Ondersteuningsprofiel Basisschool De Bakelgeert

Transcriptie

1 Ondersteuningsprofiel Basisschool De Bakelgeert Basisschool De Bakelgeert

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Gegevens... 3 Schoolgegevens... 4 Visie - schoolconcept... 4 Periode van afname... 5 Aantal respondenten... 5 Waardering van het responspercentage... 5 Waardering van de scores... 5 Kengetallen-A: Zorgzwaarte van de school o.b.v. groepsprofielen... 6 Kengetallen-B: Typen leerlingen o.b.v. groepsprofielen... 6 Kengetallen-C: Personele bezetting... 8 De kwaliteit van de schoolorganisatie (bron: NTO-Effekt)... 8 Analyse en conclusies Strategisch beleid Hoogbegaafdheid (bron: ACIS) Analyse en conclusies Strategisch beleid Algemene ondersteuningsdeskundigheid Analyse en conclusies Strategisch beleid Hoogbegaafdheid (bron: ACIS) Analyse en conclusies Strategisch beleid Specifieke zorgdeskundigheid [weten en kunnen] Analyse en conclusies Strategisch beleid Arrangementen... 18

3

4 Inleiding In dit rapport wordt het ondersteuningsprofiel van onze school beschreven. Ons ondersteuningsprofiel verheldert de mate waarin wij basiszorg kunnen bieden aan onze leerlingen. Daarnaast wordt beschreven welke gespecialiseerde zorg wij -eventueel met hulp van derden- kunnen en willen leveren. Ons ondersteuningsprofiel heeft daardoor enerzijds een inventariserend en anderzijds een meer strategisch karakter. Het rapport geeft in de eerste plaats informatie over onze basiszorg, over de zorgzwaarte van onze groepen, over onze materialen, middelen en faciliteiten en over onze huidige expertise met betrekking tot zorg en begeleiding. In de tweede plaats geeft het rapport zicht op onze ambities: welke zorg willen wij in de nabije toekomst bieden en welke expertise willen we daartoe ontwikkelen? Het ondersteuningsprofiel in dit rapport is het resultaat van een aantal ingevulde vragenlijsten. Deze vragenlijsten zijn waar mogelijk afgestemd op het referentiekader over de zorgplicht en het toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs. De keuze voor de vragenlijsten is tot stand gekomen op basis van het referentiekader Ondersteuningsprofiel van de PO-raad (september 2012). In het referentiekader wordt een definitie van een ondersteuningsprofiel gegeven. Een ondersteuningsprofiel geeft aan welk aanbod aan onderwijs, zorg en ondersteuning een school haar (zorg)leerlingen kan bieden, waar de school intern grenzen ervaart en met welke externe zorg de school deze grenzen beslecht. Daarbij maakt de school onderscheid tussen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg. Daarnaast kan een ondersteuningsprofiel een professionaliserings- en ontwikkelingsperspectief schetsen voor de school en haar medewerkers. Op basis van deze definitie komen in dit rapport aan de orde: de kengetallen en de zorgzwaarte van onze school (die een rol kunnen spelen bij de financiering), het onderwijsaanbod (o.a. de differentiatiecapaciteit van de leraren), de zorgstructuur, de zorgbreedte, de deskundigheid van de leraren en de rol van de ouders en de leerlingen m.b.t. de zorg en begeleiding op onze school. De uitslagen geven voldoende inzicht in onze sterke en zwakke kanten, en tevens in onze mogelijke verbeterpunten. Vanzelfsprekend is het uitgangspunt niet om alles te verbeteren; we zullen daarbij keuzes moeten maken. In ieder hoofdstuk is ruimte gecreëerd voor opmerkingen c.q. analyse en reflectie op de uitslagen. Uiteindelijk maakt het plan van aanpak duidelijk wat onze school wil en gaat doen aan het verleggen van de zorggrenzen.

