gemeente Eindhoven Vanaf 1996 hebben gemeenten gewerkt aan het tot stand brengen van onafhankelijke,

Transcriptie

1 r p gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Raadsbij lage nummer xs Inboeknummer oxuooaao6 Beslisdatum B8cW 22 januari 2002 Dossiernummer 204.2xs Raadsbijlage Voorstel inzake robuuste indicatiestelling 1 Inleiding Vanaf 1996 hebben gemeenten gewerkt aan het tot stand brengen van onafhankelijke, objectieve en integrale indicatiestelling. Vanaf het begin heeft deze ontwikkeling, die aan de basis ligt van de modernisering van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten), onder druk gestaan. Het effectueren van deze vorm van indicatiestelling is een majeure veranderingsoperatie die al enkele jaren aan de gang is en ook nog wel enkele jaren zal duren. Immers, in de AWBZ nieuwe stijl wordt vraagsturing van de zorg vertrekpunt, hetgeen betekent dat de zorgvraag breed en integraal moet worden getndiceerd. De toegang tot de zorg loopt derhalve via Regionale Indicatie Organen (RIO). In Eindhoven heeft deze ontwikkeling geleid tot inschakeling van professor R. Huijsman. Zijn advies hield in grote lijnen in; scheiding van beleid en uitvoering, protocollair indiceren en ontwikkeling van het RIO tot een hoogwaardig orgaan dat toezicht houdt op de uitvoering van het indicatiewerk. Op basis van zijn advies wordt een plan van aanpak ontwikkeld voor de toekomstige indicatiestelling, In Zuidoost-Brabant functioneren thans nog drie RIO s. Zij moeten uitgroeien tot brede en integrale indicatieorganen voor de AWBZ-zorg, voor de Wvg en voor wonen en welzijn. De verbreding van de indicatiestelling met gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg, die er ook nog aan zit te komen, maakt aanpassing van de regionale indicatieorganen in bestuurlijk, organisatorisch en inhoudelijk opzicht noodzakelijk. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft deze ontwikkeling onderkend en een plan ontwikkeld om te komen tot een verbetering van de kwaliteit van de indicatiestelling en de bedrijfsvoering van de indicatieorganen, en verder de positionering/verbreding van de indicatieorganen te verbeteren en ze daarmee beter toe te rusten voor de nieuwe taken. Dit plan is vertaald in het project "Robuuste RIO s". De (samenwerkende) gemeenten krijgen hiervoor eenmalig extra financiele middelen van het Rijk.

2 Raadsbij lage nummer rp f$ Aan de beschikbaarstelling van deze middelen is een aantal voorwaarden verbonden, waarvan de voornaamste is, dat door de (samenwerkende) gemeenten - via centrumgemeenten ÃćâĆňâĂİ een activiteitenplan wordt ingestuurd waarin wordt aangegeven op welke wijze en binnen welke termijnen de volgende resultaten zullen worden bereikt: het realiseren van een zodanige omvang van het werkgebied dat verantwoorde indicatiestelling gewaarborgd is (voorkeur schaal Zuidoost-Brabant); het integreren van de advisering voor voorzieningen in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten; het afstoten van werkzaamheden die behoren tot de verantwoordelijkheden van zorgverzekeraars en zorgaanbieders; een doelmatige interne bedrijfsvoering van de indicatieorganen; afstemming met zorgverzekeraars ten aanzien van de registratie van gegevens en voorzieningen om de inbreng van door patienten- en consumentenorganisaties aangewezen leden van indicatieorganen te ondersteunen. De gemeenten in het werkgebied van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) hebben, via hun vertegenwoordigers in het Portefeuillehoudersoverleg Gezondheidszorg c.a., het SRE gevraagd in dit proces een coordinerende rol te vervullen. 2 Probleemstelling In het kader van de Tijdelijke regeling uitkering kwaliteitsverbetering indicatiestelling is door een bestuurlijke begeleidingsgroep en een ambtelijke werkgroep, beide samengesteld uit vertegenwoordigers van de subregio s, een document opgesteld dat inmiddels als activiteitenplan is ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, omdat dit voor 1 juli 2001 diende te gebeuren. De uitwerking van een en ander staat onder een grote tijddruk. Formeel is het activiteitenplan, mede namens de andere gemeenten, ingediend door de voor dit traject aangewezen centrumgemeenten, te weten Eindhoven, Helmond en Veldhoven. In het proces dat leidde tot het activiteitenplan werd besloten om een plan voor het hele SRE-gebied in te dienen in plaats van (drie) afzonderlijke plannen voor elke subregio (ligt voor u ter inzage). Daarmee is de intentie van de bestuurlijke begeleidingsgroep en de ambtelijke werkgroep om zoveel mogelijk een gezamenlijk beleid te ontwikkelen tot uitdrukking gebracht. Met de indiening van het activiteitenplan werd de eerste fase afgerond en was het wachten op de beoordeling door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

3 Raadsbijlage nummer xg Uit de eerste beoordeling van het activiteitenplan Zuidoost-Brabant bleek dat het plan, naar de mening van het ministerie, de juiste richting had maar op een aantal punten nog onvoldoende concreet was. Dit was aanleiding om op 12 september 2001 een overleg te beleggen van de bestuurlijke begeleidingsgroep uitgebreid met enkele ambtelijke vertegenwoordigers en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Uit dat overleg bleek dat het activiteitenplan zo concreet moet zijn dat de intenties van de gemeenten in Zuidoost-Brabant slechts op een manier geinterpreteerd kunnen worden, Dit moet blijken uit uitgewerkte raadsvoorstellen of toezeggingen van portefeuillehouders en/of colleges om over dit onderwerp raadsvoorstellen te ontwikkelen en ter besluitvorming voor te leggen. Deze voorstellen moeten voldoen aan de normen, termijnen en data genoemd in de stimuleringsregeling. In aanvulling op het ingediende activiteitenplan dient te worden aangegeven op welke wijze de integratie van de Wvg indicatiestelling zal plaatsvinden en dat de regionale WZV-schaal in principe als doelstelling wordt gekozen. Voor gemeenten is van cruciaal belang dat de vraag van clienten naar zorgtoewijzing efficient en doelmatig, zonder bureaucratische belemmeringen, wordt afgehandeld. Het ministerie heeft veel waardering voor het feit dat in het activiteitenplan veel aandacht is besteed aan de lokale toegang. Het vormgeven van lokale loketten in relatie tot de ontwikkeling van robuuste RIO s wordt ook door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport erg belangrijk gevonden. Ook door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt dit gezien als een majeure operatie die als voorbeeld zou kunnen gelden voor andere WZV-regio s in den lande. De mogelijkheid wordt geopperd om Zuidoost-Brabant de status van koploper te geven en het ministerie te vragen om aanvullende middelen en faciliteiten om deze koplopersfunctie nader gestalte te geven. Tenslotte werd verwezen naar de uitgangspunten van de nieuwe Regiovisie Verpleging en Verzorging, waarin de kwaliteit van de indicatiestelling en het inrichten van lokale loketten prioriteit krijgt in de actieprogramma s. De partijen die hebben samengewerkt aan de totstandkoming van de regiovisie, te weten vertegenwoordigers van patienten- en consumentenorganisaties, zorgaanbieders, financiers van zorg en (lokale) overheden, onderstrepen de prioriteit die aan genoemde ontwikkelingen moet worden gegeven. Tijdens de vergadering van het Portefeuillehoudersoverleg Gezondheidszorg c.a. SRE van 20 september 2001 werd unaniem besloten in te stemmen met de nadere concretisering van het activiteitenplan "Robuuste indicatie in Zuidoost-Brabant" en de colleges van burgemeester en wethouders van de aangesloten gemeenten te adviseren mee te werken aan de voorbereiding van raadsbesluiten, waarin die aanpak wordt voorgesteld. Bij brief van 24 september 2001 van mevrouw H. Houben-Sipman, portefeuillehouder gezondheidszorg c.a. van het SRE, werden de colleges van burgemeester en wethou-

4 r p Raadsbijlage nummer rp ders van de aangesloten gemeenten schriftelijk verzocht hieraan medewerking te verlenen. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Een betere indicatiestelling die leidt tot een snellere, meer effectieve en meer integrale toegang tot de zorg en dienstverlening voor de patienten en clienten. 4 Wijze van aanpak I oplossingsrichting Conferentie. In het kader van de uitvoering van het activiteitenplan "Robuuste indicatie in Zuidoost-Brabant" is op 22 oktober 2001 een conferentie gehouden voor verantwoordelijke portefeuillehouders van gemeenten, gemeenteraadsleden, ambtenaren, directies en besturen van RIO s en vertegenwoordigers van het RPCP Zuidoost-Brabant. De doelstelling van de conferentie was om draagvlak te creeren voor het proces dat moet resulteren in: het optimaliseren van de kwaliteit van de indicatiestelling; de verbreding van indicatiestelling met o.a. de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg); de huidige indicatiestelling op subregionaal niveau op te schalen naar het niveau van de WZV-regio Zuidoost-Brabant (Wet ziekenhuis voorzieningen) op voorwaarde dat de indicatiestelling adequaat wordt ingebed in Lokale (Zorg)Loketten. Deze doelstelling is gehaald en als gunstig neveneffect van deze bijeenkomst is te noemen dat de projecten robuuste RIO en Plan van aanpak "Huismantraject" nu beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Projectaanpak. Een nader uitgewerkt voorstel voor de projectstructuur zal door de bestuurlijke begeleidingsgroep, die zal worden omgezet in een stuurgroep, ter instemming worden voorgelegd aan de colleges van burgemeester en wethouders van de aangesloten gemeenten. Voor 1 juli 2002 dient deze aanpak te zijn afgerond conform de voorwaarden van het ministerie. 5 Financiele gevolgen en risico s De uitwerking van het activiteitenplan Robuuste indicatie vindt in principe plaats binnen de door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beschikbaar gestelde financiele middelen in het kader van de tijdelijke regeling uitkering kwaliteitsverbetering.

5 v $Âż Raadsbijlage nummer xg 6 Overige gevolgen van de aanpak De ontwikkeling naar een grote robuuste RIO voor de hele regio past goed in de uitwerking van de strategische visie en plannen die door professor Huijsman voor Eindhoven zijn ontwikkeld. Het gedachtegoed van professor Huijsman zal vanuit Eindhoven worden meegenomen in het fusietraject van de drie BRIO s. Overigens heeft Eindhoven reeds besloten tot overbrenging van de indicatiestelling voor de Wvg naar het RIO. De integratie wordt nu reeds geimplementeerd. 7 Resultaten van overleg /inspraak De dienst Werk, Zorg en Inkomen en RIO Eindhoven zijn het eens met deze voorstellen. 8 Communicatie Op 22 oktober 2001 heeft een conferentie plaatsgevonden voor raadsleden en bestuurders uit de regio met als doelstelling voor een goede informatieoverdracht zorg te dragen en draagvlak te creeren voor de plannen. 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor maatschappelijke ontwikkeling hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar positief advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.

6 Raadsbijlage nummer xg Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 december 2002, nr. 19; gelet op het advies van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling; besluit: 1 in te stemmen met het bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingediende activiteitenplan "Robuuste indicatie in Zuidoost-Brabant" en daarbij het belang van nadere ontwikkeling van het concept Lokaal (Zorg)Loket te benadrukken; 2 ter concretisering van het activiteitenplan de intentie vast te leggen de huidige indicatiestelling op subregionaal niveau op te schalen naar het niveau van de WZV-regio Zuidoost-Brabant (Wet ziekenhuis voorzieningen) op voorwaarde dat de indicatiestelling adequaat wordt ingebed in de lokale (zorg) loketten; 3 uiterlijk in juni 2002 definitieve besluiten te nemen over de inrichting en de implementatie van de kwaliteitsverbetering van de indicatiestelling, Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 februari R. Welschen, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris. in