BKW10, BK20, BK21 & BK22

Transcriptie

1 BKW10, BK20, BK21 & BK22

2 Inhoudsopgave A A1 B Warmte-Krimptechniek Inleiding Filofast Krimpsysteem Materiaaloverzicht B1.1 overzicht losse materialen B1.2 overzicht samengestelde kits BKW10 en BK20 B1.3 overzicht samengestelde kits BK21 en BK22 C Installatiestappen C1.1 installatiestappen index C2.1 installatiestappen algemeen C3.1 installatiestappen bij mutatie, uitbreiding of reparatie D Tabellen D1.1 maattabel BKW10 D1.2 maattabel BK20 D1.3 maattabel BK21 D1.4 maattabel BK22 D2.1 doorsnede opbouw BK21 en BK22 D3.1 Kabelmantel behandeling E Installatie instructies E1.1 installatie instructie BKW10 E2.1 installatie instructie BK20 E3.1 installatie instructie BK21 en BK22

3 Warmtekrimptechniek A.1 FILOFAST krimpsysteem Filoform heeft een krimpsysteem op basis van een bijzonder afdichtingsmateriaal ontwikkeld dat vele voordelen biedt ten opzichte van de nu bekende methoden. Het systeem blinkt uit in eenvoud en betrouwbaarheid en heeft de hieronder genoemde voordelen in vergelijking tot de tot nu toe bekende systemen. Economie meer dan 25 procent winst op de montagetijd logistieke voordelen, minder componenten, geen scops, lijmringen, voorkrimpers enz. lager energieverbruik door korte krimptijd 75 procent tijdwinst op de opleidingsduur van de lassers Kwaliteit reeds lang bewezen duurzaamheid van het afdichtingsmateriaal in telecomlassen sterk gereduceerde manafhankelijkheid minder risico van beschadiging van de kabel of de inhoud van de lasruimte door de lagere temperatuur in de mof tijdens het krimpen zeer eenvoudige montage, één werkwijze voor alle kabeltypen blijvende flexibele afdichting directe fixatie van de positie van de kabeleinden uitstekende hechting op alle kabelmaterialen Veiligheid en milieu minder componenten veiliger bij het openen van de mof, geen dunvloeibare hete lijm Techniek omkronen naar een grotere laslengte is eenvoudig de scherpe delen van de bewapening kunnen de mof niet beschadigen het invoegen van kabels met een kleine capaciteit in de mof is eenvoudiger het systeem is ook bruikbaar op HDPE-buizen van ductsystemen Kabelgarnituren Binnenkrimplasmoffen

4 B1.1 overzicht losse materialen sealpass afmeting 50 mm x 10 m verpakt per rol Art.nr crèpepapier afmeting 60 mm x 15 m aluminium beschermfolie verpakt per 10 rollen Art.nr afmeting 100 mm breed Art.nr

5 B1.2 Overzicht samengestelde kits BKW10, BK20 type BKW10 inhoud kit krimpkous 38 / cm lang sealpass 3 cm x 15 cm reinigingsdoekje schuurlinnen 2 stuks aluminium beschermfolie, zelfklevend installatieinstructie artikelnummer verpakt per 10 stuks type BK20 inhoud kit krimpkous 38 / cm lang reinigingsdoekje schuurlinnen 2 stuks aluminium beschermfolie, zelfklevend installatieinstructie artikelnummer verpakt per 10 stuks

6 B1.3 Overzicht samengestelde kits Inhoud Kit type BK21 krimpmof 50 / cm lang voorzien van beschermfolie sluiter beschermkoker 36 cm x 19 cm sealpass stroken: 3 stuks 5 cm x 9 cm 2 stuks 5 cm x 15 cm reinigingsdoekje schuurlinnen 3 stuks aluminium beschermfolie, zelfklevend installatie instructie type BK22 artikelnummer verpakt per 10 stuks Inhoud Kit krimpmof 105 / cm lang voorzien van beschermfolie sluiter beschermkoker 40 x 34 cm sealpass stroken: 3 stuks 12,5 cm x 5 cm 2 stuks 25 cm x 5 cm 2 stuks reinigingsdoekjes 2 stuks schuurlinnen 3 stuks aluminium beschermfolie, zelfklevend installatie instructie artikelnummer verpakt per 10 stuks

