Autorisatie, Beheer, Implementatie, Evaluatie Multidisciplinaire Richtlijn. Preventief Medisch Onderzoek. Eindrapportage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Autorisatie, Beheer, Implementatie, Evaluatie Multidisciplinaire Richtlijn. Preventief Medisch Onderzoek. Eindrapportage"

Transcriptie

1 Autorisatie, Beheer, Implementatie, Evaluatie Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek Eindrapportage

2 2

3 30 maart 2017 Autorisatie, Beheer, Implementatie, Evaluatie Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch onderzoek Eindrapportage

4 Colofon Eindrapportage project Autorisatie, Beheer, Implementatie, Evaluatie Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), vastgesteld door het Federatiebestuur op 30 maart Artsenfederatie KNMG vertegenwoordigt ruim artsen en studenten geneeskunde. Van de KNMG maken deel uit De Geneeskundestudent, Federatie Medisch Specialisten, Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG), Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB), de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) en de Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde (Verenso). Contactgegevens: Postbus 20051, 3502 LB Utrecht Overname van teksten uit deze publicatie is toegestaan onder vermelding van de volledige bronvermelding KNMG Eindrapportage Autorisatie, Beheer, Implementatie, Evaluatie Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek, KNMG, 30 maart

5 Inhoudsopgave Inhoud Leeswijzer... 7 Conclusies en aanbevelingen... 8 Samenvatting... 9 Deel I Autorisatie, Beheer, Implementatie Inleiding Opdracht ZonMw aan KNMG Verantwoording Algemene doelstellingen implementatie Richtlijn Subdoelstellingen Autorisatie van de Richtlijn door KNMG Adoptatie van de richtlijn door samenwerkende organisaties Opname richtlijn kwaliteitsregister Zorginstituut Nederland Certificering preventief medisch onderzoek Bevorderen gebruik richtlijn door KNMG achterban Bevorderen informatie aan patiënten / consumenten Bevorderen gebruik richtlijn door aanbieders van pmo s Bevorderen vergoeding gecertificeerde pmo s Informeren Ministerie van VWS en IGZ Deel II Evaluatie van de richtlijn Doelstellingen en activiteiten evaluatie Resultaten evaluatie Een consultatieronde via internet Schriftelijk reacties Reactie federatiepartners Reactie wetenschappelijke verenigingen en beroepsvereniging AJN Deelnemende organisaties Beoordeling door Kennisinstituut Medisch Specialisten en NHG Kennisinstituut Medisch Specialisten Nederland Huisartsen Genootschap Bespreking in de KNMG Begeleidingscommissie PMO Bespreking in de KNMG federatieve werkgroep P&G Interviews stakeholders Aanbieders/artsen Uroloog Zorgverzekeraars Medisch filosoof Stakeholdersbijeenkomst Analyse resultaten database...37 Bijlage 1 Leden Federatieve Begeleidingsgroep PMO Bijlage 2 Leden KNMG Begeleidingscommissie PMO

6 Bijlage 3 Leden KNMG Federatieve werkgroep P&G Bijlage 4 Geïnterviewden Bijlage 5 Aanwezigen stakeholderbijeenkomst Bijlage 6 A critical appraisal van de Richtlijn

7 Leeswijzer ZonMw heeft de KNMG in 2011 gevraagd de richtlijn te autoriseren, te beheren, de implementatie te coördineren en te evalueren. Dit resulteerde in het KNMG-project Autorisatie, Beheer, Implementatie en Evaluatie Multidisciplinaire Richtlijn. In deel I van de eindrapportage is het proces van de autorisatie beschreven alsmede de overige implementatie activiteiten. Hoofdstuk 1 gaat kort in op de historie die geleid heeft tot de ontwikkeling van de richtlijn. Hoofdstuk 2 en 3 beschrijven de opdracht van ZonMw en de verantwoording van de KNMG. Hoofdstuk 4 en 5 beschrijven de algemene en subdoelstellingen van het project. In hoofdstuk 6 tot en met 14 zijn de verschillende subdoelstellingen uitgewerkt. In 2016 is de richtlijn geëvalueerd. Deel II van deze rapportage beschrijft de activiteiten van de evaluatie. Hoofdstuk 1 beschrijft de doelstellingen van de evaluatie en geeft een overzicht van de verschillende activiteiten die ten behoeve van de evaluatie zijn uitgevoerd. In hoofdstuk 2 zijn de resultaten van de verschillende activiteiten beschreven. 7

8 Conclusies en aanbevelingen Op basis van de evaluatie is de KNMG tot de volgende conclusies gekomen. Goed en zinvol preventief medisch onderzoek kan een belangrijke bijdrage leveren aan de volksgezondheid. Onjuist geïndiceerd, onjuist uitgevoerd en onjuist geïnterpreteerd preventief medisch onderzoek schaadt het individu (onrust, straling, schijnzekerheid) en de samenleving (onnodige kosten voor aanvullend onderzoek en zorg). De term richtlijn is feitelijk onjuist; het betreft een breed kwaliteitskader. De scope daarvan is niet duidelijk en de richtlijn voldoet niet aan de huidige eisen van richtlijnontwikkeling. De gehanteerde kwaliteitscriteria zijn te globaal, niet praktisch toepasbaar en bieden onvoldoende bescherming aan burgers tegen de risico s die verbonden kunnen zijn aan een preventief medisch onderzoek. Het certificeren van preventief medisch onderzoek bleek niet mogelijk. Aanbieders van preventief medisch onderzoek onderschrijven de richtlijn niet. Burgers willen tegen eigen betaling vrije toegang hebben tot preventief medisch onderzoek in het kader van een check van de gezondheid ter geruststelling. De kwaliteitscriteria van de richtlijn sluiten niet aan op de wensen van burgers. Preventief medisch onderzoek maakt geen deel uit van de basisverzekering. De eisen die zorgverzekeraars stellen aan aanbieders om preventief medisch onderzoek op te nemen in aanvullende verzekeringen zijn niet duidelijk. Aanbevelingen Zorg voor wet- en regelgeving om burgers te beschermen tegen risico s van preventief medisch onderzoek. Preventief medisch onderzoek behoort alleen binnen de context van gerichte screening plaats te vinden en uitsluitend uitgevoerd te worden door een erkende zorgverleners. Per preventief medisch onderzoek / test dient objectieve, begrijpelijke voorlichting beschikbaar te zijn over nut, doelgroep en wetenschappelijke bewijs. 8

9 Samenvatting Deel I Autorisatie, Beheer, Implementatie De Multidisciplinaire richtlijn Preventief Medisch Onderzoek is in mei 2013 door het federatiebestuur van de KNMG vastgesteld. Hiermee werd de richtlijn formeel een KNMGrichtlijn, geldend voor de hele medische beroepsgroep. De richtlijn is opgenomen in het kwaliteitsregister van het Zorginstituut en in de database van de Kwaliteitskoepel Medisch Specialisten. Een aantal wetenschappelijke verenigingen heeft de richtlijn expliciet onderschreven, op hun website geplaatst en gecommuniceerd naar hun achterban. De KNMG heeft een eigen webpagina over preventief medisch onderzoek ingericht en tijdens de projectperiode is op meerdere manieren aandacht besteed aan de richtlijn om de bekendheid te vergroten en het gebruik te bevorderen. Slechts vier van de dertien niet-artsen organisaties hebben de richtlijn formeel onderschreven. De reden dat de overige organisaties de richtlijn niet expliciet wilden onderschrijven, bleef ondanks herhaalde verzoeken onduidelijk. Aanbieders zijn bij alle publiciteit rond de richtlijn meegenomen. De certificering van de richtlijn bleek niet haalbaar. Certificerende Instellingen (CI s) hebben onvoldoende materiedeskundigheid om de effectiviteit van een pmo te beoordelen. De effectiviteit van een pmo is sterk afhankelijk van het aangeboden product, de bijbehorende diensten en bijbehorende selectie van consumenten. De wetenschappelijke verenigingen gaven aan dat praktijkbeoordelingen van afzonderlijke preventief medische onderzoeken (pmo s) per aanbieder voor hen onbegonnen werk is. Er was onvoldoende draagvlak binnen de medische beroepsgroep voor het voorstel om de effectiviteitseis te laten vallen en te focussen op betrouwbaarheid, patiëntvoorlichting en patiëntbegeleiding. Dit zou volgens de medische beroepsgroep leiden tot een keurmerk voor allerlei ineffectieve en ongewenste pmo s. Met het plaatsen van het digitale zelfevaluatieformulier op haar website heeft de KNMG het voor aanbieders wel mogelijk gemaakt om op praktische wijze het eigen aanbod te toetsen aan de richtlijn. Geen certificering van pmo s heeft ook consequenties voor de health checks die door zorgverzekeraars worden vergoed. De eisen die zorgverzekeraars hieraan stellen zijn thans niet duidelijk. Ze besteden deze uit aan externe commerciële bedrijven. Health checks hebben geen prioriteit bij zorgverzekeraars omdat ze niet zijn opgenomen in de basisverzekering en geen zicht geven op de consequenties voor de zorgkosten. Bij preventief medisch onderzoek is het van belang dat de consument op begrijpelijke wijze toegang heeft tot algemene informatie over preventief medisch onderzoek alsmede tot specifieke informatie over het door de consument gewenste pmo. Dat was niet eenvoudig aangezien patiënten en consumenten weinig affiniteit hebben met een medisch georiënteerde richtlijn. Ook de ontwikkeling van de beslishulp bleek niet haalbaar. Er zijn teveel en te verschillende pmo s om een algemene beslishulp hierop aan te laten sluiten. De KNMG heeft toen besloten een publieksbrochure te ontwikkelen. Algemene informatie staat thans op verschillende plaatsen: bij het RIVM, de KNMG, thuisarts.nl en checkdecheck.nl. Aanbieders zijn echter niet verplicht om potentiële klanten evenwichtige informatie te geven over nut, noodzaak en risico s van pmo s. Tot slot wordt opgemerkt dat de affiniteit en betrokkenheid voor de multidisciplinaire richtlijn PMO in het veld gering was. Deel II Evaluatie van de richtlijn Onderdeel van de opdracht van ZonMw aan de KNMG is de evaluatie van de inhoud en gebruik van de richtlijn. De evaluatie bestond uit meerdere activiteiten waarbij verschillende partijen zijn geconsulteerd. Leidraad bij de evaluatie waren een aantal vragen. Deze vragen hebben de volgende resultaten opgeleverd. Vanwege het bijzondere karakter van de richtlijn is tevens onderzocht of de KNMG de aangewezen partij is om de eigenaar te blijven. De resultaten daarvan blijven in deze eindrapportage buiten beschouwing. 1. Zijn de kwaliteitscriteria in de richtlijn voldoende om preventief medisch onderzoek als onderdeel van de professionele norm uit te voeren? De richtlijn is een breed kwaliteitskader waarbij de criteria globaal en minimaal worden omschreven. De term richtlijn is feitelijk onjuist. De professionele norm gaat uit van doelmatige, 9

