V&G plan werkzaamheden depots Gemeente Amsterdam Grond en Ontwikkeling

Transcriptie

1 V&G plan werkzaamheden depots Gemeente Amsterdam Grond en Ontwikkeling 22 oktober 2015

2

3 V&G plan werkzaamheden depots Gemeente Amsterdam Grond en Ontwikkeling Opgesteld volgens Arbobesluit hoofdstuk 2, afdeling 5

4

5 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Verantwoording Titel V&G plan werkzaamheden depots Gemeente Amsterdam Grond en Ontwikkeling Opdrachtgever Gemeente Amsterdam, Grond en Ontwikkeling afdeling Bodem Projectleider Niels de Zwijger Auteur(s) Linda Molenaar Tweede lezer Daan van Wieringen, Hoger Veiligheidskundige Projectnummer Aantal pagina's 26 (exclusief bijlagen) Datum 22 oktober 2015 Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven Colofon Tauw bv BU Water & Ruimtelijke Kwaliteit Zekeringstraat 43 g Postbus NS Amsterdam Telefoon Fax Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: - NEN-EN-ISO 9001 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 5\26

6 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 6\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

7 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Inhoud Verantwoording en colofon Inleiding Doelstelling Leeswijzer Projectbeschrijving Omschrijving werkzaamheden TOP Noodstort Noorder IJplas Contactgegevens Risico Inventarisatie Beheersmaatregelen Algemeen TOP Noodstort Noorder IJplas Veiligheidsklassen Asbest Onderzoek Te water raken Voorzieningen op locatie Algemeen Adembescherming Registratie Personeel Werk- en rusttijden Selectie personeel Voorlichting Bedrijfshulpverlening Belangrijke contactgegevens V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 7\26

8 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL TOP Noodstort Noorder IJplas Bijlage(n) 1 Veiligheid en gedragsregels 2 Maatregelpakketten 3 Adembescherming 8\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

9 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 1 Inleiding De Gemeente Amsterdam, Grond en Ontwikkeling, afdeling Bodem, hierna te noemen G&O, heeft diverse gronddepots in beheer. Op deze depots wordt grond van diverse milieuhygiënische kwaliteit opgeslagen. De milieuhygiënische kwaliteit van de grond varieert van schoon tot sterk verontreinigd. Voor het werken in en met verontreinigde grond is het opstellen van een V&G-plan noodzakelijk. Dit V&G-plan is primair opgesteld voor de volgende depots, die worden beheerd en geëxploiteerd door G&O: TOP Noodstort Noorder IJplas Dit V&G-plan is zo opgesteld dat deze gebruikt kan worden op de genoemde depots en op depots die in de toekomst door G&O in exploitatie of beheer genomen worden. Voor ingebruikname van nieuwe depots wordt gecontroleerd of de werkzaamheden aansluiten bij de in dit V&G-plan omschreven werkzaamheden. Wanneer de werkzaamheden niet aansluiten dient dit plan aangepast te worden of een nieuw V&G-plan opgesteld te worden. 1.1 Doelstelling In dit V&G-plan wordt ingegaan op de specifieke risico s tijdens de werkzaamheden. Het doel van het V&G-plan is het informeren van de betrokken werknemers van de verschillende depots over de maatregelen die van belang zijn voor het waarborgen van de veiligheid tijdens de werkzaamheden die op de depots plaats moeten vinden. Alle medewerkers die werkzaamheden verrichten op depots van G&O dienen op de hoogte te zijn van de inhoud van dit plan voor zij beginnen met de werkzaamheden. Aan bezoekers wordt een instructie gegeven over de risico s en maatregelen. 1.2 Leeswijzer Dit V&G-plan beschrijft de risico s die volgen uit de werkzaamheden op de depots en bevat maatregelen om het risico weg te nemen of te verminderen. In hoofdstuk twee leest u een korte projectbeschrijving om de context en reikwijdte van het plan toe te lichten. Hoofdstuk drie bevat de risico-inventarisatie en evaluatie van de werkzaamheden. Hierin zijn tevens beheersmaatregelen opgenomen. In hoofdstuk vier wordt specifiek op een deel van de beheersmaatregelen ingegaan waar meer informatie nodig is. V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 9\26

10 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Hoofdstuk vijf beschrijft de omgang met adembescherming tijdens de werkzaamheden. In hoofdstuk zes leest u welke gegevens bijgehouden dienen te worden op deze depots. Hoofdstuk zeven beschrijft welke regels gelden voor het personeel en aan welke eisen het personeel moet voldoen om veilig te werken. In hoofdstuk acht leest u welke taken de bedrijfshulpverlening heeft en welke acties zij nemen in het geval van een incident. 2 Projectbeschrijving G&O heeft een aantal depots voor de (tijdelijke) opslag van (verontreinigde) grond. Hier wordt schone grond en licht tot sterk verontreinigde grond tijdelijk opgeslagen. De depots worden beheerd door een depotbeheerder van G&O of door een ingehuurde partij in opdracht van G&O. 2.1 Omschrijving werkzaamheden Het werk omvat het (tijdelijk) opslaan van (verontreinigde) grond in depot, het bemonsteren van mogelijk verontreinigde grond met een verontreiniging van onbekende samenstelling en het zeven van de betreffende grond. Bij de werkzaamheden hoort ook het transporteren van de mogelijk verontreinigde grond en het op depot verplaatsen van de grond met behulp van materieel. De werkzaamheden vinden plaats op gronddepots of overige locaties in exploitatie of beheer bij G&O, afdeling Bodem TOP Noodstort Voordat de grond wordt aangevoerd naar de TOP Noodstort worden de beschikbare onderzoeksgegevens overlegd. Hierdoor is indicatief bekend welke verontreinigingen zich in de grond kunnen bevinden. De indicatie is gebaseerd op de Wet Bodembescherming. De kwaliteit van de grond varieert van schoon tot sterk verontreinigd. De partijen worden, met uitzondering van de kleine partijen regeling, gescheiden opgeslagen waarbij partijidentificatie plaatsvindt door het vermelden van het afvalstroomnummer en de projectnaam Noorder IJplas Het depot Noorder IJplas is een tijdelijk depot waar schone en licht verontreinigde grond wordt opgeslagen voordat deze wordt toegepast voor het verondiepen van de Noorder IJplas. Na herbemonstering en definitief classificeren wordt deze grond verwerkt of afgevoerd naar een ander depot. Grond die definitief is geclassificeerd als toepasbare grond wordt direct verwerkt in de verondieping. Deze verondieping vindt plaats voor het ecologisch verbeteren van de plas. 10\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

