Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de Wet ter bevordering van de werkgelegenheid voor werkzoekenden die zeer langdurig werkloos zijn Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen deel 1. Voorgeschiedenis Het beleid gericht op de bestrijding van langdurige werkloosheid heeft de afgelopen periode in nauwe samenspraak tussen regering en parlement enerzijds en regering en centrale organisaties van werkgevers en werknemers anderzijds vorm gekregen. In de loop van enkele jaren is een aantal arbeidsmarktinstrumenten gecreëerd die beogen de kansen van langdurig werklozen op de arbeidsmarkt te vergroten en te voorkomen dat een «harde kern» van permanent werklozen ontstaat. Belangrijke instrumenten die in de laatste jaren tot stand zijn gekomen, zijn de uit 1986 daterende Wet ter bevordering van de werkgelegenheid voor werkzoekenden die zeer langdurig werkloos zijn (Staatsblad 1986, 483) en sinds 1988 de heroriënteringsgesprekken. Genoemde wet is op initiatief van de Tweede Kamerleden Vermeend en Moor en mede op aanbeveling van de Stichting van de Arbeid tot stand gekomen. De heroriënteringsgesprekken worden in samenwerking tussen arbeidsbureaus en gemeenten gevoerd met alle zeer langdurig werklozen. Dit zijn vooralsnog al diegenen die langer dan drie jaar werkloos zijn. Naast de vrijstelling van werkgeverspremies op grond van de wet Vermeend/Moor en de subsidiëring van begeleidingskosten via de op de wet gebaseerde Maatregel Langdurig Werklozen (MLW: Stcrt 1987, nr. 198), kennen we op dit moment nog het Jeugdontplooiingsbanenplan (JOB), dat voorziet in een subsidie in de loonkosten van jongeren die langer dan twee jaar werkloos zijn en die via de uitzendconstructie bij werkgevers worden geplaatst, de Maatregel ter Ondersteuning Arbeidsinpassing (MOA: Stcrt 1986, nr. 71) die voor langdurig werklozen gedurende zes maanden een tegemoetkoming in de kosten van training en begeleiding mogelijk maakt, en de Werkgelegenheidsverruimende Maatregel (WVM: Stcrt 1983, nr. 64) die in beginsel voorziet in voor 100% gesubsidieerde banen in de non-profitsfeer. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 1

2 2. Aanbevelingen tot het stroomlijnen van de bestaande maatregelen De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid heeft in zijn rapport «Activerend Arbeidsmarktbeleid» ('s-gravenhage 1987) nadrukkelijk gewezen op het onoverzichtelijke karakter van het arbeidsmarktinstrumentarium ten behoeve van langdurig werklozen en op de bestaande inconsistenties en overlappingen tussen de diverse instrumenten. De Raad pleitte in zijn advies voor het tot stand brengen van één enkele kaderregeling voor loonkostensubsidies c.q. werkervaringsplaatsen. Ook van de zijde van sociale partners is verschillende malen aangedrongen op een stroomlijning van bestaande maatregelen, onder andere in het rapport van de tripartite werkgroep Langdurige werkloosheid dat eind 1987 werd vastgesteld. Het rapport is door de Stichting van de Arbeid gepubliceerd in de bundel «Samen voorwerk 2», ('s-gravenhage 1987). In de reactie van de regering op de aanbevelingen van de WRR werd de noodzaak van stroomlijning van het bestaande arbeidsmarktinstrumentarium onderkend. De aanbevelingen van de tripartite werkgroep zijn door de Stichting van de Arbeid en het kabinet gezamenlijk onderschreven. 3. Aanbevelingen tot verruiming van de mogelijkheden voor het opdoen van werkervaring De WRR stelde in zijn rapport «Activerend Arbeidsmarktbeleid» voor om in samenspraak met sociale partners een stelsel van werkervaringsplaatsen tot stand te brengen. Daartoe zouden afspraken tussen partijen moeten worden gemaakt over het reserveren van een deel van de bestaande, reguliere arbeidsplaatsen voor o.a. langdurig werklozen. Bekostiging zou vorm kunnen krijgen conform de systemtiek van de wet Vermeend/Moor door vrijstelling van de afdracht van werkgeversbijdragen voor een vijftal sociale zekerheidsregelingen. In de reactie op het WRR-rapport (Tweede Kamer, vergaderjaar , ) heeft de regering als haar oordeel uitgesproken dat uitbreiding van het aantal werkervaringsplaatsen via het als zodanig oormerken van reeds bestaande, reguliere arbeidsplaatsen niet wenselijk is, gezien de grote risico's van vervanging van bestaande reguliere arbeidsplaatsen en gezien het te verwachten productiviteitsverlies als gevolg van een niet optimale aanwending van de beschikbare arbeidskracht. Wel werk erkend dat voor grote groepen langdurig werklozen specifieke mogelijkheden voor het opdoen van werkervaring noodzakelijk blijven. Op grond van de eerste ervaringen met de heroriënteringsgesprekken heeft het kabinet geconcludeerd dat die gesprekken op langere termijn alleen succes kunnen hebben indien de plaatsingsmogelijkheden voor bepaalde categorieën langdurig werklozen aanzienlijk worden vergroot. Om die reden heeft het kabinet in de notitie «Scholing en werk» (TK , ) aangekondigd dat het zowel wilde komen tot een effectievere inzet van het instrument van loonkostensubsidiëring voor langdurig werklozen als tot verruiming van de mogelijkheden voor langdurig werklozen om op tijdelijke plaatsen werkervaring op te doen. In het najaarsoverleg tussen het kabinet en de Stichting van de Arbeid dat op 21 oktober 1988 plaatsvond, werd afgesproken de voorstellen van het kabinet in nader tripartite overleg te bezien en uit te werken. De conclusies uit het overleg zijn bij brief van 9 december 1988 (TK , XV, nr. 33) aan het parlement meegedeeld. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 2

