REGELING EXAMENS DATA-INFRASTRUCTUUR

Transcriptie

1 REGELING EXAMENS DATA-INFRASTRUCTUUR (Dit document is gedownload via internet. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.) Uitgave juli 2001 Stichting CKB Postbus AL Gouda

2 Algemeen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Exameninstituut Het orgaan welke onder andere is belast met de voorbereiding, de organisatie, de uitvoering en de administratieve afhandeling van de examens in het kader van de Regeling Examens Data-Infrastructuur (REDI). Platform van Deskundigen Regeling Examens Data-Infrastructuur (PvD-REDI) Platform waarin opdrachtgevende en opdrachtnemende partijen zich door hun deskundigen laten vertegenwoordigen. Dit Platform is verantwoordelijk voor de inhoud van de Regeling Examens Data-Infrastructuur. Examenreglement Het door de directie van het Exameninstituut vastgestelde en goedgekeurde reglement voor de examens waarmee de in bijlage A van deze Regeling vermelde examens kunnen worden afgesloten. Examencommissie (EC) Een onafhankelijke en vakdeskundige commissie welke onder andere is belast met het ontwikkelen en vaststellen van de examenopgaven en de examenprotocollen aan de hand van deze Regeling. De examencommissie wordt benoemd door het exameninstituut. Examinator Een deskundige die onder verantwoordelijkheid van de EC het uitgevoerde examenwerk controleert, daarvoor een waardering toekent en de examenuitslag vaststelt aan de hand van de protocollen van de EC. Toezichthouder Degene die, overeenkomstig de door het exameninstituut gegeven aanwijzingen, toezicht houdt op het verloop van het examen. Deze persoon kan dezelfde zijn als de examinator. Examensecretaris Een functionaris in dienst van het Exameninstituut belast met de algehele coördinatie van het desbetreffende examen. Kandidaat Een persoon die als deelnemer voor een examen is ingeschreven. Examenprogramma Het totaal aan eindtermen en ander specifieke eisen behorende bij een examen. Examen Het onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat dat wordt afgenomen op grond van de Regeling Examens Data-Infrastructuur. Certificaat Het bewijsstuk waaruit blijkt dat de kandidaat geslaagd is voor een examen gebaseerd op de Regeling Examens Data-Infrastructuur. Cijferlijst Een document waarop de examenonderdelen en met bijbehorende waardering staan vermeld. Artikel 2. Aan de belanghebbenden wordt op verzoek een exemplaar van de Regeling Examens Data-Infrastructuur met de bijbehorende bijlagen toegezonden. gedownload document - pag 1 van 5

3 Ter plaatse van elk examen gebaseerd op één of meer van de examens vermeld in Bijlage A van deze Regeling Examens Data-Infrastructuur, is ter inzage aanwezig een exemplaar van deze Regeling met de bijbehorende bijlagen. Toelatingsvoorwaarden tot de tentamens Artikel 3. Voor deelname aan de examens, vermeld in Bijlage A van deze Regeling, worden toelatingsvoorwaarden gesteld zoals vermeld in Bijlage B van deze Regeling. Verlenging van de certificaten Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Het Platform van Deskundigen stelt per certificaat een geldigheidstermijn vast. Deze geldigheidstermijn is onder andere gerelateerd aan de ontwikkelingen in de technische discipline van het betreffende certificaat. De geldigheidstermijn is vastgelegd in Bijlage C van deze Regeling. Verlenging van het certificaat is mogelijk indien een certificaathouder opnieuw met goed gevolg een examen aflegt Verlenging van het certificaat is bij sommige certificaten mogelijk indien de certificaathouder kan aantonen dat vereiste vaardigheden gedurende de geldigheidstermijn van het certificaat op peil is gehouden. Dit wordt bepaald aan de hand van het aantal lassen die een certificaathouder gedurende de geldigheidstermijn per jaar heeft gemaakt. In Bijlage C van deze regeling is het minimum aantal lassen per jaar per certificaat weergegeven. Samenstelling en duur van de examens Artikel 7. Artikel 8. De samenstelling en duur van de examens is vastgelegd in de toetsmatrijzen zoals omschreven in Bijlage E van deze Regeling. De examens worden schriftelijk afgenomen en/of door middel van het uitvoeren van praktijk- of practicum-opdrachten. Exameninstituut Artikel 9. Artikel 10. Het exameninstituut dient aan tenminste te voldoen aan de Voorwaarden en eisen aan exameninstituten m.b.t. de Regeling Examens Data-Infrastructuur zoals vastgesteld in het gelijknamig document door het Platform van Deskundigen REDI. Tot de taken van het Exameninstituut behoren in ieder geval: a. de voorbereiding, organisatie en administratieve afhandeling van de examens; b. het gelegenheid bieden tot het afleggen van examens; c. het vaststellen van data, wanneer en plaatsen waar de examens worden afgenomen; d. het opstellen van een examenreglement e. het benoemen van de leden van de Examencommissie f. het benoemen van de examinatoren; g. het benoemen van de toezichthouders; h. het benoemen van een examensecretaris; i. het afgeven van certificaten aan geslaagde kandidaten; j. het bewaren van de administratie van de afgegeven certificaten gedurende de geldigheidsduur van het certificaat vermeerderd met een half kalenderjaar. gedownload document - pag 2 van 5

4 Examenreglement Artikel 11. Artikel 12. Het Exameninstituut stelt een examenreglement vast waarmee de in bijlage A van deze Regeling vermelde examens kunnen worden geëxamineerd. Het examenreglement bevat tenminste de volgende onderdelen: a. eisen aan en benoemingsprocedure voor examencommissie; b. eisen aan en benoemingsprocedure voor examensecretaris; c. eisen aan en benoemingsprocedure voor examinatoren; d. eisen aan en benoemingsprocedure voor toezichthouders; e. regels en procedures voor administratie, aanmelding, oproeping, etc.; f. regels en procedures voor fraude voor, tijdens of na de examens; g. procedures voor bezwaar / beroep. Examencommissie (EC) Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15. De voorzitter en de overige leden van de EC worden jaarlijks door het bevoegd gezag van het Exameninstituut benoemd. Benoeming geschiedt op basis van deskundigheid. Het secretariaat van de EC wordt gevoerd door of vanwege het Exameninstituut. Tot de taken van de EC behoren: a. het opstellen en vaststellen van de examenopgaven en het bepalen van de eventueel hierbij te gebruiken apparaten en/of materialen op basis van de in bijlage E opgenomen toetsmatrijzen; b. het afnemen van examens; c. het vaststellen van de uitslag van een examen aan de hand van de ondertekende protocollen; d. het doen van een uitspraak indien door de kandidaat bezwaar wordt aangetekend tegen de uitslag. De leden van de EC dienen op het gebied van de examens deskundig te zijn. Examinatoren/toezichthouders Artikel 16. Artikel 17. Artikel 18. Artikel 19. Artikel 20. Het Exameninstituut benoemt examinatoren en of toezichthouders. Het aantal examinatoren / toezichthouders wordt per examen door het Exameninstituut vastgesteld. Dit aantal is afhankelijk van het soort examen. Een examinatoren dient inhoudelijk deskundig te zijn ten aanzien van het door hem / haar te beoordelen examen. Een examinator beoordeelt aan de hand van een daartoe door de Examencommissie opgesteld protocol. Dit protocol dient na afloop van het examen ondertekend bij de examensecretaris te worden ingediend. In geval van praktijkwerkstukken bespreekt de examinator na afloop van het examen het gemaakte werk met de kandidaat, alsmede het invulde protocol. De toezichthouders zien toe op het verloop van het examen overeenkomstig de door de EC en de examensecretaris gegeven aanwijzingen. De Examensecretaris Artikel 21. De algehele coördinatie van het desbetreffende examen is opgedragen aan de examensecretaris. gedownload document - pag 3 van 5

5 Bij de praktijk/practicum-examens is de examensecretaris tevens in het bijzonder belast met het toezicht op de naleving van de voorschriften voor de persoonlijke veiligheid van de kandidaten en andere aanwezigen. Beoordeling Artikel 22. De eindbeoordeling van een examen wordt uitgedrukt in de cijfers 1 tot en met 10. Aan dit cijfer wordt de volgende betekenis toegekend: 1 zeer slecht 6 voldoende 2 slecht 7 ruim voldoende 3 gering 8 goed 4 onvoldoende 9 zeer goed 5 bijna voldoende 10 uitmuntend Artikel 23. Elk examen wordt gewaardeerd met een heel cijfer. Het examen of onderdelen daarvan wordt beoordeeld aan de hand van op basis van deze Regeling door de Examencommissie vastgestelde protocollen. Uitslag van het examen Artikel 24. Artikel 25. Artikel 26. De kandidaat die een examen heeft afgelegd, ontvangt een cijferlijst. De uitslag van het examen wordt binnen tien werkdagen na het afleggen hiervan, schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. De kandidaat die voor alle onderdelen waaruit het examen bestaat tenminste het cijfer zes heeft behaald, ontvangt het certificaat voor het, in Bijlage A van deze Regeling vermelde afgelegde examen. De kandidaat die voor één of meerdere onderdelen waaruit het examen bestaat minder dan een zes heeft behaald, ontvangt geen certificaat. Voor onderdelen van het examen waarvoor een zes of hoger is behaald, wordt geen vrijstelling verleend voor een eventueel volgend examen. Inzagerecht Artikel 27. Gedurende een termijn van 10 werkdagen, die aanvangt op de dag na bekendmaking van de uitslag, kan degene die aan een examen heeft deelgenomen schriftelijk verzoeken inzage te krijgen in zijn/haar gemaakte examenwerk inclusief de bijbehorende beoordeling. De inzage geschiedt op een door het Exameninstituut te bepalen plaats, tijdstip en wijze. De kosten hieraan verbonden worden jaarlijks door het Exameninstituut vastgesteld. Bezwaar / beroep Artikel 28. Artikel 29. Een kandidaat kan bij de EC beroep aantekenen tegen een beslissing inzake de uitslag of schorsing van een examen. Dit beroep moet, met redenen omkleed, binnen 10 werkdagen na kennisgeving van de in dit artikel genoemde beslissing, schriftelijk tot de voorzitter van deze commissie worden gericht. De EC besluit binnen 20 werkdagen na ontvangst van het beroep, na ingesteld onderzoek, of het beroep ontvankelijk wordt verklaard. Dit besluit wordt de kandidaat binnen 10 werkdagen na dato schriftelijk medegedeeld. De voorzitter van de EC maakt van een ingevolge artikel 28 genomen beslissing en van de feiten, waarop deze steunt, binnen 10 werkdagen een rapport op. Dit rapport gedownload document - pag 4 van 5

6 wordt terstond aan de directie van het Exameninstituut alsmede aan het Platform van Deskundigen REDI verzonden. Artikel 30. Indien de kandidaat niet akkoord gaat met een ingevolge artikel 28 genomen beslissing kan hij / zij in beroep gaan bij de Commissie van Beroep van het Exameninstituut. Van de beroepszaak, inclusief de uitspraak en motivatie daarvan, wordt rapport opgemaakt. Dit rapport zal terstond aan de kandidaat, de directie van het exameninstituut, de examencommissie en het Platform van Deskundigen REDI worden verzonden Bijlagen gedownload document - pag 5 van 5

7 Bijlage A: EXAMENS De Regeling Examens Data-Infrastructuur met de bijbehorende bijlagen geldt voor de examens gebaseerd op de onderstaande eindtermendocumenten: 1. Glasvezelkabelverbindingen in de openbare infrastructuur 2. Loodlassen in communicatienetten t/m 50x4 3. Loodlassen in communicatienetten > 50x4 4. Krimplassen in communicatienetten 5. Spuitlassen in communicatienetten 6. Parallellassen in communicatienetten 7. Fleslassen in communicatienetten 8. Verbindingstechnieken in communicatie-installaties 9. Verbindingen coax-bekabeling (kabeltelevisie) gedownload document - bijlagen pag 1 van 34

8 Bijlage B: TOELATINGSVOORWAARDEN Voor toelating tot de examens gebaseerd op de Regeling Examens Data-Infrastructuur gelden de volgende toelatingsvoorwaarden. Voor alle examens geldt dat de kandidaten minimaal een LBO-denk- en werkniveau hebben. Examens toelatingsvoorwaarden 1. Glasvezelkabelverbindingen in de openbare infrastructuur geen 2. Loodlassen in communicatienetten t/m 50x4 geen 3. Loodlassen in communicatienetten > 50x4 certificaat Loodlassen in communicatienettten t/m 50x4 4. Krimplassen in communicatienetten geen 5. Spuitlassen in communicatienetten geen 6. Parallellassen in communicatienetten certificaat Loodlassen in communicatienettten t/m 50x4 7. Fleslassen in communicatienetten certificaat Loodlassen in communicatienettten t/m 50x4 8. Verbindingstechnieken in communicatie-installaties geen 9. Verbindingen coax-bekabeling (kabeltelevisie) geen gedownload document - bijlagen pag 2 van 34

9 Bijlage C: GELDIGHEIDSDUUR CERTIFICATEN REGELING EXAMENS DATA-INFRASTRUCTUUR Voor de certificaten gebaseerd op de Regeling Examens Data-Infrastructuur geldt de volgende geldigheidsduur en verlengingsmogelijkheden. Examens geldigheidsduur verlengingsmogelijkheid 1. Glasvezelkabelverbindingen in de openbare infrastructuur 2 jaar examen 2. Loodlassen in communicatienetten t/m 50x4 onbeperkt 3. Loodlassen in communicatienetten > 50x4 onbeperkt 4. Krimplassen in communicatienetten onbeperkt 5. Spuitlassen in communicatienetten onbeperkt 6. Parallellassen in communicatienetten onbeperkt 7. Fleslassen in communicatienetten onbeperkt 8. Verbindingstechnieken in communicatie-installaties 2 jaar examen 9. Verbindingen coax-bekabeling (kabeltelevisie) onbeperkt gedownload document - bijlagen pag 3 van 34

10 Bijlage D: EXAMENPROGRAMMA REGELING EXAMENS DATA-INFRASTRUCTUUR 1. Glasvezelkabelverbindingen in de openbare infrastructuur Het certificaat bestaat uit de praktijktoets Glasvezelfusielassen Bij deze toets wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - cablecord en pigtails; - gebruik gereedschap; - basisbehandelingen van een fusielasmachine; - de lasmofopbouw; - in kaart brengen mofligging; - behandeling vezels, lasbescherming en kabeltubes; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoets glasvezelfusielassen De toets bestaat uit: - het lasgereed maken van een KM2; - het afwerken van de lasmof; - het lassen en beschermen van de vezels; - lasgereed maken en afwerken. De volgende punten zijn hierbij aan de orde: 1. de juiste afkroonmaten te hanteren van de HPDE-pijp; 2. m.b.v. het juiste gereedschap de pijp verwijderen; 3. de juiste maten te hanteren voor het afkronen van de glasvezelkabel; 4. m.b.v. het juiste gereedschap de mantel verwijderen; 5. het op de juiste methode doorverbinden van de PE/AL-mantel; 6. m.b.v. de juiste reinigingsmiddelen de kabeltubes schoonmaken; 7. het merken van de kabeltubes; 8. het verwijderen van de A-B-koperdraden; 9. de A-B-koperdraden op de juiste lengte verwijderen; 10. het verwijderen van het centraal-element; 11. het centraal-element op de juiste lengte verwijderen; 12. het waterdicht maken van de pijp en glasvezelkabel, aanbrengen krimpsok kabel/pijp (RSV) behandeling; 13. de pijpklemmen afstellen; 14. het bevestigen van de pijp in de lasmof; 15. het verwijderen van de kabeltubes, op de juiste lengte; 16. het schoonmaken van de glasvezelkabels en het tijdelijk opbergen in de lascassette; 17. de opslag van de overlengte kabeltubes; 18. het doorverbinden van het centraal-element; 19. het doorverbinden van de A-B-koperdraden; 20. het aanbrengen van de silicagel; 21. het beschermen van de kabeltubes; 22. het aanbrengen van de rubbers; 23. het aanbrengen van de krimpstok flens/pijp (RSV); 24. het sluiten van de lasmof (volgorde en koppel); 25. controle op waterdichtheid. Lassen en beschermen 26. het lassen van de juiste vezels; 27. het voorbereiden van de te lassen vezel (gebruik millertang); 28. het schoonmaken van de vezel (alcohol en statisch maken); 29. het cleaven van de vezel (methode en juiste lengte); 30. het kiezen van het juiste lasprogramma; 31. het inleggen van de vezels; gedownload document - bijlagen pag 4 van 34

11 32. de bediening van de machine; 33. controle van de gelaste vezel; 34. de juiste lasbeschermer aanbrengen; 35. gebruik van het juiste gereedschap; 36. wegleggen van de gelaste vezels. Algemene observatie met het omgaan van de veiligheidseisen m.b.t. het werken met glasvezel: - eet- en drinkverbod tijdens het werken met de glasvezel; - rookverbod tijdens het werken met glasvezel; - persoonlijke hygiëne; - schoonhouden werkplek; - afvoeren afval. Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. gedownload document - bijlagen pag 5 van 34

12 2. Loodlassen in communicatienetten t/m 50x4 Het certificaat bestaat uit de praktijktoets Loodlassen t/m 50x4 Bij deze toets wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - lasmethode; - lasmofopbouw; - in kaart brengen mofligging; - het gebruik en de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoets loodlassen t/m 50x4 1. kop van de kabel bepalen; 2. bepalen juiste aankroonmaten; 3. verwijderen jute; 4. schoonmaken pantser; 5. verwijderen pantser; 6. juiste maatvoering; 7. aanbrengen juiste hoeveelheid opvulband; 8. schoonmaken loodmantel; 9. doorverbinden van de loodmantel; 10. verwijderen van de loodmantel; 11. aanbrengen mastworp om de kabelziel; 12. verwijderen papierwikkelingen; 13. uitbroeien van de kabelziel; 14. uitbroeien lasmateriaal en zwachtelband; 15. uitzetten van de aders; 16. bepalen van het aantal lasplaatsen; 17. aanbrengen groepsringen; 18. verwijderen aderisolatie (20 mm.); 19. verwijderen van de laklaag bij huisaansluitkabels; 20. het op de juiste wijze wurgen van de vertinde laskokers; 21. goed isoleren van de gelaste aders d.m.v. papieren isoleerkokers; 22. juiste aderuitlassing; 23. elke gelaste zone afbinden op de lasplaatsen 5 mm. bindtouw katoen; 24. uitbroeien van de gelaste kabelziel; 25. aanbrengen zwachtelband; 26. opnieuw uitbroeien; 27. passend maken en reinigen van de loodmof; 28. netjes dichtisoleren van de las; 29. las waterdicht; 30. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen; - het veilig omgaan met propaanbrander en vet; - het gebruik van beschermende middelen. gedownload document - bijlagen pag 6 van 34

13 3. Loodlassen in communicatienetten > 50x4 Het certificaat bestaat uit de praktijktoets Loodlassen > 50x4 Bij deze toets wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - lasmethode; - lasmofopbouw; - in kaart brengen mofligging; - het gebruik en de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoets loodlassen > 50x4 1. kop van de kabel bepalen; 2. bepalen juiste aankroonmaten; 3. verwijderen jute; 4. schoonmaken pantser; 5. verwijderen pantser; 6. juiste maatvoering; 7. aanbrengen juiste hoeveelheid opvulband; 8. schoonmaken loodmantel; 9. doorverbinden van de loodmantel; 10. verwijderen van de loodmantel; 11. aanbrengen mastworp om de kabelziel; 12. verwijderen papierwikkelingen; 13. uitbroeien van de kabelziel; 14. uitbroeien lasmateriaal en zwachtelband; 15. uitzetten van de aders; 16. bepalen van het aantal lasplaatsen; 17. aanbrengen groepsringen; 18. verwijderen aderisolatie (20 mm.); 19. het op de juiste wijze wurgen van de vertinde laskokers; 20. goed isoleren van de gelaste aders d.m.v. papieren isoleerkokers; 21. juiste aderuitlassing; 22. elke gelaste zone afbinden op de lasplaatsen 5 mm. bindtouw katoen; 23. uitbroeien van de gelaste kabelziel; 24. aanbrengen zwachtelband; 25. opnieuw uitbroeien; 26. passend maken en reinigen van de loodmof; 27. netjes dichtisoleren van de las; 28. las waterdicht; 29. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen; - het veilig omgaan met propaanbrander en vet; - het gebruik van beschermende middelen. gedownload document - bijlagen pag 7 van 34

14 4. Krimplassen in communicatienetten Het certificaat bestaat uit de praktijktoets Krimplassen Bij deze toets wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - lasmethode; - lasmofopbouw; - in kaart brengen mofligging; - het gebruik en de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoets krimplassen 1. kop van de kabel bepalen; 2. juiste inpaklengte / aanbrengen alu-tape; 3. juiste afwerklengte / aanbrengen glasvezel versterkt tape; 4. het aankronen van de kabels m.b.v. kabelzaag; 5. juiste lasruimte bepalen; 6. PE/AL-mantel met mes rondom insnijden; 7. juist gebruik kabifix; 8. PE-mantel op de juiste maat insnijden (uitsluitend bij GPE(W)-kabels); 9. aanbrengen waterstop m.b.v. mastiek en zwart tape (uitsluitend bij GPE(W)); 10. aanbrengen mastworpen op kabelziel; 11. bepalen van het aantal lasplaatsen; 12. aanbrengen groepsringen; 13. verwijderen juiste hoeveelheid aderisolatie (20 mm.); 14. op juiste wijze wurgen van de laskokers; 15. aders goed isoleren d.m.v. isoleerkokers; 16. elke gelaste zone afbinden op de lasplaatsen met 5 mm. kunststof bindtouw; 17. juiste aderuitlassing; 18. na het lassen een laag opvulgaas aanbrengen; 19. op juiste wijze doorlassen van de aarddraden; 20. aanbrengen kopergaas; 21. aanbrengen silicagel; 22. aanbrengen beschermkoker; 23. vastzetten beschermkoker met zwart tape; 24. juiste behandeling kabelmantels (RSV-behandeling); 25. het aanbrengen van de krimpmof; 26. het aanbrengen van de splitsklemmen; 27. het samenbinden van de kabels; 28. het op de juiste manier verkrimpen van de krimpmof; 29. het controleren van de krimpmof m.b.v. lasspiegel; 30. las waterdicht; 31. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen; - het veilig omgaan met propaanbrander; - het gebruik van beschermende middelen. gedownload document - bijlagen pag 8 van 34

15 5. Spuitlassen in communicatienetten Het certificaat bestaat uit de praktijktoets Spuitlassen Bij deze toets wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - lasmethode; - lasmofopbouw; - in kaart brengen mofligging; - het gebruik en de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoets spuitlassen 1. kop van de kabel bepalen; 2. juiste lasruimte; 3. aanbrengen ligarexklem; 4. aanbrengen schuimband; 5. aanbrengen kleefband; 6. PE/AL met mes rondom insnijden; 7. juist gebruik kabifix; 8. PE/AL op vier plaatsen insnijden; 9. PE-mantel op juiste maat met mes insnijden; 10. aanbrengen kopergaas flappen; 11. aanbrengen mastiekband; 12. aanbrengen mastworpen op kabelziel; 13. bepalen van het juiste aantal lasplaatsen; 14. aanbrengen groepsringen; 15. verwijderen juiste hoeveelheid aderisolatie; 16. op juiste wijze wurgen van de laskokers; 17. aders goed isoleren d.m.v. isoleerkokers; 18. elke gelaste zone afbinden op de lasplaatsen met 5 mm. kunststof bindtouw; 19. juiste aderuitlassing; 20. na het lassen een laag opvulgaas aanbrengen; 21. op juiste wijze doorlassen aarddraden; 22. aanbrengen kopergaas; 23. aanbrengen rolletje opvulgaas; 24. aanbrengen takelingen op kopergaas; 25. aanbrengen voldoende opvulgaas; 26. aanbrengen spuitnippel; 27. het zonder plooien aanbrengen van transparante tape; 28. prikken luchtgaatjes; 29. spuiten van de las; 30. las waterdicht; 31. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen; - het veilig omgaan met kunsthars; - het gebruik van beschermende middelen. gedownload document - bijlagen pag 9 van 34

16 6. Parallellassen in communicatienetten Het certificaat bestaat uit een praktijktoets die is opgebouwd uit de drie onderdelen: - Parallellassen in communicatienetten 2-draads ; - Parallellassen in communicatienetten 10-draads ; - Verlenglastechniek in communicatienetten. Bij het praktijkonderdeel parallelassen 2-draads wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - lasmethode; - lasmachine opbouw; - in kaart brengen lasligging; - het gebruik en de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel parallellassen 2-draads Na afloop van dit toetsonderdeel wordt vastgesteld of de cursist de volgende handelingen vaardig en met voldoende kennis van zaken kan uitvoeren. 1. aangeven in welke volgorde de kabels gelast dienen te worden; 2. bepalen van de juiste lengte t.b.v. afkronen; 3. kabels op de juiste plaats leggen; 4. loodmantel doorverbinden; 5. op de juiste manier verwijderen van de loodmantel; 6. aanbrengen van vochtstoppen d.m.v. uitbroeien; 7. bodem van de lasput afdekken met een dekzeil of landbouwfolie; 8. juiste lengte bepalen waarover de loodmantel verwijderd wordt; 9. kabels op de juiste wijze uitzetten; 10. aanbrengen van 5 mm. linnenband om elke laag; 11. op de juiste wijze aanbrengen van de perstang; 12. lastang op de juiste maat positioneren t.o.v. de kabel; 13. de perstang op de juiste manier gebruiken; 14. isoleren van de verlaten kabel en nieuwe kabel; 15. verwijderen parallelverbinding m.b.v. scheidingstang; 16. testen en los nemen aders met het juiste gereedschap; 17. het herstellen van de losgenomen verbindingen; 18. afbinden lasmodules met 5 mm. linnenband; 19. las afwerken met breed linnenband; 20. op de juiste wijze droogstoken van de las; 21. juist aanbrengen aluminiumfolie; 22. verder afwerken van de las. Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het veilig omgaan met hulpmiddelen en materialen; - het gebruik van beschermende middelen. gedownload document - bijlagen pag 10 van 34

17 Bij het praktijkonderdeel parallelassen 10-draads wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - lasmethode; - lasmachine opbouw; - in kaart brengen lasligging; - het gebruik en de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel parallellassen 10-draads Na afloop van dit toetsonderdeel wordt vastgesteld of de cursist de volgende handelingen vaardig en met voldoende kennis van zaken kan uitvoeren. 1. aangeven in welke volgorde de kabels gelast dienen te worden; 2. bepalen van de juiste lengte t.b.v. afkronen; 3. kabels op de juiste plaats leggen; 4. loodmantel doorverbinden; 5. op de juiste manier verwijderen van de loodmantel; 6. aanbrengen van vochtstoppen d.m.v. uitbroeien (alleen in de nek van de kabel); 7. bodem van de lasput afdekken met een dekzeil of landbouwfolie; 8. juiste lengte bepalen waarover de loodmantel verwijderd wordt; 9. kabels op de juiste wijze uitzetten; 10. aanbrengen van 5 mm. linnenband om elke laag; 11. op de juiste wijze aanbrengen van de lasmachine; 12. laskop op de juiste maat positioneren t.o.v. de kabel plus minus 3 cm.; 13. bij drie lasplaatsen dummy aan de juiste zijde plaatsen; 14. juiste plaat van de module in de laskop plaatsen (bruin); 15. inleggen van de aders in de laskop (nieuwe kabel); 16. goed opbergen van de aders in de borgveer; 17. inleggen van de aders in de laskop (bestaande kabel); 18. aanbrengen adernummers van de voedende kabel op de dekplaat; 19. de hydraulische handpers op de juiste manier gebruiken; 20. isoleren van de verlaten kabel en nieuwe kabel; 21. verwijderen parallelverbinding m.b.v. scheidingstang; 22. testen en los nemen aders met het juiste gereedschap; 23. het herstellen van de losgenomen verbindingen; 24. afbinden lasmodules met 5 mm. linnenband; 25. las afwerken met breed linnenband; 26. op de juiste wijze droogstoken van de las; 27. gebruik communicatiemiddel t.b.v. communiceren tussen de twee lasplaatsen; 28. juist aanbrengen aluminiumfolie; 29. verder afwerken van de las. Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het veilig omgaan met hulpmiddelen en materialen; - het gebruik van beschermende middelen. gedownload document - bijlagen pag 11 van 34

18 Bij het praktijkonderdeel verlenglastechniek wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - lasmethode; - in kaart brengen lasligging; - het lezen en gebruiken van praktijkopdrachten; - het gebruik en de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel verlenglastechniek Na afloop van dit toetsonderdeel wordt vastgesteld of de cursist de volgende handelingen vaardig en met voldoende kennis van zaken kan uitvoeren. 1. kabeleinde van de PVC-kabel op de juiste wijze afwerken; 2. gebruik van de juiste module; 3. aders van de verlenglus op de juiste plaats aanbrengen; 4. aders op de juiste manier persen; 5. juiste maten uitzetten op de doorgaande kabel; 6. doorgaande kabel op de juiste manier afkronen; 7. aanleggen mastworp; 8. aanbrengen statief; 9. verwijderen kendraden van de eerste vijf groepen; 10. basisplaathouder op de juiste wijze aanbrengen; 11. aanbrengen van de basisplaat op de basisplaathouder; 12. schanieren van de basisplaathouder omhoog brengen; 13. de perstang op de juiste wijze aanbrengen; 14. op de juiste wijze verwijderen van de module; 15. verwijderen loodmantel van de over te nemen kabel; 16. aanbrengen vochtstop; 17. op de juiste wijze verleggen van de verlenglus; 18. bepalen van de nieuwe lasruimte; 19. de aarde overbruggen van de kabels die gelast worden; 20. aders op de juiste wijze uitzetten; 21. (na afloop) juiste manier registreren van de verlenglus; 22. het op de juiste wijze opbergen van de verlenglus; 23. volgens een praktijkopdracht het geheel kunnen uitvoeren. Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het veilig omgaan met hulpmiddelen en materialen; - het gebruik van beschermende middelen. gedownload document - bijlagen pag 12 van 34

19 7. Fleslassen in communicatienetten Het certificaat bestaat uit de praktijktoets Fleslassen. Bij deze toets wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - lasmethode; - lasmachine opbouw; - het gebruik en de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoets fleslassen Na afloop van de toets wordt vastgesteld of de cursist voldoende kennis en vaardigheden bezit om: 1. het volgens de voorschriften gereed kunnen maken van kabeleinden van zowel GPLK- als PVCkabel om laswerkzaamheden betreffende fleslas (eindlas) uit te kunnen voeren; 2. het kunnen lassen van de GPLK-aders aan de PVC-aders; 3. het kunnen testen van het gemaakte laswerk d.m.v. de GMAK methode met behulp van de Metrohm D en Isotest; 4. het volgens de voorschriften pasklaar kunnen maken van een kunststof eindlas; 5. het pasklaar kunnen maken van een aardbeugel; 6. het op de juiste wijze kunnen binden van de PVC-kabels; 7. het volgens de richtlijnen kunnen afwerken van een PVC-kabel op een verbindingsstrook; 8. het op de juiste manier met kunsthars kunnen afgieten van de kunststof lasmof. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen; - het veilig omgaan met propaanbrander enz.; - het gebruik van beschermende middelen. gedownload document - bijlagen pag 13 van 34