5 Gegevens Schoolgegevens School Basisschool De Bakelgeert Adres Stationsweg 40 Postcode 5831 DR Plaats Boxmeer Telefoonnummer Website

6 Visie - schoolconcept Periode van afname Het ondersteuningsprofiel is opgesteld in de periode Aantal respondenten SOP Directie SOP Team SOP Ouders SOP Leerlingen Uitgezet Ingevuld Respons (%) 100,00% 80,00% 0,00% 0,00% Waardering van het responspercentage Een respons tot 16% Een respons tussen 16% en 34% Een respons tussen 34% en 50% Een respons tussen 50% en 70% Een respons boven 70% Erg laag Laag Voldoende Goed Uitstekend Waardering van de scores Een score tot 2,50 Een score tussen 2,50 en 3,00 Een score tussen 3,00 en 3,25 Een score tussen 3,25 en 3,50 Een score tussen 3,50 en 3,75 Een score tussen 3,75 en 4,00 Onvoldoende Zwak (matig) Voldoende Ruim voldoende Goed Uitstekend We gaan ervan uit, dat een verschil van meer dan 0,50 op de benchmark een significant verschil is. Een sterk punt is een punt dat boven de 3.50 scoort. Een mogelijk verbeterpunt is een punt dat beneden de 3.00 scoort.

7 Kengetallen-A: Zorgzwaarte van de school o.b.v. groepsprofielen Leerjaar Groep Aantal Gem gewicht % gewogen Zorgzwaarte tot ,20 16,67% 0 0, ,00 0,00% 0 0, ,05 16,67% 0 0, ,00 0,00% 0 0, ,00 0,00% 0 0, ,00 0,00% 0 0, ,09 11,76% 0 0, ,02 7,69% 0 0, ,02 7,14% 0 0, ,11 18,75% 0 0, ,05 7,87% 0 0,00 Zorgzwaarte gem GSES GSOS +/- Gemiddeld gewicht 0,05 0,08-0,03 Percentage gewogen leerlingen 7,87% 11,14% -3,28 Onze school heeft minder leerlingen met gewicht dan de gemiddelde school Onze school heeft een lager percentage gewogen leerlingen dan de gemiddelde school Onze school heeft een lagere zorgzwaarte dan gemiddeld, gelet op het type leerlingen

8 Kengetallen-B: Typen leerlingen o.b.v. groepsprofielen AES AOS +/-

9 Kengetallen-C: Personele bezetting AES AOS +/-

10 De kwaliteit van de schoolorganisatie (bron: NTO-Effekt) De kwaliteit van de schoolorganisatie GSES GSOS +/- De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 3,00 3,17-0,17 3,00 3,17-0,17 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 3,00 3,20-0,20 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 4,00 3,21 +0,79 4,00 3,00 +1,00 3,00 3,31-0,31 3,00 3,16-0,16 4,00 3,15 +0,85 4,00 2,96 +1,04 4,00 3,08 +0,92 4,00 3,88 +0,12 4,00 3,31 +0,69 4,00 3,23 +0,77 4,00 3,31 +0,69 De school voert de zorg planmatig uit. 4,00 3,38 +0,62 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. 4,00 3,15 +0,85 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar 4,00 3,13 +0,87

11 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 4,00 3,35 +0,65 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 4,00 3,69 +0,31 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 4,00 3,19 +0,81 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 3,00 3,58-0,58 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 3,00 3,27-0,27 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Analyse en conclusies ANALYSE 4,00 3,35 +0,65 De kwaliteit van de schoolorganisatie wordt door de schoolleiding als voldoende tot uitstekend gewaardeerd. De afgelopen jaren hebben we veel aandacht besteed aan alle bovenstaande facetten. Dit is de kwaliteit van de schoolorganisatie ten goede gekomen. Er zijn meer items die een 4 scoren, dan een 3. Er zijn zeker nog ontwikkelmogelijkheden. CONCLUSIES Over het algemeen is de kwaliteit van de schoolorganisatie goed. Planmatigheid bij het uitvoeren van plannen, het borgen ervan en de afstemming van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften bieden nog mogelijkheden tot groei. Op deze onderwerpen scoort de schoolleiding een voldoende. Strategisch beleid We ontwikkelen ons verder waar het gaat om: - het uitvoeren van plannen - het borgen van afspraken - de afstemming van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de kinderen Hieraan zijn andere items gerelateerd, die we daarin meenemen.

