Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is"

Transcriptie

1 Annual Jaarverslag Report ISSN ISSN Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is

2 JAARVERSLAG 2009 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

3 INHOUD VOORWOORD 2 I. Voorwoord door Jo Leinen 2 Voorwoord door Androulla Vassiliou 3 Bericht van Diána Bánáti 4 Bericht van Catherine Geslain-Lanéelle 5 HET VERSTERKEN VAN DE ROL VAN DE EFSA BINNEN HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEM VAN DE EU 6 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS 8 1. INTEGRAAL ADVIES GEVEN 9 Alle opdrachten beoordelen om vraagstukken zo goed mogelijk te behandelen 9 Nieuwe leden voor het wetenschappelijk comité en de panels 9 Een volledig operationeel proces voor kwaliteitsbeoordeling 9 Nauw samenwerken met de lidstaten 10 Maximaal rendement van pan-europese wetenschappelijke expertise 11 Een beroep doen op de beste mensen uit Europa 12 Expertise van de agentschappen samenvoegen voor risicobeheerders 13 Een multidisciplinaire benadering voor contaminanten in de voedselketen 14 Een integrale benadering van dierenwelzijn 15 Ontwikkelen van nieuwe methoden voor risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen 15 Risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen voor behoud van welzijn van gewassen in Europa 15 EFSA-brede wetenschappelijke ondersteuning TIJDIGE EN HOOGWAARDIGE BEOORDELINGEN 17 Omgaan met verzoeken om wetenschappelijk advies: gmo s 18 Gezondheidsclaims beoordelen 18 Verdere verbetering van de collegiale toetsing van actieve stoffen in gewasbeschermingsmiddelen 19 Richtlijn voor en dialoog met aanvragers: additieven in diervoeding als voorbeeld 19 Levensmiddelenadditieven beoordelen 20 Materialen die met levensmiddelen in aanraking komen en smaakstoffen: beoordeling en richtlijnen VERGAREN VAN EU-GEGEVENS 22 Wat eet Europa? 22 Het eerste jaarverslag van de EFSA over residuen van bestrijdingsmiddelen 23 Op Europees niveau rapporteren over zoönosen en door voedsel veroorzaakte ziekten 23 Nieuwe risico s opsporen BOUWEN AAN INTERNATIONALE PARTNERSCHAPPEN 25 Wereldwijd actief 25 Internationaal nauwere banden smeden VOORLICHTING EN DIALOOG 27 Samenwerking met de lidstaten op het gebied van voorlichting 28 Dialoog met belanghebbenden 28 Wetenschappelijke dialoog 29 De wetenschappelijke gemeenschap bereiken 30 Sterk partnerschap met EU-instellingen 30 Samenwerken met andere EU-agentschappen 30 Nauwere banden smeden met de lokale gemeenschap van de EFSA REACTIEVERMOGEN, EFFICIËNTIE EN DOELTREFFENDHEID 32 In geval van crisis 32 Van theorie naar praktijk 32 Efficiënt en effectief 33 III. VOORUITKIJKEN NAAR IV. BIJLAGEN 36 Bijlage I Organigram 37 Bijlage II Overzicht van acroniemen 39 Bijlage III Overzicht van adviezen en wetenschappelijke documenten Bijlage IV Financieel verslag 63 CD-ROM MET WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES VAN DE EFSA IN 2009 J A A R V E R S L A G

4 VOORWOORD door Jo Leinen VOORZITTER VAN DE COMMISSIE MILIEUBEHEER, VOLKSGEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID, EUROPEES PARLEMENT Als voorzitter van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) is een van mijn hoofdprioriteiten het versterken en het verbeteren van het hoge niveau van voedselveiligheid in de Europese Unie. Met de Europese interne markt kan voedsel vrij worden verkocht in alle lidstaten en krijgt de Europese consument een breed scala aan specialiteiten aangeboden. Het is daarom van belang dat deze producten worden beoordeeld door een onafhankelijk lichaam dat toeziet op naleving van de hoge EU-veiligheidsstandaarden. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) speelt zo een belangrijke rol in de EU, niet alleen in de beoordeling van de veiligheid van voedsel en voeding, maar ook als waakhond voor de gezondheid en het welzijn van dieren en de gezondheid en bescherming van gewassen. Hoewel de EFSA pas zeven jaar bestaat, is zij uitgegroeid tot een essentiële partner van het Europees Parlement op het terrein van voedselveiligheid en gezondheid en tot een gerenommeerde autoriteit die erkenning geniet op deze gebieden. Het werk van de EFSA is daarmee niet alleen van invloed op de EU, maar bepaalt ook wereldwijd standaarden. Voor het vaststellen van een solide wetgeving op het gebied van voedselveiligheid die de consumenten beschermt tegen gezondheidsrisico s, vertrouwt het Parlement op de wetenschappelijke bijdragen en adviezen van deskundigen van de EFSA. Recente discussies over nieuwe levensmiddelen, producten van gekloonde dieren, genetisch gemodificeerd voedsel en levensmiddelentoevoegingen tonen opnieuw de grote relevantie aan van het werk van de EFSA met betrekking tot het beoordelen van de risico s die samenhangen met de voedselketen. De registratie en de continue beoordeling van deze zogenaamde gezondheidsclaims trekt niet alleen grote belangstelling binnen de betrokken gemeenschap van producenten, ook onder de consumenten groeide het bewustzijn hiervan. In het kader van het reguleren van de gezondheidsclaims onderzoekt de EFSA elke claim die wordt gedaan op etiketten en bij de presentatie of marketing van voedsel in de Europese Unie op nauwkeurigheid en gaat zij na of die is gebaseerd op door de wetenschappelijke gemeenschap geaccepteerd bewijs. Dit is een van de vele voorbeelden die goed aangeven hoe de EFSA in het belang van de burger werkt door erop toe te zien dat producenten hun beloften nakomen. Europa staat voor nieuwe uitdagingen die samenhangen met klimaatverandering en duurzaamheid. Over de gehele voedselketen dragen landbouw en voedselproductie bij aan de opwarming van de aarde. Bij het zoeken naar manieren om deze uitdagingen het hoofd te bieden, bijvoorbeeld door het verbeteren van de oogstopbrengst of het aanpassen van diervoeding om methaanemissies te beperken, zullen er nieuwe technologieën worden ontwikkeld. Ook op dat vlak moeten we ervoor zorgen dat veiligheids- en gezondheidsstandaarden stipt in acht worden genomen. Het werk van de EFSA omvat een breed en divers takenpakket en moet aan de hoogste kwaliteitseisen voldoen om de veiligheid voor consumenten te waarborgen. Het werkveld is daarmee veeleisend, maar het levert de burgers van de EU ook veel op. De EFSA heeft de afgelopen jaren succesvol gewerkt aan het realiseren van hoge standaarden voor voedselveiligheid in de Europese Unie. Jo Leinen, voorzitter van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, Europees Parlement 2 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

5 VOORWOORD door Androulla Vassiliou EU-COMMISSARIS VOOR GEZONDHEID ( ) Bij de Europese Commissie zijn we stellig van mening dat veiligheid het belangrijkste ingrediënt in voedsel is. Door een aantal crises in de jaren negentig zoals die met betrekking tot BSE en dioxine heeft het vertrouwen van de consument in de Europese Unie en ook wereldwijd, een grote deuk opgelopen. We hebben onze veiligheidsles bij ondervinding geleerd en dat heeft ertoe geleid dat we onze benadering van voedselveiligheid in het algemeen hebben heroverwogen. Dit leidde uiteindelijk tot een volledige hervorming van het voedselveiligheidssysteem van de EU. Door het grote succes daarvan kunnen we vandaag de dag trots zijn op het feit de Europese Unie een van de beste en meest uitgebreide voedselveiligheidssystemen ter wereld heeft. Deze significante verbetering zou zonder sterke wetenschappelijke basis niet mogelijk zijn geweest. En dat is waar de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid om de hoek komt kijken. De EFSA heeft laten zien dat zij in staat is om wetenschappelijke adviezen te geven die de Unie nodig heeft om haar wetgeving te onderbouwen. Eenvoudig gesteld: de EFSA is een onmisbare partner in ons streven naar het waarborgen van voedselveiligheid. De EFSA heeft sinds haar oprichting zeven jaar geleden zichzelf steeds meer bewezen als wetenschappelijk referentiepunt. Tegenwoordig is zij een gerenommeerde autoriteit die erkenning geniet vanwege haar wetenschappelijke expertise. In 2009 heeft de EFSA succesvol gereageerd op een groot aantal verzoeken van de Commissie geen gemakkelijke taak gezien de hoge werkdruk. Het afgelopen jaar hebben we een aantal uitdagingen en risico s aangepakt het met melamine besmette melkpoeder in China is daar een goed voorbeeld van waarbij de bijdrage van de EFSA wereldwijd werd erkend. De rol van de EFSA bij het snel geven van wetenschappelijk advies is cruciaal bij ons streven om deze en vergelijkbare situaties het hoofd te bieden. Maar de EFSA is niet alleen van grote waarde vanwege haar wetenschappelijke advies. Door het verzamelen en analyseren van wetenschappelijke gegevens geeft de EFSA ons een betere kijk op de risico s die zijn gekoppeld aan voedsel en stelt zij ons in staat om langetermijnkwesties opnieuw te beoordelen in het licht van wetenschappelijke voortgang en technologische ontwikkeling.. Als commissaris voor gezondheid heb ik nauw samengewerkt met de EFSA bij het realiseren van een solide wetenschappelijke basis voor EU-beleid. Er is de Europese Commissie veel aan gelegen om dit pad van nauwe samenwerking met de EFSA te vervolgen. Tenslotte hebben we dezelfde zorgpunten en doelstellingen. Om kort te gaan, de Europese Commissie en de EFSA zullen zich er blijvend voor inspannen om te waarborgen dat het belangrijkste voedselingrediënt altijd bij ons op tafel komt: we zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat het voedsel dat we eten, veilig is. Androulla Vassiliou, EU-commissaris voor gezondheid ( ) J A A R V E R S L A G

6 BERICHT van Diána Bánáti VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EFSA Niemand kan in zijn eentje een symfonie fluiten. Voor het spelen is een heel orkest nodig. (H.E. Luccock) Het hoofddoel van de EFSA is het geven van betrouwbare wetenschappelijke informatie over alle risico s die samenhangen met de voedselketen. Wij streven naar wereldwijde erkenning als de Europese referentieautoriteit voor risicobeoordeling op het gebied van veiligheid van voedsel voor mens en dier, gezondheid en welzijn van dieren, voeding, gewasbescherming en de gezondheid van gewassen. Om dit in 2009 te bewerkstelligen is de EFSA in Europa en wereldwijd verder gegroeid en heeft zij, in nauwe samenwerking met haar partners bij de instellingen van de EU en in de lidstaten, haar bereik verder vergroot dan ooit tevoren. In 2009 heeft de raad van bestuur de internationale strategie van de EFSA aangenomen en het kader uitgezet voor de hoofddoelstellingen die nodig zijn om bestaande en toekomstige initiatieven met lidstaten, derde landen en internationale organisaties te versterken. We hebben ook de capaciteit en de expertise voor risicobeoordeling van de EFSA bevorderd. In 2009 hebben we, na de succesvolle wervingscampagne die liep van 2008 tot begin 2009, de benoeming van 174 onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen goedgekeurd voor de nieuwe samenstelling van het wetenschappelijk comité van de autoriteit en van acht van de tien panels voor een nieuwe termijn van drie jaar. Daarnaast hebben we, gezien de waardering die we hebben voor de bijdrage van de deskundigen van de EFSA, ook een voorstel goedgekeurd voor een betere compensatie van de deskundigen en het budget van 73 miljoen EUR voor 2010 aangenomen dat nodig is voor de toenemende wetenschappelijke werkzaamheden van de EFSA, met name op het gebied van aanvragen en gegevensverzameling. We wisten al dat de werkdruk van de EFSA toeneemt vanwege de verzoeken van onze partners. Daarom zijn we afgelopen jaar van start gegaan met besprekingen om het effect van het werk van de EFSA te evalueren en te beoordelen. In 2009 was het wetenschappelijk beoordelen van gezondheids- en voedingsclaims om consumenten te helpen geïnformeerde en zinvolle voedingskeuzes te maken een van de belangrijkste taken van de EFSA. In 2010 zullen we sleutelindicatoren vaststellen om te meten hoe ons advies bijdraagt aan de vormgeving van EU-wetgeving en aan het voedselveiligheidssysteem in het algemeen. We geloven in samenwerking en dialoog en we spannen er ons elk jaar voor in om deze netwerken te versterken en verder uit te bouwen. Dit geldt niet alleen onze partners, maar ook de diverse belanghebbenden die geïnteresseerd zijn in en betrokken bij ons werk. In 2009 hebben we daarom de balans opgemaakt en de activiteiten van het platform voor overleg met belanghebbenden onder de loep genomen. De raad van bestuur is de discussie aangegaan en heeft de noodzaak onderstreept om de samenwerking met de lidstaten doeltreffender en efficiënter vorm te geven. Het voorlichtingsveld en de EFSA zelf zijn aanzienlijk veranderd sinds 2006, toen de voorlichtingsstrategie van de autoriteit oorspronkelijk werd goedgekeurd. In dat kader heeft de raad een ontwerp besproken waarin wordt geschetst hoe deze strategie het beste kan worden herzien. We zien ernaar uit om deze discussie in 2010 voort te zetten en bij te dragen aan het uitwerken van de koers van het belangrijke voorlichtingswerk van de EFSA. Namens de raad van bestuur wil ik mijn dank betuigen aan uitvoerend directeur Catherine Geslain-Lanéelle, aan de deskundigen die werken bij de wetenschappelijke comités en panels en aan de meer dan 400 medewerkers van de EFSA voor hun grote inzet in Ze hebben de toegenomen werkdruk in goede banen geleid en bijgedragen aan het leveren van nog meer producten ten behoeve van de risicobeheerders in heel Europa. Ik wil ook graag mijn mederaadsleden bedanken voor hun werk in Ik zie ernaar uit om samen verder te werken bij het besturen van de EFSA, aangezien de autoriteit steeds meer wordt erkend als een integraal onderdeel van het voedselveiligheidssysteem van de EU. Professor Diána Bánáti, voorzitter van de raad van bestuur van de EFSA 4 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

7 BERICHT van Catherine Geslain-Lanéelle UITVOEREND DIRECTEUR EFSA Voor de EFSA stond 2009 in het teken van verbeterde samenwerking en dialoog. We kunnen opnieuw terugkijken op een succesvol jaar van vruchtbare samenwerking met de Europese Commissie, de lidstaten, de EU-agentschappen en internationale tegenhangers en van verdere constructieve dialoog met onze belanghebbenden. De EFSA streeft het leveren van hoogwaardige producten na en in 2009 kwam dit tot volledige ontplooiing met 636 wetenschappelijke producten. Ter vergelijking: het jaar ervoor waren dit er 489. Een mijlpaal bij dit streven was de groei die de EFSA boekte in het beoordelen van producten, stoffen en claims waarvoor vooraf toestemming moet worden gevraagd. We hebben, binnen krappe deadlines, niet alleen honderden gezondheidsclaims beoordeeld, maar ook levensmiddelenadditieven, gmo s, smaakstoffen, bestrijdingsmiddelen en voederadditieven. De dialoog met partners en belanghebbenden bleef een belangrijk bestanddeel van ons dagelijkse werk. In 2009 hebben we bijvoorbeeld een conferentie georganiseerd om met belanghebbenden en wetenschappers te discussiëren en hen uitleg te geven over onze rol bij het beoordelen van de risico s van genetisch gemodificeerde organismen, en om onze positie te verduidelijken als leverancier van onafhankelijk wetenschappelijk advies. De conferentie bleek een goede gelegenheid om te luisteren en te leren, en om het gesprek aan te gaan met wetenschappers en belanghebbenden via vruchtbare open discussies, met name met betrekking tot striktere richtlijnen voor de beoordeling van milieurisico s. We hebben ons reactievermogen verbeterd evenals ons vermogen om snel en efficiënt te reageren op urgente situaties. In 2009 hebben we met de Europese Commissie en de lidstaten crisissimulatieoefeningen uitgevoerd die het hele traject omvatten van risicobeoordeling in crisissituaties en risicovoorlichting. Evenals in vorige jaren werd deze theorie in praktijk gebracht toen we met spoed reageerden op acute gevaren voor de voedselveiligheid, zoals in het geval van nicotine in paddenstoelen en drukinkt in ontbijtgranen. Door goedkeuring van onze internationale strategie hebben we ook in 2009 een belangrijke stap gezet op weg naar wereldwijde erkenning als dé Europese referentieautoriteit voor risicobeoordeling van voeding voor mens en dier. Aan de hand van deze nieuwe strategie kunnen we ontwikkelingen in ons internationale bereik sturen. En dit hebben we in 2009 al geconcretiseerd. We hadden vruchtbare ontmoetingen met belangrijke organisaties die werken op het terrein van voedselveiligheid en gezondheid van planten en dieren in de Verenigde Staten. De samenwerking met Health Canada, New Zealand Food Safety Authority en Food Standards Australia New Zealand wordt nu ondersteund door een briefwisseling die de wetenschappelijke samenwerking op het gebied van verzamelen en uitwisselen van gegevens met betrekking tot risicobeoordeling zal faciliteren. Daarnaast heeft de EFSA in 2009 een convenant voor samenwerking ondertekend met Japan. De resultaten die we dit jaar hebben geboekt, zouden niet mogelijk zijn geweest zonder de inzet en de professionele houding van de medewerkers van de EFSA, de wetenschappelijk deskundigen en partners bij zowel de instellingen van de EU en de lidstaten als van alle belanghebbenden. Dankzij hun voortdurende inzet en ondersteuning blijft de EFSA een cruciale rol spelen bij het beschermen van voedselveiligheid en volksgezondheid. Catherine Geslain-Lanéelle, uitvoerend directeur EFSA J A A R V E R S L A G

8 I. HET VERSTERKEN VAN DE ROL VAN DE EFSA BINNEN HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEM VAN DE EU 6 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

9 I. HET VERSTERKEN VAN DE ROL VAN DE EFSA BINNEN HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEM VAN DE EU De EFSA, die in 2002 werd opgericht in reactie op de voedselcrises die het vertrouwen van de consument hadden ondermijnd over de manier waarop met voedsel werd omgegaan in de jaren negentig, is klaar voor haar rol in het nieuwe decennium op het gebied van voedselveiligheid en risicobeoordeling, zowel binnen de EU als in toenemende mate in een internationale context. De EFSA heeft in haar beginjaren geïnvesteerd in het opbouwen van relaties en het opzetten van netwerken in heel Europa en heeft intern de processen en structuren opgezet die nu het fundament vormen van haar werk. Door de groei van de afgelopen jaren heeft de autoriteit de ondersteuning kunnen verbeteren voor haar risicobeheerspartners bij de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten, die alle op de EFSA rekenen voor advies ter onderbouwing van hun besluiten. Het instrumentarium van EU-wetgeving neemt toe, waarbij de EFSA wordt betrokken in de onderbouwing van de vergunningenprocedure met betrekking tot onder meer gezondheidsclaims, bestrijdingsmiddelen, gmo s en additieven in voeding voor mens en dier. Bovendien heeft de EFSA met het oog op toekomst en planning, de dialoog met de Commissie met betrekking tot toekomstige activiteiten en prioriteiten voor de middellange termijn, versterkt en zijn de resultaten opgenomen in wederzijds overeengekomen stappenplannen was het eerste jaar waarin het nieuwe strategische plan van de EFSA vooruitkijkend van 2009 tot 2013 werd uitgevoerd. Dit plan is gericht op vormgeven van de autoriteit in de komende jaren en op het voorbereiden op de uitdagingen die in het verschiet liggen. In aansluiting op de belangrijkste strategische gebieden die in dit plan worden genoemd, richt de EFSA zich op zes doelstellingen: een integrale benadering van risicobeoordelingen; tijdige en hoogwaardige beoordelingen; vergaren van EU-gegevens; bouwen aan internationale partnerschappen; voorlichting en dialoog; reactievermogen, efficiëntie en doeltreffendheid. J A A R V E R S L A G

10 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS 8 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

11 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS 1. INTEGRAAL ADVIES GEVEN Een van de sterkste punten van de EFSA is haar brede expertise op het gebied van risicobeoordeling die de hele voedselketen, van boer tot bord, bestrijkt. De autoriteit bestrijkt alle terreinen van veiligheid van voeding voor mens en dier, gezondheid en welzijn van dieren, voeding, bescherming en gezondheid van gewassen. Hierdoor kan zij een beroep doen op brede kennis en daarmee inspelen op de uitdagingen die voortvloeien uit de dynamische politieke omgeving en wetenschappelijke voortgang, om te zorgen voor een veilige voedselvoorziening voor Europese consumenten. Dit betekent dat de EFSA risicobeheerders een integraal advies kan bieden, dat steeds completer wordt op grond van een multidisciplinaire en geïntegreerde benadering. Dit wordt niet alleen bewerkstelligd door het samenbrengen van alle wetenschappelijke bijdragen uit Europa, maar ook door krachten te bundelen met andere EU-agentschappen en nauw samen te werken met de lidstaten. De EFSA werkt ook intern aan een volledig geïntegreerde benadering door versterking van horizontale structuren en processen en koppeling van het werk van de administratieve en wetenschappelijke afdelingen voor maximale doeltreffendheid. In 2009 leverde de EFSA in totaal 636 wetenschappelijke producten, een toename van 30 % ten opzichte van Alle opdrachten beoordelen om vraagstukken zo goed mogelijk te behandelen Elke week selecteert het comité voor de taakstelling van de EFSA alle verzoeken die bij de autoriteit binnenkomen. Dit geeft de uitvoerend directeur, de voorzitter van het wetenschappelijk comité en de hoofddirecteuren een overzicht van de prioriteiten van de binnengekomen verzoeken zodat zij kunnen bepalen hoe de vraagstukken het best kunnen worden behandeld en het werk kunnen toewijzen aan de meest geschikte panel(s) en/of afdeling(en). Zo nodig kan er in een vroeg stadium afstemming plaatsvinden tussen afdelingen en voorlichting worden gegeven. Hierdoor kan de EFSA een zo breed mogelijk overzicht geven in haar antwoorden zodat risicobeheerders volledig op de hoogte worden gesteld. Nieuwe leden voor het wetenschappelijk comité en de panels In 2009 benoemde de EFSA voor een nieuwe termijn van drie jaar de leden van het wetenschappelijk comité en van acht van de tien wetenschappelijke panels. Dit gebeurde voor de tweede keer sinds de Europese waakhond voor voedselveiligheid in 2002 werd ingesteld. Voor het opstellen van een shortlist van geschikte en hooggekwalificeerde kandidaten werd een zorgvuldige selectieprocedure uitgevoerd. De selectieprocedure werd vervolgens beoordeeld door een onafhankelijke externe evaluatiecommissie. De raad van bestuur van de EFSA heeft in totaal 174 onafhankelijke deskundigen benoemd. In totaal waren er 7 % meer sollicitaties dan bij de vorige oproep voor nieuwe panelleden in Er zitten nu meer vrouwen in de nieuwe panels en opnieuw is er een grote vertegenwoordiging van nationaliteiten. 79 % van de huidige panel leden heeft opnieuw gesolliciteerd naar een positie. Van de 174 kandidaat-leden werden er 101 voor een tweede of derde termijn benoemd, waarmee het vermogen van de EFSA om de wetenschappers waarop zij vertrouwt aan te trekken en te behouden, werd onderstreept. Een volledig operationeel proces voor kwaliteitsbeoordeling In 2009 was een tweede mijlpaal voor de EFSA de invoering van de laatste fase van het systeem van interne en externe toetsing (INEX) voor het wetenschappelijke werk van de autoriteit. Dit hield de benoeming in van onafhankelijke deskundigen voor het uitvoeren van de externe toetsingen van de wetenschappelijke producten van de EFSA. J A A R V E R S L A G