10 verantwoorde, evidence based zorg en is grotendeels klacht gestuurd. Een preventief medisch onderzoek is niet klacht gestuurd. Bij een pmo gaat het om gerichte opsporing van (de aanleg of risicofactoren voor) een ziekte. De doelgroepbepaling hierbij is essentieel. Op basis van de professionele norm wordt beoordeeld of iemand tot de doelgroep behoort en of een onderzoek medisch gezien zinvol is. Is het medisch gezien niet zinvol, dan dient de arts een onderzoek niet uit te voeren. Tot op heden blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat preventief medisch onderzoek weinig gezondheidswinst oplevert. Als de kwaliteitscriteria onderdeel zijn van de professionele norm voldoet bijna geen enkel onderzoek hieraan. Bij de vraag om een preventief medisch onderzoek spelen echter andere factoren een rol. Een preventief medisch onderzoek is geen verzekerde en/of noodzakelijke zorg. Het is de consument die bepaalt welk pmo hij laat uitvoeren. Het medisch onderzoek is hiermee ook een commercieel product. De arts is in deze setting ook een commercieel dienstverlener. De afweging om een pmo uit te voeren zal anders zijn dan uitsluitend geleid door de professionele norm. De richtlijn als onderdeel van de professionele norm staat op gespannen voet met een commercieel product. 2. Biedt een preventief medisch onderzoek uitgevoerd conform de kwaliteitscriteria uit de richtlijn, de burger voldoende bescherming tegen risico s die verbonden zijn aan PMO? De kwaliteitscriteria bieden onvoldoende bescherming aan burgers tegen de risico s die verbonden zijn aan een pmo. De criteria zijn te globaal, consumenten weten niet of gehandeld wordt conform de richtlijn en aanbieders zijn niet verplicht zich te houden aan deze criteria. Dit leidt tot ongewenste wildgroei. Onjuist geïndiceerd, uitgevoerd en geïnterpreteerd preventief medisch onderzoek kan een gevaar zijn voor de gezondheid van de burger. Adequate certificering met externe toetsing ontbreekt. Er dienen criteria per pmo/per test beschreven te worden met tevens expliciete informatie aan de consument in begrijpelijke en heldere bewoording. 3. Is de richtlijn voldoende praktisch toepasbaar? De richtlijn is een kwaliteitskader en niet praktisch toepasbaar. Dit kwaliteitskader zou gebruikt kunnen worden om criteria voor een specifieke test of pmo te maken. Een knelpunt hierbij is de huidige eis voor een wetenschappelijke onderbouwing van het doel en de doeltreffendheid van het pmo. Resultaten uit wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van pmo tonen aan dat geen gezondheidswinst behaald wordt op populatieniveau. Medisch onderzoek zonder klachten of duidelijke aanleiding lijkt zelden effectief te zijn. Daarbij zijn veel onderzoeken / testen ontwikkeld voor een andere doelgroep dan een willekeurig persoon zonder klachten of indicatie voor een gezondheidsrisico of -probleem. 4. Biedt de richtlijn kansen / mogelijkheden voor de burger om inzicht te krijgen zin zijn gezondheid? Het gaat hier om de vraag of preventief medisch onderzoek dat voldoet aan de criteria van de richtlijn de burger mogelijkheden biedt om inzicht te krijgen in zijn gezondheid. Het doel van preventief medisch onderzoek is vroegopsporing van ziekten en/of risicofactoren, met als uitgangspunt gezondheidswinst. In het kader van gerichte screening voor specifieke (risico)groepen heeft preventieve diagnostiek een plaats. Een voorbeeld hiervan is het PreventieConsult van het NHG (cardio vasculair risicomanagement). De richtlijn is opgesteld voor de zorgprofessional: hoe de zorgprofessional moet handelen bij het uitvoeren van preventief medisch onderzoek. De burger heeft bij een pmo vaak een andere insteek. Hij wil vooral geruststelling en horen dat hij gezond is; letterlijk een check van zijn gezondheid ( health check ). Ook blijkt dat onderzoeken in het commerciële aanbod gebruikt worden om de reguliere zorg om wat voor een reden dan ook (bijvoorbeeld uit gemak of door angst) te omzeilen. De consument laat een onderzoek of test uitvoeren terwijl hij wél klachten heeft of risico denkt te hebben op een ziekte (denk hierbij bijvoorbeeld aan soa testen). De kwaliteitscriteria uit de richtlijn sluiten niet aan op wens van de consument. 10

11 Deel I Autorisatie, Beheer, Implementatie 11

12 1. Inleiding In toenemende mate worden preventieve medische onderzoeken, screeningen en zelftesten aangeboden aan de consument. De overheid vindt dat burgers zelf moeten kunnen kiezen voor een screening, maar acht het wel haar taak om diezelfde burgers te beschermen tegen de risico s verbonden aan screening. 1 In 2009 hebben de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en ZonMw het initiatief genomen te onderzoeken of er een richtlijn preventief medisch onderzoek zou moeten komen. 2 Dit heeft geresulteerd in de Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek. 3 Deze is in opdracht van ZonMw door het toenmalige CBO 4 ontwikkeld. Naast het ontwikkelen van de richtlijn, was de opdracht aan het CBO om een beoordelingsschema voor aanbieders en een publiekshandleiding te ontwikkelen, 2 case studies uit te voeren en voorstellen te doen voor het eigenaarschap, de autorisatie en het beheer. De richtlijn en het beoordelingsschema voor aanbieders werden in juni 2013 door het CBO opgeleverd. De publiekshandleiding is in de Richtlijn in bijlage 7 als Informatie voor de burger opgenomen. In de richtlijn wordt onder preventief medisch onderzoek een medisch onderzoek verstaan dat uitgevoerd wordt zonder dat er sprake is van een concrete gezondheidsklacht of van een indicatie voor een gezondheidsrisico of -probleem. De richtlijn is niet van toepassing op bevolkingsonderzoek. Ook zelftests vallen niet onder deze richtlijn. De richtlijn richt zich op alle natuurlijke personen en rechtspersonen in Nederland die beroeps- en bedrijfsmatig PMO aanbieden en/of uitvoeren en die de burger dienen te ondersteunen met informatie over PMO. De richtlijn biedt criteria waaraan een preventief medisch onderzoek moet voldoen. 2. Opdracht ZonMw aan KNMG ZonMw vroeg de KNMG in 2011 de richtlijn te autoriseren, te beheren, de implementatie te coördineren en te evalueren. Dit resulteerde in het KNMG-project Autorisatie, Beheer, Implementatie en Evaluatie Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek met een looptijd van 1 maart maart Er werd beoogd dat: 1. het Federatiebestuur van de KNMG de richtlijn autoriseert, waardoor dit een richtlijn is voor de medische beroepsgroep en door alle artsen in Nederland is aanvaard; 2. de KNMG eigenaar wordt van de richtlijn en deze beheert; 3. de KNMG een implementatieplan opstelt in samenspraak met relevante partijen; 4. de KNMG de relevante partijen ondersteunt bij de implementatie van de richtlijn in hun eigen achterban, waarbij de verantwoordelijkheid voor de feitelijke implementatie bij de organisaties zelf zou liggen; 5. de richtlijn 2 jaar na invoering wordt geëvalueerd. 3. Verantwoording De KNMG had voor dit project tussen juni 2012 september 2013 een federatieve begeleidingsgroep Preventief Medisch Onderzoek (zie bijlage 1) met als doel de autorisatie te begeleiden en een voorlopig implementatieplan op te stellen. De federatieve werkgroep is vier keer bijeen geweest. Na de autorisatie is een Begeleidingscommissie Preventief Medisch Onderzoek ingesteld (zie bijlage 2). De begeleidingscommissie is drie keer bijeen geweest. Tussentijds vond schriftelijke consultatie bij de leden plaats. 1 Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar , , nr Verbeteren van de kwaliteit van Preventief Medisch Onderzoek in Nederland. CBO en TÜV Rheinland Quality 19 januari Hierna te noemen richtlijn. 4 Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO. 12