12 Hoogbegaafdheid (bron: ACIS) Hoogbegeaafdheid GSES GSOS +/- De IB'er heeft een goed beeld van de cyclus van het jaarlijks terugkerende signaleringsproces van meer- en hoogbegaafde leerlingen De IB'er maakt gebruik van de Sidi-vragenlijsten De IB'er maakt gebruik van het Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid De IB'er stelt het didactisch niveau vast via doortoetsen 2,00 De IB'er is in staat het schoolteam en de individuele leraar op het juiste moment aan te sturen en de benodigde stappen te zetten in het signaleringsproces De IB'er kan goed omgaan met een didactische voorsprong van een leerling en bevordert de versnelling van de leerling als daar aanleiding toe is (met gebruik van de Versnellings-Wenselijkheids-Lijst) De IB'er ondersteunt de leraren in het voorbereiden en structureel aanbieden van adequaat verrijkingswerk (maar neemt niet over van de leraar) De IB'er heeft goed zicht op het verrijkingswerk dat de meer- en hoogbegaafde leerlingen aangeboden krijgen De IB'er kan het niveau van het verrijkingsaanbod goed beoordelen en neemt initiatief tot het (laten)aanvullen van het aanbod (bijv. verrijkingsopdrachten kleuters/zaakvakken) De IB'er heeft goed zicht op de competenties van het team en de individuele teamleden, en beschikt naar aanleiding van een teamfoto over een plan van aanpak Analyse en conclusies ANALYSE 3,00 3,00 3,00 4,00 3,00 De begeleiding van hoogbegaafde kinderen wordt door de schoolleiding als voldoende gewaardeerd. De IB stelt niet het didactisch niveau vast via doortoetsen. Deze mogelijkheid staat wel vermeld in het protocol Meerbegaafdheid van de school. Het doortoetsen zou kunnen plaatsvinden door de leerkracht in de groep, onder regie van de IB. Dit is een verbeterpunt. De IB werkt niet met Sidi, de Versnellings-Wenselijkheids-Lijst en het Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. Uit deze documenten worden wel facetten (w.o. vragenlijsten) gebruikt, die zijn overgenomen in het schoolspecifieke protocol Meerbegaafdheid. CONCLUSIE Het schoolspecifieke protocol Meerbegaafdheid vormt de basis van ons handelen. Hierin zijn onderdelen van gestandaardiseerde documenten opgenomen. Bij het (h)erkennen van meer- en

13 onderdelen van gestandaardiseerde documenten opgenomen. Bij het (h)erkennen van meer- en hoogbegaafdheid, moeten we vaker gebruik maken van ons eigen protocol. Strategisch beleid Het protocol Meerbegaafdheid van de school behoeft aandacht. De belangrijkste peiler is echter dat leerkrachten bij het werken met kinderen in de klas specifieke aandacht geven aan kinderen die meer uitdaging behoeven. Dit gaat vooral om andere instructievormen en verdiepende vraagstelling. Hierop is scholing noodzakelijk.

14 Algemene ondersteuningsdeskundigheid Algemene ondersteuningsdeskundigheid GSES GSOS +/- Ik ben in staat om vroegtijdig te signaleren welke leerlingen (extra) ondersteuning nodig hebben Ik beschik over voldoende analysevaardigheden om de juiste ondersteuning voor een kind te bepalen Ik ben in staat om een adequaat plan op te stellen voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte Ik vraag hulp als mijn ondersteuningsdeskundigheid onvoldoende blijkt te zijn (en ik weet waar [van wie] ik hulp kan krijgen) Ik ben in staat om (samen met de IB-er/orthopedagoog) een ontwikkelingsperspectief op te stellen Ik ben voldoende deskundig in het begeleiden van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte Ik ben in staat om de ondersteuning voor een leerling voldoende planmatig en gestructureerd uit te voeren Ik besteed voldoende aandacht aan het vergroten van mijn competenties m.b.t. ondersteuning en begeleiding Ik beschik over voldoende pedagogische competenties om de ondersteuning goed uit te voeren (en te kunnen differentiëren) Ik beschik over voldoende didactische competenties om de deskundigheid goed uit te voeren (en te kunnen differentiëren) Ik beschik over voldoende organisatorische competenties om de deskundigheid goed uit te voeren (en te kunnen differentiëren) [klassenmanagement] Analyse en conclusies ANALYSE 3,75 3,54 +0,21 3,25 3,19 +0,06 2,88 3,19-0,32 3,75 3,70 +0,05 3,13 3,20-0,07 3,29 3,40-0,11 3,38 3,30 +0,07 3,13 3,25-0,12 3,63 3,51 +0,11 3,43 3,43-0,01 3,38 3,41-0,03 De algemene ondersteuningsdeskundigheid scoort gemiddeld voldoende tot goed. Het team acht zich ruim voldoende in staat om de juiste ondersteuning te bepalen en hulp te vragen. Het opstellen van een ontwikkelingsperspectief scoort licht onder het landelijke gemiddelde, evenals de aandacht voor het vergroten van de eigen competenties. Bij 'Ik beschik over voldoende analysevaardigheden om de juiste ondersteuning voor een kind te bepalen' is de deviatie 0,66. Grofmazig wordt dit van alle leerkrachten verwacht voor de groep als geheel. Bij specifieke problematiek is dit een ander verhaal. Niet elke leerkracht wordt dagelijks geconfronteerd met specifieke onderwijsbehoeften, waardoor het perspectief per leerkracht kan verschillen. Dat de deviatie bij 'Ik ben in staat om (samen met de IB-er/orthopedagoog) een