12 Het toetsingssysteem is nu volledig operationeel en is gericht op het geven van continue feedback aan de EFSA over de kwaliteit van haar werk. Het systeem bestaat uit drie toetsingslagen: een zelftoetsing van alle wetenschappelijke producten door de afdeling die de adviezen heeft opgesteld; een interne toetsing van een steekproef van wetenschappelijke producten door senior wetenschappers; en sinds 2009 een externe toetsing door onafhankelijke deskundigen. De interne en externe toetsingen vullen elkaar aan: bij de interne toetsing wordt een beroep gedaan op de uitgebreide kennis die aanwezig is bij de EFSA en de externe toetsing profiteert van de expertise en inzichten van externe onafhankelijke wetenschappers. De externe toetsingswerkgroep van 23 deskundigen is ingesteld via een belangstellingsregistratie in 2009 en is georganiseerd rondom zeven wetenschappelijke gebieden. De externe toetsing resulteerde in een rapport dat in december 2009 werd overlegd aan de uitvoerend directeur van de autoriteit. Na analyse van de bevindingen en aanbevelingen van dit rapport zal de EFSA de resultaten gebruiken voor het voortdurend verbeteren van de kwaliteit van haar wetenschappelijke producten en het proces waarin die tot stand komen. Nauw samenwerken met de lidstaten Het adviesforum van de EFSA is een kernorganisatie van de autoriteit die een centrale rol speelt bij het versterken van de samenwerking van de EFSA met de lidstaten. Het verbindt de EFSA met de nationale autoriteiten voor voedselveiligheid in alle 27 lidstaten van de EU. Een van de taken van de leden is het benaderen van nationale deskundigen om drie jaar lang deel te nemen aan specifieke bijeenkomsten van het adviesforum en EFSA-netwerken. Deze specifieke netwerken brengen deskundigen samen die hun lidstaat op een bepaald terrein vertegenwoordigen. Er zijn al wetenschappelijke netwerken speciaal voor gegevensverzameling (voedselconsumptie, aanwezigheid van chemische stoffen) en risicobeoordeling (gezondheid en welzijn van dieren, gezondheid van gewassen, BSE). De algemene doelstellingen van deze wetenschappelijke netwerken zijn het faciliteren van uitwisseling van wetenschappelijke informatie tussen deelnemers, bundelen van middelen en coördineren van werkprogramma s en het faciliteren van harmonisatie van praktijken en methoden voor risicobeoordeling. Daarnaast vindt er een op EU-regelgeving gebaseerde gedachtewisseling plaats over het werk van de EFSA op het gebied van gmo s, additieven in diervoeding en gezondheidsclaims. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de voortgang, die als speerpunt is benoemd door de EFSA en het adviesforum, van het samenbrengen van gegevens over voedselconsumptie wie eet wat en op welk niveau in het kader van een efficiëntere en nauwkeurigere bepaling van blootstelling op EU-niveau. Deze gegevens helpen ook bij het bepalen van wetenschappelijk gebaseerde doelstellingen voor de volksgezondheid met betrekking tot dieet en gezondheid (zie ook Wat eet Europa?, blz. 22). In 2009 organiseerde de EFSA vaker bijeenkomsten met vertegenwoordigers van lidstaten en bevorderde zo de uitwisseling van informatie tussen de autoriteit en de lidstaten. Het adviesforum zelf kwam in 2009 vijf keer bijeen, met een actieve deelname van de lidstaten. Er was een grotere bereidheid om informatie te delen en het lopende werk te coördineren. Naast de vergaderingen van het adviesforum werden er speciale vergaderingen gehouden met nationale vertegenwoordigers over specifieke onderwerpen. In 2009 vond bijvoorbeeld de tweede vergadering plaats met nationale vertegenwoordigers over gezondheid van gewassen. De bijeenkomst richtte zich op het verzamelen van gegevens en opkomende risico s voor de gezondheid van gewassen en gaf het panel van de EFSA voor de gezondheid van gewassen (PLHpanel) de mogelijkheid een overzicht te geven 10 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

13 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS Wetenschappelijk comité van de EFSA van zijn activiteiten en zijn rol te bespreken bij het ontwikkelen van het Europese systeem voor de gezondheid van gewassen, inclusief harmonisatie van methoden voor risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen (zie ook blz. 15). In 2009 organiseerde de EFSA ook speciale bijeenkomsten georganiseerd gericht op behoud van een samenhangende aanpak op specifieke gebieden en om ervoor te zorgen dat de lidstaten en de EFSA op de hoogte blijven van de meest recente ontwikkelingen in Europa. In september 2009 hebben de wetenschappelijke medewerkers van de autoriteit bijvoorbeeld een speciale vergadering belegd met voedingsdeskundigen uit de lidstaten om van gedachten te wisselen over ontwerp-voorstellen op het gebied van voedingsreferentiewaarden (DRV s) en voedingsadviezen. DRV s geven de hoeveelheid van een bepaalde nutriënt aan die mensen op basis van leeftijd en geslacht nodig hebben voor een goede gezondheid. DRV s kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als basis voor referentiewaarden op voedseletiketten. Ze kunnen ook worden gebruikt voor het bepalen en ontwerpen van diëten, bij het doen van voedingsaanbevelingen en bij het ontwikkelen van voedingsadviezen. De bijeenkomst gaf de EFSA ook de mogelijkheid om nationale deskundigen te informeren over het commentaar dat zij tijdens de raadplegingstermijn op deze ontwerp-voorstellen had ontvangen, haar wetenschappelijke rol te verduidelijken bij het bepalen van DRV s en lidstaten te helpen bij het vertalen van referentiewaarden naar praktische voedingsadviezen voor hun eigen bevolkingsgroepen. Focal points zijn een ander middel om de samenwerking tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de EFSA te versterken. De focal points dienen als raakvlak tussen de EFSA en nationale autoriteiten voor voedselveiligheid doordat zij hun lid in het adviesforum ondersteunen was het tweede jaar waarin de focal points volledig operationeel waren. Hun kerntaken zijn onder meer het uitwisselen van wetenschappelijke informatie, het ondersteunen van activiteiten van het artikel 36-netwerk en het geven van ruchtbaarheid aan de database van deskundigen van de EFSA. Zo heeft de autoriteit met behulp van de focal points ongeveer aanmeldingen voor deze database gehad. Daarnaast hebben de focal points de wetenschappelijke zichtbaarheid in de lidstaten vergroot door nationale manifestaties te organiseren en informatie over de EFSA te verspreiden via brochures en de eigen websites. Ten aanzien van coördinatie en samenwerking is het een bemoedigend gegeven dat er meer dan 550 documenten met betrekking tot risicobeoordeling door de lidstaten zijn geüploaded naar het platform voor informatie-uitwisseling van de EFSA. De lidstaten vonden dit een praktisch hulpmiddel om de lidstaten en de EFSA op de hoogte te houden van komende en lopende risicobeoordelingen van de veiligheid van voeding voor mens en dier. Alles bij elkaar hebben de inspanningen om de samenwerking tussen de lidstaten, zoals genoemd in de tussentijdse beoordeling van de strategie van de EFSA voor samenwerking en netwerken, resultaten opgeleverd die zowel ten goede komen aan de EFSA als aan de nationale autoriteiten voor voedselveiligheid (zie ook blz. 12, Een beroep doen op de beste mensen uit Europa ). Maximaal rendement van pan-europese wetenschappelijke expertise In 2009 bleken ook de projecten voor wetenschappelijke samenwerking van de EFSA (ESCO s) een effectief instrument in het samenbrengen van pan-europese wetenschappelijke middelen en het versterken van samenwerking en netwerken tussen de autoriteit en haar tegenhangers in de lidstaten. In tegenstelling tot de wetenschappelijke netwerken, werken de ESCO s een vaste periode aan een specifiek onderwerp. De ESCO s bestaan uit nationale deskundigen, leden van de wetenschappelijke panels of het wetenschappelijk comité en wetenschappelijke medewerkers van de EFSA. De onderwerpen die de ESCO s behandelen zijn van wederzijds belang voor de autoriteit en de lidstaten. J A A R V E R S L A G

14 In 2009 brachten de ESCO s bijvoorbeeld een rapport uit met een risico-batenanalyse van het toevoegen van foliumzuur aan voedingsmiddelen en een advies over het richtsnoer van de EFSA inzake de beoordeling van de veiligheid van botanische en afgeleide preparaten voor gebruik als voedingssupplementen (zie ook blz. 13). In het geval van foliumzuur concludeerde de ESCO-werkgroep dat de gezondheidsvoordelen met betrekking tot het risico van neuraalbuis-defecten zijn aangetoond. In beschikbare onderzoeken wordt evenwel de stelling dat foliumzuursupplementen het risico op bijvoorbeeld cardiovasculaire aandoeningen bij mensen verkleinen, niet bevestigd, noch zijn er voldoende gegevens voor een beoordeling van het mogelijke effect van foliumzuur op het risico op kanker. Om de methode te testen die is opgenomen in de richtlijn van de EFSA inzake het beoordelen van botanische preparaten, zette de autoriteit een ESCO-project op om een aantal plantpreparaten te selecteren en de methode toe te passen bij de beoordeling van de veiligheid van die preparaten. Dit project werd in 2009 afgerond. Dankzij de inspanningen van de EFSA om tot harmonisatie te komen en met gebruikmaking van de expertise van de lidstaten hebben de bevoegde instanties van de lidstaten nu de beschikking over een uitgebreid richtsnoer voor botanische preparaten. Een beroep doen op de beste mensen uit Europa Naast de wetenschappelijke netwerken en samenwerkingsprojecten gebruikt de EFSA ook contracten en subsidies om toegang te krijgen tot de expertise van de lidstaten. Via standaard- EU-aanbestedingsprocedures kan er worden ingeschreven op contracten, bijvoorbeeld via open inschrijvingen of onderhandelingsprocedures. De EFSA kan ook subsidies toekennen aan organisaties die zijn voorgedragen door de lidstaten om de autoriteit in haar taken bij te staan, krachtens artikel 36 van de oprichtingsverordening van de EFSA. Deze organisaties houden zich bezig met activiteiten zoals gegevensverzameling, voorbereidend werk voor wetenschappelijke adviezen en andere wetenschappelijke en technische ondersteuning. De EFSA kan hierdoor doeltreffender en flexibeler inspelen op de toenemende werkdruk. Het artikel 36-netwerk is ook een belangrijk praktisch instrument voor de autoriteit om een breder spectrum van wetenschappelijke expertise in de lidstaten aan te spreken. Nadat de lijst van vakkundige organisaties was uitgebreid en vervolgens in december 2008 goedgekeurd door de raad van bestuur van de EFSA, had de autoriteit in 2009 toegang tot een nog breder kennisaanbod (de lijst is van 243 uitgebreid naar 371 organisaties, van op één na alle lidstaten). De EFSA besteedde 6,8 miljoen EUR aan subsidies en contracten in 2009 in vergelijking tot 5,5 miljoen EUR in Hiervan werd 2,5 miljoen uitgegeven aan artikel 36-subsidies (in 2008 was dit 2 miljoen EUR), terwijl de rest naar aanbestedingscontracten ging. Daarmee nam in 2009 het totaalbedrag dat aan aanbestedingsprojecten werd besteed met 20 % toe en dit is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2007 (2,9 miljoen EUR), het eerste operationele jaar van de artikel 36-lijst. De artikel 36-projecten die in 2009 van start gingen besloegen diverse onderwerpen. Deze hadden onder meer betrekking op mycotoxine-neutraliserende voederadditieven, richtlijnen voor dierenwelzijn bij het beoordelen van huisvestings- en beheersrisico s, toxicologie van 3-MCPD esters, het typeren en rubriceren van aflatoxines in granen in de EU vanwege klimaatverandering, het identificeren van gewone beoordelingsgroepen van bestrijdingsmiddelen, genetische selectie, welzijn en gezondheid van kippen in mesterijen, een vergelijkende EU-brede risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen en gezondheid van gewassen aan de hand van casestudy s en een pan-europese pilot van een voedingsonderzoek. 12 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

15 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS De directeuren van de agentschappen komen in oktober 2009 bij de EFSA bijeen. Gezien het toenemende belang van contracten en subsidies ten behoeve van de EFSA heeft de autoriteit twee nieuwe IT-hulpmiddelen geïntroduceerd, een database van artikel 36-organisaties en een extranet voor alle leden van het artikel 36-netwerk. De autoriteit voerde ook onderzoek uit onder eigen EFSA-afdelingen en de organisaties die het werk uitvoeren, om de twee systemen te beoordelen. De resultaten wezen uit dat de subsidies en contracten substantieel hebben bijgedragen aan het wetenschappelijke werk van de EFSA en aan het bevorderen van netwerken tussen organisaties. Zowel de wetenschappelijke afdelingen als de deelnemende organisaties vonden de hulpmiddelen effectief en praktisch. Evengoed zal de autoriteit in 2010 de onderzoeksresultaten verder analyseren om te achterhalen op welke vlakken de systemen verder kunnen worden verbeterd. Expertise van de agentschappen samenvoegen voor risicobeheerders Naast het verbeteren van het brede kennisaanbod dat beschikbaar is binnen de EFSA heeft de autoriteit in 2009 ook gezorgd voor sturing en coördinatie van het uitwisselen van inzichten en ervaringen binnen het samenwerkingsnetwerk van EU-agentschappen om nog completere adviezen met een breder bereik te kunnen geven aan risicobeheerders (zie ook blz. 30). In november 2009 heeft het panel van de EFSA voor biologische gevaren (BIOHAZ-panel) in samenwerking met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico s (WCNG) een gezamenlijk advies inzake antimicrobiële resistentie (AMR) gepubliceerd. Het advies ging in op infecties die worden overgedragen van dieren op mensen (zoönosen). De agentschappen werkten samen om op het adviesverzoek van de Europese Commissie een gezamenlijke advies te kunnen uitbrengen dat voortbouwde op de reeds bestaande gegevens en documenten. De conclusie van het gezamenlijke advies was dat er een beter toezicht nodig is om de toenemende verspreiding van antimicrobiële resistentie bij zoönotische infecties te bestrijden. De agentschappen werkten tegelijkertijd samen aan het gezamenlijke wetenschappelijke advies inzake methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) bij vee, huisdieren en voedingsmiddelen, dat in juni 2009 werd gepubliceerd. Zorg over de toename van MRSA bij vee en gezel- schapsdieren bracht het EMA en de EFSA ertoe om op dit terrein zelf het initiatief te nemen. De EFSA betrok daarna ook het ECDC erbij om te profiteren van de kennis van het centrum bij kwesties met betrekking tot de menselijke gezondheid. In het daarop volgende kaderdocument werd geconcludeerd dat er momenteel geen bewijs is dat het eten of verwerken van met MRSA besmet voedsel een verhoogd gezondheidsrisico met zich meebrengt voor mensen. In 2009 werkte de EFSA ook samen met het EMA en Europese lidstaten op het terrein van botanische preparaten. Botanische preparaten worden gemaakt van planten, algen, schimmels of mossen en worden vaak op de markt gebracht met een verscheidenheid aan claims met betrekking tot mogelijke voedings- of gezondheidsvoordelen. De verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat deze producten veilig zijn ligt bij de exploitanten van voedingsmiddelen en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Aangezien sommige van deze producten zich op het grensvlak bevinden van voedingsmiddelen en medicijnen, onderhield de autoriteit nauwe banden met het EMA en ook met de Europese Commissie en lidstaten om een beroep te kunnen doen op hun expertise. J A A R V E R S L A G

16 Dit leidde tot een richtlijn voor Europese risicobeoordelaars waarin een methode is opgenomen voor het beoordelen van de veiligheid van botanische preparaten. De EFSA heeft ook informatie verzameld over botanische preparaten waarvan is gemeld dat deze stoffen bevatten die mogelijk een risico vormen voor de gezondheid. Dit compendium legt de nadruk op mogelijke veiligheidskwesties en is bedoeld als hulpmiddel voor producenten en autoriteiten voor voedselveiligheid. Nadat het wetenschappelijk comité van de EFSA deze richtlijn in september 2009 had gepubliceerd, organiseerde de EFSA een workshop met alle betrokken partijen (de Europese Commissie, nationale veiligheidsautoriteiten, belanghebbenden en branchevertegenwoordigers) om het werk te presenteren en een gezamenlijk inzicht te ontwikkelen ten aanzien van de methode. De meerwaarde van deze integrale benadering is dat het wetenschappelijke eindproduct van de EFSA al door verschillende relevante partijen is besproken wat de acceptatie ervan vergroot. Daarnaast heeft de EFSA in mei 2009 een memorandum van overeenstemming ondertekend met het ECHA. Dit vormde de basis voor het verder ontwikkelen van informatie-uitwisseling, samenwerking en wederzijds begrip tussen de twee organisaties en in het bijzonder voor het waarborgen van een samenhangende benadering van risicobeoordeling van stoffen met een mogelijk effect op voedselveiligheid. Al deze voorbeelden tonen aan hoe de EFSA betrokken is bij het uitwisselen van wetenschappelijke expertise en dit proces ondersteunt. Door het toepassen van een breder kennisaanbod is de EFSA, samen met andere agentschappen, beter uitgerust om grotere vraagstukken aan te pakken die, op zichzelf buiten haar taakstelling vallen, maar evengoed effect kunnen hebben op de voedselveiligheid. Als zodanig kan samenwerking tussen de agentschappen een doeltreffende manier zijn om de kennis en de middelen die binnen het EU-systeem van agentschappen beschikbaar zijn, te bundelen om bij te dragen aan een hoge mate van consumentenbescherming. Een multidisciplinaire benadering voor contaminanten in de voedselketen Een voorbeeld van de brede, multidisciplinaire en gezamenlijke aanpak van het wetenschappelijke werk binnen de EFSA was de beoordeling door de autoriteit van mariene biotoxines in De Europese Commissie had de EFSA gevraagd om een beoordeling van de EU-limieten voor diverse verschillende soorten gereguleerde en niet-gereguleerde toxines, de zogenaamde biotoxines, in schelpdieren, en ook van de voor EU-wetgeving vastgestelde testmethoden. Een werkgroep van het panel voor contaminanten in de voedselketen (CONTAM-panel) verzamelde, met steun van de afdelingen Gegevensverzameling en -publicatie (DATEX) en CONTAM, gegevens ten behoeve van deze beoordeling en berekende de blootstelling aan mariene biotoxines. Hierdoor kon het CONTAM-panel de mogelijke risico s voor de volksgezondheid bepalen door de aanwezigheid van mariene biotoxines in schelpdieren. Het werk had niet alleen betrekking op de effecten van de consumptie van schelpdieren op de menselijke gezondheid, maar betrof ook aspecten van dierenwelzijn. Het panel betrok al deze aspecten in zijn aanbeveling voor alternatieve chemische methoden voor het testen op de aanwezigheid van deze toxines, dat momenteel hoofdzakelijk wordt gedaan met biotesten op muizen. De EFSA nam in de samenvatting van het advies de conclusies op van zes eerdere risicobeoordelingen van gereguleerde mariene biotoxines. Op basis van beschikbare gegevens over voedselconsumptie bepaalden de deskundigen van de EFSA 400 g als een realistische schatting van een grote portie schelpdieren en bepaalden zij aan de hand hiervan de huidig toegestane niveaus van 14 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

17 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS de toxines. Het CONTAM-panel beoordeelde ook de invloed van het verwerken van mariene biotoxines en maakte een begin met het beoordelen van niet-gereguleerde mariene biotoxines. Een integrale benadering van dierenwelzijn Een ander voorbeeld van de geïntegreerde benadering van de EFSA zijn de beoordelingen die werden gepubliceerd over huisvestings- en houderijsystemen voor melkvee. Eén beoordeling die van het BIOHAZ-panel had betrekking op de voedselveiligheidsaspecten van die systemen. De overige vijf die van het panel voor de gezondheid en het welzijn van dieren (AHAWpanel) keken naar de algemene effecten van de meest relevante houderijsystemen op het welzijn van melkkoeien en samenhangende ziektes. Zij beoordeelden de mogelijke effecten van huisvesting, voeder, beheer en genetische selectie op het welzijn van melkkoeien. Het onderwerp werd integraal benaderd en na het samenbrengen van de overvloed aan beschikbare gegevens voerden de deskundigen van de autoriteit eerst risicobeoordelingen uit op vier subterreinen (metabolische en reproductieve aandoeningen, aandoeningen aan de uiers, problemen met poten en voortbeweging, gedragsstoornissen, angst en pijn) voordat zij de vijf wetenschappelijke adviezen goedkeurden die een algemene beoordeling geven van het hele onderwerp. De EFSA concludeerde dat de aard van de houderijsystemen en de genetische langetermijnselectie voor een hogere melkproductie belangrijke factoren zijn die van invloed zijn op de gezondheid en het welzijn van melkkoeien en gaf aanbevelingen met betrekking tot huisvesting, voeder, beheer en genetische selectiepraktijken die het welzijn van melkkoeien zouden kunnen verbeteren. Ontwikkelen van nieuwe methoden voor risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen Het werk van de EFSA op het gebied van de cumulatieve effecten van bestrijdingsmiddelen maakt deel uit van de bredere en allesomvattende benadering van de EFSA die alles bij elkaar een nieuwe dimensie vertegenwoordigt van de risicobeoordelingen van de EFSA. De EFSA heeft hiertoe methoden voorgesteld om de cumulatieve effecten die blootstelling aan bestrijdingsmiddelen op de consument heeft, te beoordelen, met name voor wat betreft bestrijdingmiddelen met vergelijkbare chemische structuren en toxische effecten. In juni 2009 publiceerde het panel van de EFSA voor gewasbeschermingsmiddelen en residuen ervan (PPR-panel) een advies over de toepasbaarheid van de nieuwe methoden op een concrete groep bestrijdingsmiddelen die op basis van toxicologische overeenkomsten was geselecteerd. Het panel gaf ook de volgende stappen aan en de openstaande kwesties die moeten worden aangepakt voordat cumulatieve risicobeoordeling regulier kan worden toegepast op bestrijdingsmiddelen. Dit werk maakt daarom deel uit van EFSA s continue inzet om bij de ontwikkeling van risicobeoordelingsmethoden voorop te lopen, met name voor wat betreft cumulatieve risicobeoordeling, als vervolg op het wetenschappelijke colloquium dat in 2006 over dit onderwerp werd georganiseerd. Risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen voor behoud van welzijn van gewassen in Europa Risicobeheerders in de EU vertrouwen op risicobeoordelingen van bestrijdingsmiddelen ter ondersteuning van het nemen van fytosanitaire maatregelen. Dit vraagt om een transparante evaluatieprocedure op basis van wetenschappelijke uitgangspunten om een objectieve en consistente aanpak te waarborgen bij de evaluatie van beoordelingen van de risico s voor het leven en de gezondheid van gewassen. In okto- J A A R V E R S L A G

18 ber 2009 publiceerde het panel van de EFSA voor de gezondheid van gewassen (PLH-panel) dan ook een richtlijn voor de beoordeling van documenten die zijn opgesteld door EU-lidstaten of derden ter onderbouwing van verzoeken om fytosanitaire maatregelen te overwegen. Bij het ontwikkelen van deze richtlijn evalueerde het panel 36 adviezen die zijn gepubliceerd tussen 2006 en 2008 en besteedde het in het bijzonder aandacht aan het beoordelingsproces van 30 risicoanalyses die waren opgesteld door Frankrijk met betrekking tot organismen die als schadelijk werden aangemerkt voor bepaalde Franse overzeese gebieden. Het panel ging ook na of de criteria die het panel gebruikte bij de beoordeling van het bewijsmateriaal ter onderbouwing van de claims dat bepaalde organismen schadelijk zouden zijn, overeenstemmen met internationale standaarden voor fytosanitaire maatregelen. In de richtlijn die hieruit voortvloeide wordt het proces, de criteria en de hoofdmethoden beschreven die door het panel worden aanbevolen voor risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen en voor de evaluatie van risicobeheersopties van bestrijdingsmiddelen. Uiteindelijk onderstreept dit soort richtlijnen de rol van de EFSA bij de harmonisatie van beoordelingen in heel Europa met het oog op betere ondersteuning van risicobeheerders. In de loop van 2009 werkte het panel ook aan een richtlijn die een geharmoniseerd kader moest bieden voor het beoordelen van risico s voor gewassen en plantaardige producten door bestrijdingsmiddelen, en voor opsporing en evaluatie van risicobeheersopties. Deze aanvullende richtlijn werd in februari 2010 gepubliceerd. EFSA-brede wetenschappelijke ondersteuning De afdeling Beoordelingsmethodologie van de EFSA (AMU) ondersteunde in 2009 de meeste EFSA-panels. Zij ontwikkelde nieuw beleid ter ondersteuning van besluitvorming bij risicobeoordeling en hielp verschillende EFSA-panels ook bij het gebruik van gegevens in hun wetenschappelijke adviezen. Die hadden onder meer betrekking op het systematisch beoordelen van literatuur en het gebruik van meta-analysemodellen door het CONTAM-panel in hun advies over dosisgerelateerde effecten van cadmium. De AMU adviseerde ook over de toepassing van een systematische beoordelingsmethodologie voor de beoordeling van de veiligheid van voeding voor mens en dier ter ondersteuning van het besluitvormingsproces. Dit advies vormde in februari 2010 de basis voor een workshop voor paneldeskundigen en medewerkers van de EFSA. 16 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

