Plattelandsontwikkeling

Transcriptie

1 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013 CONCEPT 28 OKTOBER 2010 Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling Sint Anthonis, 2010 tot en met OKTOBER 2010

2 2010 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze dan ook en mag evenmin in een geautomatiseerd gegevensbestand worden opgeslagen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente Sint Anthonis. Aan de inhoud van dit rapport kunnen geen rechten worden ontleend. De gemeente verwerpt elke aansprakelijkheid voor een ander gebruik van de gegevens in deze rapportage dan voor de situatie waarvoor het rapport wordt uitgebracht. 2 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

3 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013 CONCEPT 28 OKTOBER 2010 Project Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling Opdrachtgever Gemeente Sint Anthonis Brink BH Sint Anthonis Opdrachtnemer RMB Anja Hagendoorn Postbus AB Cuijk Contactpersoon Programmacoördinator Buitengebied Angelique Heijnemans Status concept Datum 28 oktober 2010 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

4 4 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

5 VOORWOORD PM Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

6 6 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

7 INHOUD Voorwoord 1. Inleiding 1.1. Achtergrond van de reconstructie 1.2 Doel van het Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling 1.3 Inhoud 1.4 Werkwijze 1.5 Leeswijzer 2. Ambities en beleidsopgaven 2.1 Natuur 2.2 Landbouw 2.3 Landschap en cultuurhistorie 2.4 Water en bodem 2.5 Recreatie en toerisme 2.6 Wonen, werken en leefbaarheid 2.7 Conclusie 4.3 Niet projectmatige werkzaamheden 4.4 Sleutelfiguren 4.5 Capaciteit en financiering 4.6 Communicatie Bijlagen Bijlage 1 Deelnemers bijeenkomsten Bijlage 2 Literatuur en foto s Bijlage 3 Doelenboom projecten buitengebied Bijlage 4 Overzicht prioritaire projecten Bijlage 5 Tabel Bijlage 6 Kaart 3. Prioritaire reconstructiedoelen en -projecten 3.1 Inventarisatie en prioritering 3.2 Prioritaire reconstructiedoelen 3.3 Prioritering en fasering van projecten 3.4 Natuur 3.5 Landbouw 3.6 Landschap en cultuurhistorie 3.7 Bodem en water 3.8 Recreatie en toerisme 3.9 Wonen, werken en leefbaarheid 3.10 Projecten van externe partners van de gemeente 3.11 Laaghangend fruit en witte vlekken 4. Organisatie en uitvoering 4.1 Bestuurlijke organisatie 4.2 Samenwerking met externe partners Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

8 8 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

9 1 INLEIDING 1.1 Achtergrond van de reconstructie Op tal van plaatsen in Noord-Brabant verandert het platteland. Nieuwe natuurgebieden komen tot stand, rivieren krijgen de ruimte, dorpen blijven leefbaar en landbouw kan zich ontwikkelen op duurzame locaties. Deze voorbeelden van de herinrichting van het Brabantse platteland dragen bij aan een vitaal, mooi en schoon platteland voor alle inwoners en recreanten. De herinrichting van het platteland wordt ook wel reconstructie of revitalisering genoemd. Aan de uitvoering werken overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren, onder regie van de provincie Noord-Brabant. De gemeente Sint Anthonis is onderdeel van het reconstructiegebied Peel en Maas. In 2002 heeft het kabinet de Reconstructiewet Concentratiegebieden aangenomen. Aanleiding voor het opstellen van deze wet was het uitbreken van de varkenspest in Dit maakte herinrichting van de veehouderijsector noodzakelijk. De opdracht is echter verbreed: de reconstructiewet moet er voor zorgen dat er een beter evenwicht ontstaat tussen alle functies van het landelijk gebied. De reconstructie is uitgewerkt aan de hand van zes thema s: landbouw, natuur, landschap en cultuurhistorie, water en bodem, wonen, werken en leefbaarheid en toerisme en recreatie. Doel is om het platteland economisch vitaal, groen en leefbaar te houden, om zo te komen tot een goede ontwikkeling van het platteland. In plaats van reconstructie, wordt er daarom ook wel gesproken over plattelandsontwikkeling. De provincie heeft haar reconstructiebeleid in april 2005 vastgelegd in gebieds- of reconstructieplannen voor de verschillende gebieden (zie kaart op pagina 8). Vervolgens is met iedere gemeente individueel een bestuursovereenkomst gesloten. In deze intentieovereenkomst geven provincie en gemeente aan zich zo veel mogelijk in te spannen om de gebieds- of reconstructieplannen goed en gecoördineerd te realiseren. Om tot uitvoering van de reconstructieplannen te komen, en dus tot ontwikkeling van het platteland te komen, is door de provincie Noord- Brabant het Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied (PMJP) opgesteld. Het Rijk heeft via het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) middelen beschikbaar gesteld om deze doelen uit te voeren. Voor de reconstructiegebieden in Brabant zijn vervolgens Gebiedsmeerjarenprogramma s (GMJP s) vastgesteld voor de periode 2009 tot en met Voor de gemeente Sint Anthonis is het GMJP Peel en Maas van toepassing. Het College van Gedeputeerde Staten van Brabant stelt in haar regiebrief Gebiedsmeerjarenprogramma s van 10 februari 2009 aan de reconstructiegebieden: Concreet vragen we u om het (regionale) GMJP en het werkplan voor de opeenvolgende jaren, te vertalen in de begrotingen en meerjarenramingen van de partners. De gebieds- of reconstructiecommissie (bestuur) van reconstructiegebied Peel en Maas stimuleert daarom het opstellen van een gemeentelijk werkdocument voor plattelandsontwikkeling. De uitvoering van concrete projecten die leiden tot plattelandsontwikkeling vindt plaats op gemeentelijk schaalniveau. Daarom heeft de gemeente ervoor gekozen het voorliggende Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling Sint Anthonis op te stellen voor de periode 2010 tot en met De gemeente Sint Anthonis realiseert zich dat er in haar buitengebied al veel gebeurt, deels door de gemeente zelf en deels door haar partners. De gemeente erkent het belang van een gemeentelijk sturingsinstrument voor plattelandsontwikkeling, en heeft daarom dit Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling Sint Anthonis opgesteld. De reconstructie is opgedeeld in drie periodes van vier jaar: tot en met 2009: opstartfase. Centraal staat de vraag: wat gaan we doen? Met het gereedkomen van dit Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling is deze vraag tot op het lokale schaalniveau beantwoord tot en met 2013: uitvoeringsfase. In deze fase wordt de overschakeling gemaakt van praten over naar doen tot en met 2017: verankering. De ontwikkeling van het buitengebied zorgt voor veel veranderingen. Door de uitvoering van Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

10 projecten zijn in deze periode veel veranderingen zichtbaar. Deze veranderingen moeten goed verankerd worden in hun fysieke en maatschappelijke omgeving, zodat het buitengebied leefbaar blijft. Tevens zal in deze periode de uitvoering van plattelandsontwikkeling geëvalueerd worden, en waar nodig zullen vervolgstappen geformuleerd worden. Uit bovenstaande blijkt dat er doelstellingen voor plattelandsontwikkeling geformuleerd zijn op provinciaal, regionaal en lokaal niveau. In veel gevallen zullen ze elkaar overlappen. Er zijn natuurlijk ook specifieke gemeentelijke doelen. Wanneer in dit stuk gesproken wordt over de doelstellingen voor plattelandsontwikkeling, dan gaat het over alle doelen gezamenlijk. 1.2 Doel van het Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling In het Meerjarenprogramma wordt een overzicht gegeven van gemeentelijke en particuliere projecten in het buitengebied. Ook wordt de relatie gelegd tussen deze projecten en de provinciale reconstructiedoelstellingen. Op basis van dit overzicht is het voor de gemeente mogelijk om een gefundeerde keuze te kunnen maken welke projecten voor de gemeente prioriteit hebben, welke projecten eerst en welke later kunnen worden uitgevoerd. Voordelen van het Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling: het vergroot de doelgerichtheid in de programmering en uitvoering; het bevordert een intern en extern gedeelde oriëntatie op de uitdagingen die er in het buitengebied liggen en waar de gemeente verantwoordelijkheid voor draagt; het vormt de basis voor bestuurlijke afspraken over de uitvoering van de projecten; het monitoren, de evaluatie en eventuele bijsturing worden eenvoudiger. 1.3 Inhoud In het Meerjarenprogramma is aangegeven op welke reconstructiedoelen binnen de zes reconstructiethema s geprioriteerd is. Ook is per thema aangegeven welke reconstructieprojecten prioriteit hebben. Het Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling: geeft inzicht in geplande en de lopende (gemeentelijke) projecten in het buitengebied van de gemeente Sint Anthonis; geeft inzicht in de reeds gerealiseerde (gemeentelijke) projecten die een bijdrage leveren aan de reconstructiedoelstellingen; geeft inzicht in de particuliere projecten die een bijdrage leveren aan de reconstructiedoelstellingen; laat zien met welke van deze projecten invulling wordt gegeven aan de provinciaal en regionaal geformuleerde doelstellingen voor plattelandsontwikkeling; kwantificeert de doelen voor plattelandsontwikkeling uit het reconstructieplan zoveel mogelijk op gemeentelijk niveau; maakt inzichtelijk aan welke doelen de gemeente niet/minder werkt; prioriteert op inhoud, op wettelijke verplichtingen en op gemaakte afspraken; maakt de fasering van prioritaire projecten in de tijd inzichtelijk. 1.4 Werkwijze Om te komen tot dit Meerjarenprogramma zijn een aantal stappen doorlopen. Het project is van start gegaan met een interne bijeenkomst met gemeenteambtenaren vanuit de verschillende disciplines. Tijdens deze bijeenkomst is een begin gemaakt met de inventarisatie van gemeentelijke projecten die onder de noemer reconstructie buitengebied geschaard kunnen worden. Dit overzicht is naderhand aangevuld en gecompleteerd. Waar mogelijk zijn de projecten op kaart ingetekend. Half maart 2010 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden waarvoor de externe partners van de gemeente in het buitengebied waren uitgenodigd. De opkomst was groot, de discussies levendig en er is een indrukwekkende hoeveelheid initiatieven geïnventariseerd. De gemeente heeft de resultaten van de interne inventarisatie verwerkt in een doelenboom. De doelenboom vormt een aparte bijlage van dit Meerjarenprogramma en geeft een totaaloverzicht van de activiteiten in het buitengebied van Sint Anthonis. De doelenboom geeft de zes reconstructiethema s weer met de provinciale / regionale 10 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

11 Sint Anthonis is het resultaat van deze keuze. De uitkomsten van de voorgaande stappen zijn erin verwerkt. In de doelenboom is goed te zien dat er de afgelopen jaren al heel veel gebeurd is in het buitengebied van de gemeente Sint Anthonis. De inzet en resultaten van de afgelopen jaren hebben mede bepaald waar de prioriteiten voor de nabije toekomst komen te liggen. Bij dit Meerjarenprogramma horen de hierboven genoemde doelenboom met daarin een overzicht van doelen en projecten voor plattelandsontwikkeling, een tabel waarin de relatie wordt gelegd tussen de (gemeentelijke) projecten en de provinciale/regionale reconstructiedoelen en een kaart waarop de projecten zijn weergegeven, voor zover deze op kaartbeeld weer te geven zijn. 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk twee bevat een thematisch overzicht van de ambities en beleidsopgaven van de gemeente Sint Anthonis. In hoofdstuk drie zijn de projecten beschreven die aan deze doelen invulling geven. Schematisch zijn deze projecten ook terug te vinden in de bij dit rapport behorende tabel. De projecten die prioriteit hebben gekregen, zijn in hoofdstuk vier terug te vinden. Hoofdstuk 5 tenslotte, gaat in op de organisatie en uitvoering van het Meerjarenprogramma. reconstructiedoelen en -subdoelen die daaronder vallen. Onder deze doelen zijn de gemeentelijke projecten weergegeven. Hierbij gaat het zowel om de projecten die de afgelopen tijd zijn afgerond als projecten die in de initiatieffase, planvormingsfase of uitvoeringsfase zijn. Met name onder het thema wonen, werken, leefbaarheid zijn veel projecten in uitvoering. Op de doelenboom zijn ook de witte vlekken duidelijk zichtbaar. Ook de particuliere initiatieven zijn toegevoegd aan de doelenboom. Opvallend is dat de energie, te herkennen aan het aantal genoemde projecten, voor de externe partners van de gemeente vooral ligt bij het thema toerisme en recreatie en bij het thema wonen, werken, leefbaarheid specifiek bij het onderwerp Leefbaarheid. Op basis van het totale projectenoverzicht in de doelenboom is het vervolgens mogelijk om een gefundeerde keuze te maken welke projecten voor de gemeente prioriteit hebben, welke projecten eerst (2010) en welke later worden uitgevoerd. Het Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

