Voorbeeld lesprogramma Nederlands Visbureau

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorbeeld lesprogramma Nederlands Visbureau"

Transcriptie

1 Voorbeeld lesprogramma Nederlands Visbureau ProSea college Eerste leerjaar

2 Introductie op het lesprogramma Dit is een voorbeeld lesboek voor de presentatie tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van het Nederlands Visbureau. Docent: Tim Haasnoot Contact: VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU 2 / 75

3 Lesmodules Lesmodule 1 p.4 Vissen met korren Lesmodule 2 p.25 Regels op zee Lesmodule 3 p.52 Vissoorten VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU 3 / 75

4 Lesmodule 1 Vissen met korren Inleiding In deze lesmodule zullen diverse korvisserijmethoden worden behandeld. Iedere kormethode is gericht op het vangen van demersale soorten, dat zijn soorten die je vooral dichtbij-, op- of in de bodem aantreft. Vanaf de jaren 60 werd voornamelijk de boomkor gebruikt door Nederlandse vissers, aangezien dit een zee effectieve vismethode is om platvis te vangen. De motorvermogens van de kotters namen sinds die tijd ook toe en kotters konden hierdoor met steeds zwaardere tuigen vissen. In 1988 is er een pk-grens ingesteld van 2000 pk om deze trend te stoppen. In der tijd was een vermogen boven de 2000 pk al heel normaal voor een kotter met boomkor. Als gevolg van die hoge motorvermogens nam het brandstofverbruik ook sterk toe. Begin van deze eeuw was het gebruikelijk dat boomkorkotters per week ruim liter brandstof verbruikten. Toen de olieprijzen in 2006 stegen, stegen de brandstofkosten van de boomkor zo sterk dat vissers op zoek gingen naar manieren om brandstofkosten te besparen. Door slimmer te ondernemen en waar mogelijk het energiegebruik te beperken konden boomkorvissers tientallen procenten op hun brandstofverbruik besparen. Daarnaast gingen vissers ook op zoek naar aanpassingen en alternatieven voor de boomkor. Sindsdien zijn een kotters binnen de Nederlandse vloot overgestapt op andere vistechnieken dan de boomkor. De volgende kor methoden zullen worden behandeld: Boomkor SumWing Pulskor PulsWing Garnalenkor VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 4 / 75

5 Garnalenpulskor Mosselkor Verder zal ook nog kort worden ingegaan op innovatieve visserijmethoden die (nog) niet zijn doorgebroken binnen de Nederlandse visserij. Kotters aan de kade. Visserijnieuws VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 5 / 75

6 Inhoud 1 Sumwing 1.1. Beschrijving 1.2. Werkwijze 1.3. Doelsoorten en bijvangsten 1.4. Verwerking 1.5. Duurzaamheid Pulskor 2.1. Beschrijving 2.2. Werkwijze 2.3. Doelsoorten en bijvangsten 2.4. Gedrag van vis ten opzichte van het vistuig 2.5. Verwerking 2.6. Duurzaamheid 2.7. Regelgeving VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 6 / 75

7 1 Sumwing De SumWing is een innovatie voor de traditionele boomkor, waarbij de boom van de boomkor vervangen is met de SumWing. Bij een boomkor wordt het net opengehouden door een boom met aan weerskanten sloffen, maar de SumWing heeft geen sloffen meer. Het grote voordeel voor de boomkorkotters is dat aan de uitrusting van de schepen niets hoeft te veranderen. Er is met dit systeem een mogelijkheid gekomen om met de bestaande boomkorkotters te kunnen blijven vissen. De resultaten met de SumWing waren zo indrukwekkend dat veel boomkorkotters in Nederland inmiddels zijn overgeschakeld op de SumWing, meestal in combinatie met de puls. De SumWing heeft een vleugelachtig model, waardoor het minder weerstand heeft in het water ten opzichte van de boomkor. ILVO 1.1. Beschrijving De SumWing lijkt op een vliegtuigvleugel en werd voor het eerst getest aan boord van de TX-36. Door de vleugelvorm zweeft het tuig als het ware over de zeebodem heen. In tegenstelling tot de boomkor heeft de SumWing nog nauwelijks contact met de zeebodem. Daardoor is er minder weerstand. Het nieuwe vistuig is ontwikkeld om brandstof te besparen. Een aanzienlijke besparing is haalbaar ten aanzien van de traditionele boomkorvisserij. De bodempenetratie neemt af met ongeveer 10%, waardoor het ook minder invloed uitoefent op het ecosysteem. Met dit tuig kan op iedere soort bodemgesteldheid goed gevist worden; het tuig vist goed en de vleugel is sterk. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 7 / 75

8 De neus van de SumWing stuurt de stand van het tuig. Sumwing.nl De SumWing lijkt op een vliegtuigvleugel met aan de voorkant een opvallende neus. Deze neus stuurt de stand van het tuig. De trekpunten op het vleugelprofiel zorgen ervoor dat deze wordt gedwongen naar de bodem te sturen. De neus staat dan naar beneden gericht. Als het tuig de bodem bereikt en de neus de zeebodem raakt, verdraait de vleugel, zodat hij niet langer naar beneden stuurt, maar in dynamisch evenwicht blijft vlak boven de bodem (zie afbeelding hierboven). De vleugel staat tussen de 3 naar beneden tot 8 omhoog. Op deze manier blijft de SumWing in de juiste positie. De druk die de neus uitoefent op de bodem is heel laag. Er is slechts een klein oppervlak van de neus dat de zeebodem licht beroerd. Door de kleine bodemdruk en het kleinere contactoppervlak van de neus is er minder bodemberoering. Door de SumWing is wel de basis gelegd voor het vissen met minder bodemberoering en brandstof. Als de bodem wat omhoog loopt zal de neus het bodemprofiel volgen. De neus zal de vleugel verdraaien, zodat deze een meer opwaartse kracht krijgt en zichzelf omhoog tilt. Als het ware zweeft de vleugel boven de zeebodem door het water. De SumWing is licht en heeft weinig weerstand. Door de vislijn, de kracht van de wekkers/elektroden en het net draait de SumWing in duikstand. De neus of taster zorgt ervoor dat de vleugel in neutrale positie draait als de bodem wordt geraakt. Op dat moment houdt het systeem zichzelf in evenwicht. De SumWing is gevuld met lucht, waardoor de kracht op de zeebodem zo klein mogelijk wordt gehouden. Het gewicht van het tuig is onder water twee keer zo klein als boven water. Het vissen in de punten en op slappe grond gaat goed met de SumWing, het vist zelfs door gebieden waar de boomkor vastloopt. Ook een bocht maken tijdens het vissen geeft geen problemen. Verder gaat het halen sneller. Elke trek scheelt ongeveer vijf minuten. Op een week vissen scheelt dat al gauw twee trekken. Kort samenvattend heeft de SumWing dus de volgende voordelen: Lager brandstofverbruik, waardoor ook de brandstofkosten en CO 2 uitstoot verminderd in vergelijking met de boomkor. Verminderde bodemberoering in vergelijking met de boomkor. Minder slijtage aan bijvoorbeeld blokken, vislijnen, lieren en motor in vergelijking tot de boomkor Werkwijze In dit hoofdstuk bespreken we de wijze waarop de SumWing normaalgesproken wordt gebruikt. De hier beschreven werkwijze kan afwijken van de praktijk. Het belangrijkste is dat een visser ten allen tijden rekening houdt met de veiligheid. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 8 / 75

9 Uitzetten net Bij het uitzetten van het visnet volgt meestal deze procedure aan boord van een kotter met SumWing: De snelheid wordt verminderd en de haken van de SumWing worden losgemaakt. Het net ligt dan niet meer zeevast. Vervolgens kan het tuig overboord worden gezet. Daarna wordt met behulp van een touwstrop, achter de rolder, het net met de jumper omhoog gehesen en kunnen de kietelaars één voor één overboord worden gezet. De kuil kan dan voor een deel overboord glijden. Het kuiltouw is op een punt aan de zijkant van de bak bevestigd, zodat het tuig niet kan slingeren of draaien. De haak van de jumper en de haak die op de giek vast zit worden op de verdeelstrop vastgezet. Bij het uitzetten van het net trekt deze haak de jumper open. De schipper zet de jumper strak en de bemanning maakt de kuilen met de pooklijn dicht. De schipper voert langzaam de snelheid op. De jumper en de kuil staan nog strak. De schipper laat de jumper vieren. Deze klikt zelf uit de kuilstrop, doordat de haak van de lummel aan de jumperhaak bevestigd was. De kuil gaat overboord. De schipper laat de gieken zakken en viert de vislijnen. Een overzicht waarop beschreven wordt hoe de SumWing wordt uitgezet aan boord van een kotter. Aantekening: A. Het net wordt omhoog gehesen, B. Het bevestigingspunt, C. Deel van de kuil gaat overboord, D. De haak gaat aan de lummel, E. Het vieren van de jumper, F. Het dichtmaken van de kuilen, G. Het vieren van de vislijnen. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 9 / 75

10 Binnenhalen net Bij het binnenhalen van het visnet volgt meestal deze procedure aan boord van een kotter met een SumWing: De snelheid wordt teruggebracht. De vislijn wordt tot de spruit ingehaald. De gieken worden een eindje opgezet, zodat een matroos het kuiltouw kan pakken. Het kuiltouw wordt via de kop van de lier aan boord getrokken. Een matroos zet het kuiltouw vast op een bevestigingspunt aan de kant van de bak, zodat het tuig niet gaat draaien. De jumper wordt in de verdeelstrop gepikt en de vangst wordt in de vangstverwerkingsbakken gestort. Indien het schip over twee jumpers per kant beschikt, dan draait men deze in plaats van de verhaalkoppen. De tuigen kunnen weer uitgezet worden. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 10 / 75

11 Een overzicht van het binnenhalen van het net aan boord van een kotter met SumWing. Beëindigen van het vissen Bij het beëindigen van het vissen volgt meestal deze procedure aan boord van een kotter met SumWing: Na het beëindigen van het vissen wordt het net ongeveer een half uur schoon gespoeld. Hierna wordt het tuig aan boord gebracht. De kuilen worden onder de bak getrokken en ze worden gecontroleerd op eventuele schade. Met behulp van een hulpliertje wordt de kuil onder de bak getrokken. Daarna kan het overige net met behulp van een touwstrop naar binnen gepakt worden. Het netwerk wordt omhoog gehesen en daarna wordt een ander touwstrop achter de rolder bevestigd om het resterende deel van het net omhoog te hijsen. Als het net omhoog is gehesen worden de kietelaars en de grondpees binnen gepakt. Daarna kan de SumWing aan boord gezet worden. Daarna gaat er een strop om alle wekkers en worden ze aan boord gepakt. Zodra ze aan boord zijn worden ze over de SumWing gelegd, zodat ze niet verward raken. De SumWing wordt vastgezet doormiddel van haken die bevestigd zijn aan het dek. Deze haken worden in de spruit gepikt. De SumWing ligt nu vast. De touwstrop, die nog aan het net vastzit, wordt bevestigd aan een bevestigingspunt achter de mast. Het net ligt zeevast. Met de dek-lieren en de jumper worden het net en de rolder boven het dek gehangen. De kietelaars, die voor de rolder hangen, kunnen dan worden bijgesteld of vervangen. Dit is belangrijk omdat door slijtage de kietelaars steeds iets langer worden, waardoor ze niet meer mooi rond onder elkaar hangen. Hierna worden de netten tegen de SumWing geplaatst. De kuilen worden opgehesen door de jumper in de kuilstrop te haken. De pooklijn van de kuil wordt aan een punt van de mast bevestigd. Dit voorkomt dat de kuilen in het weekend krimpen. Spoelen van de netten. Binnenhalen van de kuil. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 11 / 75

12 Binnenhalen restant net. Het plaatsen van de touwstrop achter de rolder. Het net wordt omhoog gehesen. Binnenhalen grondpees en kietelaars. Het aan boord zetten van de SumWing. Het aan boord zetten van de SumWing. Plaatsen van een strop om de wekkers. Haken waar de sumwing aan wordt vastgezet. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 12 / 75

13 De kietelaars hangen klaar om gemeten en afgesteld te worden. Controleren van de kietelaars. Controleren van de kietelaars. De netten hangen tegen de SumWing Doelsoorten en bijvangsten De SumWing heeft dezelfde doelsoorten en bijvangsten als de boomkor. Daarom verwijzen we naar het hoofdstuk over de boomkor waarin de doelsoorten en bijvangsten al uitgebreid staan beschreven Verwerking Het verwerken van de vis aan boord van een kotter die vist met een SumWing is ook vergelijkbaar met de boomkor. Daarom verwijzen we naar het hoofdstuk over de boomkor waarin het verwerken van de vis aan boord al uitgebreid staat beschreven Duurzaamheid De SumWing is een innovatie voor de boomkor. Dit vistuig is in 2006 ontwikkeld en had als doel om brandstof te besparen. Het is ontwikkeld door HFK Engineering in samenwerking met de Texelse vissers Jaap van der Vis (TX-36), Jack Betsema (TX-38) en Albert Schagen (TX-63). De boom die bij de boomkor het net openhoudt is vervangen door een vleugelachtige constructie, genaamd de SumWing. Er is ook een model ontwikkeld voor kleine kotters en voor de garnalenvisserij. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 13 / 75

14 De SumWing is licht, heeft weinig weerstand in het water en zweeft als een vliegtuigvleugel boven de zeebodem. Hierdoor is de bodemberoering ongeveer 10% minder, waardoor er waarschijnlijk ook minder ongewenste soorten bijgevangen worden. Ook heeft de SumWing daardoor een besparing van meer dan 11% brandstof ten opzichte van de boomkor. De SumWing heeft hierdoor een positieve invloed op de winstgevendheid van vissers (Profit P) en vermindert de effecten van de visserij op de zee (Planet P). Keuring na aanpassing van de trekpunten van de SumWing met o.a. Jaap van der Vis (TX-36) en Harmen Klein Woolthuis (HFK). Visserijnieuws 2 Pulskor De pulskor is ontwikkeld als gevolg van de maatschappelijke druk op de boomkor in combinatie met het hoge brandstofverbruik van de boomkortechniek. Vanaf de jaren 70 werd er in Nederland onderzoek gedaan naar vissen met elektriciteit op garnaal en platvis. De proeven toonden aan dat er efficiënt gevist kon worden met elektriciteit op platvis. Ook nam de hoeveelheid bijvangst af en daalde het brandstofverbruik. Rond 1986 is er een poging gedaan door om het eerste elektrische pulstuig op de markt te brengen. Dat ging helaas niet door, want de Europese Unie besloot in 1988 een verbod in te voeren op elektrisch vissen. Een belangrijke reden voor dit verbod in Nederland was de angst voor nog hogere vangsten met het pulstuig, terwijl de visbestanden op dat moment al onder hoge druk stonden. In 1992 besloot het bedrijf Verburg Holland BV de ontwikkeling van een elektrisch vistuig weer op te pakken. Na jaren van onderzoek resulteerde dit in de pulskor gericht op het vangen van platvis (dus niet te verwarren met de pulskor op garnaal). De pulskor werd voor het eerst getest op een commercieel schip aan boord van de UK-153 in Aanvankelijk waren er veel technische problemen met de pulskor, waardoor de resultaten tegenvielen. Daarop besloot de visserijsector eind 2006 de steun voor het pulskor project op te zeggen. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 14 / 75

15 De UK-153 bleef daarna nog een tijdje doorvissen met de pulskor en behaalde goede resultaten. Technische problemen werden opgelost, het brandstofverbruik nam af met 45% ten opzichte van de boomkor, de kwaliteit van de vis was beter en er werd minder bijgevangen. Na deze positieve verhalen besloot een groep vissers verder te werken aan de pulskor in de Kenniskring puls & SumWing. Deze kenniskring werd ondersteund door wetenschappers van het Landbouw Economisch Instituut (LEI, tegenwoordig Wageningen Economic Research) en IMARES (tegenwoordig Wageningen Marine Research). Na een aantal verdere aanpassingen aan de pulskor en het regelen van een pulsontheffing bij de Europese Unie besloot de TX-68 in 2009 als eerste met de pulskor van Verburg Holland BV (tegenwoordig Delmeco) te gaan vissen. De overige vissers in de kenniskring puls & SumWing hadden plannen gemaakt om de puls in te bouwen in een andere succesvolle innovatie, namelijk de SumWing. Een combinatie van de pulskor met de SumWing zou namelijk nog meer brandstof besparen en nog minder bodemberoering hebben. Ze besloten samen met HFK Engineering een Pulswing te bouwen en het eerste prototype werd getest eind 2009 aan boord van de TX-36. Na vele technische problemen in het begin met de Pulswing bleek ook deze vismethode goed te werken. Een vergelijkend onderzoek werd gedaan tussen de TX-68 (pulskor), TX-36 (Pulswing) en de GO-4 (boomkor) die gedurende een week samen op visten. De resultaten van dat onderzoek staan in onderstaande tabel. Uit een vergelijkend visonderzoek tussen de TX-68, TX-36 en GO-4 werden na 1 week de volgende resultaten behaald. Ondanks de lagere vangsten aan boord van de TX-68 en TX-36 houden ze meer over onder de streep dan de GO-4 door de enorme brandstofbesparingen. IMARES Mede door de resultaten van dit onderzoek begon de Nederlandse visserijsector enthousiaster te worden over de pulskor. Dat kwam ook doordat de boomkorvisserij onder druk stond door de hoge olieprijs, de lage visprijzen en de toenemende maatschappelijke kritiek op de boomkor. Inmiddels had het Ministerie 22 ontheffingen geregeld om met elektriciteit te mogen vissen bij de Europese Unie. Nadat rederij Jaczon een grote order had geplaats voor 4 PulsWings gingen andere vissers ook overstag. Uiteindelijk bleek het aantal aanvragen voor een pulsontheffing groter dan 22, waardoor niet alle kandidaten konden overstappen op de pulsmethode. Als gevolg van deze grote hoeveelheid aanvragen besloot het Ministerie, onder druk van de visserijsector, meer ontheffingen te regelen bij de Europese Unie. Dat lukte, want het aantal pulsontheffingen werd uitgebreid naar 42. De 20 extra ontheffingen werden verleend onder de voorwaarde dat de vissersschepen mee moesten doen aan een onderzoeksprogramma en waren op tijdelijke basis. Op het moment dat het aantal pulsontheffingen werd uitgebreid naar 42 begon de kritiek op de pulskor ook steeds luider te worden. Omdat de pulskor een compleet nieuwe technologie is, zijn er ook veel vragen. Veel vragen gaan over ecosysteemeffecten van de pulskor. Mensen willen weten of de puls gevaarlijk is voor sommige dieren. Zo is de puls misschien niet direct VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 15 / 75

16 schadelijk, maar misschien kunnen bepaalde dieren op de lange termijn wel beschadigd worden door de elektrische pulsen. Ook zijn er vragen over de effecten van de pulskor op de markt. Doordat Nederlandse vissers het grootste aandeel platvisquotum hebben in de Noordzee kunnen ze de overstap van de boomkor naar de pulskor goed financieren. Maar andere Europese landen die in de Noordzee vissen hebben niet genoeg platvisquotum in de Noordzee om zo n overstap te financieren. Daardoor ontstaat er een oneerlijke concurrentie en frustratie onder vissers. Tijdens een bijeenkomst van de NSAC konden aanwezigen ook zelf de puls voelen in een bak zout water. Visned Heel belangrijk om op te merken is ook dat er tegenwoordig verschillende vismethoden zijn die elektriciteit gebruiken en die verschillend werken qua constructie en impact. In dit hoofdstuk bespreken wij de pulskor op platvis en dus niet de pulskor op garnaal of de Pulswing! Een ander belangrijk punt is dat het overstappen van de boomkor methode naar de pulskor grote gevolgen heeft voor de controle en handhaving en voor de wetenschap. Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moeten namelijk bijscholing krijgen over hoe ze de pulskor moeten controleren. Dat geldt ook voor de inspecteurs in andere Europese landen die in de Noordzee vissen. Ook voor onderzoekers was het lastig om goed onderzoek te doen naar de ecosysteemeffecten doordat de pulskortechniek bleef veranderen. Dit maakt onderzoek heel ingewikkeld, omdat aanpassingen aan de pulskor of het tuig effect kunnen hebben op het elektrische veld. Veranderingen in het elektrische veld zorgen ook weer voor veranderende ecosysteemeffecten. Het Ministerie begon nog meer ontheffingen te regelen bij de Europese Unie, omdat 42 pulsontheffingen nog steeds niet genoeg was voor het aantal vissers dat wilde overstappen van de boomkor naar de puls. Nadat de eerste poging mislukte in het Europees parlement begin 2014, is er een nieuwe poging gedaan door Sharon Dijksma (destijds Staatssecretaris voor Economische Zaken). Uiteindelijk is het haar gelukt om het aantal pulsontheffingen te verdubbelen naar 84. Daarbij is wel afgesproken dat er extra onderzoek gedaan zal worden, waarin ook andere Europese landen betrokken worden. Dit onderzoek valt onder de aanlandplicht, wat betekend dat deze vergunningen tijdelijk zijn en onderzoek gericht moet VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 16 / 75

17 zijn op selectiever vissen. Ook is er een afspraak gemaakt dat er niet boven de 55 N gevist mag worden met een pulstuig. De onderzoeksproject pulsvisserij heeft de volgende 2 doelen: Het op brede schaal onderzoeken hoe de pulstechniek, al dan niet in combinatie met bepaalde voorzieningen en aanpassingen van het netdesign, kan bijdragen aan een hogere selectiviteit van de Nederlandse platvisvloot en daarmee de gevolgen van de implementatie van de aanlandplicht op een aanvaardbaar niveau kan brengen. Het vergaren van de ontbrekende/aanvullende data en kennis met het oog op een volledige toelating van de pulsvisserij op de Noordzee. Inmiddels is Nederland ook actief bezig om kennis over de puls te delen met andere Europese landen. Zo zijn er verschillende internationale bijeenkomst over de puls georganiseerd waarbij veel visserijorganisaties, wetenschappers, politici en NGO s uit andere Europese landen aanwezig waren. Via die bijeenkomst kan kennis over de puls gedeeld worden en kunnen er onderzoeksvragen voor het onderzoeksproject worden gesteld. Al die onderzoeksvragen zullen samen met de onderzoeksvragen uit de Nederlandse visserijsector worden gebruikt om een onderzoeksprogramma te maken. Ook is er tegenwoordig een website ( waar alle informatie over de puls wordt gedeeld. Aanwezigen van de internationale bijeenkomst pulsvisserij in Scheveningen gingen ook nog mee vissen aan boord van de OD-1. Op die manier konden ze met eigen ogen zien hoe de puls werkt in de praktijk. Pulsefishing.eu 2.1. Beschrijving Qua uiterlijk verschilt de pulskor niet van de traditionele boomkor. De bestaande sloffen zijn aangepast en de tussenpijp is nieuw gemaakt. Daarin kan de elektrische apparatuur geplaatst worden voor de elektrodes die de plaats innemen van de wekkerkettingen. Deze zijn vervangen door ongeveer 24 kunststof elektrodedragers met een lengte van ongeveer 6 meter. In de laatste drie meter bevinden zich zes bronzen elektroden. De pulskor maakt gebruik van korte elektronische prikkels, waardoor de spieren van de vis samentrekken. Rubberen slijtringen dienen als bescherming van de elektroden. De ruimte tussen het wekveld en de grondpees is opgevuld met een netwerk. De grondpees wordt door kettingen aan de zeebodem gehouden. Het net is korter dan een traditioneel boomkornet. De vissnelheid is lager, ongeveer 5 mijl per uur. Doordat het net minder slijt, kan met dunner VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 17 / 75

18 netwerk worden gevist. Dit zorgt voor minder waterweerstand van het tuig en daarmee weer voor een lager brandstofverbruik. Hier is het ontwerp van de pulskor (Delmeco) te zien, waarbij de wekkerkettingen zijn vervangen door elektroden. Delmeco 2.2. Werkwijze De elektronica, die de vorm en de sterkte van de puls regelt, is in een waterdichte kist op de boom geplaatst. Er zijn regels opgesteld waaraan de pulskor moet voldoen. Zo is de maximaal toegestane spanning tussen de elektroden 15 volt. Voor het maximale vermogen van het wekveld is gekozen voor 1.25 kw per meter boom. Binnen die grenzen kan een puls (en daarmee het wekveld) alsnog heel erg verschillend zijn. Hoe een puls is opgebouwd noemt men ook wel de pulskarakteristieken. De volgende zaken zijn van invloed op de pulskarakteristieken: De amplituden in volt (V); Het potentiaal dat gemeten wordt tussen twee geleidende delen. De elektrische veldsterkte (V/cm); De logische consequentie van de amplitude en de elektrode afstand. Puls frequentie (Hz); Het aantal pulsen per seconde. Pulsduur (µs): De duur van de puls. De steilheid van de voorste en achterste rand van de puls. De vorm van het elektrische veld (het directe gevolg van de pulsvorm, maar ook afhankelijk van soort en aantal elektroden, de afstand tussen de elektroden en de lengte / combinatie van geleidende en isolerende delen). VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 18 / 75

19 Naast de pulskarakteristieken zijn er ook veel natuurlijke factoren die van invloed zijn op het wekveld, zoals: Verschillen in geleidbaarheid van het zeewater en de zeebodem. De samenstelling van de zeebodem (een slibrijke bodem heeft een betere geleiding dan een zandbodem). Het zoutgehalte van het water (zout water heeft een hoger geleiden vermogen dan zoet water). De watertemperatuur (warm water heeft een hogere geleidbaarheid dan koud water). De pulskor (Delmeco) aan boord van de GO-48 (links), de elektronica aan boord (midden) en Extra liertrommels voor de elektrische voedingskabels op het achterschip. Delmeco & K. Taal Het systeem is voor wat de hard- en de software betreft beveiligd tegen overbelasting. Elektroden die te dicht bij elkaar in de buurt komen worden door de software uitgeschakeld. Vanuit de brug kan dat weer worden hersteld. Tijdens het halen wordt de spanning automatisch uitgeschakeld. Dat voorkomt dat het vistuig onder spanning aan boord wordt gehaald. Via een beeldscherm op de brug en waarschuwingslampen aan dek is er altijd inzicht in de toestand van het systeem. Storingen zijn direct waarneembaar op het beeldscherm in de stuurhut. Er is een aparte E-kabel die vanaf de extra lieren op het achterdek meegaat naar de pulskor. Deze kabel zorgt dat het elektrische vermogen, de voedingsspanning, in de zeebodem komt. Ook vindt via deze kabel een constante communicatie plaats tussen de sturing en regeling van het wekveld en het beeldscherm in de stuurhut. Hierdoor is er altijd zicht op het gedrag van het wekveld. Al die informatie wordt ook opgeslagen, zodat na een visweek direct gezien kan worden of het systeem nog correct functioneert. Die informatie wordt automatisch via e- mail naar een centrale database overgestuurd. Elk weekend kijken technische specialisten daarnaar. Zout water is een uitstekende geleider voor elektrische stroom. In het pulssysteem van Delmeco zijn drie lagen aan beveiliging ingebouwd. Die voorkomen dat er per ongeluk een deel van de stroom via het net of via de metalen romp terugstroomt naar de kotter Doelsoorten en bijvangsten De doelsoorten voor de pulskor zijn platvis en dan met name tong. Qua doelsoorten en bijvangst is de pulskor gelijk aan de boomkor, maar er worden met de pulskor minder ondermaatse vissen en bodemdieren gevangen in vergelijking met de boomkormethode. Doordat grotere vissen makkelijker reageren op een puls dan kleine vissen, neemt de VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 19 / 75

20 hoeveelheid bijvangst van ondermaatse vis af met de pulskormethode (zie onderstaande afbeelding). De bijvangst van bodemdieren is lager doordat deze dieren in tegenstelling tot de doelsoorten nauwelijks worden gestimuleerd door het elektrische veld. Er worden ook minder bodemdieren gevangen met de pulskor doordat er minder bodemimpact is. Hierdoor worden er dus minder bodemdieren van de zeebodem opgeschept. Ook zorgt de verminderde sleepsnelheid van de pulskor ervoor dat er minder oppervlak per uur bevist wordt. Daarmee komt de pulskor ook minder doel- en bijvangstsoorten per uur tegen, waardoor er dus ook minder bijgevangen wordt. Tot slot zorgt de verminderde sleepsnelheid van de pulskor er ook voor dat er een grotere kans is voor dieren om uit het net te ontsnappen. De bijvangst van vis (gemeten in kg per uur) is met 30% tot 50% afgenomen met de pulskor ten opzichte van de boomkor. Ook de bijvangst van bodemdieren (gemeten in kg per uur) is met 48% tot 73% afgenomen met de pulskor. Op dit plaatje staan twee kabeljauwen afgebeeld. De zwarte verticale lijnen zijn de elektroden, de horizontale lijnen zijn de veldlijnen die de stroom tussen de twee elektroden tonen. Hoe groter de afstand tussen de kop en de staart van de vis, des te hoger is het potentiaalverschil over het lichaam. Daardoor ervaart de grote vis het elektrisch veld sterker dan de kleine vis. Als je bijvoorbeeld uit zou gaan van een potentiaalverschil tussen de elektroden van 80 V, dan heeft ieder vierkantje een potentiaalverschil van 10 V. Dat zou betekenen dat de grote vis 60 V voelt, terwijl de kleine vis 30 V voelt. Het is wel belangrijk om te vermelden dat de positie van de vis ten opzichte van het elektrisch veld van invloed is op het potentiaal over z n lichaam. M. Soetaert 2.4. Gedrag van vis ten opzichte van het vistuig Door met deze pulskarakteristieken te spelen kun je ook de vangst beïnvloeden. De spieren van ieder zeedier reageren weer verschillend op de pulsen. Zo wordt met de pulskor op platvis gebruik gemaakt van een puls die de platvis doet verkrampen en opkrullen, terwijl de garnalenpulskor een puls gebruikt die de garnaal opschrikt. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 20 / 75

21 De platvis ligt tussen 2 elektroden (boven). Nadat de elektroden pulsen afgeven trekken de spieren van de platvis samen waardoor deze opkrult van de bodem. De garnalen liggen op de bodem van een aquarium met 2 elektroden (onder). Nadat de elektroden pulsen afgeven schrikken de garnalen op van de bodem. Pulsefishing.eu & Delmeco Bij schol en tong trekken de rugspieren krom door de elektrische pulsen. Ze komen daardoor uit de zeebodem omhoog. Het visnet schept de vis daarna als het ware op van de zeebodem. Na de prikkel graaft de vis zich weer snel in. De hersteltijd na de prikkel is 0,1 seconde. Om de vis te vangen moet de grondpees van het net op korte afstand van het wekveld volgen. De afstand mag niet meer zijn dan 0,3 meter Verwerking Het werk bij de vangstverwerking is makkelijker bij de pulskor dan bij de boomkorvisserij. Dat komt doordat er minder bijgevangen wordt met de pulskor, waardoor je schonere boxen hebt (zie tabel hieronder). Ook neemt de overlevingskans voor ondermaatse vis en bijvangst toe, doordat ze onder water met minder vistuig en materiaal in aanraking komen en door de efficiënte verwerking sneller overboord gezet kunnen worden. Het meeste werk in de haven zit in de afstelling van de pulsdragers. Het is belangrijk dat die op één lijn staan. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 21 / 75

22 Deze tabel toont de hoeveelheid discards voor de boomkor (Conv.) en de pulskor (puls) die in kilo s per uur worden gevangen. De laatste kolom geeft aan hoe groot het verschil is in discards tussen de conventionele boomkor en de pulskor. Zo zie je dat de pulskor in dit onderzoek slechts 64% van het totaal aantal bodemdieren vangt zoals met de boomkor het geval zou zijn geweest per uur. M. Rasenberg & F. Quirijns 2.6. Duurzaamheid De pulskor vist veel lichter en met een lagere vissnelheid, waardoor er minder motorvermogen nodig is en er brandstof bespaard kan worden. Bij het vissen met de pulskor vaart een meerderheid met een motorvermogen tussen de Pk en Pk. Door het afgenomen brandstofverbruik is er ook een aanzienlijke daling in CO 2 uitstoot met de pulskor, waardoor deze ook beter is voor het milieu. De tongvangsten met de pulskor zijn 15-20% hoger dan met een wekkertuig. De grote sorteringen worden zelfs behoorlijk beter gevangen. De scholvangsten zijn 10-20% minder. Tarbot en Griet laten zich ook goed vangen met de pulskor. Het brandstofgebruik daalt met ongeveer 45% en er is minder slijtage aan het materiaal. De pulskor heeft een positieve invloed op de winstgevendheid van de pulskorvissers (Profit P). Bij de pulskor zijn er minder kosten aan het materiaal dan bij het gebruik van een wekkertuig. Er is minder slijtage van het vistuig en minder motoronderhoud. Natuurlijk is er wel slijtage aan de elektroden doordat deze over de zeebodem worden gesleept, maar dat wordt makkelijk terugverdiend door de brandstofbesparing en goede tongvangsten. Ook heeft de aangevoerde vis een betere kwaliteit doordat deze niet meer in aanraking komt met de wekkerkettingen. Er kan dus geconcludeerd worden dat een lonende visserij mogelijk is met de pulskor. Daarnaast heeft de pulskor een aantal positieve aspecten voor de maatschappelijke acceptatie van de visserij. Doordat de wekkers zijn vervangen door puls elektroden is de bodemberoering minder. De bijvangst van ongewervelde bodemdieren die op de bodem leven (zoals krabben en zeesterren) en ondermaatse vis is gedaald ten opzichte van de boomkor. Maatschappelijke organisaties en wetenschappers maken zich wel zorgen over eventuele negatieve effecten van een elektrisch veld in zee. Er is nog te weinig kennis om te beoordelen of de elektrische pulsen schade veroorzaken aan bodemleven, rondvissen (zoals kabeljauw) en kraakbeenvissen (zoals haaien en roggen) op de langere termijn. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan. Hierdoor is de EU vooralsnog terughoudend als het gaat om permanente toelating van de pulskortechniek. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 22 / 75

23 2.7. Regelgeving Zoals eerder al werd verteld is vissen met behulp van elektriciteit verboden binnen Europa. Als je dus gebruik wilt maken van de puls dien je een vergunning (derogatie) te hebben. Momenteel heeft Nederland 84 van dergelijke vergunningen en daarin staan een aantal voorwaarden waaraan een pulstuig moet voldoen. De pulsschepen moeten zich verder net als andere vissersschepen houden aan de reguliere wet- en regelgeving met betrekking tot visserij. Aanvankelijk waren er verschillen tussen de pulsvergunningen uitgegeven in 2007, 2011 en 2014, maar die zijn in 2014 allemaal gelijkgetrokken. Er is nog geen permanente toestemming voor het gebruik van de pulstechniek, maar hier wordt in de politiek wel hard aan gewerkt. Een overzicht van alle voorwaarden die genoemd worden in een pulsvergunning zijn te zien in onderstaande tabel. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 23 / 75

24 Een overzicht van alle voorwaarden die genoemd worden in een pulsvergunning sinds VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSEN MET KORREN 24 / 75

25 Lesmodule 2 Regels op zee Inleiding Vissers werken op zee en dat is heel anders dan werken op het land. Op land lijkt het wel eens dat er geen stukje land meer is waar je gewoon kunt doen wat je wilt. De meeste stukken land in Nederland zijn namelijk van iemand. Akkerland is van een boer, de parkeerplaats bij kantoor is van het bedrijf, natuurgebieden zijn van Staatsbosbeheer of Natuurmonumenten en de achtertuin is van de buurman of van jouzelf. En als het land van jou is, heb je er iets over te zeggen. Je kunt er zelfs een hek omheen zetten. En als er iets groeit op jouw stukje grond, dan is dat van jou! VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 25 / 75

26 Planeet aarde, terwijl planeet water geschikter zou zijn als je kijkt naar de hoeveelheid water op het aardoppervlak. NASA Op zee is dat natuurlijk anders. Daar kun je gaan en staan waar je wilt. De zee is immers van niemand, of eigenlijk, de zee is van iedereen. En wat er in de zee leeft, zoals tong, kreeft of kabeljauw, is dus ook van iedereen en dus van niemand in het bijzonder. En daar kan je als visser mooi gebruik van maken. Je hoeft de eigenaar van een bepaald stukje zee niet om toestemming te vragen om daar te vissen. En je hoeft niet bang te zijn dat er een hek omheen komt te staan. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 26 / 75

27 Inhoud 1 Aanlandplicht 1.1. Discards per vissoort 1.2. Discards per visserijtype 1.3. Discardban: waarom? 1.4. Hoe zien de regels eruit? 1.5. Ecologische processen rond de aanlandplicht 1.6. Economische uitdagingen rond de aanlandplicht 1.7. Situatie in het buitenland VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 27 / 75

28 1 Aanlandplicht Vissers hebben verschillende redenen voor het teruggooien van vangst in zee (discards), waarvan de belangrijkste: De vangst heeft geen of weinig waarde. Bijvoorbeeld: zeesterren worden niet gegeten en voor schar is een krappe markt wat invloed heeft op de prijs (vraag/aanbod). De vangst is beschadigd. De vangst mag niet aangeland worden: De vis is te klein (er zijn wettelijke minimum maten). De visser heeft geen quotum (meer) voor de vis. Er zijn wettelijke afspraken over de samenstelling van de vangst per 24 uur. De vis is beschermd (bijvoorbeeld steur of bepaalde haaien). Soms gooien vissers bepaalde maten vis terug omdat andere maten interessanter zijn (die meer geld opbrengen, zeker bij een knellend quotum). Dit wordt high graden genoemd, en is verboden. Totale vangst van schol, kabeljauw, schelvis en wijting in de Noordzee. Op schol na worden voor deze soorten de vangstgegevens verzameld voor meer stukken zee dan de Noordzee alleen, omdat ICES al die delen zee beschouwd als een en dezelfde vispopulatie. Aanvoer (grijs), discards (zwart), bijvangst in industrievisserij (geel) in tonnen per jaar. ICES De hoeveelheid discards is niet alleen afhankelijk van het vistuig maar ook van een aantal keuzes van de visserman, zoals het visgebied, hoe lang de visser daar blijft, de vissnelheid, duur van de trek, etc. Het gedrag van een visser wordt door meerdere factoren beïnvloed, waaronder door regelgeving. Het verschil tussen vissers en de mate waarin ze discards vangen, is dus ook doordat sommigen ervoor kiezen zich niet aan de regels te houden. Daarnaast maakt een visser een aantal keuzes onder invloed van economische factoren zoals VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 28 / 75

29 de olieprijs, (de uitputting van) de quota die hij heeft, de druk van zijn leningen en de marktprijzen Discards per vissoort Hieronder staan de totale vangsten (aanlandingen + discards) voor vier belangrijke commerciële vissoorten uit de Noordzee: schol, kabeljauw, schelvis en wijting. Daar is ook het aandeel discards ten opzichte van de totale vangst door de jaren heen te zien. Percentages discards ten opzichte van de totale vangst kunnen berekend worden aan de hand van jaarlijkse gegeven van ICES. Een paar voorbeelden (gemiddelden voor de jaren ): 39% van alle gevangen schol werd overboord gegooid; 32% van alle gevangen wijting werd overboord gegooid; 15% van alle gevangen heek werd overboord gegooid; 19% van alle gevangen schelvis werd overboord gegooid; (inclusief bijvangsten in de industrievisserij) Discards per visserijtype Tot nu toe ging het over percentages en volumes discards per vissoort. In dit hoofdstuk staan percentages discards per visserijtype. Hier bestaan veel studies van verschillende landen over. Voor het gemak kiezen we de meest recente cijfers voor de Nederlandse visserij, onderzocht door Wageningen Marine Research. Wageningen Marine Research heeft het over grove indicaties van percentages discards per visserijtype, want er zitten behoorlijke verschillen in de hoeveelheid discards tussen verschillende jaren en door het jaar heen. Daarnaast zorgt ook de beperkte hoeveelheid onderzoeksgegevens over discards voor onzekerheid. Dit kan resulteren in een over- of onderschatting van de discards. Schattingen van Wageningen Marine Research staan in de tabel hieronder. De geschatte percentages bijvangst bij bodemvisserij ten opzichte van de totale vangst (in gewicht), per visserijtype. Wageningen Marine Research VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 29 / 75

30 Voor de pelagische visserij geeft Wageningen Marine Research aan dat een deel van de pelagische vangst wordt gediscard voordat de vangst wordt uitgezocht. Daarom geeft Wageningen Marine Research aan dat de discard percentages van de pelagische visserij in onderstaande tabel onderschattingen zijn. De geschatte percentages bijvangst bij pelagische visserij ten opzichte van de totale vangst (in gewicht), per visserijtype. Discard gegevens voor bordenvisserij op Noorse kreeft bestaan ook, maar worden op een andere manier uitgedrukt dan de gegevens hierboven. Bij Noorse kreeft drukt men de discard percentages uit ten opzichte van de vangst in gewicht per soort (dus niet t.o.v. van de totale vangst, zoals de getallen hierboven): De geschatte percentages visserij op de noorse kreeft, uitgedrukt ten opzichte van de vangst in gewicht per soort. Dus niet t.o.v. van de totale vangst, zoals de getallen van de bodem- en pelagische visserij tabellen. Wageningen Marine Research 1.3. Discardban: waarom? Hoewel discarden altijd werd gezien als de normale gang van zaken, hebben de ministers in de Landbouw en Visserijraad en het Europese Parlement samen besloten dat er een verbod komt op het discarden van gequoteerde soorten. Volgens beleidsmakers is de overlevingskans van veel gediscarde soorten namelijk klein. De EC noemt drie redenen om discards te verbieden: 1. Discarden is verspilling van natuurlijke hulpbronnen (voedsel). 2. Discarden staat latere voortplanting en dus de toekomstige productiviteit van visbestanden in de weg (discarden leidt tot uitdunning van de visstand). 3. Discarden heeft ongewenste gevolgen voor het mariene ecosysteem en de biodiversiteit. Voormalig eurocommissaris Damanaki noemde discarden in 2011 daarbij onethisch en een verspilling van de krachten van de visserman. Zij noemt ook dat de hoge discard percentages, in het licht van afnemende visbestanden in Europa, niet meer te verantwoorden zijn. In meer teksten van de EC wordt verwezen naar dit feit; dat discards niet te verantwoorden zijn naar de maatschappij (en de visserman). VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 30 / 75

31 Een aantal belangrijke beleidsmakers steunden de invoering van de aanlandplicht, want ze waren van mening dat het teruggooien van vis niet langer verantwoord was. Maria Damanaki (ex-europees commissaris voor Maritieme zaken en visserij, links) zei: We hebben effectieve campagnes zoals Hugh s fish fight nodig om mensen wakker te schudden voor verandering. David Cameron (Ex-premier van het Verenigd Koninkrijk, rechts) zei: Het huidige regime, waarbij gezonde vis wordt gediscard, is niet langer acceptabel en moet veranderen. fishfight Met de aanlandplicht probeert de beleidsmaker om een oplossing te zoeken voor deze problemen. De EC verwacht dat vissers selectiever zullen proberen te vissen en ongewenste bijvangst gaan mijden wanneer zij alle gequoteerde vangsten moeten aanlanden. De aanlandplicht zal ook leiden tot meer betrouwbare vangstdata, omdat dan alle gequoteerde vangsten aangeland en geregistreerd moeten worden. Uiteindelijk neemt de EC aan dat de aanlandplicht zal leiden tot een selectievere visserij met een kleinere ecologische impact en betere visbestanden, en uiteindelijk ook een meer rendabele visserij Hoe zien de regels eruit? De aanlandplicht verplicht tot het aanlanden van alle gequoteerde vissoorten. De aanlandplicht is onderdeel van het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) dat is ingegaan op 1 januari 2014 en dat geldt voor de komende 10 jaar. De invoering van de aanlandplicht zal gefaseerd plaatsvinden: Vanaf 1 januari 2015 geldt de aanlandplicht voor de visserij op kleine pelagische soorten (makreel, haring, horsmakreel, blauwe wijting, evervis, ansjovis, grote zilvervis, sardines, sprot) en voor visserijen voor industriële doeleinden op lodde, zandspiering en Noorse kever. Vanaf 1 januari 2016 geldt de aanlandplicht voor de doelsoorten. In de Noordzee, Noordwestelijke en Zuidwestelijke wateren zijn dat de visserijen op kabeljauw, schelvis, wijting en koolvis, de visserijen op Noorse kreeft, de visserijen op tong en schol, de visserijen op heek en de visserijen op Noorse garnaal. Vanaf uiterlijk 1 januari 2019 geldt de aanlandplicht voor alle andere visserijen op soorten met een quotum. De aanlandplicht geldt niet voor: Benthos (bijvoorbeeld zeesterren en wormen); en Ongequoteerde soorten (zoals zeebaars, garnalen en rode poon) VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 31 / 75

32 Benthos, zoals krabbetjes, hoeven niet te worden aangeland. Stichting de Noordzee In de visserij op ongequoteerde soorten, zoals garnaal, mul en poon, worden wel gequoteerde soorten bijgevangen. Bij visserij met als hoofddoel een ongequoteerde soort vallen de bijgevangen gequoteerde soorten vanaf 1 januari 2019 wel onder de aanlandplicht. Deze moeten dan worden aangeland. Uitzonderingen In een aantal gevallen gelden er uitzonderingen waarop de aanlandplicht niet van toepassing is: Wanneer vissen discarden overleven; Soorten waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat zij een hoge overlevingskans hebben, mogen onder bepaalde omstandigheden worden teruggegooid. Hierbij wordt rekening gehouden met de karakteristieken van het vistuig, de visserijpraktijken en het ecosysteem. Er is nog niet precies gedefinieerd wat een hoge overlevingskans is. Wanneer visserij op een soort verboden is; Soorten waarvan bepaald is dat visserij verboden is, mogen niet worden aangeland. Een voorbeeld zijn sommige haaien- en roggensoorten. Deze moeten direct worden teruggegooid. Wanneer een toename in selectiviteit zeer moeilijk te bereiken is en/of wanneer het voorkomen en behandelen van ongewenste teruggooi leidt tot onevenredige kosten. Dan geldt de de minimis uitzondering. Onder deze uitzondering mag tot maximaal 5% van de totale jaarlijkse vangsten van alle soorten die onder de aanlandplicht vallen teruggegooid worden. Deze uitzondering kent nog wat onduidelijkheden. Het is bijvoorbeeld nog niet gedefinieerd wat onevenredige kosten zijn. Het is ook nog niet gedefinieerd 5% waarvan precies zal worden aangehouden. Bij wijze van VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 32 / 75

33 overgangsperiode geldt de de minimis uitzondering de eerste twee jaren van de aanlandplicht voor 7% en de daaropvolgende twee jaar voor 6%. De lidstaten in een regio (zoals bijvoorbeeld de Scheveningen Groep), bepalen wanneer een visserij voor een de minimis uitzondering in aanmerking komt. Zij moeten hiervoor een unaniem voorstel doen aan de Europese Commissie. Implementatie Nu er eenmaal besloten is dat de aanlandplicht ingevoerd gaat worden, laat Brussel het aan regionale comités van landen over om te besluiten hoe de aanlandplicht in de verschillende regio s, zoals de Noordzee, geïmplementeerd gaat worden. Het gaat daarbij om de invulling van de uitzonderingsmogelijkheden die in de Verordening beschreven staan. Voor Nederland zijn met name de Scheveningen Groep en de Noordwestelijke Wateren Groep belangrijke regionale groepen. De Scheveningen Groep is een ambtelijk overlegorgaan van lidstaten rond de Noordzee. Het Ministerie van EZ zit daar ook bij namens Nederland. Deze beslisboom is een instrument om vissers te helpen bij het verduidelijken van de implementatie van de aanlandplicht. Platform Innofish, 2015 De regionale groepen en de Europese Commissie krijgen advies van regionale Adviesraden over de invulling van de discardplannen. Deze regionale groepen beschrijven de implementatie van de aanlandplicht per visserij in specifieke discardplannen. In deze plannen moet onder meer omgeschreven worden: om welke doelsoort(en) het gaat, onderbouwing voor de aanvraag van uitzonderingen, bepalingen over het documenteren van vangsten en minimum instandhoudingsreferentiegrootten. Technische maatregelen De komst van de aanlandplicht heeft grote consequenties voor de technische maatregelen, de EU verordening die tot in detail voorschrijft hoe er gevist moet worden, bijvoorbeeld met VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 33 / 75

34 welke maaswijdte, om zo selectief mogelijk te vissen en vangst van ondermaatse vis te beperken. Met de komst van de aanlandplicht zijn de technische maatregelen voor een groot deel overbodig geworden. Een mooi moment om deze rigoureus te herzien, ook omdat de Technische Maatregelen al lange tijd door zowel vissers als beleidsmakers te gedetailleerd en onoverzichtelijk gezien worden. De EU denkt er nu over om in de Technische Maatregelen slechts kaders aan te geven en verder een toolbox te creëren van maatregelen die Lidstaten kunnen gebruiken om de doelstellingen van hun beheerplannen te bereiken, zoals maaswijdte, real time closures en beschermde gebieden. Van aanland- naar vangstquota Momenteel geven de quota limieten aan voor het aanlanden van soorten. Onder de aanlandplicht zullen de quota moeten gaan over de hoeveelheid vis die er daadwerkelijk gevangen mag worden. Alle vangsten, inclusief ondermaatse exemplaren, moeten worden afgetrokken van de nieuwe quota. Dat betekent twee dingen: 1. De huidige quota moeten worden opgehoogd om ruimte in te bouwen voor de toekomstige extra aanlandingen (ondermaatse doelsoorten en bijsoorten). Hoeveel hoger de quota zullen worden vastgesteld is momenteel nog onderwerp van politieke discussie. De quota moeten zo veel opgehoogd worden dat het aanlanden van bijvangst mogelijk wordt, maar de quota moeten niet te veel opgehoogd worden, want dan is er onvoldoende stimulans om selectiever te gaan vissen. 2. De minimum aanlandingsmaat wordt vervangen door de minimum instandhoudingsreferentiegrootte: de maat van vis waaronder de aanvoer zo laag mogelijk moet blijven. Bij de minimum aanlandingsmaat was de regel dat gevangen vissen kleiner dan die maat gediscard moesten worden. Onder de aanlandplicht moeten gevangen vissen kleiner dan de minimum instandhoudingsreferentiegrootte wel aangeland worden, maar zijn ze niet bruikbaar voor directe menselijke consumptie. Wanneer de nieuwe vangstquota eenmaal vastgesteld zijn, treden er naar verwachting ook nieuwe situaties op wat betreft het hanteren van die quota. De mogelijke praktische invulling van de nieuwe situatie is hieronder op een rijtje gezet. Jaarflexibiliteit van max 10%: Een lidstaat mag tot maximaal 10% van de gestelde quota extra vangsten aanlanden. De extra vangsten zullen van de quota van het volgende jaar worden afgetrokken. Soort flexibiliteit (interspecies flexibility) max 9%: Wanneer de bijvangstquota worden overschreden of wanneer een land geen quotum heeft voor bepaalde vangsten, dan mogen de vangsten van deze bijsoorten worden afgetrokken van de quota van doelsoorten, mits het gaat om niet meer dan 9% van het quotum van de doelsoort en mits het bestand van de bijsoort zich binnen veilige biologische grenzen bevindt (boven Bpa). Choke species; Choke species zijn soorten die worden bijgevangen waarvoor maar beperkt quotum beschikbaar is. Wanneer bijvangst van een bepaalde soort lastig VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 34 / 75

35 vermeden kan worden, kan deze soort een choke species worden: de quota van deze soorten worden dan eerder benut dan de andere quota en de visserij moet voortijdig worden gestopt. Dat betekent dat de quota voor andere soorten niet volledig kunnen worden benut. Manieren om met choke species om te gaan zijn: selectiever vissen, ruilen van quota met buurlanden, soort flexibiliteit (de 9% regel), of uitzonderingen (bijvoorbeeld de de minimis uitzondering of een uitzondering op hoge overleving). Wetenschappers voorzien gevangen vis al jarenlang van merkjes en zetten deze weer terug in zee. Als vissers een gemerkte vis vangen wordt het merkje opgestuurd. Dit toont ook aan dat een deel van de teruggegooide vissen overleeft. Tevens kan de trek van bepaalde vissoorten worden vastgesteld. visserijnieuws.punt.nl 1.5. Ecologische processen rond de aanlandplicht De Europese Commissie hoopt dat de discard ban ervoor zal zorgen dat vissers selectiever gaan vissen en het vangen van ondermaatse vis zoveel mogelijk gaan mijden. Op de lange termijn zou dit goed moeten zijn voor de visstand. Het onttrekken van discards (grote hoeveelheden vis) aan het ecosysteem heeft ook andere effecten. Zo heeft discarden directe en indirecte effecten: Direct: verwonding en/of sterfte van de bijgevangen vis. Dit kan leiden tot verminderde diversiteit van soorten en veranderingen in predator-prooi relaties. Indirect: discarden kan effecten hebben op soorten die discards eten (aaseters) en op soorten die op hun beurt weer gegeten worden door die aaseters. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 35 / 75

36 Overzicht van belangrijke predatoren en prooien in het Noordzee voedselweb. Andere prooidieren zoals schaaldieren, wormen en schelpdieren staan niet in dit schema. De kleur van de lijn laat zien welke predator welke prooien eet, de dikte van de lijn laat zien hoeveel biomassa er gegeten wordt (gemiddelde berekend tussen 1963 tot 2010). Bron: ICES 2013 (Multi-species considerations for North Sea stocks) Omdat er over ecologische processen rondom de discard ban veel verschillende meningen en percepties bestaan, bijvoorbeeld tussen vissers en beleidsmakers, zullen we eerst kort ingaan op die verschillende percepties (meningen) en daarna worden alle bekende feiten en onzekerheden over de ecologische processen op een rij gezet. Percepties en meningen De grootste perceptieverschillen zijn de volgende: 1. Discards kunnen wel / niet in een duurzame visserij (principieel/ethisch vraagstuk) 2. Vissers: Discards maken niet uit als het bestand gezond is. Gezonde visbestanden (MSY) zijn een definitie van duurzame visserij. 3. Beleidsmakers: Discarding is een groot probleem en de aanlandplicht zal leiden tot een duurzamere visserij. 4. Discards overleven wel / niet (ecologisch vraagstuk) 5. Vissers: Veel discards overleven. Dus bijvangst meenemen naar de wal is doodzone (dan kunnen die vissen niet meer bijdragen aan de volwassen visstand, want dan weet je zeker dat 100% dood gaat). 6. Beleidsmakers: Nagenoeg alle discards gaan dood, dus discards zijn een grote verspilling. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 36 / 75

37 7. Discards zijn onderdeel van het voedselweb (ecologisch vraagstuk) 8. Vissers: dode discards zijn een belangrijk onderdeel van het voedselweb. Haal je die discards weg, dan verstoort dat het ecologisch evenwicht in zee. Denkstappen van een beleidsmaker en visser waar het gaat om discards en de aanlandplicht. M. Kraan & M. Verweij Overleving van discards IMARES heeft onderzoek gedaan naar de overlevingskans van tong, schol en schar discards in de Nederlandse visserij. Dit onderzoek diende meerdere doelen, waarvan het belangrijkste doel was het bepalen van de gemiddelde overlevingskans van tong, schol en schar discards in de commerciële puls en twinrig visserij. Daarbij werden vissen op verschillende plekken in het verwerkingsproces geselecteerd voor onderzoek (zie onderstaande afbeelding). VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 37 / 75

38 Schematische tekening van de verwerkingslijn met bemonsteringslocaties voor de overlevingsproeven. Stickers: stekers door de mazen van de kuil. Hopper: vissen uit de stortbak random verzameld direct na het storten van de vangst. Conveyor belt: dit betreft alleen vissen voor het bepalen van het effect van aanpassingen aan de stortbak op de overlevingskans van discards. Controls: dit zijn controlevissen afkomstig uit het lab in Yerseke, aangevoerd in een 600L tub. Sorting belt: sorteerband. Coöperatieve Visserij Organisatie Aanvankelijk werd door de deelnemende vissers gedacht dat als vis levend overboord wordt gezet, deze vis overleeft. Deze mening wordt nog steeds door vele vissers geuit. Het onderzoek van Wageningen Marine Research naar overleving uit 2014/2015 liet zien dat dit niet het geval is. De resultaten laten zien dat op de pulsschepen inderdaad een groot percentage van de discard vis levend overboord wordt gezet; de grootste sterfte vindt echter plaats in de eerste week na het overboord zetten. Ook toonden de proeven aan dat de overleving niet gelijk is aan 0%, wat onder de aanlandplicht wél het geval zal zijn. Bovendien toonde het onderzoek ook aan dat er zeker ruimte voor verbetering van de overlevingskansen is. Verder konden ook de volgende conclusies worden getrokken uit de 11 overlevingsreizen uitgevoerd door Wageningen Marine Research voor tong en schol discards: Een deel van de tong en schol discards overleeft het binnenhalen van het net, het storten van de vangst in de stortbak en de verwerking over de opvoerband en de sorteerband. Voor conventionele trekken zijn overlevingspercentages in onderstaande tabel weergegeven. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 38 / 75

39 Overlevingskansen bij conventionle trekken. Onderzoek van Wageningen Marine Research. Voor korte trekken ligt het algehele overlevingspercentage hoger, zoals te zien in onderstaande tabel Overlevingskansen bij korte trekken. Onderzoek van Wageningen Marine Research. Het ILVO heeft 12 overlevingsreizen gemaakt, waarvan het merendeel op boomkor Eurokotters is uitgevoerd (Z201 en O190). De gemiddelde overlevingskansen voor schol lagen hierbij op 49% (40%-58%; O190) en 13% (4%-23%; Z201). De twee overlevingsreizen aan boord van de Z483 een schip vergelijkbaar in afmetingen en trekduur met de Nederlandse pulsvisserij- leverden een totale gemodelleerde overlevingskans op van 0%. Voor de eerste 10 dagen na de vangst was de overlevingskans 3%. Deze overlevingskans ligt lager dan de overlevingskans gevonden aan boord van de Nederlandse pulsschepen (4%-26%). De overlevingskans van tong en schol discards is mede afhankelijk van omgeving of natuurlijke factoren zoals de watertemperatuur en de conditie van de vis, maar wordt ook bepaald door operationele variabelen zoals de trekduur en de diepte waarop wordt gevist. De tijd tussen het aan boord komen van de vis en het moment waarop deze verwerkt is, heeft een negatieve invloed op de overlevingskans; hoe sneller de vis verwerkt wordt, hoe hoger de overlevingskans. Ook de fysieke behandeling in het verwerkingsproces heeft een negatief effect op de overleving; vissen onmiddellijk gepakt uit de stortbak lijken beter te overleven dan de eerste vissen gepakt net voor de stortkoker, wanneer het verschil in verwerkingstijd minimaal is. Beide observaties suggereren dat het mogelijk is om door aanpassingen in het verwerkingsproces aan boord de overlevingskansen te verhogen. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 39 / 75

40 Discards als voedsel voor andere dieren Zeehond Er is geen duidelijk bewijs dat discards voedsel zijn voor zeehonden. Zeehonden lijken voornamelijk levende prooien te eten. Toch kan het zo zijn dat zeehonden indirect wel voordeel hebben van discards, in het geval dat zeehonden op soorten jagen die voornamelijk discards eten. Wageningen Marine Research concludeert dat er meer onderzoek en gegevens nodig zijn om de exacte relatie tussen zeehonden en discards te kunnen bepalen. Een gewone zeehond (phoca vitulina). Stichting de Noordzee Bruinvis Voor bruinvissen geldt een vergelijkbaar verhaal als voor zeehonden. Analyses van maaginhouden en uitwerpselen geven geen indicatie dat bruinvissen discards eten. Maar ook bij bruinvissen kan een mogelijke interactie met discards niet uitgesloten worden. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 40 / 75

41 De rugvinnen van twee bruinvissen. Stichting de Noordzee Vogels Zeevogels zijn opportunistische jagers en kunnen hun dieet aanpassen aan dat wat er aan voedsel beschikbaar is. Discards in de Noordzee kunnen in potentie een maximum van 5,9 miljoen zeevogels van voedsel voorzien, wanneer 100% van alle discards gegeten zouden worden door zeevogels (wat in de realiteit niet zo is). Andere onderzoeken schatten het aantal vogels dat daadwerkelijk ondersteund wordt door visserijdiscards in de Noordzee eerder tussen de 2,5 en 3,5 miljoen. Acht soorten zeevogels in de Noordzee eten discards op grote schaal, en ten minste tijdens een bepaald gedeelte van het jaar. Een vermindering aan discards kan de hoeveelheid aasetende zeevogels beïnvloeden, of kan leiden tot meer predatie op andere zeevogels door de aasetende vogels. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 41 / 75

42 ProSea Volgens sommige onderzoekers zijn discards verantwoordelijk voor de groei van vogelbestanden in de Noordzee zoals de Noorse stormvogel, de zilvermeeuw en de kleine mantelmeeuw. Deze onderzoekers zeggen ook dat aasetende zeevogels 70 92% van alle rondvis discards eten, 20 35% van de platvis discards en 3 17% van de benthos discards. Tijdens een discard experiment, bleken zeevogels 95% van het slachtafval op te eten, 80% van de gediscarde rondvissen, 20% van de gediscarde platvissen en 6% van de gediscarde benthos. Volgens Wageningen Marine Research zijn deze getallen waarschijnlijk een overschatting, omdat de hoeveelheden discards tijdens het discard experiment hoger waren dan in de realiteit. De grootte van de aasetende vogels bleek ook iets uit te maken: grotere zeevogels, zoals Jan van Genten, Grote jagers en Grote mantelmeeuwen consumeren grotere discards en kunnen makkelijk hele vissen opslokken. Kleinere vogels zoals Drieteenmeeuwen selecteren kleinere gediscarde vissen, pikken stukjes van grotere vissen, of eten het slachtafval. Daarbij zijn kleinere vogels minder succesvol in het eten van discards, omdat veel discards van hen gestolen worden door grotere vogels. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 42 / 75

43 Een Jan van Gent kan makkelijk een hele vis opslokken. Stichting de Noordzee De ruimtelijke verdeling van de Noorse Stormvogel en van de grote- en kleine mantelmeeuw lijken voor een groot deel af te hangen van de aan- of afwezigheid van commerciële vissersschepen. Drie van de acht discard-etende zeevogels staan op de lijst van vogels die bescherming genieten onder de Vogelrichtlijn en binnen het kader van Natura 2000: de Grote Jager, de kleine- en de grote mantelmeeuw. Als discards voor deze soorten een belangrijke voedselbron zijn, zou een discardvermindering kunnen zorgen voor een afname van deze soorten vogels. Dat zou in tegenspraak zijn met specifieke Natura 2000 doelen voor deze soorten. Bodemdieren Voor de zuidelijke Noordzee wordt geschat dat discards 1 10% bijdragen aan de jaarlijkse voedselinname van benthische carnivoren en demersale vissen. Verschillende bodemsoorten (aaseters), zoals zwemkrabben, heremietkrabben en zeesterren eten discards. Bewijs dat populaties van deze soorten groeien dankzij discards is zwak. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 43 / 75

44 De oprolkreeft is een voorbeeld van een typische aaseter in de Noordzee. Stichting de Noordzee Ecosysteemeffecten hangen af van visgedrag De effecten van de aanlandplicht op het ecosysteem hangt nogal af van wat vissers aan hun visserijgedrag veranderen op het moment dat de aanlandplicht in werking treedt bleek uit een recent onderzoek. Volgens die modelstudie levert de aanlandplicht geen voordeel op voor visbestanden en kan het negatieve gevolgen hebben voor zeevogels, zeezoogdieren en bodemdieren, wanneer er onder de aanlandplicht gevist gaat worden zoals er nu ook gevist wordt (dus wanneer de hoeveelheid ongewenste bijvangst niet verminderd zal worden). Maar, zeggen de onderzoekers, wanneer er onder de aanlandplicht op een andere manier gevist gaat worden (met als resultaat minder ongewenste bijvangst), dan kan dit resulteren in positieve sneeuwbal-effecten in het voedselweb die voordelig kunnen zijn voor vogels, zeezoogdieren en meeste visbestanden. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 44 / 75

45 Uiteindelijk zullen de beslissingen van de visser bepalen wat het effect van de aanlandplicht zal zijn. Past een visser zijn tuig of visgebieden aan? Past hij zijn trekduur of verwerkingslijn aan, wat weer van invloed zal zijn op de overleving? Al dat soort zaken zullen invloed hebben op het uiteindelijke effect van de aanlandplicht. Masterplan Duurzame Visserij 1.6. Economische uitdagingen rond de aanlandplicht Binnen de oude regelgeving heerste er een economische stimulans om bijvangst terug te gooien. Het verschil tussen de kosten voor het aanlanden en de kosten van het teruggooien van de bijvangsten maakte dat het economisch rendabeler was om de bijvangsten terug te gooien. Het gaat bijvoorbeeld om vis die niet of moeilijk te vermarkten is en daardoor niets of weinig opbrengt. Als voorbeeld: een visser wil liever een extra kistje tong in het ruim, dan een kistje schar, omdat tong op de afslag per kilo veel meer geld oplevert. Daarnaast is het aanlanden van ondermaatse vis volgens de oude wet- en regelgeving ook wettelijk verboden, wat discarden verplicht. Onder de nieuwe regelgeving zal de situatie drastisch veranderen, omdat het discarden van gequoteerde soorten niet langer toegestaan zal zijn. Dit zal ook economische consequenties hebben. Gezien de doelstelling van de aanlandplicht is het de uitdaging om het aanlanden van discards (a) dusdanig economisch aantrekkelijk te maken dat het daadwerkelijk gebeurt en tegelijkertijd (b) dusdanig economisch onaantrekkelijk te maken dat het extra vangen van bijvangst niet wordt gestimuleerd. Er moet dus een balans gevonden worden tussen compensatie voor de moeite van het aanlanden en het bevorderen van de handel. Op die manier kan er voor de vissers voldoende reden gecreëerd worden om selectiever te willen vissen, zonder bijvangsten illegaal terug te gooien. Kosten voor vissers Het is niet mogelijk om een overzicht te geven van wat de aanlandplicht de vissers precies gaat kosten. Daar spelen (nog) te veel onzekerheden een rol bij. De kosten zullen onder andere afhangen van de hoeveelheid bijvangst die er extra aangeland moet worden. Het is wel mogelijk om indicaties te geven van potentiële kostenposten en van scenario s op basis van resultaten uit het verleden. Het rapport van Wageningen Economic Research uit 2011 en de update van 2013 tonen twee kosten-batenanalyses en zijn twee van de weinige rapporten die een kosteninschatting geven van de nieuwe aanlandplichtregelgeving. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 45 / 75

46 De volledige invoering van de aanlandplicht in 2019 zal in de huidige vorm consequenties hebben voor de verwerkingstijd aan boord, de hoeveelheid arbeiders aan boord en op de markt. Zo schat men dat de aanlandplicht zal lijden tot een verlies van 80 tot 170 euro per 1000 kilogram vis. Wageningen UR Het meest recente rapport van Wageningen Economic Research werkt met verschillende scenario s aangaande de ophoging van de quota. In scenario 1 zijn de quota verhoogd met het bijvangstpercentage in het jaar In scenario 2 worden de vangstquota in omvang gelijkgesteld aan de aanlandingsquota in het jaar Daarnaast zijn twee verschillende tarieven ingeschat voor de afzetprijs voor aangelande bijvangsten (0,15 en 0,30 /kg). Op basis van deze gegevens zijn de netto kosten van de invoering van de aanlandplicht voor de Nederlandse visserij (demersaal en pelagisch) geschat op 6 tot 28 miljoen euro. Daarbij is verondersteld dat het gedrag van de vissers niet door de aanlandplicht wordt beïnvloed en dat dus de selectiviteit van de visserijen niet verandert (in vergelijking met 2011). De belangrijkste te verwachten kostenposten onder de aanlandplicht zijn: Extra arbeidskosten vanwege meer sorteerwerk aan boord. Het is nog onbekend of het sorteren van de bijvangst aan boord of aan de wal (op de afslag) zal gaan gebeuren. Wanneer het sorteerwerk aan boord moet gebeuren, dan zal er meer bemanning nodig zijn en mogelijk meer ruimte om die bemanning te huisvesten. Dat laatste heeft een verbinding met het volgende punt. Kosten verbonden aan capaciteit (ruimte op het schip). Wanneer de ruimen vroegtijdig vol zijn, dan kost dat extra stroomkosten. Maar denk ook aan het ombouwen van schepen om extra laadruimte te creëren. Investeren in selectievere vismethoden, waardoor er minder ongewenste bijvangst zal worden gevangen (deze kosten zijn niet meegenomen in het rapport, omdat ervan uit is gegaan dat de vissers hun gedrag niet zouden veranderen). Kosten door beperkte quota, waaronder door: choke species waardoor de visserij gestopt moet worden, quota van doelsoorten niet vol gevist kunnen worden en daardoor inkomsten worden misgelopen. Ook VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 46 / 75

47 zal de vraag naar quota voor choke species sterk toenemen en daarmee ook de huurprijs. quota bijkopen (Nationaal: vissers onderling / Internationaal). interspecies flexibility (9% regel): wanneer een niet-doelsoort goedkoper is dan de doelsoort, dan zal de visser hierdoor opbrengsten missen. Hogere kosten voor controle en handhaving. De rapporten van Wageningen Economic Research geven geen voorspellingen van de kosten en baten weer, maar ze schetsen vooral uitdagingen voor de visserijen. Het is de uitdaging voor de visserijen om hun activiteiten dusdanig te veranderen dat hun kosten lager uit zullen komen dan de inschattingen van Wageningen Economic Research. Dat is waarschijnlijk mogelijk, omdat er in de berekeningen vanuit wordt gegaan van geen enkele gedragsverandering en daardoor ook geen verandering in selectiviteit. Tijdens een bijeenkomst op de visafslag van Scheveningen met Europarlementariër Peter van Dalen over de aanlandplicht vertelden vissers over hun eerste ervaringen met de aanlandplicht. De invoering van de aanlandplicht heeft namelijk grote gevolgen voor hun bedrijfsvoering en roept veel vragen en onzekerheden op. Eurofractie ChristenUnie SGP Baten voor vissers Volgens Wageningen Economic Research zullen de baten (voordelen) van de aanlandplicht niet groter zijn dan de kosten en zal de aanlandplicht onder de huidige omstandigheden dus geld gaan kosten en niet gaan opleveren. Mogelijke baten voor de vissers zijn: Extra opbrengsten op korte termijn door het (verplicht) aanlanden van de bijvangst; De bijvangst mag niet verkocht worden voor directe humane consumptie, maar er zijn andere afzetmogelijkheden te bedenken; Interspecies flexibility (9% regel): wanneer een niet-doelsoort duurder is dan de doelsoort, dan zal dat meer geld op kunnen leveren. Het is echter de vraag of dit soort situaties zich in de praktijk zullen voordoen; en VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 47 / 75

48 Extra opbrengsten op de lange termijn wanneer er een positief ecologisch effect is van de aanlandplicht op de visbestanden. Wanneer ondermaatse vis gemeden gaat worden, krijgt die vis de kans om groter te groeien, zich voort te planten, en kan deze later opgevist worden door de visserij. Verhouding tussen kosten en baten Wageningen Economic Research schat dat, onder scenario 1, de jaarlijkse kosten per schip (met de baten verrekend) voor de grotere kotters uiteen lopen van tot ruim euro. Voor de eurokotters bedragen de kosten tot euro per schip en voor de pelagische vriestrawlers tot euro per schip. De precieze kosten en baten voor iedere visser zijn moeilijk te schatten. Ter vergelijking: een visser heeft in een persoonlijk document uitgerekend dat hij uitkomt op een eenmalige investering van 5 miljoen (verbouwing van verwerkingsdek, visruim en accommodatie) en jaarlijkse terugkerende kosten (extra bemanning nodig om bijvangst te hanteren) van tot euro. Hij heeft geen baten meegerekend. De kosten-batenanalyse voor kotters groter dan 300 pk. Wageningen Economic Research VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 48 / 75

49 De kosten-batenanalyse voor eurokotters. Wageningen Economic Research 1.7. Situatie in het buitenland Al sinds 1987 geldt er in Noorwegen een discard ban. Eerst werd deze regel ingevoerd voor kabeljauw, omdat het slecht ging met de kabeljauwstand. Later volgden tien andere gequoteerde vissoorten. Sinds 2009 moeten alle vissen worden aangeland, maar levensvatbare vis mag overboord. Voor elk type visserij wordt vastgesteld hoeveel bijvangst aanvaardbaar is voor een gemiddelde visser. Als de hoeveelheid bijvangst in de demersale visserij boven die limiet uitkomt, dan moet de visser het nog steeds aanlanden, maar dan krijgt hij slechts 20% van de opbrengst van de vis uitgekeerd. Dit bedrag dient ter compensatie van het aanlanden en als stimulans om het te veel aan vis niet terug te gooien. De Noorse quota worden per soort verdeeld over de individuele vergunninghouders. Een deel van het quotum wordt achter gehouden ter compensatie van onbedoelde bijvangst. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 49 / 75

50 Het Noorse vissersschip Stokke Senior uit Ålesund. H. Barrison Het flankerende beleid van Noorwegen verschilt (gedeeltelijk) van het huidige EU-beleid. In Noorwegen zijn er geen beperkingen van het aantal zeedagen. Wel wordt er gewerkt met vergunningen voor elk type visserij, minimale vangstgroottes (in plaats van aanlandingsgroottes) en real-time closures. Met het hanteren van real-time closures kan een gebied tijdelijk gesloten worden wanneer er procentueel gezien te veel ondermaatse vis wordt gevangen. Vissers die te horen krijgen dat een gebied gesloten wordt, hebben een uur de tijd om het gebied te verlaten. De aanlandplicht in Noorwegen heeft een positief effect gehad op de schattingen van de visserijsterfte (dus ook op de bestandsschatting), omdat alle vangsten geregistreerd zijn. Het effect van de aanlandplicht op de visbestanden is moeilijk aan te tonen en wordt door verschillende bronnen anders ingeschat. Eén van de redenen waarom het effect van de discard ban in Noorwegen moeilijk is in te schatten is de gelijktijdige invoer van andere visserijbeheersmaatregelen. Daardoor is de directe link tussen oorzaak en gevolg van de discard ban moeilijk te leggen. Wanneer (het succes van) de aanlandplicht in de Noorse visserij wordt vergeleken met de mogelijke effecten van de aanlandplicht in de EU, is het belangrijk om rekening te houden met de verschillen in het flankerende beleid. Daarnaast lijken er verschillen te zijn in de ondersteuning van de aanlandplicht door de visserijsectoren. In Noorwegen werd de aanlandplicht door vissers positief ontvangen en vrijwillig opgevolgd, terwijl de sector in Nederland met verzet heeft gereageerd. Bovendien verschillen de vlootsamenstelling en de doelsoorten van Noorwegen en Nederland van elkaar. Een ander verschil tussen het EU- en het Noorse beleid is de afzetmarkt. In Noorwegen mag alle aangelande vis (dus ook ondermaatse) worden gebruikt voor menselijke consumptie, maar in de EU mag alleen de maatse vis daarvoor worden gebruikt. Deze verschillen maken VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 50 / 75

51 het moeilijk om de Noorse en Europese aanlandplicht te vergelijken en dus om te voorspellen of de aanlandplicht ook in Nederland een succes kan zijn. Overige landen met een aanlandplicht De discard ban in Noorwegen is veruit het bekendste en meest beschreven voorbeeld van een reeds geïmplementeerde discard ban. Er zijn echter ook andere landen waar een discard ban geldt, elk met iets andere regels. De landen die een discard ban hebben ingevoerd zijn onder andere IJsland, Rusland, Faeröer eilanden, Nieuw-Zeeland en Canada. In Namibië geldt geen aanlandplicht, maar een bijvangst ban. De verschillen tussen de landen zitten hem bijvoorbeeld in de uitgeschreven boetes voor het illegaal discarden, in de gehanteerde waarde van aangelande bijvangst, in de verdeling van de opbrengsten van bijvangst, in controle en handhaving en in flankerend beleid. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU REGELS OP ZEE 51 / 75

52 Lesmodule 3 Vissoorten Inleiding De Noordzee herbergt een grote diversiteit aan vissoorten, meer dan 200 soorten. Een deel wordt gericht bevist door de Nederlandse vloot en een deel komt als bijvangst in de netten terecht, de ene soort vaker dan de andere. In de Noordzee zwemmen meer dan 200 soorten vis. Wikimedia Commons VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 52 / 75

53 We onderscheiden drie hoofdgroepen van vissen: De rondvissen hebben een rond lichaam en ogen op beide kanten van hun lichaam. Zij kunnen zowel op de bodem leven (demersaal) als in de waterkolom (pelagisch). De platvissen zijn zijlings afgeplat waarbij zij twee ogen op één zijkant van hun lichaam hebben. De kraakbeenvissen, haaien en roggen, zijn andere klasse van vissen dan de rond- en platvissen. Kraakbeenvissen hebben geen skelet van bot, maar van kraakbeen en zijn wat anders aangepast aan het leven in zee. Platvissen leven doorgaans op, in of nabij de bodem, net zoals bodemlevende (demersale) rondvissen. Hoewel ze op dezelfde omgeving zijn aangepast, verschilt de opbouw van platvissen behoorlijk met die van rondvissen. Pelagische rondvissen leven in de waterkolom, en zijn hierop aangepast. J. Lust, Prosea VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 53 / 75

54 Inhoud 1 Platvissen 1.1. Tong 1.2. Schol 1.3. Tarbot 1.4. Griet 1.5. Schar 1.6. Bot 1.7. Tongschar 1.8. Witje 1.9. Heilbot Scharretong Lange schar VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 54 / 75

55 1 Platvissen Platvissen leven typisch op- of nabij de bodem en hebben een afgeplat lichaam. Maar ze zijn niet hun hele leven plat. Platvissen beginnen hun leven als een normale vis met beide ogen aan één kant en zwemmen dan vrij in de waterkolom. Na een bepaalde tijd, vaak per soort verschillend, ondergaan ze een metamorfose. Het oog van de ene kant verschuift naar de andere kant. De platvis heeft dan twee ogen op één kant van zijn lichaam, zie ook de illustratie hieronder. De vis wordt platter en gaat op de bodem leven. De oogzijde, de kant waar de ogen op staan, is dikwijls gekleurd om op de ondergrond te lijken. De andere zijde is meestal lichter gekleurd, vaak wit. De metamorfose van een platvis. Linksboven heeft de vis nog één oog op elke kant van zijn lichaam. Rechtsonder is het oog van de linkerzijde naar de rechterzijde van het lichaam verschoven. Emmerik, Tong Latijnse naam: Solea solea Engelse naam: Common Sole VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 55 / 75

56 Kenmerken De tong heeft een kleine kop met een gebogen bek en de neus steekt voor de bek uit. De ogen van de tong zitten op de rechterzijde van zijn lijf, deze zijde is (donker)bruin met vlekjes en stippen. Op het uitende van de rechterborstvin zit een zwarte, ovale vlek tot en met de rand van de vin. Lengte: tot 70 cm, zelden langer dan 50 cm Gewicht: tot 3 kg Leeftijd: tot 26 jaar Tong op een zandgrond. JC Schou, Biopix Habitat De tong heeft een voorkeur voor warme, zandige- en modderige zeebodems. De noordgrens van het verspreidingsgebied ligt in de Noordzee. In strenge winters trekt hij naar plaatsen waar de zeebodem het warmst blijft. Hij breidt zijn verspreidingsgebied verder naar het noorden toe uit. Dit blijkt uit onderzoek van visserijbiologen verenigd in de International Council for the Exploration of the Sea (ICES). Tong komt voor tot op een diepte van 550 meter. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 56 / 75

57 Tong (Solea solea). Peter van der Sluis Biologie Tong paait in ondiep water op ongeveer meter diepte bij een temperatuur van 6 tot 12 C in de zuidelijke Noordzee (en op enkele plaatsen in het Skagerak en Kattegat). Hierbij loopt de paaiperiode van april tot juni, terwijl de paaiperiode in de Ierse zee en de Zuid-Engelse kust van mei tot juni loopt. Tong wordt vaak in de waterkolom (pelagisch) aangetroffen tijdens zijn trek naar de paaigronden. Het vrouwtje legt pelagische eieren (eieren zweven vrij in de waterkolom) van 3-4 mm in diameter. Bij 10 C komen de eieren na tien dagen uit. Hun uiterlijk is dan vergelijkbaar met dat van rondvissen. Ze veranderen in platvissen na 4-6 weken door op hun zij te gaan zwemmen en hebben dan een lengte van mm. Dan gaan ze in ondiep kustwater op de bodem leven. Voeding Ze jagen s nachts met behulp van de draadvormige tastzintuigen bij hun snuit op wormen, kleine kreeftachtige en dunschalige schelpdieren. Visserij Er wordt gericht gevist op tong met de pulskor, de boomkor en de staandwantvisserij. Bij de meeste andere visserijmethoden is tong een bijvangstsoort Schol Latijnse naam: Pleuronectes platessa Engelse naam: Plaice VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 57 / 75

58 Kenmerken De schol is ongeveer twee keer zo lang als breed (excl. vinnen). Aan de kant van zijn ogen (rechterzijde) zitten bijna altijd rode of oranje vlekken. Hij heeft vier tot zeven benige knobbels op de kop achter de ogen en een kleine bek. Lengte: tot 91 cm, zelden langer dan 80 cm Gewicht: tot 7 kg, meestal tussen de 2-3 kg Leeftijd: 25 jaar (man), 30 jaar (vrouw) Schol (Pleuronectes platessa). Holly Latham, Marlin Habitat Schol komt langs de gehele Europese kustzone van de Barentszzee tot aan de westelijke Middellandse zee voor. Men kan deze vis vinden tot op 458 meter diepte en dan met name op zandige en gemengde bodems. Ze paaien veelal in ondiep water. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 58 / 75

59 Schol op een zandgrond. Paul Jackman Biologie Een vrouwtje van 37 cm produceert tussen de eieren. Naarmate ze groter wordt kan ze meer eitjes maken. De transparante eieren zweven vrij in het water. Zodra de eieren uitkomen beginnen de larven met het eten van plankton zodra hun dooierzak is verbruikt. Ze zijn gevoelig voor stormen, voedselgebrek en hoge dichtheden van kwallen. Hierdoor is de sterfte onder de larven groot. Na één tot twee maanden zijn de jongen 10 mm en beginnen ze te veranderen. Het linker oog beweegt over de kop en de jongen gaan op hun rechterzij zwemmen. In hun eerste zomer bereiken ze een lengte van 7-12 cm en gaan langzaamaan naar dieper water om te overwinteren. Voeding Een volwassen schol eet voornamelijk schelpdieren, kreeftachtigen en wormen. s Winters eet en groeit een schol vrijwel niet. Visserij Schol is voor de boomkor en twinrig een belangrijke doelsoort. Ook met de flyshoot kan er gericht op schol worden gevist Tarbot Latijnse naam: Scophthalmus maximus Engelse naam: Turbot VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 59 / 75

60 Kenmerken De tarbot is een brede, vrijwel ronde platvis met een grote kop en bek. Zijn ogen staan op de linkerzijde. Hij heeft benige knobbels op de donkere kant. De kleur van de tarbot varieert en is afhankelijk van de kleur van de bodem. Lengte: tot 100 cm Gewicht: tot 25 kg Leeftijd: tot 38 jaar in de Noordzee, minder dan 25% wordt ouder dan 15 Tarbot (Scophthalamus maximus). M&J Seafood Habitat De tarbot leeft op zandige, rotsige of gemengde bodems op een diepte van m. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 60 / 75

61 Tarbot op een zandige ondergrond. Luc Viatour, Biologie In de Noordzee is het mannetje na één á twee jaar geslachtsrijp, terwijl het vrouwtje na twee á drie jaar geslachtsrijp is. Het vrouwtje produceert 5-15 miljoen eieren waaruit pelagische larven komen. Bij een lengte van 2,5 cm gaan de jonge platvissen op de bodem in ondiepe kustwateren leven. In de Noordzee bereikt tarbot over het algemeen een lengte van 30 cm (man) of 35 cm (vrouw). Voeding Ze eten vooral andere bodemvissen, maar ook grotere kreeftachtigen en weekdieren. Visserij Tarbot is een zeer welkome bijvangst bij alle vismethoden, omdat hij over het algemeen een grote waarde op de Nederlandse visafslag heeft. Soms wordt er gericht met de staand want methode op tarbot gevist door gebruik te maken van een grote maaswijdte Griet Latijnse naam: Scophthalmus rhombus Engelse naam: Brill Kenmerken Griet is dunner en slanker dan tarbot. De ogen van de griet kunnen links of rechts zitten. Hij heeft kleine, gladde schubben zonder benige uitsteeksels. De kleur varieert afhankelijk van de VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 61 / 75

62 kleur van de ondergrond. Over het algemeen heeft griet een zandkleurige tot bruine kleur met vele donkere vlekjes en stippen. De onderzijde is een beetje doorschijnend van kleur, waardoor je de spieren kunt zien (de onderzijde van de tarbot is ondoorzichtig). Lengte: tot 100 cm, zelden langer dan 68 cm Gewicht: tot 8 kg Griet (Scophthalmus rhombus). M&J Seafood Habitat Griet leeft op een zandige of gemengde bodem op een diepte van 5 tot 236 m. Biologie De voortplanting is vergelijkbaar aan die van tarbot. Alleen gaan de pelagische larven bij een lengte van mm over op een bodembestaan. De jonge vis blijft dan één tot twee jaar in de kustwateren. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 62 / 75

63 Griet. Royal Fish Denmark Voeding De griet eet vooral demersale vis. Visserij Griet is een zeer welkome bijvangst bij alle vismethoden, omdat hij over het algemeen een grote waarde op de Nederlandse visafslag heeft. Soms wordt er gericht met een staandwantnet met grote maaswijdte op griet gevist Schar Latijnse naam: Limanda limanda Engelse naam: Common dab Kenmerken Schar heeft een relatief kleine kop en kaken. De onderkaak van schar reikt tot aan het onderste oog. De ogen bevinden zich op de rechterzijde en een schar is meestal lichtbruin tot grijsbruin gekleurd met verspreide stipjes. Daarnaast is de zijlijn boven de rechterborstvin bijna halfcirkelvormig gebogen (halve maan). Lengte: tot 42 cm, zelden langer dan 30 cm Gewicht: tot 1 kg VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 63 / 75

64 Schar (Limanda limanda). M&J Seafood Habitat Schar komt in het algemeen voor langs de Nederlandse kust, maar ook langs de kusten van de Atlantische Oceaan ten noorden van Spanje, de Noordzee en de zuidelijke Oostzee. Hierbij heeft schar een voorkeur voor zandige bodems tot een diepte van 150 m. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 64 / 75

65 Schar. Hans Hillewaert Biologie Ze paaien van januari tot augustus, waarbij ze het vroegst paaien bij Bretagne en Zuid Engeland. Tussen april en juni paait schar in de Noordzee, in juni en juli in de Barentszzee en tussen april en augustus in de Oostzee. Ze paaien in het hele verspreidingsgebied op m diepte, behalve in de zuidelijke Oostzee. Daar paaien ze iets dieper. Afhankelijk van grootte produceert het vrouwtje tussen de eitjes. Deze komen, afhankelijk van de temperatuur, na drie tot twaalf dagen uit. De uitgekomen pelagisch larven gaan pas naar de bodem als ze ca. 14 cm zijn. Dan trekken ze naar dieptes van 6-70 m en veranderen ze in platvissen. De groeisnelheid varieert sterk tussen de verschillende gebieden, maar over het algemeen groeit schar vrij traag. In de Noordzee worden mannetjes geslachtsrijp op twee á driejarige leeftijd bij een lengte van tien tot twintig cm. De vrouwtjes worden na 3 tot 5 jaar geslachtsrijp bij een lengte van cm. Voeding Scharren eten wormen, kreeftachtigen, slangsterren, kleine zee-egels, schelpdieren en ook wel grondels en zandspiering. Visserij Schar is voor de meeste vissers een bijvangstsoort. Er zijn slechts enkele vissers die gericht op schar vissen met een bordentrawl- of flyshootmethode. Deze worden dan doorgaans ongestript en dagvers aangevoerd. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 65 / 75

66 1.6. Bot Latijnse naam: Platichthys flesus Engelse naam: Flounder Kenmerken Bot heeft z n ogen meestal op de rechterzijde, maar soms ook op linkerzijde. De oogzijde wordt vaak gekenmerkt door onregelmatige oranje vlekken, maar nooit zo duidelijk als bij de schol. Verder heeft bot een ruwe huid langs de zijlijn en bij de basis van de rug- en anaalvin. De overige huid is verder glad. Bij bot is de zijlijn boven de borstvin bijna recht en verder is bot iets smaller dan de schol en mist bot de benige knobbels achter de ogen. Lengte: tot 51 cm Gewicht: tot 1 kg, met uitzonderingen tot 2,9 kg Leeftijd: tot 7 jaar (man), 11 jaar (vrouw) Bot (Platichthys flesus). Oscar Bos Habitat Bot komt voor langs de kust van heel Europa tot dieptes van ongeveer 230 m. De jongste exemplaren zitten het dichtst bij de kust, tot in estuaria en rivieren. Biologie Bot paait van januari tot april, maar in noordelijke gebieden gaat dit door tot in juli. Een vrouwtje van 35 cm in de Noordzee produceert ongeveer één miljoen eitjes. De eieren komen na een week uit bij een temperatuur van 10 C. Larven van een bot leven pelagisch tot een lengte van één cm, daarna trekken ze naar de bodem waar ze de metamorfose naar platvis ondergaan. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 66 / 75

67 Voeding Bot eet vooral wormen, garnalen, schelpen, kreeftachtigen en kleine vissen (zoals grondels). Visserij In de Noordzee is bot een bijvangst bij de bodemvisserij op schol en tong Tongschar Latijnse naam: Microstomus kitt Engelse naam: Lemon sole Kenmerken De tongschar heeft z n ogen op de rechterzijde. Verder is het lichaam van de tongschar ovaal, dik, vlezig en voelt z n huid zeer glad aan. Ook heeft de tongschar geen benige knobbels of ruwe schubben en is de huidskleur vaak chocoladebruin met lichtere vlekken. De zijlijn is zwak gebogen boven de borstvin. Lengte: tot 66 cm Gewicht: tot 3 kg Leeftijd: tot maximaal 23 jaar, maar de meeste tongschar die wordt aangeland is 9 jaar Tongschar (Microstomus kitt). Hans Hillewart Habitat Tongschar heeft een voorkeur voor grovere bodems, zoals grind en schelpengruis. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 67 / 75

68 Biologie Tongschar kan paaien van januari tot begin november. Een vrouwtje van 30 cm produceert ongeveer honderdduizend eitjes. De larven leven pelagisch en gaan bij een lengte van 1,5-2 cm op de bodem leven. Mannetjes zijn meestal geslachtsrijp als ze drie jaar zijn en vrouwtjes worden bij ca. vijf jaar geslachtsrijp. Tongschar. M&J Seafood Voeding Tongschar eet voornamelijk wormen, maar daarnaast ook veel verschillende ongewervelden zoals kreeftachtigen en slangsterren. Visserij Tongscharren zijn meestal een bijvangstsoort. Slechts in enkele gevallen wordt er gericht op ze gevist Witje Latijnse naam: Glyptocephalus cynoglossus Engelse naam: Witch Kenmerken Het witje heeft de ogen op de rechterzijde. Verder is het witje te herkennen door z n langgerekte lichaam dat uniform grijsbruin van kleur is met een donkere rand langs de vinnen. De zijlijn is vrijwel recht, met kleine, ruwe schubben. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 68 / 75

69 Lengte: tot 60 cm, maar zelden groter dan 40 cm Gewicht: tot 2,5 kg Leeftijd: tot 25 jaar Witje (Glyptocephalus cynoglossus). M&J Seafood Habitat Witjes leven op de zachte bodem van de diepe Noorse fjorden, in de noordelijke Noordzee en in de diepere wateren ten westen van de Britse eilanden. Witjes hebben een voorkeur voor koud en diep water ( m). Biologie Witjes paaien van laat in het voorjaar tot laat in het najaar, afhankelijk van het gebied. Eitjes worden gevonden in diep water bij een watertemperatuur tussen de 4-13 C. Een vrouwtje van cm kan eitjes produceren. Witjes worden geslachtsrijp in de Noordzee bij een leeftijd van vijf á zes jaar (39-50 cm). Witje. Wikimedia commons VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 69 / 75

70 1.9. Heilbot Latijnse naam: Hippoglossus hippoglossus Engelse naam: Halibut Kenmerken Heilbot is een langwerpige vis met de ogen op de rechterzijde. De staartvin is recht en de zijlijn maakt een duidelijke bocht boven de borstvin. Daarnaast heeft heilbot een grote bek met stevige tanden en een onderkaak die uitsteekt. Lengte: in uitzonderlijke gevallen meer dan 4 m, maar heilbotten groter dan 2 m zijn tegenwoordig een zeldzaamheid. Gewicht: tot 320 kg Leeftijd: in theorie tot 50 jaar, maar extreem weinig vissen behalen deze leeftijd. Heilbot (Hippoglossus hippoglossus). M&J Seafood Habitat Heilbot heeft een voorkeur voor diepe, koude wateren van 200 tot 2000 m. Daarbij wordt heilbot gevonden op verschillende ondergronden. Onvolwassen exemplaren worden ook wel gevangen in ondiepe kustwateren en zelfs in havens. Volwassenen blijven niet alleen op de bodem, zij worden ook wel in pelagische netten gevangen. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 70 / 75

71 Heilbot. Swedish Museum of Natural History Biologie Heilbot paait in diepe fjorden en langs de randen van het continentaal plat, met een piek tussen januari en februari voor de kust van Noorwegen. De belangrijkste paaigronden liggen langs de Noorse kust ten noorden van Ålesund, langs de zuidrand van de lijn Schotland/ Groenland, in de zuidelijke Davis Straat en nabij Newfoundland. Het vrouwtje legt, afhankelijk van haar grootte, tussen de 0,5 en 7 miljoen eieren per seizoen die vrij in het water drijven. Jonge heilbotten leven van plankton en veranderen bij een lengte van 3,5 cm tot platvisjes. Ze blijven hun eerste levensjaren in relatief ondiep water, maar gaan geleidelijk steeds dieper leven. Vrouwtjes groeien aanzienlijk sneller dan mannetjes. Heilbot wordt geslachtsrijp tussen de 7 en 18 jaar. Voeding Jonge heilbotten eten kleine vis en ongewervelden, terwijl de volwassenen bijna alleen op vis jagen, aangevuld met wat inktvis en grote kreeftachtigen. Visserij Heilbot wordt gericht bevist in o.a. IJsland, Noorwegen en de Faeröer eilanden, maar wordt in Nederland met name als bijvangst gevangen bij de bodemvisserij in de noordelijke Noordzee Scharretong Latijnse naam: Lepidorhombus whiffiagonis Engelse naam: Megrim Kenmerken De scharretong heeft een grote bek en heeft géén of slechtzichtbare vlekken op de kant waar het oog zit. Het lichaam is dun en de onderzijde is doorschijnend. De zijlijn vormt aan de oogkant een opvallende bocht om de borstvin heen. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 71 / 75

72 Lengte: tot 60 cm, meestal rond de 25 cm Leeftijd: tot 10 jaar (man), 13 jaar (vrouw) Scharretong (Lepidorhombus whiffiagonis). M&J Seafood Habitat De scharretong komt voornamelijk voor in het noordoosten en het oosten van de Atlantische oceaan en de Middellandse zee, maar in de Noordzee wordt hij weinig aangetroffen. Hij leeft op gemengde bodems op m diepte, maar wordt ook wel vrij zwemmend in de waterkolom aangetroffen. VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 72 / 75

73 Scharretong. Glenmar Shellfish Biologie De scharretong paait van januari tot maart. Mannetjes zijn bij een grotere lengte (26 cm) pas geslachtsrijp dan vrouwtjes (20 cm). Vrouwtjes worden uiteindelijk wel groter dan mannetjes. Jonge scharretong blijft, tot een jaar of twee, op een diepte van 150 tot 250 m. Oudere vissen komen zowel dieper als ondieper voor. Voeding De scharretong eet kleine bodemvis, garnalen en krabben. Maar naarmate ze groter worden beginnen ze meer op vis te jagen, zoals horsmakreel, sprot en ansjovis. Visserij Scharretong wordt voornamelijk als bijvangst bij de bodemvisserij gevangen in de noordelijke Noordzee. De Fransen en Spanjaarden vangen de meeste scharretong Lange schar Latijnse naam: Hippoglossoides platessoides Engelse naam: Long rough dab Kenmerken Lange schar heeft een grote mond en een relatief lang, slank lichaam met het oog vrijwel altijd op de rechterzijde. De zijlijn is bijna recht (afgezien van een kleine kromming boven de borstvin). Het lichaam is dun en het vlees vaak waterig. Lengte: tot 83 cm, maar zelden langer dan 40 cm Gewicht: tot 6,4 kg, maar meestal onder de 1 kg. Leeftijd: in de Noordzee tot ten minste 10 jaar, in de Barents Zee zijn lange scharren VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 73 / 75

74 aangetroffen van 20 jaar. Dit komt waarschijnlijk doordat het daar kouder is, waardoor de lange scharren langzamer groeien en ouder worden. Lange schar (Hippoglossoides platessoides). 1) Ogen op de rechterzijde. 2) Grote bek, kaak eindigt onder oog. 3) Zijlijn maakt een flauwe bocht. 4) Staartvin met iets verlengde vinstralen in het midden. Sportvisserij Nederland Habitat Ze leven op zachte bodems op een diepte van m. De meeste lange scharren vind je in de centrale en noordelijke Noordzee, het Skagerrak, Kattegat, de Rockall bank en voor de kust van noordwest Schotland. Lange schar JC Schou, Biopix VOORBEELD LESPROGRAMMA NEDERLANDS VISBUREAU VISSOORTEN 74 / 75

Pulskor, Sumwing en PulsWing als alternatief voor de boomkorvisserij

Pulskor, Sumwing en PulsWing als alternatief voor de boomkorvisserij Pulskor, Sumwing en PulsWing als alternatief voor de boomkorvisserij Urk 4 september 2010 Kees Taal, LEI Pulskor, Sumwing en PulsWing Wat is Pulskor, Sumwing en PulsWing? Historie Wat is nodig om met de

Nadere informatie

Pagina 1. VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014

Pagina 1. VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014 VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014 In dit document wordt antwoord gegeven op een aantal veel gestelde vragen over de aanlandplicht. Aan de publicatie kunnen geen

Nadere informatie

Pulsvisserij Overzicht Onderzoek

Pulsvisserij Overzicht Onderzoek Pulsvisserij Overzicht Onderzoek Platvis Bob van Marlen Inhoud Historisch overzicht onderzoek RIVO-IMARES garnaal en vooral platvis EU-verbod ICES vragen in 2006 en onderzoek hierop gericht Vangstvergelijking

Nadere informatie

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet? Pulsvisserij: wat weten we wel en niet? Nathalie Steins & Adriaan Rijnsdorp, IMARES Wageningen UR 20 juni 2016 Background NL vloot heeft 80% Noordzee tong quota Zorgen over traditionele vangstmethode (boomkor)

Nadere informatie

SUMWING BESPAREND VISSEN

SUMWING BESPAREND VISSEN SUMWING BESPAREND VISSEN Maart 2009 Uit visserijnieuws: Van der Vis:,,Maandag in het Diepe Gat lag de grond na de storm van afgelopen weekend open. De TX 38 kreeg daar rukken tot 20 ton, maar wij hadden

Nadere informatie

Vissen met zorg. factsheets kwaliteit en duurzaamheid. staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij. Kees Taal. Wim Zaalmink.

Vissen met zorg. factsheets kwaliteit en duurzaamheid. staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij. Kees Taal. Wim Zaalmink. Vissen met zorg factsheets kwaliteit en duurzaamheid staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij Kees Taal Wim Zaalmink Maart 2012 LEI, onderdeel van Wageningen UR, Den Haag Voorwoord Met trots presenteer

Nadere informatie

Wij vangen deze. Uitgave natuurlijk verantwoord

Wij vangen deze. Uitgave natuurlijk verantwoord Wij vangen deze vis wijzer Uitgave 2009 natuurlijk verantwoord Wij vangen deze VIS wijzer Overbevissing en illegale visserijpraktijken zijn onderwerpen die met regelmaat tot maatschappelijke discussie

Nadere informatie

Aanlandplicht

Aanlandplicht Aanlandplicht 2016-2019 Carian Emeka Team EZ 3 personen RVO en NVWA Projectgroep uitvoeringsagenda implementatie aanlandplicht EZ / RVO /NVWA CVO Stichting de Noordzee LEI IMARES 2 De aanlandplicht doel

Nadere informatie

Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij. Hoezo dure gasolie?

Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij. Hoezo dure gasolie? www.kenniskringvisserij.nl Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij Hoezo dure gasolie? Tips voor boomkorvissers om brandstof te besparen en hun rendement te verhogen In deze brochure beschrijven

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21274 29 juli 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 15 juli 2013, nr. WJZ/13107340, houdende

Nadere informatie

Project Innovatieve discardvermindering in de praktijk

Project Innovatieve discardvermindering in de praktijk Europese Visserijfonds, investering in duurzame visserij Project Innovatieve discardvermindering in de praktijk Eerste inzicht in de mogelijke effecten van het verlagen van de minimuminstandhoudingsreferentiemaat

Nadere informatie

Kenniskring garnaal NO

Kenniskring garnaal NO Kenniskring garnaal NO Introductie KK & bijvangsten Lauwersoog 9 oktober 2015 Europees Visserijfonds: Investering in duurzame visserij AGENDA 13:00 Kennismaking en verwachtingen 13:15 Aanlandplicht, wat

Nadere informatie

Pulskor versus boomkor

Pulskor versus boomkor Pulskor versus boomkor ARM 7 en ARM 44, economische uitkomsten en analyses Vertrouwelijk rapport Kees Taal Mike Turenhout Arie Klok LEI-rapport 2014-xxx Maart 2014 Projectcode Kenniskringen Visserij LEI,

Nadere informatie

Project Best Practices II Tussenrapportage Innovatieprojecten aanlandplicht Selectiviteit Periode 1 maart december 2016

Project Best Practices II Tussenrapportage Innovatieprojecten aanlandplicht Selectiviteit Periode 1 maart december 2016 Project Best Practices II Tussenrapportage Innovatieprojecten aanlandplicht Selectiviteit Periode Opgesteld door: R. Martens d.d. 20 maart 2017 Inhoudsopgave 1. Algemene Projectinformatie...3 2. Voortgang

Nadere informatie

Intensiteit van de visserij op de Noordzee,

Intensiteit van de visserij op de Noordzee, Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gebieden met hoge ecologische

Nadere informatie

Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Project Best Practices II Opzet, eerste uitkomsten, stand van zaken en planning 2017 Voor intern gebruik 27 januari 2017 Ed de Heer Opzet Doelen BPII: 1) het inschatten van de uitvoerbaarheid, naleefbaarheid

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

PROJECT PULSKOR. Kenniskring Duurzame Garnalenvisserij. Bart Verschueren, 23 januari 2009

PROJECT PULSKOR. Kenniskring Duurzame Garnalenvisserij. Bart Verschueren, 23 januari 2009 PROJECT PULSKOR Ontwikkeling en demonstratie van een selectieve pulskor voor de visserij op grijze garnaal met het oog op een reductie van de teruggooi en de milieu-impact Kenniskring Duurzame Garnalenvisserij

Nadere informatie

Incentives en de aanlandplicht

Incentives en de aanlandplicht Incentives en de aanlandplicht Vraag 4B Erik Buisman, LEI 4B.1 Welke maatregelen zijn nodig voor een aanlandplicht? Wat zijn economische incentives om discards aan te landen en toch niet zo aantrekkelijk

Nadere informatie

Verslag ondernemersgesprek Platform Innofish 13 september 2014, Amsterdam

Verslag ondernemersgesprek Platform Innofish 13 september 2014, Amsterdam Verslag ondernemersgesprek Platform Innofish 13 september 2014, Amsterdam Ik vond het goed om in deze groep over de aanlandplicht te praten. Het domste wat je nu kunt doen is je kop in het zand steken.

Nadere informatie

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167 Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke 1790 AD Den

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ Tweede Kamerfractie ChristenUnie Arie Slob 22 januari 2011 TIENPUNTENPLAN VOOR DE NEDERLANDSE NOORDEEVISSERIJ Het gaat gelukkig beter met de visbestanden

Nadere informatie

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! VISSERIJ 7 8 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! VISSERIJ 7 8 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer. VISSERIJ Ik ben het Net Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Aangeboden door Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer. www.eu.nl -> onderwijs Europese Unie Haring! Verse

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 12 mei 2015 Betreft Kwartaalrapportage GVB

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 12 mei 2015 Betreft Kwartaalrapportage GVB > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC

Nadere informatie

Annex 1 - Controleprotocol HFK pulstuig tbv MSC puls (openbaar) Mei 2015, CVO Versie 1

Annex 1 - Controleprotocol HFK pulstuig tbv MSC puls (openbaar) Mei 2015, CVO Versie 1 Annex 1 - Controleprotocol HFK pulstuig tbv MSC puls (openbaar) Mei 2015, CVO Versie 1 Algemeen: In de achterban van de CVO bevinden zich op dit moment 71 schepen met een HFK pulstuig, waarvan 12 eurokotters

Nadere informatie

RESOURCE. Elektrisch vissen. Is het milieuvriendelijker dan de boomkor? p.12. Studenten vóór, docenten tegen Engels in bachelor p.

RESOURCE. Elektrisch vissen. Is het milieuvriendelijker dan de boomkor? p.12. Studenten vóór, docenten tegen Engels in bachelor p. Rode cijfers Weer banen weg bij Environmental Research p.4 Verdeeldheid Studenten vóór, docenten tegen Engels in bachelor p.5 Stemmen! Kandidaten Student Council stellen zich voor p.24 RESOURCE Voor iedereen

Nadere informatie

Factsheet: Schol. versie maart 2013 VISSERIJ

Factsheet: Schol. versie maart 2013 VISSERIJ Factsheet: Schol versie maart 2013 Schol is een belangrijke vissoort voor de Nederlandse vissector, zelfs één van de belangrijkste wat betreft aanvoer op de Nederlandse afslagen; bijna 50% van alle vis

Nadere informatie

KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat

KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat De eerste resultaten 9 December 2016 Alicia Hamer Pieke Molenaar Josien Steenbergen Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Presentatie ter

Nadere informatie

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!. VISSERIJ 5 6 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!. VISSERIJ 5 6 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer. VISSERIJ Ik ben het Net Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!. Aangeboden door Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer. www.eu.nl -> onderwijs Europese Unie Haring! Verse

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Platvis pulsvisserij. Resultaten onderzoek en kennisleemtes

IMARES Wageningen UR. Platvis pulsvisserij. Resultaten onderzoek en kennisleemtes Platvis pulsvisserij Resultaten onderzoek en kennisleemtes Floor Quirijns, Wouter Jan Strietman (LEI), Bob van Marlen, Mascha Rasenberg Rapport C193/13 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine

Nadere informatie

Visserij in Cijfers. Trends in zeevisserij. Kees Taal en Mike Turenhout. Scheveningen. 28 februari 2014

Visserij in Cijfers. Trends in zeevisserij. Kees Taal en Mike Turenhout. Scheveningen. 28 februari 2014 Visserij in Cijfers Trends in zeevisserij Kees Taal en Mike Turenhout Scheveningen 28 februari 2014 Visserij in Cijfers Jaarlijkse publicatie Vanaf nu via LEI-internet te downloaden www.visserijincijfers.nl

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 30.12.2014 L 370/35 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1395/2014 VAN DE COMMISSIE van 20 oktober 2014 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde kleine pelagische visserijen en visserijen voor

Nadere informatie

Gebruik van double sweep line in het pulskortuig CVO, Harmen Klein Woolthuis (HFK), Maarten Drijver (PO Texel) en Inger Wilms (CVO)

Gebruik van double sweep line in het pulskortuig CVO, Harmen Klein Woolthuis (HFK), Maarten Drijver (PO Texel) en Inger Wilms (CVO) Gebruik van double sweep line in het pulskortuig CVO, 21-05-2015 Harmen Klein Woolthuis (HFK), Maarten Drijver (PO Texel) en Inger Wilms (CVO) Achtergrond van dit document: Een aantal pulsvissers maakt

Nadere informatie

Visvangst in de Noordzee,

Visvangst in de Noordzee, Indicator 3 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De visvangst is de laatste decennia

Nadere informatie

Trends in Zeevisserij 2013

Trends in Zeevisserij 2013 Trends in Zeevisserij 2013 Innovatie loont! 22 maart 2013, Kees Taal Trends Innovatie Ondernemerschap Verduurzaming Markt Trends Investeringen Prestaties: Kottervloot - Platvis - Garnalen - Flyshoot -

Nadere informatie

Kenniskring garnaal Zuid West

Kenniskring garnaal Zuid West Kenniskring garnaal Zuid West De weg naar bestandsbeheer Noordzeegarnaal Yerseke 30 Oktober 2015 Kenniskring garnaal zuid west AGENDA 14:00 Voorstelrondje en verwachtingen (Marieke / allen) 14:20 Intro

Nadere informatie

Ik en de EU Workshop 1. Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014

Ik en de EU Workshop 1. Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014 Ik en de EU Workshop 1 Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014 Welkom! Richard Martens 2 Wie ik ben 3 Even voorstellen Wie ben je Type bedrijf Wat verwacht je van deze workshop(s)? (Wat hoop je

Nadere informatie

Hoe werkt een bestandsschatting?

Hoe werkt een bestandsschatting? Hoe werkt een bestandsschatting? Inhoud Waarom deze brochure?...3 Wat is een bestandsschatting?...3 Waarom een bestandsschatting?...3 De bestandsschatting in drie stappen (tong)...4 (1) Het vangstsucces

Nadere informatie

Advies. Aanlandingsverplichting in de zeevisserijsector. Brussel, 19 mei 2017

Advies. Aanlandingsverplichting in de zeevisserijsector. Brussel, 19 mei 2017 Advies Aanlandingsverplichting in de zeevisserijsector Foto: ILVO (Christian Vanden Berghe) Brussel, 19 mei 2017 SALV_ADV_20170519_aanlanding_def.docx Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1487 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Haring! Verse haring! Wie maakt me los! Ik heb verse haring! Ha... ja, nou heb ik jullie aandacht, hè? Sorry, ik ben uitverkocht. Vandaag geen haring

Nadere informatie

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee,

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, 2007-2011 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Meest gestelde vragen naar aanleiding van de vissersprotesten

Meest gestelde vragen naar aanleiding van de vissersprotesten 10 september 2016 Meest gestelde vragen naar aanleiding van de vissersprotesten De laatste tijd waren vissers veel in het nieuws vanwege hun protest tegen een aantal maatregelen die de visserij raken:

Nadere informatie

Datum 30 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over bijvangst onterecht in negatief daglicht

Datum 30 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over bijvangst onterecht in negatief daglicht > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Overheidsidentificatienr

Nadere informatie

Vissen in de 12-mijlszone (update) Inclusief en kotters groter dan 300 pk. Geert Hoekstra, Katell Hamon & Jos op de Weegh

Vissen in de 12-mijlszone (update) Inclusief en kotters groter dan 300 pk. Geert Hoekstra, Katell Hamon & Jos op de Weegh Vissen in de 12-mijlszone (update) Inclusief 2015-2017 en kotters groter dan 300 pk Geert Hoekstra, Katell Hamon & Jos op de Weegh Vissen in de 12-mijlszone (update) Inclusief 2015-2017 en kotters groter

Nadere informatie

De voetafdruk verkleinen. Verschuiving naar low impact visserij

De voetafdruk verkleinen. Verschuiving naar low impact visserij De voetafdruk verkleinen Verschuiving naar low impact visserij e voetafdruk verkleinen Verschuiving naar low impact visserij Veelgebruikt vistuig in Europa De mariene biodiversiteit neemt snel af. Vanwege

Nadere informatie

Ing. S.W. Verver, dr. ir. R.E. Grift, mw. ir. F.J. Quirijns. RIVM, Milieu- en natuurplanbureau De heer drs. W. Ligtvoet Postbus BA BILTHOVEN

Ing. S.W. Verver, dr. ir. R.E. Grift, mw. ir. F.J. Quirijns. RIVM, Milieu- en natuurplanbureau De heer drs. W. Ligtvoet Postbus BA BILTHOVEN Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Vissen in de 12-mijlszone

Vissen in de 12-mijlszone Vissen in de 12-mijlszone Inzetverandering visserij na introductie puls Mike Turenhout, Katell Hamon Dit onderzoek is uitgevoerd door LEI Wageningen UR in opdracht van en gefinancierd door het ministerie

Nadere informatie

SCHMIDT ZeeVIS ROTTeRDaM De allerbeste VIS VaN De allerbeste VISSeRS SCHMIDT ZeeVIS en MVO

SCHMIDT ZeeVIS ROTTeRDaM De allerbeste VIS VaN De allerbeste VISSeRS SCHMIDT ZeeVIS en MVO SCHMIDT ZEEVIS ROTTERDAM De allerbeste VIS VAN DE ALLERBESTE VISSERS SCHMIDT ZEEVIS EN MVO Verantwoordelijkheid Alleen het beste is goed genoeg De maatschappij schreeuwt om verduurzaming. De vissers en

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 06 juni 2014 Betreft Maatregelen zeebaars

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 06 juni 2014 Betreft Maatregelen zeebaars > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Project alternatief visplan duurzame platvisvisserij

Project alternatief visplan duurzame platvisvisserij Project alternatief visplan duurzame platvisvisserij In het kader van de regeling Collectieve acties in de visketen De ontwikkeling van een alternatief visplan voor het verduurzamen van de platvisvisserij,

Nadere informatie

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele Zeevisserij in beweging Naar een duurzame visserij Jochen Depestele,, Hans Polet, Els Vanderperren, Hendrik Stouten en Kris Van Craeynest,, ILVO-Visserij, Visserij, Oostende, België Gepresenteerd door

Nadere informatie

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage implementatie Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage implementatie Gemeenschappelijk Visserijbeleid > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Visvangst in de Noordzee,

Visvangst in de Noordzee, Indicator 4 september 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door overbevissing zijn veel

Nadere informatie

Hoe werkt een bestandsschatting?

Hoe werkt een bestandsschatting? Hoe werkt een bestandsschatting? Inhoud Wat is een bestandsschatting? 2 Waarom een bestandsschatting? 3 Wie doet de bestandsschatting? 3 De bestandsschatting in drie stappen 5 1 Het vangstsucces (relatieve

Nadere informatie

ICES aanpak voor Data Limited Stocks (DLS)

ICES aanpak voor Data Limited Stocks (DLS) ICES aanpak voor Data Limited Stocks (DLS) 2012 Bestanden waarvoor gegevens in beperkte mate beschikbaar zijn Floor Quirijns, IMARES ICES geeft vangstadviezen voor meer dan 200 visbestanden. Voor een deel

Nadere informatie

6.5. Boekverslag door J woorden 12 juni keer beoordeeld

6.5. Boekverslag door J woorden 12 juni keer beoordeeld Boekverslag door J. 2224 woorden 12 juni 2006 6.5 59 keer beoordeeld Vak Economie Visserij Hoofdstukindeling 1. Geschiedenis 2. Kotters 3. Trawlers 4. Het leven aan boord van een kotter 5. Hoe ziet een

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. LEI Wageningen UR. Aanlandingsplicht. Mascha Rasenberg, Sebastian Uhlmann, Erik Buisman. Werkdocument C151/11

IMARES Wageningen UR. LEI Wageningen UR. Aanlandingsplicht. Mascha Rasenberg, Sebastian Uhlmann, Erik Buisman. Werkdocument C151/11 Aanlandingsplicht Mascha Rasenberg, Sebastian Uhlmann, Erik Buisman Werkdocument C151/11 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) LEI Wageningen UR Opdrachtgever:

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1749 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Bestaande vistuigen als mogelijk alternatief voor de boomkor

Bestaande vistuigen als mogelijk alternatief voor de boomkor Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Bestaande vistuigen als mogelijk alternatief voor de boomkor Rapport RIKZ 2001.037 Auteurs:

Nadere informatie

Ronde Tafel Discussie Zeebaars

Ronde Tafel Discussie Zeebaars Ronde Tafel Discussie Zeebaars Vrijdag 20 maart 2015 IMARES, IJmuiden. Aanleiding Op initiatief van de kenniskring Kleinschalige Kust- en zeevisserij werd afgelopen vrijdag 20 maart 2015 een bijeenkomst

Nadere informatie

MINISTERIE VAN EZ T.A.V.IR. H.R. OFFRINGA POSTBUS 20401 2500 EK DEN HAAG. Afdeling Vis. Geachte heer Offringa,

MINISTERIE VAN EZ T.A.V.IR. H.R. OFFRINGA POSTBUS 20401 2500 EK DEN HAAG. Afdeling Vis. Geachte heer Offringa, Postbus 68 1970 AB IJmuiden MINISTERIE VAN EZ T.A.V.IR. H.R. OFFRINGA POSTBUS 20401 2500 EK DEN HAAG Afdeling Vis ONDERWERP Beperkingen zeebaars Geachte heer Offringa, POSTADRES Postbus 68 1970 AB IJmuiden

Nadere informatie

Kenniskring Slim Ondernemen. 7 maart 2009 MKB Adviseurs Jaap Luchies Tel.nr. 038 426 25 90 Email: jluchies@mkbadviseurs.nl

Kenniskring Slim Ondernemen. 7 maart 2009 MKB Adviseurs Jaap Luchies Tel.nr. 038 426 25 90 Email: jluchies@mkbadviseurs.nl Kenniskring Slim Ondernemen 7 maart 2009 MKB Adviseurs Jaap Luchies Tel.nr. 038 426 25 90 Email: jluchies@mkbadviseurs.nl Programma 7 maart 2009 09.00 uur Opening 09.05 uur Voortgang Imago 09.15 uur Voorstel

Nadere informatie

Den Haag 13 maart 2013. 1/6/2014 NEDERLANDSE VISSERSBOND - Derk Jan Berends

Den Haag 13 maart 2013. 1/6/2014 NEDERLANDSE VISSERSBOND - Derk Jan Berends Den Haag 13 maart 2013 1/6/2014 NEDERLANDSE VISSERSBOND - Derk Jan Berends 1 Introductie Voorstellen Doel: kennis uitwisselen over de visserijpraktijk, knelpunten en oplossingen bespreken betreffende bemanningszaken.

Nadere informatie

Zegen vismethoden. Scheepvaart en Transport College Eerste leerjaar.

Zegen vismethoden. Scheepvaart en Transport College Eerste leerjaar. Zegen vismethoden Scheepvaart en Transport College Eerste leerjaar http://www.vistikhetmaar.nl/lesprogramma/zegen-vismethoden/ Introductie op het lesprogramma Zegen vismethoden. Docent: Henk Redert Contact:

Nadere informatie

Vangstsamenstelling per tuigcategorie

Vangstsamenstelling per tuigcategorie Vangstsamenstelling per tuigcategorie Herziening contingentenstelsel visserij in Nederland in het kader van de aanlandplicht A.T.M. van Helmond en N.A. Steins Wageningen University & Research Rapport C107/16

Nadere informatie

p/a Sparc Advies T.a.v. Visserijbedrijf Van Belzen Vof De heer Martens Boswinde WE Den Haag Afdeling Visserij Geachte heer Martens,

p/a Sparc Advies T.a.v. Visserijbedrijf Van Belzen Vof De heer Martens Boswinde WE Den Haag Afdeling Visserij Geachte heer Martens, Postbus 68 1970 AB IJmuiden p/a Sparc Advies T.a.v. Visserijbedrijf Van Belzen Vof De heer Martens Boswinde 45 2496 WE Den Haag Afdeling Visserij ONDERWERP Discardoverzicht ARM25, ARM33 en TH6 Geachte

Nadere informatie

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur?

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur? Opdracht 1a. In de tabel hieronder staan een aantal materialen. Bedenk per type materiaal 3 soorten afval die je tegenkomt onderweg naar school of op het schoolplein. Zoek per categorie van 1 soort afval

Nadere informatie

Flyshooting. Een haalbaar alternatief voor de boomkorvisserij. Bart Geeraert juni 2008

Flyshooting. Een haalbaar alternatief voor de boomkorvisserij. Bart Geeraert juni 2008 Flyshooting Een haalbaar alternatief voor de boomkorvisserij Bart Geeraert juni 2008 De Belgische visserij heeft vandaag een duurzaamheidsprobleem. Door bijna volledig in te zetten op een brandstofverslindende

Nadere informatie

Sociaal-economische gevolgen van een totaal verbod van pulsvisserij voor de Nederlandse visserijsector

Sociaal-economische gevolgen van een totaal verbod van pulsvisserij voor de Nederlandse visserijsector Sociaal-economische gevolgen van een totaal verbod van pulsvisserij voor de Nederlandse visserijsector Wim Zaalmink, Geert Hoekstra, Arie Mol en Wouter Jan Strietman Sociaal-economische gevolgen van een

Nadere informatie

Eerste evaluatie verdienmodel MDV-1 Immanuël

Eerste evaluatie verdienmodel MDV-1 Immanuël Eerste evaluatie verdienmodel MDV-1 Immanuël Stichting Masterplan Duurzame Visserij februari 2016 p/a Vlaak 4 8321 RV Urk Contactpersoon: drs. J.Luchies T: 0527 681641 E: jluchies@mkbadviseurs.nl www.masterplanduurzamevisserij.nl

Nadere informatie

Pulswing. Ontwikkeling van een vistuig voor platvis waarin pulstechniek met de SumWing is gecombineerd

Pulswing. Ontwikkeling van een vistuig voor platvis waarin pulstechniek met de SumWing is gecombineerd Pulswing Ontwikkeling van een vistuig voor platvis waarin pulstechniek met de SumWing is gecombineerd Dit rapport is opgesteld door Kees Taal en Arie Klok Opdrachtgevers: HFK Engineering - Harmen Klein

Nadere informatie

Duurzame garnalenvisserij VOF Koster

Duurzame garnalenvisserij VOF Koster Duurzame garnalenvisserij VOF Koster WR 3 Noordster van VOF Koster en duurzaamheid De maatschap VOF Koster van Dirk en Wilma Koster vist met de WR3 Noordster op garnalen, vanaf het historische visserseiland

Nadere informatie

Brandstofbesparing 75%

Brandstofbesparing 75% Brandstofbesparing 75% Energiebesparing en rendementsverbeteringen aan boord van een 2.000 pk viskotter Concept Taal C. Klok A.J LEI Wageningen UR Wageningen, juni 2014 Opdrachtgevers: Vis Vis BV, de heer

Nadere informatie

p/a Sparc Advies T.a.v. Zeevisserijbedrijf C. Tanis Jaczon/Zonen C.V. De heer Martens Boswinde WE Den Haag Afdeling Visserij

p/a Sparc Advies T.a.v. Zeevisserijbedrijf C. Tanis Jaczon/Zonen C.V. De heer Martens Boswinde WE Den Haag Afdeling Visserij Postbus 68 1970 AB IJmuiden p/a Sparc Advies T.a.v. Zeevisserijbedrijf C. Tanis Jaczon/Zonen C.V. De heer Martens Boswinde 45 2496 WE Den Haag Afdeling Visserij ONDERWERP Notitie: Vangsten en discards

Nadere informatie

Sumwing. Testen op de GO 31 in de zuidelijke Noordzee. Foto s zijn van Kees Taal (lei) visserijnieuws en Klaas v Dam

Sumwing. Testen op de GO 31 in de zuidelijke Noordzee. Foto s zijn van Kees Taal (lei) visserijnieuws en Klaas v Dam Sumwing Testen op de GO 31 in de zuidelijke Noordzee Foto s zijn van Kees Taal (lei) visserijnieuws en Klaas v Dam Sumwingklaar maken Wat allemaal doen De grootste verandering is Een langer bovenpees Kettingen

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken Pagina 1 van 12

Ministerie van Economische Zaken Pagina 1 van 12 VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT DEMERSALE SECTOR (basisset) Op 1 januari 2014 is het nieuwe Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB) in werking getreden. De aanlandplicht is één van de belangrijkste

Nadere informatie

VERDER ONDERZOEK OVER HET ELECTR!SCH VISSEN

VERDER ONDERZOEK OVER HET ELECTR!SCH VISSEN M!NiSTER!E VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.) (Voorzitter : F. Ltevens, directeur-generaal) VERDER ONDERZOEK

Nadere informatie

Visbestanden in de Noordzee,

Visbestanden in de Noordzee, Indicator 11 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door overbevissing staan veel visbestanden

Nadere informatie

ICES adviezen Noordzee visserij 2018

ICES adviezen Noordzee visserij 2018 ICES adviezen Noordzee visserij 2018 Presentatie aan Ministerie EZ, visserijsector en maatschappelijke organisaties, 30 juni 2017 Nathalie Steins (lid ICES Advisory Committee) Het adviesproces 1. Europese

Nadere informatie

Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland. Geachte voorzitter,

Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland. Geachte voorzitter, From: @urk.nl> Sent: Wednesday, February 6, 2019 15:46:17 To: statengriffier 19004929 Cc: Subject: Rapport sociaal-economische gevolgen verbod pulsvisserij Attachments: Rapport sociaal-economische gevolgen

Nadere informatie

De wetenschap achter het tellen van vissen. Hoe werkt een bestandsschatting?

De wetenschap achter het tellen van vissen. Hoe werkt een bestandsschatting? De wetenschap achter het tellen van vissen Hoe werkt een bestandsschatting? Inhoud Wat is een bestandsschatting? 2 Waarom een bestandsschatting? 3 Wie doet de bestandsschatting? 3 De bestandsschatting

Nadere informatie

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) Bouwen aan een betere toekomst voor vis en vissers Het EC-voorstel kort samengevat Maatregelen tegen overbevissing en ten gunste van duurzaam beheer

Nadere informatie

Ir. F.J. Quirijns, dr. A.D. Rijnsdorp, ir. O.A. van Keeken, drs. J.J. Poos

Ir. F.J. Quirijns, dr. A.D. Rijnsdorp, ir. O.A. van Keeken, drs. J.J. Poos Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Centrum voor 1970 AB IJmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke E-mail: visserijonderzoek.asg@wur.nl

Nadere informatie

LFD: Less Fuel & Discards in Visserij op Noorse kreeft. Josien Steenbergen en Jacob van Urk, 4 mei 2012

LFD: Less Fuel & Discards in Visserij op Noorse kreeft. Josien Steenbergen en Jacob van Urk, 4 mei 2012 LFD: Less Fuel & Discards in Visserij op Noorse kreeft Josien Steenbergen en Jacob van Urk, 4 mei 2012 Achtergrond: visserij in Nederland Advies taskforce duurzame Noordzeevisserij: Reduceren van de kosten

Nadere informatie

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL Koninkrijk België iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL LE BELGISChE ZEEVISSERIJ in 1973 U ittreksel "Landbouwstatistieken" nr 5-6 mei-juni

Nadere informatie

Samenvatting praktijkonderzoek passieve vistuigen in de Noordzee

Samenvatting praktijkonderzoek passieve vistuigen in de Noordzee Het project Kenniskringen visserij wordt gefinancierd door het Europees Visserijfonds investering in duurzame visserij Afdeling Visserij Postbus 68 1970 AB IJmuiden Kenniskringen Visserij: staandwant T.a.v.

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.4.2017 C(2017) 2358 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 18.4.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/98 van de Commissie betreffende

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Platvis pulsvisserij. Resultaten onderzoek en kennisleemtes

IMARES Wageningen UR. Platvis pulsvisserij. Resultaten onderzoek en kennisleemtes Platvis pulsvisserij Resultaten onderzoek en kennisleemtes Floor Quirijns, Wouter Jan Strietman (LEI), Bob van Marlen, Mascha Rasenberg Rapport C193/13 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon Joop Nijssen T 0031 70 348 4858

Nadere informatie

3.7 De aanlandplicht in 2018

3.7 De aanlandplicht in 2018 3.7 De aanlandplicht in 2018 In de Europese teruggooiplannen is per visserij vastgelegd welke soorten moeten worden aangeland in 2018. Hieronder geven we een overzicht van de aanlandplicht per vistuig

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0381/320. Amendement. Gabriel Mato namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0381/320. Amendement. Gabriel Mato namens de PPE-Fractie 11.1.2018 A8-0381/320 320 Artikel 10 lid 3 3. Niettegenstaande lid 1 is het in de Oostzee verboden drijfnetten aan boord te hebben of te gebruiken. Schrappen Het verbod op het gebruik van drijfnetten in

Nadere informatie

Informatiebulletin Visserij December 2018

Informatiebulletin Visserij December 2018 Informatiebulletin Visserij December 2018 Informatiebulletin December 2018 Colofon Contactpersoon Auteurs Versie DoMuS nummer T 088-0426447 VR@rvo.nl Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Vergunningen

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979 KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 1 i NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg 44-1000 BRUSSEL 1 DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979 ''1 «i T Uittreksel "Landbouwstatistieken" nr

Nadere informatie

Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017

Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017 Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017 Focus van het programma De Europese Unie en de Nederlandse overheid willen met het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) bijdragen aan de verwezenlijking

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 12.1.2018 L 7/13 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/46 VAN DE COMMISSIE van 20 oktober 2017 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale en diepzeevisserijen in de noordwestelijke wateren

Nadere informatie

Samenvatting 4. 1 Inleiding 5. 2 Materiaal en Methode Schepen en monsterlocaties Bemonstering Analyse 7.

Samenvatting 4. 1 Inleiding 5. 2 Materiaal en Methode Schepen en monsterlocaties Bemonstering Analyse 7. Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding 5 2 Materiaal en Methode 6 2.1 Schepen en monsterlocaties 6 2.2 Bemonstering 7 2.3 Analyse 7 3 Resultaten 8 3.1 Vislocaties 8 3.2 Schol vangsten 9 3.3 Tongvangsten 10

Nadere informatie