19 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS 2. TIJDIGE EN HOOGWAARDIGE BEOORDELINGEN Het beoordelen van producten, stoffen en claims die op grond van EU-wetgeving moeten worden goedgekeurd, is geleidelijk een groot deel van de werkbelasting van de EFSA gaan uitmaken. Hierin speelt de autoriteit een belangrijke rol in het regelgevende kader dat samenhangt met de Europese voedsel- en voederveiligheid. In 2009 had 68 % van de wetenschappelijke producten van de EFSA betrekking op aanvragen en werd een steeds groter deel van de middelen van de EFSA hiervoor gebruikt. Gezien de krappe wettelijke termijn waarbinnen de EFSA deze beoordelingen moet uitvoeren, versterkte de EFSA in 2009 de interne processen verder met behulp van nieuwe IT-hulpmiddelen voor het bewaken en het volgen van de voortgang van haar wetenschappelijke werk. Zo kan de autoriteit via de geautomatiseerde werkstroom van risicobeoordelingen het hele risicobeoordelingsproces bewaken, vanaf binnenkomst van de opdracht tot aan eventuele publicatie en mogelijke voorlichting. Hierdoor kan de EFSA de tijdskaders voor publicatie beter plannen en de toekomstige werkbelasting beter inschatten en rubriceren. Ook presenteerden de EFSA en de Europese Commissie in 2009 de Roadmap, een stappenplan om de toewijzing van EFSA s middelen en het beheer van haar wetenschappelijke producten beter te plannen, bijvoorbeeld op het gebied van smaakstoffen en bestrijdingsmiddelen. Het stappenplan bestaat uit wederzijds overeengekomen prioriteiten binnen de werkbelasting en realistische tijdskaders voor het beoordelen van aanvragen, deels op basis van informatie van het werkstroomprogramma van de EFSA. Daarnaast bleven de EFSA en de Europese Commissie ook in 2009 nauw samenwerken om de werkstroom verder te faciliteren en de voortgang te bewaken. Hiertoe voerden zij periodiek overleg over voortgang en prioriteiten op vele gebieden, zoals bestrijdingsmiddelen en voedsel- en voederadditieven. In mei 2009 heeft het wetenschappelijk comité van de EFSA bovendien een nader advies gepubliceerd ter ondersteuning van goede praktijken voor risicobeoordeling. Het advies richtte zich op transparantie bij het samenstellen van de wetenschappelijke producten van de EFSA. Hierin waren algemene uitgangspunten opgenomen die moeten worden toegepast op risicobeoordelingen, zoals evaluaties, om een blijvende kwaliteit te waarborgen. De uitgangspunten hebben betrekking op vermelding van gegevensbronnen, criteria voor het opnemen/uitsluiten van gegevens, vertrouwelijkheid van gegevens, aannames en onzekerheden. Dit sluit aan bij een eerdere richtlijn van het wetenschappelijk comité uit 2006 over de procedurele aspecten van risicobeoordelingen. J A A R V E R S L A G

20 Omgaan met verzoeken om wetenschappelijk advies: gmo s Krachtens EU-wetgeving moet genetisch gemodificeerd voedsel of daarvan afgeleide producten voor mens of dier aan een risicobeoordeling door de EFSA worden onderworpen zodat risicobeheerders beter kunnen besluiten of het gebruik hiervan al dan niet in de EU moet worden toegestaan. Om de ondersteuning door de EFSA op dit vlak verder te verbeteren, werd de beoordeling van gmo-aanvragen in 2009 verder gestroomlijnd. Dit leidde ertoe dat er gemiddeld 21 weken liggen tussen de ontvangst van een nieuwe aanvraag en de bevestiging van de validiteit ervan. Het panel voor genetisch gemodificeerde organismen (GMO-panel) heeft bovendien de tijd van validering van een aanvraag tot aan het uitgaan van de eerste brief met vragen of verzoeken voor verdere gegevens naar de aanvragers, meer dan gehalveerd (in 96 % van de gevallen wordt aanvragers verzocht om verdere informatie te verstrekken voor de veiligheidsbeoordeling van gmo s). Zelfs met deze verzoeken voor aanvullende gegevens, kon het GMO-panel door de efficiëntieslag drie keer zoveel adviezen aannemen voor gmo-aanvragen in 2009 (14 adviezen met betrekking tot 18 aanvragen in vergelijking tot vier adviezen met betrekking tot vijf aanvragen in 2008). Gezondheidsclaims beoordelen De EFSA is verantwoordelijk voor het toetsen van het wetenschappelijke bewijs van ingediende gezondheidsclaims, op grond waarvan de Europese Commissie en de lidstaten een beslissing kunnen nemen over het toekennen van de claims. In 2009 haalde het panel van de EFSA voor dieetproducten, voeding en allergieën (NDA-panel) alle wettelijke termijnen voor evaluatie van de diverse ontvangen aanvragen voor gezondheidsclaims. Voor aanvragen over meer specifieke gezondheidsclaims met het oog op verminderen van risico s op aandoeningen of de ontwikkeling of gezondheid van kinderen, keurde de EFSA 68 adviezen goed binnen strakke wettelijke termijnen. Met betrekking tot de meer algemene gezondheidsclaims, zoals Calcium is goed voor uw botten, publiceerde de autoriteit een gecombineerde lijst van de ongeveer claims die zij in 2008 had ontvangen van de Commissie en lidstaten. Zij publiceerde ook de literatuurverwijzingen (ongeveer ) die zij had ontvangen voor zo n claims die in het wetenschappelijk evaluatieproces waren opgenomen. Sindsdien werden ongeveer 500 claims, opgenomen in 94 adviezen, goedgekeurd en in oktober 2009 gepubliceerd en werden later in dat jaar nog eens 400 gezondheidsclaims goedgekeurd die in 2010 gepubliceerd zullen worden. De nieuwe subwerkgroepen die in het leven zijn geroepen door de autoriteit ter ondersteuning van de beoordeling van functionele gezondheidsclaims zijn in 2009 van start gegaan met hun werkzaamheden waardoor de bestaande werkgroepen nu minder claims hoeven te behandelen en het panel verlost is van belangrijk voorbereidend werk. Als onderdeel hiervan hebben deskundigen van het NDA-panel ook een ontmoeting gehad in Brussel met aanvragers van gezondheidsclaims en branchedeskundigen voor een gedachtewisseling over het aanbieden van aanvragen voor goedkeuringen van gezondheidsclaims en voor het geven van aanvullende richtlijnen voor het aanvragen van claims. 18 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

21 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS Verdere verbetering van de collegiale toetsing van actieve stoffen in gewasbeschermingsmiddelen In 2009 rondde de afdeling Collegiale toetsing risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen van de EFSA (PRAPeR) de toetsing af van bestaande actieve stoffen die worden gebruikt in bestrijdingsmiddelen. Aan de hand hiervan kan de Europese Commissie een besluit nemen over de lijst van actieve stoffen die opgenomen mogen worden in gewasbeschermingsproducten in de EU. Aanvragers, van wie actieve stoffen niet waren opgenomen op de positieve lijst, zouden dan opnieuw een aanvraag kunnen indienen via een versnelde procedure. Gezien de verwachte hoge werkbelasting in 2009/2010 en de tijd die het opnieuw indienen van aanvragen zou gaan kosten, begon de EFSA een uitgebreide evaluatie van haar procedures en heeft zij in nauwe samenwerking met de lidstaten en de Europese Commissie haar benadering van collegiale toetsing, verder gestroomlijnd. Hoewel actieve stoffen evengoed nog aan een volledige risicobeoordeling en aan collegiale toetsing worden onderworpen, wordt de wetenschappelijk deskundige er nu gerichter bij betrokken en ligt het accent vooral op de belangrijkere of moeilijkere kwesties. Door deze nieuwe procedures kon de EFSA in 2009 de eerste groep van negen opnieuw voorgelegde actieve stoffen collegiaal laten toetsen, de conclusies ervan presenteren en kon zij voor nog eens 42 opnieuw ingediende stoffen collegiale toetsing in gang zetten. Daarnaast presenteerde de EFSA haar conclusies over nog eens 19 actieve stoffen, waaronder 9 nieuwe actieve stoffen, en vond er een collegiale toetsing plaats van de eerste groep van bestaande actieve stoffen op de positieve lijst die herzien moesten worden. Intensieve communicatie met de Europese Commissie was ook cruciaal bij de toetsing van residulimieten (MRL s) voor residuen van bestrijdingsmiddelen in of op voedsel of voeder. MRL s zijn de wettelijk toegestane bovengrenzen voor concentraties van residuen van bestrijdingsmiddelen in of op voedsel voor mens of dier, op basis van goede landbouwpraktijken en de blootstelling die hooguit is toegestaan om kwetsbare consumenten te beschermen was het eerste volledige jaar waarin de corresponderende regelgeving met betrekking tot MRL s van kracht was en waarin de EFSA (en niet de lidstaten) verantwoordelijk was voor de risicobeoordeling voor de consument in de MRL-vaststellingsprocedure. De autoriteit publiceerde in adviezen over 300 MRL s voor 53 actieve stoffen. In dit geval droeg de dialoog met de Europese Commissie ook bij aan het vaststellen van prioriteiten en het concentreren van het werk van de EFSA op stoffen die kritisch zijn met betrekking tot de veiligheid van de consument en waarvoor volledige toetsing van de MRL s is gepland, zoals vastgelegd in de Europese wetgeving. Op het vlak van gewasbeschermingsproducten is ten slotte het stuurcomité pesticiden in het leven geroepen in het kader van de samenwerking met de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, de Europese Commissie en het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) en met andere EU-agentschappen. In 2009 kwam het comité vijf keer samen en boog zich over manieren om het proces nog efficiënter te laten verlopen in het licht van een steeds toenemende werkbelasting en een regelgevende omgeving die in ontwikkeling is. Richtlijn voor en dialoog met aanvragers: additieven in diervoeding als voorbeeld Om aanvragers beter van dienst te zijn heeft de EFSA in 2009 een richtlijn ontwikkeld op basis waarvan zij hun dossiers beter kunnen voorbereiden. Beter inzicht in het proces en de benodigde informatie bespoedigt het proces en leidt tot aanvragen van betere kwaliteit. J A A R V E R S L A G

22 Een voorbeeld hiervan is de richtlijn die de EFSA in 2009 heeft opgesteld voor de herbeoordeling van eerder geregistreerde bestaande additieven in diervoeding. De EFSA en met name het FEEDAPpanel zullen deze producten in de komende jaren opnieuw beoordelen. De autoriteit heeft daarvoor niet alleen het administratieve richtsnoer voor aanvragers bijgewerkt (voor het eerst voorzien van een volledigheidschecklist voor aanvragers), maar ook de laatste hand gelegd aan het technische richtsnoer voor organoleptische additieven. Met dit laatste document heeft de autoriteit in 2009 de reeks technische richtsnoeren op het terrein van voedseladditieven afgerond. Deze zijn in hoofdzaak gericht op exploitanten die betrokken zijn bij de productie van diervoeding, evenals op belanghebbenden en andere organisaties die zich bezighouden met voedselveiligheid. De richtsnoeren geven ook een toelichting op de wijze waarop het panel de wetenschappelijke risicobeoordeling van additieven in diervoeding aanpakt. Daarnaast kregen aanvragers meer ondersteuning van de autoriteit en werden technische hoorzittingen gehouden met specifieke aanvragers en/of brancheorganisaties. Levensmiddelenadditieven beoordelen Voor voedseladditieven kon de autoriteit een beroep doen op twee nieuwe panels, waar het werk eerder werd gedaan door slechts één panel. De werkbelasting werd verdeeld over twee in 2008 ingestelde panels, het panel voor levensmiddelenadditieven en nutriënten in levensmiddelen (ANS-panel) en het panel voor stoffen die met levensmiddelen in aanraking komen, enzymen, aroma s en technische hulpstoffen (CEFpanel). Door deze nieuwe arbeidsorganisatie kon de EFSA de deadline halen in 2009 van het evaluatieprogramma van in voedingssupplementen gebruikte nutriënten. Op grond van dat belangrijke resultaat kon de Europese Commissie eind 2009 een positieve lijst van deze nutriënten opstellen, zoals was vastgelegd in wetgeving. Bij het afronden van deze eerste integrale beoordeling van voedingsstoffen met beoogd gebruik voor voedingssupplementen in de EU, onderzocht de EFSA in totaal 553 aanvragen met betrekking tot 344 verschillende stoffen; 186 aanvragen werden in verschillende stadia van het beoordelingsproces ingetrokken en van ongeveer de helft van de resterende aanvragen kreeg de EFSA onvoldoende wetenschappelijk bewijs voorgelegd. Bij 39 aanvragen werden er mogelijke veiligheidsrisico s gesignaleerd. Met deze beoordeling droeg de autoriteit niet alleen bij aan het waarborgen van de veiligheid van voedselsupplementen die in de EU worden verkocht, maar ook van de doeltreffende werking ervan voor het lichaam met de nutriënten in het supplement. Het bieden van betere informatie aan de aanvragers zoals het vaststellen van gegevensvereisten voor aanvragen van levensmiddelenadditieven versnelde bovendien de processen van de EFSA. De Europese Commissie zal bij het afronden van de wet- en regelgeving inzake de beoordeling en goedkeuring van levensmiddelenadditieven, de door de EFSA aan gegevens gestelde eisen meenemen. In 2010 zal het ANS-panel vervolgens van start gaan met het opstellen van een apart richtsnoer voor de wetenschappelijke aspecten die bij het opstellen van aanvragen voor levensmiddelenadditieven moeten worden betrokken. Ter voorbereiding van de herbeoordeling van alle toegestane levensmiddelenadditieven werd er in november 2009 drie keer openbaar om gegevens verzocht, in hoofdzaak gericht aan producenten van additieven, levensmiddelenbedrijven, nationale autoriteiten en andere betrokken partijen. 20 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

23 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS Het doel hiervan was informatiekloven te dichten om te voorkomen dat het panel de veiligheid van de additieven in kwestie niet goed zou kunnen beoordelen. Ook kon het ANS-panel de herbeoordeling afronden van de zes kleuren die worden gebruikt in de zogenaamde Southampton Study (Mc Cann et al., 2008), waarvan de Europese Commissie de EFSA had gevraagd die met voorrang te behandelen. Voorafgaand aan de beoordeling door de autoriteit had een onderzoek van de Universiteit van Southampton een verband verondersteld tussen mengsels van zes kleurstoffen in levensmiddelen en het conserveringsmiddel natriumbenzoaat, en hyperactiviteit bij kinderen. In november 2009 concludeerde het panel dat er op grond van het huidige beschikbare bewijsmateriaal geen causaal verband kon worden aangetoond tussen de zes afzonderlijke kleurstoffen en mogelijke gedragseffecten. Vanwege mogelijke schadelijke effecten van elke kleurstof heeft het panel evenwel de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) van drie kleurstoffen (E 104, E 110 en E 124) beperkt. Materialen die met levensmiddelen in aanraking komen en smaakstoffen: beoordeling en richtlijnen De EFSA heeft een evaluatie uitgevoerd van ongeveer smaakstoffen die door de Europese Commissie zijn geregistreerd als bestaande producten. De autoriteit kon deze taak grotendeels in 2009 afronden, terwijl slechts een enkele kwestie nog verdere afstemming behoefde met andere agentschappen, zoals het EMA. Daarnaast heeft de autoriteit het verzamelen van de gegevens en het opstellen van de samenvattingen voor de werkgroepen en panels uitbesteed. In 2009 hield de EFSA ook een openbare raadpleging over een ontwerp-voorstel betreffende smaakstoffen in levensmiddelen waarin wordt aangegeven welke gegevens door de branche moeten worden ingediend voor de veiligheidsbeoordeling van nieuwe smaakstoffen. In dit document zijn de ervaringen meegenomen die de EFSA heeft opgedaan bij de beoordeling van de smaakstoffen die reeds op de markt zijn. De autoriteit publiceerde bovendien ook richtlijnen over actieve en intelligente stoffen in materialen die met levensmiddelen in aanraking komen. Actieve materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, nemen stoffen op of geven stoffen af ter verbetering of behoud van de staat van verpakte levensmiddelen of om de levensduur bij opslag te verlengen. Intelligente materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, bewaken de conditie of de omgeving van verpakte levensmiddelen en geven informatie over de versheid van het voedsel. J A A R V E R S L A G

24 3. VERGAREN VAN EU-GEGEVENS De kwaliteit van de door EFSA uitgevoerde risicobeoordeling is niet alleen afhankelijk van het samenbrengen van alle beschikbare expertise. Die is ook afhankelijk van de kwaliteit, consistentie, actualiteit en volledigheid van de gegevens die worden gebruikt in de wetenschappelijke analyses, de risicobewaking en de afweging van de risico s die worden beoordeeld. Daarom speelt de autoriteit ook een belangrijke rol in het verzamelen, coördineren en harmoniseren van gegevens in Europa. In deze rol werkt de EFSA met name samen met de lidstaten voor het verzamelen, uitwisselen en analyseren van gegevens op EU-niveau. Hiervoor kan zij bouwen op een solide en efficiënt netwerk dat de afzonderlijke landen en de verantwoordelijke autoriteiten bestrijkt. Het werk van de autoriteit op dit terrein omvat enerzijds het bewaken van bestrijdingsmiddelen en residuen van geneesmiddelen, chemische contaminanten, zoönosen en nieuwe risico s, plus het verzamelen van Europese gegevens over voedselconsumptie, en anderzijds het toepassen van de twee gegevensstromen om de blootstelling te bepalen. Het verzamelen van deze gegevens biedt de EFSA ook de mogelijkheid om snel te reageren op urgente adviesverzoeken met een solide wetenschappelijke basis, zodat potentiële risico s snel kunnen worden beoordeeld, waardoor risicobeheerders indien nodig snel actie kunnen ondernemen. Wat eet Europa? Informatie over voedselconsumptie is een standaardonderdeel voor elke blootstellingsbeoordeling. Het opzetten van de kerndatabase Europese voedselconsumptie door de afdeling Gegevensverzameling en -publicatie (DATEX) vormde de aanzet voor verzameling van gegevens over voedselconsumptie door de EFSA. Dit leidde tot een eerste overzicht van de voedselconsumptie in Europa. Voor nadere uitwerking van de blootstellingsbepalingen ging de autoriteit, in samenspraak met de lidstaten, van start met het verzamelen van gedetailleerde gegevens voor een uitgebreide database voedselconsumptie, die eind 2009 werd afgerond. Deze uitgebreide database is een belangrijke stap voorwaarts voor de bepaling van blootstellingen, aangezien de kwaliteit van de beschikbare gegevens over voedselconsumptie een groot effect kan hebben op de resultaten van gerelateerde risicobeoordelingen. In deze nieuwe uitgebreide database zijn de best beschikbare gegevens over voedselconsumptie op EU-niveau opgenomen. Het markeert ook een consolidatie van de relatie tussen de autoriteit en de lidstaten, aangezien zij nu hun gegevens delen. De EFSA is momenteel bezig met het uitbreiden van haar database over Europese voedselconsumptie. De lidstaten van de EU gebruiken echter verschillende methoden voor het verzamelen van gegevens over voedselconsumptie, waardoor het moeilijk is om EU-brede analyses uit te voeren of vergelijkingen tussen landen te maken. In nauwe samenwerking met de EU-lidstaten ondersteunt de EFSA daarom verdere harmonisatie van gegevensverzameling over voedselconsumptie in heel Europa. Een dergelijke consistentie van gegevens zal de nauwkeurigheid en de betrouwbaarheid van Europese blootstellingswaarden verbeteren en daardoor van de risicobeoordelingen die door de panels van de EFSA en andere risicobeoordelaars en wetenschappelijke deskundigen in Europa worden uitgevoerd. In december 2009 publiceerde de werkgroep voor voedselconsumptie en blootstelling van de EFSA de algemene uitgangspunten voor het verzamelen van nationale gegevens over voedselconsumptie met het oog op meer harmonisatie voor het verzamelen van gegevens. Er worden nog meer gegevens over voedselconsumptie en blootstelling door de lidstaten verzameld en naar de EFSA gestuurd ter ondersteuning van de werkzaamheden van de EFSA op het gebied van gegevensbewaking en het opstellen van de jaarlijkse gegevensverzamelingsverslagen met betrekking tot blootstelling aan contaminanten. In 2009 werden in deze verslagen twee doelcontaminanten behandeld, acrylamide in mei en furanen in juni. Acrylamide kan ontstaan bij 22 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

25 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS het verhitten van koolhydraatrijke producten bij temperaturen van 120 C of hoger. Bij proefdieren is aangetoond dat het bestanddeel genotoxisch en carcinogeen is. Ook furaan kan bij verhitting van voedingsmiddelen ontstaan en daarvan is bekend dat dit voorkomt in koffie en voedingsmiddelen in potjes, zoals babyvoeding waarin vlees is verwerkt. Ook van deze contaminant is bij proefdieren aangetoond dat deze carcinogeen is. De Europese Commissie verzocht ook om adhocrapportages over de aanwezigheid van specifieke contaminanten, zoals dioxinen in levensmiddelen en diervoeding. De EFSA ontving van lidstaten en andere geïnteresseerde partijen gegevens over contaminanten in levensmiddelen en diervoeding, en stelde in 2009 een ontwerp-verslag op voor bespreking met lidstaten en de Commissie. Het eerste jaarverslag van de EFSA over residuen van bestrijdingsmiddelen Een andere verantwoordelijkheid die door de Europese Commissie aan de EFSA is overgedragen betreft de publicatie van het jaarverslag over residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen, dat is gebaseerd op het wettelijke kader voor de nieuwe MRL-wetgeving, die sinds september 2008 van kracht is en waarvoor de lidstaten de gegevens moeten verschaffen. In juli 2009 publiceerde de afdeling Collegiale toetsing risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen van de EFSA (PRAPeR) het eerste verslag. Dit verslag bood een overzicht van de bestrijdingsmiddelen die bij steekproeven werden aangetroffen in levensmiddelen die in 2007 in Europa op de markt waren gebracht, maar gaf ook een risicobeoordeling van de consumentenblootstelling aan de residuen. In totaal werden er meer dan monsters van bijna 350 verschillende soorten levensmiddelen geanalyseerd en bij 4 % van de monsters werden de wettelijk toegestane MRL s overschreden. De beoordeling van de consumentenblootstelling bracht een aantal kritische resultaten aan het licht. Op basis van deze bevindingen kwam de EFSA tot een aantal aanbevelingen voor toekomstige controle en beheersing. Ten behoeve van het opstellen van het verslag en ter verbetering van de samenwerking met de lidstaten stelde de autoriteit een netwerkgroep in. De groep bestaat uit door de lidstaten benoemde deskundigen en een vertegenwoordiger van de Europese Commissie. Deze groep bespreekt alle kwesties die betrekking hebben op het beoordelingsverslag en met name op de noodzakelijke verbeteringen met betrekking tot de indeling van de gegevens en het niveau van de details die aan de EFSA worden gerapporteerd. Daarop ontwikkelde de autoriteit in 2009 een gegevensmodel voor het melden van resultaten en voerde zij succesvol een uitgebreid pilotproject uit. Na de formele goedkeuring zal het gegevensmodel worden ingevoerd voor het verzamelen van gegevens uit de beoordelingsresultaten van Op basis van de nieuwe indeling kan de EFSA consumentenblootstellingen nauwkeuriger beoordelen. Op Europees niveau rapporteren over zoönosen en door voedsel veroorzaakte ziekten Evenals in vorige jaren publiceerde de afdeling Gegevensverzameling zoönosen van de EFSA (Zoönosen-afdeling) in 2009 het communautaire verslag over zoönosen en door voedsel veroorzaakte ziekten. Deze reeks verslagen wordt in nauwe samenwerking opgesteld met het ECDC, dat de gegevens verstrekt en analyseert van de ziektegevallen bij mensen, en met de werkgroep voor gegevensverzameling van zoönosen. Dit pan-europese netwerk van nationale vertegenwoordigers en internationale organisaties ondersteunt de EFSA bij het vergaren en uitwisselen van informatie over zoönosen in hun land. Deze communautaire verslagen worden zowel door risicobeheerders en -beoordelaars gebruikt, als door belanghebbenden in de hele EU. In het bijzonder worden de verslagen gebruikt door risicobeheerders op EU-niveau bij het overwegen van de noodzaak voor verdere EU-beheersmaatregelen en bij het bewaken van het effect van de bestaande EU-maatregelen. J A A R V E R S L A G

26 De belangrijkste bevindingen van het meest recente verslag dat in januari 2010 is gepubliceerd zijn dat in 2008 campylobacteriose en salmonellose nog steeds de vaakst gemelde zoönotische ziekte bij mensen was, alhoewel het aantal salmonellose-gevallen voor het vijfde achtereenvolgende jaar significant daalde. In 2008 werd er een belangrijke afname waargenomen van salmonella bij legkippen als gevolg van de door de lidstaten ingestelde beheersprogramma s. Dit zou de corresponderende, in datzelfde jaar waargenomen, afname van salmonella-infecties bij mensen kunnen verklaren, die meestal gekoppeld zijn aan de consumptie van eieren. Andere hoogtepunten in 2009 waren de verslagen van de EFSA over analyses van de EU-brede vergelijkende studies van twee zoönotische bacteriën, salmonella en de methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) bij fokvarkens. Beide bacteriën werden vaak aangetroffen in varkensfokkerijen in veel lidstaten. De resultaten van deze onderzoeken zijn een hulpmiddel voor de risicobeheerders bij het bepalen van salmonella-reductiedoelstellingen bij fokvarkens en de noodzaak voor beheersing en bewaking van MRSA bij varkens met het oog op het beschermen van de volksgezondheid. In het kader van het harmoniseren van een zoönosegerelateerde gegevensverzameling in de hele EU en het verbeteren van de analyse daarvan heeft de EFSA in 2009 twee rapporten gepubliceerd met specificaties voor geharmoniseerde onderzoeken van de door voedsel veroorzaakte pathogenen, verotoxigene E.coli en Yersinia, als richtlijn voor de lidstaten. De autoriteit hanteerde ook verbeterde statistische methoden voor trend analyses over meerdere jaren bij zoönoseverwekkers en een nog betere gegevensvalidering door voor het eerst gebruik te maken van een nieuw gegevensbeheerssysteem. Nieuwe risico s opsporen In 2009 ontwikkelde de afdeling Nieuwe risico s van de EFSA (EMRISK) nieuwe instrumenten voor het efficiënt bewaken en analyseren van gegevens om nieuwe of terugkerende risico s op te sporen, met name via het EU-systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF). Deze database wordt onderhouden door de Europese Commissie en bevat gedetailleerde informatie over voedselveiligheidskwesties die zijn aangedragen door de leden van het RASFF-netwerk. Een andere belangrijke gegevensbron voor het opsporen van nieuwe risico s zijn de media. EMRISK beoordeelde in dit kader de bruikbaarheid van een mediamonitor, die is ontwikkeld door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie. Deze instrumenten zijn, in combinatie met het bewaken van handelsgegevens, een eerste stap in de strategie van de EFSA om nieuwe risico s aan te pakken. Een specifiek onderwerp dat door de EMRISKafdeling van de autoriteit is behandeld, is het effect van klimaatverandering op aflatoxine (carcinogene chemische stoffen die ontstaan door bepaalde schimmels die op granen groeien en met name voorkomen in een warm en vochtig klimaat) bij granen. Op basis van verschillende klimaatveranderingsscenario s is dit project, dat van start ging in 2009, gericht op het verzamelen en analyseren van gegevens over de aanmaak van aflaxotine, met het oog op het ontwerpen van verwachtingsmodellen, het bepalen van scenario s en het maken van kaarten waarin de gebieden worden gemarkeerd waar in de toekomst een besmetting van de graanoogst kan plaatsvinden. Hoewel dit een zeer toekomstgericht project is dat tientallen jaren vooruitkijkt, is de ontwikkeling van methoden en instrumenten voor het anticiperen op het ontstaan van nieuwe risico s in voeding voor mens en dier, een meer direct voordeel. 24 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

27 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS Een Japanse delegatie bezoekt de EFSA in december BOUWEN AAN INTERNATIONALE PARTNERSCHAPPEN In een toenemende globaliserende wereld worden oogsten, dieren, levensmiddelen en diervoedingsproducten over de hele wereld vervoerd en dat geldt ook voor de samenhangende risico s. Daarom is internationale betrokkenheid ter ondersteuning van EU-beleid van groot belang voor de EFSA om de voedselketen van Europa veilig te houden en consumenten te beschermen. De EFSA streeft daarom partnerschappen na met agentschappen voor voedselveiligheid in landen buiten de EU en met internationale organisaties om toegang te krijgen tot een grotere pool van internationale wetenschappelijke gegevens en informatie. Zo kan de autoriteit een sterke basis voor risicobeoordeling blijven bieden en nieuwe risico s opsporen, internationaal deelnemen aan risicobeoordelingen, internationale inspanningen voor harmonisatie van gegevensverzameling en risicobeoordeling ondersteunen en samenhang in risicovoorlichting bevorderen. Daarnaast spant de autoriteit zich ook in om haar activiteiten internationaal onder de aandacht te brengen om haar reputatie uit te bouwen als organisatie die wereldwijd wordt erkend en vertrouwd als de Europese referentieautoriteit voor risicobeoordeling. Wereldwijd actief De EFSA nam haar strategische benadering voor haar internationale activiteiten in januari 2009 aan. Als eerste stap maakte de autoriteit de balans op van de vele bestaande formele en informele samenwerkingsverbanden en internationale contacten op individueel niveau. Vervolgens gaf de EFSA, met het oog op het prioriteren van regio s en organisaties waar een nauwere samenwerking en een afstemming van posities relevant zijn voor de EFSA, prioriteitspartners en doellanden aan voor de ontwikkeling van relaties op de langere termijn. Het doel van deze relaties is versterking van de capaciteit van de autoriteit voor het uitvoeren van risicobeoordelingen op basis van gemeenschappelijke inzichten in de risico s en om hierover internationaal beter voorlichting te kunnen geven. Voor de EFSA is versterking van haar positie in de internationale arena ook van belang gezien het feit dat voedselgerelateerde risico s wereldwijd toenemen: de internationale voedselhandel groeit nog steeds en via de wereldwijde voedselketen kunnen zich gemakkelijk risico s voordoen bij producten uit ver weg gelegen landen. De autoriteit ondersteunt de internationale uitwisseling van gegevens en risicobeoordelingen. Zij draagt bij aan de ontwikkeling en harmonisatie van methoden en bevordert een eenduidige interpretatie van de onderliggende uitgangspunten. De EFSA wil bijdragen aan en leiding geven aan internationale beste praktijken met als uiteindelijk doel wereldwijde erkenning als de Europese referentieautoriteit voor het beoordelen van risico s die te maken hebben met de voedselketen. Internationaal nauwere banden smeden In 2009 stelde de EFSA haar internationale strategie op, maakte een begin met de invoering daarvan waarbij de prioriteit van de acties was afgestemd op het ondersteunen van EU-beleid en bepaalde ze al nieuwe belangrijke mijlpalen voor haar internationale activiteiten. Het formaliseren van de relaties met de Japanse risicobeoordelaar, de Voedselveiligheidscommissie van Japan (FSC), middels het ondertekenen van een convenant voor samenwerking in december met betrekking tot het verzamelen en uitwisselen van gegevens die nodig zijn voor het beoordelen van huidige en nieuwe risico s, was hierin een zeer belangrijk resultaat. Evenzo legde de EFSA zich via een briefwisseling met de bevoegde commissie van Nieuw-Zeeland vast op samenwerking en het uitwisselen van gegevens; vergelijkbare acti- J A A R V E R S L A G

28 Bezoek van een Chinese delegatie aan de EFSA in januari 2009 viteiten werden ontplooid met Canada en Australië. Daarnaast bood de EFSA wetenschappelijke ondersteuning aan de afvaardiging van de Europese Commissie voor de Codex Alimentarius (een gezamenlijk FAO/WHO-orgaan dat internatio nale voedselstandaarden, richtlijnen enzovoort ontwikkelt) en droeg zij in het bijzonder bij aan het EU-standpunt over ractopamine, een groeibevorderaar die wordt gebruikt in diervoeder. Begin2009 bracht een delegatie van de Chinese openbaregezondheidsautoriteiten een bezoek aan de EFSA. In 2009 waren er ook andere internationale bezoeken op hoog niveau aan de EFSA, waaronder het bezoek van een WHO-delegatie om het werkprogramma van de WHO te presenteren op het gebied van voedselveiligheid en om wetenschappelijke discussies te bespreken zoals gezondheid en welzijn van dieren, bestrijdingsmiddelen, zoönosen, voeding, levensmiddelenadditieven, contaminanten en algemene uitgangspunten voor risicobeoordeling en risicovoorlichting. Een gemeenschappelijk thema dat speelde bij al deze internationale bezoeken was het achterhalen van toekomstige samenwerkingsactiviteiten en harmonisatiestappen. Delegaties van de EFSA hebben ook een bezoek gebracht aan internatonale partijen. In juli 2009 bezocht een delegatie bijvoorbeeld de federale instellingen van de VS. Ten slotte nam de EFSA in 2009 de aanzet tot een reeks initiatieven in het kader van het programma voor kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaat-lidstaten, dat wil zeggen voor Turkije, Kroatië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro en Servië. Het doel van dit programma is om de nationale voedselveiligheidsautoriteiten in deze landen te helpen bij hun eigen risicobeoordelingen en risicovoorlichting, met name bij de voorbereiding op toekomstige deelname in EFSA-netwerken; de ontwikkeling van systemen voor voorlichting en informatie-uitwisseling; overdracht van kennis op terreinen die onder de EFSA vallen; en ondersteuning van de begunstigde landen met hun eigen voorlichtingsactiviteiten. Hiertoe organiseert de EFSA trainingsseminars en studiereizen voor deskundigen die door de respectieve programmacoördinator in elk land worden voorgedragen. In 2009 werden er vier seminars gehouden. In de context van dit programma worden de kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaat-lidstaten ook uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan de EFSA-bijeenkomsten met de lidstaten. Dit leidt ertoe dat deze landen in toenemende mate betrokken raken bij het werk van de EFSA, en dat draagt weer bij aan internationale harmonisatie. 26 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

29 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS 5. VOORLICHTING EN DIALOOG De EFSA streeft ernaar om het vertrouwen van het publiek in het voedselveiligheidssysteem van de EU te versterken via voorlichting en de dialoog met partners en belanghebbenden. Zij blijft zich ook inzetten voor transparantie in al haar werkzaamheden, voor zichtbaarheid en toegankelijkheid van haar wetenschappelijke adviezen en voor meer bekendheid met en inzicht in de werkwijze van de EFSA. De EFSA wil meer samenhang tussen haar eigen risicovoorlichting en die van haar partners in het voedselveiligheidssysteem van de EU en daarbuiten. Dit is een kritische doelstelling die parallel loopt aan het eenvoudig en toegankelijk houden van voorlichting en verdere vergroting van de zichtbaarheid van en het inzicht in haar wetenschappelijke werk. Om dit te kunnen realiseren en om publiek nationaal in de eigen taal beter te kunnen bereiken is de EFSA in 2009 begonnen de eigen voorlichting meertalig te maken en werden de belangrijkste publicaties en strategische documenten in alle 23 officiële EU-talen uitgegeven. In 2009 begon de EFSA met onderzoek onder haar belangrijkste doelgroepen en speelde daarmee in op de behoefte om het effect van haar voorlichting en de algemene bekendheid met de EFSA te meten. Vanuit een kwalitatieve benadering interviewde de EFSA bestuurders en belanghebbenden in de politiek, wetenschap en de voedselketen op nationaal, Europees en internationaal niveau. De resultaten hiervan zullen worden meegenomen in de beoordeling van het voorlichtingsbeleid van de autoriteit, waarmee in 2009 is begonnen. Aan de hand hiervan kan de autoriteit ook de merkengids van de EFSA verfijnen. Hierin wordt aangegeven wat de EFSA nastreeft en als leidraad dient om in de communicatie een consistent en samenhangend beeld van de autoriteit te geven. In 2009 heeft de EFSA haar bereik aanzienlijk vergroot. Zo is de bruikbaarheid en de toegankelijkheid van haar website substantieel verbeterd: de website van de EFSA trok meer dan 2,4 miljoen bezoekers, er waren 30 % meer aanmeldingen voor de nieuwsbrief EFSA Highlights, de banden met de media werden versterkt, er waren bijna 30 % meer onlinenieuwsberichten en er was ruim een verdubbeling van het aantal publicaties. J A A R V E R S L A G

30 De Werkgroep voorlichting van het adviesforum Samenwerking met de lidstaten op het gebied van voorlichting De Werkgroep voorlichting van het adviesforum (AFCWG) is nog steeds het belangrijkste instrument voor meer samenhang in voorlichtingsactiviteiten tussen de nationale overheden en de EFSA en voor uitwisseling en bevordering van beste praktijken. In 2009 ontwikkelde de AFCWG een algemene aanpak en opzet voor richtlijnen voor risicovoorlichting om meer samenhang te brengen in de risicovoorlichting in de EU, die in 2010 zullen worden afgerond. De EFSA ondersteunde de lidstaten bij de organisatie van gezamenlijke evenementen met het publiceren van gerichte nieuwsbrieven om belanghebbenden op nationaal niveau te bereiken en meer samenwerking via de AFCWG te bevorderen. In 2009 werden er ook gezamenlijke evenementen in Oostenrijk, Griekenland en Slovenië georganiseerd door de EFSA en de respectieve lidstaten. Tijdens deze evenementen waren verschillende onderwerpen aan de orde zoals versterking van de capaciteit op het gebied van voedselveiligheid, samenwerking tussen de EFSA en de lidstaten en de koppeling tussen wetenschap en politiek met betrekking tot voedselveiligheid en voeding. Dialoog met belanghebbenden In 2009 benoemde de EFSA het platform voor overleg met belanghebbenden, waaraan 24 Europese organisaties deelnemen op terreinen die betrekking hebben op de voedselketen, voor een nieuwe periode van één jaar. Dit platform komt drie keer per jaar bijeen ter ondersteuning van de EFSA bij het ontwikkelen van beleid en relaties in het algemeen met belanghebbenden. Het platform is een belangrijk kanaal voor het stimuleren van de dialoog en de betrokkenheid van belanghebbenden en voor het bevorderen van een goede relatie met belanghebbenden. Deze nieuwe benoeming van het platform betekent een belangrijke consolidatie van de contacten van de autoriteit met haar belanghebbenden en onderstreept het belang dat de EFSA hecht aan een open en transparante dialoog. In 2009 hield de EFSA drie plenaire vergaderingen, in plaats van twee zoals in eerdere jaren. Bij deze vergaderingen bespraken de belanghebbenden horizontaal strategische documenten en gaven zij advies en commentaar op het managementplan, het jaarverslag en het voorlichtingsbeleid van de EFSA. De kernprocessen van de EFSA kwamen ook ter sprake binnen het platform in 2009 was er bijvoorbeeld een werkgroep over de aanpak van de EFSA van openbare raadplegingen over wetenschappelijke producten. Naast het toenemende aantal plenaire vergaderingen verhoogde de EFSA in 2009 ook de frequentie van de vergaderingen over technische onderwerpen van het platform. Deze vergaderingen richten zich meer op wetenschappelijke onderwerpen en gaan bijvoorbeeld in op welzijn van dieren, bestrijdingsmiddelen, nanotechnologieën en nieuwe levensmiddelen. Daarbij bevorderde de autoriteit ook de bilaterale contacten met haar belanghebbenden. In 2009 verwelkomde de EFSA een BEUCdelegatie onder leiding van de nieuwe voorzitter bij een bezoek aan het hoofdkantoor van de autoriteit. Het bezoek gaf de EFSA de gelegenheid om toe te lichten hoe de autoriteit via haar werkzaamheden op het gebied van risicobeoordelingen consumenten beschermt, en om haar werk op het gebied van wetenschappelijke samenwerking en voorlichting te bespreken. De EFSA organiseerde in 2009 nog een manifestatie met belanghebbenden in de vorm van een bijeenkomst met niet-gouvernementele milieuorganisaties in Parma, waaraan vertegenwoordigers van het directoraat-generaal Gezondheid en consumenten van de Europese Commissie (DG 28 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

31 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS SANCO) en het directoraat-generaal Milieu van de Europese Commissie als waarnemers deelnamen. Tijdens deze bijeenkomst kon de autoriteit haar werk op het gebied van risicobeoordeling van gmo s presenteren en van gedachten wisselen met belanghebbenden. Dit leidde tot een beter wederzijds inzicht in argumenten en standpunten tussen de deskundigen van het GMO-panel en de leden van de niet-gouvernementele milieuorganisaties. Ook op het gebied van gezondheidsclaims had de EFSA in juni 2009 een bijeenkomst met belanghebbenden en lidstaten om een toelichting te geven op het werk van de EFSA en hoe claims worden beoordeeld en om de verschillende relevante richtsnoeren die zij had opgesteld, te presenteren. Wetenschappelijke dialoog Uitblinken in wetenschappelijke expertise blijft een van de kernwaarden van de EFSA. De dialoog aangaan om te luisteren, te leren en informatie uit te wisselen is een belangrijk aspect voor behoud van topkwaliteit. In dat kader streeft de EFSA ook naar meer bekendheid en inzicht in haar werk. In september 2009 organiseerde de EFSA bijvoorbeeld een conferentie op topniveau om haar werk te presenteren en van gedachten te wisselen over risicobeoordelingen van gmo s voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu. Gmo s geven een goed voorbeeld van de manier waarop de autoriteit solide wetenschappelijk advies en wetenschappelijk gefundeerde informatie geeft, gedachtewisseling faciliteert, wederzijds inzicht en leren bevordert en open en transparant voorlichting geeft over haar risicobeoordelingen. Deze tweedaagse conferentie in Brussel bracht voor de eerste keer risicobeheerders en risicobeoordelaars uit de lidstaten en vertegenwoordigers van belanghebbenden onder meer branche-, consumenten- en milieuorganisaties in Europa samen om de status en toekomstige uitdagingen van risicobeoordelingen van gmo s te bespreken. De Europese Commissie sprak het belang van de bijeenkomst uit in respectievelijk de openings- en slottoespraken van de directeuren-generaal van het DG SANCO en DG Milieu. In totaal namen ongeveer 150 mensen deel aan deze goed ontvangen conferentie. Het wetenschappelijk Colloquium over nieuwe voedingsmiddelen is een goed voorbeeld van de wetenschappelijke manifestaties die door de EFSA in 2009 zijn georganiseerd. Ongeveer twee keer per jaar organiseert de EFSA dit soort conferenties over technische onderwerpen om wetenschappers de mogelijkheid te geven van gedachten te wisselen en nieuwe ideeën te vormen en te bevorderen. Toen deze manifestatie werd gehouden werd de regelgeving voor nieuwe levensmiddelen herzien waarbij de nieuwe regelgeving zou voorzien in centrale risicobeoordeling door de EFSA. Vandaar dat de autoriteit het colloquium belegde om de wetenschappelijke informatie en gegevensvereisten te bespreken voor aanvragen voor goedkeuring van nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedingsingrediënten in de Europese Unie. Op deze manier verkreeg de EFSA vroegtijdig waardevolle bijdragen van alle belanghebbenden voor de corresponderende richtsnoer inzake de veiligheidsbeoordeling van nieuwe voedingsmiddelen die in 2010 wordt opgesteld. Zo n 100 internationale deskundigen op het gebied van veiligheidsbeoordeling en regelgeving, voedselproducenten en andere betrokkenen bij nieuwe levensmiddelen, afkomstig uit 25 landen binnen de EU en uit overzeese gebieden, woonden het colloquium bij. J A A R V E R S L A G

32 De wetenschappelijke gemeenschap bereiken In 2009 bereikte de EFSA voor de wetenschap ook een belangrijke mijlpaal met de lancering van een specifiek op het EFSA Journal gerichte pagina op de website van de autoriteit. Die uitbreiding van het EFSA Journal moet de zichtbaarheid van het wetenschappelijke werk van de autoriteit internationaal vergroten en de erkenning vormen voor het werk van de wetenschappelijke deskundigen in de panels en werkgroepen van de EFSA. Door de nieuwe look van het EFSA Journal is het voor lezers nu gemakkelijker om de wetenschappelijke producten van de EFSA door te nemen en erin te zoeken. Lezers kunnen ook gemakkelijk de meest recente uitgaven van het Journal bestellen en eenvoudig artikelen bekijken met webfeeds zoals RSS. Het EFSA Journal wil bovendien voldoen aan academische publicatiestandaarden en aan de vereisten van bibliografische databases die relevant zijn voor het werk van de EFSA. Als de website van het EFSA Journal volledig is ingericht, zal de EFSA zich aanmelden voor bibliografische databases voor indexering van artikelen uit het EFSA Journal zodat de wetenschappelijke zichtbaarheid van het werk van de autoriteit verder wordt vergroot. Sterk partnerschap met EU-instellingen Het bezoek van Androulla Vassiliou, de toenmalige EU-commissaris voor gezondheid, aan de EFSA in oktober 2009 was een veelzeggend voorbeeld van het sterke en toenemende partnerschap tussen de autoriteit en de EU-instellingen. In een gesprek met medewerkers noemde commissaris Vassiliou de solide wetenschappelijke advisering van de EFSA cruciaal voor EUbeleidsmakers om te komen tot een regelgevend kader waarmee een van de hoogste niveaus van voedselveiligheid ter wereld kan worden verzekerd. De commissaris verwees specifiek naar de verbeterde planning en het vaststellen van prioriteiten die voortkomen uit de nauwe werkrelatie tussen de autoriteit en de Commissie zoals bijvoorbeeld blijkt uit de overeengekomen stappenplannen voor toepassingsgebieden. Op de tweedaagse agenda van de commissaris stonden verschillende bijeenkomsten voor het bespreken van recente EFSA-activiteiten op het gebied van klonen, nanotechnologie, gmo s en voeding plus een bijeenkomst over de huidige en toekomstige activiteiten op het gebied van gegevensverzameling. De commissaris prees het bestaande partnerschap van de autoriteit en de Commissie, maar sprak zich ook uit voor een nog nauwere samenwerking tussen de EFSA en andere instellingen, met name voor kwesties zoals nieuwe technologieën en gmo s. Ook noemde de commissaris de kwaliteit van het wetenschappelijk advies van de EFSA dat de grondslag vormt voor EU-wetgeving de hoeksteen van het succes van de autoriteit. In oktober sprak Catherine Geslain-Lanéelle, uitvoerend directeur van de EFSA, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid van het Europees Parlement (ENVI-commissie) in Brussel toe. De uitvoerend directeur benadrukte het belang van overleg met het Parlement over de activiteiten en prioriteiten van de EFSA. Samenwerken met andere EU-agentschappen Voor de EFSA was 2009 ook belangrijk vanwege haar rol als coördinator van het netwerk van EU-agentschappen. Het doel van dit netwerk is het bieden van een forum voor discussie en samenwerking tussen de agentschappen op institutioneel niveau. Het biedt agentschappen de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen, gezamenlijk beste praktijken te ontwikkelen, gezamenlijk trainingen te organiseren en het algemene beeld en de zichtbaarheid van EUagentschappen te verbeteren. 30 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

