PROJECT : VIVES Zuid campus Kortrijk: herinrichting maaklab gelegen Doorniksesteenweg 145 te 8500 Kortrijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROJECT : VIVES Zuid campus Kortrijk: herinrichting maaklab gelegen Doorniksesteenweg 145 te 8500 Kortrijk"

Transcriptie

1 steenstraat ichtegem VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN OPDRACHTGEVER VIVES Zuid vzw Doorniksesteenweg Kortrijk PROJECT : VIVES Zuid campus Kortrijk: herinrichting maaklab gelegen Doorniksesteenweg 145 te 8500 Kortrijk Veiligheid- en gezondheidplan opgemaakt conform Het KB van 25/01/2001 Tijdelijke en Mobiele Bouwplaatsen en zijn wijzigingen De wet op het Welzijn van 04/08/1996 De Europese Richtlijn 92/57 EEG Veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door: Acovex bvba Steenstraat 12 te 8480 Ichtegem (0495) (050) acovex@skynet.be Acovex bvba behoudt alle rechten op vorm en inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan. Deze mag niet via digitale drager verspreid worden. Het mag slechts gebruikt worden door de actoren betrokken bij bovengenoemd project VGP A:1 laatste versie: afgedrukt op :08:00

2 AANPASSINGEN: versie datum omschrijving Opgemaakt door visum A 04/08/2015 Oorspronkelijke versie Jan Decorte Acovex bvba B C D AFGEGEVEN AAN: functie Firma / bedrijf naam datum visum opdrachtgever VIVES Zuid vzw Lieven Vandebuerie / Hendrik Vantomme Bouwdirectie belast met het ontwerp Bouwdirectie belast met de uitvoering dmva Architecten A3 ontwerpburo Tom Verschueren Sabine Rosseel VGP A:2

3 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN... A:1 PROJECT : VIVES Zuid campus Kortrijk: herinrichting maaklab gelegen Doorniksesteenweg 145 te 8500 Kortrijk... A:1 A. ALGEMENE INLICHTINGEN.... A:6 A1. Beschrijving van het te realiseren bouwwerk... A:6 A2. Lijst met namen en adressen van de tussenkomende partijen... A:8 A3. Lijst met namen en adressen van de onderaannemers... A:9 A4. Veiligheidscoördinator ontwerp & verwezenlijking... A:9 A5. Nuttige adressen... A:9 A6. Coördinatiestructuur... A:9 A7. Definities, taakomschrijvingen en verantwoordelijkheden... A:9 B. BOUWPLAATSREGLEMENT... B:1 B1. Algemeenheden... B:1 B2. Toegang tot de werf... B:1 B3. Risicobeheer... B:1 B4. Orde, netheid, hygiëne en afvalbeheer... B:1 B5. Communicatie... B:1 B6. Discipline... B:2 B7. Noodhulp... B:2 NOODNUMMERS... B:3 Lijst hulpverleners... B:3 Bij beschadiging leidingen... B:4 C. COÖRDINERENDE PREVENTIEMAATREGELEN... C:1 Identificatie van risico s door de wederzijdse beïnvloeding van activiteiten... C:1 Identificatie van risico s beschreven in bijlage I afdeling III van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen: niet-limitatieve lijst van preventieregels en maatregelen bedoeld in afdeling I, eerste lid, 3,a... C:1 Identificatie van werken met verhoogd risico... C:1 Identificatie van risico s van gelijktijdige en opeenvolgende activiteiten... C:2 Identificatie van risico s ten gevolge van de wederzijdse inwerking van installaties, activiteiten, vervoer en omgeving... C:2 Identificatie van risico s bij mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk... C:2 De risicoanalyses opgemaakt door de respectievelijke aannemers vullen deze risicoëvaluatie en inventarisatie aan.... C:2 COÖRDINERENDE PREVENTIEMAATREGELEN EN INSTRUCTIES... C:1 1 De algemene maatregelen betreffende de organisatie van de tijdelijke of mobiele bouwplaats die vastgelegd zijn door de opdrachtgever en de bouwdirecties in samenspraak met de coördinator-ontwerp en de coördinator verwezenlijking... C:1 C1. Organisatie van de preventie en bescherming... C:1 2 De algemene maatregelen die voortvloeien uit de verplichtingen die worden opgelegd door de opdrachtgever in wiens inrichting activiteiten betreffende een tijdelijke of mobiele bouwplaats worden verricht.... C:5 3 De vereisten die voortvloeien uit de wederzijdse inwerking van de activiteiten inzake gebruik en exploitatie op het terrein zelf of in nabijheid van het terrein waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestigd... C:5 C2. Afsluiten van de werf.... C:5 C3. Bouwplaatssignalisatie.... C:5 C4. Werken in de omgeving van bovenleidingen onder spanning.... C:6 C5. Signaalkleding... C:6 C6. Gebruik van bouwlasers... C:6 4 De coördinatiemaatregelen die inzonderheid betrekking hebben op:... C:6 4a de horizontale, verticale of andere verplaatsingsroutes of zones of verkeersroutes of zones;... C:6 VGP A:3

4 C7. Verkeer.... C:6 4b het hanteren van materialen en materieel, in het bijzonder de problemen van de wederzijdse inwerking tussen hefwerktuigen op de bouwplaats of in de nabijheid ervan... C:2 C8. Hijsen van lasten.... C:2 4c het beperken van het beroep doen op het manueel hanteren van lasten;... C:2 4d de afbakening en inrichting van opslagzones voor verschillende materialen, met name als het om gevaarlijke of stoffen of producten gaat;... C:2 C9. Gevaarlijke producten... C:2 C10. Goederenbehandeling.... C:2 C11. Gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten.... C:3 4e de voorwaarden voor het opslaan, verwijderen of afvoeren van aarde, afval, puin en gruis;... C:3 C12. Milieuvoorschriften en afvalverwijdering... C:3 4f de voorwaarden voor de verwijdering van gevaarlijke materialen;... C:4 4g het installeren en gebruiken van collectieve beschermingsmiddelen en van tijdelijke toegangswegen;c:4 C13. Collectieve beschermingsmiddelen (C.B.M.)... C:4 4h het gebruik van de algemene elektrische installatie;... C:4 C14. Elektrische installatie... C:4 C15. Gebruik van de elektrische infrastructuur door een ( onder)aannemer.... C:4 4i de wisselwerking met gebruiksactiviteiten op de site van de bouwplaats, inzonderheid het gebruik van gemeenschappelijke stellingen en toegangsmiddelen;... C:5 C16. Hinder door uitgevoerde werken.... C:5 4j de wisselwerking met gebruiks- of exploitatieactiviteiten op de site van de bouwplaats of in de omgeving ervan;... C:5 4k het in goede orde houden van de bouwplaats;... C:5 C17. Orde en netheid... C:5 5 de algemene modaliteiten ter verzekering van het in goede orde en met voldoende bescherming van de gezondheid in stand houden van de bouwplaats, inzonderheid de vastgestelde voorschriften en mmatregelen tot vastlegging van de voorwaarden opdat de lokalen, bestemd voor het personeel op de bouwplaats in overeenstemming zouden zijn met de erop toepasselijke voorschriften inzake veiligheid, gezondheid en arbeidsvoorwaarden;... C:5 C18. Bouwplaatsinrichting... C:5 C19. Installaties, uitrusting & materieel.... C:6 C20. Ruimten ter beschikking van een ( onder)aannemer.... C:6 6 de praktische inlichtingen die specifiek zijn voor de bouwplaats wat betreft de hulpverlening, evacuatie van personen, evenals de gemeeenschappelijke organisatorische maatregelen die terzake zijn getroffen;... C:6 C21. Organisatie van de hulpverlening.... C:6 C22. Instructies in geval van een arbeidsongeval.... C:7 C23. Brandbeveiliging.... C:7 C24. Noodprocedures... C:8 C25. Wat te doen bij het vinden van niet ontplofte oorlogsmunitie... C:8 7 de algemene modaliteiten (tijdstippen, plaatsen, frequentie) voor overleg en samenwerking op de bouwplaats tussen de verschillende tussenkomende partijen en desgevallend de exploitanten of beheerders die een activiteit uitoefenen op de bouwplaats zelf of in de nabijheid ervan; evenals de algemene regels betreffende het verspreiden van informatie, instructies en bevelen aan deze personen en de algemene regels inzake het toezicht op de tenuitvoerlegging ervan;... C:8 C26. Coördinatievergadering... C:8 C27. Interne communicatie, voorlichting en instructie.... C:8 VGP A:4

5 8 de algemene regels (tijdstippen, plaatsen, frequentie) voor samenwerking en overleg op de bouwplaats tussen de werkgevers en werknemers evenals deze betreffende de informatie van de werknemers en het verspreiden van de instructies die voor hen bestemd zijn;... C:9 9 preventiemaatregelen bij werken met verhoogd risico;... C:9 9a sleuven of putten dieper dan 1,2 m... C:9 C28. Openingen.... C:9 C29. Graafwerken.... C:10 C30. Werken in besloten ruimten.... C:10 9b slib of drijfzand... C:11 9c werken op hoogte... C:11 C31. Werken in de hoogte (ladders, stellingen,..)... C:11 9d chemische of biologische agentia... C:12 C32. Asbest... C:12 C33. Biologische agentia... C:13 9e ioniserende straling... C:13 C34. Radioactieve bronnen.... C:13 C35. Electromagnetische straling... C:14 9f elektrische hoogspannningslijnen of -kabels... C:14 C36. Risico's bij werken met elektriciteit.... C:14 C37. Werken aan elektrische installaties.... C:14 9g verdrinkingsgevaar... C:15 9h ondergrondse werken en tunnelwerken... C:15 9i werken met duikuitrusting... C:15 9j werken onder overdruk... C:15 9k gebruik van springstoffen... C:15 9l montage of demontage van geprefabriceerde elementen... C:15 10 specifieke maatregelen voor gelijktijdige en opeenvolgende werken en voor wederzijdse inwerking van activiteiten, installaties, vervoer, exploitatie... C:15 C38. werken met open vlam... C:15 D. DOCUMENTEN / BIJLAGEN... D:1 D1. VEILIGHEID- GEZONDHEID EN MILIEUCHARTER... D:2 D2. Toepassing van art. 30, lid 2, 1e en 2e van het KB van betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.... D:4 D3. werfpaneel.... D:5 D4. procedure werken met derden... D:6 VGP A:5

6 A. ALGEMENE INLICHTINGEN. A1. Beschrijving van het te realiseren bouwwerk A.1.1 Korte beschrijving van het project Herinrichting maaklab A.1.2 adres bouwplaats Doorniksesteenweg 145 te 8500 Kortrijk opmerkingen A.1.3 Aard van de werken vanaf het ontwerp tot de verwezenlijking Inrichting bouwwerf tribunebouw schrijnwerken Technische uitrusting: elektriciteit, sanitair, HVAC Afwerking: vloeren, pleisterwerken, binnenuitrusting, schilderwerken, etc Een en ander overeenkomstig bestek en plannen dossier opgemaakt door dmva-architecten en A3 ontwerpburo Volgens het KB van 25/01/01 art 2 1 Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen worden de werken als volgt onderverdeeld: 1 graafwerken 2 grondwerken 3 funderings- en verstevigingswerken 4 waterbouwkundige werken 5 wegenwerken X 6 plaatsing van nutsleidingen, inzonderheid: riolen, gasleidingen, elektriciteitskabels en tussenkomsten op deze leidingen, voorafgegaan door andere in deze paragraaf bedoelde werken X 7 bouwwerken X 8 montage en demontage van, inzonderheid, geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen 9 inrichtings- of uitrustingswerken 10 verbouwingswerken 11 vernieuwbouw 12 herstellingswerken 13 ontmantelingswerken 14 sloopwerken 15 instandhoudingswerken 16 onderhouds-, schilder- en reinigingswerken 17 saneringswerken X 18 afwerkingwerkzaamheden behorende bij één of meer werken bedoeld in de punten 1 tot 17 VGP A:6

7 A.1.4 Gevaarlijke werken / meldingsplicht Volgens het KB van 25/01/01 art 26 Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen is meldingsplicht voor volgende gevaarlijke werken: X X 1 werkzaamheden die de werknemers aan gevaren van bedelving, wegzinken, of vallen blootstellen, gevaren die bijzonder vergroot worden door de aard van de werkzaamheden of van de toegepaste procédés of door de omgeving van de arbeidsplaats of de werken: het graven van sleuven of putten van meer dan 1,20 m diepte en het werken aan of in deze putten; het werken in de onmiddellijke nabijheid van materialen zoals drifzand of slib; het werken met een valgevaar van een hoogte van 5 m of meer 2 werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan chemische of biologische agentia die een bijzonder risico voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers inhouden. 3 Elk werk met ioniserende stralingen waarvoor de aanwijzing van gecontroleerde of bewaakte zones zoals bepaald in artikel 2 van het KB van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, vereist is. 4 Werkzaamheden in de nabijheid van elektrische hoogspanningslijnen of kabels. 5 Werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan een risico op verdrinking. 6 Ondergrondse werken en tunnelwerken 7 Werkzaamheden met duikuitrusting. 8 Werkzaamheden onder overdruk. 9 Werkzaamheden waarbij springstoffen worden gebruikt. 10 Werkzaamheden in verband met de montage of demontage van geprefabriceerde elementen Meldingsplicht is noodzakelijk: zie verder coördinerende maatregel C1 A.1.5 Startdatum Datum van aanvang der werkzaamheden januari 2016 A.1.6 Duur van de werken Vermoedelijke duur der verschillende werkzaamheden: 10 maanden A.1.7 Aantal werknemers Vermoedelijke maximum aantal werknemers op de bouwplaats: 10 VGP A:7

8 A2. Lijst met namen en adressen van de tussenkomende partijen Opdrachtgever opmerkingen Naam: VIVES Zuid vzw Adres: Doorniksesteenweg Kortrijk Tel: 056/ Fax: 056/ Vertegenwoordigd door: Joris Hindryckx Algemeen directeur Lieven Vandenbuerie Afdeling logistiek Hendrik Vantomme GSM: Bouwdirectie belast met het ontwerp architectuur opmerkingen Naam: dmva Architecten Adres: Drabstraat 10 b Mechelen Tel: 015/ Fax: 015/ Vertegenwoordigd door: Tom Verschueren GSM: 0495/ Bouwdirectie belast met het ontwerp Architectuur - interieur opmerkingen Naam: A3 ontwerpburo Adres: Jules Baertstraat 8510 Bellegem Tel: Fax: Vertegenwoordigd door: Sabine Rosseel sabine@a3ontwerpburo GSM: 0474/ Bouwdirectie belast met het ontwerp Stabiliteit / technieken opmerkingen Naam: Adres: Tel: Fax: Vertegenwoordigd door: GSM: Bouwdirectie belast met de controle Idem ontwerper opmerkingen Bouwdirectie belast met de uitvoering ruwbouwwerken opmerkingen Naam: Adres: Tel: Fax: Vertegenwoordigd door: GSM: Bouwdirectie belast met de uitvoering CVS opmerkingen Naam: Adres: Tel: Fax: Vertegenwoordigd door: GSM: Bouwdirectie belast met de uitvoering elektriciteitswerken opmerkingen Naam: Adres: Tel: Fax: Vertegenwoordigd door: GSM: VGP A:8

9 A3. Lijst met namen en adressen van de onderaannemers Naam: Adres: Tel: Fax: Vertegenwoordigd door: GSM: Naam: Adres: Tel: Fax: Vertegenwoordigd door: GSM: opmerkingen opmerkingen A4. Veiligheidscoördinator ontwerp & verwezenlijking Veiligheidscoördinator ontwerp opmerkingen en verwezenlijking Naam: Acovex bvba Adres: Steenstraat Ichtegem Tel: 0495/ Fax: 050/ Vertegenwoordigd door: Decorte Jan Ing - zaakvoerder GSM: 0495/ A5. Nuttige adressen nutsmaatschappijen Naam: Adres: Tel: Fax: Vertegenwoordigd door: GSM: opmerkingen A6. Coördinatiestructuur Niet van toepassing. A7. Definities, taakomschrijvingen en verantwoordelijkheden Hiervoor wordt verwezen naar de bepalingen van de Wet op het Welzijn en haar verschillende uitvoeringsbesluiten VGP A:9

