Werkt een actief verzuimbeleid?
|
|
- Melissa van Dijk
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Werkt een actief verzuimbeleid? Sofie J. Cabus 1 en Kristof De Witte 2 Samenvatting Sinds de Lissabon-doelstellingen staat de preventie van voortijdig schoolverlaten hoog op de Europese agenda. In Nederland heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) in samenwerking met steden en regio s diverse maatregelen getroffen om het aantal leerlingen dat de middelbare school zonder diploma verlaat, terug te dringen. Dit artikel evalueert het project Bewust Aanwezig op School. Dit project geeft verscherpte aandacht aan leerlingen met een hoog verzuim (spijbelen) om zo het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. In de literatuur wordt verzuim immers aangegeven als een zeer goede voorspeller van voortijdig schoolverlaten. Bij dit project worden mentoren, leerkrachten, leerplichtconsulenten en een casemanager vsv betrokken. Indien nodig krijgt de betrokken jongere professionele hulp in het kader van huisbezoeken. De resultaten tonen aan dat een actief verzuimbeleid inderdaad succesvol voortijdig schoolverlaten terugdringt met procent punten. Daarnaast wordt ook aangetoond dat de baten van een actief verzuimbeleid de kosten ruimschoots overstijgen. 1 Promovendus aan het Top Institute for Evidence Based Education Research, Maastricht University, s.cabus@maastrichtuniversity.nl 2 Universitair docent aan het Top Institute for Evidence Based Education Research, Maastricht University, en aan de Katholieke Universiteit Leuven, k.dewitte@maastrichtuniversity.nl 1
2 I. Referentiekader Het besluit van de Europese Raad om tegen 2010 het aantal leerlingen dat de middelbare school zonder diploma verlaat te halveren (Europese Raad, 2000), heeft bij zowel het beleid als de wetenschap de aandacht verscherpt voor voortijdig school verlaten (vsv). 3 Er is een gevoel van urgentie ontstaan doordat uit de literatuur overduidelijk blijkt dat leerlingen die de middelbare school voortijdig verlaten ongunstige vooruitzichten hebben (Pascarella en Terenzini, 1991). De literatuur geeft gevolgen aan op drie niveaus. Ten eerste zijn er private kosten zoals een grotere kans op werkloosheid (bijv. Psacharopoulos en Layard, 1979), slechtere gezondheid (bijv. Groot en Maassen van den Brink, 2007) of op hun beurt lager opgeleide kinderen (bijv. Bowles, 1972). Ten tweede zijn er hogere maatschappelijke kosten als gevolg van een grotere kans op criminele activiteiten (bijv. Lochner en Moretti, 2004), geringere sociale cohesie en lagere participatie in democratische besluitvorming (bijv. Milligan et al., 2004) of lagere economische groei (Hanushek en Wößmann, 2007). En tot slot zijn er fiscale effecten vanwege lagere belastinginkomsten, hogere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen en hogere kosten voor de gezondheidszorg (voor een overzicht: Psacharopoulos, 2007). In navolging van de Europese Raad definiëren we een voortijdige schoolverlater in dit artikel als een jongere tussen 12 en 23 jaar die het onderwijs verlaat zonder diploma of lager middelbareschooldiploma (European Commission, 2006). In die zin vertegenwoordigt deze definitie een outputgeoriënteerde indicator (dat wil zeggen: een indicatie op basis van aantallen) en weerspiegelt deze niet de cognitieve en niet cognitieve vaardigheden van de leerlingen in kwestie. Daarom wordt een gediplomeerde leerling met zeer geringe cognitieve vaardigheden niet beschouwd als een voortijdig schoolverlater (Psacharopoulos, 2007). Dankzij de sterke politieke wil om het probleem aan te pakken hebben de Europese lidstaten diverse programma s ontwikkeld om vsv in het voortgezet onderwijs terug te dringen. Ook in Nederland wordt er door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) actief beleid gevoerd. In Nederland is in 2003 de nationale doelstelling geformuleerd om het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters tot de helft terug te brengen van in 2002 tot in 2012, en verder tot in 2016 (zie Het Nederlandse beleid wordt gekenmerkt door een grote decentrale verantwoordelijkheid. Vanuit het Ministerie van OCW werden in 39 regio s (Regionale Meld en Coördinatiecentra - RMC) een convenant gesloten tussen het ministerie van OCW enerzijds en de contactgemeenten en onderwijsinstellingen anderzijds. Het convenant bevat een waaier aan mogelijke interventies die de onderwijsinstellingen kunnen implementeren. De invloed van de voorgenomen interventies werd onderzocht in De Witte en Cabus (2010a). 3 Het probleem van vsv bestaat niet enkel in Europa. Uit de inaugurele rede van de Amerikaanse president Barack Obama blijkt dat vsv ook in andere landen een belangrijk vraagstuk is: Voor elke Amerikaan zal een middelbareschooldiploma alleen niet genoeg zijn. En het voortijdig verlaten van de middelbare school is geen optie meer. (Obama, 2009). 2
3 Ook binnen een regio kunnen scholen en gemeenten verschillende beleidsinitiatieven ontwikkelen. Er wordt een financiële prikkel voorzien om het decentrale beleid zo doeltreffend mogelijk te maken. Onderwijsinstellingen krijgen een prestatiesubsidie van 2,500 euro voor elke vsv er minder in vergelijking met basisjaar De Witte et al. (2010) uitten in het verleden kritiek op deze maatregel. Een uniforme maatregel kan immers ook demotiverend werken. Omdat er een grote heterogeniteit in de onderliggende bevolkingsgroep van scholieren blijkt te bestaan, kan het in de ene regio/school moeilijker zijn om vsv te reduceren dan in de andere regio/school (voor een vergelijking tussen de regio Amsterdam en Rijnland, zie De Witte en Van Klaveren, 2011). Bovendien hebben regio s/scholen die reeds voor 2005 een vsv-beleid hadden (de early adopters ) en toen reeds resultaat boekten, nu minder ruimte om verbeteringen te bereiken (in vergelijking met regio s/scholen die pas later op de kar zijn gesprongen). Het vsv-beleid focust op diverse invalshoeken. Dit artikel wil de effectiviteit van een vsvpreventiemaatregel nagaan die sterk focust op verzuimende (of spijbelende) leerlingen. Schoolverzuim wordt immers als een sterke voorspeller van vsv beschouwd (o.a. vastgesteld in volgende studies: Schaefer en Millman, 1981; Davis en Lee, 2004; Beekhoven en Dekkers, 2005; Attwood en Croll, 2006; De Witte en Csillag, 2010). Het kan een indicatie zijn van problemen bij de jongere thuis, in de omgeving, of op school (voor meer documentatie, zie bijvoorbeeld Hibbert en Fogelman, 1990; Garry, 1996; Rumberger, 2001; Psacharopoulos, 2007). De Witte en Csillag (2010) tonen aan dat een betere registratie van verzuim zorgt voor een daling van vsv. Al is die daling enkel significant voor de betere voscholen. Dit artikel evalueert in het bijzonder het Bewust Aanwezig op School (BAS) project. In scholen die het BAS-project implementeren (verder aangeduid als BAS-scholen) bieden docenten en mentoren eerstelijnshulp aan risicojongeren aan: al in een vroeg stadium signaleren ze de problemen van jongeren: [ ] docenten en mentoren binnen het VO en MBO bewust te maken van zorg voor leerlingen, de eigen rol die ze daarin vervullen, om uitval van leerlingen te voorkomen (BAS-project, 2010). Met jongeren die veelvuldig verzuimen omwille van ziekteverzuim of (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim en jongeren die risicogedrag vertonen, wordt een gesprek aangegaan door de casemanager vsv. De casemanager consulteert de leerlingbegeleiders, de teamleiders en docenten over de concrete situatie (zie Indien nodig wordt professionele hulp aangeboden bij de betrokken jongere thuis in het kader van huisbezoeken. Het BAS-project werd aan de start van het schooljaar 2008 ingevoerd. Het is een relatief groot project waar een totale projectsubsidie van euro werd aan toegekend. 4 De cijfermatige doelstelling was 10% minder vsv in 2009 in vergelijking met In werden er huisbezoeken afgelegd in het voortgezet onderwijs (vo) en 198 in het beroepsonderwijs (mbo). De gemiddelde tijdsinvestering per deelnemer is 5 uur. In totaal zijn er in het voortgezet onderwijs 700 mentoren en/of leerlingenbegeleiders, ouders, en leerlingen bereikt door voorlichtingsbijeenkomsten. In het beroepsonderwijs werden ook informatiesessies georganiseerd, waarbij 27 teams van mentoren, en 54 klassen werden bereikt. Bovendien werden aanwezigheidscontroles gehouden in 73 klassen, vaak in combinatie met een voorlichting. 4 In 2009 bleek het daadwerkelijk verantwoord bedrag gelijk aan euro. 3
4 Om het causale (oorzakelijke) effect na te gaan vergelijken we idealiter de vsv-kans van een leerling die niet-deelnam aan het BAS-project met dezelfde leerling die wel deelnam. Uiteraard kan een leerling niet beiden: wel en niet deelnemen. Daarom vergelijken we in dit onderzoek leerlingen die school liepen op BAS-scholen (experimentele groep) met sterk vergelijkbare leerlingen (controlegroep) die school liepen op niet-bas-scholen. Om de robuustheid van de resultaten te testen, bepalen we de controlegroep op verschillende manieren. We geven dit weer in Sectie 3. De BAS-scholen zijn Herle College, LVO-Parkstad, Charlemagne College, Citavere College, Arcus College, en Sophanium. Alle scholen bieden voortgezet onderwijs (vo) aan behalve het Arcus College en deels het Citaverde College. Deze laatste twee scholen bieden ook middelbaar beroepsonderwijs (mbo) aan. Bemerk voorafgaand dat dit onderzoek ons niet in staat stelt om het geïsoleerde effect van het BASproject te bepalen, maar wel van het totaal beleid op een BAS-school. Om het geïsoleerde effect te meten, is er op leerlingniveau en binnen eenzelfde school informatie vereist over leerlingen die wel en niet huisbezoeken kregen. Deze informatie is vooralsnog niet beschikbaar. Dit artikel analyseert de effectiviteit van het beleid van scholen met en zonder BAS-project. Aangezien het BAS-project zorgt voor een sensibilisering van docenten, leerlingen en zorg op school, kan het gezien worden als een totaal concept eerder dan een afzonderlijke maatregel. Door het project zijn er vermoedelijk ook spill-over effecten (peer-effecten) naar andere risicoleerlingen die geen huisbezoek gekregen hebben. Daarom lijkt het schoolniveau (BAS versus niet-bas scholen) het meest aangewezen niveau voor de analyse. Het vervolg van dit artikel loopt als volgt: Eerst volgen er beschrijvende statistieken in sectie II. Vervolgens wordt in sectie III de weergegeven hoe de effectiviteitsmeting op de BAS-scholen wordt uitgevoerd. Ten slotte presenteren we de resultaten en conclusies in sectie 4 en sectie 5. II. Data en beschrijvende statistieken Iedere scholier in het Nederlandse onderwijsstelsel krijgt een persoonlijk identificatienummer (het onderwijsnummer). Alle scholen verzamelen de persoonlijke identificatienummers en de daaraan gekoppelde persoonlijke gegevens. Uiteindelijk komen alle registraties in één grote nationale databank terecht, het Basisregister Onderwijs (BRON). Sinds 2007 kan BRON worden gebruikt om de regionale en nationale ontwikkeling van de bestrijding van vsv in het voortgezet onderwijs te evalueren. Dit artikel gebruikt de BRON data voor de evaluatie van het BAS-project. De BAS-scholen bevinden zich in RMC-regio 39 (Gewest Zuid-Limburg). De RMC telt volgende gemeenten: Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Echt-Susteren, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal. De locatie van de scholen uit het BAS-project zijn gevisualiseerd op Figuur 1. De scholen liggen allen op een relatief korte afstand bij elkaar. 4
5 Figuur 2 geeft aan dat sinds 2005, het aantal nieuwe vsv ers jaarlijks daalt in RMC 39 in lijn met de projectie. Zoals ook wordt opgemerkt in De Witte et al. (2010) is dit niet noodzakelijk te danken aan het beleid maar kan dit ook zijn ingegeven door een algemene hogere bewustwording van een startkwalificatie, of door lagere tewerkstellingskansen. Om het oorzakelijke verband te schatten, is er een controlegroep nodig (zie bijvoorbeeld, Angrist en Pishke, 2009). In dit artikel gebruiken we twee verschillende controlegroepen. De volgende sectie gaat hier op in. Figuur 1: Google Map van Herle College (A), LVO-Parkstad (B), Charlemagne College (C), Arcus College (D), Sophanium (E), Citavere College (F) Figuur 2: Vsv in regio 39 Doelstelling en realisatie absoluut aantal nieuwe vsv ers (bron DUO, 2010, p. 3). 5
6 Tabel 1: Voortijdig schoolverlaten en procentueel aandeel ten opzichte van totale studentenpopulatie in BAS scholen en niet-bas scholen regio 39 en regio 38, Aantal studenten vsv Percentage vsv A: Herle college 1,201 1, C: Charlemagne College 3,275 3, D: Arcus College 5,340 5, E: Sophanium College - 1, F: Citaverde College G: Gewest Limburg Zuid 44,452 43, , vo 30, mbo 12,935 1, H: Gewest Limburg Noord 38,403 38, vo 26, mbo 12, BRON: III. Methodologische uitwerking en resultaten III.1. BAS versus niet BAS-scholen in RMC 39 In een eerste setting maken we een eenvoudige vergelijking van vsv in BAS-scholen met niet-basscholen in regio Gewest Zuid-Limburg (regio 39). De effectiviteitsmeting heeft in eerste instantie betrekking op alle leerlingen jonger dan 18 jaar. We beperken ons tot leerlingen jonger dan 18 omdat deze jongeren (indien ze geen startkwalificatie hebben) leerplichtig zijn. Uit eerder Nederlands onderzoek weten we dat oudere leerlingen (voorbeeld 17-jarigen) meer stoppen met school dan jongere leerlingen (voorbeeld 15-jarigen) (De Witte en Rogge, 2011). Daarom controleren we voor het effect van verschillen in leeftijd op vsv. Het jaar van analyse is 2009 en we vergelijken in de eerste setting met het jaar In deze eenvoudige vergelijking houden we zodoende rekening met het verhogen van de verplichte schoolleeftijd (de kwalificatieplicht wetgeving) die speelt in de controlegroep en de behandelingsgroep, alsook met beleid dat in beide scholen werd ingevoerd. Een uniform beleid heeft een vergelijkbaar effect in de BAS en niet-bas scholen. Daardoor wordt het effect in een eenvoudige verschillenanalyse worden uitgewist. Het eerste model (in tegenstelling tot verdere modellen waar er een te hoge multicollineariteit is) laat toe om een onderscheid te maken tussen scholen die voortgezet onderwijs aanbieden en scholen die 6
7 beroepsonderwijs aanbieden. Op die manier corrigeren we voor het verschil in opleiding en opleidingsstatus. De resultaten van de effectiviteitsmeting zijn weergeven in Tabel 2. De resultaten tonen aan dat er geen significante verschillen in vsv zijn tussen BAS en niet-bas scholen in 2009 ten opzichte van het controlejaar Met andere woorden, in BAS-scholen is er een niet merkbaar hogere vsv dan in de niet-bas scholen. De analyse houdt rekening met alle leerlingen jonger dan 18 jaar en neemt het effect van leeftijdsverschillen op in het model. In appendix 1 (achteraan bijgevoegd) wordt aangetoond dat oudere leerlingen inderdaad een hogere kans hebben op uitval. Op die manier heeft een 17 jarige leerlingen 4.39 percentage punten meer kans op uitval dan een 12 jarige leerlingen. Dit model is echter te elementair om betrouwbaar te zijn en heeft een voordeel, respectievelijk, een nadeel. Het voordeel van deze eerste stap in de evaluatie is dat alle scholen onder dezelfde RMC vallen. Op die manier zijn ze onderhevig aan een gelijkaardig RMC beleid en kunnen ze gelijkaardige elementen uit de convenantafspraken implementeren. In die zin doen de betrokken BAS-scholen iets extra of iets anders ten opzichte van de niet-bas scholen en kunnen we dus interne verschillen aanduiden. Het nadeel is dat scholen bewust kiezen voor het BAS-project en dat ook leerlingen deze keuze observeren. Daardoor kunnen ouders en leerlingen kiezen voor een BAS-school zodat de leerlingenkenmerken tussen de scholen niet meer vergelijkbaar zijn. Leerlingen in de BAS-scholen kunnen dus significant andere geobserveerde (vb. etniciteit of sociaal economische status) en nietgeobserveerde (vb. motivatie) eigenschappen hebben (Adams en Becker, 1990; Swadener, 1995). Daardoor kunnen ze meer of minder kans op vsv dan leerlingen in de niet-bas scholen hebben op basis van onder andere hun sociaaleconomische status, inkomen van de ouders, motivatie, capaciteiten of stage opportuniteiten (Kaufman e.a., 2004; Dalton e.a., 2009; De Witte en Rogge, 2011). Deze kenmerken observeren we niet, wat het onmogelijk maakt voor hun effecten te corrigeren in een eenvoudige analyse. Om die reden breiden we de effectiviteitsmeting uit en trachten we zo goed als mogelijk te anticiperen op de invloed van niet-geobserveerde factoren op voortijdig schoolverlaten. Behalve voor de eerste setting, hebben de volgende modellen betrekking op het jaar 2009 en neemt het jaar 2006 als controlejaar (basisjaar) op. Op die manier kan worden rekening gehouden met het effect van nationale beleidsmaatregelen, zoals onder andere de kwalificatieplicht, of regionale beleidsmaatregelen die van kracht waren na het schooljaar
8 III.2. Verschillen in leeftijdscohorten. De tweede, meer gedetailleerde methode, bereidt het eerste model uit met verschillen in de leeftijd van leerlingen. Het vergelijkt het effect op vsv voor 4 verschillende cohorten van leerlingen doorheen de tijd, én over BAS en niet-bas scholen. De veronderstelling geldt dat als we twee of meerdere cohorten van leerlingen observeren in dezelfde school, we vsv kunnen observeren zonder invloed van nietgeobserveerde factoren. Het is immers onwaarschijnlijk dat, althans voor de invoering van het BAS project, leerlingen van een ander geboortejaar hun keuze voor een BAS respectievelijk niet-bas school op basis van verschillende redenen hebben gemaakt. Inderdaad, leerlingen van een ander geboortejaar hebben geen (statistische significante) verschillen in sociaaleconomische status, motivatie, gedrag, etc. (zie Cabus en De Witte, 2010). Op die manier kunnen we leerlingen van verschillende cohorten in een bepaalde school observeren op verschillende leeftijden, waarbij wordt uitgegaan van het feit dat oudere leerlingen meer kans hebben op vsv dan jongere leerlingen. Het leeftijdsverschil, het verschil in scholen en het verschil in voor- en na de invoering van het BAS project wordt in de analyse mee opgenomen om de effectiviteitsmeting succesvol te berekenen. In de literatuur worden het opnemen van drie verschillen in de berekening van effectiviteit gedefinieerd als een verschil-in-verschillen-in-verschillen analyse ( difference-in-differences-in-differences ) (Abadie, 2003). De analyse heeft betrekking op 15 en 16-jarigen in 2009 en in We merken in de data dat 16- jarigen meer voortijdig schoolverlaten dan 15-jarigen. Meer bepaald, waar 15-jarigen in de periode een gemiddelde vsv-kans heeft van 2% ten opzichte van alle leerlingen in de leeftijdsgroep, is deze van 16-jarigen gestegen tot 5% ten opzichte van alle 16-jarigen. Elke verzuimende leerling in een BAS school komt in aanraking met het BAS project. Bijgevolg zullen 16 jarigen meer in aanraking komen met het BAS project dan 15 jarigen. Door de verschillende kans van aanraking met het BAS-project tussen 15 en 16-jarigen, kunnen we de leeftijd beschouwen als een graad van intensiteit van het BASproject. Hoe ouder, hoe intensiever het BAS-project uitwerking heeft op die leerlingen. De resultaten zijn weergegeven in Model 2 en Model 3 van Tabel 2 geeft aan dat BAS-scholen een significante daling (op 10%-niveau) van percentage punten gecreëerd hebben in vsv ten opzichte van niet-bas scholen. Meer precies, een 16-jarige leerling in een BAS-school had in 2009 een lagere kans op vsv. De kans op vsv was niet 6.06%, maar van 3.91%. Leerlingen hebben uiteraard ook onderling contact met elkaar in en buiten de school. Het contact binnen de school wordt opgenomen door scholen te vergelijken. Het contact buiten de school nemen we op door te controleren voor peer-effecten. Peer-effecten ontstaan door interactie van leerlingen. In de BRON-data observeren we de 4-cijferig postcode van de woonplaats van de leerling. Door deze op te nemen (via zogenaamde fixed effects en geclusterde standaardfouten), houden we rekening met effecten van jongeren die in dezelfde buurt naar school gaan en wonen en elkaar in de uitvalbeslissing kunnen beïnvloeden (Jencks en Mayer, 1990; Wenger, 2002; Rumberger en Palardy, 2005; Anderson, 2010). De resultaten zijn weergegeven in Model 3. Na opname van deze peer-effecten merken we nog steeds een daling in vsv van percentage punten, al is dit niet meer significant verschillend van 0. Meer bepaald, hij/zij heeft geen vsv-kans van 6.06%, maar van 4.32%. Dit is een daling van -28.6% vsv in 2009 ten opzichte van 2006 of gemiddeld -9.5% per jaar. 8
9 III.3. Controle met RMC 38 In de vierde en laatste modelspecificatie wordt de effectiviteitsmeting nogmaals uitgebreid door ook scholen te vergelijken uit een ander RMC. De opname van een extra, naburige regio (RMC 38 Gewest Limburg-Noord) geeft de meest precieze berekening van het effect van het beleid in BAS scholen op vsv (zie bijvoorbeeld Frölich en Lechner, 2004). Inderdaad, via deze strategie meten we de effectiviteit van het convenant als een bundel van maatregelen in BAS scholen ten opzichte van scholen in de RMC 38. Door deze extra groep leerlingen op te nemen in de analyse ontstaat een meer zuivere controlegroep. De regionale grens deelt als het ware de regio s willekeurig op in een controlegroep en een behandelingsgroep. De grens is niet rechtstreeks verbonden met vsv. De scholen in regio s 38 en 39 hebben elk hun autonomie in beleidsvoering (cfr. hoger beschreven convenant). Bovendien houden we in de analyse enkel rekening met leerlingen in naburige postcodes van regio 38 ( ) die niet over de grens naar school gaan (N=6,479). Dit komt ten goede van de cruciale identificatierestrictie die een verschil-in-verschillen analyse mogelijk maakt. Gelijkaardig als in de eerdere modellen, moeten we wel rekening blijven houden met nietgeobserveerde factoren. In lijn met de decentrale gedachte van het vsv-beleid, geeft de autonomie in regionale beleidsvoering aanleiding tot verschillen die geïnspireerd zijn door de verschillende studentenpopulaties. Een RMC voert een beleid dat specifiek is aangepast aan de populatie. Daarom maken we in een vierde model ook gebruik van de hoger beschreven 4 leeftijdscohorten: een vergelijking van vsv onder 15 en 16-jarigen in 2009 en in Deze strategie is het meest succesvol in combinatie met kennis over risicoleerlingen in BAS scholen; zij het dat we weten dat alle risicoleerlingen van zorg op school werden voorzien. Logischerwijze hebben jongere leerlingen relatief minder de voorlichting genoten dan oudere leerlingen en kan van het verschil in behandeling handig worden gebruik gemaakt bij de berekening van de effectiviteit van BAS. De resultaten zijn weergeven in Model 4 van Tabel 2. We houden ook rekening met peer-effecten. De effectiviteitsmeting toont een significante daling van percentage punten in de groep 16 jarige leerlingen aan. 16-jarige leerlingen in een BAS-school hebben in percent punt lagere kans op vsv. 9
10 Tabel 2: Samenvatting effectiviteitsmeting van BAS-scholen versus niet-bas scholen binnen regio 39 (model 1), binnen regio 39 en vier cohorten (model 2 en model 3), en binnen regio 39 & 38 en vier cohorten (model 4). Model 1 Model 2 Model 3 Model 4 Effectiviteit * ** (0.0060) (0.0125) (0.0125) (0.0104) Leeftijd < & & & 16 Scholen regio 39 regio 39 regio 39 regio 39 & 38 Observaties 74,297 23,770 23,770 29,223 R Standaard fout Robuust Robuust Robuust Robuust Peer-effecten Neen Neen Ja Ja Effectiviteitsmeting in percentage punten (zie appendices 1-4). Foutenterm tussen haakjes. * en ** wijzen respecectivelijk op een significantie op 10 en 5%-niveau. IV. Besluit en kosten-baten Dit artikel wil het effect nagaan van het project Bewust Aanwezig op School. Het project probeert via huisbezoeken aan leerlingen met hoog verzuim het voortijdig schoolverlaten (vsv) terug te dringen. Om het effect te identificeren werden 4 modellen voorgesteld. Het vierde en meest nauwkeurige model laat toe om het oorzakelijk verband te schatten van het beleid op BAS-scholen ten opzichte van niet BASscholen. We vergelijken vsv in BAS-scholen (RMC 39) met vsv in niet-bas scholen in RMC 38 en dit voor 16 en 15-jarigen in 2009 versus De resultaten geven aan dat BAS scholen het aanzienlijk beter doen dan niet-bas scholen. In 2009 verlieten percent punten (significant op een niveau 5%) minder 16-jarige leerlingen een BAS-scholen ten opzichte van leerlingen in de referentiegroep (dit zijn niet-bas scholen, het controlejaar 2006 en 15 jarige leerlingen). Dit zorgde voor een daling van vsv van 6.05 % naar 3.73%. Deze reductie van 38% is ruim beter dan het streefdoel van 10% vooropgesteld in de projectbeschrijving. De preventiemaatregelen op BAS-scholen (waar het BAS-project een deel van uitmaakt) leiden dus tot minder vsv. In schooljaar lopen er 10,287 leerlingen school op de BAS-scholen. Op die scholen werd een schooluitval vermindering gerealiseerd van 2.33 procent punt. Dit betekent een daling van 239 vsv ers. Gegeven het effectieve projectbudget van euro op 2 jaar is de prijs voor het verhinderen van schooluitval per leerling 411 euro. Scholen ontvangen daarenboven ook een prestatiesubsidie van 2,500 euro per leerling minder die voortijdig school verlaat in vergelijking met referentieschooljaar Daarnaast mist de school ook ongeveer 6,000 euro aan inschrijvingsgeld (betaald door de overheid) als een leerling geen school meer loopt. Zowel voor de leerling (zie Rumberger, 2004) als de school overstijgen de baten van vsv-preventie ruimschoots de kosten van preventie. 10
11 Bronnen Abadie, A. (2003). Semiparametric Difference-in-Differences Estimators. Harvard University and NBER. Adams, J.L. en Becker, W.E. (1990). Course Withdrawals: A Probit Model and Policy Recommendations. Research in Higher Education 31(6), Anderson, D.M. (2010). In school and out of trouble? The minimum dropout age and juvenile crime. University of Washington. Working paper. Angrist, J.D. en Pishke, J.S. (2009). Mostly Harmless Econometrics: An Empiricist Companion. Princeton University Press. BAS-project (2010). Programmagelden voortijdig schoolverlaten Vsv plan van aanpak. RMC 39. Beekhoven, S. en Dekkers, H. (2005). Early school leaving in the lower vocational track: triangulation of qualitative and quantitative data. Adolescence, Vol.40, No.157, pp Bowles, S. (1972). Schooling and inequality from generation to generation. Journal of Political Economy 80, Cabus, S.J. en De Witte, K. (2010). Does school time matter? On the impact of compulsory education age on school dropout. TIER working paper series 10(27). Dalton, B., Gennie, E. en Ingels, S.J. (2009). Late High School Dropouts: Characteristics, Experiences, and Changes Across Cohorts (NCES ). National Center for Education Statistics, Institute of Education Sciences, U.S. Department of Education. Washington, DC. Davies, J.D. en Lee, J. (2004). To attend or not to attend? Why some students chose school and others reject it. Support for Learning, Vol.21, No.4, pp De Witte, K. en Cabus, S. (2010). Dropout prevention measures in the Netherlands, an evaluation. TIER Working Paper Series 10/19. De Witte, K. en Rogge, N. (2011), Dropout from secondary education: all's well that begins well. European Journal of Education. In Press. De Witte, K., S. Cabus, G. Thyssen, W. Groot en H. Maassen van den Brink (2010). Voortijdig schoolverlaten: Beleidsevaluatie 2010 Deel 1 Verkenningen. NICIS Institute. De Witte, K. en Van Klaveren, C. (2011). How Uniform Incentives can Provide a Negative Motivation -- An Application to Early School Leaving in Two Large Cities. TIER Working Paper Series 10/18. Applied Economics. In Press. De Witte, K. en Csillag, M. (2010). Does anybody notice? On the impact of improved truancy reporting on school dropout. TIER working paper series. 11
12 DUO (2010). Aanval op de schooluitval convenantjaar RMC regio 39. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, pp. 22. European Commission (2006). Detailed Analysis of progress towards the Lisbon Objectives in education and training: Analysis of Benchmarks and indicators? European Commission. Europese Raad (2000). Presidency Conclusions Lisbon European Council. 23 and 24 March Lisbon. Frölich, M. en Lechner, M. (2004). Regional treatment intensity as an instrument for the evaluation of labor market policies. IZA DP Garry, E.M. (1996). Truancy: First step to a lifetime of problems [Bulletin]. Washington, D.C.: United States Department of Justice, Office of Justice Programs, Office of Juvenile Justice and Delinquency Prevention. Groot, W. en Maassen van den Brink, H. (2007). The Health Effects of Education. Economics of Education Review 26, Hanushek, E. en Wößmann, L. (2007). The role of education quality in economic growth. The World Bank, Policy Research Working Paper Hibbert, A. en Fogelman, K. (1990). Future lives of truants: Family formation and health-related behavior. British Journal of Educational Psychology 60, Jencks, C. en Mayer, S.E. (1990). The social consequences of growing up in a poor neighborhood. In L. Lynn Jr. & M. G. H. McGeary (Eds.), Inner-city poverty in the United States. Washington D.C.: National Academy Press. Kaufman, P., Alt, M. N. en Chapman, C.D. (2004). Dropout Rates in the United States: 2001 (NCES ). U.S. Department of Education. Washington, DC: National Center for Education Statistics. Lochner, L. en Moretti, E. (2004). The Effect of Education on Crime: Evidence from Prison Inmates, Arrests, and Self-Reports. American Economic Review 94 (1), Milligan, K., Moretti, E. en Oreopoulos, P. (2004). Does Education Improve Citizenship? Evidence from the United States and the United Kingdom. Journal of Public Economics 88 (9), Pascarella, E. en Terenzini, P. (1991). How college affects students: findings and insights from twenty years of research. Jossey--Bass, San Francisco, CA. Psacharopoulos, G. (2007). The cost of school failure -- A feasibility study. European Expert Network on Economics of Education. Psacharopoulos, G. en Layard, R. (1979). Human capital and earnings: British evidence and critique. Review of Economic Studies 46, Rumberger, R.W. (2001). Who drops out of school and why. Paper prepared for the National Research Council, Committee on Educational Excellence and Testing Equity Workshop, School Completion in 12
13 Rumberger, R.W. (2004). Why students drop out of school? In: G. Orfied (Ed.), Dropouts in America: Confronting the Graduation Rate Crisis, Cambridge. MA: Harvard Education Press, pp Rumberger, W.R. en Palardy, G.J. (2005) Does segregation still matter? The impact of student composition on academic achievement in high school. Teachers College Record 7(9), pp Scheafer, C.E. en Millman, H.L. (1981). How to help children with common problems. New York: Von Nostrand Reinhold. Swadener, B.B. (1995). "Children and Families `At Promise': Deconstructing the Discourse of Risk". In: B.B. Swadener and S. Lubeck (Eds.). Children and Families "At Promise": Deconstructing the Discourse of Risk. Albany: State University of New York. Wenger, J. (2002). Does the dropout age matter? How mandatory schooling laws impact high school completion and school choice. Public Finance and Management 2(4),
14 Appendix: De uitgebreide resultaten Appendix 1: Model 1 Linear regression Number of obs = 74,297 R-squared = Robust VSV Coef. Std. Err. t P>t [95% Conf. Interval] Vergelijking Tijd Effectiviteit leeftijd (12=1) MBO = Constant
15 Appendix 2: Model 2 Linear regression Number of obs = 23,770 R-squared = Robust VSV Coef. Std. Err. t P>t [95% Conf. Interval] Vergelijking Cohort Tijd inteff_ inteff_ inteff_ Effectiviteit Constant MBO versus VO geschrapt vanwege multicollineariteit. 15
16 Appendix 3: Model 3 Linear regression Number of obs = 23,770 R-squared = Robust VSV Coef. Std. Err. t P>t [95% Conf. Interval] Vergelijking Cohort Tijd inteff_ inteff_ inteff_ Effectiviteit Constant MBO versus VO geschrapt vanwege multicollineariteit. 16
17 Appendix 4: Model 4 Linear regression Number of obs = 29,223 R-squared = Robust VSV Coef. Std. Err. t P>t [95% Conf. Interval] Vergelijking Cohort Tijd inteff_ inteff_ inteff_ Effectiviteit MBO= Constant
18 Summary Early school-leaving is high on the political agenda in many OECD countries. The European Council decided at the 2000 Lisbon Summit to reduce the rate of early school-leaving from 20% to 10% by the year Therefore, many European member states developed several dropout prevention measures. Truancy is considered one of the most important predictors of school dropout. In this paper, the effectiveness of active truancy policy on school dropout is evaluated in one of the European member states, the Netherlands. In the Netherlands, active truancy policy has been implemented in Limburg South (cf. BAS-project). An active truancy policy consists of close interaction with and increased care for at-risk students by, for example, visits at home. This project is executed by professional mentors, teachers, case managers and compulsory education age consultants. The results indicate that the BASproject successfully reduce school dropout by percent points. Furthermore, it is discussed that the benefits overrule the costs considerably. 18
Effectieve interventies om vsv te verminderen
Effectieve interventies om vsv te verminderen Leuven Economics of Education Research, KU Leuven Top Institute for Evidence Based Education Research, Maastricht University VFO-dag 18 september 2014 1 Onderzoekslijn
Nadere informatieAn Economic Perspective on School Dropout Prevention using Microeconometric Techniques
An Economic Perspective on School Dropout Prevention using Microeconometric Techniques Sofie J. Cabus Top Institute for Evidence Based Education Research TIER-Maastricht University Definitie voortijdig
Nadere informatieEffectieve interventies om vsv te verminderen
Effectieve interventies om vsv te verminderen SLO Economie, KU Leuven Top Institute for Evidence Based Education Research, Maastricht University SSL studiedag: Voortijdig schoolverlaten uit de tijd? 5
Nadere informatieReflecties op: Duaal leren Een volwaardige kwalificerende leerweg
Reflecties op: Duaal leren Een volwaardige kwalificerende leerweg Prof. Dr. Leuven Economics of Education Research KU Leuven Top Institute for Evidence Based Education Research Maastricht University Vlaams
Nadere informatieVoortijdig schoolverlaten in Vlaanderen
Foto: Martin Walls Voortijdig in Vlaanderen Bewezen maatregelen uit de literatuur. Kristof De Witte Prof. dr. Kristof De Witte is universitair hoofddocent aan de onderzoeksgroep Top Institute for Evidence
Nadere informatieRMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg. RMC Factsheet. Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015
RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg RMC Factsheet Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015 RMC regio 39 : Gewest Zuid-Limburg Dit document bevat gedetailleerde
Nadere informatieRMC Factsheet. RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg
RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg RMC Factsheet Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: november 2015 RMC regio 39 : Gewest Zuid-Limburg Dit document
Nadere informatieRMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg. RMC Factsheet. Convenantjaar 2012-2013 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014
RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg RMC Factsheet Convenantjaar 2012-2013 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014 RMC regio 39 : Gewest Zuid-Limburg Dit document bevat
Nadere informatieONGEKWALIFICEERDE UITSTROOM
ONGEKWALIFICEERDE UITSTROOM EXPERTISECENTRUM INNOVATIE Onderzoeksgroep thema s en projecten in het onderwijs kerlijne.chanterie@vives.be www.projectmaker.be VIVES - campus Torhout Vertrouwd met: INLEIDEND
Nadere informatieWat Werkt in de Aanval op de Schooluitval. Een empirisch onderzoek naar de effecten van het Nederlandse preventiebeleid op voortijdig schoolverlaten.
Wat Werkt in de Aanval op de Schooluitval. Een empirisch onderzoek naar de effecten van het Nederlandse preventiebeleid op voortijdig schoolverlaten. Sofie J. Cabus Top Institute for Evidence Based Education
Nadere informatieDe effecten op lange termijn van vroegtijdig schoolverlaten in Vlaanderen
De effecten op lange termijn van vroegtijdig schoolverlaten in Vlaanderen Jan Van Damme, Marc Blommaert, Carl Lamote en Jo Meyer SSL-studiedag 5 juni 2013 www.steunpuntssl.be Evidentie uit literatuur e
Nadere informatieVoortijdig schoolverlaten Rapportage van TIER/Platform31. Kristof De Witte, Sofie Cabus, Wim Groot & Henriëtte Maassen van den Brink
Voortijdig schoolverlaten Rapportage van TIER/Platform31 Kristof De Witte, Sofie Cabus, Wim Groot & Henriëtte Maassen van den Brink Voortijdig schoolverlaten Rapportage van TIER/Platform31 Kristof De Witte,
Nadere informatieMethodes voor dataverzameling en -analyse
Methodes voor dataverzameling en -analyse - Identificatie problemen in sociale wetenschappen - SLO Economie, KU Leuven TIER, Maastricht University Zomerschool vakdidactisch onderzoek 9 september 2010 Identificatie
Nadere informatieBeleid rond vroegtijdig schoolverlaten is de investering waard
Beleid rond vroegtijdig schoolverlaten is de investering waard Leuven Economics of Education Research, KU Leuven feb.kuleuven.be/leer Top Institute for Evidence Based Education Research, Maastricht University
Nadere informatieHet deelnemen door een gemeenschappelijke regeling (Veiligheidsregio) aan een gemeenschappelijke regeling (ICT).
Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 29 september 2014 Agenda nr: Onderwerp: zienswijze deelname Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg aan Gemeenschappelijke Regeling inzake ICT ondersteuning
Nadere informatieOVERGANGSREGELS / TRANSITION RULES 2007/2008
OVERGANGSREGELS / TRANSITION RULES 2007/2008 Instructie Met als doel het studiecurriculum te verbeteren of verduidelijken heeft de faculteit FEB besloten tot aanpassingen in enkele programma s die nu van
Nadere informatieUnderstanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas
University of Groningen Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version
Nadere informatieEenheid Limburg. Reactietijden politie spoedmeldingen
Eenheid Limburg Reactietijden politie Eenheid Limburg Beek Beesel Bergen (L) Brunssum Echt-Susteren Eijsden-Margraten Gennep Gulpen-Wittem Heerlen Horst aan de Maas Kerkrade Landgraaf Leudal Maasgouw Maastricht
Nadere informatieEuropa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven
Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven America First! Wat is het potentiële banenverlies voor België en Europa? VIVES discussion paper
Nadere informatieONGEKWALIFICEERDE UITSTROOM (OU) VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN (VSV)
ONGEKWALIFICEERDE UITSTROOM (OU) VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN (VSV) EXPERTISECENTRUM ONDERWIJSINNOVATIE Onderzoeksgroep vakdidactiek kerlijne.chanterie@vives.be VIVES - campus Torhout SCENARIOMETHODIEK Praktisch
Nadere informatieStay In Or Drop Out (SIODO)
Stay In Or Drop Out (SIODO) 22 oktober 2013 Dit project wordt mogelijk gemaakt door: Promotie onderzoek 2010-2014 The early identification of risk factors on the pathway to school dropout Prof dr. Frans
Nadere informatieRMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2018
RMC Regio Gewest ZuidLimburg RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers versie Uitgave: februari RMC regio : Gewest ZuidLimburg Dit document bevat gedetailleerde
Nadere informatieCSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden
CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende
Nadere informatieStudiebegeleiding & tutoraat
Studiebegeleiding & tutoraat Patricia Post-Nievelstein, Head Tutor, University College Utrecht Richard van den Doel, Senior Tutor, University College Roosevelt Oscar van den Wijngaard, Coordinator Academic
Nadere informatieOuderbetrokkenheid in het onderwijs: Wat leren ouders aan hun kinderen?
Ouderbetrokkenheid in het onderwijs: Wat leren ouders aan hun kinderen? Sofie Cabus Maastricht University 17 november 2016 Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg Overzicht van de presentatie
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieNeimed Krimpbericht. Ontgroening in Limburg. Maart 2014
Maart 2014 Neimed Krimpbericht Ontgroening in Limburg Het aantal kinderen dat geboren wordt, is de afgelopen 50 jaar aanzienlijk gedaald, in Limburg in veel sterkere mate dan landelijk. Dat komt omdat
Nadere informatieThe Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands
The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)
Nadere informatieHet executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, april 2015
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Limburg, april 2015 Daling WW grootst onder kortdurend werkzoekenden Afgelopen daalde het aantal WW-uitkeringen. Het herstel van de economie en arbeidsmarkt zet door. Het aantal
Nadere informatieStudiekeuzetraject. Het belang van het vak Nederlands binnen het IB-diploma voor studie in Nederland
Studiekeuzetraject Het belang van het vak Nederlands binnen het IB-diploma voor studie in Nederland Opbouw IB-diplomaprogramma Vak Nederlands binnen IB-diploma Higher level Standard level A versus B (B
Nadere informatieDoorstroom mbo-hbo en uitval in het hbo. Evidence-based aanbevelingen.
Doorstroom mbo-hbo en uitval in het hbo. Evidence-based aanbevelingen. Kristof De Witte, Sofie Cabus, Eline Sneyers en Cornel Nessler (Maastricht University) Conferentie 1 juni 2017 Context Europese Horizon
Nadere informatieBehandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel
Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:
Nadere informatieLandelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007
Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien
Nadere informatieFigure 1 Shares of Students in Basic, Middle, and Academic Track of Secondary School Academic Track Middle Track Basic Track 29 Figure 2 Number of Years Spent in School by Basic Track Students 9.5 Length
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieKnelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch
Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress
Nadere informatieUw raad wordt geadviseerd : - het Jaarverslag Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten/RMC Maastricht en Mergelland vast te stellen.
Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 28 juni 2010 Agenda nr: 7 Onderwerp: Jaarverslag Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten/RMC Maastricht en Mergelland 2008-2009 Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting
Nadere informatieBegrotingswijziging 2017
Begrotingswijziging 2017 GGD Zuid Limburg September 2016 Directie- en bestuursbureau GGD Zuid Limburg Postbus 2022, 6120 HA Geleen T 046 478 72 00. F 046 478 73 99. E info@ggdzl.nl. www.ggdzl.nl Inhoudsopgave
Nadere informatieDifferences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children
1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-
Nadere informatieNeimed Krimpbericht. Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg SEPTEMBER 2015
SEPTEMBER 2015 Neimed Krimpbericht Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg In Limburg wonen relatief veel Westerse allochtonen en weinig niet-westerse allochtonen. Evenals landelijk
Nadere informatieDenken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.
0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve
Nadere informatieOpmerkelijke cijfers en interpretaties versie 7 maart 2013
Samenwerkingsverband VSV regio IJssel-Vecht Opmerkelijke cijfers en interpretaties versie 7 maart 2013 Vooraf Het onderstaande overzicht is gemaakt op basis van diverse cijferproducten van DUO. De gegevens
Nadere informatiestartkwalificatie en personen die in het onderwijs blijven (definitieve cijfers).
Documentatie Voortijdig schoolverlaters versus schoolverlaters met een startkwalificatie en personen die in het onderwijs blijven (definitieve cijfers) (VSVTAB) Datum: 26 juni 2018 Bronvermelding Publicatie
Nadere informatieRaadsnota. Aan de gemeenteraad,
Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 29 juni 2009 Agenda nr: 6 Onderwerp: Jaarverslag Leerplicht / Regionaal Meld en Coördinatiepunt (RMC) Maastricht en Mergelland 2007-2008 Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatieProcess Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014
Process Mining and audit support within financial services KPMG IT Advisory 18 June 2014 Agenda INTRODUCTION APPROACH 3 CASE STUDIES LEASONS LEARNED 1 APPROACH Process Mining Approach Five step program
Nadere informatieBijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald
Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, oktober 2018
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Limburg, oktober 2018 Sterke daling WW in alle leeftijdsgroepen Het aantal WW-uitkeringen in Limburg lag in oktober 2018 1% lager dan de daarvoor. In vergelijking met een jaar
Nadere informatieUniversity of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda
University of Groningen Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check
Nadere informatieRegionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Zuid Limburg. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Regio Zuid December 2012 24 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is hét
Nadere informatieZuid-Limburgse Jeugd-GGZ
Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Contactgegevens Dr. Daan Westra Duboisdomein 30, 6229 GT, Maastricht Tel.nr: 043-388 17 31 Email: d.westra@maastrichtuniversity.nl https://hsr.mumc.maastrichtuniversity.nl/ Onderzoeksteam
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieEvidence based: theorie en praktijk. Wim Groot Top Institute Evidence Based Education Research (TIER) Teachers Academy
Evidence based: theorie en praktijk Wim Groot Top Institute Evidence Based Education Research (TIER) Wat is evidence based onderwijs? Evidence based onderwijs is de filosofie dat onderwijsbeleid en -praktijk
Nadere informatieRMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2019
RMC Regio Gewest ZuidLimburg RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers versie Uitgave: februari RMC regio : Gewest ZuidLimburg Dit document bevat gedetailleerde
Nadere informatieMaastricht Heuvelland. JMW Jegers. Telefoonnummer: Raadsbesluit
Raadsvergadering 5 september 2017 Volgnummer 26-2017 Onderwerp Programmanummer Vaststellen Jaarverslag Leerplicht-RMC/voortijdig schoolverlaten 2015-2016 Maastricht Heuvelland 9 Onderwijs Registratienummer
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository)
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Voortijdig schoolverlaten: beleidsevaluatie 2011 - deel 2 kwalificatieplicht - verzuimbeleid Cabus, S.; de Witte, K.; Csillag, M.; Groot, W.; Maassen van den Brink,
Nadere informatieRaadsnota. Aan de gemeenteraad,
Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 26 mei 2014 Agenda nr: 8 Onderwerp: Jaarverslag Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten/RMC Maastricht en Mergelland 2012-2013 Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting
Nadere informatieRaadsvergadering d.d.: 30 mei 2016 Agenda nr: 5 Onderwerp: Vaststellen Jaarverslag Leerplicht-RMC/Voortijdig schoolverlaten
Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 30 mei 2016 Agenda nr: 5 Onderwerp: Vaststellen Jaarverslag Leerplicht-RMC/Voortijdig schoolverlaten 2014-2015 Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van
Nadere informatieScholing voor oudere werknemers: literatuuroverzicht en kosten-baten analyse
Scholing voor oudere werknemers: literatuuroverzicht en kosten-baten analyse Wim Groot & Henriette Maassen van den Brink In samenwerking met Annelies Notenboom, Karin Douma en Tom Everhardt, APE Den Haag
Nadere informatieGEMEENTE ONDERBANKEN
RAADSVOORSTEL GEMEENTE ONDERBANKEN Onderwerp: Deelname Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg aan Gemeenschappelijke Regeling ICT ondersteuning van de bedrijfsvoering (Parkstad IT).
Nadere informatiestartkwalificatie en personen die in het onderwijs blijven (definitieve cijfers).
Documentatierapport Voortijdig schoolverlaters versus schoolverlaters met een startkwalificatie en personen die in het onderwijs blijven (definitieve cijfers) (VSVTAB) Datum:28 juni 2017 Bronvermelding
Nadere informatieDenk alvast over de volgende vraag na:
Denk alvast over de volgende vraag na: Wat is uw beste schoolervaring als leerling/student? (dus toen u zelf nog in de schoolbank zat; welk vak, school, opleiding, docent etc) Jos Gipmans Manager Cursisten
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatieDoelstelling Percentage en streefcijfers uitval naar onderwijssoort Haaglanden Tussenstand verloop dit schooljaar
Nieuwe voortijdige schoolverlaters in RMC regio Haaglanden 4 e voortgangsrapportage 2012-2013 teldatum 01 oktober 2013 (versie 2) Doelstelling In het convenant Voortijdig Schoolverlaten 2012-2015 Haaglanden
Nadere informatieNadere uitwerking definitieve Vsv Cijfers voor regio 36b
Onderwerp Van toepassing voor Opgesteld door Nadere uitwerking definitieve Vsv Cijfers 29-21 voor regio 36b Regio Brabant Noord Oost 36b R. Nijhuis Datum 2 december 211 Nieuwe VSV ers schooljaar 29-21
Nadere informatieVOLGNUMMER DATUM TEAM april 2014 Sociale Zekerheid, Onderwijs en Sport
DATUM TEAM 22 april 2014 Sociale Zekerheid, Onderwijs en Sport CORRESPONDENTIENUMMER BIJLAGEN RAADSCOMMISSIE 2014-14185 2 Breed Welzijn ONDERWERP RAADSVOORSTEL Vaststellen Jaarverslag Bureau Voortijdig
Nadere informatieRunning head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Nadere informatieBevolkingsontwikkeling in 2014: krimp en groei in Limburg
Maart 2015 Neimed Krimpbericht Bevolkingsontwikkeling in 2014: krimp en groei in Landelijk is de groei van het aantal in 2014 wat toegenomen. Een gelijksoortige ontwikkeling, maar dan in de vorm van een
Nadere informatieRaadsvergadering d.d.: 1 juli 2013 Agenda nr: Onderwerp: Jaarverslag Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten/RMC Maastricht en Mergelland
Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 1 juli 2013 Agenda nr: Onderwerp: Jaarverslag Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten/RMC Maastricht en Mergelland 2011-2012 Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting
Nadere informatieRegionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Zuid-Limburg
Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Zuid-Limburg Tabel 1: Stand WW-uitkeringen Stand WW mutatie tov vorige mnd mutatie tov vorig jaar Sep 2017 % aantal % aantal % Nederland 350.810 3,9% -11.322-3,1%
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, december 2016
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Limburg, december 2016 Daling WW-uitkeringen in Limburg Het aantal lopende WW-uitkeringen in Limburg is in december 2016 ruim 10% lager dan een jaar geleden. Eind december 2016
Nadere informatieSportopleidingen in Internationaal perspectief
Sportopleidingen in Internationaal perspectief Platform kader Den Haag, 29 maart 2010 Danny Meuken Jan Minkhorst 967 LONDEN DAGEN Het internationale Speelveld GAISF IOC VN (UNESCO) Internationale Sportfederaties
Nadere informatieARTIST. Petten 24 September 2012. www.ecn.nl More info: schoots@ecn.nl
ARTIST Assessment and Review Tool for Innovation Systems of Technologies Koen Schoots, Michiel Hekkenberg, Bert Daniëls, Ton van Dril Agentschap NL: Joost Koch, Dick Both Petten 24 September 2012 www.ecn.nl
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatieDe Invloed van Familie op
De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste
Nadere informatieLandelijke doelstelling
1 Landelijke doelstelling Op 9 augustus 2012 is per RMC-regio een convenant ondertekend. Voor RMC Oost Groningen (RMC regio1) is het convenant ondertekend door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Nadere informatie1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?
First part of the Inburgering examination - the KNS-test Of course, the questions in this exam you will hear in Dutch and you have to answer in Dutch. Solutions and English version on last page 1. In welk
Nadere informatieEen model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk
Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Nadere informatie(Big) Data in het sociaal domein
(Big) Data in het sociaal domein Congres Sociaal: sturen op gemeentelijke ambities 03-11-2016 Even voorstellen Laudy Konings Lkonings@deloitte.nl 06 1100 3917 Romain Dohmen rdohmen@deloitte.nl 06 2078
Nadere informatieIntercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit
1 Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 2 Structure of the presentation - What is intercultural mediation through the internet? - Why
Nadere informatie18 maart 2008 VSV/DIR/2008/9403
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 18 maart 2008 VSV/DIR/2008/9403 Onderwerp Cijfers 2006-2007 Voortijdig Schoolverlaten Inleiding
Nadere informatieGeïntegreerde ex ante impactanalyse bij de Europese Commissie
Geïntegreerde ex ante impactanalyse bij de Europese Commissie Peter Lelie Europese Commissie - DG EMPL 7-Oct-09 Directoraat-Generaal for Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen Eenheid Sociale
Nadere informatieVoortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks
ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieKosten en baten van lokale gezondheidspromotie
Kosten en baten van lokale gezondheidspromotie Prof. Dr. Lieven Annemans Ghent University, Brussels University Lieven.annemans@ugent.be Lieven.annemans@vub.ac.be VIGeZ April 2013 1 Growth 7% Eén van de
Nadere informatieB&W Vergadering. Besluit 1. Het college stemt in met de Intentieovereenkomst van de bevoegde gezagen van de
2.2.6 Intentieovereenkomst Voortijdig Schoolverlaten 1 Dossier 741 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 741 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 september 2016 Agendapunt 2.2.6 Omschrijving Intentieovereenkomst
Nadere informatieLongitudinal Driving Behaviour At Incidents And The Influence Of Emotions. Raymond Hoogendoorn
Longitudinal Driving Behaviour At Incidents And The Influence Of Emotions Raymond Hoogendoorn. Primary thesis coordinator: Dr. W. Waterink Secondary thesis coordinator: Dr. P. Verboon April 2009 School
Nadere informatieGedragsinzichten toepassen op medewerkerontwikkeling NSvP Werkconferentie Nudging Amsterdam, 31 januari 2017
Gedragsinzichten toepassen op medewerkerontwikkeling NSvP Werkconferentie Nudging Amsterdam, 31 januari 2017 Uit de impasse! Wat is nudging? Wat belemmert ontwikkelgedrag? Voorbeelden van OntwikkelNudges
Nadere informatieDeterminantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd
Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinant Study in to Factors that Facilitate a Active Smoking-cessation
Nadere informatieCPB Notitie. Beoordeling KBA voortijdig schoolverlaten. 1 Aanleiding. 2 De KBA voortijdig schoolverlaten. Nummer : Datum : juni 2006 Aan : OCW
CPB Notitie Nummer : Datum : juni 2006 Aan : OCW Beoordeling KBA voortijdig schoolverlaten 1 Aanleiding In 2005 is een kosten-baten analyse van voortijdig schoolverlaten uitgevoerd door de RebelGroup (KBA
Nadere informatieOptional client logo (Smaller than Deloitte logo) State of the State
Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) State of the State Den Haag 28 maart 2017 State of the State - Presentatie Taxlab 1 plancapaciteit hebben dan de veronderstelde huishoudensgroei. State
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieMentaal Weerbaar Blauw
Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.
Nadere informatien D s n M ONDER Stichting van de Arbeid t.a.v. de Voorzitters, mevr. drs. A.M. Jongeriusen M "3 I "Tj M mr. B.E.M. Wientjes 2509 LK Den Haag
ONDER n D s n M Stichting van de Arbeid L T U U R t.a.v. de Voorzitters, mevr. drs. A.M. Jongeriusen M "3 I "Tj M mr. B.E.M. Wientjes Postbus 90405 S C H A P 2509 LK Den Haag Den Haag Ons kenmerk 7 april
Nadere informatieLaatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011
Effective leesprogramma s voor leerlingen die de taal leren en anderssprekende leerlingen samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op
Nadere informatieSummary 124
Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities
Nadere informatieRMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN
RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Iedere jongere tussen de 12 en 23 jaar die het onderwijs verlaat zonder een startkwalificatie wordt aangemerkt als een Voortijdige Schoolverlater.
Nadere informatieMicrodata Services. Documentatie Kenmerken van door studenten behaalde hoofddiploma's in het hoger beroepsonderwijs (HDIPLOMAHBOTAB)
Documentatie Kenmerken van door studenten behaalde hoofddiploma's in het hoger beroepsonderwijs (HDIPLOMAHBOTAB) Datum:16 april 2018 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling
Nadere informatie