33 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS Een werkgroep van EU-instellingen werd gevormd om lessen te trekken uit het inzetten van regelgevende EU-agentschappen en na te denken over de manier waarop agentschappen het beste een bijdrage kunnen leveren binnen de context van het vernieuwde institutionele kader op basis van het Verdrag van Lissabon. Parallel hieraan is de Europese Commissie begonnen met een horizontale beoordeling van het systeem van de agentschappen. Dit is besproken binnen het netwerk en leidde tot bespiegelingen over de toekomst van de agentschappen, in de zin van het ontwikkelen van een gezamenlijke visie voor de agentschappen voor wat betreft bestuur, effectiviteit, beheer en de relaties van de agentschappen binnen het EU-systeem. In het licht van deze evaluatie is er bijvoorbeeld een voorlichtingsplan ontwikkeld om de algemene rol en bijdrage van de agentschappen aan het EU-systeem te onderstrepen. Dit resulteerde bijvoorbeeld in het ontwikkelen van een voorlichtingsbrochure over de agentschappen. Daarnaast hebben de hoofden van de agentschappen het handvest Interne-auditdiensten (IAS) aangenomen, waarin de relatie tussen de EU-agentschappen en de dienst Interne audit wordt geformaliseerd met betrekking tot interne-auditactiviteiten. De hoofden van de agentschappen stelden ook de nota wederzijdse verwachtingen IAS vast, waarin het kader wordt geschetst voor de werkprocedures tussen de IAS en de EU-agentschappen. Een concreet voorbeeld van samenwerking tussen agentschappen is het communicatie- en informatienetwerk van de hoofden van de EUagentschappen, waarvan de EFSA in 2009 voorzitter was. Een van de mijlpalen in 2009 van dit netwerk was een ontmoeting met de EUcommissaris voor communicatie, Margot Wallström, over het werk van de agentschappen op het gebied van voorlichting. Bovendien werd er door de autoriteit een contactlijst opgesteld en verspreid met de internetmedewerkers bij alle agentschappen voorafgaand aan het uitvoeren van een benchmarkonderzoek onder hen om vast te stellen over welke onderwerpen het aan kennis schortte. Op basis van deze informatie organiseerde de EFSA vervolgens maatwerktrainingen voor internetmedewerkers van de EUagentschappen, die ook mogelijkheden bood tot netwerken en een forum voor professionele discussies en uitwisselingen. Aan de training namen 57 medewerkers deel en deze was volgens de gegeven feedback een groot succes. Nauwere banden smeden met de lokale gemeenschap van de EFSA Communicatie met de gemeenschap waarin de autoriteit is gevestigd en waar haar medewerkers leven, is voor de EFSA een bijzonder aspect van lokaal en regionaal bereik. Het is belangrijk dat het publiek in Parma en de lokale en regionale bestuurders het werk van de EFSA begrijpen. Daarom probeert de EFSA elke jaar haar lokale positie te verbeteren via specifieke manifestaties. In 2009 organiseerde de autoriteit in samenwerking met regionale en lokale autoriteiten een Festa dell Europa om de dag van Europa te vieren. Het doel hiervan was om lokaal inzicht in de EFSA te bevorderen en meer bekendheid te geven aan de verkiezingen voor het Europees Parlement en, meer algemeen, aan het Europese project. J A A R V E R S L A G

34 6. REACTIEVERMOGEN, EFFICIËNTIE EN DOELTREFFENDHEID Het nog steeds toenemende aantal adviezen van de EFSA is een bevestiging van de resultaten die de autoriteit heeft geboekt bij het effectief ontwerpen van haar beheerssystemen en infrastructuur, het optimaal stroomlijnen van haar processen, het productief toewijzen van middelen en het succesvol omgaan met beperkingen. Net zoals in vorige jaren liet de autoriteit ook in 2009 zien dat zij inderdaad snel kan reageren in antwoord op urgente bedreigingen voor de voedselveiligheid. Lering trekken uit dit soort incidenten en crisissimulatieoefeningen uitvoeren, dragen ertoe bij dat de EFSA voorbereid is en alert blijft. De efficiëntie en doeltreffendheid van de EFSA werden niet alleen bevestigd door de afhandeling van spoedkwesties, maar ook door de continuïteit en voortdurende toename van haar adviezen. In geval van crisis De crisissimulaties in 2009 die uit twee aparte oefeningen bestonden, maakten deel uit van een systematische aanpak om klaar en voorbereid te zijn voor urgente bedreigingen voor de voedselveiligheid. Het doel van de eerste oefening was het testen van de interne processen van de EFSA, het aanscherpen van haar vermogen om snel een risicobeoordeling te geven en het ondersteunen van de publicatie van het advies met goede communicatiemiddelen. De tweede oefening testte het vermogen van de autoriteit om in een noodgeval te communiceren en samen te werken met de Europese Commissie en de lidstaten. Deze twee simulaties samen besloegen alle operaties en het volledige actietraject dat de autoriteit zo snel mogelijk en met resultaten van een hoge kwaliteit moet afleggen om een crisis succesvol te beheren. Deze simulaties werden ook gebruikt om de handleiding bij noodgevallen van de EFSA te testen die begin 2009 was bijgewerkt. Over de gehele linie waren de simulaties een waardevolle oefening voor de medewerkers van de autoriteit om zich de procedures en infrastructuur eigen te maken en die te testen en om zich meer op hun gemak te voelen wanneer er zich in het echt een situatie voordoet. Van theorie naar praktijk Naast gesimuleerde crisissituaties moest de EFSA ook situaties in de praktijk aanpakken, met name bij een urgent wetenschappelijk advies over de aanwezigheid van nicotine in wilde paddenstoelen en van verpakkingsinkt in ontbijtgranen. In februari 2009 trof een laboratorium in Duitsland hoge niveaus van 4-methylbenzofenon (een stof die wordt gebruikt in drukinkt) aan in ontbijtgranen. De EFSA kreeg hierop van de Europese Commissie het verzoek voor een spoedadvies. Bij een eerste beoordeling en bouwend op gegevens van lidstaten concludeerde de autoriteit dat de consumptie van besmette ontbijtgranen op de korte termijn voor de meeste mensen geen risico zou zijn, maar dat er meer gegevens nodig waren 32 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

35 II. TOEGEWIJD OM ERVOOR TE ZORGEN DAT EUROPA S VOEDSEL VEILIG IS voor het uitvoeren van een volledige risicobeoordeling als de besmetting van voedingsmiddelen met 4-methylbenzofenon zou voortduren. Na dit incident bleef de EFSA deze zaak onderzoeken en gaf zij voortbouwend op het spoedadvies dat zij eerder had gegeven, verder advies. De autoriteit stelde ook een werkgroep in voor niet-plastic materialen die met levensmiddelen in aanraking komen en stelde een contactlijst van deskundigen voor wetenschappelijke ondersteuning op. In Duitsland werd eveneens nicotine aangetroffen in monsters van boleten. Opnieuw benaderde de Europese Commissie de EFSA met een verzoek voor een advies met betrekking tot de vraag of deze nicotine een veiligheidsrisico inhoudt. Het verzoek werd op 28 april ontvangen en de deadline voor de uitspraak was op 7 mei vastgesteld, 10 dagen later. De autoriteit concludeerde dat de residuen die waren gevonden inderdaad een mogelijk risico voor de gezondheid van de consument inhielden. Op basis van de uitspraak van de EFSA stelden de Europese Commissie en de lidstaten richtlijnen vast waarmee een hoog niveau van consumentenbescherming in de EU werd gewaarborgd. In het bijzonder werden er een controleprogramma en tijdelijke richtlijnwaarden voor residuen in verse en gedroogde paddenstoelen vastgesteld. Voor deze beide urgente gevallen kon de autoriteit snel een advies opstellen en onnodige zorgen voor de volksgezondheid afwenden. Efficiënt en effectief De wetenschappelijke werkbelasting van de EFSA nam in 2009 verder toe met een toename van het aantal opdrachten voor wetenschappelijk advies, met name van de Europese Commissie, van zo n 285 in 2008 naar 317 in Evenredig daaraan nam ook het aantal wetenschappelijke producten in belangrijke mate toe: in 2009 waren dit er in totaal 636, terwijl dit er in was, een stijging van 30 %. Een efficiëntieslag in combinatie met een toename van middelen voor de afdelingen die zich bezighouden met aanvragen (de afdelingen ANS, CEF, FEEDAP, GMO, NDA en PRAPeR) in de afgelopen jaren ging samen met een belangrijke toename van de productiviteit, van 165 goedgekeurde adviezen in 2008 naar 435 in Bovendien werden er om de panels te ondersteunen en hun verwerkingscapaciteit verder te vergroten meer activiteiten uitbesteed via contracten en subsidies (zie ook blz. 12) en nam het aantal externe deskundigen toe dat de panels in werkgroepen bijstond. Daarbij zette de autoriteit zich verder in voor meer bekendheid van het wetenschappelijke werk van de EFSA via proactieve betrekkingen met de media. 34 % van de adviezen van de EFSA werd in 2009 door mediaactiviteiten ondersteund, via publicaties in alle EU-talen, 19 manifestaties in Europa en continue verbeteringen aan de website van de EFSA om de bruikbaarheid en de toegankelijkheid ervan verder te vergroten. J A A R V E R S L A G

36 III. VOORUITKIJKEN NAAR E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

37 III. VOORUITKIJKEN NAAR 2010 In 2009 bleef de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid nauw verweven met het voedselveiligheidssysteem van de EU en was zij in toenemende mate internationaal zichtbaar. In 2010 streeft de EFSA ernaar om deze resultaten verder uit te bouwen door de risicobeoordelingscapaciteit in Europa extra slagkracht te geven, de effectiviteit van haar voorlichting te versterken en de aantrekkingskracht van de EFSA voor medewerkers en wetenschappelijk deskundigen te consolideren. In 2010 zal de werkdruk van de EFSA opnieuw toenemen, met name op het gebied van vergunningen. Bij het verder stroomlijnen van de werkstromen zal de productiviteit van de EFSA naar verwachting zo n 900 wetenschappelijke producten opleveren. Extra slagkracht geven aan de risicobeoordelingscapaciteit in Europa betekent ook in een vroeg stadium werkprogramma s uitwisselen met nationale agentschappen om hun middellangetermijnplanning te faciliteren en het vaststellen van prioriteiten in samenspraak met de Commissie. Een ander belangrijk project voor de autoriteit in 2010 is het verder uitbouwen van haar activiteiten op het gebied van gegevensverzameling in de EU. Het doel hiervan is het verder verbeteren van de consistentie van gegevens in de lidstaten zodat de gegevens beter kunnen worden vergeleken. Een voorbeeld hiervan is het project EU-menu Wat staat er op het menu in Europa?, dat is gericht op het harmoniseren van gegevensverzameling over voedselconsumptie in heel Europa. De EFSA plaatst al haar werk in perspectief en zal haar eerste wetenschappelijk beleid publiceren in De sterke samenwerking tussen de EFSA en de lidstaten, belanghebbenden en andere spelers in de voedselketen zal worden vervolgd om er zeker van te zijn dat consumentenbescherming en volksgezondheid worden ondersteund door zo degelijk mogelijk wetenschappelijk bewijs en dat de EFSA haar invloed blijft behouden bij het ontwikkelen van methoden voor risicobeoordeling in Europa en daarbuiten. Hiertoe zal de EFSA verder gaan met het doorvoeren van haar strategische benadering voor internationale activiteiten. Nu er een nieuwe Europese Commissie en een nieuw Europees Parlement zijn, zal de EFSA nog sterkere relaties smeden met de EU-instellingen. Een fundamenteel doel van de autoriteit blijft het versterken van het vertrouwen in de EFSA en het voedselveiligheidssysteem van de EU via doeltreffende voorlichting over risico s en de dialoog met partners en belanghebbenden. De EFSA zal ook haar voorlichtingsstrategie, die voor het eerst is aangenomen in 2006, evalueren en daarin zowel wijzigingen in het voorlichtingsveld als de groei en de ontwikkeling van de organisatie betrekken. De algemene aanpak richt zich op het continueren van de nauwe werkrelatie met nationale agentschappen voor voedselveiligheid en netwerken van belanghebbenden en tegelijkertijd op het verder verbeteren van de eenvoud van de voorlichting van de EFSA en een vergroten van het publieke bereik. De herziene voorlichtingsstrategie zal het onderwerp zijn van een openbare raadpleging en zal naar verwachting eind 2010 worden voorgelegd aan de raad van bestuur voor finale goedkeuring. In 2010 zal de EFSA ook de relaties met belanghebbenden verder versterken. Hiertoe zal zij een dynamisch werkplan ontwikkelen dat continu zal worden bijgesteld. Dit plan zal een overzicht geven van alle activiteiten en manifestaties die worden georganiseerd voor en met de belanghebbenden. Voorbeelden hiervan zijn: nog meer bijeenkomsten over technische onderwerpen met belanghebbenden in 2010, een nieuwe werkgroep om manieren te vinden om de betrokkenheid van belanghebbenden bij de activiteiten van de EFSA te bevorderen en te versterken, naast deelname aan openbare raadplegingen en wetenschappelijke manifestaties van de EFSA, en het instellen van adviesgroepen. Tot besluit, de EFSA bouwt voort op de voortgang die de afgelopen jaren is geboekt om de toenemende werkbelasting in goede banen te leiden en bevordert daarbij de dialoog met partners en belanghebbenden op nationaal, Europees en internationaal niveau. Hierdoor is de EFSA wederom klaar en in staat om haar rol te spelen bij het beschermen van voedselveiligheid en volksgezondheid in Europa. J A A R V E R S L A G

38 BIJLAGE I ORGANIGRAM 36 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

39 BIJLAGE I ORGANIGRAM RAAD VAN BESTUUR WETENSCHAPPELIJK COMITÉ & ADVIESFORUM D. Liem UITVOEREND DIRECTEUR Catherine Geslain-Lanéelle ZETEL VAN DE UITVOEREND DIRECTEUR & RAAD VAN BESTUUR G. Gizzi STRATEGIE & PROGNOSE C. Majewski INTERNE CONTROLE D. Caira KWALITEITSBEHEER A. Van Impe BEDRIJFSVOERING O. Ramsayer RISICOBEOORDELING R. Maijala WETENSCHAPPELIJKE SAMENWERKING & ONDERSTEUNING H. Deluyker COMMUNICATIE A.-L. Gassin BOEKHOUDING P. Pinhal GEGEVENSBEVEILIGING C. Reunis DIERENGEZONDHEID & DIERENWELZIJN (AHAW) F. Berthe ADDITIEVEN IN DIERVOEDING (FEEDAP) C. Roncancio Peña WETENSCHAPPELIJKE SAMENWERKING (SCO) B. Berger BEOORDELINGS- METHODOLOGIE (AMU) D. Verloo PERSBUREAU S. Pagani PUBLIEKSINFORMATIE & MANIFESTATIES (PIE) C. Buller FINANCIËN F. Monnart IT & ONDERSTEUNING F. Angelucci LEVENSMIDDELEN- ADDITIEVEN & NUTRIËNTEN (ANS) H. Kenigswald GENETISCH GEMODIFICEERDE ORGANISMEN (GMO) P. Bergman NIEUWE RISICO S (EMRISK) T. Robinson GEGEVENS- VERZAMELING & -PUBLICATIE (DATEX) S. Fabiansson INTERNET Y. Gamming PERSONEELSZAKEN N. Le Gourierec JURIDISCHE & BELEIDSZAKEN D. Detken BIOLOGISCHE GEVAREN (BIOHAZ) M. Hugas VOEDING (NDA) J. Kleiner PESTICIDEN (PRAPeR) H. Fontier ZOÖNOSEN (Gegevensverzameling) P. Makela MATERIALEN DIE MET VOEDINGSMIDDELEN IN AANRAKING KOMEN, ENZYMEN, SMAAKSTOFFEN (CEF) A. Feigenbaum CONTAMINANTEN (CONTAM) C. Heppner GEZONDHEID VAN GEWASSEN (PLH) E. Ceglarska GEWASBESCHER- MINGSMIDDELEN (PPR) M. Dunier-Thomann Directoraat Onderafdeling Afdeling J A A R V E R S L A G

40 BIJLAGE II OVERZICHT VAN ACRONIEMEN 38 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

41 BIJLAGE II OVERZICHT VAN ACRONIEMEN ADI AFCWG AHAW AMR AMU ANS BIOHAZ BPA BSE CEF CONTAM DATEX DG DG SANCO DRV(s) EC ECDC ECHA EFSA EMA EMRISK ENVI-commissie EP ESCO EU FAO FEEDAP Aanvaardbare dagelijkse inname Werkgroep voorlichting van het adviesforum Panel/Afdeling voor de gezondheid en het welzijn van dieren Antimicrobiële resistentie Afdeling Beoordelingsmethodologie Panel/Afdeling voor levensmiddelenadditieven en nutriënten in levensmiddelen Panel/Afdeling voor biologische gevaren Bisphenol A Boviene spongiforme encephalopathie Panel/Afdeling voor materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, enzymen, aroma s en technische hulpstoffen Panel/Afdeling voor contaminanten in de voedselketen (Afdeling) Gegevensverzameling en -publicatie Directoraat-generaal (Europese Commissie) Directoraat-generaal Gezondheid en consumenten Voedingsreferentiewaarde(n) Europese Commissie Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding Europees Agentschap voor chemische stoffen Europese Autoriteit voor voedselveiligheid Europees Geneesmiddelenbureau (Afdeling) Nieuwe risico s Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (Europees Parlement) Europees Parlement Wetenschappelijke samenwerking van de EFSA Europese Unie Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties Panel/Afdeling voor additieven en producten of stoffen die in diervoeding worden gebruikt GCO Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek GM Genetisch gemodificeerd GMO s Genetisch gemodificeerd(e) organisme(n) HC Health Canada IAS Interne-auditdiensten (Europese Commissie) INEX Intern en extern toetsingssysteem van de EFSA MRL(s) Residulimiet(en) MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus NDA Panel/Afdeling voor dieetproducten, voeding en allergieën PLH Panel/Afdeling voor de gezondheid van gewassen PPR Panel/Afdeling voor gewasbeschermingsmiddelen en residuen ervan PRA Risicoanalyse bestrijdingsmiddelen PRAPeR (Afdeling) Collegiale toetsing risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen RA Directoraat Risicobeoordeling RASFF Systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (Europese Commissie) SC Wetenschappelijk comité SCA (Directoraat) Wetenschappelijke samenwerking en ondersteuning SCENIHR Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico s (WCNG) (Europese Commissie) SCO (Afdeling) Wetenschappelijke samenwerking TSE Overdraagbare spongiforme encephalopathie US Verenigde Staten (VS) WHO Wereldgezondheidsorganisatie J A A R V E R S L A G

42 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

43 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Overzicht van de wetenschappelijke producten van de EFSA in 2009 Panel / afdeling Adviesaanvragen van het wetenschappelijk comité / de panels Algemene adviezen van het wetenschappelijk comité / de panels Uitspraken van het wetenschappelijk comité / de panels Richtlijnen van het wetenschappelijk comité / de panels Uitspraken van de EFSA Richtlijnen van de EFSA Conclusies n.a.v. collegiale toetsing van bestrijdingsmiddelen Met redenen omklede adviezen Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA Wetenschappelijk comité (SC) Gezondheid en welzijn van dieren (AHAW) Levensmiddelenadditieven en bronnen van nutriënten (ANS) Biologische gevaren (BIOHAZ) Materialen die met voedingsmiddelen in aanraking komen, enzymen, smaakstoffen (CEF) Contaminanten (CONTAM) Additieven in diervoeding (FEEDAP) Genetisch gemodificeerde organismen (GMO) Voeding (NDA) Gezondheid van gewassen (PLH) Gewasbeschermingsmiddelen (PPR) Beoordelingsmethodologie (AMU) Gegevensverzameling en -publicatie (DATEX) Nieuwe risico s (EMRISK) Bestrijdingsmiddelen (PRAPeR) Wetenschappelijke samenwerking (SCO) Zoönosen (Gegevensverzameling) Totaal Totaal wetenschappelijke producten 636 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. Externe rapporten ( * ) J A A R V E R S L A G

44 Wetenschappelijk comité De belangrijkste taak van het wetenschappelijk comité is het opstellen van wetenschappelijk advies op het gebied van nieuwe en geharmoniseerde benaderingen voor risicobeoordeling. Het comité geeft ook strategisch advies aan de uitvoerend directeur van de EFSA. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Algemene adviezen van het wetenschappelijk comité 2 Richtlijnen van het wetenschappelijk comité 3 Uitspraken van de EFSA 1 Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 7 Het wetenschappelijk comité werd gevraagd om nader advies over de implicaties van het klonen van dieren te verstrekken, met name nadere details over de aanbevelingen die waren opgenomen in het advies inzake het klonen van dieren dat in 2008 is gepubliceerd. In juni 2009 werd hierover een uitspraak van de EFSA gepubliceerd. Het wetenschappelijk comité kreeg ook het verzoek om een richtsnoer te ontwerpen voor de veiligheidsbeoordeling van aanvragen met betrekking tot de aanvraag over nanowetenschap en nanotechnologieën voor voedsel voor mens en dier. De eerste stap waren praktische aanbevelingen voor de risicobeoordeling van voedselgerelateerde toepassingen van nanotechnologie, zo veel mogelijk op basis van de huidige kennis. De richtlijn zal in de zomer van 2010 worden afgerond. Aan de benaderingen van antimicrobiële resistentie, een multidisciplinaire activiteit voor de EFSA, werd zowel gewerkt door het GMO- als het BIOHAZ-panel met ondersteuning van de voorzitter van het wetenschappelijk comité die een gezamenlijke werkgroep over dit onderwerp voorzat. Het wetenschappelijk comité nam een document aan dat was gericht op transparantie in de wetenschappelijke producten die door de EFSA worden opgesteld. Dit document behandelt de algemene uitgangspunten die moeten worden toegepast bij het identificeren van gegevensbronnen, criteria voor het opnemen/uitsluiten van gegevens, vertrouwelijkheid van gegevens, aannames en onzekerheden. Het wetenschappelijk comité en de werkgroepen dragen bij aan het ontwikkelen, bevorderen en toepassen van nieuwe en geharmoniseerde benaderingen en methoden voor risicobeoordeling op het gebied van de veiligheid van voedsel voor mens en dier. In het bijzonder werd het richtsnoer voor transparantie bij risicobeoordeling afgerond na openbare raadpleging. Een ander richtsnoer over het toepassen van een benchmarkdosisbenadering (BMD) bij risicobeoordeling werd afgerond. In 2010 zal er een workshop worden georganiseerd om de expertise van de EFSA op dit gebied uit te bouwen en het doorvoeren van een geharmoniseerde benadering in alle panels te waarborgen. Het advies over de bestaande benaderingen voor het vervangen, reduceren en verfijnen van dierproeven bij risicobeoordeling van voedsel en voeder werd eveneens gepubliceerd. De richtlijn over de veiligheidsbeoordeling van botanische en afgeleide preparaten werd afgerond en daarin is rekening gehouden met de aanbevelingen die door een ESCOwerkgroep (wetenschappelijke samenwerking EFSA) zijn gedaan met betrekking tot geselecteerde gevallen. In november 2009 werd er een workshop georganiseerd om het werk dat door de EFSA is gedaan te presenteren aan de belanghebbenden en de lidstaten en te bespreken welke stappen er mogelijk verder gezet moeten worden. Er wordt gewerkt aan de bredere toepassing van het drempelconcept dat in toxicologisch opzicht van belang is bij de risicobeoordeling van de EFSA. Het advies over de risico-batenbeoordeling van levensmiddelen zal in 2010 worden afgerond na openbare raadpleging. Een nieuwe werkgroep is ingesteld voor het geven van commentaar op en aanbevelingen voor teststrategieën voor genotoxiciteit binnen het werkterrein van de EFSA. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. 42 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

45 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Gezondheid en welzijn van dieren Het panel voor de gezondheid en het welzijn van dieren (AHAW-panel) geeft onafhankelijk wetenschappelijk advies over alle aspecten van dierziekten en dierenwelzijn. Het werk van het panel is voornamelijk gericht op voedselproducerende dieren, inclusief vissen. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Algemene adviezen 15 Uitspraken van het AHAW-panel 1 Richtlijnen van het AHAW-panel 1 Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 2 Externe rapporten ( * ) 7 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. Het AHAW-panel nam 13 wetenschappelijke adviezen aan over kwesties van dierenwelzijn. Die hadden betrekking op het welzijn van melkkoeien, op verdoven en doden van vissoorten, op algemene benaderingen van het welzijn van vissen en op het concept van gevoel bij vissen. Daarnaast werd een uitspraak aangenomen inzake de onderzoekswensen met betrekking tot het welzijn van gekweekte vis. Wetenschappelijke adviezen over Brucella suis bij varkens en epizoötische icteroglobinurie werden aangenomen. Een intern wetenschappelijk rapport over de nieuwe influenzapandemie (H1N1) werd in samenwerking met verschillende andere afdelingen afgerond als eerste respons voor paraatheid. Krachtens artikel 36 werden externe rapporten afgerond over tuberculose bij in het wild levende dieren in de EU, Krim-Kongo hemorragische koorts, epizoötische icteroglobinurie, virale hemorragische septikemie, Bonamia spp. en risicobeoordelingsrichtlijnen voor welzijn van dieren met betrekking tot transport. Er werden twee artikel 36-oproepen gedaan met betrekking tot risicobeoordelingsrichtlijnen voor welzijn van dieren (houderij en beheer) en het effect van genetische selectie bij veesoorten op respectievelijk de gezondheid en het welzijn van dieren. Er werd een inhoudelijke bijeenkomst over genetische selectie bij fokken in mesterijen gehouden met belanghebbenden (ngo s, branche, landbouwverenigingen en deskundigen uit de lidstaten) om te praten over gegevensbronnen, beschikbaarheid en benaderingen voor risicobeoordelingen ter ondersteuning van de opdracht over gezondheids- en welzijnsaspecten van genetische selectie in mesterijen. Daarnaast werd er een openbaar verzoek om gegevens gedaan in het kader van deze opdracht. Een richtsnoer werd aangenomen inzake goede praktijken voor wetenschappelijke beoordelingen van gezondheid van dieren aan de hand van modellen. In mei werd er een speciale bijeenkomst van het adviesforum gehouden over gezondheid en welzijn van dieren om onderwerpen van gemeenschappelijk belang te bespreken en er ligt een voorstel om dit vaker te doen om een nauwere samenwerking tussen lidstaten en de EFSA te bevorderen. Een technisch rapport werd gepubliceerd met daarin de resultaten van een onderzoek, uitgevoerd door de AHAW-afdeling, naar de organisatie, aanpak en procedures die van toepassing zijn op risicobeoordelingen van gezondheid en welzijn van dieren in de lidstaten. Het werk aan het ontwikkelen van risicobeoordelingsmethoden gaat verder, inclusief een artikel 36-project over grondstofgerelateerde risicobeoordelingen van import. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

46 Levensmiddelenadditieven en bronnen van nutriënten in levensmiddelen Het panel voor levensmiddelenadditieven en bronnen van nutriënten die aan levensmiddelen worden toegevoegd (ANS-panel) houdt zich bezig met vragen over veiligheid met betrekking tot het gebruik van levensmiddelenadditieven, nutriënten en andere stoffen die bewust aan levensmiddelen worden toegevoegd (voor smaakstoffen en enzymen, zie blz. 46). Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Adviesaanvragen van het ANS-panel 33 Algemene adviezen van het ANS-panel 2 Uitspraken van het ANS-panel 37 Richtlijnen van het ANS-panel 1 In totaal werden er door het ANS-panel 72 wetenschappelijke adviezen en uitspraken aangenomen met betrekking tot 157 aanvraagdossiers. In het kader van de afronding van de beoordeling van bronnen van nutriënten werden er 23 wetenschappelijke adviezen en 36 wetenschappelijke uitspraken met betrekking tot 144 aanvraagdossiers aangenomen. De risicobeoordeling van andere levensmiddelenadditieven (bijvoorbeeld de beoordeling van nieuwe levensmiddelenadditieven en de herbeoordeling van kleurstoffen in levensmiddelen) ging verder en het panel nam 12 wetenschappelijke adviezen (10 adviesaanvragen en twee algemene adviezen) en één uitspraak op dit terrein aan. Twee contracten uit 2008 voor het opstellen van pre-evaluatiedocumenten voor de beoordeling van bronnen van nutriënten voor voedselsupplementen werden in mei 2009 afgerond. Er werden vier nieuwe contracten getekend ten behoeve van lopende en toekomstige opdrachten inzake de herbeoordeling van levensmiddelenadditieven. Er werd een bijeenkomst gehouden met het secretariaat van het Gemeenschappelijk Comité van deskundigen inzake levensmiddelenadditieven van de FAO en de WHO (JECFA) om verdere samenwerking te bespreken. Drie openbare verzoeken voor gegevens werden gepubliceerd ten behoeve van het verzamelen van gegevens voor de herbeoordeling van verschillende levensmiddelenadditieven die tot de functionele klasse behoren van conserveringsmiddelen, antioxidanten, emulgatoren, stabilisatoren, geleermiddelen en wassoorten. Het ANS-panel nam een uitspraak aan over gegevensvereisten voor aanvragen van levensmiddelenadditieven om uitgangspunten te bieden voor het opstellen van richtlijnen voor aanvragen van levensmiddelenadditieven in de toekomst. Een aanbestedingscontract voor het verkrijgen van commentaar op de bestaande richtlijn voor aanvragen van levensmiddelen en voorstellen voor het verder ontwikkelen van een bijgewerkte richtlijn, werd in mei afgerond. Belanghebbenden werden ook schriftelijk geraadpleegd over de bestaande richtlijn. Nieuwe richtlijnen voor aanvragen voor levensmiddelenadditieven staan gepland. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. 44 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

47 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Biologische gevaren inclusief TSE Het panel van de EFSA voor biologische gevaren (BIOHAZ-panel) houdt zich bezig met biologische gevaren met betrekking tot voedselveiligheid, door voedsel veroorzaakte ziekten, overdraagbare spongiforme encephalopathie (TSE), microbiologie van voedsel, voedselhygiëne en aanverwante afvalbeheerskwesties. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Adviesaanvragen van het BIOHAZ-panel 2 Algemene adviezen van het BIOHAZ-panel 16 Uitspraken van het BIOHAZ-panel 2 Uitspraken van de EFSA 2 Het BIOHAZ-panel heeft in 2009 in totaal 24 wetenschappelijke adviezen en rapporten aangenomen. Een gezamenlijk advies over AMR werd in samenwerking met het EMA, ECDC en SCENIHR gepubliceerd en een gezamenlijk wetenschappelijk rapport over methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in samenwerking met het ECDC en EMA. Daarnaast nam het BIOHAZ-panel een advies aan over MRSA bij dieren en in levensmiddelen en publiceerde het met het GMO-panel een gezamenlijk advies over het gebruik van markergenen voor antibiotische resistentie bij genetisch gemodificeerde gewassen. De overige adviezen hadden betrekking op: het gebruik van bacteriofagen bij voedselproductie, voedselveiligheidsaspecten van het welzijn van melkkoeien, Campylobacter; BSE-resistentie bij geiten, BSE in runderdarmen voor worstomhulsel, het risico voor gezondheid van mens en dier met betrekking tot het herzien van het BSE-controleprogramma in een aantal lidstaten en drie adviezen over dierlijke bijproducten. Het eerste EU-brede volledige kwantitatieve microbio - logische risicobeoordelingsmodel van salmonella bij varkens, op grond van artikel 36, werd in 2009 afgerond. Er werd een workshop gehouden met deskundigen en belanghebbenden en het BIOHAZ-panel zal in 2010 op basis van het rapport een advies geven. Er werden ook bijeenkomsten gehouden met de Europese Unie van de handel in vee en vlees (UECBV) en de Europese federatie van brancheorganisaties van producenten van dierlijke vetten en eiwitten (EFPRA). Het uitbestede project over het uitroeien van salmonella spp. bij karkassen uit mesterijen werd afgerond. Bijeenkomsten van de netwerken over microbiologische risicobeoordeling en BSE-TSE werden respectievelijk in juni en oktober 2009 gehouden. Het advies over het handhaven van de lijst van microorganismen met een QPS-status (Qualified Presumption of Safety) werd aangenomen. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

48 Materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, enzymen, aroma s en technische hulpstoffen Het panel voor materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, enzymen, aroma s en technische hulpstoffen (CEF-panel) houdt zich bezig met vragen over het veilig gebruik van materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, enzymen, aroma s en technische hulpstoffen en ook met vragen met betrekking tot de veiligheid van processen. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Adviesaanvragen van het CEF-panel 78 Algemene adviezen van het CEF-panel 3 Richtlijnen van het CEF-panel 2 Uitspraken van de EFSA 1 Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 2 In totaal werden er 78 adviezen aangenomen door het CEF-panel waarvan er 38 betrekking hadden op smaakstoffen en 29 op stoffen die worden gebruikt bij het produceren van materialen die in aanraking komen met voedingsmiddelen. Daarnaast werden er in totaal 11 adviezen over rookaroma s aangenomen. Er werd een spoedadvies gegeven in de vorm van een EFSA-uitspraak inzake mogelijke risico s die samenhangen met 4-benzofenon en hydroxybenzofenon afkomstig van materialen die in aanraking komen met levensmiddelen. In totaal werden er acht bijeenkomsten georganiseerd met belanghebbenden (branche, consumentenorganisaties en de Europese Commissie). Twee contracten ondersteunen de permanente evaluatie van 2600 smaakstoffen die op de markt zijn en er werden twee nieuwe contracten ondertekend ten behoeve van voorbereidend werk op het gebied van materialen die met voedingsmiddelen in aanraking komen. Het CEF-panel nam richtlijnen aan voor de beoordeling van actieve en intelligente verpakkingen en de ontwikkeling van voedselenzymen. Publieke raadpleging vond plaats met betrekking tot drie richtsnoeren over enzymen, actieve en intelligente verpakkingen en smaakstoffen. Er werden acht bijeenkomsten met de branche georganiseerd om de eisen te bespreken en te verhelderen die zijn opgenomen in het richtsnoer voor de beoordeling van enzymen. Daarnaast werden er adviezen aangenomen met betrekking tot het verduidelijken van de veiligheidsmarge die wordt toegepast bij de beoordeling van rookaroma s en de beoordeling van de blootstelling via voedsel van rookaroma s werd aangenomen. Een veiligheidsbeoordeling van het extractiemiddel dimethylether werd afgerond. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. 46 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

49 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Contaminanten in de voedselketen Het panel voor contaminanten in de voedselketen (CONTAM) is verantwoordelijk voor vragen over contaminanten in de voedsel- en voederketen en ongewenste stoffen zoals natuurlijke toxicanten, mycotoxinen en residuen van niet-toegestane stoffen die niet worden behandeld door andere panels. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Algemene adviezen van het CONTAM-panel 12 Uitspraken van het CONTAM-panel 2 Uitspraken van de EFSA 1 Externe rapporten ( * ) 2 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. Het CONTAM-panel keurde 14 wetenschappelijke producten goed (12 adviezen en twee uitspraken). Drie adviezen hadden betrekking op het effect van metalen zoals cadmium, arsenicum en uranium. Daarnaast werden vijf adviezen over gereguleerde toxines in schelpdieren afgerond. Het panel publiceerde een uitspraak met betrekking tot de invloed van het verwerken van toxines in schelpdieren en een uitspraak over de effecten van aflaxotines in noten anders dan amandelen, hazelnoten en pistachenoten op de volksgezondheid. De beoordeling van gezondheidsrisico s voor dieren door natuurlijke plantaardige toxicanten in diervoeder werd afgerond (twee adviezen). Op verzoek van de Commissie beoordeelde het CONTAM-panel de criteria en de veiligheid van stoffen die als vracht worden vervoerd in scheepscontainers die daarna worden gebruikt voor de verscheping van spijsvetten en -oliën naar de EU (twee adviezen). Daarnaast verzorgde het CONTAM-panel in samenwerking met de afdeling DATEX en PRAPeR een spoedadvies over nicotine in wilde paddenstoelen waardoor de Commissie tijdig maatregelen kon nemen om de volksgezondheid te waarborgen. Binnen het kader van een artikel 36-project werd met goed resultaat een database ontwikkeld over geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die in derdewereldlanden worden gebruikt. De database ondersteunt een proactieve aanpak ter voorbereiding van toekomstige verzoeken van de residulimieten van farmacologisch werkzame stoffen in voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. Een achtergronddocument waarin de informatie is samengevat met betrekking tot de analyse, aanwezigheid en toxicologie van acht mycotoxines en natuurlijke plantaardige producten werd opgesteld via een artikel 36-project ter ondersteuning van toekomstige risicobeoordelingen. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

50 Additieven en producten of stoffen die in diervoeding worden gebruikt Het panel van de EFSA voor additieven en producten of stoffen die in diervoeding worden gebruikt (FEEDAP-panel) geeft onafhankelijk wetenschappelijk advies over de veiligheid en/of doeltreffendheid van additieven en producten of stoffen die in diervoeding worden gebruikt. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Adviesaanvragen van het FEEDAP-panel 36 Algemene adviezen van het FEEDAP-panel 3 Richtlijnen van het FEEDAP-panel 1 Richtlijnen van de EFSA 1 Externe rapporten ( * ) 1 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. In totaal werden er door het FEEDAP-panel 36 adviezen onder de reikwijdte van Verordening (EG) nr. 1831/2003 aangenomen, inclusief 22 adviezen voor nieuwe producten of verlenging van gebruik van toegelaten producten, één advies met betrekking tot herbeoordeling, drie adviezen met betrekking tot zowel nieuw gebruik als herbeoordeling, twee betreffende een wijziging van de voorwaarden voor toelating van een toegelaten product, één advies betreffende een spoedtoelating en zeven verzoeken voor de beoordeling van aanvullende informatie die was ingediend door de aanvragers na een niet-doorslaggevend advies. Overige goedkeuringen hadden betrekking op: deel III van het advies over carotenoïden met betrekking tot gele carotenoïden, een advies over ractopamine, een advies over het gebruik van kobaltverbindingen als additieven in diervoeder. Er werden negen inhoudelijke hoorzittingen gehouden met branchevereningen/aanvragers om kwesties te bespreken die betrekking hadden op de aanvragen. Ter voorbereiding van het werk in het kader van de herbeoordeling van alle bestaande additieven in diervoeder overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 werden er vijf bijeenkomsten georganiseerd met de lidstaten, de Commissie en het communautair referentielaboratorium. Daarnaast werden de administratieve richtlijnen voor aanvragers voor het indienen van aanvragen voor toelating van additieven in diervoeder in 2009 bijgewerkt. Met het oog op het verbeteren van beheer, spreiding, vastlegging en beoordeling van gegevens in aanvragen werd een aanbestedingsprocedure in werking gesteld in samenwerking met de afdeling IT-ondersteuning van de EFSA (ITOP) voor het evalueren van systemen voor het elektronisch indienen van dossiers. Een artikel 36-subsidie werd toegekend voor het voorbereiden van een reeks monografieën over de biologische rol, inhoud in voeder en vereisten in diervoeding van 27 spoor- en ultraspoorelementen. Het FEEDAP-panel heeft het technische richtsnoer voor organoleptische additieven afgerond, waarmee de reeks richtsnoeren voor aanvragers voor het opstellen en indienen van aanvragen is voltooid. Het externe rapport over een artikel 36-project over mycotoxine-neutraliserende middelen die worden gebruikt als voederadditieven, is ontvangen en zal door het FEEDAP-panel worden gebruikt bij het opstellen van het richtsnoer. Een artikel 36-subsidie werd toegekend voor het opstellen van een rapport voor het verzamelen en produceren van wetenschappelijke gegevens en informatie over het mogelijk teweegbrengen van respiratoire sensibilisatie door micro-organismen en enzymen die worden gebruikt in voedsel en voeder. Het eindrapport over een aanbestedingsproject voor de herbeoordeling van de milieueffecten van zink en koper in diervoeding word in januari 2010 verwacht. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. 48 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

51 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Genetisch gemodificeerde organismen Het panel voor genetisch gemodificeerde organismen (GMO-panel) voert risicobeoordelingen uit van aanvragen over genetisch gemanipuleerde levensmiddelen en diervoeding, geeft wetenschappelijke adviezen in reactie op ad-hocverzoeken van risicobeheerders en identificeert wetenschappelijke kwesties die nadere aandacht vergen. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Adviesaanvragen van het GMO-panel 17 Algemene adviezen van het GMO-panel 9 Uitspraken van het wetenschappelijk comité/ panels 1 Uitspraken van de EFSA 1 Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 16 Het GMO-panel nam 17 wetenschappelijke adviezen met betrekking tot 21 aanvraagdossiers aan. De EFSA publiceerde 12 technische rapporten die in verband staan met de aanvraagdossiers ( algemene adviezen ), die naast wetenschappelijk advies ook uit commentaar van de lidstaten bestaat en uit andere documenten die in de verordening zijn vastgelegd. In totaal werden er 14 wetenschappelijke adviezen aangenomen met betrekking tot aanvragen voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde gewassen krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003, waarvan er drie coadaptaties waren met het FEEDAP-panel (krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003). In totaal werden er acht algemene adviezen aangenomen, drie met betrekking tot de beoordeling van informatie die was ingediend ter ondersteuning van vrijwaringsclausules waarop lidstaten zich beroepen (artikel 23 van Richtlijn 2001/18/EG), twee met betrekking tot een verzoek van de Europese Commissie inzake de veiligheidsbeoordeling van markergenen voor antibiotische resistentie en drie met betrekking tot verzoeken voor wetenschappelijk advies ten aanzien van eerder aangenomen adviezen over aanvragen. In 2009 organiseerde de EFSA vier bijeenkomsten met deskundigen van de lidstaten, drie met aanvragers en één met ngo s om aanvragen te bespreken. Het GMO-panel nam wetenschappelijke ontwerpadviezen aan met betrekking tot een richtlijn inzake de statistische analyse van gegevens voor een vergelijkende beoordeling van voedselveiligheid en een richtlijn inzake de risicobeoordeling van genetisch gemodificeerde gewassen voor nietvoedings- of niet-voederdoeleinden. Beide werden onderworpen aan openbare raadpleging en het daaruit voortvloeiende commentaar werd in de bijgewerkte versies opgenomen. Het GMO-panel nam één ontwerp-richtsnoer aan voor aanvragers betreffende de allergeniteit van genetisch gemodificeerde gewassen en genetisch gemodificeerde micro-organismen. Een openbare raadpleging vond plaats in december 2009 en de goedkeuring van het definitieve document staat gepland voor In de aanloop naar het ontwikkelen van de richtlijn werden er bijeenkomsten gehouden met deskundigen uit lidstaten (2), aanvragers (1) en derde partijen (2). Daarnaast werd er in september 2009 in Brussel een conferentie gehouden over risicobeoordelingen van gmo s voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu, waaraan 150 belangrijke spelers uit Europa en daarbuiten deelnamen. Ten behoeve van het werk van het GMO-panel met betrekking tot het ontwikkelen van richtlijnen voor de risicobeoordeling van genetisch gemodificeerde dieren werden er drie aanbestedingsprojecten geaccordeerd. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

52 Dieetproducten, voeding en allergieën Het NDA-panel houdt zich bezig met vragen met betrekking tot voeding voor mensen, dieetproducten en voedselallergieën. Het panel adviseert ook over gerelateerde onderwerpen zoals nieuwe levensmiddelen, voedingsaanbevelingen voor nutriënten en voedingswaarde en de EU-regelgeving inzake voedings- en gezondheidsclaims. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Adviesaanvragen van het NDA-panel 165 Algemene adviezen van het NDA-panel 9 Uitspraken van de EFSA 1 Richtlijnen van de EFSA 2 In 2009 nam het NDA-panel 174 adviezen aan, waarvan de meeste (125) betrekking hadden op functionele claims in het kader van artikel 13.1 van Verordening (EG) nr. 1924/2006, over in totaal 937 claims. Er werden 24 adviezen aangenomen met betrekking tot claims betreffende kinderen en het verminderen van risico s en 10 adviezen met betrekking tot nieuw ontwikkelde wetenschappelijke en/of particuliere gegevens. In de context van de procedure voor de toelating van gezondheidsclaims nam het NDA-panel ook twee adviezen aan over de voorwaarden voor het gebruik van gezondheidsclaims ten aanzien van essentiële vetzuren en fytosterolen en stanolen. Op het gebied van de veiligheidsbeoordeling van nieuwe levensmiddelen nam het NDA-panel vijf adviezen aan met betrekking tot vijf aanvragen. Daarnaast nam het panel adviezen aan met betrekking tot de geschikte leeftijd bij kinderen voor het innemen van voedingssupplementen en met betrekking tot het mogelijk uitzonderen van etikettering van beta-amylase uit gerst. Met betrekking tot voedingsreferentiewaarden publiceerde het NDA-panel openbare raadplegingen over zijn ontwerp-voorstellen voor vetten en koolhydraten en organiseerde het een bijeenkomst met deskundigen uit de lidstaten om deze voorstellen te bespreken naast ontwerp-voorstellen voor praktische voedingsadviezen en algemene richtlijnen voor het bepalen en toepassen van voedingsreferentiewaarden en voedingsreferentiewaarden voor water. Herziene versies van deze documenten waarin de verkregen terugkoppeling was opgenomen, werden aangenomen. Advies over het etiketteren van referentie-innamewaarden voor geselecteerde voedingselementen werden eveneens aangenomen. In het licht van de verkregen ervaring uit de aanvragen voor gezondheidsclaims gaf de EFSA aanvullend advies aan de aanvragers in de vorm van een FAQ-document (veelgestelde vragen). Het ontwerp-document werd onderworpen aan openbare raadpleging en besproken tijdens een bijeenkomst met aanvragers voordat het als technisch rapport van de EFSA werd afgerond. Het commentaar dat zowel uit de openbare raadpleging als de bijeenkomst was verkregen, werd gepubliceerd met een samenvatting over de wijze waarop het commentaar was beoordeeld. De EFSA hield ook een bijeenkomst met de lidstaten en de Commissie om deze bij te praten over de beoordeling van artikel 13.1-gezondheidsclaims en in dit kader werd een ontwerp-briefingdocument opgesteld dat na de bijeenkomst is bijgewerkt en gepubliceerd als technisch rapport van de EFSA. Een project over de typering van probiotica in het kader van de beoordeling van gezondheidsclaims werd uitbesteed. In het licht van de komende herziening van de regelgeving inzake nieuwe levensmiddelen werd een wetenschappelijk colloquium georganiseerd met het oog op een vroegtijdige inbreng van belanghebbenden voor het opstellen van een herziene wetenschappelijke en technische richtlijn voor aanvragers voor het opstellen van aanvragen voor nieuwe levensmiddelen. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. 50 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

53 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Gezondheid van gewassen Het panel voor de gezondheid van gewassen (PLH-panel) van de EFSA geeft wetenschappelijk advies over de risico s die worden veroorzaakt door bestrijdingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn voor gewassen, plantaardige producten of de biodiversiteit in de EU. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Algemene adviezen van het PLH-panel 2 Uitspraken van het PLH-panel 1 Richtlijnen van het PLH-panel 1 Externe rapporten ( * ) 10 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. Het PLH-panel keurde in 2009 vier producten goed, waaronder adviezen over de betrouwbaarheid en de effectiviteit van een voorgestelde methode om houtspaanders te behandelen die zijn aangetast door het dennennaaldje bursaphelenchus xylophilus en een evaluatie van een risicoanalyse, uitgevoerd door het Verenigd Koninkrijk, van een bestrijdingsmiddel (PRA) tegen de eikenprocessierups thaumetopoea processionea. Het panel deed ook een uitspraak als spoedreactie op een voorstel voor koudebehandeling van aardbeienplanten om bemisia tabaci te bestrijden afkomstig van vracht die vanuit de EU naar de VS wordt verscheept. Er werd ook een richtlijn gegeven voor de evaluatie van risicobeoordelingen van bestrijdingsmiddelen voor fytosanitaire maatregelen die worden uitgevoerd door derden. Het PLH-panel nam een richtsnoer aan voor het evalueren van PRA s die door derde partijen zijn gedaan om fytosanitaire maatregelen te rechtvaardigen krachtens Richtlijn 2000/29/EG van de Raad. De tweede bijeenkomst van het speciale adviesforum voor gezondheid van gewassen vond plaats in oktober en op de agenda stonden onder meer gegevensvereisten, nieuwe risico s en toezicht op bestrijdingsmiddelen. Samenwerking met het GCO over het gebruiken van modellen voor het voorspellen van aanwezigheid en spreiding van schadelijke organismen leidde tot de lancering van ClimPest, een kader voor het typeren van klimatologische geschiktheid van bestrijdingsmiddelen. Een artikel 36-project met betrekking tot het opstellen van een inventaris van gegevensbronnen voor PRA s (PRAS- SIS) werd afgerond en een artikel 36-oproep voor een vergelijkende benadering van casestudy s voor PRA s werd ondertekend. Een hernieuwd samenwerkingsproject met Agricast en het GCO (Ispra) werd overeengekomen en eind 2009 ondertekend. Het richtsnoer met betrekking tot een geharmoniseerd kader voor de risicobeoordeling van organismen die schadelijk zijn voor gewassen en plantaardige producten werd door het panel bekrachtigd en het commentaar dat werd verkregen naar aanleiding van de openbare raadpleging werd in het document opgenomen voor goedkeuring en publicatie in Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

54 Gewasbeschermingsmiddelen en residuen ervan Het PPR-panel geeft onafhankelijk wetenschappelijk advies over de risicobeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen (veelal aangeduid als bestrijdingsmiddelen) en de residuen daarvan en kijkt daarbij naar de risico s voor de gebruiker/de persoon die ermee werkt, de consument en het milieu. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Algemene adviezen van het PPR-panel 8 Richtlijnen van de EFSA 1 Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 5 Externe rapporten ( * ) 1 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. Het PPR-panel nam één advies aan inzake de cumulatieve blootstellingsbeoordeling van triazole fungiciden en zes adviezen met betrekking tot de bijgewerkte bijlagen II en III van Richtlijn 91/414/EEG. Adviezen over verschillende beschermingsdoelen en het ontwikkelen van ecoregio s staan op de planning voor publicatie in de eerste helft van Het PPR-panel nam een advies aan met betrekking tot de beoordeling van blootstelling in de bodem; dit is gekoppeld aan het richtsnoer inzake de persistentie van bestrijdingsmiddelen in de bodem dat in ontwikkeling is. Het richtsnoer met betrekking tot het beoordelen van risico s voor vogels en zoogdieren werd in december gepubliceerd door een gezamenlijke werkgroep van vertegenwoordigers uit de lidstaten, de Europese Commissie en de EFSA. Rapporten die met artikel 36-subsidies zijn opgesteld, werden gebruikt voor het voorbereidende werk voor het opstellen van richtsnoeren voor emissies uit beschermde oogstsystemen (bijv. kassen) waarvan de adaptatie is gepland in 2010, blootstelling van arbeiders, gebruikers, omstanders en burgers en voor een advies inzake het instellen van reguliere evaluatiegroepen voor actieve stoffen ten behoeve van cumulatieve beoordeling en de beoordeling van de toxicologische relevantie van metabolieten van bestrijdingsmiddelen. Een contract werd getekend voor het uitbesteden van voorbereidend werk voor een richtlijn over huidabsorptie. Richtsnoeren voor de evaluatieuitgangspunten van de toxicologische last van metabolieten, degradatie- en reactieproducten van bestrijdingsmiddelen in voedingsmiddelen en persistentie van bestrijdingsmiddelen in de bodem (te publiceren in de eerste helft van 2010) werden afgerond via contracten met het GCO. Door de afdeling PPR werden er twee workshops met belanghebbenden georganiseerd over het lot van bestrijdingsmiddelen, in mei bij het GCO (Ispra) en in november in Parma, waaraan respectievelijk 70 en 60 mensen deelnamen. In 2010 wordt het bijwerken van de twee bestaande richtsnoeren inzake ecotoxicologie (met betrekking tot land en water) vervolgd. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. 52 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

55 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Beoordelingsmethodologie De afdeling Beoordelingsmethodologie (AMU) biedt technische ondersteuning op het gebied van statistiek, modellen, gegevensbeheer en risicobeoordeling. Het panel draagt vooral bij aan het ontwikkelen, bevorderen en toepassen van nieuwe of verfijnde benaderingen voor risicobeoordeling op het gebied van veiligheid van voedsel voor mens en dier. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 1 Externe rapporten ( * ) 2 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. De AMU bood wetenschappelijke ondersteuning voor adviezen van het CONTAM, PLH, AHAW, BIOHAZ en het wetenschappelijk comité. Die had betrekking op: ondersteuning op het gebied van gegevensbeheer voor BIOHAZ-adviezen, epidemiologische en statistische analyse voor het BIOHAZ, CONTAM en PLH en systematische literatuurbeoordelingen met meta-analyse. Een voorbeeld van dat laatste was het technische rapport Meta-analysis of Dose-Effect Relationship of Cadmium for Benchmark Dose Evaluation, dat is opgenomen in het CONTAM-advies over cadmium. In december publiceerde de AMU, met ondersteuning van een werkgroep bestaande uit wetenschappelijk deskundigen, een richtsnoer over de toepassing van een systematische beoordelingsmethodologie voor het beoordelen van de veiligheid van voeding voor mens en dier. Deze zal in februari 2010 worden getoetst door deskundigen en medewerkers van de EFSA. Sinds 2003 zijn er in Europa en in de VS meldingen van massale sterfte van bijen in bijenkasten. In 2006 werd de term Colony Collapse Disorder (CCD) voor het eerst gebruikt voor het beschrijven van dit fenomeen dat wordt gekenmerkt door het snel sterven van het volwassen bijenvolk in kolonies. Hoewel de oorzaak van CCD nog niet is vastgesteld, zijn er verschillende etiologieën genoemd. Voor het onderzoeken van verdere mogelijke risicofactoren heeft de AMU een oproep gepubliceerd voor een project waarop vakkundige organisaties in de zin van artikel 36 van de Verordening (EG) nr. 178/2002 konden inschrijven. De resultaten van dit projecten werden in december 2009 gepubliceerd. De AMU publiceerde ook een rapport over kwantitatieve modellen die de verspreiding, aanwezigheid of ontwikkeling van bestrijdingsmiddelen bij gewassen beschrijven bij oogsten in Europa, inclusief geografische en klimatologische gegevens en/of plantenfenologie als inputfactoren. In de uitkomst van dit project, dat werd ondersteund door een artikel 36-subsidie, was ook een gestructureerde, elektronische inventaris opgenomen van geselecteerde en geanalyseerde modellen die in de toekomst waardevol zal zijn voor het werken op basis van verwachtingsmodellen. Hoewel levensmiddelen die rijk zijn aan isoflavonen worden beschouwd als onderdeel van een gezond dieet, blijven er vragen over het effect op gezondheid, het beperken van ziekterisico s en verbetering van kwaliteit van leven. Na overleg met het adviesforum werd bepaald dat dit onderwerp van belang is voor meerdere lidstaten. De AMU werd daarom gevraagd om een ESCO-werkgroep in te stellen die in 2010 een rapport zal produceren met een literatuuroverzicht van de mogelijke risico s en gezondheidsvoordelen die samenhangen met de consumptie van isoflavonen. De AMU ondersteunde ook de afdeling DATEX op epidemiologisch terrein en met modellen (β-casomorfine-7) en de afdeling Zoönosen met vergelijkende studies en met gegevensbeheer ten behoeve van het jaarverslag over residuen van bestrijdingsmiddelen. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

56 Gegevensverzameling en -publicatie De afdeling Gegevensverzameling en -publicatie (DATEX) houdt zich bezig met het verzamelen, vergelijken en analyseren van gegevens over voedselconsumptie en de aanwezigheid van chemische stoffen in voeding voor mens en dier om op Europees niveau blootstellingen te kunnen bepalen. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Richtlijnen van de EFSA 1 Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 4 Externe rapporten ( * ) 2 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. Een belangrijk wapenfeit van de afdeling DATEX was het instellen van een werkgroep voor het herzien van beschikbaar wetenschappelijk bewijs van mogelijke gezondheidseffecten van β-casomorfinen en verwante peptiden en in het bijzonder β-casomorfine-7 (BCM7), een peptidesequentie die voorkomt in het melkproteïne β-caseïne. Uit een aantal studies zou blijken dat BCM7 een verhoogd risico zou geven op bepaalde niet-overdraagbare aandoeningen zoals autisme, cardiovasculaire ziekten en diabetes type I. De EFSA begon aan dit werk als onderdeel van haar reguliere bewaking en beoordeling van mogelijke nieuwe risico s die samenhangen met de voedselketen. De werkgroep concludeerde dat er geen causaal verband kon worden vastgesteld tussen de voedselinname van BCM7, verwante peptiden of hun mogelijke proteïnevoorlopers en niet-overdraagbare aandoeningen. Een uitgebreide database voor voedselconsumptie wordt gevuld met de meest gedetailleerde informatie over kinderen en volwassenen die beschikbaar is in de lidstaten die meedoen. Naar verwachting zal de database vanaf 2010 operationeel zijn, zodat er preciezere berekeningen kunnen worden gedaan met betrekking tot gezonde en schadelijke stoffen of middelen in voedsel. Richtlijnen voor het verder harmoniseren van het verzamelen van gegevens over voedselconsumptie werden in de loop van het jaar uitgebracht. In een gezamenlijke inspanning met de lidstaten heeft de EFSA een belangrijke stap gezet om in het kader van de Europese voedselveiligheid de kwaliteit te verbeteren van blootstellingsbeoordelingen. Er is een ontwerp-voorstel ontwikkeld over de beste wijze van omgaan met gegevens onder de detectielimiet door een werkgroep die werd gecoördineerd door de afdeling DATEX. De afdeling onderzocht standaardaannames die bij de EFSA worden gebruikt voor het inschatten van risico s met als doel dit gebruik multidisciplinair te harmoniseren. Het document zal in 2010 worden gepubliceerd. Op verzoek van de Europese Commissie analyseerde de afdeling DATEX de gegevens die door de lidstaten waren verzameld over acrylamide en furaan en publiceerde twee rapporten. Het rapport over acry- >>> 54 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

57 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 >>> lamide beoordeelde het effect van maatregelen die vrijwillig door de branche waren genomen om het acrylamideniveau te beperken. Alhoewel er een trend leek te zijn naar een lagere blootstelling, is het nog niet duidelijk of de maatregelen het gewenste effect hebben gehad. Het rapport over furaan was een tussentijdse stap naar een beter inzicht in furaanniveaus in voedsel en werd aangevuld met twee projecten, toegekend op grond van artikel 36, betreffende de invloed van voedselbereidingsmethoden op de vorming van furanen en de blootstelling aan furanen door inademing tijdens het koken. Op grond van de gegevenssets die dit heeft opgeleverd, kan de EFSA een degelijkere beoordeling geven van blootstelling via verschillende wegen, inclusief inademing. Een ontwerp-rapport over de aanwezigheid van dioxine in voedsel en voeder werd opgesteld. De afdeling hielp de Commissie ook voor de eerste keer bij het opstellen van de statistieken voor het jaarverslag over residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. De afdeling DATEX leverde een bijdrage aan verschillende adviezen met de beoordeling van de blootstelling via voedsel aan een reeks stoffen, met name contaminanten. Informatie over het niveau van mariene biotoxines in zeevruchten werd verzameld en de blootstellingsniveaus werden vergeleken met richtwaarden voor de gezondheid door het CONTAM-panel. Het verzamelen van gegevens over arsenicum bleek moeilijk vanwege het feit dat er weinig informatie beschikbaar was voor anorganisch arsenicum, het toxische hoofdbestanddeel. Algoritmes werden opgesteld op basis van literatuurinformatie om niveaus van arsenicum als totaal te koppelen aan schattingen van anorganisch arsenicum bij de respectieve voedselgroepen. De blootstelling was berekend voor volwassenen en voor de eerste keer was het mogelijk om voor een aantal lidstaten gedetailleerde blootstellingen te berekenen voor kinderen in verschillende leeftijdsgroepen. Er werd ondersteuning verleend aan het CEF-panel bij het selecteren van een methode die geschikt is voor het beoordelen van blootstelling aan rookaroma s. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

58 Nieuwe risico s De afdeling Nieuwe risico s (EMRISK-afdeling) is verantwoordelijk voor het vaststellen van procedures voor het bewaken, verzamelen en analyseren van informatie en gegevens om nieuwe risico s te kunnen identificeren op het gebied van veiligheid van voeding voor mens en dier. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 2 Externe rapporten ( * ) 1 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. De ESCO-werkgroep voor nieuwe risico s publiceerde een technisch rapport over opkomende risico s dat, samen met eerdere rapporten van het wetenschappelijk comité, de basis vormt voor het eerste jaarverslag van de EFSA over nieuwe risico s dat naar verwachting begin 2010 zal verschijnen. Een technisch rapport werd gepubliceerd waarin de beoordeling van verschillende online toezichtsystemen voor het identificeren van opkomende risico s is beschreven. Dit rapport beschrijft de beoordeling van een mediamonitor (MedISys), die is ontwikkeld door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, en de vergelijking met ProMED-mail voor de bruikbaarheid voor het identificeren van nieuwe risico s. Een database over bioactieve bestanddelen uit gewassen werd via een uitbesteed project geleverd en er werd een oproep gedaan en toegekend voor het toepassen van modellen, voorspellingen en categorieën op de aanwezigheid van mycotoxinen in granen in de EU vanwege klimaatverandering. De EMRISK is ook verantwoordelijk voor het coördineren van de staat van paraatheid van de EFSA Daarom zijn de procedures die door de EFSA in werking zijn gesteld voor het omgaan met dergelijke urgentieverzoeken (handleiding bij noodgevallen) bijgewerkt, voortbouwend op de ervaring die is opgedaan bij het omgaan met urgente kwesties en interne trainingen. Een training met de lidstaten en DG SANCO werd gecoördineerd door EMRISK met als specifiek doel het simuleren van communicatie in crisissituaties. De trainingen waren gepland op en zijn uitgevoerd in samenwerking met een externe consultant (gefinancierd via aanbesteding) en een werkgroep van deskundigen. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. 56 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

59 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Collegiale toetsing risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen De afdeling Collegiale toetsing risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen (PRAPeR) is verantwoordelijk voor de collegiale toetsing van actieve stoffen die worden gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen. De beoordelingen, met inbegrip van de collegiale toetsing, worden voorgelegd aan de Europese Commissie, zodat deze kan beslissen of de stof opgenomen moet worden op de positieve lijst van de EU van toegestane stoffen die in heel Europa in middelen mogen worden gebruikt. De afdeling is ook betrokken bij de risicobeoordeling van consumenten die worden blootgesteld aan residuen van bestrijdingsmiddelen in voedsel, wat de basis vormt voor het bepalen van residulimieten (MRL s) krachtens EU-wetgeving. De afdeling is ook verantwoordelijk voor het opstellen van het jaarverslag over residuen van bestrijdingsmiddelen. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Uitspraken van de EFSA 1 Conclusies n.a.v. collegiale toetsing van bestrijdingsmiddelen 28 Met redenen omklede adviezen 76 Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 1 Op 1 september 2008 trad Verordening (EG) nr. 396/2005 in werking. Op grond daarvan was de afdeling PRAPeR betrokken bij procedures voor het opstellen en wijzigen van maximale residulimieten (MRL s) waarvoor lidstaten nieuwe toepassingen van bestrijdingsmiddelen wilden toelaten en binnen het kader van het bepalen van invoertoleranties (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 396/2005). In 2009 werden er 101 MRL-aanvragen met betrekking tot de wijziging van ongeveer 400 MRL s ingediend door de Europese Commissie. In reactie op deze verzoeken publiceerde de EFSA 70 met redenen omklede adviezen (waarin 76 verzoeken werden behandeld). Daarnaast gaf de EFSA drie met redenen omklede adviezen uit over specifieke verzoeken van de Europese Commissie met betrekking tot actieve stoffen met veronderstelde risico s voor de gezondheid van de consument. In het MRL-herzieningsprogramma (artikel 12 van Verordening (EG) nr. 396/2005) ontving de EFSA achtergrondinformatie van de lidstaten over 137 actieve stoffen die nu worden beoordeeld door de EFSA. In samenwerking met de lidstaten en de Europese Commissie werd een werkplan ingesteld voor het prioriteren en afronden van de met redenen omklede adviezen. Het was om de volgende redenen niet mogelijk om de in het Managementplan 2009 vermelde verwachte aantallen van met redenen omklede adviezen op grond van artikel 12.1 en 12.2 af te ronden: vertraagd indienen van documenten door lidstaten; hogere prioriteit gegeven aan gewone MRL-aanvragen (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 396/2005) en met voorrang toewijzing van beschikbare middelen voor deze taak op de afdeling PRAPeR; het aantal reguliere MRL-aanvragen en de met redenen omklede adviezen die door de EFSA zijn gepubliceerd in reactie op deze aanvragen (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 396/2005) was hoger dan verwacht, waardoor de beschikbare capaciteit voor artikel 12-aanvragen verder werd beperkt. >>> J A A R V E R S L A G

60 Collegiale toetsing risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen >>> De afdeling PRAPeR werkte de database over toxicologische referentiewaarden van bestrijdingsmiddelen bij, waarbij rekening werd gehouden met nieuwe of gewijzigde waarden die in de EU of door internationale organisaties waren vastgesteld. De database bestaat uit meer dan aanvaardbare dagelijkse innamewaarden (ADI) en 900 acute referentiedosiswaarden (ARfD). Een oproep voor openbare inschrijving werd gelanceerd, gericht op het vergroten van de wetenschappelijke database over MRL s, zoals aanbevolen door de Codex Alimentarius. Deze informatie is nodig voor het uitvoeren van een complete risicobeoordeling zoals vereist in het MRLherzieningsprogramma op grond van artikel 12 en om risicobeheerders de informatie te geven of de MRL s die zijn vastgelegd in de Codex Alimentarius veilig zijn voor Europese consumenten. In samenwerking met de afdelingen CONTAM, DATEX en EMRISK, stelde de afdeling PRAPeR een uitspraak op in reactie op het verzoek voor een urgent wetenschappelijk advies over het risico voor de volksgezondheid vanwege de aanwezigheid van nicotine in wilde paddenstoelen. In 2009 publiceerde de EFSA het eerste jaarverslag over residuen van bestrijdingsmiddelen voor Het rapport vat de resultaten samen van ongeveer monsters die in 2007 werden geanalyseerd door lidstaten om naleving van de wettelijke bepalingen te waarborgen. Om kort te gaan, het rapport stelde dat 96 % van de monsters die waren geanalyseerd binnen de wettelijke maximale residulimieten (MRL s) vielen en dat 4 % hierboven uitkwam, in vergelijking tot 5 % in Deze gegevens werden gebruikt om de feitelijke blootstelling van de consument te bepalen aan residuen van bestrijdingsmiddelen via voedsel. De resultaten van deze beoordeling zijn ook opgenomen in het rapport. Vanwege de onvolkomenheden in de huidige verslaglegging ontwikkelde de EFSA een nieuw gegevensmodel voor het indienen van de resultaten van de bewaakacties. Dit nieuwe gegevensmodel werd getoetst in een pilotproject met zes lidstaten die de resultaten indienden van de bewaakresultaten uit 2008 met betrekking tot ongeveer zes miljoen vaststellingen van bestrijdingsmiddelen in monsters. De afdeling deed een oproep voor inschrijving voor wetenschappelijke en technische ondersteuning voor het opstellen van het volgende jaarverslag over residuen van pesticiden. De acties in het kader van collegiale toetsing van bestrijdingsmiddelen in 2009 hadden betrekking op: nieuwe actieve stoffen, stoffen die opnieuw waren ingediend voor opname in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG na een oorspronkelijk besluit tot niet-opname, stoffen die al waren opgenomen in bijlage 1, maar waarvan de opnametermijn afliep, stoffen die waren opgenomen in bijlage 1 waarvoor de conclusies van de EFSA voor 31 december 2010 moesten worden afgerond (het zogenaamde groene spoor, d.w.z. stoffen die voldoen aan de criteria van duidelijke indicatie van geen schade- >>> 58 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

61 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 >>> lijke effecten) en stoffen waarvoor bevestigende gegevens waren ingediend na opname. Een reeks wetenschappelijke bijeenkomsten werd gehouden met deskundigen uit de lidstaten met betrekking tot nieuwe en bestaande actieve stoffen en micro-organismen die worden gebruikt als actieve stoffen. De EFSA ontving beoordelingsrapporten voor 50 stoffen die opnieuw waren ingediend en zes stoffen voor hernieuwde opname in bijlage I en consulteerde lidstaten, aanvragers en het algemene publiek voor het geven van feedback aan de Europese Commissie. Voor een groot deel van de opnieuw ingediende stoffen loopt de consultatieperiode door tot in De EFSA heeft ook een verzoek van de Europese Commissie ontvangen om een collegiale toetsing met deskundigen van de lidstaten te organiseren en een concluderend oordeel te geven over 20 opnieuw ingediende stoffen en over de heropname van zes stoffen in bijlage I. In reactie op de krappe termijnen die samenhangen met de programma s voor herindienen en heropname maakte de afdeling PRAPeR meer gebruik van teleconferentie en organiseerde 23 teleconferenties met deskundigen uit lidstaten. De EFSA werd ook gevraagd om commentaar te geven aan de Europese Commissie over de beoordeling van bevestigende gegevens die voor negen stoffen waren ingediend door de rapporteur van de lidstaten. In totaal heeft de afdeling PRAPeR in 2009 een concluderend oordeel gegeven over 28 stoffen, inclusief negen nieuwe actieve stoffen, negen opnieuw ingediende stoffen en zeven bestaande actieve stoffen die al opgenomen zijn in bijlage I, maar waarvoor de collegiale toetsing was uitgesteld. Dit aantal is lager dan verwacht omdat: de EFSA niet door de Commissie is gevraagd om ontwerp-conclusies te geven over bevestigende gegevens, onvoorziene vertraging voor de programma s voor heropname en herindienen en, zoals overeengekomen met de Commissie, uitstel van de termijn voor het merendeel van de groenespoorstoffen tot Als gevolg hiervan was het aantal openbare raadplegingen in 2009 ook lager dan verwacht. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

62 Wetenschappelijke samenwerking De afdeling Wetenschappelijke samenwerking (SCO) richt zich op bevordering van de wetenschappelijke samenwerking, projecten en uitwisseling van wetenschappelijke informatie tussen de EFSA en nationale agentschappen voor voedselveiligheid in de lidstaten van de EU. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Externe rapporten ( * ) 2 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. Het netwerk van focal points, dat van start ging in 2007, vervolgde zijn werkzaamheden ter ondersteuning van de leden van het adviesforum. Hiertoe werden er meerjarige focal points-overeenkomsten getekend met alle 27 lidstaten om het bestaande netwerk te versterken. In 2009 sloten de drie EU-kandidaatleden zich aan bij het netwerk van focal points. Veel focal points, met name in Midden-Europese landen, organiseerden manifestaties om de bekendheid met het werk van de lidstaten en de EFSA te vergroten. De afdeling SCO stelde een rapport op over de activiteiten van de focal points in De prioriteiten van het netwerk van focal points hadden betrekking op het uitwisselen van informatie over trainingsactiviteiten en over projecten zoals het verzamelen van gegevens en het financieren van onderzoek. De uitgebreide lijst van artikel 36-organisaties die de EFSA ondersteunen bestaat nu uit 370 organisaties en het werkprogramma voor 2010 werd in 2009 door de raad van bestuur van de EFSA goedgekeurd, zodat er een vroegtijdig begin gemaakt kon worden met de tenuitvoerlegging daarvan. De focal points kregen in 2009 training zodat zij meer ondersteuning konden bieden aan de artikel 36-organisaties in hun landen en IT-hulpmiddelen zijn in ontwikkeling om het netwerken te verbeteren. Een beoordelingsrapport, op basis van een overzicht van activiteiten die vallen onder het subsidie- en aanbestedingsprogramma van de EFSA, is opgesteld. De database van deskundigen van de EFSA is verder uitgebreid en omvat nu zo n 2000 deskundigen uit meer dan 60 landen. Deze uitbreiding vloeit voort uit samenwerkingsactiviteiten die dit jaar van start zijn gegaan met lidstaten en internationale organisaties om het gebruik van deze database te bevorderen. Er werden in 2009 vijf reguliere activiteitenrapporten gepubliceerd over het database-van-deskundigenproject. De ESCO-werkgroep voor risico-batenanalyse van het toevoegen van foliumzuur aan voedingsmiddelen rondde zijn werkzaamheden af. Het rapport, waarin de resultaten van een wetenschappelijke manifestatie in Uppsala zijn opgenomen, werd uitgegeven en door de uitvoerend directeur van het wetenschappelijk comité ter overweging ingediend bij het NDA-panel. Het platform voor informatie-uitwisseling (IEP) biedt de lidstaten en de EFSA een instrument voor het uitwisselen van informatie over risicobeoordelingsacties die worden ondernomen door organisaties uit de lidstaten, met een vergelijkbare opdracht als de EFSA. Tot op heden heeft het IEP meer dan 400 wetenschappelijke documenten gepubliceerd. Daarnaast voorziet het platform in werkplannen en andere landenspecifieke informatie. Vanaf april kregen de gebruikers elke maand een rapportage. Een nieuwe webpagina voor het EFSA Journal werd in december gelanceerd om de opname van het EFSA Journal in bibliografische databases te vergemakkelijken. Het verbeterde Journal is bedoeld als spreekbuis voor het wetenschappelijke werk van de EFSA dat zichtbaar en van invloed is in de wetenschappelijke gemeenschap en tegelijkertijd voldoet aan de beste praktijken in wetenschappelijke publicaties. Het samenvattende rapport met betrekking tot colloquium nr. 12 (Campylobacter) werd in maart gepubliceerd. Op november namen zo n 100 wetenschappers en belanghebbenden uit 25 landen deel aan het 13e wetenschappelijke colloquium van de EFSA What s new on Novel Foods in Amsterdam. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. 60 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

63 BIJLAGE III OVERZICHT VAN ADVIEZEN EN WETENSCHAPPELIJKE DOCUMENTEN 2009 Gegevensverzameling zoönosen De afdeling Gegevensverzameling zoönosen analyseert en legt gegevens vast over zoönosen, antimicrobiële resistentie, microbiologische contaminanten en uitbraken van door voedsel veroorzaakte ziekten. De gegevens worden ingediend door lidstaten en andere rapporterende landen in overeenstemming met Richtlijn 2003/99/EG. Wetenschappelijke producten 2009 Hoeveelheid Wetenschappelijke of technische rapporten van de EFSA 14 Externe rapporten ( * ) 5 ( * ) Rapporten die door externe partijen voor de EFSA worden opgesteld volgens specifieke EFSA-procedures. Het harmoniseren van het controleren en melden van zoönosen in de EU werd in 2009 voortgezet met als doel het verbeteren van de kwaliteit van de op Gemeenschapsniveau verkregen en geanalyseerde gegevens. In het bijzonder werden er vier rapporten gepubliceerd met betrekking tot specificaties voor het geharmoniseerd controleren en melden van zoönotische parasieten (Trichinella, Ecinococcus, Cysticercus en Sarcocystis) bij dieren door EU-lidstaten als resultaat van een artikel 36-subsidieproject. Daarnaast coördineerde de afdeling twee andere artikel 36-subsidieprojecten gericht op het harmoniseren van het controleren en melden van rabiës en Q-koorts bij dieren en tevens de onderzoeksmethoden van de lidstaten voor zoönoseverwekkers in voedsel. Bovendien publiceerde de afdeling zelf, ondersteund door de werkgroep voor gegevensverzameling van zoönosen en externe werkgroepen, specificaties voor geharmoniseerde onderzoeken over twee zoönotische pathogenen, verotoxigene E.coli en Yersinia enterocolitica, bij dieren en voedsel. Deze specificaties zijn bedoeld als richtlijn voor de lidstaten bij hun nationale controleactiviteiten en benadrukken het belang van een goede onderzoeksmethode. Op verzoek van de Commissie werden er ook technische specificaties opgesteld voor een EU-breed onderzoek over Listeria monocytogenes, een belangrijk door voedsel veroorzaakt pathogeen, in kant-en-klaarmaaltijden, dat in 2010 zal plaatsvinden. Gegevens uit de jaarverslagen over zoönosen van de lidstaten en uit de drie EU-brede vergelijkende onderzoeken die in 2008 werden uitgevoerd, werden succesvol gevalideerd met behulp van een nieuw SAS-gebaseerd databeheerssysteem met automatische validatiecriteria. Er werden specifieke pogingen ondernomen om de analyses te verbeteren van de jaarlijkse gegevens over zoönosen en uit vergelijkend onderzoek, zowel vanuit IT- als methodologisch oogpunt. Hiertoe werden een onlinedata-warehouse en GIS-systemen (geografische informatiesystemen) ontwikkeld om het verwerken van en de toegang tot gegevens te faciliteren. Bovendien werd er gewerkt aan de ontwikkeling van een statistische en ruimtelijke analyse van gegevens over zoönosen evenals analyses van tijdelijke trends in twee werkgroepen van deskundigen die aanbevelingen deden voor de meest geschikte toepassingsmethode voor toekomstige ontwikkelingen. De verbeterde analytische methode werd eerder gebruikt voor het samenvattende communautaire verslag over zoönosen van 2008 en voor het samenvattende verslag over door voedsel veroorzaakte ziekten in 2007, die in samenwerking met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) werden opgesteld. Opnieuw waren salmonella en Campylobacter de meest frequent gemelde zoönotische pathogenen in de EU. Er werden twee rapporten over de EUbrede vergelijkende onderzoeken met betrekking tot methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) en salmonella bij fokvarkens gepubliceerd. In alle rapporten lag er speciale nadruk op een heldere communicatie van bevindingen en analyses. Raadpleeg voor verdere details de bijgevoegde cd-rom. J A A R V E R S L A G

64 BIJLAGE IV FINANCIEEL VERSLAG 62 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

65 BIJLAGE IV FINANCIEEL VERSLAG Besteed budget ,92 miljoen EUR of 97,1 % van het budget van 70,96 miljoen EUR inclusief het programma voor kandidaat-lidstaten is gerealiseerd. Het realisatieniveau was 1 % onder de vastgestelde norm voor dat jaar, d.w.z. 98 %. Miljoen EUR ,47 miljoen EUR of 75,4 % van het totale budget is betaald. Dit betalingsniveau ligt 3 % onder het doel van 55,6 miljoen EUR ,5 miljoen EUR van de betalingsverplichtingen ofwel 13 % van het bestede budget is doorgeschoven naar 2010 (24,4 % in 2008) Budget Realisatie 0 Personeel Infrastructuur Uitvoering Betalingen Rubriek Budget (miljoen EUR) Realisatie (miljoen EUR) Aandeel vastgelegd Betalingen (miljoen EUR) Aandeel betaald Betaalbaar te stellen bedragen (miljoen EUR) Personeel 34,77 33,81 97 % 33,12 95 % 0,69 Infrastructuur 10,75 10,69 99 % 6,30 59 % 4,40 Uitvoering 25,44 24,42 96 % 14,05 55 % 10,37 Waarvan voor kandidaat-lidstaten 0,51 0,35 69 % 0,23 46 % 0,11 Totaal 70,96 68,92 95 % 53,47 75 % 15,45 J A A R V E R S L A G

66 Besteed budget op basis van activiteiten 2009 Miljoen EUR Activiteit 1 Activiteit 2 Activiteit 3 Activiteit 4 Budget Realisatie Betalingen Activiteit Budget (miljoen EUR) Realisatie (miljoen EUR) Aandeel vastgelegd Betalingen (miljoen EUR) Aandeel betaald Betaalbaar te stellen bedragen (miljoen EUR) Activiteit 1 30,72 29,84 97 % 24,05 78 % 5,79 Activiteit 1: Wetenschappelijk advies en beoordelingen Activiteit 2: Risicobeoordelingsmethoden Activiteit 3: Voorlichting en dialoog Activiteit 4: Beheer en administratie Activiteit 2 19,52 19,04 98 % 13,58 70 % 5,46 Activiteit 3 10,42 9,96 96 % 7,18 69 % 2,78 Activiteit 4 10,30 10,09 98 % 8,67 84 % 1,42 Totaal 70,96 68,92 97 % 53,47 75 % 15,45 64 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

67 BIJLAGE IV FINANCIEEL VERSLAG Activiteitenbegroting 2009 Activiteit 1 43 % 27 % Activiteit 2 15 % 15 % Activiteit 3 Uitvoering activiteitenbegroting 2009 Activiteit 4 Activiteit 2 Activiteit 1: Wetenschappelijk advies en beoordelingen Activiteit 2: Risicobeoordelingsmethoden Activiteit 3: Voorlichting en dialoog Activiteit 4: Beheer en administratie Activiteit 1 43,3 % 14,6 % 27,6 % 14,4 % Activiteit 3 Activiteit 4 J A A R V E R S L A G

68 66 E U R O P E S E A U T O R I T E I T V O O R V O E D S E L V E I L I G H E I D

Werkplan Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is

Werkplan Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is Werkplan 2010 1831-5453 Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is Werkplan 2010 EFSA in 2010: een gevestigde speler in het voedselveiligheidssysteem van Europa, die nauw samenwerkt met

Nadere informatie

Werkplan Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is

Werkplan Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is Werkplan 2011 Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is Werkplan 2011 Het jaar 2011 zal voor de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) opnieuw een druk en productief jaar

Nadere informatie

Jaarverslag 2008 ISSN Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is

Jaarverslag 2008 ISSN Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is Jaarverslag 2008 ISSN 1830-3862 Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is INHOUD Inhoud European Food Safety Authority, 2009 ISBN: 978-92-9199-166-2 doi: 10.2805/24613 Reproductie is

Nadere informatie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243

Nadere informatie

Wat zijn gewasbeschermingsmiddelen? Wie beslist over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen? Wie is verantwoordelijk voor de toepassing?

Wat zijn gewasbeschermingsmiddelen? Wie beslist over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen? Wie is verantwoordelijk voor de toepassing? Wat zijn gewasbeschermingsmiddelen? Wie beslist over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen? Wie is verantwoordelijk voor de toepassing? Hoe kunnen gewasbeschermingsmiddelen veilig worden toegepast?

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE Europees Parlement 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 21.10.2016 2016/2903(RSP) ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016

Nadere informatie

De wetenschap beschermt de consument. van boer tot bord. Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is

De wetenschap beschermt de consument. van boer tot bord. Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is De wetenschap beschermt de consument van boer tot bord Toegewijd om ervoor te zorgen dat Europa s voedsel veilig is 2 De wetenschap beschermt de consument van boer tot bord EFSA een wetenschappelijke organisatie

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.7.2018 C(2018) 3304 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.7.2018 tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving Courtesy Vertaling Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC Taakomschrijving Achtergrond Tegen het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de wereldwijde opwarming van

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en) 15793/14 DENLEG 175 AGRI 719 SAN 443 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 19 november 2014 aan: Nr. Comdoc.: D036045/02 Betreft:

Nadere informatie

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1228/

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1228/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-1228/2016 16.11.2016 ONTWERPRESOLUTIE ingediend overeenkomstig artikel 106, leden 2 en 3, van het Reglement over de ontwerpuitvoeringsverordening van de

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op voedingssupplementen

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op voedingssupplementen EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op voedingssupplementen 1. IEIDING Het

Nadere informatie

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU De Europese Unie mikt hoog Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling Bijdrage van het landbouwbeleid Het GLB biedt landbouwers een aantal stimuli

Nadere informatie

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.8.2014 COM(2014) 527 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over de EU-strategie en het actieplan

Nadere informatie

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) 12.4.2014 L 109/43 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) (Voor de EER relevante tekst) (2014/208/EU)

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0433(COD) van de Commissie internationale handel

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0433(COD) van de Commissie internationale handel EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie internationale handel 20.3.2015 2013/0433(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie internationale handel aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Nadere informatie

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels Inhoudsopgave I. BASISREGELS A. Substantiële regels Verord. (EG) nr. 178/2002 E.P. en de Raad 28 JANUARI 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0267 (COD) 10729/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 44 SAN 285 MI 479 COMPET 403 CODEC 978

Nadere informatie

STOA-REGLEMENT BESLUIT VAN HET BUREAU VAN 4 MEI gezien het STOA-reglement dat het Bureau op 19 april 2004 heeft goedgekeurd,

STOA-REGLEMENT BESLUIT VAN HET BUREAU VAN 4 MEI gezien het STOA-reglement dat het Bureau op 19 april 2004 heeft goedgekeurd, 5.1.2. STOA-REGLEMENT BESLUIT VAN HET BUREAU VAN 4 MEI 2009 1 HET BUREAU VAN HET EUROPEES PARLEMENT, -gezien artikel 23, lid 2, van het Reglement 2, - gezien zijn besluit van 1 september 2003 over het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.1.2009 COM(2009) 12 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Hongarije

Nadere informatie

Technische nieuwsbrief

Technische nieuwsbrief Technische nieuwsbrief January 2018 ESTO werkt mee nieuwe REACH-beperkingen voor instrooimateriaal uit Naar aanleiding van de in de media geuite zorgen over de mogelijke gezondheidsrisico s van het gebruik

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord...4. Samenvatting...5. ESRB Jaarverslag 2011 Inhoud

INHOUD. Voorwoord...4. Samenvatting...5. ESRB Jaarverslag 2011 Inhoud Jaarverslag 2011 Jaarverslag 2011 INHOUD Voorwoord...4 Samenvatting...5 ESRB Jaarverslag 2011 Inhoud 3 Voorwoord Mario Draghi Voorzitter van het Europees Comité voor Systeemrisico s Het doet mij veel plezier

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0411/1. Amendement. Peter Jahr namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0411/1. Amendement. Peter Jahr namens de PPE-Fractie 5.12.2018 A8-0411/1 1 Overweging K K. overwegende dat de EU nog steeds kampt met de grootste economische, sociale en politieke crisis sinds haar oprichting; overwegende dat de door de EU instellingen gevolgde

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5467 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.9.2017 tot vaststelling van wetenschappelijke criteria voor het identificeren van hormoonontregelende

Nadere informatie

Functiefamilie MI Bemiddelaars

Functiefamilie MI Bemiddelaars Functiefamilie MI Bemiddelaars DOEL De bemiddeling en/of de onderhandeling tussen verschillende partijen coördineren teneinde te komen tot een standpunt dat aanvaardbaar is voor alle partijen. RESULTAATGEBIEDEN

Nadere informatie

(ECDC/AD/2016/SRS-ETB)

(ECDC/AD/2016/SRS-ETB) Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding Vacature voor de functie van tuberculosedeskundige bij de afdeling Surveillance en Respons (ECDC/AD/2016/SRS-ETB) Er worden gegadigden gezocht voor

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2014R1226 NL 18.11.2014 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EU) Nr. 1226/2014 VAN DE COMMISSIE

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en het Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer van de Europese Commissie

Nadere informatie

Duurzaam en helder naar de toekomst

Duurzaam en helder naar de toekomst Duurzaam en helder naar de toekomst De visie en ambitie van Nefyto Visie Voor een productieve en duurzame landen tuinbouw is geïntegreerde gewasbescherming een belangrijke voorwaarde. Deze land- en tuinbouw

Nadere informatie

HET EUROPEES INSTITUUT VOOR GENDERGELIJKHEID HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN. Samenwerkingsovereenkomst

HET EUROPEES INSTITUUT VOOR GENDERGELIJKHEID HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN. Samenwerkingsovereenkomst HET EUROPEES INSTITUUT VOOR GENDERGELIJKHEID EN HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN Samenwerkingsovereenkomst Preambule Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) en het

Nadere informatie

Algemene informatie over de respondent

Algemene informatie over de respondent Openbare raadpleging over de Refit-evaluatie van de EU-wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en bestrijdingsmiddelenresiduen Velden met een * zijn verplicht. Algemene informatie over de respondent

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.6.2011 COM(2011) 366 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Verlenging van de regeling tussen de Europese Commissie en het Office of

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de oprichting van een Europees

Nadere informatie

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen Nr. 2018/19 Samenvatting Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen pagina 2 van 5 De Gezondheidsraad heeft voor 25 vitamines

Nadere informatie

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0266 (COD) 10728/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 43 SAN 284 MI 478 COMPET 402 CODEC 977

Nadere informatie

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 27 april 2018 (OR. en) 8273/1/18 REV 1 JEUN 45 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad nr. vorig doc.:

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.6.2019 COM(2019) 270 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de op onlineboekingen bij verschillende verkooppunten toepasselijke bepalingen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 119/4 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2011 VERORDENING (EU) Nr. 440/2011 VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2011 betreffende de verlening en weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.1.2006 COM(2006) 2 definitief 2003/0165 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea,

Nadere informatie

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst) L 112/6 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/684 VAN DE COMMISSIE van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde mais NK 603 (MON-ØØ6Ø3-6) en tot

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 7984/10 ENFOPOL 78 + COR 1 + ADD

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2014/287/EU)

(Voor de EER relevante tekst) (2014/287/EU) 17.5.2014 L 147/79 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 10 maart 2014 tot vaststelling van de criteria voor de oprichting en evaluatie van Europese referentienetwerken en de leden daarvan en voor de

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.7.2016 COM(2016) 438 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over de toepassing van het wettelijk kader

Nadere informatie

Een nieuwe start voor sociale dialoog

Een nieuwe start voor sociale dialoog Een nieuwe start voor sociale dialoog Verklaring van de Europese sociale partners, de Europese Commissie en het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie In het Verdrag betreffende de werking van

Nadere informatie

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie Het centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie (Z&O) doet onderzoek naar microbiële risico s veroorzaakt door besmet voedsel, door pathogenen (ziekteverwekkers)

Nadere informatie

1997R0258 NL

1997R0258 NL 1997R0258 NL 07.08.2009 004.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) nr. 258/97 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0265 (COD) 12056/16 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 7 september 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ECOFIN

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 125/10 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/786 VAN DE COMMISSIE van 19 mei 2015 tot vaststelling van criteria voor de aanvaardbaarheid van zuiveringsprocedés die worden toegepast op producten die bedoeld

Nadere informatie

15349/16 ASS/mt 1 DG D 2A

15349/16 ASS/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 8 december 2016 (OR. en) 15349/16 JUSTCIV 318 EJUSTICE 213 RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 8 december 2016 aan: de delegaties

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen EIOPA-BoS-12/069 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringsondernemingen 1/8 1. Richtsnoeren Inleiding 1. Artikel 16 van de Eiopa-verordening 1 (European Insurance and Occupational

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2075(DEC) Ontwerpadvies Linda McAvan (PE v01-00)

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2075(DEC) Ontwerpadvies Linda McAvan (PE v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie ontwikkelingssamenwerking 16.12.2014 2014/2075(DEC) AMENDEMENTEN 1-7 Linda McAvan (PE541.411v01-00) inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Dienst

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Dienst C 449/198 NL Publicatieblad van de Europese Unie 1.12.2016 VERSLAG over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Dienst (2016/C

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie 10 april 2001 VOORLOPIGE VERSIE 2000/2243(COS) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03.

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) 6294/17 AGRILEG 42 VETER 16 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 13 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048897/03 Betreft: het

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN - FAVV - Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN - FAVV - Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN - FAVV - 1 BP 2018-2020 Strategische thema s een efficiënte en doeltreffende organisatie van het toezicht op de voedselketen met het oog op haar

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135 BEGELEIDENDE NOTA van: de permanent vertegenwoordiger van Frankrijk, de heer Pierre VIMONT d.d.: 10 november

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0232(COD) van de Commissie juridische zaken

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0232(COD) van de Commissie juridische zaken Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 2017/0232(COD) 26.4.2018 ONTWERPADVIES van de Commissie juridische zaken aan de Commissie economische en monetaire zaken inzake het voorstel voor

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE Europees Parlement 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 24.10.2017 2017/2922(RSP) ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vragen met verzoek om mondeling antwoord B8-00000/2017

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN 30.4.2015 L 112/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/683 VAN DE COMMISSIE van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.3.2019 C(2019) 2266 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.3.2019 inzake een in 2020, 2021 en 2022 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2013 (OR. en) 6875/13 DENLEG 18 AGRI 121

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2013 (OR. en) 6875/13 DENLEG 18 AGRI 121 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 februari 2013 (OR. en) 6875/13 DENLEG 18 AGRI 121 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 22 februari 2013 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.8.2017 COM(2017) 457 final 2017/0211 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 april 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 april 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 april 2017 (OR. en) 8318/17 AGRILEG 82 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 19 april 2017 aan: Nr. Comdoc.: D046260/03 Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2017 COM(2017) 628 final 2017/0277 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat op de zevenendertigste vergadering van het Permanent Comité

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) 11470/17 AGRILEG 145 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048947/06 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal

Nadere informatie

EVALUATIEVERSLAG VAN DE UITVOERING HET SAMENWERKINGSAKKOORD REACH VAN 17 OKTOBER 2011, IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 24 VAN DIT SAMENWERKINGSAKKOORD

EVALUATIEVERSLAG VAN DE UITVOERING HET SAMENWERKINGSAKKOORD REACH VAN 17 OKTOBER 2011, IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 24 VAN DIT SAMENWERKINGSAKKOORD EVALUATIEVERSLAG VAN DE UITVOERING HET SAMENWERKINGSAKKOORD REACH VAN 17 OKTOBER 2011, IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 24 VAN DIT SAMENWERKINGSAKKOORD JAAR 2016 Opgesteld door Comité REACH, 11 april 2017 1 1.

Nadere informatie

Deelconvenant consument en vrije tijd

Deelconvenant consument en vrije tijd CONVENANT GEZOND GEWICHT 2010-2014 Deelconvenant consument en vrije tijd PARTIJEN, - het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (hierna: CBL), te dezen vertegenwoordigd door zijn voorzitter de heer K.L.

Nadere informatie

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009 Jaarverslag Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009 Jaarverslag Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009 Algemeen deel 1 Inhoud Inleiding... 3 Commissie dierlijke bijproducten... 3 Nieuwe vorm

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2005 (03.01) 15929/05 EDUC 197 STATIS 100

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2005 (03.01) 15929/05 EDUC 197 STATIS 100 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 december 2005 (03.01) 15929/05 EDUC 197 STATIS 100 NOTA van aan: nr. Comv.: Betreft: het voorzitterschap het Onderwijscomité 11704/05 EDUC 123 STATIS 75 - COM(2005)

Nadere informatie

HET ONDER- NEMINGS- MODEL NATUURLIJK ALDI

HET ONDER- NEMINGS- MODEL NATUURLIJK ALDI NATUURLIJK ALDI HET ONDER- NEMINGS- MODEL NATUURLIJK ALDI WIJ Wij handelen in het belang van onze klanten. WIJ PAGINA 04 ALDI heeft discount uitgevonden I ALDI is een krachtige, succesvolle en internationale

Nadere informatie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna de Gemeenschap te noemen) enerzijds, en bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 284 van 22/10/98 OVEREENKOMST inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 351/64 30.12.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2469 VAN DE COMMISSIE van 20 december 2017 tot vaststelling van administratieve en wetenschappelijke voorschriften voor aanvragen bedoeld in artikel

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (12) De aanvrager, de lidstaten, met uitzondering van de lidstaat-rapporteur,

(Voor de EER relevante tekst) (12) De aanvrager, de lidstaten, met uitzondering van de lidstaat-rapporteur, L 252/26 Publicatieblad van de Europese Unie 19.9.2012 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 844/2012 VAN DE COMMISSIE van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D034098/02.

Hierbij gaat voor de delegaties document D034098/02. Raad van de Europese Unie Brussel, 22 juli 2014 (OR. en) 12140/14 DEEG 135 AGRI 512 SAN 296 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 22 juli 2014 aan: Nr. Comdoc.: D034098/02 Betreft: de Europese Commissie het

Nadere informatie

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid IP/04/235 Brussel, 18 februari 2004 Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid Na het Altmark-arrest van het Hof van Justitie is de

Nadere informatie

EVALUATIEVERSLAG VAN DE UITVOERING HET SAMENWERKINGSAKKOORD REACH VAN 17 OKTOBER 2011, IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 24 VAN DIT SAMENWERKINGSAKKOORD

EVALUATIEVERSLAG VAN DE UITVOERING HET SAMENWERKINGSAKKOORD REACH VAN 17 OKTOBER 2011, IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 24 VAN DIT SAMENWERKINGSAKKOORD EVALUATIEVERSLAG VAN DE UITVOERING HET SAMENWERKINGSAKKOORD REACH VAN 17 OKTOBER 2011, IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 24 VAN DIT SAMENWERKINGSAKKOORD JAAR 2017 Opgesteld door Comité REACH, 9 oktober 2018 1

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2005 (13.06) (OR. en) 9803/05 SAN 99

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2005 (13.06) (OR. en) 9803/05 SAN 99 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2005 (13.06) (OR. en) 9803/05 SAN 99 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal aan: de delegaties nr. vorig doc.: 9181/05 SAN 67 Betreft: Conclusies van

Nadere informatie

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 1999 (OR. en) 12545/1/99 REV 1 LIMITE SAN 171 Betreft : Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik DG I CONCLUSIES VAN DE RAAD

Nadere informatie

inspireren en innoveren in MVO

inspireren en innoveren in MVO inspireren en innoveren in MVO Inleiding Gert Van Eeckhout Beleidsondersteuner MVO - Departement WSE Wat is MVO? Waarom MVO? Beleidslijnen Vlaamse overheid MVO? een proces waarbij ondernemingen vrijwillig

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie begrotingscontrole 2010/2169(DEC) 3.2.2011 ONTWERPVERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.5.2018 L 132/35 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/784 VAN DE COMMISSIE van 29 mei 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 2001/2086(COS) 30 mei 2001

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 2001/2086(COS) 30 mei 2001 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 2001/2086(COS) 30 mei 2001 ONTWERPVERSLAG over het derde verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 14 augustus 2012 Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (9) Op grond van de ingediende gegevens concludeerde de

(Voor de EER relevante tekst) (9) Op grond van de ingediende gegevens concludeerde de 23.10.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 279/13 VERORDENING (EU) Nr. 957/2010 VAN DE COMMISSIE van 22 oktober 2010 betreffende de verlening en weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig doc.: 11037/1/00 ENFOPOL 58

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE 10.1.2004 L 6/29 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 19 december 2003 betreffende een gecoördineerd programma voor 2004

Nadere informatie

de aanbevelingen in het verslag van de Deskundigengroep mensenhandel van de Europese Commissie aan de EU-lidstaten van 22 december 2004,

de aanbevelingen in het verslag van de Deskundigengroep mensenhandel van de Europese Commissie aan de EU-lidstaten van 22 december 2004, Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 mei 2009 (26.05) (OR. en) PUBLIC 8723/4/09 REV 4 LIMITE CRIMORG 63 MIGR 43 E FOPOL 86 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het COREPER/de Raad Ontwerp-conclusies

Nadere informatie

VERSLAG (2016/C 449/18)

VERSLAG (2016/C 449/18) 1.12.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 449/97 VERSLAG over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0383(E) 9.6.2017 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst) L 203/26 10.8.2018 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1112 VAN DE COMMISSIE van 3 augustus 2018 tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan

Nadere informatie