12 12 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

13 2 AMBITIES EN BELEIDSOPGAVEN De reconstructieopgave is ingedeeld in zes thema s. In dit hoofdstuk worden per reconstructiethema de verschillende ambities en beleidsopgaven van de gemeente Sint Anthonis benoemd. De zes thema s zijn: Natuur Landbouw Landschap en cultuurhistorie Bodem en water Toerisme en recreatie Wonen, werken en leefbaarheid Een overzicht van geraadpleegde (beleids)documenten is opgenomen in bijlage 2. Het vigerende Bestemmingsplan Buitengebied Sint Anthonis dateert van Binnen de gemeente wordt momenteel gewerkt aan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. De beleidsopgaven uit het oude bestemmingsplan zijn om die reden niet in deze tekst opgenomen. 2.1 Natuur In het Reconstructieplan Peel en Maas wordt naast een brede strook van natuurgebieden aan de westkant van de gemeente Sint Anthonis, ook een gebied ten noordoosten van Stevensbeek aangeduid als ecologische hoofdstructuur. In de gemeente zijn enkele droge en natte ecologische verbindingszones (evz s) aangewezen. Het noordelijke deel van de Regionale natuur- en landschapseenheid de Stippelberg ligt op het grondgebied van de gemeente Sint Anthonis. De doelstelling voor deze gebieden zijn versterking van het landschappelijk en ecologisch raamwerk in samenhang met agrarische en recreatieve functies om zo een harde bescherming te bieden tegen verstedelijking en andere grootschalige bebouwing zoals kassen complexen of, nieuwe grootschalige vormen van verblijfsrecreatie. De planologische randvoorwaarden zijn vastgelegd in de Interimstructuurvisie en de Verordening ruimte. In het Werkplan voor 2010 geeft de Reconstructiecommissie Peel en Maas aan dat ze in 2010 voor het thema Natuur extra aandacht wil besteden aan de projecten Integrale gebiedsvisie Sint Anthonisbossen, Integrale gebiedsvisie Lage Raam en de EVZ Tovensche Beek. In het Coalitieprogramma Kansen voor Leefbaarheid en het Collegeprogramma Samen verantwoordelijk, samen vooruit wordt Sint Anthonis gekenmerkt als een gemeente met een groot en kansrijk buitengebied. De uitdaging waarvoor de gemeente staat is antwoord te vinden op de vraag hoe ruimte gegeven kan worden aan deze wensen op een zodanige manier dat geen conflicterende situaties ontstaan die de kernkwaliteiten van het buitengebied zouden kunnen schaden. In het collegeprogramma wordt de ambitie uitgesproken om de komende twee jaar een nieuwe Structuurvisie buitengebied vast te stellen en binnen de komende raadsperiode een nieuw Bestemmingsplan buitengebied vast te stellen. Tenslotte spreekt de gemeente Sint Anthonis in het Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma: Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Oost Brabant (Stika) uit dat het de ambitie van de gemeente is om de droge Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

14 evz s te realiseren door middel van aankoop van gronden en deels, maximaal 5%, door inzet van de Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Oost-Brabant. De natte evz s worden gerealiseerd in samenwerking met het Waterschap Aa en Maas. Op 21 juli 2010 is het gebiedscontract STIKA ondertekend door de gemeenten Sint Anthonis, Boxmeer, Boekel en Veghel. 2.2 Landbouw In het Reconstructieplan Peel en Maas is het buitengebied van de gemeente Sint Anthonis grotendeels aangewezen als verwevingsgebied en extensiveringsgebied. Daarnaast zijn er vijf landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s). Het betreft de gebieden ten noordoosten van Wanroij (LOG Wanroijse Peel), ten noordwesten van Landhorst (LOG Landhorst), ten zuidwesten van Landhorst (Secundair LOG: Beugense Peel), tussen Oploo, Westerbeek en Stevensbeek (LOG De Driehoek) en ten zuiden van Westerbeek (LOG Vale Peel). Op 19 maart 2010 hebben Provinciale Staten het burgerinitiatief Megastallen Nee over de negatieve gevolgen schaalvergroting intensieve veehouderij behandeld. In de Verordening Ruimte Fase 1 is vervolgens een bouwstop voor de intensieve veehouderij afgeroepen. Het gaat hierbij om een verbod op nieuwvestiging van intensieve veehouderijen en om een verbod op meerlaags bouwen. Daarnaast is de omvang van de bouwblokken beperkt tot 1,5 hectare inclusief groen (met ontheffingsmogelijkheid tot 2,5 hectare in de LOG s). Gedeputeerde Staten hebben op 12 mei 2010 in een Plan van aanpak landbouwontwikkelingsgebieden advies uitgebracht over een nieuwe begrenzing van de LOG s. Dit heeft geleid tot drie categorieën LOG s: goed/delen goed begrenst, niet goed begrenst, twijfel. Het LOG Landhorst valt in de categorie Goed, wat betekent dat de begrenzing gehandhaafd kan worden en er mogelijkheden zijn is voor ontwikkeling. Het LOG Westerbeek Zuid (Vale Peel) is gecategoriseerd als niet goed begrenst. Voor dit gebied geldt dat er geen of te beperkte mogelijkheden zijn voor ontwikkeling van bestaande locaties. LOG de Driehoek en LOG Wanroijse Peel worden gecategoriseerd als delen goed begrenst. Delen zijn niet geschikt, maar op andere stukken zijn reële mogelijkheden voor ontwikkeling. Wat de exacte gevolgen van deze categorisering zijn voor de ontwikkelingsmogelijkheden van deze LOG s moet in de toekomst duidelijk worden. Dit alles leidt tot grote onzekerheid over de verdere ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij in de gemeente Sint Anthonis. Deze onzekerheid geldt voor alle beleidsopgaven waar sprake is van intensieve veehouderij. Verwevingsgebieden zijn gebieden waar verschillende functies (natuur, landschap, cultuurhistorie, wonen, werken, recreatie en landbouw) naast elkaar voorkomen. In deze gebieden kunnen de intensieve veehouderijbedrijven zich duurzaam ontwikkelen. Voorheen konden bedrijven in deze gebieden uitgroeien tot maximaal 2,5 hectare. Sinds het inwerkingtreden van de Verordening Ruimte fase 1 is 1,5 hectare, inclusief groen, de maximum omvang. Het GMJP Peel en Maas geeft aan dat de reconstructiecommissie wil inzetten op structuurverbetering en duurzaamheid van de gangbare intensieve veehouderij en grondgebonden landbouw. In het Werkplan voor 2010 geeft de 14 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

15 Reconstructiecommissie Peel en Maas aan dat ze in 2010 extra aandacht wil besteden aan de operationalisering van diverse LOG s. In het Coalitieprogramma Kansen voor Leefbaarheid en in het Collegeprogramma Samen verantwoordelijk, samen vooruit geeft de gemeente aan dat in het kader van de reconstructie onverminderd wordt ingezet op de afwaartse beweging om bedrijven rond de kernen te verplaatsen. Binnen de richtlijnen van de provincie geeft de gemeente ruimte aan de ontwikkeling van LOG s en de intensieve veehouderij. In beide programma s wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor duurzaamheid, dierwelzijn en verantwoorde landschappelijk inpassing en de risico s voor de volksgezondheid. Een verwachte ontwikkeling is dat veel agrariërs zullen stoppen, waardoor er agrarische bedrijfsgebouwen vrij zullen komen. Om verloedering te voorkomen en het buitengebied vitaal te houden, wil de gemeente beleid formuleren voor deze vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen (VAB s). gemeente agrariërs en relevante natuur- en milieuorganisaties nadrukkelijk gaat betrekken bij landschaps- en natuurbeheer. Daarnaast geeft het collegeprogramma aan dat het hergebruik van VAB s ertoe leidt dat de omgevingskwaliteit verbetert en het buitengebied een streekgebonden werkgebied blijft. Binnen het Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma: Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Oost Brabant (Stika) heeft de gemeente de ambitie om voor alle aanwezige landschapselementen die in particulier eigendom zijn (circa 10 hectare), in 4 jaar een beheerovereenkomst af te sluiten via het Stika. Het realiseren van nieuwe landschapselementen (fijne dooradering) noemt de gemeente zeer wenselijk, maar gezien het beperkte budget wordt een streefcijfer genoemd van 1.5% nieuwe natuur In het collegeprogramma wordt daarnaast aangegeven dat het college de mogelijkheid van een pilot (locatie) voor innovatieve agrarische bedrijfsconcepten wil gaan onderzoeken. Ook een pilot voor een slimme concentratie van agrarisch-verwante bedrijven wordt tot object van studie gemaakt. Tevens worden initiatieven van ondernemers met betrekking tot duurzame (toepassings)vormen van energieopwekking, zoals zonneenergie, windenergie, biomassa en mestvergisting, door de gemeente actief ondersteunt door mee te zoeken naar (landschappelijk en ruimtelijk geschikte) locaties. 2.3 Landschap en cultuurhistorie Het Reconstructieplan Peel en Maas benoemt de Ullingse Bergen en het Sint Anthonisbos als onderdeel van een regionale natuur- en landschapseenheid. De reconstructiecommissie heeft in het GMJP Peel en Maas speciaal aandacht voor de landschappelijke en architectonische inpassing van bedrijven in en buiten landbouwontwikkelingsgebieden. De gemeente benoemt het thema landschap niet specifiek in haar Coalitieprogramma Kansen voor Leefbaarheid. Wel zal er aandacht besteed worden aan verantwoorde landschappelijke inpassing van agrarische bedrijfsgebouwen. Het Collegeprogramma Samen verantwoordelijk, samen vooruit geeft daarbij aan dat de Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten: Streefbeeld tot 2025 (uitsnede uit de kaart). Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

16 in de prioriteit I gebieden. Dit zijn de gebieden rond de dorpskernen, rond de beekdalen en de robuuste verbindingszone ten westen van Wanroij. 2.4 Water en bodem Het thema Water en bodem is met name gericht op waterberging en verbeteren van de waterkwaliteit. De zogenaamde natte evz s komen onder het thema Natuur aan de orde. In het Reconstructieplan Peel en Maas worden voor de gemeente Sint Anthonis een aantal waterlopen aangeduid als voorlopig reserveringsgebied voor waterberging, namelijk de Oploosche Molenbeek, de Tovensche Beek, De Hoge Raam en een stroom tussen Sint Anthonis en Ledeacker. Een deel van de Tovensche Beek worden gekenmerkt als ruimte voor beek- en kreekherstel. In die gebieden wordt gezocht naar multifunctioneel landgebruik dat te verenigen is met geringe inundatiepeilen. 2.5 Recreatie en toerisme Het Reconstructieplan Peel en Maas noemt in de gemeente Sint Anthonis verschillende recreatieve gebieden. Het gebied ten noorden van Sint Anthonis, rondom Ledeacker wordt gekenmerkt als intensief recreatief gebied. Daar is ook een recreatieve poort naar de Ullingse Bergen/Sint Anthonisbossen voorzien. In de projectlocatie De Bergen, gelegen tussen Wanroij en Landhorst, wordt ruimte gegeven aan recreatieve ontwikkelingen. De westzijde van de gemeente Sint Anthonis is voor een groot deel gekenmerkt als Kansrijk extensief recreatief landelijk gebied. Hier liggen kansen voor kleinschalige extensieve bedrijven, zoals het zorghotel Bronlaak, voor recreatief medegebruik en voor verschillende routestructuren. De reconstructiecommissie laat in het GMJP Peel en Maas weten dat ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme sterk afhankelijk zijn van initiatieven van ondernemers. De reconstructiecommissie zet in op het ondersteunen van initiatieven. In het Coalitieprogramma Kansen voor Leefbaarheid en het Collegeprogramma Samen verantwoordelijk, samen vooruit worden recreatie en toerisme genoemd als enkele van de verschillende functies waarvoor in het buitengebied ruimte gezocht wordt, zodanig dat er geen conflicterende situaties ontstaan. De ambitie van de gemeente zoals verwoord in het Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma: Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Oost Brabant is om binnen 12 jaar vanuit alle kernen diverse recreatieve routes te realiseren. Het streven is om 10 kilometer van deze routes over particuliere gronden te laten lopen. 2.6 Wonen, werken en leefbaarheid In het Reconstructieplan Peel en Maas geeft de provincie aan dat ze in de zes kernen van de gemeente een impuls wil geven aan de leefbaarheid. Daarbij gaat het om doelen als het bevorderen en instandhouden van de 16 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

17 leefbaarheid in de kleine kernen, het stimuleren van economische ontwikkelingen op het platteland en het verminderen van verstoringsbronnen (bijv. het verplaatsen van intensieve veehouderijen). Voor de dorpen Wanroij en Stevensbeek heeft de gemeente begin 2010 provinciale subsidie ontvangen voor de realisatie van de projecten uit de Integrale dorpsontwikkelingsplannen (IDOPs). De daarin genoemde projecten zijn in uitvoering. Verder is er in het reconstructieplan aandacht voor zogenaamde gecombineerde voorzieningen, die een positief effect hebben op de leefbaarheid. Voorbeelden zijn het gemeenschapshuis in Oploo en het Woonzorgcomplex in Westerbeek. Naar verwachting worden in de toekomst nog een heel aantal dorpsontwikkelingsprogramma s opgesteld voor kleine kernen in het reconstructiegebied Peel en Maas. In het GMJP Peel en Maas geeft de reconstructiecommissie te kennen dat dit een belangrijke doelstelling is voor de komende jaren. Er zijn veel ondernemers met creatieve ideeën die een bijdrage leveren aan de vitaliteit ven leefbaarheid van het platteland. De reconstructiecommissie wil zich inzetten om die ideeën de ruimte te geven. Dat vraagt om een ontwikkelingsgerichte werkwijze van de betrokken overheden. In het Werkplan voor 2010 geeft de Reconstructiecommissie Peel en Maas aan dat ze in 2010 extra aandacht wil besteden aan de projecten IDOP Westerbeek en IDOP Wanroij. maatschappelijke organisaties via dorpsontwikkelingsplannen te zoeken naar mogelijkheden om voorzieningen te behouden, bijvoorbeeld door ze te bundelen. Leefbaarheid betekent daarnaast voor de gemeente ook een bloeiend verenigingsleven, ontwikkelmogelijkheden voor bedrijven, maar ook verkeersveiligheid. Wonen wordt in het Reconstructieplan Peel en Maas genoemd als een sociaal-economische kans. Bijvoorbeeld bij woningsplitsing van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, herbouw van woningen voor de sloop van stallen en het bouwen voor (groepen) ouderen. 2.7 Conclusie De nadruk van de ambities en beleidsopgaven ligt in Sint Anthonis op de thema s (duurzame) landbouw en wonen, werken en leefbaarheid. Voor een gemeente als Sint Anthonis is dit een logische uitkomst. De gemeente wordt gekenmerkt als een plattelandsgemeente met een uitgestrekt buitengebied en een omvangrijke agrarische sector. De accenten voor het platteland in de toekomst zullen liggen bij het zorgen dat de verschillende activiteiten in het buitengebied op de goede locaties zullen plaatsvinden, zodat de leefbaarheid gestimuleerd worden en er een gezonde agrarische sector kan bestaan. Met de titel van het Coalitieprogramma Kansen voor Leefbaarheid geeft de gemeente aan dat leefbaarheid voor haar een centrale thema is. Het op peil houden van de leefbaarheid in de dorpen is speerpunt van beleid. Dit wordt uitgewerkt door ruimte te geven aan gedifferentieerde woningbouw, extra bouwvolume en het positief benaderen van initiatieven en woonwensen vanuit de dorpen. Kortom, door een hoogwaardige woonomgeving te creëren. In het Collegeprogramma Samen verantwoordelijk, samen vooruit wordt daarbij aangegeven dat het voorzieningenniveau een belangrijke voorwaarde is voor leefbaarheid. Als gevolg van de krimp van onze bevolking en de vergrijzing komen de voorzieningen echter onder druk te staan. De beperkte financiële middelen vragen om creatieve oplossingen. De inzet is om samen met de inwoners, ondernemers en Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

18 Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling Sint Anthonis, 2010 tot en met

19 3 PRIORITAIRE RECONSTRUCTIEDOELEN EN -PROJECTEN In dit hoofdstuk zijn per thema de prioritaire reconstructiedoelen en - projecten benoemd. We geven aan wat de belangrijke doelen zijn voor de gemeente en welke concrete projecten bijdragen aan doelrealisatie. Daarnaast wordt aangegeven welke projecten gerealiseerd zijn, momenteel uitgevoerd worden, of nog moeten worden uitgevoerd. Ook is aangegeven of er reconstructiedoelen zijn waaraan geen invulling wordt gegeven door middel van projecten. Het projectenoverzicht wordt voorafgegaan door een toelichting op het proces. 3.1 Inventarisatie en prioritering Om gefundeerd prioriteiten te benoemen is eerst een totaaloverzicht gemaakt van projecten die in het buitengebied spelen. De exceltabel en de doelenboom geeft hiervan het overzicht. Tijdens een interne bijeenkomst met gemeenteambtenaren vanuit de verschillende disciplines zijn veel gemeentelijke projecten genoemd. In het voorjaar van 2010 heeft een tweede bijeenkomst plaatsgevonden waarvoor de externe partners van de gemeente in het buitengebied waren uitgenodigd. De opkomst was groot, de discussies levendig en er is een indrukwekkende hoeveelheid projecten en initiatieven geïnventariseerd. In paragraaf 4.2 wordt een aantal suggesties gedaan hoe de gemeente het enthousiasme en de initiatieven van de externe partners kan stimuleren en benutten bij het realiseren van haar doelen in het buitengebied. Het totaaloverzicht van de projecten is terug te vinden in de exceltabel die bij dit rapport hoort. En voor zover mogelijk zijn ze op de kaart weergegeven die onderdeel uitmaakt van dit rapport. In bijlage 1 is te lezen welke personen bij de bijeenkomsten aanwezig waren. De resultaten van de inventarisaties zijn verwerkt in een doelenboom waarin per thema is weergegeven welke activiteiten de gemeente onderneemt. Met name onder het thema leefbaarheid zijn veel projecten in uitvoering. Ook zijn op de doelenboom de witte vlekken duidelijk zichtbaar (doelen waarvoor nog geen projecten zijn benoemd). De particuliere initiatieven zijn ook toegevoegd aan de doelenboom. Opvallend is dat de energie, te herkennen aan het aantal genoemde projecten, voor de externe partners van de gemeente vooral ligt bij het thema toerisme en recreatie en het specifieke doel verbeteren van de leefbaarheid onder het thema Wonen, werken en leefbaarheid. In bijlage 3 is de doelenboom opgenomen. Op basis van het totale projectenoverzicht heeft een prioritering plaatsgevonden van de gemeentelijke projecten die vervolgens heeft geleid tot een fasering van de projecten in de tijd. Deze fasering wordt aangegeven door middel van jaarschijven. De projecten die in dit hoofdstuk worden genoemd zijn de (gemeentelijke) projecten die prioriteit hebben gekregen. 3.2 Prioritaire reconstructiedoelen Per thema is een aantal prioritaire reconstructiedoelen genoemd, die hieronder zijn weergegeven: Natuur - Instandhouding en beheer van bestaande bos- en natuurgebieden - Verwerving en inrichting van natte en droge EVZ s Landschap & Cultuurhistorie - Herstelde, versterkte en ontwikkelde cultuurhistorische bouwelementen Landbouw - Operationele LOGs - Innovatie in landbouw faciliteren en stimuleren - Nevenactiviteiten faciliteren en stimuleren Toerisme en Recreatie - Verbeteren van toeristisch-recreatief aanbod Bodem & Water - Verbeteren waterkwaliteit Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling Sint Anthonis, 2010 tot en met

20 Wonen, werken & leefbaarheid - Verbeteren aanbod van diensten ter verbetering van de leefbaarheid - Ontwikkelen van gecombineerde voorzieningen - Stimuleren van economische ontwikkeling op het platteland - Verbeteren van de leefbaarheid door vermindering verstoringsbronnen op het platteland. 3.3 Prioritering en fasering van projecten De prioritering van de projecten sluit zoveel mogelijk aan bij de prioritaire reconstructiedoelen (zie paragraaf 3.2). Bij de prioritering is daarnaast gebruik gemaakt van de volgende rangorde: 1. Projecten die voortkomen uit een wettelijke verplichting; 2. Projecten waarvoor harde afspraken zijn gemaakt; 3. Projecten die reeds in de uitvoeringsfase zijn; 4. Projecten die in de planvormingsfase zijn; 5. Projectideeën / projecten die zich in de initiatieffase bevinden; 6. Projecten waarin de gemeente invloed kan uitoefenen op het projectresultaat, maar waarvoor een andere partij kartrekker is; Aan de hand van deze rangorde is een eerste prioriteitenlijst gemaakt. Valt een project onder 1, dan krijgt dit project automatisch een hogere positie op deze lijst ten opzichte van een project dat bijvoorbeeld onder 4 valt. Uitvoering van een project dat voortkomt uit een wettelijke verplichting is immers niet vrijblijvend en dient in veel gevallen direct te worden opgepakt. Voor een project dat enkel in planvorming is, geldt deze noodzaak niet. Aan de hand van deze prioriteitenlijst heeft door het college een verdere prioritering van projecten plaatsgevonden. In enkele gevallen heeft dit geleid tot verschuivingen. Op basis van politiekbestuurlijke afwegingen hebben sommige projecten een hogere positie op de lijst gekregen en omgekeerd. Bij de prioritering van projecten zijn de kleinere projecten, projecten die middels het reguliere werk worden opgepakt en projecten waarvoor andere partijen aan de lat staan niet meegenomen. Dit is gedaan om de schematische overzichten per thema overzichtelijk te houden. De uiteindelijke prioritering van projecten door het college is vervolgens gekoppeld aan een fasering in de tijd. Daarbij worden de projecten ingedeeld in de volgende categorieën: 1 e orde: projecten met TOP-prioriteit, start in 2010/ e orde: start projecten in 2011/ e orde: start projecten in 2012/ e orde: start projecten na 2013 Projecten die voortkomen uit een wettelijke verplichting en harde afspraak hebben sowieso TOP-prioriteit gekregen (1 e orde). Daarnaast zijn enkele projecten die zich in de uitvoeringsfase / planvormingsfase bevinden vanuit politiek-bestuurlijke overwegingen toegevoegd aan deze groep van projecten van de 1 e orde. Deze projecten dienen per direct verder te worden opgepakt. Onder de 2 e orde vallen de overige projecten die klaar staan om verder uitgevoerd te worden (uitvoeringsfase), alsmede enkele projecten die vanwege de combinatie planvormingsfase of initiatieffase en politiekbestuurlijke prioriteit in deze categorie terecht zijn gekomen. De overige projecten die in de planvormingsfase zitten (zonder specifieke politiek-bestuurlijke prioriteit), alsmede enkele projectideeën die wel vanwege politiek-bestuurlijke overwegingen hieraan zijn toegevoegd vallen onder de 3 e orde projecten. Onder de 4 e orde vallen de overige projecten die zich in de ideefase / initiatieffase bevinden. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt per thema een overzicht gegeven van de fasering van de prioritaire projecten in de tijd. Van elk van de prioritaire projecten wordt een beschrijving gegeven, wordt duidelijk aangegeven waarom het project juist onder die orde valt, in welke fase het project zich bevindt en welke projectpartners (naast de gemeente) betrokken zijn. 20 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

21 3.4 Natuur 1 e orde Projecten met TOP-prioriteit (start 2010 / 2011) Stimuleringskader groen-blauwe diensten (Stika) - Landschapspakket: Instandhouding en beheer natuur, nieuw aan te leggen bos- en natuurgebieden d.m.v. fijne dooradering - Recreatief pakket: o.a. realiseren ommetjes / kerkepaden 2 e orde Start projecten in 2011/2012 Ecologische Verbindingszones (EVZ s): Natte EVZ: - Lage Raam Droge EVZ s: - Kuilenstraat - Noordstraat - Eerste Stichting Start zodra subsidie is toegekend Gebiedsprogramma Tovensche Beek: - Ontwikkeling natte evz Bij subsidiestop heroverweging - Ontwikkeling Beek- en kreekherstel Bij subsidiestop heroverweging - Landgoedontwikkeling Particulier initiatief 3 e orde Start projecten in 2012/2013 EVZ: - Natte EVZ Oplosche Molenbeek Bij subsidiestop heroverweging Stimuleringskader groen-blauwe diensten (1 e orde) De (subsidie)regeling Stimuleringskader groen-blauwe diensten (Stika) maakt het mogelijk dat particulieren en agrariërs in het buitengebied in aanmerking komen voor een vergoeding voor beheer van bestaande en aanleg van nieuwe landschapselementen, akkerranden en recreatieve mogelijkheden. De gemeente Sint Anthonis heeft in samenwerking met Provincie, Waterschap en de gemeenten Veghel, Boekel en Boxmeer, de Nieuw aangelegde poel, onderdeel van de EVZ Peelkanaal dorpsraden en diverse particuliere deelnemers, het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma (GUP) Oost Brabant opgesteld met daaraan gekoppeld een gebiedscontract, waarin elke partij zijn ambities heeft aangegeven. De regeling is van kracht vanaf september Het Stika bevat een tweetal pakketen: - Landschapspakket: instandhouding en beheer van natuur, nieuw aan te leggen bos- en natuurgebieden d.m.v. fijne dooradering - Recreatief pakket: o.a. realiseren ommetjes, het behouden/opnieuw bruikbaar maken van kerkepaden e.d. Het project valt in de categorie projecten van de 1 e orde vanwege de harde afspraken met andere partijen, dat heeft geresulteerd in een op 21 juli 2010 ondertekende gebiedscontract. Daarnaast is het project reeds in uitvoering. Het stimuleren van de realisatie van ommetjes (onderdeel van Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

22 Stika) heeft tevens op basis van politiek-bestuurlijke overwegingen prioriteit gekregen. Ecologische Verbindingszones (2 e orde) Door natuurgebieden met elkaar te verbinden, wordt het leefgebied van planten en dieren groter en kunnen ze zich over verschillende natuurgebieden verspreiden. Het totaal van al deze gebieden en de verbindingen ertussen vormt de Ecologische Hoofdstructuur ( EHS) van Nederland. Brede natuurzones, de ecologische verbindingszones (EVZ s), koppelen de natuurgebieden aan elkaar. Er wordt onderscheid gemaakt tussen droge verbindingszones die over land gaan en natte verbindingszones die een waterloop volgen. In Sint Anthonis worden drie droge EVZ s en één natte EVZ gerealiseerd die vallen in de categorie projecten van de 2 e orde. De gemeente werkt hiervoor samen met het Waterschap Aa en Maas, de provincie en de diverse grondeigenaren. Voor de realisatie van de natte EVZ s is het waterschap de trekker, voor de droge is dat de gemeente zelf. - Natte EVZ Lage Raam Realisatie natte EVZ Lage Raam te Wanroij. Planvorming is gereed en uitvoering volgt dit jaar (2010) in samenwerking met het Waterschap Aa en Maas. Het project is reeds in uitvoering en is voor de gemeente voor 100% subsidiabel. Een dergelijk project wordt minder snel stilgezet, vanwege reeds gedane investeringen, hierdoor is dit een project van de 2 e orde. - Droge EVZ s Kuilenstraat, Noordstraat en Eerste Stichting. In overleg met de gemeente Boxmeer is de realisatie van een vierde droge EVZ geschrapt. Het was in eerste instantie de bedoeling dat uiterlijk in 2011 deze EVZ s zijn aangelegd in verband met provinciale subsidiering tot voorlopig maart Begin 2010 kondigde de provincie aan dat de subsidietoekenning voor EVZ-ontwikkeling is stopgezet. De gemeente Sint Anthonis had op dat moment reeds een aanvraag ingediend voor de aanleg van genoemde droge EVZ s. In het meest recente partnerbericht van de provincie d.d. 21 juli 2010 staat dat PS op 9 juli 2010 GS hebben verzocht om binnen de begroting extra financiële ruimte vrij te maken voor IDOPs en voor EVZ s. Voor EVZ s gaat het om een extra budget van 18 mln. In de Najaarsbrief (najaar 2010) zal duidelijk worden of dit budget volledig beschikbaar kan worden gesteld. De hierboven genoemde mogelijke extra budgettaire ruimte biedt geen mogelijkheden voor nieuwe aanvragen. Het project bevindt zich in de planvormingsfase en heeft politiekbestuurlijke prioriteit. Het project start zodra de provinciale subsidie definitief is toegekend. Om deze redenen valt ook dit project in de categorie projecten van de 2 e orde. Gebiedsprogramma Tovensche Beek (2 e orde) De Tovensche Beek is gelegen ten noordoosten van de gemeente St. Anthonis op de oostflank van de Peelhorst. De waterloop vormt een verbinding tussen de natuurkerngebieden Ullingsche Bergen (Staatsbosbeheer) en Sassenkamp / Brestbosch (Brabants Landschap). Nabij Rijkevoort stroomt de beek in de Lage Raam. Door de gemeente is in samenwerking met het RMB een verkenning van de uitvoeringskansen uitgevoerd voor het gebied rondom de Tovensche Beek. In een integraal gebiedsprogramma kunnen de verschillende doelstellingen voor het gebied in samenhang gerealiseerd worden. Hieronder is een beknopt overzicht van de mogelijkheden gegeven. - De Tovensche Beek is aangewezen als natte EVZ. Het Waterschap heeft reeds diverse gronden langs de Tovensche Beek aangekocht, inrichting kan spoedig kunnen worden opgepakt.voor de gemeente speelt de provinciale subsidietoekenning hierin een essentiële rol (zie uitleg droge EVZ s). - In aansluiting op de EVZ-ontwikkeling bestaan er bij het Waterschap ook plannen om (een deel van) de Tovensche Beek in het kader van beek- en kreekherstel op te pakken. Beek- en kreekherstel is gericht op het terugbrengen van een gevarieerd profiel in de watergang (hermeandering) en variatie in stroming en substraat. - De Tovensche Beek heeft invloed op één stedelijk knelpunt op het gebied van wateroverlast. Het betreft een knelpunt in Rijkevoort. - Een brede strook rondom de Tovensche Beek is aangewezen als waterbergingsgebied. - het project kan een bijdrage leveren aan het bereiken van de KRWdoelen (EU Kaderrichtlijn Water) en de GGOR- doelstelling (gewenst grond- en oppervlaktewaterregime). 22 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

23 - In het plangebied van de Tovensche Beek bestaan mogelijkheden om twee landgoederen tot ontwikkeling te brengen. Hiervoor is het van essentieel belang de EHS-status, die op een van de percelen ligt, uit te ruilen met de onbeschermde status van enkele gronden in de aanwezige landbouwenclave in de Sint Anthonisbossen. Beide plannen t.b.v. ontwikkeling van een landgoed bevinden zich nog in een voorverkenning en zijn (nog) niet concreet ingediend. - Tenslotte liggen er in het plangebied mogelijkheden voor de afwaartse beweging voor zes intensieve veehouderijen in het extensiveringgebied nabij de Tovensche Beek. De resultaten van deze voorverkenning vormden input voor de voorverkenning voor het plangebied Sint Anthonisbossen waar de Tovensche Beek onderdeel van uitmaakt, die recentelijk door DLG is afgerond. DLG ziet de volgende uitvoeringskansen: - In het projectgebied liggen een aantal gebieden die zijn aangewezen als EHS, voornamelijk opgebouwd uit bestaande natuur. Het doel voor de bestaande natuur is het omvormen tot de gewenste natuurbeheertypen die de provincie Noord-Brabant heeft opgesteld. Het doel voor nieuwe natuurgebieden is om de gronden te verwerven of pachtvrij te maken, in te richten en daarna in eigendom, beheer en onderhoud onder te brengen bij een natuurbeherende organisatie. Er liggen mogelijkheden voor zes locaties. - De hiervoor genoemde ecologische verbindingszones (EVZ s) liggen in het projectgebied. - Voor de Robuuste Ecologische Verbindingszone (REVZ) tussen de Maasvallei en de Maashorst is het beoogde natuurdoeltype kleinschalig landschap. Mogelijkheden voor realisatie liggen bij het project rond de heikikker in de Klotterpeel, aankoop van kleine stukken grond voor leefgebiedenbenaderingsprojecten en het Stimuleringskader Groen-Blauwe Diensten. - De voorlopige reserveringsgebieden voor regionale waterberging liggen in het oosten van de gemeente rond de Tovensche beek en de Sint Anthonisloop. Onderzoek naar de effecten van waterberging op het grondgebruik moet nog plaatsvinden. - In het Waterbeheerplan, het Streekplan en de bestemmingsplannen van de gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer is beschreven dat de Tovensche beek in aanmerking komt voor beekherstel verweven met EVZ-ontwikkeling. Momenteel is er een actieve projectgroep bestaande uit Staatsbosbeheer, Dienst Landelijk Gebied, Provincie en de gemeente Sint Anthonis die met het gebied rondom de Sint Anthonisbossen aan de slag willen. - De landbouwgronden binnen het projectgebied vallen in het reconstructieplan van 2005 deels onder extensiveringsgebied en deels onder verwevingsgebied. Het extensiveringsgebied ligt als een schil rondom de Staatsbossen. De overige landbouwgronden vallen binnen het verwevingsgebied. In verwevingsgebieden zijn bouwblokken tot 1,5 hectare met inachtneming van enkele voorwaarden mogelijk. In extensiveringsgebieden hebben intensieve veehouderijen geen duurzaam perspectief. - In het reconstructieplan zijn in het projectgebied een recreatieve poort op de bestaande locatie van de Heksenboom en een projectlocatiegebied voor recreatie De Bergen aangegeven. - Uitbreiding Natuurkampeerterrein de Vlagberg in de Staatsbossen met ongeveer 80 plaatsen. D n Olliemeulen aan de Oploosche Molenbeek Vanwege het integrale karakter, waardoor meerdere reconstructiedoelen aan elkaar kunnen worden verbonden en de samenwerking met diverse Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

24 andere partijen, heeft dit project politiek-bestuurlijke prioriteit gekregen. Daarnaast is het project reeds in planvorming. Door deze combinatie is het project in dit programma toegevoegd aan de groep projecten van de 2 e orde. Tevens dient te worden vermeld dat er voor onderdelen van dit project mogelijk subsidiemiddelen beschikbaar komen. In dit project werkt de gemeente samen met het waterschap, provincie en diverse grondeigenaren en verschillende particuliere initiatiefnemers. Natte EVZ Oploosche Molenbeek (3 e orde) - Natte EVZ Oploosche Molenbeek Realisatie van de natte EVZ Oploosche Molenbeek. Het project is in de planvormingsfase. Voor dit project is nog geen provinciale subsidie aangevraagd. In het geval van een subsidiestop bij de provincie (zie beschrijving EVZ s hierboven) is heroverweging van het project noodzakelijk. Projectpartners van de gemeente zijn Waterschap, provincie en diverse grondeigenaren. Het project bevindt zich in de planvormingfase. Daarnaast heeft dit project, in tegenstelling tot de andere EVZ-projecten geen politiekbestuurlijke prioriteit gekregen, doordat het project geen integraal karakter kent en/of subsidiemiddelen in de toekomst niet zeker zijn. Hierdoor is dit een project van de 3 e orde. Ontwikkeling LOG s (1 e orde) De Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s) dienen om bedrijven die momenteel op kwetsbare plaatsen gevestigd zijn, in de nabijheid van natuurgebieden of woonkernen, te verplaatsen. Binnen de LOG s krijgt de landbouwsector bij uitstek de mogelijkheid tot duurzame ontwikkeling en kunnen ondernemers bestaande locaties uitbreiden. In de gemeente Sint Anthonis liggen de LOG s de Wanroijse Peel, Landhorst, De Driehoek en Westerbeek Zuid (Vale Peel). De gemeente heeft een uitvoeringsstrategie opgesteld voor de LOG s en de afwaartse beweging met als doel inzicht te geven in hoe de verdere uitwerking in operationele zin gestalte moet krijgen en wat de hiervoor benodigde inzet is. Deze strategie zou voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Echter, de uitkomsten van het provinciale debat over het burgerinitiatief megastallen heeft gevolgen voor het beleid voor de afwaartse beweging en de ontwikkeling van LOG s. Nieuwvestiging van intensieve veehouderijbedrijven is sinds 19 maart jl. niet meer mogelijk en er worden beperkingen gesteld aan de maximale grootte van bouwblokken. Ondanks dat het instrumentarium verandert zijn de ambities van de gemeente om ruimte te bieden voor de intensieve veehouderij van de toekomst niet veranderd. 3.5 Landbouw 1 e orde Projecten met TOP-prioriteit (start 2010 / 2011) Ontwikkeling Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s) - LOG De Driehoek - LOG Vale Peel Innovatie Landbouw faciliteren en stimuleren - Toepassing nieuwe stalconcepten (bijv. Alfabouw - SBIR aanvraag mevr. Nooijen - Vormgeven van transitie in de landbouw 3e orde Start projecten in 2012/2013 Agribusiness cluster - Ontwikkeling van een agrarisch bedrijventerrein Ingepast bedrijf in het LOG Westerbeek 24 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

25 Over de ontwikkeling van de LOG s werden Gedeputeerde Staten naar aanleiding van het debat over Megastallen opgedragen op korte termijn een plan van aanpak te maken met de criteria, kosten, prioriteiten en de rol van de provincie bij de ontwikkeling van de LOG s. Het plan van aanpak is begin mei gepubliceerd. In de gemeente Sint Anthonis is het LOG Landhorst aangemerkt als geschikt om ontheffingen te verlenen voor de groei van veehouderijen tot 2,5 ha. Bij de LOG s De Driehoek en Wanroijse Peel is deze ontheffingsmogelijk niet beschikbaar voor het gehele gebied. LOG Vale Peel was in eerste instantie ongeschikt bevonden voor verdere ontwikkeling, maar gezien de kansen die er liggen wordt het waarschijnlijk toch verder ontwikkeld. Als vervolgactie wordt genoemd herbegrenzing van de betreffende LOG s in combinatie met de 2 e correctieve herziening van de reconstructieplannen. De primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de LOG s blijft bij de gemeenten liggen, die daarvoor gebruik kunnen blijven maken van bestaande subsidiemogelijkheden voor de kosten van planproces en inrichting. Per LOG zal een plan van aanpak gemaakt moeten worden. De gemeente wil door het organiseren van een werkatelier de strategische mogelijkheden in beeld brengen: wat wil de gemeente en hoe kan zij in samenwerking met de sector, de provincie, maatschappelijke organisaties en onderzoeksinstituten hier invulling aan geven? - LOG De Driehoek: LOG de Driehoek is door de provincie aangewezen als een prioritair LOG. Op basis van het provinciale Plan van aanpak LOG s zal herbegrenzing plaats moeten vinden. Voor de ontwikkeling van dit LOG is een plan van aanpak opgesteld en zijn de werkzaamheden gestart. Een belangrijk uitgangspunt is alle belanghebbenden te betrekken bij deze ontwikkeling. Het betreft een complex krachtenveld met belangentegenstellingen, terwijl er gezamenlijk naar vernieuwde oplossingen gezocht moet worden. Bureau Wing en RMB begeleiden dit traject. De genoemde ontwikkelingen en de uitkomsten van het te organiseren werkatelier moeten worden afgewacht voordat vervolgstappen genomen kunnen worden om een Landbouwontwikkelingsplan op te stellen. LOG de Driehoek was aangewezen als prioritair LOG en het project verkeert in de planvormingsfase. De ambitie van de gemeente, zoals verwoordt in het coalitieprogramma en collegeprogramma, is duidelijk aanwezig op dit punt. Daarnaast zijn er harde afspraken gemaakt over de ontwikkeling van dit LOG. De provincie heeft hiertoe de toekenning van IDOP-subsidies gekoppeld aan deze LOG-ontwikkeling. Hierdoor is dit een project van de 1 e orde. - LOG Vale Peel: LOG Vale Peel te Westerbeek is een klein LOG dat ruimte biedt aan twee bedrijven. Dit LOG is na de inpassing van een intensief bedrijf aan de Nieuweweg volledig benut en operationeel. Er loopt een uitbreidingsverzoek van het bestaand bedrijf. Daarbij wordt door de gemeente vanuit ruimtelijke invalshoek gedacht aan verplaatsing en duurzame inpassing van dit bedrijf aan de andere zijde van het LOG. Besloten is hiervoor een beeldkwaliteitsplan op te laten stellen. Het project (de verplaatsing) bevindt zich in de planvormingsfase. In combinatie met de politiek-bestuurlijke prioriteit die aan deze ontwikkeling wordt gegeven, is dit een project van de 1 e orde. Innovatie Landbouw faciliteren en stimuleren (1 e orde) De landbouwsector neemt in de gemeente Sint Anthonis een belangrijke plaats in. Onder de noemer Innovatie landbouw faciliteren en stimuleren worden verschillende projecten vormgegeven, die leiden tot innovatie van de landbouwsector in de gemeente. In het coalitie- en collegeprogramma wordt de ambitie van de gemeente op dit punt duidelijk verwoord. De hierna genoemde projecten hebben dan ook vanuit politiek-bestuurlijk oogpunt hoge prioriteit gekregen. De combinatie van deze politiekbestuurlijke prioriteit met het feit dat de projecten reeds in planvorming zijn, hebben geleid tot toevoeging aan de groep projecten van de 1 e orde. - Vormgeven van transitie in de landbouw: De gemeente is betrokken in een werkgroep via de regio Noordoost- Brabant. Via een plan van aanpak inzake innovatie en duurzaamheid moet duidelijk worden wat in de regio opgepakt wordt en welke ontwikkelingsruimte door de gemeente wordt ingevuld. Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

26 3.6 Landschap en cultuurhistorie 1 e orde Projecten met TOP-prioriteit (start 2010 / 2011) Ontwikkeling Bestemmingsplan en Structuurvisie - Herziening bestemmingsplan Buitengebied Ontwikkelen BIO-beleid, VAB-beleid, flexibiliteit bestemmingsplan, aanwijzen waterbergingsgebieden etc.; - Ontwikkeling Structuurvisie Voorbeelden van nieuwe stalconcepten - SBIR aanvraag Het Varkenspension: Als gemeente zijn we zijdelings betrokken bij de ontwikkeling van een innovatieve varkensstal (via SBIR). De gemeente onderhoudt de contacten met de innovatieve ondernemer, die samen met een consortium op dit moment een haalbaarheidstudie uitvoert naar de mogelijkheden om een innovatieve varkensstal op te richten. Een dergelijke stal in onze gemeente zou goed zijn voor het imago van Sint Anthonis als innovatieve agrarische gemeente. - Toepassing nieuwe stalconcepten (bijv. Alfabouw): Samenwerking van de gemeente met de provincie, de ZLTO en diverse agrarische ondernemers voor het stimuleren van innovatieve architectuur bij bouw van agrarische bedrijven. Agribusiness cluster (3e orde) Ontwikkeling van een bedrijventerrein voor de vestiging van agrarisch verwante bedrijven (loonwerkers, mesttransportbedrijven e.d.). In het verleden waren er plannen voor de vestiging van een dergelijk bedrijventerrein op MOB-complex Boompjesweg. Deze zijn geannuleerd. Op het terrein van het MOB-complex komt nu een museum. Voor het Agribusinesscluster dient een alternatieve locatie gezocht te worden. Het collegeprogramma geeft in dit kader aan dat het college de mogelijkheid van een pilot voor een slimme concentratie van agrarisch-verwante bedrijven wil gaan onderzoeken. De gemeente wil dit samen met de provincie en de ZLTO oppakken. Gelet op de politiek-bestuurlijke prioriteit die uit de ambitie in het collegeprogramma blijkt en het feit dat dit project zich nog in de initiatieffase bevind, is dit project van de 3 orde. 3 e orde Start projecten in 2012/2013 t Juffere Oploo 4 e orde Start projecten na 2013 Landschapsontwikkelingsplan Ontwikkeling Bestemmingsplan en Structuurvisie (1 e orde) De uitdaging voor de gemeente is de vraag hoe in het buitengebied ruimte te geven aan de verschillende wensen, zodanig dat de kwaliteiten van het buitengebied behouden blijven. Het Bestemmingsplan Buitengebied vormt samen met de Structuurvisie het RO-kader waarbinnen de ontwikkelingen in het landelijk gebied van Sint Anthonis moeten passen. Dat geldt ook voor de ontwikkelingen en projecten die in dit Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling worden genoemd. Het bestemmingsplan en de structuurvisie zijn in feite themaoverschrijdend plannen voor het buitengebied. Uit praktisch oogpunt is ervoor gekozen het onder het thema Landschap en cultuurhistorie te plaatsen. Onderwerpen die in het bestemmingsplan / structuurvisie aan de orde zouden kunnen komen zijn: - Functieveranderingen / VAB-beleid (VAB=vrijkomende agrarische bebouwing) - Landschappelijke en architectonische inpassing van bedrijven - Mantelzorg: is de gemeente bereid extra woongelegenheid toe te staan ten behoeve van mantelzorg? 26 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

27 - Paardenhouderijen/ schuilgelegenheden: hoe om te gaan met de toename van het aantal paardenhouderijen in het buitengebied? - Boerderijsplitsing: onder welke voorwaarden willen we boerderijsplitsing mogelijk maken? - Nevenfuncties/ verbrede landbouw - Aanwijzen van waterbergingsgebieden - BiO-beleid voor bebouwingsclusters. Willen we dit beleid continueren of verruimen door meerdere gebieden aan te wijzen? In het nog te doorlopen proces zal duidelijk worden welke aan het buitengebied gerelateerde thema s / onderwerpen (zie bovenstaande lijst) in het bestemmingsplan worden opgenomen dan wel in de structuurvisie geregeld gaan worden. - Ontwikkeling Structuurvisie De op te stellen structuurvisie wordt een ontwikkelingsgerichte visie waarin de mogelijkheden worden geboden en kaders worden geschapen voor ruimtelijke initiatieven in het buitengebied. Daarbij vindt een wisselwerking plaats met het nog op te stellen consoliderende bestemmingsplan, waarin de huidige situatie wordt vastgelegd met enige flexibiliteit in bouw en gebruik. De Structuurvisie zal gaan gelden voor een langere periode (ca. 10 tot 20 jaar). De ontwikkeling van de Structuurvisie heeft TOP-prioriteit (1 e orde), omdat het een wettelijke verplichting betreft: de nieuwe Wro verplicht de gemeente om een of meerdere structuurvisies voor haar grondgebied vast te stellen. Daarnaast is de ontwikkeling van een structuurvisie, zoals omschreven, gekoppeld aan de herziening van het bestemmingsplan en om die reden van belang. Het project is in uitvoering. Verwacht wordt dat deze visie eind 2011 door de Gemeenteraad kan worden vastgesteld. - Herziening bestemmingsplan Buitengebied Het stimuleren van economische ontwikkelingen kan door het creëren van de benodigde ruimte als het gaat om regelgeving. Daarvoor is het noodzakelijk om een flexibel bestemmingsplan op te stellen of door de ontwikkelingsruimte aan te geven in een structuurvisie. De gemeente zal op een positieve manier meedenken bij de ontwikkeling van nieuwe producten en innovatieve ideeën. Dit is een project van de 1 e orde, omdat het een wettelijke verplichting betreft. Op basis van de reconstructiewet concentratiegebieden dient het bestemmingsplan Buitengebied te worden aangepast aan het reconstructieplan Peel en Maas. Door omstandigheden is de gemeente Sint Anthonis er niet in geslaagd tijdig de herziening op te pakken. Op basis van de Wro moet het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 2000 uiterlijk voor 1 juli 2013 worden herzien. Indien het bestemmingsplan niet voor die datum is herzien, kunnen er geen legeskosten voor het verlenen van bouwvergunningen en ontheffingen in rekening worden gebracht. De gemeente vindt het belangrijk om haar partners in het buitengebied te betrekken bij het tot stand komen van het Bestemmingsplan buitengebied en de Structuurvisie. De wijze waarop deze betrokkenheid vorm gaat krijgen, wordt nog verder uitgewerkt. Het project is in uitvoering en heeft een looptijd tot medio De ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan heeft een langere doorlooptijd dan de ontwikkeling van een structuurvisie, omdat hiertegen beroep kan worden ingesteld. Kasteel t Juffere AD 1743 door Jan de Beijer (Collectie Noordbrabants Museum) Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

28 t Juffere Oploo (3 e orde) t Juffere is een prachtig gebied in de kom van Oploo. Het gebied is genoemd naar het kasteel dat tussen 1400 en 1800 op deze plek heeft gestaan. Vanuit het dorp zijn initiatieven getoond voor herontwikkeling van het gebied. Aan de rand van het gebied staan 20 seniorenwoningen. De woningen voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. De woningen inclusief ondergrond zijn in eigendom van de woningcorporatie. In overleg met de corporatie wordt onderzocht of en zo ja, op welke wijze, een herontwikkeling kan plaatsvinden. De gemeente is van mening dat dit gebied bijzondere aandacht verdiend. De gemeente werkt bij dit project samen met de woningcorporatie. Een dergelijke samenwerking sluit aan bij een van de speerpunten uit het collegeprogramma: de inzet op zelfsturing. Zelfsturing duidt op het activeren en stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid. Cruciaal daarbij is een passende houding van de gemeente richting o.a. het maatschappelijk middenveld, in dit geval de woningcorporatie. Gelet op deze mogelijkheid heeft het project vanuit politiek-bestuurlijke zijde een hogere waardering gekregen. Door de combinatie van deze politiekbestuurlijke prioriteit met het feit dat het project zich in de idee- / initiatieffase bevindt, is dit project toegevoegd aan de groep projecten van de 3 e orde. 3.7 Bodem en water 2 e orde Start projecten in 2011/2012 Water - Waterplan Tegengaan verdroging, afkoppelen, etc. - Gebiedsproces water Tegengaan verdroging, afkoppelen, etc. 3 e orde Start projecten in 2012/2013 Ontwikkeling gebiedsvisies - Ontwikkeling gebiedsvisie Radioplassen en omgeving (Radiobossen) Water (2 e orde) Waterberging en de kwaliteit van water en bodem zijn belangrijke doelen binnen dit thema. Via het gebiedsproces water en het gemeentelijke waterplan zijn een aantal beleids- uitgangspunten vastgelegd. Op het gebied van bodem en water ligt de opgave vooral bij het waterschap. Landschapsontwikkelingsplan (4 e orde) Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is de opvolger van het landschapsbeleidsplan. Het LOP is meer uitvoeringsgericht en beschrijft de ambitie en de maatregelen voor een periode van ca. 10 jaar betreffende het landschap in het buitengebied van de gemeente. Het LOP is van toepassing op de hele gemeente. Bij de totstandkoming van het LOP zullen de verschillende relevante partners van de gemeente in het buitengebied betrokken worden. Het ministerie van LNV heeft de afgelopen jaren verschillende keren het opstellen van LOP s gesubsidieerd. Wanneer de regeling nogmaals opengesteld wordt, kan de gemeente daar mogelijk gebruik van maken. Het project bevindt zich in de ideefase en heeft geen politiek-bestuurlijke prioriteit gekregen. Hierdoor is dit een project van de 4 e orde. Radioplassen 28 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

29 - Waterplan Het waterplan is een beleidsnotitie waarin verschillende watergerelateerde maatregelen worden samengebracht. Het gaat om maatregelen voor het tegengaan van verdroging, afkoppelen van regenwater etc. De gemeente Sint Anthonis heeft de afspraken over de maatregelen vastgelegd in het Waterplan. Het waterplan kent een inspanningsverplichting, echter de maatregelen die specifiek nodig zijn om te voldoen aan de KRW kennen wel een resultaatsverplichting. De partners van de gemeente bij de realisatie zijn het waterschap Aa en Maas, provincie Noord-Brabant en waterleidingmaatschappij Brabant Water. Het Waterplan is een project van de 2 e orde, omdat het plan reeds in uitvoering is. - Gebiedsproces water Het gebiedsproces water heeft als doel een een veiliger, schoner en betrouwbaarder watersysteem te realiseren. In het gebiedsproces zijn voor verschillende waterthema s (waterkwaliteit, ecologie, verdroging en wateroverlast) de opgaven bepaald en zijn oplossingsrichtingen beschreven. De doelen en maatregelen zijn voor onze gemeente terug te vinden in het waterprogramma voor deelstroomgebied Raam. Uit het gebiedsproces komt naar voren dat de meeste wateropgaven oplosbaar zijn, maar deze vergen wel inspanningen van alle betrokken partijen. Projectpartners van de gemeente zijn het Waterschap Aa en Maas en de provincie Noord-Brabant. De resultaten uit het gebiedsproces voeden het Waterbeheerplan van het Waterschap Aa en Maas en het Provinciaal Waterhuishoudingsplan. Daarmee is sprake van een resultaatsverplichting. Het project is in uitvoering en daarom toegevoegd aan de groep projecten van de 2 e orde. Ontwikkeling gebiedsvisie Radioplassen en omgeving (3 e orde) Recreatie en toerisme kan in economische en ruimtelijk zin een belangrijke functie krijgen in onze gemeente en met name in het gebied rond de Radioplassen. Natuur, landbouw en recreatie zijn in deze omgeving onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door een gebiedsvisie op te stellen kan de gemeente recreatieve en toeristische ontwikkelingen faciliteren en koppelen aan landschappelijke inpassing. Een gebiedsvisie voor dit gebied wordt opgesteld in samenwerking met onder andere de verschillende belangenorganisaties in het gebied. De visie zou onder andere moeten aangeven welke ontwikkelingen naar de toekomst toe gefaciliteerd zouden kunnen worden in dit gebied en hoe de ontwikkeling van dit gebied zich verhoudt met de omgeving (verbindingen met omliggende dorpen en natuurgebieden). Het project levert een bijdrage aan het verbeteren van het toeristisch-recreatieve aanbod in onze gemeente en heeft om deze reden vanuit politiek-bestuurlijke zijde aandacht gekregen. Daarnaast gaat het om een projectidee. Door deze combinatie is dit project toegevoegd aan de groep projecten van de 3 e orde. 3.8 Recreatie en toerisme 1 e orde Projecten met TOP-prioriteit (start 2010 / 2011) Moi Buute 2 e orde Start projecten in 2011/2012 Ontwikkelen gebiedsvisies - Ontwikkelen gebiedsvisie Recreatieve Poort 3 e orde Start projecten in 2012/2013 Ontwikkelen wandelknooppuntensysteem 4 e orde Start projecten na 2013 Ontwikkelen gebiedsvisie De Bergen Moi Buute (1 e orde) Er gebeurt op dit moment ontzettend veel in het buitengebied van onze gemeente. De gemeente en haar partners zoals het Waterschap, Staatsbosbeheer en ondernemers, maar ook veel inwoners van de gemeente werken hard aan een mooie en vitale omgeving. Alleen weten we het vaak niet van elkaar. Vanuit de gedachte om draagvlak te creëren voor de uitvoering van de reconstructiedoelstellingen is het idee van Moi Buute ontstaan. Moi Buute is de paraplu waaronder de gemeente laat zien wat er allemaal wordt verricht door gemeente, partners, ondernemers en inwoners in het buitengebied. Moi Buute zorgt dat mensen geboeid Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

30 raken en blijven door alle activiteiten in het buitengebied van de gemeente. Beleving is daarbij het sleutelwoord. Successen moeten we vieren en initiatieven gaan we steunen. Doel is het imago van onze mooie plattelandsgemeente te versterken. Moi Buute is een strategisch communicatie-instrument. Het vormt de centrale boodschap die steeds in iedere communicatie-uiting terug zal komen, voorzien van een herkenbaar beeldmerk/logo. De gemeente doet dit alles samen met de inwoners van de gemeente: burgers en ondernemers. Het project bevindt zich in de planvormingsfase en heeft vanuit politiekbestuurlijke zijde een hoge prioriteit. Hierdoor is dit project in dit programma een project van de 1 e orde. Ontwikkelen Gebiedsvisie Recreatieve Poort (2 e orde) Het gebied ten noorden van de kern Sint Anthonis is aangeduid als intensief recreatief gebied, met daarin een recreatieve poort bij restaurant/paviljoen de Heksenboom. Op dit moment zijn er al verschillende initiatieven om het gebied een impuls te geven (vergroten natuurcamping, horecagelegenheid is vergroot en gemoderniseerd, realiseren nieuwe parkeergelegenheid). Met het ontwikkelen van een gebiedsvisie wil de gemeente sturing geven aan de ontwikkelingen op het gebied van toerisme en recreatie (denk hierbij bijvoorbeeld aan de particuliere plannen om een openluchttheater te beginnen in de omgeving van de staatsbossen). Naast de gemeente zijn diverse organisaties bij het project betrokken, waaronder Staatsbosbeheer, Camping de Ullingse Bergen, de Heksenboom en Stichting Recreatie en Toerisme. Het project bevindt zich in de initiatief-/ideefase en heeft een hogere politiekbestuurlijke prioriteit gekregen vanwege de bijdrage die kan worden geleverd aan het verbeteren van het toeristisch-recreatieve aanbod in onze gemeente en vanwege het integrale karakter van het project. In dit gebied kunnen namelijk meerdere reconstructiedoelen worden gerealiseerd. Hierdoor heeft de ontwikkeling van deze gebiedsvisie uiteindelijk een hogere rangorde (2 e orde) gekregen, dan de ontwikkeling van de andere twee gebiedsvisies voor de Radioplassen (3 e orde) en De Bergen (4 e orde). Cuijk). Een wandelknooppuntensysteem is geschikt voor een breed publiek van ommetjesmakers tot geoefende wandelaars, omdat het de mogelijkheid biedt zowel korte als langere wandelingen te maken. Als het netwerk van knooppunten voldoende uitgebreid is, kunnen ook meerdaagse tochten worden uitgezet. Aan de hand van een overzichtskaart of informatiepanelen kan men voor het wandelen de route uitkiezen, waarna men enkel de knooppuntnummers hoeft te volgen. Een dergelijk netwerk biedt daarnaast kansen voor horeca en recreatiebedrijven om aan te sluiten bij het netwerk. Ook in andere Brabantse regio s worden wandelknooppuntensystemen op grote schaal toegepast. Aan het project werken de gemeenten Grave, Cuijk, Boxmeer, Sint Anthonis en Mill (Land van Cuijk) en de Regio VVV. De vijf gemeenten hebben recentelijk een inventarisatie van wandel- en fietsroutes uitgevoerd en hebben deze op één kaart ingetekend. De portefeuillehouders hebben zich in het bestuurlijk overleg uitgesproken over een uniform wandelaanbod in alle gemeenten. De Regio-VVV is gevraagd een projectvoorstel in te dienen, om de huidige routes binnen een netwerk aan elkaar te knopen. Het project bevindt zich reeds in planvormingsfase. Hierdoor is dit een project van de 3 e orde. Ontwikkeling gebiedsvisie De Bergen (4 e orde) Voor de projectlocatie De Bergen moet op termijn duidelijk worden wat de toekomstplannen zijn van de ondernemer en hoe de gemeente deze kan faciliteren. In een gebiedsvisie moet duidelijk worden of de verbindingen met de omliggende dorpen en natuurgebieden verbeterd moeten worden. Bij het project zullen naast de gemeente en de ondernemer ook diverse belangenorganisaties betrokken worden. Dit project bevindt zich in de ideefase en heeft geen politiek-bestuurlijke prioriteit gekregen. Om deze redenen is dit een project van de 4 e orde. Ontwikkelen wandelknooppuntensysteem (3 e orde) Het project behelst de ontwikkeling van een wandelknooppuntensysteem in de gemeenten Grave, Cuijk, Boxmeer, Sint Anthonis en Mill (Land van 30 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

31 3.9 Wonen, werken en leefbaarheid 1 e orde Projecten met TOP-prioriteit (start 2010 / 2011) Afwaartse beweging: - Intrekken lege milieuvergunningen Continu proces en middels inzet RMB; - Bestand veehouderijsystemen up-to-date maken Continu proces en middels inzet RMB; - Toepassing instrumenten t.b.v. beëindiging of verplaatsing IV: BIO, RvR, functiewijzigingsbeleid, Provinciale BIV- en VIV-regeling; IDOPs: - Westerbeek - Wanroij Gecombineerde voorzieningen: - Uitbreiding gemeenschapshuis Oploo - Woon- zorgcomplex Westerbeek Speelruimteplan: Verbeteren aanbod diensten t.b.v. leefbaarheid 3 e orde Start projecten in 2012/2013 Gecombineerde voorzieningen: - Koersplan Stevensbeek - Clustering van voorzieningen in Landhorst - Zorghotel Bronlaak Particulier initiatief - beleid over de in te zetten instrumenten, zoals het oprichten van ruimte voor ruimte woningen en woningen in het kader van buitengebied in ontwikkeling (BiO). Volledigheidshalve kan opgemerkt worden dat voor de eerste twee onderdelen ondersteuning mogelijk is vanuit het RMB. Stuurgroep Dynamisch Platteland heeft hiervoor middelen beschikbaar gesteld. - Intrekken lege milieuvergunningen: Het intrekken van lege agrarische milieuvergunningen is onderdeel van de afwaartse beweging. Hierbij is er formeel nog sprake van een vergunning, maar feitelijk worden er al geruime tijd op de betreffende locatie geen dieren meer gehouden. Lege vergunningen kunnen echter altijd nog gebruikt gaan worden. De gemeente Sint Anthonis zal er voor zorgen dat zoveel als mogelijk lege milieuvergunningen worden ingetrokken. Het project is in uitvoering en is een continu proces. Het RMB is Afwaartse beweging (1 e orde) In verband met de AMVB huisvesting en aanpassingen voor dierenwelzijn zullen agrarische ondernemers voor 2013 kiezen of ze willen investeren in nieuwe technieken (i.v.m. financiële mogelijkheden vaak gecombineerd met uitbreiden) of verplaatsen/beëindigen. De gemeente stelt een plan van aanpak op voor het stimuleren van de afwaartse beweging. De volgende onderwerpen zullen hierin uitgewerkt worden: - het intrekken van lege milieuvergunningen; - het vullen van het bedrijfsvolgsysteem; - het prioriteren van bedrijven; Bouw van het nieuwe dorpshuis in Ledeacker Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

32 projectpartner van de gemeente. Over het intrekken van lege milieuvergunningen zijn harde afspraken gemaakt met de provincie. De provincie heeft de toekenning van subsidies voor de uitvoering van de IDOPs voor Wanroij en Westerbeek gekoppeld aan het intrekken van alle lege milieuvergunningen voor januari Door deze harde afspraak is dit een project van de 1 e orde. - Bestand veehouderijsystemen up-to-date maken: Het BVB (Bestand Veehouderijen Bedrijven) is een actueel provinciaal bestand met alle milieuvergunningen van veehouderijbedrijven in de provincie Noord-Brabant. De opgenomen agrarische milieuvergunningen zijn zowel historische als vigerende milieuvergunningen. Tussen provincie en gemeenten is afgesproken dat via de internetapplicatie Web-BVB medewerkers van de gemeente het Bestand Veehouderij Bedrijven actueel houden, dat wil zeggen dat het overeenkomt met het eigen gemeentelijke agrarische milieuvergunningensysteem. De gegevens zijn openbaar beschikbaar. Daarom kan iedereen in het Bestand Veehouderij Bedrijven vergunningsgegevens raadplegen en via een interactieve kaart de ligging van bedrijven in de eigen omgeving bekijken. De provincie gebruikt het BVB tevens bij verschillende monitoringen, waaronder de voortgang van de uitvoering van de reconstructie. De gemeente Sint Anthonis draagt er zorg voor dat zowel het eigen gemeentelijke systeem, als het BVB volledig en actueel zijn en op elkaar afgestemd zijn. Het project is in uitvoering, naast de gemeente is RMB projectpartner. Dit is een project van de 1 e orde vanwege de harde afspraken met de provincie. De provincie heeft de toekenning van subsidies voor de uitvoering van de IDOPs voor Wanroij en Westerbeek o.a. gekoppeld aan het up-to-date maken van het bestand Veehouderijsystemen voor januari Toepassing instrumenten t.b.v. beëindiging of verplaatsing IV: BIO, RvR, functiewijzigingsbeleid, Provinciale BIV- en VIV-regeling: Intensieve veehouderijen zitten niet altijd op de juiste locatie om uit te kunnen breiden in de toekomst, bijvoorbeeld te dicht bij kwetsbare natuur of aan de rand van een dorpskern. Dit is aanleiding om als gemeente na te denken of en hoe de gemeente de afwaartse beweging zou moeten stimuleren: planologisch en financieel. Als gemeente willen we indien nodig ook eigen beleid ontwikkelen, zodat duidelijk wordt welke mogelijkheden er zijn en wanneer welk instrument ingezet zou moeten worden. De afspraak tussen de reconstructiepartners is dat de provincie bedrijfsverplaatsingen faciliteert vanuit het extensiveringsgebied natuur en dat het verplaatsen van bedrijven gelegen in extensiveringsgebied overig een verantwoordelijkheid is van gemeenten. Het gaat om de volgende instrumenten: Provinciale BIV regeling (Beëindiging Intensieve Veehouderij, provincie is trekker): twee bedrijven in de gemeente Sint Anthonis hebben deelgenomen aan deze regeling. Eén bedrijf dient voor eind 2010 te slopen, met het andere bedrijf zijn de onderhandelingen nog niet afgerond. Provinciale VIV-regeling (Verplaatsing Intensieve Veehouderijen, provincie is trekker): zeven bedrijven nemen deel aan deze regeling. In ruil voor sloop van de stallen worden deze bedrijven verplaatst naar nieuwe en bestaande locaties in of buiten de gemeente. Bij drie bedrijven zijn de stallen inmiddels gesloopt, de andere zijn nog in procedure. BIO (Buitengebied In Ontwikkeling), RvR (Ruimte-voor-Ruimte) en functiewijzigingsbeleid: deze instrumenten worden door de gemeente ingezet om bedrijven te verplaatsen of te beëindigen en om bestemmingswinst op de oude locatie te genereren. Twee IV-bedrijven zijn reeds beëindigd. In ruil daarvoor mochten ter financiering van de sloop van de stallen drie resp. vier Ruimtevoor-Ruimte woningen worden opgericht. Daarnaast maken vier bedrijven gebruik van de verplaatsingsregeling. Op de oude locaties zijn de bedrijven dan wel de intensieve takken beëindigd. Financiering van de sloop van de stallen vindt in deze gevallen deels plaats via realisatie van BIO woningen. Deze projecten bevinden zich in de uitvoeringsfase. Door de harde afspraken met de provincie is dit een project van de 1 e orde. Naast de gemeente, zijn de provincie en diverse agrarische ondernemers bij het project betrokken. IDOPs (1 e orde) De gemeente heeft samen met de bewoners voor de kernen Westerbeek en Wanroij een integraal dorpsplan opgesteld. Projectpartners van de 32 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

33 gemeente zijn voor het IDOP Westerbeek: Pantein Wonen, Westerbeek Actief, Dorpsraad Westerbeek, Gemeenschapshuis De Schans en Radius. Voor het IDOP Wanroij zijn dat W.V.V. Constantia, Radius, Giralis, Martin Mahler en de Dorpsraad. Samen is gekeken naar de toekomst van de beide dorpen: wat is er nodig om de leefbaarheid nu en in de toekomst te verbeteren? Voor de uitvoering van deze plannen zijn door de provincie de benodigde middelen reeds beschikbaar gesteld (IDOP s). Uit het collegeprogramma blijkt de ambitie ten aanzien van het onderwerp leefbaarheid. Om deze reden en mede gelet op de reeds toekende subsidiemiddelen hebben deze projecten politiek-bestuurlijke prioriteit gekregen. Door de combinatie van deze prioriteit met het feit dat de projecten momenteel reeds uitgevoerd worden, zijn dit projecten van de 1 e orde. - IDOP Westerbeek: Herinrichting Peelplein en Stevensstraat, opzetten zorgsteunpunt, uitbreiding evenemententerrein, aanpassing gemeenschapshuis, realisatie groen, ontwikkelen speelvoorzieningen, realisatie vrijwilligerssteunpunt, activiteiten dorpsraad. - IDOP Wanroij: Realisatie brede school, herontwikkeling openbare ruimte brede school, uitbreiding gemeenschapshuis, herinrichting Giesenplein, aanbouw sportaccommodatie bij de sporthal, aanbouw kleedruimten voetbalclub, realiseren speelvoorzieningen, realiseren openbaar groen, realisatie vrijwilligerssteunpunt, samenwerking educatie en opvoeding, Het verleden van ons dorp (Martin Mahler), ontwikkelen documentaire, activiteiten dorpsraad. Gecombineerde voorzieningen (1 e orde) - Uitbreiding gemeenschapshuis Oploo: Stichting Gemeenschapshuis De oude Heerlijkheid aan de Grotestraat te Oploo, wil het dorpshuis uitbreiden aan de achterzijde van het gebouw. Aanleiding zijn klachten over geluidsoverlast (beperkte geluidsisolatie) en verkleining van de beschikbare ruimte door het op verzoek van de gemeente vestigen van een pinautomaat in het gebouw. De uitbreiding zal onder andere gebruikt worden ten behoeve van een oefenruimte voor de lokale muziekvereniging. Projectpartners van de gemeente zijn de Dorpsraad van Oploo en Toneelvoorstelling in gemeenschapshuis De Schans in Westerbeek Stichting Gemeenschapshuis De oude Heerlijkheid. Het project is reeds in uitvoering: het projectbesluit ligt ter inzage, daarna kan bouwvergunning verleend worden en kan gestart worden met de bouw. Daarnaast draagt ook dit project bij aan de leefbaarheidsdoelstellingen uit het collegeprogramma. Het project heeft om die reden politiek-bestuurlijke prioriteit gekregen. Door deze combinatie is dit een project van de 1 e orde. - Woon- zorgcomplex Westerbeek De woningbouwcorporatie Pantein Wonen is verantwoordelijk voor de totale realisatie van de WoZoCo. De bouwvergunning is reeds ingediend, echter is er een bezwaar op gekomen wat het project mogelijk kan vertragen. In het nieuw te bouwen woon-zorgcomplex (WoZoCo) zal ter bevordering van de leefbaarheid van de ouderen in Westerbeek een ontmoetingsruimte worden gerealiseerd. Deze ontmoetingsruimte maakt onderdeel uit van de IDOP Westerbeek. Hiervoor zijn dan ook subsidiemiddelen beschikbaar. Pantein Wonen is de projecttrekker en naast de gemeente is ook de Westerbeekse Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

34 Dorpsraad betrokken. Dit is project van de 1 e orde, omdat het reeds in uitvoering is en dit project politiek bestuurlijke prioriteit heeft (leefbaarheidsdoelstellingen). Voor een gedeelte van het project zijn subsidiemiddelen door de provincie beschikbaar gesteld. Speelruimteplan (1 e orde) Speelruimte is een onderdeel van de totale kwaliteit van de openbare ruimte. Het doel is het ontwikkelen en instandhouden van aantrekkelijke en veilige formele en informele speelruimte. Bij de gemeente komen regelmatig verzoeken binnen van inwoners van de gemeente voor uitbreiding en opwaardering van speelplekken. Vaak wordt hiervoor op ad-hoc basis een oplossing gezocht. Om in de toekomst een duidelijke visie en toetsingskader te hebben, is een (concept)speelruimteplan opgesteld. In het speelruimteplan staat hoe de gemeente om gaat met de speelplekken en speeltoestellen in de gemeente, waarbij voldoende middelen zijn gereserveerd om hieraan tegemoet te komen. Concreet gaat het over het omvormen en plaatsen van nieuwe speeltoestellen en de inrichting van informele speelplekken.gedurende de looptijd van het plan worden 170 stuks nieuwe speeltoestellen verspreid over de kernen geplaatst. De gemeente werkt in dit project samen met de dorpsraden. In juli 2010 hebben de eerste gesprekken met de dorpsraden van alle kernen plaatsgevonden. Het is de bedoeling dat de dorpsraden nadere afstemming zoeken met de omgeving en de (toekomstige) gebruikers van speeltoestellen. In september en oktober 2010 wordt een tweede gespreksronde gepland met alle dorpsraden waarbij buiten de plannen worden bekeken en beoordeeld. Daarna zullen de uitwerkingen worden beoordeeld op haalbaarheid en zal er een terugkoppeling plaatsvinden richting de dorpsraden en overige belangengroeperingen. In november/december 2010 zal het speelruimteplan verder worden uitgewerkt, waarna het richting college en raad kan. Streven is om het speelruimteplan in maart 2011 ter besluitvorming aan de Gemeenteraad voor te leggen, waarna we in het voorjaar 2011 aan de slag kunnen met de daadwerkelijke uitvoering van het plan. Dit is een project van de 1 e orde door de combinatie van het feit dat het project zich reeds in de uitvoeringsfase bevindt en er vanuit politiek-bestuurlijke zijde prioriteit is gegeven. Gecombineerde voorzieningen (3 e orde) - Koersplan Stevensbeek Het Koersplan Stevensbeek is een notitie waarin de bevolking van Stevensbeek zich uitspreekt over de toekomst van het dorp. Dit plan kan worden gebruikt bij het opstellen van een IDOP en bij de processen en plannen die Stevensbeek aangaat. De gemeente werkt samen met de dorpsraad (Vereniging Ruimte voor Morgen) in dit project. De combinatie van een politiek-bestuurlijke prioriteit (bijdrage aan leefbaarheid) met het feit dat dit project zich in de ideefase bevindt, leiden tot toevoeging aan de groep projecten van de 3 e orde. Het project kan op termijn wellicht doorgroeien tot een Dorpsplan Nieuwe Stijl. - Clustering van voorzieningen in Landhorst In Landhorst worden verschillende voorzieningen samengebracht.de dorpsraad Vereniging Peelbelang Landhorst is projectpartner van de gemeente. Door de combinatie van een politiek-bestuurlijke prioriteit (bijdrage aan leefbaarheid) met het feit dat dit project zich in de ideefase bevindt, is ook dit een project van de 3 e orde. - Zorghotel Bronlaak Het Instituut Zonnenhuizen (Bronlaak) heeft plannen voor het opzetten van een zorghotel met aanverwante voorzieningen. Het gaat hier om een particulier initiatief in de ideefase, waarbij de gemeentelijke rol faciliterend zal zijn. Dit sluit aan bij een van de speerpunten uit het collegeprogramma: de inzet op zelfsturing. De projecttrekker van het project is de Stichting Zonnehuizen. Door de combinatie van een politiek-bestuurlijke prioriteit (inzet op zelfsturing) met het feit dat dit project zich in de ideefase bevindt, is dit een project van de 3 e orde. 34 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

35 3.10 Projecten van externe partners van de gemeente Tijdens de inventarisatieronden voor dit Meerjarenprogramma bleek al dat er naast de gemeentelijke projecten ook veel projecten zijn die door de partners van de gemeente worden getrokken of geïnitieerd. Dat kunnen organisaties zijn als Staatsbosbeheer, Brabants Landschap of het Waterschap, maar ook (agrarisch) ondernemers of burgers, al dan niet verenigd. Deze projecten zijn uiteraard niet meegenomen in de prioritering van de gemeentelijke projecten. In de doelenboom (zie bijlage 3 in de groene balk) zijn deze projecten van externe partners per thema weergegeven. In de doelenboom is goed te zien dat de meeste energie (gemeten aan het aantal genoemde projecten) bij de externe partners ligt bij projecten onder het thema recreatie en toerisme. Voor de thema s natuur en landbouw bestaat ook nog wel wat interesse en onder het thema Wonen, werken, leefbaarheid zit de energie voornamelijk op projecten die de leefbaarheid verbeteren Laaghangend fruit en witte vlekken Soms doen zich ontwikkelingen voor waar met beperkte energie toch goede resultaten gehaald kunnen worden. Projecten die de gemeente met relatief weinig inspanning/inzet en een meedenkende houding kan faciliteren / uitvoeren. Het kan gaan om projecten waarvan de gemeente projecttrekker is, maar ook om geïnventariseerde projecten van de externe partners.deze laatste categorie projecten zou je het laaghangend fruit kunnen noemen. Deze projecten, die leiden tot snelle resultaten met relatief weinig inspanning, kunnen doelen in het buitengebied snel dichterbij brengen. Door deze snelle successen zichtbaar te maken, kunnen ze bijdragen aan het draagvlak voor de revitalisering van het buitengebied. Het ligt voor de hand om als gemeente deze kansen te grijpen wanneer ze zich voordoen en ervoor te kiezen deze projecten, náást de projecten die prioriteit hebben gekregen, versneld te realiseren. Voorbeelden van projecten die tot de categorie laaghangend fruit zouden kunnen behoren zijn een opschoondag voor natuurgebieden, het realiseren van een blote voeten pad, boerderijborden plaatsen (wat voor soort bedrijf: melkvee, varkens etc) of de organisatie van een streekproductenmarkt (te koppelen aan particulier idee voor een Boerenmarktdag). Een heel andere categorie vormen de zogenoemde witte vlekken. Witte vlekken zijn doelstellingen die wel in de gemeente Sint Anthonis spelen, maar waarvoor geen concrete projecten zijn geformuleerd. Uit de analyse van de geïnventariseerde projecten en de provinciale reconstructiedoelstellingen blijkt dat er op dit moment maar een paar witte vlekken zijn, waarvoor de gemeente aan de lat staat: - Grondverwerving t.b.v. de aanleg van nieuwe bos- en natuurgebieden - Ontwikkelen van agribusinessclusters - Biologische landbouw - Regenwater afkoppelen (water in stedelijk gebied) - Grondwater Het ontwikkelen van agribusinessclusters is inmiddels als prioritair project van de 3 e orde aangemerkt. Het afkoppelen van regenwater in stedelijk gebied is geen provinciaal reconstructiedoel. De gemeente ziet het als een van haar reguliere taken en niet als apart project. Voor de projecten op het gebied van grondwater is de provincie de trekkende partij, de gemeente neemt hier geen actieve rol op zich. In de praktijk is het zo dat die projecten waar al energie op zit, waar de eerste stappen al voor gezet zijn en waarvoor een initiatiefnemer is opgestaan, gemakkelijker van de grond komen dan projecten die van bovenaf opgelegd worden. Wanneer het geen wettelijke verplichting, harde afspraken of politiek-bestuurlijke prioriteit betreft is dus maar de vraag in hoeverre je als gemeente energie moet inzetten op het invullen van de witte vlekken. Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

36 4. ORGANISATIE EN UITVOERING 4.1 Bestuurlijke organisatie Het doel van de reconstructie in Noord-Brabant is bij te dragen aan een vitaal, mooi en schoon platteland. Aan de uitvoering werken overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren samen, onder regie van Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Noord-Brabant. Dit is in de reconstructiewet zo geregeld. GS heeft de reconstructiedoelen kwantitatief vastgelegd in het Provinciale Gebiedsmeerjarenprogramma (PMJP) In de zeven reconstructiegebieden heeft GS de uitvoering overgedragen aan de Reconstructiecommissies. Deze hebben tot taak de uitvoering in de regio te stimuleren en de voortgang te bewaken. De reconstructiecommissie Peel en Maas heeft de provinciale reconstructiedoelen vertaald in het Gebiedsmeerjarenprogramma (GMJP) Peel en Maas Samenwerking met externe partners De rol van de gemeente bij de projecten uit dit Meerjarenprogramma kan verschillende vormen aannemen. Welke rol de gemeente kiest is afhankelijk van de aard van het project. Er zijn projecten die de gemeente zelf uitvoert. Ook zijn er projecten waarbij de gemeente trekker is en waarbij ze samenwerkt met haar partners in het buitengebied. Een goed voorbeeld hiervan is het project Tovensche Beek. Bij andere projecten is een externe partij de trekker en werkt de gemeente mee via bijv. vergunningverlening of het op de politieke agenda zetten van een bepaald project. Dan zijn er ook projecten waar de gemeente geen directe betrokkenheid heeft, maar die wel belangrijk zijn voor het behalen van de doelstellingen die de gemeente heeft in haar buitengebied. De rol die de gemeente daar kan vervullen is de projecten en initiatieven stimuleren en zo goed mogelijk faciliteren door bijvoorbeeld belemmeringen weg te nemen waar dat kan. Een heel andere manier om particuliere initiatieven te stimuleren en waardering voor deze projecten te tonen, is het organiseren van een jaarlijkse festiviteit, waar alle initiatiefnemers in het buitengebied bij elkaar komen om elkaar en de inwoners van de gemeente te laten zien wat er allemaal gebeurt in het buitengebied. 4.3 Niet projectmatige werkzaamheden In de uitvoeringsfase van de projecten uit het Meerjarenprogramma worden ook activiteiten verricht die de realisatie van het plan in de dagelijkse werkpraktijk mogelijk maken. Het gaat daarbij onder andere om de sturing en begeleiding van het proces en het maken van (interne) planningen en voortgangsrapportages. Hieronder is een opsomming gegeven van de te verwachten werkzaamheden, voorzien van een korte toelichting. Faciliteren van projecten De programmacoördinator buitengebied van de gemeente Sint Anthonis is het eerste aanspreekpunt voor de externe partners van de gemeente. De programmacoördinator ondersteunt waar mogelijk de projectleiders van de projecten. Dat kan verschillende vormen aannemen: hulp bij het vinden van financieringsmogelijkheden, overleg met andere overheden en partners etc. Werkzaamheden programmacoördinator buitengebied De dagelijkse coördinatie van de uitvoering van het Meerjarenprogramma bestaat uit een veelheid van werkzaamheden die door de programmacoördinator buitengebied worden uitgevoerd. De programmacoördinator buitengebied : - is aanspreekpunt voor interne en externe projectleiders en initiatiefnemers - draagt zorg voor de interne borging en afstemming van het Meerjarenprogramma - formeert een ambtelijke werkgroep die de projectleider ondersteunt bij het faciliteren van projecten - coördineert de communicatie over het Meerjarenprogramma - overlegt met het college van B&W en bereidt besluitvorming voor - overlegt met externe partners, waaronder de provincie - bewaakt de voortgang - houdt de energie op het proces 36 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