15 ontwikkelingsperspectief op te stellen' groot is, heeft te maken met het feit dat de IB de ontwikkelingsperspectieven voor haar rekening heeft genomen. De ene leerkracht heeft dit daardoor als voldoende beoordeeld, de andere acht zichzelf daartoe niet in staat. Het opstellen van een adequaat plan lukt niet voldoende. Dit lijkt in tegenspraak met de overige scores en is mogelijk te verklaren door de aanname dat het uitvoeren van een kwalitatief goed opgesteld plan in de dagelijkse praktijk moeilijk is. Dit is een verbeterpunt. Uitgangspunt blijft dat we een hanteerbaar plan willen formuleren: Wat we opschrijven doen we ook. 'Ik ben in staat om de ondersteuning voor een leerling voldoende planmatig en gestructureerd uit te voeren' heeft verband met bovenstaande alinea. Hoewel dit item gemiddeld genomen een voldoende scoort, is de deviatie 0,70. Dit betekent dat verschillende leerkrachten niet alleen moeite hebben met het formuleren van een adequaat plan, maar ook met de planmatige en gestructureerde uitvoering. CONCLUSIES We richten onze aandacht op het samenstellen van adequate plannen, op basis van gegenereerde gegevens (toetsen, observaties, onderwijsbehoeften). Wanneer deze plannen concreet zijn, kunnen ze planmatig en gestructureerd worden uitgevoerd. Strategisch beleid Om te komen tot adequate plannen, leggen we meer nadruk op de groepsoverzichten en de inhoudelijke leerdoelen per vakgebied.hierdoor gaan we uit van wat het kind nodig heeft en laat zien. En kunnen we ons vervolgens richten op de onderwijskundige inhoud. Kinderen zien zelf waar ze naartoe werken, ze worden hier nadrukkelijk bij betrokken. Daardoor ontstaat eigenaarschap bij zowel leerkrachten als kinderen. Dit is een goede basis voor succes en vertrouwen. De IB schoolt zich verder op het werken van groepsplan naar blokplan, dat aansluit bij bovenstaande ontwikkelbehoeften van de school.

16 Hoogbegaafdheid (bron: ACIS) Hoogbegaafdheid GSES GSOS +/- Mijn rol en mijn verantwoordelijkheid in het signaleringsproces van meer- en hoogbegaafde leerlingen zijn helder voor mij Ik kan het instructieniveau van een leerling onderzoeken en daarop aansluiten Ik kan de onderwijsbehoeften van meer- en hoogbegaafde leerlingen in kaart brengen Ik kan meer- en hoogbegaafde leerlingen op cognitief gebied bieden wat ze nodig hebben (en de instructie en het aanbod aanpassen) 3,00 3,25 2,88 3,13 Ik kan afstemmen via compacten, verrijken en versnellen 3,25 Ik kan groeps- en/of themaopdrachten aanpassen (verdiepen) voor meer- en hoogbegaafde leerlingen (in laten zetten van het creatief denkvermogen) Het lukt mij om de meer- en hoogbegaafde leerlingen wekelijks feedback te geven op het verrijkingswerk Analyse en conclusies ANALYSE 2,88 2,38 De ondersteuning en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen is in zijn geheel een verbeterpunt. Met name het regelmatig geven van feedback scoort onvoldoende. Dit is een aandachtspunt dat we meenemen in de verbeterslag op het gebied van Dalton. De score betreffende het in kaart brengen van de onderwijsbehoeften is matig. Hier is een relatie te leggen met het slecht scorende item hierboven (algemene ondersteuningsdeskundigheid): het opstellen van een adequaat plan. Het is een daarmee te combineren verbeterpunt. 'Ik kan meer- en hoogbegaafde leerlingen op cognitief gebied bieden wat ze nodig hebben (en de instructie en het aanbod aanpassen)' scoort een voldoende, doordat in de huidige methodes (lezen, rekenen) aandacht is voor niveauverschillen. In combinatie met het IGDI-model stemmen leerkrachten hun leerstofaanbod en de instructietijd voor de kinderen af op hun behoeften. Waar het de overige vakken betreft, is dit minder vanzelfsprekend. Het verdiepen van opdrachten voor hoogbegaafde kinderen wordt niet voldoende beheerst en daardoor niet voldoende uitgevoerd. Deze negatieve score is niet terug te vinden in de score van het aanbieden van adequate instructie en leerstof. Het vraagt ook van leerkrachten zelf creatief denkvermogen. CONCLUSIES Op het gebied van hoogbegaafdheid gaan we ons verder ontwikkelen.