7 C1.1 Installatiestappen van de Type BKW10, BK20, BK21 en BK22 index a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. aanbrengen van de krimpkous (BKW10, BK20) markeren van de moflengte en de afkroonmaat verwijderen van de kabelmantels reinigen en schuren aanbrengen van de sealpass (BKW10) aanbrengen van de sealpass (BK21, BK22) plaatsen van de aluminium tape lassen van de aders inpakken van de lasruimte plaatsen van de beschermkoker aanbrengen van de tweede laag sealpass (BK21, BK22) aanbrengen van de krimpmof (BK21, BK22) krimpen van de mof na verwarmen mutatie van de mof, zie C3.1 Samengestelde kits: krimpkous: BKW10, BK20 krimpmof : BK21, BK22 Losse materialen: sealpass crèpepapier aluminium beschermfolie

8 C2.1 Installatiestappen van de Type BKW10, BK20, BK21 en BK22 a. Aanbrengen van de krimpkous (BKW10, BK20) Voor de montage van de kabellassen dient: de kabel te worden ontdaan van verontreinigingen. de BKW10 / BK20 over de kabel te worden geschoven. b. Markeren van de moflengte en de afkroonmaat Met behulp van een markeerstift wordt de moflengte en de afkroonmaat aangeduid. Naast de afkroonmaat worden op de mantels enkele lagen hittebestendige tape aangebracht. de moflengte is de totale lengte van de krimpkous. de afkroonmaat geeft de plaats aan tot waar de buitenmantel en het pantser moet worden verwijderd. zie tekening c. Verwijderen van de kabelmantels Naast de tape moet de mantel, rondom, gedeeltelijk worden ingesneden. Let hierbij op dat de aderisolatie niet wordt geraakt. Door de mantel nu te buigen zal deze verder doorscheuren en kan deze worden verwijderd. Maattabel BK21 krimpmof lasruimte maximaal 300 mm GPLK GPEW PVC VOORBEELD PE d. Reinigen en schuren Reinig en schuur de kabelmantels. Gebruik hiervoor het reinigingsdoekje en het schuurbandje uit de set. I.v.m. de vorming van loodstof, het lood nooit schuren. Zie voor RSV behandeling de tabel D3.1

9 C2.2 Installatiestappen van de binnenkrimpmoffen Type BKW10, BK20, BK21 en BK22 e. Aanbrengen van de sealpass bij de BKW10 Na het reinigen en schuren van de mantels kan de sealpass worden aangebracht. Positioneer de binnengeleiding en spreid de aders. Kleef de strook sealpass met de bruine zijde naar binnen in de lengterichting over de binnengeleiding en de aders. Druk de sealpass goed aan ter plaatse van de aders van de binnengeleiding. f. Aanbrengen van de sealpass bij de BK21, BK22 Na het reinigen en schuren van de mantels kan de sealpass worden aangebracht. Neem een strook sealpass uit de set en vouw deze dubbel in de lengterichting met de bruine laag naar buiten gekeerd. Wikkel nu deze strook rond de kabel, met de open zijde naar de las toe gekeerd. Sealpass 2 cm overlappend aanbrengen. Herhaal deze handeling voor alle kabels afzonderlijk. Druk nu de kabels tegen elkaar aan. Noot: de dubbele laag sealpass niet uitrekken! Vul eventuele on-rondheden op met een rolletje eveneens dubbelgevouwen sealpass max 43mm (BK21)

10 C2.3 Installatiestappen van de binnenkrimpmoffen Type BKW10, BK20, BK21 en BK22 g. Plaatsen van de aluminium tape Breng over de kabelmantels een strook aluminium tape aan. Deze tape 2 cm naar binnen plaatsen t.o.v. de uiteinden van de mof. h. Het lassen van de aders Las nu de aders. De aarddraden nog niet verbinden. i. Inpakken van de lasruimte Wikkel na het maken van de verbindingen de las in met 2 lagen crepepapier. Zet het crepepapier vast met tape. Maak nu de aardverbindindingen. Omwikkel de lasruimte nogmaals met 2 lagen crepepapier. Zet het crèpepapier op 3 plaatsen vast met tape.

