Tijgervink (Amandava amandava amandava)

Transcriptie

1 Tijgervink: (Amandava amandava amandava) ---- Algemeen: --- De Tijgervink behoort tot de groep Afrikaanse Prachtvinken, maar dat is niet het gebied waar deze kleurige vogeltjes voorkomen. Het verspreidingsgebied ligt meer onder in zuid-oost Azië, zoals India, Pakistan, Thailand, Bangladesh, Nepal, Cambodja en de Indische Archipel Indeling: Rijk : Animalia (dieren) Stam : Chordata (chordadieren) Klasse : Aves (vogels) Orde : Passeriformes (zangvogels) Families : Estrildidae (prachtvinken) Geslacht : Amandava (amaranten) Soort : Amandava amandava Grootte: Door de verschillende ondersoorten kunnen deze verschillen, over het algemeen liggen deze tussen 9,5 en 10 cm. Soorten, Ondersoorten en hun verspreidingsgebied: (voor grotere kaart zie laatste pagina) Tijgervink (Amandava amandava amandava) Komt veelal voor in Pakistan, India, Bangladesh en Nepal Chinese Tijgervink (Amandava amandava punicea) Komt veelal voor in zuid-oost Thailand, Cambodja, Zuid Vietnam, Java en Bali Geelbuik Tijgervink (Amandava amandava flavidiventris) Komt veelal voor in Myanmar, Zuid China, noord-west en midden Thailand en de Kleine Soendaeilanden Natuurlijke Biotoop: --- Het leefgebied van dit vogeltje kan nog wel eens verschillen van elkaar, maar in het algemeen bestaat deze overwegend uit vlak terrein met een weelderige vegetatie van bijvoorbeeld hoog gras of riet, maar ook in de buurt van dicht begroeide akkers, in de buurt van water. Soort en ondersoortomschrijving en geslachtsonderscheid: (amandava amandava) Tijgervink (Amandava amandava amandava) De Tijgervink is de enigste Afrikaanse prachtvinken soort waarbij de man een broedkleed heeft. Dat wil zeggen, dat als hij gaat ruien dat hij een andere buikkleur krijgt. De buik van de Tijgervink man is in de winter beige en in de zomer is de buik van de Tijgervink donkerrood. De Tijgervink doet dit, omdat hij in de zomermaanden als het broedtijd is het popje moet versieren en in de wintermaanden niet te veel moet opvallen, omdat hij dan snel gepakt kan worden door een roofdier.

2 Is de man niet broedrijp, dan lijkt hij heel veel op het popje. Alleen vlak boven de staart is de man feller rood en heeft er meer witte stippen zitten dan de pop. Het betekent dus, dat de Tijgervink man een zomer- en een winterjas heeft. Het popje is donkerbruin, aan de buikzijde geelbeige, een zwarte teugelstreep, rode stuitveren, zwarte staart. Ze heeft ook witte puntjes op de vleugels, en een rode snavel. Chinese Tijgervink (Amandava amandava punicea) De Chinese Tijgervink is fel rood van kleur en heeft alleen kleine witte stipjes in de flanken Geelbuik Tijgervink (Amandava amandava flavidiventris) Kenmerkend voor deze soort is het bruiloftskleed van de man waarbij de buik geel gekleurd is (bij de andere is dit zwart). Sociale eigenschappen: De Tijgervink is een prima vogeltje voor een gezelschapsvolière en is buiten het broedseizoen zeer verdraagzaam tegenover zijn medebewoners. In het broedseizoen is dat wel heel anders wanneer de koppels zich hebben gevormd, zullen de mannetjes het nestgebied zeer agressief verdedigen. Het is dan noodzakelijk niet meer dan een koppeltje in uw volière houden of de meerdere koppels paarsgewijs onder te brengen in ruime broedkooien. Hoewel er wordt beweerd, en daar zal zeker een kern van waarheid aan ten grondslag liggen, dat de overige medebewoners hier geen hinder van zouden onder vinden, gaat mijn voorkeur er naar uit, alle kweekkoppels paarsgewijs in ruime broedkooien onder te brengen. Het verhaal gaat, dat de Tijgervinken wat gevoelig zijn voor nestcontrole maar deze zijn toch wel nodig zoals het controleren hoe de oudervogels voeren en natuurlijk ook om de jonge vogels te ringen. Je kunt er misschien een draai aan geven, door de nestgelegenheden zo te plaatsen, dat u zo weinig mogelijk met u lichaam of armen in de broedruimte hoeft te komen en wat natuurlijk ook helpt, is dat u met en regelmaat aanstalten maakt iets bij de broedruimte te willen doen, zonder dat daadwerkelijk te doen. De vogels wennen dan langzamerhand aan uw bewegingen en zullen minder schrikken, maar deze handelingen vergen natuurlijk wel enige tijd en voorbereiding. Huisvesting: ---- Inmiddels zijn onze Tijgervinkjes redelijk goed gewend aan ons gematigd klimaat in Europa, als is dat zeer afhankelijk van hoe deze vogels in de loop van tijd waren gehuisvest. Bij het aanschaffen van Tijgervinkjes daar wel altijd rekening mee houden waar deze vogels wegkomen en vooral hoe deze in die tijd waren gehuisvest, in een buiten volière of in een binnenvolière op zolder of vliering. Huisvesting op een warme vliering is natuurlijk niet onmogelijk, het komt juist vaak voor. Tegen de winter is het verstandig de Tijgervinkjes naar binnen te halen en deze in een verwarmde binnen volière op zolder of vliering te gaan huisvesten. Een buitenverblijf te verwarmen is kostbaarder dan een binnenvolière op zolder of vliering. De Tijgervinkjes kunnen daarom op een zelfde wijze worden gehuisvest als andere Afrikaanse Pracht vinken, zoals in een goed beplante en overkapte buitenvolière, waar de vogeltjes ook beschutting kunnen vinden, welke op een toch wat beschutte plaats in de tuin staat en is voorzien van een tochten vorstvrij en enigszins verwarmde binnenverblijf, alsmede een binnenvolière op een zolder of vliering zijn goede huisvestingen. Ook bij een volière op zolder en of vliering moeten we trachten ook die op een zelfde wijze te beplanten, overeenkomstig de buitenvolière. Wat grote bloempotten en een juiste wijze van beplanting is dan zeker mogelijk, al kost het wel wat meer moeite. Ook op een vliering en ook in een binnenhok buiten, moet men rekening houden met een constante ideale temperatuur van tegen de 18 Celsius aan.

3 Voeding: U kunt Tijgervinken als basis voer een zaadmengsel voor kleine tropische vogels geven. Daarnaast eten de dieren ook graag wat andere zaden, zoals trosgierst en vers en gedroogd onkruidzaad en graszaad, aangevuld met een goed samengesteld eivoer/krachtvoer vermengd met gekiemd zaad. Ook kleine stukjes fruit worden op prijs gesteld, maar geef hier van niet te veel, maar ook een weinig groenvoer in de vorm van sla, vogelmuur en de bladeren van de paardenbloem. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen, kan het beste een insecten- / universeelvoer toegevoegd worden in een verhouding half eivoer en half insecten- of universeelvoer. Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben, is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld ei- en universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van miereneieren, pinky s, buffalowormen, meelwormen (deze wel in stukjes knippen) of insectenpaté. Wees bij het verstrekken van dierlijke eiwitten echter wel voorzichtig, omdat de vogels bij het verstrekken van teveel dierlijke eiwitten de neiging hebben, of krijgen, weer broeddriftig worden en daardoor vaak de jongen in de steek laten om weer met een volgend legsel te beginnen. Het is beter om als de jongen net zijn uitgekomen met weinig dierlijke eiwitten beginnen te voeren en later, als de jongen wat groter zijn, deze hoeveelheid langzaam op te voeren, maar altijd uw vogels wel blijven observeren hoe zij voeren. Zoals alle vogels, die voornamelijk leven op een menu van zaden, hebben ook deze vogels scherpe maagkiezel nodig die in de spiermaag de zaden beurs maakt. Maag kiezel, maar ook grit, voor de kalkbehoefte, moeten dan ook altijd voldoende aanwezig zijn, evenals schoon- en badwater, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen. De Kweek: --- Met Tijgervinkjes in een gezelschaps- volière, binnen of buiten, is heel goed mogelijk, al zullen ze bij een nestcontrole of een andere verstoring zeer snel het nest verlaten en is er direct heibel in de tent. Wilt u doelgericht gaan kweken met Tijgervinkjes is het kweken in broedkooien aan te bevelen. Hier kunnen ze per kweekstel worden ondergebracht, zodat een verstoring op zich al een heel stuk wordt vermeden. Tevens is het van groot belang, dat u uw vogels betrekt bij een goede kweker, die in het verleden heeft bewezen zeer goede vogels te hebben. Ook kunt u van hem of haar ongetwijfeld een aantal goede tips voor het kweken verkrijgen. De Tijgervinkjes gaan redelijk gemakkelijk over tot de kweek, maar wel iets moeilijker dan de overige Afrikaanse Prachtvinken. Zij stellen ongetwijfeld wat meer eisen aan de ruimte om te broeden, het aangeboden voedsel, de voorbereiding en nestgelegenheden of het zal ook zo moeten zijn, dat het een rustige omgeving moet zijn met weinig verstoring. Maar er zijn zeker wel uitzonderingen daarop en waar geen problemen zijn ontstaan bij het kweken van deze vogeltje. Een probaat middeltje schijnt te zijn veel tegen deze vogeltjes te praten op een rustige toon en sommige kwekers hebben vaak zachte muziek aan staan. (beslist geen house muziek!!! of de vogels moeten daarom verzoeken) Het Tijgervink mannetje, inmiddels getooid in zijn prachtigste tenue is nu volop bezig het popje het hof te maken. Met vaak een strootje in zijn bekje, danst hij constant om het popje heen om haar in een goed stemming te brengen. Tijgervinkjes bouwen hun nestjes in de buiten- of binnenvolière of broedkooien in de hier en daar opgehangen halfopen nestkastjes, maar ze maken ook wel een vrijstaand nest in een struik in de buitenvolière. Ook in broedkooien hebben zij graag deze halfopen nestkastjes tot hun beschikking. Mijn voorkeur hierbij gaat dan uit van gesloten nestkastjes aan de buitenzijde van de broedkooi, zodat u bij controle en of het ringen niet met uw armen in de broedkooi behoeft te komen. U vermijdt dan veel onrust mee. Als bouwmateriaal gebruiken ze vrij lange droge grashalmen, mos, donsveertjes, en uitge-

4 plozen sisaltouw. Voor het bekleden van het nest maken ze erg graag gebruik van veertjes. Groot voordeel hiervan is dat de eitjes perfect geïsoleerd zijn en vrijwel allemaal uitkomen, ook als het nog wat aan de wat koude kant is in een buitenvolière. Het nest wat ze bouwen is kogelvormig. Het popje legt doorgaans tussen de 5 tot 6 eitjes in het nestje. De eitjes worden door zowel het mannetje als het popje bebroed. De eitjes komen na 11 tot 13 dagen uit. De jongen worden dan door beide ouders gevoerd. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze kunnen beschikken over een goed samengesteld eivoer /universeelvoer. De jongen verlaten na ca. 19 dagen het nest en zijn na 3 weken zelfstandig. Na ongeveer 3 maanden zijn de jongen op kleur en bijna niet meer van de oudervogels te onderscheiden. Als de jongen zelfstandig zijn, is het verstandig deze anders onder te brengen, gezien de oudervogels dan al weer aanstalten oudervogels met een jong hebben gemaakt voor een volgend broedsel en het mannetje zijn eigen jongen als stoorzenders ervaart en deze najaagt. Mutaties: Bij de Tijgervink is mijn weten alleen een mutatie geelsnavel, maar heb geen afbeelding daarvan kunnen vinden. Standaardeisen Vuurvinkjes NBvV: - KEURTECHNIEK CONDITIEVOGELS, (natuur- en cultuurvogels): Formaat: De ideale vogel is binnen zijn soort geen kleine vogel en moet, voor zover er een standaardmaat omschreven is, hieraan voldoen. Het formaat wordt in het algemeen gemeten tussen de kruin / bovenzijde kop en de staartpunt. Het onderdeel formaat is ondergebracht in rubriek 1 op het keurbriefje Model: Onder model wordt verstaan, de onderlinge lichaamsverhoudingen, die ten opzichte van elkaar niet storend mogen werken. Het model kan storend worden beïnvloed door een te groot of klein formaat, een puntige- of bolle borst, een uitgezakt onderlijf of een afwijkende ruglijn. Ook het model van de schedel moet in deze rubriek worden beoordeeld, evenals de vorm van een eventuele kuif. Het onderdeel model is ondergebracht in rubriek 1 op het keurbriefje. Noot: Als de verlengde staartpennen (veren), langer zijn dan aangegeven in de betreffende standaard, wordt hiervoor niet gestraft, tenzij dit naar de indruk van de keurmeester een storende indruk geeft ten aanzien van het model van de vogel. Houding: Elke vogel moet een uitgebalanceerde houding aannemen. De stand van de vogel ten opzichte van het horizontaal is bijzonder belangrijk, maar ook het voldoende hoog op de poten staan. Een vogel, die door de poten ge- zakt op de stok hangt, bijvoorbeeld omdat de diameter van de zitstok niet aan de vogel is aangepast, kan geen goede houding tonen. Ook de houding van de vleugels moet in deze rubriek beoordeeld worden, evenals de dracht van de staart. Het onderdeel houding is ondergebracht in rubriek 1 op het keurbriefje

5 Conditie: Een goede lichamelijke conditie is een eerste vereiste. Wanneer een vogel niet in conditie is, zal deze nooit voor een hoge puntenwaardering in aanmerking mogen komen. Hoewel de conditie van de bevedering in een andere rubriek moet worden beoordeeld, spreekt het voor zich, dat bij ernstige gebreken aan de bevedering, de te beoordelen vogel ook in de rubriek conditie zal moeten worden gestraft. De reinheid van de poten wordt op de eerste plaats in de rubriek poten gestraft. Het onderdeel conditie is ondergebracht in rubriek 1 op het keurbriefje Bevedering: ---- Een gaaf en strak gedragen verenpak is bepalend voor de goede kwaliteit van een TT-vogel. In deze rubriek wordt in de eerste plaats het compleet zijn van de bevedering beoordeeld, maar ook slijtage van de veren, alsmede ruipunten. Vuile bevedering moet ook in deze rubriek streng worden gestraft. Bij ernstige kaalheid zal niet alleen in de rubrieken bevedering en conditie worden gestraft, maar ook indien van toepassing in de rubrieken kleur en tekening. Een vuile aarsbevedering wordt gestraft onder conditie, omdat hier sprake is van een niet optimale lichamelijke conditie. Als de bevedering zichtbaar c.q. storend is bijgewerkt is dit een ernstige bevederingfout en dient dit dan ook in de rubriek bevedering bestraft te worden. Poten: In deze rubriek wordt alleen het hoorngedeelte beoordeeld en niet de kleur. Op de eerste plaats moeten de poten worden gecontroleerd op het aanwezig zijn van alle tenen en nagels. Maar ook de stand van de tenen en nagels, de lengte van de nagels en de reinheid van de poten wordt in deze rubriek beoordeeld. Het aantal te geven strafpunten voor het missen van één of meer nagels en/of tenen is als volgt: a. Het missen van één nagel, min 2 bij poten en min 1 bij conditie. (totaal 3) b. Het missen van meer dan één nagel wordt in de rubriek conditie gestraft met 1 punt meer per ontbrekende nagel. c. Het missen van één teen min 3 bij poten en min 1 bij conditie. (totaal 4) d. Het missen van meer dan één teen 1 punt meer bij conditie per ontbrekende teen. Noot: Bij het missen van drie nagels of meer. Dit is bij min 5 punten of meer. Noot: Bij een vergroeide teen of tenen ( bijvoorbeeld door een breuk uit het verleden ) die belemmert of belemmeren dat de vogel normaal op stok kan zitten, wordt de vogel niet gekeurd. Noot: Wel kan in deze rubriek (poten-snavel ) naast de 4 punten aftrek voor poten nog voor een ruwe snavel gestraft worden Deze regeling met betrekking tot de puntenaftrek bij het missen van nagels/tenen is van kracht voor alle vogels, ook de standaardvogels!! Noot: Omdat er bij de grasparkieten geen aparte rubriek poten op het keurbriefje staat, wordt het missen van tenen of nagels hier gestraft in de eerste rubriek, bij poten. Het aantal te geven strafpunten blijft in totaal gelijk. Voor kalkpoten wordt minimaal min 1 punt gestraft onder poten. Naar gelang de ernst van de fout, ook straffen bij conditie. Noot: Ook hier geldt voor grasparkieten, dat kalkpoten met minimaal 1 punt wordt gestraft en al naar gelang de ernst van de fout met meer punten, onder poten in rubriek 1.

6 Snavel: In deze rubriek wordt alleen het hoorngedeelte beoordeeld. Vooral bij cultuurvogels kan het voorkomen, dat zich in de vorm van de snavel afwijkingen vertonen. De kleur van de snavel wordt beoordeeld in de rubriek kleur. Kleur en kleurregelmaat: In deze rubriek beoordelen wij de kleur van de hele vogel, inclusief de kleur van de poten en de snavel. In de eerste plaats moet de kleurdiepte en kleurregelmaat, indien omschreven in een standaard, voldoen aan deze standaardeisen. Voor zover niet omschreven moet gestreefd worden naar een egale kleurdiepte en kleurregelmaat. Tekening: - In de eerste plaats moet de tekening, indien omschreven in een standaard, voldoen aan de standaardeisen. Voor zover niet omschreven, moet worden gestreefd naar een symmetrische tekening, die scherp is omlijnd. Ook de juiste kleurdiepte van de tekening wordt in deze rubriek beoordeeld. M.Bettenbroek Geraadpleegde literatuur: Vogelproblemen Tijgervinkjes (internet) auteur A. van Kooten Kooi- en Volièrevogels (boek) auteur David Alderton Uitgeverij Helmond bv te Helmond auteur Wikipedia auteur Vogelweetjes auteur Gould-be Vuurvinkjes (internet) auteur Bermati.nl Kooi- en Volièrevogels Encyclopedie (boek) Auteur Esther J.J. Verhoef-Verhallen Uitgeverij Rebo Productions b.v. Lisse

7 auteur Vogel Vizier auteur J.C.Blaak Vogelvereniging Vogelvreugd