerking komt ook daadwerkelijk te vaccineren. Het is een authentiek probleem dat regelmatig de kop op steekt. In eerste instantie presenteren we dit probleem in een wachtkamer: er zijn vier kandidaten, maar slechts één vaccin. Vervolgens wordt het meer authentiek Het gevolg is dat er keuzes gemaakt moeten worden. Deze keuzes worden eigenlijk op twee niveaus gemaakt. Namelijk in de daadwerkelijke praktijk, waar de mensen in de wachtkamer zitten en op een hoger niveau: welke groepen mensen zijn het meest gebaat bij een griepprik? De tweede keuze gaat over het bepalen van de risicogroepen en de eerste gaat over wie er tot die risicogroepen behoren. Voor de havo hebben we gekozen om die eerste keuze uit te lichten. Dit levert namelijk concrete situaties op. Dit wil niet zeggen dat de keuze op een hoger niveau niet aan de orde hoeft te komen. Dit laten we echter over aan de docent. Opzet Deze inleiding kan als volgt worden opgezet: Deel 1: algemene inleiding, met een klassikaal gesprek (opdracht 1). - Hoe voelt het om ziek te zijn? - Heeft iemand wel eens griep gehad? - Hoe vaak heb je griep? - Heb je dan koorts? Deel 2: (opdracht 2): lees het artikel tekort aan griepvaccin Deel 3: (opdracht 3a) presentatie vier kandidaten voor de laatste griepprik: In de handleiding zijn vier kandidaten die allemaal de griepprik willen opgenomen. In een kort toneelstukje kunnen vier leerlingen deze kandidaten presenteren. De overige leerlingen maken hier aantekeningen bij of onderstrepen belangrijke onderdelen in de teksten. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 15

16 Leerlingen kunnen teksten over de patiënten ook zelfstandig lezen, maar kleine toneelstukjes blijken de patiënten beter te personifiëren en vaak erg leuk te zijn. Deel 4: (opdracht 3b) elke leerling of elk groepje maakt een keuze voor een kandidaat. Ze beargumenteren deze keuze klassikaal. Laat de verschillende groepjes op elkaar reageren. Wellicht ontstaat er een kleine discussie. Huiswerk Als huiswerk kunnen leerlingen beginnen met opdracht 4: het zoeken van informatie en het beantwoorden van vragen over griep. Uitwerkingen opdrachten 1 en 2: Opdracht 1: Ziek is één van de algemeen gebruikte termen zonder heel duidelijke definitie. Het woordenboek geeft als definitie: lichamelijk of geestelijk niet in orde. Dat veronderstelt weer dat je weet wat in orde betekent. Ben je ziek als je hoofdpijn hebt? Ben je ziek als je schaafwondje hebt? Ben je ziek als je een grote wond hebt? Of moet er een ander soort letsel zijn? De opdracht kan omgedraaid worden met de vraag: wat betekent in orde? Betekent dat hetzelfde als gezond zijn? De lichamelijke reactie die we ziek zijn noemen (koorts, ontsteking enzovoorts) zijn een normale, gezonde reactie. Mogelijke betekenis van ziek : - ziek is een combinatie van een lichamelijk of psychisch letsel en de lichamelijke of psychische reactie daarop. Het doel van deze opdracht is dat leerlingen beseffen dat er termen en woorden zijn die we allemaal gebruiken, maar allemaal net iets anders definiëren. Dat kan in sommige gevallen leiden tot verwarringen. Ik voel met ziek kan voor verschillende mensen iets anders betekenen. Opdracht 2 a. Een vaccin is een soort medicijn wat het afweersysteem zodanig beïnvloedt dat het sneller en effectiever reageert op een bepaalde ziekteverwekker. Een vaccin is een gemaakt van verzwakte ziekteverwekkers of onderdelen daarvan. b. Een stam slaat op een groep virussen of bacteriën: binnen één soort virus* of bacterie zijn verschillende varianten te onderscheiden. Deze varianten noemen we stammen. *bij gebrek aan beter gebruiken we hier ook het woord soort bij virus, ondanks dat dat niet correct is. c. Risicopatiënten / risicogroepen hebben een verhoogd risico op ziekte of overlijden als zij een infectie krijgen (in dit geval met het griepvirus). Officieel is een risicopatiënt iemand die in een bepaalde risicogroep is ingedeeld. De groep loopt een hoger risico bij infectie, maar het daadwerkelijke risico kan van individu tot individu verschillen. Les 7 Op onderzoek in de theorie (opdracht 4) Dit gedeelte van deze context is het gedeelte waarin de theorie aan de orde komt. In principe kennen leerlingen de onderdelen van het afweersysteem al, maar nog niet het proces van immunisatie. Ook virussen zijn nog niet uitgebreid aan bod geweest (misschien wel in andere hoofdstukken). Leerlingen gaan aan de slag (of verder) met opdracht 3: het zoeken van informatie en het beantwoorden van vragen over griep. In de antwoorden op deze vragen liggen verschillende argumenten verborgen die leerlingen kunnen gebruiken om het argumentatieschema bij opdracht 4 in te vullen. Bij die opdracht wordt namelijk de echte keuze gemaakt. Informatiebronnen voor het beantwoorden van de vragen van opdracht 3: Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 16

17 - Nectar, havo bovenbouw, deel 1. Daarnaast kan ook de docent een aantal zaken klassikaal uitleggen. Leerlingen kunnen dus ook de docent als informatiebron gebruiken. Tips: - een film over het maken van vaccins of het optreden van griepepidemieën of het ontstaan van gevaarlijke varianten van de vogelgriep, Mexicaanse griep enz. - De site over de grote griepmeting ( is ook interessant om klassikaal onder de aandacht te brengen. Je kunt namelijk ook als klas participeren. Als huiswerk kunnen leerlingen stof uit het theorieboek bestuderen of beginnen met opdracht 5: het invullen van het argumentenschema. Uitwerking opdracht 4: Veel patiënten kennen het verschil tussen griep en verkoudheid niet. 1a. Wat zijn de symptomen van beide ziekten? Griep begint vaak plotseling met hoge koorts en koude rillingen. Alles doet pijn; vooral keel, hoofd, armen en benen. Een droge hoest en een loopneus horen er ook bij. De symptomen van verkoudheid zijn: verstopte neus, niezen, lichte verhoging, keelpijn, hoofdpijn, oorpijn, hoest, tranende ogen. 1b. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de ziekten? - De symptomen van verkoudheid en griep lijken op elkaar, maar zijn vaak bij griep heftiger: hogere koorts, hevigere hoofdpijn. Snotteren en hoesten kan bij griep voorkomen, maar is typischer voor een verkoudheid. - Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus, terwijl verschillende andere virussen verantwoordelijk zijn voor verkoudheid. Verkoudheidvirussen zijn: rhinovirus, coronavirus, enterovirus en nog honderd andere virussen. Griep en verkoudheid worden beide veroorzaakt door een virus. Patiënten verwarren virussen, bacteriën en andere ziekteverwekkers vaak. 2a. Wat is een virus? Een virus is een hoeveelheid erfelijk materiaal (dit kan RNA of DNA zijn), gewoonlijk ingesloten in een omhulsel van eiwit. Een virus bestaat uit organische moleculen en heeft een gastheer nodig voor de vermenigvuldiging. Het heeft tevens geen eigen metabolisme (stofwisseling). Een virus is een biologisch verschijnsel, maar wordt meestal niet tot de levende wezens wordt gerekend. 2b. Hoe vermenigvuldigt een virus zich? Voor het voortplanten heeft het virus een gastheerorganisme nodig: virussen dringen het lichaam van een organisme binnen en koppelen aan een cel. Ze versmelten of injecteren hun erfelijk materiaal (meestal RNA, soms DNA) in de cel. In de cel wordt het viraal erfelijk materiaal gerepliceerd. Dit materiaal zorgt ervoor dat er weer nieuwe eiwitmantels ontstaan voor nieuwe virussen. Tot slot ontsnappen de virussen uit de gastheercel, meestal door deze te vernietigen (lysis). 2c. Hoe schadelijk is het griepvirus voor mensen? Voor de meeste mensen is griep slechts een vervelende ervaring, maar enkelen kunnen er ernstig ziek van worden. Het virus beschadigt het weefsel van de longen zodat er acute bronchitis of zelf longontsteking kan ontstaan. Je moet over een sterk en gezond lichaam beschikken, om griep af te weren. Sommige mensen zijn verzwakt door ouderdom of door chronische ziekten als diabetes, hart- en nierziekten of astma. Bij hen kan een besmetting te veel energie vragen. Deze mensen zijn vatbaar voor een infectie door een bacterie boven op de schade die het griepvirus al aanricht. In deze situaties kan griep dodelijk zijn. Maar ook een gezond mens kan veel hinder ondervinden van griep en daardoor een tijd lang uitgeschakeld zijn van werk en sociaal leven. Gezonde mensen hebben een behoorlijk goede verdediging tegen ziekteverwekkers. 3. Hoe kun je jezelf nog meer beschermen tegen een infectie met een griepvirus? Het griepvirus kan verspreid worden door de lucht, via lichamelijk contact of door het aanraken van besmette oppervlakten. Je kunt een besmetting voorkomen door vaak je handen te wassen (met zeep), niet vaak je ogen, neus of mond aan te raken, direct contact met zieken te vermijden. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 17

18 Je helpt verspreiding van het virus tegen te gaan door mond en neus te bedekken als je niest of hoest en thuis te blijven als je ziek bent. Eén van de reacties van het lichaam op een infectie is koorts. 4. Wat is koorts, wat is de functie ervan en tot welke afweerlinie hoort koorts? Koorts (febris) of pyrexie is een verhoging van de normale gemiddelde kerntemperatuur van een organisme, vaak ten gevolge van een ontsteking. Het lichaam kan binnengedrongen virussen of bacteriën beter bestrijden bij een hogere lichaamstemperatuur door een verhoogd metabolisme en bloedstroom: de witte bloedcellen zijn sneller op de noodzakelijke plek in het lichaam. Koorts is een aspecifieke, interne reactie die zowel macrofagen als lymfocyten stimuleert. Eigenlijk hoort koorts dus zowel bij de tweede als de derde afweerlinie. Aantekening: er zijn ook bacteriën die zelf koorts veroorzaken. Veel ziekten, zoals bof, mazelen of rode hond, krijg je maar één keer in je leven. Griep kun je elk jaar opnieuw krijgen. 5a. Waardoor komt het dat je veel ziekten maar één keer in je leven kunt krijgen? Gebruik in het antwoord de termen: immuun en geheugencellen. Na bestrijding van een ziekteverwekker wordt een deel van de lymfocyten in een ruststadium bewaard als geheugencellen. Bij een tweede infectie met dezelfde ziekteverwekker gaan deze cellen meteen grote hoeveelheden antistoffen maken. Je wordt er niet meer ziek van. Voor die specifieke ziekteverwekker ben je voortaan immuun. Ziekten zoals de bof, mazelen, rode hond kun je maar één keer in je leven krijgen. 5b. Hoe komt het dat je wel elk jaar opnieuw griep kunt krijgen? Het griepvirus verandert snel en is elk jaar anders. De eiwitten in de mantel worden door het afweersysteem niet herkend als een bekende ziekteverwekker en moet immuniteit opnieuw worden opgewekt. De griepprik is een vaccinatie. Deze beschermt tegen het griepvirus. 6a. Wat is een vaccin en hoe werkt dit? Een vaccin is een middel dat bij een persoon (of dier) een immuunrespons opwekt zonder hem ziek te maken. Hierdoor is de gevaccineerde beter bestand tegen de ziekteverwekker waar het vaccin voor bedoeld is, dan zonder de behandeling. Er bestaan verschillende soorten vaccins: - vaccins die levende verzwakte organismen bevatten - vaccins bestaand uit (delen van) gedode organismen 6b. Welke bijwerkingen heeft het griepvaccin? De griepprik heeft weinig bijwerkingen: pijn, roodheid en/of een lichte zwelling op de plaats van injectie en een enkele krijgen mensen een grieperig gevoel (hoofdpijn, spierpijn, koorts enz.). Heel zelden treedt er een allergische reactie op. Er zijn verschillende groepen mensen die elk jaar opnieuw een uitnodiging krijgen om de griepprik om te komen halen. Dit zijn de zogenaamde risicogroepen. 6c. Wat zijn de grootste van deze risicogroepen? Tot de risicogroepen behoren: jarigen en 65-plussers - hartpatiënten - longpatiënten - nierpatiënten - diabetici - patiënten met een verminderde afweer 6d. Leg uit dat het nodig is om elk jaar opnieuw de griepprik te krijgen. Het griepvirus verandert continu. Het griepvirus waar je het afgelopen immuun voor bent geworden kan zo veranderd zijn dat het opnieuw een infectie kan veroorzaken. De griepprik wordt elk jaar opnieuw ontwikkeld tegen de dat jaar heersende variant van het griepvirus. Patiënten met griep vragen vaak om medicijnen, meestal antibiotica. 7. Leg uit dat het geven van antibiotica niet werkt tegen het griepvirus (of andere virussen). Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 18