10 steenstraat ichtegem B. BOUWPLAATSREGLEMENT B1. Algemeenheden Dit reglement omvat de te volgen richtlijnen op deze werf en is bedoeld voor alle personen die op deze werf activiteiten uitvoeren of deze werf betreden B2. Toegang tot de werf - De bouwplaats is enkel toegankelijk voor bevoegde personen en tijdens de werkuren. - Bezoekers dienen zich altijd aan te melden bij de werfleiding. - werknemers en bezoekers zullen zich houden aan de voorschriften en veiligheidsaanduidingen op de bouwplaats B3. Risicobeheer - De nodige maatregelen worden genomen om ongevallen te voorkomen en gevaarlijke situaties uit te schakelen. - Er wordt de nodige aandacht besteed aan goede arbeidsomstandigheden. - Eenieder draagt bij aan de veiligheid op de bouwplaats en vervult hiertoe de taken en verantwoordelijkheden die wettelijk toegewezen zijn aan zijn/haar functie en deze beschreven in dit veiligheids- en gezondheidsplan. - Het veiligheids- en gezondheidsplan omvat ook de nodige specifieke maatregelen en ligt steeds ter beschikking in de werfkeet van de werfleider. - Collectieve beschermingsmiddelen zoals leuningen, netten, mogen nooit verwijderd worden zonder de toestemming van de werfleiding. - Beschermingsinrichtingen van machines mogen nooit worden verwijderd of gewijzigd. - werknemers en bezoekers op de werf zijn steeds voorzien van de persoonlijke beschermingsmiddelen zoals gesignaleerd (pictogrammen) of zoals omschreven in het veiligheids- en gezondheidsplan. - Vastgestelde risico s zijn ofwel onmiddellijk te verhelpen ofwel onmiddellijk te melden aan de werfleider. - materialen, toestellen of gereedschappen mogen niet zomaar uitgeleend worden, ze worden steeds gebruikt door bevoegde personen. - voertuigen op de werf zullen het achteruit rijden maximaal beperken. Wanneer niet anders mogelijk is zijn zij uitgerust met een dodehoekspiegel of worden ze begeleid door een derde persoon. - De maximum snelheid op de werf is 10 km/h B4. Orde, netheid, hygiëne en afvalbeheer - Bouwmaterialen, voertuigen afval en andere worden geplaatst op de daartoe voorziene plaatsen (zie werfinrichtingsplan). - Werkposten, doorgangen en werfinstallaties worden dagelijks opgeruimd. - Eten en drinken gebeurt enkel in de daartoe voorziene lokalen. Voor het eten steeds de handen wassen. - Afval wordt selectief verzameld in daartoe voorziene containers. - Er is regelmatig onderhoud van sanitaire installaties en afvoer van afval. B5. Communicatie - Risico s en beheersmaatregelen, zoals vermeld in het veiligheids- en gezondheidsplan, worden door de leidinggevenden steeds gecommuniceerd aan al de betrokkenen. - De taal van het dossier en van de omgang op de werf is het Nederlands. Aannemers die anderstalige werknemers tewerkstellen, moeten zelf instaan voor het vertalen van de van kracht zijnde veiligheids- en gezondheidsbepalingen naar en voor het informeren, opleiden en instrueren van die werknemers in hun moedertaal. - Opmerkingen of suggesties kunnen steeds (per fax, telefonisch of ) gemeld worden aan de veiligheidscoördinator. - Ongevallen, kwetsuren, schade, schierongevallen en alle potentieel gevaarlijke aspecten verbonden aan de werkzaamheden dienen steeds gemeld te worden aan de werfleiding. Deze zal vervolgens gepaste preventiemaatregelen treffen. Veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door: Acovex bvba Steenstraat 12 te 8480 Ichtegem (0495) (050) acovex@skynet.be Acovex bvba behoudt alle rechten op vorm en inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan. Deze mag niet via digitale drager verspreid worden. Het mag slechts gebruikt worden door de actoren betrokken bij bovengenoemd project VGP B:1 laatste versie: afgedrukt op :08:00

11 B6. Discipline - De instructies van de werfleider zijn steeds op te volgen. Hij houdt correctief toezicht. - Eventuele opmerkingen worden door de werfleider bijgestuurd binnen de opgegeven termijn. - Op verzoek van de veiligheidscoördinator zal hem de nodige medewerking en informatie verleend worden. - Er zullen geen alcoholische dranken voor of tijdens de werkuren worden gebruikt. Er zullen ook geen alcoholische dranken op de werf aanwezig zijn. - Het niet naleven van instructies kan passend bestraft worden. - Het doen naleven van preventieve maatregelen voorgesteld of voorgeschreven door de coördinator, zal niet leiden tot meerprijzen of verrekeningen. B7. Noodhulp - De werfleider duidt de nijverheidshelpers aan voor de EHBO - De EHBO-middelen bevinden zich in de werfkeet - Hoe reageren bij een ongeval? - blijf kalm en overzie snel de situatie - vermijd bijkomende ongevallen: - gebruik de juiste beschermingsmiddelen, afhankelijk van het risico (helm, handschoenen, ) - afhankelijk van het soort risico: (1 ) brand of rookontwikkeling: de plaats ontruimen al kruipend over de grond + (vochtige) zakdoek voor de neus en naar een verzamelpunt gaan. (2 ) elektrocutie: de stroom uitschakelen aan de bron (3 ) gaslek: vermijd vur en vonken, - verplaats het slachtoffer niet, tenzij het echt noodzakelijk is - verleen hulp aan de slachtoffers (EHBO) - overzie de situatie correct en doe zo snel mogelijk een noodoproep VGP B:2

12 NOODNUMMERS medische spoeddienst brandweer ZIEKENHUIS AZ Groeninge 056/ Loofstraat Kortrijk ANTIGIFCENTRUM 070/ LOKALE POLITIE / Oude Vestingsstraat 2A 8500 Kortrijk Vermeldt: arbeidsongeval - referentiepunt en straatnaam/huisnummer - de aard van de verwonding - of het slachtoffer ademt - of het slachtoffer harstslag heeft - de naam van uw firma en uw eigen naam - GSM of telefoonnummer waar u bereikbaar bent Vermeldt: - de plaats van de brand en punt en straatnaam waar de brandweer wordt opgewacht. - De aard van de brand (gas, vloeistof, vaste stoffen, ) - De omvang, beschikbaarheid van bluswater. - De aanwezigheid van gewonden. - De aanwezigheid van EHBO - Bel dat men met iemand onderweg is - Vermeldt de aard van de kwetsuren - Vermeldt dat het gaat om een arbeidsongeval - Wacht niet op ziekteverschijnselen vooraleer te bellen. - Geen melk toedienen, melk is geen tegengif. - Niet laten braken, meestal is braken schadelijk, bel eerst. - Spoel overvloedig met water na spatten met een schadelijke stof op de huid of in de ogen. - Verlucht de ruimte goed als er giftig of irriterend gas is vrijgekomen. ADRES WERF: campus Vives Doorniksesteenweg 145 te 8500 Kortrijk Lijst hulpverleners VGP B:3

13 Bij beschadiging leidingen Gas- Netmanagement 078/ gasreuk 0800/ elektriciteit 078/ Telenet 015/ Belgacom 0800/ VMW 056/ / TMVW 078/ Hoogspanningsnet Elia 0800/99044 Fluxys 0800/90102 VGP B:4

14 steenstraat ichtegem C. COÖRDINERENDE PREVENTIEMAATREGELEN Identificatie van risico s door de wederzijdse beïnvloeding van activiteiten Identificatie van risico s beschreven in bijlage I afdeling III van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen: niet-limitatieve lijst van preventieregels en maatregelen bedoeld in afdeling I, eerste lid, 3,a X 1 organisatie van de werf X 2 transport op de werf X 3 gebruik van hefwerktuigen X 4 manueel hanteren van lasten 5 opslag van gevaarlijke producten X 6 opslaan, verwijderen en afvoeren van grond, puin, afval 7 verwijdering van gevaarlijke materialen X 8 collectieve beschermingsmiddelen en tijdelijke toegangswegen 9 gebruik van elektrische installaties 10 gemeenschappelijke stellingen en toegangswegen X 11 het in goede orde houden van de bouwplaats en de werflokalen X 12 organisatie van hulpverlening en evacuatie X 13 overleg en samenwerking Identificatie van werken met verhoogd risico Werkzaamheden vermeld in art van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen, te identificeren aan de hand van het bestek en de uitvoeringsplannen: 1 gevaren van bedelving, wegzinken of vallen: X graven van sleuven of putten van meer dan 1,20 m diepte en het werken hieraan Werken in de onmiddellijke nabijheid van materialen zoals drijfzand of slib X Werken met een valgevaar van een hoogte van 5 m of meer X 2 blootstelling aan chemisch of biologische agentia 3 werken met ioniserende stralingen 4 werken in de nabijheid van elektrische hoogspanningslijnen of kabels 5 risico op verdrinking 6 ondergrondse werken en tunnelwerken 7 werkzaamheden met duikuitrusting 8 werkzaamheden onder overdruk 9 gebruik van springstoffen X 10 montage of demontage van geprefabriceerde elementen Veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door: Acovex bvba Steenstraat 12 te 8480 Ichtegem (0495) (050) acovex@skynet.be Acovex bvba behoudt alle rechten op vorm en inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan. Deze mag niet via digitale drager verspreid worden. Het mag slechts gebruikt worden door de actoren betrokken bij bovengenoemd project VGP C:1 laatste versie: afgedrukt op :08:00

15 Identificatie van risico s van gelijktijdige en opeenvolgende activiteiten Te identificeren aan de hand van de planning werken met gevaarlijke producten die risico s kunnen induceren voor derden: nihil situaties die blijven bestaan na beëindiging van een perceel die risico's of gevaar kunnen opleveren voor nakomende activiteiten werken met open vlam gelijktijdige uitvoeringen : de nodige afspraken dienen gemaakt te worden voor het afbakenen van de werkzones Identificatie van risico s ten gevolge van de wederzijdse inwerking van installaties, activiteiten, vervoer en omgeving Hierbij is rekening te houden met : gemotoriseerd verkeer op, van en naar, de bouwplaats verlaten van vrachtwagens (containers, bouwmaterialen, betonmixer, van de werfinrichting naar de openbare weg interactie van de bewegende machines, hijskraan, vrachtwagens: tesamen werken verschillende hoogwerkers gelijktijdige werken aan naburige panden of in de omgeving Identificatie van risico s bij mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk Zie postinterventiedossier De risicoanalyses opgemaakt door de respectievelijke aannemers vullen deze risicoëvaluatie en inventarisatie aan. De risicoanalyse werd, gedeeltelijk en als richtingaangevend voor het aangeven van de risico s en de te nemen beheersmaatregelen, opgemaakt door de veiligheidscoördinator en zal herzien worden bij belangrijke wijzigingen zoals: nieuwe belangrijke activiteiten het gebruik van belangrijke, nieuwe machines of technieken ongevallen, die zich hebben voorgedaan en waarvan de oorzaak tot op heden onderschat werd De analyse van de risico s met betrekking tot de uitvoering van het werk worden opgemaakt door de betrokken aannemers overeenkomstig art 5 van de wet op het welzijn en art 50 van het KB tijdelijke en mobiele bouwplaatsen. De analyses van de verschillende aannemers worden bij het veiligheids- en gezondheidsplan gevoegd. De registratie van de ontvangen risicoanalyses gebeurt via het coördinatiedagboek. De beheersmaatregelen die volgen uit de analyses worden door de betrokken aannemers zelf geïmplementeerd onafgezien van de coördinerende maatregelen. De veiligheidscoördinator zal alvorens de werkzaamheden aanvatten de risicoanalyses opvragen aan de aannemers, onderaannemers of personen belast met de uitvoering. Waar nodig zullen de risicoanalyses vergeleken worden, bij overlappende activiteiten, en op mekaar afgestemd. De veiligheidscoördinator zal hier de coördinatie op zich nemen. VGP C:2

16 steenstraat ichtegem COÖRDINERENDE PREVENTIEMAATREGELEN EN INSTRUCTIES Veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door: Acovex bvba Steenstraat 12 te 8480 Ichtegem (0495) (050) Acovex bvba behoudt alle rechten op vorm en inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan. Deze mag niet via digitale drager verspreid worden. Het mag slechts gebruikt worden door de actoren betrokken bij bovengenoemd project VGP C:1 laatste versie: afgedrukt op :08:00

17 steenstraat ichtegem 1 De algemene maatregelen betreffende de organisatie van de tijdelijke of mobiele bouwplaats die vastgelegd zijn door de opdrachtgever en de bouwdirecties in samenspraak met de coördinator- ontwerp en de coördinator verwezenlijking C1. Organisatie van de preventie en bescherming Algemeenheden Dit veiligheids- en gezondheidsplan is opgemaakt op basis van de standaard risicoanalysetechnieken en overeenkomstig het KB van 25/01/2001 betreffende de coördinatie van tijdelijke en mobiele bouwplaatsen. De aannemer is er toe gehouden alle veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften opgelegd door dit veiligheidsplan op te leggen aan al zijn onderaannemers en tevens controle uit te oefenen op de naleving van deze voorschriften door zijn onderaannemers. Elke vraag met betrekking tot de inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan, of de introductie van een risico dat niet gedekt zou zijn door de voorwaarden in dit plan, moeten onverwijld en voorafgaandelijk aan de uitvoering van de werken, worden gemeld aan de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator met vermelding van de referentie van het veiligheidsplan en de naam van de aannemer. Een kopie van dit veiligheids- en gezondheidsplan wordt door de coördinator ter beschikking gesteld om te bewaren in de werfkeet. Dit veiligheidsplan op de werf wordt aangevuld met de ondertekende charters en risicoanalyses van de aannemers en onderaannemers. Algemeen zijn na te leven: 1 Het ARAB Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming, de Codex over het Welzijn op het Werk (inbegrepen het KB van 25/01/2001 betreffende de coördinatie op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen) en het AREI Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties. 2 De respectievelijke milieuwetgevingen Veiligheid- gezondheid- en milieucharter 1 Vóór de gunning der werken Iedere aannemer moet bij zij offerte een veiligheid-, gezondheid- en milieucharter voegen, conform het artikel 29 van de Wet op het welzijn. Dit VGM-charter wordt voorgelegd aan en goedgekeurd door de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator ontwerp. Dit VGM-charter wordt, alvorens de werkzaamheden te starten, door de aannemer ook voorgelegd aan en goedgekeurd door de projectleider en veiligheidscoördinator -verwezenlijking. Na de gunning der werken Iedere gecontacteerde (onder)aannemer moet alvorens zij hun werkzaamheden starten een VGM-charter indienen bij de werfleider of de veiligheidscoördinator verwezenlijking. In de mate van het mogelijke zullen, nog vóór de uitvoering van de werkzaamheden, de werkgever, de verantwoordelijke van de aannemer en/of hun preventieadviseur uitgenodigd worden op een veiligheidsvergadering. Dit VGM-charter zal bij deze gelegenheid worden besproken en goedgekeurd. Inhoud van het VGM-charter Dit VGM-charter bevat minstens de gegevens vermeld in de model-overeenkomst (in bijlage L8), aangevuld met een ontwerp van planning van de door hem uit te voeren werkzaamheden of bouwactiviteiten alsmede met de hiermee overeenkomstige risicoanalyses. De ontwerpplanning geeft minstens het chronologisch verloop van de werkzaamheden weer. De aannemer zal dit VGM-charter ondertekenen met de nota dat hij alle onderrichtingen gekregen en verstaan heeft, deze zal toepassen en ervoor zal zorgen dat ook eventuele onderaannemers dit zullen doen. De risicoanalyse (zie model in bijlage L9) geeft de werkmethodes en de middelen, de mogelijke risico s inherent aan de werkzaamheden en omschrijft de preventiemaatregelen die de niet aanvaardbare risico s tot een minimum of tot een aanvaardbaar niveau zullen herleiden. 1 Het VGM-charter = plechtige verklaring of overeenkomst, conform art 29 van de wet op het welzijn; Veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door: Acovex bvba Steenstraat 12 te 8480 Ichtegem (0495) (050) acovex@skynet.be Acovex bvba behoudt alle rechten op vorm en inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan. Deze mag niet via digitale drager verspreid worden. Het mag slechts gebruikt worden door de actoren betrokken bij bovengenoemd project VGP C:1 laatste versie: afgedrukt op :08:00

