ocol Beleidsregels ter waarborging van het welzijn van het kind bij de Marnix-groep Inhoud 1. Inleiding 2. Werking van het protocol

Transcriptie

1

2

3 1 Marnix - Protocol ocol Beleidsregels ter waarborging van het welzijn van het kind bij de Marnix-groep Inhoud 1. Inleiding 2. Werking van het protocol 3. (Bege)leiding met erkenning van Scouting Nederland 4. Programmering en informatie naar de ouders 5. Bereikbaarheid tijdens (spel)activiteit 6. Vervoer 7. Droppings 8. Acties/Straatcollectes 9. Puzzeltochten 10. Overnachtingen 11. (Ongewenste) intimiteiten 12. Eerste hulp bij ongelukken (EHBO) 13. Inroepen van professionele hulp 14. Gegevens van leden die de (bege)leiding behoort te weten 15. (Ongewenst) gedrag van het kind 16. Roken, alcohol en drugs 17. Kinderen die beperkt zijn in hun kunnen 18. Vertrouwenspersoon Protocol welzijn kind 1e uitgave, juni 2003

4 2 Marnix - Protocol ocol Beleidsregels ter waarborging van het welzijn van het kind bij de Marnix-groep 1. Inleiding In 1999 werd op een van de groepsraden het plan opgevat om een protocol uit te werken waarin de Marnixgroep antwoord geeft op een aantal regelmatig door ouders gestelde vragen die te maken hebben met het welzijn van de kinderen. Ouders willen graag zeker weten dat hun kind bij de Scoutinggroep waar ze lid van zijn/worden veilig is en dat het welzijn van hun kind door die groep in alle omstandigheden wordt bewaakt. Er werd een werkgroep samengesteld waaraan zowel ouders, leiding en bestuur deelnamen. In een aantal bijeenkomsten werd gebrainstormd en gediscussieerd over die zaken die een bedreiging zijn voor het welzijn van het kind. Er werd gezocht hoe een Scoutinggroep als de Marnix daar spelregels tegenover zou moeten zetten die bij opvolging ervan deze bedreigingen beteugelen. Dit protocol is een eerste bescheiden poging een aantal van dergelijke spelregels vast te leggen en ze inzet te maken van een spelbeleid dat naar de ouders toe duidelijk is en vertrouwen uitstraalt. Het protocol is goedgekeurd door de groepsraad d.d. 1/3/2001. Er is formeel afgesproken dat alle geledingen van de groepsraad navolging van dit protocol garanderen. Voor de goede orde wordt tenslotte nog opgemerkt, dat dit protocol geenszins enig bestaand reglement, protocol, e.d. vanwege Scouting Nederland vervangt. Het moet gezien worden als een invulling van de eigen verantwoordelijkheid die een Scouting-groep altijd heeft. 2. Werking van het protocol Het protocol Beleidsregels ter waarborging van het welzijn van het kind bij de Marnix-groep is een document dat actief gebruikt wordt in alle geledingen van de groep, te weten Bevers, Welpen, Verkenners, Rowans, Stam, Speltakleiding en Groeps/Stichtings-Bestuur. De inhoud van het protocol wordt vastgesteld door de Groepsraad. Alle leden van de Groepsraad zijn gehouden zich aan het protocol te houden. De ouders/verzorgers van onze leden kunnen de groep te allen tijde op navolging aanspreken. Het protocol wordt bij aanmelding van het kind aan de ouders uitgereikt door de speltak(bege)leiding. Wanneer het lidmaatschap van het kind definitief is, wordt aangenomen dat de ouders/verzorgers dit protocol onderschrijven en eveneens navolgen. Teneinde de inhoud van het document levendig te houden, wordt in het Teamleidersoverleg (TLO) als vast agendapunt Leerpunten uit positieve/negatieve gebeurtenissen opgenomen. Het gaat hierbij vooral om het uitwisselen van ervaringen tussen de leidersteams van de speltakonderdelen. Steeds zal een en ander Protocol welzijn kind 1e uitgave, juni 2003

5 3 tegen het licht van het protocol worden gehouden en wordt het protocol zonodig aangepast door de Groepsraad aan vernieuwde inzichten. Wanneer wijzigingen worden aangebracht, worden de ouders hierover geïnformeerd. 3. (Bege)leiding met bevoegdheid van Scouting Nederland Iedere nieuwe speltakleid(st)er is verplicht de basistraining van Scouting Nederland te volgen op grond waarvan de formele leiders-bevoegdheid wordt verkregen. Bij de Marnixgroep wordt voor de adspirant-leid(st)er een proeftijd van 3 maanden gehanteerd. Na (wederzijdse) beslissing tot aanblijven, is hij/zij verplicht de eerstvolgende basistraining te volgen. Installatie tot leid(st)er is mogelijk direct na de proeftijd. Mentorschap voor adspirant-leiding wordt ingevuld door de meer ervaren leden van het eigen leidingteam. In het TLO, wordt het mentorschap onder begeleiding van de groepsbegeleider geëvalueerd. Met de opklimmende leeftijdsgroepen van de speltakonderdelen verandert, vanzelfsprekend, ook de manier waarop leiding wordt gegeven aan deze onderdelen. Bij de Rowans is er geen sprake meer van directe leiding naar de leden, maar van begeleiding vanuit de gedachte loslaten, maar er toch zijn. 4. Programmering en informatie naar de ouders Voor de speltakken Bevers, Welpen en Verkenners geldt dat de programmering in tijdsblokken van een half jaar bekend wordt gemaakt door de speltakleiding aan de ouders van de leden. Voor de Rowans geldt dat de ouders hierover geen informatie (uiteraard altijd wel summier) zullen ontvangen van de Rowanbegeleider. De Rowans verzorgen hun programmering zelf. Zonder aankondiging vooraf zal er door de speltakleiding niet van de bekend gemaakte programmering afgeweken worden. Voor de speltakken Bevers, Welpen en Verkenners worden ouders geïnformeerd middels brieven, voorlichtingsavonden of persoonlijk gesprek met de leiding. Ouders van Rowans krijgen van de begeleider in principe geen informatie. De Rowans regelen hun communicatie zelf. Vanzelfsprekend kunnen alle ouders te allen tijde met hun vragen terecht bij de (bege)leiding. 5. Bereikbaarheid tijdens (spel)aktiviteit Bereikbaarheid van (bege)leiding voor ouders: Voor alle speltakonderdelen van de Marnix-groep geldt dat de speltak(bege)leiding tijdens opkomsten telefonisch niet bereikbaar is voor ouders. Ook is het niet gewenst dat het kind (t/m verkennersleeftijd) tijdens de opkomst een mobiele telefoon op zak heeft (werkt storend). Bereikbaarheid van (bege)leiding voor de leden: Bevers en Welpen worden niet alleen op pad gestuurd, dus de leiding zal altijd bereikbaar zijn voor de kinderen. Indien Verkenners of Rowans er alleen op uitgestuurd worden, dan hebben zij eventueel de beschikking over mobiele telefoons (van de Marnix-groep), zodat voldoende bereikbaarheid van de Protocol welzijn kind 1e uitgave, juni 2003

6 4 (bege)leiding altijd is gegarandeerd. 6. Vervoer Bij het (laten) vervoeren van de kinderen door auto s zal de (bege)leiding bewerkstelligen dat de autogordel wordt gebruikt. Ook bij groepsvervoer worden de vigerende verkeersregels strikt gehanteerd (dus bijv. geen kinderen in vrachtwagen vervoeren, niet meer kinderen op de achterbank dan toegestaan, etc.) 7. Droppings Bij de Bevers en de Welpen komen in de programmering geen droppings voor. Bij de Verkenners komen droppings voor onder "schaduw(bege)leiding", terwijl bij de Rowans en de Stam droppings kunnen plaatsvinden zonder enige vorm van (bege)leiding. Risico s worden zoveel mogelijk vermeden door de leiding door bijvoorbeeld de plaats/omgeving van dropping zorgvuldig te kiezen. De kinderen ontvangen bovendien gerichte instructies over hoe ze zich (niet) dienen te gedragen, wat te doen bij verdwalen of elkaar kwijtraken, etc. De verkennersleiding zal er voor zorgen dat zij tijdens de dropping voldoende telefonisch bereikbaar is voor de scouts die altijd in groepjes lopen. 8. Acties/Straatcollectes Zoals bij vele Scouting-groepen is het ook bij de Marnix-groep een goed gebruik om jaarlijks een aantal acties/straatcollectes te organiseren of er aan deel te nemen. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan de landelijke acties Grote Klub-actie of de Actie Jantje Beton, maar ook aan de Marnix Violen-actie. Bij straatcollectes geldt dat Bevers en Welpen dit in duo s en in aanwezigheid van hun leiding doen. 9. Puzzeltochten Puzzeltochten worden in allerhande uitvoeringen (denk aan postenspel, vossenjacht, hike, etc.) georganiseerd voor groot en klein, te voet of op de fiets. De speltakleiding inventariseert vooraf zorgvuldig de risico s (verkeer, gevaarlijke omgeving, etc). Ook bij dergelijke tochten geldt weer dat de leiding steeds duidelijke instructies geeft aan de kinderen met het oog op orde en veiligheid. 10. Overnachtingen Bij alle speltakken van de Marnix-groep vinden overnachtingen plaats. Bij de Bevers spreken we van logeren (1 of 2 nachten in een groepshuis). De Welpen hebben af en toe een weekend en hun zomerkamp, bijna altijd in een groepshuis (heel af en toe een weekend in een tent). De andere speltakken kennen meerdere evenementen waarbij overnachtingen plaats vinden, bijna altijd in tenten (weekends, zomerkampen, regionale wedstrijden, etc.). Protocol welzijn kind 1e uitgave, juni 2003

7 5 11. (Ongewenste) intimiteiten Bij de Marnix-groep zijn alle stafleden op de hoogte van het standpunt (protocol) van Scouting Nederland over afspraken en handelwijze bij situaties waarin sprake is van (een vermoeden van) seksueel misbruik. Het protocol ligt ter inzage bij de groepsbegeleider van de Marnix-groep. Groepsleden met klachten/vermoedens vermoedens over ongewenste intimiteiten kunnen (eventueel via de (bege)leiding) terecht bij de vertrouwenspersoon binnen de Marnix-groep (zie hoofdstuk 18). Met name voor de spektakken Verkenners en Rowans worden door de speltak(bege)leiding afspraken gemaakt naar de kinderen over het omgaan met intimiteiten (tijdens opkomsten en kampen). Ook in de programmering wordt hier automatisch rekening mee gehouden. De ouders worden van deze afspraken op de hoogte gebracht. In de Marnix-groep is het onderwerp intimiteiten in alle openheid bespreekbaar. Enkele algemene afspraken: Slapen Tijdens overnachtingen slapen bij alle speltakken jongens en meisjes in dezelfde slaapruimte/tent. De leiding slaapt in een aparte ruimte. Indien er noodzaak is dat de leiding toch bij de kinderen slaapt, dan doet zij dat met de tenminste twee personen. Wasgelegenheden Bevers en vaak ook welpen worden geholpen door de leiding bij het zich wassen. Hierover zijn stringente afspraken gemaakt. De belangrijkste is dat de leid(st)er zich nooit alleen zal afzonderen met het kind. 12. Eerste hulp bij ongelukken (EHBO) Tijdens opkomsten en (zomer)kampen beschikt de speltak(bege)leiding over voldoende en bruikbaar EHBO-materiaal en is in staat eenvoudige eerste-hulp-handelingen te verrichten. 13. Inroepen van professionele hulp Indien er iets gebeurt met de kinderen waardoor het inroepen van professionele hulp (zoals dokter, ambulance, politie, e.d.) noodzakelijk is, worden de betreffende ouders direct op de hoogte gebracht. In geval een kind spoorloos is, zal de (bege)leiding altijd de politie inschakelen en vervolgens direct de ouders op de hoogte brengen. 14. Gegevens van leden die de (bege)leiding behoort te weten Met het inschrijven van een nieuw jeugdlid bij de Marnix-groep wordt het formulier "Belangrijke gegevens Marnixlid" ingevuld en ondertekend door de ouders. Dit zogenaamde intakeformulier bevat bijzonderheden van het lid die de (bege)leiding dient te weten om verantwoord (bege)leiding te kunnen geven. Hierbij Protocol welzijn kind 1e uitgave, juni 2003

8 6 moet worden gedacht aan zaken als medicijngebruik, speciaal dieet, zwemmen/niet-zwemmen, noodadres, etc. Ook worden de ouders in het formulier gevraagd aan te geven of er sprake is van een bijzondere gezinssituatie (zoals gescheiden ouders, overleden familielid). Het intakeformulier wordt verantwoord beheerd door de speltakleiding. De Marnix-groep verplicht zich tot het vertrouwelijk behandelen van de haar toevertrouwde informatie, dat betekent dat deze informatie binnen de groepsraad blijft. Het is van belang dat het intakeformulier betrouwbare informatie bevat. Daarom wordt elk formulier jaarlijks, vóór de zomerkampen geactualiseerd. Van de ouders wordt verwacht dat ze belangrijke tussentijdse veranderingen aan de speltak(bege)leiding doorgeven. 15. (Ongewenst) gedrag van het kind Het is de taak van de (bege)leiding continu verantwoord in te spelen op het gedrag van de kinderen. Hierbij worden primair de algemeen maatschappelijk geldende normen en waarden (in goede zin) gehanteerd. Daarnaast laat de (bege)leiding zich leiden door de richtlijnen van Scouting Nederland en die van de eigen groep (zoals bijvoorbeeld dit protocol). Negatief gedrag van een kind kan leiden tot ernstige situaties indien daar niet adequaat op wordt gereageerd, of nog beter, geanticipeerd. Voorbeelden van negatief gedrag zijn ruziezoeken, uitdagen, vandalisme, waaghalzerij, ongehoorzaamheid. De gevolgen kunnen uiteenlopend zijn, maar zullen altijd bedreigend zijn voor het kind (op het gebied van veiligheid of zich welbevinden). De (bege)leiding van de Marnix-groep tracht zoveel mogelijk al in de programmering negatief gedrag te voorkomen (anticiperen). Zoveel mogelijk worden vooraf risico s ingeschat en ontvangen waar nodig de kinderen gerichte instructies. Bij voortdurend negatief gedrag of ernstige incidenten (zoals vandalisme of agressief gedrag), zullen de ouders worden geïnformeerd en kan de speltakleiding voorstellen tot sancties over te gaan (bijvoorbeeld schorsing van de groep). 16. Roken, alcohol en drugs Roken Bij de Marnix-groep mogen de jongere leden tot en met de verkennersleeftijd niet roken. De Rowans en Stam mogen hier zelf over beslissen. Tijdens opkomsten en kampen wordt door de speltakleiding of andere medewerkers niet gerookt in aanwezigheid van de kinderen, binnen noch buiten. Gebruik van alcohol Het gebruik van alcohol door de jongere leden tot en met de verkennersleeftijd is verboden. De Rowans en Stam mogen hier zelf over beslissen. Tijdens opkomsten en kampen is het gebruik van alcohol verboden voor iedereen, behalve bij speciale gelegenheden (zoals ouderavond, slotmiddag, receptie of bij kampen in de avonduren als de kinderen slapen). Te allen tijde zijn er tenminste 2 personen per speltak die geen alcohol gebruiken. Protocol welzijn kind 1e uitgave, juni 2003

9 7 Drugs Tijdens Marnix-activiteiten of activiteiten die met de Marnix-groep in verband gebracht kunnen worden is het gebruik van drugs door groepsleden en medewerkers verboden. 17. Kinderen die beperkt zijn in hun kunnen In het belang van het kind, maar ook van het speltakonderdeel van de Marnix-groep, wordt bij aanmelding van kinderen die beperkt zijn in hun kunnen (geestelijk en/of lichamelijk) zorgvuldig de mogelijke consequenties van toetreding als lid afgewogen. Dit gebeurt in de volgende stappen: 1. De desbetreffende onderdeelsleiding brengt het aangemelde lid ter sprake in het TLO 2. Het TLO komt tot een standpunt: lidmaatschap is wel/niet mogelijk en legt dit voor aan het Groepsbestuur 3. Het Groepsbestuur neemt het standpunt al dan niet over en bespreekt dit met de ouders van het kind. 18. Vertrouwenspersoon Zoals reeds eerder vermeld, beschikt de Marnix-groep over een vertrouwenspersoon bij wie alle groepsleden terecht kunnen met welke kwestie dan ook. Hetzelfde geldt voor de ouders, ook zij kunnen voor alle zaken bij deze persoon terecht. De functie van vertrouwenspersoon wordt ingevuld door de groepsbegeleider van de Marnix-groep. Protocol welzijn kind 1e uitgave, juni 2003

10

11

12