19 Antibiotica werken tegen onderdelen van cellen en zijn dus geschikt voor bestrijding van bacteriën, schimmels, planten, dieren enz. Een virus is geen cel en antibiotica werkt hier dus niet op. Overigens krijgen patiënten met een virusinfectie wel antibiotica om andere infecties te voorkomen. Les 8 Argumentenschema (opdracht 5) In het laatste gedeelte van deze context wordt de uiteindelijke kandidaat gekozen die de laatste prik zal krijgen. Leerlingen vullen in groepjes het argumentenschema in en maken een keuze. Voor elke patiënt zijn voor- én tegenargumenten te bedenken (zie uitwerkingen). Vervolgens wordt in de klas gestemd (meestal kiezen de verschillende groepjes ook verschillende patiënten). De leerlingen vormen in principe de democratische maatschappij die gezamenlijk beslissen door middel van stemming. Invullen Leerlingen vullen in groepjes voor elke patiënt voor én tegenargumenten in, in het argumentenschema. Op basis van deze argumenten maken ze een keuze. Tip Aanvullende opdracht: maak in plaats van één keuze een rangorde in de patiënten: welke zou je als tweede een griepprik geven en welke als derde en vierde? (Deze verandering van opdracht leidt tot het opnieuw beoordelen en overdenken van argumenten). Afsluiting De klas komt gezamenlijk tot één keuze. Dit kan door middel van stemming (bijv. handopsteken). Verschillende groepjes kunnen hun keuze eerst nog verdedigen. Om de stemming nog te verlevendigen kunnen er ook injectiespuiten (zonder naald) aan de patiënten worden uitgedeeld. Uitwerking opdracht 4 Henk Argumenten voor: Henk behoort tot de risicogroep 60+. De griepprik is aanbevolen, omdat het afweersysteem minder goed functioneert op latere leeftijden. Een griepprik is geadviseerd, ondanks dat hij het daar zelf niet mee eens is. (Overigens is een griepprik niet verplicht). Het is geen argument om te zeggen dat Henk geen weerstand heeft, omdat hij nooit ziek is geweest. Hij heeft in zijn leven genoeg infecties gehad, maar van de meeste infecties merk je tenslotte niets. Argumenten tegen: De griepprik is niet verplicht en Henk wil hem niet. Bovendien is het ogenschijnlijk zeer fit en heeft geen last van ziektes. Hij heeft altijd een goed functionerend afweersysteem gehad. Els Argumenten voor: Goed functionerend beenmerg is essentieel voor de productie van witte bloedcellen. Els behoort tot de risicogroepen met een verlaagde afweer. Zij heeft recht op een griepprik Argumenten tegen: De behandeling is aangeslagen, het beenmerg werkt goed. En als het goed functioneert is een griepprik niet noodzakelijk. Kees Argumenten voor: Kees is blijkbaar zeer gevoelig voor ziektes. Een griepprik zou hem door de moeilijke tijden heen helpen. Bovendien is de griepprik zodanig samengesteld dat je er niet extra ziek van wordt. Argumenten tegen: Kees is al ziek. Een griepprik heeft geen zin als je al ziek bent van dezelfde griep als die van dit jaar. Het is echter de vraag of Kees echt wel griep heeft. Hij heeft een aantal symptomen en concludeert zelf dat het griep is. Kees is echter geen arts. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 19

20 Als Kees van iets anders ziek is dan de griep is wellicht niet slim om zijn afweerstelsel met nóg iets te belasten. Marie Argumenten voor: Marie werkt intensief met een risicogroep. Om zelf minder gevaar te vormen voor haar cliënten kan zij zichzelf beschermen met een griepprik. Daarnaast is er ook het economische argument dat ze moeilijk gemist kan worden. Argumenten tegen: Marie heeft net griep gehad (zegt de arts) en is daarmee immuun geworden. Extra immuniteit is niet nodig. De kans dat Marie opnieuw griep krijgt is zeer klein. Dit zou van een iets andere variant van het griepvirus moeten komen dan ze heeft gehad. Meestal verschijnt die pas een jaar later. Uitwerking opdracht 5 Risicogroep 1: mensen met een leukemie. Leukemie is een vorm van kanker waarbij de witte bloedcellen abnormaal en snel delen. Hierdoor raakt het afweer- en immuunsysteem beschadigd. Een infectie met het griepvirus is voor deze patiënten gevaarlijk. Patiënten met (chronische) leukemie krijgen elk jaar een griepprik. (bronnen: wikipedia hematopoëse, kwf kankerbestrijding) Risicogroep 2: mensen met een HIV-infectie. Virussen vermenigvuldigen door middel van infectie van een gastheercel. Het bijzondere van het HIVvirus (dat AIDS veroorzaakt) is dat het zich specifiek richt op bepaalde typen lymfocyten en deze deels uitschakelt. Hierdoor komt de immuunrespons slecht op gang. Als het virus actief wordt beschadigt dit het afweersysteem. Daardoor worden dragers vatbaar voor allerlei andere ziekten en infecties. Mensen die het HIV-virus bij zich dragen krijgen een uitnodiging voor de griepprik. (bron: Risicogroep 3: mensen die werken in de verpleging, bijvoorbeeld verzorgingshuis. Verplegers en verzorgers behoren zelf meestal niet tot een risicogroep en krijgen dus niet automatisch een griepprik. Ze hebben echter veel contacten met mensen die wel in een risicogroep zitten (65+ of mensen met een ziekte). Deze mensen worden al beschermd door hun eigen griepprik. In het officiële beleid wordt de griepprik voor verzorgers en verplegers wel aangeraden, maar niet verplicht gesteld. De beslissing wordt overgelaten aan de werkgever. (bron: Verzorgers en verplegers werken meestal in gebouwen waar veel mensen komen. Hoe meer contacten er zijn, des te makkelijker het griepvirus zich verspreidt. Dat is ook argument om toch de griepprik te nemen. Risicogroep 4: docenten op grote scholen met duizenden leerlingen. Docenten zijn over het algemeen zelf geen risicogroep (geen verhoogd risico op complicaties bij griep) en leerlingen ook niet. Daarin liggen geen redenen om gevaccineerd te worden. Het risico dat speelt is dat er veel mensen tegelijkertijd ziek kunnen worden. Officieel is deze groep geen risicogroep. Docenten lopen wel een hoger risico om griep te krijgen. Net als in een verzorgingshuis of ziekenhuis is een school een plek waar veel mensen elkaar ontmoeten. Daardoor kan een virus zich snel verspreiden en mensen infecteren. (bron: Uitwerking opdracht 6 1. Leg uit dat een griepvaccin nooit 100% griep kan voorkomen. Het griepvirus verandert / muteert voortdurend. Het griepvaccin is een afspiegeling van de op dat moment meest voorkomende stammen. Het is niet haalbaar om alle vormen en mutaties op alle momenten in het jaar mee te nemen in het vaccin. Daarnaast is het menselijk afweersysteem zeer effectief, maar er kan altijd wel een keertje een virus doorheen glippen. 2a. Beschrijf een onderzoeksopzet naar het effect van de griepprik waarbij gebruikt gemaakt wordt van een placebo: geef een hypothese en benoem verschillende groepen proefpersonen. Voorbeeld van een hypothese: Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 20

21 Het griepvaccin vermindert de kans op griepverschijnselen. Voorbeeld van een proefopzet: Geef verschillende groepen proefpersonen een verschillende behandeling en tel per groep het aantal keren dat er griep optreedt binnen een bepaalde periode. De proefpersonen worden ingedeeld in de volgende groepen: - Groep 1 krijgt het echte vaccin toegediend. - Groep 2 krijgt een placebo (niet functioneel vaccin, nepmedicatie ) - Groep 3 krijgt geen vaccin. Niet alle proefpersonen zullen griep krijgen of blootgesteld worden aan het griepvirus. De groepen moeten dus behoorlijk groot zijn. Een ander voorbeeld van een proefopzet is om een kleinere groep opzettelijk in te enten met het griepvirus. Zo weet je zeker dat iedereen blootgesteld wordt aan het virus (onderzoekers zullen echter niet opzettelijk mensen ziek maken ). 2b. Waarom zouden veel onderzoekers een grootschalig onderzoek met veel proefpersonen over een groep die al ingeënt wordt onethisch vinden? Een groep die ingeënt wordt met het griepvaccin behoort tot de risicogroepen. Dat wil zeggen dat proefpersonen die griep krijgen, een grotere kans lopen op complicaties. Als het griepvaccin voor deze risicogroep effectief is, loopt proefpersonen die geen werkzaam vaccin toegediend krijgen een verhoogd risico op gezondheidcomplicaties. De meeste onderzoekers zullen niet willen dat mensen ziek worden door hun onderzoek en al helemaal niet als het een onderzoek is naar medicijnen. Schakelles Planning: Voor dit onderdeel zijn twee lessen gepland. Doel: Er worden verbanden gezocht in de stof rond afweer, andere contexten en met andere biologische thema`s. Les 9 en 10: schakellessen (opdrachten 1, 2) Het doel van deze lessen is het onder de aandacht brengen van de samenhang tussen de twee behandelde contexten en tevens de samenhang van het thema afweer met andere hoofdstukken en onderwerpen uit de biologie. Daarnaast is dit ook een goed moment om vragen te stellen over de stof en eventuele onduidelijkheden op te lossen. Ook onderwerpen die volgens de docent meer aandacht verdienen zijn hier op hun plaats: bijvoorbeeld het HIV-virus of allergieën (zie verderop). Uitwerking opdracht 1: een vergelijking maken In de module zijn de opdrachten zo opgebouwd dat deze steeds opener worden. Het doel van deze opdracht is terugkijken naar de afgelopen lessen, het zoeken naar overlappende elementen en deze weer toepassen op een nieuw onderwerp (schimmels). Leerlingen zoeken zelf naar de elementen waarop ze kunnen vergelijken. Ze werken bij voorkeur in groepjes zodat er overlegd kan worden. Deze één na laatste opdracht is zeer open geformuleerd, maar de docent kan deze naar keuze specifieker invullen. Hier zijn verschillende opties voor: Optie 1: Specifieker benoemen van de aspecten waarop virussen, bacteriën en schimmels met elkaar vergeleken worden: 1. Ziekteverwekker: a. Type ziekteverwekker: - Organisme of giftige / chemische stoffen - Eukaryoot / prokaryoot / virus - Schimmel / plantaardig / dierlijk b. Manier van binnendringen: hoe komt deze binnendringer in het interne milieu, aan de binnenzijde van het lichaam, terecht? c. Schadelijkheid van de binnendringer: hoe berokkent deze indringer schade? Hoe ernstig is die schade? d. geef een voorbeeld van een soort die ziektes veroorzaakt binnen de overkoepelende groep 2. Reactie van het lichaam a. Interne aspecifieke reactie(s)? Welke algemene reacties vertoont het lichaam voor de bestrijding van de binnendringer? b. Interne specifieke reactie(s)? Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 21

22 Welke specifieke reacties vertoont het lichaam voor de bestrijding van de binnendringer? c. Welke cellen en welke organen zijn erbij betrokken? 3. Medische behandeling a. Is de medische behandeling gericht op: - genezen? - remmen / onderdrukken? - voorkomen? Of een combinatie van deze? b. Wat is het type behandeling: - geneesmiddel, rust, andere therapieën? c. Heeft de behandeling zelf nog risico`s of bijwerkingen? Optie 2: In plaats van de grote groepen virussen, bacteriën en schimmels kunnen ook specifieke voorbeelden worden gevraagd: - Infectie met een MRSA bacterie - Besmetting met bacterie - Virusinfectie griepvirus - HIV virus - Auto-immuunziekte Uitwerking opdracht 2 Vertering: - vertering levert de energie en stoffen die nodig zijn voor de afweer - de bacteriën die de vertering ondersteunen kunnen ook schadelijke infecties veroorzaken. Bloedsomloop: - door middel van het bloed (en de lymfe) komen witte bloedcellen door het hele lichaam om overal ziekteverwekkers te kunnen bestrijden. Ecologie: - Voor bacteriën zijn mensen (darmen, huid) een uitstekende vestigingsplaats en een goede voedselbron > van parasitaire relaties tot mutualistische relaties. Celbiologie: - celbiologie bestudeert cellen, dus ook witte bloedcellen en andere afweercellen. Aanvullende informatie In de planning is hier ruimte voor vragen, onduidelijkheden in de stof enz. Tevens kan de docent kiezen om andere contexten of onderwerpen die gerelateerd zijn aan afweer te behandelen. Hieronder worden enkele voorbeelden genoemd. Deze onderwerpen zijn in dit materiaal niet verder uitgewerkt. - Nadere bestudering van afweercellen: B- en T-lymfocyten - De grenzen tussen lichaam en buitenwereld: maag, darmen en longen zijn nog stukken buitenwereld afgesloten van het intern milieu. - Opbouw van de huid - Herkenning van lichaamsvreemde stoffen en het sleutel-slotprincipe mbt: o Werking van drugs en alcohol o Werking van geneesmiddelen o Hormonen en neurotransmitters o Slangen- en spinnengif o - MHC-complex - de rol van beenmerg, thymus en milt - AIDS en het HIV-virus - Allergie - Auto-immuunziekten - Schimmelinfecties en de bestrijding daarvan - In ieder geval niet behandelen: bloedgroepen: dit is namelijk het onderwerp van de toets! Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 22

23 10. Toetsing Context 3: Bloed: donatie en transfusie (toetscontext) Planning: Voor deze context zijn twee lessen gepland: één voor de toets en één voor de nabespreking De centrale vraag in de context is: welke aspecten rond afweer zijn van belang bij bloeddonaties en transfusies? (opmerking: de toetscontext wordt aangevuld door enkele vragen over rhesusbaby s, waarbij sprake is van een soort onvrijwillige donatie) De biologische concepten die in de context aan de orde komen zijn: Micro-organismen Aspecifieke afweer Antigeen Besmetting Specifieke afweer Antistoffen Transfusie Witte bloedcellen Immuniteit Gezondheid Fagocyten Bloedgroepen Lymfocyten Rhesusfactor Benodigdheden: - toets: (aan te vragen via tweedefase@slo.nl) - A2 of A3 papier voor het maken van een conceptmap - eventueel brochures van de bloedbank. Wellicht dat deze leerlingen over enkele jaren ook zelf bloeddonor willen worden (donoren zijn altijd hard nodig!) Brochures uitdelen kan ook bij nabespreking. Les 11: de toets In deze toets moeten leerlingen nieuwe informatie over bloedgroepen combineren met hun kennis over de werking van het afweersysteem. Er is een informatiebron toegevoegd over de samenstelling van het bloed en bloedgroepen. Opzet Naast een aantal open vragen krijgen leerlingen de opdracht om een conceptmap te maken met als focusvraag: Met welke factoren rond afweer moet rekening gehouden worden bij het doneren en toedienen van bloed? Groepstoets Deze toets is opgezet om in een groep te maken. De open vragen en de opdracht voor de conceptmap zijn zo opgesteld dat het wat betreft moeilijkheid en hoeveelheid alleen haalbaar is als leerlingen ook samenwerken. Dit hebben ze geoefend in de afgelopen lessen. De docent maakt een keuze voor de indeling van de groepjes: nieuwe groepjes of groepjes waarin de leerlingen al eerder hebben gewerkt. Deze groepstoets kan gecombineerd worden met een eigen, individuele toets. Hiervoor is geen extra materiaal ontwikkeld. Les 12: nabespreking Bij het correctiemodel (aan te vragen via tweedefase@slo.nl) voor de vragen is ook een model opgenomen om de conceptmap na te kijken. De nabespreking is onderdeel van de module. Het belang van een nabespreking zit in de reflectie op de stof en is onderdeel van het leerproces. Docentenhandleiding ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER EN BEHANDELING 23

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Bijlage 3 Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo)

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo) Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo) Voor meer informatie zie: Kerndoelen onderbouw Vakportaal Mens & maatschappij Vakportaal Natuur & techniek kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo

Nadere informatie

Ben jij er ook? Docentenhandleiding

Ben jij er ook? Docentenhandleiding Ben jij er ook? Docentenhandleiding TYPERING MODULE Ontwikkeld voor vwo 4 Leerstofgebied Biologische eenheid: organismen, biodiversiteit Omvang 17 20 lesuren van 50 minuten + evaluatie (1 lesuur) Didactische

Nadere informatie

Afweer en Immuniteit

Afweer en Immuniteit Afweer en Immuniteit Foto: Wim van Egmond over drie linies van afweer en vaccinatie Je lichaam wordt gedurende je leven voortdurend aangevallen door ziekteverwekkers. Meestal merk je daar niets van omdat

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

GRIEPVACCINATIE 2012. Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen

GRIEPVACCINATIE 2012. Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen GRIEPVACCINATIE 2012 De griepprik zal dit jaar op woensdag 14 november worden gegeven, tussen 15 en 18 uur. Mensen die ervoor in aanmerking komen krijgen ongeveer 2 weken van tevoren een uitnodiging toegestuurd.

Nadere informatie

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo), Biologische eenheid

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo), Biologische eenheid Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo), Biologische eenheid Voor meer informatie zie: Kerndoelen onderbouw Vakportaal Mens & maatschappij Vakportaal Natuur & techniek kerndoelen primair onderwijs kerndoelen

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

De opbouw van het examenprogramma vwo

De opbouw van het examenprogramma vwo De opbouw van het examenprogramma vwo Het examenprogramma is als volgt opgebouwd. Het bestaat uit een vaardighedendeel en een inhoudelijk deel concepten en contexten. Dit ziet er als volgt uit: A. Vaardigheden

Nadere informatie

BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Structuren

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 2. Zorgvraag verhelderen 23 - Recepten 24 - Zelfzorgvragen 30 3. Geneesmiddelen 37 - Medicijnen tegen griep en verkoudheid 38 - De

Nadere informatie

BIOLOGIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

BIOLOGIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V BIOLOGIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Veel gestelde vragen (seizoens)griepvaccinatie

Veel gestelde vragen (seizoens)griepvaccinatie Veel gestelde vragen (seizoens)griepvaccinatie Griep of griepje? De symptomen van verkoudheid lijken soms wel wat op die van griep waardoor men al snel denkt met een griepje te maken te hebben. Maar in

Nadere informatie

SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN

SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN Nr. 108 Wat is de klassieke of seizoensgriep In de volksmond wordt er gesproken over de griep, waar het gaat over een zware verkoudheid of een luchtwegeninfectie met enkele

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 2. De intake 23 - Ernst van de klachten 24 - Het intakegesprek 26 3. Geneesmiddelen 31 - Medicijnen tegen griep en verkoudheid 32

Nadere informatie

Leerlinghandleiding allergie, 2014 1

Leerlinghandleiding allergie, 2014 1 Leerlinghandleiding allergie, 2014 1 Colofon Documenttitel: Leerlinghandleiding allergie Auteur: Deelnemer van het DOT 2013/2014 van Bètasteunpunt Wageningen: Annemieke Gemmink, Christelijk Lyceum Veenendaal

Nadere informatie

Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo

Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo Bij het examenprogramma geldig vanaf schooljaar 2013-2014 Handreikingen tweede fase SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Handreiking schoolexamen

Nadere informatie

Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 23 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/63375 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo. Bij het examenprogramma geldig vanaf schooljaar

Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo. Bij het examenprogramma geldig vanaf schooljaar Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo Bij het examenprogramma geldig vanaf schooljaar 2013-2014 September 2012 Verantwoording 2012 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo vanaf CE 2016

Examenprogramma biologie vwo vanaf CE 2016 De onderstaande lijst bevat de complete examenprogramma s voor de bovenbouw VWO (4, 5 en 6 VWO) voor de vakken Biologie, Natuurkunde en Scheikunde. Daarnaast is het hele programma van het sportsciencecamp,

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke

Nadere informatie

LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN

LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN 10 vragen over griepvaccinatie GRIEPVACCINATIE.BE AGENTSCHAP ZORG & GEZONDHEID 1. Waarom vaccinatie tegen griep? Vaccinatie is de enige manier om je tegen griep en

Nadere informatie

Griep, feiten en tips vaccinatie tegen seizoensgriep

Griep, feiten en tips vaccinatie tegen seizoensgriep Griep, feiten en tips vaccinatie tegen seizoensgriep Wat is griep? De wetenschappelijke benaming voor griep is influenza. Griep is een besmettelijke ziekte en wordt veroorzaakt door het influenzavirus.

Nadere informatie

CELLEN VERTELLEN Docentenhandleiding

CELLEN VERTELLEN Docentenhandleiding CELLEN VERTELLEN Docentenhandleiding TYPERING MODULE Ontwikkeld voor Havo 4 Leerstofgebied celbouw, celorganellen en osmose Omvang 12 lessen van 65 minuten plus een toets Didactische typering In de eerste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11101 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/389632, houdende

Nadere informatie

BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2017 V16.8.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens

Nadere informatie

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug

Nadere informatie

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april 2007 6,9 19 keer beoordeeld Vak ANW Inhoud 1. Wat is AIDS? 2. Wat is HIV? 3. Hoe werkt het ziekteverloop van AIDS? 4. Wat doet het immuunsysteem

Nadere informatie

Differentiëren met de nieuwe editie Biologie voor jou havo/vwo bovenbouw

Differentiëren met de nieuwe editie Biologie voor jou havo/vwo bovenbouw Differentiëren met de nieuwe editie Biologie voor jou havo/vwo bovenbouw 31-e NIBI onderwijsconferentie, 13 januari 2017 Gijs van Hengstum, Hans Prins Programma van deze workshop Deel 1: hoe moet adaptiviteit

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Virussen en bacteriën 10 - Het afweersysteem 14 - Ziektebeelden 19

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Virussen en bacteriën 10 - Het afweersysteem 14 - Ziektebeelden 19 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Virussen en bacteriën 10 - Het afweersysteem 14 - Ziektebeelden 19 2. De intake 25 - Ernst van de klachten 26 - Het intakegesprek 27 3. Geneesmiddelen 33 - Medicijnen tegen kinderziektes

Nadere informatie

4. Bereiden 49 - Rekenen 50 - Bereiden 52. 8. Persoonlijke groei 81 - Feedback 82

4. Bereiden 49 - Rekenen 50 - Bereiden 52. 8. Persoonlijke groei 81 - Feedback 82 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Virussen en bacteriën 10 - Het afweersysteem 14 - Ziektebeelden 19 2. Verhelderen van de zorgvraag 25 - Recepten 26 - Zelfzorgvragen 33 3. Geneesmiddelen 39 - Medicijnen tegen

Nadere informatie

ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER en BEHANDELING

ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER en BEHANDELING ZIEKTEVERWEKKERS, AFWEER en BEHANDELING Leerlingenhandleiding Naam: Klas: Team: INHOUD Doelstellingen 2 Context 1: Aanval van de MRSA! 3 Context 2: Wie krijgt de laatste prik? 9 Schakelen 19 ZAB 2 DOELEN

Nadere informatie

Inhoud Wat is een bloedtransfusie

Inhoud Wat is een bloedtransfusie Bloedtransfusie Binnenkort zult u een behandeling of ingreep ondergaan, waarbij er een kans is dat u bloed toegediend moet krijgen: bloedtransfusie. Of u krijgt binnenkort een bloedtransfusie vanwege bloedarmoede.

Nadere informatie

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist 14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist GRIEPVACCINATIE VAN ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? 1. Griep quiz 2. Wat is seizoensgriep?

Nadere informatie

LANDSEXAMEN HAVO

LANDSEXAMEN HAVO Examenprogramma BIOLOGIE H.A.V.O. LANDSEXAMEN HAVO 2017-2018 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

Griep en griepvaccinatie 1/5

Griep en griepvaccinatie 1/5 Griep en griepvaccinatie 1/5 E-info Griep en griepvaccinatie 1 Wat is griep? Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus en wordt daarom ook wel influenza genoemd. Het influenzavirus veroorzaakt een

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie

Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie Samenvatting door C. 1469 woorden 27 september 2016 4,5 6 keer beoordeeld Vak Biologie H1 - Inleiding in de Biologie 1. Wat is Biologie? Doel Je moet in een

Nadere informatie

Infobrochure. Bloedtransfusie

Infobrochure. Bloedtransfusie Infobrochure Bloedtransfusie Geachte heer/mevrouw, Tijdens uw opname in het ziekenhuis kan uw arts het noodzakelijk vinden dat u een bloedtransfusie ondergaat. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een

Nadere informatie

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden?

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? WAT IS SEIZOENSGRIEP? WAT IS SEIZOENSGRIEP? > Een acute luchtweginfectie: Plots begin met koorts en rillingen Hoofdpijn Spierpijn Keelpijn

Nadere informatie

INFECTIERISICO VERMINDEREN

INFECTIERISICO VERMINDEREN INFECTIERISICO VERMINDEREN In deze folder leest u welke maatregelen het UCCZ Dekkerswald treft om de kans op een infectie voor u zo klein mogelijk te maken. Wat is een infectie? Infecties w orden veroorzaakt

Nadere informatie

Gezondheid. ziekte, hygiëne en medicijnen. mbo

Gezondheid. ziekte, hygiëne en medicijnen. mbo Gezondheid ziekte, hygiëne en medicijnen mbo Microben zijn onlosmakelijk verbonden met je gezondheid. In de gezondheidszorg wordt dagelijks strijd geleverd met microben. Verplegers en doktersassistenten

Nadere informatie

PTA biologie havo Belgisch Park cohort

PTA biologie havo Belgisch Park cohort Domeinen biologie Het examenprogramma biologie kent de volgende (sub)domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Zelfregulatie o Subdomein B1 Eiwitsynthese o Subdomein B2 Stofwisseling van de cel o Subdomein

Nadere informatie

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput Inleiding Monteurs van vooral de service en reparatie&renovatie lopen een kans geïnfecteerd te raken met een virus, tengevolge van het (per

Nadere informatie

RABIËS VIRUSKENNER. Onderzoeksverslag 29 MAART 2017

RABIËS VIRUSKENNER. Onderzoeksverslag 29 MAART 2017 RABIËS VIRUSKENNER Onderzoeksverslag 29 MAART 2017 CHRISTELIJK LYCEUM DELFT HT3k, Groep 2 Stijn van der Kolk, Thomas Vlug, Nanne Kluivingh en Oscar Wishaupt INHOUD INLEIDING... 2 OPDRACHT 1 ORIËNTATIE

Nadere informatie

PTA biologie vwo Belgisch Park cohort

PTA biologie vwo Belgisch Park cohort Domeinen biologie Het examenprogramma biologie kent de volgende (sub)domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Zelfregulatie o Subdomein B1 Eiwitsynthese o Subdomein B2 Stofwisseling van de cel o Subdomein

Nadere informatie

Griep en griepvaccinatie. Infodocument

Griep en griepvaccinatie. Infodocument Griep en griepvaccinatie Infodocument Griep en griepvaccinatie 1 Wat is griep? Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus en wordt daarom ook wel influenza genoemd. Het influenzavirus veroorzaakt

Nadere informatie

PTA biologie vwo Belgisch Park cohort

PTA biologie vwo Belgisch Park cohort Domeinen biologie Het examenprogramma biologie kent de volgende (sub)domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Zelfregulatie o Subdomein B1 Eiwitsynthese o Subdomein B2 Stofwisseling van de cel o Subdomein

Nadere informatie

Ik laat me vaccineren tegen seizoensgriep! U toch ook?

Ik laat me vaccineren tegen seizoensgriep! U toch ook? vzw AZ Alma campus sijsele Gentse Steenweg 132 B-8340 Sijsele-Damme tel. 050 72 81 11 campus eeklo (Maatschappelijke Zetel) Moeie 18 B-9900 Eeklo tel. 09 376 04 11 www.azalma.be PERSBERICHT AZ Alma promoot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende

Nadere informatie

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A, ook wel Mexicaanse griep genoemd, geeft

Nadere informatie

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

Chapter 6. Nederlandse samenvatting Chapter 6 Nederlandse samenvatting Chapter 6 122 Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Het immuunsysteem (of afweersysteem) beschermt het lichaam tegen lichaamsvreemde en ziekmakende organismen zoals

Nadere informatie

Infectie bacteriën en virussen vmbo-b34

Infectie bacteriën en virussen vmbo-b34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 12 juli 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/73606 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde vwo

Examenprogramma scheikunde vwo Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Deel 1: Hoofdstuk 9, Afweer

Antwoorden Biologie Deel 1: Hoofdstuk 9, Afweer Antwoorden Biologie Deel 1: Hoofdstuk 9, Afweer Antwoorden door een scholier 1813 woorden 17 augustus 2010 5,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 9 9.1 (Deze paragraaf gaat over huid

Nadere informatie

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen?

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen? Samenvatting door Y. 1076 woorden 27 januari 2015 8,9 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen? Onze huid

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO

LANDSEXAMEN VWO Examenprogramma BIOLOGIE V.W.O. LANDSEXAMEN VWO 2017-2018 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting van

Nadere informatie

De onderdelen van het bloed.

De onderdelen van het bloed. Bloedtransfusie Universitair Medisch Centrum Groningen Bij de behandeling die u of uw kind binnenkort ondergaat kan de toediening van bloed nodig zijn. In deze folder wordt uitgelegd welke bloedproducten

Nadere informatie

Griep. Cindy Postma ; Cindy Postma; Meijer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/26217

Griep. Cindy Postma ; Cindy Postma; Meijer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/26217 Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Cindy Postma ; Cindy Postma; Meijer 19 februari 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/26217 Dit lesmateriaal is gemaakt met

Nadere informatie

H Bloedtransfusie

H Bloedtransfusie H.40081.0219 Bloedtransfusie 2 Inleiding Binnenkort ondergaat u een behandeling of ingreep, waarbij er een kans bestaat dat u bloed toegediend moet krijgen (bloedtransfusie). In deze folder vindt u informatie

Nadere informatie

Docentenhandleiding Vogelen met DNA

Docentenhandleiding Vogelen met DNA Docentenhandleiding Vogelen met DNA Doelgroep: 4-5 Havo, 4-6 VWO Leerstofgebied: biologie, erfelijkheid, evolutie Werkvorm: digitaal, alleen of groepswerk (max. 3 leerlingen per groep) Duur: 1 á 2 lesuren

Nadere informatie

Afweer en Samenwerking over samenwerkende afweercellen en problemen met het afweersysteem

Afweer en Samenwerking over samenwerkende afweercellen en problemen met het afweersysteem HAVO Afweer en Samenwerking over samenwerkende afweercellen en problemen met het afweersysteem Arjan is sinds een paar weken terug van vakantie. Hij is met twee vrienden een week naar Egypte geweest met

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Transplantatie

Praktische opdracht Biologie Transplantatie Praktische opdracht Biologie Transplantatie Praktische-opdracht door een scholier 1784 woorden 19 oktober 2010 7,5 6 keer beoordeeld Vak Biologie Orgaantransplantatie Wat houdt een transplantatie in? Inleiding

Nadere informatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Bloedtransfusie Informatie voor patiënten volwassenen Binnenkort ondergaat u een behandeling of ingreep, waarbij er een kans bestaat dat u bloed toegediend moet krijgen (een bloedtransfusie). In deze folder

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11109 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/403948, houdende

Nadere informatie

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau) BIJLAGE 1 Examenprogramma NLT havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen

Nadere informatie

NATUUR DICHTERBIJ NATUUR VERDER WEG

NATUUR DICHTERBIJ NATUUR VERDER WEG NATUUR DICHTERBIJ NATUUR VERDER WEG Docentenhandleiding TYPERING MODULE Ontwikkeld voor Vwo 5 & 6 Leerstofgebied ecologie: ecosystemen, stofstromen en kringlopen Omvang 15 +15 lessen van 45 minuten en

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa

Patiënteninformatie. Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa Patiënteninformatie Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met

Nadere informatie

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Wanneer je werkt vanuit leerlijnen, is de methode slechts een van de bronnen waarmee leerlingen zich de leerstof eigen maken. Ilse Gmelig 8 februari 2018 Leerdoelen

Nadere informatie

BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie

BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie Bijzonder Resistente Micro-Organismen Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-Organisme heeft. In deze folder leest u algemene

Nadere informatie

BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie

BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie Bijzonder Resistente Micro-Organismen Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-Organisme heeft. In deze folder leest u algemene informatie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Introductie Wat zijn T cellen? T cellen zijn witte bloedcellen die een cruciale rol spelen bij het beschermen tegen ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën. Dit doen zij door middel van

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015 Examenprogramma NLT vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen en technologie

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Informatie voor zorgpersoneel Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep 1 ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP U ontvangt deze folder omdat u in aanmerking komt voor een vaccinatie

Nadere informatie

Infectiepreventie. De jaarlijkse griepprik

Infectiepreventie. De jaarlijkse griepprik Infectiepreventie De jaarlijkse griepprik 1 De jaarlijkse griepprik Deze folder informeert u over de vaccinatie tegen de seizoensgriep. U krijgt deze folder omdat u, net als uw collega s, ook dit jaar

Nadere informatie

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN Gezond zijn vinden we belangrijk. Je merkt het misschien niet, maar we komen veel ziekteverwekkers tegen in ons dagelijks leven. Het lichaam heeft allerlei manieren om die ziekteverwekkers

Nadere informatie

Je gezondheid, zó werk je eraan! Correct antibioticagebruik.

Je gezondheid, zó werk je eraan! Correct antibioticagebruik. Je gezondheid, zó werk je eraan! Correct antibioticagebruik www.lm.be Het natuurlijke afweersysteem De meeste virale en bacteriële infecties genezen spontaan na enkele dagen. In normale omstandigheden

Nadere informatie

Woordenschat - Medische woorden vmbo-kgt34

Woordenschat - Medische woorden vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 25 August 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/74597 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Bloedtransfusie... 1. Waarom een bloedtransfusie... 1. Hoe veilig is een bloedtransfusie... 2. Bijwerkingen van de bloedtransfusie...

Bloedtransfusie... 1. Waarom een bloedtransfusie... 1. Hoe veilig is een bloedtransfusie... 2. Bijwerkingen van de bloedtransfusie... Bloedtransfusie Inhoudsopgave Bloedtransfusie... 1 Waarom een bloedtransfusie... 1 Hoe veilig is een bloedtransfusie... 2 Bijwerkingen van de bloedtransfusie... 3 Registratie van gegevens... 4 Kan ik een

Nadere informatie

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Lees deze brochure aandachtig. In deze brochure staat praktische

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11101 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/389632, houdende

Nadere informatie

Infliximab (Inflectra ) Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Infliximab (Inflectra ) Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Infliximab (Inflectra ) Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Ziekenhuis Gelderse Vallei Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Infliximab (Inflectra

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis

Nadere informatie

Hygiëne/infectiepreventie

Hygiëne/infectiepreventie Hygiëne/infectiepreventie Hoe we ervoor zorgen dat u bij een verblijf in het ziekenhuis geen infectie oploopt. Van elke honderd patiënten, die in de Nederlandse ziekenhuizen worden opgenomen, lopen ongeveer

Nadere informatie

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)?

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)? Grieppandemie Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)? Grieppandemie 2 Wat leest u in deze folder? Deze folder gaat over een grieppandemie (wereldgriep). U leest de antwoorden op 10 belangrijke

Nadere informatie

Griep. Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Griep. Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort 19 february 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/26217 Dit lesmateriaal is

Nadere informatie

Docentenhandleiding. Niveau: expert. Lees de taal van de tumor Organisatieniveaus

Docentenhandleiding. Niveau: expert. Lees de taal van de tumor Organisatieniveaus Docentenhandleiding Niveau: expert Lees de taal van de tumor Organisatieniveaus Ontwikkeld door het Cancer Genomics Centre in samenwerking met het Freudenthal Instituut voor Didactiek van Wiskunde en Natuurwetenschappen

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie

Gezondheid havo/vwo 3-4

Gezondheid havo/vwo 3-4 Gezondheid havo/vwo 3-4 In samenwerking met de Maag Lever Darm Stichting. Microben en je gezondheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sommige microben kunnen je ziek maken. Toch is het grootste

Nadere informatie

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Informatie voor zorgpersoneel Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP 032 Folder vac. zorgpers A5_NL.indd 1 16-10-2009 14:44:29 Wat

Nadere informatie

Bescherming Evenwicht

Bescherming Evenwicht Examen Voorbereiding Bescherming Evenwicht Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 7 Bescherming en Evenwicht Begrippenlijst: Begrip Melanocyt Temperatuurregulatie Pathogenen Infectie Lichaamsvreemd

Nadere informatie

Hoofdstuk 1.3. Schadelijke microben behandelt een. worden door schadelijke microben.

Hoofdstuk 1.3. Schadelijke microben behandelt een. worden door schadelijke microben. Wereldoriëntatie - Natuur Algemene vaardigheden: 1.1 Levende en niet-levende natuur: 1.3 & 1.5 Gezondheid: 1.17-1.19 Wereldoriëntatie - Techniek 2.16* Geschatte lesduur 50 minuten Hoofdstuk 1.3. Schadelijke

Nadere informatie

Contactonderzoek BRMO

Contactonderzoek BRMO Contactonderzoek BRMO In deze folder krijgt u uitleg over wat contactonderzoek is en wat dit voor u betekent. Ook leest u algemene informatie over een bacterie, resistente bacteriën en mogelijke gevolgen

Nadere informatie