18 Kopie van de vereiste keuringsattesten zullen bij het VGM-Charter gevoegd worden. Coördinatievergadering Voorafgaandelijk aan de uitvoering zal er eerst een coördinatievergadering belegd worden door de opdrachtgever of zijn afgevaardigde, waarop alle betrokken partijen uitgenodigd zullen worden. Aannemers die in de loop van de uitvoering van een project aangeduid worden, zullen toelichting krijgn omtrent het te respecteren veiligheids- en gezondheidsplan, in een latere coördinatievergadering samen met de betrokken partijen. Op de coördinatievergadering zullen de uitvoeringsmodaliteiten van het veiligheids- en gezondheidsplan tussen de betrokken partijen overeengekomen worden. De uitvoering van de werken mag pas aanvangen na de eerste coördinatievergadering. Indien het vereist is, kan de coördinator uitvoeringsfase een coördinatievergadering bijeenroepen tijdens het uitvoeren van de werken. De tussenkomende partijen verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op deze coördinatievergaderingen. Voorafgaandelijke kennisgeving van de start van de tijdelijke of mobiele bouwplaats aan de Technische Inspectie. Conform het art 45 van het KB van 25/01/01 zal de eerste aannemer minstens 15 kalenderdagen voor aanvang van een tijdelijke of mobiele bouwplaats, de start ervan melden aan de voor betreffende locatie bevoegde Technische Inspectie van de Administratie van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid). Deze kennisgeving gebeurt door toedoen van de eerst beginnende aannemer.. De aannemer zorgt er eveneens voor dat een kopie van deze kennisgeving uitgehangen wordt op en goed zichtbare plaats op de werf. Toezicht Welzijn op het Werk directie West Vlaanderen: Koning Albert I laan 1/5 bus 5 te 8200 Brugge tel 050/ ; fax 050/ De werfmelding moet gebeuren via de toepassing Unieke werfmelding op de website van de sociale zekerheid, Werken die niet vallen onder het toepassingsgebied van het luik Werken 30bis, maar wel gemeld moeten worden aan het NAVB, kunnen gemeld worden via het luik Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen. Verplichtingen met betrekking tot de voorafgaande aangifte van werken en de aanwezigheidsregistratie op bepaalde bouwplaatsen Op 20 december 2013 publiceerde het Belgische Staatsblad de wet van 8 december 2013 tot wijziging van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en tot aanpassing van de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die betrekking hebben op de voorafgaande aangifte en op de registratie van aanwezigheden voor wat de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen betreft. De artikelen 6 tot 14 van de wet van 8 december 2013 betreffende de aanwezigheidsregistratie op bepaalde bouwplaatsen treden in werking op 1 april Deze verplichting is van toepassing op bouwplaatsen waar werken worden uitgevoerd waarvan het totale bedrag exclusief BTW gelijk is aan of hoger is dan , maar die later kan uitgebreid worden naar andere bouwplaatsen. Alle nodige informatie over uw verplichtingen ter zake, afhankelijk van uw aangegeven hoedanigheid in deze werken, kan u terugvinden op de portaalsite van sociale zekerheid: Coördinatiedagboek. De controles van de naleving van het VGP, uitgevoerd op de bouwplaats door de veiligheidscoördinator verwezenlijking worden gerapporteerd aan de opdrachtgever door middel van het coördinatiedagboek. Volgende elementen worden hierin opgenomen: - naam en adres van alle tussenkomende partijen, het ogenblik van hun tussenkomst op de bouwplaats en voor ieder van hen, het voorziene aantal op de bouwplaats te werk gestelde werknemers, evenals de duur van de werken. Deze gegevens worden door de respectievelijke aannemers verstrekt via het VGM-charter. - de opmerkingen gemaakt aan en door de tussenkomende partijen en de gevolgen die ze eraan gegeven hebben. - de naam van de veiligheidsverantwoordelijke van de aannemer en de naam van diens vervanger (te verstrekken via het VGM-charter). - de arbeidsongevallen. Veiligheidsverantwoordelijke van de aannemer. Elke aannemer aan wie een werk wordt toegewezen, is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden, die als contactpersoon op de werf zal fungeren voor de veiligheidscoördinator verwezenlijking. De naam en de kwalificatie van deze veiligheidsverantwoordelijke, door de aannemer gemachtigd voor het treffen van de veiligheidsmaatregelen, wordt bij de aanvang van de werken vermeld in het coördinatiedagboek. Tevens wordt door de aannemer een vervanger aangeduid, bij afwezigheid van de veiligheidsverantwoordelijke. De taak van de veiligheidsverantwoordelijke van de aannemer houdt onder meer in dat hij: - zich volledig op de hoogte stelt van de uit te voeren werken. - daadwerkelijk toezicht uitoefent op de werken. - zich ervan verzekert dat al zijn werknemers, onderaannemers of zelfstandigen de veiligheidsonderrichtingen van dit veiligheids- en gezondheidsplan kennen en toepassen. - de voorschriften van het ARAB/ Codex over het Welzijn op het Werk en van het AREI door zijn personeel laat naleven. - De veiligheidscoördinator en de andere aannemers verwittigt, telkens wanneer de werken de veiligheid van het personeel in het aangrenzend of omliggend werkgebied in gevaar zouden kunnen brengen. - Zijn personeelsleden die voor de eerste maal op de werf komen, opvangt, uitvoerig informeert en naar de werf begeleidt. VGP C:2

19 - Zijn personeelsleden inlicht over de gevaren en de te nemen maatregelen bij het werken in de nabijheid van andere leidingen (o.a. gas, elektriciteit, ) - De instructies toepast betreffende brandalarm en evacuatie van de plaats waar gewerkt wordt. - De werken pas laat starten nadat de nodige vergunningen en toelatingen werden verkregen. - De werkplaats in zuivere en ordelijke toestand houdt en afvalmateriaal laat opruimen naarmate het werk vordert. - Zorgt voor aangepaste gereedschap en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) die nodig zijn om het werk op een degelijke en veilige manier uit te voeren. - Desgevallend de keuringsattesten van keuringsplichtige uitrustingen, die zich bevinden in één specifieke bundel, aan de veiligheidscoördinator voorlegt. Bij eventuele herkeuring of periodieke keuringen moet de bundel spontaan voorgelegd worden aan de veiligheidscoördinator. De veiligheidsverantwoordelijke van de aannemer ziet erop toe dat: - zijn personeel geen gereedschap of werktuigen van een andere aannemer gebruikt. - de werf duidelijk afgebakend wordt (zie o.a. D18 afsluiten van de werf en D19 bouwplaatssignalisatie) - het gebruikte gereedschap en uitrustingen in goede staat zijn en geen gevaar kunnen opleveren voor zijn eigen personeel, of voor derden - de regelgeving, met betrekking tot tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en afspraken gemaakt op de coördinatievergaderingen, worden gerespecteerd; Vóór de aanvang van de werken neemt hij contact op met de veiligheidscoördinator om samen de specifieke risico's, eigen aan de uit te voeren werken, na te gaan. Hij dient deel te nemen aan de werfvergaderingen voor dewelke men hem uitnodigt en bij afwezigheid van de veiligheidsverantwoordelijke, dient een andere persoon van de onderneming, die dezelfde verantwoordelijkheden draagt, te worden afgevaardigd. Hij verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu strikt na te leven en hij moet de wetten en Euro-richtlijnen i.v.m. arbeidsmiddelen en P.B.M. s toepassen. Verplichting veiligheidsvoorschriften na te leven. Deze voorschriften doen geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit: - de wetten en reglementen van toepassing in België op het gebied van de arbeidsveiligheid en milieu op datum van uitvoering van het contract, - de voorschriften van het ARAB, de CODEX en het AREI, - de voorschriften van VLAREM. De controle op de naleving van de veiligheidsvoorschriften gebeurt door de hiërarchische lijn. De opdrachtgever en / of de veiligheidscoördinator behouden zich het recht voor iedere persoon die de veiligheidsvoorschriften niet naleeft, andere personen in gevaar brengt of die onder invloed van drank of overdreven medicatie is weg te zenden en hem de toegang tot de werf te ontzeggen. De opdrachtgever, bouwdirectie en de veiligheidscoördinator hebben steeds het recht: - de werkzaamheden en de naleving van de verplichtingen inzake veiligheid en gezondheid te controleren; - na in gebreke stelling van de aannemer, de werkzaamheden te stoppen indien naar haar mening het materieel, de werktuigen en / of werkmethodes zelf of de wijze van uitvoering onaanvaardbare risico s inhouden voor de mens, uitrusting of omgeving. - De werkzaamheden mogen slechts opnieuw hervat worden nadat de aannemer bewezen heeft bekwaam te zijn om in normale en veilige omstandigheden te werken. - om zelf de nodige maatregelen inzake veiligheid en gezondheid te treffen, op kosten van de aannemer die in gebreke is gebleven, in de hierna opgesomde gevallen indien de aannemer zijn verplichtingen niet of gebrekkig nakomt, nl. : 1. plaatsen /instandhouden van collectieve beschermingsmiddelen tegen val uit de hoogte; 2. beschoeien van sleuven of aanleg van talud, bij een diepte van meer dan 1,2 m; 3. opruimen van afval dat de door- en uitgangen verspert en het gevaarlijk afval; Iedere werknemer heeft de plicht tekortkomingen of onveilige situaties, waarvan hijzelf de oorzaak niet is, onmiddellijk (schriftelijk) te melden. Elke melding zal met de nodige aandacht door de opdrachtgever of de veiligheidscoördinator worden geregistreerd in het coördinatie-dagboek. De noodzakelijke acties zullen ondernomen worden om een bevredigende oplossing te bieden voor het gestelde probleem. Indien de oplossing als onvoldoende wordt ervaren, zal het punt besproken worden tijdens de eerstvolgende veiligheidsvergadering op de bouwplaats. De bouwplaats zal geopend zijn van 07u00 tot 19u00. Buiten deze openingsuren is de bouwplaats niet toegankelijk voor aannemers, uitgezonderd bij specifieke en op voorhand gedane meldingen aan de opdrachtgever. Iedere onderneming moet hem ook dagelijks een lijst bezorgen waarop de namen van de werknemers, die zij op de bouwplaats tewerkstellen, worden vermeld. Wettelijke keuringen en oplevering van de arbeidsmiddelen en PBM s Bijzondere aandacht dient besteed aan de hiernavolgende wettelijke opdrachten: - de oplevering en periodieke keuring van hefwerktuigen en het hijsgereedschap (KB van 04/05/1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het heffen of hijsen van lasten); - de oplevering van installaties conform het voorkomingbeleid zoals voorzien in de Wet op het welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten, meer bepaald in de wetgeving inzake de Arbeidsmiddelen (KB van 12/08/1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen). - Het gelijkvormigheidonderzoek van elektrische installaties conform de artikelen 270 en 272 van het AREI (Algemeen reglement op de elektrische installaties). VGP C:3

20 - de oplevering van de PBM s conform de bepalingen in de Wet op het welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten, en meer bepaald in de wetgeving betreffende de Persoonlijke beschermingsmiddelen (KB van 07/08/1995 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen). Samenwerking tussen aannemers onderling Zo er verschillende aannemers tegelijkertijd op de werf aanwezig zijn (bijvoorbeeld aanbrengen van elektrische bekabeling en ophangen van verlaagd plafond), dienen zij onderling samen te werken ter voorkoming van risico s. Zo moet men rekening houden met de wederzijdse inwerkingen op exploitatie- of andere activiteiten ter plaatse, of in de nabijheid, de bouwplaats. Indien er een gevaar (risico) bestaat voor aannemers die elkaar opvolgen, moet de voorgaande aannemer de opvolgende aannemer en de veiligheidscoördinator uitvoering hiervan formeel in kennis stellen. Beschadiging aan installaties van derden tijdens de uitvoering van de werken De beschadiging van installaties van derden, zoals water-, gas-, riool- en elektriciteitsleidingen, wordt direct gemeld aan de betrokken maatschappij. De aannemer zal de veiligheidsrichtlijnen van deze maatschappij (derde) opvolgen en hiermee samenwerken, zodat de herstelling veilig kan uitgevoerd worden. Toezicht. Aanwezige personen op de werf Algemene voorschriften. Ieder personeelslid van een aannemer of onderaannemer tewerkgesteld op dit project draagt zijn sociale identiteitskaart bij zich ( ingeval zij daarover nog niet beschikken, zijn gewone identiteitskaart. Zij die zichzelf en hun werkgever niet kunnen identificeren kunnen van de werf gestuurd worden. Geen enkele persoon vreemd aan de Bouwheer, Studiebureau, de betrokken ondernemingen mag de bouwplaats betreden zonder zich eerst bij de bouwdirectie aan te melden of zich door een afgevaardigde van een betrokken onderneming te laten vergezellen. Iedere persoon die de werf betreedt is verplicht een veiligheidshelm en veiligheidsschoenen te dragen. Mededeling van aanwezigheden. De firma die personeel naar de werf wenst te zenden om er werken te laten uitvoeren dient het volgende aan de projectverantwoordelijke mede te delen: de complete lijst van de personen (naam voornaam), de duur van de aanwezigheid, voor welk bedrijf (voorbeeld: onderaannemer) dit personeel werkt, de zone waar er dient gewerkt te worden. Bestuurders van voertuigen (laden & lossen). De voorschriften aangehaald in de vorige artikels (Toezicht) zijn niet van toepassing op de bestuurders van voertuigen: die enkel komen voor het leveren/afhalen van materieel/materialen (helmdracht blijft verplicht bij laad- en losactiviteiten), -.voor zover zij in het bezit zijn van een leveringsbon. Zij dienen zich aan te melden aan de voor hun geschikte ingang voor het gemakkelijk bereiken van hun laad- of losplaats. Het materieel en/of materialen bestemd om gemonteerd te worden door de aannemer in het kader van een contract dient afgeladen te worden op de montageplaats of op een voorbehouden plaats (zie "Voorbehouden ruimte"). Persoonlijke beschermingsmiddelen (P.B.M.) Het dragen van aan het werk aangepaste P.B.M. conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht. Elke onderneming moet op haar kosten P.B.M. ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijde. De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juist wijze gebruik maken van de P.B.M. en ze na gebruik weer opbergen en onderhouden. De volgende PBM's dienen ter beschikking van de werknemers te zijn: veiligheidsschoenen (met nagelwerende zolen) en/of - laarzen; veiligheidsbril; veiligheidshelm; veiligheidshandschoenen en; aangepaste werkkledij; eventueel, naargelang de uit te voeren werken: stofmasker, veiligheidsharnas, gordel, gelaatsschermen, gehoorbeschermers, enzovoort. (Zie instructiefiche 02) Arbeidsmiddelen en toebehoren - Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden. - Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyse-onderneming. - De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinatorverwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden. - Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is DE GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid. - Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen: - Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. - Een kopie van de keuringsattesten moet aan de coördinator-verwezenlijking overhandigd worden vooraleer de toestellen in gebruik te nemen. Bij ontstentenis heeft de coördinator-verwezenlijking het recht de toestellen buiten dienst te stellen. - Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet, in overleg met de coördinatorverwezenlijking, een gebruiksprocedure opgesteld worden. VGP C:4

21 - Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt. - Bij gebruik van stellingen gelden volgende specifieke bepalingen: - Elke stelling vanaf 2 m hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdend met de belasting. - De toegang tot de werkvloer gebeurt door middel van trappen (torens) of ladders. - Voor de ingebruikname en minstens één maal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegde persoon van de onderneming. - Voor stellingen hoger dan 8 m of voor stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten moeten de nodige berekeningsnota s voorgelegd worden aan de coördinator-verwezenlijking. 2 De algemene maatregelen die voortvloeien uit de verplichtingen die worden opgelegd door de opdrachtgever in wiens inrichting activiteiten betreffende een tijdelijke of mobiele bouwplaats worden verricht. Gezien er werken worden uitgevoerd op de campus van VIVES Kortrijk zijn de specifieke veiligheidsmaatregelen procedure werken met derden van toepassing. Deze procedure wordt bij de bestelling door VIVES aan de aannemer overhandigd en is terug te vinden in bijlage 3 De vereisten die voortvloeien uit de wederzijdse inwerking van de activiteiten inzake gebruik en exploitatie op het terrein zelf of in nabijheid van het terrein waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestigd C2. Afsluiten van de werf. De noodzakelijke maatregelen dienen getroffen te worden om te vermijden dat vreemde personen zich onvrijwillig toegang kunnen verschaffen tot de werf. Deze maatregelen zijn noodzakelijk en dienen zowel te gelden tijdens werkdagen als weekends. Om het toegangsverbod op de werf te onderlijnen zal aan de toegangen een signalisatiebord opgehangen worden met de vermelding "verboden de werf te betreden". De aannemer ruwbouwwerken voorziet een afsluiting met Herashekkens tot einde der werken. Er wordt een veilige doorgang gemaakt voor de voetgangers en dit volgens de voorschriften van de lokale politie. Op de omheining wordt een degelijke signalisatie aangebracht met behulp van verlichting, reflectoren en flitslampen. Na beëindiging van de ruwbouw wordt een tijdelijke afsluitbare deur geplaatst om het gebouw af te sluiten C3. Bouwplaatssignalisatie. De coördinatie tussen de aannemers onderling is zeer belangrijk bij de afbakening van de werf. Elk werk moet beginnen met de opstelling van de noodzakelijke afbakening en signalisatie. Gedurende de uitvoering van de werken moet de signalisatie blijven staan en in orde gehouden worden. Pas indien een werk beëindigd si mag de signalisatie weggenomen worden. Bij werken op het openbaar domein wordt de aannemer verzocht de reglementaire wegsignalisatie aan te brengen conform het MB van 07/05/1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg en het standaard bestek SB250 betreffende de wegsignalisatie van de Vlaamse Gemeenschap. De aanduidingen op de verkeersborden die worden gebruikt moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de taalwetgeving. Voor aanvang van de werken zal de aannemer aan de desbetreffende overheid toestemming vragen voor het afbakenen en signaleren van de werf. De goedkeuring van de werfsignalisatie door de lokale autoriteiten alsmede het werfsignalisatieplan moet aanwezig zijn op de werf zodat de signalisatie altijd door de coördinator-verwezenlijking getoetst kan worden aan het goedgekeurde werfsignalisatieplan. De aannemer moet de nodige controles uitvoeren om de staat van de signalisatie, geplaatst aan de delen van de werf waar tijdelijk niet wordt gewerkt, na te gaan. Zo de diensten van hulpverlening of openbaar vervoer (o.a. autobussen) het risico lopen door de werken gehinderd te worden, moeten zij acht dagen voor aanvang van de werken door de aannemer verwittigd worden. Een kopie van dit schrijven moet bezorgd worden aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking bij een eerstvolgend werfbezoek. Een bord met de vermelding van de naam en het telefoonnummer van de verantwoordelijke voor de signalisatie, moet bij het einde van de werf op een duidelijk zichtbare plaats aangebracht worden. Verkeersborden die de tijdelijke of mobiele bouwplaats zouden hinderen moeten op kosten van de aannemer worden weggenomen en onmiddellijk voorlopig terug opgesteld te worden op een zodanige wijze dat zij hun oorspronkelijke functie behouden. Op het einde van de dag worden zij onbesmeurd, hetzij voorlopig, hetzij definitief op hun oorspronkelijke plaats VGP C:5