13 4. Algemene doelstellingen implementatie Richtlijn De KNMG heeft de algemene doelstellingen van de implementatie als volgt gedefinieerd: - zorgdragen voor brede ondersteuning van de richtlijn door het veld; - bevorderen van het gebruik van de richtlijn; - informeren van de consument over de richtlijn; - zo mogelijk onder accreditatie brengen van de richtlijn. Deze vloeien voort uit het feit dat de richtlijn is ontwikkeld om op basis van evidence-based richtlijn ontwikkeling (EBRO) kwaliteitscriteria en aanbevelingen vast te stellen voor het aanbieden en uitvoeren van pmo. 5 Door kwaliteitscriteria te stellen aan aanbieders en uitvoerders van preventief medisch onderzoek dient de consument te worden beschermd tegen risico s van zo n onderzoek. Voor de consument moet het helder zijn welke onderzoeken binnen het grote, diverse aanbod pmo s voldoen aan de kwaliteitseisen van de richtlijn. Tevens moet het veld in brede zin op de hoogte zijn van de inhoud van de richtlijn en is het van belang dat de richtlijn zo breed mogelijk onderschreven wordt door het veld. 5. Subdoelstellingen Om de doelstellingen te bereiken is een aantal subdoelstellingen onderscheiden: 1. Aautorisatie van de richtlijn door de KNMG; 2. Adoptatie van de richtlijn door de samenwerkende organisaties: 3. Opname van de richtlijn in het register van het Kwaliteitsinstituut; 4. Certificeren van preventief medisch onderzoek; 5. Bevorderen van het gebruik van de richtlijn door KNMG achterban; 6. Bevorderen van informatie over de richtlijn aan patiënten / consumenten; 7. Bevorderen van het gebruik van de richtlijn door aanbieders; 8. Bevorderen dat slechts gecertificeerde pmo s voor vergoeding in aanmerking komen door zorgverzekeraars; 9. Het informeren van het ministerie van VWS en de IGZ over richtlijn; In de hoofdstukken zes tot en met dertien zijn de subdoelstellingen verder uitgewerkt. 6. Autorisatie van de Richtlijn door KNMG Op 28 mei 2013 werd de Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek door het KNMG Federatiebestuur vastgesteld. Hiermee werd de richtlijn geautoriseerd door de medische beroepsgroep en aanvaard door alle artsen in Nederland. Bij de uitvoering van preventief medisch onderzoek worden artsen geacht te handelen conform de richtlijn. Met de autorisatie is de KNMG eigenaar en beheerder van de richtlijn geworden. Conclusie subdoelstelling 1 Met de autorisatie van de richtlijn door het federatiebestuur van de KNMG is subdoelstelling 1 bereikt. 5 Zie Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek pagina 17 13

14 7. Adoptatie van de richtlijn door samenwerkende organisaties De multidisciplinaire richtlijn Preventief Medisch Onderzoek is ontwikkeld in samenwerking met relevante organisaties. Voor het creëren van een breed draagvlak zijn de besturen van de samenwerkende organisaties schriftelijk gevraagd de richtlijn expliciet te onderschrijven en er aandacht aan te besteden via de eigen communicatiekanalen. Het gaat hierbij om: de Alliantie Gezondheidsvaardigheden, Consumentenbond, Diabetes Fonds, Diagned, Federatie van Sportmedische Instellingen, GGD Nederland, Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP), NDDO Institute for Prevention and Early Diagnostics, Nederlandse Hartstichting, Nederlandse Associatie voor Community Genetics en Public Health Genomics (NACGG), Patiëntenfederatie Nederland 6, Nierstichting Nederland, Zelfstandige Klinieken Nederland. De Hartstichting, de KNMP, de Alliantie Gezondheidsvaardigheden en de NACGG hebben de richtlijn formeel onderschreven. De NACGG heeft de richtlijn op zijn website gezet. Het is niet bekend waarom de overige organisaties de richtlijn niet hebben onderschreven, ondanks pogingen die hiertoe zijn ondernomen. Voor de medische disciplines zie hoofdstuk 9. Conclusie subdoelstelling 2 Met de formele onderschrijving van de richtlijn door vier van de dertien samenwerkende organisaties is de tweede subdoelstelling gedeeltelijk bereikt. De overige organisaties hebben de richtlijn niet expliciet onderschreven. De reden hiervoor is onbekend. 8. Opname richtlijn kwaliteitsregister Zorginstituut Nederland Op 1 juli 2013 werd het kwaliteitsregister van het Zorginstituut operationeel. Alle Nederlandse richtlijnen en standaarden in de zorg worden hierin opgenomen. De richtlijn is getoetst aan de hand van het Toetsingskader kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten en in juli 2014 opgenomen in het kwaliteitsregister. Punt van aandacht is dat de criteria van het toetsingskader gelden voor de care en de cure en niet aansluiten op preventie. Conclusie subdoelstelling 3 Met de opname van de Richtlijn in het kwaliteitsregister van het Zorginstituut Nederland is de derde subdoelstelling bereikt. 9. Certificering preventief medisch onderzoek De overheid gaf aan dat het van belang is dat de burger een verantwoorde keuze moet kunnen maken ten aanzien van de verschillende soorten preventief medisch onderzoek. De burger dient op heldere en eenduidige wijze kunnen zien welke pmo s voldoen aan erkende kwaliteitseisen zoals beschreven in de richtlijn. De richtlijnontwikkelaar heeft bij de oplevering van de richtlijn ook een Beoordelingsschema voor aanbieders van preventief medisch onderzoek ( standard of practice ) en een Zelf-evaluatie formulier Beoordelingsschema voor PMO-aanbieders en -uitvoerders opgeleverd. De KNMG heeft onderzocht wat de mogelijkheden waren om het beoordelingsschema als uitgangspunt 6 De NPCF heeft in juli 2016 een nieuwe naam gekregen Patiëntenfederatie Nederland. 14

15 voor certificering te gebruiken. De KNMG werd hierbij geadviseerd door een inhoudelijk deskundige. Er werd met meerdere partijen gesproken. Het doel van de certificering was dat per product (c.q. dienst) gecertificeerd zou kunnen worden, zodat de consument van een specifiek pmo zou zien of deze gecertificeerd is (en daarmee uitgevoerd wordt conform de richtlijn). Het bleek een complex traject te zijn, mede omdat de richtlijn uniek is in zijn soort en het gebied van preventief medisch onderzoek nog een veelal onontgonnen (onderzoeks)terrein bleek te zijn. In overleg met ZonMw werd eind oktober 2013 besloten over te gaan tot een certificeringstraject. Hiertoe werd in februari 2014 een overeenkomst gesloten met de NEN. In eerste instantie zou gewerkt gaan worden met een toetsingsreglement waar certificerende instellingen (CI s) gebruik van zouden kunnen maken. Gecertificeerde preventief medische onderzoeken zouden gebruik kunnen maken van een specifiek NEN-logo. De NEN verzocht een viertal certificeringsinstellingen om een vooronderzoek uit te voeren bij door hen gecertificeerde zorgaanbieders, die over een aanbod van pmo s beschikken. Tijdens dit vooronderzoek stelden de CI s vast over onvoldoende materiedeskundigheid te beschikken om de effectiviteit van een pmo te beoordelen. De effectiviteit blijkt in de praktijk sterk afhankelijk te zijn van het aangeboden product, de bijbehorende diensten, en bijbehorende selectie van consumenten / patiënten, zodat per pmo, per aanbieder, een praktijkbeoordeling door (vaak meerdere) materiedeskundigen noodzakelijk is. Zodra er iets verandert in het product, de diensten, of selectie van consumenten / patiënten, beïnvloedt dat de effectiviteit en daarmee de betrouwbaarheid van het toegekende certificaat. Medisch wetenschappelijke verenigingen, die mogelijk wel over de vereiste deskundigheid beschikken, gaven aan dat praktijkbeoordelingen van afzonderlijke pmo s per aanbieder voor hen een mer à boire vormen, waar zij niet aan wilden beginnen. Naar aanleiding hiervan heeft een aantal CI s voorgesteld om de effectiviteiteis te laten vallen en te focussen op betrouwbaarheid, voorlichting en patiënt-, consumentbegeleiding. Dit zou volgens diverse medisch wetenschappelijke verenigingen de bodem onder de richtlijn wegslaan, omdat daarmee allerlei ineffectieve pmo s een kwaliteitsstempel van de medische beroepsgroep/ NEN zouden krijgen. Op basis van de uitkomsten van dit vooronderzoek en bespreking van deze uitkomsten met de wetenschappelijke verenigingen en beroepsverenigingen, kwam de KNMG tot de conclusie dat betrouwbare certificering in de praktijk niet haalbaar bleek te zijn en zelfs tot onbedoelde averechtse effecten zou kunnen leiden. Op basis hiervan besloot het federatiebestuur van de KNMG het certificeringstraject te beëindigen. De NEN gaf hierbij expliciet aan dat het vaker voorkomt dat het vooronderzoek van CI s leidt tot beëindiging van het voorgenomen certificeringstraject, omdat uit het vooronderzoek nieuwe informatie naar voren komt. De NEN vond ook dit een nuttige resultaat van vooronderzoek, omdat nieuwe informatie tot herwaardering van de wenselijkheid en haalbaarheid van certificering kan leiden. Het beleid met betrekking tot de kwaliteitsborging van preventief medisch onderzoek werd door de KNMG voortgezet met de ontwikkeling van een digitale versie van het (zelf)evaluatieformulier (voor aanbieders). Deze zelfevaluatie tool werd geplaatst op de KNMG website. Het toetsingsdocument, dat de NEN ten behoeve van het vooronderzoek had opgesteld, was hierbij leidend. Conclusie subdoelstelling 4 De certificering van de richtlijn bleek niet haalbaar. Certificerende instellingen hebben onvoldoende materiedeskundigheid om de effectiviteit van een pmo te beoordelen. De effectiviteit van een pmo is sterk afhankelijk van het aangeboden product, de bijbehorende diensten en bijbehorende selectie van consumenten. Medisch wetenschappelijke verenigingen, die mogelijk wel over de vereiste deskundigheid beschikken, gaven aan dat praktijkbeoordelingen van afzonderlijke pmo s per aanbieder voor hen onbegonnen werk is. Er was onvoldoende draagvlak binnen de beroepsgroep voor het voorstel om de effectiviteitseis te laten vallen en te focussen op betrouwbaarheid, patiënt-, consumentenvoorlichting en patiënt-, consumentbegeleiding. Dit zou leiden tot een keurmerk van de medische beroepsgroep voor allerlei ineffectieve en ongewenste pmo s. De doelstelling van certificering van pmo s op basis van de richtlijn is niet bereikt. Met het plaatsen van de digitale zelfevaluatie tool op zijn website heeft de KNMG het voor aanbieders wel mogelijk gemaakt om op praktische wijze hun eigen aanbod te toetsen aan de richtlijn. 15

16 10. Bevorderen gebruik richtlijn door KNMG achterban Na de vaststelling van de richtlijn in 2013 werd deze breed bekend gemaakt via een KNMG nieuwsbericht, die in samenwerking met de Patiëntenfederatie Nederland en de Consumentenbond was opgesteld. De Patiëntenfederatie en de Consumentenbond besteedden via hun eigen media aandacht aan de richtlijn. Voor de KNMG achterban werd gekozen voor de zeven 7 federatiepartners : Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG), Landelijke vereniging Artsen in Dienstverband (LAD), Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB), Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), Federatie van Medisch Specialisten 8, Specialisten in ouderengeneeskunde (Verenso) alsmede de (wetenschappelijke)verenigingen die betrokken waren bij de ontwikkeling van de richtlijn (zie ook hoofdstuk 7). Het gaat om de volgende (wetenschappelijke) verenigingen: Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN), de Nederlandse Vereniging Medisch Microbiologie (NVMM), de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC), de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR), de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV), de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (NVKC), de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) en de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG). Alle genoemde partijen ontvingen per post een exemplaar van de richtlijn. De verenigingen werd gevraagd de richtlijn expliciet te onderschrijven en onder hun eigen achterban kenbaar te maken via hun eigen communicatiekanalen. De richtlijn werd vervolgens expliciet onderschreven door het NHG, de NIV, de NVMM, de NVKC, de NVOG, de NVVC, de NVvR en de VKGN. Deze verenigingen plaatsten de richtlijn op hun website en besteedden er aandacht aan in hun berichtgeving naar hun achterban. Ook werd de richtlijn bekend gemaakt op thuisarts.nl (patiënten website van het NHG). De Kwaliteitskoepel Medisch Specialisten nam de richtlijn op in de bibliotheek. De KNMG richtte een speciale webpagina in voor het dossier preventief medisch onderzoek, waar de richtlijn is te downloaden. In de loop van de projectperiode werden meerdere KNMG districtsbijeenkomsten gehouden en werd regelmatig aandacht besteed in het tijdschrift Medisch Contact aan (de richtlijn) preventief medisch onderzoek. Ook werd in 2015 een workshop over de richtlijn georganiseerd op het Nationaal Congres Volksgezondheid. Conclusie subdoelstelling 5 Het breed bekend maken van een nieuwe richtlijn is binnen de medische beroepsgroep een geëigende weg om het gebruik er van te bevorderen. De KNMG heeft de richtlijn uitgebreid onder de beroepsgeroep bekend gemaakt. Met een nieuwsbericht is de vaststelling door artsenfederatie KNMG van de richtlijn bekend gemaakt. De KNMG heeft een eigen webpagina over preventief medisch onderzoek ingericht en tijdens de projectperiode is op meerdere manieren aandacht besteed aan de richtlijn om de bekendheid te vergroten en het gebruik te bevorderen. Acht wetenschappelijke verenigingen hebben de richtlijn expliciet onderschreven en op de eigen website geplaatst. De richtlijn werd opgenomen in de bibliotheek van de Kwaliteitskoepel Medisch Specialisten. Hiermee is subdoelstelling 5 bereikt. Overigens dient hierbij opgemerkt te worden, dat verspreiding en communicatie over de richtlijn weliswaar het gebruik ervan bevordert, maar dat daarmee niet bekend is in hoeverre de richtlijn wordt toegepast. 7 Inmiddels heeft de artsenfederatie KNMG acht federatiepartners. De Geneeskundestudent is 1 januari 2015 toegetreden tot de KNMG. 8 Voorheen de Orde van Medisch Specialisten. 16

17 11. Bevorderen informatie aan patiënten / consumenten De doelstelling van de richtlijn is het hebben van kwaliteitscriteria voor het aanbieden en uitvoeren van pmo s. Deze kwaliteitscriteria zijn opgesteld om de kwaliteit en veiligheid van pmo s te reguleren; burgers dienen beschermd te worden tegen de risico s van het toenemende aanbod van met name commerciële pmo s. Essentieel onderdeel hierbij is dat de consument op begrijpelijke wijze toegang heeft tot algemene informatie over preventief medische onderzoek en specifiek over het door de consument gewenste pmo. De richtlijnontwikkelaars hebben in een bijlage van de richtlijn Informatie voor de burger opgenomen. Het idee hierachter was om deze informatie op een website te publiceren. Een website met verschillende niveaus waarbinnen mogelijkheden zouden zijn om door te klikken. In de richtlijn is ook in een bijlage Algemene richtlijn voor goede risicocommunicatie opgenomen. Voor de KNMG betekende het bevorderen van informatie aan patiënten / consumenten een uitdaging. De KNMG is een federatie van artsenorganisaties en het behoort niet tot de kerntaken van de KNMG er is ook geen directe toegang tot de informatiekanalen naar patiënten en consumenten consumenten en patiënten te informeren. De KNMG heeft contact gezocht met de Consumentenbond en de Patiëntenfederatie. Dit resulteerde allereerst in (zoals in hoofdstuk 10 aan de orde kwam) een gezamenlijk nieuwsbericht over de richtlijn. De Patiëntenfederatie en Consumentenbond hebben via hun eigen media aandacht besteed aan het onderwerp preventief medisch onderzoek en de betekenis van de richtlijn (via website, consumenten- en/of zorggids, service centrum). Verder voerden de Consumentenbond en de Patiëntenfederatie een eigen project uit op het gebied van preventief medisch onderzoek: Preventief (zelf) onderzoek. Dit in samenwerking met de Vereniging Samenwerkende Ouder- en patiëntenorganisaties (VSOP), de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) en de Nederlandse Coeliakie Vereniging (NCV). De intentie van dit project was onder andere een beslishulp preventief (zelf)onderzoek te ontwikkelen. KNMG en het Nederlands Huisartsen Genootschap zaten in de klankbordgroep en hebben waar mogelijk hun inbreng gegeven en gekeken of het mogelijk was de informatie uit de richtlijn te integreren in deze beslishulp. Helaas kwam deze beslishulp uiteindelijk niet tot stand. Er zijn teveel en te verschillende pmo s om een beslishulp hierop aan te laten sluiten. Het projectteam van de Patiëntenfederatie, CB, VSOP, NPV en NCV heeft vervolgens gekozen voor algemene informatie op een nieuwe website; die in mei 2015 gelanceerd werd. De KNMG heeft toen besloten de Informatie voor de burger uit de richtlijn te gebruiken voor een publieksbrochure. In 2015 kwam de KNMG publieksbrochure Preventief medisch onderzoek Wel of geen gezondheidscheck? uit. Hieraan heeft ook de Patiëntenfederatie bijgedragen. De brochure werd via een nieuwsbericht gelanceerd. Dit bericht werd door diverse landelijke media opgepakt wat resulteerde in een mediaoptreden bij het programma Pauw. De brochure is te vinden op de KNMG website, op thuisarts.nl, op verschillende sites van wetenschappelijke verenigingen en is ter verspreiding aangeboden aan de Patiëntenfederatie, de Consumentenbond en aanbieders. De website checkdecheck.nl heeft de publieksinformatie niet opgenomen. Tot slot heeft de KNMG de publieksvoorlichting van het RIVM over health checks van commentaar voorzien. Informatie over de KNMG-richtlijn is hierin opgenomen. Belangrijk om op te merken is dat tijdens de projectperiode ook vraagtekens werden gezet bij het idee van algemene informatie over preventief medisch onderzoek. In hoeverre gaat een consument actief op zoek naar algemene informatie? Gaat de consument dit daadwerkelijk gebruiken in zijn afweging om een weloverwogen keus te maken voor een specifiek pmo? Algemene informatie staat thans verschillende plaatsen: bij het RIVM, de KNMG, thuisarts.nl en checkdecheck.nl. Er lijkt geen steun voor de aanname dat een consument een weloverwogen keuze maakt. 9 Objectieve informatie over het aanbod van preventief medisch onderzoek zou met name door aanbieders moeten worden gegeven. Een consument heeft meestal al een keus gemaakt voor een bepaald pmo en heeft behoefte aan informatie over het pmo van zijn keus. 10 Zoekmachines op internet leidt de consument snel naar aanbieder. Een rondgang bij websites 9 Zie bijvoorbeeld Hoe mensen keuzes maken. De psychologie van het beslissen. W.L. Tiemeijer. Amsterdam University Press, Preventief (Zelf)Onderzoek Ervaringen van gebruikers. Athene Instituut VU

18 van aanbieders leverde bij geeneen aanbieder een verwijzing naar de KNMG brochure of andere algemene onafhankelijke informatie. Informatie door aanbieders is voornamelijk gericht op het werven van klanten. Conclusie subdoelstelling 6 De richtlijnontwikkelaars hebben in een bijlage van de richtlijn Informatie voor de burger opgenomen, met de intentie dat deze verder wordt ontwikkeld tot objectieve informatie aan de consument over preventief medisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de consument met objectieve begrijpelijke informatie een weloverwogen keus kan maken voor een preventief medisch onderzoek. De KNMG heeft getracht om gezamenlijk met de Consumentenbond en patiëntenorganisaties objectieve informatie voor de consument te realiseren. Een algemene beslishulp voor preventief medisch onderzoek bleek niet haalbaar. Er zijn teveel en te verschillende pmo s om een beslishulp hierop aan te laten sluiten. Het heeft uiteindelijk geleid tot een KNMG publieksbrochure en de website checkdecheck. Onduidelijk is echter in hoeverre deze objectieve, algemene informatie bij de consument terechtkomt. Want de vraag is of de consument niet vooral geïnteresseerd is naar specifieke informatie over het preventief medisch onderzoek van zijn keus. Aanbieders zijn niet verplicht deze informatie te verschaffen en er is op dit moment geen reden om aan te nemen dat aanbieders volledige, objectieve informatie per preventief medisch onderzoek aanbieden. Geconcludeerd kan worden dat de KNMG aanzienlijke inspanningen heeft geleverd om het informeren van patiënten en consumenten te bevorderen, maar de indruk is dat dit onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. 12. Bevorderen gebruik richtlijn door aanbieders van pmo s De richtlijn richt zich op aanbieders en uitvoerders van preventief medisch onderzoek. Om te bevorderen dat het aanbod voldoet aan de kwaliteitscriteria van de richtlijn dienen aanbieders op de hoogte te zijn van de inhoud van de richtlijn en deze ook toe te passen op hun aanbod. Dit bracht een praktische uitdaging met zich mee omdat er geen overzicht bestaat van aanbieders van pmo. Via zoekmachines op internet zijn uiteindelijk ruim dertig bedrijven gevonden. Zij hebben allen schriftelijke informatie ontvangen alsmede een exemplaar van de richtlijn. Ook de publieksbrochure is hen aangeboden. Het oorspronkelijke idee was om aanbieders de mogelijkheid te geven hun aanbod te laten certificeren. Aanbieders zouden zich dan met een keurmerk naar de consument kunnen profileren. Zoals in hoofdstuk 9 reeds staat vermeld, is afgezien van certificering. De KNMG heeft vervolgens een digitale versie ontwikkeld van het zelfevaluatieformulier voor aanbieders. Dit digitale zelfevaluatieformulier staat op de website van de KNMG. Aanbieders werden hierover geïnformeerd. Tevens werd een nieuwsbericht verstuurd. Helaas was het contact met aanbieders eenrichtingsverkeer. Conclusie subdoelstelling 7 Met alle publiciteit rond de richtlijn, het aanbieden van richtlijn en het digitale zelfevaluatieformulier heeft de KNMG aanbieders op de hoogte gesteld van de richtlijn en daarmee het gebruik van de richtlijn bevordert. Daarbij zijn veel uitvoerders van pmo, artsen. Artsen hebben ook via andere communicatiekanalen informatie over de richtlijn ontvangen. In hoeverre aanbieders de richtlijn daadwerkelijk toepassen is niet onbekend. 18

19 13. Bevorderen vergoeding gecertificeerde pmo s Preventief medische onderzoeken worden gefinancierd door de consument zelf en door sommige zorgverzekeraars (de health checks ). De KNMG heeft de brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland (ZN), alle individuele zorgverzekeraars alsmede de beroepsvereniging van medisch adviseurs VAGZ (Vereniging voor artsen, tandartsen en apothekers werkzaam bij (zorg)verzekeraars) geïnformeerd over de inwerktreding van de richtlijn en hen de richtlijn aangeboden. ZN informeerde zijn achterban via de eigen nieuwsbrief. Ook de publieksbrochure werd verstuurd naar ZN en individuele zorgverzekeraars. ZN liet weten dat pmo s (health checks) in aanvullende verzekeringen zijn opgenomen. Aanvullende verzekeringen vallen buiten de taken van ZN. Ten tijde van de projectperiode bleken CZ, VGZ, Zilverenkruis Achmea en Menzis health checks aan te bieden. CZ was bereid tot een overleg over de betekenis van de richtlijn. Tijdens dit gesprek kwam naar voren dat er weinig aandacht is voor preventief medisch onderzoek bij zorgverzekeraars omdat geen zicht is op de consequenties voor de zorgkosten. Health checks worden vanuit een marketing strategie aangeboden in de aanvullende pakketten. De uitvoering van de health checks wordt uitbesteed aan externe bedrijven. Conclusie subdoelstelling 8 Het bevorderen van vergoeding voor gecertificeerde pmo s is niet bereikt omdat certificering van preventief medische onderzoeken niet haalbaar bleek. 14. Informeren Ministerie van VWS en IGZ De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in haar brief naar de Tweede Kamer (Preventief gezondheidsbeleid, Den Haag 1 maart , nr 19), laten weten dat haar beleid is gericht op het bereiken van een balans tussen het recht van mensen om zelf te kiezen voor screening en bescherming van diezelfde mensen tegen de risico s van screening. Zelfbeschikking staat bij de Minister voorop: de consument moet zelf kunnen bepalen of hij deelneemt aan een screening die hij aangeboden krijgt. De overheid wil dat mensen goed geïnformeerd een keuze kunnen maken. Het ministerie van VWS werd door de KNMG vanzelfsprekend op de hoogte gebracht van de KNMG-richtlijn. De richtlijn werd aangeboden aan de directeur generaal Volksgezondheid. Gedurende de projectperiode was er regelmatig contact tussen het ministerie en de KNMG om informatie over het dossier preventief medisch onderzoek uit te wisselen (bijvoorbeeld over het Panteia rapport, het standpunt van de minister over health checks en de reacties van KNMG en de Federatie van Medisch Specialisten hierop). Ook was de KNMG aanwezig bij bijeenkomsten op het ministerie van VWS. De KNMG heeft in maart 2015 formeel gereageerd op het rapport van de Gezondheidsraad Doorlichten doorgelicht; gepast gebruik van health checks. Tevens was er gedurende de hele projectperiode contact om informatie over het dossier preventief medisch onderzoek (en screening) uit te wisselen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft de ontwikkeling van een richtlijn mede geïnitieerd en was ook vertegenwoordigd in de werkgroep van het CBO. Na de autorisatie door de KNMG, is de richtlijn per brief aangeboden aan de inspecteur-generaal en de hoofdinspecteur Publieke en Geestelijke gezondheidszorg. 19

20 Conclusie subdoelstelling 9 Gedurende de hele projectperiode is contact geweest met het ministerie van VWS, de Gezondheidsraad en de IGZ over de richtlijn en het dossier preventief medisch onderzoek in het algemeen. 20

21 Deel II Evaluatie van de richtlijn 21

22 1. Doelstellingen en activiteiten evaluatie Onderdeel van de opdracht van ZonMw aan de KNMG was om de richtlijn te evalueren. Tevens heeft het federatiebestuur van de KNMG de richtlijn vastgesteld. In feite is sprake van een kwaliteitskader voor aanbieders en uitvoerders van preventief medisch onderzoek (ook nietartsen). De evaluatie dient derhalve niet alleen om de inhoud, de praktische toepasbaarheid en het gebruik van de richtlijn te onderzoeken, maar ook om te onderzoeken of de KNMG de aangewezen partij is om de eigenaar te zijn. Doelstellingen De evaluatie is uitgevoerd om te onderzoeken of: - De kwaliteitscriteria in de richtlijn door medische professionals als voldoende worden ervaren om preventief medisch onderzoek als onderdeel van de professionele norm uit te voeren; - Een preventief medisch onderzoek uitgevoerd conform de kwaliteitscriteria uit de richtlijn, de burger voldoende bescherming biedt tegen risico s die verbonden zijn aan PMO; - De richtlijn voldoende praktisch toepasbaar is; - De richtlijn kansen / mogelijkheden biedt voor de burger om inzicht te krijgen in zijn gezondheid; - Naleving van de richtlijn bij het uitvoeren van een preventief medisch onderzoek gecontroleerd wordt; - De richtlijn voldoende draagvlak heeft bij de medische beroepsgroep (de KNMG is thans eigenaar van de richtlijn.). Leidraad bij de evaluatie waren de volgende vragen: - Zijn de kwaliteitscriteria in de richtlijn voldoende om preventief medisch onderzoek als onderdeel van de professionele norm uit te voeren? - Biedt een preventief medisch onderzoek uitgevoerd conform de kwaliteitscriteria uit de richtlijn, de burger voldoende bescherming tegen risico s die verbonden zijn aan PMO? - Is de richtlijn voldoende praktisch toepasbaar? - Biedt de richtlijn kansen / mogelijkheden voor de burger om inzicht te krijgen in zijn gezondheid? - Is het een taak van de KNMG om eigenaar te zijn van de richtlijn? - Heeft u nog aanvullende opmerkingen? Activiteiten Ten behoeve van de evaluatie is een aantal activiteiten verricht. 1. Een consultatieronde via internet in de periode april juni De richtlijn werd schriftelijk ter commentaar voorgelegd aan de relevante wetenschappelijke verenigingen, federatiepartners en organisaties die de richtlijn mede ontwikkeld hebben. 3. De richtlijn werd voorgelegd aan het Kennisinstituut van Medisch Specialisten en het Nederlands Huisartsen Genootschap om te beoordelen of de richtlijn nog voldoet aan de huidige eisen voor richtlijnontwikkeling. 4. De richtlijn werd besproken in de bijeenkomst van KNMG Begeleidingscommissie Preventief Medisch Onderzoek. 5. De richtlijn werd besproken in de KNMG werkgroep Preventie & Gezondheidsbevordering. 6. Een achttal interviews met stakeholders. 7. Een bijeenkomst met stakeholders / experts (o.a. met vertegenwoordigers van zorgverzekeraars, patiënten / consumentenorganisaties, RIVM, IGZ). 8. Analyse van de resultaten uit de database van het digitale zelf-evaluatieformulier voor aanbieders. 22

23 2. Resultaten evaluatie 2.1 Een consultatieronde via internet De richtlijn werd in 2016 gedurende 3 maanden op de website van de KNMG geplaatst. Aan de hand van de vijf vragen kon iedereen zijn reactie op de richtlijn kenbaar maken. De consultatieronde is breed onder de aandacht gebracht. Reactie artsen De helft van de respondenten (n=10) vindt de kwaliteitscriteria voldoende. Een bedrijfsarts laat weten ze dagelijks toe te passen en verbaast zich erover dat zorgonderhoud voor auto s en huisdieren wel normaal is, maar een jaarlijkse of tweejaarlijkse health check voor mensen vanaf hun achttiende niet. Opmerkingen over de kwaliteitscriteria zijn de volgende. - In criterium 3.6 staat dat er afspraken dienen te zijn met ketenpartners. Het is echter onduidelijk of consumenten hierover een advies krijgen en het zelf moeten regelen of dat aanbieder/uitvoerder dit actief borgen. - In criterium is onduidelijk wat de criteria zijn om tot de doelgroep te behoren. - Inzichtelijk zou moeten worden gemaakt hoe vaak toevalsbevindingen worden gevonden en wat hiervan het beloop is. Hier zou een (toetsbaar) registratiesysteem voor ontwikkeld dienen te worden. Cijfers over toevalsbevindingen dienen mee genomen te worden in de voorlichting. - De eisen aan de apparatuur, diegene die het onderzoek uitvoert, de werkomgeving dienen concreter omschreven te zijn. De vraag is wat een kwaliteitsmanagementsysteem inhoudt. - De richtlijn lijkt zich uitsluitend te richten op bedrijven die alleen pmo s aanbieden. Een bedrijfsarts voert ook pmo uit, als onderdeel van de dienstverlening, maar ook als vrij aanbod. Er zijn bijvoorbeeld geen afspraken met andere zorgverleners bij afwijkende bevindingen en zou consumenten naar de huisarts verwijzen. Is de bedrijfsarts dan in overtreding? - Er zou meer aandacht dienen te zijn voor de nadelen van een pmo. Bijna de helft van de respondenten vindt dat de kwaliteitscriteria uit de richtlijn, de burger voldoende bescherming biedt tegen de risico s die verbonden zijn aan PMO Opgemerkt werd dat burgers geregeld zelf risico s nemen. Daar kan een zorgverlener niet altijd iets aan veranderen. Een ander vindt dat de consument zijn eigen weg mag bewandelen. De strikt regulier medische weg is niet voor iedereen de juiste. De consument heeft hierin zelf een verantwoordelijkheid. Een kritische kanttekening is dat een lage prevalentie van een aandoening een hoge kans heeft op fout-positieve uitslagen en onnodig vervolgonderzoek. Een ander kritiek punt is dat de criteria niet concreet zijn. Verder is het mogelijk om met een relatief lage score, 55%, te voldoen aan de richtlijn, waarbij het mogelijk is dat over de risico s matig wordt geïnformeerd. Onjuist geïndiceerd en uitgevoerd pmo is een gevaar voor de gezondheid van de consument. Welke meetapparatuur en meetinstrumenten (ook internetvragenlijsten) valide zijn, is voor een gemiddelde volwassene niet in te schatten. Metingen zouden alleen binnen de context van een erkende praktijk van een therapeut met ten minste medische basiskennis mogen plaatsvinden. Een aantal respondenten vindt de richtlijn voldoende toepasbaar. Algemeen kritiekpunt is dat in de praktijk niet duidelijk is of aan alle criteria is voldaan. Verder heeft diegene die informatie moet verstrekken om tot een keuze te komen een commercieel belang bij de verkoop. Een openbaar register van goedgekeurde testen, inclusief doelgroep is noodzakelijk om het voor de consument en arts werkbaar te houden. En er dient toezicht en handhaving te zijn. Twee derde van de respondenten vindt het een taak van de KNMG om eigenaar te zijn van de richtlijn te zijn. Dit wordt mede ingegeven door het feit dat niet men niet weet welke partij dit anders zou moeten zijn. Een aantal respondenten vindt het een taak van de overheid om kwaliteitseisen op te stellen, waarbij de KNMG advies kan geven. Preventief medisch onderzoek kan ook door de overheid worden ingevoerd. Tot slot werd opgemerkt dat de richtlijn bij weinig artsen bekend is en zeker niet bij consumenten. Er zou een publiekscampagne moeten komen inclusief welke test voor wie goed zou zijn. Ook 23

Aanbiedingsformulier ZINL

Aanbiedingsformulier ZINL Aanbiedingsformulier ZINL 1. Naam van de kwaliteitsstandaard: KNMG_MR-PMO_A4-Digi 28 juni 2013 Kernaanbevelingen 2. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Preventief medisch

Nadere informatie

Preventief Medisch Onderzoek

Preventief Medisch Onderzoek Preventief Medisch Onderzoek De artsenfederatie KNMG vertegenwoordigt ruim 60.000 artsen en studenten geneeskunde. Van de KNMG maken deel uit de Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG), Landelijke

Nadere informatie

Preventief Medisch Onderzoek. Wel of geen gezondheidscheck? Deze brochure helpt u om te kiezen

Preventief Medisch Onderzoek. Wel of geen gezondheidscheck? Deze brochure helpt u om te kiezen De artsenfederatie KNMG vertegenwoordigt ruim 60.000 artsen en studenten geneeskunde. Van de KNMG maken deel uit de Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG), Landelijke vereniging van Artsen in

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus Datum 4 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus Datum 4 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus 20018 Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Toetsingskader Specialismen

Toetsingskader Specialismen Toetsingskader Specialismen Besluit van 9 maart 2011 houdende toetsingskader op grond waarvan deelgebieden der geneeskunde als specialismen kunnen worden aangewezen of opgeheven Het College Geneeskundige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1674 Vragen van de leden

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 25 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 25 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 793 Preventief gezondheidsbeleid Nr. 255 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2016 Betreft nader standpunt health checks

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2016 Betreft nader standpunt health checks > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Direct-to-consumer testing: Van autonomie naar keurmerk

Direct-to-consumer testing: Van autonomie naar keurmerk Direct-to-consumer testing: Van autonomie naar keurmerk Utrecht NACGG 20 november 2009 Martina Cornel Hoogleraar Community Genetics & Public Health Genomics Quality of Care EMGO Institute for Health and

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Samenvatting. Gevolgen van health checks voor het individu

Samenvatting. Gevolgen van health checks voor het individu Samenvatting In dit advies brengt de Commissie Bevolkingsonderzoek van de Gezondheidsraad het nut en de risico s van health checks in beeld en adviseert zij over de beschermende rol van de overheid daarbij.

Nadere informatie

Certificering van websites met medische informatie

Certificering van websites met medische informatie Certificering van websites met medische informatie Inhoudsopgave In dit document vindt u informatie over: De Health on the Net Foundation en de HON-code www.betrouwbarebron.nl ZegelGezond Internet Het

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 januari 2019 Betreft kwaliteitskader spoedzorgketen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 januari 2019 Betreft kwaliteitskader spoedzorgketen > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 793 Preventief gezondheidsbeleid Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

NIVEL Panels. Gezondheidszorgonderzoek. vanuit het perspectief van. de Nederlander. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

NIVEL Panels. Gezondheidszorgonderzoek. vanuit het perspectief van. de Nederlander. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL Panels Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Gezondheidszorgonderzoek vanuit het perspectief van de Nederlander nivel panels Het Nivel onderzoekt met behulp van een aantal panels

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum); Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 2 en artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende bevolkingsonderzoek in het kader van ziektepreventie

Nadere informatie

Toezicht op preventief medisch onderzoek

Toezicht op preventief medisch onderzoek Toezicht op preventief medisch onderzoek Den Haag, mei 2008 Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Met genoegen bied ik u dit rapport aan over een onderzoek naar het aanbod en de uitvoering

Nadere informatie

Herziening Zorgstelsel. Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Herziening Zorgstelsel. Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ------------------------- In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 27 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 27 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De inspectie zal haar toezichtbeleid bij brief communiceren aan VWS en betrokken partijen alsmede aan het zorgveld via de IGZ website.

De inspectie zal haar toezichtbeleid bij brief communiceren aan VWS en betrokken partijen alsmede aan het zorgveld via de IGZ website. > Retouradres Postbus 2680 3500 GR Utrecht Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2680 3500 GR Utrecht T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl Onderwerp Toezichtbeleid IGZ Nadere toelichting richtlijn

Nadere informatie

Aanbiedingsformulier. Algemene informatie. 1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Module Continentie Hulpmiddelen (module CH)

Aanbiedingsformulier. Algemene informatie. 1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Module Continentie Hulpmiddelen (module CH) Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

(2008) Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten

(2008) Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten Leidraad Overdracht Medicatiegegevens in de keten Mady Samuels Senior beleidsmedewerker Ministerie van VWS Directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (2008) Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens

Nadere informatie

Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek

Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek Colofon Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek CBO, TÜV Rheinland Nederland In samenwerking met: Nederlands Huisartsen Genootschap,

Nadere informatie

Ons kenmerk SV/AL/06/ Datum 30 maart 2006

Ons kenmerk SV/AL/06/ Datum 30 maart 2006 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Leidraad Overdracht Medicatiegegevens in de keten

Leidraad Overdracht Medicatiegegevens in de keten Leidraad Overdracht Medicatiegegevens in de keten Mady Samuels Senior beleidsmedewerker Ministerie van VWS Directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (2008) Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens

Nadere informatie

Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek

Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek Colofon Multidisciplinaire Richtlijn Preventief Medisch Onderzoek CBO, TÜV Rheinland Nederland In samenwerking met: Nederlands Huisartsen Genootschap,

Nadere informatie

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Wijkverpleging

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Wijkverpleging Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Betreft: beroepsgroep-brede invoering van zelfevaluatie gunstbetoon. Datum: 15 februari Geachte aanbieder van nascholing,

Betreft: beroepsgroep-brede invoering van zelfevaluatie gunstbetoon. Datum: 15 februari Geachte aanbieder van nascholing, Betreft: beroepsgroep-brede invoering van zelfevaluatie gunstbetoon Datum: 15 februari 2016 Geachte aanbieder van nascholing, Op 1 mei 2014 is de pilot zelfevaluatie gunstbetoon van start gegaan. De zelfevaluatie

Nadere informatie

Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden

Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden Samenvatting Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden Nieuwe biotechnologische methoden, met name DNA-technieken, hebben de vaccinontwikkeling verbeterd en versneld. Met

Nadere informatie

Slotsymposium. 31 mei 2017

Slotsymposium. 31 mei 2017 Slotsymposium 31 mei 2017 Ronald Duzijn (KAMG) Marjolein Bastiaanssen (NVAB) Jacqueline Gerritsen (NVAB) Cecile de Ruiter (Opleidingsinstituten) Tineke Woldberg (NVVG, GAV) Kwaliteitsborging opleidingen

Nadere informatie

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen

Nadere informatie

Inrichten van een gemeentelijk Wmo-loket: waarmee moet u rekening houden?

Inrichten van een gemeentelijk Wmo-loket: waarmee moet u rekening houden? COLOFON Deze folder is een uitgave van de samenwerkende partners: de Vereniging Nederlandse Gemeenten, GGD Nederland, de Vereniging van Openbare Bibliotheken, MEE Nederland, kiesbeter.nl en de Stichting

Nadere informatie

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Rapport Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Auteurs: F.J.M. van Leerdam 1 K. Kooijman 2 F. Öry 1 M. Landweer 3 1: TNO Preventie en Gezondheid Postbus

Nadere informatie

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Gehandicaptenzorg

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Gehandicaptenzorg Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen

Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen Versie 1.0, 15 oktober 2015 Achtergrond Patiëntbetrokkenheid bij richtlijnen krijgt de laatste jaren steeds meer vorm. In principe

Nadere informatie

Hoe betrekt u uw koepel-/ brancheorganisatie?

Hoe betrekt u uw koepel-/ brancheorganisatie? Relevante partijen: Hoe betrekt u uw koepel-/ brancheorganisatie? Van goede zorg verzekerd 2 Relevante partijen: Hoe betrekt u uw koepel-/ brancheorganisatie? 1. Het Register Het Zorginstituut heeft een

Nadere informatie

Hoe betrekt u uw koepel-/ brancheorganisatie?

Hoe betrekt u uw koepel-/ brancheorganisatie? Relevante partijen: Hoe betrekt u uw koepel-/ brancheorganisatie? Van goede zorg verzekerd 2 Relevante partijen: Hoe betrekt u uw koepel-/ brancheorganisatie? Relevante partijen: Hoe betrekt u uw koepel-/

Nadere informatie

Aanbiedingsformulier voor kwaliteitsstandaarden

Aanbiedingsformulier voor kwaliteitsstandaarden Aanbiedingsformulier voor kwaliteitsstandaarden Algemene informatie 1. Naam van de richtlijn: Richtlijn diagnostiek en beleid bij volwassenen met chronische nierschade (CNS) 2. Aanspreekpunt (welke partij?)

Nadere informatie

Herziening zorgstelsel. Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Herziening zorgstelsel. Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 29 689 Herziening zorgstelsel Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ------------------ In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte

Nadere informatie

Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige

Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige Inleiding Met deze notitie wil ik u informeren over de stand van zaken met betrekking tot de noodzakelijke voorbereidingen voor de aanvraag

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

FAQ FNV 4 machtiging fysiotherapie/ oefentherapie versie 16-12-2014

FAQ FNV 4 machtiging fysiotherapie/ oefentherapie versie 16-12-2014 Vraag Is er sprake van een chronische aandoening die voorkomt op de lijst van chronische ziekten 2015 zoals deze door het Ministerie van VWS is opgesteld? Uw fysiotherapeut kan u aangeven of dit in 2015

Nadere informatie

Toetsingskader. Voor zorgverzekeraars. Van goede zorg verzekerd

Toetsingskader. Voor zorgverzekeraars. Van goede zorg verzekerd Toetsingskader Voor zorgverzekeraars Van goede zorg verzekerd 2 Het Toetsingskader voor zorgverzekeraars Het Toetsingskader voor zorgverzekeraars 3 Wat is het Toetsingskader? Het toetsingskader is één

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

ZiN en kwaliteitsbeleid

ZiN en kwaliteitsbeleid ZiN en kwaliteitsbeleid Ineen Werkconferentie kwaliteit 24 april 2014 Prof Niek J de Wit, huisarts Lid advies commissie kwaliteit achtergrond Agenda Organisatie ZiN Visie op kwaliteit Kwaliteitsregister

Nadere informatie

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Consensusdocument Kwaliteitscriteria voor standaard bloedglucosemeting

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Consensusdocument Kwaliteitscriteria voor standaard bloedglucosemeting Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Datum 18 september 2015 Betreft Kamervragen over het informeren van familie bij erfelijke aanleg voor kanker

Datum 18 september 2015 Betreft Kamervragen over het informeren van familie bij erfelijke aanleg voor kanker > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg definitieve versie maart 2015 1 1. Inleiding In oktober 2014 heeft het bestuur van Ambulancezorg Nederland de indicatorenset ambulancezorg vastgesteld. Hiermee

Nadere informatie

Convenant Governance ehealth 2014-2019

Convenant Governance ehealth 2014-2019 Convenant Governance ehealth 2014-2019 Datum: 15 November 2013 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Belemmeringen... 3 Voorgestelde oplossingen... 4 De zes partijen:... 6 Overwegende dat:... 6 Gaan samenwerken

Nadere informatie

Feedbackformulier voor de kwaliteit van de praktijkvoering Standaard

Feedbackformulier voor de kwaliteit van de praktijkvoering Standaard Feedbackformulier voor de kwaliteit van de praktijkvoering Standaard Instructie Dit formulier is bestemd voor zelfevaluatie van de kwaliteit van de praktijkvoering en wordt door de visiteurs gebruikt voor

Nadere informatie

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Organisatie van intensive care

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Organisatie van intensive care Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

GAIA Nieuwsbrief Coördinatoren April 2019

GAIA Nieuwsbrief Coördinatoren April 2019 GAIA Nieuwsbrief Coördinatoren April 219 Beste coördinator, Hieronder vindt u een overzicht van recente aanpassingen in GAIA die voor coördinatoren van belang zijn. Management rapport over gevolgde deskundigheidsbevordering

Nadere informatie

Plan herinrichting Platform Vitale Vaten, vastgesteld op 14 april 2011

Plan herinrichting Platform Vitale Vaten, vastgesteld op 14 april 2011 Plan herinrichting Platform Vitale Vaten, vastgesteld op 14 april 2011 Patiënten en zorgverleners willen bereiken dat in Nederland de kwaliteit van de zorg aan mensen met hart- en vaatziekten verbetert

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

3502GA3017 Nederlandse Zorgautoriteit Secretariaat directie Ontwikkeling Postbus 3017 3502 GA UTRECHT. Betreft: Reactie NMT consultatie transparantie

3502GA3017 Nederlandse Zorgautoriteit Secretariaat directie Ontwikkeling Postbus 3017 3502 GA UTRECHT. Betreft: Reactie NMT consultatie transparantie 3502GA3017 Nederlandse Zorgautoriteit Secretariaat directie Ontwikkeling Postbus 3017 3502 GA UTRECHT Datum 9 april 2008 Ons kenmerk nkrn-7djlq9j Contactpersoon mw. N.M. Kroezen Telefoon (030) 6076304

Nadere informatie

COMMUNICATIE-EN IMPLEMEMENTATIEPLAN

COMMUNICATIE-EN IMPLEMEMENTATIEPLAN Bijlage 9 ETHIEK IN RICHTLIJNEN bij Arbeid en Gezondheid (EiR-A) COMMUNICATIE-EN IMPLEMEMENTATIEPLAN Versie INHOUD 1 Inleiding 2 Contextanalyse 2.1 Situatie en omgeving 2.2 De actoren 2.3 Het product 3

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 22 894 Preventiebeleid voor de volksgezondheid Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Procedures Richtlijnen

Procedures Richtlijnen Nederlandse Vereniging voor Urologie Conceptversie 1.0 vastgesteld HV 22 mei 2014 Procedures Richtlijnen 1 Inhoud Begrippen... 3 Inleiding... 4 1. Ontwikkeling richtlijnen... 4 2. Consultatie / Commentaarfase...

Nadere informatie

Bijlage: Beroepsverenigingen

Bijlage: Beroepsverenigingen Accreditaties MI Basistraining (3 dagen) Accreditaties MI Vervolgtrainingen Mi Expert training (6 dagen) Verdiepingsdag Weerstand (1 dag) Verdiepingsdag Verandertaal (1 dag) Bijlage: Beroepsverenigingen

Nadere informatie

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong. Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Visitatie: 6 indicatoren Feedbackformulier Kwaliteit praktijkvoering

Visitatie: 6 indicatoren Feedbackformulier Kwaliteit praktijkvoering Visitatie: 6 indicatoren Feedbackformulier Kwaliteit praktijkvoering Indicator 1 Criterium 1 2 3 4 Toelichting op score Kwaliteitsbeleid De praktijk voert een actief beleid, consistent met het kwaliteitsbeleid

Nadere informatie

Voorlopig governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn

Voorlopig governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Voorlopig governance-document NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Versie d.d. 7 november 2012 Inhoud Inleiding 3 Betrokken partijen 4 Organen 4 Stuurgroep 5 Werkplan 5 Kamers 6 Privacycommissie 7 Adviesraad

Nadere informatie

Governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v

Governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v Governance-document NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v2.2 20171215 Inhoud Inleiding 3 Betrokken partijen 4 Organen 4 Stuurgroep 5 Kamers 6 Privacycommissie

Nadere informatie

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Consensusdocument Kwaliteitscriteria voor standaard bloedglucosemeting

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Consensusdocument Kwaliteitscriteria voor standaard bloedglucosemeting Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Overwegingen voor deelname aan netwerk / samenwerking

Overwegingen voor deelname aan netwerk / samenwerking Overwegingen voor deelname aan netwerk / samenwerking Mede als gevolg van hervormingen en kostenbesparingen in de zorg ontstaan in toenemende mate mono- en multidisciplinaire netwerken en samenwerkingsverbanden.

Nadere informatie

Fysiotherapeutische zorg ONVZ

Fysiotherapeutische zorg ONVZ Fysiotherapeutische zorg ONVZ 19 maart 2019 1 Zorginkoopbeleid 2020 Fysiotherapeutische zorg ONVZ Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Strategie... 4 2.1 Zorgverzekeraar... 4 2.2 De zorg... 4 2.3 Voorwaarden...

Nadere informatie

Addendum ondersteuning Kwaliteitsinstituut. bij Programma Kwaliteit van Zorg: Versnellen, verbreden, vernieuwen

Addendum ondersteuning Kwaliteitsinstituut. bij Programma Kwaliteit van Zorg: Versnellen, verbreden, vernieuwen Addendum ondersteuning Kwaliteitsinstituut bij Programma Kwaliteit van Zorg: Versnellen, verbreden, vernieuwen December 2012 1. Inleiding In de algemene programmatekst Kwaliteit van Zorg zijn drie programmalijnen

Nadere informatie

Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden

Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden Rapport Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden Op 22 november 2011 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Publicatienummer Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus

Nadere informatie

Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits 1 Het voorschrijven van generieke statines

Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits 1 Het voorschrijven van generieke statines & GEZONDHEID Achmea divisie Zorg & Gezondheid, Postbus 19, 3800 HA Amersfoort Storkstraat 12 3833 LB Leusden www.achmeazorg.nl Aan: Raad van Bestuur Datum: Juli 2014 : Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits

Nadere informatie

Toetsingskader. Voor de langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd

Toetsingskader. Voor de langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd Toetsingskader Voor de langdurige zorg Van goede zorg verzekerd 2 Het Toetsingskader voor de langdurige zorg Het Toetsingskader voor de langdurige zorg 3 Wat is het Toetsingskader? Het Toetsingskader is

Nadere informatie

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg vrijdag 31 oktober 2008 Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg Versie 1.0 TR. van Althuis,

Nadere informatie

Governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v

Governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v Governance-document NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v2.1 20140507 Inhoud Inleiding 3 Betrokken partijen 4 Organen 4 Stuurgroep 5 Kamers 6 Privacycommissie

Nadere informatie

Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties. De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige

Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties. De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige Onderwerp: Samenvatting: Soort uitspraak: Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige zorg. Een

Nadere informatie

Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013

Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013 Rapportage Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013 - Betalingsregelingen eigen risico Zvw - Sturing met eigen risico 13 mei 2014 Rapport evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Van Gerven (SP) over de vergoeding van een morfinepomp (2016Z00850).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Van Gerven (SP) over de vergoeding van een morfinepomp (2016Z00850). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 april 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 april 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De ondergetekenden, Zijn het volgende overeengekomen: Er is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid.

De ondergetekenden, Zijn het volgende overeengekomen: Er is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid. Convenant houdende afspraken over de samenwerking in het kader van de verbetering van de bestrijding van zorgfraude: oprichting TASKFORCE en BESTUURLIJK OVERLEG INTEGRITEIT ZORGSECTOR De ondergetekenden,

Nadere informatie

Totstandkoming en methoden. NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans

Totstandkoming en methoden. NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans april 2017 Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans Utrecht, 25 april 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samen voor preventie Collectieve zorgverzekering als brug tussen financiers. 10 september Vredenburg Utrecht

Samen voor preventie Collectieve zorgverzekering als brug tussen financiers. 10 september Vredenburg Utrecht Samen voor preventie Collectieve zorgverzekering als brug tussen financiers 10 september Vredenburg Utrecht ADVISEUR VAN GEMEENTEN (EN ZORGVERZEKERAAR) Over ons Adviseur op snijvlak van sociale zekerheid

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen Nr. 2018, Den Haag 12 juni 2018 WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen pagina

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over het testen van erfelijke ziekten via de huisarts (2018Z09228).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over het testen van erfelijke ziekten via de huisarts (2018Z09228). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 13 JUNI 2017 houdende vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Betreft: procedure selectie en erkenning expertise centra voor zeldzame ziekten Nederland

Betreft: procedure selectie en erkenning expertise centra voor zeldzame ziekten Nederland Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Minister E.I. Schippers Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Aan de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU) T.a.v. de heer mr. J. Landman

Nadere informatie

Tegelijkertijd zien wij, deels in lijn met de in het advies genoemde randvoorwaarden, op hoofdlijnen twee aandachtspunten:

Tegelijkertijd zien wij, deels in lijn met de in het advies genoemde randvoorwaarden, op hoofdlijnen twee aandachtspunten: Zorginstituut Nederland T.a.v. J.C. de Wit datum 25 november 2016 ons kenmerk 2016-189 voor informatie Winny Toersen (w.toersen@patientenfederatie.nl) of Jan-Willem Mulder (j.w.mulder@patientenfederatie.nl)

Nadere informatie

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Transmurale zorg hartfalen

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Transmurale zorg hartfalen Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 20 december 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 20 december 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie