Gebruik van verboden middelen bij fitnessbeoefenaars: verkennend onderzoek naar attitude en determinanten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruik van verboden middelen bij fitnessbeoefenaars: verkennend onderzoek naar attitude en determinanten"

Transcriptie

1 FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Gebruik van verboden middelen bij fitnessbeoefenaars: verkennend onderzoek naar attitude en determinanten Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door ( ) Bockhodt Cédric Academiejaar

2 Promotor: Prof. dr. Wim Hardyns Commissarissen: dr. Tieberghien Julie Verklaring inzake toegankelijkheid van de masterproef criminologische wetenschappen Ondergetekende, Bockhodt Cédric ( ) geeft hierbij aan derden, zijnde andere personen dan de promotor (en eventuele co-promotor), de commissarissen of leden van de examencommissie van de master in de criminologische wetenschappen, [de toelating] [geen toelating] (schrappen wat niet past) om deze masterproef in te zien, deze geheel of gedeeltelijk te kopiëren of er, indien beschikbaar, een elektronische kopie van te bekomen, waarbij deze derden er uiteraard slechts zullen kunnen naar verwijzen of uit citeren mits zij correct en volledig de bron vermelden. Deze verklaring wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren waarin de masterproef moet worden ingediend, en dient in elk van die exemplaren ingebonden onmiddellijk na het titelblad. Datum: Handtekening: 2

3 Woord Vooraf Allereerst wil ik mijn oprechte dank betuigen aan professor Dr. W. Hardyns voor de talrijke steun en medewerking aan deze masterproef. Zonder zijn hulp was deze masterproef niet tot stand gekomen. Verder wil ik iedere participant bedanken voor het invullen van de enquête, hun bijdrage vormt immers de basis van mijn onderzoek. Tot slot wil ik mijn ouders, vrienden en zus bedanken. Zij hebben me gedurende de volledige periode van de masterproef blijven steunen. Hun aanmoedigingen waren dan ook een enorme motivatie om het onderzoek tot een goed einde te brengen. 3

4 Inhoudstabel 1. Inleiding Motivatie Breder maatschappelijk kader Probleemstelling Onderzoeksvragen Begripsbepaling Opzet Masterproef Theoretisch kader Methodologisch kader Literatuurstudie Doping Historische achtergrond Definitie Dopinglijst Verboden stoffen in de fitnessindustrie Dopingcontroles in België Het gevaar van voedingssupplementen Dopinggebruik in fitnesscentra Attitude Definitie Bouwstenen van attitude Attitudes en gedrag Attitudes ten opzichte van doping in de sport Verklaringsmodellen Determinanten Geslacht Leeftijd Nationaliteit Opleiding/ Werk Frequentie fitnesscentra Type fitnessbeoefenaar Gebruik legale voedingssupplementen Drugs

5 3. Methode De fasen in het empirisch onderzoek Beschrijving van de populatie Meetinstrument Cognitieve schaal Affectieve schaal Conatieve schaal Beschrijving procedure Resultaten Factorabiliteit Betrouwbaarheid Attitudeonderzoek Cognitieve schaal Affectieve schaal Conatieve schaal Conclusie Determinantenanalyses Geslacht Leeftijd Nationaliteit bij geboorte Opleiding/ Werk Frequentie fitnesscentra Type fitnessbeoefenaar Gebruik legale voedingssupplementen Drugs Discussie Conclusie Beperkingen en moeilijkheden Suggesties voor verder onderzoek Bibliografie Bijlagen

6 1. Inleiding 1.1 Motivatie De onderzoeker is een sportbeoefenaar die reeds een viertal jaar actief is in diverse fitnesscentra. In deze periode is hij verschillende keren geconfronteerd geweest met dopinggebruik. Aangezien hij tegen het gebruik van doping en anabole androgene steroïden is, kan hij maar niet begrijpen waarom er talrijke fitnessbeoefenaars pro zijn. In het kader van zijn masterproef leek het hem dan ook interessant om een onderzoek te starten betreffende de attitude van dagdagelijkse fitnessbeoefenaars ten aanzien van doping en verboden middelen. 1.2 Breder maatschappelijk kader Doping kent een lange geschiedenis. Van zodra er sportieve competities georganiseerd werden, gebruikten atleten uiteenlopende middelen om hun prestaties te verbeteren (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013). Doorheen de geschiedenis is het gebruik van doping een vaste waarde geworden in de sport. Vandaag worden er nog steeds verschillende atleten betrapt op het gebruik van verboden middelen (Francis, 2001). Er bestaat echter een verschil tussen elitesporters en breedtesporters 1, dit sinds het decreet opgesteld door de Vlaamse antidopingregelgeving (13 juli 2007). Ondanks het feit dat het concept doping vaak verbonden wordt met de topsport, komt het eveneens voor bij breedtesporters. Uit voorgaande studies blijkt de focus van steroïdengebruik te verschuiven van het professionele naar het recreatieve kader (Lukas, 1993). De dagdagelijkse fitnessbeoefenaar in deze studie valt eveneens onder het recreatieve kader. Doping wordt in de fitnessindustrie niet enkel gebruikt om de algemene prestaties te verbeteren. Er zijn evenzeer personen die fitnesscentra opzoeken omwille van de onzekerheid over hun eigen lichaam. Uit onderzoek van Jongert et. al. blijkt een strak lichaam een belangrijk motief voor het gebruik van fitnesscentra (Jongert, Ooijendijk, Stege, & Van Hespen, 2007). Bigorexia nervosa 2 of spierdysmorfie is namelijk een stoornis die steeds vaker voorkomt bij fitnessbeoefenaars. Een vertekend beeld van het eigen lichaam laat de persoon in kwestie sneller naar doping en verboden middelen grijpen (Hildebrandt, Schlundt, Langenbucher, & Chung, 2006). 1 Tegenhanger van de topsport (kan worden beoefend door de volledige bevolking op niet professioneel niveau) 2 Bigorexia nervosa is een stoornis waarbij iemand het idee heeft dat zijn/haar lichaam te weinig spiermassa en te veel vetmassa bevat (vertekend beeld van het lichaam). 6

7 1.3 Probleemstelling Het gebruik van steroïden en andere verboden middelen zijn een groeiende problematiek in de fitnessindustrie. De sport fitness gaat immers over het verbeteren van de fitheid en gezondheid. Het gebruik van doping is allesbehalve bevorderend voor de gezondheid. Er zijn namelijk talrijke risico s aan verbonden die voor ernstige gevolgen kunnen zorgen. Niet alleen de lichamelijke schade is groot, het verslavend effect hakt ook in op de geest van de gebruiker. De ongewenste effecten bestaan onder andere uit acne, haarverlies, borstontwikkeling, verschrompelende testikels, depressies, angsten en paranoia (Etienne, 2012). Voorliggend eindwerk staat volledig in het kader van de attitude die fitnessbeoefenaars bezitten omtrent dopinggebruik in fitnesscentra. Het doel van deze masterproef is tweeledig: enerzijds om een beter beeld te krijgen omtrent attitudes ten aanzien van verboden middelen, anderzijds om de attitudes te linken aan enkele determinanten van de respondenten. Het meten van attitudes biedt namelijk informatie over de diversiteit in denken omtrent doping. Dopinggebruik is echter een gevoelig onderwerp, waardoor onderzoek naar attitudes aangaande dit fenomeen weinig voorkomend is in de fitnessindustrie. Deze scriptie tracht in elk geval een bescheiden bijdrage te leveren inzake de problematiek. 1.4 Onderzoeksvragen Het onderzoek wordt verder geconcretiseerd in twee centrale vraagstellingen: 1) Welke attitude bezit de dagdagelijkse fitnessbeoefenaar ten aanzien van doping en verboden middelen? Bezit de dagdagelijkse fitnessbeoefenaar over een goede kennis inzake doping? Welke gevoelens bezit de dagdagelijkse fitnessbeoefenaar omtrent doping in de fitnessindustrie? In welke mate is de dagdagelijkse fitnessbeoefenaar bereid om in de toekomst verboden middelen te gebruiken? 2) Welke achterliggende determinanten spelen een rol in de attitudevorming tegenover doping? 7

8 1.5 Begripsbepaling Doorheen de masterproef is het van groot belang dat de vaak voorkomende begrippen afgebakend worden. Aangezien het onderzoek de attitude van de dagdagelijkse fitnessbeoefenaar omtrent doping behandelt, worden laatstgenoemde kernbegrippen gedefinieerd. In het kader van voorliggende masterproef wordt het begrip doping als volgt gedefinieerd: alle verboden stoffen en methoden, die zijn opgenomen in de meest recente lijst van het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA). Het begrip attitude wordt als volgt gedefinieerd: een overtuiging, mening of evaluatie ten aanzien van een object; een neiging om een persoon, voorwerp, idee als positief of negatief te evalueren. In het kader van het onderzoek worden hierbij de drie bouwstenen van een attitude aan toegevoegd: (1) Cognitieve component kennis over het attitudeobject (2) Affectieve component gevoelens tegenover het attitudeobject (3) Conatieve component gedragsintenties met betrekking tot het attitudeobject Onder het begrip fitnessbeoefenaar bestaat er geen algemeen aanvaarde definitie. In dit eindwerk wordt onder een fitnessbeoefenaar verstaan: iemand die geregeld door middel van oefeningen en apparaten traint en hiermee zijn fitheid en gezondheid op peil houdt. In het onderzoek zullen onderstaande types fitnessbeoefenaar voorkomen: Bodybuilder (trainen voor spierontwikkeling) Beoefenaar van groepslessen Cardio beoefenaar (opbouw van conditie/vetverbranding) Crossfitter (combinatie gewichtheffen, atletiek en gymnastiek) Powerlifter/ Strongmen (krachttraining) Revalidatie/ Preventie blessures 8