17 Hierbij gaan we uit van: - een gedegen klassenmanagement waarin aandacht is voor instructie voor en feedback aan meer- en hoogbegaafde kinderen; - planmatige en gestructureerde inzet voor het aanpassen van het onderwijs aan meer- en hoogbegaafden; - creatief denkvermogen van kinderen én leerkrachten ontwikkelen en stimuleren. Strategisch beleid Meer- en hoogbegaafdheid zijn onderwerp van scholing voor teamleden, in eerste instantie individueel.

18 Specifieke zorgdeskundigheid [weten en kunnen] Weten (Ik beschik over [...] kennis van dit type leerlingen) Kunnen (Ik beschik over [...] vaardigheden om dit type leerlingen te begeleiden) [1] GSES GSOS +/- GSES GSOS +/- Blinde leerlingen 1,00 1,00 [Zeer] slechtziende leerlingen 1,38 1,38 Leerlingen met een celebrale visuele stoornis (CVI) Combinatie met een andere handicap en/of stoornis Ambitie: Over de aanpak van deze problematiek wil ik meer leren en ermee leren werken. [2] 1,25 1,25 1,14 1,14 2,00 Dove leerlingen 1,00 1,00 Zeer slechthorende leerlingen 1,63 1,50 Slechthorend en ernstige spraaktaalproblemen (ESM) Combinatie met een andere handicap en/of stoornis Ambitie: Over de aanpak van deze problematiek wil ik meer leren en ermee leren werken. [3] 1,43 1,29 1,29 1,29 2,17 Leerstoornis[sen] 2,75 2,75 Lichamelijke beperking[en] 2,14 2,25 Motorische beperking[en] 2,63 2,63 Verstandelijke beperking[en] 2,29 2,00 Problemen met zelfstandigheid - zelfredzaamheid [leren] Combinaties van stoornissen en beperkingen [leren] 3,17 3,00 2,43 2,43 Werkhoudingsproblemen 3,00 3,00 Ambitie: Over de aanpak van deze problematiek wil ik meer leren en ermee leren werken. [4] 3,25 Gedragsstoornissen 2,88 2,38

19 Sociaal-emotionele problematiek 2,75 2,88 Ontwikkelingsstoornissen 2,86 2,83 Problemen met zelfstandigheid - zelfredzaamheid [gedrag] 2,75 2,63 Psychische stoornissen 2,17 1,71 Psychiatrische problemen 1,63 1,63 Combinaties van stoornissen en beperkingen [gedrag] Ambitie: Over de aanpak van deze problematiek wil ik meer leren en ermee leren werken. Analyse en conclusies ANALYSE 2,00 1,86 2,63 De ambitie om meer te leren over de problematiek van blinde kinderen, dove kinderen en kinderen met gedragsporoblemen scoort onvoldoende. het team beschikt over kennis en vaardigheden met betrekking tot de aanpak van de problematiek van kinderen met werkhoudingsproblemen,zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Er is voldoende ambitie om meer te leren over de aanpak van de problematiek zoals gebundeld in cluster 3. CONCLUSIE Gezien de reeds aanwezige kennis en vaardigheden is de conclusie gerechtvaardigd dat deze ambitie in het bijzonder de problematiek van kinderen met werkhoudingsproblemen,zelfstandigheid en zelfredzaamheid betreft. Strategisch beleid Op basis van bovenstaande analyse en conclusie en gesprekken met de leerkrachten hebben we besloten ons te richten op een brede range aan kennis. Dit houdt in dat we ons ontwikkelen naar een school waar kinderen op hun plek zijn, die moeite hebben met leren tot en met kinderen die veel uitdaging nodig hebben aan de bovenkant van het spectrum.

20 Arrangementen