Montage-instructie. LoviSil K 75/85/95. Verbindingsmof met LoviSil techniek. Uo / U (Umax) = 6 / 10 (12) kv Geleiderdoorsnede mm

Transcriptie

1 Montage-instructie LoviSil K 75/85/95 Verbindingsmof met LoviSil techniek Uo / U (Umax) = 6 / 10 (12) kv Geleiderdoorsnede mm /Rev.4/

2 Inhoud Blz. 1. Algemene opmerkingen 2 2. Voorbereiding kabel algemeen 3 3. Voorbereiding 3-aderig XLPE-kabel 4 4. Voorbereiding 3 x 1-aderig XLPE-kabel 5 5. Voorbereiding GPLK-kabel 6 6. Het maken van de verbinding 7 7. Het afwerken van de binnenmof 8 8. Montage van de buitenmof 9 9. In bedrijf nemen van de mof Algemene opmerkingen 1. Werk tijdens de montage schoon en droog! 2. Maak bij een overgangsmof altijd gebruik van (schroef)verbinders met een tussenschot. 3. Controleer een GPLK-kabel op vocht. Neem de binnenste en buitenste lagen van het gordel- en aderpapier. Dompel de lagen in olie van C. Indien er schuimvorming optreedt, moet de kabel worden afgekeurd. 4. Hanteer de juiste maten bij het monteren van de mof! Type kabel Geleiderdoorsnede (mm 2)* Geleiderdoorsnede gekruiste aders (mm 2) Max. diameter buitenmantel (mm) XLPE (3 aderig) K75 XLPE (3 enkeladerig) (V)GPLK XLPE (3 aderig) K85 XLPE (3 enkeladerig) (V)GPLK XLPE (3 aderig) K95 XLPE (3 enkeladerig) (V)GPLK * Let op: de diameter van de buitenmantel en de bijgeleverde kabelmodules is bepalend. Deze handleiding dient als richtlijn voor een gecertificeerd monteur. Indien u meer informatie wenst, over onderwerpen die niet in deze handleiding worden behandeld, kunt u te allen tijde contact opnemen met Lovink Enertech b.v. Succes! 2

3 2. Voorbereiding kabel algemeen 1. Maak de kabelmantels schoon. 60 mm (GPLK) aanpelmaat A (XLPE) B (GPLK) aanpelmaat A (XLPE) B (GPLK) 70 mm (XLPE) zwart PVC tape Mof A (XLPE) B (GPLK) K mm 450 mm K mm 490 mm K mm 635 mm centerlijn opruwen fig Markeer een centerlijn op beide kabels (zie fig. 1). Markeer, gerekend vanaf de centerlijn, de aanpelmaat op A/B. 3. XLPE: Ruw bij XLPE-kabel de mantel met een rasp of schuurpapier op over een afstand van 70 mm, gerekend vanaf de aanpelmarkering A (zie fig. 1). 4. Pel de kabels aan tot aan de markeringen. 5. Verwijder respectievelijk de buitenmantel, eventueel zwelband, vulrubber, de koperen tegenspiraal en het zwakgeleidend vlies. 6. GPLK: Wikkel bij GPLK-kabel, over een afstand van 60 mm vanaf aanpelmarkering B, de zwarte PVC-tape strak over het jute. Maak de GPLK-kabel tot op het lood schoon en herstel (indien beschadigd na het branden) het zwarte PVC exact en strak tot aan het lood. Hierdoor schermt u eventueel vochtig jute af. 7. Schuif de gaaskous over één van de kabels en zorg ervoor dat de gaaskous niet vuil of nat wordt. Gebruik de plastic zak van de binnenmof of een schone poetsdoek om de gaaskous af te schermen van de vuile kabel. 8. Zie: "Voorbereiding 3-aderig XLPE-kabel" (blz. 4), "Voorbereiding 3x1-aderig XLPE-kabel" (blz. 5) of "Voorbereiding GPLK-kabel" (blz. 6) voor verdere kabelspecifieke voorbereidingen. 3