11 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 2.2 Contactgegevens Opdrachtgever Naam: Gemeente Amsterdam, Grond en Ontwikkeling Adres: Weesperplein 8 Postcode: 1018 XA Amsterdam Contactpersoon: de heer M. de Gram Telefoon: Coordinator V&G Naam: Gemeente Amsterdam, Grond en Ontwikkeling Adres: Weesperplein 8 Postcode: 1018 XA Amsterdam Contactpersoon: de heer M. de Gram Telefoon: Adviseur V&G Naam: Tauw b.v. Adres: Zekeringstraat 43g Postcode: 1014 Amsterdam Contactpersoon: de heer D. van Wieringen Telefoon: V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 11\26

12 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 3 Risico Inventarisatie De verschillende werkzaamheden die door de medewerkers worden uitgevoerd op de depots brengen risico s met zich mee. In dit hoofdstuk worden geïnventariseerde risico s beschreven. Tabel 3.1 Risico Inventarisatie Activiteit Oorzaak Gevolg Beheersmaatregelen Werkverkeer op de Geen vaste rijroute, slechte locatie communicatie. Onoplettendheid, onvoldoende zicht, achteruit rijdende voertuigen Werkverkeer en in- Onduidelijke routes, smalle en uitritten toegangswegen Erosie en verwaaiing Verstuiving van grond, van verontreinigde natuurlijke invloeden grond Transport van en Verwaaiing en erosie. Modder naar de locatie en grond op de weg. Verliezen van lading door te hoog beladen of niet goed sluiten laadklep Ontgraven, bewerken Onvoldoende onderzoek naar van (mogelijk) verontreiniging. Contact met verontreinigde grond schadelijke stoffen Aanvullen van grond Afschuiven van grond, instabiel depot Aanrijding, lichamelijk letsel Aanrijding, lichamelijk letsel Inhalatie van stof en/of schadelijke stoffen Inhalatie stof Gezondheidsschade door contact met verontreinigde grond Beknelling, bedelving Duidelijke routes aangeven op locatie. Snelheidsbeperking op de locatie, maximale snelheid 15 km/u. Rijroutes duidelijk aangeven. Locatie afzetten. Grond vochtig houden of afdekken. Afschermende maatregelen treffen. Ladingen afdekken, afschermende voorzieningen treffen. Onderzoek naar samenstelling van de grond en de aanwezige verontreinigingen. Depots laagsgewijs (aan)vullen en verdichten Aanleggen en in stand houden van depot Werken met asbesthoudende grond Slechte omheining, onwetendheid Te weinig onderzoek naar verontreinigingen Letsel, contact met Locaties afsluiten na werktijd, verontreinigingen locatie afsluiten met bouwhekken. Inhalatie asbestvezels Grond afschermen en afdekken volgens voorschriften, duidelijk aangeven dat de stroom asbest verdacht is of asbest bevat 12\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

13 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Activiteit Oorzaak Gevolg Beheersmaatregelen Werken met grond met bodemvreemde Aanwezigheid van bodemvreemde materialen materialen Werken met Niet dragen van persoonlijke specifieke beschermingsmiddelen, verontreinigingen onzorgvuldig werken Afschermen van de Onbevoegde toegang tot het werklocatie of het terrein, opgesloten raken op terrein de locatie Werkzaamheden op Lawaai op de werkplek door depots gebruik machines en voertuigen Zeven van Zeef schoonmaken, dicht bij verontreinigde grond de zeef staan tijdens het werk Werken onder Met materieel (kraan) raken hoogspanningskabels van hoogspanningskabels Bemonsteren en Handmatig verplaatsen zwaar onderzoeken van materiaal, verkeerde grondstromen werkhouding Algemeen Niet opgeruimde werkomgeving, onvoldoende verlichting Algemeen Ondeskundig gebruik van gereedschappen en materieel Letsel, Bodemonderzoek raadplegen of gezondheidsschade uitvoeren van onderzoek bij door contact met asbestverdachte grond. verontreinigde grond en materialen Gezondheidsschade Contact opnemen met deskundige door contact met over toe te passen persoonlijke schadelijke stoffen beschermingsmaatregelen. Vandalisme, letsel van Goede afsluitbaarheid van het (ongewenste) terrein. Terrein schoon en bezoekers. opgeruimd houden. Aanwezige voorzieningen buiten bereik plaatsen. Lijst van aanwezigen bijhouden. Gehoorbeschadiging Gebruiken van gehoorbescherming door hoge bij geluidsniveau > 80dBa. geluidsniveaus Lichamelijk letsel Gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Afstand houden tot de zeef wanneer deze in gebruik is. Electrocutie, Hoogtebegrenzers inzetten indien lichamelijk letsel nodig. Werken volgens instructies kabelbeheerder. Fysieke overbelasting Gebruiken van machines en van de werknemer hulpmiddelen voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Afwisselen van werkzaamheden Struikelen Netjes houden van het werkterrein, ongelijke ondergrond vlak houden. Paden en wegen schoonhouden. Lichamelijk letsel Materieel en gereedschappen alleen laten bedienen door bekwaam personeel. Materieel en gereedschappen schoon opbergen of wegzetten na gebruik. V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 13\26

14 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Algemeen Derden op locatie Blootstelling aan bodemverontreinigingen Bezoekers en tijdelijke krachten hebben onvoldoende kennis van risico s Gezondheidsschade Zorgdragen voor goede arbeidshygiëne, schoonhouden van laarzen, overall en lichaam, met name handen en gezicht. Gezondheidsschade, ongevallen Instructie geven voor bezoek aan de locatie. Tijdelijke medewerkers voorlichting geven en kennis laten nemen van V&G-plan. Werkzaamheden in Onvoldoende kennis van Ongevallen, vrijkomen Medewerkers dienen geïnstrueerd KCA depot risico s. Bewerken van schadelijke stoffen, te zijn en ervaring te hebben met de materialen in KCA depot gezondheidsschade werkzaamheden. Nieuwe medewerkers dienen begeleid te worden bij uitvoeren van het werk. Gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen: handschoenen, veiligheidsschoenen, overkleding. Afzetten van partijen Lopen op verontreinigde grond Gezondheidsschade, Gebruik maken van materieel waar grond in combinatie met zware lichamelijk letsel, mogelijk. lichamelijke arbeid fysieke overbelasting Verondiepen Noorder Omvallen of verzakken IJplas materieel, onvoldoende draagkracht van aardebaan, ongelijke zetting Verdrinking, beknelling Toepassen van rijplaten en voldoende grond in grondlichaam. 4 Beheersmaatregelen Om de risico s die kunnen optreden bij deze werkzaamheden, te beheersen of weg te nemen is het noodzakelijk om maatregelen te nemen. In dit hoofdstuk worden enkele specifieke beheersmaatregelen uit de risicoanalyse verder uitgewerkt. 4.1 Algemeen Het terrein van het depot is afgezet met permanente hekken, waarop borden met de tekst Verontreinigde grond zijn aangebracht. Bij de ingang van het terrein is een bord aangebracht met de tekst Verboden toegang voor onbevoegden. Verontreinigde grond, melden bij beheerder. 14\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