3 4. Overleg over de vormgeving van de regeling Vertrekpunt voor het nader tripartite overleg was dat in de loop van de tijd een te grote variëteit aan maatregelen tot (her)plaatsing van langdurig werklozen is ontstaan. Conclusie was, dat het gewenst is te komen tot één geïntegreerde regeling gericht op de bestrijding van de langdurige werkloosheid en dat deze regeling tevens de introductie van het instrument van werkervaringsplaatsen in de markt- en in de collectieve sector mogelijk zou moeten maken ten behoeve van personen met wie heroriënteringsgesprekken worden gevoerd. De regeling zou dienen voort te bouwen op de wet Vermeend/Moor. Uit de evaluaties 1987 en 1988 aan de wet Vermeend/Moor, in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgevoerd door het Nederlands Economisch Instituut te Rotterdam, blijkt immers dat deze wet aan zijn bedoelingen heeft beantwoord. De wet heeft bewerkstelligd dat een substantieel aantal zeer langdurig werklozen kon herintreden in het arbeidsproces. Totstandkoming van de regeling zal intrekking van de MLW en de MOA inhouden. Intrekking van de WVM behoort op grond van de met de Badan Persatuan gemaakte afspraken op dit moment nog niet tot de mogelijkheden. De werkingssfeer van de WVM zal echter voor de met de Badan Persatuan overeengekomen periode worden beperkt tot de zogenaamde «verbrede werkgelegenheidsprojecten voor Molukkers». In het hiervoor genoemd tripartite overleg in het najaar van 1988 is afgesproken dat in het voorjaar van 1989 zal worden bezien of, en zo ja op welke wijze een uitzendformule in de geïntegreerde regeling zal worden opgenomen. De onderhavige voorstellen tot wijziging van de wet zijn bedoeld om de gewenste stroomlijning van loonkostensubsidie-regelingen voor langdurig werklozen binnen het kader van de wet Vermeend/Moor mogelijk te maken en een basis te creëren voor het nieuwe instrument van subsidiëring van werkervaringsplaatsen. 5. Wijzigingen in verband met de stroomlijning van regelingen In het overleg met de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties is overwogen welke leeftijdsgrenzen bij de stroomlijning van de bestaande maatregelen voor langdurig werklozen zouden moeten worden gesteld. Ook is bezien welke werkloosheidsduur moet worden gehanteerd om de personenkring van de regeling af te grenzen. De huidige regelingen kennen een scala aan leeftijdsgrenzen. De wet Vermeend/Moor kent, evenals de op de wet gebaseerde MLW, op dit moment een minimum-leeftijdsgrens van 21 jaar, waarvan in bepaalde gevallen kan worden afgeweken. De JOB-regeling is van toepassing op personen jonger dan 25 jaar, zij het dat geëxperimenteerd wordt met het loslaten van de leeftijdsgrens. MOA en WVM kennen een maximumleeftijd van 57,5 jaar. Gezien het oogmerk van de nieuwe regeling, integratie van het instrumentarium voor langdurig werklozen, en gezien het voornemen om ook jongeren die uitstromen uit de Tijdelijke voorziening gemeentelijke werkgelegenheidsinitiatieven voor jongeren (Stcrt. 1987, nr. 52) onder de regeling te brengen, wordt thans voorgesteld de huidige leeftijdsgrens van 21 jaar in artikel 1, eerste lid, sub e van de wet Vermeend/Moor te Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 3

4 laten vervallen, alsmede de uitzonderingsmogelijkheid in artikel 1, tweede lid, sub c. De huidige regelingen voor langdurig werklozen kennen ook een aanzienlijke variatie in vereiste werkloosheidsduur. De wet Vermeend/Moor en de MLW kennen een vereiste van drie, en in specifieke gevallen twee jaar. De MOA kent het vereiste van een minimale werkloosheidsduur van één jaar. De JOB-regeling stelt een grens van twee jaar en de WVM gaat uit van 9, respectievelijk 12 maanden. In het kader van de integratie van regelingen wordt voorgesteld de algemene grens in de wet te stellen op twee jaar. De uitzonderingsbepalingen voor personen die hebben deelgenomen aan een arbeidsmarktrelevante scholing of opleiding kunnen daarmee vervallen. In verband met de bijzonder ernstige problematiek van werklozen uit etnische minderheidsgroepen en de geringe uitstroomkansen die voor hen bestaan, wordt voor deze categorie de grens gelegd bij een werkloosheidsduur van één jaar. Nadere afbakening van de categorie zal geschieden bij ministeriële regeling, na overleg met de coördinerend minister voor het minderhedenbeleid, de Minister van Binnenlandse Zaken. Vertrekpunt daarbij is voorshands de aanduiding van categorieën en etnische minderheden zoals vastgelegd in de Minderhedennota 1983 (TK , ). De huidige wet kent reeds de mogelijkheid om met werklozen in de zin van de wet gelijk te stellen personen die met betrekking tot de kansen op de arbeidsmarkt in angenoeg dezelfde positie verkeren. Van deze bepaling zal gebruik worden gemaakt om de personenkring uit te breiden tot jongeren die een half jaar hebben gewerkt op een arbeidsplaats in het kader van de Tijdelijke voorziening GWJ dan wel de in voorbereiding zijnde Jeugdwerkgarantiewet. Op deze wijze wordt de doorstroming naar reguliere arbeidsplaatsen bevorderd, zodat niet de in het kader van de TV-GWJ beschikbare plaatsen langdurig bezet blijven door een beperkte groep deelnemers. 6. Wijzigingen in verband met werkervaringsplaatsen Het aantal wijzigingen dat noodzakelijk is om ook werkervaringsplaatsen onder het bereik van de wet te kunnen brengen, is beperkt. Bij de werkervaringsplaatsen zal in principe sprake zijn van een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet, zij het met een maximum duur van één jaar. De premievrijstelling voor werkgevers op basis van de wet kan dus ook voor werkervaringsplaatsen worden verleend. Om overheden bij de creatie van werkervaringsplaatsen in de overheidssector voldoende vrijheid te bieden bij de vormgeving van de rechtspositionele kant van de werkervaringsplaatsen, wordt in artikel 1 sub f de mogelijheid geopend de arbeidsvoorwaarden ook in een publiekrechtelijke regeling vast te leggen. Bij de bespreking van de voornemens van het kabinet ten aanzien van de werkervaringsplaatsen in de Tweede Kamer is een motie aanvaard van de heer Leijnse (TK , XV, nr. 40). In die motie wordt uitgesproken dat ook werkervaringsplaatsen op basis van een detacheringsconstructie mogelijk moeten zijn. Op dit moment wordt de toepassing van de detacheringsconstructie belemmerd door het bepaalde in art. 5, eerste lid van de wet Vermeend/Moor. Daar is - om verdringing van reguliere arbeid te verhinderen - geregeld dat in principe op niet meer dan 10% van de arbeidsplaatsen bij een instelling of onderneming een premievrijstelling van toepassing mag zijn. Dit maakt het feitelijk onmogelijk bij het opzetten van werkervaringsplaatsen de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 4