37 Regionale reconstructiecommissie Om uitvoering te kunnen geven aan het reconstructieplan Peel en Maas is een regionale reconstructiecommissie (RRC) opgericht. In deze RRC zitten vertegenwoordigers van gemeenten, waterschappen, landbouw- en natuurorganisaties en van de recreatiesector. Vanuit de gemeente Sint Anthonis is portefeuillehouder Jeroen Willems lid van de RRC. De reconstructiecommissie wordt in de dagelijkse werkzaamheden ondersteund door een gebiedscoördinator en een gebiedsmakelaar. In Peel en Maas is de gebiedscoördinator Ron Wetzer. Hij is onder meer secretaris van de reconstructiecommissie. Om projecten op te starten en te begeleiden heeft elk gebied een gebiedsmakelaar; voor Peel en Maas is dat Mario Graat. Ambtelijke werkgroep Peel en Maas Op ambtelijk niveau is voor het Reconstructiegebied Peel en Maas een werkgroep ingesteld met een vergelijkbare samenstelling als die van de reconstructiecommissie. Vanuit de gemeenten Sint Anthonis neemt de programmacoördinator buitengebied deel aan de ambtelijke werkgroep. Deze werkgroep adviseert de reconstructiecommissie. Daarnaast wordt er veel ervaring uitgewisseld en kennis vergaard om de uitvoering te ondersteunen. Voorafgaand aan deze ambtelijke werkgroepvergaderingen hebben de gemeenten vaak een gezamenlijk ambtelijk vooroverleg. Jaarlijks uitvoeringsplan en voortgangsrapportage Jaarlijks wordt een uitvoeringsplan opgesteld waarin de projecten komen te staan waaraan in het volgende jaar gewerkt zal worden. De prioritering en fasering van projecten in dit Meerjarenprogramma bieden daarvoor het kader. Daarnaast wordt in dit document aandacht besteed aan de voortgang van de afzonderlijke projecten in het afgelopen jaar en worden de niet-projectmatige werkzaamheden geëvalueerd. 4.4 Sleutelfiguren Om tot realisatie van de voorgenomen projecten te komen, is de betrokkenheid van bepaalde sleutelfiguren essentieel. Voor elk van de reconstructiethema s is een aantal interne en externe sleutelfiguren aan te duiden. Dit zijn veelal vertegenwoordigers van een organisatie die betrokken is of kan worden bij de uitvoering van de projecten onder dat thema. Hieronder zijn per thema de belangrijkste sleutelfiguren (lees: organisaties) benoemd. De programmacoördinator buitengebied is niet apart genoemd aangezien deze een coördinerende functie heeft bij de realisatie van het Meerjarenprogramma en als aanspreekpunt voor de partijen vanzelfsprekend op de hoogte is van de projecten en wie daarbij betrokken zijn. Natuur: Wethouder met portefeuille buitengebied Gemeentelijke programmacoördinator buitengebied Gemeentelijke projectleider natuur, buitengebied en RO IVN Maasvallei Terreinbeherende organisaties: Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Brabants Landschap ANV Sint Tunnis Milieuvereniging Land van Cuijk Landbouw: Wethouder met portefeuille buitengebied Gemeentelijke programmacoördinator buitengebied ZLTO Nederlandse Vereniging van Varkenshouders Milieuvereniging Land van Cuijk Landschap en cultuurhistorie: Wethouder met portefeuille buitengebied Gemeentelijke programmacoördinator buitengebied Stichting Brabants Landschap Heemkundekringen St. Anthonis, De Heerlyckheit Plo (Oploo) en Stevensbeek Water en bodem: Wethouder met portefeuille buitengebied Gemeentelijke programmacoördinator buitengebied Beleidsmedewerkers water, buitengebied en grondzaken Waterschap Aa en Maas Recreatie en toerisme: Wethouder met portefeuille buitengebied Gemeentelijke programmacoördinator buitengebied Stichting Recreatie en Toerisme Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

38 Wonen, werken en leefbaarheid: Wethouders met portefeuille buitengebied en leefbaarheid Gemeentelijke programmacoördinator dorpsvernieuwing Dorpsraden Stevensbeek, Sint Tunnis, Wanroij, Landhorst, Westerbeek en Oploo 4-.5 Capaciteit en financiering In dit Meerjarenprogramma is nog geen informatie opgenomen over de benodigde capaciteit, budgetten en de financiering van de projecten. De vervolgstap na het vaststellen van de inhoudelijke keuzes in het Meerjarenprogramma door de gemeenteraad, is inzicht te krijgen in de benodigde capaciteit, budgetten en de financiering. 4.6 Communicatie In de kernboodschap voor het reconstructiegebied Peel en Maas komen het belang en de waarde van samenwerking tussen de verschillende partijen bij het realiseren van projecten in het buitengebied duidelijk naar voren. Communicatie is daar een essentieel onderdeel van. Het draagt ertoe bij dat de samenwerking met alle partijen goed blijft verlopen. Een andere invalshoek is juist te communiceren over die onderwerpen die voor de betrokken partijen belangrijk zijn: wat gebeurt er in iemands leefomgeving en hoe kan hij/zij daar invloed op uitoefenen? Als gemeente betekent dit, dat je ook tussentijds communiceert over de projecten waar je mee bezig bent en op de juiste momenten de juiste informatie geeft. Ook als de projecten nog niet zijn afgerond en er nog geen concrete resultaten te melden zijn. De communicatie over projecten is (in de visie van de provincie) primair de verantwoordelijkheid van de uitvoerder van de projecten, of dat nu het waterschap, de gemeente, de provincie zelf of een andere partij is. Zij kunnen zelf het beste inschatten hoeveel en welke communicatie nodig is en op welk moment. De gemeente Sint Anthonis zelf heeft de ambitie te laten zien wat er gebeurt: het is Moi Buute! De gemeente Sint Anthonis kan voor haar communicatie over projecten in het buitengebied gebruik maken van de toolkit communicatie van de provincie Noord-Brabant (zie Elk reconstructiegebied wordt ondersteund door zijn eigen contactpersoon bij de provincie, zo ook Peel en Maas. Ook de gemeente kan deze contactpersoon benaderen voor ondersteuning bij de communicatie. De suggesties in deze paragraaf sluiten aan op de communicatievisie voor de reconstructie. In de communicatie is het van belang te laten zien welke successen zijn bereikt op de thema s van plattelandsontwikkeling. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de bestuurlijke wens om vooral zichtbaar te maken wat er in de afgelopen jaren op het gebied van reconstructie / plattelandsontwikkeling is gerealiseerd. Dit is nodig om zowel burgers als bestuurders enthousiast te maken over de reconstructie en de projecten die onder deze noemer worden uitgevoerd. 38 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

39 BIJLAGEN Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

40 BIJLAGE 1 DEELNEMERS BIJEENKOMSTEN Ambtelijke bijeenkomst Dhr. B. Huckriede Groenvoorziening / natuur Dhr. P. van Duijnhoven Grondzaken Dhr. R. Fleuren Welzijn Mevr. D. van Vliet Communicatie Mevr. M. Beurskens Milieu Dhr. P. Peeters Water / openbare werken Dhr. P. van Laarhoven Ruimtelijke ordening Mevr. E. Arts Afdelingshoofd Strategie & Beleid Dhr T. Strik Projectleider Stedelijk gebied Mevr. J. Posthumus Welzijn Dhr. K. Pols Webbeheerder Dhr. R. Schleedoorn Groenvoorziening / natuur niet aanwezig Mevr. A. Heijnemans Programmacoördinator buitengebied Dhr. S. van Helden Ondersteunend medewerker Buitengebied Dhr. T. Hermanussen RMB Mevr. A. Hagendoorn RMB Bijeenkomst met externe partners Mevr. N. Hendriks Vereniging Ruimte voor Morgen, Stevensbeek Dhr. D. Wijgerde Vereniging Ruimte voor Morgen, Stevensbeek Dhr. S. v/d Cruijsen Dorpsraad Sint Tunnis Dhr. T. van Lanen Dorpsraad Sint Tunnis Dhr. M. Kerkhoff Dorpsraad Sint Tunnis Dhr. J. v/d Weem Dorpsraad Wanroij Dhr. K. v/d Velden Vereniging Peelbelang Landhorst Mevr. I. de Bruyn Vereniging Peelbelang Landhorst Dhr. I. Oldenkamp Westerbeekse Dorpsraad Dhr. H. Goossens Dorpsraad Oploo Mevr. J. Ermens Dorpsraad Oploo Mevr. A. van der Peijl Dorpsraad Oploo Dhr. L. Blom ZLTO Dhr. T. Reintjes Nederlandse Vereniging van Varkenshouders (NVV) Dhr. J. Baltussen Nederlandse Vereniging van Varkenshouders (NVV) Dhr. J. Derks IVN Maasvallei Dhr. N. Huffels Milieuvereniging LvC Dhr. M. Cox Waterschap Aa en Maas Mevr. F. van Gorkum Staatsbosbeheer (SBB) Dhr. R. Christiaans Dienst Landelijk Gebied (DLG) Dhr. R. van Hout Dienst Landelijk Gebied (DLG) Dhr. T. Goossens Provincie - Streekmanager Dhr. G. van Dasler Stichting Recreatie en Toerisme Dhr. Th. de Mol Brabants Landschap Dhr. J. van Dommelen ANV Sint Tunnis Dhr. J. Willems Gemeente Sint Anthonis Dhr. R. Schleedoorn Gemeente Sint Anthonis Dhr. P. van Duijnhoven Gemeente Sint Anthonis Mevr. A. Heijnemans Gemeente Sint Anthonis Dhr. S. van Helden Gemeente Sint Anthonis Mevr. A. Hagendoorn RMB Dhr. T. Hermanussen RMB 1 e Bijeenkomst prioritaire reconstructiethema s en -doelen Dhr. M. Graat Provincie - Gebiedsmakelaar Dhr. J. Willems Gemeente Sint Anthonis Dhr. W. Brouwer Gemeente Sint Anthonis Mevr. A. Heijnemans Gemeente Sint Anthonis Dhr. S. van Helden Gemeente Sint Anthonis Mevr. A. Hagendoorn RMB Dhr. T. Hermanussen RMB 2 e en 3 e Bijeenkomst prioritaire reconstructiedoelen Dhr. J. Willems Gemeente Sint Anthonis Dhr. W. van Erp Gemeente Sint Anthonis Mevr. E Arts Gemeente Sint Anthonis Mevr. A. Heijnemans Gemeente Sint Anthonis Dhr. S. van Helden Gemeente Sint Anthonis 40 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

41 BIJLAGE 2 LITERATUUR EN FOTO S Geraadpleegde literatuur Gemeente Sint Anthonis (2010) Coalitieprogramma Kansen voor Leefbaarheid. Sint Anthonis, Gemeente Sint Anthonis (2010) Collegeprogramma , Samen verantwoordelijk, samen vooruit. Sint Anthonis, Praedium 2010 Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma: Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Oost Brabant. Veghel, mei 2010 Provincie Noord-Brabant, Gemeente Veghel, Boekel, Sint Anthonis en Boxmeer, Waterschap Aa en Maas, Stichting het Noord Brabants Landschap Gebiedscontract Oost Brabant bij de Subsidieregelin Groen Blauw Stimuleringskader Noord Brabant Wanroij 2010 Provincie Noord-Brabant 2005 Reconstructieplan Peel en Maas Deel A s-hertogenbosch. Provincie Noord-Brabant 2005 Reconstructieplan Peel en Maas Deel B s-hertogenbosch. Provincie Noord-Brabant 2010 Plan van aanpak landbouwontwikkelingsgebieden Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, s-hertogenbosch, 12 mei 2010 Reconstructiecommissie Peel en Maas 2008 GebiedsMeerJarenProgramma (GMJP) Peel en Maas Vastgesteld in de reconstructiecommissie van 23 oktober 2008 Foto s Veel van de foto s die in dit document zijn gebruikt komen, met toestemming van de webbeheerder, van de website en zijn gemaakt door de heer G.van Kempen. Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

42 BIJLAGE 3 DOELENBOOM PROJECTEN BUITENGEBIED Reconstructie - Bestemmingsplan buitengebeid - Structuurvisie buitengebied Natuur Landschap & cultuurhistorie Landbouw Toerisme & Recreatie Bodem & water Wonen, werken & Leefbaarheid Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling Sint Anthonis, 2010 tot en met

43 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

44 44 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

45 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met

46 46 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met 2013

47 Plattelandsontwikkeling 2010 tot en met