9 1.6 Opzet Masterproef Het werkelijk opzet van deze masterproef is tweeledig. Ten eerste wordt er een attitudeonderzoek uitgevoerd, waarmee we een overzicht trachten te verkrijgen inzake de attitude van fitnessbeoefenaars omtrent doping en verboden middelen. Ten tweede wordt er getracht een verband te leggen tussen verschillende determinanten en de werkelijke attitude tegenover doping. Zo kan er een beeld gevormd worden over welke determinanten al dan niet een rol spelen in de attitudevorming. Allereerst wordt er een theoretische achtergrond geschetst door middel van een literatuurstudie (theoretisch kader). Vervolgens wordt het onderzoek zelf besproken (methodologisch kader). Het is echter de bedoeling om met de resultaten van het onderzoek een bescheiden bijdrage te leveren in het kader van het onderzoeksprobleem (dopinggebruik in de fitnessindustrie). 1.7 Theoretisch kader Eerste deel van de masterproef: literatuurstudie Het eerste hoofdstuk van de literatuurstudie bespreekt het concept doping. Aangezien het volledige onderzoek doping en verboden middelen betreft, is het van uiterst belang om de lezer hieromtrent voldoende informatie te bezorgen. Eerst en vooral wordt de geschiedenis van doping beknopt weergegeven, waarna het concept wordt afgebakend. Vervolgens wordt de dopinglijst van naderbij besproken, zo krijgt men een inzicht omtrent de verboden middelen voor elke hedendaagse sporter. Verder worden de vaak voorkomende verboden stoffen in de fitnessindustrie besproken. Het is namelijk van belang om te weten welke middelen fitnessbeoefenaars gebruiken. Dopingcontroles in België komen ook aan bod, zo krijgt men een beeld van de huidige acties in ons land. Hierna worden de voedingssupplementen onder de loep genomen, aangezien die kunnen vervuild zijn met dopingstoffen. Tenslotte bespreken we het dopinggebruik in fitnesscentra zelf, waar enkele onderzoeken aan bod komen inzake prevalentie. In het tweede hoofdstuk wordt het concept attitude besproken. Aangezien er een attitudeonderzoek wordt uitgevoerd, is het belangrijk om hieromtrent een theoretisch kader te creëren. Eerst en vooral wordt het concept attitude correct afgebakend. 9

10 In het volgende onderdeel worden de drie bouwstenen van attitude naderbij bekeken: 1) cognitieve component 2) affectieve component 3) conatieve component. Verder wordt de relatie tussen attitude en gedrag onderzocht. Zijn attitudes een belangrijke moderator voor gedrag? In dit onderdeel wordt hierop verder ingegaan. Vervolgens worden er enkele onderzoeken besproken inzake de attitude tegenover doping. Zo krijgt men een algemeen overzicht van eerder vastgestelde resultaten. Tenslotte wordt er een poging ondernomen om positieve attitudes tegenover dopinggebruik in de fitnessindustrie te verklaren. Er worden hiervoor twee verklaringsmodellen aangekaart. Het laatste hoofdstuk uit de literatuurstudie behandelt enkele determinanten uit het onderzoek. Aangezien er een determinantenanalyse wordt uitgevoerd, is het van belang om zich in te lichten met enkele resultaten uit voorgaande studies. Onderzoek inzake determinanten van dopinggebruik zijn immers schaars. Het laatste hoofdstuk uit de literatuurstudie is als gevolg meer beknopt dan de twee voorgaande. De volgende determinanten worden van naderbij bekeken: Geslacht Leeftijd Nationaliteit Opleiding/Werk Frequentie fitnesscentra Type fitnessbeoefenaar Gebruik legale voedingssupplementen Drugs 1.8 Methodologisch kader Tweede deel van de masterproef: empirisch onderzoek Eerst en vooral wordt de methode van het onderzoek besproken. In dit onderdeel worden de fasen van het onderzoek, de populatie, het meetinstrument en tenslotte de procedure van het onderzoek besproken. 10

11 Het volgende hoofdstuk omvat de resultaten van het onderzoek. Allereerst wordt de factorabiliteit van het onderzoek besproken. Er wordt namelijk met behulp van een exploratorische factoranalyse (EFA) gekeken naar de onderlinge samenhang tussen het totale aantal items per schaal. Vervolgens wordt de betrouwbaarheid onderzocht via de Cronbach s Alpha. Vervolgens wordt het attitudeonderzoek zelf, met de desbetreffende resultaten, weergegeven. De resultaten worden voor elke schaal afzonderlijk geanalyseerd via het statistische programma: (SPSS 23.0). De gegevens worden bovendien via een histogram overzichtelijk weergegeven. Het laatste onderdeel van de resultaten geeft de determinantenanalyse weer. Voor alle drie 3 de schalen worden volgende determinanten geanalyseerd en besproken: Geslacht Leeftijd Nationaliteit Opleiding/Werk Frequentie fitnesscentra Type fitnessbeoefenaar Gebruik legale voedingssupplementen Drugs Bovenstaande determinanten vormen de selectie uit het totale aantal bevraagd in het onderzoek. Volgende determinanten uit de vragenlijst worden buiten beschouwing gelaten: Opleidingsniveau Serieus nemen van fitness Tevredenheid eigen lichaam Sociaal netwerk. 3 Cognitieve schaal/affectieve schaal/conatieve schaal 11

12 2. Literatuurstudie 2.1 Doping Doping vormt een constante bedreiging voor de sport. Het devalueert een sportprestatie, aangezien het resultaat mede afhankelijk is van verboden middelen. Het schaadt echter niet alleen de sport, ook voor de dopinggebruiker staat eigen gezondheid op het spel (Van Den Heuvel, 2002). Sporters maken gebruik van een grote verzameling aan dopingmiddelen om hun prestaties te verbeteren. Sportbeoefenaars maken tevens gebruik van verboden middelen om een meer gespierd en krachtig lichaam te bekomen, met als gevolg een stijging van hun zelfvertrouwen. In de fitnessindustrie worden voornamelijk spieropbouwende, stimulerende en vocht onttrekkende middelen gebruikt. Een combinatie van bovenstaande drie middelen met het juiste voedingsdieet en enkele intensieve trainingen zorgen namelijk voor de ideale fysieke verschijning. De potentiële gevaren 4 van deze middelen worden tegenwoordig al te vaak opzijgeschoven (Breitenstein & Hamm, 1998). De vraag waar doping begint en eindigt, is trouwens niet eenvoudig te beantwoorden. Het concept doping is een moeilijk te definiëren begrip. In deze scriptie verwijst het naar alle verboden stoffen en methoden, die zijn opgenomen in de meest recente lijst van het WADA 5. Doping is bovendien een problematiek die verder reikt dan de fitnessindustrie. Er is amper nog een sport te bedenken zonder het gebruik van verboden middelen (Breitenstein & Hamm, 1998) Historische achtergrond De allereerste geruchten inzake dopinggebruik dateren van 2700 voor Christus. In deze periode bestonden er nog geen wetten die dopinggebruik strafbaar stelden. In het verleden werd in China reeds efedrine gebruikt, welke afkomstig is uit de plant Ephedra en opwekkende effecten bevat. Er kan worden afgeleid dat het kunstmatig verbeteren van de prestaties een problematiek is die reeds lang bestaat (Nederlandse dopingautoriteit, 2016). 4 Psychische gevaren: depressies, angsten en paranoia 5 WADA= World Anti-Doping Agency 12

13 In Griekenland werden specialisten aangesteld die sporters allerlei voedingsingrediënten gaven. Het gevolg hiervan was dat hun lichamelijke prestaties verbeterden. De Griekse sportbeoefenaars zochten uiteenlopende manieren en middelen, die hun prestaties mogelijks verbeterden. Zo kwam de Griekse arts Herodikos (5 de eeuw v.c.) af met het idee om afgematte sporters terug op te peppen met melk uit de borsten van jonge moeders (Yesalis & Bahrke, 2003). De Grieken waren namelijk niet de enige, ook in de Romeinse geschiedenis waren er al sporen van dopinggebruik. De strijdwagenracers gaven hun paarden mengsels van water, honing en uiteenlopende kruiden om het uithoudingsvermogen te vergroten. Het bleef echter niet bij paarden, ook de Romeinse zwaardvechters en gladiatoren probeerden hun resultaten te verbeteren door middel van prestatiebevorderende producten. De gladiatoren gebruikten soms hallucinerende middelen waardoor gevechten nog meer spectaculair waren. De Romeinse zwaardvechters werden bovendien aangeraden om voor prestatiebevorderende effecten zoveel mogelijk wild vlees te eten. Al deze dopingmiddelen lijken meer onschuldig in vergelijking met de huidige chemische middelen in de dopingwereld (Hofmann, 2006). De moderne toepassingen van dopinggebruik in de sport begon laat in de 19 de eeuw. Middelen als cafeïne, strychnine, cocaïne en alcohol werden steeds vaker gebruikt (Vandeweghe, 2013). In 1928 verbood de Internationale Atletiekfederatie voor het eerst dopinggebruik. Hierna volgden verschillende andere sportfederaties. Het dopingverbod was echter niet effectief aangezien de testmogelijkheden onvoldoende waren (Rosen, 2008). In de tweede helft van de 20ste eeuw werden er nieuwe inzichten verworven inzake verschillende stoffen en methoden. De medische vooruitgang zorgde ervoor dat stoffen bedoeld voor medisch gebruik, ook werden toegepast voor het bevorderen van de sportprestaties (Rosen, 2008). De anabole steroïden doken rond de jaren vijftig op in de fitnessindustrie. Volgens Grundig en Bachmann (1994) nam het gebruik van dianabool 6 in de jaren zestig en zeventig enorm toe bij bodybuilders. Het werd echter in 1982 uit de markt gehaald, aangezien het middel enorm schadelijk inwerkte op de lever. Sinds eind jaren tachtig is de inname van groeihormonen evenzeer bij bodybuilders blijven stijgen (Breitenstein & Hamm, 1998). 6 Dianabool: oraal te gebruiken steroïde 13

14 Er kan dus worden geconcludeerd dat doping enerzijds een lange geschiedenis kent, anderzijds al gedurende ruime tijd een ernstig probleem vormt Definitie Voor de oprichting van het World Anti-Doping Agency in 1999, waren er een groot aantal verschillende dopingdefinities en lijsten van verboden producten. Iedere internationale instelling, sportorganisatie en sportfederatie hanteerde een diverse definitie en verboden lijst. De oprichting van het WADA 7 heeft de verschillen weggewerkt, waardoor het dopingbeleid meer geharmoniseerd werd. Doping is onder deze prikkel geëvolueerd van een handeling naar een feitelijkheid. Het is namelijk zo dat dopinggebruik niet langer enkel het gebruik van verboden middelen en methoden is, maar ook de aanwezigheid ervan (Constandt, 2013). World Anti Doping Agency 8 Doping is wat het World Anti-Doping Agency zegt dat doping is, namelijk het overtreden van een of meerdere antidopingregels uit de WADA-code. De overtredingen worden ook wel dopingpraktijken genoemd. Dopingpraktijken worden volgens de Vlaamse dopingoverheid omschreven als: alle praktijken waar een sporter en zijn entourage zich van moeten onthouden om geen dopingovertreding te begaan. Er zijn tien verschillende categorieën, namelijk: 1) Aanwezigheid van verboden stoffen in het lichaam. 2) Het gebruik (of poging tot) van een verboden stof of methode. 3) Bezit van een verboden stof of methode. 4) Bedrog bij een dopingcontrole. 5) Het verhandelen van verboden stoffen of methodes. 6) Weigeren, niet opdagen zonder geldige reden of het ontwijken van een dopingcontrole. 7) Meewerken, aanmoedigen, helpen, stimuleren, samenzweren, verbergen, of om het even welke andere vorm van opzettelijke medeplichtigheid, of een opgelegde uitsluiting of schorsing door een andere persoon dan de sporter niet naleven. 8) Toedienen (of poging tot) van een verboden stof of methode aan een sporter. 9) Combinatie van drie aangifteverzuimen of gemiste testen binnen twaalf maanden. 10) Samenwerken met voor dopingpraktijken veroordeelde personen. 7 WADA: World Anti-Doping Agency 8 Bron: (NADO Vlaanderen, 2016) 14

15 2.1.3 Dopinglijst Ontstaan dopinglijst In het jaar 1962 werd voor het eerst een officiële dopinglijst opgesteld door de Raad van Europa. De lijst bevatte narcotica, stimulantia, alkaloïden, tonica en enkele hormonen (Nederlandse Dopingautoriteit, 2016). Het was echter wachten tot 1967, met het medisch comité van het IOC 9, voor het vastleggen van een lijst met verboden producten. De lijst bestond uit stimulantia en narcotica en is de loop der jaren Internationaal Olympisch Comité meerdere keren aangepast (Gleaves & Hunt, 2015). Anabole steroïden werd pas verboden in 1974, door het medisch comité van het IOC. De reden hiervoor is dat het toen pas mogelijk werd om de stoffen te identificeren (Kicman, 2008). Een belangrijke aanzet voor de coöperatie over de grenzen heen kwam tot stand binnen het kader van de Raad van Europa. In 1989 kwam de goedkeuring van de Anti-Doping Conventie, die tevens openstond voor niet-leden van de Raad van Europa. De conventie legde een accentuatie op de nood aan een geharmoniseerde aanpak van doping over de land- en sportgrenzen heen. Het referentiedocument die ze hiervoor gebruikten was de opgestelde dopinglijst van het Internationaal Olympisch Comité (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013). Het was echter wachten tot de stichting van het World Anti-Doping Agency (1999), voor een focus op internationaal niveau. Er ontstond een wereldwijde samenwerking tussen de sportsectoren en publieke overheden. In 2003 kwam daarenboven de Wereld Anti-Doping Code tot stand. De Wereld Anti-Doping Code vormt wereldwijd de grondslag van het antidopingbeleid en is vlak voor de Olympische spelen in 2004 van kracht gegaan (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013). Sinds 1 januari 2004 is het World Anti-Doping Agency bovendien verantwoordelijk voor het opmaken van een lijst met alle verboden stoffen en methoden, die opgedeeld worden in verschillende categorieën (NADO Vlaanderen, 2015). 9 IOC: Internationaal olympisch comité 15

16 De verboden stoffen en methoden binnen en buiten wedstrijdverband Verboden stoffen Anabole middelen Hormonen en verwante stoffen Beta-2 agonisten Hormoonantagonisten en modulatoren Diuretica en andere maskerende middelen 2. Verboden methoden Verbetering van het zuurstoftransport Chemische en fysieke manipulatie Genetische doping 3. Stoffen verboden binnen wedstrijdverband Stimulantia Narcotica Cannabinoïden Glucocorticosteroïden Stoffen verboden bij bepaalde sporten Alcohol Bètablokkers De zogenaamde verboden lijst 12 is een enorme vooruitgang in de dopingbestrijding, omdat doping op een meer gelijkaardige manier kan bestreden worden over de wereld heen. Zo worden sporters ongeacht de tak van hun sport of land waar ze wonen, op dezelfde manier behandeld. Het UNESCO 13 sloot in navolging van het WADA een Internationale Anti-Doping Conventie af (19 oktober 2005). Na twee jaar werkzaamheden werd tijdens de 33 ste zitting van de algemene UNESCO-vergadering, de Internationale Conventie tegen Doping in de Sport goedgekeurd. De conventie omvat de verbintenis van overheden om maatregelen te nemen conform de code. In Vlaanderen werd tenslotte via een decreet (20 april 2007) instemming verleend aan deze conventie (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013). 10 Url: 11 Afgeleiden van het hormoon cortisol. 12 Gepubliceerd in het Belgisch Staatblad/ Meest recente dopinglijst dateert van 1 januari United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization. 16

17 2.1.4 Verboden stoffen in de fitnessindustrie In dit onderdeel worden enkele vaak voorkomende middelen uit de fitnessindustrie besproken, zoals vermeld in de lijst van het World Anti-Doping Agency. De anabole middelen verkrijgen bovendien meer aandacht, aangezien deze groep verboden middelen het meest populair zijn in de fitnessindustrie. Anabole middelen De anabole middelen zijn een groep van stoffen die de spiermassa sterk bevorderen. Deze middelen kunnen in twee groepen onderverdeeld worden, namelijk: 1) Anabole androgene steroïden (AAS) Lichaamseigen stoffen Exogene of van buitenaf komende steroïden 2) Andere anabole middelen De anabole androgene steroïden zijn tevens verder onder te verdelen in twee groepen. De eerste groep zijn de lichaamseigen stoffen zoals: testosteron, epi testosteron en de bijhorende stofwisselingsproducten. De andere groep zijn de exogene of van buitenaf komende anabole androgene steroïden, die door middel van injecties of tabletten in het lichaam komen (NADO Vlaanderen, 2015). De anabole androgene steroïden zijn afkomstig van het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Anabool staat voor de verbeterde proteïnesynthese, waardoor spiermassa groeit. Androgeen staat voor de ontwikkeling en stimulatie van mannelijke kenmerken 14. Steroïde staat tenslotte voor de chemische structuur van de androgene anabole steroïden, de structuur is namelijk typisch stervormig (Sitsen & Hartgens, 2005). Figuur 1: chemische structuur testosteron 14 Verlaging van de stem, ontwikkeling van lichaamshaar, vorming van een scrotum, stijging botdichtheid en stimulatie lichaamsgroei. 17

18 Er zijn bij gebruik zowel anabole als androgene effecten waar te nemen. Het is niet mogelijk om deze twee effecten van elkaar te scheiden, waardoor de androgene effecten als een ongewenste bijwerking wordt gezien bij het verlangen om spieren te kweken. In de fitnessindustrie zijn deze anabole middelen wegens de spieropbouwende effecten uiterst populair. Anabolen stimuleren de aanmaak van eiwitten in de spieren en gaan tevens de afbraak van het spiereiwit tegen (Breitenstein & Hamm, 1998). Negatieve bijwerkingen Het gebruik van anabole androgene steroïden heeft echter verschillende negatieve bijwerkingen. Ten eerste zijn er verschillende cardiovasculaire complicaties, zoals: een verminderde functie van de hartspier, hypertensie 15, linker ventrikelhypertrofie 16, hartritmestoornissen, trombose, hartinfarct en een gebrekkig lipidenprofiel 17 (Hofmann, 2006). Ten tweede zijn er verschillende schadelijke bijwerkingen aan de lever zoals: cholestatische icterus 18, levertumoren en toxische hepatitis (Woerdeman, De Ronde, & De Hon, 2010). Een derde vaak voorkomende bijwerking is huid acne. De meest voorkomende plaatsen zijn de rug en het gelaat. Verder kunnen er ook striae 19 ontstaan door een te snelle toename van de spieren. De meest voorkomende plaatsen hierbij zijn de schouders en de borst (Woerdeman, De Ronde, & De Hon, 2010). Het gebruik van anabole middelen leidt niet enkel tot fysieke aandoeningen. Het leidt in sommige gevallen tot een breed scala aan psychiatrische problemen, waaronder: Agressief en gewelddadig gedrag Hypomanie Stemmingswisselingen Psychoses en slaapstoornissen Psychische afhankelijkheid van anabolen (Pagonis, Angelopoulos, Hadjichristodoulou, & Koukoulis, 2006) 15 Hoge bloeddruk 16 Verdikking van de wand (linker ventrikel) 17 Risico op hart- en vaataandoeningen 18 Geelzucht 19 Huidstriemen 18

19 Bij het stopzetten met gebruik bestaat de kans op een depressie en in zware gevallen zelfs suïcidaliteit. De mate van de psychiatrische problematiek is echter wel gecorreleerd met de ernst van het misbruik (Pagonis, Angelopoulos, Hadjichristodoulou, & Koukoulis, 2006). Hormonen en verwante stoffen Hormonen staan in voor de endocriene regulatie van lichaamsfuncties. Ze worden in de hormoonklieren geproduceerd en via het bloed getransporteerd. Er zijn tevens enkele verboden hormonen: Erythropoëtine(EPO) Groeihormoon(HGH) Gonadotrofines Insuline Corticotrophin (NADO Vlaanderen, 2015) Hormonen zijn een zeer uitgebreide categorie onder doping, waardoor deze masterproef zich beperkt tot het bespreken van de meest voorkomende variant in de fitnessindustrie, namelijk: het groeihormoon (HGH 20 ). Het groeihormoon is een specifiek anabool eiwit dat de somatische groei bevordert, de eiwitsynthese stimuleert en de koolhydraat- en vetstofwisseling regelt. Tegenwoordig wordt het bio-synthetisch groeihormoon, dat vervaardigd wordt met behulp van DNA-technologie van het gen voor het menselijk groeihormoon, over de hele wereld gebruikt. Het is immers qua werkzaamheid sterk te vergelijken met het menselijk groeihormoon zelf (Hofmann, 2006). Het groeihormoon bevordert de groei in vele verschillende weefsels, verhoogt het intracellulaire aminozuurtransport, verhoogt de nucleïnezuursynthese en verhoogt de eiwitsynthese. Verder zorgt het groeihormoon voor de stimulering van vetverbranding, een verhoogde bindweefselsynthese en een verhoogde calcium- en fosforstofwisseling (Bompa & Cornacchia, 2002). 20 HGH = Human Growth Hormone 19

20 Laatstgenoemde effecten zorgen er immers voor dat het groeihormoon enorm populair is als dopingmiddel binnen de fitnessindustrie. Het gebruik ervan is de afgelopen jaren dan ook uit de hand gelopen (Bompa & Cornacchia, 2002). Het langdurig en overmatig gebruik van dit groeihormoon kan mogelijks bijwerkingen veroorzaken. Verandering van de stem, vervorming van de gezichtsvorm, vergroeiing van botuiteinden, glucose-intolerantie, spierzwakte, hartvergroting, hypertensie, compressie van de oppervlakkige zenuwen, een verhoogde serumcholesterol en triglyceriden 21 zijn allemaal wijzigingen die in het lichaam kunnen optreden (Saugy, et al., 2006). Beta-2 agonisten Beta-2 agonisten worden oorspronkelijk gebruikt voor de behandeling van astma en andere luchtwegaandoeningen. Ze ontspannen de luchtwegen naar de longen, waardoor ze zich meer openzetten (NADO Vlaanderen, 2015). Beta-2 agonisten worden tevens gebruikt als doping, doordat ze de stofwisseling en hartslag verhogen. Het lichaam kan hierdoor meer energie leveren, wat voor iedere sporter praktisch is. Indien beta-2 agonisten in hoge doseringen worden gebruikt, zorgen deze voor extra spieropbouw. Het krijgt met andere woorden het effect van een anabool middel, wat namelijk voordelig is voor de fitnessbeoefenaar. Het gebruik van beta-2 agonisten in een hoge dosering 22 kan echter leiden tot: misselijkheid, duizeligheid, rusteloosheid, hartritmestoornissen en spierkrampen (Hofmann, 2006). Hormoonantagonisten Hormoonantagonisten bestrijden de werking van hormonen. In de fitnessindustrie worden antioestrogene middelen gebruikt om de bijwerkingen van anabole middelen tegen te gaan. Ze worden dus ingenomen door fitnessbeoefenaars om de inname van anabole androgene steroïden te verbergen. De inname van extra testosteron door anabole androgene steroïden zorgt namelijk ook voor een verhoogde hoeveelheid oestrogeen in het bloed. Om de verhouding tussen testosteron en oestrogeen weer op peil te brengen, worden antioestrogene middelen ingenomen. Deze middelen beïnvloeden de fysieke prestaties echter niet. Mogelijke bewerkingen zijn: buikpijn, hoofdpijn, opvliegers, verminderd gezichtsvermogen en een verhoogd risico op trombose (Hofmann, 2006) 21 Vet in de bloedbaan: zorgt voorenergievoorziening/ Url: 22 Beta-2 antagonisten worden in hogere hoeveelheden toegediend als dopingsmiddel. 20

21 Diuretica Diuretica (plaspillen) zijn geneesmiddelen die de nieren stimuleren om meer urine te produceren. Diuretica worden normaal voorgeschreven voor een hoge bloeddruk, vochtophoping of stoornis in de balans tussen water en zout. Het gebruik van dit middel is echter ook in de fitnessindustrie zeer populair, aangezien deze vochtafdrijvend werkt. Het effect zorgt ervoor dat de spieren meer afgelijnd worden waardoor ze ook beter zichtbaar worden. Verder zorgt dit middel ervoor dat er een lagere concentratie andere verboden producten in de urine aanwezig is. Het gevolg hiervan is dat het moeilijker is om aan te tonen dat er wel degelijk verboden stoffen aanwezig zijn. Tenslotte wordt het ook gebruikt om snel gewicht te verliezen (NADO Vlaanderen, 2015). Stimulantia Stimulantia zijn verbindingen met een centraal stimulerende activiteit die zich voornamelijk in de motorische sfeer manifesteert. Ze bewerkstelligen een toename van de alertheid, vermindering van de vermoeidheid en geven een gevoel van euforie. Stimulantia kunnen tevens een opwinding veroorzaken waarbij de lichamelijke prestaties kunnen verbeteren (Van Praag, 2000). Onder de groep van stimulantia behoren enorm veel middelen, degene die als doping gebruikt worden zijn: amfetamines, cocaïne, ecstasy en methylfenidaat (Docherty, 2008). Fitnessbeoefenaars kunnen stimulantia gebruiken om zich meer te ontspannen, zich minder nerveus te maken en om zichzelf paraat te stellen indien ze zich klaarstomen voor een competitie. Men kan dus vaststellen dat het gebruik van deze middelen vooral psychologisch van aard is. Narcotica Narcotica zijn verslavende geneesmiddelen die de pijn helpt verminderen, slaap induceert en een persoon zijn stemming kan beïnvloeden (Clouet, 1971). De mogelijke bijwerkingen van deze middelen zijn: misselijkheid, slaperigheid, fysische en psychische afhankelijkheid, constipatie en een plotse bloeddrukdaling. Narcotica kunnen een verhoogde tolerantiedrempel voor pijn geven wat kan zorgen voor betere sportieve prestaties. Het kan echter leiden tot schade en blessureleed, aangezien de fitnessbeoefenaar veel grotere inspanningen kan leveren zonder enig gevoel van pijn (Hofmann, 2006). 21

22 Cannabinoïden Cannabinoïden zijn een groep van natuurlijke stoffen die uit het kruid Cannabis Sativa afkomstig zijn. Voorbeelden van cannabis zijn: marihuana en hasj (beide bevatten thc). Cannabis kan echter een gevoel van ontspanning geven. Het middel is niet omwille van prestatiebevorderende effecten op de dopinglijst gezet, maar eerder als reactie tegen een algemeen maatschappelijk probleem. Het duurt ook lang vooraleer cannabis uit het lichaam verdwijnt, wat voor onaangename verassingen kan zorgen indien een fitnessbeoefenaar meedoet aan een wedstrijd (Hofmann, 2006) Dopingcontroles in België Antidopingbeleid in Vlaanderen Het NADO-Vlaanderen staat in voor het antidopingbeleid in Vlaanderen. De organisatie kan iedere sporter in het Nederlands taalgebied op elk moment verzoeken zich te onderwerpen aan een dopingcontrole (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013). Dopingcontroles zijn een van de belangrijkste hoekstenen van het antidopingbeleid. Vroeger gebeurden de controles enkel na wedstrijden. Het probleem met het effect van anabole middelen is dat deze eerder gradueel van aard zijn, wat de opsporing gecompliceerd maakt. Het werd dus moeilijk om buiten competitieverband onaangekondigde controles in te voeren. Dopingcontroles kunnen echter zowel binnen als buiten wedstrijdverband plaatsvinden (Catlin, Fitch, & Ljungqvist, 2008). Sinds het decreet van 13 juli 2007 maakt de Vlaamse antidopingregelgeving een onderscheid tussen elitesporters en breedtesporters. Deze masterproef staat in het kader van de dagdagelijkse fitnessbeoefenaar, die onder de term breedtesporter valt. Het onderscheid tussen een elitesporter en breedtesporter is onder meer van belang in het kader van dopingcontroles. Een breedtesporter wordt namelijk enkel binnen een wedstrijdverband of fitnesscentrum gecontroleerd (NADO Vlaanderen, 2015). 22

23 Indien een sporter geselecteerd wordt voor controle, zal de persoon in kwestie hiervan persoonlijk op de hoogte gesteld worden. Fitnessbeoefenaars die meedoen aan wedstrijden zijn trouwens verplicht om na iedere wedstrijd te controleren of ze al dan niet geselecteerd zijn voor een mogelijke dopingcontrole. Een dopingcontrole kan bovendien niet zonder geldige reden geweigerd worden. Indien de persoon weigert met reden, zal de tuchtcommissie beslissen of deze al dan niet geldig is (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013). De controle loopt pas ten einde indien de vereiste hoeveelheid is afgestaan. Verder worden alle persoonlijke en relevante gegevens genoteerd in een dopingcontroleformulier. De onderzochte dient het formulier aandachtig te lezen en eventuele ingenomen medicatie of voedingssupplementen gedurende afgelopen zeven dagen te noteren. Tenslotte ondertekent de onderzochte persoon het formulier en ontvangt hij een kopie. Indien deze geen handtekening wil neerschrijven, verandert er echter niks aan de inhoud van het formulier tot het tegendeel bewezen wordt (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013). Er zijn bovendien twee belangrijke voorwaarden om te kunnen spreken van een rechtsgeldige dopingcontrole. Eerst en vooral dienen deze controles uitgevoerd te worden onder de verantwoordelijkheid van erkende controleartsen. Verder moet er een beroep gedaan worden op een WADA geaccrediteerd controlelaboratorium met inachtneming van de procedure die het antidopingdecreet en het uitvoeringsbesluit voorschrijven (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013). Dopingcontrole NADO Vlaanderen Onderstaande tabel geeft de resultaten weer uit dopingcontroles van het NADO Vlaanderen 23 binnen wedstrijdverband bodybuilding. De tabel toont een hoog percentage dopingpraktijken binnen de sport bodybuilding. Ondanks een vastgestelde daling in het aantal praktijken, blijft het percentage verontrustend hoog. 23 Url: 23

24 Tabel 1: controles NADO Vlaanderen bij bodybuilders Jaar Controles wedstrijd Atypische bevinding Afwijkend resultaat Weigering Dopingpraktijken / ,9% ,0% ,1% ,3% ,3% / ,7% ,1% ,4% Dopingpraktijk % Het NADO heeft ook dopingtests 24 uitgevoerd in enkele Belgische fitnesscentra. Voor het jaar 2012 werden 105 dopingtests uitgevoerd, waarbij er een verontrustend hoog percentage afwijkende resultaten werd genoteerd: (28,6 %). Voor het jaar 2013 vonden er 150 dopingtests plaats. Het percentage afwijkende resultaten was net als het jaar ervoor verontrustend hoog: (19,3 %). Voor het jaar 2014 werden 122 dopingcontroles uitgevoerd. De resultaten tonen een absoluut dieptepunt, (37,7 %) van de geteste fitnessbeoefenaars had namelijk een dopingpraktijk begaan. Voor het jaar 2015 werden tenslotte 136 dopingcontroles uitgevoerd in fitnesscentra. Het aantal dopingpraktijken ligt lager dan het jaar ervoor, maar blijft desondanks zorgwekkend hoog: (19,9 %). Voor al deze resultaten ligt het gemiddelde aannemelijk hoger dan het algemeen gemiddelde in fitnesscentra, aangezien de tests gericht worden uitgevoerd. Er werd immers gecontroleerd in fitnesscentra waar men een vermoeden had dat er dopingpraktijken plaatsvonden. De meest voorkomende middelen in de dopingtests zijn de anabole middelen. Wat zijn nu de gevolgen indien er een dopingpraktijk wordt vastgesteld? Er is namelijk een verschil tussen de elitesporter en breedtesporter. De elitesporter wordt een periode uitgesloten van sportactiviteiten, dat wil zeggen een periode niet deelnemen aan wedstrijden, training in groep of andere vormen van georganiseerde sport. 24 Url: 24

25 De breedtesporter wordt door de disciplinaire organen van de Vlaamse Gemeenschap bestraft, waarbij ze naast bovenvermelde sportieve sanctie ook nog een geldboete tot euro kunnen opleggen (Maeschalk, Vermeersch, & De Saedeleer, 2013) Het gevaar van voedingssupplementen Voedingssupplementen worden wereldwijd gebruikt om verschillende redenen: Beter herstel na zware trainingssessies. Verhoogde energie. Mogelijke prestatieverbetering. Vermijden vermoeidheid, behouden gezondheid. (Vlaamse Overheid, 2016) De supplementen worden vaak gebruikt door topsporters, maar ook in de fitnessindustrie is het uitermate populair. Voedingssupplementen kunnen echter vervuild zijn met dopingstoffen. Het komt immers voor dat supplementen bepaalde verboden stoffen bezitten die er volgens de verpakking niet inzitten. Het gebruik van vervuilde supplementen kan niet enkel een positieve dopingtest aangeven, het kan tevens enorm schadelijk zijn voor de gezondheid van de persoon in kwestie (Molinero & Marquez, 2009). Fitnessbeoefenaars die gebruik maken van voedingssupplementen zijn dus nooit zeker welke producten ze precies gebruiken, tenzij de supplementen getest worden in een daartoe uitgerust laboratorium. Het gebruik van voedingssupplementen met een onduidelijk etiket wordt trouwens niet als een aanvaardbaar verdedigingsargument gezien, indien de sporter positief test op doping (NADO Vlaanderen, 2015). In het jaar 2000 heeft de Atletencommissie van het Internationaal Olympisch Comité een algemene verklaring geplaatst waarin het volgende wordt aangekondigd: Wij zouden de atleten van de wereld willen wijzen op het feit dat recente ontdekkingen hebben aangetoond dat voedingssupplementen dopingproducten kunnen bevatten waardoor de atleten positief kunnen worden bevonden voor stoffen die momenteel op de lijst van de verboden middelen staan. De commissie is bovendien van oordeel dat de atleten hun volle verantwoordelijkheid moeten nemen voor alle dopingproducten die in hun lichaam worden aangetroffen ten gevolge van het gebruik van voedingssupplementen. (NADO Vlaanderen, 2015) 25

26 In België werd er een actie gestart van september 2007 tot juni Er werden 168 controles uitgevoerd, verspreid over heel België. Uit de gecontroleerde operatoren bleek 34% niet geregistreerd te zijn bij het FAVV 25. Het totale aantal gecontroleerde producten in deze tijdspanne wordt geschat op ongeveer 5000 producten. Er werden 1679 niet conforme producten aangetroffen bij de verschillende operatoren, dit is ongeveer 34%. Er werden 100 binnenlandse distributeurs geïdentificeerd als leverancier van niet conforme supplementen (Multidisciplinaire Hormonencel, 2008). Bovendien werd er een lijst opgesteld met buitenlandse leveranciers van niet conforme supplementen. Het betreft voornamelijk leveranciers vanuit de landen: Frankrijk, Nederland, Duitsland, Amerika en Groot-Brittannië. Men kan concluderen dat indien er niet conforme supplementen aangetroffen worden van buitenlandse afkomst, deze voornamelijk vanuit onze buurlanden komen (Multidisciplinaire Hormonencel, 2008). Het aankopen van voedingssupplementen via internet komt steeds vaker voor. Er is namelijk een groot gamma aan supplementen via een verhoogde toegankelijkheid van het internet. De aankoop van voedingssupplementen is echter niet aan een reglementering onderworpen, waardoor het gevaar bestaat dat deze supplementen verboden stoffen bevatten. Het is om dergelijke reden dat het FAGG 26 in samenwerking met de douane, controles uitvoert bij de invoer van postpakketten (Multidisciplinaire Hormonencel, 2008) Dopinggebruik in fitnesscentra In dit onderdeel wordt er dieper ingegaan op het gebruik van doping in de fitnessindustrie zelf. Recente studies hebben immers vastgesteld dat het gebruik van doping en in het specifiek gebruik van anabole androgene steroïden veelvuldig voorkomt in fitnesscentra. Het zijn tegenwoordig niet enkel professionele atleten die gebruik maken van doping, ook de recreatieve fitnessbeoefenaar tracht vaak zijn prestaties of fysieke verschijning te verbeteren aan de hand van verboden middelen (Stubbe, et al., 2009). Hieronder worden enkele relevante studies besproken inzake de prevalentie van dopinggebruik in fitnesscentra. De gehanteerde onderzoeken zijn afkomstig uit Nederland, Duitsland en België. Het is opmerkelijk dat onderzoek bij Belgische fitnessbeoefenaars zeldzaam is. 25 FAVV = Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen 26 FAGG = Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten 26

27 Nederland In het onderzoek van Vogels et al. (1994) werd voor het eerst een grootschalig kwantitatief onderzoek verricht naar het gebruik van prestatiebevorderende middelen onder jongeren (16-25 jaar). De resultaten geven voor het totale aantal Nederlandse respondenten een prevalentie aan van 1%. Uit de groep fitnessbeoefenaars blijkt er echter een prevalentie van 6% te zijn, het betreft hier voornamelijk mannelijke fitnessbeoefenaars. Bij de bodybuilders onder de fitnessbeoefenaars bleek de prevalentie 16% te bedragen. De meest voorkomende middelen in het onderzoek zijn: anabole steroïden, groeihormonen, clenbuterol en amfetaminen (Vogels, et al., 1994). De Boer (1996) vult deze gegevens aan door een onderzoek te verrichten naar het verschil in prevalentie van het ooit gebruiken van verboden middelen tussen recreatieve bodybuilders en wedstrijdbodybuilders. De prevalentie voor recreatieve bodybuilders bedraagt 37% terwijl deze voor de wedstrijdbodybuilders 77% bedraagt (De Boer, Van Haren, Hartgens, De Boer, & Porsius, 1996). Volgens het Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik (NPO) in 2007 blijken deze cijfers zelfs licht gestegen te zijn (Baarveld, Backx, & Voorn, 2009). Een volgend onderzoek in Nederland bedraagt 92 fitnesscentra met een totaal van 718 bevraagde fitnessbeoefenaars. Hieruit hebben er 246 respondenten meegedaan aan de klassieke methode 27 en 447 aan de randomized respons methode 28. Van de fitnesseigenaren zelf gaven 8,8% aan dat ze de kans groot achten dat hun bezoekers verboden prestatiebevorderende middelen gebruiken. Het verschil in prevalentie van dopinggebruik tussen de klassieke methode en randomized respons methode is opmerkelijk. Voor de klassieke methode bedraagt de algemene prevalentie 0,4%, terwijl deze voor de randomized respons methode 8,2% bedraagt. De klassieke methode geeft dus een onderschatting van de prevalentie weer. Er kan hieruit geconcludeerd worden dat methode een rol speelt voor de resultaten (Stubbe, et al., 2009). 27 Om vergelijkbaarheid met eerder uitgevoerd onderzoek naar dopinggebruik in Nederland mogelijk te maken. 28 Om in kaart te brengen of er sprake was van een onderschatting van de werkelijke prevalentie veroorzaakt door het geven van sociaal wenselijke antwoorden door respondenten. 27

28 Duitsland In een Duits onderzoek van Simon et. al. (2006) zijn bij 500 respondenten uit 49 verschillende fitnesscentra interviews afgenomen. De gemiddelde leeftijd in het onderzoek was 32 jaar en het grootste deel van de respondenten was van het mannelijk geslacht (69,4%). In het onderzoek werd trouwens gebruik gemaakt van RRT 29, aangezien deze methode sociaal wenselijke antwoorden corrigeert. Met deze methode bleek echter dat 12,5% van de respondenten ooit 30 doping heeft gebruikt. Bovendien bleek er een enorm hoge prevalentie te zijn voor illegaal drugsgebruik 31 (Simon, Striegel, Aust, Dietz, & Ulrich, 2006). Een volgend Duits onderzoek van Raschka et. al. (2013) bevestigt bovenstaande resultaten. Er werden in dit onderzoek 484 vrijetijdsatleten uit 11 fitnesscentra in de buurt van Main/Frankfurt ondervraagd aan de hand van een survey. De prevalentie in dit onderzoek voor het nemen van anabole drugs is 12,9% voor mannen en 3,6% voor vrouwen. Verder blijkt uit de resultaten dat 35% in het verleden al andere drugs had ingenomen (Raschka, Chmiel, Preiss, & Boos, 2013). Het onderzoek van Striegel et al. (2006) bezit conforme resultaten aan de voorgaande onderzoeken uit Duitsland. In deze studie werden 1802 vragenlijsten in 113 verschillende fitnesscentra verspreid waarvan er 621 (34,5%) beantwoord werden. Uit deze resultaten bleken 13,5% van de respondenten te bekennen ooit anabole verboden stoffen te hebben genomen. Het gebruik van anabolen was positief gerelateerd met het gebruik van cocaïne, trainingsfrequentie en negatief gerelateerd met onderwijsniveau en alcoholgebruik (Striegel, et al., 2006). België In het jaar 2010 heeft de federale politie, in samenwerking met het Team Medisch Verantwoord Sporten van de Vlaamse Gemeenschap, 5 dossiers opgestart inzake dopinggebruik in fitnesscentra. Eén van de dossiers werd opgestart nadat vernomen werd dat verschillende leden uit eenzelfde fitnesscentrum anabole androgene middelen innamen. Er werd dan ook een dopingcontrole uitgevoerd, waarbij 21 fitnessbeoefenaars werden onderworpen aan een urinetest. 29 Randomized Respons Methode 30 Lifetime prevalentie 31 In het bijzonder: cocaïne 28

29 Van de 21 geteste fitnessbeoefenaars, werden er 5 positieve testen afgelegd. Er werden bovendien 5 huiszoekingen uitgevoerd, waarbij op 4 van de 5 plaatsen anabole middelen werden aangetroffen (Multidisciplinaire Hormonencel, 2010) Attitude Een attitude is een cognitieve representatie die onze evaluatie over een attitude-object bevat. Attitude-objecten kunnen uiteenlopende zaken zijn: mensen, gedrag, dingen, ideeën, gebeurtenissen of het zelf (Smith & Mackie, 2007). In huidig onderzoek is doping het attitude-object waarover de dagdagelijkse fitnessbeoefenaar een cognitieve representatie vormt. In dit hoofdstuk wordt het concept attitude onder de loep genomen. Het is immers van belang om literatuur te bezitten inzake het concept, als achterliggend kader voor het attitudeonderzoek zelf. Het eerste onderdeel bespreekt de definitie van attitude. Verder worden de drie bouwstenen 32 van attitude besproken en daaropvolgend de relatie tussen gedrag en attitude. Tenslotte komen er enkele onderzoeken aan bod die een beter overzicht bieden omtrent de attitude tegenover doping in de sport en fitness zelf Definitie Perloff (2003) verstaat onder het concept attitude: een overtuiging, mening of evaluatie ten aanzien van een object; een neiging om een persoon, voorwerp of idee als positief of negatief te evalueren. Men kan dus stellen dat een attitude in algemene zin verwijst naar de afweging die het individu maakt tussen de verwachte voor- en nadelen van een bepaald gedrag (Eagly & Chaiken, The advantages of an inclusive definition of attitude, 2007). Attitudes verschillen in richting en sterkte: Richting: negatief neutraal positief Sterkte: zwak gemiddeld sterk Biologisch ontstaan attitudes zeer vroeg in de levensloop. Zo vertonen baby s al na 1 tot 2 maanden een voorkeur voor het menselijk gelaat. Natuurlijk zijn er meer oorzaken bij het vormen van een attitude dan het biologisch aspect (Maio & Haddock, 2009). 32 Bouwstenen attitude: cognitief aspect/affectief aspect/ conatief aspect 29

Dopingcontrole: hoe? Onbewust dopinggebruik vermijden!

Dopingcontrole: hoe? Onbewust dopinggebruik vermijden! Dopingcontrole: hoe? Onbewust dopinggebruik vermijden! Dr. Hans Cooman NADO Vlaanderen www.antidoping.vlaanderen info@nado.vlaanderen Dopingcontrole Waarom? Wanneer? Wie controleert? Wie wordt gecontroleerd?

Nadere informatie

Gids voor een dopingvrije sportbeoefening bij breedtesporters

Gids voor een dopingvrije sportbeoefening bij breedtesporters Gids voor een dopingvrije sportbeoefening bij breedtesporters 1 Inhoud Deel 1: Inleiding Deel 2: Dopingcontroles: wie, wanneer, hoe? Deel 3: Je verantwoordelijkheid als sporter Deel 4: Wat is doping? Deel

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen jaren is uit rapportages van het voormalige Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) en de daarna opgerichte Dopingautoriteit gebleken dat in ons land

Nadere informatie

Breedtesporter Dit is elke sportbeoefenaar die niet gecatalogeerd is als Elitesporter

Breedtesporter Dit is elke sportbeoefenaar die niet gecatalogeerd is als Elitesporter 1/6 Bijlagen: 10 Toelichtingsnota DOPINGBESTRIJDING in VLAANDEREN Intro Sedert 31 maart 2015 is in de Vlaamse Gemeenschap de vernieuwde antidopingregelgeving van kracht, conform de Wereld antidopingcode

Nadere informatie

Parantee vzw p/a Huis van de Sport Zuiderlaan 13 B-9000 Gent T 09 243 11 70 info@parantee.be www.parantee.be www.facebook.com/parantee BE TOP BOEKJE

Parantee vzw p/a Huis van de Sport Zuiderlaan 13 B-9000 Gent T 09 243 11 70 info@parantee.be www.parantee.be www.facebook.com/parantee BE TOP BOEKJE Parantee vzw p/a Huis van de Sport Zuiderlaan 13 B-9000 Gent T 09 243 11 70 info@parantee.be www.parantee.be www.facebook.com/parantee BE TOP BOEKJE 17/10/2015 Beste atleet Het BE TOP boekje is je persoonlijk

Nadere informatie

Dopingbestrijding in Vlaanderen

Dopingbestrijding in Vlaanderen Dopingbestrijding in Vlaanderen Dr. Hans Cooman Eupen, 30 september 2006 Basisprincipe de gezondheid van de sporter moet beschermd worden en elke sporter moet met gelijke wapens kunnen strijden Het huidig

Nadere informatie

PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN DOPING TAKEN VAN SPORTFEDERATIES

PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN DOPING TAKEN VAN SPORTFEDERATIES PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN DOPING TAKEN VAN SPORTFEDERATIES Inleiding Sinds 14 november 2012 is in de Vlaamse Gemeenschap een vernieuwde antidopingregelgeving van kracht. Het decreet van 25 mei 2012

Nadere informatie

Scriptie Biologie Doping in de sport

Scriptie Biologie Doping in de sport Scriptie Biologie Doping in de sport Scriptie door I. 1743 woorden 11 januari 2016 0 keer beoordeeld Vak Biologie Voorwoord Voor het vak Biologie moesten wij een werkstuk maken. Die wordt verzorgd door

Nadere informatie

Gids voor de professionele, dopingvrije sportbeoefening

Gids voor de professionele, dopingvrije sportbeoefening Gids voor de professionele, dopingvrije sportbeoefening 1 Inhoud Deel 1: Inleiding Deel 2: Dopingcontrole: wie, wanneer, hoe? Deel 3: Je verantwoordelijkheid als elitesporter Deel 4: Wat is doping? Deel

Nadere informatie

Junioren KBWB/WBV No needle policy & antidopingbeleid

Junioren KBWB/WBV No needle policy & antidopingbeleid No needle policy & antidopingbeleid Deel 1: NO NEEDLE policy Junioren KBWB /WBV 2013 No Needle Policy Standpunt Federatie = standpunt UCI = NO NEEDLE policy JunioreJunioren KBWB/WBV 2013 No Needle Policy

Nadere informatie

Dutch. 1 Vraag: Ik ben altijd zelf verantwoordelijk voor wat ik slik, injecteer of op andere wijze toedien aan mijn lichaam.

Dutch. 1 Vraag: Ik ben altijd zelf verantwoordelijk voor wat ik slik, injecteer of op andere wijze toedien aan mijn lichaam. Dutch 1 Vraag: Ik ben altijd zelf verantwoordelijk voor wat ik slik, injecteer of op andere wijze toedien aan mijn lichaam. Antwoord: Waar Alle sporters zouden zich proactief moeten opstellen in het stellen

Nadere informatie

5,3. Werkstuk door een scholier 1282 woorden 6 maart keer beoordeeld. Inleiding:

5,3. Werkstuk door een scholier 1282 woorden 6 maart keer beoordeeld. Inleiding: Werkstuk door een scholier 1282 woorden 6 maart 2002 5,3 49 keer beoordeeld Vak LO Inleiding: Mijn probleemstelling is heeft het nou echt zin om doping te gebruiken, omdat ik iets meer wilde weten over

Nadere informatie

Doping. 1. Inleiding: 2. Wat is doping?

Doping. 1. Inleiding: 2. Wat is doping? Doping 1. Inleiding: Een dopingovertreding zorgt voor veel ophef op de televisie en in de kranten. Vooral wanneer het een bekende topsporter betreft die veel (gouden) medailles gewonnen heeft. Het lijkt

Nadere informatie

PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN DOPING TAKEN VAN SPORTFEDERATIES

PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN DOPING TAKEN VAN SPORTFEDERATIES 1 PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN DOPING TAKEN VAN SPORTFEDERATIES Inleiding Sinds 14 november 2012 is in de Vlaamse Gemeenschap een vernieuwde antidopingregelgeving van kracht. Het decreet van 25 mei 2012

Nadere informatie

betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport

betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport stuk ingediend op 1554 (2011-2012) Nr. 2 10 mei 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport Amendementen Stukken in het dossier: 1554 (2011-2012)

Nadere informatie

Samenvatting LO Bewegen en Samenleving

Samenvatting LO Bewegen en Samenleving Samenvatting LO Bewegen en Samenleving Samenvatting door H. 1075 woorden 16 januari 2013 3,3 5 keer beoordeeld Vak LO Bewegen en Samenleving Wat moet je weten? - Welke takken van sport en welke bewegingsvormen

Nadere informatie

Ik stelde de minister hierover reeds eerdere schriftelijke vragen (nr. 235 van 8 januari 2013 en nr van 19 september 2013).

Ik stelde de minister hierover reeds eerdere schriftelijke vragen (nr. 235 van 8 januari 2013 en nr van 19 september 2013). VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN FINANCIËN, BEGROTING, WERK, RUIMTELIJKE ORDENING EN SPORT Vraag nr. 401 van 3 februari 2014 van ULLA WERBROUCK Elite- en niet-elitesporters

Nadere informatie

Drugspreventie-beleid

Drugspreventie-beleid Lommel United stelt zich tot doel om voetballers professioneel op te leiden. In kwaliteitsvolle omstandigheden en in een gezonde competitieve én aangenaam constructieve geest wil Lommel United zoveel mogelijk

Nadere informatie

Koersen op een schone sport

Koersen op een schone sport Koersen op een schone sport Workshop voor verenigingen Op 17 juni 2013 presenteerde de Commissie Anti-Doping Aanpak (Commissie Sorgdrager) haar eindrapport Meedoen of stoppen. De conclusie: het wegwielrennen

Nadere informatie

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol Kennisquiz Cannabis Weet u welke klachten het gevolg kunnen zijn van cannabisgebruik? Test uw eigen kennis door de antwoorden te omcirkelen. Aan het einde van de quiz geven we de juiste antwoorden en de

Nadere informatie

Wat is doping? (I) Herkomst van de uitdrukking. "Doop" (Nederlands) (18 de eeuw): Zuid-Afrikaanse drank

Wat is doping? (I) Herkomst van de uitdrukking. Doop (Nederlands) (18 de eeuw): Zuid-Afrikaanse drank 1 Wat is doping? (I) Herkomst van de uitdrukking "Doop" (Nederlands) (18 de eeuw): Zuid-Afrikaanse drank "Dope" 1889 de eerste keer vermeld in een Engels woordenboek "Doping" (Internationaal) 2 Wat is

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Advies SARC Vlaamse Sportraad 26 juni 2014 Arenbergstraat Brussel Tel

Advies SARC Vlaamse Sportraad 26 juni 2014 Arenbergstraat Brussel Tel D-SP-338-11 Advies SARC Vlaamse Sportraad 26 juni 2014 Arenbergstraat 9 1000 Brussel Tel 02 553 41 91 sarc@vlaanderen.be www.sarc.be VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD

Nadere informatie

Dutch. 1 Vraag: Ik ben altijd zelf verantwoordelijk voor wat ik slik, injecteer of op andere wijze toedien aan mijn lichaam.

Dutch. 1 Vraag: Ik ben altijd zelf verantwoordelijk voor wat ik slik, injecteer of op andere wijze toedien aan mijn lichaam. Dutch 1 Vraag: Ik ben altijd zelf verantwoordelijk voor wat ik slik, injecteer of op andere wijze toedien aan mijn lichaam. Antwoord: Waar Alle sporters zouden vooruit moeten denken en gelijk vragen stellen

Nadere informatie

Doping-Quiz. Waar of Onwaar? Programma. Sport is te mooi voor doping. Even voorstellen. Even voorstellen. Opdracht

Doping-Quiz. Waar of Onwaar? Programma. Sport is te mooi voor doping. Even voorstellen. Even voorstellen. Opdracht Programma Sport is te mooi voor doping Voorstelrondje Dopingquiz Warming Up: Inleiding De opdracht Cooling Down: Evaluatie Anneke Palsma ASK Coach 3 basispresentatie 2010 Even voorstellen Opleidingen HBO

Nadere informatie

Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Advies VTC nr. 02/2012 van 10 juli 2012

Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Advies VTC nr. 02/2012 van 10 juli 2012 Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer Advies VTC nr. 02/2012 van 10 juli 2012 Betreft: Advies inzake het ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering

Nadere informatie

7,6. Werkstuk door een scholier 2195 woorden 10 juli keer beoordeeld. Inleiding

7,6. Werkstuk door een scholier 2195 woorden 10 juli keer beoordeeld. Inleiding Werkstuk door een scholier 2195 woorden 10 juli 2001 7,6 178 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding In deze tijd wordt er veel gesproken over doping. Er zijn heel wat gevallen van doping bekend in de topsport.

Nadere informatie

INTERN TUCHTREGLEMENT INZAKE DOPINGPRAKTIJKEN GEPLEEGD DOOR ELITESPORTERS OF BEGELEIDERS 19/11/2012

INTERN TUCHTREGLEMENT INZAKE DOPINGPRAKTIJKEN GEPLEEGD DOOR ELITESPORTERS OF BEGELEIDERS 19/11/2012 INTERN TUCHTREGLEMENT INZAKE DOPINGPRAKTIJKEN GEPLEEGD DOOR ELITESPORTERS OF BEGELEIDERS 19/11/2012 1. Dit reglement is uitgewerkt in overeenstemming met artikel 24 en 25 van het Vlaams decreet van 25

Nadere informatie

Informatie controle middelen paard KNHS

Informatie controle middelen paard KNHS Informatie controle middelen paard KNHS 1 april 2009 Controle op aanwezigheid verboden middelen bij pony s/paarden tijdens KNHS-wedstrijden Op KNHS-wedstrijden in de diverse disciplines en op alle niveaus

Nadere informatie

DOPINGBESTRIJDING IN VLAANDEREN GIDS VOOR SPORTFEDERATIES

DOPINGBESTRIJDING IN VLAANDEREN GIDS VOOR SPORTFEDERATIES DOPINGBESTRIJDING IN VLAANDEREN GIDS VOOR SPORTFEDERATIES Versie 1.0 31 maart 2015 NADO VLAANDEREN 1 Inhoud Inleiding... 3 I. Informeren en vormen van sporters en begeleiders... 5 1. De rechten en plichten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 JUNI 2014 P.13.0127.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0127.N W H M K, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Lut Wille, advocaat bij de balie te Brugge. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

- + Programma Eigen Kracht. De ene calorie is de andere niet? Calorieën en Joules. Opbouw presentatie. Een kwestie van balans.

- + Programma Eigen Kracht. De ene calorie is de andere niet? Calorieën en Joules. Opbouw presentatie. Een kwestie van balans. Programma Eigen Kracht 09.00 uur Meer spieren en minder spek Hans Kroon De ene calorie is de andere niet? Hans Wassink 17 e EFAA Aerobics, Fitness en Clubmanagement Conventie 16 mei 2010, Papendal te Arnhem

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Format Niet-technische samenvatting 2015144. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Format Niet-technische samenvatting 2015144. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Format Niet-technische samenvatting 2015144 Dit format gebruikt u om uw niet-technische samenvatting te schrijven Meer informatie over de niet-technische samenvatting vindt u op de website www.zbo-ccd.nl.

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; 1/6 Advies nr 04/2016 van 3 februari 2016 Betreft: Adviesaanvraag van de Duitstalige Gemeenschap betreffende het voorontwerp van decreet betreffende de bestrijding van doping in de sport (CO-A-2016-002)

Nadere informatie

Antidoping voor de trainer

Antidoping voor de trainer Antidoping voor de trainer NADO Vlaanderen www.antidoping.vlaanderen info@nado.vlaanderen Inhoudsopgave Wat is doping? Elitesporters Toestemming wegens Therapeutische Noodzaak (TTN) Dopingcontrole: waarom,

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

09 Doping bijlage 1 Dispensaties

09 Doping bijlage 1 Dispensaties Deze bijlage is gebaseerd op de Dispensatiebijlage Nationaal Dopingreglement Nederlandse Sport versie 2.0 van 1 september 2011. Inhoudopgave Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Toepassingsgebied...

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Hormoon onderzoek Voorbeeld verslag hormoonanalyse

Hormoon onderzoek Voorbeeld verslag hormoonanalyse Hormoon onderzoek Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Welke hormonen zijn getest?...3 2. Cortisol...4 2.1. Wat is cortisol?...4 2.2. Oorzaken...4 2.3 Symptomen...4 2.4 Uitslag Cortisol...5 3. Testosteron...6

Nadere informatie

Informatie voor patiënten. PCOS (polycysteus ovariumsyndroom)

Informatie voor patiënten. PCOS (polycysteus ovariumsyndroom) Informatie voor patiënten PCOS (polycysteus ovariumsyndroom) z PCOS is de afkorting van polycysteus ovariumsyndroom. Letterlijk betekent dit dat er meerdere (poly) vochtblaasjes (cysten) in de eierstok

Nadere informatie

Voeding en Doping. Anne van Vegchel, sportarts SGA West-Brabant

Voeding en Doping. Anne van Vegchel, sportarts SGA West-Brabant Voeding en Doping Anne van Vegchel, sportarts SGA West-Brabant (w)eet ik veel? Bier + chips = wijn + pinda s 249 414 Speculaasje = ontbijtkoek 48 77 Mars = gevulde koek 268 204 Yoghurtdrank = glas wijn

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Medisch Verantwoord Sporten

Medisch Verantwoord Sporten Medisch Verantwoord Sporten De verplichtingen van sportfederaties inzake medisch verantwoorde sportbeoefening A. Het waarborgen van de medisch verantwoorde sportbeoefening voor de sporter 1. Aan welke

Nadere informatie

Praktische opdracht NLT Doping in de sport

Praktische opdracht NLT Doping in de sport Praktische opdracht NLT Doping in de sport Praktische-opdracht door een scholier 4022 woorden 17 juni 2011 6,4 19 keer beoordeeld Vak NLT Inhoud: Deel: Hoofdstukken: Bladzijdes: Inleiding: Waar ligt de

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND

INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw reumatoloog heeft u een ziekteremmend medicijn voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn

Nadere informatie

Jos van Erp Hartstichting / De Hart&Vaatgroep. Stress en gezondheid

Jos van Erp Hartstichting / De Hart&Vaatgroep. Stress en gezondheid Jos van Erp Hartstichting / De Hart&Vaatgroep Stress en gezondheid Acute stress Het stressmechanisme is een overlevingsmechanisme Stressor Het stressmechanisme: Een fysiologisch systeem dat functioneert

Nadere informatie

DOPINGBESTRIJDING WADA-CODE THERAPEUTIC USE EXEMPTION (TUE) -- SANCTIONERING. dr. Jan Verstuyft

DOPINGBESTRIJDING WADA-CODE THERAPEUTIC USE EXEMPTION (TUE) -- SANCTIONERING. dr. Jan Verstuyft DOPINGBESTRIJDING WADA-CODE THERAPEUTIC USE EXEMPTION (TUE) -- SANCTIONERING dr. Jan Verstuyft 30.09.2006 Toelating voor therapeutisch gebruik historisch IOC-lijst Bèta-blokkers Bèta-2-agonisten Lokaal

Nadere informatie

ADDENDUM. Nederlandse Samenvatting

ADDENDUM. Nederlandse Samenvatting & ADDENDUM Nederlandse Samenvatting Addendum Wereldwijd neemt het aantal patiënten met type 2 diabetes ( ouderdom suikerziekte ) snel toe, wat voornamelijk komt door de toename in overgewicht. Diabetes

Nadere informatie

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011 Oktober - november - december 2011 Info spot Diabetes en depressie Inleiding Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chronische stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een te hoog glucosegehalte

Nadere informatie

Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: "het Antidopingdecreet van 25 mei 2012")

Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: het Antidopingdecreet van 25 mei 2012) Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: "het Antidopingdecreet van 25 mei 2012") Datum 25/05/2012 DOCUMENT Art. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

BIJSLUITER. pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5

BIJSLUITER. pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5 BIJSLUITER pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Rhini-San 2 mg/20 mg tabletten Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride Lees goed de hele

Nadere informatie

INSTELLEN VAN EEN BEHANDELING MET BETABLOKKERS 5

INSTELLEN VAN EEN BEHANDELING MET BETABLOKKERS 5 WAT IS HARTFALEN? 3 WAT VOELT U ALS U AAN HARTFALEN LIJDT? 3 WAT DOET UW ARTS OM UW ZIEKTE TE BEHANDELEN? 4 Controle van de symptomen4 De verdere evolutie van de ziekte voorkomen 4 INSTELLEN VAN EEN BEHANDELING

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 2 juli 2012 BESLISSING nr. 2012-2 over de weigering om toegang te geven tot documenten in verband met de PIP-implantaten op de Belgische

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.11.2000 COM(2000) 737 definitief (97/396/JBZ), over ketamine (97/396/JBZ), over GHB (97/396/JBZ), over ketamine (97/396/JBZ), over GHB Verslag van de

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Lichamelijke activiteit is erg belangrijk om de algemene gezondheid van mensen met een dwarslaesie in stand te houden. Door de beperking van de onderste extremiteiten is dit bij mensen met een dwarslaesie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Het is dus een aandoening van de knie, waarbij het kraakbeen aan de achterzijde van de knieschijf beschadigd is.

Het is dus een aandoening van de knie, waarbij het kraakbeen aan de achterzijde van de knieschijf beschadigd is. Verslag door Ilse 2668 woorden 14 mei 2017 1 2 keer beoordeeld Vak LO Wie ben ik? Ik ben Ilse Hielkema. Ik ben 16 jaar oud en woon in Dronrijp. Verder vind ik DIY s erg leuk en probeer ook veel DIY s van

Nadere informatie

Behandeling van Hepatitis C

Behandeling van Hepatitis C Behandeling van Hepatitis C MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Inleiding Uw behandelend arts heeft bij u Hepatitis C geconstateerd. De MDL-verpleegkundige gaat u begeleiden bij het behandelen

Nadere informatie

Middelengebruik en alcohol in relatie tot NAH. Twan van Duijnhoven Verpleegkundig Specialist GGZ

Middelengebruik en alcohol in relatie tot NAH. Twan van Duijnhoven Verpleegkundig Specialist GGZ Middelengebruik en alcohol in relatie tot NAH Twan van Duijnhoven Verpleegkundig Specialist GGZ Programma Stellingen Geschiedenis van verslaving Wat zijn drugs? Fasen van gebruik Soorten middelen Effecten

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE Kamer : Doping Leden van de kamer : (kamervoorzitter) : mr. O.J.H.M. van Eijndhoven (lid) : dr. M.A. Dutrée (lid) : mr. A.S. Hulster Zaaknummer : T 2016001/2016-17-01 In

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

ISOCURAL zachte capsules, oraal (isotretinoïne)

ISOCURAL zachte capsules, oraal (isotretinoïne) De Belgische gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel ISOCURAL. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt? Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Urfadyn PL 100 mg harde capsules Nifurtoïnol Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor

Nadere informatie

VERANDERINGEN? Hart en bloedvaten. In de zwangerschap wordt er meer bloed aangemaakt en moet het hart harder rond pompen. Dit op zich heeft weinig

VERANDERINGEN? Hart en bloedvaten. In de zwangerschap wordt er meer bloed aangemaakt en moet het hart harder rond pompen. Dit op zich heeft weinig SUCCES VAN EEN LES: Veilig en effectief trainen onder begeleiding Samen trainen, wat motiverend werkt Een goede, positieve en enthousiaste coach Gevarieerde en gepaste muziek die zorgt voor motivatie en

Nadere informatie

Hoe doen ze dat: een medicijn maken?

Hoe doen ze dat: een medicijn maken? Hoe doen ze dat: een medicijn maken? Je neemt vast wel eens iets tegen de hoofdpijn of koorts. En vaak waarschijnlijk zonder er bij na te denken. Maar wist je dat het wel twaalf jaar duurt voordat een

Nadere informatie

Vragenlijst voor de keuring van een stamcel-/lymfocytendonor.

Vragenlijst voor de keuring van een stamcel-/lymfocytendonor. Vragenlijst voor de keuring van een stamcel-/lymfocytendonor. Naam arts: Datum donorkeuring: Ruimte voor sticker donorgegevens Svp doorhalen wat niet van toepassing is. Algemene inventarisatie 1 Voelt

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement van de VJF

Huishoudelijk Reglement van de VJF Huishoudelijk Reglement van de VJF HOOFDSTUK 8 : GEZOND EN ETHISCH SPORTEN ( GES ) ART. 1 : Gezond en ethisch sporten. Alle judoka s dienen zich te schikken naar het Decreet over Gezond en Ethisch Sporten

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride BIJSLUITER 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

DRERNST. Beleef uw menopauze op serene wijze! Om u te helpen opvliegers en prikkelbaarheid te overwinnen.

DRERNST. Beleef uw menopauze op serene wijze! Om u te helpen opvliegers en prikkelbaarheid te overwinnen. DRERNST Beleef uw menopauze op serene wijze! Om u te helpen opvliegers en prikkelbaarheid te overwinnen. www.drernst.be De menopauze, wat is dat? Als vrouwen 50 jaar worden, betekent dat voor de meesten

Nadere informatie

MATCHFIXING IN VLAANDEREN

MATCHFIXING IN VLAANDEREN VAKGROEP BEWEGINGS- EN SPORTWETENSCHAPPEN ONDERZOEKSGROEP SPORTMANAGEMENT MATCHFIXING IN VLAANDEREN Dr. Els De Waegeneer - 1 maart 2018 MATCHFIXING IN VLAANDEREN 1. Definities 2. Theoretisch kader: het

Nadere informatie

Zin en onzin van supplementen. Jenny Hofstede, (sport)diëtist. Diëtetiek Divisie Interne Geneeskunde en Dermatologie

Zin en onzin van supplementen. Jenny Hofstede, (sport)diëtist. Diëtetiek Divisie Interne Geneeskunde en Dermatologie Zin en onzin van supplementen. Jenny Hofstede, (sport)diëtist Inhoud Sportvoeding: de basis Supplementen Vervuilde supplementen (doping) Overdosering van supplementen Sportvoeding: de basis Koolhydraten

Nadere informatie

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015 G. Portzky 1. INLEIDING 1. Definiëring Suïcide Suïcidepoging: Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: "het Antidopingdecreet van 25 mei 2012")

Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: het Antidopingdecreet van 25 mei 2012) Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropsch... pagina 1 van 39 Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: "het Antidopingdecreet

Nadere informatie

A1: Beschrijf 3 situaties waarin het even minder goed gesteld was met je lichamelijke en /of psychische gezondheid. Geef een verklaring.

A1: Beschrijf 3 situaties waarin het even minder goed gesteld was met je lichamelijke en /of psychische gezondheid. Geef een verklaring. Boekverslag door L. 1719 woorden 16 mei 2003 6.4 37 keer beoordeeld Vak LO Inhoudsopgave opdracht A opdracht C opdracht E Bronvermelding Bronvermelding: - voorplaat HEB IK VAN DE SITE WWW.MEDIATHEEK/THINKQUEST.NL

Nadere informatie

Decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport ("het Antidopingdecreet ")

Decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (het Antidopingdecreet ) Decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport ("het Antidopingdecreet ") Gecoördineerde versie met wijzigingen aangebracht bij decreet van 19 december 2014 Art.

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het gebruik van cannabis sativa L. en cannabinoiden (zoals cannabidiol) als of in voedingsmiddelen

Vragen en antwoorden over het gebruik van cannabis sativa L. en cannabinoiden (zoals cannabidiol) als of in voedingsmiddelen Vragen en antwoorden over het gebruik van cannabis sativa L. en cannabinoiden (zoals cannabidiol) als of in voedingsmiddelen Inhoudstafel 1. Is er een verschil tussen cannabis en hennep?... 2 2. Wat wordt

Nadere informatie

Inleiding. 2. Vraagstelling. Advies expertgroep middelen. geweld

Inleiding. 2. Vraagstelling. Advies expertgroep middelen. geweld Advies expertgroep middelen Bijeenkomst 12 december 2012, 12.30-16.00 uur Nederlands Forensisch Instituut, Den Haag en geweld Datum 5 februari 2013 Ons kenmerk 1. Inleiding In maart 2011 heeft de Minister

Nadere informatie

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 19 juni 2001 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 19 juni 2001 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening; Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport

Nadere informatie

Activelifestyle. FIT-Guide

Activelifestyle. FIT-Guide Activelifestyle FIT-Guide Inleiding U wilt uw doel behalen, maar weet niet precies hoe. Deze FIT-Guide is er om u tips en een inside look van ons product te geven. Alleen training is niet het enige wat

Nadere informatie

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Freya Vander Laenen FADO Utrecht 20/11/08 1 1. Achtergrond Klassieke drugpreventie en drugpreventieonderzoek Specifieke

Nadere informatie

Sport en beweging in type 1 diabetes. Prof. dr. Dominique Hansen

Sport en beweging in type 1 diabetes. Prof. dr. Dominique Hansen Sport en beweging in type 1 diabetes Prof. dr. Dominique Hansen Sport en beweging: waarom? (Angst voor beweging) Geen beweging Toename in vetmassa Verlaging in fitheid Toename in bloeddruk, etc. Slechtere

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 38313 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2012 2034 [C 2012/35749]

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Sustanon 250, oplossing voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Sustanon 250, oplossing voor injectie BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Sustanon 250, oplossing voor injectie Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie

Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: "het Antidopingdecreet van 25 mei 2012")

Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: het Antidopingdecreet van 25 mei 2012) Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport (citeeropschrift: "het Antidopingdecreet van 25 mei 2012") Datum 25/05/2012 Art. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media vergadering C112 CUL14 zittingsjaar 2012-2013 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van 7 februari 2013 2 Commissievergadering nr. C112 CUL14 (2012-2013) 7 februari

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

PUBERS EN SOCIALE MEDIA

PUBERS EN SOCIALE MEDIA P u b e r s e n g e n o t m i d d e l e n P R O G R A M M A PUBERS EN Eef Hollman Adviseur Gezondheidsbevordering GGD HM Puberteit Puberbrein Populaire Genotmiddelen Preventie Als er meer hulp nodig is

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Hormoongebruik rond de overgang

Hormoongebruik rond de overgang Hormoongebruik rond de overgang Afdelingen gynaecologie en verloskunde Inhoudsopgave Inleiding 2 Wat is de overgang? 2 Klachten tijdens de overgang 2 Het gebruik van oestrogenen tijdens de overgang 2 De

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Inleiding. Onderzoek hiernaar heb ik gedaan aan de hand van een hoofdvraag. Deze luidt als volgt:

Inleiding. Onderzoek hiernaar heb ik gedaan aan de hand van een hoofdvraag. Deze luidt als volgt: Sectorwerkstuk door een scholier 3291 woorden 3 juli 2012 6 65 keer beoordeeld Vak Zorg en welzijn Inleiding Dit is een sectorwerkstuk voor het profiel Zorg en Welzijn. Als onderwerp hiervoor is doping

Nadere informatie

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID Resultaten Dienstverlening m.b.t. de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid in het kader van het decreet van 13 juli 2001 en het

Nadere informatie

De studie had betrekking op een groep van. Therapietrouw bevorderen van bij het begin. Studie. Tabel 1

De studie had betrekking op een groep van. Therapietrouw bevorderen van bij het begin. Studie. Tabel 1 Therapietrouw bevorderen van bij het begin Hypertensie is een sluipmoordenaar. Een levenslange behandeling is dan ook een noodzaak. Maar hoe reageren patiënten die pas hun diagnose gekregen hebben op die

Nadere informatie