5 constructie te kiezen dat alle betrokken werklozen een arbeidsovereenkomst sluiten met een uitlenende organisatie. Bij de wijziging van de wet in 1987 is de mogelijkheid geschapen van voornoemde bepaling af te wijken, via het bepaalde in artikel 5, zesde lid van de wet. Tot op heden is van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Het is thans de bedoeling dat wel te doen, teneinde bedrijfstakken en overheden een optimale vrijheid te geven bij de vormgeving van werkervaringsplaatsen, ook indien zij daarbij gebruik wensen te maken van een detacheringsconstructie. Op deze wijze wordt tevens tegemoet gekomen aan het dictum van de motie-leijnse. Werklozen worden slechts voor een werkervaringsplaats in de marktof collectieve sector in aanmerking gebracht indien dat in het kader van de heroriënteringsgesprekken is geïndiceerd. Aangezien de heroriënteringsgesprekken voorshands alleen worden gevoerd met werklozen die langer dan drie jaar werkloos zijn, is een uitbreiding van de personenkring van de wet voor dit specifieke doel niet noodzakelijk. Zelfs indien in de toekomst zou worden besloten heroriënteringsgesprekken te voeren met alle langer dan twee jaar werklozen is de omschrijving van de personenkring zoals die thans wordt voorgesteld toereikend. In de notitie «Scholing en werk» is het voornemen neergelegd om werkervaringsplaatsen in de collectieve sector alleen beschikbaar te maken voor werklozen tot 40 jaar. In het overleg met de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties is gekozen voor een gewijzigde opzet van de regeling. Essentieel element is dat de samenwerkingsverbanden met GAB's en GSD-en in het kader van de heroriënteringsgesprekken vaststellen dat plaatsing op een werkervaringsplaats voor een werkloze gewenst is. Gezien deze individuele benadering is besloten van het stellen van algemene leeftijdsgrenzen af te zien. Dit betekent dat de door de Tweede Kamer aanvaarde motie-groenman (TK , XV, nr. 37) wordt gehonoreerd. Om zoveel mogelijk langdurig werklozen een kans te bieden, is het gewenst de doorstroming vanuit werkervaringsplaatsen naar reguliere functies naar vermogen te bevorderen. Om die reden wordt de mogelijkheid geopend om na afloop van een werkervaringsplaatsing voor de volle periode van vier jaar premievrijstelling te verkrijgen, ongeacht de vraag of de nieuwe functie bij dezelfde of een andere werkgever wordt aanvaard. Voor de situatie waarin de werknemer bij dezelfde werkgever blijft is artikel 2, lid 2 bedoeld. Op grond van artikel 1, lid 2 sub b van de wet zal de periode doorgebracht op een werkervaringsplaats kunnen worden gelijkgesteld met een periode van werkloosheid, wanneer de werknemer in dienst treedt bij een andere werkgever. Om de subsidies voor werkervaringsplaatsen, die in aanvulling op de premievrijstelling zullen worden geboden, mogelijk te maken, is een wijziging van artikel 6 van de wet gewenst. In de nieuwe redactie wordt tot uitdrukking gebracht dat subsidies op grond van de wet betrekking kunnen hebben op de begeleidingskosten op reguliere arbeidsplaatsen of op de kosten van werkervaringsplaatsen. In het ministeriële besluit dat op grond van artikel 6 zal worden getroffen zal een differentiatie in subsidiehoogten worden aangebracht, gerelateerd aan de ernst van de problematiek. Gedacht wordt aan een begeleidingskostensubsidie van f voor personen die 2-3 jaar werkloos zijn, voor ex-deelnemers aan de Tijdelijke voorziening GWJ en voor werklozen behorend tot een etnische minderheidsgroep die 1-3 jaar werkloos zijn en een begeleidingskostensubsidie van f voor personen die langer dan 3 jaar werkloos zijn. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 5

6 Voor werkervaringsplaatsen in de marktsector zal de subsidie maximaal f bedragen en voor werkervaringsplaatsen in de collectieve sector maximaal 100% van de kosten op het niveau van het bruto minimumloon bij een maximale arbeidsduur van 32 uur. De hoogte van deze subsidie wordt geacht toereikend te zijn om ook tegemoet te komen aan de kosten van de werkgever voor de plaatsing en de begeleiding op de werkplek. Cumulatie van de subsidie voor werkervaringsplaatsen en de begeleidingskostensubsidie is uitgesloten. Met het oog op de te verwachten CAO-afspraken met betrekking tot werkervaringsplaatsen wil de regering behalve een aanpassing van de wet Vermeend/Moor ook op korte termijn de verlenging bevorderen van de tijdelijke voorziening wettelijk minimumloon (Wet van 27 juni 1985, Stb. 403, eerder verlengd bij Wet van december 1985, Stb. 632, tot en met 31 december 1988), die partijen de mogelijkheid biedt afspraken te maken over het beloningsniveau voor werkervaringsplaatsen waar produktieve arbeid en scholing/training op moeilijk in de tijd te onderscheiden wijze zijn gekoppeld. De maximale subsidie van f voor werkervaringsplaatsen zal overigens alleen gegeven kunnen worden indien tenminste het volledige wettelijk minimumloon aan de betrokken werknemer wordt betaald. Is dat, bij voorbeeld door toepassing van de tijdelijke voorziening WML niet het geval, dan zal ook de subsidie naar rato lager zijn. 7. Overige wijzigingen In het kader van de wijziging van de wet worden enkele imperfecties in de huidige wettekst gecorrigeerd. Het betreft een detaillering van de bevoegdheid van de minister terzake van het vereiste van werkloosheidsduur en van inschrijving als werkloos werkzoekende (artikel 1, lid 2), een precisering van de bevoegdheid van de directeur GAB om af te zien van het weigeren van de afgifte van een verklaring (artikel 5, lid 5) en de toevoeging van beëindiging van arbeidsovereenkomsten door de rechter op grond van bedrijfseconomische redenen als grond voor het vervallen van de vrijstelling van werkgeverspremies (artikel 3, lid 2), respectievelijk weigering van een verklaring door de directeur GAB (artikel 5, lid 1). Deze wijzigingen worden nader geëxpliceerd in de artikelsgewijze toelichting. 8. De positie van gemeenten bij de totstandkoming van werkervaringsplaatsen in de collectieve sector Bij de bespreking in de Tweede Kamer op 14 en 15 december 1988 van de resultaten van het nader overleg met sociale partners is ook de positie van de gemeenten bij de totstandkoming van de werkervaringsplaatsen in de collectieve sector aan de orde geweest. In lijn met de huidige wet Vermeend/Moor en met het voorstel voor de Arbeidsvoorzieningswet (TK , , nrs. 1-4) zal de uitvoering van de subsidieregeling voor werkervaringsplaatsen worden gelegd in handen van de arbeidsvoorzieningsorganisatie. Dit betekent dat na de inwerkingtreding van de Arbeidsvoorzieningswet de regionale besturen voor de arbeidsvoorziening (RBA's) de verantwoordelijkheid voor die taak zullen dragen en in de periode daar aan voorafgaand de gewestelijke arbeidsbureaus. De keuze voor de RBA's als uitvoerende instantie indiceert een eerste aspect van de betrokkenheid van de gemeenten bij de nieuwe regeling. De gemeenten zullen immers als één van de drie geledingen bestuurlijk in de RBA's participeren, en in dat kader mede verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de regeling. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 6