15 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Bij de ingang van het depot zijn borden aangebracht waarop de algemene gedragsregels op het terrein zijn vermeld en waarop de op het terrein geldende geboden en verboden zijn afgebeeld. Hierop zijn minimaal aangebracht: veiligheidsschoenen verplicht en roken en open vuur verboden, ook is de maximale snelheid aangegeven die op het depot gereden mag worden. Het depot is zo ingericht dat er een duidelijke scheiding is tussen de verontreinigde zone en de schone zone TOP Noodstort Op de TOP Noodstort gelden binnen de verontreinigde zone de volgende basisregels om veilig te werken: Op het depot wordt standaard gewerkt onder veiligheidsklasse 1T en 1F Medewerkers dragen zichtbaarheidskleding Plaatsen borden om de partijen te identificeren, voorzien van afvalstroomnummer en projectnaam Personeel gaat met betreden en verlaten van de verontreinigde zone altijd door schoon-vuil unit Materieel verlaat de locatie altijd via de Tredway Partijen met verontreinigingen boven interventiewaarden altijd afzeilen Noorder IJplas Bij het werken op het depot Noorder IJplas gelden de volgende basisregels om veilig te werken: Op het depot wordt standaard gewerkt onder veiligheidsklasse 1T en 1F Personeel gaat met betreden en verlaten van de verontreinigde zone altijd door schoon-vuil unit Materieel verlaat de locatie altijd via de Tredway Dragen reddingsvest bij het werken nabij water of op de aardebaan Dragen zichtbaarheidskleding Gereedschappen na gebruik schoon maken en opbergen V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 15\26

16 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 4.2 Veiligheidsklassen Op de depots wordt gewerkt conform de CROW publicatie 132, op basis van de aanwezige verontreinigingen in de grond wordt de veiligheidsklasse bepaald. Hiervoor worden, indien beschikbaar, de uitgevoerde bodemonderzoeken aangeleverd. Van de aangeleverde partijen is altijd een indicatieve classificering bekend. Wanneer een voorlopige classificering is vastgesteld dient aanvullend onderzoek uitgevoerd te worden door middel van een partijkeuring. Op basis van de keuring wordt de definitieve classificering bepaald, die van toepassing is voor de betreffende partij Wanneer voldoende bodemonderzoek gedaan is, is er een definitieve classificering bekend of is geen aanvullend onderzoek meer nodig Zowel de veiligheidsklasse als de (voorlopige) milieuhygiënische classificatie zijn voor de depotbeheerder beschikbaar in het aan het afvalstroomnummer gekoppelde computerprogramma. Bij specifieke verontreinigingen, zoals vluchtige stoffen, hele hoge concentraties van verontreinigingen en bij grond afkomstig van een calamiteit moet contact gelegd worden met een deskundige. Bij zeer sterke verontreinigingen in de grond van vluchtige en CRM stoffen moet contact opgenomen worden met een Hoger Veiligheidskundige of Arbeidshygiënist om de veiligheidsmaatregelen voor de specifieke situatie en verontreinigingen op te stellen. De maatregelenpakketten bij de veiligheidsklassen zijn toegevoegd in bijlage Asbest Op de TOP Noodstort mogen ook grondstromen worden geaccepteerd die (mogelijk) verontreinigd zijn met asbest. Deze grondstromen worden gescheiden opgeslagen en onderzocht. Voor het werken met asbest zijn drie mogelijkheden: 1. Het gehalte asbest in grond is lager dan de gewogen norm van 100 mg/kg droge stof. De grond wordt dan, op basis van asbestconcentratie beschouwd als niet verontreinigd, er hoeven geen aanvullende maatregelen getroffen te worden bovenop de basisvoorzieningen 2. Het gehalte asbest in grond is hoger dan de gewogen norm van 100 mg/kg droge stof, maar lager dan 1000 mg/kg droge stof. Bij de behandeling van deze grond moeten aanvullende maatregelen genomen worden. De medewerkers dragen persoonlijke beschermingsmiddelen volgens pakket 3T met asbestcondities. Het bodemvochtgehalte moet minimaal 10 % bedragen, wanneer dit percentage daalt, wordt de grond extra bevochtigd tot het percentage 10 % of meer bedraagt. 16\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

17 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Het depot moet met folie worden afgedekt. Hierbij heeft het de voorkeur dat de oppervlaktelaag voor het afdekken voldoende nat wordt gemaakt. Dit voorkomt stofvorming bij het verwijderen van de folie 3. Het gehalte asbest in grond is hoger dan de gewogen norm van 1000 mg/kg droge grond. Bij de behandeling van deze grond wordt er gewerkt conform maatregelenpakket 3T met asbestcondities. Deze grond moet in geschikte gesloten verpakking worden vervoerd. In depot moet deze grond worden afgedekt met folie, waarbij de oppervlaktelaag voor het afdekken voldoende nat wordt gemaakt. Dit voorkomt stofvorming bij het verwijderen van de folie De grond kan verontreinigd zijn met asbestdelen en/of respirabele vezels in grond. Door middel van handpicking kunnen asbestdelen uit de grond worden verwijderd. Deze delen worden gedeponeerd in de asbestcontainer, opgeslagen, dubbel verpakt en regelmatig afgevoerd. Na het verwijderen van de asbestdelen wordt de grond opnieuw bemonsterd en gekeurd. Door het verwijderen van de asbestdelen kan de grond mogelijk worden hergebruikt. Om deze werkzaamheden uit te voeren moeten maatregelen getroffen worden. Onder andere met adembescherming en onder 3T situaties. Bij deze werkzaamheden moeten altijd rekening worden gehouden met het type en soort asbest. Houd rekening met: Soort asbest: onder andere amfibool, amosiet chrysotiel Mate van gebondenheid: hecht gebonden niet hechtgebonden Aanwezigheid van respirable vezels Beoordeel vooraf de samenstelling van de asbest verontreiniging en treedt bij een concentratie van meer dan 100 mg/kg asbest contact op met de veiligheidskundige en beschouw boven genoemde aspecten. 4.4 Onderzoek Op het depot wordt indien nodig onderzoek gedaan naar de verontreinigingen van de grond en luchtmetingen verricht naar de vrijkomende vluchtige stoffen. Tijdens dit onderzoek worden maatregelen getroffen volgens de richtlijnen uit CROW publicatie 132. Tijdens het nemen van monsters van de grond waarvan de verontreiniging onbekend is, worden aanvullend op de basisvoorzieningen de volgende maatregelen genomen: Adembescherming met filter ABEK/P3 bij indicatie van aanwezigheid vluchtige stoffen Het doen van specifieke metingen naar verontreinigingen (asbest) en vluchtige schadelijke stoffen wordt uitbesteed aan een derde partij. V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 17\26