4 3. Voorbereiding 3-aderig XLPE-kabel 1. Bind de koperen schermdraden samen. A 25 mm Z 130 mm Mof K75 geleider centerlijn isolatie A 425 mm* K mm* K mm* schermdraden halfgeleidende laag verbinder met tussenschot zonder tussenschot XLPE 3 aderig opruwen Z (geleider aanpellengte) 1/2 verbinder + 5 mm 1/2 verbinder + 10 mm fig. 2 *Bij een verbinder met tussenschot moeten de aders 5 mm korter worden afgeknipt. 2. Knip de aders af op maat A, gerekend vanaf het einde van de buitenmantel. Bij verbinders met tussenschotten moeten de aders 5 mm korter worden afgeknipt (zie tabel bij fig. 2). Tip: indien bij een XLPE-XLPE verbinding de overlap aan minstens één zijde, gerekend vanaf de centerlijn, groter is dan 400 mm moet u de schermdraden intact houden. Hiermee bespaart u later, bij de verbinding tussen de schermdraden, de plaatsing van een verbinder. 3. Omwikkel de kabel op 25 mm vanaf het einde van de buitenmantel met. Gebruik voor het controleren van de juiste diameter een "Lovink" kaliber. 4. Verwijder de halfgeleidende laag over de lengte Z mm (zie tabel bij fig. 2) en zorg ervoor dat het uiteinde van de halfgeleidende laag goed aangeschuind en niet rafelig is. stralingstrechters 3x schuimschotten XLPE 3-aderig aangeschuind 5. Verwijder de aderisolatie over lengte Z. 6. Schuin de aderisolatie aan. 4 fig. 3

5 7. Ontvet de aders en buig ze in de juiste positie. 8. Schuif twee 3-gats schuimschotten over de aders (zie fig. 3). 9. Richt de aders uit en monteer de stralingstrechters op de aders. Het einde van de halfgeleidende laag moet zich halverwege het rechte gedeelte van de stralingstrechters bevinden (zie detail fig. 3). Gebruik, indien gewenst, een opschuifhulpstuk en/of een beetje LoviSil als glijmiddel. 4. Voorbereiding 3 x 1-aderig XLPE-kabel 1. Knip de aders af op maat A, gerekend vanaf het einde van de buitenmantel. Bij verbinders met tussenschotten moeten de aders 5 mm korter worden afgeknipt (zie tabel bij fig. 4). Zie ook: TIP: onder hoofdstuk 3 punt 2 (blz. 4). 2. Verwijder de halfgeleidende laag over de lengte Z mm (zie tabel bij fig. 4) en zorg ervoor dat het uiteinde van de halfgeleidende laag goed aangeschuind en niet rafelig is. 3. Verwijder de aderisolatie over lengte Z. Z A 130 mm 25 mm schuimschotten schuimopvulstuk aangeschuind opgeruwde kabelmantels Mof A K mm* verbinder K mm* met tussenschot K mm* zonder tussenschot *Bij een verbinder met tussenschot moeten de aders 5 mm korter worden afgeknipt. 4. Schuin de aderisolatie aan (zie fig. 4). 5. Ontvet de aders en buig ze in de juiste positie. 6. Schuif het schuimopvulstuk over de 3 kabels op 25 mm vanaf het einde van de buitenmantel. 7. Bundel de 3 aangepelde kabels samen met behulp van de kunststof kabelbinders. 8. Omwikkel de kabels en het schuimopvulstuk met het op 25 mm vanaf het einde van de kabelmantel (gelijk met voorzijde schuimopvulstuk). Gebruik voor het controleren van de juiste diameter een Lovink kaliber. 9. Bundel en bind de schermdraden samen. 5 XLPE 3x1-aderig kabelbinders Z (geleider aanpellengte) 1/2 verbinder + 5 mm 1/2 verbinder + 10 mm fig. 4

6 10. Schuif twee 3-gats schuimschotten over de aders (zie fig. 4). 11. Richt de aders uit en monteer de stralingstrechters op de aders. Het einde van de halfgeleidende laag moet zich halverwege het rechte gedeelte van de stralingstrechters bevinden (zie detail fig. 3). Gebruik, indien gewenst, een opschuifhulpstuk en/of een beetje LoviSil als glijmiddel. 5. Voorbereiding GPLK-kabel Z 40 mm F B Mof K75 K85 K95 geleider centerlijn B 450 mm* 490 mm* 635 mm* papierisolatie trompet F (loodmantel) 185 mm 190 mm 190 mm Verbinder met tussenschot zonder tussenschot *Bij een verbinder met tussenschot moeten de aders 5 mm korter worden afgeknipt. 1. Ruw de loodmantel op over de lengte F, gerekend vanaf de armering (zie fig. 5). Gebruik hiervoor een RVS staalborstel of grof schuurlinnen (korrel 80). 2. Schuif 2 schuimschotten over de loodmantel. 3. Verwijder de loodmantel tot aan maat F. Zorg ervoor dat bij het uitbuigen van het lood een trompetvorm ontstaat. 4. Bind het gordelpapier af op 40 mm vanaf het einde van de loodmantel en verwijder het gordelpapier tot aan het touw. 5. Verwijder de papieren vuldraden. Vergeet de binnenste vuldraad niet. Buig de aders in de juiste positie. 6. Knip de aders af op maat B, gerekend vanaf het einde van de buitenmantel. Bij een verbinder met tussenschot moeten de aders 5 mm korter worden afgeknipt (zie tabel bij fig. 5). 7. Bind het aderpapier af op lengte Z. Verwijder dit papier tot aan de geleider. 8. Omwikkel de buitenmantel met ter plaatse van het tape. Gebruik hiervoor een kaliber. 6 schuimschotten loodmantel buitenmantel Z (geleider aanpellengte) 1/2 verbinder + 5 mm 1/2 verbinder + 10 mm fig. 5

7 6. Het maken van de verbinding G afstandschot XLPE of GPLK Mof G K mm K mm K mm afstandschot kokerset XLPE of GPLK 1. Breng de kunststof afstandschotten aan over de aders van beide kabels (zie fig. 6). 2. Breng de verbinders aan. 3. Controleer de afstand G tussen het nadat de aders volledig in de verbinders zijn geschoven (zie fig. 6). 4. Maak de verbinding. 5. Breng de drie kunststof kokers aan en schuif ze in de afstandschotten. Maak het geheel schoon met LoviClean. 6. Plaats de kabels recht en spanningsvrij in de binnenmof. fig. 6 x x LoFit trechter binnenmof 7. De positie van de binnenmof is correct indien aan weerszijden de afstand (X) tot het gelijk is (zie fig. 7). fig. 7 7

8 8. Tip: Om de binnenmof sneller te kunnen vullen, kunt u de aders d.m.v. de kokerset dusdanig draaien, dat een koker zich niet voor de vulopening van de binnenmof bevindt. Positioneer de kokerset tussen de nokken van de binnenmof. 9. Plaats de schuimschotten zodanig dat ze in de daarvoor bedoelde uitsparing in de binnenmof vallen. De schuimschotten tegen de hoge opstaande randen in de binnenmof plaatsen. 10. Breng de bovenschaal aan. Draai de inbusbouten gelijkmatig en kruislings aan. 11. Let op! Controleer of de trechtergaten vrij zijn! 12. Plaats de twee LoFit-trechters in de binnenmof. De temperatuur van de LoFit dient minimaal 10 C en maximaal 30 C te zijn. 13. Meng de LoFit gedurende 1 minuut, tot deze egaal van kleur is (in de winter mengen tot de LoFit op lichaamstemperatuur is). 14. Giet de LoFit aan één zijde in een trechter en wacht tot de LoFit aan de andere zijde omhoog komt. vulopening detail doorsnede vulopening tankje LoviSil afvulniveau LoviSil 2-4 mm LoviSil slede LoFit trechter 7. Het afwerken van de binnenmof fig Giet de LoviSil in de binnenmof. Gebruik hiervoor een slede (zie fig. 8). 2. Het maximaal toelaatbare niveau van LoviSil in de binnenmof ligt 2 tot 4 mm onder de onderste rand van de vulopening. 3. Draai de kunststof stop vast in de vulopening. 4. Knip of zaag de LoFit-trechters af als de LoFit is uitgehard. Trek de trechters er nooit uit! 8

9 8. Montage van de buitenmof 1. Ontvet loodmantels en/of XLPE-aders en de binnenmof met LoviClean groen. Poets de loodmantel, de XLPE-aders en de binnenmof na met LoviClean geel of een schone, droge doek. Voorkom dat de litze vuil en/of nat wordt. De litze kan, indien gewenst met tape aan de binnenmof worden vastgezet. De litze recht en parallel bovenop de binnenmof monteren! litze 20 mm GPLK GPLK LDV-klem LDV-klem aardverbinding GPLK-kabel GPLK-kabel 2. Monteer bij een GPLK-kabel een LDV-klem. De klem moet 20 mm vanaf de armering worden gemonteerd (zie fig. 9). Knip de ader-eindhulzen van de litze af. 120 mm 120 mm fig. 9 XLPE pers- of schroefverbinder XLPE aardverbinding XLPE-kabel XLPE-kabel fig Verbind de schermdraden van de XLPE-kabels met de litze door middel van een pers- of schroefverbinder. De verbinder(s) van de aardverbinding altijd met het hart 120 mm vanaf de binnenzijde van het boven de binnenmof monteren (zie fig. 10 en/of 11). 4. Indien bij XLPE aan minstens één zijde de schermdraden lang genoeg zijn kunt u volstaan met één verbinder aan één zijde. 9

10 litze 120 mm GPLK XLPE LDV-klem pers- of schroefverbinder aardverbinding GPLK-kabel XLPE-kabel fig Verwijder het eventueel aanwezige tape waarmee de litze aan de binnenmof is vastgezet. roestvaststalen kabelbinder roestvaststalen kabelbinder gaaskous fig Schuif de gaaskous over de binnenmof tot aan de schermdraden bij XLPE-kabel en tot aan de armering bij GPLK-kabel. Zet de gaaskous met een roestvaststalen kabelbinder vast aan de loodmantel en/of tegen de schermdraden (zie fig. 12). 7. Controleer de positie van het rubberen snoer in de boven- en onderschaal. Het uiteinde van het snoer moet gelijk liggen met de toppen van de ribbels, ter hoogte van de kabelinvoer. 8. Bevestig de onderschaal van de buitenmof aan de kabels door tape om de pennen aan het uiteinde van het schaaldeel en de kabels te wikkelen. 10

11 9. Het midden van de binnenmof moet met het midden van de buitenmof overeenkomen. 10. Monteer de bovenschaal. Draai (eerst 2 omwentelingen met de hand) de inbusbouten gelijkmatig en kruislings aan met een 6 mm inbussleutel. Werk hierbij van binnen naar buiten. 11. Meng de hars volgens voorschrift totdat deze egaal van kleur is en vul de mof af. Het maximum vulniveau moet zich ca. 7 mm onder de rand van de korte zijde van de vulopening bevinden. Deksel Deksel zwart PVC tape fig Let op! Druk de deksels, direct na het afvullen, voorzichtig in beide vulopeningen om te voorkomen dat hars in aanraking komt met huid, ogen en/of ademhalingswegen. 9. In bedrijf nemen van de mof 1. Verplaats, indien noodzakelijk, de mof direct na het afvullen met hars of wacht tot de hars is uitgehard. 2. Stop de mof en de kabel goed onder met zand. 3. Dek de mof af met een laag zand. 4. Neem de mof in bedrijf. 11

12 Lovink Enertech b.v. Lovinkweg 3, 7061 DT Terborg NL Postbus 111, 7060 AC Terborg NL Telefoon +31 (0) Telefax +31 (0) Internet