7 Betrokkenheid van de gemeenten krijgt in de tweede plaats vorm door de wijze van selectie van de langdurig werklozen die voor een werkervaringsplaats in aanmerking zullen worden gebracht. Het is de bedoeling uitsluitend langdurig werklozen voor de werkervaringsplaatsen in aanmerking te laten komen die daartoe in het kader van de heroriënteringsgesprekken worden geïndiceerd. Uitvoering van de heroriënteringsgesprekken is zoals bekend in handen gelegd van samenwerkingsverbanden van gewestelijke arbeidsbureaus en gemeenten. De aanwijzing van kandidaten voor de werkervaringsplaatsen is daarmee een gezamenlijke verantwoordelijkheid van GAB's en gemeenten geworden. Tevens kunnen gemeentelijke en door de gemeente gesubsidieerde instellingen een belangrijke rol vervullen in de sfeer van de begeleiding waar het gaat om de toeleiding naar en de follow-up van de heroriënteringsgesprekken en in de sfeer van gemeentelijke educatieve voorzieningen. Een derde aspect is de positie van gemeenten bij het tot stand brengen van het aanbod van werkervaringsplaatsen in de collectieve sector. De bijdrage van de gemeenten zal daarbij uiteraard primair kunnen zijn het aanbieden van werkervaringsplaatsen in het eigen gemeentelijke apparaat. Maar de regering gaat er van uit dat de gemeenten tevens een belangrijke wervende en coördinerende taak zullen kunnen en willen vervullen bij het genereren van aanbod van werkervaringsplaatsen bij andere overheidswerkgevers in hun omgeving en bij g. en g."instellingen in de gemeente. Een mogelijkheid om dat te doen is het entameren van overleg met andere overheden, door de gemeente gesubsidieerde instellingen en andere g. en g."instellingen over een gecoördineerd aanbod van werkervaringsplaatsen in de collectieve sector. Veel gemeenten doen ditzelfde ook nu al in het kader van de Tijdelijke voorziening gemeentelijke werkgelegenheidsinitiatieven voor jongeren. De wenselijkheid van een door gemeenten gecoördineerd aanbod van werkervaringsplaatsen in de collectieve sector zal in het overleg met sociale partners in de g. en g.-sector nadrukkelijk aan de orde worden gesteld. Een vierde aspect heeft betrekking op de realisatie van de in de herorienteringsgesprekken geïndiceerde plaatsen in de collectieve sector. De gemeenten hebben daarbij de mogelijkheid gebruik te maken van de ten behoeve van de Tijdelijke voorziening GWJ gecreëerde infrastructuur en hebben in dat kader ook de mogelijkheid de realisatie van werkervaringsplaatsen af te stemmen op de realisatie van plaatsen ten behoeve van de Tijdelijke voorziening en - in de toekomst - ten behoeve van het Jeugdwerkgarantieplan. Indien in de toekomst in de collectieve sector tegen de verwachting in concurrentie zou optreden tussen het Jeugdwerkgaram tieplan en de onderhavige regeling, dan zullen in de subsidieregeling op grond van artikel 6 van de wet nadere voorzieningen worden getroffen om een dergelijke ongewenste ontwikkeling tegen te gaan. In organisatorische zin wordt voor de gemeenten ruimte geschapen enerzijds door expliciet arbeidsvoorwaarden, vastgesteld bij publiekrechtelijke regeling, onder de wet te brengen en anderzijds door belemmeringen voor de detacheringsconstructie weg te nemen (zie 6). Ook de toetsing van de door of via de gemeenten aangeboden werkervaringsplaatsen zal over het algemeen een beperkt karakter kunnen hebben. Behoudens het geval dat de plaatsen op grond van (CAO-)afspraken tot stand komen, zal het immers gaan om nieuwe functies die niet in de bestaande functiestructuur voorkomen, zodat van verdringing geen sprake zal zijn. Bij plaatsen in de g. en g.-sector die via de gemeente worden aangeboden staat bovendien in feite ook de gemeente garant voor de kwaliteit van de plaatsen en de begeleiding. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 7

8 9. Gevolgen voor de positie van vrouwen In het Meerjarenkader Arbeidsvoorziening ('s-gravenhage 1988) is als landelijk uitgangspunt voor de arbeidsvoorzieningsorganisatie geformuleerd dat de uitstroomkans naar werk voor ingeschreven (her)intredende vrouwen gelijk moet zijn aan het gemiddelde van alle ingeschreven werkloze werkzoekenden. Zowel de verruiming van de doelgroep van de wet tot werkzoekenden die langer dan twee jaar werkloos zijn en tot ex-deelnemers aan de Tijdelijke voorziening GWJ als de introductie van het instrument van werkervaringsplaatsen zullen naar verwachting een gunstig effect hebben op de positie van vrouwen die langdurig werkloos zijn. De wet biedt thans reeds de mogelijkheid om personen die niet of niet de vereiste periode als werkloos werkzoekende ingeschreven staan bij het gewestelijk arbeidsbureau in aanmerking te brengen voor premievrijstelling en de overige faciliteiten van de wet. Betrokkene moet in dat geval anderszins aannemelijk kunnen maken dat hij of zij de vereiste periode werkloos werkzoekende is geweest en in voldoende mate heeft getracht arbeid te verkrijgen. In de praktijk is deze mogelijkheid met name benut ten behoeve van herintredende vrouwen. Door de verruiming van de doelgroep van de wet tot werkzoekenden die langer dan twee jaar werkloos zijn, zal ook de groep herintredende vrouwen kunnen toenemen die van de regeling gebruik maakt. De verruiming van de doelgroep van de wet tot personen die naar regulier werk doorstromen na een half jaar participatie in de Tijdelijke voorziening GWJ, zal naar verwachting de positie van meisjes en jonge vrouwen in gunstige zin beïnvloeden. 70% van de deelnemers aan de Tijdelijke voorziening is vrouw. Haar kansen op doorstroming naar een reguliere baan zullen door de subsidie in de begeleidingskosten en de premievrijstelling voor maximaal vier jaar aanzienlijk worden verbeterd. Ook bij de Werkgelegenheidsverruimende Maatregel is circa 70% van de deelnemers vrouw. Het negatieve effect dat de inperking van de werkingssfeer van de WVM dienovereenkomstig heeft, blijft echter beperkt. Enerzijds was het aantal plaatsingen dat de laatste jaren met de regeling werd geëffectueerd betrekkelijk gering. In 1988 werden bijna 600 vrouwen met behulp van de WVM geplaatst. Anderzijds wordt het effect gecompenseerd door de gelijktijdige introductie van het instrument van de werkervaringsplaatsen in de markt- en collectieve sector ten behoeve van de deelnemers aan de heroriënteringsgesprekken. Volgens de eerste rapportage is meer dan 30% van de deelnemers aan de heroriënteringsgesprekken vrouw, zodat verwacht mag worden dat uiteindelijk jaarlijks circa 7000 vrouwen op werkervaringsplaatsen zullen kunnen worden geplaatst. 10. Financiële aspecten Voor wat betreft de op basis van de wet tot stand te brengen kaderregeling langdurig werklozen kan het volgende worden opgemerkt. Ten behoeve van de subsidies voor werkervaringsplaatsen in de markten collectieve sector is voor 1989 een bedrag van f 100 min op kasbasis voorzien. In 1990 zal dit bedrag oplopen tot f400 min, eveneens op kasbasis. Uitgaande van de werkhypothese dat de werkervaringsplaatsen in een verhouding in de markt- respectievelijk collectieve sector tot stand zullen worden gebracht, kunnen vanaf 1990 jaarlijks ongeveer werkervaringsplaatsen worden gecreëerd. Voor 1989 is het Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 8