11 C2.4 Installatiestappen van de binnenkrimpmoffen Type BKW10, BK20, BK21 en BK22 j. Plaatsen van de beschermkoker BK21, BK22. Wikkel de beschermkoker strak rond de las en zet deze in het midden vast met tape. Leg nu de beschermkoker aan weerszijden zodanig vast, dat de vingers van de beschermkoker geheel bedekt zijn met tape. 1cm Minimaal 1 cm sealpass vrij laten. k. Aanbrengen van de 2e laag sealpass BK21, BK22. Breng een laag sealpass aan over de bestaande laag met de bruine zijde naar binnen gericht. Deze laag niet dubbelvouwen. Bij het aanbrengen mag deze laag mag iets worden uitgerekt De sealpass minimaal 2 cm overlappend aanbrengen. Daarna het geheel goed samendrukken. 2 cm bij BK21 max 43mm

12 C2.5 Installatiestappen van de binnenkrimpmoffen Type BKW10, BK20, BK21 en BK22 l. BK21 en BK22 Plaatsen van de krimpmof Verwijder de beschermfolie van de krimpmof. Sla de mof rond de las en druk sluitlippen tegen elkaar. Schuif de sluiterstrip over de sluitlippen. Koppel de sluiterstrippen met het koppelstukje (BK22). m. Krimpen van de mof Centreer de mof en verwarm deze met behulp van een elektrische fohn. Het krimpen dient altijd vanuit het midden te beginnen. Verwarm tot de mof volledig gekrompen is.. (BK21 en BK22) Bij dit moftype worden er geen witte lijnen zichtbaar in de sluiter. Tijdens het krimpen dient de sluiter met b.v. een hamersteel aangedrukt te worden zodat de mof de contouren van de las volgt. De mof dient tijdens het aandrukken ondersteund te worden. n. Na verwarmen Na het krimpen de mof nog een weinig na verwarmen, met name de zones met sealpass. Dit dient voor het goed samenvloeien van de onderlinge lagen sealpass. Na het krimpen mag, indien nodig, de mof direct verplaatst worden.

13 C3.1 Mutatie / Uitbreiding op BK21 en BK22 / Reparatie 1 mutaties 2 uitbreiding 3 werken aan moffen met splitsklemmen 4 openen BKW10 en BK20 lasmoffen 1 adermutatie in BK moffen met sealpass Verwijder de mof, de lijmresten en de beschermkoker. De sealpass mag blijven zitten rond de kabels. Volg verder de standaard installatierichtlijnen. 2 toevoegen van kabels in BK moffen met sealpass Verwijder de mof, de lijmresten, daarna de beschermkoker en alle sealpass. Werk de nieuwe kabel af volgens de voorschriften. Volg verder de standaard installatierichtlijnen. 3 mutatie van BK moffen met splitsklemmen of toevoegen van kabels in BK moffen met splitsklemmen Verwijder de mof, de splitsklemmen en voor zover mogelijk de lijmresten. Verwijder hierna de beschermkoker. Werk de nieuwe kabel af volgens de voorschriften. Plaats rond iedere kabel, en rond de nog met lijm gebundelde kabels, de sealpass zoals aangegeven in de installatierichtlijnen. Voeg de kabels samen. Knip hiervoor de extra benodigde sealpass van de rol. Zorg voor een gelijkmatige ovale vorm. Volg verder de standaard installatierichtlijnen. 4 openen van BKW10 en BK20 lasmoffen. Na het openen van BKW10 en BK20 lasmoffen een aangepaste BK21 lasmof terug plaatsen.

