ACTIVITEITEN VAN DE NVSPV Informatie agendapunt 4, ALV 24 mei 2000

Transcriptie

1 BIJLAGE II ACTIVITEITEN VAN DE NVSPV Informatie agendapunt 4, ALV 24 mei Algemeen Het Algemeen Bestuur heeft in deze periode zes maal vergaderd, het Dagelijks Bestuur kwam vijf maal bijeen en heeft eenmaal telefonisch vergaderd. Daarnaast is 2 maal overlegd en uitgewisseld met de regiovoorzitters Personele ontwikkelingen De organisatie van het lustrumcongres en het uitbrengen van het boek Hoopvol Bezorgd heeft veel inzet gevraagd van de bestuursleden en van het administratiebureau. Daarnaast zijn er nogal wat wisselingen geweest in het bestuur. Firmin Polderman en Riet van Dommelen hebben vanwege het aanvaarden van een nieuwe functie hun deelname aan het bestuur moeten staken. Zij zullen tijdens de komende ALV officieel aftreden, evenals Ivonne van der Padt. Het bestuur zal tijdens op 24 mei twee kandidaat-bestuursleden aan u voordragen te weten Jeanne Derks als toekomstig penningmeester en Erwin Vleugel die de portefeuille Abvakabo zal gaan behartigen. Zoals gebruikelijk doen we een oproep aan leden zich aan te melden als kandidaat bestuurslid. Deelname aan het bestuur biedt u een interessante leerplek en de gelegenheid ervaring op te doen met het besturen van een van de grootste verpleegkundige beroepsorganisaties in Nederland! Guus Palm volgt Kees Onderwater op als afgevaardigde namens de NVSPV in het bestuur van de GGZ-VS, de stichting die de opleiding tot beoogd verpleegkundig specialist in de GGZ verzorgt Overleg inspectie Op 9 februari jl. vond wederom overleg plaats met Patrick Gassman en Frans Verberk en het Dagelijks Bestuur. Tijdens deze bijeenkomst werd onder andere gesproken over de jaarrapportage van de inspectie, protocollen beroepsstandaarden, de Federatie Verpleegkunde in de GGZ i.o Overleg GGZ Nederland Ivonne van der Padt (penningmeester NVSPV en voorzitter COOV) en Carla Raben (voorzitter NVSPV en voorzitter a.i. Federatie Verpleegkunde in de GGZ i.o.) hebben overleg gevoerd met dhr. Carel de Groen, Kennis en Opleidingen van GGZnederland. Doel van het gesprek was kennismaking en informatie-uitwisseling. Besloten werd een halfjaarlijks overleg in het leven te roepen met het COOV, GGZnederland en de Federatie i.o Organogram NVSPV (Zie organogram laatste bladzijde van dit vergaderstuk) Tijdens de laatste ledenvergadering werd verzocht een overzicht te geven van het netwerk van de NVSPV. Bijgaand treft u een organogram aan. Het organogram maakt de bestuurlijke lijnen en samenwerkingsverbanden van de NVSPV inzichtelijk en laat zien op welke wijze de NVSPV is ingebed in de organisatie van de (geestelijke) gezondheidszorg in Nederland. 4.2 Juridische ondersteuning vanuit de vereniging Activiteiten NVSPV ALV 24 mei 2000

2 Zoals reeds in de vorige vergadering is gemeld zou het bestuur gaan onderzoeken of het zinvol is dat er juridische ondersteuning vanuit de vereniging zinvol is. En welke ondersteuning zou dan zinvol zijn. In eerste instantie wordt gedacht aan ondersteuning die eenmalig is een snel gegeven moet worden. Een voorbeeld hiervan is een verweerschrift bij een aanklacht van een cliënt gedeponeerd bij het tuchtcollege. Het bestuur is hier nog volop mee bezig. Er wordt ook onderzocht in hoeverre men gebruik kan maken van andere instanties zoals de bond of bijvoorbeeld de advocaat van de werkgever en hoe toegankelijk deze zijn. Het bestuur vraagt zich af of er leden zijn die hier al ervaring mee hebben en hoe die ervaringen waren. Graag wil zij hierover op de hoogte gebracht worden. Zij kan deze ervaringen mee nemen in haar overwegingen welke service we moeten verlenen aan de leden. Het bestuur roept deze leden dan ook op om contact op te nemen met Fenny de Vries tel Ook andere ideeën en voorstellen zijn welkom. 4.3 Registratie (en herregistratie) Het voorstel van de registratie van gespecialiseerd verpleegkundigen ligt nog steeds op het ministerie en het ziet er niet naar uit dat er op korte termijn een uitspraak komt van de minister met betrekking tot registratie. De vertraging tot een besluit wordt veroorzaakt door de koppeling die gemaakt moet worden met herregistratie. Wanneer de minister registratie goedkeurt dan moet er automatisch over 5 jaar geherregistreerd worden. De minister wil hier een uniforme regeling voor die voor alle verpleegkundigen geldt. Daarnaast wordt er een probleem gesignaleerd dat veel verpleegkundigen geregistreerd zijn onder een generaal pardon. Wanneer de herregistratie ingevoerd wordt zouden inhoudelijke criteria van de herregistratie wel eens voor grote problemen kunnen gaan zorgen daar verpleegkundigen die via dit generaal pardon in het register zijn gekomen niet aan de voorwaarden van de herregistratie kunnen voldoen. De minister verwacht daardoor veel problemen op de arbeidsmarkt. Ook speelt hier nog een probleem doorheen de te verwachten arbeidstekorten. Door de herregistratie wordt er een extra drempel op geworpen voor de herintreders. De minister heeft daarom opdracht gegeven tot een onderzoek. Het is dan ook niet te verwachten dat er een beslissing genomen wordt voordat de uitslag van het onderzoek bekend is. De werkgroep registratie heeft door dit besluit en door ziekte van verschillende leden vertraging op gelopen en heeft hierdoor weinig besluiten kunnen nemen. 4.4 SPV in de eerste lijn Het bestuur van de NVSPV heeft het standpunt ingenomen om op dit moment geen eigen activiteiten te gaan ontwikkelen ten aanzien van de SPV in de eerste lijn. Gekozen is om de ontwikkeling die er op dit moment gaande is te volgen en zodra de ontwikkeling hierom vraagt ons opnieuw over stappen te oriënteren. Het bestuur is van menig dat het op dit moment niet past, om te kiezen voor sectoren of velden. Zoals eerder gemeld vervult het Trimbos instituut in de persoon van Wim de Vries, een helpdeskfunctie voor de consultatie aan de eerste lijn. Volgens het Trimbos insitituut verloopt de projectregistratie traag, er zijn nu bijna 40 projecten geregistreerd. Volgens hen zijn er duidelijk meer projecten in den lande gaande. Onlangs vond er in Utrecht een conferentie plaats, met als thema, consultatie in de eerste lijn. Tijdens de presentatie bleek de SPV in deze functie veelvuldig te worden genoemd in het kader van consultatie. 4.5 Werkgroep SPV en zelfstandige praktijk De werkgroep is het afgelopen jaar maandelijks bij elkaar gekomen. Naast het voorbereidende werk ten aanzien van het maken van een brochure heeft de werkgroep ook gefungeerd als klankbord voor SPV-en die op het punt stonden zich zelfstandig te vestigen als SPV-en die al als zelfstandige opereren. Met name deze klankbordfunctie werd door de deelnemers als zeer prettig ervaren. Volgens de planning van de werkgroep zal in mei de conceptrapportage Activiteiten NVSPV ALV 24 mei 2000

3 voor een brochure gereedkomen. De zomermaanden zullen dan gebruikt kunnen worden om tot definitieve uitvoering te komen. Hoewel de werkgroep in samenstelling het afgelopen jaar gewisseld is blijkt uit de reacties en opkomst bij de bijeenkomsten te worden voldaan aan de behoeften van SPV-en. 4.6 Centraal Orgaan Opleidingen Verpleegkundigen (COOV) Activiteiten van september 1999 tot april Nieuwe beroepenstructuur in de GGZ. In het vorige verslag werd de installatie van werkgroepen vanuit het CONO genoemd. Deze werkgroepen hebben mede in het perspectief van de Metastudie naar beroepen in de GGZ ( Hutschemakers 1999, Beroepen in beweging) de opdracht, voorstellen te ontwikkelen over de inrichting van het eigen beroepencluster en de daaraan gelieerde opleidingen, alsmede het daarbij behorende beroepsprofiel. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft om dit advies gevraagd. Het CONO heeft op basis van de rapportages van de verschillende werkgroepen ( de verpleegkundige, de medische, de psychologische en de agogische beroepen) een voorstel ontwikkeld over een wenselijke toekomstige samenhangende structuur van de GGZ beroepen. De kamer van verpleegkundigen (COOV) ondersteunt dit voorstel dat nu aan minister Borst wordt voorgelegd. Samengevat ziet het advies Beroepenstructuur in de GGZ er als volgt uit: Binnen de gedefinieerde groepen van beroepsbeoefenaren worden drie verschillende niveaus van scholing en specialisering onderscheiden: Basisberoepsgroep: Deze aanduiding sluit aan bij artikel 3 van de wet BIG: het betreft breed en generalistisch voor de gehele gezondheidszorg opgeleide beroepsbeoefenaren (algemene artsen, algemeen verpleegkundigen). Specialisme: Deze aanduiding sluit aan bij artikel 14 van de wet BIG: het betreft specialistisch opgeleide beroepsbeoefenaren met additionele handelingscompetentie (de wet BIG spreekt van bijzondere deskundigheid) op een deelgebied van de beroepsuitoefening bijvoorbeeld op het gebied van de GGZ. Voor de arts is de naam van het gz- specialisme reeds bij wet vastgesteld als psychiater. Voor de verpleegkundige beroepsgroep heeft het CONO de naam vastgesteld als GGZ Verpleegkundig Specialist (GGZ-VS). De specialistische beroepsbeoefenaren hebben een bijzondere verantwoordelijkheid met betrekking tot scholing en supervisie van beroepsbeoefenaren uit het basisberoep, alsook met betrekking tot zorgbeleid, innovatie, kwaliteit, richtlijnontwikkeling, etc. GGZ- differentiatie (gespecialiseerd verpleegkundigen): Bij elk beroepencluster zijn groepen te onderscheiden die de GGZ als specifiek werkterrein hebben en daarbinnen vaak een bijzondere expertise hebben verworven maar die niet voldoen aan de kwalificaties van een specialisme art. 14 wet BIG. Soms heeft de differentiatie enkel betrekking op het werkterrein bijvoorbeeld GZ- psychologen in de GGZ, soms zijn het beroepen met een specifiek scholingstraject (sociaal psychiatrisch verpleegkundigen), terwijl het in een enkel geval om groepen gaat met een eigen beroepsregister dat wordt bijgehouden door de beroepsvereniging zoal bijvoorbeeld sociaal geriater. Nadat de minister een definitieve beslissing heeft genomen over bovenstaande Beroepenstructuur, wordt een tweede advies uitgebracht. Dit tweede advies zal betrekking hebben op de afstemming tussen de beroepsprofielen en de daarmee samenhangende opleidingsstructuur. Activiteiten NVSPV ALV 24 mei 2000

4 4.6.2 Project Beroepscompetenties HBO-Verpleegkunde. In opdracht van de HBO- raad wordt in samenwerking met 19 Hogescholen in Nederland het project Beroepscompetenties HBO- Verpleegkunde uitgevoerd. De centrale doelstelling van het project is, om in nauwe samenwerking met het zorgveld, inhoud te geven aan een landelijk convenant inzake de positionering van HBO- verpleegkundige in het zorgveld. Het project richt zich met name op de vraag wat de H van een HBO- verpleegkundige is voor de verschillende zorgcategorieën zoals in Gekwalificeerd voor de toekomst is omschreven. Met deskundigen uit het beroepsveld worden expertmeetings gehouden. Het doel van de expertmeetings is het valideren van de gevonden resultaten en het verkrijgen van instemming op het ontwikkelde referentiekader voor de specifieke rollen, taken en competenties van de verpleegkundigen met een hogere beroepsopleiding. Guus A.F.B.L. Palm 4.7 AVVV Fracties In het verslag ten behoeve van de ALV van oktober 99 hebt u kunnen lezen dat de Algemene Vergadering Verpleging en Verzorging druk doende is de interne structuur vorm te geven. In totaal zijn negen fracties gevormd die weliswaar geen besluitvormend orgaan zijn dit is en blijft de Algemene Ledenvergadering- maar de fracties zullen wel een belangrijke rol gaan spelen door gevraagd en ongevraagd advies te geven aan de ALV van de AVVV. In de fractie Psychiatrische en Psychogeriatrische ziekenzorg en verstandelijk gehandicaptenzorg is momenteel geen SPV vertegenwoordigd. Het bestuur van de NVSPV betreurt dit en roept daarom nogmaals SPV-en op zich kandidaat te stellen voor deelname aan deze fractie Activiteitenplan 2000 Interne organisatie In 2000 staat de opbouw van de AVVV regiostructuur centraal. De AVVV wil hiermee adequaat inspelen op de aansturing van de gezondheidszorg in Nederland die zich steeds meer verplaatst van landelijk naar regionaal niveau. De AVVV zal per regio een regioconsul aanstellen die als een soort zaakgelastigde de belangen van de AVVV zal behartigen. Het instellen van een regioconsul zal in samenspraak gebeuren met de LCVAR, het Landelijk Coördinatiepunt Verpleegkundige Adviesraden. Het activiteitenplan is verder opgebouwd rond drie beleidsgebieden met daaraan gekoppeld drie thema s. Deze thema s dienen als kader voor het bepalen van AVVV standpunten en worden in 2001 uitgewerkt. De drie beleidsgebieden met de daaraan gekoppelde thema s zijn; Algemeen Beleid Gezondheidszorg (bijvoorbeeld het formuleren van een heldere AVVV koers met betrekking tot het onderwerp schaarste en het ontwikkelen van beleid voor zorgtoewijzing en zorgbeëindiging vanuit verpleegkundigen en verzorgenden). Thema: Beschikbaarheid en persoonlijke aandacht. Ontwikkeling in beroepen 2000 (bijvoorbeeld het ontwikkelen van een format waaraan een beroepsdeelprofiel moet voldoen en uitdragen van AVVV standpunten in discussies en vormgeving met betrekking tot het postinitiële stelsel). Thema: Relatie patiënt: V/V op basis van samenwerking Kwaliteit beroepsuitoefening (bijvoorbeeld samenwerken met organisaties als de Verpleegkundig Wetenschappelijke Raad, en het CBO, kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg). Thema: Zichtbare zorgresultaten Kwaliteitsplatform Verpleging en Verzorging Tijdens de ledenvergadering in mei 99 werd besloten in samenwerking met het LCVV over te Activiteiten NVSPV ALV 24 mei 2000

5 gaan tot de oprichting van een kwaliteitsplatform. Het platform maakt als zodanig deel uit van de AVVV en wordt ondersteund door het LCVV. Het Kwaliteitsplatform biedt als gezaghebbend centraal coördinatiepunt een landelijk kader en structuur voor het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van zorg door en voor verpleegkundigen en verzorgenden Het biedt informatie voor een ieder die binnen de zorgsector betrokken is bij het kwaliteitsbeleid van verpleegkundigen en verzorgenden. Voor overheid, patiënten/consumentenorganisaties, werkgeversorganisaties, zorgaanbieders, de inspectie voor de gezondheidszorg en andere instanties kan het Kwaliteitsplatform inzicht geven in de professionalisering van de verpleegkundigen en verzorgenden in Nederland. Genoemde documentatie, het activiteitenplan, het basisdocument waarin de fracties beschreven staan en het beleidskader en activiteitenplan van het Kwaliteitsplatform Verpleging en Verzorging kunt u opvragen bij de ambtelijk secretaris van de AVVV. Paul Poortvliet, Postbus 3135, 3502 GC Utrecht, Telefoon avvv@avvv.nl, htpp:// Voor informatie kunt u ook terecht bij Carla Raben, delegatie namens de NVSPV. 4.8 Indicatie Overleg Geestelijke Gezondheidszorg (IOG) Het IOG is een zeer heterogeen samengesteld overlegorgaan met vertegenwoordigers vanuit beroepsorganisaties, inspectie, gemeenten, ministerie, patiënten en familieorganisaties en GGZ-Nederland. Het heeft als doel consensus documenten op te stellen aangaande indicatiestelling. De inhoudelijke ondersteuning wordt verzorgd door het Trimbos- instituut. Zo zijn er al een Modelprocedure en een protocol voor de LZA opgesteld. Daarnaast zijn of worden er afstemmingsprotocollen opgesteld voor bijzondere deelgebieden zoals Jeugdzorg, Forensische psychiatrie en Verslavingszorg. Het Trimbos- instituut begeleidt ook pilots en informatie bijeenkomsten in het veld. Recent is het Voordeur protocol GGZ vastgesteld. Deze wordt breed verspreid. Ook via beroepsverenigingen. Exemplaren kunnen via ons administratiebureau te Eindhoven opgevraagd worden. (tel , fax , administratie@nvspv.nl) Ter vergadering kunnen ook exemplaren verkregen worden. Voor 2000 staan de volgende activiteiten gepland. Verdere implementatie in het veld van de indicatiestelling nieuwe stijl. Ontwikkelen protocol indicatiestelling "moeilijk bereikbare groepen/zorgmijders". Ontwikkelen IOG nieuwsbulletin op papier en website. Het IOG maakt momenteel een moeilijke periode door. De voorzitter de heer B. Holman is helaas vertrokken i.v.m. een verandering van werkkring. Deze uitstekende voorzitter was zeer goed ingevoerd in de materie en wist op een charismatische wijze consensus te bereiken binnen het IOG. Het is nog niet gelukt om een nieuwe voorzitter te vinden (die voor alle partijen acceptabel is). Verder komt er maar geen duidelijkheid over de bestuurlijke vorm die de indicatiestelling in de GGZ moet gaan krijgen. De "zware" bestuurlijke variant van de RIO's Verpleging en Verzorging of een "lichtere" variant zoals een Uitkomst van Overleg (UvO). Er wordt ook nagedacht over een "knip" in de indicatiestelling. Tot slot verloopt de inbreng vanuit de patiënten/consumenten organisaties problematisch. Door hen wordt gemeld dat er te weinig menskracht beschikbaar is en dat hun wijze van besluitvorming (geen mandatering) afwijkt. G. de Redelijkheid. Activiteiten NVSPV ALV 24 mei 2000

6 4.9 Commissie AbvaKabo De activiteiten van de commissie ABVA-KABO hebben zich het afgelopen half jaar vooral toegespitst op de problemen rondom een nieuwe crisisdienst regeling. Achter de schermen is er zoveel als mogelijk invloed uitgeoefend om een nieuwe regeling op de agenda te krijgen. Daarnaast is daar waar mogelijk op een voor ons prettige manier samen gewerkt met het actiecomité. Het actiecomité en de onderhandelaars van de verschillende bonden willen wij bij deze nogmaals danken voor hun enorme inzet en ook met het bereikte resultaat. De SPV discipline heeft op een goede manier ook aandacht gekregen binnen de media waardoor het respect voor onze beroepsgroep zeker zal zijn toegenomen. Naast dit hot-item is er ook duidelijkheid gekregen in een regeling in de nieuwe CAO-GGZ, waardoor wij tenminste 50% van de contributie voor het lidmaatschap van de NVSPV terug kunnen krijgen. De afgelopen periode heeft er ook gepoogd om aan onze leden meer duidelijkheid te verschaffen rondom de invoering van FWG 3.0. Omtrent dit onderwerp zijn er in samenwerking met de ABVAKABO diverse mogelijkheden gecreëerd voor informatieverschaffing. De commissie is een lange tijd onderbezet geweest omdat een aantal mensen het bestuur heeft verlaten. In de komende maanden zal het belangrijkste kernpunt FWG 3.0 zijn Commissie Public Relations De commissie heeft zich het afgelopen half jaar vooral bezig gehouden met het lustrumcongres. Voorbereidingen en de nasleep hebben veel van onze tijd gevraagd. We willen de leden bedanken voor hun aanwezigheid. Er zijn veel positieve reacties binnen gekomen. Daarnaast heeft de verspreiding van het jubileum boek ( Hoopvol bezorgd) ook de nodige aandacht gevraagd. We zijn zeer verheugd met de overwegende positieve reacties op het verschijnen van het boek. Het boek is bij ons administratiebureau te bestellen. Momenteel werken we aan het verbeteren van de contacten met de farmacie. Richtlijnen hiervoor zijn in de maak. Voor de Federatie zijn inmiddels ook werkzaam heden gestart. Het ligt in de bedoeling dit najaar een oprichtingsvergadering voor de verschillende besturen te organiseren. In de eerste helft van volgend jaar zal er voor alle leden van de verschillende verenigingen een congres georganiseerd worden. Helaas is de commissie onder bezet vanwege het vroeg tijdige vertrek van twee van haar leden. Wij zoeken dan ook nog leden die zich actief in willen zetten voor de commissie Public Relations. Op basis van een activiteitenplan worden projecten, met een gebonden budget opgezet en uitgevoerd. Een creatieve en praktische attitude is daarbij wenselijk. Geeft u op bij het bestuur of de portefileu houder Erna Polman, telefoon , E.Polman@NVSPV.nl Werkgroep MGZ/GGZ Zoals reeds gemeld in de laatste algemene leden vergadering van oktober 1999 is de werkgroep voor een inhoudelijk verbeterde opleiding tot SPV van start gegaan. De reden voor dit initiatief was dat reeds in 1988 geconstateerd was, door het toen opgerichte COOSPV, dat de opleiding weer aangepast moest worden aan de praktijk en er meer samenhang tussen de verschillende opleidingen moest komen. Daarnaast was het van belang om te anticiperen op de ontwikkelingen met betrekking tot verpleegkundige opleidingen (kwalificatie structuur) Het COOSPV kwam in 1994 met een advies. De vernieuwde opleiding van SPV, zoals beschreven in dit advies, vond toen brede steun bij de CONO leden. Andere ontwikkelingen hebben er toe geleid dat een en ander een andere wending heeft gekregen. De opleiding voor verpleegkundig specialist is twee jaar geleden van start gegaan en de NVSPV herkent in de inhoud van die opleiding het sociaal psychiatrisch gedachtegoed Activiteiten NVSPV ALV 24 mei 2000

7 niet. Dit alles leidde ertoe dat de NVSPV een werkgroep in het leven heeft geroepen bestaande uit vertegenwoordigers van de 7 MGZ-GGZ opleidingen, de VO-SPV en twee bestuursleden. In het verslag van de ALV (oktober 1999) onder het kopje activiteiten van de vereniging werd melding gemaakt van het voornemen om nog in 1999 een projectplan klaar te hebben. Deze deadline is niet gehaald. De werkgroep heeft zich eerst bezig gehouden met een goede definitie van sociaal psychiatrisch gedachtegoed omdat in de loop der jaren niet meer duidelijk was wat daar nu onder werd en wordt verstaan. Daarnaast werd duidelijk dat de MGZopleidingen van de Hogescholen vermoedelijk nog zeker 6 jaar instant zal blijven, mits zij door de visitatie commissie komen. Dit kwam als een volledige verrassing aangezien de opleiding al 10 jaar op de nominatie staat om uit het HBO-onderwijs te vallen. Ook dit is een reden geweest voor vertraging. Het bestuur is van mening dat zo lang er subsidie mogelijk is we hier gebruik van moeten maken. Als uitgangspunt voor de eindtermen van de nieuwe opleiding wordt vooral gebruik gemaakt van Het Profiel van de SPV De werkgroep is nog bezig met het vaststellen van de uitgangspunten van het innovatietraject. Daarna wordt het projectplan uitgewerkt. Vermoedelijk zal het projectplan na de zomervakantie klaar zijn. Fenny de Vries 4.12 Platform doelmatigheid schizofrenie zorg Met onderstaande inleiding uit het rapport van het Platform Schizofrenie Zorg wordt een impressie gegeven van doel en werkwijze. Het rapport zal naar verwachting in de loop van mei aan minister Borst worden aangeboden, met enige publiciteit daaromheen. Het rapport zal worden toegestuurd aan bestuurders van GGZ instellingen, verzekeraars, VWS, vaste kamercommissie volksgezondheid, schizofrenie organisaties, etc. Vanuit de NVSPV namen Ivonne van der Padt en ondergetekende deel aan het Platform. Over het eindresultaat zijn wij tevreden. Wij menen dat de positionering en deskundigheid vanuit het perspectief van de sociaal psychiatrische verpleegkundige voor de zorg aan schizofrenie patiënten goed tot hun recht zijn gekomen. Aanleiding en inleiding: In maart 1999 bleek uit een telefonische enquête onder Nederlandse psychiaters, dat veel psychiaters knelpunten onderkenden in de zorg voor schizofrenie patiënten. Deze knelpunten variëren sterk en omvatten aspecten van rehabilitatie tot therapie. Er bleek een groot verschil tussen wenselijkheid en werkelijkheid, tussen de praktijk en de ideeën. Dat is niet ongebruikelijk, maar voor een ziektebeeld, dat zoveel lijden en last veroorzaakt, is het pijnlijk om te constateren dat dit verschil zo groot is. De zorg voor schizofrenie patiënten is een complex gebeuren, waarbij op vele fronten verschillende personen actief zijn. Dat is nodig, maar daardoor nemen de gevaren toe dat de totale zorg niet adequaat is, de noodzakelijke onderlinge afstemming ontbreekt en aan doelmatigheid verliest. De ongerustheid omtrent de doelmatigheid van zorg aan schizofrenie patiënten vormde de aanleiding tot de oprichting van het Platform schizofrenie zorg. Het platform wil vanuit een multidisciplinaire, pragmatische benadering beleidsaanbevelingen doen voor verantwoorde schizofrenie zorg. Deskundigen op het gebied van schizofrenie hebben op persoonlijke titel deelgenomen aan het platform. Hun persoonlijke of professionele betrokkenheid bij schizofrenie was de drijfveer om met elkaar te bespreken wat de voornaamste knelpunten zijn in de zorg voor schizofrenie Activiteiten NVSPV ALV 24 mei 2000

8 patiënten en hun familie. Het platform heeft vier documenten opgesteld, waarin nader ingegaan wordt op de vragen naar: De knelpunten in de zorg voor schizofrenie patiënten De waarde van psychosociale interventies bij schizofrenie De waarde van psychofarmaca bij schizofrenie De doelmatigheid van de zorg aan schizofrenie patiënten, waarbij kosten en effectiviteit in de overwegingen zijn meegenomen. Deelnemers aan het Platform Mevrouw drs. P.M.E. van Dam De heer mr. drs. G.V.M. van Gemert De heer dr. P.A. de Groot, zenuwarts De heer dr. B.A. van Hout De heer drs. G.W.K. Hugenholtz, ziekenhuisapotheker, i.o. De heer H. Th. Kleintjens, MBA De heer prof. dr. H.G.M. Leufkens De heer dr. C.R. van Meer De heer dr. J. Mos Mevrouw. drs. I. Van der Padt, SPV De heer drs. A.F.B.L. Palm, SPV De heer B. Van Raay De heer prof. dr. H. Rigter De heer W.M.L.C.M. Schellekens, arts De heer dr. C.J. Slooff, psychiater De heer dr. J.A. Swinkels, psychiater De heer M. Vermeulen ZAO, Amsterdam GGZ Nederland Psychiatrisch Ziekenhuis Veldwijk IMTA, Rotterdam Altrecht (voorheen: H.C. Rümke Groep) Eli-Lilly (secretariaat) Universiteit Utrecht GGZ Delfland STG (verslaglegging) NVSPV NVSPV Ypsilon Trimbos-instituut Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (voorzitter) APZ Drenthe, RU Groningen AMC Anoiksis Guus A.F.B.L. Palm Activiteiten NVSPV ALV 24 mei 2000