9 aantal werkervaringsplaatsen op jaarbasis geraamd op Daarbij is uitgegaan van een subsidie van maximaal f voor werkervaringsplaatsen in de marktsector en maximaal f in de collectieve sector. Voorzien wordt dat het aantal nieuwe plaatsingen op reguliere arbeidsplaatsen dat gesubsidieerd wordt middels premievrijstelling en subsidie in de begeleidingskosten, in de jaren 1989 en 1990 jaarlijks circa zal bedragen. De uitbreiding van de personenkring die in aanmerking komt voor subsidiëring van de begeleidingskosten op een reguliere arbeidsplaats en de verhoging van deze subsidie voor langer dan drie jaar werklozen van f tot f kunnen worden gefinancierd uit de middelen die thans beschikbaar zijn voor de MLW, de WVM en de MOA. Voor 1989 zal voor dit doel voorshands f 70 min op verplichtingenbasis worden ingezet. Wanneer het voorstel voor een Arbeidsvoorzieningswet (TK , ) door het parlement is aanvaard, zullen de gelden die beschikbaar zijn voor de bestrijding van langdurige werkloosheid voor de jaren na 1989 deel uitmaken van de rijksbijdrage voor de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. De verschuiving in premielasten voor werkgevers die in de structurele situatie optreedt, wordt geschat op circa f 200 min ( x gemiddeld f 5 000) waarvan ongeveer de helft in verband met de premievrijstelling voor werkervaringsplaatsen. Ter vergelijking: in 1988 kan de premieverschuiving als gevolg van toepassingen van de wet worden geraamd op circa 40 min. De centrale organisaties van werkgevers en werknemers hebben met de genoemde aantallen en met de premieverschuiving ingestemd in het finaal overleg dat in het kader van het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening i.o. is gevoerd. Een punt van aandacht in financieel opzicht is de relatie tussen de thans voorgestelde wijziging van de wet Vermeend/Moor en de voorstellen tot vereenvoudiging van de premie- en belastingheffing (met name: Wet financiering van de volksverzekeringen, TK, , ). De wet Vermeend/Moor regelt onder andere de vrijstelling van de premies voor de AAW en de AWBZ. Wegens deze premievrijstelling bestaat op basis van de voorstellen tot vereenvoudiging van de premieen belastingheffing geen verplichting meer tot het betalen van de overhevelingstoeslag. Het huidige voordeel van de werkgever, in casu de premievrijstelling voor de AAW/AWBZ, blijft hiermee in de genoemde voorstellen behouden. Ook voor de werknemers wordt grosso modo eenzelfde resultaat bereikt als in het huidige regime, omdat voor de betrokkenen een apart heffingsregime zal worden gecreëerd. Voor het tarief van de eerste schijf zal dan immers een korting gelden gelijk aan het AAW/AWBZ-deel in het tarief van de eerste schijf. 11. Aspecten van deregulering Eén van de oogmerken van de wijziging van de wet is te komen tot de samenvoeging van een aantal afzonderlijke arbeidsmarktmaatregelen voor langdurig werklozen in één geïntegreerde regeling langdurig werklozen. De voorgestelde wijziging van artikel 6 van de wet beoogt de basis voor deze kaderregeling te bieden. Het is tevens de bedoeling de noodzakelijke verdere regelgeving met betrekking tot werkervaringsplaatsen in de markt- en in de collectieve sector in deze kaderregeling onder te brengen. Totstandkoming van de kaderregeling zal de intrekking impliceren van de thans reeds op de wet gebaseerde MLW, de MOA en - op termijn - de WVM. De relatie van JOB tot de geïntegreerde regeling wordt momenteel in overleg met sociale partners bezien. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 9

10 Een basis voor de geïntegreerde regeling in de onderhavige wet is aangewezen omdat de subsidies voor werkervaringsplaatsen én voor begeleidingskosten op reguliere arbeidsplaatsen gehanteerd worden in combinatie met het instrument van de vrijstelling van werkgeverspremies voor de in de wet genoemde sociale-zekerheidsregelingen. Verwacht wordt dat de stroomlijning van de arbeidsmarktmaatregelen voor langdurig werklozen op centraal niveau bijdraagt tot een vermindering van de bestuurslast. Bij de arbeidsbureaus zullen de integratie van de genoemde maatregelen en de inpassing van het instrument werkervaringsplaatsen binnen de kaderregeling kunnen leiden tot een efficiëntere inzet van menskracht en middelen. Artikelsgewijze toelichting Artikel I, onderdeel A Het huidige artikel 1, eerste lid, onderdeel e, bevat een leeftijdsgrens van 21 jaar. Zoals reeds in het algemeen deel van de toelichting is opgemerkt, verdient het aanbeveling deze leeftijdsgrens te verlaten. Hierdoor kan ook een betere aansluiting op de Tijdelijke voorziening GWJ worden bereikt. Zoals reeds in het algemeen deel van de toelichting wordt vermeld is gebleken dat een werkloosheidsduur van tenminste drie jaar, de werkingssfeer van de Wet te zeer beperkt. In onderdeel e, onder 1 en 2, wordt derhalve de vereiste werkloosheidsduur van langer dan drie jaar teruggebracht naar langer dan twee jaar. Voor de werkloze die behoort tot een etnische minderheidsgroep wordt, gelet op diens achterstandspositie op de arbeidsmarkt, de vereiste werkloosheidsduur teruggebracht naar langer dan een jaar. Tevens wordt een verdere integratie van maatregelen voorgenomen voor de naar werkloosheidsduur onderscheidene werklozen. Artikel I, onderdeel B Het huidige tweede lid, onderdeel a, bevat reeds de bevoegdheid van de Minister van SZW om personen die met betrekking tot de kansen op de arbeidsmarkt in nagenoeg dezelfde positie verkeren als een zeer langdurig werloze, met deze werkloze gelijk te stellen. Het ligt in het voornemen in de ministeriële beschikking onder meer als zodanig aan te wijzen de categorie jeugdige werklozen die momenteel in het kader van de Tijdelijke voorziening GWJ werkervaring opdoen, doch wiens doorstroming naar een reguliere arbeidsplaats op de arbeidsmarkt nog onvoldoende verzekerd is. Door de mogelijkheid van gelijkstelling kan de arbeidsinpassing worden bevorderd, omdat een werkgever bij indienstneming van een meteen werkloze gelijkgestelde persoon, eveneens in aanmerking kan komen voor premievrijstelling. Ten aanzien van de werkloosheidsduur wordt in artikel 1 onderdeel e, bepaald dat de werkloosheid onafgebroken heeft voortgeduurd. Dit zou betekenen dat korte onderbrekingen een nieuwe werkloosheidsduur zouden doen ingaan, terwijl niet gesteld kan worden dat door korte onderbrekingen van de werkloosheid de arbeidsmarktpositie van de werkloze structureel is verbeterd. In artikel 1, tweede lid, onderdeel b is derhalve de mogelijkheid gehandhaafd dat beperkte perioden van niet werkloos zijn of niet ingeschreven zijn, niet behoeven te gelden als onderbreking van de werkloosheid. Toegevoegd is dat dergelijke perioden kunnen worden beschouwd als perioden van inschrijving als werkloos werkzoekende of als perioden van werkloos werkzoekend zijn. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 10