20 8. Verbindingstechnieken in communicatie-installaties Het certificaat bestaat uit een praktijktoets die is opgebouwd uit zes onderdelen: - Behandelen en plaatsen kabels ; - Krimptechniek ; - IDC-techniek ; - Soldeertechniek ; - Wraptechniek ; - Perstechniek (aarding). Bij het praktijkonderdeel behandelen en plaatsen kabels wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - kabelopbouw; - kabelgootsystemen en toepassingen; - kabelbevestigingstechnieken; - kabelidentificatiesystemen; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel behandelen en plaatsen kabels 1. bepalen van de route; 2. opbouw kabelpakket; 3. het bundelen/binden; 4. invoer rekken/verdelers; 5. inbinden/bundelen rekken/verdelers; 6. aansnijden kabels; 7. invoeren aders in draagramen. Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. Bij het praktijkonderdeel krimptechniek wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - opbouw connectoren; - krimptechnieken; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel krimptechniek 1. aders en gereedschap visueel controleren; 2. de te krimpen materialen controleren versus connector; 3. aders op de juiste maat aanstrippen; 4. juiste manier van opzetten; 5. krimpen aders en aansluiten op connector; 6. visueel controleren werkstuk; 7. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: gedownload document - bijlagen pag 14 van 34

21 - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. Bij het praktijkonderdeel IDC-techniek wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - opbouw verbindingstroken; - IDC-technieken; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel IDC-techniek 1. aders en gereedschap visueel controleren; 2. bepalen juiste type verbindingsstrook; 3. aders op de juiste maat aanstrippen; 4. juist gebruik van beschermingsmateriaal aders; 5. vastzetten aders op trekontlasting; 6. indrukken aders op juiste diepte en plaats volgens adercodering; 7. verbindingsstrook goed bevestigen; 8. visueel controleren werkstuk; 9. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. Bij het praktijkonderdeel soldeertechniek wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - opbouw connectoren; - soldeertechnieken; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel soldeertechniek 1. de te solderen onderdelen en soldeergereedschappen visueel controleren; 2. selectie juiste soldeergereedschappen; 3. juiste omgang met soldeertin; 4. juiste wijze van solderen waarbij gelet wordt op: - hoeveelheid soldeertin; - afvloeien warmte; - helderheid van de las; - mechanische kwaliteit van de las; - effect op naburige delen van het soldeeroppervlak; 5. visueel controleren werkstuk; 6. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. Bij het praktijkonderdeel wraptechniek wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - opbouw connectoren; - diverse uitvoeringen en toepassingen wraptechniek; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. gedownload document - bijlagen pag 15 van 34

22 Praktijktoetsonderdeel wraptechniek 1. de juiste wire-wrapgereedschappen selecteren en controleren; 2. het op de juiste wijze kunnen maken van wire-wrapverbindingen, waarbij gelet wordt op: - juiste lengte van de te wrappen aders; - voldoende wikkelingen; - wikkelingen tegen/op elkaar; 3. het kunnen maken van een standaard gemodificeerde wrapping; 4. het kunnen aanbrengen van meerdere wrap-verbindingen op één stift; 5. het op de juiste wijze kunnen uitvoeren van een ontwrapping; 6. visueel controleren werkstuk; 7. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. Bij het praktijkonderdeel perstechniek (aarding) wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - diverse uitvoeringen van perstechniek; - diverse toepassingen van aarding; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel perstechniek (aarding) 1. de juiste persgereedschappen selecteren en controleren; 2. het op de juiste wijze kunnen maken van een persing van diverse soorten aardkabel met gangbare geleiderdiameters en isolatiedikten middels kabelschoenen en C-verbinders; 3. het kunnen maken van doorverbindingen; 4. het kunnen maken van aftakverbindingen; 5. visueel controleren werkstuk; 6. test de doelmatigheid van de elektrische verbinding(en). Opmerking: Indien één van de onderdelen die vet gedrukt zijn niet of niet volgens de geldende normen worden uitgevoerd, is het resultaat van de toets als geheel onvoldoende. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. gedownload document - bijlagen pag 16 van 34

23 9. Verbindingen coaxbekabeling (kabeltelevisie) Het certificaat bestaat uit een praktijktoets die is opgebouwd uit drie onderdelen: - Montage CAI-apparatuur en coax-bekabeling ; - Afstandmeting coaxkabels en basisinstelling van groep- en eindversterkers ; - Afmonteren coaxbekabeling woning en coaxlassen. Bij het praktijkonderdeel montage CAI-apparatuur en coaxbekabeling wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - opbouw CAI-systemen; - opbouw versterkerkasten; - kabelopbouw; - opbouw connectoren; - kabelidentificatiesystemen; - basisbehandelingen voor het aanzetten van een coaxverbinder; - basisbehandelingen voor het aanzetten van connectoren (apparatuurverbinders); - aansnijdmethodes en voorbereidingen voor een juiste montage van connectoren; - kennis en gevolgen van montagefouten; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo-, verkeersveiligheids- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel montage CAI-apparatuur en coaxbekabeling 1. componenten van een versterkerkast volgens tekening plaatsen, volledig van bekabeling voorzien, aansluiten en identificeren, daarbij wordt o.a. gelet op: - het aanzet gereedmaken van de coaxkabel voor verbinders en het op de juiste methode doorverbinden van de mantel; - het aanzetten van de connector b.v. een F-connector; - het afwerken van de connectorverbinding. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. Bij het praktijkonderdeel afstandmeting coaxkabels en basisinstelling van groep- en eindversterkers wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - basisfunctie kabelafstandmeetapparatuur; - basisfunctie van de groep- en eindversterkers; - basisinstellingen van groep- en eindversterkers; - basiskennis van de benodigde meetapparatuur; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel afstandmeting coaxkabels en basisinstelling van groep- en eindversterkers 1. lengte van coaxkabels vanaf het wijkcentrum tot aan de wandcontactdoos met behulp van pulsmeter bepalen en documenteren; 2. versterker, volgens de daarvoor geldende richtlijnen, middels meetapparatuur groof instellen en gegevens documenteren. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. gedownload document - bijlagen pag 17 van 34

24 Bij het praktijkonderdeel afmonteren coaxbekabeling woning en coaxlassen wordt de cursist beoordeeld op vakkennis in relatie tot: - installatievoorschriften opdrachtgevers; - opbouw aansluitdozen; - las- en afdichtingsmethoden krimpen, vulcaniseren en gieten; - in kaart brengen lasligging; - verbinders voor coaxkabels van gelijke en verschillende dikte; - de behandeling van materialen en gereedschappen; - toe te passen Arbo- en milieumaatregelen. Praktijktoetsonderdeel afmonteren coax-bekabeling woning en coaxlassen 1. afmonteren aansluitdoos Abonnee Overname Punt (A.O.P.); 2. las aanbrengen in coaxkabel en afdichting met behulp van krimpmof; 3. las aanbrengen in overgang van twee coaxkabels van verschillende doorsneden en afdichting met behulp van vulcaniserende tape; 4. las aanbrengen in overgang van twee coaxkabels van verschillende doorsneden en afdichting met behulp van giet en/of spuitgietafdichting. Tevens dient gelet te worden op: - het juist hanteren van de te gebruiken gereedschappen en de juiste behandeling en selectie van de materialen. gedownload document - bijlagen pag 18 van 34

25 Bijlage E: TOETSMATRIJZEN EXAMENS REGELING EXAMENS DATA-INFRASTRUCTUUR 1. Glasvezelfusielassen in communicatienetten naam 1 Markeren juiste afkroonmaten (glastape) 2 2 Insnijden PE/AL-mantel (FIBOP-tang) 2 3 Verwijderen PE/AL-mantel 2 4 Verwijderen waterstop 2 5 Aftapen SZ-slagen (geen verlijming) 2 6 Doorverbinden PE/AL-mantel 2 7 Codering loosetubes 2 8 Aanbrengen 1.30 m markering 2 9 Aanbrengen centreerplug HDPE-buis 2 10 Reinigen HDPE-buis en GVK-mantel G 11 Schuren HDPE-buis en GVK-mantel G 12 Vlambehandeling HDPE-buis en GVK-mantel G 13 Aanbrengen mastiekband (indien nodig) 1 14 Krimpproces G 15 Afstellen buisklem in de KM2 G 16 Monteren HDPE-buis 2 17 Doorverbinden CU-draden G 18 Doorverbinden aarde 2 19 Montage sterkte-element 2 20 Reinigen tubes (lasruimte) 21 Aanbrengen 1.00 m markering tubes 2 22 Afstelling "Ideal-stripper" G 23 Verwijderen primaire coating 2 24 Reinigen van de vezels G 25 Montage tubes (SK121 organizer) 2 26 Lassen van de juiste vezels G 27 Aanbrengen lasbeschermer (ANT) G 28 Aanbrengen lasbeschermer (krimplas) G 29 Wegleggen van de gelaste vezels 1 30 Opbergen overlengte kabelziel 2 31 Aanbrengen silicagel 1 32 Montage KM2 (totaal) 2 33 RSV-behandeling krimpsok/flens G 34 Controle waterdichtheid G 35 Veiligheidsvoorschriften glasvezel G 36 Verzorging gereedschap 5 maximale score 42 minimale score 75% 32 resultaat gedownload document - bijlagen pag 19 van 34

26 2. Loodlassen in communicatienetten t/m 50 x 4 naam 1 Kop van de kabel bepalen 1 2 Bepalen kroonmaat (binnenzijde lasmof) 5 3 Verwijderen jutelaag 5 4 Schoonmaken pantser 5 5 Aanbrengen opvulband 5 6 Verwijderen pantser 1 7 Aanbrengen trekontlasting HASL-kabel G 8 Schoonmaken loodmantel 5 9 Lodenmof op maat maken 5 10 Doorverbinden loodmantel (tijdelijk) 1 11 Verwijderen loodmantel 1 12 Aanbrengen 5 mm uitgebroeid smalband 1 13 Verwijderen papierlagen 1 14 Temperatuur broeivet 5 15 Uitbroeien kabelziel G 16 Uitbroeien lasmateriaal 2 17 Uitzetten van de aders 2 18 Bepalen lasplaatsen 1 19 Aanbrengen groepsringen 1 20 Verwijderen isolatie (2 cm) 2 21 Lassen van de aders G 22 Verwijderen lakisolatie HASL-kabel G 23 Isoleren van gelaste aders G 24 Afbinden lasplaatsen (5 mm smalband) 1 25 Uitbroeien laszone 1 26 Aanbrengen zwachtelband 1 27 Uitbroeien totale las 1 28 Solderen lodenmof G 29 Aanbrengen lasmof 5 30 Testen gelaste aders 5 31 Veiligheid lasgat 2 32 Verzorging gereedschap 5 maximale score 70 minimale score 75% 53 resultaat gedownload document - bijlagen pag 20 van 34

27 3. Loodlassen in communicatienetten > 50 x 4 naam 1 Kop van de kabel bepalen 1 2 Bepalen kroonmaat (binnenzijde lasmof) 5 3 Verwijderen jutelaag 5 4 Schoonmaken pantser 5 5 Aanbrengen opvulband 5 6 Verwijderen pantser 1 7 Schoonmaken loodmantel 5 8 Lodenmof op maat maken 5 9 Doorverbinden loodmantel (tijdelijk) 1 10 Verwijderen loodmantel 1 11 Aanbrengen 5 mm uitgebroeid smalband 1 12 Verwijderen papierlagen 1 13 Temperatuur broeivet 5 14 Uitbroeien kabelziel G 15 Uitbroeien lasmateriaal 2 16 Uitzetten van de aders 2 17 Bepalen lasplaatsen 1 18 Aanbrengen groepsringen 1 19 Verwijderen isolatie (2 cm) 2 20 Lassen van de aders G 21 Isoleren van de gelaste aders 1 22 Afbinden lasplaatsen (5 mm smalband) 1 23 Uitbroeien laszone 1 24 Aanbrengen zwachtelband 1 25 Uitbroeien totale las 1 26 Solderen lodenmof G 27 Aanbrengen lasmof 5 28 Testen gelaste aders 5 29 Veiligheid lasgat 2 30 Verzorging gereedschap 5 maximale score 71 minimale score 75% 54 resultaat gedownload document - bijlagen pag 21 van 34

28 4a. Krimplassen in communicatienetten (KR-0, KR-1 overgangslas) naam 1 Markeren juiste afkroonmaten (glastape) 2 2 Markeren juiste lasruimte 2 3 Verwijderen pantser met vijl G 4 PE/AL-mantel insnijden met een mes 1 5 Juist gebruik kabifix 1 6 Aanbrengen mastworp om kabelziel 1 7 Aanbrengen groepsringen 5 8 Verwijderen isolatie (2 cm) 1 9 Verwijderen lakisolatie 1 10 Lassen van de aders G 11 Isoleren van gelaste aders G 12 Afbinden lasplaats (5 mm smalband) 1 13 Aanbrengen mastiekband 1 14 Doorlassen aarddraden 2 15 Solderen aarddraad loodmantel 1 16 Aanbrengen hitteschild (foam) 5 17 Reinigen kabelmantels G 18 Schuren kabelmantels G 19 Vlambehandeling G 20 Aanbrengen krimpsok (eventueel met netje) 5 21 Juiste vlamafstelling G 22 Juiste wijze van krimpen (zone verdeling) G 23 Algehele controle lasmof G 24 Testen gelaste aders 5 25 Verzorging gereedschap 5 26 Veiligheid lasgat 5 maximale score 44 minimale score 75% 33 resultaat gedownload document - bijlagen pag 22 van 34

29 4b. Krimplassen in communicatienetten (KR-1, KR-2) naam 1 Kop van de kabel bepalen 1 2 Markeren juiste afkroonmaten (glastape) 2 3 Verwijderen pantser met vijl G 4 PE/AL-mantel insnijden met mes 1 5 Juist gebruik kabifix 1 6 Aanbrengen mastworp om kabelziel 1 7 Bepalen juist aantal lasplaatsen 5 8 Aanbrengen groepsringen 5 9 Verwijderen isolatie (2 cm) 1 10 Lassen van de aders G 11 Isoleren van gelaste aders G 12 Afbinden lasplaats (5 mm smalband) 1 13 Aanbrengen opvulgaas (1 laag) G 14 Doorlassen aarddraden 2 15 Aanbrengen kopergaas 2 16 Aanbrengen takelingen (3 wikkelingen) 2 17 Aanbrengen silicagel G 18 Plaatsen beschermkoker 5 19 Reinigen kabelmantels G 20 Schuren kabelmantels G 21 Vlambehandeling G 22 Verwijderen beschermfolie krimpslab 1 23 Juiste wijze aanbrengen sluiter 1 24 Juiste wijze aanbrengen splitsklem 1 25 Juiste vlamafstelling 5 26 Juiste wijze van krimpen (zone verdeling) 3 27 Aandrukken van de sluiter 1 28 Het samenbinden van de kabels (splitslas) 5 29 Algehele controle lasmof G 30 Testen gelaste aders 5 31 Naverwarmen krimpslab 1 32 Verzorging gereedschap 5 33 Veiligheid lasgat 5 maximale score 62 minimale score 75% 47 resultaat gedownload document - bijlagen pag 23 van 34

30 4c. Krimplassen in communicatienetten naam 1 Kop van de kabel bepalen 1 2 Markeren juiste afkroonmaten (glastape) 2 3 Verwijderen pantser met vijl G 4 PE/AL-mantel insnijden met een mes 1 5 Juist gebruik kabifix 1 6 Aanbrengen mastworp om kabelziel 1 7 Bepalen juist aantal lasplaatsen 5 8 Aanbrengen groepsringen 5 9 Verwijderen isolatie (2 cm) 1 10 Lassen van de aders G 11 Isoleren van de gelaste aders G 12 Afbinden lasplaatsen (5 mm smalband) 1 13 Aanbrengen opvulgaas (1 laag) G 14 Doorlassen aarddraden 2 15 Aanbrengen kopergaas 2 16 Aanbrengen takelingen (3 wikkelingen) 2 17 Aanbrengen silicagel G 18 Plaatsen beschermkoker 5 19 Reinigen kabelmantels G 20 Schuren kabelmantels G 21 Vlambehandeling G 22 Verwijderen beschermfolie krimpslab 1 23 Juiste wijze aanbrengen sluiter 1 24 Juiste wijze aanbrengen splitsklem 1 25 Juiste vlamafstelling 5 26 Juiste wijze van krimpen (zone verdeling) 3 27 Aandrukken van de sluiter 1 28 Het samenbinden van de kabels (splitslas) 5 29 Naverwarmen krimpslab 1 30 Algehele controle lasmof G 31 Verzorging gereedschap 5 32 Veiligheid lasgat 5 maximale score 57 minimale score 75% 43 resultaat gedownload document - bijlagen pag 24 van 34

31 5. Spuitlassen in communicatienetten naam 1 Kop van de kabel bepalen 1 2 Juiste lasruimte 1 3 Aanbrengen ligarexklem 5 4 Aanbrengen schuimband 5 5 Aanbrengen kleefband 5 6 Verwijderen armering 1 7 Insnijden PE(/AL)-mantel 1 8 Gebruik kabifix 5 9 Insnijden PE/AL (hulpflapjes) 1 10 Aanbrengen kopergaas (hulpflapjes) 2 11 Aanbrengen takeling (3 wikkelingen) 1 12 Aanbrengen waterstop (mastiekband) 1 13 Verwijderen PE-mantel 1 14 Afbinden kabelziel 5 15 Uitzetten kabelziel 2 16 Bepalen lasplaatsen 1 17 Aanbrengen groepsringen 1 18 Verwijderen isolatie (2 cm) 2 19 Lassen van de aders G 20 Isoleren van gelaste aders 1 21 Afbinden lasplaatsen (5 mm smalband) 1 22 Aanbrengen opvulgaas (1 laag) G 23 Doorlassen aarddraden 2 24 Aanbrengen kopergaas 2 25 Aanbrengen takelingen (10 wikkelingen) 2 26 Aanbrengen opvulgaas 5 27 Aanbrengen spuitnippel 1 28 Aanbrengen voldoende tape 2 29 Prikken ontluchtingsgaatjes G 30 Mengen kunsthars 2 31 Volspuiten van de las 2 32 Afknippen stopje 1 maximale score 62 minimale score 75% 47 resultaat gedownload document - bijlagen pag 25 van 34