18 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 4.5 Te water raken Bij de locatie Noorder IJplas bestaat het risico dat een persoon te water raakt. De werkzaamheden worden zo georganiseerd dat er altijd minimaal twee personen werken. Hierbij is altijd een persoon aanwezig die in het bezit is van een EHBO- of BHV-diploma. Voor de werkzaamheden op en nabij het water worden aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen gedragen, zoals een redvest en laarzen in klasse S5. Dit geldt ook voor de bediener van de machines. Hij mag deze persoonlijke beschermingsmiddelen wel af doen in de cabine. De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten binnen handbereik zijn, zodat deze direct bij het verlaten van de cabine worden aangetrokken. Op de aardebaan en nabij het water moet binnen het werkgebied iedere 100m een reddingsboei aanwezig zijn. De medewerker in de kraan staat in contact met collega s door middel van een 27 MC radio en mobiele telefoon. 4.6 Voorzieningen op locatie Op de locaties zijn minimaal de volgende voorzieningen aanwezig: een schaftkeet, een schoonvuil ruimte en een kantoorruimte. De schaftkeet en de kantoorruimte worden alleen schoon betreden. Deze twee ruimten worden wekelijks schoon gemaakt. Op de grens van de schone en verontreinigde zone is een schoon-vuil ruimte aanwezig. Deze ruimte is verdeeld in de schone ruimte, natte ruimte en vuile ruimte. De in/uitgang van de schone ruimte ligt aan de schone zone. De schone ruimte is een kleedruimte en bergplaats van schone kleding De natte ruimte bevat een was- en douchegelegenheid, een toilet en is voorzien van warm en koud stromend water De vuile ruimte bevat een vlonder aan de buitenzijde waarop met werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen kan aantrekken. Hier bergruimte voor de werkkleding en een container voor de vuile werkkleding Om de laarzen te reinigen zijn aan de buitenzijde van de schoon-vuil ruimte een borstelplaats en een waterslang aangebracht De schoon-vuil ruimte is voorzien van verwarming en een overdrukfilterinstallatie. In de ruimte zijn verschillende eerste hulp middelen aanwezig zoals een oogdouche, een goedgekeurde EHBO-trommel en een poederblusser. Voor het bevochtigen van de grond is op beide locaties permanent een tractor + waterwagen aanwezig. Het water hiervoor wordt uit de sloot gehaald. 18\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

19 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 4.7 Algemeen Extreme weersomstandigheden. Bij erg hoge en zeer lage temperaturen worden er maatregelen getroffen om de werknemer te beschermen tegen de invloeden van het weer. Hoge temperaturen Hoge temperaturen (30+ graden Celsius) zorgen ervoor dat het lichaam de warmte moeilijk kwijt kan. Bij inspannende werkzaamheden is dit gevaarlijk, oververhitting, uitdroging en extreme vermoeidheid kunnen optreden. Om dit te voorkomen worden de werktijden aangepast. Lage temperaturen Bij lage temperaturen, onder de vijf graden Celsius, worden er aanvullende maatregelen genomen. Voor adembescherming dient de aanblaasunit te worden voorzien van een verwarmingselement. Bij inspannende werkzaamheden word thermo-onderkleding gedragen. Bij lage temperaturen wordt warmere kleding in meerdere lagen gedragen. Bij gure wind is het belangrijk om het gezicht ook te beschermen. Wanneer de (gevoels)temperatuur erg laag ligt, wordt in overleg besloten hoe de werkzaamheden worden voortgezet. Zeven van grond Bij het zeven van grond treden verschillende risico s op. Bij het zeven van grond komt stof vrij waardoor het risico op blootstelling aan schadelijke stoffen groter is. Tijdens het zeven van de grond kunnen bodemvreemde materialen zoals puin uit de zeef schieten waardoor deze een gevaar vormen. Bij het zeven van grond worden daarom altijd de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen gedragen: Veiligheidsbril Handschoenen Veiligheidshelm wanneer in de directe omgeving gewerkt wordt. Dit dient zo veel mogelijk vermeden te worden. Stofmasker P3 Bij het zeven van de grond wordt door de medewerkers zo veel mogelijk afstand bewaard. Na zeefwerkzaamheden altijd goede persoonlijke hygiëne inclusief handen wassen, gezicht wassen en overall, laarzen schoonmaken. V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 19\26

20 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Hoogspanningsmasten en kabels aan de oostzijde van de plas Aan de oostzijde van de Noorder IJplas zijn hoogspanningsmasten en kabels aanwezig. Wanneer hier in de buurt gewerkt wordt met materieel bestaat risico dat het materieel in aanraking komt met de kabels of dat het materieel te dicht in de buurt komt, waardoor elektrische ontlading kan ontstaan. Om dit te voorkomen dient er gewerkt te worden volgens de veiligheidsvoorschriften van TenneT. De werkzaamheden in de omgeving van de hoogspanningsmast dienen een maand van tevoren gemeld te worden bij TenneT. Deskundigheid Indien het volgens de geldende wet- en regelgeving noodzakelijk is, wordt een externe deskundige op het gebied van arbeidshygiëne of veiligheidskunde ingehuurd. Deze deskundige heeft voldoende ervaring op dit vakgebied. 5 Adembescherming Om medewerkers te beschermen tegen gezondheidsschade door het inademen van schadelijke stoffen kan het nodig zijn om te werken met adembescherming. Er zijn twee categorieën adembescherming: Afhankelijke adembescherming Onafhankelijke adembescherming Afhankelijke adembescherming mag niet worden toegepast in besloten ruimten, omgevingen waar het zuurstofgehalte 19% of lager is of wanneer er zulke hoge concentraties aan schadelijke stoffen dat het vermogen van de beschikbare filters onvoldoende is. Afhankelijk van de verontreinigingen, wordt door de adviseur of veiligheidskundige aangegeven welke filter moet worden toegepast. Bij onbekende verontreinigingen wordt een ABEK/P3 filter gebruikt, deze filter biedt in deze situaties bescherming. Meer informatie over het dragen van adembescherming is opgenomen in bijlage 3. 20\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

21 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 6 Registratie Tijdens de werkzaamheden wordt er dagelijks een logboek bijgehouden. In dit logboek worden minimaal de volgende gegevens bijgehouden: Algemeen (eenmalige vermelding): Wie het logboek bijhoudt (depotbeheerder) Geldigheid van medische geschiktheidverklaringen van personeel Voorlichting over de aanwezige verontreinigingen die aan werknemers en bezoekers wordt gegeven Registratie van keuring van het materieel en de filteroverdrukinstallatie Registratie van filters van materieel dat permanent op locatie is Dagindeling Vastgestelde filtertypes en het verwisselschema van filters en filtermaterieel Lijst met contactgegevens van de bij de werkzaamheden betrokken bedrijven en instanties Bezoekers Afhankelijk van werkzaamheden en tijd: Tijdschema van de belangrijkste werkzaamheden Namen en functies van alle werknemers betrokken bij de werkzaamheden Extra uitgereikte persoonlijke beschermingsmiddelen Het van toepassing zijnde veiligheidsregime Locatie, tijdstip en resultaten van voorgeschreven metingen Genomen maatregelen op aanwijzing van betrokken veiligheidskundige of arbeidshygiënist Het ingezette materiaal Weersomstandigheden Verwisselde of vervangen filters van persoonlijke beschermingsmiddelen en/of materieel Registratie van verstrekte filters voor adembescherming en registratie van keuring en reiniging van de volgelaats- en of halfgelaatsmaskers en aanblaasunits In bijzondere situaties: Details van een eventueel bezoek van de Inspectie SZW Reden van het stilleggen of onderbreken van het werk Locatie, tijdstip en oorzaak van alarmsituaties Maatregelen naar aanleiding van alarmsituaties Bedrijfshulpverlening: incidenten, bijna ongevallen en ongevallen Het logboek wordt dagelijks ondertekend door de beheerder van het depot. V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 21\26

22 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL 7 Personeel 7.1 Werk- en rusttijden De werk- en rusttijden bij de uitvoering van werkzaamheden op de depots zijn: werken pauze werken pauze werken Afwijkingen van deze werk- en rusttijden worden in het logboek opgenomen. Op de depots zijn altijd minimaal 2 medewerkers aanwezig. 7.2 Selectie personeel Voor het werken met verontreinigde grond zijn eisen gesteld aan het personeel, om op het personeel te kunnen beschermen tegen de risico s die zij hierbij lopen. Alle medewerkers op het depot zijn 18 jaar of ouder Op het depot is eten, drinken en roken niet toegestaan buiten de daarvoor aangewezen zones Het werken met verontreinigde grond en/of grondwater is niet toegestaan voor zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven Alle medewerkers op het depot zijn medisch geschikt bevonden voor het werk door een bedrijfsarts van een gecertificeerde arbodienst. Hiervoor is een keuring afgenomen conform de voorschriften uit Publicatie 132 van het CROW. De keuringsuitslagen van de medewerkers van de Grondbank zijn gearchiveerd bij de afdeling P&O van G&O, wanneer de medewerker goedkeuring geeft voor het ter beschikking stellen van de uitslag van de keuring aan de werkgever. Het in te zetten personeel op de depots heeft voldoende ervaring met het werken in verontreinigde grond en beschikt over de juiste kwalificaties volgens CROW-publicatie 132. De depotbeheerder is tevens DLP. 22\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

23 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL De medewerkers hebben een cursus Werken in of met verontreinigde grond of verontreinigd grondwater gevolgd en een cursus asbest herkennen. De medewerkers hebben ervaring in en zijn geschikt bevonden voor het gebruik van adembescherming en het dragen van (speciale) beschermingsmiddelen. De leidinggevenden hebben een uitgebreidere opleiding gevolgd voor het veilig en gezond werken in of met verontreinigde grond en grondwater. 7.3 Voorlichting Voor aanvang van de werkzaamheden op de depots krijgen de medewerkers instructie over de specifieke risico s Zij krijgen voor aanvang van het werk voorlichting over de specifieke risico s bij het werken op de depots. In deze voorlichting komen minimaal de volgende onderwerpen aan bod: Veiligheidsklassen Arbeidshygiënische risico s Uitleg over veiligheidsmaatregelen Juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Zonering Meetapparatuur Acties bij alarm en/of calamiteiten Asbest Mogelijke gevaren voor gezondheid Noodzaak van toezicht op bodemvochtpercentage Hygiëne Maatregelen om blootstelling te beperken Juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Verschillen in soorten asbest / en verschijningsvorm Adembescherming Toe te passen adembescherming, juist gebruik en onderhoud Maximale werk- en rusttijden Filters en vervangingstijd van filters Behandelen gebruikte filters Filteroverdrukinstallaties Toe te passen filter, juist gebruik en onderhoud Maximale werk- en rusttijden Filters en vervangingstijd van filters Behandelen van gebruikte filters V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 23\26

24 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Deze voorlichting wordt herhaald wanneer er veranderingen zijn in de werksituatie en tijdens langdurige werkzaamheden om de kennis van de medewerkers op te frissen. De instructies voor veiligheidsklasse 3T worden ook op papier verstrekt. Voor bezoekers van de depots die onder begeleiding het terrein betreden kan worden volstaan met een kortere voorlichting. Bezoekers die eenmalig de locatie komen bezoeken hoeven niet in het bezit te zijn van een medische geschiktheidsverklaring. Deze bezoekers mogen niet in aanraking komen met de (verontreinigde) grond. 8 Bedrijfshulpverlening Om adequaat te reageren bij ongevallen en incidenten op of in de omgeving van het depot, is op iedere locatie een bedrijfshulpverlener aanwezig. De beheerder stuurt de bedrijfshulpverlening aan en is het aanspreekpunt voor de locatie. Wanneer er op het depot of in de directe omgeving van het depot een calamiteit ontstaat die gevaar veroorzaakt voor de aanwezige personen op het depot wordt er gehandeld volgens onderstaande voorschriften: Ontruiming Diverse calamiteiten kunnen aanleiding geven tot ontruiming van het depot. Bijvoorbeeld brand of het vrijkomende gevaarlijke stoffen. Een ontruiming wordt geïnitieerd door de bedrijfshulpverlening. De verzamelplaats bevindt zich voor het ingangshek van het depot. Hier wordt de aanwezigheidslijst gecontroleerd. In het logboek worden de aanwezigen dagelijks bijgehouden. Voor de ontruiming van de depots is een luchthoorn aangebracht bij de kantoorunits. Deze hoorn kan bediend worden vanuit het kantoor. Wanneer het depot onmiddellijk verlaten dient te worden, wordt de luchthoorn gebruikt. 24\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

25 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Gevaarlijke situatie op het depot Diverse voorvallen kunnen aanleiding zijn voor een gevaarlijke situatie op het depot. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld het vrijkomen van gevaarlijke stoffen of het aantreffen van een explosief. In een gevaarlijke situatie besluit de bedrijfshulpverlener welke actie ondernomen wordt: ontruimen of schuilen. Ontruimen: zie boven Schuilen: Verlaat het materieel en zet het veilig weg. Verlaat de zone via de schoon-vuil unit. Ga naar binnen en sluit ramen en deuren. Eerste hulp verlenen Bij ongevallen op het terrein is de bedrijfshulpverlening in staat om eerste hulp te verlenen. Op de locaties zijn goedgekeurde EHBO-koffers en een AED aanwezig. De bedrijfshulpverleners en aanwezige EHBO ers met AED aantekening kunnen en mogen deze bedienen. De bedrijfshulpverlening is te bereikbaar via de beheerder van het terrein. Op de locatie worden calamiteitenlijsten opgehangen waar de volgende informatie op vermeld staat: Plattegrond Vluchtwegen en uitgangen Verzamelplaats Contactgegevens bedrijfshulpverlening Wat te doen bij: brand, ongeval, calamiteiten Welke informatie door te geven 8.1 Belangrijke contactgegevens Neem eerst contact op met de bedrijfshulpverlener. In noodgevallen altijd 112 bellen! TOP Noodstort Huisarts: Huisartspraktijk Heeneman Amsterdamsestraatweg MB Halfweg Ziekenhuis: St. Lucas Andreas Ziekenhuis Jan Tooropstraat AE Amsterdam (spoedeisende hulp) V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling 25\26

26 Kenmerk R LMO-srb-V01-NL Noorder IJplas Huisarts: Huisartsenpraktijk Zaandam Oost Heijermansstraat 143a 1502 DJ Zaandam Ziekenhuis: Zaans Medisch Centrum Koningin Julianaplein DV Zaandam (spoedeisende hulp) 26\26 V&G plan werkzaamheden depots Grond en Ontwikkeling

27 Bijlage 1 Veiligheid en gedragsregels

28

29 Algemene voorwaarden en reglement Grondbank Amsterdam Artikel 1: Toepassing en geldigheid van deze algemene voorwaarden van Grondbank Amsterdam, hierna te noemen GBA 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten waarbij GBA betrokken is. 1.2 Afwijkingen van deze algemene voorwaarden zijn slechts geldig voor zover deze afwijkingen schriftelijk tussen partijen zijn overeengekomen Aanbiedingen en overeenkomsten waaraan de aanbieder of afnemer andere algemene voorwaarden verbindt zijn ongeldig. 1.4 Op alle overeenkomsten aangaande de acceptatie van grond is, naast deze algemene voorwaarden, de regelgeving van toepassing zoals opgelegd door de overheid. 1.5 Op alle overeenkomsten waar GBA bij betrokken is, is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing. In geval van een geschil binnen de gemeente Amsterdam vindt overleg plaats tussen de betreffende afdelingshoofden. Artikel 2: Acceptatie van grond 2.1 Een ontdoener dient een aanvraag tot acceptatie in door het daartoe bestemde formulier dat kan worden gedownload van in te vullen, te ondertekenen en dit samen met alle relevante informatie te overleggen aan GBA. 2.2 GBA is bevoegd aan de acceptatie nadere voorwaarden te stellen. 2.3 De aangeboden grond wordt door GBA vooraf beoordeeld op samenstelling en verontreinigingsgraad op basis van de door de ontdoener overgelegde specificaties, eventueel aangevuld met een locatiebezoek. 2.4 Alle tarieven voor ontvangst en verwerking van Schone en/of Verontreinigde grond worden vastgesteld door het hoofd van de afdeling Bodem van Grond en Ontwikkeling en zijn te vinden op de tarievenlijst. De actuele tarievenlijst is te raadplegen op Alle offertes die GBA uitbrengt voor overname van grond op basis van door de ontdoener aangeboden specificaties zijn vrijblijvend. Aanvaarding van de offerte door de ontdoener bindt GBA niet. 2.6 De termijn van gestanddoening van een offerte is 30 dagen. 2.7 Na ondertekening van de offerte door de ontdoener, het overleggen van alle gevraagde gegevens en het voldoen aan nader gestelde eisen verstrekt GBA een afvalstroomnummer aan de ontdoener. 2.8 Grond wordt slechts geaccepteerd indien en voor zover dit naar beoordeling van GBA logistiek verantwoord en inpasbaar is. 2.9 Grond wordt slechts geaccepteerd indien deze ter beoordeling van GBA voldoende steekvast is. De grond moet stapelbaar zijn tot een hoogte van minimaal twee meter Grond kan op het depot worden geweigerd indien in een vracht meer dan tien procent bodemvreemd materiaal aanwezig is of indien een vracht grote stukken puin of hout bevat welke redelijkerwijs op de ontgravingslocatie verwijderd hadden kunnen worden. Indien pas na toelating op een depot blijkt dat niet aan de eis is voldaan, kan GBA naar eigen oordeel: a) de ontdoener verplichten de betreffende vracht terug te nemen op een door de GBA te bepalen tijdstip en wijze, dan wel b) de betreffende vracht zelf verwijderen met doorberekening van de kosten daarvan aan de ontdoener, dan wel c) de betreffende vracht alsnog in verwerking nemen met doorberekening aan de ontdoener van de extra kosten daarvan, zoals beschreven in de tarievenlijst GBA verwijdert het in een partij aanwezige bodemvreemde materiaal, met doorberekening aan de ontdoener van de uitzeef- en afvoer- en verwerkingskosten conform de tarievenlijst. Deze kosten kunnen bovenop de in de offerte overeengekomen kosten aan de ontdoener in rekening worden gebracht Zolang geen erkende kwaliteitsverklaring aan een partij grond kan worden gekoppeld, wordt grond feitelijk niet overgenomen door GBA.

30 Informatieblad (vervolg) Pagina 2 van 3 Gemeente Amsterdam 2.13 Na beëindiging van de aanvoer voert GBA een (her)bemonstering en analyse uit conform de vigerende regelgeving en de eisen van de beoogde toepassingslocatie. De bemonstering en analyse leiden tot een definitieve kwaliteitsbepaling van de partij grond Indien uit de analyseresultaten blijkt dat de samenstelling en/of verontreinigingsgraad van de aangeboden grond niet overeenkomt met de vooraf door ontdoener opgegeven specificaties zal de partij grond niet of tegen nader te bepalen voorwaarden overgenomen kunnen worden Een partij die op basis van de definitieve kwaliteitsbepaling niet door GBA wordt overgenomen dient op eerste aanzeggen van GBA binnen 10 werkdagen door de ontdoener te worden verwijderd van de depotlocatie. Indien de partij door de ontdoener niet binnen de gestelde termijn wordt verwijderd, zal GBA de partij op kosten van de ontdoener laten verwerken of de partij op kosten van de ontdoener retourneren. Artikel 3: Betaling 3.1 Alle tussen partijen overeengekomen of door GBA vastgestelde prijzen zijn exclusief BTW. 3.2 De verschuldigde kosten worden per factuur aan de ontdoener in rekening gebracht. 3.3 Betaling dient te geschieden binnen 30 dagen na factuurdatum. Indien de verschuldigde kosten niet tijdig zijn voldaan, wordt rente in rekening gebracht. GBA is gerechtigd om alle kosten veroorzaakt door de niet tijdige betaling bij de ontdoener te vorderen. 3.4 Het staat GBA vrij om een bankgarantie of een andere vorm van zekerheidstelling te vragen voordat aan een partij een afvalstroomnummer wordt toegekend. 3.5 Indien de ontdoener niet binnen 14 dagen na de factuurdatum schriftelijk bezwaar aantekent bij GBA, wordt de ontdoener geacht met de factuur akkoord te zijn gegaan. Artikel 4: Aanvoervoorwaarden en depotregels 4.1 Begeleidingsbrieven kunnen telefonisch besteld worden op het depot en aldaar drie werkdagen later opgehaald worden, op vertoon van het door de acceptant van GBA verstrekte afvalstroomnummer en een geldig legitimatiebewijs van de ontdoener of zijn/haar gemachtigde. 4.2 Door GBA wordt een maximale hoeveelheid (quotum) vastgesteld en een uiterste termijn van levering. Nadat het quotum van het project is bereikt of de toegestane aanvoertermijn is verstreken, wordt geen grond meer geaccepteerd. De niet gebruikte voor dit project uitgegeven begeleidingsbrieven zijn dan niet meer geldig en dienen te worden vernietigd door de ontdoener. 4.3 Het exacte tijdstip van aanvoer, de wijze van aanvoer en de hoeveelheid aan te voeren grond per tijdseenheid dienen vastgesteld te worden in overleg tussen de ontdoener en GBA. Indien hierbij niet tot overeenstemming kan worden gekomen, beslist GBA. 4.4 In te zetten transportmaterieel dient minimaal te voldoen aan de op het depot gestelde eisen. De transporteur dient te beschikken over een vermelding op de VIHB-lijst. 4.5 Alle vrachten moeten zijn afgedekt. 4.6 Na het lossen van de vracht dienen de voertuigen die zijn gebruikt voor de aanvoer van verontreinigde grond te worden gereinigd op de wijze die in de Wet Milieubeheervergunning van het betreffende depot wordt voorgeschreven. Dit betekent dat het depot minimaal via een tredway verlaten dient te worden. 4.7 De aangevoerde grond mag pas gelost worden nadat GBA de exacte plaats op het depot daarvoor heeft aangegeven. 4.8 GBA is gehouden de aangevoerde partij gescheiden en herkenbaar opgeslagen te houden, tot aan het moment dat de kwaliteit van de grond definitief is vastgesteld. 4.9 De hoeveelheidbepaling vindt plaats op de voor het betreffende depot door GBA voorgeschreven wijze. De voorgeschreven wijze staat per depot omschreven in de voor het betreffende depot vigerende Wet Milieubeheervergunning. De resultaten van die hoeveelheidbepaling zijn bindend Zodra de aanvoer van een partij grond gereed is, stelt de ontdoener GBA hiervan direct op de hoogte door middel van een Formulier einde levering, te downloaden van de website GBA beschouwt de aanvoer van grond als te zijn beëindigd indien de in de aanvraag door ontdoener aangegeven oorspronkelijke hoeveelheid is bereikt, of indien zonder overleg met GBA langer dan 5 werkdagen geen aanvoer heeft plaatsgehad De depots van GBA zijn slechts toegankelijk voor medewerkers van GBA, door GBA ingehuurde personen en voor personen die grond namens een ontdoener aanvoeren dan wel namens een koper of (eind)verwerker in ontvangst nemen. Iedereen dient zich op straffe van verwijdering te houden aan de op het betreffende depot geldende veiligheidsvoorschriften en de aanwijzingen van GBA. Betreding van een 2

31 Informatieblad (vervolg) Pagina 3 van 3 Gemeente Amsterdam depot van GBA is geheel voor risico van de betreder. GBA is niet aansprakelijk voor schade of letsel aan personen en/of zaken, van welke aard dan ook en op welke wijze deze dan ook is ontstaan, behoudens opzet of grove schuld Alle schade toegebracht aan eigendommen van GBA wordt verhaald op de degene die de schade veroorzaakt heeft De depots zijn geopend op werkdagen tussen 7.00 en uur. De depots zijn gesloten tijdens weekeinden en feestdagen, alsmede tijdens de bouwvakantie en de periode rond Kerst en Nieuwjaar en een aantal nader te bepalen interne opleidingsdagen. Ten gevolge van extreme weersomstandigheden of bijzondere voorvallen kunnen de depots tijdelijk gesloten worden. Voor de exacte sluitingsdata wordt verwezen naar de website: Artikel 5: Aansprakelijkheid en vrijwaring 5.1 GBA sluit iedere aansprakelijkheid voor schade ten gevolge van enig handelen of nalaten uit. In geen enkel geval is GBA aansprakelijk voor bedrijfsschade of andere vervolgschade van ontdoener De ontdoener vrijwaart GBA van alle aanspraken van derden in verband met enige overeenkomst tussen GBA en ontdoener. Artikel 6: Slotbepaling In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het hoofd van de afdeling Bodem van Grond en Ontwikkeling. Deze is tevens bevoegd om dit reglement te wijzigen. Amsterdam,

32

33 Bijlage 2 Maatregelpakketten

34

35 Maatregelenpakket Basisklasse Deskundigheid De werkzaamheden worden continu begeleid door een DLP-er Het V&G- plan wordt in de ontwerp- en uitvoeringsfase geaccordeerd door een middelbaar veiligheidskundige De DLP houdt tijdens de werkzaamheden een logboek bij waarin wordt opgenomen of er wordt afgeweken van het draaiboek en de redenen daarvoor, de resultaten van de uitgevoerde luchtmetingen en een overzicht van de personen die de locatie hebben bezocht Voorlichting en instructie Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de aannemer de regels en maatregelen met betrekking tot persoonlijke bescherming en arbeidshygiëne op schrift uit te reiken aan de personen die werken in de verontreinigde zone Door de DLP wordt een startwerkinstuctie gegeven, waarin onder andere aangegeven wordt welke maatregelen behoren bij de veiligheidsklasse, toxische stoffen, arbeidshygiënische risico s, zonering en veiligheidsvoorzieningen, persoonlijke beschermingsmiddelen en meetapparatuur Gezondheidkundige zorg Op het werk mogen zich geen personen beneden de 18 jaar, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven bevinden Het is verboden om in de verontreinigde zone te eten, te drinken en te roken. Ook in het materieel Luchtkwaliteitsmetingen Op de werklocatie dient een PID-meter aanwezig te zijn Bij het waarnemen van vreemde geuren wordt er gemeten, uitkomsten van de metingen worden besproken met de betrokken deskundige

36 Arbeidshygienische voorzieningen Op de werklocatie zijn de volgende voorzieningen aanwezig: Middelen voor basishygiëne en de mogelijkheid om handen te wassen Drietrapssanitairunit op de grens van schoon en vuil. Alle medewerkers die gaan werken in de verontreinigde zone betreden de bouwplaats via de sanitairunit. De sanitairunit wordt regelmatig schoongemaakt. De sanitairunit blijft op locatie tot dat er geen blootstelling meer is aan grond(water) Stromend water aan de vuile zijde Ramen en deuren van materieel moet gesloten zijn / blijven Voorafgaand aan het eten of bij sanitaire stops werkkleding buiten de verontreinigde zone uitdoen en handen goed wassen Laarzen moeten goed schoongeborsteld kunnen worden en schoon schoeisel moet aanwezig zijn Wasstraat of borstelplaats voor materieel Organisatorische aspecten De verontreinigde zone dient duidelijk te worden gemarkeerd. De verontreinigde zone wordt gemarkeerd door middel van bebording verboden toegang verontreinigde grond Grondtransport materiaal moet deugdelijk zijn gereinigd voorafgaand aan het verlaten van de locatie Persoonlijke beschermingsmiddelen De volgende persoonlijke beschermingsmiddelen zijn van toepassing: Saneringsoverall categorie 3 type 5/6 Werkhandschoenen met lange schacht Veiligheidsschoenen klasse S3. Bij voorkeur lichte kleur Hoofdbescherming bij gevaar vallende voorwerpen en/of stoten hoofd Gehoorbescherming bij geluidsniveaus van 85 db(a) of hoger Er moeten voldoende schone beschermingsmiddelen aanwezig zijn Overalls voor meervoudig gebruik moeten minimaal éénmaal per week gewassen worden Vuile beschermingsmiddelen mogen niet mee naar huisgenomen worden Op de locatie is afhankelijke adembescherming met filter beschikbaar Overig In het geval van bijzondere werkzaamheden en/of situaties overlegt de depotbeheerder met veiligheidskundigen over te treffen maatregelen

37 Maatregelenpakket 1T Deskundigheid De werkzaamheden worden continu begeleid door een DLP-er De DLP-er houdt regelmatig contact met de veiligheidskundige MVK De DLP houdt tijdens de werkzaamheden een logboek bij waarin wordt opgenomen of er wordt afgeweken van het draaiboek en de redenen daarvoor, de resultaten van de uitgevoerde luchtmetingen en een overzicht van de personen die de locatie hebben bezocht Voorlichting en instructie Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de aannemer de regels en maatregelen met betrekking tot persoonlijke bescherming en arbeidshygiëne op schrift uit te reiken aan de personen die werken in de verontreinigde zone Door de middelbaar veiligheidskundige wordt een startwerkinstuctie gegeven, waarin onder andere aangegeven wordt welke maatregelen behoren bij de veiligheidsklasse, toxische stoffen, arbeidshygiënische risico s, zonering en veiligheidsvoorzieningen, persoonlijke beschermingsmiddelen en meetapparatuur Gezondheidkundige zorg Personen die de werklocatie willen betreden, zijn gekeurd conform het Protocol `Arbeidsgezondheidskundig onderzoek A Op het werk mogen zich geen personen beneden de 18 jaar, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven bevinden Het is verboden om in de verontreinigde zone te eten, te drinken en te roken. Ook in het materieel Luchtkwaliteitsmetingen Op de werklocatie dient een PID-meter aanwezig te zijn Bij het waarnemen van vreemde geuren wordt er gemeten. De uitkomsten van de metingen worden besproken met de betrokken deskundige

38 Arbeidshygiënische voorzieningen Op de werklocatie zijn de volgende voorzieningen aanwezig: Middelen voor basishygiëne en de mogelijkheid om handen te wassen Drietrapssanitairunit op de grens van schoon en vuil. Alle medewerkers die gaan werken in de verontreinigde zone betreden de bouwplaats via de sanitairunit. De sanitairunit wordt regelmatig schoongemaakt. De sanitairunit blijft op locatie tot dat er geen blootstelling meer is aan grond(water) Stromend water aan de vuile zijde Ramen en deuren van materieel moet gesloten zijn / blijven Voorafgaand aan het eten of bij sanitaire stops werkkleding buiten de verontreinigde zone uitdoen en handen goed wassen Laarzen moeten goed schoongeborsteld kunnen worden en schoon schoeisel moet aanwezig zijn Organisatorische aspecten De verontreinigde zone dient duidelijk te worden gemarkeerd. De verontreinigde zone wordt gemarkeerd door middel van bebording verboden toegang verontreinigde grond Grondtransport materiaal moet deugdelijk zijn gereinigd voorafgaand aan het verlaten van de locatie Persoonlijke beschermingsmiddelen De volgende persoonlijke beschermingsmiddelen zijn van toepassing: Saneringsoverall categorie 3 type 5/6 Werkhandschoenen met lange schacht Veiligheidsschoenen klasse S3. Bij voorkeur lichte kleur Hoofdbescherming bij gevaar vallende voorwerpen en/of stoten hoofd Gehoorbescherming bij geluidsniveaus van 85 db(a) of hoger Op de werklocatie is afhankelijke adembescherming met de juiste filters beschikbaar Er moeten voldoende schone beschermingsmiddelen aanwezig zijn Overalls voor meervoudig gebruik moeten minimaal éénmaal per week gewassen worden Vuile beschermingsmiddelen mogen niet mee naar huisgenomen worden Voorzieningen op materieel Voor materieel dat permanent op locatie aanwezig is gelden de volgende voorzieningen: Filteroverdruksysteem met klimaatbeheersing Overdruk gemeten in cabine minimaal 100 Pa (Pascal) en maximaal 300 Pa (voor machines/materieel in gebruik voor overdruk altijd > 50 Pa) Luchtopbrengst minimaal 40 m3 per uur en maximaal 120 m3 per uur en een contacttijd van minimaal 0,2 seconden Optische en/of akoestische signalering in cabine (aanwezigheid overdruk, filters en schadelijke stoffen)