11 Artikel I, onderdeel C In artikel 1, onderdeel e, is geregeld dat voor de werkloze die behoort tot een etnische minderheidsgroep, een minimale werkloosheidsduur geldt van een jaar. Wie tot een minderheidsgroep behoort dient ingevolge artikel 1, derde lid, nader te worden bepaald. Invulling hiervan zal plaatsvinden na overleg met de coördinerend minister voor het minderhedenbeleid, de Minister van Binnenlandse Zaken. Artikel I, onderdeel D Het huidige artikel 2 wordt in die zin gewijzigd dat de Wet een onbepaalde werkingsduur verkrijgt. De premievrijstelling geldt in beginsel voor een periode van vier jaar. Het voorgestelde tweede lid van artikel 2 ziet op de situatie dat een langdurig werkloze die gedurende een jaar werkervaring opdoet bij een werkgever vervolgens voor die zelfde werkgever op een reguliere arbeidsplaats werkzaamheden gaat verrichten. Zonder nadere bepaling zou de werkgever na het jaar, waarin de langdurig werkloze werkervaring heeft opgedaan, noch slechts gedurende drie jaar kunnen worden vrijgesteld van het betalen van werkgeverspremies, terwijl bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever nog een vrijstellingsduur van vier jaar zou gelden. Aldus zou een ongelijke situatie ontstaan. Met de onderhavige bepaling wordt beoogd die ongelijkheid te voorkomen. Artikel I, onderdeel E In het gewijzigde onderdeel a, van het tweede lid van artikel 3 is nu tevens geregeld dat, indien binnen zes maanden na de aanvang van de vrijstelling een of meer arbeidsovereenkomsten op verzoek van de werkgever door de rechter zijn ontbonden op grond van bedrijfseconomische redenen, de vrijstelling eveneens vervalt. Bepalend voor de duur van de zes maanden is de datum met ingang waarvan de ontbinding wordt uitgesproken en derhalve niet het moment waarop de arbeidsovereenkomst feitelijk wordt verbroken. Dit spoort met hetgeen is bepaald omtrent de beëindiging van de arbeidsovereenkomst als gevolg van een verkregen ontslagtoestemming van de directeur GAB. Daarbij is immers bepalend het moment waarop de werkgever met gebruikmaking van de vergunning, de arbeidsovereenkomst beëindigt, dan wel opzegt. De overige wijzigingen van artikel 3, tweede en derde lid, betreffen technische preciseringen. De bedoeling van de wijziging van artikel 3, vierde lid is, dat de Wet zich niet zal verzetten tegen het voortzetten van arbeidsovereenkomsten, die voor bepaalde tijd waren aangegaan, over een periode die niet voldoet aan het vereiste, dat tot dusverre in artikel 3, vierde lid van de Wet was opgenomen. Dit vereiste hield in dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die een werkgever met een langdurig werkloze was aangegaan voor een periode van minder dan twee jaar, bij voortzetting van die overeenkomst slechts aanspraak had op het voortduren van de vrijstelling, indien die voortzetting voor onbepaalde tijd was, of tenminste voor een zodanige termijn, dat de totale duur van de arbeidsovereenkomst ten minste twee jaar zou bedragen. Dit vereiste verhoudt zich slecht met de uitgangspunten voor de subsidiëring van de voor langdurig werklozen te scheppen zogenaamde werkervaringsplaatsen, zoals weergegeven in mijn brief aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 9 december 1988 (TK , XV, nr. 33). Kernpunt daarvan is immers dat aan langdurig werklozen de gelegenheid wordt geboden om gedurende ten hoogste een jaar werkervaring op te doen op een werkervaringsplaats. De Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

12 concrete uitwerking hiervan, zoals die op dit moment wordt voorzien, laat de mogelijkheid open dat de werkgever, die een werkervaringsplaats ter beschikking stelt, met de langdurig werkloze een arbeidsovereenkomst aangaat voor de duur van 6 maanden (de minimum-termijn ingevolge de Wet). Na ommekomst van die 6 maanden kan verlenging plaatsvinden tot ten hoogste een jaar. Voortzetting van de arbeidsovereenkomst is ook mogelijk voor een langere termijn, maar de werknemer mag niet langer dan een jaar op de werkervaringsplaats doorbrengen. In overeenstemming met dit uitgangspunt is in artikel 6 van de Wet evenzeer de hier genoemde minimumduur vervallen. Artikel I, onderdeel F Een vrijstellingsverklaring wordt ingevolge artikel 5, eerste en tweede lid, geweigerd indien de werkgever op bedrijfseconomische gronden een of meer arbeidsovereenkomsten in de zes maanden voorafgaand aan de aanvraag voor een vrijstellingsverklaring, heeft beëindigd. Ontslag op deze grond kan plaatsvinden via de directeur GAB alsook door middel van een ontbindingsprocedure via de kantonrechter. In dergelijke gevallen zou sprake kunnen zijn van verdringing van reguliere arbeidsplaatsen door gesubsidieerde arbeidsplaatsen. In de wet wordt nu tevens vastgelegd dat indien sprake is van ontbinding door de rechter van één of meer arbeidsovereenkomsten op grond van bedrijfseconomische gronden, de vrijstellingsverklaring dient te worden geweigerd. De directeur GAB kan hiervan ingevolge het nieuwe vijfde lid afwijken, indien naar zijn oordeel door het verstrekken van de verklaring geen sprake zal zijn van verdringing van werknemers werkzaam op reguliere arbeidsplaatsen. Daarmee wordt de bevoegdheid van de directeur GAB om af te wijken nader gepreciseerd. De overige wijzigingen van artikel 5 betreffen hiermee verband houdende technische aanpassingen. Artikel I, onderdeel G Voorgesteld wordt het huidige artikel 6 te vervangen door een nieuwe bepaling waarin een subsidiemogelijkheid is opgenomen ter tegemoetkoming in de kosten van training en begeleiding of in de kosten van het opdoen van werkervaring. Het gaat hierbij om een eenmalige subsidie. De subsidie kan worden verstrekt of ter tegemoetkoming in de kosten van training en begeleiding of in de kosten van het opdoen van werkervaring. De subsidie kan bij de onderscheidene situaties in hoogte variëren. Indien eenmaal subsidie is verstrekt ten behoeve van een werkervaringsplaats, wordt geen subsidie meer verstrekt bij doorstroming van de betreffende werknemer naar een reguliere arbeidsplaats. Indien een langdurig werkloze in het kader van deze Wet direct wordt geplaatst op een reguliere arbeidsplaats, blijft het mogelijk aan de werkgever een tegemoetkoming te verstrekken in de kosten van scholing en begeleiding. Weliswaar is in de Wet zelf niet meer tot uitdrukking gebracht dat in dit geval de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur of voor bepaalde duur (al dan niet verlengd) voor tenminste twee jaar moet zijn aangegaan, doch in de ministeriële regeling zal alsnog een minimumtermijn als voorwaarde voor subsidieverstrekking worden opgenomen. Conform het bepaalde in artikel 6 wordt de subsidie voor de kosten van het opdoen van werkervaring slechts verleend, indien een werkgever met een werkloze een arbeidsovereenkomst aangaat met betrekking tot welke de vrijstelling (tot het betalen van werkgeverspremies) van toepassing is. In artikel 5 eerste lid onder b is geregeld dat in principe op Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 12

13 niet meer dan 10% van de arbeidsplaatsen of werkervaringsplaatsen bij een instelling of onderneming een premievrijstelling van toepassing mag zijn. Dit betekent dat binnen één organisatie nooit een relatief groot aantal werkervaringsplaatsen kan voorkomen, zodat concurrentievervalsing tussen instellingen c.q. ondernemingen ook in het geval van werkervaringsplaatsen wordt tegengegaan. Een uitzondering hierop is mogelijk wanneer, zoals in het voornemen ligt, gebruik wordt gemaakt van het bepaalde in artikel 5 zesde lid. Toepassing van dit artikel betekent concreet dat in het geval een daartoe in het leven geroepen instelling langdurig werklozen detacheert naar werkervaringsplaatsen bij werkgevers in de markt- of collectieve sector het bepaalde in artikel 5 eerste lid onder b niet van toepassing is. Dit artikel blijft wel van toepassing op de inlenende werkgevers. Artikel II Dit artikel bevat enkele uit het onderhavige wetsvoorstel voortvloeiende wijzigingen van technische aard in artikel 18 van het bij koninklijke boodschap van 14 maart 1989 ingediende voorstel van Wet tot invoering van de Arbeidsvoorzieningswet (Invoeringswet Arbeidsvoorzieningswet). Genoemd artikel regelt de aanpassing van de Wet Vermeend/Moor aan de nieuwe opzet van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. de Koning Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 13

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van ; Gezien het advies van de Wmo-adviesraad d.d. gelet op de artikelen 8a, eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 073 Wet houdende een nieuwe regeling voor verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds (Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen CVDR Officiële uitgave van Tholen. Nr. CVDR43763_1 20 maart 2018 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen De raad der gemeente Tholen; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 -1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Oldebroek; Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 kenmerk 98182 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde

Nadere informatie

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet 2015 Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Alle begrippen

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oud-Beijerland Nr. 157294 14 september 2017 Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 766 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2018) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING

Nadere informatie

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Reïntegratieverordening. werk en bijstand Reïntegratieverordening werk en bijstand Midden-Delfland, augustus 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004,

Nadere informatie

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 009 Voorstel van wet van het lid Bijleveld-Schouten houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met het

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 955 Uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 682 Besluit van 13 december 2001, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk

Nadere informatie

gelet op artikel(en) 15, vijfde lid en 22 van de Re-integratieverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ gemeente Overbetuwe 2010;

gelet op artikel(en) 15, vijfde lid en 22 van de Re-integratieverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ gemeente Overbetuwe 2010; gemeente Overbetuwe Onderwerp: Specifieke subsidieregeling loonkostensubsidie gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 10bwb00156 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 475 Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

Nadere regels Re-integratieverordening 2015 Nadere regels Re-integratieverordening 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel; overwegende dat het wenselijk is het beleid omtrent de re-integratievoorzieningen

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015.

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015. Nummer: 337-20 Portefeuillehouder: drs. L. Bromet Onderwerp: Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

34304 Tegemoetkomingen in de loonkosten van specifieke groepen (Wet tegemoetkomingen loondomein)

34304 Tegemoetkomingen in de loonkosten van specifieke groepen (Wet tegemoetkomingen loondomein) 34194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering

Nadere informatie

B&W d.d. 11 februari 2014

B&W d.d. 11 februari 2014 B&W 14.0148 d.d. 11 februari 2014 Onderwerp Beleidsregel loonkostensubsidie 2014 Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. de beleidsregel Loonkostensubsidie 2014 vast te stellen. Perssamenvatting:

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan)

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan) gemeente Eindhoven gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer Beslisdatum B&W Dossiernummer Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding

Nadere informatie

gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet en gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente;

gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet en gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente; Beleidsregels loonkostensubsidie Participatiewet 2015 gemeente Castricum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [Castricum]; gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33286 25 november 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Regeling werkgeverspremie gemeente Overbetuwe 2005 Burgemeester en wethouders van de Gemeente Overbetuwe; Gelet op artikel 9, vijfde lid en artikel 17 van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Alkmaar. gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Alkmaar;

Beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Alkmaar. gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Alkmaar; CVDR Officiële uitgave van Alkmaar. Nr. CVDR413995_1 29 mei 2018 Beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Alkmaar. Het college van burgemeester en wethouders; gelet op de Verordening Loonkostensubsidie

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Harlingen Onderwerp: Participatiewet De raad van de gemeente Harlingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 gelet op gelet

Nadere informatie

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz van de gemeente Hulst Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: het college)

Nadere informatie

nationale arbeidsraad

nationale arbeidsraad nationale arbeidsraad A D V I E S Nr. 1.336 ------------------------------ Zitting van dinsdag 6 februari 2001 Uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 jaarlijkse vakantie x x

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. uitkeringsgerechtigden: personen

Nadere informatie

Doorwerken na 65 jaar

Doorwerken na 65 jaar CvA-notitie februari 2008 Doorwerken na 65 jaar De levensverwachting en het gemiddelde aantal gezonde jaren na het bereiken van de 65-jarige leeftijd is toegenomen. Een groeiende groep ouderen heeft behoefte

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 MAART 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland Inhoudsopgave Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel 8: Artikel 8a: Artikel 9: Artikel

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert

Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert CVDR Officiële uitgave van Zundert. Nr. CVDR347843_1 14 november 2017 Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert De raad van de gemeente Zundert; Gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand Artikelsgewijze toelichting Reïntegratieverordening werk en bijstand 1 Aanhef en artikel 1 In de aanhef is expliciet gewezen op de EU-verordening betreffende staatssteun, die voorschrijft dat wanneer sprake

Nadere informatie

Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door werklozen en met werkloosheid bedreigde werknemers

Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door werklozen en met werkloosheid bedreigde werknemers SZW Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door werklozen en met werkloosheid bedreigde werknemers Wijziging van de Stimuleringsregeling vacaturevervulling door werklozen en met werkloosheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Rijksbegroting voor het jaar 1988 20200 Hoofdstuk XV Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid IMr. 40 BRIEF VAN HET LID BUURMEIJER Aan de

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave, Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave, gelet op de artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van werknemers ouder dan 55 jaar

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van werknemers ouder dan 55 jaar REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE Stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van werknemers ouder dan 55 jaar Maatregel 2 in het kader van het sectorplan bouw & infra (versie 7-3-2014) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen Stuk 1025 (1997-1998) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1997-1998 29 april 1998 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding Beleidsregels Participatieverordening 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Sint-Michielsgestel Officiële naam regeling Beleidsregels Participatieverordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 074 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, de raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, gelet op artikel 8, eerste lid, onder a van de Wet werk en bijstand, gezien het advies van

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8)

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haaren Nr. 52858 3 april 2017 Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per 1-1-2017 (Aanpassing artikel 8) De raad van de gemeente Haaren; in zijn vergadering

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss,

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss, Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss, gelet op de artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013 CVDR Officiële uitgave van Lansingerland. Nr. CVDR327366_1 30 oktober 2018 Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011. Nummer: 6g. De Raad van de gemeente Boxmeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en de entreeopleiding, die bij een werkgever

Nadere informatie

Beleidsregels Re-integratie Participatiewet

Beleidsregels Re-integratie Participatiewet Beleidsregels Re-integratie Participatiewet 2015.1 Betreffende de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/GSV/01/52463 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 425 Besluit van 22 juli 2002, houdende bepalingen inzake het treffen van een inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen, MKZ-geruimden

Nadere informatie

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 1. Preambule Het kabinet, sociale partners en de VNG zetten zich in om met een tijdelijke impuls de doorstroom van werknemers in gesubsidieerde arbeid naar reguliere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 862 Invoering van een bijdrage van de werkgever wiens werknemer op of na het bereiken van de leeftijd van 57,5 jaar werkloos wordt (Wet werkgeversbijdrage

Nadere informatie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2 03-Intern - 8200 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2 03-Intern - 8200 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 2 Premie verordening Gemeente Culemborg Stadswinkel Afdeling Werk en inkomen 2010 De raad

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[datum open laten]], nr. [[nr invullen]];

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[datum open laten]], nr. [[nr invullen]]; Ontwerpbesluit van, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Wijziging Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Bijstand en Gemeentelijke Activeringsbeleid Nr. B&GA/GAB/02/8727 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150 GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150 De raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2004, bijlagennummer I ; gelet op artikel 149, eerste lid van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 19 december 2012 Registratienummer: TB 12.3407403 Agendapunt: 8 Onderwerp: Voorstel: Toelichting: Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 125 Besluit van 10 maart 2015, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, en tot

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Deurne 2018

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Deurne 2018 Gemeenteblad nr. 421, 27 september 2108 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet

Nadere informatie

Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz

Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz 1 Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz van de gemeente Hulst Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: het college)

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 29311 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten naar aanleiding van onderdelen van de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 718 Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze

Nadere informatie

SOCIAAL PLAN 24 februari september 2014

SOCIAAL PLAN 24 februari september 2014 SOCIAAL PLAN 24 februari 2014 30 september 2014 Sociaal plan Goes 2014 V 0.4 1 1. Werkingssfeer en doelstelling 4 2. Werkingsduur 5 3. Definities 6 4.1 Hardheidsclausule 7 4.2 Speciale afspraken 7 5. Begeleidingscommissie

Nadere informatie

Beleidsregels scholingsvouchers, inwerkpremies en loonkostensubsidies Werk en Inkomen Lekstroom

Beleidsregels scholingsvouchers, inwerkpremies en loonkostensubsidies Werk en Inkomen Lekstroom CVDR Officiële uitgave van Werk en Inkomen Lekstroom. Nr. CVDR321323_1 2 mei 2017 Beleidsregels scholingsvouchers, inwerkpremies en loonkostensubsidies Werk en Inkomen Lekstroom In deze beleidsregels is

Nadere informatie

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage Toelichting Artikelgewijs Artikel 1 Begripsomschrijvingen Geen nadere toelichting Artikel 2 Vrijwilligerswerk Het doel van vrijwilligerswerk is de belanghebbende met behoud van uitkering te laten wennen

Nadere informatie

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren banen voor (langdurig) werklozen tot 55 jaar. Maatregel 5 in het kader van het sectorplan bouw & infra

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren banen voor (langdurig) werklozen tot 55 jaar. Maatregel 5 in het kader van het sectorplan bouw & infra REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE Realiseren banen voor (langdurig) werklozen tot 55 jaar Maatregel 5 in het kader van het sectorplan bouw & infra (versie 7-3-2014) Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 2 Artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 6 oktober 2016

No.W /III 's-gravenhage, 6 oktober 2016 ... No.W12.16.0278/III 's-gravenhage, 6 oktober 2016 Bij Kabinetsmissive van 19 september 2016, no.2016001566, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van...; HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van...; HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Besluit van tot wijziging van het Besluit SUWI houdende regels omtrent de individuele reïntegratieovereenkomst Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 9 februari 2004,

Nadere informatie

Premieverordening 2012

Premieverordening 2012 Premieverordening 2012 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2012, gelet op de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert Citeertitel: Re-integratieverordening

Nadere informatie

Beleidsregels Re-integratie Participatiewet 2015

Beleidsregels Re-integratie Participatiewet 2015 Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer gelet op de artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 075 Voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot wijziging van het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945, het urgerlijk Wetboek en enkele

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân Het algemeen bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân; gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet; besluit vast te stellen de Verordening loonkostensubsidie

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit:

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit: Ontwerpregeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, 2018-0000085164, houdende regels met betrekking tot de compensatie van de transitievergoeding bij een einde van de arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 45451 17 december 2015 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 25, 2015-0000300381,

Nadere informatie

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. De raad van de gemeente Lemsterland; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 6 december 2010; gelet op de artikelen 7, 8,

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR358167_1 28 september 2018 Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid.

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid. rv 119 Bestuursdienst nr. PI6000388 Den Haag, 16 april 1996 Aan de gemeenteraad Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid. 1. Inleiding.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

BESLUIT: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op artikel 24, zevende lid, en 26, derde lid, van de Werkloosheidswet;

BESLUIT: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op artikel 24, zevende lid, en 26, derde lid, van de Werkloosheidswet; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van..., nr SV/F&W/2003/90418, houdende de vrijstelling van enige verplichtingen op grond van

Nadere informatie

Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden

Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Nummer 12, 13 december 2017 Burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden, gelet op artikel 18 van de Re-integratieverordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 841 Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Beleidsregel Loonkostensubsidie Wwb

Beleidsregel Loonkostensubsidie Wwb Het college van de gemeente Hoogeveen; Beleidsregel Loonkostensubsidie gelet op de Wet werk en bijstand, de artikelen 8 en 13 van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand en het Beleidsplan Reïntegratie

Nadere informatie

Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet

Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bergen op Zoom. Nr. 78160 24 december 2014 Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet De raad van de gemeente Bergen op Zoom overwegende

Nadere informatie

BELEIDSREGELS PARTICIPATIE Behorend bij de Participatieverordening Grondslag

BELEIDSREGELS PARTICIPATIE Behorend bij de Participatieverordening Grondslag BELEIDSREGELS PARTICIPATIE 2015 Behorend bij de Participatieverordening 2015 Grondslag Artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet. Artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie