David. Een man naar Gods hart

Transcriptie

1 David deel 1 Een man naar Gods hart Oorspronkelijke titel: David, a man after God s hart Geschreven door: Katherine Hershey Illustraties: Sam Butcher Verwerkt en aangepast voor Nederland: IKEG literatuurteam ATTENTIE! De platen bij deze serie kunnen bij de meeste IKEG adressen en/of webshops gekocht worden. Kijk voor een overzicht van de IKEG-adressen en webshops in Europa op en klik op Adressen. Deze handleiding, met bijbehorende platen, mag niet tegen vergoeding verkocht, gekopieerd of uitgeleend worden zonder schriftelijke toestemming van het IKEG. Met toestemming vertaald en uitgegeven in het Nederlands door Stichting Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG) (de Nederlandse tak van Child Evangelism Fellowship) 2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn, telefoon (055) Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding mag alleen gebruikt worden voor persoonlijke, non-profit en niet-commerciële doeleinden. Bezoek voor de volledige voorwaarden van deze toestemming. Copyright 1998 by Child Evangelism Fellowship Inc. All right reserved. This book or parts thereof, may not be reproduced in any form by branches of CEF or others, without written permission of the publisher. Published by Child Evangelism Fellowship Press. Warrenton, Missouri U.S.A Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Postbus 20029, 7302 HA Apeldoorn

2 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Inhoud Hoe bereiken we kinderen met het Evangelie?... 3 De 5-daagse club of VBW... 3 De kinderbijbelclub... 4 Goed Nieuws Club... 4 Relatie IKEG/plaatselijke gemeentes en kerken... 4 Overzicht van een programma... 5 Programma onderdelen... 6 De Bijbelles... 6 Suggesties in de kantlijn... 7 Visuele hulpmiddelen... 8 De Bijbeltekst... 9 Liederen... 9 Herhaling... 9 Verwerking Evangelisatie & discipelschap onder kinderen Hoe leg je het Evangelie aan een kind uit? Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen? Les 1 Israël wil een koning Les 2 Sauls ongehoorzaamheid Les 4 David en Goliath Les 5 Vriend en vijand Les 6 David spaart zijn vijand Aanleerteksten

3 Hoe bereiken we kinderen met het Evangelie? Kinderen hebben de Heere Jezus nodig. Om Hem te leren kennen, moeten ze wel het evangelie horen en moet duidelijk uitgelegd worden, dat de Heere Jezus hun Verlosser wil zijn. Zelfs jonge kinderen kunnen begrijpen dat zij een Verlosser nodig hebben. Als u zich tot deze taak geroepen weet, dan doet u heel belangrijk werk. Als u zich afvraagt hoe u dat moet doen, kan deze handleiding hierbij een hulpmiddel zijn. Deze serie bestaat uit zes lessen en is in de eerste plaats bedoeld voor Bijbelclubs, Vakantie Bijbelscholen, openluchtclubs. Daarnaast kan zij gebruikt worden voor zondagsscholen, catechisatie of andere soorten kinderbijeenkomsten. De 5-daagse club of VBW Een 5 daagse club of Vakantiebijbelweek (VBW) is een geweldige manier om het evangelie aan buitenkerkelijke kinderen te verkondigen. We zijn wel van mening dat het evangelie duidelijk uitgelegd moet worden aan de kinderen voor zij tot geloof kunnen komen. Hoe ziet zo n club eruit? A) 5 daagse openlucht clubs. Een 5 daagse Club is een openluchtclub gebaseerd op principes van het IKEG; het is een manier om kinderen te bereiken, die nooit naar een kerk gaan of op een andere manier het evangelie horen. Zo n club wordt meestal gehouden in de zomervakantie; vijf dagen achter elkaar op dezelfde plaats en tijd in de openlucht: in parken, op speelvelden, op het strand of op elke andere geschikte plek. Kinderen luisteren naar een evangelisatie Bijbelles, leren teksten uit het hoofd, zingen liedjes en doen mee aan andere leuke activiteiten. Deze clubs zijn er voornamelijk op gericht dat kinderen tot geloof in de Heere Jezus komen. Openluchtclubs zijn eenvoudiger van opzet en kunnen met minder leidinggevenden gehouden worden dan bijvoorbeeld een VBW. B) Vakantiebijbelweken Het programma is hetzelfde als dat van de 5 daagse clubs maar wordt meestal in een gebouw (buurthuis, kerk of school) gehouden tijdens schoolvakanties. Hierdoor heeft het weer nauwelijks invloed op de komst van de kinderen en kunnen deze VBW s ook in de wintermaanden of bijv. in de herfst- of voorjaarsvakantie gehouden worden. Het doel van een 5 daagse club of VBW is: 1. het verkondigen van het evangelie aan niet gelovige kinderen (evangelisatiewerk) 2. deze kinderen in contact brengen met bestaande clubs en/of gemeentes in de omgeving. David een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 3

4 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding De kinderbijbelclub Dit is een goede mogelijkheid om aan buitenkerkelijke kinderen het evangelie te verkondigen. Het evangelie moet duidelijk aan hen uitgelegd worden opdat ze tot geloof kunnen komen. Het IKEG heeft met een dergelijke club een drieledig doel: 1) Evangelisatie aan niet gelovige kinderen. 2) Geestelijke opbouw van kinderen die tot geloof gekomen zijn. 2) Kinderen begeleiden naar een Bijbelgetrouwe gemeente. Vrucht van een Bijbelclub: 1) Door de club voelen de kinderen zich met elkaar verbonden en ook ontstaat er een band met de gezinnen waaruit de kinderen komen. 2) Kinderen zien het positieve voorbeeld van volwassenen die met de Here leven; dit kan een aanzet zijn om naar Bijbelse normen te gaan leven. 3) Ouders die een positieve verandering in het leven van hun kind zien, kunnen open staan voor het Evangelie. 4) Er zijn zelfs gemeentes uit kinderclubs ontstaan. 5) Bestaande gemeentes krijgen de mogelijkheid om gezinnen te bereiken met het Evangelie. 6) Door een Bijbelclub te organiseren worden gemeenteleden betrokken bij evangelisatiewerk. Goed Nieuws Club Goed Nieuws Clubs (GNC ) is de merknaam van het IKEG voor een kinderbijbelclub volgens een bepaalde structuur. Deze clubs worden over de hele wereld gehouden en zijn gebaseerd op de principes van het IKEG. De Goed Nieuws Clubs kunnen bij iemand thuis gehouden worden, maar ook in bijvoorbeeld een buurthuis. Sommige clubs zijn wekelijks, andere tweewekelijks of maandelijks. Relatie IKEG/plaatselijke gemeentes en kerken Het IKEG wil plaatselijke gemeentes dienen door hen te helpen met het bereiken van kinderen. Dit doet zij door gemeentes te helpen plaatselijke clubs op te zetten en door een cursus te geven in kinderwerk. Dit laatste geldt voor beginnende kinderwerkers; maar ook ervaren kinderwerkers hebben veel baat bij deze cursus. Als u meer informatie wilt, kunt u contact met ons opnemen. Het adres is: Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG) Postbus HA Apeldoorn (055) info@ikeg.nl 4

5 Overzicht van een programma Ontvangst kinderen Zingen Gebed Aanleren themalied Bijbelles Zingen (themalied) Bijbeltekst Zingen Herhalingsspel Zingen Verwerking (een werkje of een groepsgesprek over het thema) Afsluitend gebed Eventueel persoonlijk pastoraal gesprek U kunt naar eigen inzicht variaties aanbrengen of andere onderdelen toevoegen. Onze ervaring is dat op deze manier een afwisselend clubprogramma ontstaat. David een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 5

6 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Programma onderdelen De Bijbelles In de handleidingen gebruiken we zoveel mogelijk de Herziene Statenvertaling (HSV). Als u de Bijbelles in de handleiding doorleest, zult u de volgende symbolen vinden: Centrale waarheid: De Centrale Waarheid (CW) is de kerngedachte van deze Bijbelles. Het is kern van de les die u de kinderen mee wilt geven en die ze moeten onthouden. Deze waarheid wordt in het programma uitgewerkt. Tijdens het geven van de Bijbelles wordt een toepassing van de CW gegeven, zowel voor het leven van het gelovig kind als voor het leven van het niet gelovig kind. Verder wordt de CW herhaald bij het zingen en bij het aanleren van de Bijbeltekst. Om het geleerde nog sterker te benadrukken worden kaarten gebruikt waarop de CW is geschreven; deze kaarten kunt u eenvoudig zelf maken door de CW op stevig papier te schrijven. Waar de CW in de les gebruikt wordt, wordt dit met dit symbool aangegeven. Ook ziet u of de CW alleen vermeld wordt of dat de CW op het gelovige of niet gelovig kind toegepast wordt. De CW toegepast in het leven van het kind dat in de Heere Jezus gelooft als zijn/haar Verlosser. (GK is de afkorting van gelovig kind.) De CW toegepast op het leven van een kind dat de Heer nog niet kent. (NGK is de afkorting van niet gelovig kind.) Ook wordt aangegeven op welk onderdeel van het evangelie de CW van toepassing is: Hier wordt een eigenschap van God de Vader uitgelegd, zoals Zijn liefde, rechtvaardigheid, heiligheid, de Schepper enz. Symbool voor de zonde. Zonde is rebellie tegen God. Iedereen heeft gezondigd. Voorbeelden van zonde. Gods straf voor de zonde. Het evangelie: Gods oplossing voor de zonde. Het leven en werk van de Heere Jezus, Zijn geboorte, Zijn zondeloze leven, Zijn plaatsvervangend lijden en sterven, Zijn opstanding, Zijn Hemelvaart. 6

7 Dit is voornamelijk een uitnodiging om zich te bekeren en in de Heere Jezus te geloven als Verlosser. (Markus 1:14-15) Iemand die tot geloof en bekering komt: o heeft er spijt van dat hij/zij gezondigd heeft (bekering). o gelooft dat de Heere Jezus voor hem/haar aan het kruis gestorven is. Uitnodiging We moeten niet-gelovigen uitnodigen om tot God te gaan (niet tot u). Dit doen ze niet door uiterlijk iets te doen: bijvoorbeeld handen omhoog steken of iets dergelijks. Kinderen zijn gemakkelijk te manipuleren. Geloof en bekering houdt bovendien veel meer in dan alleen een gebaar of actie. Nodig daarom de kinderen altijd uit om tot God te gaan. Dit kunnen ze doen door middel van stil gebed op dat moment of later wanneer ze alleen zijn. Dit is altijd een deel van de verkondiging van het evangelie. Het evangelie is niet iets waar je neutraal naar kunt zitten luisteren. Men omhelst het of verwerpt het. Oefen geen druk uit op de kinderen. Hier stelt de leiding zich beschikbaar voor een persoonlijk pastoraal gesprek. Dat kan zijn voor het niet gelovige kind, dat vragen heeft over hoe hij/zij in de Heere Jezus kan gaan geloven, of voor het gelovige kind om over zijn/haar problemen als kind van God te spreken. Als u de handleiding doorleest ziet u hoe u zichzelf beschikbaar kunt stellen. (LET WEL: Vertel nooit wanneer/waar u beschikbaar bent direct ná de uitnodiging. Kinderen hoeven niet naar òns te komen om in de Here Jezus te gaan geloven. Ze kunnen op elk moment tot God gaan of u er bent of niet. Uzelf beschikbaar stellen is om er voor hen te zijn - om na te kunnen praten. Deze twee aspecten moeten duidelijk gescheiden worden!) Suggesties in de kantlijn Suggesties in de kantlijn, zowel in de linker als in de rechter, geven achtergrondinformatie en aanwijzingen hoe u de les boeiender kunt maken. Deze ideeën helpen de kinderen om het vertelde beter te begrijpen. Ze richten zich vaak op verschillende leermogelijkheden van de kinderen. Voorbereiding voor de Bijbellessen Lees, liefst al een week van te voren, het Bijbelverhaal door in uw Bijbel. Als u vroeg begint kan het Schriftgedeelte doorwerken in uw hart. Bestudeer het Bijbelgedeelte. Voordat u de kinderen onderwijst, moet uzelf onderwezen worden, zodat u kunt doorgeven wat u van de Heere geleerd hebt. Denk na over wat u wilt vertellen en wat uw groep kinderen nodig heeft. Lees de handleiding door als u zich het Bijbelgedeelte voldoende hebt eigen gemaakt. Kijk waar de CW en de toepassingen staan aangegeven. Om de aandacht van de kinderen vast te houden staan de geestelijke lessen niet aan het begin van het verhaal, maar zijn ze in het verhaal verweven. David een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 7

8 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Aan het begin van iedere les staat een lesschema dat u kunt kopiëren om het bijvoorbeeld in uw Bijbel te leggen. Iedere Bijbelles is onderverdeeld in: o o o o o Inleiding: waardoor u de aandacht van de kinderen trekt. Ontwikkeling van de gebeurtenissen: hier wordt de geschiedenis verteld met daarin de geestelijke les. De climax: dit is de ontknoping van het verhaal. Het einde: de afronding van de geschiedenis. Hierna komt vaak een uitnodiging voor het niet-gelovige kind en een oproep voor het gelovige kind. Visuele hulpmiddelen De visuele hulpmiddelen, die het IKEG beschikbaar heeft, zijn: 1. Flanelfiguren (deze zijn bij deze les niet verkrijgbaar) 2. Platenboeken 3. Aanleerteksten 3. Tekstkaartjes, die de kinderen kunnen meenemen om thuis de tekst aan te leren. Flanelfiguren Deze knipt u van te voren uit en laat u zien door ze, tijdens het verhaal, op een flanelbord te zetten. Ervaring heeft geleerd dat het het beste is om de flanelfiguren per les in een doorzichtige plastic hoes te stoppen en deze in een multomap te bewaren. Flanelborden zijn bij het IKEG verkrijgbaar, maar u kunt er ook zelf één maken. Iedere les geeft aan welke flanelfiguren gebruikt moeten worden en wanneer. Waar u op moet letten: Oefen de les hardop, met gebruik van de figuren, totdat het opzetten van de platen tijdens de vertelling soepel verloopt. Sta aan één kant van het bord en plaats de figuren snel, terwijl u zoveel mogelijk oogcontact met de kinderen houdt. Houd de figuren liever niet bij het hoofd vast en sla ze ook niet op het flanelbord. Platenboek Probeer de bladzijden zo om te slaan, dat het kind alleen de plaat te zien krijgt die aan de beurt is en niet alvast de volgende plaat. Dit vereist enige oefening. U hoeft niet de hele tijd de plaat te laten zien. Door het platenboek af en toe neer te leggen en dan weer op te pakken kunt u de aandacht erbij houden. Let erop dat u zelf niet naar de platen kijkt maar naar de kinderen. Oefen de les hardop met gebruik van het platenboek, totdat de vertelling samen met dit hulpmiddel soepel verloopt. 8

9 De Bijbeltekst Kinderen vinden het leuk om teksten aan te leren, mits het op een leuke manier gedaan wordt. Wij gebruiken hier de methode: inleiding, presentatie, uitleg, toepassing, aanleren. Tips bij het aanleren van een Bijbeltekst: Begin nooit met: Nu gaan we een Bijbeltekst aanleren... maar met een leuke inleiding. Dit pakt de aandacht van de kinderen. (Inleiding) Zorg dat de kinderen altijd duidelijk weten dat de tekst in de Bijbel staat en waar ze hem kunnen vinden (bv. OT of NT). Laat het visuele hulpmiddel zien waarop de Bijbeltekst staat. (Presentatie) Leg niet de hele tekst in één keer uit, maar iedere keer een stukje, door de uitleg af te wisselen met het aanleren van de tekst. (Uitleg) Help de kinderen om niet alleen de Bijbeltekst uit het hoofd te leren - (aanleren), maar ook toe te passen in hun leven (Toepassing). Let op dat er een aparte toepassing is voor het gelovige en het niet-gelovige kind. Wissel de methodes van aanleren af. (Aanleren) Liederen Kies liederen uit die bij de Centrale Waarheid van de Bijbelles passen. Begin en eindig altijd met een lied dat de kinderen kennen. Leg de liederen kort en bondig uit. Als u een nieuw lied aanleert kunt u dezelfde methode gebruiken als bij de Bijbelteksten. Herhaling Aan het eind van iedere les staan vragen en een spelidee. Doel hiervan is om het geleerde nog eens te herhalen en te controleren of de Bijbelles goed is overgekomen. We doen dit door middel van een vragenspel om het aantrekkelijk te maken. Nog andere redenen om op deze manier te herhalen zijn: Kinderen vinden het leuk; ze houden van wedstrijden. De les wordt op een speelse wijze herhaald. Het is een stimulans om goed te luisteren. David een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 9

10 Verwerking Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Verwerking van een les kan op de volgende manieren: 1. Door het maken van een werkje. Het IKEG heeft werkjes voor oudere en jongere kinderen. Het thema van het werkje sluit meestal aan bij de CW in de Bijbelles. Tijdens het werkje kan er gelegenheid zijn voor een persoonlijk gesprek met de kinderen. 2. Groepsgesprek/activiteit. Dit kan met kinderen van alle leeftijden. Veel oudere kinderen hebben meer baat bij een groepsgesprek dan bij een werkje. Het doel hiervan is om het onderwerp van de Centrale Waarheid door te spreken, zodat de kinderen zien hoe zij het praktisch kunnen toepassen in hun leven. Rollenspelletjes kunnen hierbij een hulp zijn. Het IKEG is van mening dat, wanneer men het Evangelie verkondigt, het voornamelijk een vertelling (verbale communicatie) moet blijven. Visuele hulpmiddelen zijn er om de Bijbelles (verbale communicatie of vertelling) te versterken en begrijpelijk te maken. (Zo heeft de Heere Jezus het ook gedaan). Sketches, drama en mime kunnen soms als inleiding tot de Bijbelles gebruikt worden, maar het liefst voor of na het programma als verwerking van de Centrale Waarheid. Ze vervangen nooit de Bijbelles (vertelling) zelf. Ook adviseren we u om niet het Bijbelgebeuren uit te spelen, want dan stapt u over naar visuele verkondiging. Hoewel dit leuk kan zijn voor de kinderen, is het niet zoals God het bedoeld heeft. Laat de kinderen liever de Centrale Waarheid, het thema en/of dagelijkse situaties waar ze mee te maken hebben uitspelen, of op andere manieren verwerken. Zorg ook dat uw visuele hulpmiddelen passen bij de aard van de Bijbel en de grootheid van God en dat uw uitgangspunt voornamelijk is - wat tot eer van God is, in plaats van wat de kinderen leuk vinden; anders zijn ze geen hulpmiddel meer, maar een hindernis om de ware Bijbelse boodschap over te brengen. Besluit Wij hopen en bidden dat deze lessenserie zowel u als de kinderen tot zegen zal zijn en een belangrijk instrument om kinderen bij de Heere Jezus te brengen. En wie zo n kind ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. (Mattheüs 18:5). 10

11 Evangelisatie & discipelschap onder kinderen Hoe leg je het Evangelie aan een kind uit? 1. Verlossing is des Heeren. (Jona 2:9; Efeze 2:8) Verlossing is het werk van God. Zijn Geest overtuigt van zonde, geeft berouw in het hart van het kind en brengt het kind tot geloof. (Johannes 6:63, 16:8). De Heere wil u echter als instrument gebruiken om het evangelie uit te leggen. (Romeinen 10: 14) 2. Leg het kind uit dat hij verlossing nodig heeft. Zijn grootste probleem is dat zijn zonde scheiding maakt tussen hem en God. Daardoor kan hij niet naar de hemel gaan. Niemand is van zichzelf goed genoeg om in de hemel te komen. (Romeinen 3:23; Romeinen 5:12; Jesaja 59:2). 3. Vertel het kind door Wie en hoe hij gered kan worden. De Heere Jezus heeft in Zijn plaats de straf voor de zonden aan het kruis gedragen. Hij is gestorven, begraven en na drie dagen opgestaan. (1 Korinthe 15: 3, 4) God wil het kind vergeving schenken en het redden. (2 Petrus 3:9, Johannes 6:40). God nodigt het kind uit dit geschenk, (nl. de vergeving van zijn zonden en het eeuwige leven in Zijn Zoon Jezus Christus), te ontvangen door zich te bekeren en het goede nieuws te geloven. (Markus 1:15; Romeinen 10:13; Handelingen 16:31; Johannes 1:12) Het kind mag door gebed tot God gaan om Hem te vragen zijn zonden te vergeven en om hem Zijn kind te maken. (Jesaja 1:18; Lukas 18:13,14; Hebreeën 4:7b, 16) 4. Vertel het kind wat God in Zijn Woord zegt over de zekerheid van zijn verlossing. (Romeinen 8:15,16) Zekerheid komt door het werk van de Heilige Geest in het leven van het kind doordat Hij het kind wedergeboorte geschonken heeft. De Heilige Geest gebruikt verder Gods Woord om deze zekerheid te bevestigen. (1 Johannes 5:12, 13; Johannes 3: 36). U kunt het kind die zekerheid niet geven, laat God het doen door Zijn Woord. U kunt wel het kind aanmoedigen om God op Zijn Woord te vertrouwen, want Zijn Woord is waar. Wijs het kind op de beloften in Gods Woord hierover. (bijvoorbeeld Romeinen 10:13; Johannes 1:12; Handelingen 16:31.) 5. Leer het kind om getuigenis af te leggen van zijn geloof. Eerst aan u of een andere medewerker, dan aan familie, vriendjes en wellicht in de gemeente. (Mattheüs 10: 32) David een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 11

12 Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen? Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding 1. Vraag aan het kind of hij in de Heere Jezus gelooft als zijn Verlosser. (Een ja/nee antwoord is niet voldoende.) Wanneer hij hierover onduidelijk is, dan heeft hij het Evangelie misschien nog niet begrepen. Leg het Evangelie uit zoals hiervoor beschreven. 2. Wanneer het kind zijn vertrouwen op de Heere Jezus gesteld heeft,leer hem dan om zich helemaal aan God toe te wijden, door God in alles te gehoorzamen. (Romeinen 12: 1 of 1 Korinthe 6: 19, 20) 3. Leg het kind uit dat de Heilige Geest in Gods kinderen woont. (1 Korinthe 6: 19; 1 Johannes 3: 24) Door de Bijbel spreekt de Heilige Geest tot hem en vertelt hem hoe hij moet leven. (Johannes 14: 26) Dit is bijvoorbeeld door zijn ouders gehoorzaam zijn te zijn (Kolossenzen. 3: 20), een getuige van Christus te zijn (Handelingen 1: 8), tijd nemen om de Bijbel te lezen en te bidden (1 Timotheüs 2: 1-5; 4: 15; 2 Timotheüs 2: 15) en bij alles wat hij doet te leven zoals God het wil. (1 Timotheüs 4: 12) 4. Wanneer je met het kind over deze dingen gesproken hebt, ga dan samen met hem in gebed. Laat het kind aan de Heere Jezus vertellen dat hij Hem wil gehoorzamen en volgen. 5. Vertel het kind wat het moet doen als het gezondigd heeft. Leg uit dat hij God zijn zonden mag belijden en dat de Heere hem dan vergeeft. Help hem te begrijpen hoe hij daarna God weer kan gehoorzamen. Leer hem om God de eerste plaats te geven in zijn leven. (1 Johannes 1: 9; Spreuken 3: 5, 6) 12

13 Les 1 Israël wil een koning Lesoverzicht Bijbelgedeelte: 1 Samuël 8-10 Bijbeltekst om aan te leren: De Heere is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Psalm 23:1, 2 Centrale Waarheid: Toepassing gelovig kind: Gods wegen zijn beter dan onze wegen. Leef zoals God dat wil. Toepassing niet-gelovig kind: Keer je van je eigen zondige weg af naar Gods weg. Visuele hulpmiddelen: Platen 1:1-6 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Een landkaart van Israël. Beschikbaar stellen: Verwerking: Stel uzelf beschikbaar voor een pastoraal gesprek met de kinderen tijdens één van de programma onderdelen. Werkje David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 13

14 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Lesschema I. INLEIDING Ben je weleens eigenwijs geweest? II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. Het volk vraagt om een koning. B. De prijs van een koning. C. Het volk wil nog steeds een koning. D. God zegt tegen Samuël: Morgen E. Saul zoekt de ezelinnen. F. Saul ontmoet Samuël. G. Saul wordt gezalfd. CLIMAX H. Saul is gekozen, maar waar is hij? EINDE I. Saul wordt tot koning uitgeroepen. 14

15 Aanleren van de Bijbeltekst Tekst om aan te leren, een psalm van David: De Heere is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Psalm 23:1 en 2 Inleiding Wie weet wat een herder is? (verwacht antwoord; misschien hebben sommige kinderen wel eens een herder gezien.) Een goede herder zorgt ervoor, dat zijn schapen alles krijgen wat ze nodig hebben. Deze psalm werd door een herder geschreven, die David heette. Over hem gaan we de komende weken een heleboel horen. David geloofde in de Heere God, en David wist, dat, zoals hij op de schapen paste, de Heere God op hem paste. Presentatie Lees de tekst voor uit uw Bijbel; laat hierdoor duidelijk zien dat de tekst uit de Bijbel komt. U kunt ook één van de kinderen vragen om de tekst voor te lezen. (Het is verstandig dat dan van te voren met het kind af te spreken, zodat hij/zij even kan oefenen.) Laat nu de aanleertekst zien en lees hem eenmaal met elkaar op. Uitleg Wat heb je allemaal nog nodig als de Heere je Herder is? (verwacht antwoord) De Heere geeft jou alles wat je nodig hebt. Dat deed Hij ook voor het volk Israël en toch vonden ze dat ze iets misten, namelijk een koning. Eigenlijk hadden ze geen koning nodig, want God was hun Koning en een betere Koning konden ze niet krijgen. Als jij gelooft dat de Heere Jezus voor jouw zonden aan het kruis is gestorven, dan is de Heere Jezus jouw Herder. Dan geeft Hij jou alles wat je nodig hebt. Maar de Heere Jezus geeft jou niet alles wat jij wilt hebben. Waarom niet? (verwacht antwoord) Wees maar blij, dat je niet alles krijgt wat je maar wilt. God weet veel beter wat goed voor ons is, dan dat we dat zelf weten. (Misschien wilt u een persoonlijke ervaring doorgeven waar in u gemerkt hebt hoe de Heere voor u gezorgd heeft. Eigen ervaringen spreken kinderen erg aan.) 15 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

16 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Niet gelovig kind: Toepassing De Heere Jezus kan pas jouw herder zijn als jij in Hem gaat geloven. Als je dat nu niet goed begrijpt, kom dan na afloop van de club (bijvoorbeeld tijdens het maken van het werkje) bij mij en dan kunnen we er samen verder over spreken. Gelovig kind: Als jij gelooft dat de Heere Jezus voor jouw zonden aan het kruis is gestorven, dan is de Heere Jezus jouw Herder. Dan geeft Hij jou alles wat je nodig hebt. Maar de Heere Jezus geeft jou niet alles wat jij wilt hebben. Waarom niet? (verwacht antwoord) Wees maar blij, dat je niet alles krijgt wat je maar wilt. God weet veel beter wat goed voor ons is, dan dat we dat zelf weten. (Misschien wilt u een persoonlijke ervaring doorgeven waar in u gemerkt hebt hoe de Heere voor u gezorgd heeft. Eigen ervaringen spreken kinderen erg aan.) Aanleren Het is gebleken dat als kinderen de tekst 10 keer met elkaar opzeggen, ze hem redelijk van buiten kennen. Schrijf van tevoren op 10 papierstrookjes, wie de tekst mogen opzeggen. Bijvoorbeeld: alleen de jongens, alleen de leiding, alleen de meisjes, alle kinderen met sportschoenen aan, alle kinderen die van spinazie houden enz. Stop deze in een zak. Om de beurt mag iemand een strook uit de zak trekken. Bedek na elke keer opzeggen een steeds groter gedeelte van de tekst, of haal gedeelten weg. Bijbelles Inleiding Ben jij wel eens eigenwijs? Ik wel. Daniël (of een andere naam, liefst niet van een kind dat u op de club heeft.) ook. Hij was bij zijn vader in de werkplaats. Hij vond het leuk om te zien hoe zijn vader dingen van hout maakte. Terwijl zijn vader druk bezig was, pakte Daniël een zaagje en een stuk hout. Hij dacht, dat hij het net zo goed zou kunnen als zijn vader. "Daniël, niet doen! Je houdt de zaag op de verkeerde manier vast; ik zal je laten zien hoe het wel moet," riep zijn vader. 16 "Laat maar pappa, ik weet precies hoe het moet," zei Daniël.

17 Laat een landkaart zien van het land met daarop de plaats waar dit verhaal zich afspeelt (in Rama). Laat in uw stem de emoties doorklinken die Samuël ongetwijfeld gehad zal hebben. Laat de kaart met de Centrale Waarheid zien. En meteen probeerde hij het hout door midden te zagen. Maar, o wee! De zaag gleed uit, precies in Daniëls vinger. Daniël wilde het hout op zijn manier doorzagen. Maar hij had naar zijn vader moeten luisteren, dan had hij het op de goede manier gedaan. Ontwikkeling van de gebeurtenissen Lang geleden was het volk Israël ook eigenwijs. Ze woonden nu al 450 jaar in het land dat God hen had gegeven. God had mannen uitgekozen om hen te leiden en te vertellen hoe God wilde dat zij zouden leven. Die mannen heetten Richters. Plaat 1-1 Samuël was al een hele tijd richter van Israël. Maar nu hij oud geworden was vond het volk dat zij niet langer een richter nodig hadden om hen te leiden. Ze vonden dat ze beter een koning konden hebben, net als de andere volken. En daarom gingen hun oudsten naar de Samuël. "Samuël," zeiden ze, "U wordt oud; en uw zonen zullen nooit goede richters over ons worden. Geef ons een koning om over ons te regeren." Een koning! Wist dit volk niet dat God hun Koning was? Ze waren anders dan de andere volken. De Israëlieten hadden nog nooit een mens als koning gehad. God had altijd over hen geregeerd en hen Zijn wetten gegeven. Een mens kan gemeen zijn en wreed. Een mens zou hen kunnen verleiden tot verkeerde dingen, maar God niet. Gods wegen zijn beter dan de wegen van een mens. Zijn weg is altijd eerlijk en goed, want God is volmaakt; Hij maakt nooit fouten. Hij is heilig en wijs, daarom is alles wat Hij doet volmaakt. In de Bijbel staat twee keer: "Gods weg is volmaakt" (2 Samuël 22: 31; Psalm 18: 30). Geen koning zou zo over hen kunnen regeren als God. Het was verkeerd van het volk om een koning te willen hebben. Het was verkeerd dat ze net zo wilden zijn als de andere volken. Samuël was erg geschokt door de zonde van het volk. Jarenlang had hij God trouw gediend. Hij had dit volk geleid en hen geleerd God te gehoorzamen, omdat Gods weg altijd de beste is. Hij zal het wel niet leuk gevonden hebben dat zij hem als leider aan de kant wilden zetten. Maar Samuël zei niets, hij ging alleen maar tot God bidden. Plaat 1-2 Nu was God boos op het volk. Ze hadden gezondigd door om een koning te vragen (1 Samuël 12: 19; Hosea 13:11). Ze wilden op hun eigen manier leven en niet op Gods manier. Ze wilden liever 17 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

18 dat een koning over hen regeerde dan God. Daarom zal Samuël wel erg verbaasd geweest zijn over Gods antwoord op zijn gebed. Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding "Luister naar wat het volk tegen je zegt," zei God tegen Samuël. "Ze zijn niet in opstand gekomen tegen jou, maar tegen Mij. Ze willen niet dat Ik over hen regeer. Sinds Ik hen uit het land Egypte heb gehaald, hebben ze Mij aan de kant gezet en andere goden gediend. Nu hebben ze zich weer tegen Mij gekeerd. Luister naar hun verzoek, maar waarschuw hen en maak hen duidelijk wat het betekent om door een koning geregeerd te worden." Herhaal plaat 1-1 "Wisten jullie wel wat jullie vroegen, toen jullie zeiden dat jullie een koning wilden?" vroeg Samuël, toen hij voor de oudsten van het volk stond. "Weten jullie wel wat het betekent om door een koning geregeerd te worden? Hij zal jullie zonen nemen om in het leger te vechten. Hij zal jullie dochters nemen om parfums voor hem te maken en eten te koken. Hij zal jullie beste velden en wijngaarden nemen en die aan zijn eigen dienaren geven. Hij zal jullie hoge belastingen opleggen. Jullie zullen zelfs zijn slaven worden. Op het laatst zullen jullie het uitschreeuwen en wensen dat jullie geen koning hadden, maar de Heere zal niet naar jullie luisteren." Nu zou het volk wel van gedachten veranderen! Nu zouden ze zeker geen koning meer willen hebben! "We willen toch een koning," antwoordden zij. "Wij willen net zo zijn als de andere volken om ons heen. Onze koning zal voor ons uittrekken en voor ons oorlog voeren. Wij willen een koning." Wat waren die oudsten dom! Ze wisten wat God wilde. Ze wisten dat het beter was om God te gehoorzamen, maar ze wilden hun eigen gang gaan. Ze wilden niet naar die waarschuwingen luisteren. Waarom deden ze zo? (Laat de kinderen de vraag beantwoorden.) Omdat zij zondaren waren. Net zoals jullie en ik. We zijn allemaal als zondaren geboren, en zondaren zijn eigenwijs. God zegt dat wij Hem moeten liefhebben met ons hele hart. Hij moet voor ons belangrijker zijn dan al het andere in ons leven. Hoe staat het met jou? Is een potje voetballen of naar de televisie kijken voor jou belangrijker dan naar de Goed Nieuws Club te gaan? Het is zo gemakkelijk om iets anders meer belangrijk te vinden dan de dingen van de Heere God. Vaak doe je iets wat de Heere God niet fijn vindt. God zegt dat wij net zoveel van anderen moeten houden als van ons zelf; maar vaak houden we meer van onszelf. Dit is verkeerd, de Heere God noemt dit zonde. Ga jij ook gauw vooraan staan of probeer je zelf het meeste te krijgen als er iets lekkers is? Ben je wel eens zó boos op iemand geweest, dat je zelfs 18

19 Laat de kinderen een kaart zien om aan te wijzen waar Rama lag. Van deze ontmoeting kunt u een klein rollenspel maken. met hem ging vechten? Onze manier van leven is zo anders dan de manier waarop God wil dat wij zullen leven. We zijn vaak net zo zondig en eigenwijs als het volk Israël dat een koning wilde. Toen Samuël weer ging bidden, vertelde God hem dat het volk een koning zou krijgen. Wat zal Samuël een verdriet gehad hebben toen hij de leiders weer terugstuurde naar hun steden. Kort daarna sprak God weer met Samuël. "Morgen, ongeveer dezelfde tijd, zal ik een man uit het land van Benjamin naar je toesturen. (Benjamin was de naam van één van de 12 stammen van het volk Israël.) Hem moet je koning maken over Mijn volk." "Morgen... iemand... hij... koning maken?" Wat zal Samuël veel vragen in zijn hoofd hebben gehad, maar het enige wat hij kon doen was afwachten. Want God was al aan het werk geweest. Als onderdeel van Gods plan waren er twee dagen geleden een paar ezelinnen weggelopen. God wist waar de ezelinnen waren maar, wat nog belangrijker was, Hij wist wie ze zou gaan zoeken. Plaat 1-3 De ezelinnen waren van een belangrijke boer die Kis heette. In de hele omtrek waren de ezelinnen niet te vinden. Dus stuurde Kis zijn zoon Saul en een knecht er op uit om naar de ezelinnen te zoeken. Ze doorzochten de dalen, ze beklommen de heuvels. Ze keken uit over de vlakten. Maar de ezelinnen van Kis waren in geen velden of wegen te bennen. Na drie dagen zoeken, gaf Saul het op. "Laten we naar huis gaan," zei hij tegen de knecht. "Mijn vader zal zich nu ongeruster over ons maken dan over de ezelinnen." "Wacht even," antwoordde de knecht. "Laat me even nadenken. We zijn toch vlak bij Rama? Daar woont een man die namens God spreekt. Ik heb gehoord dat hij een groot man is en dat alles wat hij zegt uit komt. Laten we hem gaan zoeken. Misschien kan hij ons vertellen waar de ezelinnen zijn." Saul was het er mee eens, dus gingen ze op weg naar Rama. Toen ze de heuvel naar de stad opklommen, kwamen ze een paar meisjes tegen, die naar de put gingen om water te halen. "Is de man Gods hier?" vroegen de beide mannen. "Ja, hij is vandaag gekomen. Zodra u de stad binnenkomt vindt u hem," legden de meisjes uit. 19 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

20 "De mensen wachten op hem want hij gaat het offer zegenen, voordat ze aan tafel gaan om te eten. Ga dus maar vlug!" Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Saul en zijn knecht gingen snel de stad in. De eerste die zij tegenkwamen was Samuël, maar ze wisten niet dat hij de man was, die zij zochten. Plaat 1-4 Toen Samuël Saul op zich af zag komen zei God tegen hem: "Dit is de man over wie Ik je verteld heb. Dit is de nieuwe koning." Op hetzelfde moment stapte Saul op Samuël af. "Kunt u mij vertellen waar ik de man Gods kan vinden?" vroeg hij. "Ik ben de man die je zoekt," zei Samuël. "Ga de heuvel op waar de mensen zitten te wachten, want u komt bij mij eten. Morgenochtend zal ik u alles vertellen wat u wilt weten. Tussen twee haakjes, maakt u zich geen zorgen over de ezelinnen die u drie dagen geleden kwijt bent geraakt; ze zijn teruggevonden. Bovendien weet u wel dat alle rijkdommen van Israël van u zijn?" Saul was stomverbaasd! Hoe wist de man Gods van de ezelinnen? En wat bedoelde hij met: "weet u wel dat alle rijkdommen van Israël van u zijn?" Het kwam niet in Saul opdat hij koning zou worden. Hij vond niet dat hij erg belangrijk was. Het volk wilde een koning en God was bezig hun er één te geven. Door het hebben van een koning, zou het volk Israël een les leren. God zou hen laten zien dat Zijn plannen met hen beter waren dan hun eigen kortzichtige plannen. Het was fout om Hem ongehoorzaam te zijn en hun eigen gang te gaan. Soms moeten ook gelovige jongens en meisjes leren dat Gods wegen beter zijn dan menselijke wegen. Als jij de Heere Jezus kent als jouw Verlosser, dan moet jij zo gaan leven als God wil. Richard was christen geworden. Hij wist dat God wilde dat hij zijn ouders, zijn meester en het hoofd van de school gehoorzaamde. Maar Richard hoorde bij een schoolbende en daar wilde hij graag bij blijven. Hij vertelde aan niemand dat hij was gaan geloven; hij was bang dat ze hem zouden uitlachen. Dus deed hij mee als die kinderen het leven van de meester zuur maakten. De dingen liepen uit de hand en in een weekend smeten een paar jongens een ruit in van de aula van de school. Richard was daar ook bij en werd samen met een paar andere jongens gepakt. Nu zat hij in de problemen; hij schaamde zich diep. Hij begreep nu, dat hij nooit bij die bende had mogen blijven toen hij christen werd. God gebruikte deze situatie om hem te leren te leven zoals God het wilde. De Israëlieten moesten deze les ook leren, en dus gaf God hun de koning waar ze om gevraagd hadden. Kijk verbaasd als u dit verteld. Laat de kaart met de Centrale waarheid zien. 20

21 Gezalfd zijn betekent dat je door God gekozen bent voor een speciale taak. Dan kunnen we er samen over praten, want het is heel belangrijk dat je het begrijpt. Als je echt in de Heere Jezus gelooft, dan houd je van God en wil je Hem gehoorzamen - en niet, zoals de Israëlieten, alleen met je woorden. Maar de man die hun koning zou worden snapte er helemaal niets van. Hij vroeg zich af waarom hij als een belangrijk man behandeld werd. Toen Saul en zijn knecht aan tafel gingen, merkten ze dat er al 30 mensen zaten te wachten tot ze konden beginnen. Wat vond Saul het vreemd toen hij en zijn knecht de belangrijkste plaatsen kregen. En bovendien had de kok instructies gekregen om het beste stuk vlees aan Saul te geven. De man Gods had, toen ze van plan waren dit feest te houden, het stuk vlees speciaal voor Saul apart laten zetten. Nu snapte Saul er werkelijk niets meer van. Hij was per slot van rekening maar een boerenjongen die er op uitgestuurd was een paar ezelinnen te zoeken. En nu zat hij hier, tussen al die mensen met Samuël te praten, iemand die doorgaf wat God te zeggen had. Saul bleef zelfs bij Samuël slapen, voordat hij de volgende morgen weer naar huis ging. Toen Samuël, de man Gods, met Saul en zijn knecht naar de rand van de stad liepen, werd de knecht vooruit gestuurd. Samuël wilde alleen met Saul spreken. "Ik heb een boodschap van God voor u," zei hij. Plaat 1-5 Samuël haalde uit zijn mantel een kruik met olijfolie te voorschijn. Hij ging naar Saul toe en goot de olie over zijn hoofd uit. Als in die tijd bij iemand olie over zijn hoofd werd gegoten, was dat een teken dat die persoon gekozen was voor een bijzonder doel. Saul was nu tot koning 'gezalfd'. "De Heere heeft u uitgekozen om koning over Zijn volk te zijn," zei Samuël. Om te bewijzen dat wat hij gezegd had, waar was, beschreef Samuël wat er later op die dag zou gebeuren. "Saul, u zult eerst twee mannen ontmoeten bij Rachels graf," zei hij. "Zij zullen u vertellen dat de ezelinnen gevonden zijn en dat uw vader zich zorgen maakt over u. Dan zult u drie mannen tegenkomen. Eén van hen zal driejonge bokjes dragen; een ander drie broden en de derde zal een kruik wijn bij zich hebben. Ze zullen u twee broden geven. Nog weer later zult u een groep profeten ontmoeten, die op instrumenten spelen en God loven. God laat u met hen mee doen en u zult een ander mens worden." 21 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

22 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Saul vond het allemaal maar wat vreemd. Maar Samuël ging door: "Als u al deze dingen ziet gebeuren, zult u weten dat God met u is. Over zeven dagen zal ik komen en u laten zien wat u moet doen." Toen hij naar huis liep, merkte Saul dat alles precies zo gebeurde als hem gezegd was. Toen hij eindelijk thuis kwam, zag zijn familie dat Saul veranderd was. Hij was op één of andere manier anders dan anders, maar ze konden het niet goed uitleggen. Saul sprak er met geen woord over dat hij gezalfd was om de nieuwe koning te worden. Maar eens moest iedereen het weten. Die dag brak aan toen Samuël, de man Gods, het hele volk Israël samenriep. Hij stond op en zei: "Dit zegt de God van Israël tot jullie: 'Ik heb u uit Egypte geleid en u van uw vijanden bevrijd. Toch verwerpt u nu uw God door te zeggen dat u een koning wilt. Gaat u nu bij uw eigen stam en uw eigen familie staan." Samuël keek naar de verschillende stammen. "Wie zou er koning worden?" vroeg het volk zich af. Het eerst werd de stam Benjamin gekozen. Elke familie uit die stam kwam bij Samuël. Toen werd uit die stam de familie van Kis gekozen. Uiteindelijk werd Saul als de nieuwe koning aangekondigd. Maar... waar was hij? Saul was nergens te bekennen! Weten jullie waar hij was? God wist het en Hij zei tegen het volk: "Saul verstopt zich tussen de bagage." Misschien was Saul verlegen of bang voor wat er ging gebeuren. Het volk rende weg om hem te zoeken en bracht hem voor heel Israël. Plaat 1 6 "Zien jullie nu degene die de Heere heeft uitgekozen?" riep Samuël. "Er is niemand onder jullie zoals hij." Saul was de grootste van alle mannen. Hij was knap om te zien; precies de man die het volk als koning wilde hebben. "Lang leve de koning," riepen ze uit: "lang leve de koning! Hoera!" Wat vonden ze het fijn, dat ze nu net als de andere volken een eigen koning hadden. Bijna iedereen was blij toen ze weer naar huis gingen. Maar wat zal Samuël verdrietig geweest zijn toen hij zag hoe het volk Israël gekozen had voor wat zij wilden, een mens als koning. Ze hadden alleen maar op God moeten vertrouwen. God had hen gemaakt; Hij had hen uitgekozen tot Zijn bijzonder volk. Alleen Hij wist wat het beste voor hen was, maar zij waren eigenwijs. Heeft God jou vandaag laten zien, dat ook al ben jij een christen, je soms niet doet wat Hij zegt en er voor kiest je eigen weg te gaan? Gods weg is veel en veel beter. Wees niet zoals de 22 Kleuters kunt u de zoektocht naar Saul laten uitspelen. Eén kind is Saul en de anderen moeten hem zoeken.

23 Israëlieten. Wees niet zoals Richard, die eigenwijs was en in de bende bleef, totdat God hem een harde les leerde. Wil je nu op dit moment, stilletjes in je hart, God vragen jou te vergeven? Vraag Hem jou te helpen zo te leven, als Hij dat wil. Als je niet in de Heere Jezus gelooft, dan ga je nog steeds je eigen zondige weg. Die weg leidt naar de eeuwige straf. De Heere Jezus wil dat jij bereid bent om Hem jouw leven te laten veranderen. Hij wil dat jij op Hem vertrouwt, zodat Hij je kan redden. De Heere Jezus nam de straf op Zich die wij zondaren verdiend hebben. Hij is voor ons gestorven. Hij is de Enige die je kan helpen om op de goede manier te leven - Gods manier. Waarom vraag je de Heere Jezus niet nu om jouw je zonden te vergeven? Je kan tegen Hem zeggen: "Lieve Heere Jezus, ik weet dat ik op de verkeerde weg ben. Ik ben een zondaar en ik heb het nodig dat U mij verlost en op de rechte weg zet. Ik geloof dat U voor mij gestorven bent. Wilt U mij nu redden." De Heere Jezus heeft gezegd: "Ik ben de weg" (Johannes 14: 6). Op het moment dat jij in Hem gaat geloven, kom je op Gods weg, de beste weg, de enige juiste weg. David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 23

24 Herhalingsspel Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding 24 Wat zijn dat voor "e's"? Teken de streepjes met de letters zoals ze hieronder staan op een bord of stuk papier. Het lint met 1e kunt u erop vastplakken of erop tekenen e - e e - e e - e - e -. (Gods wegen zijn beter dan onze wegen) Voordat het spel begint wijst u erop dat de e s al ingevuld zijn. Uiteraard past u de vragen aan bij de leeftijdsgroep van de kinderen die op uw club komen. 1. We hoorden over de Israëlieten, die eigenwijs waren. Wat wilden zij? (Zij wilden een koning.) 2. Waarom was Samuël teleurgesteld toen zij een koning eisten? (Hij zei dat God hun Koning was en dat zij nu een mens over zich wilden laten regeren in plaats van God.) 3. Waarom wilden zij een koning? (Zij wilden net zo zijn als de andere volken die ook een koning hadden.) 4. Samuël waarschuwde hen voor de nadelen van het hebben van een koning. Kun je een paar van Samuëls waarschuwingen opnoemen? (De koning zou hun zonen en dochters nemen om in het leger te vechten, om voor hem te koken en hen zelfs tot slaven maken. Hij zou hun velden en wijngaarden nemen en hoge belastingen heffen.) 5. Waarom gaan wij liever onze eigen weg in plaats van Gods weg? (Wij gaan onze eigen weg omdat we met een zondig hart geboren zijn.) 6. Waarom denken jullie dat God de ezelinnen liet weglopen? (Zodat Samuël en Saul elkaar zouden ontmoeten.) 7. Wat voor teken deed Samuël bij Saul, waardoor hij kon weten dat hij koning zou worden? (Hij goot olie over zijn hoofd uit.) 8. Waar verstopte Saul zich toen iedereen de nieuwe koning wilde zien? (Hij verstopte zich tussen de bagage.) 9. Als gelovige jongens of meisjes iets verkeerds doen, zoals Richard b.v. deed, wat moeten ze dan doen? (Zij moeten tegen de Heere God zeggen dat ze er echt spijt van hebben en vragen of Hij hen wil vergeven en hen wil helpen het nooit weer te doen.) Nodig: (school)bord of vel papier. Maak medailles met een 1 e erop. De groep die wint krijgt deze. Verdeel de groep in twee teams. Stel aan elk team om de beurt een vraag. Als een kind een vraag goed beantwoordt, krijgt het team een punt en mag het een letter raden. Als de letter fout is, schrijft u hem aan de zijkant. Is die letter goed, dan vult u die in op de streepjes en daarmee krijgt het team ñog een punt. Als een kind kan raden wat er staat, dan verdient het team twee extra punten. Het team met de meeste punten is winnaar. (Werk op deze manier nog een zinnetje uit, zodat u gewoon verder kunt gaan als het te snel geraden wordt.)

25 . 10. Als je in de Heere Jezus gelooft en je doet weer verkeerde dingen, gaat de Heere Jezus dan weg uit je leven? (Nee.) 11. Hoe kan iemand die op zijn eigen zondige manier leeft, veranderd worden en op Gods manier gaan leven? (Geloven dat de Heere Jezus je zonden heeft gedragen, Hem aannemen als je Verlosser en Hem gehoorzamen, zodat Hij je kan helpen om te leven zoals Hij het wil.) 12. Is het volgende waar of niet waar. Ook jij kunt bij de Heere Jezus gaan horen? (Waar.) Praktijkoefening Geef elk kind één vel papier dat in vier stukken is verdeeld (of geef ze vier kleine velletjes). Vraag hen vier dingen te tekenen. 1. Teken wat de Israëlieten wilden. 2. Teken iets waaruit blijkt dat Richard zijn eigen gang ging. 3. Teken iets waaruit blijkt hoe jij of iemand die jij kent zijn eigen gang gaat. 4. Teken een plaatje van iemand die doet wat God zegt. Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 25

26 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Les 2 Sauls ongehoorzaamheid Lesoverzicht Bijbelgedeelte: 1 Samuël Bijbeltekst om aan te leren: Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam. - Psalm 23:3 Centrale Waarheid: God straft zonde. Toepassing niet-gelovig kind: Als jij in je zonden blijft, zal dat leiden tot eeuwige straf. Toepassing gelovig kind: Dank de Heere Jezus dat Hij jouw straf op Zich heeft genomen. Visuele hulpmiddelen: Platen 2:1-6 De centrale waarheid en de toepassing voor het gelovig kind uitgeschreven of uitgeprint. Beschikbaar stellen: Verwerking: Stel uzelf beschikbaar voor een pastoraal gesprek met de kinderen tijdens één van de programma onderdelen a - jongere kinderen b oudere kinderen 26

27 Lesschema I. INLEIDING Het volk had een eigen koning. II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. Samuël onderwijst het volk. B. Donder en bliksem. C. Het volk geeft zijn zonde toe - Samuël waarschuwt. D. De Filistijnen vallen aan. E. Saul is ongehoorzaam. F. "Uw zoon zal geen koning worden". G. Saul krijgt opdracht om de Amalakieten te doden. H. God spreekt tot Samuël. I. Samuël wijst Saul op zijn ongehoorzaamheid. III CLIMAX J. Samuël doodt Agag. IV EINDE Samuël laat Saul, die door God verworpen is, alleen. David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 27

28 Aanleren van de Bijbeltekst Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Tekst om aan te leren: Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam. - Psalm 23:3 Inleiding De vorige keer hebben jullie gehoord, dat de herder voor de kudde zorgt. Maar hij zórgt niet alleen voor de kudde, hij is ook de leider van de kudde. De schapen moeten hem gehoorzamen. Nu zijn schapen dom, ze willen altijd weglopen. Een herder kan twee dingen doen als een schaap weg wil lopen: hij tikt met zijn staf op het schaap en dwingt hem zo terug, of hij doet een steentje in een slinger en gooit dat naar het schaap. Het schaap schrikt dan en gaat terug. Zo zorgt de herder dat de schapen de goede kant op gaan. Presentatie Lees uit de Bijbel voor: Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam. Laat de aanleertekst zien en zeg hem één keer met elkaar op. Uitleg Hij verkwikt mijn ziel: soms zijn schapen te moe om verder te lopen; dan zorgt de herder dat ze te drinken krijgen en eerst wat uitrusten. Soms als jij moe bent of je hebt wat vervelends meegemaakt, is het niet zo gemakkelijk om aardig te zijn. Maar God wil je op dat moment helpen om toch niet vervelend te gaan doen. Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid: een schaap voelt wel eens de staf op zijn hals of een steentje tegen zijn kop, dan weet hij, dat hij de verkeerde kant oploopt. Loop jij wel eens de verkeerde kant op? (wacht op reactie) Ik denk dat wij dat allemaal wel doen. Hoe roept de Heere God ons terug? Als jij ondeugend geweest bent en je krijgt straf, dan kan dat het steentje zijn waarmee God de Herder jou terugroept. (U kunt ook een ervaring van uzelf of van uw kinderen er aan toevoegen.) omwille van Zijn Naam: God wil dat wij Hem altijd gehoorzamen. Denk maar aan Saul hoe het mis kan gaan als wij niet gehoorzaam zijn. En of je nu een kind bent of een volwassene, je moet het steeds blijven leren. Tot je in de hemel komt. 28

29 Zeg dit opgewonden en enthousiast. Toepassing Niet gelovig kind: Misschien ben jij geen schaap van de kudde, omdat jij niet gelooft dat de Heere Jezus voor jouw zonden is gestorven. Maar als je vandaag nog zegt: Heere Jezus ik geloof dat U gestraft bent voor mijn zonden, wilt U mij vergeven en de Baas over mij worden, dan ga jij ook bij de kudde horen. Aanleren Ping pong. Verdeel de groep in tweeën. Laat ze om de beurt één woord van de tekst zeggen. Als afwisseling kunt u drie partijen vormen, die een woord zeggen. Of het eerste kind begint met het eerste woord, het tweede met het tweede enz. Laat ze op die manier de tekst minstens drie keer opzeggen. Bijbelles Inleiding Plaat 2-1 Hiep, hiep, hiep, Hoera! Leve de koning! God zegene de koning!" Eindelijk hadden de Israëlieten zelf een koning! Saul was niet langer meer een verlegen boerenzoon. Hij had een geweldig leger van man verzameld en had de wrede Ammonieten verslagen, nadat ze Israël hadden aangevallen. Het volk vond het geweldig om een koning te hebben, die hen in de strijd kon aanvoeren. Toen de slag was gewonnen riep Samuël al het volk bij elkaar in Gilgal. Nu was het tijd om een belangrijke aankondiging te doen. "Zie jullie koning," riep hij. "De Heere heeft jullie de koning gegeven, waar jullie om gevraagd hebben." Maar er klonk door deze aankondiging ook een ernstige waarschuwing. Samuël waarschuwde het volk: "Als u de Heere liefhebt en Hem gehoorzaamt en u zich houdt aan Zijn bevelen, dan zal het u goed gaan. Maar als u God niet gehoorzaamt, zal Hij u straffen, zoals Hij altijd gedaan heeft." (U kunt de woorden van Samuël ook uit 1 Samuël 12: lezen.) Gods boodschap was heel duidelijk. We zien in de Bijbel dat deze boodschap ook voor ons geldt: God straft iedereen die Hem niet wil gehoorzamen. 29 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

30 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Hoor jij bij God? Ben je toch ongehoorzaam aan Hem? Je mist dan Zijn vrede Zijn rust. Vertel (belijdt) aan Hem je zonden, je ongehoorzaamheid. Dan is het weer in orde tussen jouw en God. Dank de Heere Jezus er voor dat Hij jouw straf gedragen heeft. Misschien denken jullie dat het niet zo erg is om ongehoorzaam te zijn, maar dat is het wel! Weten jullie nog wat in de hof van Eden gebeurde? Daar woonden Adam en Eva. Zij waren zonder zonde, totdat zij God ongehoorzaam werden. God had tegen hen gezegd dat ze niet van de vrucht van één bijzondere boom mochten eten; maar ze aten allebei van die boom. Ze waren allebei Gods bevel ongehoorzaam - dat was de eerste zonde van de mens. God strafte hen. Omdat Adam en Eva zondaren werden, wordt sinds die tijd iedereen als zondaar geboren. Wij allemaal zijn geboren met een hart dat God niet wil gehoorzamen. De Bijbel noemt ons allemaal "kinderen van de ongehoorzaamheid" (Efeziërs 2: 2). Bijvoorbeeld, God heeft ons verteld dat wij onze ouders moeten eren en gehoorzamen (Exodus 20: 12). Als we dat niet doen, zijn wij aan Zijn bevel ongehoorzaam en dat is zonde. God zegt ons dat Hij zonde altijd zal straffen, net zoals Hij dat tegen de Israëlieten gezegd had. God straft zonde. Ja, het volk hoorde de waarschuwing die door Samuël werd uitgesproken. maar hij wilde dat ze absoluut zeker wisten, dat het waar was wat hij zei. Dit zei hij tegen hen: (1 Samuël 12:16,17) "Blijf dan nu staan, en zie het indrukwekkende dat de Heere voor uw ogen zal doen. Is het vandaag niet de tijd van de tarweoogst? Ik zal tot de Heere roepen, en Hij zal donder en regen geven. Besef dan en zie, dat uw kwaad, dat u voor de ogen van de Heere gedaan hebt, groot is, omdat u een koning voor u verlangd hebt." "Donder en regen?" dacht het volk. "Het regent nooit in deze tijd van het jaar." Samuël had over Gods waarschuwing gesproken en nu begon hij te bidden. De lucht begon te betrekken. Dikke donkere wolken bedekten de zon. Bliksemstralen flitsten door de lucht! Wat een storm! De mensen waren doodsbang. Dit was een ernstige waarschuwing van God. Nu waren de mensen bereid om naar God te luisteren. "We hebben tegen God gezondigd," riepen ze. "Bid voor ons, zodat we niet sterven." Nu zagen ze in hoe ze hun eigen weg waren gaan, in plaats van Gods weg. "Dien de Heere met jullie hele hart," spoorde Samuël hen aan. "De Heere zal met jullie zijn, want Hij wilde jullie tot Zijn volk maken. Ik zal voor jullie blijven bidden en ik zal jullie de weg leren, 30 Laat de Centrole Waarheid zien. U kunt 1 Samuël 12:16-17 uit de Bijbel lezen. Gebruik eventueel een cd met stormgeluid op de achtergrond of laat kleuters stormgeluiden maken..

31 Laat de kaart met de Centrale Waarheid zien. Dit gedeelte gaat over 1 Samuël 13. die goed is. Maar onthoud dit: als jullie doorgaan met zondigen, zullen jullie en jullie koning allemaal vernietigd worden." God heeft nu ook een waarschuwing voor jou. Hij waarschuwt jou dat als jij niet van je zonden gered bent, je niet in de hemel kunt komen. Waarom straft God zondaren op deze manier? (Misschien wilt u dat de kinderen zelf met antwoorden komen.) Omdat Hij heilig is. Dat betekent, dat Hij rein is en volmaakt; Hij zondigt nooit; alles wat Hij doet is goed. God kan geen zonde in Zijn buurt verdragen. En Hij ziet geen zonde over het hoofd. Hij zal nooit zeggen dat een beetje zondigen geen kwaad kan. God haat de zonde zo erg, dat alle zonden gestraft moet worden. Hij zal iedereen, die Hem ongehoorzaam is voor altijd straffen. Misschien denk jij wel in jezelf: "Ik ben God niet ongehoorzaam." Heb jij wel eens gejokt om ervoor te zorgen dat je geen straf kreeg? Rieneke brak de kristallen vaas die op de kast stond, maar ze gaf haar kleine broertje de schuld - ze jokte. God zegt in de Bijbel: "U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste" (Exodus 20: 16); dat betekent: "Je mag niet liegen over een ander." Door leugens te vertellen, of je ouders ongehoorzaam te zijn, en op een heleboel andere manieren ben jij God ongehoorzaam geweest. God zegt dat jij je van je zonden moet afkeren en Hem moet vragen jou te vergeven en te redden. God meent wat Hij zegt - Hij straft zonde. Heb jij geluisterd naar wat Hij gezegd heeft? Een tijdje deed het volk Israël wat God tegen hen gezegd had. Koning Saul regeerde over het volk. Net over de grens woonden de Filistijnen. De machtige Filistijnen waren al heel lang vijanden van Israël. Nu leek het er op dat er een heel grote oorlog zou komen, want de Filistijnen hadden zich verenigd tot een geweldig leger. Toen de mannen van Saul al die wagens, ruiters en duizenden soldaten zagen, werden ze doodsbenauwd... sterker nog, heel veel mannen liepen weg voordat de strijd begon. Ze gingen zich in holen verstoppen of in de bergen of midden in de bossen. Zelfs degenen, die bij Saul bleven, bibberden van angst. Ze verwachtten dat hun koning iets zou doen. Maar Saul kon nog niets doen! Hij moest zeven dagen wachten tot Samuël kwam. Samuël was behalve richter ook priester en hij zou, voordat de strijd begon, een offer brengen. Dat mocht alleen een priester doen. God had heel strenge bevelen gegeven over wie wel en niet mocht offeren. Maar op de zevende dag kon koning Saul niet langer wachten. Straks zouden er helemaal geen soldaten meer zijn. Hij vergat om op God te vertrouwen. Hij ging naar voren en offerde zelf. Nauwelijks was hij klaar met offeren, of daar kwam Samuël, zoals hij beloofd had. 31 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

32 Plaat 2-2 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding "Wat hebt u gedaan?" riep hij uit. "Ja Samuël," zei de koning: "Ik heb zeven dagen gewacht en u kwam maar niet. Mijn soldaten liepen weg. De Filistijnen kwamen steeds dichter bij. Ik kon niet langer wachten, dus bracht ik zelf het brandoffer." "U bent heel erg dom geweest," zei Samuël ernstig. "U hebt Gods bevel overtreden. Omdat u gezondigd hebt, heeft God een andere koning gekozen. Uw zoon zal u niet opvolgen." Samuël draaide zich om en ging weg. Wat zal koning Saul verdrietig geweest zijn. Wat kon hij nu voor zijn dappere zoon Jonathan verwachten? Nu zou Jonathan nooit koning worden. Dat was helemaal zijn schuld. Hij werd gestraft en hij verdiende het, omdat hij Gods bevel overtrad; hij had gezondigd. God straft de zonde altijd. Iedereen verdient straf van God, want iedereen heeft gezondigd. In de Bijbel staat: "Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God," (Romeinen 3:23). Maar weten jullie wel dat sommige mensen nooit voor hun zonden gestraft zullen worden? Weet je wie dat zijn? Laat ik jullie een paar mogelijkheden geven. En dan vertellen jullie of die waar zijn of niet. "Kinderen zullen nooit voor hun zonden gestraft worden." Waar of niet waar? (Laat de kinderen hier antwoord op geven.) Dat is niet waar, want in de Bijbel staat dat iedereen gezondigd heeft - ook kinderen. Iedereen verdient dus straf. Nog een mogelijkheid: "Mensen die denken dat God ze goed genoeg vindt, omdat zij gebeden opzeggen en de Bijbel lezen, zullen nooit voor hun zonden gestraft worden. Waar of niet waar? (Laat de kinderen opnieuw antwoord geven.) Dat is niet waar, omdat wij niet door onszelf van onze zonden af kunnen komen, zelfs al doen wij nog zoveel goeds. "Mensen die in de Heere Jezus geloven zullen nooit voor hun zonden gestraft worden." Waar of niet waar? (Laat de kinderen ook nu antwoord geven.) Ja, dat is waar. Alle mensen, dus ook kinderen, zijn gered van de straf. Als ze geloven dat de Heere Jezus hun zonden heeft gedragen. God heeft Zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen van hun zonden te verlossen. De Heere Jezus werd zonder zonde geboren en Hij heeft niet één keer gezondigd. Maar toch moest Hij sterven. God legde de zonden van al die miljoenen mensen op de Heere Jezus. Toen Hij aan het kruis hing riep de Heere Jezus uit: "Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?" (Matth. 27: 46). Hij werd door Zijn Hemelse Vader verlaten. 32 Laat de kaart met de Centrale waarheid zien.

33 Laat de kaart met de toepassing voor het gelovig kind zien. Weet je waarom? God is heilig weet je nog? Hij kan geen zonden in Zijn buurt verdragen en de Heere Jezus had al onze zonden op Zich genomen. God kon niet bij Hem zijn. Wij hadden Gods straf verdiend, wij zouden moeten sterven maar de Heere jezus heeft de straf voor ons gedragen. Hij is voor ons gestorven en iedereen die dat gelooft heeft eeuwig leven. Als je weet dat jouw zonden al vergeven zijn, heb jij Hem daar dan wel eens voor gedankt? (Hij is in jouw plaats gestorven!) Heb jij wel eens tegen Hem gezegd hoeveel jij van Hem houdt, omdat Hij jouw straf op Zich genomen heeft? Eigenlijk moet je elke dag, als je bidt, tegen Hem zeggen hoe dankbaar jij daarvoor bent. Dank Hem voor alles wat Hij voor jou gedaan heeft. Wees dankbaar dat jouw zonden voor altijd weggedaan zijn. De zonden van Saul waren niet weggedaan. God liet hem nog heel veel jaren over het volk regeren, maar het bleken geen gelukkige jaren te zijn. Israël moest steeds oorlogen voeren tegen het leger van de Filistijnen en de Amalekieten. God had beloofd dat Hij op een dag de Amalekieten zou straffen. (Exodus 17: 8-16.) Lang geleden trok het volk Israël uit het land Egypte naar het land, waar ze nu woonden. In die tijd hadden de Amalekieten geprobeerd het volk Israël om te brengen. Nu was de tijd aangebroken om de Amalekieten te straffen voor wat ze toen hadden gedaan. Op een dag kwam Samuël bij koning Saul en zei: "Luister naar de boodschap van de Heere. U moet de Amalekieten gaan vernietigen. Dood het volk, de dieren, alles wat leeft - en laat niets in leven." Saul verzamelde duizenden soldaten en trok ten strijde. De Amalekieten werden totaal verslagen. Wat was Saul tevreden over zichzelf. "Ik heb alles gedaan wat God mij gevraagd heeft," dacht hij bij zichzelf. Plaat 2-4 Maar had Saul echt alles gedaan wat God gezegd had en alles vernietigd? De nacht na de strijd was Samuël heel erg verdrietig. Hij kon niet slapen, maar bad de hele nacht. God had hem verteld dat de koning ongehoorzaam was geweest. Plaat 2-5 De volgende morgen vroeg ging Samuël op weg om koning Saul te zoeken. Saul was blij. (spreek op een arrogante toon) "Ik heb alles gedaan wat de Heere mij gezegd heeft," zei hij. "Is dat zo?" zei Samuël. "Wat betekent dan het blaten van de schapen en het loeien van de koeien in mijn oren?" 33 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

34 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding "Oh, dat zijn de beste schapen en koeien van de Amalekieten. De soldaten dachten dat we die wel aan God konden offeren, maar de rest hebben we allemaal gedood. "Wacht!" riep Samuël. "God heeft u gestuurd om die slechte Amalekieten, met alles wat leeft, helemaal uit te roeien. Waarom hebt u dat niet gedaan?" Plaat 2-3 "Maar dat heb ik gedaan," antwoordde koning Saul. Ik heb ze gedood en heb hun koning Agag meegenomen. En het volk heeft het beste van het vee als offer meegenomen." "Saul, Saul, wat heeft u gedaan?" God had tegen hem gezegd dat hij álles wat bij de Amalekieten hoorde moest uitroeien, en daar hoorde hun koning ook bij. Saul had niet naar God geluisterd, maar hij wilde het niet toegeven. Hij probeerde net te doen alsof hij alles had gedaan, wat hem gezegd was; hij probeerde anderen de schuld te geven. Misschien kon hij niet begrijpen dat hij iets verkeerds gedaan had. Misschien dacht hij, dat hij iets goeds gedaan had door dieren mee te nemen om aan God te offeren. Maar hij had het mis. God gehoorzamen betekent dat je Hem voor 100% gehoorzaamt, niet 99% of 95%. Doe je dit niet voor 100% dan ben je dus ongehoorzaam. Alles te doden en de koning in leven te laten was ongehoorzaamheid. Al wilde hij het beste vee als een offer aan God brengen -het was ongehoorzaamheid want God had gezegd dat hij Hem 100% moest gehoorzamen. Misschien hoop jij wel dat God naar al jouw goede dingen wil kijken en de zonden, waaraan jij je schuldig hebt gemaakt, wil vergeten. Maar hoe goed jij ook probeert te zijn, je kunt voor God nooit goed genoeg zijn. Als jij Zijn Zoon niet vraagt jou te vergeven, zal jij tot in alle eeuwigheid van God gescheiden zijn op een plaats die de Bijbel de hel noemt. Dat is wat God bedoeld met: "Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genadegave van God, is het eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere. (Romeinen 6:23). Het is heel erg om God ongehoorzaam te zijn. Dat vertelde Samuël aan koning Saul. "Wat denkt u dat God liever heeft - offers of gehoorzaamheid? Gehoorzaamheid is beter dan welk offer ook dat je brengt!" zei Samuël. "Omdat U Gods Woord hebt verworpen, heeft God U als koning verworpen." 34

35 Plaat 2-6 Koning Saul zei dat hij er spijt van had en vroeg of Samuël hem wilde vergeven. Maar het was geen echt berouw. Hij was alleen maar bang wat de mensen ervan zouden denken en wat er met hem kon gebeuren. Saul had koning Agag moeten doden, maar hij had hem gevangen genomen om te laten zien dat hij de strijd tegen de Amalekieten had gewonnen. Samuël nam zelf een zwaard en doodde koning Agag. (Dit kunt u eventueel ook weglaten) Toen ging Samuël terug naar Rama en hij zag Saul nooit weer. Hij was heel verdrietig. Elke dag huilde hij om de zonden van Saul. God was boos op Saul en keerde zich van hem af. Hij liet hem alleen, zonder Zijn hulp en zegen. Wat is het verschrikkelijk als iemand gescheiden is van God! Waarom overkwam Saul dit? Omdat hij God ongehoorzaam was geweest. God zal hetzelfde doen met iedereen, die niet in de Heere Jezus gelooft. Als jij niet in de Heere Jezus gelooft, maken jouw zonden scheidingtussen jou en God. Als jij doorgaat met zondigen, niet naar God wil luisteren, zal jij straks voor altijd voor je zonden gestraft worden. Maar als je er echt spijt van hebt, kun jij van die straf gered worden. Hoe kun jij gered worden? Geloof jij dat de Heere Jezus de straf die jij had verdiend voor jouw zonden aan het kruis gedragen heeft? Geloof jij dat Hij eeuwig leeft en de Enige is die jou kan verlossen? Vraag de Heere Jezus of Hij jouw zonden wil vergeven. Vertel aan Hem dat jij gelooft dat Hij jou verlossen wil van de straf die jij hebt verdiend. Zeg tegen de Heere Jezus dat jij in Hem gelooft als jouw Heer en Heiland. Als jij dát doet zal jij voor altijd gered zijn: de Heere Jezus nam de straf voor jouw zonden op Zich aan het kruis. Wil jij nog vandaag in Hem gaan geloven? In de Bijbel staat: "Geloof in de Heere Jezus en zult zalig (gered) worden" (Handelingen 16: 31). David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 35

36 Herhalingsspel Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding 1. We hebben over een paar volken gehoord, die oorlog voerden tegen de Israëlieten. Kun je er één noemen? (Ammonieten, Filistijnen, Amalekieten). 2. Kun je er nog één noemen. (Deze vraag als u twee groepen tegen elkaar laat spelen.) 3. Waarom is het zonde om je ouders ongehoorzaam te zijn? (We breken Gods wet als we niet gehoorzamen, want God heeft gezegd: "Eer je vader en je moeder.) 4. Waarom waren de mensen zo verrast en verschrikt door het weer? (Ze wisten dat het een waarschuwing van God was, omdat er in die tijd van het jaar nooit zulk weer was.) 5. Hoe waarschuwt God ons tegenwoordig voor onze zonden? (Hij waarschuwt ons door de Bijbel en door mensen die ons de Bijbel uitleggen.) 6. Wat deed Saul dat alleen door een priester mocht worden gedaan? (Hij bracht een offer voor het volk.) 7. Welke straf gaf God aan Saul omdat hij op deze manier God ongehoorzaam was geweest? (Zijn zoon zou geen koning over Israël worden.) 8. Hoe wist Samuël dat Saul weer niet naar God geluisterd had en niet alle Amalekieten had omgebracht? (God had het hem verteld. Later hoorde hij het aan het lawaai van het vee en nog later vertelde Saul hem van koning Agag.) 9. Was Saul meteen bereid om toe te geven dat hij gezondigd had en God om vergeving te vragen? (Nee. Hij probeerde anderen de schuld te geven en zichzelf goed te praten.) 10. Is het genoeg om, net als Saul, alleen maar te zeggen dat je er spijt van hebt? Als je tegen God zegt dat je er spijt van hebt, betekent het dan, dat je zonden zijn vergeven? (Als we zeggen dat we er spijt van hebben moeten we het echt menen. We moeten ons van onze zonden afkeren en anders willen worden. We moeten tot de Heere Jezus roepen, Hij is de Enige die ons van de zonde kan verlossen.) Praktijkoefening Groepsgesprek: Gehoorzamen: moeilijk of niet? Wanneer is het moeilijk om gehoorzaam te zijn? Waarom is het moeilijk om gehoorzaam te zijn? Wat kun je doen om te zorgen dat je niet ongehoorzaam bent? Kun je aan een tekst uit de Bijbel denken, waarin God Zijn hulp belooft? "Kroon mij". Quizidee Herinner de kinderen eraan dat Saul aan het begin van de geschiedenis tot koning gekroond werd. Verdeel de groep in twee teams en geef elk team één papieren kroon. Stel de teams om de beurt een vraag. Als de vraag goed beantwoord is, mag het kind naar voren komen en de teamkroon dragen. Hij blijft daar staan, totdat een ander kind van zijn team een vraag goed heeft. Dan doet hij troonsafstand en krijgt dat kind de kroon. Ga door tot alle vragen beantwoord zijn. Het team waarvan de meeste kinderen een kroon hebben gedragen is winnaar. U kunt ook tijdens andere programma onderdelen kronen uitdelen b.v. voor goed gedrag. 36

37 Licht op rood, licht op groen. De kinderen moeten aan weerszijde van de ruimte een rij vormen, naast elkaar. De clubleider leest de volgende situaties één voor één op en vraagt na elke keer: "Licht op rood, of op groen?" Als de kinderen vinden dat het kind uit het verhaal gehoorzaam is geweest, doen ze een stap naar voren en zeggen: "Licht op groen!" Zo niet, dan blijven ze staan waar ze staan en zeggen: "Licht op rood!"» Wietse moet zijn kamer opruimen. Hij gooit zijn speelgoed onder het bed en smijt zijn kleren in de kast. Dan zegt hij tegen zijn moeder dat hij zijn kamer heeft opgeruimd.» Net als Jennie buiten wil gaan spelen, zegt haar moeder dat ze eerst moet afwassen. Ze roept: "Doe ik!" en rent naar buiten. Een uur later gaat ze naar binnen en doet de afwas.» Renske's vader werkt buiten aan zijn auto. Hij roept: "Renske, haal even een borstel!" Ze doet het meteen.» Lies haar moeder is moe en is even op de bank gaan liggen. Met Lies was afgesproken dat ze vandaag de boodschappen doet. Lies doet dit niet.» Jouke's moeder vraagt of hij de tafel wil afruimen en de poes eten wil geven. Jouke ruimt de tafel af, maar vergeet de poes. Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 37

38 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Les 3 God kiest een koning Lesoverzicht Bijbelgedeelte: 1 Samuël 16 Bijbeltekst om aan te leren: Al ging ik door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf die vertroosten mij. Psalm 23:4 Centrale Waarheid: Toepassing gelovig kind: God ziet en kent je hart. God ziet dat je hart schoon is, omdat de Heere Jezus jou gered heeft. Maar als je zonden doet, moet je dat aan Hem belijden. Toepassing niet gelovig kind: God ziet dat je hart vol zonde is. Jij hebt het nodig dat God jou verandert en je een nieuw hart geeft. Visuele hulpmiddelen: Platen 3:1-6 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Beschikbaar stellen: Verwerking: Stel uzelf beschikbaar voor een pastoraal gesprek met de kinderen tijdens één van de programma onderdelen. Werkjes voor het jongere en oudere kind. 38

39 Lesschema I. INLEIDING Samuël treurt om Saul II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. God spreekt met Samuël. B. God stuurt Samuël naar Bethlehem. C. Samuël kijkt naar Eliab. D. Samuël kijkt naar de zes andere zonen. E. Zijn dat al uw kinderen?" F. David de herder. G. David wordt naar huis geroepen. H. David wordt door God uitgekozen. I. David wordt gezalfd. J. David gaat terug naar de schapen. K. Saul laat David komen. III CLIMAX L. David maakt muziek voor Saul. IV EINDE M. Saul en David samen in het paleis. David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 39

40 Aanleren van de Bijbeltekst Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Tekst om aan te leren: Al ging ik door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf die vertroosten mij. Psalm 23:4 Inleiding Raymond zit op de trap te huilen. Er is iets ergs gebeurd. Raymond is vandaag jarig, en hij zou vandaag een feestje hebben met zijn vriendjes uit de klas. Maar dat kan niet doorgaan. En, dat is het ergste nog niet. Raymond zijn moeder is ineens heel erg ziek geworden en naar het ziekenhuis gebracht. Ineens leek het alsof de wereld helemaal donker om hem heen geworden was. Ik ga een nieuw stukje van psalm 23 voorlezen en dan vertellen jullie mij, waar Raymond nu in zit. Presentatie Laat de aanleertekst zien en lees zelf uit de Bijbel Psalm 23:4. Zeg dan de tekst een keer met elkaar op. Uitleg Soms moest de herder de schapen leiden door een dal waar de zon niet kon komen, dat was nodig, want anders kwamen ze niet bij het mooie grasland. Denk je eens in dat jij zo n schaap bent. Je loopt in het pikkedonker en je bent bang voor gemene wolven, die jou willen pakken en opeten. En dan hoor je ineens iemand met een stok tegen de rotsen slaan en je weet, dát is de herder; hij is bij mij. En met diezelfde stok jaagt hij de wolven ook weg. Zou je dan nog bang zijn? Dal vol schaduw van de dood: als je heel veel verdriet hebt, kun je het wel eens niet meer zien zitten. Waar zou bijvoorbeeld Raymond bang voor geweest zijn? Ik zou geen kwaad vrezen: als je verdriet hebt en je bent bang voor wat er gebeuren gaat, denk dan hier aan: God is dicht bij mij, er kan nooit méér met mij gebeuren dan dat wat God toelaat. Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij: wij kunnen God niet zien, maar we kunnen wel over God lezen in de Bijbel. En daarin staat dat God ons wil troosten en dat Hij er voor zorgt, dat wij het verdriet aankunnen en dat Hij uitkomst geeft. Beter is om een verhaaltje te vertellen dat actueel is in de buurt waar uw club gehouden wordt. 40

41 Plaats de kaart met de Centrale Waarheid op een zichtbare plek. Toepassing Niet gelovig kind: Wanneer een schaap de verkeerde weg bleef gaan, dan liep het slecht met hem af. Zo is het ook met jou: als jij in je zonden blijft, zal dat leiden tot eeuwige straf. Gelovig kind: Weet je al dat de Heere Jezus jouw straf gedragen heeft? Als Hij dat voor jou gedaan heeft, dan wil Hij je altijd troosten en is Hij overal en altijd bij je. Fijn hè! Hier mag je Hem ook voor bedanken! Aanleren Hard en zacht. Als u uw hand laag houdt, moeten de kinderen fluisteren, hoog: hard spreken (nooit schreeuwen) midden gewoon spreken. Houd steeds bij een ander gedeelte van de tekst, uw hand hoog of laag. U kunt ook net doen of u de knop van de radio harder of zachter draait. Het beste kunt u het uitleggen en het repeteren afwisselen. Bijvoorbeeld: twee keer opzeggen, iets uitleggen, weer twee keer opzeggen enz. Bijbelles Plaat 3-1 "Samuël, waarom kijk je zo somber?" zei God tegen Samuël. "Je kunt niet over Saul blijven treuren, want Ik heb hem als koning van Israël verworpen." Weten jullie nog waarom God Saul verworpen had? (Laat de kinderen u over de zonden van Saul vertellen.) Ja, omdat Saul gezondigd had; hij had niet gedaan wat God gezegd had. Hij had wel gezegd dat hij er spijt van had, maar God kende zijn hart. God wist dat hij nog steeds zijn eigen weg wilde gaan en niet naar God wilde luisteren. God weet alles van iedereen. Hij heeft ons gemaakt. Hij heeft ons lichaam gemaakt en Hij heeft ons zo gemaakt dat we kunnen denken. Hij weet ook wat we denken. Hij ziet en kent iedere gedachte, elk gevoel of elke wens, die wij wel eens gehad hebben. Dat noemt Hij: 'ons hart zien.' God wist waarom Samuël verdrietig was; het kwam omdat Saul gezondigd had. Maar nu had God iets fijns voor hem te doen. "Samuël, neem olie om te zalven en ga naar het huis van Isaï in Bethlehem. Ik heb één van zijn zonen als de nieuwe koning uitgekozen," zei de Heere. "Neem een dier mee en breng daar een offer aan Mij. Nodig Isaï voor het offer uit, dan zal Ik jou 41 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

42 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding 42 laten zien wie jij moet zalven. Plaat 3-2 Dus deed Samuël de olie, die hij voor zalven gebruikte, in een hoorn en ging op weg naar Bethlehem. Alle voorbereidingen werden getroffen en de oudsten van de stad werden uitgenodigd aan het offer deel te nemen. Isaï en zijn zonen waren er ook. Samuël kon zijn ogen niet van de oudste zoon afhouden. Zijn naam was Eliab. (D-24) Hij was knap om te zien en ook heel fors/groot. In de tijd van de Bijbel was de oudste zoon de belangrijkste van het gezin. Was dit de man, vanwie God wilde dat hij koning zou worden? "Hij zou heel goed over het volk kunnen regeren," dacht Samuël. Misschien fluisterend zei Samuël tegen de Heere: "Is dit degene, die ik moet zalven?" "Nee, Samuël," kwam het antwoord van de Heere. "Jij kijkt naar zijn gezicht en zijn gestalte. Hij zal geen koning worden. - Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart aan. (1 Samuël 16: 7) Samuël had het mis. Hij beoordeelde de man naar wat hij zag. Wij doen vaak hetzelfde. We letten op hoe mensen eruit zien en wat ze doen. Als ik naar jou kijk, zie ik iemand die het leuk vindt om naar de Goed Nieuws Club te komen, liedjes te zingen en naar Bijbelverhalen te luisteren. Maar ik weet niet alles over jou. Er is maar Eén, die dat weet en dat is God. Hij ziet hoe wij werkelijk zijn. Hij ziet mijn hart en het jouwe. Met het hart bedoelt Hij niet in de eerste plaats je hart van vlees, dat je bloed rondpompt. Als God zegt dat Hij jouw hart ziet, bedoelt Hij dat Hij de echte "jij" ziet, de "jij" die altijd zal blijven doorleven, zelfs nadat je lichaam gestorven is. God ziet en weet waar je van houdt en waar je een hekel aan hebt; Hij weet wat je denkt; Hij weet wat je graag zou willen hebben; Hij ziet wie je graag zou willen zijn. Maar we zijn allemaal geboren met een hart dat zondig is en daarom denken en doen wij zondige dingen. Weet je waarom een kat doet als een kat en niet als een konijn? (Laat de kinderen antwoorden.) Dat is juist. Hij doet als een kat omdat hij als een kat geboren is. Wij zondigen omdat wij als zondaars geboren zijn - geboren met een zondig hart. Om zonder zonde te zijn hebben we een nieuw hart van God nodig; we hebben het nodig dat God ons leven verandert. Hij alleen kan ons zó maken, dat wij Hem kunnen gehoorzamen en doen wat goed is. Hij ziet ook wie een hart heeft, dat nog steeds zondig is, zoals het hart van Eliab was. God wilde Eliab niet als koning. Laat eventueel op een landkaart zien waar Bethlehem ligt. Wijs naar de kaart met de Centrale Waarheid.

43 Met kleuters kunt doen alsof een dienaar op snel op weg gaat om David te halen.. Samuël keek naar de tweede zoon. Hij heette Abinadab. Misschien was hij degene die God wilde hebben. Maar nee! Weer kwam dezelfde boodschap: "De Heere heeft hem niet uitgekozen." Achter elkaar werden de zonen van Isaï door God afgekeurd. Niemand van hen zou koning worden, want God keek veel dieper dan hun mooie buitenkant of sterke lichaam. Hij wist alles over de zonen van Isaï. Hij weet ook alles over jou. Misschien lijk jij wel heel lief en aardig in de ogen van jouw ouders of de meester, maar je kunt God niet voor de gek houden. Hij ziet jouw trots en jaloezie. Hij weet wat voor scheldwoorden jij in jezelf mompelde, toen jouw moeder je voor straf vroeg naar bed stuurde. Hij heeft gezien wat jij achter de rug van jouw vader deed, toen je niet buiten mocht spelen. In de Bijbel staat dat God wil dat wij onze ouders gehoorzamen, maar wij doen dat niet altijd. Jij hebt gezondigd en God weet dat. Je kunt voor Hem niets verbergen, want Hij ziet en kent jouw hart, net zoals Hij het hart kende van die zeven broers. God wilde niet één van hen hebben. Hij had iemand anders uitgekozen. Maar wie? En daar snapte Samuël nu niets van. Plaat 3-3 God had hem toch naar het huis van Isaï gestuurd? God had toch gezegd dat één van Isaï s zonen de nieuwe koning zou worden? "De Heere heeft geen van allen gekozen," zei Samuël: "zijn dit al uw kinderen?" "Ik heb nog één zoon," antwoordde Isaï. "De jongste." Deze zoon mocht niet mee naar het offerfeest. In die tijd en in dat land, vond men het jongste kind de minste van de familie. "Hij is in het veld om op de schapen te passen," zei de vader. Dat was het werk van de jongste zoon. Hij heette David. Plaat 3-4 Iedere morgen kon je hem de schapen uit de stal zien halen en ze naar de heuvels bij Bethlehem brengen. Hij moest ervoor zorgen dat ze eten en drinken kregen en op ze letten. Soms was het best gevaarlijk, want daar in de heuvels zochten leeuwen en beren naar schaapjes, die ze op konden eten. Maar David deed zijn werk goed, ook al was het nog zo moeilijk. Misschien had David die dag zijn citer (harp staat er in de SV) mee naar het veld genomen. De citer was zijn lievelingsinstrument. Hij vond het fijn om mooie muziek te maken en te zingen. Hij zong voor de Heere. David had de Heere lief met zijn hele hart. Hij was ook met een zondig hart geboren, maar nu was hij anders. David geloofde in de Heere God en dat Hij al zijn zonden had 43 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

44 weggenomen. Op een dag had David tegen God gezegd: Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Psalm 32: 5; Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte (hield ik niet achter) ik niet; ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden (vertellen) voor de Heere. En U vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde. God had zijn zonden vergeven, zijn leven was veranderd en David leefde nu in een goede relatie met God. God ziet jou ook, maar ben jij net als David, zijn jouw zonden al vergeven en leef je in een goede relatie met God? Geloof jij al in de Heere Jezus, is jouw leven al veranderd, sta jij al in een goede relatie met God. Misschien wil jij dat jouw zonden, net zoals bij David, worden vergeven, maar je weet niet precies hoe dat kan. Als de club voorbij is, en je weet het nog steeds niet, kom dan aan het eind van de club, als de anderen kinderen het werkje gaan maken, naar voren en ga op een stoel op de voorste rij zitten. Ik vind het fijn om het je nog duidelijker uit te leggen en de vragen die je hebt te beantwoorden, zodat je het met God in orde kunt maken. Het is zo belangrijk dat het met jou in orde komt, net zoals bij David. (Houd een pauze van een paar seconden.) "David! David!" Er kwam iemand al roepend aanrennen. "David, je moet meteen thuiskomen!" David liep snel mee naar huis. Plaat 3-5 David zag er sterk en gezond uit. En iedereen vond ook dat hij er knap uitzag. Zo gauw Samuël David zag, wist hij dat dit de nieuwe koning zou zijn want de Heere zei tegen Samuël: Zalf hem; hij is degene die Ik heb uitgekozen." Waarom koos God David uit om koning te zijn? Omdat hij knap, sterk en dapper was? Omdat hij zoveel kon? Nee het was omdat David God liefhad en hij in de juiste relatie met God leefde. Denk aan wat God gezegd had: "Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart aan" (1 Samuël 16: 7). God wist dat het met Davids hart in orde was. David hield van God. Hij heeft op God vertrouwd om van zijn zonde gered te worden toen hij jong was en daarom wist hij dat God altijd voor hem zou zorgen zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Daar begint ook één van de liederen mee die David geschreven heeft: "De Heere is mijn Herder". Weet iemand van jullie waar dit in de Bijbel staat? (Laat kinderen antwoorden, deze tekst hebben ze geleerd.) Juist, Psalm 23:1. (Evt. kunt u hier dit lied met de kinderen zingen.) Heb jij een God die voor jou zorgt als een herder? Je hebt dat niet, als jouw hart zondig is en het niet in orde is tussen God en jou. Maar voor zondaren zoals jij heeft God Zijn enige Zoon, de 44

45 Heere Jezus Christus naar de wereld gestuurd. Hij kwam om die vreselijke straf voor de zonde op zich te nemen. Hij stierf aan het kruis zodat iedereen met een zondig hart vergeving kan krijgen, en een nieuw leven van God kan ontvangen. Hij stond weer op uit de dood, en iedereen die zich van zijn zondige weg heeft afgekeerd en in Hem gelooft, is door God vergeven en leeft in een goede relatie met God. Wil jij in de Heere Jezus gaan geloven als jouw Redder, dan wordt Hij ook jouw Herder, als je Hem dit vraagt! Hij wil jou ook redden en bewaren. Alleen Hij kan jouw zonden vergeven. God ziet en weet wat de toestand van jouw hart is, want Hij ziet en weet alles. Plaat 3-6 God wist al lang wie van Isaï's zonen koning zou worden. Toen Samuël wist dat David door God uitgekozen was, nam hij zijn hoorn en goot de olie over Davids hoofd. Als iemand gezalfd werd betekende dat altijd dat er iets bijzonders met hem zou gebeuren. De Bijbel vertelt ons niet of David wist waarvoor hij gezalfd was. In elk geval maakte Samuël het niet aan het volk bekend. Toen het offer gebracht was en het feest voorbij was, ging Samuël terug naar Rama en daarna horen we bijna niets meer over hem. Plaat 3-4 (opnieuw) En David? Ging hij in het paleis wonen? Hield hij op met herder te zijn? Nee! Hij ging terug naar het veld naar zijn schapen. Wat zal God het fijn gevonden hebben toen Hij zag wat David deed. Hij mopperde en klaagde niet toen hij weer terug naar de schapen werd gestuurd. Hij zei niet op een trotse toon: "Nu ben ik belangrijk geworden; zoek maar iemand anders om op de schapen te passen!" David ging door met zijn eenvoudige leven net als daarvoor. Jongens en meisjes die in de Heere Jezus geloven, zijn jullie net zoals David, of schep jij er over op hoe knap jij wel bent als je voor een examen geslaagd bent? God ziet jouw hart en weet alles van jou. Hij weet dat jouw zonden vergeven zijn, omdat jij in Hem gelooft en dat jouw hart oprecht is voor God. Maar betekent het dat je nooit weer zult zondigen? Een Christen zou niet meer willen zondigen, maar soms gebeurt het toch. Wij hebben van God een nieuw hart gekregen en een nieuwe aard; maar omdat we als zondaren geboren zijn, willen we steeds verkeerde dingen doen. Zelfs al zijn onze zonden vergeven en leven we in een goede relatie met God, we zullen nooit helemaal vrij zijn van zonden totdat we naar de hemel gaan. God vindt het erg als jij zondigt, dan is jouw relatie en vriendschap met Hem bedorven. Wat moet je dan doen? Je 45 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

46 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding 46 hoeft niet opnieuw verlost te worden, maar je moet tegen God zeggen dat jij gezondigd hebt. Hij wil dat jij Hem alles vertelt wat jij verkeerd gedaan hebt. Hij zegt: "Indien wij onze zonden belijden (of aan Hem vertellen), Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid" (1 Johannes 1: 9). Jij die gelooft, als jij gezondigd hebt, vraag of God jou wil vergeven en je wilt helpen om voor Hem te leven, net als David deed. Vanaf het moment dat David gezalfd was, kwam de Geest van de Here op hem en bleef bij hem. God woonde in David en gaf hem de kracht om dat te doen wat God van hem wilde. Als jij in de Here Jezus gelooft, woont God de Heilige Geest in jou om jou de kracht te geven te gehoorzamen en voor God te leven. Er was iemand die voor God zou moeten leven en Hem gehoorzamen, maar het niet deed. Die iemand was koning Saul. De zonde in Sauls hart groeide en groeide. Dat was de reden dat hij af en toe driftbuien kreeg. Zijn dienaren waren bang dat hij gek zou worden. Toen kwamen ze op een idee. Ze zeiden tegen de koning: "Laat iemand van ons een man zoeken die heel goed op de citer kan spelen. Als uw gedachten u dan kwellen, kan hij muziek maken en uw zenuwen tot kalmte brengen." "Ja", dacht Saul, "dat is een goed idee. Zoek voor mij zo iemand," beval hij. "Ik ken wel iemand," zei een dienaar: "Hij kan goed spelen; hij is dapper en wijs en de Heere is met hem. Hij woont in Bethlehem. Zijn vader heet Isaï." Raad eens wie dat was? Ja, David. Toen kreeg Isaï deze boodschap van de koning: "Stuur uw zoon David, die op de schapen past, naar mij toe." Niet lang daarna was David in het paleis. Plaat 4-1 Saul hield van hem; hij hield van zijn muziek. Iedere keer als Saul in de war was, werd David gebracht om voor hem te spelen. Wat was dat toch vreemd! Saul de koning was door God verworpen om zijn zonden. Op een dag zou hij niet langer koning van het volk Israël zijn. Degene die daar op de citer zit te spelen zou zijn plaats gaan innemen, en Saul wist het niet eens. De ene had een hart dat volhardde in de zonde, hij had het niet met God in orde gemaakt. De ander had een hart dat graag God wilde gehoorzamen en hij wilde graag in een goede relatie met God leven. Als God vandaag naar jouw leven kijkt, wat ziet Hij dan? Als jij nog niet in de Heere Jezus gelooft, ziet Hij dat jij een zondig hart

47 Quizidee De zonen van Isaï. Laat acht kinderen naar voren komen, die de acht zonen van Isaï voorstellen. (Als de club te klein is, kunt u bijvoorbeeld plaatjes uit een tijdschrift nemen en die op het flanelbord zetten.) De overgebleven kinderen proberen de vragen te beantwoorden. Stel een vraag en laat de kinderen nadenken over het antwoord. Probeer steeds een ander kind aan te wijzen. Als het antwoord goed is, mogen de acht zonen blijven staan. Als het fout is moet de eerste zoon van Isaï gaan zitten en geeft u zelf het antwoord. Het doel is om al de zonen van Isaï te laten blijven staan. hebt. God zegt dat Hij het hart van ieder mens kent (Handelingen 1: 24), Rom. 3: 12b er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één. Geen jongen of meisje heeft een hart dat goed is in Gods ogen. Wanneer we vragen of de Heere Jezus onze zonden wil vergeven dan worden onze harten rein (schoon) en komen we in een goede relatie met God te staan. De Heere Jezus is de Enige die de zonde uit jouw hart weg kan doen. Ben je al in Hem gaan geloven? Kun jij zeggen: "De Heere is mijn Herder"? (Psalm 23: 1) "Ik geloof dat Hij de straf voor de zonden heeft gedragen en ik wil dat Hij mijn leven in Zijn hand neemt." Je weet dat jij jezelf niet kunt verlossen van de zonde en je zondige hart niet kunt veranderen. Jij moet erop vertrouwen dat de Heere Jezus jou een nieuw hart wil geven dat van zonde bevrijd is. Wil je echt dat Hij jou vergeeft en jou een nieuw hart geeft? Hij kan dat vandaag doen, als jij in Hem gelooft. Zeg zachtjes in je hart tegen God dat jij een zondaar bent en dat je echt spijt hebt van alle zonden die Hij in jou heeft gezien. Dank de Heere Jezus dat Hij de hele straf voor jouw zonden aan het kruis heeft gedragen. Vraag of Hij jou wil vergeven en jou net als David in een goede relatie met Hem wil brengen. Hij zal het dan doen. Hij belooft: "dan zal Ik u een nieuw hart geven" (Ezechiël 36: 26) een hart dat altijd in de ogen van God geaccepteerd zal zijn. Herhalingsspel 1. Waarom was Samuël verdrietig? (Omdat koning Saul gezondigd had en door God was verworpen (of afgewezen).) 2. Wat moest Samuël van God doen? (Olie nemen om één van de zonen van Isaï te zalven.) 3. Hoe heette de oudste zoon van Isaï? (Eliab) Als u dit te moeilijk vindt laat ze dan uit b.v. 3 namen kiezen: Elia, Jonathan, Eliab. Voor kinderen is dit best een moeilijke naam om te onthouden, zo vaak wordt hij ook niet genoemd in de les. 4. Samuël dacht dat hij Eliab moest zalven, omdat hij zo groot en knap was. Wat zei God? (Zie 1 Samuël 16: 7) 5. Hoe heette de jongste zoon van Isaï en waar was hij op dat moment? (Hij heette David en paste op de schapen.) 6. Wat was Davids lievelings-instrument? (De citer.) 7. Noem een lied dat David heeft gezongen en dat ook in de Bijbel staat? (Psalm 23) 8. Waar ging David naar toe, toen hij door Samuël gezalfd was? (Terug naar de schapen.) 47 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

48 . Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding 9. Waarom kwam David bij Saul in het paleis? (Om voor Saul op de citer te spelen en hem te kalmeren.) 10. Wat was het grote verschil tussen het hart van David en het hart van Saul? (De zonde van Davids hart was vergeven en die in Sauls hart niet.) - Een kind. - Een baby. Praktijkoefening Knip uit tijdschriften een aantal van de volgende figuren en bevestig ze op een bord. - Een geestelijke of leraar / pastoor/ voorganger. - Iemand die bidt. - Iemand uit Afrika of Zuid-Amerika. Schrijf op de achterkant van alle plaatjes het woord "Zondaar". Vraag de kinderen u te vertellen welke van hen geen zondaar is; haal de plaatjes er één voor één af. Als u de plaatjes, die ze uitgekozen hebben, eraf haalt, laat u hen het woord "zondaar" zien. Zeg dat iedereen een zondaar is, zelfs degene die er van buiten goed uitziet. Als u alle plaatjes van het bord afgehaald hebt, schrijft u het woord "Gered" voor het woordje zondaar op de achterkant van één plaatje (bijvoorbeeld het plaatje van het kind). Doe het zo dat de kinderen niet kunnen zien op welke. Zet alle figuren weer op het bord en vraag de kinderen u te vertellen welke van de figuren die op de plaatjes staan, in een goede relatie met God leeft. Misschien kiezen ze de goede uit, maar het blijft raden. U hebt de verandering aangebracht, dus u bent de enige die het weet. Leg weer de tekst uit: "De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heee ziet het hart aan" (1 Samuël 16: 7). Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. 48

49 49 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

50 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Les 4 David en Goliath Lesoverzicht Bijbelgedeelte: 1 Samuël 17:1-54 Bijbeltekst om aan te leren: U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Psalm 23:5 Centrale Waarheid: Toepassing gelovig kind: Doe als David, vertrouw op de levende God. Vertrouw er op dat God jou de moed geeft om te doen wat goed is. Toepassing niet-gelovig kind: De enige manier om va n je zonden gered te worden is te gaan geloven in Gods Zoon, de Heere Jezus Christus. Visuele hulpmiddelen: Platen 4:2-6 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Beschikbaar stellen: Verwerking: Stel uzelf beschikbaar voor een pastoraal gesprek met de kinderen tijdens één van de programma onderdelen. Werkjes voor het jongere en oudere kind. 50

51 Lesschema I. INLEIDING Kom op lafaards! II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. Goliath daagt uit. B. De Israëlieten zijn bang. C. David wordt naar de strijd gestuurd. D. Goliath daagt Israël weer uit. E. David: "Wie is dat?" F. Kritiek van Eliab. G. Saul laat David bij zich komen. H. David: "De Heere zal verlossen." I. David past Sauls wapenrusting. J. David stapt op Goliath af K. Goliath: "Ben ik een hond?" L. David: "Ik kom in de naam van de Heere!" III CLIMAX M. David doodt Goliath. IV EINDE De Filistijnen verslagen. David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 51

52

53 Aanleren van de Bijbeltekst Tekst om aan te leren: U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Psalm 23:5. Inleiding Wat ik je nu ga vertellen, is een aantal jaren geleden echt gebeurd, in Siberië. In die tijd mocht je in Rusland niet in de Heere Jezus geloven, en helemaal niet over Hem praten. Het vroor, en door de sneeuw liep een lange rij gevangenen. Deze mensen waren gevangenen, omdat ze anderen mensen over de Heere Jezus hadden verteld. Ze hadden honger. En toen gingen ze bidden: Heere, we hebben zo n honger, wilt U ons wat te eten geven? Ineens zagen ze midden in de sneeuw een brood liggen. (Niemand begreep hoe dat daar kwam) En iemand kon, zonder dat de bewakers het zagen, het brood pakken en verdelen onder al de gevangenen. Wat zullen ze blij geweest zijn, toen ze zagen hoe God op zo n vreselijke plaats voor hen bleef zorgen. En daar gaat onze tekst van vandaag ook over. Presentatie Lees uit de Bijbel voor Psalm 23:5: U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.. U kunt dit ook door één van de kinderen laten lezen. Daarna laat u de aanleertekst zien en zegt u die met elkaar één keer op. T Uitleg U maakt voor mij de tafel gereed: de tafel gereed maken is een tafel dekken met het eten er op. Voor de ogen van mijn tegenstanders: mensen die mij het leven moeilijk maken. B.v. kinderen die jou uitlachen of pesten. Als je bij de Heere Jezus hoort is Hij altijd bij jou, en Hij zorgt ook altijd voor jou. Hij troost jou, als je het heel moeilijk hebt, zodat je toch blij wordt; anderen snappen daar niets van. U zalft mijn hoofd met olie: in de tijd dat David deze psalm schreef, werden gasten altijd met lekker ruikende olie gezalfd. Dus God behandelt je als een belangrijke gast en je bént ook belangrijk, want Hij heeft zelfs Zijn Zoon, de Heere Jezus, gestuurd, om voor jouw zonden aan het kruis te sterven. Het heeft Zijn kostbare bloed gekost om het in orde te maken tussen jou en God. mijn beker vloeit over: God zorgt er altijd voor, dat je alles hebt, wat je nodig hebt. (let op - niet wat we willen hebben!) 53 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

54 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Toepassing Niet gelovig kind. Wat is het fijn dat de goede Herder het voor Zijn schapen opneemt. Als jij een schaap was en je kon kiezen, zou je dan ook niet bij de kudde van deze goede Herder willen horen? Schapen kunnen niet kiezen, maar mensen wel. Jij kunt ervoor kiezen om bij de Heere Jezus te horen. Dat doe je door te geloven dat Hij de Zoon van God is en voor jouw zonden aan het kruis is gestorven. Wil je meer daarover weten kom dan na afloop naar me toe, dan zal ik je vanuit Gods Woord, de Bijbel er meer over uitleggen. (noem een plek waar u zal zijn). Aanleren Laat tijdens het opzeggen van de tekst de kinderen een doosje met snoepjes aan elkaar doorgeven. Als de tekst helemaal is opgezegd moet het kind dat op dat moment de snoepjes in de hand houdt, de tekst opzeggen. Doet hij/zij dat goed, dan mag hij/zij er een snoepje uitpakken. Bijbelles Inleiding "Kom op lafaards. Laat iemand van jullie met mij komen vechten." (Roep dit uit, als u vertelt.) Deze woorden weerkaatsten vanuit het dal beneden tegen de heuvels op. "Als ik win, dan moeten jullie allemaal mijn volk dienen; als jullie winnen zullen wij jullie dienen. Kom op, ik daag jullie uit; stuur iemand en laten wij samen vechten." (Pauzeer hierna even om de spanning op te voeren.) Maar niemand ging vechten. Iedereen was bang. Ze verstopten zich achter de rotsen en in hun tenten op de top van de heuvels. Ontwikkeling van de gebeurtenissen Plaat 4-2 De soldaten van Israël keken naar de heuvelrug aan de andere kant van de vallei, Hij had een bronzen helm op, zijn lichaam was bedekt met een bronzen wapenrusting. Zelfs zijn benen waren beschermd. Zijn speer was dik en lang. In de gordel aan zijn zij, droeg hij een groot, vlijmscherp zwaard. Zijn naam was Goliath. Als u kinderen in uw groep heeft die al wat bekend zijn met Bijbelverhalen kunt u hier de naam beter nog niet noemen. Spreek dan over een reus. 54

55 Plaats het gedeelte van de Centrale Waarheid op het bord met: "vertrouw op de levende God." Geef de kinderen kleine stukje brood met smeerkaas. Zij zullen dit nog lang onthouden, vooral voor kleuters, zij leren door proeven en ruiken. Wie durfde er nu met zo'n angstaanjagende man te gaan vechten? Koning Saul zeker niet, ook al was hij de grootste man van Israël. De drie broers van David, die nu in het leger van Saul waren, Eliab of Abinadab of Samma zeker niet. Niet één soldaat van Israël wilde vechten. Ze vergaapten zich aan die geweldige reus en vergaten dat hun God veel en veel groter was. Deze reus was echt heel machtig, maar hun God had alle macht; Hij kon alles. Waren de Israëlieten alle verhalen die hun ouders en grootouders hen hadden verteld, vergeten? Verhalen over wat God voor hun volk had gedaan? Had Hij hen niet bevrijd van het machtige Egyptische leger? Had God niet de dikke muren van Jericho voor hen laten omvallen? Ze hadden die gevechten nooit zelf kunnen winnen. Het volk Israël had lang geleden gevraagd of God hen wilde helpen. Zij geloofden dat God dingen kon doen die voor mensen onmogelijk leken, maar voor God niet onmogelijk waren. Zíj hadden op God vertrouwd, maar deze arme bange soldaten van Sauls leger deden dit niet. Toch was hun God de levende God, Die de hemel en de aarde gemaakt had; Hij was niet zoals de goden van de Filistijnen, die door mensen gemaakt waren. Ze hadden moeten geloven dat de levende God hen zou redden van de Filistijnen. Niemand uit Sauls leger was er klaar voor om die reus aan te vallen. Niemand uit het leger geloofde dat God sterker was dan Goliath. Maar op dat moment was er iemand op weg naar het strijdtoneel, die wel op God vertrouwde. Hij kende God en leefde in een goede relatie met God. Ja, dat was David. Hij was op weg naar het leger van koning Saul. Plaat 4-3 David had muziek gemaakt voor Saul, maar was weer teruggegaan naar zijn schapen toen Saul moest gaan vechten. Op een morgen liet hij zijn schapen achter onder de hoede van iemand anders. Zijn vader, Isaï, had een karweitje voor hem. "Ik wil dat jij naar het leger gaat om te zien hoe jouw broers het maken," zei zijn vader. "Neem deze zak met koren en tien broden voor hen mee. Neem deze tien kazen mee voor hun officier; ga maar vlug." Waarschijnlijk heeft hij alles op een ezel geladen. (vers 20) En wat moest hij een lange reis maken - bijna 30 kilometer door de bergen! Maar David vond het niet erg te doen wat zijn vader zei en nu haastte hij zich naar het kamp. Toen hij dichterbij kwam zal hij vast het strijdgeschreeuw van de twee legers gehoord hebben. Ze stonden tegenover elkaar op de beide heuvelrijen in slagorde opgesteld. 55 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

56 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Dit duurde nu al bijna zes weken. Wat moet dat een geweldig gezicht voor David zijn geweest. Hij liet de spullen die hij meegebracht had achter bij de bewaker van de voorraden en ging snel zijn broers zoeken. Plaat 4-4 Ineens staarde iedereen naar het dal beneden. David draaide zich om en zag de reus, vanuit het kamp van de Filistijnen, met grote stappen op hen afkomen. Zijn zware wapenrusting glinsterde in de zon. Die wapenrusting woog meer dan 50 kilo! Wat zagen zijn wapens er angstaanjagend uit. (zijn speer alleen al was een massief stuk hout met een ijzeren punt van bijna 7 kilo.) David had nog nooit zo iemand gezien. Toen stond de reus stil en bralde dezelfde woorden uit, die de anderen, de afgelopen veertig dagen, elke morgen en elke avond hadden gehoord. "Vandaag daag ik het leger van Israël uit; geef mij een man, zodat we met elkaar zullen vechten." Hij was bezig God en Gods volk te bespotten. Hij geloofde dat de Filistijnse goden groter waren dan de God van Israël. Goliath geloofde dat zijn eigen grootheid, zijn kracht, zijn wapenrusting en zijn wapens, alles konden overwinnen. Maar het is zonde om op iemand anders of op iets anders te vertrouwen dan op God. Goliath zondigde tegen God. Misschien ben jij wel net als hij. Waarop vertrouw jij? Op wie vertrouw jij om verlost te worden van de straf die jij voor jouw zonden verdiend hebt? Misschien denk je wel dat je niet gered hoeft te worden. Misschien geloof jij, dat jij gered kunt worden door heel lief te doen. Als jij dat denkt, zondig jij tegen God, want in de Bijbel staat: "Wie op zijn hart vertrouwt, die is een dwaas" (Spreuken 28: 26). Een dwaas is een zondaar die niet in God gelooft. Jij moet zijn zoals David en geloven dat de levende God jouw zonden zal vergeven. Niemand en niets kan dat voor jou doen, behalve de ware en levende God. Goliath was een dwaas omdat hij op zijn eigen kracht vertrouwde of op de afgoden vertrouwde. "Ik daag jullie uit; kom op en vecht," brulde Goliath weer. David hoorde die brallende stem. Alle Israëlieten waren doodsbang en renden weg. David was verontwaardigd! "Wie is die Filistijn? Hoe durft hij het leger van de levende God uit te schelden," riep David uit. De soldaten zullen hem wel vreemd aangekeken hebben. Niemand anders in heel Israël had zoiets gezegd - zelfs de koning niet. Alles wat de koning had gedaan 56 U kunt een kind van tevoren vragen om deze woorden luid uit te roepen. Plaats het eerste gedeelte van de Centrale Waarheid erbij: Doe als David, voor het andere gedeelte dat er al staat: vertrouw op de levende God. De beelden die de Filistijnen vereerden waren dood en konden niets voor ze doen.

57 Varieer in stemgebruik in het gesprek tussen David en Eliab. David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinderwas een grote beloning uitloven voor diegene die de reus zou doden; maar niemand durfde met hem te vechten. Niemand dacht er aan dat God kon helpen, behalve David. Toen werd Davids oudste broer Eliab kwaad en zei: "Wat doe jij hier eigenlijk? Moet jij niet op de schapen passen? Ik ken jouw trotse en boze hart; je bent hier gekomen om de strijd te zien, uit nieuwsgierigheid!" Het was voor David niet leuk om deze leugens aan te horen maar hij zei rustig: "Wat doe ik verkeerd? Ik stelde alleen maar een vraag." Hij draaide zich om naar de andere soldaten die bij hem stonden te praten en iedereen vertelde hetzelfde verhaal. Maar iedereen was veel te bang om te vechten. Ondertussen had iemand aan de koning verteld wat David gezegd had. Hij liet David bij zich komen... Plaat en was stomverbaasd toen deze jongen meteen al zei: "Er is niets om bang voor te zijn. Ik zal met de reus gaan vechten." David, een herdersjongen, zou hij gaan vechten? Dat was onmogelijk! "Dat kun je niet," zei Saul; "Jij bent nog maar een jongen en Goliath is al jaren getraind. Maar David wist zeker dat hij het wilde. Hij wist dat hij jonger, kleiner en zwakker was dan de reus. Hij wist dat hij geen ervaring had met vechten in een oorlog; maar hij wist dat hij op zijn God kon vertrouwen. Hij wilde dat Saul dat ook zou weten. Hij zei: "Ik heb als herder voor de schapen van mijn vader gezorgd. Soms als er een leeuw of een beer aankwam en een lammetje greep, liet ik hem niet gaan. Ik rende er achteraan en redde het lam van tussen zijn scherpe tanden uit. En als dat wilde dier mij woedend wilde aanvallen, dan doodde ik hem (wacht een moment voor u verder gaat, dit om de spanning op te voeren.) en datzelfde zal ik doen met die Filistijnse reus, omdat hij het leger van de levende God heeft uitgescholden." Saul kon aan David zien dat hij het echt meende. Maar hoe kon een jongen als David deze reus verslaan? David zei: "De Heere, Die mij t uit de klauwen van de leeuw gered heeft en uit de klauwen van de beer, Die zal mij redden uit de hand van deze Filistijn." (1 Samuël 17: 37). David wist dat God hem nooit in de steek zou laten. Daarvoor had God hem moed en kracht gegeven. David kon op zulke momenten altijd op God vertrouwen, omdat David God kende als zijn Verlosser. Hij noemde God "mijn Bevrijder" (2 Samuël 22: 2). God kennen betekent zeker weten dat Hij dingen kan doen, die jij niet kunt. Kun jij jezelf redden van de straf die jij voor je zonden 57

58 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding verdiend hebt? Nee, dat kun je niet. Is er iemand, waarin jij kunt geloven, die jou zal redden van de zonde? Ja, de Heere Jezus Christus, Gods Zoon, Hij is de Enige. Hij nam de straf van de zonde op zich toen Hij aan het kruis hing. Geloof jij, dat Hij voor jou gestorven is en dat Hij jou kan redden? Ga vandaag nog in Hem geloven als jouw Verlosser. Hij zal al jouw zonden wegnemen en jou goed maken in Gods ogen, net als Hij dat bij David had gedaan. Op die manier begin jij een leven in vertrouwen op God. Als jij eenmaal gelooft dat Hij jou verlost van de zonde, kun jij alles van Hem verwachten, en kun je moedig zijn. En dat was David ook. Hij smeekte om met de reus te mogen gaan vechten. Eindelijk zei Saul: "Ga heen, de Heere zij met je!." Maar voordat hij David liet gaan, nam hij zijn eigen wapenrusting. "Dit heb je nodig," zei Saul. David werd snel in Sauls zware harnas gehesen. Een bronzen helm werd op zijn hoofd gezet. David maakte Sauls zwaard aan het harnas vast en probeerde zo rond te lopen. Maar dat ging niet! "Ik kan hier niet in lopen," zei hij. "Ik ben er niet aan gewend. Het zit me in de weg." Hij trok alles weer uit. Hij zou alleen datgene meenemen, dat hij altijd bij zich had in het veld. Hij had een staf en een slinger, waarmee hij stenen wegslingerde om zijn schapen te beschermen. Dat zou genoeg zijn. Ik vraag me af wat Saul dacht toen hij David zag gaan. Hij zag hem langs de soldaten van het leger van Israël lopen en toen de heuvel aflopen, het dal in. Onderweg hield David stil bij een klein bergstroompje. Hij pakte vijf gladde steentjes en stopte ze in het herderstas die om zijn middel hing. De reus zag hem komen en kwam op hem af Plaat 4-6 Van beide kanten vanaf de heuvels zag iedereen die twee dichter bij elkaar komen. Ze zagen de machtige reus, gekleed in een wapenrusting, met een zware speer en een zwaard. Ze zagen hoe de herdersjongen, zonder wapenrusting en zonder zwaard al maar dichter bij de vijand kwam. Wat moet het hart van David gebonsd hebben; maar zelfs al was hij bang, hij liet het niet merken. Hij vertrouwde helemaal op de Heere. Hij vertrouwde niet op een wapenrusting om hem te beschermen. Hij vertrouwde niet op zijn eigen kundigheid. Hij wist dat hij veel kleiner en zwakker was. Hij wist dat hij de vijand nooit zelf kon aanvallen. Heb jij dat gevoel ook wel eens, jongen of meisje, dat in de Heere Jezus gelooft? 58

59 Geef kinderen de gelegenheid te zeggen wat de Goliats in hun leven zijn. Wijs op de kaardt met de toepassing voor het gelovig kind: Vertrouw er op dat God jou de moed geeft om te doen wat goed is. Laat de haat en verachting in uw stem doorklinken. Vind je dat er iets is, dat jij moet doen en dat je niet kunt? Misschien heb je nog nooit iemand op school verteld dat jij gelooft. Misschien gelooft er niemand in jouw klas in de Heere Jezus. Jij bent bang dat, als je klasgenoten dat te weten zouden komen, ze niet meer met je willen spelen. Een paar zouden de gek met je steken en je uitlachen. Het is niet gemakkelijk aan anderen te vertellen dat je een Christen bent, maar God zal je de moed geven als je die nodig hebt. Je hoeft niet voor de klas te gaan staan en aan iedereen te vertellen dat jij in de Heere Jezus gelooft. Maar God zal jou de juiste gelegenheid geven om te vertellen dat je de Heere Jezus kent. Op één of andere dag, als je met z'n tweeën of drieën bent, en misschien iemand Gods naam als een vloek gebruikt, of vuile, smerige praatjes heeft, dan kun je dat als een gelegenheid gebruiken om heel rustig te zeggen: "ik vindt het niet prettig dat je dat zegt want ik geloof in God." Er is moed voor nodig om zoiets te zeggen, maar God zal jou helpen, als jij op Hem vertrouwt. David geloofde dat God hem moed zou geven en zo kwam hij de reus tegemoet. Hij vertrouwde er helemaal op dat God hem zou helpen. Degenen die niet in God geloofden moeten wel gedacht hebben dat David gek was. Toen Goliath zag wie met hem wilde komen vechten, werd hij pas echt kwaad. "Kijk eens wat ze hebben gestuurd om tegen mij te vechten," dacht hij. "Een boerenknulletje." Toen hij de staf in Davids hand zag, schreeuwde hij: "Ben ik een hond dat je met een stok op me af komt?" Hij schold David uit en vervloekte hem. "Kom hier; ik zal jouw vlees aan de vogels en de wilde dieren geven." Hij dreigde dat hij David zou doden en zijn lichaam zou laten opeten door de wolven en de gieren. Wat een afschuwelijk slechte man! Wat was David nu in een levensgevaarlijke situatie gekomen! Maar David rende niet weg. Met een heldere stem antwoordde hij: "U komt naar mij toe en gelooft dat uw zwaard, speer en schild u de overwinning zullen geven. Ik vertrouw niet op wapens. Ik vertrouw op de Degene Die door u uitgescholden wordt. De Almachtige God van Israël zal mij in staat stellen om u vandaag te doden. En de vogels en wilde dieren zullen uw lichaam opeten en de lichamen van uw soldaten. En de hele aarde zal weten dat er een God is in Israël. Iedereen zal horen dat ze moeten vertrouwen op de Heere en niet op zwaarden en speren. Dit is de strijd van de Heere. U zult gaan sterven." Toen werd die grote reus nog kwader. Hij greep zijn speer stevig vast en kwam op David af. Hij zou die domme knul, die zo tegen hem durfde te spreken, wel eens een kopje kleiner maken. Plof -plof - plof, zo gingen zijn voeten over de harde stoffige 59 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

60 grond. Zijn wapenrusting rinkelde toen hij zijn arm op hief om die zware, enge speer naar David toe te gooien. Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding David rende; hij rende zo hard hij kon. (hou even pauze om de spanning op te voeren.) Maar hij rende niet weg. Hij rende de reus tegemoet! Ondertussen haalde hij een steentje uit zijn herderstas en stopte het in zijn slinger. En, zo goed als hij kon, mikte hij dat steentje naar de reus. Het vloog door de lucht en kwam in het voorhoofd van Goliath terecht, net beneden zijn helm. De reus viel met een plof op de grond net als een omvallende boom (opnieuw even pauze om de spanning op te voeren.) en bleef doodstil liggen. David rende er op af, pakte het grote zwaard van Goliath en hakte zijn hoofd eraf. (Bij kleinere kinderen kunt u misschien beter weglaten dat David het hoofd van Goliath eraf hakte.) De kampioen der Filistijnen was dood - gedood door een herdersjongen. De Filistijnse soldaten konden hun ogen niet geloven. Ze lieten hun tenten achter en renden naar huis. De mannen van Israël waren niet bang meer. Ze kwamen met een luide schreeuw uit hun schuilplaatsen te voorschijn. Ze achtervolgden de Filistijnen en doodden er een heleboel. Het machtige Filistijnse leger was verslagen. David was de held. Het hele volk zong hem lofzangen toe. Maar hoe had hij het gedaan? Eenvoudig door op God te vertrouwen. Hij had tegen Goliath gezegd: "De strijd is van de Heere en Hij zal u in onze hand geven". (1 Samuël 17: 47) en hij had gelijk gehad. Hij vertrouwde op God en God hielp hem. Hij zorgde ervoor dat dat steentje precies op de plek kwam, waar Goliath geen bescherming had. Als jij in de Heere Jezus gelooft, vertrouw dan op God bij elk probleem. Hij zal je moed geven als je alleen bent. Hij zal jou de kracht geven die je nodig hebt om nee te zeggen als jij verleid wordt tot zonde. Zeg net als David tegen de Heere: "Heere, mijn God, tot U neem ik mijn toevlucht." (Psalm 7: 2) Doe als David, blijf op de levende God vertrouwen. Misschien ben jij niet zoals David. Je gelooft nog niet dat God jou gered heeft van jouw zonden. Je kunt de zonde nooit de baas worden, maar Jezus kan dat wel. De Heere Jezus nam de straf voor de zonde op Zich toen Hij aan het kruis stierf. God liet Hem opstaan uit de dood en nu leeft Hij voor eeuwig. Als jij nu in Hem gaat geloven, worden al jouw zonden vergeven; Hij zal jou verlossen en voor altijd bewaren. Een tijd later schreef David: "De Heere zal hen helpen en bevrijden,... want zij hebben bij Hem de toevlucht genomen." (Psalm 37: 40) Dit kan vandaag nog voor jou waar zijn. Wil jij in Gods Zoon, de Heere Jezus gaan geloven als jouw Verlosser? Hef uw arm op en doe alsof u de slinger ronddraait. 60

61 Quizidee De herderstas. Zorg voor 10 gladde steentjes en twee papieren zakken, voor elk team één. Stel de teams om de beurt een vraag. Als het antwoord goed is mag het kind een gladde steen in het herderstasje van zijn team stoppen. Tel, als alle vragen gesteld zijn, de steentjes. Het team met de meeste steentjes is winnaar.. Herhalingsspel 1. Welke vijand viel het land Israël aan? (De Filistijnen.) 2. Waarom waren de Filistijnen er zo zeker van dat zij de oorlog zouden winnen? (Omdat zij een reus hadden.) 3. Wat vond het leger van Israël van Goliath? (Ze waren bang voor hem.) 4. Waarom was het fout van de Israëlieten om bang te zijn? (Ze hadden op God moeten vertrouwen.) 5. Waarom kwam David in het soldatenkamp? (Om eten naar zijn broers te brengen.) 6. Waarom was David kwaad toen hij hoorde wat de reus zei? (Omdat hij de levende God uitschold.) 7. Wat vond koning Saul ervan dat David tegen Goliath wilde gaan vechten? (Hij vond dat David te jong was en niet getraind was voor de oorlog.) 8. Wat zei Goliath dat hij zou doen met David? (Zijn lichaam te eten geven aan de vogels en de wilde dieren.) 9. Waarom was David in staat om die machtige reus te overwinnen? (Omdat hij er op vertrouwde dat God hem de overwinning zou geven.) 10. Wat gebeurde er toen de reus gedood was? (De Filistijnen werden verslagen en David was een held.) Praktijkoefening Laat de kinderen het verhaal uitspelen. Geef ze allemaal een rol, een paar Filistijnen, Goliath, Israëlische soldaten, Eliab, Abinadab, Samma, Isaï, David, Saul en zijn wapendrager. Meisjes kunnen ook meedoen met een jongensrol.) Help de kinderen zich te herinneren welke gebeurtenissen er plaats vonden en ook wat de les nu voor ons betekent. Reuze puzzel 0f: Ga een discussie aan met de kinderen b.v. over onderstaande vragen (pas deze aan op uw situatie): a. Wanneer heb je moed nodig? b. Wat zijn reuzen in jouw leven? c. Hoe kan God je helpen als je bang bent? 61 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

62 0f: Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Laat de kinderen een tekening over David en Goliath maken en zeg dat ze er eventueel een puzzel van kunnen maken. (zorg dat u enveloppen bij u heeft om mee naar huis te geven.) 0f: Laat elk kind op een stuk papier een tekening maken waar hij/zij bang voor is. Begrijp dat als de kinderen dit echt doen het een geweldige overwinning voor hen is. Voor het kind is dit heel waardevol. Kleineer het kind niet door het aan anderen te laten zien. Wat u b.v. kunt doen is; laat het kind de tekening in de handen houden. Laat iedereen de ogen sluiten en bidt b.v.: Heere Jezus U kent ieder kind persoonlijk. U weet wat er op de tekeningen staat; U kent alle problemen; U weet waar we bang voor zijn; maar U wilt ons ook helpen om niet meer bang te zijn en onze problemen te overwinnen. Wilt U ons helpen om net als David te zijn en op U te vertrouwen. Dank U wel Heere Jezus dat U altijd bij ons bent. Evt. kunt u de tekeningen innemen, van de kinderen die willen, bekijk ze later. Misschien zijn er kinderen waarbij u er op terug moet komen onder vier ogen. Misschien willen ze de tekening na het gebed liever verscheuren. Geef ze de vrijheid. Laat niemand de ander uitlachen. Woorden van bemoediging: Laat kinderen Bijbelverzen die een bemoediging zijn opzoeken en bespreken. Laat deze over vertrouwen op God gaan. B.v. Spreuken 28: 1; 1 Kor. 16: 13; Fil. 1: 27, 28; 2 Tim. 1: 7; Jozua 1: 9. God houdt ook van je als (nog) niet zo moedig bent. Je mag altijd vragen om meer moed! Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. 62

63 Les 5 Vriend en vijand Lesoverzicht Bijbelgedeelte: 1 Samuël 18: 1-16; 19: 1-10; 20. Bijbeltekst om aan te leren: Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen als de dagen van mijn leven. Ik zal in het huis van de Heere verblijven tot in lengte van dagen. - Psalm 23:6 Centrale Waarheid: Toepassing gelovig kind: God wil dat Zijn kinderen elkaar liefhebben. Je moet van andere christenen houden. Toepassing niet-gelovig kind: De Centrale Waarheid, die in deze les gekozen is, heeft een toepassing voor het gelovige kind. Deze waarheid wordt grondig behandeld. Wel is het nodig om aan de niet-gelovige kinderen die op uw club komen aandacht te schenken. Neem daarom in een ander programma onderdeel de tijd om aan hen op een korte, duidelijke manier het evangelie uit te leggen. Visuele hulpmiddelen: Platen 5:1-6 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Verwerking: Werkjes voor jongere en oudere kinderen. 63 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

64 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Lesschema I. INLEIDING Jaco en Norman zijn dol op voetballen. II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. David en Jonathan worden vrienden. B. Saul is jaloers en wil David doden. C. Saul zegt tegen Jonathan dat hij David moet doden. D. Jonathan waarschuwt David. E. Jonathan spreekt met Saul. F. Saul probeert weer David te doden. G. David zoekt Jonathan. H. David en Jonathan maken plannen en doen beloften. I. Saul probeert Jonathan te doden. III. CLIMAX J. Jonathan brengt het bericht over aan David. IV. EINDE K. David en Jonathan scheiden. 64

65 Aanleren van de Bijbeltekst Tekst om aan te leren: Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen als de dagen van mijn leven. Ik zal in het huis van de Heere verblijven tot in lengte van dagen. - Psalm 23:6 Inleiding Een klein meisje moest een keer een boodschap voor haar moeder doen. Toen ze met de boodschap terug naar huis ging, begon het te regenen en het werd ook al donker. Het meisje begon te huilen, want ze vond het helemaal niet fijn in dat slechte weer. Ineens kwam er iemand haar tegemoet. Het was haar moeder. Samen gingen ze naar huis. Het regende nog steeds, en het was nog steeds bijna donker, maar het meisje vond het niet erg meer, want haar moeder was bij haar. (U kunt ook iets vertellen van dezelfde strekking, maar wat u zelf meegemaakt hebt.) Als de Heere Jezus jouw Herder is, is Hij altijd bij jou, als je blij bent of vrolijk, en als je door een dal van diepe duisternis gaat; als het helemaal niet leuk is. Je mag alles samen met Hem doen. En als je weet dat de Heere Jezus altijd bij jou is, zijn nare dingen niet zo erg meer. Presentatie Lees de tekst voor uit uw Bijbel of laat één van de kinderen dat doen. Zeg daarna de tekst op van de aanleertekst. Uitleg Goedheid: God is goed, denk maar terug aan hoe God David redde toen hij in gevaar was. Goedertierenheid: God vergeeft je zonden en Hij geeft je liefde, niet omdat jij altijd zo lief en aardig bent, maar omdat Hij zoveel van je houdt. Je weet niet wat er later allemaal met je zal gebeuren, er kunnen blijde dingen gebeuren maar ook hele nare. Maar je mag weten, dat God altijd bij jou zal zijn. Hij zal jou redden uit gevaar, je vergeven als je gezondigd hebt, en je geven wat je nodig hebt, en als er problemen komen, zorgt Hij er ook voor dat je die aankunt. Bij Het huis van de Heere, denken we in de eerste plaats aan de hemel, maar het betekent ook dat je contact met God kunt hebben, door te bidden en alles met Hem te bespreken. Je mag je thuis voelen bij God. God weet alles van jou, zelfs dingen die je vader en moeder niet van je weten, en die je misschien niet eens van jezelf weet. Dus, nu mag je al een heel goed contact hebben met God, en als je in de hemel bent dan verblijf je = woon je of ben je bij God. Lengte van dagen betekent eeuwig en eeuwig betekent: het houdt nooit op. 65 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

66 Toepassing: Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Gelovig kind: Niet gelovig kind: Misschien denk je nu, maar ik hoor helemaal niet bij de Heere Jezus, dus dit geldt allemaal niet voor mij. Dan wil tegen ik je zeggen: Heb je er al eens over nagedacht waarom je nog niet bij de Heere Jezus hoort? Misschien ben je bang, omdat ze er thuis niet zo blij mee zullen zijn. God biedt jou Zijn goedheid en goedertierenheid aan; Hij wil jou redden van de straf voor jouw zonden, en voor de rest van je leven bij jou zijn. Hij zal dan ook bij jou zijn als je thuiskomt, en als bij je vriendjes bent. Hij wil jou dan helpen en ondersteunen. Snap je dit nog niet helemaal? Kom dan naar me toe als de anderen het werkje gaan maken. Ik sta dan bij (noem een plekje in de kamer of ruimte). Aanleren Laat de Bijbeltekst minstens twee keer door alle kinderen opzeggen. U kunt daarna afwisselen met eerst jongens dan meisjes, of alleen de kinderen, alleen de leiding. Dan moet één kind zo gaan staan, dat hij/zij de tekst niet ziet. De andere kinderen zeggen de tekst op, maar laten één woord weg. Het kind dat met de rug naar de groep staat, moet dan zeggen of aanwijzen welk woord dit is. Herhaal dit een aantal keren Bijbelles Inleiding Norman en Jaco waren gek op voetbal. Als ze op school wedstrijden oefenden, zaten ze altijd in een verschillend team. Toen brak de tijd aan voor de jaarlijkse competitie, tegen de school in de buurt. Wie van hen zou gekozen worden om in het team te spelen? Er kon maar één van hen meedoen. Ze waren allebei goede keepers en ze geloofden allebei in de Heere Jezus. Ze gingen naar dezelfde Goed Nieuws Club. Eén dag voordat de wedstrijd begon, hing de lijst met de namen van het team op het aankondigingsbord van de school. Iedereen ging kijken wie er speelde. Jaco wrong zich naar voren en keek naar de lijst. De naam van de keeper stond altijd boven aan. Och! Norman was uitgekozen. Jaco sloop weg, voordat iemand de tranen in zijn ogen kon zien. Hij was heel teleurgesteld; hij was jaloers op Norman. "Ik praat nooit meer met Norman," dacht hij. Of noem een andere sport of bezigheid waar de kinderen in uw groep veel mee bezig zijn. 66

67 Plaats nu de kaart met de Centrale waarheid op een zichtbare plaats. Wijs naar de kaart met de Centrale Waarheid. Die dag op de club leerde hij een Bijbelvers uit Johannes 15: 12, waarin de Heere Jezus zegt: "Dit is mijn gebod, dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. Makkelijker gezegd: Heb elkaar lief, zoals Ik jullie heb liefgehad. Hij las dat het Gods wil is dat Zijn kinderen elkaar lief hebben. De volgende dag tijdens de wedstrijd speelde Norman geweldig goed. Iedere keer hield hij de bal tegen. Jaco wilde wel dat hij die ballen had mogen tegenhouden, maar hij bleef net zo luid juichen als alle anderen. Toen het spel voorbij was, wachtte hij tot Norman het veld verliet. "Goed gespeeld Norman," zei hij. Hij was bezig anderen lief te hebben, zoals de Bijbel dat leert. Eigenlijk deed hij hetzelfde als een jonge man, waarover wij in de Bijbel lezen. Zijn naam was Jonathan. Jonathan was een prins. Plaat 5-1 Hij was sterk, gezond en kon heel goed met pijl en boog omgaan. Hij was een dapper soldaat en een goede leider. Jonathan geloofde in God, net als David. Hij was de oudste zoon van koning Saul; dat zou betekenen, dat hij de volgende koning van Israël zou zijn. Maar wie zou de volgende koning zijn? Juist! David. Dat was, omdat Saul gezondigd had, en hij ongehoorzaam was geweest aan Gods bevel. Daardoor zou Jonathan geen koning worden. Er staat niet in de Bijbel of Jonathan direct al wist dat David de volgende koning zou zijn. Er staat wel in de Bijbel dat toen David Goliath gedood had, koning Saul heel blij met hem was. Hij nodigde David uit naar het paleis te komen. Jonathan hoorde het gesprek van zijn vader met David, en wist dat hij een vriend gevonden had. Het maakte hem niets uit dat David maar een herdersjongen was. Hij hield heel erg veel van hem. Om dat te laten zien nam hij zijn prachtige koninklijke mantel en gaf die aan David. Hij gaf David ook zijn wapenrok, zijn gordel, zijn zwaard en zelfs zijn boog. Als je in die tijd zoiets deed bewees je die persoon de hoogste eer. De gift van Jonathan betekende: "Jij bent de grootste vriend die ik maar kan hebben." Geven is een teken van liefde. Als jij van iemand houdt dan wil je wat aan hem geven. God wil dat Zijn kinderen liefde aan andere Christenen laten zien. Dat laat je zien door iemand die in nood is te helpen. De allereerste Christenen deden dat. Al gauw nadat de Heere Jezus naar de hemel was gegaan, gingen een heleboel mensen uit Jeruzalem in Hem geloven. Ze waren nu kinderen van God en, zoals het in de Bijbel staat, broeders en zusters van Gods gezin. Een van de eerste dingen die deze nieuwe Christenen deden 67 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

68 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding was hun geld, hun eten en hun kleren delen met degenen, die maar heel weinig hadden. Misschien kun jij ook wel iets weggeven. Ken jij een kind dat in de Heere Jezus gelooft en dat geen viltstiften heeft? Als jij er een heleboel hebt zou je er een paar kunnen geven om bijv. huiswerk te kleuren. Vraag wel of je ouders het goedvinden. Waarom moeten Christenen geven aan andere mensen die van de Heere Jezus houden? De Heere Jezus zegt: "Heb elkaar lief, zoals Ik jullie heb liefgehad" (naar Johannes 15:12). Hoe heeft de Heere Jezus van jou gehouden? Heeft Hij niet de hemel voor jou verlaten? Heeft Hij niet Zijn kostbare bloed voor jou gegeven? Heeft Hij jou niet eeuwig leven gegeven? Als wij nadenken over wat de Heere Jezus ons gegeven heeft, dan kunnen wij ook aan anderen geven, net zoals Jonathan aan David gaf. David ging niet alleen met Saul en Jonathan terug om in het paleis te wonen, maar hij werd ook één van de aanvoerders van het leger van Saul. Iedereen was blij. Toen ze terugkwamen van de strijd met Goliath, kwamen de vrouwen uit de stad aan de kant van de weg staan om de koning te begroeten. Goliath was dood; de Filistijnen waren gevlucht; de strijd was gestreden, daarom dansten de vrouwen en zongen zij van blijdschap. Boven het geluid van hun muziekinstrumenten uit kon je de volgende woorden horen: "Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden." Zo blij waren ze dat David de reus gedood had. Maar hun loflied maakte Saul erg boos. Hij was jaloers omdat David meer eer kreeg dan hij. Hij was de koning; hij moest de eer krijgen. De gedachte kwam bij Saul op: "Zou David de volgende koning zijn?" Waarschijnlijk heeft hij gedacht aan wat Samuël gezegd had: "Omdat u Gods Woord heeft verworpen, heeft Hij u als koning verworpen." Als Samuël gelijk had, dan zou Jonathan nooit koning worden. "Zou David koning worden?" Onderweg naar huis kwamen er boze en jaloerse gedachten in Sauls hoofd op. De volgende dag had hij weer één van zijn boze buien. David nam zijn citer en begon, zoals hij gewend was, te spelen. Misschien zou Saul van de muziek rustig worden. Maar nee! Plaat 5-2 Hij wierp de speer dwars door de kamer om David te doden, maar tot twee keer toe kon David zich bukken en ontsnappen. David zal wel erg bang voor Saul zijn geworden, maar Saul was nog banger. Hij was bang voor David, omdat hij wist dat God wel met deze jonge man was maar niet met hem. Hij was waarschijnlijk bang dat 68 Schrijf op een bord of groot vel papier (Sauls 1.000) en schrijf dan nog eens 9x 1000 eronder (Davids ). In 1 Samuël 18:12 staat: Hij was bevreesd voor David.

69 Wijs naar de kaart met de Centrale Waarheid. David hem zou doden om het koningschap van hem af te nemen. David was dat helemaal niet van plan. Hij zou Saul gemakkelijk kunnen doden maar hij wilde dat niet. Maar Saul nam geen risico. Hij stuurde David weg uit het paleis. In plaats van dat hij een groot leger aanvoerde werd hij tot kapitein gemaakt van 1000 man. Zelfs met dit baantje had David succes en alle mensen van het land hielden van hem. Maar Saul had nog een reden om David weg te sturen. Hij dacht: "Waarom zou ik David doden? De Filistijnen doen dat wel." Hij bracht David zelfs in situaties waarin hij zo goed als zeker door de Filistijnen gedood zou worden. Maar David werd niet gedood. Hij won elke strijd. Dit was te veel voor Saul. Plaat 5-3 Hij vertelde aan Jonathan en aan zijn dienaren dat hij David beslist wilde doden. Hij gaf al zijn dienaren de opdracht David te doden. Hij riep zelfs zijn zoon Jonathan bij zich om te zeggen dat hij David moest doden. Maar Jonathan kon dat niet, zelfs al zou hij daardoor zijn vader ongehoorzaam zijn. David en hij hadden elkaar beloofd om goed voor elkaar en hun kinderen te zorgen. Hij moest God meer gehoorzamen, want God zegt dat wij niet mogen doden. Hoe zou hij er zelfs aan kunnen denken om zijn vriend te doden? In plaats daarvan ging hij David zoeken en waarschuwde hem voor het gevaar, waarin hij zat. Plaat 5-4 "Verberg je morgenochtend, ga naar een schuilplaats" zei hij: "Ik zal met mijn vader over jou spreken en jou vertellen wat ik te weten ben gekomen." Toen David zich ging verstoppen, heeft hij vast gedacht hoe fijn het was om zo n trouwe vriend te hebben. Zo'n vriend die je niet in de steek laat als je in moeilijkheden zit. Ben jij zo'n vriend? Ben jij bereid om voor andere Christenen op te komen, als iedereen nare dingen en leugens over hen vertelt? Wil jij nog steeds met Jimmy spelen, ook al doen de andere kinderen op school net alsof hij niet bestaat? God wil dat jij andere Christenen liefhebt, wat het je ook mag kosten. Vraag of God jou wil helpen om een trouwe vriend te zijn, zoals Jonathan. Jonathan deed wat hij had beloofd. Hij zei tegen zijn vader dat hij niet mocht vergeten wat David voor hem had gedaan; vooral niet dat hij de reus gedood had. 69 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

70 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding "David heeft u niets gedaan; hij is altijd vriendelijk tegen u geweest. Waarom wilt u hem doden?" vroeg Jonathan. Saul luisterde naar zijn zoon en beloofde voor God dat David niet gedood zou worden. David kwam weer terug in het paleis. Alles was vergeven en vergeten - of niet? Saul hield zich niet aan zijn belofte. Weer probeerde hij David te doden. David vluchtte uit het paleis en uit de stad omdat Saul zijn soldaten gestuurd had om hem te doden. David vluchtte naar Rama, waar Samuël woonde. Sauls soldaten zaten hem op de hielen, maar ook nu beschermde God hem. Intussen was David erg bang geworden. Wat moest hij doen? Waar kon hij naar toe? Meteen dacht hij aan zijn vriend. Jonathan kon hem helpen. Daar was hij zeker van. Hij wilde bij Jonathan zijn. Als jij echt van mensen houdt, dan wil je bij hen zijn. Kinderen van God zouden hun liefde voor elkaar moeten laten zien, door met andere christenen samen te zijn. Waar kan jij tijd doorbrengen met andere christenen? Je moet tijd doorbrengen met anderen die van de Heere Jezus houden. Het is belangrijk om met Christenen samen te komen en vriendschappelijk met hen om te gaan. Weet je wat er gebeurt als je hen ontmoet? Je merkt dat je je problemen niet alleen hoeft op te lossen. Het helpt om met andere Christenen over jouw problemen te spreken. Misschien zit je met iets en niemand schijnt er zich wat van aan te trekken. Ik wil dat je weet dat ik van jou houd en jou wil helpen. Kom na de club of op een andere tijd, naar mij toe en dan wil ik graag met jou over jouw probleem spreken. Ik wil daar graag de tijd voor nemen. Als jij gelovige vrienden hebt, die van jou houden, dan worden moeilijke tijden minder moeilijk. Dat wist David ook en daarom ging hij snel naar Jonathan. "Jonathan, vertel me alsjeblieft, wat heb ik gedaan? Wat voor kwaad heb ik gedaan dat jouw vader mij wil doden?" "Jou doden?" riep Jonathan uit. "Jij wordt niet gedood. Mijn vader vertelt altijd aan mij wat hij gaat doen. Dat is niet waar David." "Maar het is wel waar," zei David verdrietig. "Jouw vader weet dat wij vrienden zijn. Hij wil jou niet verdrietig maken, dus heeft hij het voor jou geheim gehouden. Ik zeg je Jonathan, er is maar één stap tussen mij en de dood." Jonathan kon aan David zien dat hij echt bang was. Hij wilde zo graag helpen. "Wat kan ik voor je doen?" vroeg hij. "Ik heb een plan," zei David. "Morgen is het feest van de nieuwe maan en ik word bij de koning aan tafel verwacht. Laat me een paar dagen wegblijven. Als jouw vader naar mij vraagt, zeg je hem dat ik 70 naar huis in Bethlehem ben gegaan voor het jaarlijkse offer. U kunt de kinderen met voorstellen laten komen. Ze zeggen misschien: zondagsschool, Goed Nieuws Club, Bijbelse geschiedenis op school.

71 Dit zal het teken zijn: als hij zegt "uitstekend", dan ben ik veilig. Maar als hij boos wordt, dan weten wij dat hij mij wil doden. Jonathan, wees goed voor mij. Als ik schuldig ben, dood mij dan zelf. Waarom zou jij mij dan aan jouw vader overleveren?" Dit zou voor Jonathan een kans geweest zijn. Door deze vriendschap zou hij problemen krijgen met zijn vader, en het zou er niet beter op worden. Bovendien bleek Jonathan nu te weten dat David koning in zijn plaats zou worden. Als hij David doodde, zou Jonathan de volgende koning zijn. "Maar dat nooit," riep hij, "Nooit." Jonathan had een belofte gedaan en hij zou die nooit verbreken. Gods kinderen laten hun liefde aan elkaar zien door nooit hun beloften te breken. Als jij Janneke hebt beloofd dat jij naar de sportdag van haar school zal gaan, dan moet jij jouw belofte houden; zelfs als jouw lievelings T.V. programma op dat moment wordt uitgezonden. Echte vrienden doen al het mogelijke om hun beloften te na te komen. Dat was de éne reden waarom Jonathan David nooit kwaad zou doen. De andere was, dat hij echt van David hield. Hij kon het niet verdragen dat David op zo'n manier kwaad gedaan werd. "Luister," zei hij. "Als ik er ook maar het geringste vermoeden van had, dat mijn vader jou wilde doden, zou ik het jou dan niet vertellen? Kom, laten we een plan opstellen." Toen ze samen het veld inliepen, beloofde Jonathan dat wat er ook gebeurde, hij het David zou laten weten. Hij vroeg David hem te beloven om altijd goed te zijn voor hem en zijn familie. Die dag hernieuwden zij hun beloften aan elkaar. Ze konden niet weten wat er in de toekomst zou gebeuren. Zouden ze elkaar ooit weer zien? Het kon voor Jonathan zelfs gevaarlijk zijn om het goede nieuws aan David te brengen. Maar Jonathan had een plan. Morgen of overmorgen om deze tijd zal ik mijn vader polsen; wanneer het er dan voor David goed voor staat, zal ik het laten weten." Overmorgen, of uiterlijk over 3 dagen in de ochtend kom ik naar je toe, wacht dan achter die grote hoop stenen," zei Jonathan. "Ik zal dan vlak in de buurt drie pijlen afschieten, alsof ik aan het oefenen ben. Dan zal ik een jongen erop uit sturen om de pijlen op te rapen. Nu, dit is ons geheim. Als ik naar hem roep: 'de pijlen liggen dichterbij, dan weet jij dat je gerust te voorschijn kunt komen. Maar als ik naar de jongen roep: 'de pijlen liggen veel verder weg,' dan moet je maken dat je wegkomt. Dan is het de wil van de Heere dat je weggaat." Zo gingen de beide vrienden uit elkaar. "Vergeet niet waar wij over gesproken hebben," zei Jonathan toen ze afscheid namen. "De Here is voor altijd getuige van onze beloften." 71 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-

72 David ging weg. Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Op het feest van de nieuwe maan ging de koning zitten om te eten. Plaat 5-5 Jonathan was er; Abner, de leger overste was er; maar de stoel van David was leeg. Saul zag het wel maar zei er de eerste dag niets over. Op de tweede dag van het feest zei Saul tegen zijn zoon: "Waarom is David gisteren en vandaag niet gekomen?" Jonathan vertelde hem over het feest in Bethlehem. Saul was woedend op Jonathan. "Weet jij wel dat zolang hij in leven blijft, jij nooit koning zult worden? ;' schreeuwde hij. "Nu, haal hem op want hij moet sterven!" "Waarom? Wat heeft hij gedaan?" vroeg Jonathan. Dat was voor Saul de druppel die de emmer deed overlopen. Hij was zo kwaad dat hij zijn speer oppakte en naar zijn zoon wierp - maar Jonathan ontsnapte. Jonathan was woedend. Nu wist hij zeker dat zijn vader David wilde doden. Hij verliet het feest. Hij at de hele dag niets meer. Hij was helemaal overstuur over de manier waarop zijn vader David behandelde. De volgende morgen ging hij naar het veld vlakbij de steenhoop waar David zich had verstopt. Een jongen was met hem meegegaan. Plaat 5-6 Jonathan spande een pijl in zijn boog en schoot die weg. David keek vanuit zijn schuilplaats toe. Hij moet de jongen hebben zien wegrennen. Misschien zag hij een glimp van de pijl die door de lucht schoot. Waar kwam die terecht? Toen hoorde hij de woorden, "Die pijl ligt nog véél verder! Vlug haast je, blijf niet staan." Dit was de boodschap van Jonathan waarmee hij wilde zeggen dat David moest vluchten. Toen raapte de jongen de pijl op en gaf hem aan Jonathan. Die stuurde de jongen mét de wapens terug naar huis. Toen alles rustig was, kwam David vanachter de stenen te voorschijn en boog zich neer aan de voeten van Jonathan. Drie keer boog hij zich neer met zijn gezicht naar de grond. In de tijd van de Bijbel bogen mensen zich vaak voor elkaar, maar niet drie keer zoals David. Toen stond hij op en beide mannen omarmden elkaar en huilden van verdriet omdat ze afscheid moesten nemen. Ze konden maar even samen zijn. Toen, nadat ze de beloften nog eenmaal herhaald hadden namen ze afscheid. Voor altijd zouden zij en hun nakomelingen goed zijn voor elkaar. Zouden ze elkaar ooit weer terugzien? We weten niet of David naar Bethlehem is gegaan, hoewel hij genoeg tijd had om heen en terug te gaan. 72 Wat was dat voor deze heel goede vrienden een verdrietige

73 Wijs naar de kaart met de Centrale Waarheid. David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinderdag. Maar ze zouden altijd vrienden blijven, zelfs al zagen ze elkaar niet meer. Ben jij een vriend voor andere Christenen? Als jij in de Heere Jezus gelooft, vraag dan of de Heere jou wil helpen om altijd een trouwe en goede vriend te zijn. Vraag of Hij jou wil helpen iedere Christen lief te hebben. Sommige Christenen zullen hele goede vrienden van jou worden, misschien nog beter dan David en Jonathan vrienden waren. Anderen zullen nooit jouw goede vrienden worden, maar je kunt toch laten zien dat je hen ook liefhebt. Denk eraan dat zij ook bij Gods gezin horen; zij zijn jouw broeders en zusters in Gods gezin. Denk eraan wat de Heere Jezus voor jou gedaan heeft. Hij houdt van jou en gaf Zichzelf voor jou. Zijn gebod is: Heb elkaar lief zoals Ik jullie heb liefgehad (naar Johannes 15: 12). Het kan soms moeilijk zijn om dat gebod te gehoorzamen. Laten wij bidden en vragen of God ons wil helpen: Je kunt dat op deze manier doen: "Lieve Heere Jezus, dank U dat U zoveel van mij houdt, dat U mijn straf op het kruis op U genomen hebt. Wilt U mij en andere christenen helpen om elkaar lief te hebben. Vergeef ons als we af en toe niet zo liefhebben als zou moeten en leer ons om elkaar lief te hebben, zoals U dat graag ziet. Amen." 73

74 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Herhalingsspel 1. Hoe heette de oudste zoon van koning Saul? (Jonathan) 2. Waar ging David naar toe toen de strijd gewonnen was? (Terug naar het paleis bij koning Saul en Jonathan.) 3. Wat zongen de vrouwen, waardoor koning Saul jaloers werd? (Saul heeft zijn duizenden verslagen maar David zijn tienduizenden.) 4. Hoe probeerde David om Saul weer wat blijer te maken? (Op zijn citer spelen.) 5. Wat deed Saul toen hij jaloers was op David? (Hij probeerde hem met zijn speer te doden.) 6. Waarom was Saul niet alleen jaloers op David, maar ook bang voor hem? (Hij wist dat God met hem was.) 7. Wat moest David van Jonathan aan hem beloven? (Dat hij altijd vriendelijk zou zijn voor hem en zijn familie.) 8. Wat moest David van Jonathan aan hem beloven? (Dat hij altijd vriendelijk zou zijn voor hem en zijn familie.) 9. Hoe liet Jonathan aan David merken, dat hij voor zijn leven moest vluchten? (Hij schoot drie pijlen af en zei tegen de jongen, "Die pijl ligt nog veel verder weg!") 10. Aan wiens liefde doet de liefde van Jonathan ons denken? (De Heere Jezus.) Praktijkoefening Vraag de kinderen te beschrijven wat het betekent om een vriend van iemand te zijn. Geef aan elk kind een vel papier en een potlood. Laat ze een tekening maken van iemand die iemand helpt die in nood zit. De tekening mag heel eenvoudig zijn - ze mogen zelfs stokfiguurtjes tekenen, als ze dat willen. of: Noem een aantal situaties en vraag of ze horen bij vriendschap. Als wat u zegt klopt, moeten de kinderen hun duim omhoog doen, klopt het niet, dan doen ze hun duim naar beneden. U zou bijvoorbeeld dit kunnen zeggen: - Een vriend is iemand die graag met je wil spelen. - Een vriend is iemand die jou met zijn kleurtjes laat kleuren. - Een vriend is iemand die jou in een plas duwt. - Een vriend is iemand die jou plaagt. - Een vriend is iemand die voor jou opkomt als andere kinderen lelijk doen. QUIZ Vriendschapsspel David en Jonathan waren goede vrienden en ze waren niet jaloers op elkaar. Jonathan was blij dat David koning zou worden, zelfs al had hij er zelf recht op. Op dezelfde manier stimuleert dit spel de kinderen om blij te zijn met het succes van het andere team. Verdeel de groep in twee teams. Stel om de beurt een vraag. Als een kind een vraag goed heeft beantwoord krijgt het andere team honderd punten. Het team dat na het stellen van de laatste vraag de meeste punten heeft is winnaar.. 74

75 of: Doe een rollenspel met daaraan gekoppeld een discussie over jaloersheid. Geef een aantal voorbeelden over jaloersheid in de Bijbel. - De oudere en de jongere broer. (Lukas 15: 11-32) - Martha en Maria. (Lukas 10: 38-42) - Kaïn en Abel. (Genesis 4; 3-8) Wat was het gevolg van datgene wat de personen deden? Wat hadden ze moeten doen? Laat de kinderen problemen uitspelen door een rollenspel en leer ze hoe om te gaan met jaloezie. of: Leg een stapel tijdschriften neer (let wel op wat voor soort tijdschrift, soms worden kinderen op zondagsscholen en clubs geconfronteerd met plaatjes en artikelen die beslist niet voor kinderen, en voor wie eigenlijk wel, bedoeld zijn.) Leg hierbij ook allerhande soorten papier en karton. Zeg tegen de kinderen dat ze plaatjes uit mogen knippen die te maken hebben met dingen waar ze dankbaar voor mogen zijn. (b.v. familie, vrienden, eten, huis, enz.) Ze kunnen er zelf ook allerlei dingen bij tekenen, kleuren enz. Laat ze met elkaar van het geheel een collage maken. Praat er met de kinderen over wat ze kunnen doen als ze jaloers zijn op een ander, omdat die iets heeft wat zij niet hebben. Daar worden ze dan steeds aan herinnerd als ze deze collage zien. Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. : 75 David, een man naar Gods hart Stichting Internationaal Kinder-