Verkorte instructie. Voor PDM-model NLT450. Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verkorte instructie. Voor PDM-model NLT450. Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd 1"

Transcriptie

1 Verkorte instructie Voor PDM-model NLT450 Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :09

2 De training voor het mylife OmniPod -Systeem Welkom bij de training voor het mylife OmniPod -Systeem! Tijdens deze training leert u hoe het mylife OmniPod -Systeem werkt. 1 Het mylife OmniPod -Systeem 2 Setup Wizard 3 Belangrijke schermen 4 Vervangen van de Pod 5 Onderbreken van de insulinetoediening 6 Basaalsnelheid 7 Bolus 8 Uw bloedglucose controleren 9 Mijn gegevens 10 Veiligheidsfuncties Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 2 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :09

3 1 Het mylife OmniPod -Systeem Het eerste insulinemanagementsysteem zonder infuussets. Een innovatief Systeem voor het continu toedienen van insuline, bestaande uit slechts 2 onderdelen. 1.1 Het Systeem 1.2 De Pod 1.3 De PDM (Persoonlijke Diabetes Manager) 1.4 PDM-batterijen Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 3 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :09

4 1.1 Het Systeem De Pod Zelfklevende insulinepomp. De PDM (Persoonlijke Diabetes Manager) Bewaakt en programmeert de Pod draadloos. Het Systeem Communicatiebereik van 1,5 meter. De draadloze verbinding tussen de Pod en de PDM is alleen nodig voor het programmeren van de insulinetoediening of om te reageren op alarmen of signalen van de Pod. Als u uw PDM aanzet, maakt hij automatisch contact met de actieve Pod. 4 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :09

5 1.2 De Pod Kan gedurende 3 dagen, 72 uur worden gedragen. 2 ml-reservoir voor 200 eenheden insuline. Waterbestendig (IPX8: 7,6 m tot maximaal 60 minuten). Geautomatiseerd inbrengen van de canule. Onderkant Vulopening Compensatieventiel Zelfklevende achterkant Naaldbeschermer Bewaar ongeopende Pods op een koele, droge plaats. Pods lopen schade op als ze bloot worden gesteld aan extreme temperaturen en kunnen daardoor defect raken. 5 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

6 1.3 De PDM (Persoonlijke Diabetes Manager) Bewaakt en programmeert de Pod draadloos. Geïntegreerde FreeStyle -bloedglucosemeter. USB-poort LCD-scherm Soft key label Hangt af van menu of scherm Home / Aan-Uit-toets Indrukken en vasthouden om de PDM in- en uit te schakelen Soft keys Toets Gebruikersinformatie / ondersteuning. Als het symbool op het scherm verschijnt, is er extra informatie beschikbaar. Omhoog / omlaag-toetsen Bladert door een lijst van menuopties Teststrippoort 6 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

7 1.4 PDM-batterijen Doe altijd 2 nieuwe AAA-batterijen in het apparaat. Gebruik geen oplaadbare batterijen of lithiumbatterijen. Wees voorzichtig bij het plaatsen en verwijderen van de batterijen. Gemiddeld gaat een setje batterijen voor de PDM 3 weken mee, afhankelijk van het gebruik. Verwijder lege batterijen kort na de waarschuwing Batterij PDM bijna leeg. De PDM kan zonder batterijen nog gegevens opgeslagen houden gedurende 2 uur. Nummer klantenservice Toets voor harde reset 7 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

8 2 Setup Wizard De eerste keer dat u uw PDM aanzet, start automatisch de Setup Wizard op die u stap voor stap door het setup-proces leidt. Hoewel het instellen eenvoudig is, vraag de eerste keer dat u het apparaat gebruikt om begeleiding van uw zorgverlener. 2.1 Pompinstellingen 2.2 ID-scherm PDM 2.3 Datum en tijd 2.4 Basaalinstellingen 2.5 Bloedglucose: geluid en doel 2.6 Voorgestelde-boluscalculator 2.7 Bolusinstellingen 2.8 De laatste stappen van de Setup Wizard 2.9 Wijzigen / toevoegen van instellingen Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 8 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

9 2.1 Pompinstellingen Neem gegevens over van het formulier Pompinstellingen stel uw PDM in en bewaar uw instellingen. 9 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

10 2.2 ID-scherm PDM Het setup-proces begint met het ID-scherm. Gebruik de Omhoog / omlaag-toetsen om door de lijst met tekens te bladeren. Druk op de middelste toets om het volgende teken te selecteren. Voer de tekens met één tegelijk in. Bijvoorbeeld: L, i, n, d, a, [spatie], L, [punt]. Een blanco teken of spatie is de eerste en de laatste optie in het bladermenu. 1 Voer uw naam of andere informatie in om deze PDM in te stellen als de uwe. 2 Kies een kleur voor uw ID-scherm. 10 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

11 2.3 Datum en tijd Gebruik de Omhoog / omlaag-toetsen om waarden te verhogen of te verlagen. 1 Voer de huidige tijd in. 2 Voer het huidige jaar in. 3 Voer de huidige maand in. 4 Voer de huidige datum in. 5 Selecteer het datumformaat. Bijv. 01 / 01 / OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

12 2.4 Basaalinstellingen 1 Voer de maximale basaalsnelheid van insuline in die mag worden toegediend. 2 Voer het eerste segment van uw basaalsnelheid in. Begin met het segment dat om middernacht aanvangt. Verhogingsstappen: 0,05 eenheid/u. Het kleinste segment is 0,05 E/u. 3 De segmenten staan hier in de segmentenlijst. Het totaal van de dagelijkse basaalsnelheid staat in het scherm. Druk op Nieuw om een nieuw segment toe te voegen. Druk op Klaar om het basaalprogramma te bevestigen. Gebruik uw eigen instellingen. De hier getoonde waarden zijn slechts voorbeelden! 12 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

13 2.4 Basaalinstellingen 4 Voer eerst de starttijd in 5 en daarna de eindtijd voor het segment. 6 Voer de basaalsnelheid voor het segment in. 7 Het nieuwe segment wordt toegevoegd aan de segmentenlijst. Een andere optie om een bestaand segment te wijzigen is door de blauwe balk op het segment te plaatsen en op Bewerk te drukken. Wanneer de tijd op die manier gewijzigd wordt, heeft dat gevolgen voor het vorige en het volgende segment. Gebruik uw eigen instellingen. De hier getoonde waarden zijn slechts voorbeelden! 13 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

14 2.4 Basaalinstellingen 8 Druk op Klaar om het basaalprogramma te bevestigen. 9 Het door u aangemaakte basaalprogramma basaal 1 wordt weergegeven als grafiek. Druk op Lijst / Grafiek om tussen lijst en grafiek heen en weer te schakelen. Sla het programma op. 10 Om de basaalsnelheid gedurende een bepaalde periode aan te passen, gebruikt u de functie Tijdelijke basaalsnelheid (Tijd. bas. snelh.). % om tijdelijke basaalsnelheid te tonen als percentage verhoging of verlaging van uw huidige basaalsnelheid. E/u om tijdelijke basaalsnelheid in eenheden per uur te tonen. Gebruik uw eigen instellingen. De hier getoonde waarden zijn slechts voorbeelden! 14 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

15 2.5 Bloedglucose: geluid en doel 1 Als uw PDM Aan staat, piept uw PDM als u de juiste hoeveelheid bloed op het teststripje hebt aangebracht. 2 De PDM heeft een grafiekfunctie, waarmee u grafieken van uw BG-resultaten kunt zien. Voer uw onder- 3 en de bovengrens van uw BG-doel. 4 De onder- en de bovengrens worden in de BG-geschiedenis gebruikt. BG-geschiedenis vertelt u hoeveel BG-waarden binnen uw doel lagen of hoger of lager dan uw doel waren, weergegeven als lijst en als grafiek. Gebruik uw eigen instellingen. De hier getoonde waarden zijn slechts voorbeelden! 15 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

16 2.6 Voorgestelde-boluscalculator De voorgestelde-boluscalculator is een functie die bolusdoseringen berekent met behulp van uw specifieke instellingen en ingevoerde gegevens. Hoe u de boluscalculator instelt, staat beschreven in hoofdstuk 7, Bolus. 1 Schakel de voorgesteldeboluscalculator Uit. Gebruik de voorgestelde boluscalculator niet als u niet van uw zorgverlener geleerd hebt hoe dat moet! 16 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

17 2.7 Bolusinstellingen 1 Selecteer met hoeveel elke druk op de Omhoog / omlaag-toetsen de bolushoeveelheid groter of kleiner wordt. 2 Kies de maximale bolushoeveelheid die u in keer mag toedienen. 3 Met behulp van de verlengde-bolusfunctie kunt u een maaltijdbolus gedurende een langere periode toedienen. % geeft het percentage van de totale bolus weer. Eenheden geeft de insuline-eenheden weer. Gebruik uw eigen instellingen. De hier getoonde waarden zijn slechts voorbeelden! 17 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

18 2.8 De laatste stappen van de Setup Wizard 1 Kies de hoeveelheid resterende insuline in het reservoir waarbij de PDM u moet waarschuwen. Kies uit 10 tot 50 eenheden. 2 Selecteer het aantal uren dat de PDM u vooraf moet waarschuwen voor een Pod verloopt. Kies een aantal tussen de 1 en 24 uur. 3 Uw mylife OmniPod -Systeem is nu klaar voor gebruik en al uw instellingen zijn opgeslagen. Druk op Ja om een nieuwe Pod te activeren. Druk op Nee als u nu nog geen Pod wilt activeren. Gebruik uw eigen instellingen. De hier getoonde waarden zijn slechts voorbeelden! 18 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

19 2.9 Wijzigen/toevoegen van instellingen Pas uw instellingen op ieder gewenst moment aan, of voeg nieuwe instellingen toe. 1 Druk op de home / Aan- Uit toets en selecteer Instellingen > Basaalprogramma s Als u meer dan één basaalprogramma gebruikt, kunt u hier uw andere basaalprogramma s aanmaken. Voorinstellingen Maak hier uw voorinstellingen aan voor de tijdelijke basaalsnelheid, uw koolhydraten of uw bolus. Systeeminstelling Al uw verdere instellingen staan hier genoemd, evenals alle instellingen die u ingesteld hebt tijdens het setup-proces van de PDM. Wijzig hier uw bolus- en basaalinstellingen, uw signalen en herinneringen, en de instellingen van uw BG-meter. 19 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

20 3 Belangrijke schermen Het Systeem heeft drie belangrijke schermen. Leer om uw belangrijke schermen goed te gebruiken. 3.1 Identificatiescherm (ID-scherm) 3.2 Statusscherm 3.3 Beginscherm Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 20 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

21 3.1 Identificatiescherm (ID-scherm) Als de PDM wordt aangezet geeft het Systeem een ID-scherm weer. Dit is een veiligheidsfunctie om uw PDM gemakkelijk te kunnen herkennen. Druk alleen op Bevestig als de betreffende PDM echt van u is. 21 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

22 3.2 Statusscherm Nadat u het ID-scherm heeft bevestigd, voert uw PDM automatisch een statusupdate uit van uw actieve Pod en geeft alle informatie in het statusscherm weer. Symbolen in het statusscherm: Batterijvermogen Informatie over IOB Insulinepeil Tijd en datum Informatie in het statusscherm: Laatste bloedglucosemeting of bloedglucose handmatig ingevoerd Laatste toegediende bolus Insulin-on-board (IOB) als de boluscalculator in gebruik is Actief basaalprogramma of tijdelijk basaalprogramma / Geen actieve Pod / Verlengde bolus / Insulineonderbreking (niet in voorbeeldafbeelding) Verlopen van de Pod Als u geen actieve Pod heeft, wordt de softkey Home niet weergegeven. Druk in plaats daarvan op Nee. 22 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

23 3.3 Beginscherm U komt op het beginscherm met alle belangrijke menu s door op de Aan-Uit-toets te drukken. Druk op Status om terug naar het status-scherm te gaan. Bolus Menu voor het toedienen van een bolusdosering. Meer acties Vervangen van de pod, handmatig invoeren van een BG-meting en het toekennen en bewerken van labels voor BG-metingen die minder dan 2 uur geleden hebben plaatsgevonden. Tijdelijke basaalsnelheid Toediening van tijdelijke basaalsnelheden (dit submenu wordt niet getoond als de Tijd. bas. snelh. bij Instellingen op Uit staat). Mijn gegevens Bekijken van de insulinetoediening, de BG-geschiedenis, de geschiedenis van alarmen en KH en de gebruikersinformatie. Instellingen Voor het bewerken, invoeren en benoemen van basaalprogramma s, voorinstelling van tijdelijke basaalsnelheden, KH en bolussen en eigen systeeminstellingen. Onderbreken Voor het onderbreken, annuleren of hervatten van insulinetoedieningsprogramma s. 23 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

24 4 Vervangen van de Pod Vervang de Pod om de 72 uur (3 dagen). Vraag de eerste keer dat u een Pod aanbrengt om begeleiding van uw zorgverlener tijdens het aanbrengen. 4.1 Verzamelen van benodigde materialen 4.2 Deactiveren en verwijderen van een actieve Pod 4.3 Vullen van een nieuwe Pod 4.4 Voorbereiden van de toedieningsplaats 4.5 Aanbrengen van de nieuwe Pod 4.6 Beginnen met de insulinetoediening Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 24 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

25 4.1 Verzamelen van benodigde materialen Flacon op kamertemperatuur met snelwerkende U-100-insuline (NovoRapid 1, Humalog 2 of Apidra 3 ). Alcoholdoekje. Pod in de oorspronkelijke verpakking (inclusief spuit en naald die bij elke Pod worden meegeleverd). Kamertemperatuur INSULINE 1 NovoRapid is een geregistreerd handelsmerk van Novo Nordisk A/S 2 Humalog is een geregistreerd handelsmerk van Eli Lilly and Company 3 Apidra is een geregistreerd handelsmerk van Sanofi Aventis Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. Gebruik NOOIT insuline die troebel is. De insuline is oud of werkt niet. Haal de insuline 24 uur voor gebruik in de Pod uit de koelkast. 25 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

26 4.2 Deactiveren en verwijderen van een actieve Pod Deactiveer de actieve Pod en verwijder hem voor u een nieuwe Pod activeert. Ga daarvoor naar Meer acties > Vervang Pod > 1 Selecteer het proces en druk op Bevestig. 2 Til de hoekjes van de plakpleister voorzichtig op en verwijder dan de hele Pod. 3 Druk op Volg. als u de Pod heeft verwijderd. 4 De PDM leidt u nu stap voor stap door het activatieproces. Verwijder de Pod langzaam, zo voorkomt u huidirritatie. Gebruik zeep en water om resten van de plakpleister te verwijderen, of gebruik een middel om lijmresten te verwijderen. 26 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

27 4.3 Vullen van een nieuwe Pod Maak de stop van de insulineflacon schoon met een alcoholdoekje. Draai de vulnaald op de spuit en verwijder de beschermkap van de naald. Trek lucht in de spuit tot de hoeveelheid insuline die u wilt gaan gebruiken. Breng de naald recht in de insulineflacon aan en injecteer de lucht. Controleer of er binnen een omtrek van 61 cm van uw PDM geen andere Pods worden geactiveerd. Gebruik voor het vullen van de Pod alleen insuline die op kamertemperatuur is en zorg dat de Pod warmer is dan 10 C. Om te beginnen werken moet de Pod met minimaal 85 eenheden insuline worden gevuld. Hij kan maximaal 200 eenheden doseren. 27 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

28 4.3 Vullen van een nieuwe Pod Draai de flacon ondersteboven en trek er langzaam insuline uit. Tik tegen de gevulde spuit om luchtbelletjes te verwijderen. Breng de naald recht in de insulinevulopening en duw hem helemaal naar beneden. Spuit de insuline in de Pod (min. 85, max. 200 eenheden). De Pod piept twee keer om aan te geven dat het Systeem klaar is voor gebruik. Haal de naald uit de insulinevulopening. De opening sluit zichzelf af. Beep Beep Injecteer nooit lucht door de insulinevulopening. Gebruik een Pod nooit bij het horen van een krakend geluid tijdens het vullen, of als u weerstand voelt tijdens het induwen van de zuiger. Gebruik de Pod niet als u tijdens of na het vullen van de Pod met insuline geen dubbele pieptoon hoort. 28 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

29 4.3 Vullen van een nieuwe Pod Zorg dat u de vervanging van de Pod na het vullen binnen 60 minuten heeft afgerond. Tijdens de activatie moet de Pod rechts tegen de PDM aan liggen. Na het uitvullen staan de Pod en de PDM met elkaar in contact. De Pod kan alleen opdrachten verwerken van die ene PDM. De volledige communicatieafstand (1,5 m) is hersteld.? 29 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

30 4.4 Voorbereiden van de toedieningsplaats Breng een nieuwe Pod altijd op een andere plaats aan dan de vorige. Zoek een toedieningsplaats die minimaal 2,5 cm van de vorige plaats verwijderd is. Breng de Pod NIET binnen 5 cm van uw navel aan en niet op een moedervlek of litteken. Vermijd plaatsen met huidplooien. Vermijd plaatsen met riemen, heupbanden of nauwe kleding. Hier komt de Pod bloot te staan aan wrijving en te sterke belasting, waardoor hij los kan raken. 30 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

31 4.4 Voorbereiden van de toedieningsplaats Was eerst uw handen en daarna de toedieningsplaats met water en zeep. Droog de huid met een schone handdoek. Desinfecteer de toedieningsplaats met een alcoholdoekje. Gebruik geen vette doekjes of zepen. Laat de huid aan de lucht drogen. Blaas de toedieningsplaats niet droog. Droog 31 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

32 4.5 Aanbrengen van de nieuwe Pod Verwijder de naaldbeschermer van de naald van de Pod. Controleer of de Pod klaar is om te worden aangebracht: Is de Pod schoon en droog, intact en in de oorspronkelijke toestand? Steekt de canule niet boven de zelfklevende achterkant uit? Is de plakpleister nog heel en onbeschadigd? Verwijder de beschermfolie van de pleister. Niet zo 32 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

33 4.5 Aanbrengen van de nieuwe Pod De Pod werkt het best als hij als volgt wordt aangebracht: horizontaal of in een lichte hoek op uw buik, heup, onderrug of billen verticaal of in een lichte hoek op uw bovenarm of dijbeen Bereid de toedieningsplaats voor en breng de Pod aan. Loop met een vinger de hechtverbinding langs om die goed te laten aansluiten. De plakpleister houdt de Pod gedurende in totaal 3 dagen goed op zijn plaats. Er zijn echter verschillende producten verkrijgbaar die de hechting verder kunnen verbeteren. Vraag uw zorgverlener naar deze producten. Zorg dat de toedieningsplaats niet in aanraking komt met bodylotions, crèmes of olieën; door deze producten kan de plakpleister loslaten. 33 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

34 4.6 Beginnen met de insulinetoediening Doordat de canule automatisch wordt ingebracht, is het gemakkelijker om te beginnen met de insulinetoediening. Door op magerdere plekken de huid wat samen te knijpen, wordt verstopping voorkomen. U hoort een klikgeluid als de canule wordt ingebracht en aan het oppervlak van de Pod wordt het roze schuifelement zichtbaar. De Pod doseert automatisch een beginbolus om de canule met insuline te vullen. 34 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

35 4.6 Beginnen met de insulinetoediening Als het roze schuifelement zichtbaar is zoals hieronder afgebeeld, is de canule ingebracht. Controleer de canule door het venster van de Pod. Controleer de toedieningsplaats om er zeker van te zijn dat de canule goed is ingebracht. Venster, Canule Schuifelement (roze) 35 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

36 4.6 Beginnen met de insulinetoediening Druk op Ja om te bevestigen dat de canule goed is ingebracht. De Pod begint met de basaaltoediening. Het statusscherm verschijnt, hierop staat dat de Pod geactiveerd is. Als de canule niet goed is ingebracht: Druk op Nee en dan op Afvoer. om de Pod te deactiveren en opnieuw te beginnen met een nieuwe Pod. Controleer 1,5 à 2 uur na het vervangen van de Pod elke keer uw bloedglucosespiegel. Als u bloed in de canule ziet, controleer uw bloedglucosespiegel dan vaker. Controleer ook periodiek de toedieningsplaats. 36 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

37 5 Onderbreken van de insulinetoediening U heeft de mogelijkheid om de gehele insulinetoediening op ieder moment te onderbreken en te hervatten. U heeft de mogelijkheid om de gehele insulinetoediening tot 2 uur lang te onderbreken. 5.1 Onderbreken van de insulinetoediening 5.2 Hervatten insulinetoediening Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 37 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

38 5.1 Onderbreken van de insulinetoediening Soms moet u de insulinetoediening tijdelijk onderbreken. Onderbreek de gehele insulinetoediening gedurende 0,5 à 2 uur. 1 Klik op Onderbreken om de gehele toediening van insuline te onderbreken. 2 Voer de tijdsduur in. 3 Bevestig. 4 De insulineonderbreking wordt in het statusscherm weergegeven. Gedurende die periode piept de Pod om de 15 minuten. Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 38 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

39 5.2 Hervatten insulinetoediening Nadat de ingestelde tijd voor de insulineonderbreking voorbij is. Of hervat de insulinetoediening voor de ingestelde tijd voorbij is. 1 Na de ingestelde tijd: Druk gewoon op OK om de toediening op basaalsnelheid te hervatten. Het adviesalarm gaat elke 15 minuten, tot u op OK drukt. 1 Wilt u de insulinetoediening hervatten voor de ingestelde tijd voorbij is: Selecteer Hervatten 2 en Bevestig. Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. Aan het eind van de insulineonderbreking moet u met OK bevestigen dat u de toediening van insuline wilt hervatten. 39 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

40 6 Basaalsnelheid In de PDM kunt u 7 verschillende basaalprogramma s opslaan. Gebruik uw eigen instellingen. De getoonde waarden op de volgende pagina s zijn slechts voorbeelden! 6.1 Tijdelijke basaalsnelheid 6.2 Annuleren tijdelijke basaalsnelheid 6.3 Voorinstellingen voor een tijdelijke basaalsnelheid 6.4 Aanmaken van een nieuw basaalprogramma 6.5 Basaalprogramma s gebruiken 1.00 Basaalsnelheid Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

41 6.1 Tijdelijke basaalsnelheid Soms moet u de actieve basaalsnelheid gedurende een korte periode aanpassen. Dat kunt u doen met de functie Tijdelijke basaalsnelheid (Tijd. bas. snelh.). Schakel de functie eerst in door te kiezen voor % of E/u. Ga naar: Instellingen > Systeeminstelling > Bolus/basaal/berekeningen > Tijd. bas. snelh.: Uit >, stel de functie in op basis van % of E/u. 1, , , Tijdelijke basaalsnelheid OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

42 6.1 Tijdelijke basaalsnelheid Pas de basaalsnelheid aan gedurende 0,5 tot 12 uur. Van 0,0 E/u tot uw max. basaalsnelheid of van Uit (- 100 %) tot + 95 %. 1 Selecteer de tijdelijke basaalsnelheid. 2 Voer het gewijzigde percentage of de snelheid in E/u in. 3 Voer de tijdsduur in. 4 Bevestig. 5 De tijdelijke basaalsnelheid wordt in het statusscherm weergegeven. 42 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

43 6.2 Annuleren tijdelijke basaalsnelheid Als de vastgelegde tijdsduur van de tijdelijke basaalsnelheid voorbij is, schakelt uw Systeem automatisch over naar de normale basaalsnelheid. U kunt de tijdelijke basaalsnelheid altijd annuleren voor de ingestelde tijd afloopt. 1 Om een lopende tijdelijke basaalsnelheid te annuleren drukt u op Onderbreken / annuleren. 2 Selecteer Tijd. bas. snelh. annuleren. 3 Bevestig. 43 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

44 6.3 Voorinstellingen voor een tijdelijke basaalsnelheid Bij herhaaldelijke wijzigingen in uw basaalsnelheid kan het handig zijn om een voorinstelling voor de tijdelijke basaalsnelheid aan te maken. 1 Ga als volgt te werk om een voorinstelling aan te maken: Instellingen > Voorinstellingen > Selecteer Voorinstellingen voor tijd. bas. snelh. > 2 Voeg een nieuwe voorinstelling toe. 3 Hernoem de voorinstelling of kies voor de standaardbenamingen. 4 Voer het gewijzigde percentage of de nieuwe tijdelijke basaalsnelheid in. 5 Voer een tijdsduur tussen de 0,5 en 12 uur in. 6 Sla de voorinstelling op. 44 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

45 6.3 Voorinstellingen voor een tijdelijke basaalsnelheid Bewerk, hernoem of wis de voorinstelling. Gebruik de Tijdelijke basaalsnelheid met de voorinstelling. 1 Om uw voorinstelling te bewerken, hernoemen of wissen, selecteert u uw voorinstelling en drukt u op Bewerk. 2 Selecteer de actie. 1 Bij de tijdelijke basaalsnelheid kunt u nu kiezen uit handmatig invoeren of persoonlijke voorinstellingen. 2 Ga op dezelfde manier te werk als eerder beschreven om de tijdelijke basaalsnelheid (Tijd. bas. snelh.) te gebruiken. 45 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

46 6.4 Aanmaken van een nieuw basaalprogramma In de PDM kunnen 7 verschillende basaalprogramma s worden opgeslagen. Ieder programma kan uit 24 segmenten bestaan, de kortste duur van een segment is 0,5 uur. 1 Om een nieuw basaalprogramma aan te maken gaat u naar Instellingen > Basaalprogramma s > 2 Tijdens het setup-proces heeft u basaal 1 aangemaakt. Selecteer nieuw toevoegen om een nieuw basaalprogramma toe te voegen. 3 Hernoem het nieuwe basaalprogramma of kies voor de standaardbenamingen. 4 Voer eerst de basaalsnelheid in, begin daarbij met de basaalsnelheid die om middernacht begint. U kunt geen segment aanmaken dat middernacht overbrugt. De kleinste basaal snelheid is 0,05 E/u. 46 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

47 6.4 Aanmaken van een nieuw basaalprogramma Maak een nieuw segment aan door op Nieuw te drukken. 5 De PDM geeft de segmentenlijst weer. Druk op Nieuw om meer segmenten aan te maken. 6 Voer de starttijd in 7 voer de eindtijd in 8 en voer de basaalsnelheid voor het segment in. 9 De PDM geeft de nieuwe segmentenlijst weer. Het eerste segment van 0,50 E/u is nu gesplitst en het nieuwe segment ligt ertussenin. Er is geen tijdsinterval zonder basaalsnelheid. 47 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

48 6.4 Aanmaken van een nieuw basaalprogramma U kunt segmenten wijzigen door ze met de blauwe balk te selecteren en op Bewerk te drukken. Wanneer de starttijd op die manier wordt gewijzigd, heeft dat gevolgen voor de eindtijd van het vorige segment. Wanneer de eindtijd op die manier wordt gewijzigd, heeft dat gevolgen voor de starttijd van het volgende segment. 10 Plaats de blauwe balk op het segment en druk op Bewerk. 11 Wijzig de starttijd 12 wijzig de eindtijd 13 en wijzig de basaalsnelheid voor dat segment. 14 U kunt meer segmenten toevoegen door op Nieuw te drukken of een segment wijzigen met behulp van Bewerk. 15 Bekijk de grafiek en druk op Lijst om terug te keren naar de lijst. Bekijk ook de totale dagelijkse basaalsnelheid. 48 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

49 6.5 Basaalprogramma s gebruiken Bekijk, bewerk, hernoem, kopieer of wis uw basaalprogramma. Wijzig het actieve basaalprogramma. Het actieve basaalprogramma is gemarkeerd met een diamantsymbool ( ). 1 Onderbreek de insulinetoediening voor u het actieve basaalprogramma gaat bewerken. 2 Bekijk, bewerk, hernoem, kopieer of wis het basaalprogramma. 1 Wijzig het actieve basaalprogramma. Selecteer daartoe het nieuwe actieve basaalprogramma en druk op Activ. 2 Druk opnieuw op Activ. 3 Het nieuw geactiveerde basaalprogramma wordt nu in het statusscherm weergegeven. 49 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

50 7 Bolus Het Systeem kan een voorstel doen voor een bolusdosering, afhankelijk van uw persoonlijke instellingen en ingevoerde gegevens. Gebruik uw eigen instellingen. De getoonde waarden op de volgende pagina s zijn slechts voorbeelden! 7.1 Toedienen van een bolus 7.2 Voorinstellingen bolus 7.3 Voorgestelde-boluscalculator 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator 7.5 Toedienen van een bolus met behulp van de voorgestelde-boluscalculator 7.6 Voorinstellingen voor koolhydraten 7.7 Verlengde bolus Insuline Koolhydraten Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 50 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

51 7.1 Toedienen van een bolus Dien handmatig een bolus toe (voorgestelde-boluscalculator is uit) om een maaltijd of snack te compenseren die u wilt gaan eten of om een hoge bloedglucosespiegel te verlagen. 1 Selecteer Bolus. 2 Voer in hoe groot de hoeveelheid van de bolus moet zijn die u wilt toedienen. 3 Bevestig. 4 Klik op Annuleren om een actieve bolus tijdens het toedienen te onderbreken. 5 Het Systeem geeft aan hoeveel insuline er is toegediend. Het Systeem laat alleen toediening van bolussen toe van een gelijke of lagere hoeveelheid dan de maximale bolusdosering die u heeft ingesteld. 51 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

52 7.2 Voorinstellingen bolus U kunt in totaal 7 voorinstellingen aanmaken voor uw bolusdoseringen. 1 Ga als volgt te werk om een voorinstelling voor een bolus aan te maken: Instellingen > Voorinstellingen > Selecteer Vooringestelde bolussen > 2 Selecteer nieuw toevoegen. Hernoem de voorinstelling of kies voor de standaardbenamingen. 3 Voer de hoeveelheid van de bolus in en druk op Opslaan om de voorinstelling te bewaren. 4 Om uw voorinstelling te bewerken, hernoemen of wissen, selecteert u uw voorinstelling en drukt u op Bewerk. Als u een bolus invoert kiest u de vooringestelde waarde of voert u de eenheden insuline handmatig in. 52 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

53 7.3 Voorgestelde-boluscalculator De voorgestelde-boluscalculator berekent op basis van uw persoonlijke instellingen en ingevoerde gegevens de voorgestelde hoeveelheid insuline van iedere bolus. Instellingen Doel-BG Insuline-koolhydratenverhouding (I / KH-verhouding) Correctiefactor (CF) Duur van de insulineactie Ingevoerde gegevens Uw huidige BG Ingevoerde koolhydraten Insulin on Board (IOB) 53 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

54 7.3 Voorgestelde-boluscalculator Een voorgestelde bolus kan alleen een correctiebolus omvatten, alleen een maaltijdbolus, of beide. Correctiebolus: De correctiebolus corrigeert een bloedglucosepeil (BG) boven het niveau van uw doel-bg. BLOEDGLUCOSE mmol/l Hoog Normaal Laag Maaltijdbolus: De maaltijdbolus compenseert door middel van insuline de koolhydraten die u zelf opneemt. 54 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

55 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator De PDM leidt u nu stap-voor-stap door het setup-proces van de voorgestelde-boluscalculator. 1 Schakel de voorgestelde-boluscalculator als volgt in. Ga naar Instellingen > Systeeminstelling > Bolus/basaal/ berekeningen > Selecteer Bolusberekeningen: Uit > 2 Selecteer Aan. Raadpleeg uw zorgverlener voor u deze functie gebruikt of deze instellingen aanpast! Gebruik uw eigen instellingen. De getoonde waarden op de volgende pagina s zijn slechts voorbeelden! 55 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

56 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator Doel-BG en correctiedrempel Uw doel-bg is het getal dat u als uw ideale BG-spiegel ziet. De PDM gebruikt dit getal om de bolusdosering te berekenen. De correctiedrempel is de laagste BG-waarde waarop door de PDM een correctiebolus wordt voorgesteld. 3 Voer eerst uw doel-bg in 4 dan de correctiedrempel. 5 U kunt maximaal 8 segmenten toevoegen door op Nieuw te drukken. Controleer de grafiek en sla de gegevens op. mmol/l BLOEDGLUCOSE Hoog DOEL Doel Laag 56 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

57 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator Minimale BG voor calculatie De PDM berekent geen voorgestelde bolus als de actuele BG-waarde lager is dan de ingestelde minimale BG-waarde. Bereik 2,8 3,9 mmol/l. 6 Voer de laagste BGwaarde in die door de bolusberekeningen wordt toegestaan. 57 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

58 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator Insuline-koolhydratenverhouding (I / KH-verhouding) Voor hoeveel gram koolhydraten staat een eenheid insuline? Als uw I / KH-verhouding bijvoorbeeld 1 op 15 is, dan moet u 1 eenheid insuline toedienen voor elke 15 gram aan koolhydraten die u eet. 7 Voer uw I / KHverhouding in. INSULINE 8 U kunt maximaal 8 segmenten toevoegen door op Nieuw te drukken. Controleer de grafiek en sla de gegevens op. 1 eenheid Gram KOOLHYDRATEN 15 gram 58 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

59 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator Correctiefactor Hoeveel lager wordt uw BG door toediening van één eenheid insuline? Als uw correctiefactor bijvoorbeeld 2,8 mmol/l is, dan houdt dat in dat 1 eenheid insuline uw bloedglucose met ongeveer 2,8 mmol/l verlaagt. 9 Voer uw correctiefactor in. INSULINE 10 U kunt maximaal 8 segmenten toevoegen door op Nieuw te drukken. Controleer de grafiek en sla de gegevens op. 1 eenheid mmol/l CORRECTIEFACTOR 2,8 mmol/l 59 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

60 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator Tegenovergestelde correctie De tegenovergestelde correctie is een berekening die een gedeelte van een maaltijdbolus verlaagt wanneer de BG-spiegel lager is dan het BG-doel. Gebaseerd op de individuele correctiefactor. 11 Stel de tegenovergestelde correctie in. 60 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

61 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator Insulineactie Insulin on Board (IOB) is de hoeveelheid bolus insuline die nog in uw lichaam aanwezig is. Insulin on Board (IOB) hangt af van: de duur van de insulineactie de tijdsduur sinds de vorige bolus de hoeveelheid van de vorige bolus 12 Voer de duur van de insulineactie in. 61 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

62 7.4 Instellen van de voorgestelde-boluscalculator 13 Druk op OK om de voorgesteldeboluscalculator te activeren. 14 Bekijk of wijzig de parameters door Verhoudingen / factoren / doelen > te selecteren. Raadpleeg uw zorgverlener voor u deze functie gebruikt of deze instellingen aanpast! 62 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

63 7.5 Toedienen van een bolus met behulp van de voorgestelde-boluscalculator Het doen en invoeren van een BG-meting wordt uitgelegd in hoofdstuk 8, Uw bloedglucose controleren. Als u het symbool? in de linkerbovenhoek ziet, drukt u op Gebruikersinformatie/ondersteuning voor aanvullende informatie. 1 Voer de huidige BGwaarde in. 2 Voer in of u nu gaat eten. Zo Ja 3 voer de koolhydraten in die u van plan bent te eten. 4 De PDM suggereert een bolusdosering. U kunt die dosering wijzigen. 5 Bevestig. 6 U kunt een actieve bolus altijd annuleren. 63 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

64 7.6 Voorinstellingen voor koolhydraten U kunt in totaal 36 voorinstellingen aanmaken voor uw inname van koolhydraten. 1 Ga als volgt te werk om een voorinstelling aan te maken: Instellingen > Voorinstellingen > Selecteer Vooringestelde KH > 2 Kies een categorie en selecteer nieuw toevoegen. Hernoem de voorinstelling of kies voor de standaardbenamingen. 3 Voer de koolhydraten in 4 en de vezels. De calorieën, eiwitten en het vet hebben geen invloed op de boluscalculator en dienen alleen ter informatie. Belangrijk Op Europese productetiketten zijn de vezels al afgetrokken van de koolhydraten. Voer in Europa dus altijd 0 g in bij vezels! 64 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

65 7.6 Voorinstellingen voor koolhydraten Bewerk of wis de voorinstelling voor koolhydraten. Wijzig het label van de voorinstelling voor koolhydraten. 1 Druk op Bewerken 2 om uw voorinstelling te Bewerken of te Wissen. 1 Druk op Label om het label te wijzigen. 2 Selecteer het nieuwe label en druk op Selecteer. Als u nu een bolus invoert met behulp van de voorgesteldeboluscalculator, kiest u voor de vooraf ingestelde waarde, of voert u de koolhydraten handmatig in. 65 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

66 7.7 Verlengde bolus Als u voedsel met veel vet of veel eiwitten eet (worden langzamer verteerd en beïnvloeden de bloedglucosespiegel dus ook langzamer) wilt u mogelijk uw bolus verlengen. Die functie heet de verlengde bolus. Schakel de functie eerst in door te kiezen voor % of Eenheden. Ga naar: Instellingen > Systeeminstelling > Bolus/basaal/berekeningen > Selecteer Verlengd: Uit > Stel de functie in op basis van % of Eenheden. 66 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :10

67 7.7 Verlengde bolus U kunt de hoeveelheid van een bolus verlengen met of zonder de voorgestelde-boluscalculator. 1 Ga naar Bolus > Vul de hoeveelheid van de bolus in, of gebruik de voorgesteldeboluscalculator. Druk op Verleng. 2 Voer eerst in hoe groot de maaltijdbolus moet zijn, die u wilt toedienen. % of Eenheden, afhankelijk van de instellingen. 3 Geef de tijdsduur van de verlenging aan. 4 Controleer de lijst. 5 U kunt een actieve bolus altijd annuleren. Als veiligheidsfunctie wordt de correctiebolus altijd eerst toegediend en kan niet worden verlengd. Alleen de maaltijdbolus kan tot een verlengde bolus worden uitgebreid. 67 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

68 7.7 Verlengde bolus Controleer of op het statusscherm een geactiveerde verlengde bolus staat weergegeven. Annuleer verlengde bolus. 1 Als het gedeelte van de normale bolus is toegediend, verschijnt de verlengde bolus in het statusscherm. 1 Annuleer een actieve verlengde bolus door Onderbreken / annuleren te kiezen. 2 Selecteer Verlengde bolus annuleren en druk op Bevestig. Controleer daarna het statusscherm. 68 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

69 8 Uw bloedglucose controleren De PDM heeft een ingebouwde FreeStyle -bloedglucosemeter. Bij goed diabetesmanagement hoort het regelmatig controleren van uw bloedglucosespiegel! 8.1 Uitvoeren van de BG-meting 8.2 Gebruik van de BG-meting 8.3 Handmatig invoeren en wijzigen 15:00 1/1 Apply a blood sample to the strip. Calibration code: 16 Light Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 69 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

70 8.1 Uitvoeren van de BG-meting Steek de FreeStyle teststrip in de teststrippoort, de PDM gaat aan. Pas het nummer aan aan het calibratiecodenummer op de teststripflacon. Als de PDM al naar het volgende scherm is overgeschakeld, druk dan de Omhoog / omlaag-toetsen in. Wacht op het volgende informatiescherm waarin u wordt gevraagd om een bloedmonster tegen de teststrip te houden. Druk op Licht om de teststrippoort te verlichten. 70 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

71 8.1 Uitvoeren van de BG-meting Als de stroom van de PDM wordt uitgeschakeld, doe de teststrip er dan opnieuw in of houd de Aan-uit-toets ingedrukt. Houd een rand van de teststrip enigzins in een hoek tegen het bloedmonster. Houd de strip tegen de bloeddruppel aan tot op het scherm van de PDM Bezig met controleren staat. Indien nodig kan binnen 60 seconden meer bloed tegen de teststrip worden gehouden. De meting is afgerond als het resultaat op het scherm wordt weergegeven. Rand van de teststrip 71 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

72 8.2 Gebruik van de BG-meting Markeer het resultaat als een voor- of na-maaltijdmeting, geef een inspanningsniveau aan of geef andere informatie die betrekking heeft op deze BG-meting. Gebruik de BG-meting om direct een bolusdosering voor te stellen. 1 Druk op Label om de BGmeting van het gewenste label te voorzien. 2 Selecteer een label, max. 2 per meting. 3 Bevestig met OK. Pas uw labellijst aan: Instellingen > Systeeminstelling > BG-meter > Beheer BG-labellijst > Zichtbaar maken of verbergen en creëer je eigen label. 1 Druk op Volg. om het Systeem de voorgestelde bolus te laten berekenen. De PDM loodst u door de schermen die in hoofdstuk 7, Bolus, te zien zijn. Als de functie voorgestelde-boluscalculator uit is gezet, verschijnt de softkey Volg. niet. Doe in dat geval het volgende: druk op Bolus om een scherm te openen waar u handmatig een bolus kunt invoeren. 72 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

73 8.3 Handmatig invoeren en wijzigen Bloedglucosemetingen handmatig invoeren. Binnen 2 uur na een bloedglucosemeting kunt u een label verwijderen of wijzigen of een nieuw label toevoegen. 1 Ga naar Meer acties > en selecteer BG-meting toevoegen > om handmatig een BG-meting in te voeren. 2 Voer de BG-waarde in. 1 Ga naar Meer acties > selecteer BG-labels toekennen / bewerken > om een BG-label toe te kennen of te bewerken. 2 Selecteer metingen en druk op Label om labels uit de lijst met labels te kiezen en bevestig met OK. 73 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

74 9 Mijn gegevens Gegevensbeheer is een belangrijk element van succesvol diabetesmanagement. De PDM kan meer dan 5000 gegevens of ongeveer 90 dagen aan informatie bewaren. 9.1 Bijhouden van gegevens 9.2 Insulinetoedieningsgegevens 9.3 Bloedglucosegegevens 9.4 Alarmgegevens en koolhydraatgegevens 9.5 Alle gegevens en gebruikersinformatie Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 74 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

75 9.1 Bijhouden van gegevens De PDM kan meer dan 5000 gegevens of ongeveer 90 dagen aan geschiedenis bewaren. Wanneer het geheugen vol is, begint nieuwe informatie de oudste informatie te overschrijven. Speciale symbolen op het gegevensscherm: Voor gegevens met een vraagteken ernaast is aanvullende informatie beschikbaar. Om deze informatie te zien, markeert u de gegevens en drukt u vervolgens op Gebruikersinformatie / ondersteuning om bijzonderheden over die gegevens te zien. De gegevens voor dit item zijn verloren gegaan. Als de PDM niet meer met een actieve Pod kan communiceren, is het mogelijk dat de PDM niet met de actieve Pod kan communiceren vanwege signaalinterferentie of omdat u de Pod hebt afgevoerd. Als u de Pod vervangt zonder een statusupdate te krijgen, gaan niet-bevestigde gegevens verloren. Als dit gebeurt, geeft de PDM geen insulinetotalen weer voor een dag waarvan sommige gegevens verloren zijn. De gegevens voor dit item zijn niet-bevestigd. Als de PDM geen statusupdate van de Pod krijgt, werkt de PDM de geschiedenis bij met niet-bevestigde gegevens. De volgende keer dat de PDM een statusupdate krijgt, werkt hij deze gegevens bij. Dit insulinetoedieningsitem overbrugt middernacht. De datum die is gegeven is de startdatum. e Geeft aan dat er sprake was van een verlengde bolus. 75 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

76 9.2 Insulinetoedieningsgegevens De PDM slaat basaalsnelheden (inclusief wijzigingen in snelheden en tijdelijke basaalsnelheden). bolusdoseringen (zowel normaal als verlengd), data, tijden en duur van de onderbreking in insulinetoediening en data en tijden van hervatting van de insulinetoediening, totale dagelijkse doses (basaal plus bolussen) en informatie op de geactiveerde Pod op. 1 Ga naar Mijn gegevens en selecteer Insulinetoediening > om de insulinetoediening te bekijken. 2 Samenvatting van de informatie van vandaag met bolus, basaal en dagelijkse toediening. Druk op de Omhoog / omlaag-toetsen om vorige dagen te bekijken. Druk op Bolus om de bolusgeschiedenis te bekijken. Druk op Basaal om de basaalgeschiedenis te bekijken. 3 Basaalgeschiedenis: Druk op Voorval om door de lijst te bladeren. 4 Bolusgeschiedenis: Druk op Voorval om door de lijst te bladeren. 5 Kies de gewenste gegevens en druk vervolgens op Gebruikersinformatie / ondersteuning om bijzonderheden over die gegevens weer te geven. 76 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

77 9.3 Bloedglucosegegevens De PDM bewaart bloedglucosegegevens over de afgelopen 90 dagen. U kunt ervoor kiezen om individuele metingen, trends voor een enkele dag met individuele metingen of trends van de vorige 7, 14, 30, 60 of 90 dagen weer te geven. 1 Ga naar Mijn gegevens > en selecteer BGgeschiedenis > om de gehele BG-geschiedenis te bekijken. 2 De PDM geeft de volgende statistieken weer: aantal dagen en aantal bloedglucosemetingen (n) gemiddelde bloedglucose (Gem BG) laagste en hoogste bloedglucose (Min./max.) het BG-doel dat u hebt ingesteld het percentage metingen binnen, boven en onder het BG-doel. 3 Druk op Voorval om metingen te selecteren. Druk op de knop Gebruikersinformatie / ondersteuning voor details. 4 Toont de grafiek. Druk op Terug, Trends om de PDM de statistieken en grafieken voor meerdere dagen te laten weergeven. 77 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

78 9.4 Alarmgegevens en koolhydraatgegevens De PDM vermeldt de gehele alarmgeschiedenis voor het mylife OmniPod -Systeem. De PDM geeft de gegevens weer van de koolhydraten die u heeft ingevoerd. 1 Ga naar Mijn gegevens > en selecteer Alarmgeschiedenis > om de gehele alarmgeschiedenis te bekijken. 2 De PDM geeft de datum, tijd en het type alarm weer. Kies de gewenste alarmgegevens en druk vervolgens op Gebruikersinformatie / ondersteuning om meer informatie te zien. 1 Ga naar Mijn gege - vens > en selecteer Koolhydraatgeschiedenis > om de gehele koolhydraatgeschiedenis te bekijken. 78 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

79 9.5 Alle gegevens en gebruikersinformatie De PDM geeft de gecombineerde gegevens weer voor insulinetoediening, bloedglucose, alarmen en koolhydraten. U kunt de gebruikersinformatie op elk moment wijzigen of aanvullen. Bekijk deze informatie door in het Beginscherm op de toets Gebruikersinformatie / ondersteuning (rechts van de Aan-uit-toets) te drukken. 1 Ga naar Mijn gegevens > en selecteer Gehele geschiedenis > om de gehele geschiedenis te bekijken. 2 Druk op Voorval om de Omhoog / omlaag-toetsen te kunnen gebruiken om door de lijst te bladeren. Druk op Dag om de Omhoog / omlaag-toetsen te kunnen gebruiken voor data. 1 Ga naar Mijn gegevens > en selecteer Mijn info > om informatie te wijzigen of toe te voegen. 2 De eerste regel toont de informatie die voor het ID-scherm is ingevoerd. Voeg aanvullende informatie toe, zoals uw naam, adres, telefoonnummer, contactinformatie voor noodgevallen, contactgegevens van uw arts of zorgverlener etc. 79 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

80 10 Veiligheidsfuncties Het Systeem geeft u informatie over situaties die uw aandacht vragen. Reageer direct op deze berichten, dan blijft uw mylife OmniPod -Systeem veilig werken Signalen en herinneringen 10.2 Meetfouten 10.3 Alarmen 10.4 Adviesalarmen 10.5 Gevaaralarmen 10.6 Handmatig uitschakelen Raadpleeg ook altijd uw gebruikershandleiding voor meer informatie. 80 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

81 10.1 Signalen en herinneringen Het mylife OmniPod -Systeem biedt een aantal persoonlijke instellingen waarmee u uw diabetes kunt reguleren. De herinneringen zijn optioneel. U kunt ze op elk moment aan- of uitschakelen. U kunt signalen op een niveau instellen dat voor u prettig is. 1 Ga voor wijzigingen in de instellingen van de Signalen / herinneringen naar: Instellingen > Systeeminstelling > Selecteer Signalen / herinneringen > Een aantal instellingen heeft u al aangepast tijdens de setup wizard. 81 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

82 10.1 Signalen en herinneringen BG-herinnering Iedere keer dat u een bolusdosering invoert vraagt het Systeem u om een herinnering aan te maken voor het meten van uw bloedglucose. Uiterste gebruiksdatum Als na 72 uur de vervaltijd van de Pod nadert, krijgt u een waarschuwingssignaal. Reservoir bijna leeg De Pod geeft u een waarschuwingssignaal als de insuline in de Pod tot onder een bepaald peil daalt. Auto.uit De Pod en de PDM geven een waarschuwingssignaal als de PDM niet binnen de vastgestelde tijd de status van de Pod kan uitlezen. 82 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

83 10.1 Signalen en herinneringen Bolusherinneringen Herinnert u eraan dat u nog geen maaltijdbolus heeft toegediend in de door u aangegeven tijdsperiodes. Programmaherinneringen De Pod piept als er tijdelijke basaalprogramma s of programma s voor verlengde bolus actief zijn. Bevestigingsherinneringen De Pod/PDM piept als de toediening van de bolus, de verlengde bolus of tijdelijke basaalsnelheid begint of is afgerond. Aangepaste herinneringen Geeft op tijdstippen die u selecteert door u ingevoerde tekstberichten weer. 83 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

84 10.1 Signalen en herinneringen Kies voor de trilfunctie in plaats van piepjes of voor trilfunctie gevolgd door piepjes voor: BG-herinneringen herinneringen gemiste bolus zelf instelbare herinneringen herinneringen Geen actieve Pod 1 Stel hier indien gewenst het trillingsalarm in: Instellingen > Selecteer Trillingsalarm > 2 Kies een van de volgende 3 opties. De instellingen voor adviesalarmen en gevaaralarmen kunnen niet zelf worden aangepast. 84 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

85 10.2 Meetfouten Informeert u over een fout met de bloedglucosemeter, de teststrip, het monster of de resultaten. De PDM piept en geeft een foutmelding met een nummer. 1 In uw gebruikershandleiding vindt u in hoofdstuk 10, Signalen en alarmen, een tabel met: herinneringsbericht mogelijke oorzaken actie Als er op uw PDM een meetfout wordt weergegeven, raadpleeg dan hoofdstuk 10, Signalen en alarmen, voor meer informatie. 85 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

86 10.3 Alarmen Het Systeem doet voortdurend veiligheidschecks, om u te wijzen op ernstige of mogelijk ernstige situaties. Het Systeem geeft een alarmsignaal af en er verschijnt een bericht op het scherm met informatie over de manier om met het alarm om te gaan. Neem altijd kennis van alarmen en neem de nodige maatregelen om de alarmsituatie op te heffen. Het Systeem kent twee verschillende soorten alarmen: Adviesalarmen geven informatie over een situatie die uw aandacht vraagt. Bij adviesalarmen klinkt er een piepsignaal met onderbrekingen. Gevaaralarmen worden gegeven bij ernstige problemen met de Pod of als er iets mis is met de PDM. Bij gevaaralarmen klinkt er een continu geluidssignaal. 86 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

87 10.4 Adviesalarmen Bij adviesalarmen klinkt er een piepsignaal met onderbrekingen. Reageer op alle adviesalarmen die optreden. Op de PDM staat een bericht met een omschrijving van het alarm en de manier om het alarm op te heffen. Volg de instructies uit het bericht op het scherm op. Het Systeem heeft de volgende adviesalarmen: Einde insulineonderbreking / Waarschuwing auto.uit / Laag reservoir / Advies vervanging Pod / Vastzittende toets vastgesteld 1 Als u een adviesalarm hoort moet u het volgende doen: zet de PDM aan en controleer het IDscherm. Klik op Bevestigen. 2 Bevestig het gevaaralarm door op OK te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 10, Signalen en alarmen, voor meer informatie over adviesalarmen. 87 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

88 10.5 Gevaaralarmen Gevaaralarmen worden gegeven bij ernstige problemen met de Pod of PDM. Er klinkt dan een continu geluidssignaal. Gezien de ernst van gevaaralarmen moet u deze direct oplossen. Bevestig het gevaaralarm door op OK te drukken. Daardoor stopt het alarmsignaal. Deactiveer de actieve Pod en verwijder hem van uw lichaam. Activeer een nieuwe Pod en breng hem aan. Controleer na een gevaaralarm altijd uw bloedglucosespiegel. Het Systeem kent de volgende gevaaralarmen: Auto.uit / Leeg reservoir / Pod verlopen / Vastzittende toets vastgesteld / Verstopping vastgesteld / Systeemfout Pod en PDM / Pod moet worden gedeactiveerd 1 Als u een gevaaralarm hoort moet u het volgende doen: zet de PDM aan en controleer het IDscherm. Klik op Bevestigen. 2 Bevestig het gevaaralarm door op OK te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 10, Signalen en alarmen, voor meer informatie over gevaaralarmen. 88 OP2_V03_TRA_System Training_NL.indd :11

Handleiding voor verzorgers Belangrijke informatie over mylife OmniPod.

Handleiding voor verzorgers Belangrijke informatie over mylife OmniPod. Handleiding voor verzorgers Belangrijke informatie over mylife OmniPod. Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. Kennismaking met het mylife OmniPod - insulinemanagementsysteem Belangrijke contactinformatie

Nadere informatie

Kies voor eenvoud. mylife OmniPod de slangloze insulinepatchpomp.

Kies voor eenvoud. mylife OmniPod de slangloze insulinepatchpomp. Kies voor eenvoud. mylife OmniPod de slangloze insulinepatchpomp. Het insulinemanagementsysteem met maar twee onderdelen Klein, lichtgewicht en waterdicht: de Pod Geautomatiseerd en vrijwel pijnloos inbrengen

Nadere informatie

Kies voor eenvoud. De eerste insulinepatchpomp nu zelfs nog kleiner!

Kies voor eenvoud. De eerste insulinepatchpomp nu zelfs nog kleiner! Kies voor eenvoud. De eerste insulinepatchpomp nu zelfs nog kleiner! Het insulinemanagementsysteem zonder infuussets, met slechts twee onderdelen Klein, lichtgewicht en waterdicht: de Pod Intuïtief en

Nadere informatie

Kies voor vrijheid. mylife OmniPod de infuussetloze insulinepatchpomp.

Kies voor vrijheid. mylife OmniPod de infuussetloze insulinepatchpomp. Kies voor vrijheid. mylife OmniPod de infuussetloze insulinepatchpomp. Het insulinemanagementsysteem met maar 2 onderdelen, als compacte oplossing Klein, lichtgewicht en waterdicht 1 : de Pod, voor meer

Nadere informatie

Systeemtraining mylife YpsoPump

Systeemtraining mylife YpsoPump Systeemtraining mylife YpsoPump Meer vrijheid. Meer vertrouwen. Met mylife. YPU_TRA_SystemTraining_NL-nl.indd 06.06.6 3:7 YPU_TRA_SystemTraining_NL-nl.indd 06.06.6 3:7 Inhoud Leerdoelen 4 mylife YpsoPump

Nadere informatie

Informatie voor omnipodgebruikers

Informatie voor omnipodgebruikers Informatie voor omnipodgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de omnipod-gebruiker. Met het woord pod in deze folder bedoelen we het apparaatje (insulinereservoir, canule en pomp ineen)

Nadere informatie

Maak kennis met Kaleido...

Maak kennis met Kaleido... Maak kennis met Kaleido... Wij zijn niet zo maar een innovatief bedrijf, wij zijn vrienden en familie van mensen met type 1 diabetes. We begrijpen dat diabetes inconsistent, inexact en bovenal individueel

Nadere informatie

Opladen Opmerkingen Vragen?... 11

Opladen Opmerkingen Vragen?... 11 Aanwezigheidsregistratie Release 1 2018 1 e kwartaal Model: X-9200B Inhoudsopgave Activiteiten aanmaken... 2 Hoe werkt het registratieproces?... 4 Aan de slag: Draadloos scannen met een smartphone, tablet

Nadere informatie

Informatie voor de omnipodgebruiker

Informatie voor de omnipodgebruiker Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Informatie voor de omnipodgebruiker blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose blz

Nadere informatie

Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding

Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding EN Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding WELKOM Welkom bij uw ihealth Draadloos Smart Glucosemeetsysteem (het ihealth-systeem). Met dit systeem, dat is ontworpen voor gebruik in combinatie

Nadere informatie

EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR MENSEN MET DIABETES DIE HUN LEVEN OP DE EERSTE PLAATS ZETTEN.

EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR MENSEN MET DIABETES DIE HUN LEVEN OP DE EERSTE PLAATS ZETTEN. INSULINETOEDIENINGSSYSTEEM EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR MENSEN MET DIABETES DIE HUN LEVEN OP DE EERSTE PLAATS ZETTEN. Katie R. SINDS 2015 TM DAGEN * ONAFGEBROKEN INSULINE 3 Omnipod

Nadere informatie

Maak kennis met Kaleido...

Maak kennis met Kaleido... Maak kennis met Kaleido... Wij zijn niet zo maar een innovatief bedrijf, wij zijn vrienden en familie van mensen met type 1 diabetes. We begrijpen dat diabetes inconsistent, inexact en bovenal individueel

Nadere informatie

H A N D L E I D I N G E L V 1 5

H A N D L E I D I N G E L V 1 5 H A N D L E I D I N G E L L @ V 1 5 INHOUD Revision Data... 2 Introductie... 3 Ell@ Layout... 4 Aanzetten Ell@... 5 Unlocken van Ell@... 5 Hoofdmenu... 5 Raadplegen planning... 6 Invoeren prestatie...

Nadere informatie

Informatie voor de omnipodgebruiker

Informatie voor de omnipodgebruiker Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de omnipod blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose

Nadere informatie

OptiPen Pro 1. informatiebrochure

OptiPen Pro 1. informatiebrochure OptiPen Pro 1 informatiebrochure INHOUDSOPGAVE OptiPen Pro 1 instructies 4 Voordat u Lantus toedient met de OptiPen Pro 1 7 Het toedienen van Lantus /Apidra met de OptiPen Pro 1 8 Algemene aanwijzingen

Nadere informatie

Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker

Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker 1 STARTSCHERM START->Datum/Tijd aanpassen Algemeen Druk op de klok linksonder het scherm om te instellingen van de klok op te roepen. Wijzigingen bevestigen

Nadere informatie

BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte

BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER Uw stap voor stap handleiding BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte Heeft u vragen over het gebruik van BYDUREON? Zie de veel

Nadere informatie

Het gebruik van APIDRA in injectieflacon

Het gebruik van APIDRA in injectieflacon EEN GIDS VOOR ALS U BEGINT MET APIDRA (insuline glulisine) 1x 10ML INJECTIEFLACON (100 Eenheden/ml) De Apidra 100 eenheden/ml oplossing voor injectie (in injectieflacon) wordt in een injectieflacon geleverd

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING. Humuline NPH KwikPen 100 IE/ml LEES DEZE HANDLEIDING VOOR GEBRUIK

GEBRUIKERSHANDLEIDING. Humuline NPH KwikPen 100 IE/ml LEES DEZE HANDLEIDING VOOR GEBRUIK GEBRUIKERSHANDLEIDING Humuline NPH KwikPen 100 IE/ml LEES DEZE HANDLEIDING VOOR GEBRUIK Lees de gebruikershandleiding door voordat u Humuline gebruikt en elke keer als u een andere Humuline KwikPen 100

Nadere informatie

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL DUTCH Van start gaan Als u de navigatiesoftware de eerste keer gebruikt, wordt een automatisch proces gestart voor het instellen van de basisinstellingen.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine LEES DEZE HANDLEIDING VOORAFGAAND AAN HET GEBRUIK Lees de gebruikershandleiding door voordat

Nadere informatie

Gebruikersinstructie nieuwe Statenleden Asus T100 en T300

Gebruikersinstructie nieuwe Statenleden Asus T100 en T300 Gebruikersinstructie nieuwe Statenleden Asus T100 en T300 Een drietal zaken zijn van belang om direct na in ontvangst name van uw tablet te regelen om de veiligheid van uw gegevens te waarborgen. Schakel

Nadere informatie

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0 NAVIGATIE Quick Start Guide X-302MH Nederlands Rev 1.0 Van start gaan Als u de navigatiesoftware de eerste keer gebruikt, wordt een automatisch proces gestart voor het instellen van de basisinstellingen.

Nadere informatie

FreeStyle InsuLinx Handleiding voor or de gebruiker

FreeStyle InsuLinx Handleiding voor or de gebruiker FreeStyle InsuLinx Handleiding voor or de gebruiker GEVORDERDE MODUS Blood Glucose Monitoring System ABT-Insulinx Mode avance NL 06.indd 1 20/03/12 14:59 Blood Glucose Monitoring System FreeStyle InsuLinx

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

Handleiding 103: Collecte Database (CDB) voor Wijkhoofden

Handleiding 103: Collecte Database (CDB) voor Wijkhoofden Handleiding 103: Collecte Database (CDB) voor Wijkhoofden Gebruik handleiding 103: Deze handleiding is bestemd voor wijkhoofden en Vrienden die gegevens gaan verwerken en bewerken in een wijk binnen een

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht met sirene. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88

Nadere informatie

Kies voor eenvoud. mylife YpsoPump het intuïtieve insulinepompsysteem. Compatibel met voorgevulde insulinepatroon van Novo Nordisk

Kies voor eenvoud. mylife YpsoPump het intuïtieve insulinepompsysteem. Compatibel met voorgevulde insulinepatroon van Novo Nordisk Kies voor eenvoud. Compatibel met voorgevulde insulinepatroon van Novo Nordisk mylife YpsoPump het intuïtieve insulinepompsysteem. mylife YpsoPump de kleine insulinepomp met een touchscreen Voorgevulde

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen 6. Reeksen Excel kan datums automatisch uitbreiden tot een reeks. Dit betekent dat u na het typen van een maand Excel de opdracht kan geven om de volgende maanden aan te vullen. Deze voorziening bespaart

Nadere informatie

Medaillon. Gebruiksaanwijzing GSM/ GPS/ GPRS. www.anabell.nl

Medaillon. Gebruiksaanwijzing GSM/ GPS/ GPRS. www.anabell.nl Medaillon GSM/ GPS/ GPRS Gebruiksaanwijzing www.anabell.nl 1 Voorbereiden voor gebruik Installatie micro SIM Kaart - Installeer de micro SIM kaart in het toestel. De SIM kaart is nodig voor het opzetten

Nadere informatie

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0)

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0) Internet Control Station Kijk regelmatig op www.klikaanklikuit.nl voor updates Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0) ICS-1000 Het grootste gemak in draadloos schakelen. Eenvoudig uit te breiden

Nadere informatie

Insulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl

Insulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl Insulinepomptherapie Adviezen en instructies gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 3 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 4 Geen effect

Nadere informatie

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R 2 0 1 6 0 8 2 4 INHOUDSOPGAVE 1. Software in 3 stappen geïnstalleerd...1 Stap 1: Downloaden van de software...1 Stap 2: Starten met de installatie...2

Nadere informatie

Aviva Combo BLOEDGLUCOSEMETER. Uitgebreide Gebruiksaanwijzing

Aviva Combo BLOEDGLUCOSEMETER. Uitgebreide Gebruiksaanwijzing Aviva Combo BLOEDGLUCOSEMETER Uitgebreide Gebruiksaanwijzing 42965_adv.indb 2 3/17/09 4:37:38 PM 42965_adv.indb 3 3/17/09 4:37:38 PM Aan het Accu-Chek Aviva Combo-systeem, met inbegrip van de meter, de

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het Egardia alarmlicht met sirene. Website Egardia www.egardia.com Klantenservice

Nadere informatie

Geavanceerde aanwezigheidssimulatie instellen. Inhoudsopgave. 1.0 Inloggen op uw e-centre. 1.1 Back-up maken van de huidige configuratie

Geavanceerde aanwezigheidssimulatie instellen. Inhoudsopgave. 1.0 Inloggen op uw e-centre. 1.1 Back-up maken van de huidige configuratie Geavanceerde aanwezigheidssimulatie instellen Een aanwezigheidssimulatie werkt preventief tegen inbraak en kunt u met e-domotica realiseren in elk type woning. Deze geavanceerde aanwezigheidssimulatie

Nadere informatie

HANDLEIDING YEALINK T21P

HANDLEIDING YEALINK T21P HANDLEIDING YEALINK T21P Inhoudsopgave 1. NIEUW GESPREK OPZETTEN... 3 2. GEBRUIKMAKEN VAN DE SPEAKER... 3 3. GEBRUIKMAKEN VAN DE HEADSET... 3 4. BEANTWOORDEN VAN EEN GESPREK/BEËINDIGEN/HERHALEN... 3 5.

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S Bedieningshandleiding ExaControl E7R S UW APPARAAT GEBRUIKEN UW APPARAAT GEBRUIKEN 1 Het apparaat wordt geleverd met: Snelstartgids voor de gebruiker, Snelstartgids voor de installateur, Garantieverklaring

Nadere informatie

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine LEES DEZE HANDLEIDING VOORAFGAAND AAN HET GEBRUIK Lees de gebruikershandleiding door voordat

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR HET BEREIDEN EN TOEDIENEN VAN DE SOMAVERT INJECTIE

INSTRUCTIES VOOR HET BEREIDEN EN TOEDIENEN VAN DE SOMAVERT INJECTIE INSTRUCTIES VOOR HET BEREIDEN EN TOEDIENEN VAN DE SOMAVERT INJECTIE Inleiding In de volgende instructies wordt uitgelegd hoe SOMAVERT moet worden bereid en geïnjecteerd. Lees deze instructies aandachtig

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Accu-Chek Insight-systeem

Gebruiksaanwijzing Accu-Chek Insight-systeem Gebruiksaanwijzing Accu-Chek Insight-systeem 2014 Roche Diagnostics ACCU-CHEK, ACCU-CHEK 360, ACCU-CHEK AVIVA, ACCU-CHEK INSIGHT en ACCU-CHEK AVIVA INSIGHT zijn merken van Roche. CONTINUA, de CONTINUA

Nadere informatie

Afbeelding: V1.0. Klantenservice: 0165-751308 info@saveyourself.nl. 2. Uitleg van de toetsen Gebruik de afbeelding V1.

Afbeelding: V1.0. Klantenservice: 0165-751308 info@saveyourself.nl. 2. Uitleg van de toetsen Gebruik de afbeelding V1. Afbeelding: V1.0 2. Uitleg van de toetsen Gebruik de afbeelding V1.0 voor deze tabel De groene hoorn met OK erop Enter/beantwoorden Bellen In stand-by: Toegang naar bellijst In menu: enter knop De rode

Nadere informatie

Handicom. Symbol for Windows Gold. Pl@nner. Handicom, 2010, Nederland

Handicom. Symbol for Windows Gold. Pl@nner. Handicom, 2010, Nederland Handicom Symbol for Windows Gold Pl@nner Handicom, 2010, Nederland Inhoud 1 Weergaven... 4 1.1 Wisselen tussen RealTime en Plan-modus... 4 1.2 Dag-, Week- en eenvoudige weergave... 4 2 RealTime modus (de

Nadere informatie

Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering

Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering Lichtje Doseerknop Scherm met aantal toegediende doses IONSYS (fentanyl 40 microgram per dosis, systeem

Nadere informatie

Parkinson Thuis. Gebruikershandleiding

Parkinson Thuis. Gebruikershandleiding Parkinson Thuis Gebruikershandleiding FOX INZICHT APP Presentation Title Gebruik maken van de app Zorg ervoor dat uw Pebble horloge gekoppeld is met uw telefoon en dat u de Fox Inzicht App op uw smartphone

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit. Ixekizumab

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit. Ixekizumab Gebruikershandleiding Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit Ixekizumab Voordat u uw voorgevulde injectiespuit gebruikt: Belangrijk om te weten Lees voordat u de Taltz voorgevulde

Nadere informatie

Handleiding Archos 40 Titanium

Handleiding Archos 40 Titanium Handleiding Archos 40 Titanium Inhoud van de verpakking Controleer of de volgende onderdelen in de verpakking zitten: -- ARCHOS 40 Titanium -- Batterij -- Headset -- Micro SIM-adapter -- USB-kabel -- Lader

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie BEDIENINGSELEMENTEN 1. Temperatuurregeling. Afzonderlijk instelbaar voor de bestuurder en de passagier voorin. 2. Programma voor maximaal ontdooien. 3. Luchtverdeling. In de geselecteerde

Nadere informatie

Opzetten van een evenement

Opzetten van een evenement Opzetten van een evenement Inhoud Begrippenlijst... 3 Voor het evenement... 4 De wizard doorlopen:... 4 Wizard pagina: Welkom bij event-timing.nl... 4 Wizard pagina: Evenement gegevens... 4 Wizard pagina:

Nadere informatie

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding NETVOEDING/BATTERIJEN De psense-ii gebruikt vier oplaadbare penlite (AA) batterijen. Om de batterijen te plaatsen of te vervangen moet je met een schroevendraaier

Nadere informatie

VITAMINE. VITale AMsterdamse ouderen IN de stad. Tablet Handleiding

VITAMINE. VITale AMsterdamse ouderen IN de stad. Tablet Handleiding VITAMINE VITale AMsterdamse ouderen IN de stad Tablet Handleiding Onderdelen Gebruik tablet... 2 Welke functies gebruikt u op de tablet?... 2 MBvO oefeningen... 3 Tabbladen... 3 Vandaag... 4 Uitvoeren...

Nadere informatie

SmartLife Veilig Gebruikershandleiding programma s beheren

SmartLife Veilig Gebruikershandleiding programma s beheren SmartLife Veilig Gebruikershandleiding programma s beheren Wat is KPN SmartLife? KPN SmartLife is er op gericht je leven makkelijker te maken met diensten voor in- en om het huis die je bedient met je

Nadere informatie

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut.

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut. Proteus PEC-4850 Computerhandleiding Standaard trainingsstappen Stap 1: Stap 2: Stap 3: U kunt de rechterknop naar rechts of naar links draaien om een programma te selecteren; variërend van MANUAL, PROGRAM

Nadere informatie

Verkorte handleiding APR Handheld 350/380

Verkorte handleiding APR Handheld 350/380 Verkorte handleiding APR Handheld 350/380 In deze verkorte handleiding nemen we alle basis-instellingen met u door. Tevens worden hierin de meest gestelde vragen beantwoord. Deze verkorte handleiding is

Nadere informatie

Gebruikershandleiding van de thermostaat

Gebruikershandleiding van de thermostaat NL Gebruikershandleiding van de thermostaat Eens uw thermostaat geïnstalleerd en verbonden is met de Box, kan u ontdekken hoe u hem moet programmeren en besturen vanuit uw Internet portaal. U kan op ieder

Nadere informatie

Handleiding Icespy MR software

Handleiding Icespy MR software Handleiding Icespy MR software Versie 4.40.04 Wij danken u voor de aanschaf van deze IceSpy producten en adviseren u om deze handleiding goed door te nemen. 2 INHOUDSOPGAVE: 1. Installeren van de software...

Nadere informatie

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014 HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Systeemvereisten... 3 3. Installeren van de software... 4 4. Programma instellingen... 5 5. Importeren van een

Nadere informatie

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens iphone app - Users Users - iphone App Deze Paxton applicatie is gratis verkrijgbaar in de App Store. Deze applicatie is ontwikkeld om gebruikt te worden op elk ios apparaat versie 5.1 of hoger en is uitgevoerd

Nadere informatie

Deutsche Bank Global Transaction Banking. Internet Bankieren. Betalingen en incasso s invoeren. www.deutschebank.nl

Deutsche Bank Global Transaction Banking. Internet Bankieren. Betalingen en incasso s invoeren. www.deutschebank.nl Deutsche Bank Global Transaction Banking Internet Bankieren Betalingen en incasso s invoeren www.deutschebank.nl Internet Bankieren Betalingen en incasso s invoeren 2 Betalingen en incasso s invoeren Betalingen

Nadere informatie

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1 13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek 13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1 13.1. Inleiding...1 13.2. Icoonomschrijving...2 13.3. Menu Bestand...3 13.3.1. Nieuwe Bibliotheek maken... 3

Nadere informatie

Welkom bij payleven. Bovenop Magneetstriplezer. Voorkant. Bluetooth-symbool. Batterij indicator. USBpoort. Aan/uit

Welkom bij payleven. Bovenop Magneetstriplezer. Voorkant. Bluetooth-symbool. Batterij indicator. USBpoort. Aan/uit Welkom bij payleven Samen met onze gratis app en uw eigen smartphone of tablet bent u nu klaar om pin- en creditcardbetalingen te accepteren. Hier volgt een uitleg van de verschillende mogelijkheden en

Nadere informatie

Pomp-app Veelgestelde vragen

Pomp-app Veelgestelde vragen Pomp-app Veelgestelde vragen De volgende secties leiden u door de verschillende schermen van de app, waaronder het scherm Pompstatus. Opmerking: De app verzendt en ontvangt alleen gegevens wanneer de app

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing R-88 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1-

Gebruiksaanwijzing R-88 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1- Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1- Het opstarten van de computer De computer werkt met behulp van batterijen. Plaats de batterijen in het batterijencompartiment dat aan de voorzijde van de

Nadere informatie

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010 i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010 DUTCH Document number: 86141-1 Date: 11-2010 Instrumentbesturingen Besturen van indeling en functies. Het instrument inschakelen

Nadere informatie

NutropinAq Pen. instructies voor gebruik samen met NutropinAq

NutropinAq Pen. instructies voor gebruik samen met NutropinAq NutropinAq Pen instructies voor gebruik samen met NutropinAq INJECTEER HET GENEESMIDDEL UITSLUITEND NADAT U MET UW ARTS OF VERPLEEGKUNDIGE DE JUISTE TECHNIEK GOED HEEFT GEOEFEND. Let op: Lees de onderstaande

Nadere informatie

Yealink T46G. Gebruikershandleiding

Yealink T46G. Gebruikershandleiding Yealink T46G Gebruikershandleiding Inhoud 1. Nieuw gesprek opzetten... 3 2. Gebruikmaken van de speaker... 3 3. Gebruikmaken van de Headset... 3 4. Beantwoorden van een gesprek/beëindigen/herhalen... 3

Nadere informatie

FIAT DUCATO 603.83.001 NL SMS-READER

FIAT DUCATO 603.83.001 NL SMS-READER FIAT DUCATO 603.83.001 NL SMS-READER ALGEMENE INFORMATIE Door spraakgestuurde technologie kunnen met de geïntegreerde Blue&Me SMS-reader automatisch, via het audiosysteem van uw auto, de berichten worden

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen. Ixekizumab

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen. Ixekizumab Gebruikershandleiding Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen Ixekizumab Voordat u uw voorgevulde pen gebruikt: Belangrijk om te weten Lees voordat u de Taltz voorgevulde pen gaat gebruiken

Nadere informatie

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL Innovative Growing Solutions Datalogger DL-1 software-versie: 1.xx Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL DL-1 Datalogger gebruikershandleiding Bedankt voor het aanschaffen van de TechGrow

Nadere informatie

2. Klokprogramma instellen 10 Vakantiebeveiliging van het weekprogramma...10 Zomertijd/wintertijd...11

2. Klokprogramma instellen 10 Vakantiebeveiliging van het weekprogramma...10 Zomertijd/wintertijd...11 v.120110 2 Inleiding 3 Overzicht E-thermostaat...4 Bediening...4 Vier Standen...5 Klokfunctie...5 Opladen van de batterij... 6 1. Instellingen programmeren 6 Uitleg verschillende instellingen...6 Instellingen

Nadere informatie

INSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem:

INSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem: INSULINEPOMP OMNIPOD De insulinepomp Het Omnipod systeem bestaat uit 2 delen, nl de pod en een Personal Diabetes Manager (hierna genoemd als PDM) De PDM is tevens de bloedsuikermeter. In de pod zit een

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HONEYWELL CM901 http://nl.yourpdfguides.com/dref/2938339

Uw gebruiksaanwijzing. HONEYWELL CM901 http://nl.yourpdfguides.com/dref/2938339 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

RCW Afstandsbediening

RCW Afstandsbediening RCW Afstandsbediening Gebruikershandleiding - Nederlands MURCW 747 399569 Afstandsbediening. 1. Aan uit toets. 2. Selectie toets (koelen, verwarmen, automatisch koelen/verwarmen, ontvochtigen, ventileren).

Nadere informatie

1. Werking en gebruik van ESN

1. Werking en gebruik van ESN 1. Werking en gebruik van ESN Info over ESN (ECLIPSE Security Network) Dit product is voorzien van ESN (ECLIPSE Security Network). Wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld en weer wordt aangesloten,

Nadere informatie

VastePrik App & Webpagina. Gebruikershandleiding

VastePrik App & Webpagina. Gebruikershandleiding VastePrik App & Webpagina Gebruikershandleiding Versie 3.0, 6 juni 2018 Inhoudsopgave VastePrik App... 3 Aanmelden... 3 Inloggen... 3 Cijfercode... 3 Inloggegevens wijzigen... 3 Inloggen voor/door meerdere

Nadere informatie

SmartHome Huiscentrale

SmartHome Huiscentrale installatiehandleiding SmartHome Huiscentrale Vervanging voor WoonVeilig Huiscentrale (model WV-1716) INSTALLATIEHANDLEIDING SMARTHOME HUISCENTRALE Website WoonVeilig www.woonveilig.nl Klantenservice Meer

Nadere informatie

Bridgemate Correctiemogelijkheden met WL-sleutel

Bridgemate Correctiemogelijkheden met WL-sleutel Bridgemate Correctiemogelijkheden met WL-sleutel 1 Start Bridgemate Het aanzetten van een "Bridgemate pro" gebeurt door het drukken van de [JA]-knop. Bij de allereerste start of na een reset wordt het

Nadere informatie

tentoinfinity Apps 1.0 INLEIDING

tentoinfinity Apps 1.0 INLEIDING tentoinfinity Apps Una Help-inhoud Auteursrecht 2013-2015 door tentoinfinity Apps. Alle rechten voorbehouden. De inhoud is voor het laatst bijgewerkt op Augustus 6, 2015. Extra ondersteuningsbronnen beschikbaar

Nadere informatie

HANDLEIDING Q1600 Fashion

HANDLEIDING Q1600 Fashion HANDLEIDING Q1600 Fashion Pag.: 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Beheer...4 Kleurlijsten beheren...4 Kleurlijst groep aanmaken...6 Kleurlijst groep verwijderen...6 Kleuren (kleurnummers) aanmaken/wijzigen...7

Nadere informatie

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Afstandsbediening Telis 16 RTS Afstandsbediening Telis 16 RTS Bedieningshandleiding Telis 16 RTS Pure Art.nr. 1811020 Telis 16 RTS Silver Art.nr. 1811021 Afstandsbediening Telis 16 RTS 16 Kanaals zender met display Telis 16 RTS Pure

Nadere informatie

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies.

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies. Insulinepomptherapie Adviezen en instructies www.nwz.nl Inhoud Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 5 Wat doet u bij een defecte

Nadere informatie

Gebruikers handleiding. JupiterPro V8.6. P2000 alarmontvanger

Gebruikers handleiding. JupiterPro V8.6. P2000 alarmontvanger JupiterPro V8.6 P2000 alarmontvanger Inhoudsopgave: Functie toetsen. 3 Opties en functies.4 Het scherm... 5 Ontvangen en lezen van de meldingen.. 6 Prioriteit per capcode selecteren 7 Capcodes activeren..

Nadere informatie

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Pocket online speler

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Pocket online speler Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Pocket online speler 1 Installatie van de PLEXTALK Pocket 1. Draai de PLEXTALK Pocket om. Vergewis u ervan dat de 2 gemarkeerde punten naar boven wijzen. Druk op de

Nadere informatie

7 Serie. The Future Starts Now. Digitale thermometers Temp7. Temp7 PT100. Temp7 NTC. Temp7 K/T

7 Serie. The Future Starts Now. Digitale thermometers Temp7. Temp7 PT100. Temp7 NTC. Temp7 K/T 7 Serie Digitale thermometers Temp7 Temp7 PT100 Temp7 NTC Temp7 K/T Voor Pt100 RTD elektrodes 0,1 C van -99,9 tot +199,9 C / 1 C van -200 tot +999 C Voor NTC 30K elektrodes 0,1 C van -50,0 tot +150,0 C

Nadere informatie

Bridgemate Pager. Berichtensysteem voor wedstrijdleiders. Handleiding Bridge Systems BV

Bridgemate Pager. Berichtensysteem voor wedstrijdleiders. Handleiding Bridge Systems BV Bridgemate Pager Berichtensysteem voor wedstrijdleiders Handleiding 2017 Bridge Systems BV Bridgemate Pager Handleiding Pagina 2 Inhoud Introductie... 3 Benodigdheden... 3 Werking van de pagers... 3 Het

Nadere informatie

Handleiding Brel Radio motor Type MLE

Handleiding Brel Radio motor Type MLE BREL motors is onderdeel van: Pagina 1 Handleiding Brel Radio motor Type MLE Lees de handleiding alvorens u begint met de installatie. Als deze instructie niet wordt gevolgd, kan dit leiden tot schade

Nadere informatie

Snelgids Beschrijving

Snelgids Beschrijving Snelgids Beschrijving Aan-/uitknop Mini USB-aansluiting Kleuren LCD-display Reset-knop Toetsen Omhoog Volume omhoog Omlaag Volume omlaag Rechts Volgend programma Links Vorig programma Midden Menu/selecteer/ZoomControl

Nadere informatie

SimPhone. Handleiding Gebruik. Nederlands. Versie 3.0

SimPhone. Handleiding Gebruik. Nederlands. Versie 3.0 pc SimPhone Handleiding Gebruik Versie 3.0 Nederlands Gefeliciteerd met uw SimPhone! Wist u dat? U heeft 1 jaar lang gratis hulp en ondersteuning van een SimCoach! Bel of mail een SimCoach + 31 (0)20 422

Nadere informatie

TREX 2G Handleiding Pagina 2

TREX 2G Handleiding Pagina 2 Informatie in deze handleiding is onderhevig aan verandering zonder voorafgaande kennisgeving. NEAT Electronics AB behoudt zich het recht hun producten te wijzigen of te verbeteren en wijzigingen aan te

Nadere informatie

Introductie WoonTotaal Silver

Introductie WoonTotaal Silver Introductie WoonTotaal Silver Wanneer uw registratie is goedgekeurd door Holland Haag, heeft u een email bericht ontvangen met daarin uw gebruikersnaam en wachtwoord. Met deze gegevens kunt u inloggen

Nadere informatie

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp Richtlijnen voor het gebruik van de PCA-pomp INLEIDING: Als onderdeel van Uw behandeling wordt gebruik gemaakt van een PCA-pomp. Deze pomp wordt gebruikt

Nadere informatie

PARTIJOPGAVE NAKTUINBOUW

PARTIJOPGAVE NAKTUINBOUW PARTIJOPGAVE NAKTUINBOUW HANDLEIDING In het kort Deze handleiding helpt u om stapsgewijs uw partijopgave te doen. Mochten er nog vragen zijn naar aanleiding van deze handleiding, dan kunt u altijd telefonisch

Nadere informatie

FloorDiabetes. Gebruiksaanwijzing. Datum: 21 november 2015 Versie: 1.0.0

FloorDiabetes. Gebruiksaanwijzing. Datum: 21 november 2015 Versie: 1.0.0 FloorDiabetes Gebruiksaanwijzing Datum: 21 november 2015 Versie: 1.0.0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Geschiedenis Hoofdmenu Instellingen Insuline Insuline aanmaken Insuline wijzigen Insuline wissen Insuline

Nadere informatie

In-/uitschakelen. Functie: De Identicom in- of uitschakelen.

In-/uitschakelen. Functie: De Identicom in- of uitschakelen. Handleiding In-/uitschakelen De Identicom in- of uitschakelen. Druk de gemarkeerde knoppen tegelijk in totdat u een trilling voelt. Aan U voelt één trilling, waarna de Identicom de volgende stappen doorloopt:

Nadere informatie

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl - info@lagarde.nl

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl - info@lagarde.nl Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl - info@lagarde.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Het Bedieningspaneel 3 PIN-code voor toegang tot het systeem 4 Het

Nadere informatie

Handleiding Brel Radio motor Type MLE

Handleiding Brel Radio motor Type MLE BREL motors is onderdeel van: Pagina 1 Handleiding Brel Radio motor Type MLE Lees de handleiding alvorens u begint met de installatie. Als deze instructie niet wordt gevolgd, kan dit leiden tot schade

Nadere informatie

1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.NEERZETTEN OF MONTEREN VAN HET SCHERM 6

1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.NEERZETTEN OF MONTEREN VAN HET SCHERM 6 GEBRUIKSAANWIJZING 2 INHOUDSOPGAVE 1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.NEERZETTEN OF MONTEREN VAN HET SCHERM 6 5.HET PLAATSEN OF

Nadere informatie

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Techneco Energiesystemen BV Kleveringweg 9 2616 LZ Delft T. 015 21 91 000 Symbolen Beschrijving Menu selecteren, wisselen bedrijfsmodus Verstellen waarde

Nadere informatie

11 Oplossen van problemen

11 Oplossen van problemen 11 Oplossen van problemen De Accu-Chek Inform II-meter controleert de onderdelen van het systeem voortdurend op onverwachte en ongewenste problemen. Hieronder volgt een tabel met oplossingen van problemen,

Nadere informatie

1.QUICKSTART GUIDE 3 2. PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.DEURBEL AANSLUITEN OP STROOM EN BEVESTIGEN AAN DE MUUR 4 4.HET SCHERM IN GEBRUIK NEMEN 7

1.QUICKSTART GUIDE 3 2. PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.DEURBEL AANSLUITEN OP STROOM EN BEVESTIGEN AAN DE MUUR 4 4.HET SCHERM IN GEBRUIK NEMEN 7 GEBRUIKSAANWIJZING 2 INHOUDSOPGAVE 1.QUICKSTART GUIDE 3 2. PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.DEURBEL AANSLUITEN OP STROOM EN BEVESTIGEN AAN DE MUUR 4 4.HET SCHERM IN GEBRUIK NEMEN 7 5.HET SCHERM NEERZETTEN

Nadere informatie