22 teruggeplaatst. Indien er materiaal op de openbare weg wordt geplaatst wordt deze voorzien van de nodige signalisatie conform de gemeentelijk reglementering C4. Werken in de omgeving van bovenleidingen onder spanning. Niet van toepassing C5. Signaalkleding K.B. van (B.S. van ) tot wijziging van het K.B. van betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit K.B. voorziet een lijst van werkzaamheden waarvoor het ter beschikking stellen van signaalkleding noodzakelijk is, onder andere: -werknemers tewerkgesteld aan werkzaamheden op en langs de openbare weg waarbij het verkeer tijdens de duur van de werkzaamheden niet wordt verboden; dit geldt onder meer voor herstellingswerken, het onderhoud van de bermen, onderhoudswerken, reiniging, schilderwerken, het aanbrengen, het controleren en het onderhouden van nutsvoorzieningen zoals leidingen voor gas, water, telecommunicatie, elektriciteit,...de signaalkleding wordt ingedeeld in 3 klassen: -klasse 1: niet voor werken langs de openbare weg -klasse 2: wordt gedragen overdag -klasse 3: bij invallende duisternis, slechte weersomstandigheden, C6. Gebruik van bouwlasers Op de bouwplaats wordt uitsluitend gebruik gemaakt van lasertoestellen klasse 1 of klasse 2 Er wordt zoveel mogelijk vermeden om de laser op ooghoogte in te stellen. Als dat onmogelijk is, moet de werkpost waar de laser gebruikt wordt, afgebakend worden met aangepaste schermen. De laserbundel kan namelijk weerkaatsen op werkstukken of materialen of zich hierdoor in een willekeurige richting verplaatsen. Indien het gebruik van deze collectieve beschermingsmiddelen onvoldoende is, moeten de werknemers een laserbril met een aangepaste optische dichtheid dragen. Tenslotte dient er ook een aangepaste signalisatie te worden aangebracht. Enerzijds dient op het toestel de klasse van de laser te worden vermeld en anderszijds moet op de werkpost waar de laser gebruikt wordt, het juiste pictogram worden aangebracht. 4 De coördinatiemaatregelen die inzonderheid betrekking hebben op: 4a de horizontale, verticale of andere verplaatsingsroutes of zones of verkeersroutes of zones; C7. Verkeer. Bestuurders van industriële voertuigen moeten een rijbewijs hebben dat getuigt van voldoende kwalificatie. Verkeersreglementen" verkeerstekens en veiligheidstekens moeten in acht genomen worden. De maximumsnelheid op de werf bedraagt -10 km/uur voor vracht- en personenwagens en -10 km/uur voor heftrucks, slepers en gelijkaardige voertuigen. Rij echter nooit sneller dan de omstandigheden van het ogenblik dit toelaten. Achteruit rijden dient met de nodige omzichtigheid gebeuren. Het gebruik van een akoestisch signaal bij achteruit rijden is aangewezen. De industrïele voertuigen worden zoveel mogelijk mt dodehoekspiegels uitgerust. Het transport van personen met heftrucks, aanhangwagens, kipbakken enz... is uitdrukkelijk verboden. Het is verboden om personenwagens of busjes op de werf te parkeren, buiten de hiervoor voorziene zone. VGP C:6

23 4b het hanteren van materialen en materieel, in het bijzonder de problemen van de wederzijdse inwerking tussen hefwerktuigen op de bouwplaats of in de nabijheid ervan C8. Hijsen van lasten. Hijswerktuigen, hoogtewerkers, aanslagmateriaal (ARAB art 267 e.v.) (bv. oogbouten, kabels, kettingen, haken, hijsbanden, lengen, klemmen, enz...), enz., door de werknemers van de aannemers gebruikt, moeten steeds in veilige toestand verkeren. Keuringscertificaten (indienststellingsverslag & 3-maandelijkse keuringsattesten (ARAB art 281), afgeleverd door een erkend organisme, dienen op vraag steeds voorgelegd te kunnen worden. Deze keuringscertificaten zijn een voorwaarde om dit soort materieel op de werf te brengen of te houden. Lasten mogen niet in opgehangen toestand vervoerd worden zonder veilige begeleiding. Er mag zich in geen geval personeel onder of dicht bij de lasten bevinden. Slechts een aangestelde seiner mag signalen overbrengen aan de kraanmachinist. De functies van kraanmachinist en seiner dienen te worden beschouwd als veiligheidsfuncties. Het laten vallen van voorwerpen moet vermeden worden. Hijs- en tuikabels dienen zorgvuldig te worden geïnspecteerd. Al het hefmateriaal dient genummerd te zijn (ARAB art 269) Defecte of beschadigde kabels moeten onmiddellijk worden verwijderd teneinde verder gebruik te vermijden. Op in beweging zijnde uitrustingen of lasten mogen zich geen personen bevinden. Bij windsnelheden van 60 km / uur of meer worden kraanwerken stilgelegd. Het ophangen van lasten aan de kraan, na de werkuren - tijdens de weekends - is verboden. 4c het beperken van het beroep doen op het manueel hanteren van lasten; 4d de afbakening en inrichting van opslagzones voor verschillende materialen, met name als het om gevaarlijke of stoffen of producten gaat; C9. Gevaarlijke producten - Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden (ARAB art 723bis en art 393). Het gebruik van brandbare, toxische of ander gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse-onderneming vermeld staan. - Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de geldende wetgeving en in afspraak met de coördinator-verwezenlijking te gebeuren. - Een kopie van de veiligheid- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.-fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinator-verwezenlijking overhandigd worden. De steekkaart omvat ten minste: - naam van de fabrikant - fysische eigenschappen - bijzondere kenmerken - gevaren/verschijnselen - preventie - blusstoffen/eerste hulp/evacuatie - Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse-onderneming. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden. Met de coördinator-verwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie ). - Ontvlambare producten moeten verwijderd van warmtebronnen opgeslagen worden op een goed verluchte plaats. C10. Goederenbehandeling. VGP C:2

24 Materialen, afgewerkte producten of andere voorwerpen welke tijdens hun behandeling of hun vervoer ongevallen kunnen veroorzaken wegens hun gewicht, hun grote omvang, hun breekbaarheid of hun aard, worden voor zover mogelijk behandeld en vervoerd met daartoe bestemde toestellen welke het gevaar uitsluiten. C11. Gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten. De onderneming maakt een inventaris op, vermeld in het veiligheids- en gezondheidsplan, van de door zijn werknemers op de werkplek gebruikte gevaarlijke producten. Voor elk product vergaart zij de nodige documentatie aangaande de mogelijke gevaren bij gebruik en stockage, alsook de te treffen voorzorgsmaatregelen. Zij controleert haar onderaannemers in dit verband. Een kopie van de "'veiligheids- en gezondheidskaart" van de gebruikte producten, moet aanwezig zijn op de bouwplaats. Deze steekkaart bevat tenminste de volgende gegevens: -naam van de fabrikant; -fysische eigenschappen; -bijzondere kenmerken; -gevaren / verschijnselen; -te nemen preventieve maatregelen; -te gebruiken blusmiddelen / eerst hulp / evacuatie. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen / gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in het VGM-plan van de onderneming. Met de bouwdirectie en / of de veiligheidscoördinator worden de maatregelen besproken om de dampen / gassen op een doeltreffende wijze af te voeren. De onderneming verbindt er zich toe de verplichtingen opgelegd op het gebied van de arbeidsveiligheid en hygiëne, door artikel 723bis van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming te respecteren. Het opslaan van gevaarlijke producten en de verwijdering van de verpakking dient volgens de vigerende wetgeving te gebeuren- Eventuele brandstofreservoirs, indien niet dubbelwandig uitgevoerd, moeten in een waterdichte bekuiping geplaatst worden met een inhoudelijk volume dat minstens gelijk is aan het volume van het reservoir. Elke betrokken onderneming moet producten op de werf ter beschikking hebben om eventuele bevuilende producten ( olie, mazout,... ) te neutraliseren of te absorberen. De hoeveelheden gevaarlijke producten per werkpost dienen tot het strikte minimum beperkt te worden. 4e de voorwaarden voor het opslaan, verwijderen of afvoeren van aarde, afval, puin en gruis; C12. Milieuvoorschriften en afvalverwijdering - Het verbranden van afval is op de bouwplaats verboden. - Het verwijderen van afval en / of verpakkingen gebeurt volgens de procedures opgenomen in het VGM-plan. De bezoedeling van bodem (grondwater), lucht en water moet voorkomen worden door geschikte maatregelen te treffen (zie ook VLAREM, VLAREBO). - Alle aannemers zullen tijdens de werkzaamheden hun plaats van tewerkstelling alsook alle gebruikte toegangswegen tot de plaats van tewerkstelling doorlopend in perfecte staat van orde en netheid houden. - Aannemers mogen nooit afval onbeheerd op de bouwplaats achterlaten. - Aannemers moeten tijdens de werkzaamheden op de bouwplaats alle afval terug meenemen. Indien niet contractueel vastgelegd, wordt het afval onder verantwoordelijkheid en op kosten van hun bedrif verwijderd. - Aannemers zijn verplicht de aard, concentratie en samenstelling van de te lozen afvalstoffen in het afvalwaternet, het afval, de tussenopslag van afval en alle werkzaamheden die een nadelige invloed op het milieu zullen veroorzaken. Voorafgaandelijk te melden aan de bouwdirectie. - Om te voloen aan de milieuwetgeving en om de administratieve verplichtingen correct te laten verlopen moeten de volgende documenten door de aannemer aan de bouwdirectie worden overhandigd: - ophalingsattesten op het moment dat het afval de bouwplaats verlaat; - attest dat het opgehaalde afval op een wettelijke, legale manier verwerkt of gestort werd. Deze attesten moten overeenstemmen met de voorgeschreven attesten uit ht decreet van 02/07/1981 betreffende de voorkoming van afvalstoffen. - Alle restanten van afval moeten volgens de aard van de stof afzonderlijk opgeslagen worden. De werknemers zorgen ervoor dat het opslaan van smeermiddelen, gebruikte oliën, motorbrandstoffen, oplosmiddelen, (niet limitatief) gebeurt volgens alle wettelijke voorschriften. Voor de eventuele schade ontstaan tengevolge van bodemverontreiniging zal de aannemer aansprakelijk gesteld worden. - De aannemers zorgen ervoor dat de bodem van opslagplaatsen voor afvalstoffen voorzien is van een beschermingslag, zodat verontreinging van de bodem in de omgeving en van de riolering uitgesloten is. - In de mate dat de aannemers de milieuvoorschriften en afvalverwijdering overtreden, zal de bouwdirectie na het schriftelijk in gebreke stellen, corrigerende maatregelen laten uitvoeren op kosten van de desbetreffende aannemer. - Alle olievlekken, veroorzaakt door de aannemer tijdens de werkzaamheden dienen steeds met zand of ander absorberend materiaal onmiddellijk verwijderd worden. - In kader van de emissiewetgeving moeten de aannemers reuk- en lawaaihinder vermijden alsook het verhinderen van vrijkomen van schadelijke gassen. - De aannemer moet de slechte grond en niet herbruikbaar afbraak- en afvalmateriaal wegvoeren naar een erkende stortplaats volgens de gewestelijke regelgeving. Indien mogelijk wordt er zoveel mogelijk aan recyclage van bouw- en sloopafval gedaan conform de geldende milieuwetgevingen van het gewest. Al het afval van een ander type dan hierboven aangehaald, moet verwijderd worden van de werf conform de geldende milieuwetgeving. Alle certificaten VGP C:3

25 met betrekking tot de stockage, het transport, de verwerking en het storten moet aan de veiligheidscoördinator bezorgd worden. 4f de voorwaarden voor de verwijdering van gevaarlijke materialen; 4g het installeren en gebruiken van collectieve beschermingsmiddelen en van tijdelijke toegangswegen; C13. Collectieve beschermingsmiddelen (C.B.M.) - Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig C.B.M. voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van de PREVENTIEBEGINSELEN vastgelegd in hoofdstuk II algemene beginselen van de wet op het welzijn, waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve bescherming i.p.v. persoonlijke bescherming. (4 augustus Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de verwezenlijking van hun werk (B.S. 18/09/1996) gewijzigd bij de Wet van 13/2/1998 (B.S. 19/02/1998)). - Het plaatsen en/of wegnemen van C.B.M. wordt geregeld IN SAMENSPRAAK met de coördinator-verwezenlijking. Geplaatste C.B.M. mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. - Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de coördinatorverwezenlijking gemeld worden. - De keuze, aankoop en gebruik van de collectieve beschermingsmiddelen gebeurt conform het KB van 30/08/2013 (BS 07/10/2013) Er wordt een steiger geplaatst voor uitvoering van de dakwerken en elastisch voegwerk. Deze steiger blijft staan tot na uitvoering van alle werkzaamheden in de hoogte Gedurende de ruwbouwwerken worden de liftschachten op elk niveau horizontaal afgedicht. Juist voor de lift wordt geplaatst worden de horizontale afdichtingen weggenomen en vervangen door een borstwering die in de schacht wordt geplaatst. 4h het gebruik van de algemene elektrische installatie; C14. Elektrische installatie - De elektrische installatie moet door een erkend organisme gekeurd worden conform het A.R.E.I. Elk defect moet ONMIDDELLIJK aan de coördinator-verwezenlijking gemeld worden. - Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Alle verbindingen (stekker/stopcontact) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. - Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. - Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving. De coördinator-verwezenlijking organiseert de algemene verlichting en eventuele noodverlichting. C15. Gebruik van de elektrische infrastructuur door een ( onder)aannemer. Elektrische energie. De bouwdirectie stelt elektrische stroom ter beschikking conform het werfinrichtingsplan en staat in voor de algemene verlichting op de bouwplaats. Werfbord. De onderneming kan gebruik maken van een of meerdere werfborden. Elk werfbord dient, na plaatsing en vóór indienststelling, door een erkend organisme gecontroleerd te worden. De aansluiting zal enkel uitgevoerd worden na ontvangst van het verslag van het erkend organisme, zonder vermelding van inbreuken. De werfleider of zijn afgevaardigde dient bij deze controle en de aansluiting aanwezig te zijn. In geval van één of meerdere inbreuken op de wetgeving, zal een bijkomende controle door het erkend organisme noodzakelijk zijn. Elke aansluiting van een werfbord uitgevoerd zonder de gangbare procedure gevolgd te hebben kan een stroomonderbreking tot gevolg hebben. Elektrische aansluiting van werfwerkplaatsen en -containers. Deze is van toepassing als het geïnstalleerde vermogen aanzienlijk is (in normale omstandigheden: boven 63 A). De voorschriften zijn gelijk aan deze voor het "Werfbord". VGP C:4

26 4i de wisselwerking met gebruiksactiviteiten op de site van de bouwplaats, inzonderheid het gebruik van gemeenschappelijke stellingen en toegangsmiddelen; C16. Hinder door uitgevoerde werken. In geval er door de uit te voeren werken hinder zou kunnen ontstaan (tocht, stof, lawaai, gassen...) voor het eigen personeel of derden dienen de nodige bijkomende maatregelen getroffen te worden om deze tot een minimum te beperken. Dit probleem dient vooraf besproken te worden met de uitvoerder en/of veiligheidscoördinator. 4j de wisselwerking met gebruiks- of exploitatieactiviteiten op de site van de bouwplaats of in de omgeving ervan; De aannemer houdt rekening met het verkeer op de campus. De richtlijnen van VIVES (zie procedure werken met derden in bijlage) is dan ook van toepassing 4k het in goede orde houden van de bouwplaats; C17. Orde en netheid - Elke aannemer neemt de nodige maatregelen om zijn eigen installaties of de installaties die door zijn werknemers gebruikt worden, dagelijks te reinigen en het afval af te voeren. De coördinator-verwezelijking kan, op kosten van de onderneming die in gebreke blijft, de opdracht geven aan derden de werkposten op te ruimen. - Elke aannemer is ertoe gehouden op zijn kosten de zones waar hij werken uitvoert, proper te houden en in het bijzonder de ongebruikte materialen of materieel terug in het magazijn en / of opslagplaats te plaatsen. Losliggende materialen dienen tegen wegvliegen te worden beveiligd. - Toegangen en doorgangen (o.a. trappen, ladders, (nood)uitgangen) moeten steeds vrijgehouden worden. Indien een bepaalde taak een doorgang tijdelijk onbruikbaar maakt, moet men dit vóór de aanvang van de werken melden en toestemming vragen aan de bouwdirectie. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging. - Materialen moeten ordelijk en stabiel, beveiligd tegen weersinvloeden, in afspraak met de coördinator-verwezenlijking, in de voorziene zones gestapeld worden. - Iedere aannemer zorgt voor het eigen onderhoud van zijn bouwketen. De aannemers zorgen voor afvalcontainers op de bouwplaats waarin het afval selectief dient verzameld te worden. Daarom wordt van iedere werknemer gevraagd de nodige discipline aan de dag te leggen om de gegeven instructies strikt op te volgen. Ondernemingen die deze voorschriften overtreden, zullen verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele desorganisatie van de bouwplaats en de kosten die hiermee gepaard gaan. 5 de algemene modaliteiten ter verzekering van het in goede orde en met voldoende bescherming van de gezondheid in stand houden van de bouwplaats, inzonderheid de vastgestelde voorschriften en mmatregelen tot vastlegging van de voorwaarden opdat de lokalen, bestemd voor het personeel op de bouwplaats in overeenstemming zouden zijn met de erop toepasselijke voorschriften inzake veiligheid, gezondheid en arbeidsvoorwaarden; C18. Bouwplaatsinrichting - Het inplantingplan ligt ter inzage in het veiligheids- en gezondheidsplan op de bouwplaats. Het vermeldt ten minste volgende gegevens: - toegangen, wegen, rijrichting en parkings - ligging van nutsleidingen (H.S., L.S., telefoon, water, gas ) - zones voor gezondheidsinrichtingen, stockeren van materieel, werkplaatsen - inplanting hijstoestellen en draaicirkel - opgestelde elektrische verdeelborden - E.H.B.O.-post Het opmaken van het inplantingplan voor de bouwplaatsinrichting gebeurt door de hoofdaannemer in onderling overleg met de veiligheidscoördinator. Een checklist voor het opmaken van een inplantingplan is te vinden onder hoofdstuk G van dit veiligheids- en gezondheidsplan. - Elke onderneming is verplicht voor haar werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 10/02/05 inzake de humanisering van de arbeid, KB 24/09/06 BS 09/11/06.) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt. Zie eveneens NAVBdossier nr 116. VGP C:5

27 - Het gebruik van de installatie van de algemene aannemer is in principe verboden voor derden tenzij onderling schriftelijk overeengekomen. Het opstellen van werfburelen, refters, kleedkamers, sanitaire installaties, opslagplaatsen, mag enkel conform het inplantingsplan en in overleg met de coördinator-verwezenlijking gebeuren. Op de bouwplaats wordt er een werfwc geplaatst die blijft staan tot het einde van de werken. Deze werfwc wordt geplaatst door de ruwbouwaannemer - C19. Installaties, uitrusting & materieel. De onderneming zorgt ervoor dat de noodzakelijke installaties op de werf aanwezig zijn: zoals refter, kleedkamers & wasplaatsen, toiletten. Deze dienen behoorlijk verlucht, verlicht, verwarmd en gereinigd te worden. De onderneming dient voor de uit te voeren werken: haar eigen constructiematerialen te gebruiken haar eigen werktuigen (gereedschap, wagens, stellingen, ladders, werfmachines, heftoestellen enz. ), tenzij contractueel anders is overeengekomen. Zij is verantwoordelijk voor de goede staat en het onderhoud van dit materieel. C20. Ruimten ter beschikking van een ( onder)aannemer. Stockage binnen de werfzone. Op de werf, wordt door de onderneming enkel het materiaal opgeslagen bestemd voor de onmiddellijke montage. Te ontruimen zones. Voor het begin van de montage, zal de onderneming in akkoord met de bouwdirectie de te ontruimen zones bepalen: voor de uitvoering van haar werf, voor de toegang van het materiaal en werfvoertuigen. Voorbehouden ruimte. Indien nodig, kan de onderneming in akkoord met de bouwdirectie een niet bebouwde ruimte bekomen, in open lucht, op de terreinen van de werf voor de installatie van haar werfketens/-containers en de stockage van het materiaal. Zij mag er voorlopige afrasteringen plaatsen. 6 de praktische inlichtingen die specifiek zijn voor de bouwplaats wat betreft de hulpverlening, evacuatie van personen, evenals de gemeeenschappelijke organisatorische maatregelen die terzake zijn getroffen; C21. Organisatie van de hulpverlening. E.H.B.O.: De aannemer richt ten minste één EHBO-post in, die wordt aangeduid met het wettelijk pictogram. Iedere aannemer heeft steeds een volledige verbanddoos ter beschikking op de werf. Deze verbanddoos wordt bijgehouden en beheerd door een door hem aangestelde verantwoordelijke. Elke onderneming moet vanaf twintig tewerkgestelde werknemers op de bouwplaats (onderaannemers inbegrepen) een gebrevetteerde hulpverlener voorzien die: - tijdens de werkuren permanent aanwezig is op de bouwplaats - een eigen uitgeruste E.H.B.O.-post (cfr. art. 178 ARAB) beheert. ( De verbanddoosdrager ) Iedere onderneming met minder dan twintig tewerkgestelde werknemers op de bouwplaats duidt minstens één persoon aan, die de in voormeld art. 178 voorziene apotheek bijhoudt. Bij een ernstig ongeval zal men altijd beroep doen op het dichtsbijgelegen ziekenhuis. (zie bijlage D1) VGP C:6

28 HULPVERLENERS: Voor de hoofdaannemer: zie lijst in bijlage D1 Voor de andere firma s: te bezorgen samen met hun veiligheidsplan C22. Instructies in geval van een arbeidsongeval. Voor elk ander ingrijpen wordt het eventueel nog bestaand gevaar uitgeschakeld: bv voorwerpen die dreigen te vallen wegnemen, schoren, elektrische stroom afsluiten, zone afbakenen, etc Bij een arbeidsongeval wordt onmiddellijk een hulpverlener verwittigd, met vermelding van de ernst van het ongeval en de plaats. Bij een niet ernstig ongeval zal de hulpverlener het slachtoffer verzorgen, en eventueel doorverwijzen naar zijn huisarts. Bij een ernstig ongeval zullen de eerste zorgen door de hulpverlener ter plaatse gegeven worden. Terzelfdertijd wordt de dienst 100 verwittigd. De nodige maatregelen worden getroffen om deze naar de plaats van het ongeval te begeleiden. Bij twijfels over de toestand van het slachtoffer (bijvoorbeeld na val van hoogte en/of risico s voor de wervelkolom) het slachtoffer NIET verplaatsen maar wachten op de hulpdiensten. Alle ongevallen met werkverlet worden gemeld aan de veiligheidscoördinator en de preventieadviseur van de opdrachtgever. De werkgever van de betrokken gekwetste wordt eveneens ingelicht. Bovendien moeten ernstige arbeidsongevallen onmiddellijk aan de Arbeidsinspectie gemeld worden. Van elk arbeidsongeval dient er een volledig verslag opgesteld te worden door de preventie-adviseur van de betrokken onderneming, of desgevallen door zijn werfverantwoordelijke. Tijdens de maandelijkse veiligheidscoördinatievergaderingen zullen de arbeidsongevallen besproken worden (aantal ongevallen, aantal verloren kalenderdagen t.g.v. arbeidsongevallen). De gepresteerde arbeidsuren/onderneming zijn maandelijks te bezorgen voor berekening van frequentie- en ernstcijfer. Met behulp van de volgende toepassing op de website van de sociale zekerheid kan men nagaan of een arbeidsongeval als een ERNSTIG ONGEVAL beschouwd moet worden overeenkomstig de wetgeving betreffende het welzijn op het werk en welke de verplichtingen zijn ten opzichte van de arbeidsinspectie: C23. Brandbeveiliging. Verscheidene. De werfketens/-containers (ateliers, burelen, enz...) dienen uitgerust te zijn met een reglementaire brandblusser, zichtbaar geplaatst aan de ingang. In geval van brand, zelfs indien het vuur efficiënt geblust werd, dient de onderneming de projectverantwoordelijke hiervan op de hoogte te brengen. Alarm en evacuatie In geval van brand dient U de arbeidsplaats waar U zich bevindt onmiddellijk te verlaten. Volg in gebouwen de vluchtwegen, aangeduid met pictogrammen, naar de dichtst bijzijnde uitgang of nooduitgang. Begeef U naar de vooraf vastgestelde verzamelpunten. Gebruik van ontvlambare producten. Indien, tijdens de werken, een onderneming ontvlambare producten dient te gebruiken, dient zij de gepaste veiligheidsmaatregelen te nemen. Licht ontvlambare vloeistoffen (VP < of = 21 ac) mogen alleen in veiligheidskannen bewaard worden. Op de werkplaats mag maximum de hoeveelheid die per dag verbruikt wordt voorhanden zijn. Rook- & vuurverbod zijn in acht te nemen. Vuurvergunning. Voor alle werkzaamheden met open vuur, solderen, las- en snijbrander, slijpwerken, asfalteringswerken, moet er voorafgaandelijk een vuurvergunning (zie bijlage L9) opgesteld worden door de aannemer uitvoerder. Deze vuurvergunning wordt afgetekend door de werfverantwoordelijke of door de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. Het origineel exemplaar van de vuurvergunning wordt afgegeven aan de bouwdirectie. Een kopie wordt meegegeven met de werknemer van het bedrijf en dient steeds aanwezig te zijn op de plaats van de werkzaamheden. De afgeleverde vuurvergunning is slechts geldig voor de opgegeven duur. Wanneer er bekend is of vermoed wordt dat de omstandigheden sedert het uitschrijven van de vuurvergunning gewijzigd zijn, dan wordt de vuurvergunning ingetrokken en vervangen door een nieuwe, aangepaste vuurvergunning. Aan iedereen die de vuurvergunning vraagt, toont de uitvoerder onmiddellijk deze vuurvergunning. VGP C:7

29 C24. Noodprocedures Elke onderneming zal de procedures inzake E.H.B.O. en arbeidsongevallen, opgesteld door de werfleider of de coördinatorverwezenlijking, respecteren. Van elk arbeidsongeval, incident of schadegeval moet de dag van het voorval een melding gemaakt worden. Voor de arbeidsongevallen moet daarenboven een arbeidsongevallenrelaas aan de werfleider of de coördinator-verwezenlijking overhandigd worden. Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandblussers en E.H.B.O.-materiaal. Op de bouwplaats is ten minste één E.H.B.O.-hulpverlener permanent aanwezig. Elke onderneming moet over voldoende, aangepaste en conforme brandbestrijdingsmiddelen beschikken. Voor sommige werken is, in afspraak met de werfleider of de coördinator-verwezenlijking, een vuurvergunning verplicht. De werfleider of de coördinator-verwezenlijking stelt een brandevacuatieprocedure op. C25. Wat te doen bij het vinden van niet ontplofte oorlogsmunitie DOVO geeft aan iedereen die munitie vindt de dringende raad om ze niet aan te raken noch te manipuleren. De vinder dient de federale of lokale politie onmiddellijk te verwittigen, zelfs wanneer het maar één exemplaar (ongeacht zijn omvang) betreft. In geval van graafwerken wordt aangeraden om bij ontdekking van een mogelijk ontploffingstuig: De werken op de locatie van de vindplaats stop t zetten Het tuig niet te manipuleren (bewegen e.d.) noch aan te raken; De vindplaats rondom het tuig af te bakenen; De toegang tot de vindplaats verbieden en beveiligen. Op andere plaatsen kunnen de graafwerken verder worden uitgevoerd. 7 de algemene modaliteiten (tijdstippen, plaatsen, frequentie) voor overleg en samenwerking op de bouwplaats tussen de verschillende tussenkomende partijen en desgevallend de exploitanten of beheerders die een activiteit uitoefenen op de bouwplaats zelf of in de nabijheid ervan; evenals de algemene regels betreffende het verspreiden van informatie, instructies en bevelen aan deze personen en de algemene regels inzake het toezicht op de tenuitvoerlegging ervan; C26. Coördinatievergadering Voorafgaandelijk aan de uitvoering zal er eerst een coördinatievergadering belegd worden door de opdrachtgever of zijn afgevaardigde, waarop alle betrokken partijen uitgenodigd zullen worden. Aannemers die in de loop van de uitvoering van een project aangeduid worden, zullen toelichting krijgn omtrent het te respecteren veiligheids- en gezondheidsplan, in een latere coördinatievergadering samen met de betrokken partijen. Op de coördinatievergadering zullen de uitvoeringsmodaliteiten van het veiligheids- en gezondheidsplan tussen de betrokken partijen overeengekomen worden. De uitvoering van de werken mag pas aanvangen na de eerste coördinatievergadering. Indien het vereist is, kan de coördinator uitvoeringsfase een coördinatievergadering bijeenroepen tijdens het uitvoeren van de werken. De tussenkomende partijen verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op deze coördinatievergaderingen. C27. Interne communicatie, voorlichting en instructie. Onthaal van de werknemers op de bouwplaats. Elke werknemer die op de bouwplaats wordt tewerkgesteld zal op de hoogte worden gebracht van de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften die gelden op deze bouwplaats en dit door: - Veiligheidsvoorlichting: Elke persoon die op deze bouwplaats werken moet uitvoeren zal minstens vóór de aanvang van zijn activiteiten, en verder éénmaal per jaar een veiligheidsvoorlichting bijwonen. De meetings worden georganiseerd door de aannemer of zijn aangestelde, onder begeleiding van de veiligheidscoördinator. Veiligheidsvoorlichting bijeenkomsten zijn vergaderingen (+/- 1 uur) die minstens volgende informatie verschaffen: Een algemene sensibiliserende informatie omtrent de veiligheid op de bouwplaats en de op hen toepasselijke preventiemaatregelen, opgenomen in dit veiligheidsplan. - Toolboxmeetings: De toolboxmeetings worden minstens 1 x per maand (per ploeg) gehouden met de eigen werknemers en/of met werknemers uit de onderaanneming(en). Indien een aannemer niet deelneemt aan de toolboxmeeting van de hoofdaannemer, dan moet hij die zelf organiseren. Deze maatregel wordt genomen in het kader van de Welzijnswet (K.B. van 04/08/96) en zijn uitvoeringsbesluiten (K.B. van 27/03/98). Toolbox bijeenkomsten zijn korte vergaderingen (+/- 15 minuten) gehouden door de leidinggevende(n) met de arbeiders. Ze vinden plaats. s morgens of direct na de middaglunch op de werf of in de werfkeet De bedoeling van zo n vergadering is iedereen te doen nadenken over veiligheid en er voor te zorgen dat iedereen bij zijn dagelijkse activiteiten op het werk steeds aandacht besteed aan de veiligheid. De onderwerpen die besproken worden houden direct verband met de activiteiten op de bouwplaats. Vergaderingen werforganisatie, agendapunt veiligheid. VGP C:8

30 De uitvoerende partijen verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op deze maandelijkse vergaderingen. Deze vergaderingen kunnen ook worden bijgewoond door een afgevaardigde van de Technische en medische Arbeidsinspectie en het N.A.V.B. Onthaal voor nieuw aangeworven personeelsleden Waar moet dit gebeuren: in de onderneming zelf. Collectieve arbeidsovereenkomst Nr. 22 betreffende het onthaal van de werknemers: De werkgevers organiseren het onthaal en de aanpassing van de pas aangeworven werknemers in de onderneming. Het onthaal begint bij de aanwerving, d.w.z. vanaf de eerste contacten tussen de werkgever en de werknemer. 8 de algemene regels (tijdstippen, plaatsen, frequentie) voor samenwerking en overleg op de bouwplaats tussen de werkgevers en werknemers evenals deze betreffende de informatie van de werknemers en het verspreiden van de instructies die voor hen bestemd zijn; 1 opstartvergadering bij aanvang van de werken 2 bij het saneren van terreinen bouwrijp maken 3 bij het realiseren van de werfinrichting, vooral m.b.t. de volgende aspecten: a. installatie van intern (verticaal) transport bv. Torenkraan bouwlift b. stapelen en/of plaatsen van materiaal c. voorzieningen m.b.t. de elektrische werfinstallatie d. aanleg van werfparking e. aanleg van op- en afritten vanaf openbaar domein naar de werf f. beheersen en organiseren van de afvalstromen 4 Tijdens opbouw van de constructies m.b.t. volgende aspecten: a. Het realiseren van bouwputten en sleuven voor funderingen en rioleringen b. Het plaatsen van stellingen en/of steigers c. Het optrekken van opgaand metselwerk en/of betonwanden d. Het hijsen van zware prefabelementen of metaalstructuren 5 Tijdens het uitvoeren van speciale uitvoeringstechnieken, bv. a. Beschoeide sleuven b. Berlinerwanden c. Ondergravingen d. Stutten van constructies 6 Tijdens het toepassen van en/of gebruik van agentia 7 Tijdens elke andere in het specifiek veiligheidsplan opgenomen tijdstip. Te bepalen i.f.v. de noodzaak en per project 9 preventiemaatregelen bij werken met verhoogd risico; 9a sleuven of putten dieper dan 1,2 m C28. Openingen. VGP C:9

31 ledere opening aangebracht in bodem, vloer of platform dient: -of afgedekt en verankerd te zijn op een wijze dat het materiaal weerstaat aan een gewicht van minimum 240 kg/m2; -of omgeven te zijn met een stevige borstwering, conform de reglementering; -of omgeven door een degelijke afscherming conform de reglementering; en dit ten laste van degene die de opening aangebracht heeft. Indien een ( onder)aannemer om een of andere reden voor de uit te voeren werken een zulkdanige collectieve bescherming dient weg te nemen, -zal dit voor de kortst mogelijke tijd zijn; -hij mag de werf niet verlaten vooraleer deze collectieve bescherming werd teruggeplaatst; -en de opening mag geen enkel ogenblik onbewaakt blijven. Indien een werk dient uitgevoerd te worden boven een open gebinte, zullen de dwarsbalken bedekt worden met een voorlopige vloer die alle veiligheid biedt of andere efficiënte maatregelen (bijv. het plaatsen van vangnetten) dienen genomen te worden om het vallen van personen te voorkomen. C29. Graafwerken. Alvorens graafwerken uit te voeren moeten de werknemers van of in opdracht van het bedrijf steeds de locatie van alle leidingen, kabels, enz in de graafzone opvragen bij de bouwdirectie. Artikel 435 van het ARAB verplicht naargelang de graafwerken vorderen dat de wanden van de uitgegraven gedeelten, volgens de aard van de grond en van het werk d.m.v. aangepaste technieken te beschermen (vb aanleg van talud met voldoende hellingsgraad of beschoeiingstechnieken gebruiken). De schoringswerken dienen door onderlegd personeel en onder toezicht van een verantwoordelijke te gebeuren. De nodige maatregelen zijn te nemen opdat de kuilen niet zouden dichtvallen. De uitgeschepte aarde moet op veilige afstand van de rand van de uitgraving opgestapeld worden om afschuiving en verzakking te vermijden. Het verplicht veiligheidslint of veiligheidsnet wordt op een veilige afstand (minimum 1 meter) geplaatst en dient als waarschuwing voor personen. Eventueel wordt deze signalisatie aangevuld met de nodige borstweringen en verlichting. Het veiligheidslint dient geenszins ter vervanging van collectieve beveiligingen, zoals bv borstweringen. Wanneer er leidingen, kabels, enz onder de oppervlakte aanwezig zijn, is het verplicht verkenningssleuven met de hand te graven. Nadien kan dan de aarde tussen de verkenningssleuven machinaal verwijderd worden, tot op de maximum diepte van de sleuf. Ingegraven elektrische leidingen moeten steeds beschouwd worden als zijnde onder spanning. Indien leidingen, kabels, enz, die niet op de ter beschikking gestelde plannen weergegeven zijn, worden blootgegraven, moeten de werknemers dit onmiddellijk melden aan de bouwdirectie. Het graafwerk wordt tot nadere instructies gestopt. Artikel 437 bis van het ARAB verplicht het bedrijf er toe de Technische Inspectie minstens 48 uur voor de aanvang van de werkzaamheden schriftelijk in te lichten over het graven van putten of sleuven van meer dan 1,2 m diepte, als de werken minstens een week duren. Voor onvoorziene of dringende werken moet de melding telefonisch gebeuren, ten laatste op de dag van het begin van de werkzaamheden. Voor het betreden van kuilen, sleuven, putten enz.. dienen er minimum 2 ladders ter beschikking zijn. C30. Werken in besloten ruimten. Werken in beschoeide sleuven, reservoirs, tanks, riolen. Het personeel dat in besloten ruimten werkzaamheden dient uit te voeren is mogelijk onderworpen aan de volgende gevaren / risico 's: -verwondingen of dood door val, instorting of gevaren van de bovengrond; -verstikking, vergiftiging en elektrocutie; - brand- en explosiegevaar; -de invloed van menselijke- en weersomstandigheden kunnen belangrijk zijn; -de inhoud van een besloten ruimte is meestal klein waardoor een normale werkhouding moeilijk is; -de fysische belasting en de werkdruk is soms groot; -in een besloten ruimte kunnen zich stoffen bevinden die door hun eigenschappen gevaarlijk kunnen zijn; -daar dagverlichting dikwijls onvoldoende is, kan er moeten gewerkt worden met kunstverlichting; -de mogelijkheid bestaat dat kunstmatige ventilatie dient aangebracht te worden, wat niet altijd eenvoudig is; -de toegang is meestal klein en moeilijk toegankelijk. Het contact met de omgeving is dan ook niet steeds eenvoudig. Tevens is een vluchtweg niet altijd ter beschikking. Wanneer er in een besloten ruimte een ernstig ongeval gebeurd is het dus erg moeilijk eventuele slachtoffers hulp te bieden en / ofte bevrijden. Een goede voorstudie, een degelijk geplande organisatie, een voortdurend toezicht en controle op de werkzaamheden, zeer strikte werkprocedures en instructies kunnen plotse verrassingen en ernstige gevaren zo veel mogelijk voorkomen. Regelmatige explosie- en zuurstofmetingen kunnen noodzakelijk zijn. Naast de gebruikelijke PBM's kan het dragen van speciale beschermingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een veiligheidsharnas, filtermasker, noodzakelijk zijn. (zie eveneens brochure ministerie van tewerkstelling en arbeid: toezicht en redding bij het betreden van besloten ruimten ) Interventies of werkzaamheden in beschoeide sleuven reservoirs, tanks, riolen enz dienen steeds te gebeuren door minimum 2, hiervoor bevoegde, personen die de nodige instructies ontvangen hebben. Specifieke instructies voor deze werken dienen opgenomen te worden in het veiligheidsplan van de uitvoerende onderneming. Bij specifieke, gevaarlijke werkzaamheden dienen de hulpdiensten (brandweer) uitgenodigd te worden bij aanvang van de werken ter kennisneming. Beschoeiingen van uitgravingen dienen aangepast te zijn aan de aard van het terrein en moeten geplaatst worden vooraleer er instortingsgevaar kan optreden. Voorzie minimum 2 ladders om een snelle evacuatie van de werknemers mogelijk te maken. Bij werken in de buurt van ondergrondse kabels en leidingen, dient men eerst informatie in te winnen. Er moet zich steeds een persoon buiten de uitgraving bevinden om in geval van nood alarm te slaan. Neem voorzorgen tegen het vallen van materiaal en het instorten van de aangeaarde grond. VGP C:10

32 9b slib of drijfzand Niet van toepassing 9c werken op hoogte C31. Werken in de hoogte (ladders, stellingen,..) Het koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte is verschenen in het Belgische Staatsblad op 15 september Het is de omzetting in Belgische wetgeving van richtlijn 2001/45/EG die maatregelen voorschreef om het risico van vallen op hoogte in te dijken. Wat zijn de krachtlijnen van het KB? Context Richtlijn 2001/45/EG moest omgezet worden in nationale wetgeving voor 19 juli België heeft zich dus met enige vertraging van deze taak gekweten. De datum van afkondiging van dit KB is immers 31 augustus De goedkeuring van dit KB heeft uiteraard ook z n gevolgen voor de Codex voor welzijn op het werk die aangevuld wordt met een nieuwe afdeling IV gewijd aan arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (Titel VI, Hoofdstuk II). Inhoud Dit KB somt eerst een aantal algemene bepalingen op die van toepassing zijn op alle arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte. De bepalingen moeten, middels het nemen van materiële en organisatorische maatregelen, het welzijn van de werknemers bij het gebruik van deze middelen verzekeren. We vinden er ook specifieke bepalingen die uitsluitend van toepassing zijn op drie categorieën van arbeidsmiddelen: - ladders, trapladders en platformladders; - steigers; - toegangs- en positioneringstechnieken met touwen. Andere aspecten en specifieke bepalingen (bestelling, controle, ) worden behandeld in het KB Koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen. Basisprincipes Om veilig op hoogte te werken is het noodzakelijk de basisregels toe te passen: een risicoanalyse uitvoeren en de nodige preventiemaatregelen nemen. Op basis van de risicoanalyse worden de meest ergonomische en de meest aan de taak aangepaste arbeidsmiddelen gekozen. Bij de keuze van die arbeidsmiddelen moet overigens voorrang gegeven worden aan diegenen die conform zijn aan de Europese richtlijnen of aan de gelijkwaardige technische voorschriften. Bovendien moet tijdens de risicoanalyse rekening gehouden worden met de weersomstandigheden. Wat de preventiemaatregelen betreft moeten collectieve maatregelen de voorrang krijgen op individuele maatregelen. Toegangs- of arbeidsmiddel Ladders, trapladders en platformladders zijn in de eerste plaats toegangsmiddelen. Zij kunnen slechts als arbeidsmiddelen beschouwd worden in twee concrete gevallen: als het risiconiveau laag is en het gebruik van korte duur of, als het risiconiveau laag is en de werkgever de kenmerken van de site niet kan veranderen. Als aan die voorwaarden niet voldaan is, is het verplicht andere en veiligere arbeidsmiddelen te gebruiken. Welke documenten voor steigers? Bij steigers moeten een aantal documenten zitten. Niet al die documenten zijn bedoeld voor dezelfde persoon. Sommige documenten moeten opgesteld worden door de fabrikant, andere door de bevoegde persoon (zie tabel). De tabel hieronder geeft een overzicht van de verschillende documenten. Wie? Wat? Voor wie? Fabrikant Gebruiksaanwijzing Werkgever die de steiger (de)monteert of ombouwt Fabrikant en/of persoon die over de nodige kennis beschikt Fabrikant of bevoegde persoon Sterkte- en stabiliteitsberekening - Werkgever die de steiger (de)monteert of ombouwt; - Werkgever die de steiger gebruikt. Montage-, ombouw- en demontageschema - Werkgever die de steiger (de)monteert of ombouwt; - Met toezicht belaste ambtenaar. Bevoegde persoon Instructienota - Werkgever die de steiger (de)monteert of ombouwt; - Werkgever die de steiger gebruikt. VGP C:11

33 Een bevoegd persoon voor steigers Deze persoon wordt aangeduid door de werkgever en heeft door middel van een opleiding de nodige kennis verworven om: - te waken over de toepassing van de maatregelen ter preventie van de risico s dat personen of voorwerpen vallen; - te waken over de toepassing van de veiligheidsmaatregelen bij veranderende weersomstandigheden die afbreuk zouden kunnen doen aan de veiligheid van de steiger; - te waken over de naleving van de voorwaarden inzake toelaatbare belasting; - controles uit te voeren. Opleiding van werknemers op stellingen Elke werkgever is verplicht om zijn werknemers op te leiden en te informeren over de gebruikte arbeidsmiddelen. Dat is dus ook het geval voor steigers. Dit KB gaat verder dan de vorige aangezien het een onderscheid maakt tussen twee types van werknemers die verschillende opleidingen moeten krijgen. Inhoud van de opleiding Maatregelen ter preventie van de risico s dat personen of voorwerpen vallen Veiligheidsmaatregelen bij veranderende weersomstandigheden die afbreuk zouden kunnen doen aan de veiligheid van de betrokken steiger Werknemers die de steiger gebruiken X Werknemers die meewerken aan de (de)montage of de ombouw van een steiger Voorwaarden inzake toelaatbare belasting X X Begrijpen van het (de)montage of ombouwschema Veiligheid tijdens de (de)montage of ombouw Ieder ander risico dat de (de)montage of ombouw met zich kan brengen X X X X X X Conformiteit Op 19 juli 2006 moeten alle arbeidsmiddelen voor het werken op hoogte vervangen worden door arbeidsmiddelen die beantwoorden aan de vereisten van dit besluit. Ze moeten echter onmiddellijk vervangen worden als ze voor die datum hersteld of gewijzigd moeten worden. Steigers die voor 19 juli 2006 aangepast worden zodat ze in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit besluit, moeten niet vervangen worden. Opheffingen in het ARAB Dit nieuwe besluit heft een reeks artikels van het ARAB op, o.a. artikel 43bis over ladders. Op de gevolgen van de opheffing van dit artikel komen we terug in de volgende PreventActua (nr 18/2005). In de tabel hieronder vindt u de verschillende artikels die worden opgeheven door dit besluit. Let wel: deze artikels blijven van toepassing tot de arbeidsmiddelen voor werken op hoogte in overeenstemming gebracht zijn met de bepalingen van het KB. Opgeheven artikels uit het ARAB 43bis Inhoud Ladders 440 à 450 Stellingen 451 Vliegende stellingen 454 Stellingen op schragen 454bis Stellingen op wielen en verplaatsbare stellingen 456 Periodisch nazicht van de stellingen 459 Verwijzing naar artikel 43bis 9d chemische of biologische agentia C32. Asbest Vooraf asbestinventaris op te vragen (verplicht voor werkgevers sinds 01/01/1995; MB van 22/12/1993 (BS 02/02/1994) Veiligheidsmaatregelen bij verwijderen van asbest volgens KB van 28/08/1986 (BS 19/09/1986) ARAB art 135 ter, 148 decies VGP C:12

34 De aannemer of zijn afgevaardigde bevestigen hierbij dat zij de asbestinventaris of een uittreksel ervan ontvingen voor de plaatsen waar zijn werknemers en/of deze van zijn onderaannemers worden tewerkgesteld bij het uitvoeren van de werken die het voorwerp zijn van dit algemeen veiligheids- en gezondheidsplan. De verwijdering van het asbesthoudend materiaal moet gebeuren door een door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid erkende asbestverwijderaar volgens de bepalingen van art. 148 decies van het ARAB in verband met afbraak en verwijdering van asbest. Indien dit omwille van de aard van de asbesthoudende materiaal niet moet gebeuren door een erkend verwerver, moeten de volgende voorschriften gevolgd worden : de asbestcementplaten moeten tijdens de verwijdering vochtig gehouden worden; de platen mogen niet gebroken worden noch bewerkt worden met werktuigen met grote snelheid; aan de betrokken werknemers wordt werkkledij ter beschikking gesteld die aangepast is aan de aard van de werkzaamheden; aan de betrokken werknemers worden, indien hun arbeidsgeneesheer dit noodzakelijk acht, gepaste ademhalingstoestellen en andere persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld na het beëindigen van de in dit punt bedoelde werkzaamheden worden de nodige maatregelen genomen om de lokalen, de apparatuur en het gereedschap evenals de werkkledij en de verpakking te ontstoffen. De betrokken werknemers zijn ertoe gehouden een douche te nemen indien hun arbeidsgeneesheer dit noodzakelijk acht; de asbestcementplaten moeten afgevoerd worden naar een klasse III stort en het bewijs daarvan moet afgeleverd worden aan de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator. Wanneer tijdens de werken materialen bewerkt moeten worden die in het bestek niet worden vermeld als asbesthoudend, maar waarvan de (onder)aannemer of zijn werknemers of de opdrachtgever of de veiligheidscoördinator vermoedt dat ze asbest kunnen bevatten moeten de werken onmiddellijk stopgezet worden en moet de volgende procedure nageleefd worden : alle nodige maatregelen treffen opdat geen vezels van het verdachte materiaal zouden vrijkomen in de ruimte; door een erkend labo, aangeduid en betaald door de opdrachtgever, een onderzoek laten uitvoeren naar de aanwezigheid van asbest in het verdacht materiaal het onderzoek omvat ook de staalname die wordt uitgevoerd in aanwezigheid van de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering en de veiligheidscoördinator; indien dit onderzoek wijst op de aanwezigheid van asbest in het betreffende materiaal moet de aannemer de nodige maatregelen treffen om te voldoen aan de bepalingen van art. 148 decies 2.5. van het ARAB in verband met de strijd tegen de risico s te wijten aan asbest. De asbest of asbesthoudende afvalstoffen moeten door de aannemer behandeld en verwijderd worden volgens de ter zake geldende wettelijke bepalingen. C33. Biologische agentia Afvalwaters zijn van oorsprong gecontamineerd met ziektekiemen, virussen, schimmels en wormen die als biologische agentia worden gegroepeerd. De directe blootstelling aan deze agentia zonder beschermingsmaatregelen of hygiënische nazorg is een reëel risico voor de werknemers die ermee in direct contact komen. Te nemen voorzorgen bestaat uit: Inenting van blootgestelde werknemers tegen TETANOS en HEPATITIS A. Dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, laarzen, waterdichte kledij). Directe verzorging van opgelopen kwetsuren door grondig te reinigen en te ontsmetten. Voorzieningen (douche, wasplaats) voor het grondig wassen met vloeibare zeep als algemene en afdoende desinfectie van het lichaam. Kleerkasten die toelaten om eigen kledij en verontreinigde kledij apart onder te brengen en contaminatie te vermijden. Een voorlichting van de werknemers m.b.t. deze problematiek. 9e ioniserende straling C34. Radioactieve bronnen. niet van toepassing VGP C:13

35 C35. Electromagnetische straling Bij aanwezigheid van GSM-masten: De aannemer doet voorafgaandelijk het nodige om deze zendmasten tijdelijk buiten dienst te laten stellen. Zie ook veiligheidshandboek GSM-netwerk. 9f elektrische hoogspannningslijnen of - kabels C36. Risico's bij werken met elektriciteit. Algemene voorschriften door personen na te leven. Art. 261 van het AREl: Waarschuwingsborden tegen de gevaren van elektrische installaties. Art. 262 van het AREl: Verbodsborden. Art. 265 van het AREl: Verbodsbepalingen. Art. 266 van het AREl: Werken aan elektrische installaties. Op de werf: De elektrische kabels moeten zodanig geplaatst of opgehangen dat eventuele schade tot een minimum wordt beperkt. Doorgangen dienen vrijgehouden van elektrische kabels. Beschadigd elektrisch materiaal/ -kabels e.d. dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden. Elektrische werktuigen: Zij worden in twee soorten onderverdeeld: a) met dubbele isolatie, waarvoor geen aarding nodig is; b) de andere, die steeds dienen geaard te worden. C37. Werken aan elektrische installaties. Het spreekt vanzelf dat het werken aan elektrische L.S.-installaties, enkel kan nadat de installatie buiten spanning geplaatst is en dat deze werken op een degelijke manier gesignaleerd worden. Dit kan door waarschuwing-, verbod- en inlichtingsborden op strategische plaatsen aan te brengen. Alleen bekwame en gekwalificeerde elektriciens ( cfr. EN dec. '96) mogen werkzaamheden uitvoeren onder L.S.-spanning of in de nabijheid van onder L.S.- spanning staande delen., Werken aan H.S.- installaties mag enkel, wanneer deze installaties buiten sparu1ïng gesteld zijn en door minstens 2 personen (gewaarschuwd en/of bevoegd personeel BA4 of BAS - art. 47 AREl). Werken buiten spanning De elektrische L.S.-installaties worden verondersteld buiten spanning te zijn" wanneer: alie actieve delen waaraan gewerkt wordt spanningsloos zijn; geen enkel stroomvoerend niet-geïsoleerd deelonder spanning blijft binnen de genaakbaarheidszone (art. 28 AREl). Een strikte toepassing van de preventieprincipes ( de vitale 5) is vereist: buiten spanning stellen met scheidingsmiddelen" voorzien van zichtbare (te controleren) (toe)stand van onderbreking (art AREl); afbakening rond de werkzone aanbrengen (art. 266 AREl) met een goed zichtbare ketting of lint uit isoleerstof; controleren met aangepaste middelen (meters, neonlampen) of de stroomvoerende delen inderdaad spanningsloos zijn; aarden-kortsluiten van de buiten spanning geplaatste stroomvoerende delen volgens de geldende procedures; maatregelen nemen tegen het herinschakelen (art. 235.d AREl); vergrendelen met slot(en) of hangslot(en); aanbrengen van waarschuwingsbord( en) zo mogelijk het lokaal waarin de installatie zich bevindt, afsluiten (met sleutel). Werken onder spanning. Werkzaamheden aan elektrische L.S.-installaties mogen alleen onder spanning uitgevoerd worden wanneer de installaties aan de nodige vereisten voldoen en wanneer veiligheid-, dienst- of exploitatienoodwendigheden dit noodzakelijk maken. Extra beschermingsmiddelen dringen zich uiteraard op zoals (art AREl): gebruik van aangepaste (geïsoleerde) werktuigen en materieel; gebruik van aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen ( o.a. helm en gelaatscherm) en brandwerende kledij om de gevolgen van een kortsluiting te beperken; gebruik van isolerende matten, rubberen handschoenen, schoenen met dikke rubberen zolen, om de contactweerstand ( en dus ook de totale weerstand) te vergroten. Werken in de nabijheid van installaties onder spanning VGP C:14

36 Werkzaamheden in de nabijheid van onder spanning staande elektrische L.S.- installaties mogen alleen mits naleving van de desbetreffende beschermingsmaatregel~ zoals omhullende isolatie aanbrengen, beschermingen plaatsen of door de minimum veiligheidsafstanden te respecteren. 9g verdrinkingsgevaar 9h ondergrondse werken en tunnelwerken 9i werken met duikuitrusting 9j werken onder overdruk 9k gebruik van springstoffen 9l montage of demontage van geprefabriceerde elementen - Lossen van geprefabriceerde elementen moet gebeuren met behulp van het juiste, gekeurde materiaal. - De elementen dienen voorzien te zijn van de juiste transportankers, die rekening houden met het gewicht en de afmetingen van het element. - Het stockeren van elementen gebeurt op een vooraf bepaalde plaats, waarbij wordt gelet op de stabiliteit van de ondergrond, de nabijheid van putten, - Bij montage van de elementen wordt de juiste schoring aangebracht zoals vooraf berekend en voorzien op de plannen. Het element blijft in de kraan hangen totdat alle verankeringen (trek- en drukschoren, wachtstaven, ) stevig op hun plaats zitten. - Bij het plaatsen van geprefabriceerde elementen worden werkvloeren, leuningen of netten gebruikt, of, bij onmogelijkheid van de vorige, een harnas. - Bij het werken met de kraan worden duidelijke afspraken gemaakt met de kraanmachinist. Enkel opgeleid personeel begeleidt de kraanmachinist. 10 specifieke maatregelen voor gelijktijdige en opeenvolgende werken en voor wederzijdse inwerking van activiteiten, installaties, vervoer, exploitatie werkvergunningen vuurvergunningen C38. werken met open vlam - Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de coördinator-verwezenlijking of een vuurvergunning vereist is. - Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, worden buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon. - De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik vertikaal of schuin onder een hoek van minimum 35 geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedriaad en slangen en manometers ontspannen. - Bij werken met open vlam hoort een ABC-blusapparaat van minimum 6 kg. veiligheidssignalisatie VGP C:15

37 steenstraat ichtegem D. DOCUMENTEN / BIJLAGEN Veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door: Acovex bvba Steenstraat 12 te 8480 Ichtegem (0495) (050) acovex@skynet.be Acovex bvba behoudt alle rechten op vorm en inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan. Deze mag niet via digitale drager verspreid worden. Het mag slechts gebruikt worden door de actoren betrokken bij bovengenoemd project VGP D:1 laatste versie: afgedrukt op :08:00

38 D1. VEILIGHEID- GEZONDHEID EN MILIEUCHARTER In te vullen en te ondertekenen door alle aannemers, onderaannemers en zelfstandigen op de werf Vooraleer de werkzaamheden aan te vatten dient dit document ter beschikking te zijn van de veiligheidscoördinator ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ONDERNEMING / ZELFSTANDIGE Naam : Adres : Tel. : Fax.:. R.S.Z. nr.:... Registratienummer :... Erkenning :. NACE-code :.. B.T.W. :.. Certificering/attestering VCA(*) BeSaCC(*) ISO(*) Andere(*) Geldig tot :.. Ondernemingshoofd :. Aantal werknemers :.. Preventieadviseur :.niveau I, II of III (*) Externe preventiedienst : Arbeidsgeneeskundige dienst :... Arbeidsongevallenverzekeraar :. Onderaannemers: (VGM-charter per onderaannemer laten invullen en bezorgen aan de coördinator) BOUWPLAATSGERICHTE INFORMATIE Omschrijving van de uit te voeren werken :... Projectleider :.. Werfleider :. Veiligheidsverantwoordelijke op de bouwplaats :.. E.H.B.O.-hulpverlener :.. Maximum aantal werknemers die op de werf zullen tewerkgesteld worden : Verwezenlijkingsperiode van :../../.. tot../../ VEILIGHEIDSINFORMATIE Specifieke risico s (zie risicoanalyse in bijlage) :... Gevaarlijke producten: (zie chemische veiligheidsfiche(s) in bijlage)... Hefwerktuigen/toebehoren: (zie keuringsverslag(en) in bijlage)... Elektriciteit/elektrogroep: (zie keuringsverslag(en) in bijlage)... Rol-, hangsteiger, stellingen: (zie montage en gebruiksinstructies in bijlage).... VGP D:2

39 INTENTIEVERKLARING (intentieverklaring conform artikel 29 van de Wet op het Welzijn Ondergetekende verklaart inzicht te hebben gehad in het veiligheids-, gezondheids- en milieuplan en heeft kennis genomen van het bouwplaatsregelement. Hij zal de verantwoordelijkheid nemen om al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud ervan. Eveneens bevestigt ondergetekende de voorschriften van het veiligheids-, gezondheids- en milieuplan duidelijk begrepen te hebben en hij verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu strikt na te leven. Gelezen en goedgekeurd, Darum: Handtekening : Naam : Functie :. Bijlage: - risicoëvaluatie en inventarisatie van de aannemer/onderaannemer/zelfstandige - Veiligheidsfiches - Keuringsverslagen VGP D:3

40 D2. Toepassing van art. 30, lid 2, 1e en 2e van het KB van betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Wijziging ten aanzien van werven die het voorwerp uitmaken van een overheidsopdracht Het artikel 159 van het koninklijk besluit van 15 juli 2011 overheidsopdrachten voegt een vierde lid toe aan artikel 30 van het koninklijk besluit bouwplaatsen. Dit nieuwe lid van artikel 30 van het koninklijk besluit bouwplaatsen bepaalt dat de opdrachtgever die een aanbestedende overheid is in de zin van de artikel 2 van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, de inschrijvers moet verplichten om bij hun offerte het document en de afzonderlijke prijszetting bedoeld in artikel 30, lid 2, 1 en 2 te voegen indien de coördinator-ontwerp (inzake veiligheid en gezondheid) aantoont dat dit document of deze prijsberekening noodzakelijk is opdat de maatregelen bepaald in het veiligheids- en gezondheidsplan daadwerkelijk kunnen worden toegepast en voor zover de coördinator-ontwerp de onderdelen verduidelijkt waarvoor dat document of die prijsberekening nodig is. In het kader van dit project oordeelt de veiligheidscoördinator-ontwerp dat dit document/prijsberekening niet noodzakelijk is. VGP D:4

41 D3. werfpaneel. Vooraf aanmelden bij verantwoordelijke werf Kennis nemen van het veiligheidsen gezondheidsplan KB 25 januari 2001 tijdelijke en mobiele bouwplaatsen van toepassing toegang werf verboden voor onbevoegden VGP D:5

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van

Nadere informatie

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING Bijlage IV : Bouwplaatsreglement 1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING 1.1. De veiligheidscoördinator (VC) heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel

Nadere informatie

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van

Nadere informatie

Bouwplaatsreglement. Definities:

Bouwplaatsreglement. Definities: Bouwplaatsreglement Definities: - Dossier veiligheid en De synthese van alle documenten in verband met veiligheid en gezondheid: gezondheid, door alle tussenkomende partijen samengebracht: opdrachtgever,

Nadere informatie

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen 1.1. de partijen 1.1.1.overzicht In het KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN worden verschillende tussenkomende partijen vernoemd. Aan elk van deze partijen worden taken en

Nadere informatie

1 Nieuwe, vereenvoudigde regelgeving TMB

1 Nieuwe, vereenvoudigde regelgeving TMB 1 Nieuwe, vereenvoudigde regelgeving TMB gepland van toepassing? Geen VC vereist Regelgeving VC voor grote bouwwerken houdt werkzaamh. in met verh. gevaar? (3) of ferte(5) verzekert VContwerp(1) offerte

Nadere informatie

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheids- en gezondheidsplan heeft betrekking op de werken in opdracht van Bolcmans nv Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat: - Projectgebonden

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB 1. Wat zijn de algemene preventiebeginselen en geef toelichting? Wat bepaalt de werkgever daarbij? R A en B 2. Hoe kan je als coördinator veiligheid

Nadere informatie

aangevuld en/of gewijzigd met de bepalingen van het KB dd

aangevuld en/of gewijzigd met de bepalingen van het KB dd Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S. 7.2.2001 ) Omzetting in Belgisch recht van de achtste bijzondere richtlijn 92/57/EEG van de Raad van de Europese

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S )

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S ) Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S. 7.2.2001 ) Gewijzigd door : KB van 15-07-2011 BS van 09-08-2011 KB van 17/05/2007 BS van 07/06/2007 KB van

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving 7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving 7.1 Toelichting bij de specifieke uitvoeringsmethode Enkele concrete en aandachtspunten mbt specifieke veiligheidsmaatregelen en uitvoeringswijzen

Nadere informatie

Veilig werken & doen veilig werken

Veilig werken & doen veilig werken Veilig werken & doen veilig werken Inhoud Wettelijke aspecten dhr. Tom Vermeersch, R.D. TWW Oost-Vlaanderen: Veiligheids- en gezondheidsplan (veiligheidscoördinatie) Contract hoofdaannemer/onderaannemer/nevenaannemers,.

Nadere informatie

Vreemde talen op de bouwplaats

Vreemde talen op de bouwplaats . 09/10/2012 ir. Tom Vermeersch FOD WASO, TWW RD Oost-Vlaanderen Vaststellingen tijdens inspectiebezoeken i.v.m. buitenlandse bouwvakkers: Objectief: Gebrekkige talenkennis Tekort aan veiligheids-en gezondheidsopleiding

Nadere informatie

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL A

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL A KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL A Gebouwnr. 336-01 Gebouw : Plantkunde Adres : Kasteelpark Arenberg 31, 3001 Heverlee Ordernummer: 2100153948

Nadere informatie

Deel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's. Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen

Deel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's. Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ARAD 06 Deel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Hoofdstuk I Algemeen Instrumenten bij de coördinatie Afdeling

Nadere informatie

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel COORDINATIE-DAGBOEK Voorwerp : Verbouwen 6 de verdieping tot havencoördinatiecentrum FASE 2: Ruwbouwwerken Afwerkingen, sanitair & vast meubilair Hvac Elektriciteit Los meubilair DOSSIERNR: 414.034 BOUWPLAATS

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001)

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001) Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 19 december 2001 tot wijziging, wat de aanvullende vorming

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S )

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S ) Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 19 december 2001 tot wijziging, wat de aanvullende vorming

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Welzijn en opleidingen

Welzijn en opleidingen Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een

Nadere informatie

Reglement veiligheidsregels voor derden.

Reglement veiligheidsregels voor derden. Reglement veiligheidsregels voor derden. 1 Inleiding Dit reglement is bedoeld voor derden die geen werknemer zijn van het ziekenhuis, maar werken in ziekenhuis in het kader van een opdracht. Dit reglement

Nadere informatie

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W55038 ONDERZOEK NAAR EN UITVOEREN VAN WIJZIGINGEN DEEL A

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W55038 ONDERZOEK NAAR EN UITVOEREN VAN WIJZIGINGEN DEEL A VGP deel A - 1/3 KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W55038 ONDERZOEK NAAR EN UITVOEREN VAN WIJZIGINGEN DEEL A Gebouwnr. 334-30 Gebouw : Instituut Burgerlijke Bouwkunde Adres : Kasteelpark

Nadere informatie

6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving 6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat verplicht te gebruiken invuldocumenten (zie volgende blz.). Enkel deze documenten mogen gebruikt worden

Nadere informatie

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd, Tussen: Identificatie opdrachtgever: BOFAS vzw Straat + nummer: Jules Bordetlaan 166 b1 Gemeente: 1140 Brussel Vertegenwoordigd : Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

Nadere informatie

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S ACTIVITEITEN SITUATIES RISICO'S PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES ALGEMENE RISICO S Orde en netheid - val van personen op de begane grond - de niet onmiddellijk te gebruiken materialen en gereedschappen

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Wettelijk kader 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Fg 60 50 40 30 20 bouw slopen 10 0 2010 2011 2012 2013 2014 Bron: Fonds voor Arbeidsongevallen Bouw: nace-codes 41,42,&

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

Toelichting en gebruik V&G-deelplan.

Toelichting en gebruik V&G-deelplan. Toelichting en gebruik V&G-deelplan. SMT Bouw & Vastgoed streeft ernaar de Veiligheid, Gezondheid en Milieu aspecten op haar projectlocaties optimaal te beheersen. Om dit te realiseren hanteert SMT Bouw

Nadere informatie

V&G Bouwproces. Wettelijk en maatschappelijk kader. V&G Bouwproces / d.d

V&G Bouwproces. Wettelijk en maatschappelijk kader. V&G Bouwproces / d.d V&G Bouwproces Wettelijk en maatschappelijk kader 1 Klassiek bouwproces Initiatieffase Haalbaarheids onderzoek Programma van Eisen Ontwerpfase Voorlopig ontwerp Definitief ontwerp Bestek Aanbesteding Bouwfase

Nadere informatie

De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd

De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd Wijziging van het koninklijk besluit Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen In dit koninklijk besluit (25.01.2001) zijn twee

Nadere informatie

Aanvraag voor het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg

Aanvraag voor het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg Gemeentebestuur Sint-Laureins Adres: Dorpsstraat 91 B-9980 SINT-LAUREINS Tel: 09/218 76.40 Fax: 09/379.07.77 E-mail: logistiek@sint-laureins.be Datum: Behandelend ambtenaar: Dossier nr:.. Aanvraag voor

Nadere informatie

Werken met derden. - Werknemers van derden mogen geen informatie over de installaties en (product-)processen aan derden meedelen.

Werken met derden. - Werknemers van derden mogen geen informatie over de installaties en (product-)processen aan derden meedelen. Werken met derden 1 Veiligheidsafspraken 1.1 Verplichtingen van de werknemers van de derde Werknemers van de derde die werkzaamheden komen uitvoeren in AIM Recycling NV dienen steeds te zorgen voor hun

Nadere informatie

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de groepen signaleringsborden. -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de verschillende vormen van markeringen. -1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving?

Nadere informatie

De aannemer kan een attest VCA of Be Sacc voorleggen. In elk geval dient de aannemer zich minstens te houden aan volgende vereisten:

De aannemer kan een attest VCA of Be Sacc voorleggen. In elk geval dient de aannemer zich minstens te houden aan volgende vereisten: 1 III. Technische bepalingen Artikel 1 : Veiligheids- en welzijnsmaatregelen 1.1. Algemene werfinrichting en veiligheidseisen De aannemer voorziet alle nodige werken voor de veilige inrichting van de werf

Nadere informatie

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein POSTINTERVENTIEDOSSIER RENOVATIE PARKBRUG GELEGEN IN PARK DEN BRANDT - BEUKENLAAN OPDRACHTGEVER: STADSBESTUUR ANTWERPEN HOOFDAANNEMER: Conform De Wet op

Nadere informatie

MEMO. Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer

MEMO. Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer MEMO Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer Stichting Arbeidsomstandigheden en Spoorwegveiligheid Inleiding: Binnen de Arbeidsomstandighedenwet

Nadere informatie

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn? -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn? -2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Noem enkele gevaren op het werk. -2- Noem werkzaamheden of omstandigheden

Nadere informatie

OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING

OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING Tussen de ondergetekenden, enerzijds de heer / mevrouw.. wonende te of de maatschappij... met maatschappelijke zetel te hier vertegenwoordigd

Nadere informatie

VGM-projectplan Omschrijving werkzaamheden

VGM-projectplan Omschrijving werkzaamheden VGM-projectplan Omschrijving werkzaamheden besteknummer: Datum: Opgesteld door: Gezien door veiligheidskundige: Afgegeven aan/verzonden naar opdrachtgever: Ontvangen en goedgekeurd door opdrachtgever d.d.

Nadere informatie

Aanvraag voor: AANVRAAGTERMIJN Respecteer de aanvraagtermijn AANVRAGER. OPDRACHTGEVER (invullen indien anders dan de aanvrager)

Aanvraag voor: AANVRAAGTERMIJN Respecteer de aanvraagtermijn AANVRAGER. OPDRACHTGEVER (invullen indien anders dan de aanvrager) pagina 1/6 GEMEENTEBESTUUR DE HAAN Gedeelte in te vullen door het bestuur Datum: Behandelend ambtenaar: Dossiernr.: / Aanvraag voor: - inname van het openbaar domein - het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen

Nadere informatie

De registratie moet gebeuren vóór de betrokken persoon aan het werk gaat en moet dagelijks gebeuren.

De registratie moet gebeuren vóór de betrokken persoon aan het werk gaat en moet dagelijks gebeuren. Checkin@work: de hoofdlijnen Vanaf 1 oktober 2014 moet voor elke werf met een totale waarde van meer dan 800.000 niet alleen een aangifte van werken gebeuren (de vroegere werfmelding), maar moet ook elke

Nadere informatie

WERKINSTRUCTIE WERKEN IN NABIJHEID VAN SPECIALE ONDERGRONDSE NUTSLEIDINGEN

WERKINSTRUCTIE WERKEN IN NABIJHEID VAN SPECIALE ONDERGRONDSE NUTSLEIDINGEN 1. SPECIALE ONDERGRONDSE NUTSLEIDINGEN Onder speciale nutsleidingen verstaan wij o.a.: - koolwaterstofleidingen - aardgasleidingen - militaire leidingen - zuurstofleidingen - hoogspanningsleidingen - moerwaterleidingen

Nadere informatie

INSCHRIJVINGSFORMULIER BIJZONDER BESTEK NR.2006/VGC/wsch/002/Sint Ur sula

INSCHRIJVINGSFORMULIER BIJZONDER BESTEK NR.2006/VGC/wsch/002/Sint Ur sula INSCHRIJVINGSFORMULIER BIJZONDER BESTEK NR.2006/VGC/wsch/002/Sint Ur sula Onderwerp : Basisschool Sint Ursula Dieudonné Lefévrestraat 41 te 1020 Brussel (Laken) Leveren en plaatsen van een tweedehands

Nadere informatie

Bijzonder Bestek nr Raamovereenkomst voor de signalisatie voor blinden en slechtzienden in verschillende stations van het net

Bijzonder Bestek nr Raamovereenkomst voor de signalisatie voor blinden en slechtzienden in verschillende stations van het net BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Mobiel Brussel (B.U.V.) Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1030 BRUSSEL 1 Bijzonder Bestek nr. 1348 Raamovereenkomst voor

Nadere informatie

ALGEMEEN BOUWPLAATSREGLEMENT (Procedure werken met derden)

ALGEMEEN BOUWPLAATSREGLEMENT (Procedure werken met derden) ALGEMEEN BOUWPLAATSREGLEMENT (Procedure werken met derden) Bouwplaatsreglement 1. Inleiding 1.1 Dit reglement, evenals de daaruit volgende verplichtingen, heeft tot doel de coördinatie van veiligheid,

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Nadere informatie

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Persoonlijke Beschermingsmiddelen Persoonlijke Beschermingsmiddelen Wettelijk kader België: ARAB: bundeling Uitv. Besluiten 1947 1993 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Europese kaderrichtlijn 89/391/EEG 12 juni 1989 Welzijnswet

Nadere informatie

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs W E R K P O S T F I C H E In uitvoering van het KB van 03.05.1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en de omzendbrief van 12.01.2004 betreffende het gezondheidstoezicht van stagiairs

Nadere informatie

IN: TB P F TB DOSSIER: DVB/V AANVRAAG VERGUNNING

IN: TB P F TB DOSSIER: DVB/V AANVRAAG VERGUNNING LOKALE POLITIE BRUGGE dienst Verkeersbelemmeringen voorbehouden aan de politie IN: TB P F TB DOSSIER: DVB/V AANVRAAG VERGUNNING voor het aanbrengen van VERKEERSTEKENS naar aanleiding van hetzij het uitvoeren

Nadere informatie

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu:

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu: 1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu: De veiligheidscoördinator heeft op de werf de leiding over de coördinatie van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu voor het geheel van de werkzaamheden.

Nadere informatie

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs W E R K P O S T F I C H E In uitvoering van het KB van 03.05.1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en de omzendbrief van 12.01.2004 betreffende het gezondheidstoezicht van stagiairs

Nadere informatie

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Onderwerp Algemene veiligheidsvoorschriften. Het gebruik van de rolsteiger

Nadere informatie

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN IST-GEB-HUI Provinciedomein Huizingen

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN IST-GEB-HUI Provinciedomein Huizingen ALGEMEEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN IST-GEB-HUI Provinciedomein Huizingen In het kader van het K.B. betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25 januari 2001 en 19 januari 2005 Opdrachtgever:

Nadere informatie

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector Wettelijke verplichtingen inzake het onthaal van uitzendkrachten De organisatie van het onthaal van uitzendkrachten wordt wettelijk geregeld door de CAO nr. 22 betreffende het onthaal en de aanpassing

Nadere informatie

!!!!!! Het veiligheid+ en gezondheidsplan

!!!!!! Het veiligheid+ en gezondheidsplan Pagina1 Het veiligheid+ en gezondheidsplan ConformhetKB25/01/2001 Dewetophetwelzijn04/08/1996 endeeuropeserichtlijn92/57eeg Dit Veiligheid/ en Gezondheids Plan werd opgesteld door TELENET N.V., dat er

Nadere informatie

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK 27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL M.I.V.B. Speciale Studiedienst Koningsstraat 76 1000 BRUSSEL 1 Bijzonder Bestek nr. MIVB/SSD/1400 RAAMOVEREENKOMST VOOR VERSTERKING VAN PERRONNEUZEN

Nadere informatie

Veiligheid- en gezondheidsplan fase ontwerp

Veiligheid- en gezondheidsplan fase ontwerp Veiligheidscoördinatie - energierapportering blowerdoor & thermografie EPB verslaggeving AMIB b.v.b.a. Handelsregister Gent: 173.786 BTW n BE 453.010.784 Rekeningnummer: BE 48 850-8173734-27 Veiligheid-

Nadere informatie

Veiligheidsadvies. Veiligheidsmateriaal. Opleidingen

Veiligheidsadvies. Veiligheidsmateriaal. Opleidingen Veiligheidsmateriaal Opleidingen To B-seen bvba - www.tob-seen.be - info@tob-seen.be - 0472/81.31.21 Wetgeving KB 25 januari 2001 op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen Voor de bouwwerken moeten zogenaamde

Nadere informatie

Adres : Etienne Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk Ordernummer: 2100140272

Adres : Etienne Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk Ordernummer: 2100140272 VGP deel A - 1/4 KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W2104A UPGRADEN PRACTICA 00.326/332/333/335 & W10240 DAKRENOVATIE + VOORBEREIDENDE WERKEN DEEL A Gebouwnr. 630-00 Gebouw : Gebouw

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

V&G-deelplan uitvoeringsfase Nummer : Versie : 1. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSGEVAREN Status : invulform

V&G-deelplan uitvoeringsfase Nummer : Versie : 1. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSGEVAREN Status : invulform Project: VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Op te stellen door de bij de uitvoeringen betrokken partijen BEDRIJFSGEGEVENS WERKZAAMHEDEN In te vullen door Van de Kreeke Wegenbouw Naam:.. Omschrijving:. Adres:...

Nadere informatie

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving.

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving. Eerste hulp Met de publicatie van het KB van 15.12.10 betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan de werknemers die slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden, in het BS van 28.12.10,

Nadere informatie

Slotconferentie Contracteranto

Slotconferentie Contracteranto Slotconferentie Contracteranto Getuigenissen uit de bouwsector Christian Depue Vaststellingen p. 2 Vaststellingen Communicatie Bouwvakkers op een werf zijn vaak van verschillende afkomst en er worden veel

Nadere informatie

Veiligheidsbrochure. EOC Belgium Latex Division II. Gelieve badge en nekkoord steeds zichtbaar te dragen. Alarmnummer EOC

Veiligheidsbrochure. EOC Belgium Latex Division II. Gelieve badge en nekkoord steeds zichtbaar te dragen. Alarmnummer EOC NOODSITUATIE Alarmnummer EOC 055 337 600 Duidelijk vermelden: > Wie u bent > Wat er aan de hand is > Waar het incident zich voordoet EVACUATIEPLAN EOC BELGIUM LATEX DIVISION II EOC Belgium Latex Division

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/121 BERAADSLAGING NR. 13/088 VAN 3 SEPTEMBER 2013, GEWIJZIGD OP 7 JUNI 2016, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1) NL FR einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2014-05-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen

Nadere informatie

WERKEN MET DERDEN. Ondertitel of verduidelijking

WERKEN MET DERDEN. Ondertitel of verduidelijking WERKEN MET DERDEN Ondertitel of verduidelijking 2 ALGEMEEN In bijna iedere school worden regelmatig werknemers van andere bedrijven, de zogenaamde derden tewerkgesteld, vooral als het gaat over werkzaamheden

Nadere informatie

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN. Bestek OV. Gemeente Epe

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN. Bestek OV. Gemeente Epe VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Bestek 2014-03 OV Vervanging openbare verlichting 2014-2017 Te Epe Gemeente Epe Pagina 1 van 14 BESTEK 2014-03 OV 1. BOUWWERKGEGEVENS 1.1 Algemene beschrijving: Het vervangen

Nadere informatie

VGM-deelplan Onderaannemers

VGM-deelplan Onderaannemers Toelichting en gebruik VGM-deelplan. Heijmans streeft ernaar de Veiligheid, Gezondheid en Milieu aspecten op haar projectlocaties optimaal te beheersen. Om dit te realiseren hanteert Heijmans een veiligheids-

Nadere informatie

Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB

Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB Bijlage A Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB INVUL FORMULIER VERPLICHT BIJ TE VOEGEN BIJ OFFERTE Art. 30 : De opdrachtgever neemt de nodige maatregelen opdat het veiligheids- en

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende

Nadere informatie

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Samenwerken met onderaannemers ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Hoofdstuk IV, Afdeling 1: werken met derden Hoofdstuk V: tijdelijke of mobiele bouwplaatsen KB tijdelijke of

Nadere informatie

Algemeen veiligheidsreglement voor aannemers bij de uitvoering van werken in opdracht van NV Elia

Algemeen veiligheidsreglement voor aannemers bij de uitvoering van werken in opdracht van NV Elia NV ELIA Algemeen veiligheidsreglement voor aannemers bij de uitvoering van werken in opdracht van NV Elia Juli 2001 2/18 Algemeen veiligheidsreglement voor aannemers bij de uitvoering van werken in opdracht

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 2. Elektrische installaties Hoofdstuk I.- Toepassingsgebied en definities Art. III.2-1.- Deze titel is van toepassing op de elektrische

Nadere informatie

Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer: A Wijze van overdracht: mail post Dactylo-datum: 23/5/2011 RPU

Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer: A Wijze van overdracht: mail post Dactylo-datum: 23/5/2011 RPU RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004) Ing. Meino de Jong IRMM ISM Retieseweg 111 2440 Geel Onze referentie: A20110531-611124-RPU Datum van overdracht: 31/5/2011 Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer:

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs

Bescherming van stagiairs 21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06

Nadere informatie

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG Veiligheidscoördinatie Vanaf het ogenblik dat er bij de uitvoering van werken op een bouwplaats twee of meer aannemers tegelijkertijd of achtereenvolgens activiteiten

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/14/070 BERAADSLAGING NR. 14/031 VAN 6 MEI 2014 INZAKE DE TOEGANG TOT DE GEGEVENSBANK AANWEZIGHEIDSREGISTRATIE

Nadere informatie

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet:

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: 7.1.2 Bestrijding van ernstige arbeidsongevallen Wat is een ernstig arbeidsongeval? Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: Een ongeval dat zich op de arbeidsplaats

Nadere informatie

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota VL/NB Brussel, 10 oktober 2013 Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota Er is een nieuwe wettekst verschenen. Het gaat over: Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene

Nadere informatie

SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS

SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP-17-01 PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS In het kader van het K.B. betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25 januari 2001

Nadere informatie

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt

Nadere informatie

Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie

Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie 1/11 Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie Artikel 1. Aard en voorwerp van de opdracht. De opdrachtgever belast de coördinator-ontwerp, die aanvaardt, de coördinatietaak inzake veiligheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Algemene bepaling

Hoofdstuk 1: Algemene bepaling MODEL VAN OVEREENKOMST BIJLAGE 2 Tussen: de Provincie Oost-Vlaanderen, met zetel in het Provinciehuis, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent, vertegenwoordigd door de deputatie, voor wie optreden de heer (voornaam

Nadere informatie

Volledige golfterrein (huidig 9-holes)

Volledige golfterrein (huidig 9-holes) Informatie-uitwisseling met contractor (aannemer) m.b.t. Welzijn, Milieu en Duurzaamheid Inrichting/locatie: Golf Puyenbroeck Opdrachtgever Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Doel van de informatie-uitwisseling:

Nadere informatie

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Infodocument Welzijnsbeleid - Risicoanalyse 1 Wettelijke aspecten Elke werkgever moet zorgdragen voor het uitschakelen van gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Hij dient de

Nadere informatie

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp Verslag: 1 Project: 2016-0280: bouwen van een ééngezinswoning in halfopen bebouwing Deleydtstraat zn 3400 Landen Bouwdirecties: Veiligheidscoördinator

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK NR. 351

BIJZONDER BESTEK NR. 351 OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 351 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht betreft de aanpassing van de elektrische installaties

Nadere informatie

WERKEN MET DERDEN. Ondertitel of verduidelijking

WERKEN MET DERDEN. Ondertitel of verduidelijking WERKEN MET DERDEN Ondertitel of verduidelijking 2 ALGEMEEN In bijna iedere school worden regelmatig werknemers van andere bedrijven, de zogenaamde derden tewerkgesteld. Men spreekt dan mogelijk van: Tewerkstelling

Nadere informatie

Veiligheidsregels voor Extern Personeel. Chris Chantrain - Coördinerend Preventieadviseur Scholengemeenschap Voorkempen

Veiligheidsregels voor Extern Personeel. Chris Chantrain - Coördinerend Preventieadviseur Scholengemeenschap Voorkempen Veiligheidsregels voor Extern Personeel Inhoud 1. Inleiding 2. Situering in de bestelprocedure 3. Geïntegreerde veiligheid 4. Sociale zekerheid 5. Verzekering 6. Sancties 7. Veiligheidsvoorschriften 8.

Nadere informatie

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Controle van hefwerktuigen Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Nathalie Nouvelle, Ir Attaché bij Toezicht Welzijn op het Werk Directie Bergen 6 september 2013 1 Controle van hefwerktuigen Definities

Nadere informatie

Introductie uitzendkrachten

Introductie uitzendkrachten Blz.: 1/7 I. Veiligheidsregels- en voorschriften Voor de specifieke veiligheids- en gezondheidsregels, alsook de vereiste PBM, wordt steeds verwezen naar de werkpostfiche, de introductiebrochure van de

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie