Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. 2 Uitvoeringsprogramma 6. 3 Jaarlijkse rapportage en evaluatie 7

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. 2 Uitvoeringsprogramma 6. 3 Jaarlijkse rapportage en evaluatie 7"

Transcriptie

1 2016 Jaarrapportage

2 2

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Uitvoeringsprogramma 6 3 Jaarlijkse rapportage en evaluatie 7 4 Belangrijkste onderwerpen in de stuurgroepvergaderingen 8 5 Voorbereidende werkgroep MeBR 15 6 Voortgang van de projecten 16 3 Opgesteld door Ton ter Grote (secretaris Meer en Beter Recyclen) Vastgesteld door de stuurgroep Meer en Beter Recyclen op 12 juni 2017

4 1. Inleiding 4 De Nederlandse overheid werkt samen met marktpartijen en maatschappelijke organisaties aan de transitie naar een circulaire economie. Dit is een economisch systeem dat uitgaat van het behoud van natuurlijke hulpbronnen en herbruikbaarheid van producten en materialen én dat waarde creatie nastreeft in iedere schakel van het systeem. In een circulaire economie zijn kringlopen gesloten zodat grondstoffen in de keten blijven en er geen afwenteling op mens en milieu ontstaat. In 2016 is het Rijksbrede programma circulaire economie Nederland Circulair in 2050 opgesteld. In dit Rijksbrede programma schetst het kabinet hoe we onze economie kunnen ombuigen naar een duurzaam gedreven, volledig circulaire economie in Om dit doel te bereiken moeten we op alle niveaus van onze samenleving actie ondernemen en duidelijke mijlpalen stellen. Het eerste doel is ambitieus maar niet onhaalbaar: 50% minder verbruik van primaire grondstoffen zoals mineralen, fossiele brandstoffen en metalen in Naast het uitvoeren van het Rijksbrede programma circulaire economie zijn er ook lopende programma s die bijdragen aan het tot stand brengen van een circulaire economie. Eén van die programma s is het convenant Meer en Beter Recyclen (MeBR). De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft op 16 maart 2015 met een aantal marktpartijen een convenant ondertekend. Dit convenant heeft als doelstelling een meer en betere recycling tot stand te brengen. Het convenant is op de dag na ondertekening in werking getreden en loopt in beginsel door tot en met 31 december 2024.

5 Het convenant MeBR hangt nauw samen met het programma Van Afvalstof Naar Grondstof (VANG). In het programma VANG-huishoudelijk afval (VANG- HHA) werken diverse partijen samen aan het sluiten van ketens. De ketenaanpak van VANG-HHA richt zich primair op de producten die in de afdankfase onderdeel uitmaken van het huishoudelijk afval. Het convenant MeBR richt zich vooral op afval dat bij bedrijven vrij komt. in Nederland om de transitie naar een circulaire economie te stimuleren. Het convenant MeBR vormt de basis voor een constructieve en lange termijn samenwerking tussen de afval- en recyclingindustrie en het ministerie van IenM. Het is essentieel om ervoor te zorgen dat waardevolle grondstoffen worden herwonnen in plaats van dat ze als restafval worden gestort of verbrand. Daarop is dit convenant gericht. Samenwerking is noodzakelijk. De transitie naar een circulaire economie kan alleen in samenwerking met bedrijven, burgers, onderzoekers en nietgouvernementele organisaties worden gerealiseerd. Concrete en afrekenbare doelen worden bij voorkeur samen met maatschappelijke partners geformuleerd. Dit uitgangspunt in de kamerbrief over VANG vormt ook de grondgedachte van dit convenant. De afval- en recyclingindustrie heeft een cruciale rol in het sluiten van ketens vanwege hun kennis en expertise op het gebied van materialen, hergebruik en recycling. 5 De volgende partijen hebben het convenant MeBR mede ondertekend: Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (BRBS Recycling). Federatie Herwinning Grondstoffen (FHG). Koninklijke Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement (NVRD). Vereniging Afvalbedrijven (VA). De organisaties VA, BRBS Recycling, FHG en NVRD vertegenwoordigen een groot deel van afval- en recyclingsector. Zij onderschrijven de ambitie van MeBR. Daarom willen zij samen met het ministerie van IenM werken aan meer en betere recycling

6 2. Uitvoeringsprogramma 6 Het convenant MeBR is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Het eerste uitvoeringsprogramma MeBR had een looptijd van 1 april 2015 tot en met 31 maart In het voorjaar van 2016 is het tweede uitvoeringsprogramma opgesteld. Dit uitvoeringsprogramma is vastgesteld in de vergadering van de stuurgroep MeBR van 7 april De feitelijke uitvoering van MeBR vindt plaats in nauwe samenwerking tussen overheid en marktpartijen. Dit is opgenomen in het convenant. Het uitvoeringsprogramma vormt een nadere concretisering van de afspraken uit het convenant. Bij het tot stand komen van het initiatief Meer en Beter Recyclen zijn diverse projecten voorgesteld. Daarnaast waren bij Rijkswaterstaat Leefomgeving al enkele projecten in uitvoering die nauw verwant zijn aan het thema. Al deze projecten zijn gebundeld en vormen de inhoud van het uitvoeringsprogramma. De diverse projecten zijn in te delen in de volgende thema s: A. Stimuleren van hoogwaardige recycling. B. Stimuleren van duurzame innovaties in afvalbeheer en recycling. C. Verhogen van het rendement van sorteerprocessen. D. Verbetering van afvalscheiding en inzameling. E. Optimale ketensluiting voor een selectie van materiaalstromen. F. Op milieuverantwoorde wijze wegnemen van onnodige belemmeringen in wet- en regelgeving. G. Opvolging van afgeronde acties. Het uitvoeringsprogramma omvat op dit moment 20 projecten. Deze zijn beschreven in bijlage 1 van het uitvoeringsprogramma. De voortgang van de 20 projecten is beschreven in deze Jaarrapportage.

7 3. Jaarlijkse rapportage en evaluatie In de jaarlijkse rapportage wordt de voortgang van de uitvoering van de MeBR-projecten in kaart gebracht. De rapportage wordt tevens gebruikt als onderdeel van de bredere monitoring van het programma VANG. De jaarrapportage wordt jaarlijks door de stuurgroep MeBR vastgesteld en gepubliceerd op de website van MeBR ( Met het vaststellen van de jaarrapportage committeren de convenantpartners zich aan de uitkomsten van de uitgevoerde projecten. Op basis van de jaarrapportage beoordeelt de stuurgroep MeBR of de resultaten van de afzonderlijke projecten overeenkomen met de bij aanvang afgesproken doelen. Voor de doorontwikkeling van het convenant zal worden bepaald welke aanvullende acties of projecten nodig zijn om de doelen te bereiken. Deze kunnen worden opgenomen in het nieuwe (op te stellen) uitvoeringsprogramma. In maart 2018 en in 2021 vindt er een uitgebreidere evaluatie plaats. Hiervoor worden zowel de kwalitatieve als kwantitatieve resultaten van de voorgaande jaren geanalyseerd. Op basis van de uitkomsten zal de stuurgroep MeBR nagaan in hoeverre de (sub)doelstellingen worden gerealiseerd. En in combinatie met een evaluatie van het uitvoeringsprogramma van VANG-HHA zal de stuurgroep beoordelen of er sprake is van een dalende trend waardoor de VANG-doelstelling binnen bereik komt. Op basis van de tussentijdse evaluaties besluit de stuurgroep MeBR of de afspraken in het convenant moeten worden gewijzigd om nieuwe ontwikkelingen en inzichten te integreren. 7

8 4. Belangrijkste onderwerpen in de stuurgroepvergaderingen 8 De stuurgroep MeBR hanteert een roulerend voorzitterschap. Per half jaar is telkens een ander stuurgroeplid voorzitter. In de periode van januari tot en met maart 2016 is Max de Vries voorzitter van de stuurgroep. Ton Holtkamp treedt als voorzitter op in de periode van 1 april 2016 tot 1 oktober Daarna is Dick Hoogendoorn voorzitter (van 1 oktober 2016 tot 1 april 2017). Stuurgroepvergadering 8 januari 2016 Hieronder worden de belangrijkste onderwerpen van de stuurgroepvergadering van 8 januari 2016 weergegeven. Uitvoeringsprogramma Bij de projectleiders wordt informatie opgevraagd over de voortgang van de projecten. Aan de hand van die informatie wordt het nieuwe uitvoeringsprogramma MeBR opgesteld. Bij de informatie-uitvraag wordt ook geïnventariseerd of de projectgroepen knelpunten ervaren en of er actie vanuit de stuurgroep nodig is. De stuurgroepleden besluiten een extra stuurgroepvergadering in te plannen voor het bespreken en vaststellen van het nieuwe uitvoeringsprogramma Deze vergadering wordt gehouden op 2 maart Jaarrapportage 2015 In de jaarrapportage 2015 wordt de voortgang van de diverse projecten beschreven. De jaarrapportage wordt in de stuurgroepvergadering van 2 maart 2016 besproken. Nadat de jaarrapportage is vastgesteld, wordt deze op de nieuwe website van MeBR geplaatst. Tweede Kamer brief over VANG van 14 december 2015 Op 14 december 2015 is er over VANG een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. De brief met bijlagen geeft weer op welke wijze het kabinet wil omgaan met het

9 programma VANG. De stuurgroepleden vinden het jammer dat de Tweede Kamerleden relatief weinig tijd besteden aan VANG en de circulaire economie. De overheid wil de transitie naar de circulaire economie maken en het bedrijfsleven gaat hier ook mee aan de slag. De nieuwe website van MeBR zal een belangrijk instrument worden voor de externe communicatie over dit thema. Website MeBR Er wordt gewerkt aan een website voor Meer en Beter Recyclen. Qua structuur lijkt de website MeBR erg op de website van VANG-HHA. Op beide websites worden met hyperlinks koppelingen tussen beide websites opgenomen. De website is in de eerste plaats bedoeld voor de bedrijven in de afval- en recyclingbranche. Naar verwachting zal de website in de loop van maart 2016 live gaan. Stuurgroepvergadering 2 maart 2016 De belangrijkste onderwerpen van de stuurgroepvergadering van 2 maart 2016 worden hieronder weergegeven. Jaarrapportage 2015 De Jaarrapportage 2015 wordt doorgenomen aan de hand van een oplegnotitie, waarin de verschillende projecten van het convenant kort zijn samengevat. Met verschillende kleuren is aangegeven of het project volgens planning verloopt (groen), dat er wel voortgang is, maar dat de actie achter loopt op de planning (oranje), of dat er knelpunten zijn en dat er niet of nauwelijks voortgang is (rood). Alle projecten worden uitvoerig besproken. Dit neemt een groot deel van de vergadering in beslag. Uitvoeringsprogramma In de stuurgroep komt de wens naar voren dat de voorbereiding van de Jaarrapportage en het Uitvoeringsprogramma de volgende keer anders zou kunnen. Nu kost het bespreken van alle teksten erg veel tijd. Het voorstel is om bij de totstandkoming van het volgende uitvoeringsprogramma ( ) de concepttekst te laten voorbereiden door een team van vertegenwoordigers van de convenantpartners op het niveau van beleidsmedewerker/secretaris. Zij bereiden de teksten voor en geven aan over welke knelpunten de stuurgroep zou moeten vergaderen. Bij deze werkwijze is er tussen de convenantpartners van tevoren consensus over het grootste deel van de teksten en hoeven de leden van de stuurgroep in de vergadering alleen de knelpunten te bespreken. Dit komt het vaststellingsproces van Jaarrapportage en Uitvoeringsprogramma ten goede. Het inhoudelijk bespreken van het Uitvoeringsprogramma wordt doorgeschoven naar de stuurgroepvergadering van 7 april Stuurgroepvergadering 7 april 2016 De belangrijkste onderwerpen die in de vergadering van 7 april 2016 werden besproken, zijn hieronder weergegeven. Communicatie over recycling Er wordt een presentatie gegeven over communicatie. In de presentatie wordt in grote lijnen de essentie van het op te stellen communicatieplan weergegeven. In de communicatie over MeBR staat de website centraal. In het communicatieplan wordt uitgewerkt wat je flankerend aan de website nog kunt doen. De doelgroep is primair de afvalrecyclingbranche 9

10 10 en de afvalinzamelbedrijven. Daarnaast is het nodig om over recycling te communiceren richting burgers, andere overheden en politici. Zodra het communicatieplan in concept klaar is, wordt dit onderwerp opnieuw in de stuurgroep besproken. Casus beeldbuisglas in betonblokken Er zijn Kamervragen gesteld over betonnen stapelblokken. Gevraagd is welke afvalstoffen in betonblokken mogen worden verwerkt. Meer specifiek gaat het om het verwerken van beeldbuisglas in betonblokken. De wenselijkheid van verwerking van beeldbuisglas in beton staat al enige tijd ter discussie, omdat het beeldbuisglas lood bevat. Lood is aangemerkt als zeer zorgwekkende stof. Het lood zal op enig moment in het milieu terecht komen, nadat het beton sloopafval is geworden en na vermaling bijvoorbeeld als wegfundering wordt toegepast. Het stoffenbeleid wil juist een halt toeroepen aan de verspreiding van lood in het milieu. Het onderwerp zeer zorgwekkende stoffen wordt ook besproken in de Begeleidingscommissie LAP3. Van belang is of dit materiaal in een matrix vast zit of bij toepassing in de bodem mogelijk gaat uitlogen. Het is de vraag of het vermalen beeldbuisglas is aan te merken als substances of very high concern. Bij de toepassing van beeldbuisglas in betonblokken er in de afvalfase betongruis zal ontstaan. Voorkomen moet worden dat er in de afvalfase een ongecontroleerde verspreiding van betongruis en een diffuse verspreiding naar het milieu gaat plaatsvinden. Over het beeldbuisglas neemt Nederland een standpunt in en draagt dat standpunt uit naar andere EU-lidstaten. Ecodesign en design for recycling Er wordt een gesprek gevoerd over de belangrijkste lopende zaken op het gebied van ecodesign en design for recycling. Aangegeven wordt dat het belangrijk is om een connectie tot stand te brengen tussen de recyclingsector en de producerende bedrijven. Op Europees niveau is het belangrijk dat er een level playing field tot stand komt en dat aanwezige handelsbelemmeringen worden weggenomen. Op nationaal niveau zijn er diverse stimuleringsprogramma s voor ecodesign en design for recycling. In het Actieplan Circulaire Economie zijn er nog geen afspraken over ecodesign en design for recycling opgenomen. Wel is toegezegd dat er een Workingplan Ecodesign zal komen. Dit is er echter nog niet. Duidelijk is wel dat de producenten niet blij zijn met materiaalgerichte eisen (bepaald percentage aan recyclaat gebruiken bij productie van nieuwe producten). Zij willen zoveel mogelijk vrijheid houden om ook voor primaire grondstoffen te kunnen kiezen. In het Actieplan zijn wel de intenties van de markt voor secundaire materialen opgenomen. Er staat iets in over End of Waste en er is ook een link met chemische (gevaarlijke) stoffen. Er zijn in Europa nog geen afspraken over recycled content. De Europese commissie heeft opdracht verleend aan Standaardisatieorganisaties om kwaliteitscriteria te ontwikkelen (Eco-label voor producten die volgens ecodesign zijn ontworpen en geproduceerd). Op nationaal gebied is Nederland Circulair (programma Circo) bezig met het verlenen van hulp aan bedrijven die circulair willen gaan ontwerpen. Via producentenverantwoordelijkheid wordt geprobeerd om voor elkaar te krijgen dat producenten een hoger percentage gerecycled materiaal in nieuwe producten gaan toepassen. Dit onderwerp komt ook aan de orde

11 in LAP3. Daar wordt besproken welke instrumenten op het gebied van ecodesign en design for recycling kunnen worden ingezet. Jaarrapportage 2015 De Jaarrapportage 2015 is in de vergadering van 2 maart 2016 inhoudelijk besproken. De opmerkingen die in de vorige vergadering werden gemaakt, zijn in de eindversie van de Jaarrapportage verwerkt. De stuurgroep stelt de Jaarrapportage vast. Uitvoeringsprogramma De stuurgroepleden hebben opmerkingen ingediend over de inhoud van het concept uitvoeringsprogramma. De opmerkingen zijn verwerkt in de eindversie van het uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma wordt vastgesteld. De stuurgroep wil een voorbereidende werkgroep instellen. Hoe deze werkgroep wordt ingericht, wordt nog uitgewerkt. Een voorstel hiervoor wordt besproken in de volgende stuurgroepvergadering. DONG Energy: enzymatische afvalverwerking Deze afvalverwerkingstechnologie bestaat uit een mechanische en biologische behandeling van gemengd restafval en energieopwekking door een proces van vergisting. Er wordt betwijfelt of deze technologie wel bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen van VANG en MeBR. Een aantal componenten wordt uit het afval gehaald, waarna de rest wordt aangewend voor energieopwekking. Deze technologie draagt niet bij aan het behalen van de recyclingdoelstellingen. Wellicht zou deze afvalverwerkingstechnologie wel kunnen worden toegepast in gebieden/steden waar het gescheiden inzamelen van afval vanuit technisch oogpunt en/of kostenoverwegingen niet kan worden gerealiseerd. Maar dit moet zeker niet zondermeer overal toegepast gaan worden. Het restafval is dermate verontreinigd met andere componenten dat het digestaat dat na vergisting overblijft, niet geschikt is voor het maken van compost. Dit kan dan alleen nog maar worden verbrand (met energieopwekking). Dit is een vorm van afvalbeheer die laagwaardiger is dan recycling van afval. De gemeente Eindhoven overweegt om deze afvaltechniek te gaan toepassen. De stuurgroep wacht af tot alle voor- en nadelen goed in kaart zijn gebracht. Stuurgroepvergadering 18 juli 2016 Hieronder worden de belangrijkste onderwerpen van de stuurgroepvergadering van 18 juli 2016 weergegeven. Communicatieplan Er wordt een presentatie gegeven over het concept communicatieplan voor MeBR. De grote lijnen van het communicatieplan worden weergegeven. De stuurgroepleden hebben een aantal opmerkingen over het communicatieplan. Men betwijfelt of een twitteraccount een goed middel is om de achterban te bereiken. Ook twijfelt men of er een boegbeeld voor MeBR moet komen. Een aantal stuurgroepleden geeft aan dat ze in het geval van het overbrengen van bepaalde boodschap bij de achterban kiezen voor het sturen van een persoonlijk gerichte . De convenantpartners gebruiken veelvuldig periodieke (digitale) nieuwbrieven. Men vraagt zich af of de communicatie over MeBR onder gebracht zou moeten worden bij de brede communicatie over het programma VANG. Onderschreven wordt 11

12 12 dat de website het belangrijkste middel is voor communicatie richting de achterban. Geadviseerd werd het communicatieplan niet te groots op te zetten, maar om het klein en praktisch te houden. VANG buitenshuis Er wordt een presentatie gegeven over het programma VANG buitenshuis. In de richtlijn Herkenbare afvalscheiding buitenshuis is een voorstel opgenomen voor eenduidig gebruik van symbolen/pictogrammen voor afvalscheiding. Het is belangrijk dat de overheid op een eenduidige manier communiceert. Daarnaast is van belang dat er eenheid komt in de inzamelingssystemen voor huishoudelijk afval. Bij afval dat buitenshuis vrij komt, zit een grote hoeveelheid PMD. Het blijkt erg lastig te zijn om dit op een goede manier gescheiden in te zamelen. In grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam komt veel hoogbouw voor. Hier is gekozen voor nascheiding omdat voorscheiding vaak praktisch niet goed uitvoerbaar is. Uiteindelijk gaat het om het doel: zoveel mogelijk goed bruikbare grondstoffen uit het afval halen. In het najaar van 2016 wordt de strategie van VANG buitenshuis herzien. Er zal een Programmaplan VANG Buitenshuis gemaakt worden. Dit zal een doorkijk naar 2022 bevatten. Ecodesign en design for recycling In het convenant MeBR staat dat de partijen met producerende bedrijven samenwerken om ecodesign en design for recycling te stimuleren en de markt voor recyclaten te vergroten. Het ministerie van IenM stimuleert ecodesign en design for recycling en onderzoekt wat de mogelijkheden zijn voor normstelling voor gerecycled materiaal in producten en manieren om de marktacceptatie van gerecyclede producten te stimuleren. Zij streeft hierbij naar verbinding met de projecten binnen dit convenant. Voor het project E2 Stimuleren van ecodesign en design for recycling zou een projectteam worden opgericht. Tot dusver is dit projectteam nog niet van de grond gekomen. Er wordt een voorstel besproken over het uitwerken van dit project en het bemensen van het projectteam. De stuurgroep is akkoord met het voorstel. Instellen van een voorbereidende werkgroep MeBR In de stuurgroepvergadering van 7 april 2016 is afgesproken dat er voor de uitvoering van het programma MeBR een voorbereidende werkgroep wordt ingesteld. De stuurgroep bespreekt een voorstel voor het inrichten van de werkgroep. In het voorstel wordt ingegaan op de structuur, de taken, de vergaderfrequentie, de rol van voorzitter en secretaris en wordt een voorstel gedaan voor personen die vanuit de convenantpartijen kunnen gaan deelnemen aan de projectgroep. De stuurgroepleden verwachten dat de vergaderingen efficiënter zullen verlopen. Verwacht wordt dat de voorbereidende werkgroep spreekt over de details en dat vervolgens in de stuurgroep alleen over de hoofdlijnen en de eventuele knelpunten wordt gesproken. De opmerkingen van de stuurgroepleden worden verwerkt waarna het voorstel opnieuw besproken zal worden in de stuurgroepvergadering van 6 oktober 2016.

13 Stuurgroepvergadering 6 oktober 2016 De belangrijkste onderwerpen van de stuurgroepvergadering van 6 oktober 2016 worden hieronder weergegeven. Terugblik op Afvalconferentie van 5 oktober 2016 De deelsessie over Meer en Beter Recyclen die door Ton Holtkamp werd geleid, werd goed bezocht. Er waren twee boeiende presentaties: Jacobine Meijer van Rijkswaterstaat Leefomgeving over Afval buitenshuis en Hannet de Vries van Frankenhuis B.V. over textielrecycling. Gesprek met dhr. van Beek van FME Robert van Beek is beleidsadviseur arbo, bouw & milieu bij ondernemersorganisatie FME. Hij houdt zich onder meer bezig met de stoffenproblematiek in het aandachtsgebied van REACH en recycling. Verder houdt hij zich bezig met elektrische en elektronische apparaten, het verpakkingendossier en ecodesign. De heer Van Beek geeft zijn visie op de circulaire economie. De industrie wordt nog niet voldoende aangesproken. Vanuit de recycling worden nog niet voldoende stromen naar de maakindustrie gestuurd. Men zou kunnen sturen door Maatschappelijk verantwoord inkopen, maar ook door het verplicht stellen van het gebruik van een bepaald percentage aan recyclaat. Op dit moment is er nog weinig bereidheid van producenten om recyclaat toe te passen. Hiervoor kunnen de volgende factoren van belang zijn: Leveringszekerheid vanuit China e.d. Resource-efficiency. Het sluiten van kringlopen. Zowel kwantiteit als kwaliteit zijn van belang. Kwaliteit en levering van een bepaald volume moeten zijn gewaarborgd. Er liggen kansen door aan te haken bij het Grondstoffenakkoord en de transitieagenda s. Rijksbrede programma circulaire economie Marc Pruijn is programmaleider van het Rijksbrede Programma circulaire economie en geeft een toelichting op het rijksbrede programma. Eerst komt er een Grondstoffenakkoord dat door diverse partijen wordt opgesteld en ondertekend. Het Grondstoffenakkoord vormt de aanzet voor het opstellen van transitieagenda s. Daarin wordt het rijksbrede programma verder uitgewerkt voor vijf belangrijke sectoren. De Tweede Kamer is akkoord met deze aanpak. Dit is een onderwerp dat ongetwijfeld in een volgend kabinet wordt voortgezet. Ingrijpen van de overheid zal nodig zijn, anders komt het niet van de grond. Voorbeeld is kunststoffen: de hoeveelheid kunststoffen is enorm groot. Een goede afzetmarkt ontbreekt. De recyclingmarkt heeft onvoldoende concurrentiekracht. De toepassing van recyclingmaterialen valt tegen. De overheid zal moeten ingrijpen, anders zullen de doelen niet worden gehaald. De rijksoverheid wil tempo maken want op het moment dat er een nieuw kabinet zal zijn, moeten er concrete plannen klaarliggen. Over het Convenant MeBR wordt opgemerkt dat de staatssecretaris van IenM haar handtekening gezet op het convenant heeft gezet. IenM is nog steeds gecommitteerd. De convenantpartners zijn echter ook gecommitteerd. Vraag is wat de rol van de convenantpartners bij het Grondstoffenakkoord en de Transitieagenda s gaat worden. De convenantpartners zullen allen een bijdrage moeten leveren. 13

14 14 Project Sturing recyclebaar afval (verhogen rendement nascheiding) Er is een onderzoek uitgevoerd over de sturing van recyclebaar afval. Het onderzoek richt zich op de sorteerbedrijven: hoe kunnen we het rendement van de nascheiding verhogen? Het conceptrapport is besproken in de begeleidingscommissie. Hierin zijn alle convenantpartners vertegenwoordigd, behalve de NVRD. Diverse stuurgroepleden zijn ontevreden over het uitgevoerde onderzoek. Aangevoerd wordt dat er vooral vanuit de aanbodkant wordt geredeneerd, niet vanuit de vraagkant. Men wil een oplossing kiezen zonder daarin eisen op te nemen voor de kwaliteit van het sorteerproces. De studie richt zich sterk op een tussenstap voor alle stromen die naar de AVI gaan. Een extra (dure) verplichte stap waarvan onbekend is wat het milieueffect is. Maar ook wordt aangegeven dat het om een deelonderzoek gaat. Het kijken naar de afzetkant is bewust buiten de onderzoeksopdracht gelaten. De focus lag op hoe je het rendement van sorteerinstallaties omhoog krijgt en het volume aan sorteerresiduen omlaag. Er zal een oplegnotitie worden gemaakt waarmee dit onderwerp de volgende keer weer op de agenda van de stuurgroep wordt gezet. tussen vormen van recycling op te nemen in LAP3. In de eerste versie van LAP3 zal de systematiek nog niet daadwerkelijk uitgewerkt zijn voor specifieke casussen. De stuurgroep neemt de stand van zaken van dit project voor kennisgeving aan. Voorbereidende werkgroep voor MeBR In een van de vorige stuurgroepvergaderingen is afgesproken dat er voor de uitvoering van het programma Meer en Beter Recyclen een voorbereidende werkgroep wordt ingesteld. Belangrijkste taak van deze werkgroep is het voorbereiden van de stuurgroepvergaderingen, zodat de leden van de stuurgroep zich in de vergadering kunnen beperken tot alleen de hoofdzaken en de echte knelpunten. De stuurgroep is akkoord met de voorgestelde werkwijze en bemensing van de voorbereidende werkgroep MeBR. Project Hoogwaardige recycling In het project Hoogwaardige recycling wordt een methodiek ontwikkeld om de hoogwaardigheid van recycling vast te stellen. Na vaststelling van de methodiek wordt voor een aantal afvalstromen getest wat de bruikbaarheid van de ontwikkelde systematiek is en onderzocht hoe het toepassen van de systematiek gaat uitpakken. Het is de bedoeling om het principe van het maken van onderscheid

15 5. Voorbereidende werkgroep MeBR 15 De voorbereidende werkgroep MeBR komt op 14 december 2016 voor de eerste keer bij elkaar. De belangrijkste taak van de werkgroep is het voorbereiden van de vergaderingen van de stuurgroep MeBR. De leden van de voorbereidende werkgroep bespreken inhoudelijke zaken, zodat de stuurgroep zich kan beperken tot alleen de hoofdzaken en de knelpunten. De werkgroepleden maken afspraken over een aantal procedurele zaken, zoals de taken van de werkgroep, de vergaderfrequentie en de invulling van de rol van voorzitter en secretaris.

16 6. Voortgang van de projecten In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de projectleiders van de 20 projecten die in het kader van het convenant MeBR worden uitgevoerd. Overzicht projectleiders van de 20 projecten van MeBR Nr Naam projectleider Naam project A1 Marco Kraakman Hoogwaardige recycling B1 Leon Urlings Duurzame innovatie B2 Erik Jansen (RVO) Fiscale stimulering B3 Klaas van der Sterren Herziening BREF Waste Treatment B4 Olaf van Hunnik Toekomstvisie Avi s C1 Marco Kraakman Verhogen rendement nascheiding 16 D1 Jacobine Meijer Afval buitenshuis D2 Ton ter Grote Communicatie E1 Jan Hoeflaken Ketenproject dakafval E2 Hans Spiegeler Ecodesign en design for recycling F1 Loek Knijff Juridisch en beleidsmatig kader einde-afval en bijproduct F2 Olaf van Hunnik Nationale criteria einde-afval en bijproduct F3 Olaf van Hunnik Webtoets oordeel afvalstatus F4/F5 Loek Knijff Stroomlijnen stoffenregelgeving en recycling F6 Leon Urlings Kansen en belemmeringen bij import en export F7 Henk Hortensius Ruimte in regels G1 Geert Cuperus Monitoren effect EoW-criteria puingranulaat G2 Marco Kraakman Monitoren effect afvalbelasting G3 Marco Kraakman Monitoren regeling GHA G4 Marco Kraakman Onderscheid tussen hoog- en laagwaardige recycling bij grensoverschrijdend transport verwerken in LAP3 Hieronder volgen factsheets van de 20 MeBRprojecten. Naast een beschrijving van de uit te voeren actie en het beoogd resultaat, wordt er per project vermeld wat de huidige stand van zaken is en welke knelpunten er eventueel spelen. Met een kleur wordt er een indicatie aangegeven van de voortgang van het project. Met de drie verschillende kleuren wordt het volgende aangeduid: Groen = actie loopt volgens planning Oranje = er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning Rood = grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang

17 A1 Hoogwaardige recycling Actie VANG-brief januari 2014/april /43 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Marco Kraakman (RWS) Marco Kraakman (RWS) Guus van den Berghe (RWS) Marc Pruijn (IenM) Max de Vries (BRBS) Robert-Jan Saft (VA) Robert van Duin (Rec Netw) Hielke van der Brink (FHG) Anne-Marth Vrind (KIDV) Job Spijker (RIVM) José Potting (Pbl) Maarten Goorhuis (agendalid) Lianne Schoonus (agendalid) Hoogwaardige recycling per keten stimuleren - Beleidsmakers - Afvalverwerkende bedrijven Voor materialen zijn soms meerdere vormen van recycling mogelijk, waarbij het materiaal in verschillende toepassingen een tweede leven krijgt. Het is niet altijd duidelijk of deze allemaal even wenselijk zijn en al helemaal niet of hierin ook gestuurd moet worden. Dit hangt bijvoorbeeld af van de milieu-impacts van het geschikt maken van het materiaal voor recycling, maar ook welke primaire materialen bij het tweede leven worden uitgespaard, of na een tweede leven ook een derde en eventueel nog meer levens mogelijk zijn, etc. Het project beoogt een systematiek te ontwikkelen om op objectieve wijze onderscheid te kunnen maken tussen verschillende vormen van recycling. Een belangrijke maatstaf die wordt gehanteerd is de mate waarin de betreffende inzet bijdraagt aan de transitie naar een circulaire economie, waarbij de mater waarin het materiaal in de keten gehouden kan worden een belangrijk criterium is. In een tweede fase van het project wordt bezien voor welke concrete gevallen het toepassen van de systematiek zinvol zou kunnen zijn, wat dat oplevert en of dat iets betekent voor de minimumstandaarden in LAP3. - Een analyse van beleidsmatige mogelijkheden om iets met hoogwaardige recycling te doen. - Twee methodieken voor het definiëren van hoogwaardige recycling, alsmede een vergelijking daarvan. - Doorrekening van de methodieken voor een aantal casussen. - Vertaling van de resultaten naar LAP3. 17

18 18 Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang 1. Het project heeft geleid in eerste instantie geleid tot twee manieren om onderscheid te maken tussen vormen van recycling; de eerste op basis van een LCA-methodiek en de tweede op basis van een meer globale regels (beleidsmodel). Ook is gekeken naar de overeenstemming tussen beide methoden en de bruikbaarheid voor diverse casussen. 2. Mede ter verfijning van het beleidsmodel is gekeken naar het meenemen van de schaarste van materialen Hiervoor is een economische benadering toegepast. 3. De ontwikkelde LCA-methodiek wordt in LAP3 opgenomen als methode om afwijkingen van de minimumstandaard te legitimeren. Daarnaast is het principe van het maken van onderscheid tussen vormen van recycling wordt opgenomen in LAP3. Concrete invulling voor specifieke afvalstromen en het verwerken in minimumstandaarden heeft nog niet plaatsgevonden omdat er nog wat open eindjes zijn (zie onder 4) 4. De volgende punten vragen in ieder geval nog om aandacht a. Is de economische benadering (punt 2) geschikt om schaarste van materialen in het beleidsmodel (punt 1) te verwerken en zo ja, hoe zijn beide te integreren tot één werkbaar model? b. Hoe goed stemmen het aangevulde beleidsmodel en de ontwikkelde LCA methodiek (onder 1) overeen? Wat betekent dit voor de beleidsmatige bruikbaarheid van beide modellen? Feitelijk is er behoefte aan meer casussen c. In welke gevallen willen we voor concrete stromen ook echt gaan sturen tussen vormen van recycling, bijvoorbeeld door middel van het aanpassen van de minimumstandaard en/of het exportbeleid? d. Hoe gaan we over de resultaten communiceren Tot op heden zijn alle deelstudies opgeleverd als eindconcept en nog niet publiek gemaakt. Dit gaat zeker gebeuren, maar de uitdaging is om dit zo te doen dat de samenhang tussen de deelstudies en de bruikbaarheid er van op dit moment goed voor het voetlicht wordt gebracht. Opstellen LAP3 en het Rijksbrede programma CE hebben enkele maanden alle aandacht opgeëist, maar in januari 2017 komt de begeleidingscommissie weer bij elkaar waarbij alle onder 1 t/m 4d genoemde punten zullen worden besproken aan de hand van een concreet voorstel hoe het project voort te zetten. Vanuit FHG is kritiek geuit op het gebruik van mlca voor het definiëren van hoogwaardigheid. De systematiek is opgenomen in LAP3, maar het is niet gelukt om al in de eerste versie van LAP3 de systematiek ook daadwerkelijk uitgewerkt te hebben voor specifieke casussen. De verwachting is wel dat we bij de eerste tussentijdse wijziging wel een stap in die richting kunnen zetten. Oranje

19 B1 Duurzame innovatie Actie VANG-brief jan 2014/april /41 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Leon Urlings (VA) Marco Kraakman (RWS/Leefomgeving) Max de Vries (BRBS) Adrie Veeken (Attero) Hubert Neelen (M-tech NL) Jan Thewissen (Shanks) Paul Krom (Sortiva) Hans Rouwmaat (Rouwmaat) Sietse Agena (AEB) Dick Hoogendoorn (VA) Inventariseren waar belemmeringen zitten voor het realiseren van innovaties die de realisatie van de CE dichterbij kunnen brengen en adviseren hoe deze belemmeringen weggenomen zouden kunnen worden Rijksoverheid (Min I&M/Min BZK) Voor de brede toepassing van gerecyclede afvalstoffen als grondstoffen worden in de praktijk 2 belangrijke belemmeringen ervaren. Enerzijds ontbreekt vaak een markt voor grondstoffen uit gerecycled materiaal, m.n. vanwege het label afval. Anderzijds hebben bedrijven weinig experimenteerruimte om innovatieve ideeën in de praktijk uit te werken vanwege bestaande vergunningen. De inzet van afvalstoffen als grondstof wordt eenvoudiger wanneer afvalstoffen na bewerking onder voorwaarden (toepassen model afval of niet ) de einde afval status kunnen krijgen. De samenwerking tussen bedrijven te weten de ontdoener, verwerker en producent (nieuwe producten) moet gefaciliteerd worden om de inzet van afvalstoffen als grondstoffen mogelijk te maken. Tijdelijke ontheffingen in vergunningen en EVOA verplichtingen moeten bedrijven de mogelijkheden geven nieuwe processen te testen en te ontwikkelen. Wanneer de testen succesvol afgerond worden zullen bedrijven met concrete investeringsvoorstellen komen en niet eerder. Veelal zullen investeringen door de 3 bedrijven gezamenlijk gedaan moeten worden. Deze gedachte past wel in bij de invulling van een CE. De projectgroep probeert tot concrete invulling van verbetervoorstellen te komen. Pull en push maatregelen. Uitdenken wat innovatieve recyclingtechnieken daadwerkelijk zijn. Inventariseren welke innovatieve recyclingtechnieken passen binnen de transitie naar een circulaire economie. In beeld brengen wat de introductie van dergelijke innovaties verhindert en met welke middelen of instrumenten dergelijke innovaties meer kunnen worden gestimuleerd. De aanbevelingen uit de projectgroep worden zoveel als mogelijk meegenomen in het nieuw op te stellen LAP3. Implementatie van (een selectie van stimuleringsmaatregelen) om innovaties binnen het afvalbeheer te stimuleren worden gevolgd. Uiteindelijk resultaat is het opstellen van een bevindingen lijst of de in april opgenomen aanbevelingen betreffende de duurzame innovatie in het kader van LAP 3 of andere beleidsdocumenten bijv. over de CE geadresseerd zijn. Het uitvoeren van een evaluatie in de 1e helft van 2017 is gewenst. 19

20 Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Er is een link gelegd met de voorbereidingen van LAP3. Kunnen zodanige ontwikkelingen gestimuleerd worden dat verhoging van de minimum standaarden mogelijk wordt? Er blijkt in de praktijk voor ondernemers weinig ruimte voor het doen van proefnemingen om innovatieve technieken van de grond te krijgen. In 2016 is met name gezocht naar methoden en omstandigheden voor het uitvoeren van proeven te verruimen. Milieuvergunningen laten veelal weinig ruimte voor experimenteren en het ontwikkelen van grensoverschrijdende initiatieven stuit op formele handhaving van EVOA voorschriften. Voorgestelde LAP 3 teksten zijn integraal in de vergadering van maart besproken en via mail in april 2016 afgerond. Onderstaand is commentaar van de laatste bijeenkomst in ontwerp LAP3 teksten opgenomen. Een lijst van bevindingen is nog niet opgesteld en het uitvoeren van een evaluatie wordt voor de 1e helft van 2017 aanbevolen. Stimulering van het bedrijfsleven ontdoeners, afvalbedrijven en productiebedrijven) vanuit de stuurgroep om mee te werken aan de circulaire economie blijft noodzakelijk. Veelal is de business case om afval op te werken naar grondstoffen onder de huidige economische omstandigheden niet of nauwelijks winstgevend. De bereidheid om te investeren in innovaties is daarom in het algemeen zeer beperkt. Het inzetten van uit afval geproduceerde grondstoffen blijft in relatie tot het toepassen van de REACH-regelgeving moeilijk. Oranje 20

21 B2 Fiscale stimulering Actie VANG-brief jan 2014/april /31 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Erik Jansen (RVO) Marco Kraakman (RWS) Stimuleren van bedrijfsactiviteiten die passen in de circulaire economie Bedrijven die willen investeren in duurzaam materiaalgebruik en in activiteiten die passen in de circulaire economie Dit project richt zich op het aanpassen van de regelingen MIA en VAMIL, die milieuvriendelijke investeringen stimuleren. Deze regelingen moeten bevorderen dat bedrijven meer investeringen gaan doen in duurzaam materiaalgebruik. Aanpassen van de fiscale regelingen zodat bedrijfsactiviteiten die passen in de circulaire economie, worden gestimuleerd. In de Milieulijst 2017 is de eis aan een minimale terugverdientijd van 5 jaar vervallen, hetgeen vooral voor investeringen in CE een struikelblok was. Verder zijn codes toegevoegd voor de toepassing van recyclaat, o.a. in beton en dakbedekking. Plastics van gecertificeerde groene grondstoffen komen voortaan in aanmerking. Tevens zijn vier vernieuwende scheidingstechnieken toegevoegd. Voor het komende LAP3 zal o.a. worden bezien hoe MIA en Vamil maximaal bij kunnen dragen om voorkeursrecycling tot stand te brengen. Ook zal communicatie worden geoptimaliseerd. Geen knelpunten. Groen 21 B3 Herziening BREF Waste Treatment Actie VANG-brief jan 2014/april /41 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Klaas van der Sterren Geen team, wel een aantal betrokkenen: Piet Kruithof (IenM) Marco Kraakman (RWS)Vereniging Afvalbedrijven BRBS Vergunningverleners, via Infomil (RWS) (voor zover ze tijd kunnen/mogen maken) Inbrengen van de NL positie in de bepaling van nieuwe referentiedocumenten voor afvalbehandeling. Doel is te komen tot een BREF WT die past bij de NL situatie / ambitie. Doel is tevens om ook technieken inbrengen die passen binnen de transitie naar een CE. Hier ligt de link met MEBR. Lastig is wel dat een BREF niet direct instrument is om transities te realiseren; uitgangspunt is meer dat het om bestaande en bewezen technieken moet gaan. Uiteindelijk zal het afval behandelende bedrijfsleven geconfronteerd worden met de BREF WT. Dit zal via de bevoegde gezagen lopen (vergunningverlening).

22 22 Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang In Europa wordt gewerkt aan de herziening van de BREF Waste Treatment (BREF WT), het referentiedocument voor best beschikbare technieken (BBT) in de afvalverwerkingsindustrie. Deze BBT zijn een instrument om de minimale kwaliteit van afvalverwerking te waarborgen. De BREF WT wordt door bevoegde overheidsinstanties in de lidstaten gebruikt voor het verlenen van vergunningen (de aangevraagde vergunningen worden getoetst aan de BREF WT). De uitdaging ligt in het toewerken naar een ambitieus document, maar waarvoor tevens een groot draagvlak aanwezig is. Hierbij moet de kloof tussen de lidstaten niet worden vergroot: de stand van zaken tussen verschillende lidstaten verschilt soms erg, waardoor het ene land méér inspanning moet leveren om aan de eisen te voldoen dan het andere land. Lezen van de voorstellen van TWG leden, inbrengen van gevraagde data / gemotiveerde posities. Samenwerking opzoeken tussen lidstaten en met de sector. Resultaat moet een nieuwe BREF WT zijn. Ambitie is dat deze gebruiksvriendelijker is. Doel is geen verlaging van de lat (meer EU lidstaten, dus grotere kloof tussen vóóren achterlopers), maar minimaal vasthouden van huidige niveau. In 2015 is er door de subwerkgroepen gewerkt aan voorstellen voor BAT conclusies. Concepten hiervan zijn nu en dan gedeeld met vergunningverleners in NL, om te controleren of de suggesties van de werkgroepen aankoersen op werkbare en rechtdoende BAT conclusies. Dit proces eindigde in december 2015, toen het EIPPCB de eerste draft van de BREF WT publiceerde. De datacollectie is nu afgerond (gegevens NL bedrijven aangeleverd). IEPPCB beoordeelt nu de gegevens en komt met een concept BREF. In 2016 is er discussie gevoerd over BAT (best available techniques), over monitoring en het vastleggen van de referentiedocs. Omdat er nog behoorlijk wat input kwam zal het EIPPCB met een tweede draft komen. Deze wordt begin 2017 verwacht. Ergens begin 2017 zal dan een TWG bijeenkomst zijn. Eind 2017 verwachten we de definitieve nieuwe BREF WT. Eén van de punten die nu nog niet goed genoeg naar voren komen is hoe gedifferentieerd kan worden tussen grote en kleine bedrijven. De scope van de BREF WT is verbreed waardoor veel kleine bedrijven hier nu ook aan moeten voldoen. Onze (NL) wens is dat er in de BREF voldoende ruimte wordt geboden zodat kleine bedrijven (waar een zwaar BREF regime niet van toepassing is of om andere redenen het doel voorbij schiet) een lichtere versie van de verplichtingen (m.n. administratief) aangeboden krijgen. Daarnaast spelen er wat meer inhoudelijke discussies over bijvoorbeeld normstelling NH3 en H2S versus geurnorm en onderscheid maken bij normeren van metaalemissie tussen indirect en direct lozen van afvalwater. Groen

23 B4 Toekomstvisie AVI s Actie VANG-brief januari Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Olaf van Hunnik IenM: Marc Pruijn, Jaap Stokking, Inge Smits, Lindsey Wuisan EZ: Patrick Todd VA: Dick Hoogendoorn, Liane Schoonus, Evert-Jan Verbunt. RWS: Olaf van Hunnik Inzicht krijgen in de toekomst voor AVI s in Nederland Ministerie IenM, RWS en afvalsector Uitvoeren van een scenario-onderzoek naar het afvalaanbod in Nederland en Europa om inzicht te krijgen in de toekomst van de AVI s. Met dit onderzoek wordt een visie opgesteld die gebruikt wordt voor de relevante beleidsdocumenten. In opdracht van het ministerie van IenM is een verkenning uitgevoerd naar de toekomst van afvalverbranding in Nederland voor de periode Afhankelijk van het aanbod van Nederlands en buitenlands restafval zijn er verschillende scenario s denkbaar voor de toekomstige verbrandingscapaciteit in Nederland. Mede op basis hiervan is een beleidskader voor afvalverbranding opgesteld. De kerngedachte is dat in aanloop naar een circulaire economie nog lange tijd behoefte zal zijn aan verbrandingscapaciteit om afvalstromen te verbranden die (nog) niet kunnen worden gerecycled. Vanuit klimaatperspectief is benutting van de restcapaciteit voor verbranding van buitenlands restafval nuttig aangezien in veel Europese landen storten of verbranden zonder energieterugwinning namelijk nog de standaard. Verbranding van buitenlands restafval met energieterugwinning heeft dan de voorkeur vanwege vermeden stortgasemissies in het land van herkomst en vervanging van fossiele brandstof in Nederland. Visie op de toekomst van de Nederlandse AVI s is verwerkt in LAP3 en andere relevante beleidsdocumenten. Rebel Group heeft een scenario-onderzoek uitgevoerd naar het toekomstig afvalaanbod in Nederland en Europa. Dit aanbod bepaalt hoe er met de beschikbare capaciteit van de Nederlandse AVI s omgegaan kan worden. De scenariostudie is in 2015 afgerond. Op basis van de scenariostudie is in overleg met het ministerie van EZ het beleidskader Afvalverbranding opgesteld. De VA en de begeleidingscommissie LAP3 hebben input geleverd voor het beleidskader. Het document is begin december 2015 naar de Tweede Kamer gestuurd. Zie kamerstukken: nl/documenten/kamerstukken/2015/12/03/6-puntenplan-voor-recycling-van-het-liddijkstra-vvd-beleidskader-over-afvalverbranding-duurzaam-stortbeheer. Het beleidskader stond op 17 december 2015 op de agenda van het algemeen overleg van de TK-commissie Circulaire Economie. Het beleidskader vormt ook uitgangspunt voor het de tekst hierover in de inspraakversie van LAP3. De Europese Commissie is bezig met een Mededeling over Waste-to- Energy. NL heeft actief input geleverd in de expertgroep. Deze Mededeling wordt begin 2017 verwacht. Nee Groen 23

24 C1 Verhogen rendement nascheiding Actie VANG-brief jan 2014/april /44 24 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Marco Kraakman Marc Pruijn (IenM) Geert Cuperus (RWS) Marco Kraakman (RWS) Leon Urlings (VA) Max de Vries (BRBS), Anita Westenbroek (FHG) Maarten Goorhuis (agendalid) Het verhogen van rendement van sorteerprocessen waardoor meer materiaal beschikbaar komt voor recycling. - Rijk (beleid formuleren of wetgeving aanpassen), - Sorteerbranche en afvalinzamelaars (aanpassen werkwijze) - Producenten (ontwerp, toepassen recyclaat). Centrale doelstelling van het programma VANG is een halvering van materiaal dat eindigt in de AVI of op de stort. Naast huishoudelijk restafval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval is het residu van afvalsortering de derde grote stroom die nog op een van deze manieren wordt verwerkt. Daarnaast zien we grote verschillen binnen de sorteerbranche en mate van doorsorteren, aantal uitgesorteerde componenten, etc. Beide zaken zijn aanleiding voor dit project. Het doel is om samen met de sorteersector helder te krijgen waarom het ene bedrijf zich beperkt tot uitsorteren van enkele stromen en andere meer dan enkele tientallen stromen proberen af te scheiden. Ook moet het project leiden tot aanbevelingen over de gehele breedte van de afvalsector en gericht op het verminderen van de hoeveelheid materiaal die na sortering alsnog eindigt in een Avi of op een stort. Hierbij kunnen wel de volgende kanttekeningen worden gemaakt: - uitsorteren ten behoeve van recycling wordt in beginsel beschouwd als een betere bijdrage aan de realisatie van de circulaire economie dan uitsorteren ten behoeve van secundaire brandstof; - de aanbevelingen van het project mogen in ieder geval niet leiden tot het minder aantrekkelijk maken van bronscheiding. Het project kent drie fasen: 1. Samen met de sorteerbranche inventariseren van de mogelijkheden de effectiviteit van nascheiding verder te verhogen. 2. De meest kansrijke opties uit fase 1 verder uitwerken (hoe kan/moet het, wie doet wat, voor- en nadelen, etc.) met daarbij een kostenbatenanalyse. 3. Implementatie en uitvoering. Kansrijke mogelijkheden om de effectiviteit van de nascheiding te vergroten zijn samen met de markt benoemd, uitgewerkt en geïmplementeerd of minimaal gestart met pilots.

25 Stand van zaken 1. Op basis van de resultaten en de interviews is een rapport opgesteld van fase 1 (inventariserend). Het definitieve rapport is opgeleverd. De eerste inventariserende fase van het project is afgerond met een eindrapport en gedragen aanbevelingen voor het vervolg. De kern hiervan is dat breed is geïnventariseerd welke mogelijkheden er zijn om het rendement van nascheiding in de zin van het verlagen van de output van deze installatie dat eindigt bij de verbranding of op de stort te realiseren, inclusief een inschatting welke van de vele opties als eerste nader moeten worden bekeken/uitgewerkt. Deze eerste fase heeft geleid tot concrete aanbevelingen voor een aantal vervolgprojecten. 2. In fase 2 is het eerste vervolgproject kort samengevat het uitwerken van een scenariomodel om de effecten van sturing in beeld te brengen uitgevoerd. Het eindrapport wordt rond de jaarwisseling opgeleverd. Over de resultaten van deze studie en zeker over welk beleidsmatig vervolg hier aan moet worden gegeven -is echter nog discussie. Relevante punten hierbij zijn a. hoe zeker is dat bepaalde instrumenten inderdaad tot beter sorteren gaan leiden (in de zin van meer recycling) en niet alleen tot meer cq niet alleen tot een verschuiving van verbranden in een AVI naar verbranden in andere installaties? b. zijn interessante instrumenten wel uitvoerbaar/handhaafbaar? c. moet er niet meer aandacht worden geschonken aan kwaliteit van de geproduceerde secundaire materialen? 3. Vervolgproject 2 wat zich richt op het stimuleren van afzet van recyclaat door het samenbrengen van aanbieder en potentiele afnemer is, tegen de bedoeling in, in 2016 niet echt opgestart. Dit was primair een vraagstuk van capaciteit. vervolg - In januari wordt in de stuurgroep een notitie besproken met een voorstel hoe verder te gaan met deelproject 1. Hierbij wordt op de onder a tot en met c genoemde discussiepunten ingegaan. Verwacht wordt dat er in ieder geval op een aantal punten nadere studie of realiseren van bepaalde randvoorwaarden vereist zal zijn alvorens er daadwerkelijk kan worden overgegaan tot implementatie van bepaalde in de studie genoemde instrumenten. - Voor vervolgtraject 2 wordt in eerste instantie afgewacht hoe dit past in één of meer op te stellen transitieagenda s in het kader van het Rijksbrede programma CE. - Het derde in de inventarisatie genoemde deelproject gericht op labeling van producten, bijvoorbeeld via een Grondstof Prestatieladder wordt ook afgestemd op de activiteiten in het kader van het Rijksbrede programma CE. 25 Samengevat heeft een gedragen vervolg van deelproject 1 prioriteit. Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Geen specifieke knelpunten, wel veel discussie en tekort aan capaciteit om alle deelprojecten op te pakken. Oranje

26 D1 Afval buitenshuis Actie VANG-brief jan 2014/april /48 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Jacobine Meijer (RWS) Henny de Jong (IenM) Christa Licher (IenM) Emile Bruls (RWS) Marijn Teernstra (RWS) Paula Huismans (RWS) Frederieke Knopperts (RWS) 26 Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Overige betrokkenen: Marc Pruijn (IenM) Inge Smits (IenM) Marco Kraakman (RWS) Stuurgroepleden MEBR In de KWD-sector komt 5,3 Mton afval vrij (cijfers 2012). Daarvan is 2 Mton restafval dat vergelijkbaar is met huishoudelijk afval en dat wordt verbrand. In aansluiting op de VANG en nu CE-doelen is het doel om deze hoeveelheid restafval in tien jaar halveren. Dit bereiken we door meer preventie, hergebruik, meer recyclebare producten, meer bron- en nascheiding en uiteindelijke meer en betere recycling tot nieuwe grondstof. En door de norm te versterken dat afval grondstof is, altijd en overal. Onderweg, op school, op het werk en in vrije tijd maken we zichtbaar dat afval grondstof is en wordt het vanzelfsprekend voor mensen dat ze daar ook op de juiste manier mee omgaan. KWD-sectoren: overheid, onderwijs, vrije tijd, vervoer, winkels, horeca, handel, zakelijke dienstverlening, zorg. Thuis, onderweg, op het werk, op school en in de vrije tijd ontstaan allerlei soorten afval vergelijkbaar met het afval thuis. Het ministerie van IenM zet met VANG Huishoudelijk afval in op het verminderen van restafval. Ook het afval dat buitenshuis ontstaat en dat vergelijkbaar is met huishoudelijk afval, wil het ministerie verminderen en meer en beter recyclen. Het meeste afval buitenshuis komt vrij in de bedrijven van de KWD-sector. De dienstensector in belangrijk in de transitie naar een circulaire economie. Met het programma helpen we bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties in de dienstensector om hun restafval te verminderen. De sectoren bestaan uit onderwijs, overheid, zorg, vervoer, handel, winkels, horeca, vrije tijd en zakelijke dienstverlening. Er is nog veel te winnen, want de 5,3 Mton afval die er jaarlijks vrijkomt is vergelijkbaar met huishoudelijk afval, maar wordt nog maar voor de helft gerecycled. De dienstensector is daarnaast van belang, omdat het plekken zijn waar iedereen dagelijks komt. Als mensen scheiding en recycling van grondstoffen onderweg, op het werk, op school en in hun vrije tijd vaker tegenkomen laten we zien: afval is grondstof, altijd en overal. Dat moet de norm worden. Voor Afval buitenshuis is er een meerjarenprogramma dat zich richt op vier sporen: 1. agendering en kennis verspreiden 2. vernieuwen en voorbeeldprojecten 3. consumentengedrag, norm afval is grondstof 4. preventie en sluiten van keten

27 Stand van zaken Resultaten 2016: - Onderzoek KWD-sector gepresenteerd op diverse bijeenkomsten, 11 rapporten gepubliceerd op website MeBR: 1 overkoepelend rapport, 9 sectorrapporten en 1 samenvatting van de bevindingen uit sorteeranalyses (apart project met CREM, Eureco en Afvalspiegel). - Onderzoeken naar wet- en regelgeving en beleid incl toepassing in de praktijk voor afval van dienstensector in NL en omringende landen. - Onderzoek naar circulaire economie in keurmerken van hotel- en zorgsector met gemeente Amsterdam afgerond. - Start ontwikkeling uniforme sets van kleur-naam-pictogrammen voor afvalscheiding en update richtlijn samen met HHA. - Uitvoering projecten in sectoren vervoer, overheid, vrije tijd en onderwijs: Green Deal NS-ProRail, snelwegen Rijkswaterstaat, openbare ruimte en kantoren gemeenten, Green Deal festivals, proeven op 11 scholen, duurzaamheidstour sportaccommodaties. - Verdiepende bijeenkomsten voor sector vervoer (NS, ProRail, Schiphol en RWS) en scholen (basis en middelbare scholen). - Artikel in Bewerken van BRBS. Basis informatie over het programma op website MeBR, RWS Leefomgeving en Gemeente Schoon. Voor 2017 gaan we verder met de uitvoering van het programma en sluiten we aan bij de uitwerking van de transitieagenda s voor het Rijksbrede CE programma. In 2017 is het belangrijkste project de inzameling van bedrijfsafval vergelijkbaar met huishoudelijk afval. Daarbij blijft ook de extra lastige positie van plastic/ PMD verpakkingen ook onder de aandacht. Hiervoor gaan we het gesprek aan met stakeholders. Verder ronden we de kleur-naam-pictogrammen sets voor afvalscheiding af en zetten we met HHA in op het verbeteren van de communicatie over afvalscheiding en gedragsbeïnvloeding. Milieu Centraal zal met een campagne consumenten buitenshuis stimuleren tot afvalpreventie. In 2017 maken we op basis van het onderzoek naar de KWD-sector een sectorenaanpak waarmee we bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden stimuleren om hun restafval te verminderen. Daarnaast gaan we door met de projecten in de sectoren vervoer, overheid, vrije tijd en onderwijs. 27 Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang In de vorige rapportage is aangegeven dat de belangrijkste uitdagingen voor de KWD-sector zijn: plastic/pmd verpakkingen, juridische vragen rond inzameling en uniformiteit in te scheiden stromen en communicatie daarover. Voor 2017 is het belangrijkste project de efficiënte inzameling van vergelijkbaar bedrijfsafval. Daar speelt ook nog steeds de extra lastige positie van het plastic/pmd afval. De inzameling bespreken we in 2017 ook graag met de stuurgroep MeBR. Groen

28 D2 Communicatie Actie VANG-brief januari Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep van de actie Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Ton ter Grote Communicatie staat standaard op de agenda van de voorbereidende werkgroep MEBR. Aan deze werkgroep nemen deel: - Leon Urlings (VA) - Carsten Wentink (ministerie van IenM) - Maarten Goorhuis (NVRD) - Hielke van den Brink (FHG/PRN) - Max de Vries (BRBS Recycling) - Marco Kraakman (RWS) - Ton ter Grote (RWS) Overige betrokkenen: - Gunhild Meijer (communicatieadviseur RWS) - Toby Houtman (webredacteur RWS) Verbeteren van de communicatie over het programma Meer en Beter Recyclen en de projecten die in het kader van het uitvoeringsprogramma MEBR worden uitgevoerd. Primair bedrijven in de afvalrecyclingbranche. Secundair burgers, politici andere overheden. Er is een communicatieplan in afrondende fase. Hier staan concrete acties in om de communicatie over Meer en Beter Recyclen te verbeteren. De basis voor communicatie over MEBR is de website Er is een door de stuurgroep vastgesteld communicatieplan. De acties die in het communicatieplan vermeld staan, zijn uitgevoerd en hebben bereikt dat het programma Meer en Beter Recyclen bekend is bij de primaire doelgroep, de bedrijven in de afvalrecyclingbranche. Meer en Beter Recyclen beschikt over een aantrekkelijke en actuele website met actuele informatie over het programma MEBR. De website voorziet in een behoefte en is goed bekend bij de doelgroep. In mei 2016 is de website van Meer en Beter Recyclen live gegaan. In december 2016 is de het communicatieplan Meer en Beter Recyclen gereed. Het communicatieplan is in 2016 twee keer in een vergadering van de stuurgroep MEBR besproken. De opmerkingen die in de vergadering van oktober 2016 zijn gemaakt, worden op dit moment (dec 2016) verwerkt in de eindversie van het communicatieplan. De volgende stap is het communicatieplan in de stuurgroepvergadering van januari 2017 te laten vaststellen. In de tussentijd is er ook gewerkt aan diverse communicatiemiddelen: - Infographic - Format voor een nieuwsbrief - Format voor een powerpoint - Nieuwe lay-out voor de nog op te stellen jaarrapportage van Nieuwe lay-out voor het toekomstige uitvoeringsprogramma Schema s in de huisstijlkleuren van MEBR - Opmaak van het communicatieplan In januari zal waarschijnlijk het communicatiebureau een webscan doen van de MEBR website om deze te optimaliseren. Geen knelpunten. Groen

29 E1 Ketenproject dakafval Actie VANG-brief jan 2014/april /19 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Jan Hoeflaken (RWS) Geert Cuperus (BRBS Recycling) Marco Kraakman (RWS) Het sluiten van de keten van dakafval. Zorgvuldig omgaan met kritische stoffen zoals PAK, die soms kenmerkend zijn voor (teerhoudend) dakafval. Bedrijven, brancheorganisaties In 2015 is het ketenproject Bitumineus dakafval gestart. Bij dit project wordt samen met de stakeholders uit de keten gekeken of en hoe kan worden gekomen tot ketensluiting of een zo dicht mogelijke benadering daarvan. Momenteel wordt veel bitumineus dakafval verbrand. Hoewel dat in de regel wel gebeurt met terugwinning van energie, gaat daarmee een waardevolle grondstof verloren. Binnen het ketenproject wordt gekeken hoe vrijkomend bitumineus dakafval weer op een hoogwaardige manier kan worden ingezet als grondstof. Daarnaast wordt gekeken welke preventiemaatregelen kunnen bijdragen aan het sluiten van de keten. Het beoogde resultaat is om de keten zo goed mogelijk te sluiten, maar de milieudruk niet te laten toenemen. Dat houdt onder andere in dat we zorgvuldig moeten omgaan met kritische stoffen zoals PAK, die voorkomen teerhoudend dakafval en door contaminatie ongewenst kunnen worden verspreidt in de keten. Medio 2015 is een start gemaakt met het ketenproject dakafval. Er is een eerste stakeholdersbijeenkomst geweest en er is een ketenanalyse opgesteld. Met de stakeholders en binnen de ketenanalyse is een eerste verkenning naar kansen uitgevoerd. De deelnemers aan het ketenproject dakafval hebben in april 2016 een tweede stakeholdersbijeenkomst voor het gezamenlijk vaststellen van het wens-/eindbeeld gehouden. voor het vaststellen van een wensbeeld/eindbeeld. Verder is in 2016 een onderzoek naar PAK in bitumineuze dakbedekkingen uitgevoerd en is een start gemaakt met een literatuurstudie als voorbereiding voor ene technische validatie voro het toepassen van bitumengranulaat in asfalt. De resultaten van dit PAK onderzoek en de literatuurstudie zijn op de bijeenkomst van 5 december 2016 gepresenteerd. In 2017 zal een start worden gemaakt met het opstellen van een document tbv kwaliteitsborging in de keten. De PAK-norm in de regelgeving en het LAP leidt tot discussie en onduidelijkheid in de keten. Er worden kritische vragen gesteld over polymeermodificaties in het materiaal in relatie tot hergebruik in volgende cycli. Met uitzondering van bovenstaande (technische en juridische) vraagstukken zijn er geen noemenswaardige knelpunten. Groen 29

30 E2 Ecodesign en design for recycling Actie VANG-brief jan 2014/april /5 30 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Hans Spiegeler (IenM) Tot dusver is het projectteam nog niet bemenst. Afspraak is dat RWS de secretarisrol gaat vervullen. Onlangs hebben Klaas van der Sterren en Hanneke op den Brouw het onderwerp ecodesign en design for recycling overgenomen van Simone Houtman (allen RWS). Vanuit de VA gaat Roland Amoreus (Van Gansewinkel) deelnemen aan het projectteam. BRBS Recycling, NVRD en FHG moeten nog de namen van personen doorgeven (stand van zaken 2 dec 2016). Sluiten van ketens en stimuleren toepassen van secundaire grondstoffen door producenten. - Producerende bedrijven - Afvalrecycling bedrijven Het ministerie van IenM stimuleert ecodesign en design for recycling en onderzoekt mogelijkheden voor normstelling voor gerecycled materiaal in producten. De convenantpartijen werken samen met producerende bedrijven om ecodesign en design for recycling te stimuleren en de markt voor recyclaten te vergroten. Daarnaast zoeken de convenantpartners naar manieren om de marktacceptatie van gerecyclede producten te stimuleren. Zij streeft hierbij naar verbinding met de projecten binnen het convenant MEBR. De andere projecten van MEBR richten zich meer op de achterkant van de keten (wanneer producten en materialen in het afvalstadium zijn beland). Bekende voorbeelden zijn: het stimuleren van hoogwaardige recycling en het verhogen van het rendement van nascheiding. Het thema ecodesign en design for recycling bevindt zich aan de voorkant van de keten (de productiekant). Om de doelstelling van het convenant MEBR te kunnen behalen (vermindering van de hoeveelheid te verbranden en te storten afval door middel van meer en betere recycling), is het ook nodig om iets aan de voorkant van de keten te gaan doen. Vandaar dat dit door de convenantpartners als een erg belangrijk thema wordt aangemerkt. Producenten dienen de verantwoordelijkheid op te pakken om bij het ontwerpen van hun producten de principes van ecodesign en design for recycling toe te passen. Hierdoor zullen producenten vaker en meer secundaire grondstoffen gaan toepassen. De transitie naar een circulaire economie wordt hiermee bevorderd. Uiteindelijk zal er meer acceptatie in de markt komen voor het kopen van gerecyclede producten of producten die geheel of gedeeltelijk van recyclaat zijn gemaakt. Als de afzetmarkt voor recyclaat zal worden vergroot, zal dit een positieve uitwerking hebben voor het tot stand komen van diverse innovaties in de afvalrecyclingsector. Producerende bedrijven passen op grote schaal het principe van ecodesign en design for recycling toe. Er is sprake van een grote mate van acceptatie in de markt voor het kopen van gerecyclede producten of producten die geheel of gedeeltelijk van recyclaat zijn gemaakt. Twee niveau s: 1. Europees: EU regelgeving producten / EU Single Market / level playing field 2. Nationaal: stimulering / afspraken / Producentenverantwoordelijkheid

31 Stand van zaken Europees: EU instrumenten productgericht beleid: EU Ecodesign Green Public Procurement - EU Ecolabel - EU Ecodesign: gericht op energie efficiency / (nog) geen materiaal eisen - Green Public Procurement: onbekend - EU Ecolabel: criteria voor recycled content in PC s, kopieer apparaten, ramen en vloerbedekking EU Beleidskader: EU Actieplan Circulaire Economie - is de opvolger van EU SCP Action Plan en EU Resource Efficiency Roadmap - intenties Ecodesign (echter geen commitment omtrent recycled content) - Working Plan Ecodesign ontbreekt nog - intenties market secondary raw materials: standards / EoW / link with chemicals (hazardous) - WFD: versterking relatie met Ecodesign onder Producentenverantwoordelijkheid (EPR) via de optie van modulatie (..taking into account re-usability and recyclability) Lopende acties: EU COMMISSION IMPLEMENTING DECISION of on a standardisation request to the European standardisation organisations as regards Ecodesign requirements on material efficiency aspects for energy-related products in support of the implementation of Ecodesign Directive 2009/125/EC of the European Parliament and of the Council. Dit zal leiden tot aanbevelingen uiterlijk Studie RDC Environment in opdracht IenM naar Increasing recycled content under Ecodesign Directive, omvattende, afronding medio 2016: - Determination of the targeted materials, grades and pieces - Determination of the available marking technologies usable to measure the recycled content - Collect examples of criteria used in the world - Write down the Ecodesign criteria for recycled content Studie door Centexbel-VKC en de UGent naar Recycled content in opdracht van Belgische Federale overheid, we hebben nauw onderling contact vanwege overlap NL en BEL studie, afronding medio Nationaal: - NL Programma CIRCO (gekoppeld aan Nederland Circulair!) - productontwerp / recycled content als onderdeel bij: - Kunststofketenakkoord - KIDV Raamovereenkomst Verpakkingen - diverse Green Deals - MIA\Vamil - convenant MeBR Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Vanwege het belang van Meer en Betere Recycling zijn alle convenantpartners op de één of andere manier bezig met het thema ecodesign en design for recycling. De inzet wordt tot dusver op verschillende aspecten ingezet en vindt niet gecoördineerd plaats. Ook blijft achterwege dat ervaringen en kennis met elkaar worden uitgewisseld. Om deze reden is het belangrijk om op zo kort mogelijke termijn met het projectteam voor ecodesign en design for recycling aan de slag te gaan en kennis en ervaringen met elkaar uit te wisselen. Oranje

32 F1 Juridisch en beleidsmatig kader einde-afval en bijproduct Actie VANG-brief jan 2014/april /37 32 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Loek Knijff (IenM) Emiel de Bruijne (IenM/DGMI) Maarten van het Bolscher (IenM/DGMI) John Tieman (IenM/Juridische Zaken) Brenda Simonis (IenM/Juridische Zaken) Olaf van Hunnik (RWS WVL) Overige betrokkenen: Voorbereidingsgroep rechtsoordelen afval / geen afval (RWS WVL) EZ (programma Ruimte in Regels). Verduidelijking van het onderscheid afval of product binnen het kader van de (EU) wetgeving, betere benutting van de ruimte voor kwalificatie als niet-afval, zodat stoffen/materialen het etiket afval alleen krijgen waar de afvalwetgeving nodig is om verantwoorde verwerking te borgen. Doelgroep Beleidsmakers EU, ILT, omgevingsdiensten, bedrijven met activiteiten in kader CE / MEBR Beschrijving Beoogd resultaat Veel bedrijven met circulair-economische initiatieven geven aan dat hun initiatief belemmerd wordt of onmogelijk wordt gemaakt door het etiket afval dat de overheid toekent aan de secundaire grondstof waarmee zij werken of die zij produceren. De afvalwetgeving is nodig om te borgen dat afgedankte stoffen en voorwerpen verantwoord verwerkt worden. Maar waar circulair-economische activiteit wordt ontplooid en de markt in combinatie met stoffen- en productwetgeving afdoende borgt dat stoffen op verantwoorde wijze in de keten blijven (gezondheid, milieu en hoogwaardigheid geborgd), is de afvalwetgeving niet meer nodig. In zulke gevallen voorziet de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen in kwalificatie als niet-afval (bijproduct of einde-afval), maar overheden belast met vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn over het algemeen nog niet geneigd deze ruimte te herkennen en te benutten. Het afval-etiket zorgt dan voor onnodige extra eisen bovenop de regelgeving die geldt voor de stof als product en het gebruik ervan. De RLI en de Commissie Corbey hebben opgeroepen tot beleid om de benodigde transitie te faciliteren. IenM pakt dit op met de volgende activiteiten: 1) Ministeriele regeling met criteria voor glycerine (2015). 2) Beleidskader LAP3, nader toegelicht in een juridische leidraad. 3) Webtoets 4) Rechtsoordelen afgeven (IenM opinie) aan bedrijven, op aanvraag. 5) Overleg over uitrol beleidslijn met ILT en andere toezichthoudende organisaties in zogenaamde proeftuinen. 6) Bijdragen aan programma Ruimte in Regels. 7) Bijdrage aan North Sea Resources Roundabout. 8) Inbreng in EU, in kader van herziening afvalrichtlijnen. 9) Min. regeling einde-afval voor teruggewonnen brandstof uit vloeibare oliehoudende afvalstromen Beleidslijn wordt in NL algemeen toegepast en handhaving vindt door betere focus effectiever plaats, voor afval- en niet-afvalstromen.

33 Stand van zaken Zijn er knelpunten? - Ministeriële regeling glycerine gereed (2015; geen uitbreiding met andere stoffen voorzien; verbreiding beleidslijn d.m.v. de andere maatregelen). - Bespreking van definitie zich ontdoen bespoken met EC (2015). - Bij EU LS draagvlak onderzocht tijdens NLs EU-Voorzitterschap; onvoldoende LS herkenden behoefte aanpassing KRA - Beleidslijn gepubliceerd in inspraakversie LAP3. - Juridische leidraad voorzien Q Beleidslijn afval-of-product is en wordt in diverse kaders besproken met ILT, RUD s bedrijfsleven en advocatuur. - Meerdere rechtsoordelen afgegeven en gepubliceerd op website RWS WVL (bijproduct, einde-afval), ca. 10 in voorbereiding. - In afronding: actie 2 (LAP3) - Doorlopend: acties 2 t/m 8. - Start begin 2017: actie 9 (einde-afval criteria voor brandstof uit oliehoudend afval). Personele capaciteit bij DGMI is beperkt. Dit remt de voortgang van met name actie 4 (Rechtsoordelen afgeven aan bedrijven, op aanvraag) en 5 (Overleg over uitrol beleidslijn met ILT en andere toezichthoudende organisaties in zogenaamde proeftuinen ). Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Moeilijke transitie VTH-diensten: - de nieuwe beleidslijn wordt veelal negatief ervaren (zicht verliezen op risico s). - Bespreking op niveau DG IG heeft geleid tot proeftuinen traject, gefaciliteerd door EZ / Ruimte in Regels. Oranje 33

34 F2 Nationale criteria einde-afval en bijproduct Actie VANG-brief jan 2014/april /37 34 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Olaf van Hunnik (RWS) Er is geen formeel projectteam. Relevante betrokkenen zijn marktpartijen die een stroom aandragen, RWS, ILT, RUD s en IenM. Marktpartijen kunnen een wens indienen voor een regeling. Een regeling wordt opgesteld door IenM in nauwe samenwerking met het GrondstofPanel (RWS, ILT, RUDs, RIVM). Per geval kunnen stakeholders betrokken worden. Onderzoeken van aangedragen stromen door marktpartijen en nagaan of nationale criteria voor einde-afval en bijproducten mogelijk zijn. Indien dit mogelijk lijkt kan worden overgegaan tot het opstellen van deze criteria per stroom. Marktpartijen en bevoegd gezag. De vaststelling of een stof een afvalstof is of niet kan op verschillende wijzen worden vastgelegd. Op Europees niveau door een EU- Verordening, nationaal door een ministeriële regeling of per case een beoordeling. Het onderzoeken of er een ministeriële regeling kan worden gemaakt, gebeurt alleen als dit op verzoek is van marktpartijen. Dit omdat het alleen zinvol is een regeling op te stellen als vanuit de markt hieraan behoefte is. De werkwijze is als volgt: 1) marktpartijen dragen stromen aan 2) prioritering van stromen door IenM 3) per stroom een projectgroep (markt en overheid) formeren die zich over de inhoud buigt 4) vaststellen van criteria door IenM in overleg met GrondstofPanel Er is geen concreet resultaat gedefinieerd. Per geselecteerde stroom is het resultaat te komen tot nationale criteria. Er is geen kader voor afweging voor welke stroom criteria ontwikkeld moeten worden. Zoals al met de tweede wijziging van LAP2 is aangekondigd wordt gekeken naar de mogelijkheden voor nationale criteria voor einde-afval voor (vloeibare) brandstoffen uit afvalstromen. Eind 2015 is begonnen met de studie naar criteria voor einde-afval voor vloeibare brandstoffen uit afvalstromen. Eind 2016 bevindt deze studie zich in een afrondende fase. Het opstellen van goede criteria en de juridische inpasbaarheid van een eindeafval regeling voor deze brandstoffen hebben gezorgd voor vertraging. Van de Benelux secretariaat is een aanbeveling voor einde-afval voor oud-papier opgesteld. In overleg tussen IenM, ILT en RWS is hier naar gekeken. De aanbeveling wordt in Nederland gezien als een goed startpunt voor verder overleg tussen overheden maar ook de branche. Vanuit de branche is nog geen initiatief gekomen om dit verder op te pakken. Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Geen knelpunten. Groen

35 F3 Webtoets oordeel afvalstatus Actie VANG-brief jan 2014/april /37 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Olaf van Hunnik (RWS) RWS, ILT en IenM Overige betrokkenen: Van geval tot geval worden marktpartijen en de relevante bevoegde gezagen betrokken. Het ondersteunen van marktpartijen en anderen bij de beoordeling van de afvalstatus van een materiaal of product. Bedrijven en bevoegd gezag. Er is een webtoets afval of grondstof ontwikkeld door RWS Leefomgeving. Dit is de centrale plek waar toetsingen door derden kunnen worden uitgevoerd. Hiermee worden marktpartijen en anderen ondersteund bij de beoordeling van de afval-status van een materiaal of product. Het gaat hier niet om algemene criteria maar om caseby-case oordelen. Het bevoegd gezag kan de webtoets ook gebruiken als hulpmiddel om een case te toetsen. Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang De tool is recent gelanceerd. RWS wacht de ervaringen af en zal op basis daarvan waar nodig de webtoets bijwerken. Een belangrijk element is de review van een eigen beoordeling door IenM. Deze review heeft geen juridische basis. Daarvoor is een nadere verankering van de rol en functie van RWS nodig. De webtoets is beschikbaar gesteld en wordt actueel gehouden (dit houdt in dat veranderingen in wet- en regelgeving worden geïmplementeerd in de webtoets). Voor het verankeren van de rechtsoordelen bij RWS wordt nu beschreven wat hiervoor geregeld moet worden. De webtoets is beschikbaar gesteld. Gedurende het jaar zijn een 30-tal verzoeken voor een rechtsoordeel ontvangen. De afgeronde rechtsoordelen worden gepubliceerd op De ervaring is dat voor een goede, onderbouwde beoordeling naast de informatie uit de webtoets aanvullende informatie nodig is. De eerdere achterstand in casussen wordt ingelopen. De webtoets wordt per 2 januari vernieuwd waarbij wordt overgegaan op een software platform. Inhoudelijk wordt er maar beperkt aangepast. Met een inhoudelijke aanpassing wordt gewacht totdat LAP3 in werking treedt, de webtoets za dan aansluiten op het kader in LAP3.. In LAP3 wordt een nadere uitwerking gegeven van wanneer een materiaal een afvalstof is of niet, hierbij hoort ook een Leidraad. Geen knelpunten. Groen 35

36 F4 F5 Stroomlijnen stoffenregelgeving en recycling 36 Actie VANG-brief jan 2014/april 2015 Actie CE programma. Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving 18/36 xx/xx Loek Knijff (IenM) - Cees Luttikhuizen (IenM) - Martien Janssen (RIVM) - Mireille Reijme (RWS) - p.m. (IenM)- Walter Klomp (ILT, in kader North Sea Resources Roundabout) Overige betrokkenen: - Hans Meijer (IenM) - Marja Achterberg (RWS, ) - Bas van Huet (RWS) - Marco Kraakman (RWS) - Marlou Gerrekens (RWS) - Bedrijfsleven: doorlopend overleg met sectoren hard-pvc-recycling, EPS-recycling (piepschuim), NRK e.a.; hard-pvc recycling is casus in North Sea Resources Roundabout en fungeert als voorbeeld/pilot voor de onderzoeken oplossingsrichting. - p.m.: nn ILT (uitvoering EVOA) - p.m.: RUD s (uitvoering Wabo) Komen tot Europese beleidslijn voor het raakvlak tussen het stoffenbeleid en het recycling beleid met goede balans tussen de doelen van beide beleidsvelden. Binnen wettelijke mogelijkheden optimaal vereenvoudigen van handel in recyclaat dat gevaarlijke stoffen (SVHC s) bevat maar dat milieuverantwoorde (en hoogwaardige) toepassing vindt. Hier wordt ook gekeken naar de registratieverplichtingen van REACH versus het gebruik van recyclaten wanneer stoffen zijn geproduceerd uit afvalstoffen en als product op de markt worden gebracht. De herkomst van de grondstoffen kan in het laatste geval gevarieerder en onbekender zijn dan bij de productie uit primaire grondstoffen. Dit kan afname door producenten tegenhouden. - Bedrijven (producenten van recyclaat t/m eindverwerkers). - Bevoegden gezag uitvoering en handhaving afvalwetgeving en REACH. Informeel doorlopend overleg met sectoren hard-pvc-recycling, EPS-recycling (piepschuim), NRK e.a. Het doel van dit project is te komen tot een Europese beleidslijn voor het raakvlak tussen het stoffenbeleid en het recycling beleid met goede balans tussen de doelen van beide beleidsvelden. Het internationale stoffenbeleid (met name REACH, de POP-verordening en het Verdrag van Stockholm) meer richten op de circulaire en biobased economie. Het is nu te eenzijdig gefocust op het uitfaseren van bepaalde gevaarlijke stoffen. Hierdoor is het op de markt brengen van recyclaat waarin gevaarlijke stoffen zitten aan zwaardere beperkingen gebonden dan nodig vanuit het oogpunt van bescherming van milieu en gezondheid, wat recycling onaantrekkelijk of onmogelijk maakt maar ook tot praktische onuitvoerbare verplichtingen leidt voor betreffende afvalstromen. Sinds maart 2016 is de hard-pvc casus onderdeel van de North Sea Resources Roundabout (NSRR). In juni 2016 is een Raadsconclusie over het onderwerp aangenomen (ontwikkeling afwegingskader recyclen of vernietigen/storten).

37 Beschrijving Uitvoering van de volgende activiteiten: - Zicht op de belangrijkste materiaalstromen waarin legacy SVHC s of POP s zitten (project RWS). - Opstellen van een beleidslijn (afwegingskader) in de EU, o.l.v. CIE, als invulling van CE actieplan en Raadsconclusie daarover. - Overleg met recyclingsectoren waar dit speelt, gericht op ontwikkeling, erkenning en behoud van verantwoorde recycling (d.w.z. geen verspreiding van SVHC s/pop s in het milieu). - Casus hard-pvc recycling NSRR - Met ILT en RUD s mogelijkheden identificeren voor verlichting van vereisten afvalwetgeving voor recyclaten (o.a. in NSRR) - Wat betreft REACH en het gebruik van recyclaten wordt per casus bekeken wat de mogelijkheden zijn. Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten, is er actie nodig vanuit de stuurgroep? Zo ja, geef aan welke actie Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang - Afspraken met VLA en VK in kader NSRR casus PVC over geharmoniseerde uitvoering regels EVOA, gevaarlijk afval en einde-afval. - Presentatie uitkomsten NSRR casus, ook in breder EU-verband - Rapportage (notities, eventueel rapport, bijdragen aan beleidsnota s en position paper voor EU-overleg beleidslijn). - De voorgestane beleidslijn is verwoord in NL antwoord op consultatie door EC over CE medio In VN-verband (Verdrag van Stockholm) en EU-verband het thema op de agenda gezet (bewustmaking). (Mn HBCDD, DecaBDE) - In besluitvorming VN en EU ruimte bepleit en gekregen voor recycling van EPS (piepschuim) dat gezuiverd is van HBCDD. - In EU comité kaderrichtlijn afvalstoffen beleidslijn naar voren gebracht t.a.v. recycling cadmium- of loodhoudend hard PVC. - Casus hard-pvc-recycling bezig in North Sea Resources Roundabout (NSRR). Bovenstaande acties lopen allemaal door. Vragen aan CIE gesteld over het concept low-pop content van de EU POPs verordening. Recente RvS uitspraak heeft tot onduidelijkheid geleid. Dit kan een knelpunt vormen voor grote stromen grond-, olie- en biomassa-afval. - Mogelijk knelpunt vormt de kwestie low POP content (zie hierboven). - Bij IenM is beperkt beschikbare personele capaciteit. - Belangrijk is lobby in EU-verband ter onderbouwing van positieve LCA van recycling (t.o.v. verbranden/storten en nieuw-productie). - Sommige lidstaten en actoren binnen CIE willen het stoffenbeleid laten prevaleren boven recycling (principe toxic-free environment ) ook als gerecycled materiaal veilig is. - Acties lopen en starten, maar bij onvoldoende voortgang/succes kunnen grote problemen ontstaan voor belangrijke recyclingstromen. Oranje 37

38 F6 Kansen en belemmeringen bij import en export Actie VANG-brief jan 2014/april /40 38 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Leon Urlings (VA) Hans Koning (FHG) Max de Vries (BRBS) Walter van Wagenberg (Indaver) Jan van Zon (Sita) Marco Kraakman (RWS) José Vos (Attero) Mark Lamers (Baetsen) Sandor Karreman (Van Vliet Groep) Michael Visser (Sortiva) Wegnemen van onnodige belemmeringen bij import en export t.b.v. recycling maar tevens in kaart brengen waar belemmeringen juist nodig zijn en moete blijven om (hoogwaardige) recycling te (blijven) realiseren. Min IenM en EU voor het uitvoeren van aanbevelingen. Bevoegd gezag voor het implementeren van verbeteropties. Recyclingsector voor het implementeren van kansen en voorstellen. Grensoverschrijdend transport van afval is op EU-niveau geregeld en valt onder de EVOA-regelgeving. Bedrijven vinden een gelijk speelveld essentieel. Verschillende Europese lidstaten interpreteren de EVOA op verschillende manieren. Bedrijven ervaren dit als een ongelijk speelveld en vinden dit een grote belemmering voor grensoverschrijdend verkeer van recyclingstromen. De Nederlandse interpretatie van de EVOA wordt soms als belemmerend ervaren. Daarnaast is er in Nederland sprake van een achterstand in de afhandeling van EVOA-exportaanvragen. Bedrijven ervaren de regelgeving in het kader van EVOA op een aantal punten als onnodig beperkend. In dit project wordt een inventarisatie uitgevoerd van de problemen / belemmeringen die bedrijven ondervinden. Het eindresultaat moet zijn een optimale werking van de import en export van afvalstoffen ten behoeve van recycling. De interpretatie van de EVOA regelgeving blijkt in Nederland veel strikter te gebeuren dan in de ons omliggende landen. De case-by-case benadering die Vlaanderen hanteert wordt door het bedrijfsleven beter gewaardeerd. Bij bedrijfsovernames kunnen EVOA-beschikkingen niet overgezet worden (zoals bijvoorbeeld milieuvergunningen). Er is een uitgebreide lijst opgesteld van knelpunten. De trage beoordeling van export-aanvragen in 2015 en 2016 zorgde voor veel problemen bij de afvalbedrijven. In april 2016 heeft de projectgroep de laatste bijeenkomst gehad. Er is een overzicht opgesteld van de door de projectgroep geformuleerde kansen en belemmeringen bij de import en export van afval. In dit overzicht zijn ook aanbevelingen opgenomen. Een aantal aanbevelingen is verwerkt in LAP3. In het eerste kwartaal van 2017 zal de projectgroep opnieuw bijeen komen en per aanbeveling beoordelen of implementatie in bestaand, dan wel nieuw beleid mogelijk is. Per aanbeveling worden er acties aangegeven actiehouders aangegeven en termijnen gesteld, waarbinnen de acties zijn afgerond.

39 Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Dit project is nog niet afgerond. Er is een lijst opgesteld met kansen en belemmeringen en aanbevelingen. Het is op dit moment onduidelijk wat er met de aanbevelingen is gedaan. De projectgroep komt in het eerste kwartaal 2017 opnieuw bij elkaar om per aanbeveling te beoordelen of er al iets mee is gedaan (bijvoorbeeld opgenomen in LAP3). De aanbevelingen waar nog niets mee is gedaan, moeten voorzien worden van een actiehouder, een termijn en een concrete actie. Een concrete actie kan ook inhouden dat er nader onderzoek moet worden verricht en dat er een onderzoeksplan wordt opgesteld. Het overzicht van aanbevelingen moet dus voorzien worden van informatie die aangeeft wat er met de aanbevelingen is gedaan of welke acties nog moeten plaatsvinden. Het bijgewerkte overzicht wordt na de bijeenkomst van de projectgroep naar de secretaris MeBR gestuurd. Deze informeert de stuurgroep MeBR over wat er met de aanbevelingen van de projectgroep is gedaan. Oranje F7 Ruimte in Regels Actie VANG-brief jan 2014/april /36 Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Henk Hortensius (wat betreft aandeel RWS) John Butter (EZ), Emiel de Bruijne (IenM) Mireille Reijme (RWS) Robine van Dooren (RVO) Albert Moerkerke (a.i.) Overige betrokkenen: Diverse partijen zoals Infomil, ILT, NEN, NVWA, CDM, Nederland Circulair Signaleren en waar mogelijk wegnemen van belemmeringen met betrekking tot weten regelgeving als het gaat om circulaire economie. - Bedrijfsleven (uiteindelijke doelgroep) - Beleidsmedewerkers van het Rijk - Vergunningverleners, toezichthouders In het programma Ruimte in Regels zoekt de overheid samen met ondernemers naar meer ruimte in de wet- en regelgeving voor innovatieve investeringen in groene groei en groei die groent. In het programma werken de ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu samen met de uitvoeringsorganisaties Rijkswaterstaat/Leefomgeving en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het programma Ruimte in Regels was in 2015 met name gericht op BBE en VANG en is in 2016 uitgebreid met de domeinen Bouw, Deeleconomie en Energie. Werkprogramma 2016 en communicatieplan zijn opgesteld. Omdat de Circulaire economie niet bij de landsgrenzen ophoud werd er door de internationale overheden, milieuorganisaties en bedrijven de North Sea Resources Roundabout (NSSR) ondertekend om internationale belemmeringen op te lossen in de vorm van Internationale Green Deals. Er wordt steeds gewerkt aan de hand van concrete casussen. Belemmeringen, waarvoor geen concrete casus kon worden gevonden, worden niet verder opgepakt, maar op de parkeerlijst geplaatst. Dit geldt ook als de ondernemer aangeeft dat de belemmering oplossen nu niet opportuun is(2). Samen met beleidsmedewerkers van diverse ministeries, ondernemers, Bevoegd Gezag en uitvoerende instanties zoeken naar oplossingsrichtingen is maatwerk. Veelal betreft het langdurende complexe vraagstukken met een relatie met EU wetgeving. 39

40 40 Beoogd resultaat Stand van zaken per Zijn er knelpunten, is er actie nodig vanuit de stuurgroep? Zo ja, geef aan welke actie Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Waar mogelijk verduidelijking en/of zo nodig aanpassing van bestaande wet- en regelgeving. Voortgang en resultaten worden opgenomen in Informatiebladen en gepubliceerd. Er zijn 105 VANG gerelateerde belemmeringen, waaronder er 69 lopende cases zijn. Er zijn inhoudelijke bijdragen geleverd aan fundamentele vraagstukken, onder andere rond afval / geen afval, REACH en EVOA. In 2017 worden de nog lopende cases, en nieuwe belemmeringen die zullen worden aangedragen, opgepakt. Daarnaast zullen weer inhoudelijke bijdragen worden geleverd aan inhoudelijke en fundamentele vraagstukken die het programma heeft opgepakt. In 2016 zijn de volgende informatiebladen gepubliceerd: Toepassing van pluimveemest stuit op problemen bij de afnemers omdat sprake is van afval - See more at: afgerond/#sthash.e09gxhvt.dpuf Opslagtermijn afvalstoffen is te kort om hoogwaardige recycling mogelijk te maken Besluit Beheer Batterijen en Accu s schrijft voor dat alle afgedankte batterijen en accu s gerecycled moeten worden en product hergebruik is dus niet toegestaan Afval loont - 171, Hergebruik van vezels uit drankenkartons uit na scheiding tbv verpakking voedingsmiddelen producten uit afval bootmotoren export van TAG verminderen door groene lijst criterium te verlagen Verwerken Cat.1 materiaal. Sluiten van ketens leidt soms tot nieuwe risico s. (vb medicijnen bij recycling van luiers). De circulaire economie vraagt om meer kennis over risico s, hoe je de risico s afweegt en borgt om mens en milieu te beschermen. Groen

41 G1 Monitoren effect EoW-criteria puingranulaat (opvolging van een afgerond project) Actie VANG-brief januari Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Geert Cuperus (BRBS) Marco Kraakman (RWS) Max de Vries (BRBS) Overige betrokkenen: Recyclingbedrijven Monitoren of de vaststelling van de einde afval criteria voor puingranulaat de gewenste uitwerking heeft. Medio 2016 wordt gekeken of de producenten gebruik maken van de regeling en of deze naar wens werkt (d.w.z. of het de inzet van granulaat daadwerkelijk stimuleert). Exploitanten van recyclingbedrijven Met ingang van februari 2017 is het mogelijk om voor puingranulaat de productstatus te verkrijgen. Doel hiervan is om als dat milieuhygiënisch verantwoord is het materiaal onder de werking van de afvalregelgeving uit te halen en zo gebruik van het materiaal eenvoudiger te maken. Omdat dit het eerste voorbeeld is van een set van nationale einde-afval-criteria is het interessant om te bezien hoe dit in praktijk uitwerkt. Wordt er gebruik van gemaakt, ervaren marktpartijen het ook als een stimulans voor het gebruik van recyclaat, lopen marktpartijen nog tegen onverwachte zaken aan, enz. Dit project is bedoeld om de effecten van de invoering van deze criteria in beeld te brengen en hier eventueel conclusies aan te verbinden (voor deze criteria zelf of voor het formuleren van andere nationale criteria in de toekomst). Uit te voeren activiteiten: - Door middel van interviews de werking van de productstatus van puingranulaat beoordelen. Inzicht krijgen in de werking van de EoW-status en eventuele verbeterpunten helder krijgen. De productstatus is ingevoerd en nu moet worden gemonitord of er gebruik van wordt gemaakt door de recyclingsector. Hier is in 2015 geen actie op ondernomen. Dit is ook logisch omdat de criteria pas in dat jaar zijn vastgelegd in een ministeriele regeling. In de loop van 2016 moet hier wel naar gekeken worden, ook al omdat er signalen uit de praktijk komen dat er nog regelmatig discussie is tussen marktpartijen en ILT. Medio 2016 vindt de monitor plaats. De resultaten worden gerapporteerd aan de stuurgroep Meer en Beter Recyclen. Eerder is in de stuurgroep MeBR afgesproken dat BRBS Recycling het monitoren van het effect van de EoW-criteria puingranulaat gaat uitvoeren (eerst stond de naam van Marco Kraakman als trekker vermeld). Namens BRBS Recycling zou Geert Cuperus dit gaan oppakken. Hij koppelt terug dat er op dit moment geen voortgang is te melden. De beschrijving van de stand van zaken van dit project is nog steeds actueel. Echter, volgens Geert moet niet hij aangemerkt worden als verantwoordelijke voor de uitvoering van dit project, maar een medewerker van IenM (waarschijnlijk Loek Knijff). Volgens de toelichting op de regeling zal IenM het initiatief nemen voor een evaluatie. Het is dus de vraag wie dit gaat oppakken. Dit punt moet worden besproken in de stuurgroep MeBR. Oranje 41

42 G2 Monitoren effect afvalbelasting (opvolging van een afgerond project) Actie VANG-brief januari Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Marco Kraakman (RWS) Robin Hamerlinck (IenM) Overige betrokkenen: ILT Monitoren welke effecten de belasting en de exportheffing hebben op de import en de export van afval voor recyclings- en verbrandingsdoeleinden. RWS en ILT Monitoren welke effecten de belasting en (het ontbreken van) de exportheffing hebben op de import en de export van afval voor recyclings- en verbrandingsdoeleinden. Nagaan wat er is gebeurd met de import en export van brandbare en recyclebare afvalstromen. Inzicht in de werking van de belasting en de exportheffing. Belasting op storten en verbranden in werking. De exportheffing is aanvankelijk wel in werking getreden maar later door met terugwerkende kracht een nultarief te hanteren in praktische zin weer buiten werking gesteld. Deze actie is in 2016 nog niet opgepakt, omdat: - de exportheffing pas halverwege 2015 in werking is getreden. Hierdoor lijkt 2015 niet zo n goed meetjaar, maar bruikbare cijfers over 2016 zijn er nog niet. - Een groot deel van de tijd in het teken heeft gestaan van discussies over de toekomst van de exportheffing. Vanwege al deze discussies bleek het lastig om in te schatten of het zinvol is om hier in 2017 werk van te maken en in welke vorm. 42 Activiteiten nog nader te bepalen. Als we dit laten meelopen met de reguliere monitoring komen gegevens over 2015 op zijn vroegst pas begin 2017 beschikbaar. Willen we 2016 als meetjaar dan zijn die cijfers er eigenlijk pas begin Een specifieke extra actie los van de reguliere monitoring - is mogelijk maar vraagt extra tijd/inspanning. Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Goede data over 2015 en 2016 zijn nog niet beschikbaar en voor een specifieke actie los van de reguliere monitoring is op dit moment geen menskracht beschikbaar. Groen

43 G3 Monitoren regeling GHA (grof huishoudelijk afval) (opvolging van een afgerond project) Actie VANG-brief januari Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Marco Kraakman (RWS) Franziska Affolter (RWS) Monitoren of de invoering van de GHA regeling goed verloopt. Ministerie van IenM en RWS Sinds 2013 gelden er speciale regels voor het apart houden van componenten van grof huishoudelijk afval op gemeentelijke milieustraten. Eind 2014 en begin 2015 is door respectievelijk ILT en Tauw gekeken naar de implementatie en de effectiviteit van deze regelgeving. Er zijn stappen gezet, maar er is ook nog steeds het nodige te verbeteren. Met enige regelmaat wordt opnieuw gekeken naar de voortgang die wordt geboekt. Het eerstvolgende meetmoment zal plaatsvinden in We gaan op basis van de beschikbare monitoringdata na in hoeverre gemeenten de stromen uit de regeling ook daadwerkelijk gescheiden houden en maken hiervan een vergelijking over de laatste jaren. We kijken hierbij alleen naar het al dan niet aanwezig zijn van de voorzieningen en niet naar de eventuele nascheiding van niet direct gescheiden materialen. Het geeft dus wel een indicatie van de implementatie maar geen totaalbeeld. Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Uit te voeren activiteiten: - Door het bekijken van de monitoringsdata nagaan of de regeling voor GHA door gemeentelijke milieustraten goed wordt ingevoerd. Conclusies over de mate van implementatie van de regeling. In 2015 is er onderzocht of de implementatie van de regeling voor GHA goed verloopt. Begin 2017 moet worden bekeken of de implementatie afdoende vordert. Deze actie is in 2015 en 2016 nog niet opgepakt als afzonderlijke actie omdat in 2015 onderzoeken van ILT en Tauw zijn verschenen. Zoals al eerder aangekondigd wordt dit pas in 2017 opgepakt. Aan de hand van de gegevens van gemeenten (CBS-enquête) wordt dan nagegaan of we iets kunnen zeggen over het aantal bakken dat de verschillende gemeenten inmiddels op de milieustraat hebben en vooral of hier een stijgende lijn in valt te bespeuren. April 2017: update van de mate van implementatie. Geen knelpunten. Groen 43

44 G4 Onderscheid tussen hoog- en laagwaardige recycling bij grensoverschrijdend transport verwerken in LAP3 (opvolging van een afgerond project) Actie VANG-brief januari Trekker projectteam Deelnemers projectteam Doel Doelgroep Beschrijving Beoogd resultaat Stand van zaken Zijn er knelpunten? Geef met een kleur een indicatie aan van de voortgang van het project: groen=actie loopt volgens planning oranje= er is wel voortgang, maar actie loopt achter op de planning rood=grote knelpunten en/of niet of nauwelijks voortgang Marco Kraakman (RWS) Geen deelnemers Overige betrokkenen: ILT Opnemen van het onderscheid tussen hoog- en laagwaardige recycling bij grensoverschrijdend verkeer van afval in LAP3. Ministerie van IenM en RWS Er wordt een methodiek ontwikkeld om onderscheid te kunnen maken tussen hoog- en laagwaardige recycling (project A.1). Op dit moment is er nog geen concreet voornemen om de ontwikkelde methodiek voor hoogwaardige recycling al op sectorplanniveau in het LAP door te voeren. Hiervoor wordt eerste bezien voor welke stromen dat zinvol en mogelijk is. Pas daarna zal worden bezien of het onderscheid tussen hoog- en laagwaardige recycling een rol moet gaan spelen bij het grensoverschrijdend verkeer van afval. Opnemen in de beleidstekst en de relevante sectorplannen van LAP3. ILT heeft geoordeeld dat het mogelijk is het onderscheid te maken. Nu moet het worden opgenomen. Of dit daadwerkelijk aan de orde komt hangt ook af van het project hoogwaardige recycling (project A.1). Op dit moment is er nog geen concreet voornemen om de ontwikkelde methodiek voor hoogwaardige recycling al op sectorplan-niveau in het LAP door te voeren. Hiervoor wordt eerste bezien voor welke stromen dat zinvol en mogelijk is (zie project A1). Pas daarna wordt deze actie actueel. Geen knelpunten. Groen

45 45

46 Meer en Beter Recyclen wordt mogelijk gemaakt door: Wilt u meer weten? meerenbeterrecyclen.nl

Meer en Betere Recycling

Meer en Betere Recycling Meer en Betere Recycling als onderdeel van VANG Uw sprekers: Max de Vries Marco Kraakman Jacobine Meijer Emile Bruls Geert Cuperus Inhoud deelsessie Meer en Beter Recycling Inleiding Pitches projecten

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Meer en Beter Recyclen

Uitvoeringsprogramma Meer en Beter Recyclen Uitvoeringsprogramma Meer en Beter Recyclen 2018-2019 02 Doel : In 2022 is de hoeveelheid te verbranden en te storten Nederlands afval gehalveerd naar 5 miljoen ton ten opzichte van 2012. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Meer en Beter Recyclen

Uitvoeringsprogramma Meer en Beter Recyclen Uitvoeringsprogramma Meer en Beter Recyclen 2016 2017 Opgesteld door Ton ter Grote (secretaris Meer en Beter Recyclen) Vastgesteld door de stuurgroep Meer en Beter Recyclen op 7 april 2016 Inhoudsopgave

Nadere informatie

MEER EN BETERE RECYCLING VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE

MEER EN BETERE RECYCLING VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE MEER EN BETERE RECYCLING VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE Partijen De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Meer en betere recycling voor een circulaire economie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Meer en betere recycling voor een circulaire economie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8152 24 maart 2015 Meer en betere recycling voor een circulaire economie Partijen De Staatssecretaris van Infrastructuur

Nadere informatie

Green Deal MEER EN BETERE RECYCLING VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE

Green Deal MEER EN BETERE RECYCLING VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE Green Deal MEER EN BETERE RECYCLING VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE Conceptversie 16 december 2014 Partijen: De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, handelend in haar hoedanigheid

Nadere informatie

Aan de slag met de uitdagingen uit Europa

Aan de slag met de uitdagingen uit Europa Nederland Circulair in 2050 Aan de slag met de uitdagingen uit Europa Recyclingsymposium 25 oktober 2017 Loek Knijff Ministerie van Infrastructuur en Milieu Probleem en aanpak Milieuwetgeving gaat vnl.

Nadere informatie

Leveranciersdag categorie management bedrijfskleding. MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD Ondernemen RIJK. Hanneke op den Brouw 23 april 2015

Leveranciersdag categorie management bedrijfskleding. MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD Ondernemen RIJK. Hanneke op den Brouw 23 april 2015 Leveranciersdag categorie management bedrijfskleding MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD Ondernemen RIJK Hanneke op den Brouw 23 april 2015 Wensbeeld bedrijfskleding Rijk Design Duurzaam materiaal Circulaire keten

Nadere informatie

B.9 Recycling binnen de circulaire economie

B.9 Recycling binnen de circulaire economie B.9 Recycling binnen de circulaire economie B.9.1 Inleiding In een circulaire economie wordt het ontstaan van afval allereerst zoveel mogelijk vermeden door preventie en voorbereiding voor hergebruik (zie

Nadere informatie

Rijksbrede aanpak. Minisymposium: Circulaire Economie en Werkgelegenheid. Marc Pruijn Directie Duurzaamheid. Ministerie van IenM

Rijksbrede aanpak. Minisymposium: Circulaire Economie en Werkgelegenheid. Marc Pruijn Directie Duurzaamheid. Ministerie van IenM Rijksbrede aanpak Minisymposium: Circulaire Economie en Werkgelegenheid Marc Pruijn Directie Duurzaamheid Ministerie van IenM Wat wil het kabinet bereiken? 100% circulaire economie in 2050 50% minder eindige

Nadere informatie

UITVOERINGSPROGRAMMA MEER EN BETER RECYCLEN. 1 April Maart 2016

UITVOERINGSPROGRAMMA MEER EN BETER RECYCLEN. 1 April Maart 2016 UITVOERINGSPROGRAMMA MEER EN BETER RECYCLEN 1 April 2015 31 Maart 2016 6 juli 2015 1. Inleiding Het programma VANG is uitgewerkt in negen (voorheen acht) operationele doelstellingen en daarbij behorende

Nadere informatie

Van Afval Naar Grondstof

Van Afval Naar Grondstof Van Afval Naar Grondstof Toelichting onderdelen VANG-programma NVRD themadag 27 november Marc Pruijn Directie Duurzaamheid Van regeerakkoord naar ketens Rutte 2: groene groei, circulaire economie Circulaire

Nadere informatie

Nederland Circulair in 2050

Nederland Circulair in 2050 Nederland Circulair in 2050 Het Rijksbrede programma circulaire economie en de betekenis voor het Nederlandse afvalbeleid NVRD Themadag Afval en Grondstoffen 24 november 2016 Marc Pruijn Directie Duurzaamheid

Nadere informatie

Van Afval Naar Grondstof

Van Afval Naar Grondstof Van Afval Naar Grondstof Ins en outs Betrokkenheid gemeenten Gemeentelijk Afvalcongres Marc Pruijn, Directie Duurzaamheid, IenM Circulaire economie? 2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu 3 Ministerie

Nadere informatie

VERSLAG WORKSHOP KETENPROJECT LUIERS 26 november 2014

VERSLAG WORKSHOP KETENPROJECT LUIERS 26 november 2014 VERSLAG WORKSHOP KETENPROJECT LUIERS 26 november 2014 1. DOEL VAN DE WORKSHOP Aan de hand van enkele presentaties gaan Eric de Baedts, Marc Pruijn en Geert Cuperus in op de achtergrond van het ketenproject

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Verpakken in de circulaire economie. Hester Klein Lankhorst Empack, 5 april 2017

Verpakken in de circulaire economie. Hester Klein Lankhorst Empack, 5 april 2017 Verpakken in de circulaire economie Hester Klein Lankhorst Empack, 5 april 2017 2 Copyright 2016 KIDV 8 november 2016 3 Copyright 2017 KIDV 12-4-2017 Verpakkingen In Europa openen we ongeveer 7 verpakkingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) Nr. 81 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan

Nadere informatie

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval Inhoud 1. Inleiding 3 2. Opzet plannen voor ondersteuning 4 3. Plannen voor verminderen huishoudelijk restafval 5 3.1 Eisen

Nadere informatie

Sectorplan 12: Metalen

Sectorplan 12: Metalen TEKST SECTORPLAN 14 (onderdeel LAP) Sectorplan 14 Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan I Afbakening Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan bestaan uit met papier

Nadere informatie

VANG Van Afval Naar Grondstof

VANG Van Afval Naar Grondstof Afval is een keuze VANG Van Afval Naar Grondstof Regionaal Symposium Grondstoffen in Afvalland? Dinteloord, 15 april 2015 Maarten Goorhuis Senior beleidsmedewerker Koninklijke NVRD Koninklijke NVRD Vereniging

Nadere informatie

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4.1 Inleiding Deze bijlage geeft een toelichting bij de productie en verwerking van het Nederlands afval sinds 1985 plus een inschatting hiervan tijdens de komende planperiode.

Nadere informatie

Masterclass Afval en Grondstof. Het Nederlandse Afvalbeleid in vogelvlucht, gemeenten in de circulaire economie

Masterclass Afval en Grondstof. Het Nederlandse Afvalbeleid in vogelvlucht, gemeenten in de circulaire economie Masterclass Afval en Grondstof Het Nederlandse Afvalbeleid in vogelvlucht, gemeenten in de circulaire economie Gemeentelijk Afvalcongres, 19 maart 2015 AGENDA 1. 2. 3. 4. 5. Afvalmanagement Ladder van

Nadere informatie

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval. TEKST SECTORPLAN 41 (onderdeel LAP) Sectorplan 41 Verpakkingen algemeen I Afbakening Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen

Nadere informatie

Denktank Grondstoffen uit reststromen. Startnotitie 9 december 2016

Denktank Grondstoffen uit reststromen. Startnotitie 9 december 2016 Denktank Grondstoffen uit reststromen Startnotitie 9 december 2016 1 Inhoudsopgave 1 3 12 19 Denktank recapitulatie startbijeenkomst 8 sept 2016 Inhoud komende sessies Wat is circulair? Bronnen 2 Denktank

Nadere informatie

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli Voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli Voorzitter van de commissie, Agnes Mulder Tweede Kamer der Staten- Generaal Vergaderjaar 018-019 1 501-08 Milieuraad Nr. 785 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli 019 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat

Nadere informatie

Meer huishoudelijk afval recyclen

Meer huishoudelijk afval recyclen Meer huishoudelijk afval recyclen Is 2/3 recyclen haalbaar? Ja, met een Grondstoffenakkoord Erik de Baedts AGENDA 1. 2. 3. 4. 5. AMSTERDAM 2012 Afvalbrief Meer waarde uit afval (september 2011) Milieudruk

Nadere informatie

Presentatie. Project vraagsturing kunststof recyclaat Utrecht, 11 oktober 2017

Presentatie. Project vraagsturing kunststof recyclaat Utrecht, 11 oktober 2017 Presentatie Project vraagsturing kunststof recyclaat Utrecht, 11 oktober 2017 Inleiding 11 oktober LCKVA 2 Actuele topics Focus op circulaire economie Discussie over design for recycling Verhogen hergebruikdoelstellingen

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma VANG-HHA

Uitvoeringsprogramma VANG-HHA Uitvoeringsprogramma VANG-HHA Samen op weg naar 100 kg huishoudelijk restafval Mini-symposium Indaver Meer gft-afval uit de hoogbouw 16 april 2015 Guus van den Berghe Inhoud presentatie Programma Van Afval

Nadere informatie

sectorplan 18 Papier en karton

sectorplan 18 Papier en karton sectorplan Papier en karton 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Papier en karton 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, kantoren en grafische industrie 3. Aanbod in 2000 (in Nederland) 4.160

Nadere informatie

Meer huishoudelijk afval recyclen

Meer huishoudelijk afval recyclen Meer huishoudelijk afval recyclen Is 2/3 recyclen haalbaar? Ja, met een Grondstoffenakkoord Erik de Baedts AGENDA 1. 2. 3. 4. 5. AMSTERDAM 2012 Afvalbrief Meer waarde uit afval (september 2011) Milieudruk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 31

Nadere informatie

Gemeenten en kunststof - van ambitie naar transitie

Gemeenten en kunststof - van ambitie naar transitie Gemeenten en kunststof - van ambitie naar transitie Update onderzoeken kunststof verpakkingsafval Titel van de presentatie 1 Programma + Actuele onderzoeken (kunststof) verpakkingen + Marijn Teernstra

Nadere informatie

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Het nieuwe afvalbeheerplan (LAP)

Het nieuwe afvalbeheerplan (LAP) Het nieuwe afvalbeheerplan (LAP) Afval & Materialen Jacobine Meijer Marlou Gerrekens Inhoud Het LAP en een circulaire economie Opbouw LAP Vormen van recycling Actualiseren van vergunningen Mengen van afval

Nadere informatie

1.0 Inleiding 2.0 Verantwoordelijk 3.0 Communicatie 3.1 Website

1.0 Inleiding 2.0 Verantwoordelijk 3.0 Communicatie 3.1 Website Communicatie plan Inhoud 1.0 Inleiding... 3 2.0 Verantwoordelijk... 3 3.0 Communicatie... 3 3.1... 3 4.0 Duurzaamheid Beleid... 4 5.0 Stuurcyclus... 5 6.0 Betrokken doelgroepen... 8 6.1 Ketenanalyse...

Nadere informatie

sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden

sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden sectorplan Restafval van handel, diensten en overheden 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Organisch afval, papier/karton, kunststoffen 2. Belangrijkste bronnen HDO-sectoren. Aanbod in

Nadere informatie

sectorplan 1 Huishoudelijk restafval

sectorplan 1 Huishoudelijk restafval sectorplan Huishoudelijk restafval Achtergrondgegevens. Belangrijkste afvalfracties Grove en fijne materiaalstromen zoals organisch afval, papier/karton, kunststoffen, glas, metalen, keramiek, hout en

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 17 (onderdeel LAP) Sectorplan 17 Reststoffen van drinkwaterbereiding I Afbakening Reststoffen van drinkwaterbereiding komen vrij bij de bereiding van drinkwater. Deze reststoffen zijn

Nadere informatie

AMBITIE NUTRIËNTEN 2018

AMBITIE NUTRIËNTEN 2018 AMBITIE NUTRIËNTEN 2018 ACTIEPLAN Als uitwerking van de Ambitie Nutriënten 2018 zullen de leden van het Nutrient Platform, ondersteund door het secretariaat, de komende twee jaar de volgende activiteiten

Nadere informatie

Ontwerpversie Pagina 1 van 5

Ontwerpversie Pagina 1 van 5 TEKST SECTORPLAN 4 (onderdeel LAP) Sectorplan 4 Gescheiden ingezameld papier en karton I Afbakening Dit sectorplan heeft betrekking op gescheiden ingezameld papier en karton van zowel huishoudens als van

Nadere informatie

11.2 Relatie tussen minimumstandaard en de Richtlijn industriële emissies (RIE)/BREF's

11.2 Relatie tussen minimumstandaard en de Richtlijn industriële emissies (RIE)/BREF's 11 Minimumstandaard 11.1 Inleiding Om een zo hoogwaardig mogelijk afvalbeheer te bereiken, zijn in het LAP minimumstandaarden vastgesteld. De minimumstandaard geeft de minimale hoogwaardigheid aan van

Nadere informatie

Naar een afval(heffing)loze samenleving?

Naar een afval(heffing)loze samenleving? Naar een afval(heffing)loze samenleving? Actualiteitendag Lokale Belastingen november 2016 Marc Veenhuizen Olaf Prinsen In het nieuws... De presentatie Circulaire economie, een korte beschrijving Van Afval

Nadere informatie

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van restafval van bedrijven is verbranden als vorm van verwijdering.

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van restafval van bedrijven is verbranden als vorm van verwijdering. TEKST SECTORPLAN 2 (onderdeel LAP) Sectorplan 2 Restafval van bedrijven I Afbakening Restafval van bedrijven is afval dat overblijft bij bedrijven uit de handel, diensten en overheidssector (HDO-sector

Nadere informatie

Beleid voor ZZS in afvalstromen. Loek Knijff Directie Duurzame Leefomgeving en Circulaire Economie Minisymposium Stoffen Den Haag, 10 april 2019

Beleid voor ZZS in afvalstromen. Loek Knijff Directie Duurzame Leefomgeving en Circulaire Economie Minisymposium Stoffen Den Haag, 10 april 2019 Beleid voor ZZS in afvalstromen Loek Knijff Directie Duurzame Leefomgeving en Circulaire Economie Minisymposium Stoffen Den Haag, 10 april 2019 Zorgstoffen Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) lijst RIVM ca.

Nadere informatie

sectorplan 14 Verpakkingsafval

sectorplan 14 Verpakkingsafval sectorplan Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3. Aanbod

Nadere informatie

Hester Klein Lankhorst Grondstoffencongres: Grip op AEEA Donderdag 28 maart 2019

Hester Klein Lankhorst Grondstoffencongres: Grip op AEEA Donderdag 28 maart 2019 Hester Klein Lankhorst Grondstoffencongres: Grip op AEEA Donderdag 28 maart 2019 Ontwikkelingen in Europa Producentenverantwoordelijkheid wordt steeds verder uitgebreid binnen Europa, aan de hand van uitgebreide

Nadere informatie

Omgekeerd afval inzamelen. Waar zijn we in Stichtse Vecht mee bezig?

Omgekeerd afval inzamelen. Waar zijn we in Stichtse Vecht mee bezig? Omgekeerd afval inzamelen. Waar zijn we in Stichtse Vecht mee bezig? 6 november 2017 GroenLinks Stichtse Vecht is al jaren een warm voorstander van omgekeerd inzamelen. Wat is dat eigenlijk en wat zijn

Nadere informatie

Sectorplan 19 Kunststofafval

Sectorplan 19 Kunststofafval Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste

Nadere informatie

Kunststofketenproject. Gemeentelijk Grondstoffencongres 30 maart 2017

Kunststofketenproject. Gemeentelijk Grondstoffencongres 30 maart 2017 Kunststofketenproject Gemeentelijk Grondstoffencongres 30 maart 2017 Het KIDV Opgericht op 1 januari 2013: Raamovereenkomst Verpakkingen 2013 2022 Vermindering milieudruk verpakkingsketen Kennisfunctie

Nadere informatie

2 Terugblik. 2.1 Inleiding

2 Terugblik. 2.1 Inleiding 2 Terugblik 2.1 Inleiding Op 03-03-03 is het eerste Landelijk afvalbeheerplan (LAP) in werking getreden. In dat LAP wordt onder meer terug geblikt op de periode die aan het plan vooraf ging, waarbij onderwerpen

Nadere informatie

Circular Economy Lab: Waardering. recycling in de bouw

Circular Economy Lab: Waardering. recycling in de bouw Duurzaamheidswinst door ketensamenwerking! Circular Economy Lab: Deze bijeenkomst is de tweede in een serie van vijf debatavonden, welke zijn bedoeld om de circulaire economie in een aantal belangrijke

Nadere informatie

Evaluatie Raamovereenkomst Verpakkingen

Evaluatie Raamovereenkomst Verpakkingen Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Cie.iw@tweedekamer.nl Datum Behandeld door 7 maart 2018 Olaf Prinsen Ons

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Van Afval Af. transitie-agenda naar een circulaire economie. Roel van Raak(DRIFT) vanraak@drift.eur.nl

Van Afval Af. transitie-agenda naar een circulaire economie. Roel van Raak(DRIFT) vanraak@drift.eur.nl Van Afval Af transitie-agenda naar een circulaire economie NVRD themadag Roel van Raak(DRIFT) vanraak@drift.eur.nl Aanleiding en doel van Van Afval Af Verpakkingenakkoord Circulaire Economie Schuivende

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Aanleiding De provincie Noord Brabant en de regio s Zuidoost en Noordoost Brabant vinden het belangrijk om de handen in één

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 202834 Datum : 17 november 2015 Programma : Strategie Blad : 1 van 5 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. V.G.M. van den

Nadere informatie

Recyclebaar? Check t! Workshop Recyclecheck vormvaste kunststof verpakkingen 28 maart 2019

Recyclebaar? Check t! Workshop Recyclecheck vormvaste kunststof verpakkingen 28 maart 2019 Recyclebaar? Check t! Workshop Recyclecheck vormvaste kunststof verpakkingen 28 maart 2019 Programma Workshop Introductie KIDV Uitleg Recyclecheck Presentatie KIDV voorbeelden obv recyclecheck. Deelnemers

Nadere informatie

Plan van Aanpak Evaluatie Regionaal Uitvoeringsplan huishoudelijk afval Van Afval naar Grondstof

Plan van Aanpak Evaluatie Regionaal Uitvoeringsplan huishoudelijk afval Van Afval naar Grondstof Plan van Aanpak Evaluatie Regionaal Uitvoeringsplan huishoudelijk afval 2015-2020 Van Afval naar Grondstof Ons kenmerk 19.0010235 Versie 1.1 Datum maart Contactpersoon I. van Gelderen E-mail i.vangelderen@gad.nl

Nadere informatie

Green Deal. 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals

Green Deal. 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals Green Deal 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals Inhoud presentatie Overheidsbeleid Green Deal Green Deal Aanpak Voorbeelden van Green Deals Green Deal initiatief

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN INZAMELING EN RECYCLING DRANKENKARTONS

STAND VAN ZAKEN INZAMELING EN RECYCLING DRANKENKARTONS STAND VAN ZAKEN INZAMELING EN RECYCLING DRANKENKARTONS STICHTING HERGEBRUIK KARTONNEN DRANKVERPAKKINGEN Stichting HEDRA is de Nederlandse brancheorganisatie van drankenkartonproducenten. Wij werken voortdurend

Nadere informatie

Verslag informatiebijeenkomst Kunststofverpakkingen. 1 december 2016

Verslag informatiebijeenkomst Kunststofverpakkingen. 1 december 2016 Verslag informatiebijeenkomst Kunststofverpakkingen 1 december 2016 1 december 2016 organiseerde het LCKVA een Informatiebijeenkomst over kunststofverpakkingen. Addie Weenk opent namens het Learning Center

Nadere informatie

Sectorplan 7 Afval van energievoorziening

Sectorplan 7 Afval van energievoorziening Sectorplan 7 Afval van energievoorziening 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Poederkoolvliegas, E-bodemas, rookgasontzwavelinggips, KVvliegas, KV-slak, bodemas en vliegas 2. Belangrijkste

Nadere informatie

d) EUR-Lex

d) EUR-Lex Fiche 3: Mededeling: Monitoringraamwerk voor de Circulaire Economie 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Mededeling van de commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal

Nadere informatie

VAN AFVAL TOT GRONDSTOF! SAMEN MET U DE JUISTE RECYCLING KOMBINATIE

VAN AFVAL TOT GRONDSTOF! SAMEN MET U DE JUISTE RECYCLING KOMBINATIE Beleid Nederlandse Overheid Groene Groeistrategie 1 Energie: naar een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening 2 Biobased economy: substitutie fossiele door groene grondstoffen (biomassa)

Nadere informatie

Jaarplan 2012 gemeente Velsen

Jaarplan 2012 gemeente Velsen Jaarplan 2012 gemeente Velsen januari 2012 HVCinzameling Miriam Dijst Adviseur Gemeenten 12 januari 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Maatregelen afvalbeheerplan 6 3. Maatregelen 2012 7 4. Planning

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 42 (onderdeel LAP) Sectorplan 42 Verpakkingen van verf, lijm, kit of hars I Afbakening Verpakkingen die vallen onder dit sectorplan bevatten resten verf, lijm, kit en/of hars, danwel zijn

Nadere informatie

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra Partijen: 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de heer drs. M.J.M. Verhagen en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Nadere informatie

Verzilveren perspectief op groene groei Voortzetting, aanscherping en opschaling Green Deal aanpak

Verzilveren perspectief op groene groei Voortzetting, aanscherping en opschaling Green Deal aanpak Verzilveren perspectief op groene groei Voortzetting, aanscherping en opschaling Green Deal aanpak Utrecht, 7 juni 2016 Van: Green Deal Board Aan: Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp Minister

Nadere informatie

Circulaire Economie Tilburg. Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau

Circulaire Economie Tilburg. Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau Circulaire Economie Tilburg Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau 28 november 2017 Aanleiding Aanpak circulaire economie Tilburg (december 2016): Voedsel: minder voedselverspilling Consumptiegoederen

Nadere informatie

Green Deal Circulaire Gebouwen

Green Deal Circulaire Gebouwen Green Deal Circulaire Gebouwen 28-11-2015 Green Deal Circulaire Gebouwen 2 CFP Green Buildings: zo veel mogelijk gebouwen winstgevend verduurzamen 28-11-2015 Green Deal Circulaire Gebouwen 3 3 28-11-2015

Nadere informatie

Landelijk afvalbeheerplan

Landelijk afvalbeheerplan Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 Tweede wijziging Inspraaknotitie Deel 1: Informatie over de inspraakprocedure en hoofdlijnen van de wijziging Datum 18 februari 2014 Colofon DGMI Directie Duurzaamheid

Nadere informatie

Programma Circulaire Economie RKI NRK, december 2018

Programma Circulaire Economie RKI NRK, december 2018 Programma Circulaire Economie RKI, december 2018 Het sluiten van kringloop Aanpak programma /PEN Stuurgroep CE e acties/projecten Door (groepen) bedrijven Consumentenproducten acties/projecten door bedrijven

Nadere informatie

Eindrapportage Simplastic. Hoe komen tot vermindering van plastic verpakkingsafval in de zorg?

Eindrapportage Simplastic. Hoe komen tot vermindering van plastic verpakkingsafval in de zorg? Eindrapportage Simplastic Hoe komen tot vermindering van plastic verpakkingsafval in de zorg? Inhoud 1 Simplastic 2 Circle Scan 3 Conclusies Circle Scan 4 Sorteerproef 5 Conclusies sorteerproef 6 Aanbevelingen

Nadere informatie

Sectorplan 29 Batterijen

Sectorplan 29 Batterijen Sectorplan 29 Batterijen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Alkaline batterijen, zinkbruinsteen batterijen, oplaadbare nikkel cadmium batterijen, kwikoxide batterijen, zilveroxide batterijen,

Nadere informatie

Beleid / LAP en Cytostatica in incontinentiemateriaal en luiers

Beleid / LAP en Cytostatica in incontinentiemateriaal en luiers Beleid / LAP en Cytostatica in incontinentiemateriaal en luiers Henk Hortensius Programmamanager Ketenaanpak RWS Leefomgeving Workshop Risicostoffen Ketenproject Luiers 13 juni 2016 Een kader voor risicostoffen

Nadere informatie

De ONBEKENDE KANT van PLASTIC. Waarom worden zoveel. producten in plastic verpakt? En wat moet er gebeuren met deze verpakking als dit afval wordt?

De ONBEKENDE KANT van PLASTIC. Waarom worden zoveel. producten in plastic verpakt? En wat moet er gebeuren met deze verpakking als dit afval wordt? De ONBEKENDE KANT van PLASTIC Waarom worden zoveel producten in plastic verpakt? En wat moet er gebeuren met deze verpakking als dit afval wordt? PLASTIC IS WAARDEVOL Tijdens de productie en gebruik EEN

Nadere informatie

De route naar circulaire afspraken. Evert Schut, Rijkswaterstaat

De route naar circulaire afspraken. Evert Schut, Rijkswaterstaat De route naar circulaire afspraken Evert Schut, Rijkswaterstaat Asfalt Impuls Initiatieven lopen soms vast in een doolhof van regels Komen er achter dat iedereen circulaire economie anders interpreteert

Nadere informatie

Factsheet: biologisch afbreekbare kunststof verpakkingen

Factsheet: biologisch afbreekbare kunststof verpakkingen Factsheet: biologisch afbreekbare kunststof verpakkingen Kennisinstituut Duurzaam Verpakken Factsheet, augustus 2018 1 Introductie In de afgelopen periode is een brede discussie ontstaan over de vraag

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Visie en doelstellingen op huishoudelijk afval 2016-2020. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Visie en doelstellingen op huishoudelijk afval 2016-2020. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17-12-2015 15-089 Onderwerp Visie en doelstellingen op huishoudelijk afval 2016-2020 Aan de raad, Onderwerp Visie en doelstellingen op huishoudelijk afval 2016-2020

Nadere informatie

20 Verbranden als vorm van verwijdering

20 Verbranden als vorm van verwijdering 20 Verbranden als vorm van verwijdering 20.1 Inleiding Afvalstoffen die niet nuttig kunnen worden toegepast, moeten op een milieuhygiënisch verantwoorde manier worden verwerkt. Het beleid voor brandbaar

Nadere informatie

Recycling van kunstgras: hoe nu verder? Marcel Bouwmeester Teun Wouters

Recycling van kunstgras: hoe nu verder? Marcel Bouwmeester Teun Wouters Recycling van kunstgras: hoe nu verder? Marcel Bouwmeester Teun Wouters 29 januari 2019 Kunstgras 2019 1 Marcel Bouwmeester Gemeente Utrecht VSG (VSG normalisatie commissie) Teun Wouters Topgrass Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 28 694 Verpakkingsbeleid Nr. 129 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld textiel is nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik.

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld textiel is nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik. TEKST SECTORPLAN 5 (onderdeel LAP) Sectorplan 5 Gescheiden ingezameld textiel I Afbakening Gescheiden ingezameld textiel is afkomstig van de gescheiden inzameling bij particuliere huishoudens en bedrijven.

Nadere informatie

Sectorplan 26: Sectorplan 32: Cellenbeton

Sectorplan 26: Sectorplan 32: Cellenbeton TEKST SECTORPLAN 31 (onderdeel LAP) Sectorplan 31 Gips I Afbakening Gips komt vrij bij het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen en bouwwerken. Gips wordt aan de bron gescheiden (op de lokatie van de

Nadere informatie

C-153 Green Deal Groen Bouwen

C-153 Green Deal Groen Bouwen C-153 Green Deal Groen Bouwen Partijen 1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J Kamp, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, ieder handelende in haar of

Nadere informatie

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader TEKST SECTORPLAN 45 (onderdeel LAP) Sectorplan 45 Brandblussers I Afbakening Dit sectorplan heeft betrekking op de verwerking van brandblussers. Onderstaand - niet limitatief bedoeld - overzicht bevat

Nadere informatie

Sectorplan 8 Afval van verlichting

Sectorplan 8 Afval van verlichting Sectorplan 8 Afval van verlichting 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Hoge- en lagedruk kwiklampen, hoge- en lagedruk natriumlampen en fluorescentiepoeder 2. Belangrijkste bronnen Dienstverlening,

Nadere informatie

Raadsinformatiebijeenkomst Businesscase REnescience. 17 november 2016

Raadsinformatiebijeenkomst Businesscase REnescience. 17 november 2016 Raadsinformatiebijeenkomst Businesscase REnescience 17 november 2016 Agenda Waarom deze bijeenkomst? Terugblik ontwikkelingen Cure Project 100% afvalscheiding Doelstellingen Afvalketen Beleid Inzameling

Nadere informatie

Actieplanning ontwikkelingsproject CO2-kengetallen

Actieplanning ontwikkelingsproject CO2-kengetallen Actieplanning ontwikkelingsproject CO2-kengetallen Renewi Netherlands Holding b.v. Voortgang december 2018 INHOUD 1 Inleiding... 3 1.1 Maatregel... 3 1.2 Voorgenomen activiteiten... 3 1.3 Doelgroep...

Nadere informatie

CASUS: KERAMIEK, BITUMEN, ISOLATIE, GIPS

CASUS: KERAMIEK, BITUMEN, ISOLATIE, GIPS CASUS: KERAMIEK, BITUMEN, ISOLATIE, GIPS Scheiden vervuilende fracties Bouw en sloop Maar 10 van de totale volume behelst de meest vervuilende stromen zoals: Keramiek, Bitumen, Isolatie, C-Hout en E-waste,

Nadere informatie

Sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden

Sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden Sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Organisch afval, papier/karton, kunststoffen 2. Belangrijkste bronnen HDO-sectoren 3. Aanbod

Nadere informatie

ZZS in de afvalverwerking en terugwinning van grondstoffen. Gevolgen korte termijn (dossier GenX) Gevolgen op de langere termijn

ZZS in de afvalverwerking en terugwinning van grondstoffen. Gevolgen korte termijn (dossier GenX) Gevolgen op de langere termijn ZZS in de afvalverwerking en terugwinning van grondstoffen Gevolgen korte termijn (dossier GenX) Gevolgen op de langere termijn Dossier GenX (potentiële ZZS ) Geen norm voor lozing Norm opp.water 118 ng

Nadere informatie

Betekenis van circulaire economie voor de grondketen

Betekenis van circulaire economie voor de grondketen Betekenis van circulaire economie voor de grondketen Bodembreed 13 november 2018 Mark in t Veld (Tauw) Jeroen Nagel (RWS) RWS Duurzame Leefomgeving 2 Rijkswaterstaat Circulaire Economie GWW & RWS RWS is

Nadere informatie

Meer huishoudelijk afval recyclen

Meer huishoudelijk afval recyclen Meer huishoudelijk afval recyclen Is 2/3 recyclen haalbaar? Samuel Stollman Afvalbrief Meer waarde uit afval (september 2011) Milieudruk afvalbeheer verder verminderen Efficiënt omgaan met grondstoffen

Nadere informatie

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities Afval is een Keus Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval Maarten Goorhuis Senior beleidsmedewerker, NVRD NVRD Regio Noord Nederland 20 juni 2013 Definities Grof huishoudelijk afval Afvalstoffen

Nadere informatie

Het voorstel aan de raad is om het Grondstoffenbeleidsplan vast te stellen. Het vaststellen is opgesplitst in een aantal deelbesluiten.

Het voorstel aan de raad is om het Grondstoffenbeleidsplan vast te stellen. Het vaststellen is opgesplitst in een aantal deelbesluiten. Agendanr.: Voorstelnr.: RB2012144 Onderwerp: Afvalinzameling: Grondstoffenbeleidsplan - 2016 Aan de Raad, Heerhugowaard, 4 december 2012 Beknopt voorstel Het huidige afvalbeleidsplan is door de raad vastgesteld

Nadere informatie

De kansen voor de Circulaire Economie - met oog op recycling - Ton Bastein

De kansen voor de Circulaire Economie - met oog op recycling - Ton Bastein De kansen voor de - met oog op recycling - The Limits to growth Verscheen in 1972 Uitgangspunt: Één wereld Overshoot Exponentiële groei Actie (o.a.): Systeemveranderingen Resource efficiency Recycle Vervangen/Substitutie

Nadere informatie

Raadsvoorstel Plan van Aanpak Circulaire Economie

Raadsvoorstel Plan van Aanpak Circulaire Economie gemeente Eindhoven Inboeknummer 17bst01739 Dossiernummer 17.51.351 Beslisdatum B&W 19 december 2017 Raadsvoorstel Plan van Aanpak Circulaire Economie Inleiding In het Klimaatplan 2016-2020 is vastgelegd

Nadere informatie