14 C3.2 Mutatie / Uitbreiding op BK21 en BK22 / Reparatie nieuwe installaties BK21 en BK22 nieuwe installaties / uitbreiding op BK21 en BK22 bestaande situatie BK1 en BK2 met splitsklemmen omzetten BK1 en BK2 met splitsklemmen naar BK21en BK22 met sealpass opm: plaats bij nieuw te maken las de kabels altijd in driehoek bestaande lijm rolletje sealpass

15 D1.1 maattabel BKW10 maten in cm GPLK HPEW GPEW GPVC PE PVC PVC binnengeleiding Aluminium beschermfolie Krimpkous Crèpepapier Aarde isolatie Sealpass 2 cm 2 cm 6 cm Lasruimte 10 cm 4 cm Kroonmaat 22 cm Krimpkouslengte 30 cm 1 cm

16 D1.2 maattabel BK20 maten in cm Aluminium beschermfolie Krimpkous Crèpepapier 2 cm 2 cm 5 cm 7,5 cm Lasruimte 30 cm Kroonmaat 45 cm Krimpkouslengte 55 cm GPLK HPEW GPEW GPVC PE PVC

17 D1.3 maattabel BK21 maten in cm Aluminium beschermfolie Sealpass Beschermkoker Crèpepapier Krimpmof 2 cm 5 cm 5 cm Lasruimte 30 cm Kroonmaat 40 cm Krimpmoflengte 50 cm GPLK HPEW GPEW GPVC PE PVC

18 D1.4 maattabel BK22 maten in cm Aluminium beschermfolie Sealpass Beschermkoker Crèpepapier Krimpmof 2 cm 7,5 cm 7,5 cm Lasruimte 30 cm Kroonmaat 45 cm Krimpmoflengte 60 cm GPLK HPEW GPEW GPVC PE PVC

19 D2.1 doorsnede opbouw BK 21 en BK 22 A DOORSNEDE A-A A

20 Binnenkrimplasmof E. Gebruiksaanwijzing D3.1 Kabelmantel behandeling a. RSV behandeling Het reinigen en schuren van de kabelmantels. Reinig en ontvet de kabelmantels voordat de sealpass wordt aangebracht. Schuur de glanslaag weg van de kunststof mantels tot aan de markering van de moflengte. Schuur altijd in dwarsrichting. I.v.m. het ontstaan van loodstof, loodmantels nooit schuren! Bij het gebruik van sealpass is het geven van een vlambehandeling niet nodig. Tabel Kabeltype Reinigen Schuren Vlam KUNSTSTOF GPLK b. Opdikken kabeldiameter BK20 en BK21 ja ja ja neen Indien de kabeldiamer kleiner is dan 10 mm moet deze worden opgedikt met één laag sealpass. sealpass neen neen binnenkrimplasmof

21 BKW10 Binnenkrimplasmof artikelnummer E. Gebruiksaanwijzing E 1-1 Installatieinstructie Schuif de benodigde krimpkousen over de kabel en markeer de moflengte en de afkroonmaat. Breng hittebestendige kleefband aan naast de kroonmaat en verwijder de mantels. (GPVC kabel: verwijder de PVC mantel en het pantser) Reinig en schuur de kabelmantels. ( zie rsv tabel) Spreid de aders van de 1x4 binnengeleiding. Schuif de aardesok tot de PVC mantel, zie foto. Breng de strook Sealpass in de lengterichting van de kabel aan met de bruine zijde op de aders van de binnengeleiding. (goed aandrukken) Maak de las (zie KPN voorschriften) BKW10 binnenkrimplasmof Wikkel 2 lagen crèpepapier om de las met een overlap van 2 cm op de mantels en verbind de aarddraden. Wikkel vervolgens nog 2 lagen crèpepapier om de las. Zet het crèpepapier op 3 plaatsen vast met zwart PVC tape.

22 BKW10 Binnenkrimplasmof artikelnummer E 1-2 Installatieinstructie Breng aluminium tape aan op de mantels. Aan de splitszijde het aluminiumtape rond beide kabels, over de sealpass aanbrengen. Positioneer de krimpkous over de las. Krimp de krimpkous vanuit het midden. Fixeer aan de splitszijde de kabels m.b.v. een kabelbindband of tape. (bij mutatie van de BKW10 moet een aangepaste BK21 terug geplaatst worden) BKW10 binnenkrimplasmof BKW10

23 BK20 Binnenkrimplasmof artikelnummer E. Gebruiksaanwijzing E 2-1 Installatieinstructie Schuif de benodigde krimpkousen over de kabel en markeer de moflengte en de afkroonmaat. Breng hittebestendige kleefband aan naast de kroonmaat en verwijder de mantels. (GPVC kabel: verwijder de PVC mantel en het pantser) Reinig en schuur de kabelmantels. ( zie rsv tabel) Breng de aluminiumtape op 2cm binnen de aangegeven markeringen aan. BK20 binnenkrimplasmof Maak de las (zie KPN voorschriften) Wikkel 2 lagen crèpepapier om de las met een overlap van 2 cm op de mantels en verbind de aarddraden. Wikkel vervolgens nog 2 lagen crèpepapier om de las. Zet het crèpepapier op 3 plaatsen vast met zwart PVC tape.

24 BK20 Binnenkrimplasmof artikelnummer E 2-2 Installatieinstructie Positioneer de krimpkous over de las. Krimp vanuit het midden naar de zijkanten van de krimpkous. (bij mutatie van de rechtelas BK20 moet een BK21 terug geplaatst worden) BK20 BK20 binnenkrimpmof

25 BK21 binnenkrimplasmof artikelnummer BK22 binnenkrimplasmof artikelnummer E. Gebruiksaanwijzing E 3-1 Installatieinstructie Markeer de krimpmoflengte en de afkroonmaat. Breng hittebestendige kleefband aan naast de kroonmaat en verwijder de mantels. (GPVC kabel: verwijder de PVC mantel en het pantser) Reinig en schuur de kabelmantels. ( zie rsv tabel) Breng de aluminiumtape aan. De streep op het aluminiumtape valt samen met de markering op de kabel. Vouw de sealpass (zwart op zwart) dubbel Breng de dubbelgevouwen sealpass aan. Breng de sealpass 2 cm overlappend aan, rond iedere kabel afzonderlijk. Druk de kabels met de sealpass samen. BK21 BK22 binnenkrimpmof

26 BK21 binnenkrimplasmof artikelnummer BK22 binnenkrimplasmof artikelnummer E 3-2 Installatieinstructie Vul de holle ruimten tussen de kabels op met sealpass. Maak de las (zie KPN voorschriften) Wikkel 2 lagen crèpepapier om de las en verbind de aarddraden. Wikkel vervolgens 2 lagen crèpepapier om de las. Zet het crèpepapier op 3 plaatsen vast met zwart PVC tape. Breng de beschermkoker rond de las aan en zet deze vast met PVC-tape. Wikkel vervolgens één laag sealpass, gecentreerd rond de aangebrachte sealpass, met de zwarte zijden naar buiten. Sealpass hierbij licht oprekken. Verwijder de beschermfolie aan de binnenzijde van de krimpmanchet. BK21 BK22 binnenkrimpmof Positioneer de krimpmanchet over de las. Krimp de krimpmanchet vanuit het midden. Tijdens het krimpen de sluitstrip goed aandrukken. Sluitstrip niet extra verwarmen.(zie aanwijzing op verpakking) Na het krimpen de mof nog een weinig na verwarmen ten behoeve van het samenvloeien van de sealpass. BK21 BK22