Christus leren kennen

Transcriptie

1 Christus leren kennen Oorspronkelijke titel: Knowing Christ Geschreven door: Martha Wright Aangepast voor Europa: Jennifer Haaijer (met extra ideeën vanuit de oorspronkelijke tekst) Illustraties: Ken Cooper Verwerkt en aangepast voor Nederland: IKEG literatuurteam ATTENTIE! De platen bij deze serie kunnen bij de meeste IKEG adressen en/of webshops gekocht worden. Kijk voor een overzicht van de IKEG-adressen en webshops in Europa op en klik op Adressen. Deze handleiding, met bijbehorende platen, mag niet tegen vergoeding uitgeleend, gekopieerd of op andere manier worden gedupliceerd/gepulbiceerd zonder schriftelijke toestemming van het IKEG. Met toestemming vertaald en uitgegeven in het Nederlands door Stichting Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG) (de Nederlandse tak van Child Evangelism Fellowship). 2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn, telefoon (055) Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding mag alleen gebruikt worden voor persoonlijke, non-profit en niet-commerciële doeleinden. Bezoek voor de volledige voorwaarden van deze toestemming Copyright 1997,2002 by Child Evangelism Fellowship Inc. All right reserved. This book or parts thereof, may not be reproduced in any form by branches of CEF or others, without written permission of the publisher. Published by Child Evangelism Fellowship Press. Warrenton, Missouri U.S.A Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 2 e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn

2 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Inhoud Hoe bereiken we kinderen met het Evangelie?... 3 De 5-daagse clubs of VBW... 3 De kinderbijbelclub... 4 Goed Nieuws Club... 4 Relatie IKEG/plaatselijke gemeente en kerken... 4 Overzicht van een programma... 5 Programma onderdelen... 6 De Bijbelles... 6 Suggesties in de kantlijn... 7 Visuele hulpmiddelen... 8 De Bijbeltekst... 9 Liederen... 9 Herhaling... 9 Verwerking... 9 Evangelisatie & discipelschap onder kinderen Hoe leg je het Evangelie aan een kind uit? Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen? Les 1 De Goede Herder Les 2 Het Brood van het leven Les 3 De opstanding Les 4 Het licht van de wereld Les 5 De Weg, de Waarheid en het Leven Tekstkaartjes Aanleerteksten

3 Hoe bereiken we kinderen met het Evangelie? Kinderen hebben de Heere Jezus nodig. Om Hem te leren kennen, moeten ze wel het evangelie horen en moet duidelijk uitgelegd worden, dat de Heere Jezus hun Verlosser wil zijn. Zelfs jonge kinderen kunnen begrijpen dat zij een Verlosser nodig hebben. Als u zich tot deze taak geroepen weet, dan doet u heel belangrijk werk. Als u zich afvraagt hoe u dat moet doen, kan deze handleiding hierbij een hulpmiddel zijn. Deze serie bestaat uit vijf lessen en is in de eerste plaats bedoeld voor Bijbelclubs, Vakantie Bijbelscholen, openluchtclubs. Daarnaast kan zij gebruikt worden voor zondagsscholen, catechisatie of andere soorten kinderbijeenkomsten. De 5-daagse clubs of VBW Een 5 daagse club of Vakantiebijbelweek (VBW) is een geweldige manier om het evangelie aan buitenkerkelijke kinderen te verkondigen. We zijn echter wel van mening dat het evangelie duidelijk uitgelegd moet worden aan de kinderen voor zij tot geloof kunnen komen. Hoe ziet zo n club eruit? A) 5 daagse openlucht clubs. Een 5 daagse Club is een openluchtclub gebaseerd op principes van het IKEG; het is een manier om kinderen te bereiken, die nooit naar een kerk gaan of op een andere manier het evangelie horen. Ze worden meestal gehouden in de zomervakantie; vijf dagen achter elkaar op dezelfde plaats en tijd in de openlucht: in parken, op speelvelden, op het strand of elke ander geschikte ruimte. Kinderen luisteren naar een evangelisatie Bijbelles, leren teksten uit het hoofd, zingen liedjes en doen mee aan andere leuke activiteiten. Deze clubs zijn er voornamelijk op gericht dat kinderen tot geloof in de Here Jezus zullen komen. Openlucht clubs zijn eenvoudiger van opzet en kunnen met minder leidinggevenden gehouden worden dan bijvoorbeeld een VBW. B) Vakantiebijbelweken Het programma is hetzelfde als dat van de 5 daagse clubs maar wordt meestal in een gebouw (buurthuis, kerk of school) gehouden tijdens schoolvakanties. Aangezien het weer niet te veel invloed kan uitoefenen kunnen deze ook in de wintermaanden of bijv. in de herfst- of voorjaarsvakantie gehouden worden. Het doel van een 5 daagse club of VBW is: 1. het verkondigen van het evangelie aan niet gelovige kinderen (evangelisatiewerk) 2. deze kinderen in contact brengen met bestaande clubs in de omgeving. (contact te bewerkstelligen tussen deze kinderen en de bestaande clubs/of gemeenten. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 3

4 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding De kinderbijbelclub Dit is een goede mogelijkheid om aan buitenkerkelijke kinderen het evangelie te verkondigen. Het evangelie moet duidelijk aan hen uitgelegd worden opdat ze tot geloof kunnen komen. Het IKEG heeft met een dergelijke club een drieledig doel: 1) Evangelisatie aan niet gelovige kinderen. 2) Geestelijke opbouw van kinderen die tot geloof gekomen zijn. 2) Kinderen begeleiden naar een Bijbelgetrouwe gemeente. Vrucht van een Bijbelclub: 1) Door de club voelen de kinderen zich met elkaar verbonden en ook ontstaat er een band met de gezinnen waaruit de kinderen komen. 2) Kinderen zien het positieve voorbeeld van volwassenen die met de Here leven; dit kan een aanzet zijn om naar Bijbelse normen te gaan leven. 3) Ouders die een positieve verandering in het leven van hun kind zien, kunnen open staan voor het Evangelie. 4) Er zijn zelfs gemeenten uit kinderclubs ontstaan. 5) Bestaande gemeentes krijgen de mogelijkheid om gezinnen te bereiken met het Evangelie. 6) Door een bijbelclub te organiseren worden gemeenteleden betrokken bij evangelisatiewerk. Goed Nieuws Club Goed Nieuws Clubs (GNC ) is de merknaam van het IKEG voor een kinderbijbelclub volgens een bepaalde structuur. Deze clubs worden over de hele wereld gehouden en zijn gebaseerd op de principes van het IKEG. De Goed Nieuws Clubs kunnen bij iemand thuis gehouden worden, maar ook in bijvoorbeeld een buurthuis. Sommige clubs zijn wekelijks, andere tweewekelijks of maandelijks. Relatie IKEG/plaatselijke gemeente en kerken Het IKEG wil plaatselijke gemeentes dienen door hen te helpen met het bereiken van kinderen. Dit doet zij door gemeentes te helpen plaatselijke clubs op te zetten, en door toerusting te geven in kinderwerk. Dit laatste geldt voor beginnende kinderwerkers; maar ook ervaren kinderwerkers hebben veel baat bij deze cursus. Als u meer informatie wilt, kunt u contact met ons opnemen. Het adres is: Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG) Postbus HA Apeldoorn (055) info@ikeg.nl 4

5 Overzicht van een programma Ontvangst kinderen Zingen Gebed Aanleren themalied Bijbelles Zingen (themalied) Bijbeltekst Zingen Herhalingsspel Zingen Verwerking (een werkje of een klassengesprek over het thema) Afsluitend gebed Eventueel persoonlijk pastoraal gesprek U kunt naar eigen inzicht variaties aanbrengen of andere onderdelen toevoegen. Onze ervaring is dat op deze manier een afwisselend clubprogramma ontstaat. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 5

6 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Programma onderdelen De Bijbelles In de handleidingen gebruiken we zoveel mogelijk de Herziene Statenvertaling (HSV). (Dus bijvoorbeeld Mattheüs in plaats van Matteus.) Als u de Bijbelles in de handleiding doorleest, zult u de volgende symbolen vinden: Centrale waarheid: De Centrale Waarheid (CW) is de kerngedachte van dit gedeelte. Het is de les die u de kinderen mee wilt geven, die ze moeten onthouden. Deze waarheid wordt in het programma uitgewerkt. Tijdens het geven van de Bijbelles wordt een toepassing van de CW gegeven, zowel voor het leven van het gelovig kind als voor het leven van het niet gelovig kind. Verder wordt de CW herhaald bij het zingen en bij het aanleren van de Bijbeltekst. Om het geleerde nog sterker te benadrukken worden kaarten gebruikt waarop de CW is geschreven; deze kaarten kunt u eenvoudig zelf maken door de CW op stevig papier te schrijven. Waar de CW in de les gebruikt wordt, wordt dit met dit symbool weergegeven. Daarnaast ziet u of de CW alleen vermeld wordt of dat de CW op het gelovige of niet gelovig kind toegepast wordt. Ook wordt aangegeven op welk onderdeel van het evangelie de CW van toepassing is. De CW toegepast in het leven van het kind dat in de Heere Jezus gelooft als zijn/haar Verlosser. (GK is de afkorting van gelovig kind.) De CW toegepast op het leven van een kind dat de Heer nog niet kent. (NGK is de afkorting van niet gelovig kind.) Hier wordt een eigenschap van God de Vader uitgelegd, zoals Zijn liefde, rechtvaardigheid, heiligheid, de Schepper enz. Symbool voor de zonde. Zonde is rebellie tegen God. Iedereen heeft gezondigd. Voorbeelden van zonde. Gods straf voor de zonde. Het evangelie: Gods oplossing voor de zonde. Het leven en werk van de Heere Jezus, Zijn geboorte, Zijn zondeloze leven, Zijn plaatsvervangend lijden en sterven, Zijn opstanding, Zijn Hemelvaart. 6

7 Dit is voornamelijk een uitnodiging om zich te bekeren en in de Heere Jezus te geloven als Verlosser. (Markus 1:14-15) Iemand die tot geloof en bekering komt: o Heeft er spijt van dat hij/zij gezondigd heeft (bekering). o Gelooft dat de Here Jezus voor hem/haar aan het kruis gestorven is. Uitnodiging We moeten niet-gelovigen uitnodigen om tot God te gaan (niet tot u). Dit doen ze niet door uiterlijk iets te doen: bijvoorbeeld handen omhoog steken of iets dergelijks. Kinderen zijn gemakkelijk te manipuleren. Geloof en bekering houdt ook veel meer in dan alleen een gebaar of actie. Nodig daarom de kinderen altijd uit om tot God te gaan. Dit kunnen ze doen door middel van stil gebed nu of later wanneer ze alleen zijn. Dit is altijd een deel van de verkondiging van het evangelie. Het evangelie is niet iets waar ze neutraal naar kunnen zitten luisteren. Men omhelst het of verwerpt het. Oefen geen druk uit op de kinderen. Hier stelt de leiding zich beschikbaar voor een persoonlijk pastoraal gesprek. Dat kan zijn voor het niet gelovige kind, dat vragen heeft over hoe hij/zij in de Heere Jezus kan gaan geloven. Voor het gelovige kind om over zijn/haar problemen als kind van God te spreken. Als u de handleiding doorleest ziet u hoe u zichzelf beschikbaar kunt stellen. (LET WEL: Vertel nooit wanneer/waar u beschikbaar bent direct ná de uitnodiging. Kinderen hoeven niet naar ons te komen om in de Here Jezus te gaan geloven. Ze kunnen op elk moment tot God gaan of u er bent of niet. Uzelf beschikbaar stellen is om er voor hen te zijn - om na te kunnen praten. Deze twee aspecten moeten duidelijk gescheiden worden. Suggesties in de kantlijn Suggesties in de kantlijn, zowel in de linker als in de rechter geven achtergrondinformatie en aanwijzingen hoe u de les boeiender kunt maken. Deze ideeën helpen de kinderen om het vertelde beter te begrijpen. Ze richten zich vaak op verschillende leermogelijkheden van de kinderen. Voorbereiding voor de Bijbellessen Lees, liefst al een week van te voren, het Bijbelverhaal door in uw Bijbel. Als u vroeg begint, kan het Schriftgedeelte doorwerken in uw hart. Bestudeer het Bijbelgedeelte. Voordat u de kinderen onderwijst, moet uzelf onderwezen worden, zodat u kunt doorgeven wat u van de Heere geleerd hebt. Denk na over wat u wilt vertellen en wat uw groep kinderen nodig heeft. Lees de handleiding door als u zich het Bijbelgedeelte voldoende hebt eigen gemaakt. Kijk waar de CW staat aangegeven en de toepassingen. Om de aandacht van de kinderen vast te houden staan de geestelijke lessen niet aan het begin van het verhaal, maar zijn ze in het verhaal verweven. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 7

8 Aan het begin van iedere les staat een lesschema dat u kunt kopiëren om het bijvoorbeeld in uw Bijbel te leggen. Iedere Bijbelles is onderverdeeld in: Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding o o o o o Inleiding: waardoor u de aandacht van de kinderen trekt. Ontwikkeling van de gebeurtenissen: hier wordt de geschiedenis verteld met daarin de geestelijke les. De climax: dit is de ontknoping van het verhaal. Het einde: de afronding van de geschiedenis. Hierna komt vaak een uitnodiging voor het niet-gelovige kind en een oproep voor het gelovige kind. Visuele hulpmiddelen De visuele hulpmiddelen die het IKEG beschikbaar heeft, zijn: 1. Flanelfiguren (deze zijn bij deze les niet verkrijgbaar) 2. Platenboeken 3. Aanleerteksten 3. Tekstkaartjes, die de kinderen kunnen meenemen om thuis de tekst aan te leren. Platenboek Probeer de bladzijden zo om te slaan, dat het kind alleen de plaat te zien krijgt die aan de beurt is en niet alvast de volgende plaat. Dit vereist enige oefening. U hoeft niet de hele tijd de plaat te laten zien. Door het platenboek af en toe neer te leggen en dan weer op te pakken kunt u de aandacht erbij houden. Let erop dat u zelf niet naar de platen kijkt maar naar de kinderen. Oefen de les hardop met gebruik van het platenboek, totdat de vertelling samen met dit hulpmiddel soepel verloopt. 8

9 De Bijbeltekst Kinderen vinden het leuk om teksten aan te leren, mits het op een leuke manier gedaan wordt. Wij gebruiken hier de methode: inleiding, presentatie, uitleg, toepassing, aanleren. Tips bij het aanleren van een Bijbeltekst: Begin nooit met: Nu gaan we een Bijbeltekst aanleren... maar met een leuke inleiding. Dit pakt de aandacht van de kinderen. (Inleiding) Zorg dat de kinderen altijd duidelijk weten dat de tekst in de Bijbel staat en waar ze hem kunnen vinden (bv. OT of NT). Laat het visuele hulpmiddel zien waarop de Bijbeltekst staat. (Presentatie) Leg niet de hele tekst in één keer uit, maar iedere keer een stukje, door de uitleg af te wisselen met het aanleren van de tekst. (Uitleg) Help de kinderen om niet alleen de Bijbeltekst uit het hoofd te leren - (aanleren), maar ook toe te passen in hun leven (Toepassing). Let op dat er een aparte toepassing is voor het gelovige en het niet-gelovige kind. Wissel de methodes van aanleren af. (Aanleren) Liederen Kies liederen uit die bij de Centrale Waarheid van de Bijbelles passen. Begin en eindig altijd met een lied dat de kinderen kennen. Leg de liederen kort en bondig uit. Als u een nieuw lied aanleert kunt u dezelfde methode gebruiken als bij de Bijbelteksten. Herhaling Aan het eind van iedere les staan vragen en een spelidee. Doel hiervan is om het geleerde nog eens aan te scherpen, en te controleren of de Bijbelles goed is overgekomen. We doen dit door middel van een vragenspel om het aantrekkelijk te maken. Nog andere redenen om op deze manier te herhalen zijn: Kinderen vinden het leuk; ze houden van wedstrijden. De les wordt op een speelse wijze herhaald. Het is een stimulans om goed te luisteren. Verwerking Verwerking van een les kan op de volgende manieren: 1. Door het maken van een werkje. Het IKEG heeft werkjes voor oudere en jongere kinderen. Het thema van het werkje sluit meestal aan bij de CW in de Bijbelles. Tijdens het werkje kan er gelegenheid zijn voor een persoonlijk gesprek met de kinderen. 9 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

10 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding 2. Groepsgesprek/activiteit. Dit kan met kinderen van alle leeftijden. Veel oudere kinderen hebben meer baat bij een groepsgesprek dan bij een werkje. Het doel is om het onderwerp van de Centrale Waarheid door te spreken, zodat de kinderen zien hoe zij het praktisch kunnen toepassen in hun leven. Rollenspelletjes kunnen een hulp zijn. Het IKEG is van mening dat, wanneer men het Evangelie verkondigt, het voornamelijk een vertelling (verbale communicatie) moet blijven. Visuele hulpmiddelen zijn er om de Bijbelles (verbale communicatie of vertelling) te versterken en begrijpelijk te maken. (Zo heeft de Heere Jezus het ook gedaan). Sketches, drama en mime kunnen soms als inleiding tot de Bijbelles gebruikt worden, maar het liefst voor of na het programma als verwerking van de Centrale Waarheid. Ze vervangen nooit de Bijbelles (vertelling) zelf. Ook adviseren we u om niet het Bijbelgebeuren uit te spelen, want dan stapt u over naar visuele verkondiging. Alhoewel het leuk is voor de kinderen, is het niet zoals God het bedoeld heeft. Laat de kinderen liever de Centrale Waarheid, thema en/of dagelijkse situaties waar ze mee te maken hebben uitspelen, of op andere manieren verwerken. Zorg ook dat uw visuele hulpmiddelen passen bij de aard van de Bijbel en de grootheid van God en dat uw uitgangspunt voornamelijk is - wat is tot eer van God, in plaats van wat vinden de kinderen leuk; anders zijn ze geen hulpmiddel meer, maar een hindernis om de ware Bijbelse boodschap over te dragen. Besluit Wij hopen en bidden dat deze lessenserie zowel u als de kinderen tot zegen zal zijn en een belangrijk instrument om kinderen bij de Heere Jezus te brengen. Dat het u zal aanmoedigen om u te richten op kinderen. En wie zo n kind ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. (Mattheüs 18:5). 10

11 Evangelisatie & discipelschap onder kinderen Hoe leg je het Evangelie aan een kind uit? 1. Verlossing is des Heeren. (Jona 2:9; Efeze 2:8) Verlossing is het werk van God. Zijn Geest overtuigt van zonde, geeft berouw in het hart van het kind en brengt het kind tot geloof. (Johannes 6:63, 16:8). De Heere wil u echter als instrument gebruiken om het evangelie uit te leggen. (Romeinen 10: 14) 2. Leg het kind uit dat hij verlossing nodig heeft. Zijn grootste probleem is dat zijn zonde scheiding maakt tussen hem en God. Daardoor kan hij niet naar de hemel gaan. Niemand is van zichzelf goed genoeg om in de hemel te komen. (Romeinen 3:23; Romeinen 5:12; Jesaja 59:2). 3. Vertel het kind door Wie en hoe hij gered kan worden. De Heere Jezus heeft in Zijn plaats de straf voor de zonden aan het kruis gedragen. Hij is gestorven, begraven en na drie dagen opgestaan. (1 Korinthe 15: 3, 4) God wil het kind vergeving schenken en het redden. (2 Petrus 3:9, Johannes 6:40). God nodigt het kind uit dit geschenk, (nl. de vergeving van zijn zonden en het eeuwige leven in Zijn Zoon Jezus Christus), te ontvangen door zich te bekeren en het goede nieuws te geloven. (Markus 1:15; Romeinen 10:13; Handelingen 16:31; Johannes 1:12) Het kind mag door gebed tot God gaan om Hem te vragen zijn zonden te vergeven en om hem Zijn kind te maken. (Jesaja 1:18; Lukas 18:13,14; Hebreeën 4:7b, 16) 4. Vertel het kind wat God in Zijn Woord zegt over de zekerheid van zijn verlossing. (Romeinen 8:15,16) Zekerheid komt door het werk van de Heilige Geest in het leven van het kind doordat Hij het kind wedergeboorte geschonken heeft. De Heilige Geest gebruikt verder Gods Woord om de zekerheid te bevestigen. (1 Johannes 5:12, 13; Johannes 3: 36). U kunt het kind niet die zekerheid geven, laat God het doen door Zijn Woord. U kunt wel het kind aanmoedigen om God op Zijn Woord te vertrouwen, want Zijn Woord is waar. Wijs het kind op de beloften in Gods Woord hierover. (bijvoorbeeld Romeinen 10:13; Johannes 1:12; Handelingen 16:31.) 5. Leer het kind om getuigenis af te leggen van zijn geloof. Eerst aan u of een andere medewerker, dan aan familie, vriendjes en wellicht in de gemeente. (Mattheüs 10: 32) Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 11

12 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen? 1. Vraag aan het kind of hij in de Heere Jezus gelooft als zijn Verlosser. (Een ja/nee antwoord is niet voldoende.) Wanneer hij hierover onduidelijk is, dan heeft hij het Evangelie misschien nog niet begrepen. Leg het Evangelie uit zoals hiervoor beschreven. 2. Wanneer het kind zijn vertrouwen op de Heere Jezus gesteld heeft,leer hem dan om zich helemaal aan God toe te wijden, door God in alles te gehoorzamen. (Romeinen 12: 1 of 1 Korinthe 6: 19, 20) 3. Leg het kind uit dat de Heilige Geest in Gods kinderen woont. (1 Korinthe 6: 19; 1 Johannes 3: 24) Door de Bijbel spreekt de Heilige Geest tot hem en vertelt hem hoe hij moet leven. (Johannes 14: 26) Dit is bijvoorbeeld door zijn ouders gehoorzaam zijn te zijn (Kolossenzen. 3: 20), een getuige van Christus te zijn (Handelingen 1: 8), tijd nemen om de Bijbel te lezen en te bidden (1 Timotheüs 2: 1-5; 4: 15; 2 Timotheüs 2: 15) en bij alles wat hij doet te leven zoals God het wil. (1 Timotheüs 4: 12) 4. Wanneer je met het kind over deze dingen gesproken hebt, ga dan samen met hem in gebed. Laat het kind aan de Heere Jezus vertellen dat hij Hem wil gehoorzamen en volgen. 5. Vertel het kind wat het moet doen als het gezondigd heeft. Leg uit dat hij God zijn zonden mag belijden en dat de Heere hem dan vergeeft. Help hem te begrijpen hoe hij dan God weer kan gehoorzamen. Leer hem om God de eerste plaats te geven in zijn leven. (1 Johannes 1: 9; Spreuken 3: 5, 6) 12

13 Les 1 De Goede Herder Lesoverzicht Bijbelgedeelte: Mattheüs 18: 11-14, Lukas 15: 1-7; Johannes 10: 1-10; Bijbeltekst om aan te leren: Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Johannes 10: 11 Centrale Waarheid: Toepassing gelovig kind: De Heere Jezus zoekt ook jou. Wees dankbaar dat Hij je heeft gevonden. Toepassing niet-gelovig kind: Laat je door Hem vinden. Visuele hulpmiddelen: Platen 1:1-7 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Achterin de handleiding staat een uitgebreide omlijsting; incl. sketches. Eventuele benodigdheden daarvoor staan hier vermeld. Extra visuele hulpmiddelen: Maak twee kaarten om aan het eind van de les te gebruiken: 1 e met verloren op de ene kant en in gevaar op de andere kant. 2 e met gevonden op de ene kant en veilig op de andere kant. Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor een pastoraal gesprek met de kinderen tijdens één van de programma onderdelen. Verwerking: kleur/plakplaat 13 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

14 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding I. INLEIDING II. Climax Einde Lesschema a-ben jij wel eens verdwaald? Hoe voelde jij je toen? Maar je kunt verdwaald zijn op een manier die nog veel erger is. b- U kunt ook de sketch uit de omlijsting gebruiken. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. Tollenaars en zondaars komen naar de Heere Jezus luisteren (Lukas 15:1). B. De Farizeeën en schriftgeleerden mopperen op de Heere Jezus, omdat Hij met slechte mensen omgaat. ( 15:2) C. De Heere Jezus vertelt een gelijkenis. (15:3) D. Een herder bezit honderd schapen. (15:4) E. Eén schaap verdwaalt. (15:4) F. De bezorgde herder gaat onmiddellijk het verloren schaap zoeken (15:4) G. De herder vindt het schaap en legt het liefdevol op zijn schouders. (15:5) H. De herder is blij omdat hij het verloren schaap weer gevonden heeft! (15:6) I. De blije herder roept zijn vrienden en buren bij elkaar om te vertellen dat het verloren schaap weer gevonden is. (15:6) J. De Heere Jezus zegt hierover dat er zo ook feest in de hemel is als één zondaar zich bekeert. (15:7) 14

15 Aanleren van de Bijbeltekst Tekst om aan te leren: Ik ben de goede herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Johannes 10:11 Inleiding Wie van jullie heeft wel eens een lammetje geaaid? Vinden jullie ze ook zo lief en zacht? Schapen moet je goed verzorgen en er goed op passen. Weet je hoe iemand heet die voor schapen zorgt? Juist, een herder. In Gods Woord, de Bijbel, staat iets over een heel bijzondere Herder. Presentatie Lees de tekst voor uit uw Bijbel, en zeg hem dan samen met de kinderen op van de aanleertekst. Uitleg Ik ben de goede herder - De Heere Jezus, God de Zoon, spreekt hier over Zichzelf. De Heere Jezus is de Goede Herder. Maar de Heere Jezus bedoelt hier niet dat Hij een herder van schapen is - helemaal niet; Hij is een heel ander soort Herder. De Heere Jezus is Herder van mensen! In de Bijbel zegt God vaak dat mensen op schapen lijken. Als de Heere Jezus Zichzelf de Goede Herder noemt, bedoelt Hij, dat Hij ons naar God zal brengen en dat wij bij Hem zullen horen. Dan zal Hij voor ons zorgen als een herder voor Zijn schapen, en ons leiden op de juiste weg en ons beschermen tegen Gods vijand, de satan. De goede herder geeft zijn leven voor de schapen. - Een goede herder heeft er alles voor over om zijn schapen te redden, zelfs zijn eigen leven. De Heere Jezus, de goede Herder, gaf Zijn leven aan het kruis om voor onze zonden te betalen. Hij nam de straf op Zich, onderging de dood en werd daarna weer levend, zodat jij en ik gered kunnen worden. Iedereen die gelooft dat de Heere Jezus dat op het kruis voor hem heeft gedaan, zal gered worden van de straf voor de zonden. Vanaf dat moment horen zij - Zijn schapen - bij God en zal Hij altijd voor hen zorgen. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 15

16 Toepassing Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Niet gelovig kind: De Heere Jezus, de Goede Herder, kwam om je te verlossen van jouw zonden. Als jij nog niet gelooft dat de Heere Jezus jou je zonden wil vergeven, zal je straks op de club horen hoe je tot geloof kunt komen. Straks, aan het einde van de club, als de andere kinderen een werkje gaan maken kun je naar me toe komen. Ik kan je dan uitleggen hoe Hij dat bij jou wil doen. De Heere Jezus wil graag voor je zorgen, je leiden en je beschermen. Hij wil jouw Goede Herder zijn! Gelovig kind: Als jij al gelooft dat Hij jou je zonden vergeven heeft, mag jij de Heere Jezus danken dat Hij jouw Goede Herder is en voor jou zorgt. Telkens twee erbij Aanleren Zeg de tekst met de kinderen op, waarbij u steeds twee woorden toevoegt. Bijvoorbeeld: Johannes 10: Johannes 10: 11, Ik ben... Johannes 10: 11, Ik ben de goede... Johannes 10: 11, Ik ben de Goede Herder. De... enzovoort. Ga hier mee door tot het hele Bijbelvers aangeleerd is. Voor de jongere kinderen: volg de leider. De leider maakt bewegingen (zoals stappen op de plaats, armen zwaaien, klappen, handen vouwen, open handen alsof ze een Bijbel vasthouden) terwijl hij met de kinderen de tekst opzegt. Let er wel op dat het respect voor Gods Woord bij alle bewegingen bewaard blijft. Bijbelles Inleiding Wie van jullie is er wel eens verdwaald? (Beschrijf situaties die kinderen zelf meegemaakt kunnen hebben - zoals verdwaald in een winkel, tussen veel mensen, in het bos.) Hoe voelde je je toen? (Laat kinderen dat vertellen.) Is het leuk om verdwaald te zijn? Nee hè! Maar je kunt op een nog veel ergere manier verdwaald raken. De Heere Jezus heeft eens een verhaal verteld om dat aan ons uit te leggen. 16

17 (Open de Bijbel bij Lucas 15) Beeld met stem en gebaren uit dat de godsdienstige leiders trotse mensen zijn. Ontwikkeling van de gebeurtenissen Plaat 1-1 Ik kan niet begrijpen dat Hij met zùlke mensen praat! Weet Hij soms niet wat voor mensen dat zijn? Mij zal je echt niet met hen zien praten. Hm de mensen die Hem volgen zijn geen goede mensen zoals wij - het zijn zondaars. Zo spraken de godsdienstige leiders met elkaar toen ze zagen dat Jezus Christus omging met mensen die zij niet goed vonden. De godsdienstige leiders vonden dat zijzelf beter waren dan de meeste andere mensen. Ze brachten heel veel tijd door met het voldoen aan allerlei regeltjes, die ze zelf hadden gemaakt. Ze keken neer op andere mensen en het was zelfs zo dat ze God dankten dat ze beter waren dan de meesten! In tegenstelling tot deze godsdienstige leiders was Jezus Christus wèl goed door en door goed. En Hij gaf om mensen die wisten dat ze niet goed waren. Hij werd zelfs een vriend van belastingambtenaren, die geld ophaalden voor de gehate Romeinse regering. De Heere Jezus wist wat de godsdienstige leiders dachten...en...hij had een verhaal en wilde dat ze dat zouden horen. En Hij wil graag dat jij dat verhaal óók hoort Plaat 1-2 Er was eens een herder die honderd schapen had. Hij was een goede herder, dus kende hij vast de naam van elk schaap. Hij bracht hen naar vers groen gras om te eten, of naar een beekje om te drinken. Hij lette heel goed op zodat zijn kudde niet werd aangevallen door een wild dier. Als een schaap of lammetje gewond raakte, verzorgde hij het. Er was één schaap in de kudde dat wel zin had in wat meer avontuur. Misschien was hij nieuwsgierig naar de plekjes waar de herder de kudde nooit mee naar toe nam. Op een dag, toen de herder niet keek, ging hij ervandoor. Nu kon hij helemaal zelf op onderzoek uitgaan, over rotsen, onder struikgewas door het was zo leuk om je eigen weg te gaan voor een tijdje tenminste. Ik denk dat het schaap na een poosje wel weer terug wilde naar de kudde. Maar was het nou deze kant op of die? Hij rende misschien wel heen en weer, maar hij kon de herder niet horen en zou 17 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

18 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding de kudde nooit zelf terug kunnen vinden. Hij was verdwaald! Hij was zijn eigen weg gegaan en omdat een schaap niet voor zichzelf kan zorgen, zou hij voor altijd verloren zijn. Weet je, in Gods boek, de Bijbel, lezen we dat wij allemaal net zo zijn als dat schaap. Luister maar, ik lees het voor uit de Bijbel: Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg (Jes.53:6). Denk hier maar eens over na. Ik geef een voorbeeld: je mama komt de kamer in en zegt: Nu moet je de Computer uitdoen hoor en naar bed gaan. Als je haar gehoorzaamt ben je op Gods weg, want Hij zegt duidelijk: Kinderen, wees je ouders gehoorzaam (Ef.6:1). Maar je doet de computer niet uit en je gaat niet naar bed. Welke weg ga je dan? Precies, je gaat je eigen weg! Het is Gods weg om altijd de waarheid te spreken, maar jij hebt vast wel eens gelogen. Het is Gods weg om blij te zijn voor andere kinderen als ze nieuw speelgoed of nieuwe kleren krijgen, maar jij bent misschien jaloers. Ja, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Iedereen hier is zoals het schaap in het verhaal. De herder hield van zijn schapen. Hij kende elk schaap van zijn kudde. Hij zag dat ze allemaal verschillend waren. Hij wist precies hoe ieder schaap heette! Plaat 1-3 Zou de herder het schaap missen? Zoals elke avond stond de vriendelijke herder bij de opening van de kooi en telde elk schaap dat naar binnen ging. "Vijf en negentig, zes en negentig, zeven en negentig, acht en negentig, negen en negentig,... negen en negentig... Dat is gek, zal hij bij zichzelf gezegd hebben, misschien heb ik een fout gemaakt. En toch, er waren maar negen-en-negentig schapen ééntje ontbrak. De herder wist welk schaap het was en hij kende z n naam. Die naam wordt niet in de Bijbel genoemd, maar misschien kunnen wij het verloren schaap een naam geven. (Laat de kinderen een naam bedenken en gebruik die, waar nodig, in de les.) Het werd al donker en de herder was moe na een drukke dag, maar hij wist wat hij moest doen. Ik ga nú dat schaapje zoeken, besloot hij. De schrik sloeg hem om het hart als hij dacht aan de duisternis, de steile randen van de rotsen, de dorens en de wilde dieren. Misschien rilde hij wel van angst als hij dacht aan het gevaar waar zijn schaap in verkeerde. Laat de kinderen met u meedoen bij het tellen van de schapen Bespreek met de kinderen welke gevaren er allemaal wel voor een schaap zijn. 18

19 Laat kaart zien met de Centrale Waarheid: De Heere Jezus zoekt ook jou. Doe alsof u de herder bent die zijn verloren schaap zoekt, met zijn hand boven z n ogen en heuvel op, heuvel af rennend. Kleuters vinden het leuk om met u mee te doen! Maak de kinderen duidelijk dat de Heere Jezus aan het kruis gestorven is om de straf voor hun zonden te dragen. Omdat Hij weer opstond uit de doden weten we zeker dat Hij Gods Zoon is. Hierdoor weten we zeker dat Hij de redder van de mensen is. Laat opnieuw de kaart met de Centrale Waarheid zien of wijs er naar: De Heere Jezus zoekt ook jou. Weet je wel dat als jij je eigen weg gaat, je dan ook in gevaar bent? Natuurlijk komt het gevaar niet van dorens of wilde dieren. Nee, het is zelfs nog erger. Je bent je eigen weg gegaan en daardoor ben je afgedwaald van God, je bent verloren! Dat betekent dat je ver van God vandaan bent en Hem niet kunt vinden. Als je je eigen weg blijft gaan, zul je voor altijd verloren zijn, ver van God. Als je sterft, zal je niet bij Hem in de hemel wonen. In plaats daarvan moet je dan voor altijd gestraft worden. Vandaag wil God dat je weet dat je in gevaar bent net als dat verloren schaap en dat je weet dat de Goede Herder naar jou op zoek is. De herder liet zijn 99 schapen achter en rende weg om (gebruik de gekozen naam) te gaan zoeken. Wat denk je dat hij deed? (Laat de kinderen antwoord geven.) Plaat 1-4 Juist, hij riep de naam van het schaap. Hij klauterde over rotsen en holde verder door dalen. Hij controleerde de gevaarlijke plekken. Ik weet zeker dat hij steeds vermoeider werd en misschien sneed hij zich wel aan de dorens. Maar geen moeite was hem teveel. Hij hield van dat ene schaapje. Er is Iemand die erg bezorgd is over jongens en meisjes, mannen en vrouwen, die hun eigen weg zijn gegaan en ver weg zijn van God. Hij heeft nog veel meer moeite gedaan en veel meer geleden dan de herder uit het verhaal. Dat is Jezus Christus, Gods enige Zoon. Hij verliet de hemel, waar Hij altijd gewoond had en kwam naar de aarde. Hij volgde altijd Gods weg en dat deed Hij graag. Hij was 33 jaar lang op aarde en het leven was voor Hem niet gemakkelijk. Daarna gaf Hij Zichzelf over om te sterven. Hij werd vastgespijkerd aan een kruis en dat alleen al was verschrikkelijk. Maar nog erger was het dat Hij, toen Hij aan het kruis hing, Gods straf voor de zonde op Zich nam. Hij wist dat dat de enige manier was om verloren mensen terug te kunnen brengen bij God. In Gods boek, de Bijbel, staat: De Heere heeft de ongerechtigheid (= verkeerde dingen) van ons allen op Hem (= op de Heere Jezus) doen neerkomen. (Jes.53:6). De Heere Jezus Zelf zei: Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen Joh.10:11. Wat gaf Hij veel om verloren mensen, dat Hij voor hen wilde lijden en sterven. Maar Hij bleef niet in de dood. Drie dagen nadat Hij gestorven was, werd Hij weer levend. En Hij leeft ook nu. Hij kan jouw goede Herder zijn en dan mag je weten dat Hij nog veel beter voor jou zorgt dan de herder voor zijn verloren schaap. 19 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

20 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding De herder was moe, maar ongerust bleef hij de naam van zijn schaap roepen. De echo van zijn stem kwam terug. ]En toen hoorde hij het zwak, zacht en ver weg. Bèè, bèè, klonk het zwakjes. De herder herkende het geblaat meteen. Het was het verloren schaap, dat hem antwoord gaf op zijn geroep! Zo hard als hij kon holde de herder in de richting van het zwakke geblaat. Plaat 1-5 Daar is-ie! de zoektocht was voorbij! Blij tilde de goede herder het bange bibberende schaap in zijn sterke armen. Voorzichtig legde hij het op zijn brede schouders en begon aan de lange reis terug. (Doe alsof u het schaap naar huis draagt.) Wat was hij toch een lieve vriendelijke herder. Wat hield hij toch veel van zijn schaap. Was het schaap nu nog steeds verloren? Nee! Waarom niet? (Laat de kinderen antwoorden.) Met jou kan het nu net zo zijn. Je bent verloren, ver weg van God. Je loopt gevaar dat je, wanneer je gestorven bent, voor altijd gestraft zult worden. Maar de Heere Jezus Christus, de goede Herder, wil jou vinden. Hij wil voor jou gaan zorgen. Als Hij dat doet, neemt Hij alle zonden, die in je leven zijn, van je af; Hij zorgt ervoor dat je veilig bent en niet gestraft wordt. Hij kan jouw goede Herder zijn. Maar hoe? God zegt in de Bijbel: Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden (Rom.10:13). Ieder betekent echt iedereen wat voor leeftijd of huidskleur je ook hebt. Zelfs al ben je erg slecht geweest, bij ieder hoor jij ook. Je moet de Heere aanroepen de Heere Jezus Christus. Je hoeft niet hardop te roepen, doe het maar stil in je hart. Vraag de Heere Jezus om je te redden, omdat je verloren bent en vraag Hem ook om altijd voor je te zorgen. Dank Hem dat Hij de goede Herder is Die Zijn leven gaf voor de schapen. Dan zal je gevonden en veilig zijn, net als het schaap in het verhaal. (Laat de kaart met deze woorden erop zien.) De herder in ons verhaal hield van zijn schaap. Hij was zo liefdevol. Wat moet het schaap blij geweest zijn, toen de herder hem voorzichtig op zijn schouders tilde en hem naar huis droeg. Moedig de jongere kinderen aan om samen met u bèè te roepen, eerst zacht en dan steeds harder, wanneer de herder dichterbij komt. Laat de achterkant van de kaart met de Centrale waarheid staat zien, waarop staat: de Heere Jezus zoekt ook jou. Help de kinderen Gods liefde op hen persoonlijk toe te passen door uit te leggen dat Hij ons allemaal uniek heeft gemaakt en voor elk van ons apart zorgt. 20

21 Doe alsof u de goede herder bent die het goede nieuws deelt met zijn buren van de club of de klas. Houd één vinger omhoog om het belang van één zondaar te benadrukken. Toen de herder thuiskwam wilde hij dat iedereen in het dorp het goede nieuws hoorde. Wees blij met mij, riep hij tegen zijn vrienden en buren, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was! Zie je wel hoeveel dat ene schaap voor de herder betekende? En jij betekent ook veel voor de goede Herder, de Heere Jezus Christus. Als je weet dat je ver van God bent en je echt liever Gods weg wil gaan dan je eigen weg, wil je dan nu de Heere Jezus niet aanroepen? Als je dat doet, gebeurt er iets heel bijzonders in de hemel. Plaat 1-6 Toen de Heere Jezus klaar was met vertellen zei Hij: zo is er blijdschap in de hemel over één zondaar die zich bekeert. De Heere Jezus en God (en de engelen) in de hemel zijn heel erg blij met kinderen die al van de Heere Jezus houden. En als iemand zegt dat hij of zij ook bij de Heere Jezus wil gaan horen dan is er opnieuw feest in de hemel. Plaat 1-7 Ja, er kan vandaag blijdschap in de hemel zijn over jou! Als je niet meer je eigen weg wilt gaan maar je wilt gevonden worden door de Heere Jezus, zeg Hem dat dan gewoon. God belooft: Ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. (Rom.10:13). Zalig betekent dat je gelukkig en veilig bent, omdat de Heere Jezus je gered heeft. Dan zal de Heere Jezus voor altijd je goede Herder zijn. Denk eraan dat iedereen die zijn eigen weg blijft gaan en de goede Herder niet aanroept, verloren is en in groot gevaar. (Laat de kaart met deze woorden erop zien.) Als je straks weer naar huis gaat, wil je dan gevonden en veilig zijn, of verloren en in gevaar? Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 21

22 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Wil jij je vertrouwen op Hem stellen en Hem vragen jou je zonden te vergeven? Begrijp je het toch nog niet helemaal? Kom dan straks aan het einde van de club gerust naar me toe, als de anderen het werkje gaan maken. Dan kan ik je uitleggen hoe jij in de Heere Jezus kunt gaan geloven en Hem kunt leren kennen als jouw Goede Herder. Ik sta dan hier op deze plaats waar ik nu ook sta. Als jij de Heere Jezus kent als jouw Verlosser en als jouw Goede Herder is het belangrijk Hem ervoor te danken dat Hij elke dag voor jou zorgt. Heb je Hem bedankt voor het een huis waarin je woont, voor vriendjes en voor de spullen die je hebt? Ook al heb je niet alles wat je wilt, vergeet nooit om Hem te danken dat Hij altijd voor je zorgt. (1 Petrus 5: 7). Ben je ook niet blij dat de Heere Jezus jouw Goede Herder is? Hij weet precies wat jij nodig hebt! Laat de achterkant van de kaart zien: de Heere Jezus zoekt ook jou. Moedig gelovige kinderen aan de Heere te danken voor Zijn zorg. U kunt samen met de kinderen een lijst opstellen van de manieren waarop de Goede Herder voor hen zorgt. Zie ook de leeractiviteiten. 22

23 Herhalingsspel Als u gebruik maakt van de omlijsting dan kunt u ook het idee achterin de handleiding gebruiken. Het verloren schaap. Verstop, voordat de kinderen er zijn, een speelgoedschaap. Zeg tegen de kinderen dat er een schaap verloren is. Er moet geprobeerd worden om dit verloren schaap te vinden. Geef duidelijk de grenzen aan waarbinnen gezocht moet/mag worden. Verdeel de groep in twee teams. Stel de teams om de beurt een vraag. Het team overlegt onderling over het antwoord. Kinderen die de vraag kunnen beantwoorden steken hun vinger omhoog, de leider wijst één kind aan om het antwoord te geven. Probeer iedere keer een ander kind te kiezen. (Sta open voor de behoeften van uw kinderen. Sommigen hebben liever geen beurt; anderen durven hun vinger niet op te steken maar willen wel graag een beurt hebben.) Als het antwoord goed is, mag het kind een vraag stellen over waar het verloren schaap verstopt zou kunnen zijn. Deze vraag mag, door de leider/ster alleen met ja of nee beantwoord worden. Als het antwoord ja is, mag het betreffende team proberen te raden waar het voorwerp is. Als zij goed geraden hebben winnen zij deze ronde, en begint het spel opnieuw. Als zij verkeerd geraden hebben krijgt het andere team een vraag. Je kan het iets makkelijker maken door te antwoorden met warm (dichtbij de vindplaats) of koud (Er ver vanaf). 1. Waarom werden de godsdienstige leiders boos op Jezus? (Omdat Jezus praatte met mensen van wie zij vonden dat het zondaars waren.) 2. Wat vonden de godsdienstige leiders van zichzelf? (Ze dachten dat ze beter waren dan de meeste mensen. Ze waren druk met het volgen van allerlei regeltjes die ze zelf hadden bedacht.) 3. Welk verhaal vertelde Jezus aan hen om hen te helpen inzien dat ze verloren waren? (Een verhaal over een goede herder en een verloren schaap.) 4. Hoe kwam het dat het schaap verloren was? (Het ging zijn eigen weg en kon de weg naar de kudde niet terugvinden.) 5. In welk opzicht lijken wij op het verloren schaap? (We gaan onze eigen weg in plaats van Gods weg.) 6. Hoe weten we dat de herder van het schaap hield? (Hij besloot om het te gaan zoeken. Hij wilde graag dat het gevonden werd.) 7. Wie is de herder in ons verhaal? (De Heere Jezus, Gods Zoon.) 8. Wat deed Jezus om verloren mensen terug te kunnen brengen bij God? (Hij stierf aan het kruis en nam zo Gods straf voor onze zonden op Zich.) 9. Welke Bijbeltekst hebben we vandaag geleerd, die laat zien wat Jezus, de goede Herder, voor ons heeft gedaan? ( Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen Joh.10:11.) 10. De herder vond het schaap en nam het mee naar huis. Hoe kan jij door Jezus gevonden worden? (Roep Hem aan en vraag Hem om je te redden, omdat je verloren bent.) Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 23

24 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Leeractiviteit Schapen vangen Speel het net als zakdoekje leggen. De kinderen staan in een kring. Degene die hem is draagt een papieren schaap of een knuffel schaap en loopt om de kring heen, terwijl de anderen zingen (op de wijs van zakdoekje leggen). Schaapje leggen, niemand zeggen bèh, bèh blaat het schaap haalt de herder uit z n slaap telt de schapen nog een keer hier leg ik mijn schaapje neer kijk voor je, kijk achter je. Voor wordt lang aangehouden tot het kind dat hem is het schaap achter een ander kind legt. Als het betreffende kind dat ontdekt pakt het schaap op en rent het andere kind achterna. Deze probeert de lege plaats in de kring te halen voordat hij/zij getikt wordt. Dan is het andere kind hem, en het spel gaat verder. Als iedereen een beurt heeft gehad, zegt u de tekst met elkaar op en gaat u zitten en spreekt u met elkaar over de manieren waarop de Heere Jezus voor kinderen zorgt. (Ouders, eten, vrienden enz.) De zorg van de Heere Jezus (8-12 jaar) Schrijf op een bord of op iets anders Manieren waarop de Heere Jezus voor ons zorgt. Verdeel de kinderen in drie groepen. Geef de groepen een paar minuten om na te denken over zoveel mogelijk voorbeelden waaraan je kunt merken dat de Heere Jezus voor ons zorgt. Vraag elke groep om zijn antwoorden te geven, en schrijf die op. Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek.. 24

25 Les 2 Het Brood van het leven Bijbelgedeelte: Lesoverzicht Mattheüs 14:13-21, Markus 6:32-44, Lukas 9:10-17, Johannes 6:1-59 Bijbeltekst om aan te leren: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben. Johannes 6:35 Centrale Waarheid: Toepassing gelovig kind: De Heere Jezus, het Brood des levens, kan je geven wat je het meeste nodig hebt. Als jij met Hem leeft, wil Hij jouw verlangen om Hem beter te leren kennen, vervullen. Toepassing niet-gelovig kind: Vraag Hem om al je zonden te weg te nemen, zodat je voor Hem kunt leven. Visuele hulpmiddelen: Platen 2:1-7 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Zie ook de omlijsting achterin de handleiding; incl. sketches. Eventuele benodigdheden daarvoor staan hier vermeld. Beschikbaar stellen: Verwerking: Stel uzelf beschikbaar voor een pastoraal gesprek met de kinderen tijdens één van de programma onderdelen kleur/plak/vouwplaat Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 25

26 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding I. INLEIDING II. Lesschema Veel mensen komen naar het huis waar de Heere Jezus met Zijn discipelen is. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. De Heere Jezus gaat in een boot en een grote menigte volgt Hem. (Johannes 6:1-2) B. De Heere Jezus heeft medelijden met hen en vertelt hun over God. (6:3) C. De Heere Jezus zegt tegen Zijn discipelen dat zij hun te eten moeten geven. (6:6). D. Filippus zegt dat er niet genoeg geld is. (6:7). E. Andreas vindt een jongen met vijf broodjes en twee visjes. (6:8-9) F. De Heere Jezus zegent het eten; iedereen eet en wordt verzadigd. (6:11; 6:42) G. De discipelen verzamelen 12 manden vol met overgebleven eten. (6:12-13) H. Sommige mensen willen Jezus koning maken. (6:14) I. De mensen komen weer bij de Heere Jezus en Hij spreekt ze toe. (6:22-23) Climax: J. De Heere Jezus zegt: Ik ben het (6:35) Einde: K. Veel mensen willen niets meer met de Heere Jezus te maken hebben. (6:66) L. De Heere Jezus vraagt Zijn discipelen of ze Hem ook willen verlaten. (6:67-71) 26

27 Aanleren van de Bijbeltekst Hebreeën 13:5b Tekst om aan te leren: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben. Johannes 6:35 Inleiding Hoeveel keer per dag eten jullie? (Laat de kinderen reageren.) Kun je wachten met eten tot overmorgen? Nee! Jullie moeten elke dag eten om geen honger te krijgen. Maar weet je dat er een ander soort honger is, waar ook iets aan gedaan moet worden? Het is een honger diep van binnen en eten helpt niet. De Bijbeltekst, die we vandaag leren, vertelt hoe je dat soort honger kunt stillen. Presentatie Lees het vers uit uw Bijbel voor, zeg hem daarna met de kinderen op van de aanleertekst. (U laat de groot uitgewerkte Bijbeltekst pas zien nadat de tekst uit de Bijbel voorgelezen is.) Uitleg Ik ben het Brood des levens - Brood is in veel landen van de wereld het belangrijkste voedsel. Het brood verzadigt je als je honger hebt. Het houdt je in leven. De Heere Jezus zegt in dit vers dat Hij het Brood uit de hemel is. Hij verzadigt een andere honger van jou - de honger om God te kennen en vergeving van jouw zonden te ontvangen. Hij geeft jou een ander leven - eeuwig leven -, het soort leven om mee in de hemel te wonen en echt gelukkig te zijn op aarde. wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben Als jij in de Heere Jezus als jouw Verlosser gaat geloven, komt Hij in je wonen. Hij geeft jou wat jij nodig hebt: liefde, blijdschap en vrede. Het brood dat je voor je gewone lichaam eet, vult jouw maag maar voor een tijdje, maar als het leven van de Heere Jezus in jou is, dan vult het jouw hart voor altijd. Hij belooft dat Hij jou nooit in de steek zal laten. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 27

28 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Toepassing Niet gelovig kind: Als jij nog niet gelooft dat de Heere Jezus jouw Verlosser is, weet je wat jij dan het meeste nodig hebt om echt te kunnen leven? Vergeving van zonden. Luister straks goed naar het Bijbelverhaal, dan zal jij horen hoe jij de Heere Jezus kunt aanvaarden als het Brood des Levens en hoe je vergeving kunt ontvangen. Gelovig kind: Als jij al in de Heere Jezus gelooft, wil jij Hem vast beter leren kennen. Lees dan elke dag een paar verzen uit Gods Woord, de Bijbel en bidt elke dag. Als jij tijd aan God geeft, zul jij Hem beter leren kennen Pingpong Aanleren Verdeel de groep in twee teams. Laat de twee teams om de beurt één woord van de aanleertekst opzeggen. Wijs het eerste team aan dat de tekstplaats opzegt; wijs dan naar het andere team, dat het eerste woord zegt. Ga door met heen en weer te wijzen, één woord per keer, wijs dan dezelfde groep wat vaker aan of ga een beetje sneller of langzamer. Zeg tegen de teams dat ze moeten oppassen om niet af te raken. Ga door totdat ze de tekst kennen. Bijbelles Inleiding Heel veel mensen waren naar het huis gekomen waar de Heere Jezus en Zijn discipelen waren. De discipelen waren twaalf mannen, die de Heere Jezus had uitgekozen om bij Hem te zijn. De Heere Jezus wilde deze mannen een heleboel belangrijke dingen leren, maar het was zo druk, dat ze zelfs geen tijd hadden om te eten! "Kom, laten we naar een rustige plek gaan en een beetje uitrusten," zei de Heere Jezus. En dus verlieten ze het huis, gingen naar het meer en klommen in de boot. Plaat 2-1 Terwijl de wind in de zeilen blies, voer hun boot zachtjes over de glinsterende golven. Wat was het toch vredig op het meer. Je hoorde alleen het geluid van hun stemmen, het klapperen van het zeil en het kabbelen van het water tegen de boot. De discipelen waren blij dat ze alleen waren met de Heere Jezus. Ze begrepen beter dan de meeste mensen hoe bijzonder Hij was. Hij was Gods enige Zoon Die de hemel had verlaten en ruim 30 jaar eerder als 28 baby op aarde was gekomen. Hij was echt mens en zag er Wenk met uw hand als u kom zegt. Als dit een openluchtclub is kunt u even kijken naar iets van Gods schepping, of u laat de kinderen hun ogen sluiten en zich voorstellen wat de discipelen hebben gezien. Plak een sticker van een vogel op plaat 2-1 en trek de aandacht naar de wolken en het rustige water.

29 Doe alsof u de discipelen en de Heere Jezus ziet weggaan. Houd uw hand boven uw ogen en geef de kinderen vlakbij u dan een duwtje om ze aan te sporen u te volgen. net zo uit als zij, maar Hij was ook God. Ze verlangden naar de rustige uurtjes die ze samen zouden doorbrengen aan de andere kant van het meer. Maar de mensen hadden gezien dat Jezus en Zijn discipelen het dorp uitgingen. Ze hadden goed gekeken welke kant de boot op ging en hebben toen misschien opgewonden tegen elkaar gezegd: Laten we hen volgen! Meteen vormden zich groepjes mensen die aan de lange wandeling om het meer begonnen. Terwijl ze langs de oever liepen, kwamen er steeds meer mensen bij en tenslotte waren er duizenden mannen, vrouwen en kinderen die zich haastten om Jezus te zien. Het duurde niet lang of de oever aan de andere kant van het meer stond vol mensen die keken of de boot er al aankwam. De mensen hadden het warm en ze waren moe van hun lange wandeling. Verlangend keken ze uit naar de Heere Jezus, terwijl de boot dichterbij kwam. Ze waren gekomen met hun vragen, waarop ze een antwoord wilden en met hun zieken om voor hen genezing te vragen. Ze begrepen niet veel van Jezus Christus, maar ze wisten dat Hij hen kon en wilde helpen. Plaat 2-2 Toen de Heere Jezus met Zijn discipelen de andere kant van de oever bereikte, was het dus allesbehalve rustig. Duizenden mensen duwden tegen elkaar om maar een glimp van Hem te zien te krijgen. De Heere Jezus was naar deze plek gekomen om uit te rusten. Natuurlijk had Hij het recht om tegen de drukke menigte te zeggen: Ga alsjeblieft naar huis, Ik ben moe, Ik heb rust nodig. Maar dat deed Hij niet. Vol liefde keek Hij naar die duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Hij zag de zieke mensen, de vermoeide kinderen, de vragende gezichten. Hij zag ook dat ze diep van binnen nog veel meer nodig hadden. Dat is nu net zo. Hij ziet dat je eten, drinken, kleren en een thuis nodig hebt. En Hij ziet ook de behoeften die heel diep in je verborgen zijn. Hij houdt ook van jullie - van jullie allemaal. In de Bijbel staat: Want zo lief heeft God de wereld gehad (Johannes 3: 16). Hij houdt van alle mensen in de wereld - Hij houdt van jou! God heeft ons allemaal gemaakt, ook jou. Hij heeft de zeeën gemaakt, de lucht, de bomen, en alle andere mooie dingen, zodat wij ervan kunnen genieten. Hij kon dat, omdat Hij zo machtig is. Is het niet geweldig om te weten dat deze heilige, volmaakte God van jou houdt? De Heere Jezus, Gods Zoon houdt ook van jou. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 29

30 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding De Heere Jezus hield ook van deze mensen. In de Bijbel staat dat Hij diep medelijden met hen had, omdat Hij ze zag als schapen zonder herder. De Heere Jezus beantwoordde hun vragen liefdevol. Vriendelijk genas Hij de zieken. De tijd ging snel, voor ze het wisten was het al avond geworden. Plaat 2-3 De discipelen zeiden tegen de Heere Jezus: "Dit is een eenzame plaats en het is al avond. Stuur de mensen weg, zodat ze in de dorpen eten kunnen gaan kopen." De mensen hadden al urenlang zonder eten gezeten. Ze waren moe en hongerig en ver van huis. Misschien begonnen er al kleine kinderen te zeuren en te huilen omdat ze zo n honger hadden. Duizenden hongerige mensen zonder eten! Maar de mensen hadden die dag ook een ander soort honger, die veel ernstiger was. Het is een honger die wij allemaal hebben - een honger naar God om Hem te leren kennen en vergeving van onze zonden te ontvangen. De mensen hadden zonden in hun hart. Weten jullie wat zonden zijn? Zonden zijn dingen die we doen, denken of zeggen, waarvan God gezegd heeft dat Hij dat niet goed vindt. Kun je een paar dingen bedenken, die kinderen doen en waar God helemaal niet blij mee is? Waarom doen wij verkeerde dingen? Wij zijn geboren met de wil om onze eigen gang te gaan, in plaats van Gods wil te doen. God zegt in de Bijbel: Want allen hebben gezondigd (Romeinen 3: 23). Dat betekent dat ook wij gezondigd hebben, jij en ik. En God moet ons voor die zonde straffen. Die straf is om op een verschrikkelijke plaats voor altijd van Hem gescheiden te zijn. De Bijbel noemt dit de hel. Jullie en ik verdienen dat omdat wij een zondig hart hebben. De mensen die daar waren hadden ook zonde in hun hart. Maar ze dachten niet aan hun zonden en hun honger naar God. Ze hadden honger naar eten! Waar konden ze eten vandaan halen? De Heere Jezus zei tegen Zijn discipelen: Ze hoeven niet weg te gaan; geven jullie hun te eten. Kijk, zo is de Heere Jezus. Hij bekommert Zich om elke behoefte van je. Weet je nog wat je allergrootste nood is? Ja, al het verkeerde dat je tegen God hebt gedaan. Het verkeerde waardoor je altijd ver van God zal blijven. Je kunt dat probleem zelf niet oplossen, ik kan dat ook niet voor je doen, niemand op aarde kan dat. Maar Jezus Christus kan het wèl. Herhaal in het kort de zorg van de herder voor de schapen. God houdt nog veel meer van jou dan de herder van zijn schapen. Betrek de kinderen erbij door ze te laten doen alsof ze honger hebben. Laat de kinderen zonde concreet maken. Leg uit wat zonden zijn en laat de kinderen er een paar opnoemen, bijv. ongehoorzaam zijn, liegen, vloeken, dingen van een ander vernielen, vervelend zijn. Hij wist al wat Hij zou doen voor die vermoeide, hongerige 30 mensen. Hij is Gods enige Zoon en Hij kan alles. Maar voor

31 de discipelen leek het een onmogelijke situatie. Herhaal de aantallen met de kinderen, houd vijf en twee vingers op, als u het lunchpakket van de jongen beschrijft. Laat in uw stem verbazing doorklinken als u de vragen, die de mensen wellicht hadden, uitspreekt. Volgens Bijbelcommentaren werden de broden en de vissen verdeeld in manden die de discipelen altijd gebruikten. Gewoonlijk werden deze manden van wilgentenen gevlochten - het goedkoopste soort. Ze zullen elkaar met verbazing hebben aangekeken. Ze dachten: "Moeten wij al die mensen te eten geven? Hoe dan? Er is hier alleen maar gras, zand en stenen. Jezus keek Filippus, één van Zijn discipelen, aan en vroeg: Waar kunnen we naartoe gaan om brood voor al deze mensen te kopen? Filippus dacht: t Is hopeloos; voor zo n grote groep kunnen we niks kopen. En hij antwoordde de Heere Jezus: Het zou wel acht maanden salaris kosten om genoeg brood te kopen voor al die mensen. "Hoeveel eten hebben we?" vroeg de Heere Jezus, "Ga eens kijken." Andreas, een andere discipel zei: "Hier is een jongen die vijf gerstebroden en twee vissen heeft, maar wat hebben we daaraan voor zoveel mensen? Al waren het vijf enorme gerstebroden geweest, dan zou het nog niet genoeg zijn geweest! Maar deze gerstebroden waren niet groter dan bruine bolletjes! Maar de Heere Jezus zei tegen Andreas: Breng die jongen bij mij." Plaat 2-4 Dus werd het jongetje bij de Heere Jezus gebracht en hij gaf zijn meegenomen eten aan Hem. Laat de mensen in groepen gaan zitten, droeg de Heere Zijn discipelen op. Al gauw zaten duizenden mensen in groepen op het gras langs het meer. Het werd doodstil toen de Heere Jezus voor hen ging staan. Waarom wil de Heere Jezus eigenlijk dat wij gaan zitten? vroegen zij zich af. Wat is Hij van plan? Iedereen keek naar Hem. Plaat 2-5 Terwijl Hij de vijf broden en twee vissen in Zijn handen hield, keek de Heere Jezus op naar de hemel en dankte God voor het eten. Nadat Hij ervoor gedankt had, begon Hij de vijf gerstebroden en de twee vissen in stukken te delen en gaf die aan Zijn discipelen. Waarschijnlijk deed Hij het eten in manden, die de discipelen uit de boot gehaald hadden. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 31

32 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Alle twaalf discipelen gingen rond met de manden vol brood en vis en deelden dit uit aan de mensen. De eerste persoon nam wat brood en vis en gaf de mand door aan degene die naast hem zat. Die tweede persoon nam wat brood en vis en gaf het ook weer door. Maar wacht eens! Wat gebeurde daar? Er was nog net zoveel eten als toen de discipelen het uit Jezus handen hadden aangepakt! Hoeveel eten de mensen ook namen, er was steeds genoeg! De grote massa mensen die daar zat had zoiets nog nooit gezien. De hongerige mensen aten tot ze niets meer op konden, en toen was er nòg eten over! Dit was een wonder iets wat alleen God kon doen! Waarom kon de Heere Jezus Christus het dan doen? Omdat Hij God is God de Zoon! Dáárom kon Hij de zieken in één ogenblik genezen. Dáárom kon Hij antwoord geven op elke vraag die Hem gesteld werd. Maar hoe zit het nu met die nood van jou, heel diep binnenin je? Weet je nog welke dat is? (Laat de kinderen antwoorden.) Ja, je hebt verkeerd gedaan tegen God en je verdient Zijn straf. Jezus Christus is de Enige Die dat probleem kan oplossen. Toen Hij hier op aarde was, deed Hij iets wat zelfs voor Hem heel moeilijk was. Hij gaf Zichzelf om de straf van God te dragen die wij verdienden. Plaat 2-6 Hij was nooit, nog niet één keer, ongehoorzaam aan God Zijn Vader. Hij had nooit aan iemand een hekel Hij vertelde nooit leugens en klaagde nooit. Maar Hij liet wel toe dat slechte mensen Hem aan een kruis spijkerden, en toen Hij daar hing strafte God Zijn eigen lieve Zoon voor onze ongehoorzaamheid. De Bijbel zegt: dat Christus gestorven is voor onze zonden (1 Kor.15:3). Bedenk eens hoeveel Hij van jou en mij hield om dat voor ons te doen. De Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven (Gal.2:20). Hij bleef drie dagen in de dood en werd toen weer levend. Ook nu leeft Hij en Hij kan alles in orde maken tussen jou en God. Hij kan al je zonden en verkeerde dingen vergeven. Wat betekent vergeven? Stel, je doet iets heel gemeens tegen je vriend je maakt bijvoorbeeld zijn geheime schuilplaats helemaal kapot. Later heb je spijt en dat zeg je tegen hem. Als hij jou vergeeft, betekent het dat hij niet meer boos op je is. Jezus Christus kan al het verkeerde dat je tegen God doet vergeven, zodat God jou je zonden nooit meer kwalijk neemt. Is het niet geweldig dat Hij je kan geven wat je nodig hebt voor dat grote probleem binnenin jou dat is net zo zeker als dat Hij de mensen het eten kon geven dat ze nodig hadden. Laat een rieten mandje zien. Laat jonge kinderen het aanraken. Bij jonge kinderen vult u het mandje met kleine stukjes brood of gebakken visfilet. Geef het aan een discipel en laat het hem aan al die mensen uitdelen. (Maar nu kan hij niet terug naar de Heere Jezus om het te laten vullen.) 32

33 Tibérias was genoemd naar de Romeinse keizer Tibérias. Het meer van Galilea werd ook wel de zee van Tibérias genoemd. Laat op de kaart zien waar Tiberias en Kapernaüm liggen. Met kleuters doet u alsof u in de boot stapt. Plaat 2-5 Verzamel de overgebleven stukken, zodat er niets verloren gaat, zei Jezus. En de discipelen verzamelden ze, twaalf manden vol! De mensen begonnen opgewonden met elkaar te praten. Ze geloofden dat Jezus de Profeet was van Wie God beloofd had dat Hij Hem naar deze wereld zou sturen. Ze wilden Hem koning maken. Het zou toch geweldig zijn om een koning te hebben die hun eten kon geven door wonderen te doen. Terwijl Jezus voor de mensen stond, wist Hij dat ze Hem tot koning van hun land wilden maken. Maar vóór ze iets konden ondernemen, ging Jezus bij hen weg en liep alleen de heuvel op. Plaat 2-6 Hij was niet gekomen om over een land te regeren. Hij was gekomen om aan een kruis te sterven en gestraft te worden voor de zonde van de wereld. Hij was gekomen om koning te zijn in levens, om te regeren in de harten van mensen. Als je vraagt of Hij in je hart wil komen en al je zonden en verkeerde dingen vergeven, dan doet Hij dat en dan ben je er klaar voor om voor altijd bij God te wonen. Als jij de Heere Jezus vraagt om de Koning in je leven te zijn helpt Hij je om te leven zoals Hij het fijn vindt. Misschien denk je: Ja, dàt wil ik nou. Ik wil dat de Heere Jezus in mijn leven komt, maar ik snap niet hoe dat bij mij kan. Dan zou ik je dat graag aan het eind van de club nog wat beter willen uitleggen. Wanneer de anderen weggaan kun je daarheen gaan ( wijs een plek aan) en dan kom ik met je praten.als je met zulke vragen zit, ga dan niet weg zonder dat je begrijpt wat de Heere Jezus voor jou kan doen. De mensen uit het verhaal wisten dat Hij hun te eten kon geven, maar veel meer begrepen ze niet. Veel mensen gingen weer terug naar huis. De volgende morgen vroeg wachtten de mensen die achtergebleven waren de Heere Jezus op. Anderen kwamen uit het stadje Tiberias. Veel mensen gingen de Heere Jezus zoeken. Maar Hij was nergens te vinden! 'Misschien is Hij wel naar Kapernaüm gegaan' dachten ze. Ze gingen weer in hun boten en voeren het meer over naar de stad. Geen plaat Daar in Kapernaüm vonden ze de Heere Jezus. Ze renden op Hem af en ze vroegen: "Rabbi, Meester, wanneer bent U hier gekomen?" De Heere Jezus kende hun gedachten. Hij zei tegen hen: Jullie hebben Mij niet gezocht omdat jullie de wonderen zagen, 33 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

34 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding maar omdat jullie van de broden gegeten hebben en verzadigd zijn. Nu hebben jullie alweer honger en willen jullie weer brood. Wat doen jullie toch veel moeite voor brood, dat zo weer op is. Het ware brood van God is Hij (de Heere Jezus) die uit de hemel komt en het leven geeft aan de wereld. De mensen zullen wel gedacht hebben: Als wij dit brood hadden zouden we nooit meer honger hebben. Wij zouden geen geld meer hoeven te verdienen om brood te kopen. "Heere," zeiden ze: "geef ons altijd dit brood!" De Heere Jezus zei: "Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben." Hij zal helemaal tevreden zijn. En Ik zal nooit, echt nooit, iemand wegsturen die tot Mij komt en in Mij gelooft. Wat bedoelde Hij? Hij had het niet over brood dat je kunt eten. Hij vertelde de mensen dat Hij Degene was die hun kon geven wat ze het meeste nodig hadden Net als jij hadden zij vergeving nodig en dat alles in orde kwam tussen hen en God. De Heere Jezus zei eigenlijk: Ik kan dat doen, Ik kan aan die behoefte voldoen. Als je bij Mij komt zal je nooit teleurgesteld zijn. Als je naar de Heere Jezus toe gaat, zal Hij al je zonden voor eeuwig wegnemen. Hij zal altijd bij je zijn, Hij zal je Koning, je Vriend en je Helper zijn. Hij is het antwoord op die nood diep binnen in jou. Veel mensen wilden op die dag niet in de Heere Jezus geloven als het levende brood. Ze wilden niet geloven dat Hij de Enige was, die hen kon redden van hun zonden en de honger van hun hart kon verzadigen, als zij God zouden leren kennen. Ze draaiden zich om en wilden Hem niet langer volgen. Ze begrepen niet waarom de Heere Jezus naar de aarde was gekomen. De Heere Jezus was niet op aarde gekomen om hun koning te zijn. Hij was gekomen om hen van hun zonden te verlossen. Plaat 2-7 Willen jullie ook niet weggaan? vroeg de Heere Jezus aan Zijn beste vrienden. Simon Petrus antwoordde: Heere, naar wie moeten we dan gaan? U hebt woorden van eeuwig leven. Wij geloven en weten dat U vanuit de hemel gezonden bent. Petrus had gelijk! Als ze God wilden leren kennen en eeuwig met Hem wilden leven, moesten ze bij de Heere Jezus blijven. Niemand anders kon hen bij God brengen. En dat geldt ook voor jou. Geloof jij dat de Heere Jezus de Zoon van God is, Die uit de hemel gekomen is om jou van jouw zonden te verlossen? Misschien vraag jij je af: Hoe kan ik van mijn zonden verlost worden? God heeft ons het antwoord in Zijn Woord gegeven. In de Bijbel staat: 34 Laat de achterkant van de kaart met de Centrale Waarheid zien: De Heere Jezus, het Brood des levens, kwam om jouw honger te stillen.

35 Laat de achterkant van de kaart met de Centrale Waarheid zien: De Heere Jezus, het Brood des levens, kwam om jouw honger te stillen. Als u met de kinderen spreekt over het verlangen van het hart houdt u een rond bord op met aan de voorkant een droevig gezicht. Draai het bord om, waarop een blij gezicht staat, als u vertelt hoe dit verlangen verzadigd kan worden. Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig (behouden) worden" (Handelingen 16: 31). De Heere Jezus wil niets liever dan dat jij met je hele hart gelooft dat Hij voor jouw zonden aan het kruis gestorven is en dat Hij weer levend is geworden. Dat betekent dat jij gelooft dat de Heere Jezus de Enige is die jou kan redden. Als jij dat gelooft dan belooft God dat Hij jou zal redden van de straf voor de zonde. Als jij graag in Hem zou willen geloven, dan mag je na de club naar mij komen (of geef een bepaalde plek aan) en dan zullen we er samen over praten hoe jij vergeving van zonden kunt krijgen. Als jij al in de Heere Jezus gelooft, dan heeft Hij jou al gered van de zonde. Je hebt die broodnodige vergeving al gekregen. Maar in jouw hart is nog steeds het verlangen om God beter te leren kennen. Wat moet jij doen? Je kunt elke dag tijd apart zetten om met God in gebed te spreken en Zijn Woord, de Bijbel, te lezen. Dit noemen wij: met God omgaan. Het verlangen van jouw hart kan vervuld worden als jij leert Gods Woord te gehoorzamen. Denk er dan aan dat de Heere Jezus het Brood des Levens is. Net zoals wij elke dag brood of ander eten nodig hebben voor ons lichaam, heb jij het als christen nodig om elke dag tijd apart te zetten voor de Heere. In de Bijbel, in Psalm 37:3-5 staat: Vertrouw op de Heere en doe het goede; bewoon de aarde en voed u met trouw. Schep vreugde in de Heere, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt. Vertrouw uw weg aan de Heere toe en vertrouw op Hem; Hij zal het doen. Wanneer je zo dagelijks met God omgaat zal je Hem beter leren kennen. Zul je deze week een bepaalde tijd en plaats uitkiezen waar je een paar minuten lang in je Bijbel kunt lezen en kunt bidden? Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 35

36 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Herhalingsspel 1. Waarom stapte de Heere Jezus met zijn discipelen in een boot om naar de andere kant van het meer te varen? (Ze waren moe en waren van plan een poosje uit te rusten.) 2. Wat was de reactie van de Heere Jezus toen Hij al die mensen zag, die aan de kant van het meer op Hem stonden te wachten? (Hij had medelijden met hen; Hij begon hun over God te vertellen en de zieken te genezen.) 3. Welk probleem ontstond er aan het eind van de dag? (De mensen hadden honger gekregen.) 4. Hoeveel eten was er voor al die mensen? (Vijf gerstebroden en twee vissen.) 5. Wat deed de Heere Jezus met de vijf broden en de twee vissen? (Hij dankte God er voor, brak ze en gaf ze aan de discipelen om ze aan de mensen uit te delen.) 6. Hoe konden die vijf broden en twee vissen, zoveel mensen voeden? (De Heere Jezus is de Zoon van God en Hij deed een wonder.) 7. Waarom gingen sommige mensen de Heere Jezus de volgende dag opzoeken? (Ze wilden Hem tot koning maken en weer door Hem gevoed worden.) 8. Hoe noemt de Heere Jezus Zichzelf in deze geschiedenis? (Het Brood des Levens.) 9. Wat betekent het dat Heere Jezus het Brood des levens is? (Dat Hij degene is die jouw behoefte om God beter te leren kennen kan bevredigen en jou vergeving van zonden kan geven; Hij wil je alles geven wat je nodig hebt.) 10. Hoe kan een christen God beter leren kennen? (Door elke dag de tijd te nemen om te bidden en in de Bijbel te lezen.) Leeractiviteit De jongen en zijn brood. Praat er met de kinderen over hoe de jongen zijn eten naar de discipelen bracht. Wat zou hij gezegd hebben? Wat zouden de discipelen gezegd hebben? Wat zei de Heere Jezus? Schrijf de voorstellen van de kinderen op een bord of groot vel papier. Kies dan vrijwilligers uit, om de geschiedenis uit te spelen, waarbij u het script, dat de kinderen hebben opgesteld, gebruikt. Quizidee Boter, kaas en eieren. Als u gebruik maakt van de omlijsting dan kunt u ook dat quizidee gebruiken. Maak het onderstaande tekeningetje op een groot stuk papier, of op een bord. (Op een flanelbord kunt u dit met een wollendraad doen. U kunt dan de O en de X van papier maken met op de achterkant flanelpapier.) Verdeel de groep in twee teams. Stel de teams om de beurt een vraag. Het team kan over het antwoord overleggen. Als het antwoord goed is mag het kind, het teken van zijn team, een X of een 0, in één van de vakjes zetten. Het team dat drie op een rij heeft, heeft gewonnen.. 36

37 De eigenschappen van God. Herinner de kinderen er aan dat Bijbel lezen één van de manieren is, om God te leren kennen. Vraag kinderen om de, hierna volgende, verzen uit de Bijbel te lezen (of laat hen de Bijbel vasthouden terwijl u de verzen voorleest). Vraag de kinderen, als zij het vers gehoord hebben, na te denken over een woord dat God omschrijft. Schrijf de woorden op een bord of groot vel papier. Als alle verzen gelezen zijn, zegt u deze woorden, die iets van God vertellen, worden Zijn eigenschappen genoemd. Schrijf boven aan de lijst De Eigenschappen van God. Ga de kinderen voor in gebed en dank God voor deze eigenschappen. De kinderen kunnen een vel papier mee naar huis nemen, waar in de ene kolom de tekstplaatsen staan en in de andere de eigenschappen van God. De kinderen kunnen een lijn trekken om de tekstplaats met de juiste eigenschap te verbinden. (Om het iets moeilijker te maken kunt u de teksten door elkaar zetten.) Waar te lezen: De Eigenschappen van God: Psalm 147: 5 onmetelijk 1 Petrus 1: 15 heilig Deuteronomium 32: 4 waarheid, rechtvaardig Romeinen 3: 4a waarachtig, eerlijk Openbaring 19: 6 almachtig Psalm 90: 2 eeuwig, voor altijd Jakobus 1: 17 onveranderlijk Psalm 139: 7-10 alomtegenwoordig Efeze 1: 22 soeverein, hoogste heerser Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 37

38 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Les 3 De opstanding Lesoverzicht Bijbelgedeelte: Johannes 11:1-46. Bijbeltekst om aan te leren: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven. Johannes 11:25 Centrale Waarheid: Toepassing gelovig kind: De Heere Jezus heeft macht over de dood en kan jou het eeuwige leven geven. Je hebt het leven van God in jou, het eeuwige leven. Dat is al begonnen toen jij in de Heere Jezus ging geloven. Leef steeds meer zoals Hij dat graag wil! Toepassing niet gelovig kind: Geloof in de Heere Jezus, dan ontvang jij eeuwig leven. Visuele hulpmiddelen: Platen 3:1-7 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Achterin de handleiding staat een uitgebreide omlijsting; incl. sketches. Eventuele benodigdheden daarvoor staan hier vermeld. Beschikbaar stellen: Verwerking: Stel uzelf beschikbaar voor een pastoraal gesprek met de kinderen tijdens één van de programma onderdelen bouwplaat 38

39 I. INLEIDING II. Climax: Einde: Lesschema Er is ziekte in het huis van Jezus vrienden ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. Maria en Martha laten Jezus halen. B. De knecht brengt het bericht bij Jezus. C. De Heere Jezus besluit nog twee dagen te blijven. D. Ondertussen sterft Lazarus in Bethanië E. Jezus komt en Martha gaat snel naar Hem F. Martha roept Maria, om naar Jezus toe te gaan. Maria huilt. G. Het verdriet bij het graf. H. Neem de steen weg! I. Lazarus, kom naar buiten! J. Lazarus komt uit het graf. K. Velen die het gezien hebben gaan geloven. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 39

40 Aanleren van de Bijbeltekst Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Tekst om aan te leren: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven. Johannes 11: 25. Inleiding Mensen hebben altijd gezocht naar manieren om jong te blijven of niet te hoeven sterven. Sommige mensen geven zelfs veel geld uit aan z.g. verjongingskuren. Maar als je in de Heere Jezus gelooft hoef je niet bang te zijn om te sterven. In onze tekst van vandaag staat waarom. Presentatie Lees de tekst uit uw Bijbel, en zeg hem dan samen met de kinderen op van de aanleertekst. Uitleg Ik ben de Opstanding en het Leven - De Heere Jezus Christus, God de Zoon, is de Schepper van alles wat leeft. Hij heeft macht over leven en dood. Hij heeft dit bewezen doordat Hij, na Zijn dood aan het kruis, weer tot leven is gekomen. Hij heeft niet alleen macht om het leven op aarde te geven, maar ook eeuwig leven, dat niet ophoudt als iemand sterft. wie in Mij gelooft, - De Heere Jezus doet een belofte aan iedereen die in Hem gelooft die gelooft dat Hij God de Zoon is, dat Hij stierf om de straf voor de zonde te dragen en dat Hij weer opstond uit de dood. zal leven, ook al was hij gestorven. De Bijbel zegt dat we vanaf onze geboorte geestelijk dood zijn door onze zonden. We hebben geen leven in onszelf, zodat het onmogelijk is dat we later bij God kunnen wonen. Als je in de Heere Jezus gelooft, brengt Hij dat bijzondere leven in jou. Ook al zal je lichaam een keer sterven, de Heere Jezus belooft dat je eigenlijke ik dan met Hem in de hemel zal leven. En eenmaal zal je lichaam worden opgewekt zoals dat ook bij Hem gebeurd is. 40

41 Bethanië ligt op de oostelijke helling van de Olijfberg, ongeveer 3 km van Jeruzalem. Wijs het aan op een kaart. Toepassing Niet gelovig kind: Als jij nog niet weet dat de Heere Jezus jou eeuwig leven kan geven, moet je maar goed luisteren naar het verhaal. Vandaag heb je de gelegenheid om aan God toe te geven dat jij een zondaar bent en om te gaan geloven dat de Heere Jezus voor jouw zonden gestorven is. Gelovig kind: Als jij in de Heere Jezus gelooft, denk er dan aan, dat Hij leeft en Hij leeft ook in jou! Jij mag op God vertrouwen, wat er ook in jouw leven gebeurt. Zijn nieuwe leven in jou zal jou helpen om alles aan te kunnen wat je meemaakt. Aanleren Een malle boel wie staat op van z n stoel? Laat de kinderen die iets roods dragen opstaan en de Bijbeltekst opzeggen of die bruin haar hebben of die ijs lekker vinden, enzovoort. Gebruik telkens weer andere kenmerken. Houd de vaart in het spel, maar let erop dat de kinderen elke keer de hele tekst opzeggen. Bijbelles Plaat 3-1 Het leven van Maria, Martha en hun broer Lazarus was meestal wel gelukkig. Maar vandaag was het verdrietig en stil in hun huis in het dorp Bethanië. Maria en Martha zagen er bezorgd uit. Hun broer was erg ziek. Ze hadden gedaan wat ze konden om hem beter te maken, maar hij werd steeds zieker. Was Jezus maar hier, zeiden de zussen tegen elkaar. Hij was hun beste Vriend en ze waren er zeker van dat Hij kon helpen. Ze wisten dat Hij zieke mensen beter had gemaakt in één ogenblik! De Heere Jezus kon dat doen omdat Hij Gods enige Zoon is. Hij kon een grote massa mensen te eten geven van vijf broodjes en twee visjes! Hij kon op het water lopen zonder te zinken. Hij kon blinde mensen weer laten zien. Maria en Martha hadden al vaak naar Zijn prachtige lessen geluisterd. Ze wisten dat Hij van God kwam. Hij zag er als een gewoon mens uit en Hij was ook echt mens, maar Hij is óók Gods enige Zoon. Voordat Hij in de wereld kwam had Hij altijd bij God gewoond: Hij was bij God en was God (Joh.1:1). Wat een bijzondere Vriend hadden Maria, Martha en Lazarus! 41 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

42 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding We moeten het Hem laten weten, besloten ze. Misschien riepen ze een knecht en vertelden hem dat hij naar de Heere Jezus Christus moest gaan. Ze zeiden tegen de knecht: Je hoeft alleen maar te zeggen: Hij die U liefhebt, is ziek. Plaat 3-2 De knecht ging vlug op weg om de Heere Jezus Christus te zoeken. Het was een hele reis, maar tenslotte kon hij het bericht overbrengen. Weet je nog wat het was? Hij die U liefhebt, is ziek. De Heere Jezus wist al van het probleem af, omdat Hij Gods enige Zoon is Die alles weet. Hij wist wie er ziek was en wat er ging gebeuren. Maar vreemd genoeg haastte Hij Zich niet om meteen naar Bethanië te gaan, maar wachtte nog twee dagen voor Hij aan de reis begon. Hij had een hele speciale reden om te wachten. (terug naar) Plaat 3-1 Ondertussen werden in dat huis in Bethanië de zorgen steeds groter. Lazarus werd zieker en zieker en toen stierf hij. Maria en Martha waren er kapot van. Ze konden zich het leven zonder hun broer niet voorstellen. Misschien heb jij ook wel iemand gekend die gestorven is en begrijp je het verdriet van de zussen. Meestal zijn het oudere mensen die sterven, maar iedereen gaat een keer dood. Heb je je wel eens afgevraagd: Wat gebeurt er als ik sterf? Als mensen sterven houden hun hart en hersenen op met werken. Ze kunnen niet meer ademhalen, eten of praten. Hun lichaam is dood. Maar in de Bijbel vertelt God ons dat je eigenlijke ik niet sterft. Na de dood zal je eigenlijke ik, je ziel, God ontmoeten. Als je er nog niet klaar voor bent om God te ontmoeten, moet je hier eens over nadenken. Je hebt verkeerde dingen gedaan die Hij helemaal niet fijn vindt. In Zijn Boek, de Bijbel, zegt God ons dat liegen, kwaad worden, je ouders ongehoorzaam zijn, andere mensen pijn doen, Gods Naam als een vloek gebruiken, allemaal dingen zijn die Hij heel erg vindt. Als je zoiets hebt gedaan, dan moet je wel bang zijn om God te ontmoeten na je sterven. Ben je wel eens erg bang geweest omdat je moest toegeven dat je iets heel ergs had gedaan en wist dat je gestraft zou worden? 42 Misschien had je ruzie met je vader, of je onderwijzer, of (Laat de kinderen reageren; houd het wel kort)

43 Spreek met gevoel Jezus Christus, de Zoon van God, is de Opstanding en het Leven. iemand anders. Bedenk dan eens hoeveel erger het zal zijn om voor God te staan, als je Hem telkens weer ongehoorzaam bent geweest. Hij is goed en rechtvaardig in alles wat Hij doet. Hij moet alle verkeerde dingen bestraffen. De Bijbel zegt dat God aan iedereen zal geven wat past bij wat hij heeft gedaan (Rom.2:6). Maar er is een manier om zeker te weten dat je bij God zult wonen nadat je gestorven bent. God vertelt ons daarover in de Bijbel. Luister goed en je zal het ontdekken in het verhaal van Maria en Martha, de twee bedroefde zussen. Veel vrienden kwamen naar hun huis om te delen in hun verdriet. Natuurlijk konden ze dat verdriet niet wegnemen. Lazarus was dood en niemand kon hem bij de zussen terugbrengen. Maar toen hoorden ze het nieuws dat hun Vriend hun beste Vriend vlakbij het dorp was. Martha rende naar buiten, Hem tegemoet. Plaat 3-3 Martha was ervan overtuigd dat alles heel anders was gelopen als de Heere Jezus Christus eerder was gekomen. Heere, als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn, zei ze tegen Hem. En ze voegde eraan toe: Maar ook nu weet ik dat God U alles wat U van Hem vraagt, geven zal. Het lijkt erop dat Martha dacht dat de dood niet een al te groot probleem voor God of voor Zijn Zoon kon zijn. Terwijl de Heere Jezus en Martha met elkaar praatten, zei Hij een paar wondermooie dingen, maar ze klonken nogal raadselachtig. Luister maar wat Hij zei: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven Wat bedoelde Hij nou? Opstanding betekent: vanuit de dood weer levend worden. Hij zei dus dat Hij mensen weer levend kon maken. Hij zei ook dat Hij het Leven was Hij is Degene, Die eeuwig leven bij God geeft. Als je voor altijd met God wil leven, moet je vertrouwen op Jezus Christus. Als je weet dat je er nog niet klaar voor bent om God te ontmoeten en je je daar zorgen over maakt, denk er dan aan dat Jezus Christus de Enige is Die je kan helpen. Vertrouw op Hem. Hij zei: Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven. De Heere Jezus kan je er klaar voor maken om God te 43 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

44 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding ontmoeten. Met Hem kun je er zeker van zijn dat je voor eeuwig en altijd bij God zult wonen. Als je na de club nog door wil praten over wat het betekent om te geloven in de Heere Jezus, kom dan gewoon naar me toe. Ik zal daar zijn (wijs een plek aan) en ik vind het fijn om met je te praten. Denk eraan dat de Heere Jezus de Enige is die je klaar kan maken voor het sterven en voor wat daarna komt. Met Hem hoef je niet bang te zijn. Martha begreep dat ook. Ze vertelde de Heere over haar geloof in Hem: Ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God, Die in de wereld komen zou. Daarna keerde ze weer snel naar huis terug en glipte stilletjes de kamer in waar Maria en hun vrienden zaten. Maria, fluisterde Martha, de Meester is gekomen en Hij vraagt naar je. Plaat 3-4 Maria stond snel op en ging naar de Heere toe. Haar vrienden zagen dat en volgden haar, want ze dachten dat ze naar het graf van haar broer ging om te huilen. En inderdaad, ze huilde, maar dat deed ze terwijl ze aan de voeten van de Heere Jezus knielde. Heere, als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn, snikte ze. Maria begreep dat deze Vriend heel anders was dan de andere vrienden die ze had. Hoezo was Hij anders? (Laat de kinderen antwoord geven en neem de tijd om in het kort te herhalen wat de kinderen al over Christus kunnen weten.) Hij is Gods enige Zoon; Hij kan wonderen doen; Hij kan zorgen dat je er klaar voor bent om bij God te wonen; Hij is sterker dan de dood. Er zijn nog meer belangrijke verschillen. Zijn dood was anders. Toen Hij 33 jaar oud was, werd Hij gedood doordat Hij aan een kruis werd gespijkerd. Kruisiging zo noemen we het als iemand aan een kruis wordt gespijkerd gebeurde bij veel meer mensen, maar toch was Zijn dood anders. Toen Hij stierf strafte God Hem voor onze zonden, voor alles wat wij verkeerd doen. De Heere Jezus deed Zelf nooit, maar dan ook nooit, iets verkeerds, maar Hij nam de schuld op Zich voor het kwaad dat wij doen. Christus is gestorven voor onze zonden (1 Kor. 15:3). Zijn lichaam werd van het kruis afgenomen en in een graf gelegd, waar het drie dagen bleef. En toen, op de derde dag, werd Hij weer levend. En Hij is begraven en Hij is opgewekt op 44 de derde dag (1 Kor.15:4). Hij werd ècht weer levend en is Leg het platenboek even opzij of op je schoot.

45 Pak het platenboek weer op. Laat door je gezichtsuitdrukking en stem merken hoe bezorgd Martha is over de vieze geur en het feit dat Lazarus al 4 dagen geleden gestorven is. Houd vier vingers omhoog. Roep het bevel! En laat daarna een stilte volgen. nooit meer gestorven niemand heeft ooit, daarvoor of daarna, zo n macht over de dood laten zien. Ja, Hij is anders; er is beslist niemand zoals Hij. Ook al huilde ze, Maria wist dit wel. Kennelijk dacht ze dat Hij te laat was gekomen en daarom was ze erg verdrietig. De vrienden die erbij stonden huilden ook. De Heere Jezus keek om Zich heen en hun verdriet ontroerde Hem erg. Waar hebben jullie het lichaam van Lazarus gelegd? vroeg Hij. Heere, kom maar mee, antwoordden ze. Terwijl de mensen Hem naar het graf brachten, huilde Jezus. Hij was God, maar Hij was ook mens. Hij begreep hun verdriet en was Zelf ook verdrietig. En Hij is nog steeds zo! Hij is nu in de hemel, maar Hij begrijpt ons heel goed. De mensen zagen Hem huilen. Kijk eens hoeveel Hij van Lazarus hield, zeiden ze. Ze brachten Jezus bij Lazarus graf. Het was een grot, een holte in de rots. Een grote steen lag tegen de opening om het graf af te sluiten. De mensen wachtten met spanning af wat Jezus zou gaan doen. Wat zou Hij nou voor een dode man kunnen doen? vroegen ze zich af. Plaat 3 5 Neem de steen weg, droeg Jezus hun op. Heere! riep Martha, en probeerde Hem tegen te houden om het graf te laten openen, het lichaam van Lazarus is aan t vergaan. Hij ruikt al, want hij ligt hier al vier dagen! Heb Ik niet beloofd dat je, als je in Mij gelooft, de heerlijkheid van God zal zien? bracht Hij haar in herinnering. Hij bedoelde dat Martha Gods grote macht zou zien. Enkele mannen namen de steen weg van de ingang van het graf. Daarna keek de Heere Jezus omhoog en zei: Vader, Ik dank U dat U Mij verhoord hebt. Ik weet dat U Mij altijd verhoort, maar Ik zeg dit voor de mensen hier, dat ze geloven zullen dat U Mij hebt gezonden. Lazarus, kom naar buiten! Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 45

46 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Iedereen die daar stond zou dat geroepen kunnen hebben, maar bij niemand zou er dan iets gebeurd zijn behalve bij de Heere Jezus Christus. Plaat 3 6 Er kwam beweging in de grot. Lazarus stond op! Misschien strompelde hij wel naar de ingang. De mensen hielden hun adem in; verbaasd en bang keken ze naar het vreemde schouwspel. Lazarus stond levend vóór hen. Van z n hoofd tot z n voeten was zijn lichaam met stroken stof omwikkeld. Om zijn gezicht was ook een doek gebonden. Iedereen kon zien dat de man die dood geweest was, weer levend was. Jezus Christus had macht over de dood! Als jij in Hem gelooft zul je van Hem eeuwig leven krijgen. Wanneer je in Hem gelooft, kun je er zeker van zijn dat Hij de hele straf, die jij voor je zonden verdient, op Zich heeft genomen. Je hoeft niet bang te zijn om God te ontmoeten. Op het moment dat je sterft, gaat je ziel naar de hemel. De Bijbel zegt ons ook dat de Heere Jezus Christus, wanneer Hij terugkomt naar de aarde, je lichaam weer levend zal maken. Zo zal jijzelf, ziel en lichaam, voor altijd met Hem leven. Wat een verschil maakt Hij; wat een verschil maakte Hij voor dit verdrietige gezin. Haal de grafdoeken van hem af en laat hem weggaan, zei Hij tegen de mensen die nog naar Lazarus stonden te staren. Daar staat Lazarus, gezond en wel, tussen hen in. Nu geloven ze dat het waar is wat de Heere Jezus zei, namelijk dat Hij de Opstanding en het Leven is, want Hij was machtiger dan de dood. Maria en Martha waren overgelukkig toen ze zagen dat hun broer leefde. Hij kon lopen! Wat waren al die mensen eerst verdrietig! En wat zijn ze nu allemaal blij! Ze zijn vast allemaal met Martha en Maria en Lazarus terug gegaan naar hun huis! Niet meer om te huilen en te rouwen, maar om feest te vieren! Ze zouden deze bijzondere dag nooit, maar dan ook nooit, vergeten. Velen van de mensen die zagen wat er gebeurde gingen op die dag in de Heere Jezus geloven. En toen ze in Hem geloofden, kregen ook zij het eeuwige leven en hun leven was helemaal veranderd. Even wachten om dit te laten doordringen. 46

47 Quizidee Snoepjes in een pot. Doe in een pot met een tamelijk smalle opening, snoepjes. Als een kind een vraag goed heeft beantwoord, dan mag hij zijn hand in de pot stoppen en er net zoveel snoepjes uithalen als hij kan. Deze snoepjes zijn voor het team. Zorg voor een aparte pot voor elk team. Als alle vragen beantwoord zijn, tel dan de snoepjes per team. Het team dat de meeste snoepjes heeft, heeft gewonnen. De snoepjes worden per team aan de kinderen uitgedeeld. Wat is dat nou: geloven? Stel je voor dat een jongen een diepe, brede rivier moet oversteken. Hij weet dat hij dat onmogelijk kan, omdat de stroming zo sterk is. Dan komt er een volwassen zwemmer langs die zegt: Ik zal je meenemen door de rivier, ik zwem vaak naar de overkant. De jongen gelooft deze man en vindt het goed dat hij hem naar de overkant van de rivier draagt. Kijk, dat is geloof, het betekent dat je jezelf aan iemand toevertrouwt. Je moet op de Heere Jezus vertrouwen en geloven dat Hij doet wat jijzelf niet kan. Plaat 3 7 Hoe is dat met jou? Misschien besef je dat je er niet klaar voor bent om God te ontmoeten, maar wil je dat wel heel graag. Je wil graag voor altijd bij God wonen. De Heere Jezus Christus is de Enige Die dat voor jou mogelijk kan maken. Denk maar aan wat Hij tegen Martha zei: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven. Als je op de Heere Jezus vertrouwt ga je voor Hem leven en zal je voor altijd bij Hem wonen nadat je gestorven bent. Je zult ook ontdekken dat de Heere Jezus elke dag van je leven bij je is. Maria, Martha en Lazarus ontdekten hoe groot en wonderbaar Hij is en jij kan dat ook ontdekken. Herhalingsspel 1. Waarom hadden Maria en Martha verdriet? (Omdat hun broer erg ziek was.) 2. Welk bericht lieten ze de knecht aan hun speciale Vriend, Jezus, overbrengen? ( Hij die U liefhebt, is ziek ) 3.Waarom ging Jezus niet meteen op weg om te helpen? (Hij wilde de mensen Zijn macht over de dood laten zien, zodat ze in Hem zouden geloven.) 4.Toen Jezus op weg was naar het graf van Lazarus, huilde Hij. Wat laat dit ons zien over Hem? (Hij begreep het verdriet van de mensen en deelde er in. Hoewel Hij God was, was Hij ook mens.) 5. Hoe lang gelden was Lazarus gestorven? (Vier dagen.) 6.Waar of niet waar: als iemand in de mensenmenigte had geroepen: Lazarus, kom naar buiten! dan zou hij weer 47 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

48 levend zijn geworden. (Niet waar, alleen Jezus had de macht om dit te doen.) Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding 7.Waarom stierf Jezus op het kruis? (Om de straf, die wij voor onze zonden verdienen, op Zich te nemen.) 8.Wat gebeurde er met het lichaam van Jezus toen Hij gestorven was? (Het werd in een graf gelegd en werd op de derde dag weer levend.) 9.Wat voor soort leven geeft Jezus aan hen die in Hem geloven? (Eeuwig leven een leven voor altijd bij God.) 10. Zeg een van de Ik ben teksten op, die je tot nu toe geleerd hebt. (Joh.10:11, Joh.6:35, Joh.11:25.) Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. 48

49 Les 4 Het licht van de wereld Lesoverzicht Bijbelgedeelte: Lukas 18:31-43; Markus 10:32-34, 46-52; Mattheüs 20:17-19, 29-34; Jesaja 61:1-2 Bijbeltekst om aan te leren: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. Johannes 8:12 Centrale Waarheid: De Heere Jezus, het Licht van de wereld, kwam om de duisternis van de zonde weg te nemen. Toepassing gelovig kind: Vertel iemand die in de duisternis van de zonde leeft over de Heere Jezus, het Licht van de wereld. Toepassing niet-gelovig kind: Geloof in de Heere Jezus zodat Hij de duisternis van jouw zonde weg kan nemen. Visuele hulpmiddelen: Platen 4:1-7 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Achterin de handleiding staat een uitgebreide omlijsting; incl. sketches. Eventuele benodigdheden daarvoor staan hier vermeld. Verwerking: plakplaat Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 49

50 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding I. INLEIDING II. Climax: Lesschema Kunnen jullie je indenken hoe het is als je niet kunt zien, alsof je altijd in het donker bent? ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN A. De blinde Bartimeüs zit aan de kant van de weg te bedelen (18:35) B. Hij hoort dat er veel mensen voorbijkomen en vraagt hun wat er aan de hand is. (18:36) C. Ze vertellen hem dat de Heere Jezus voorbijkomt. (18:37) D. Bartimeüs roept om de Heere Jezus. (18:38) E. De mensen proberen hem te laten zwijgen, maar hij gaat harder roepen. (18:39) F. De Heere Jezus staat stil en vraagt om die man bij Hem te brengen. (18:40) G. Hij vraagt Bartimeüs wat Hij voor hem kan doen. (18:41) H. Bartimeüs vraagt of hij weer mag zien. I. Omdat Bartimeüs gelooft, kan de Heere Jezus hem genezen. (18:42) J. Bartimeüs kan weer zien hij is niet meer in de duisternis! Einde: K. Bartimeüs volgt de Heere Jezus en prijst God. (18:43) L. De mensen prijzen God ook. 50

51 Aanleren van de Bijbeltekst Tekst om aan te leren: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. Johannes 8:12 Inleiding Doe uw handen tegen elkaar alsof u er iets in verbergt. Laat twee of drie kinderen naar binnen gluren en open ze een klein stukje. Laat ze dan vertellen wat ze gezien hebben. Ze hebben niks gezien. Wat zit er in? Duisternis! Je kunt de duisternis niet zien, want elke keer als ik mijn handen opendoe komt het licht er in! Het licht zorgt ervoor dat de duisternis weggaat. Dat doet mij denken aan een naam waarmee de Heere Jezus Zichzelf bekend maakt in het Woord van God. Presentatie Lees de tekst uit uw Bijbel voor, en zeg hem dan samen met de kinderen op van de aanleertekst. Uitleg Ik ben het Licht der wereld -. Iedereen op deze aarde is geboren in de duisternis van de zonde. Zonde is net als duisternis, omdat het jou verhindert om de waarheid te zien, zodat je ver van God vandaan bent. Maar de Heere Jezus is het Licht van de wereld er is geen duisternis van zonde in Hem. Hij kwam juist om de duisternis van de zonde te verbreken door aan het kruis te sterven. Hij nam de straf voor jouw zonden op Zich, zodat de duisternis van de zonde uit je leven is weggedaan en je daardoor dicht bij God kan zijn. wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben De mensen die de Heere Jezus nog niet als hun Verlosser hebben aangenomen wandelen in de duisternis van de zonde. Maar als je ervoor gekozen hebt om Jezus te volgen en gelooft dat Hij je verlost van je zonden, dan komt Hij in je wonen. Hij geeft je, binnenin je, Zijn nieuwe leven eeuwig leven zodat je voor altijd met Hem kunt leven. Zijn leven in jou is het licht dat je helpt om niet in de duisternis van de zonde te leven. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 51

52 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Toepassing Niet gelovig kind: Als je nog niet gelooft dat Jezus je wil redden, ben je nog in de duisternis van de zonde, en je zonden houden je ver van God vandaan. Je kunt ervoor kiezen om vandaag nog tot de Heere Jezus te bidden en te geloven dat Hij de duisternis van je zonden zal wegnemen. Straks praten we daar nog over door. Gelovig kind: Als jij al in de Heere Jezus gelooft als jouw Verlosser, ben jij een volgeling van de Heere Jezus. Als jij de Heere Jezus volgt, laat Zijn leven dan in jou schijnen als een licht waardoor anderen de weg naar God kunnen vinden. Zoek naar gelegenheden waarbij je jouw vrienden en/of vriendinnen, familieleden en anderen over de Heere Jezus, het Licht der wereld, kunt vertellen. Aanleren Bevroren bewegingen Bedenk een beweging die de kinderen kunnen maken. Dan roept u na een aantal seconden: Bevries! De kinderen moeten in de houding blijven staan die ze op dat moment hebben en de tekst opzeggen. Daarna mogen ze om beurten de leiding nemen door bewegingen te bedenken en Bevries! te roepen. Ga ermee door tot ze de tekst kennen. Bijbelles Inleiding Stel je voor dat ik jou vanavond in het donker meenam naar mijn huis. Ik zou je binnenlaten en tegen je zeggen, dat je door het huis moest lopen zonder ook maar één lichtje aan te doen. Denk je dat je dat zou kunnen, zonder ergens tegen aan te botsen? Waarschijnlijk niet. Maar als ik het licht aan zou doen, zou je er geen problemen mee hebben. Hebben jullie er wel eens over nagedacht wat het is om niet te kunnen zien - om altijd in het donker te zijn? Kleuters de tekst aanleren Een zacht voorwerp overgooien Gooi een kussentje of ander zacht voorwerp om de beurt naar elk kind, terwijl u samen met de kinderen Jezus is het Licht van de wereld zegt. Of misschien laat u de kinderen het voorwerp liever telkens naar het volgende kind gooien tijdens het herhalen van de tekst. Let op dat ze goed overgooien. Betrek de kinderen in het verhaal en doe een spelletje of iets anders om te benadrukken wat het is om blind te zijn. Blinddoek b.v. één of meer kinderen, of vraag ze hun ogen te sluiten en vraag dan: Wat zien jullie? 52

53 Ontwikkeling van de gebeurtenissen Laat Jericho op de kaart zien. Kleuters kunnen doen alsof ze palmbomen zijn, die heen en weer waaien door de wind. Door met gesloten ogen aan bloemen te ruiken en ze aan te raken, zullen ze beter gaan begrijpen dat blinde mensen niet kunnen zien, maar wel kunnen ruiken en aanraken. Laat de kinderen samen met u de naam Bar-ti-me-üs opzeggen. Sommige kinderen zullen zich de omstandigheden beter kunnen voorstellen als ze doen alsof ze haastig door de stad langs Bartimeüs lopen. Het is goed voor kinderen om te praten over hoe mensen tegenwoordig met elkaar omgaan. Dat mensen zelfs snel langs andere mensen heen lopen die in moeilijkheden zijn. Plaat 4-1 De Bijbel vertelt ons over een man, die in de prachtige stad Jericho woonde - een stad met palmbomen en heerlijk ruikende bloemen. Ik denk dat deze man de geur van de bloemen heerlijk vond en graag luisterde naar het geruis van de palmbomen, wanneer hij in de warme zon zat. Maar hij kon de kleurige bloementuinen, de grote groene palmbomen en zelfs de heldere zon niet zien. Hij kon niets zien. Voor hem was de wereld altijd donkerder dan de donkerste nacht - want hij was blind! Wist je dat mensen ook een ander soort duisternis in hun leven kunnen hebben? Ik zal je wat vertellen over een jongen, Mark, bij wie dat zo is. Op het schoolplein pest hij de jongens die jonger zijn dan hij. Hij speelt vaak vals bij spelletjes. In de klas is hij erg knap in het vertellen van leugens om niet in de problemen te komen. Hij kan met zijn ogen zien maar zijn leven is vol duisternis. Wat wij verkeerd doen tegen God wordt in de Bijbel duisternis genoemd! Mark had die duisternis in zijn leven. Jij ook? Misschien had mama tegen je gezegd dat je pas ná het eten chocola mocht nemen, maar at je het al van tevoren op. Waarom vindt God dat duisternis? Hij zegt dat je je ouders moet gehoorzamen en als je hen niet gehoorzaamt is dat duisternis. En die duisternis vult je leven. Misschien heb je een gelukspoppetje, dat je meeneemt als je een examen moet doen of als je op reis gaat. Dan vertrouw je op dat gelukspoppetje en niet op God. Maar God wil niet dat iets of iemand belangrijker in je leven is dan Hij. Ja echt, er is duisternis in je leven, want God zegt: Er is niemand rechtvaardig (of: zonder zonde), ook niet één (Rom.3:10). Dus is er in jou en mij een duisternis die nog erger is dan wanneer je blind bent. Iedere morgen liep de blinde Bartimeüs, al tastend, de weg van zijn huis naar een bepaalde plaats buiten Jericho. Daar zat hij dan aan de kant van de weg en bedelde om geld bij de mensen, die haastig voorbij kwamen. Bartimeüs vond het helemaal niet leuk om bedelaar te zijn. Maar in die tijd kregen blinde mensen geen opleiding voor bepaalde beroepen, zoals nu. Oh, als hij maar een baan had en net als iedereen geld kon verdienen! Dag aan dag zat hij daar langs de hete stoffige weg te bedelen. Soms bleven er aardige mensen staan om een praatje met hem te maken. Hij was blij met de vrienden, die hem kwamen opzoeken. Waarschijnlijk waren zij voor hem de enige afleiding die hij had. Ze vertelden hem de laatste nieuwtjes over zichzelf en over de stad. 53 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

54 Plaat 4-2 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Op een dag hadden de vrienden van Bartimeüs hem belangrijk nieuws te vertellen. Het zal ongeveer zo gegaan zijn: "Heb je wel eens over Jezus uit Nazareth gehoord?" vroegen ze opgewonden. "Nee," antwoordde Bartimeüs, "wie is Hij?" "Er zijn mensen die denken, dat Hij een boodschapper van God is, een profeet," legde één vriend uit. "En anderen zeggen, dat Hij de Verlosser is, Degene, die God beloofd heeft te zullen sturen," voegde de ander er aan toe. "Alle mensen in Judea en Galilea praten over Hem. Hij leert ons over God en de hemel en Hij doet grote wonderen. Hij heeft meer dan vijfduizend mensen eten gegeven van alleen maar vijf broodjes en twee visjes. Hij heeft mensen, die gestorven waren, weer levend gemaakt! Hij heeft doven weer laten horen en wie niet kon praten weer laten spreken." En toen zeiden zij: "Bartimeüs, Hij heeft er zelfs voor gezorgd dat een blinde man weer kon zien." Hij maakte dat een blinde kon zien! dacht Bartimeüs opgewonden. Zou Hij mij ook kunnen laten zien?! Van die dag af moest Bartimeüs waarschijnlijk steeds aan de Heere Jezus denken, Die al die wonderen deed. Bartimeüs en het hele volk Israël wachtten op de beloofde Messias, die komen zou. God had beloofd dat de Messias iemand zou zijn uit de familie van koning David, die lang geleden geleefd had. Ze verwachtten Hem, omdat Hij dan hun grote Koning en Verlosser zou zijn. Zou deze Jezus, die zoveel wonderen deed, Degene zijn, Die beloofd was? Misschien kon Hij Bartimeüs beter maken, zodat hij weer kon zien. Nog steeds zat Bartimeüs te bedelen en nog steeds was het donker voor hem. Heb je geen medelijden met hem? Maar wat vind je dan van die andere duisternis waar we t over hadden de duisternis van de zonde en de verkeerde dingen? God wil graag dat je daar bezorgd en verdrietig over bent, omdat God die duisternis heel erg vindt en jij daardoor ver van God blijft. God is helemaal het tegenovergestelde van zonde en verkeerde dingen; Hij is zuiver en goed. In de Bijbel lezen we dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is (1 Joh.1:5). Hij kan geen zonde bij Zich verdragen. God is goed en rechtvaardig en Hij zal alle zonden straffen. Hij moet ook straf geven voor alle verkeerde dingen die jij doet. Deze verschrikkelijke straf komt als je gestorven bent en duurt voor eeuwig en altijd. Begrijp je nu dat de duisternis van je zonden nog erger is dan het probleem dat Bartimeüs had? Laat twee of meer kinderen in een rollenspelletje het gesprek tussen Bartimeüs en zijn vrienden uitspelen. Schrijf een eenvoudig rollenspelletje uit. Kinderen onthouden iets makkelijker niet gebruikelijke namen als u deze op woordstroken uitschrijft: b.v. Profeet en Verlosser. 54

55 Het Paasfeest is het Joodse feest dat elk jaar gevierd wordt om de bevrijding van de Israëlieten uit Egypte te gedenken, in de nacht dat de doodsengel de huizen, waaraan het bloed van het lam was gestreken, voorbijging. Al die tijd bracht Bartimeüs z n dagen door met bedelen. Het werd lente en de dag kwam eraan dat het Paasfeest, een heel bijzonder Joods feest, gevierd zou worden. De weg van Jericho naar Jeruzalem, de hoofdstad van Israël, was vol mensen die naar dit belangrijke feest gingen. Plaat 4-3 Ook Jezus en Zijn discipelen waren op weg naar Jeruzalem. De discipelen waren onzeker en verdrietig, omdat ze de dingen die Jezus hun daarnet had verteld, niet konden begrijpen. Hij had gezegd: Als Ik in Jeruzalem kom, zullen de overpriesters en schriftgeleerden Mij arresteren en Mij ter dood veroordelen. Ze zullen Mij uitleveren aan de mensen die Mij haten. Ze zullen op Mij spugen en Mij met een zweep slaan; en daarna zullen zij Mij doden. Maar op de derde dag nadat Ik gestorven ben, zal Ik weer opstaan uit de dood (uit Luk.18:31-33). De Heere Jezus Christus was echt een heel bijzonder iemand. Weet je nog een paar dingen die over Hem gezegd waren tegen Bartimeüs? (Laat de kinderen meedenken.) Hij leerde de mensen over God en de hemel; Hij gaf 5000 mannen te eten met maar vijf broden en twee vissen; Hij maakte doden weer levend, liet doven horen en blinden zien. Die dingen kon Hij doen omdat Hij God was. Hij was Gods enige Zoon, Die zo n 33 jaar eerder vanuit de hemel naar de aarde was gekomen. Hij was altijd goed, Zijn hele leven liet zien dat er in Hem geen enkele duisternis van zonde was. Hij zag eruit als andere mensen, maar Zijn gedachten, woorden en daden waren héél anders, zó anders dat Hij als een licht in de duisternis was. Waarom vertelde Hij Zijn discipelen dan dat Hij gedood zou worden? Het was een raadsel voor ze, want ze begrepen nog niet dat Zijn dood iets heel, heel belangrijks zou betekenen. Het was ècht Gods plan dat Zijn enige Zoon, Zijn lieve Zoon, zou sterven. Ondanks de duisternis van zonde die in ons leven is, houdt God van jou en mij. Hij zond Zijn enige Zoon Jezus Christus om de straf die wij verdienen op Zich te nemen. De Bijbel zegt: God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren (Rom.5:8). Jezus Christus werd aan een kruis gespijkerd en stierf. Dat deed Hij om de duisternis van de zonde, die je van God vandaan houdt, weg te doen. Hij liet zien dat Hij de zonde ècht had weggedaan door weer levend te worden. Hij leeft nu ook. Hij leeft voor 55 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

56 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding eeuwig. Maar toen Hij de discipelen sprak over sterven, hadden ze het gevoel dat ze Hem nooit meer terug zouden zien. En waar zou Hij sterven? Ja, in Jeruzalem. Daarom kwam Hij, op weg daarheen, door Jericho. (Terug naar) Plaat 4-1 Het waren drukke dagen voor de blinde Bartimeüs, want veel mensen waren op weg naar het Paasfeest en reisden door Jericho naar Jeruzalem. Prima dagen om te bedelen! Bartimeüs moet zich hebben afgevraagd: Zal Jezus van Nazareth ook door Jericho komen? Ik weet zeker dat Hij me kan laten zien. Op een dag hoorde Bartimeüs vrolijke, opgewonden stemmen en het geluid van heel veel voetstappen. Hij begreep dat het een grote groep mensen was. Er gebeurde iets bijzonders! Misschien riep hij wel: Wat is er aan de hand? Waarom zijn er zoveel mensen bij elkaar? Jezus van Nazareth komt eraan! antwoordden de mensen. Jezus van Nazareth? riep Bartimeüs uit, en hij trilde van opwinding. Ik moet proberen bij Jezus te komen, dacht hij, maar hoe? Hij kon Jezus niet zien. En door die grote massa mensen zag Jezus hem misschien ook niet. Wat kon Bartimeüs doen? Er was maar één ding wat hij kon doen. En dat was heel hard roepen naar Jezus. Plaat 4 4 Dus schreeuwde hij: Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij! De mensen die vóór Bartimeüs stonden werden erg boos op hem. Hou je mond! commandeerden ze. Maar Bartimeüs lette helemaal niet op hen. Hij was niet van plan toe te staan dat ook maar iemand hem tegenhield om hulp te krijgen van Jezus, de Enige Die hem kon laten zien. Misschien zijn er mensen die proberen tegen te houden dat jij gelooft dat de Jezus Christus alle duisternis van je zonden zal wegnemen. Misschien zegt iemand: Geloof dat toch niet je bent oké zoals je bent. Of iemand anders: Als jij Jezus gaat volgen ben ik je vriend niet meer. 56 Laat Bartimeüs gedachten aangrijpend klinken, of laat een kind, dat daarop is voorbereid, ze uitspreken. Jonge kinderen vinden het leuk om het geluid van voetstappen te maken. Plaats uw handen aan uw mond en roep het uit.

57 Of een ouder iemand zegt: Je bent nog te jong om daarover na te denken. Maar laat niemand je tegenhouden, als je echt wil dat Jezus Christus alle duisternis van je wegneemt. Jezus Christus is de Enige die je kan helpen, net zoals Hij de enige hoop van Bartimeüs was. Hij was bang dat Jezus voorbij zou gaan zonder hem te horen en te helpen! Zoon van David, schreeuwde Bartimeüs zo hard als hij nog nooit gedaan had, heb medelijden met mij! Jezus liep niet door, maar bleef staan. Wat hield Hij veel van Bartimeüs. En ook van jou en mij. Jezus hield van Bartimeüs en zei: Roep hem maar en breng hem bij Mij. Sta op, Bartimeüs! Hij roept je! zeiden de mensen opgewonden. Plaat 4-5 Bartimeüs sprong overeind! Hij gooide z n oude, voddige bedelaarsjas van zich af en ging naar Jezus toe! De blinde man wachtte ademloos af. Toen zei Jezus met een stem vol liefde: Wat wil je dat ik voor je doe? Heere! zei Bartimeüs, en besefte dat hij tegen God sprak, dat ik kan zien! Hij wist precies wat hij wilde! Hij wilde die duisternis kwijt. Alle andere dingen waren onbelangrijk. En hoe is dat met jou? Is het nu héél erg belangrijk voor je dat alle duisternis van de zonde uit je leven wordt weggenomen? Zo ja, dan is het zeker zo dat Heere Jezus tot je spreekt. Je kan Hem niet zien, maar Hij is er echt. Vertel Hem dat je graag wil dat Hij de duisternis van je zonden laat verdwijnen. Vertrouw erop dat Hij dat voor je doet. Als je je afvraagt hoe dat bij jou kan gebeuren, zal ik je de antwoorden uit Gods Boek, de Bijbel, laten zien. Kom maar naar me toe als de club is afgelopen, dan weet ik dat je hierover wil praten. Ik kan jouw zonden niet wegnemen, maar ik kan je proberen te helpen om te begrijpen hoe en waarom Jezus Christus je zonden kan wegnemen. Bartimeüs geloofde dat Jezus Christus hem kon laten zien. 57 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

58 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Van alle mensen in Jericho kon alleen Jezus Christus Bartimeüs helpen; en daar was Hij dan en sprak vriendelijk tegen de blinde bedelaar. Alle mensen om hen heen werden doodstil. Iedereen keek naar de Heere Jezus. Word ziende! zei Jezus. Plaat 4-6 Op dat moment was het alsof iemand een blinddoek van Bartimeüs ogen trok. Hij was niet langer blind! Hij kon zien! Hij knipperde met zijn ogen in het heldere zonlicht. Hij zag licht! Kleur! Mensen! Hij keek recht in het vriendelijke, liefdevolle gezicht van de Verlosser Die hem had genezen. Bartimeüs hart stroomde over van dank en lof aan God, omdat de duisternis weg was! Plaat 4-7 Dat kan nu voor jou net zo zijn. Alle duisternis van je zonden kan weggenomen worden. De Heere Jezus zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen (Joh.8:12). Als je een lamp aandoet in een donkere kamer, verdwijnt de duisternis. Als Jezus Christus in je hart en leven komt, verdwijnt de duisternis van de zonde. Hij blijft bij je en in je. Je begint zo te leven dat Hij er blij om kan zijn, in plaats van dat je slechte, zondige dingen blijft doen. Als je echt spijt hebt van de verkeerde dingen die je hebt gedaan, zeg Hem dat dan nu. Vraag Hem om de duisternis weg te doen en in je leven te komen. Dank Hem dat Hij voor jou stierf. Net als Bartimeüs zal je héél erg dankbaar zijn voor wat de Heere Jezus voor je doet. Het leven van Bartimeüs is helemaal veranderd. Nu hij kan zien, hoeft hij niet te bedelen. Ook jouw leven zal veranderen, omdat de Heere Jezus je helpt om van Hem te houden en Hem te gehoorzamen. Laat de kaart met de Centrale waarheid zien: de Heere Jezus het Licht van de Wereld kwam om de duisternis van jouw zonden weg te nemen. 58

59 Quizidee Blind kiezen. Verdeel de groep in twee teams. Stel de teams om de beurt een vraag. Na overleg geeft het betreffende team het antwoord. Dan sluit iedereen de ogen en bepaalt het andere team of het antwoord goed of verkeerd is. Bij een goed antwoord steken ze de duim omhoog, bij een verkeerd antwoord de duim naar beneden. Zeg dan het goede antwoord, en schrijf het aantal punten (aantal duimen omhoog) voor het kiezende team op. Houd het aantal punten tot het eind geheim. U kunt eventueel halverwege het puntenaantal bekend maken. Het team met de meeste punten is winnaar.. Herhalingsspel 1. Wie was Bartimeüs en wat deed hij overdag? (Een blinde man die langs de weg zat te bedelen om geld.) 2. Wat hoopte de blinde Bartimeüs, toen hij over de Heere Jezus had gehoord? (Hij hoopte dat de Heere Jezus naar Jericho zou komen en hem ziende zou maken.) 3. Waarom denk je dat Bartimeüs geloofde dat de Heere Jezus hem weer kon laten zien? (Hij moet van de wonderen gehoord hebben, die de Heere Jezus voor anderen had gedaan: blinden ziende gemaakt, meer dan 5000 mensen gevoed en Lazarus uit de dood opgewekt. Hij wist dat de Heere Jezus de beloofde Messias moest zijn.) 4. Naar welke stad reisde de Heere Jezus toen hij door Jericho ging? (Jeruzalem.) 5. Wat riep Bartimeüs toen de Heere Jezus voorbijging? ( Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij! ) 6. In welke twee soorten duisternis leefde Bartimeüs? (De duisternis van zijn blindheid en de duisternis van zijn zondige hart.) 7. Wat deed de Heere Jezus, zodat wij niet langer in de duisternis van de zonde hoeven te leven? (Hij stierf aan het kruis, nam de straf voor onze zonden op Zich en stond weer op uit het graf.) 8. Welke twee dingen gebeurden er met Bartimeüs toen de Heere Jezus zei: Word weer ziende! (Zijn ogen waren niet langer blind; zijn zonden werden vergeven.) 9. Hoe kan jij bevrijd worden van de duisternis van de zonde? (Door in de Heere Jezus te geloven, het Licht der wereld,.) 10. Wat zei de Heere Jezus over zichzelf in deze les? Ik ben ( het Licht der wereld. ) Leeractiviteit Blinde leiden Kies een kind om de rol van Bartimeüs te spelen. Doe een blinddoek voor zijn ogen en kies een ander kind om hem door de kamer te leiden of een afgebakend gebied buiten. Dit kind moet er ook voor oppassen dat B nergens tegen aanbotst. Leg uit dat het geblinddoekte kind zijn leider moet gehoorzamen net als Bartimeüs op de Heere Jezus moest vertrouwen dat die hem zou genezen. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 59

60 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Luisterspel Laat de kinderen hun ogen sluiten en luisteren naar de geluiden om hen heen. Als zij hun ogen geopend hebben mogen ze vertellen wat zij gehoord hebben. Hoe zouden zij zich voelen als zij altijd blind waren en afhankelijk zouden zijn van hun andere zintuigen? Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. Tip: U kunt een CD met geluiden gebruiken. 60

61 Les 5 De Weg, de Waarheid en het Leven Lesoverzicht Bijbelgedeelte: Johannes 13:1-2, 30-38; Johannes 14:1-6: Markus 14:10-24 Bijbeltekst om aan te leren: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. - Johannes 14:6 Centrale Waarheid: Toepassing gelovig kind: De Heere Jezus is de enige weg naar God en naarde hemel. Als de Heere Jezus voor jou al de Weg naar God en de hemel is geworden, dank Hem daar dan voor en vertrouw op Hem! Toepassing niet-gelovig kind: Geloof in de Heere Jezus! Hij is de enige Weg naar God en naar de hemel. Visuele hulpmiddelen: Platen 5:1-7 De centrale waarheid, uitgeschreven of uitgeprint. Achterin de handleiding staat een uitgebreide omlijsting; incl. sketches. Eventuele benodigdheden daarvoor staan hier vermeld. Verwerking: a & b de weg; landkaart Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 61

62 Lesschema Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding I. INLEIDING Avond van de viering van het Pascha II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN a. Jezus en Zijn discipelen in de bovenzaal b. Judas Iskariot gaat kort na het eten weg c. Jezus vertelt Zijn discipelen over het huis van Zijn Vader, de hemel d. Jezus is de enige Weg om in de hemel te komen e. Langs welke weg kom je niet in de hemel? Door - naar de kerk te gaan - te bidden - aardig te zijn - goed te zijn f. Jezus geeft brood en wijn aan Zijn discipelen III. Climax Jezus sterft aan het kruis voor onze zonden IV. Einde Hij alleen is de Weg naar God 62

63 Aanleren van de Bijbeltekst Tekst om aan te leren: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. - Johannes 14:6 Inleiding Wie van jullie vindt verjaardagspartijtjes leuk? (Laat de kinderen reageren.) Als ik jullie zou uitnodigen voor mijn partijtje, maar ik vertelde jullie niet waar ik woon, zouden jullie er dan kunnen komen? (Verwacht reactie.) Je kunt niet ergens komen zonder de weg te weten. God wil dat jij de weg weet naar Zijn huis in de hemel. Luister goed als ik uit Gods Woord voorlees wat de Heere Jezus, de Zoon van God, zegt. Presentatie Lees de tekst uit uw Bijbel voor, en zeg hem dan samen met de kinderen op van de aanleertekst. Uitleg Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven De Heere Jezus zegt ons in deze tekst dat alleen Hij de Weg is - de weg om bij God te kunnen horen en eens bij Hem in de hemel te kunnen wonen. Er is geen andere weg. Jezus zegt ons ook dat Hij alleen de Waarheid is. Als God is Hij de bron van alle waarheid. En Hij was de enige mens ooit Die een volmaakt leven heeft geleid, want Hij leefde, sprak en handelde alleen volgens de waarheid. Jezus vertelt ons verder dat Hij alleen het Leven is. Hij alleen kan je zonden vergeven en je eeuwig leven geven dat leven krijg je als je je vertrouwen op Hem stelt. Dan kun je op aarde leven zoals God het fijn vindt en mag je later voor eeuwig bij Hem wonen. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. - De enige manier om bij God te kunnen horen of je nu een man, vrouw, jongen of meisje bent en om eeuwig in de hemel te kunnen leven, is dat je gelooft in de Heere Jezus als je Verlosser. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 63

64 Toepassing: Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Gelovig kind: Als je al gelooft in Jezus, ken je de Weg, de Waarheid en het Leven. Je kent de Heere Jezus omdat Hij leeft in je hart! Deze tekst geeft je zekerheid dat je de enig juiste weg hebt gekozen om eenmaal bij God in de hemel te zijn. Niet gelovig kind: Geloof jij al in de Heere Jezus als de weg tot God en tot de hemel? Als dat niet zo is, en je wilt dat wel graag dan wil ik vanuit de Bijbel uitleggen hoe jij in de Heere Jezus kunt geloven als de enige weg tot God. Kom dan naar... (noem een tijdstip en een plaats). Wanneer je daar bent weet ik dat je er met mij over wilt doorpraten. Echo bergen Aanleren Verdeel de clubkinderen in drie groepen: de luide berg, de halfluide berg en de fluisterberg. Ga voor de groepen staan en zeg het vers gedeelte voor gedeelte. Als u een gedeelte zegt, herhaalt elke berg dat gedeelte, te beginnen bij de luide berg (luid spreken), dan de halfluide berg (normale toon), dan de fluisterberg (fluisteren). Nadat het hele vers, gedeelte voor gedeelte, is opgezegd, wisselt u de bergen, zodat iedere groep de gelegenheid krijgt de luide berg, de halfluide berg en de fluisterberg te zijn. Probeer aan het eind of ze de tekst uit het hoofd kunnen opzeggen. Bijbelles Inleiding Het was avond in de stad Jeruzalem. De geur van versgebakken brood en gebraden lamsvlees hing overal. In de huizen flikkerden lichtjes. Dit was de avond waarop Joodse gezinnen het Paasfeest gingen vieren om eraan te denken hoe God lang geleden Zijn volk uit de slavernij in Egypte had bevrijd. Plaat 5-1 De Heere Jezus en Zijn discipelen waren samengekomen in een bovenzaal in de stad om de Paasmaaltijd te eten. De discipelen waren reuze blij om alleen met hun Meester te zijn, zonder het lawaai van de mensenmassa s. Toch was het vanavond een beetje anders dan je zou verwachten: het was allemaal zo plechtig en het leek of de Heere Jezus aan heel moeilijke dingen zat te denken. Doe alsof u het eten, dat klaargemaakt wordt, ruikt. 64

65 Plaat 5-2 Judas Iskariot, één van de twaalf discipelen, was kort na het eten weggegaan. Zijn plaats aan tafel was nu leeg. De andere discipelen dachten dat Judas een boodschap was gaan doen, maar de Heere Jezus wist dat Judas, precies op dat moment, tegen de vijanden van de Meester aan t vertellen was waar ze Hem konden arresteren. Plaat 5-3 De Heere Jezus zei tot de elf discipelen die om de tafel zaten: Ik zal nog maar een klein poosje bij jullie zijn. Ongerust keken ze elkaar aan. En Petrus zei: Heere waar gaat U naar toe? Ik wil met U mee! Dat kan niet, zei de Heere Jezus: Nu kun je niet mee, maar later een keer, dan ga jij er ook naar toe. De discipelen werden verdrietig en bang in hun hart. Wat moesten ze zonder Hem beginnen?! De Heere Jezus begreep wel waarom ze angstig waren. Wees maar niet bezorgd en bang, troostte Hij hen, vertrouw op God en vertrouw ook op Mij. Toen vertelde Hij hun waar Hij heenging; Hij ging terug naar het huis van Zijn Vader. Daar wist Hij alles van, omdat Hij Gods enige Zoon was en altijd bij Zijn Vader gewoond had, voordat Hij als een klein baby tje naar de aarde kwam. Plaat 5-4 De Bijbel vertelt ons dat Gods huis, waar Hij woont, de hemel is. De Heere Jezus zou al gauw naar de hemel terugkeren. Hij zei dat het er heel groot is en dat er plaats is voor heel veel mensen. God woont daar en ook Jezus Christus, Zijn Zoon, is daar. Daarom is het zo n wondermooi huis. Eigenlijk is het te mooi voor woorden. Het is Gods huis en dus is er geen zonde te vinden. Zonde is ongehoorzaam zijn aan God. Je bent Hem ongehoorzaam als je leugens vertelt, of als je met andere kinderen vecht. God zegt dat je je ouders moet gehoorzamen en eren, maar dat doe je niet altijd. Misschien steek je je tong wel eens uit naar je mama of scheld je je ouders uit. Jaloersheid vindt God ook erg. Ben je jaloers op iemand die populairder of knapper is dan jij? God zegt ons heel duidelijk in de Bijbel dat er nooit iets onreins in de hemel zal zijn (Op.21:27). God is zo goed en rein dat Hij nooit kan toestaan dat er zonde bij Hem in de buurt is. 65 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

66 Toch zullen er een heleboel mensen in de hemel zijn! Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Als ons leven op aarde voorbij is en we sterven, komt er een ander leven. Sommige mensen gaan naar de hemel en wonen daar voor altijd bij God. Andere mensen gaan naar die verschrikkelijke plaats van straf, die hel genoemd wordt en zij zullen nooit bij God wonen. Er zijn dus maar twee mogelijkheden waar we naar toe gaan als ons leven op aarde voorbij is. Misschien maak je je daar erge zorgen over. Je weet dat je, zoals je nu bent, niet naar de hemel kan gaan. Toch wil je graag bij God wonen. Als je hierover wil praten, kom dan aan het eind van de club bij me en dan zal ik je uit de Bijbel laten zien hoe je er klaar voor kunt zijn om naar de hemel te gaan. De meeste mensen willen graag naar de hemel. Maar er naartoe wìllen gaan, betekent nog niet dat je er ook naartoe zàl gaan. Stel dat je naar een stad in de buurt wilt gaan en je neemt de verkeerde weg. Dan kom je niet in die stad aan, ook al wilde je er nòg zo graag heen. Als je de verkeerde weg neemt, kom je er niet. Als je de goede weg neemt, dan kom je wèl in die stad. Met de hemel is dat net zo. Natuurlijk loopt er geen gewone weg naartoe, maar toch is er maar één weg om naar Gods huis te komen. Plaat 5-2 Thomas, één van de discipelen, wilde die weg kennen. Hij voelde zich nog steeds erg onzeker over waar Jezus heenging. Hij zei: Heere, wij weten niet waar U heen gaat, en hoe kunnen wij de weg weten? Het antwoord van de Heere Jezus was eenvoudig en duidelijk: Ik ben de Weg Niemand komt tot de Vader dan door Mij. Hij zei dus: Als je naar de hemel wil gaan, ben Ik de Enige Die je daar kan brengen. Zie je, de weg naar de hemel is niet een gewone weg of een straat, maar een Persoon. Jezus Christus is de Weg naar de hemel. Hij alleen kan je er klaar voor maken om bij God te wonen. Hij alleen kan al je zonden vergeven en je leven veranderen. Als je bij de Heere Jezus hoort, kun je er zeker van zijn dat je bij Hem in de hemel zal wonen. 66

67 Plaat 5-6 Laten we eens kijken naar deze kinderen, die graag naar de hemel willen. Dit meisje gaat elke zondag naar de kerk; ze is er altijd. Denk je dat ze daarom naar de hemel mag gaan? Nee! Hoewel het natuurlijk goed is om naar de kerk te gaan, is dat niet de weg naar de hemel. De kerk kan mij niet geschikt maken voor de hemel, geen enkele kerk kan dat. Ze weet wel wat over de Heere Jezus Christus, maar ze vertrouwt er nog niet op dat alleen Hij haar zonden kan vergeven en haar er klaar voor kan maken om bij God te wonen. Misschien is dit meisje aardig tegen iedereen, deelt ze haar snoep met andere kinderen en is ze erg behulpzaam. Helaas gelooft ze nog niet in de Heere Jezus. Haar zonden - want zij doet ook wel eens verkeerde dingen - zijn daarom niet door Hem vergeven. Hij is niet in haar hart en leven. Nee, zij is nog niet op weg naar de hemel. Maar deze jongen dan, die bidt. Voordat hij naar bed gaat zegt hij altijd zijn gebeden op. Is dat de manier om naar de hemel te mogen gaan? (Laat de kinderen antwoorden en vraag waarom ze dat zeggen.) De Heere Jezus zei: Ik ben de Weg. Ook deze jongen moet inzien dat er zonde en verkeerde dingen in zijn leven zijn, waar God erg verdrietig over is. Hij is misschien wel beter dan de meesten van zijn klas en is gehoorzaam, beleefd en doet z n huiswerk. Hij zegt geen lelijke woorden. Hij zit nooit in de problemen. Is hij goed genoeg voor de hemel? Nee. De Bijbel zegt ons dat we uit onszelf niet goed genoeg kúnnen zijn. Wat andere mensen niet aan ons kunnen zien, weet God: Want allen hebben gezondigd (Rom.3:23). Er is niemand rechtvaardig, ook niet één (Rom.3:10). Goed zijn, gebeden opzeggen, aardig zijn, naar de kerk gaan, het zijn goede dingen om te doen, maar ze zijn niet de weg naar de hemel. Alleen Jezus Christus is de Weg naar God. Waarom? Plaat 5-2 Onder het eten legde Jezus dat nog eens aan Zijn discipelen uit. Hij nam brood en brak het, en legde hun uit dat Zijn lichaam als het ware voor hen gebroken zou worden. Hij maakte duidelijk dat de wijn ook iets voorstelde: die herinnert aan Zijn kostbare bloed, dat uit Zijn lichaam zou stromen wanneer Hij stierf. Hij zou lijden en sterven en Zijn bloed zou stromen om ons zonden te kunnen vergeven. 67 Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

68 Plaat 5-5 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding En dat gebeurde dan ook de volgende dag. Hij werd aan een kruis gespijkerd en Zijn lichaam brak, dat betekent dat Hij stierf, en Zijn bloed stroomde eruit. Hij was Gods enige Zoon en ook een volmaakt mens, zonder zonde, maar Hij stierf alsof Hij een misdadiger was. Hij nam echt onze zonden op Zich, alle verkeerde dingen die wij doen en werd in onze plaats gestraft. Hij hield zoveel van ons, dat Hij onze straf op Zich nam. De Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven (Gal.2:20). Hij stierf en werd begraven, maar drie dagen later werd Hij weer levend. En daarom is Hij de Weg naar God in de hemel. Hij is nu in de hemel en als je op Hem vertrouwt, kan Hij je klaarmaken voor de hemel. Als je leven hier dan voorbij is, brengt Hij je naar die wondermooie plaats om daar te wonen. Plaat 5-7 Hoe is t met jou? Waar wil je naartoe als je leven op aarde eindigt? Als je weet dat je, zoals je nu bent, niet bij God kunt wonen, moet je je daar wel zorgen over maken. Jezus Christus kan nu bij je komen en je er klaar voor maken. Hij kan alle zonden en verkeerde dingen wegnemen. Je moet op Hem vertrouwen, dat Hij dat voor je doet, omdat je weet dat Hij voor jou stierf. Zeg Hem dat je er zo n spijt van hebt hoe je leven nu is. Vraag Hem om je er klaar voor te maken om bij God te wonen. Dan zal Hij in je leven komen en elke dag bij je zijn. Je zal bij Hem horen. Hij alleen is de Weg naar God. Hij zegt het zo heel erg duidelijk: Ik ben de Weg niemand komt tot de Vader dan door Mij. Kinderen kunnen zeker weten dat ze eens bij God in de hemel zullen zijn. 68

69 Herhalingsspel QUIZ Puntjes verbinden. Teken de volgende puntjes op een bord of op een groot vel papier Verdeel de kinderen in twee teams en geef ze elk een naam (bijv. A voor appel, B voor banaan). Stel de teams om de beurt een vraag. Kinderen die willen antwoorden steken hun hand op. De clubleider/ster wijst een kind aan. Als dat kind de vraag goed beantwoord heeft mag hij/zij een lijn trekken die twee punten verbindt. Als hij/zij, door een lijn te trekken, een vierkantje dicht kan maken, mag hij/zij het teken van zijn team erin zetten (A of B). Het team met de meeste vakjes heeft gewonnen. 1. Welke bijzondere gebeurtenis werd er in de stad Jeruzalem gevierd? (Het Paasfeest.) 2. Wat deden de 12 discipelen die avond? (Ze aten de maaltijd alleen met de Heere Jezus, zonder een heleboel mensen om hen heen.) 3. Waarom gedroeg Jezus Zich die avond een beetje anders? (Hij wist dat voor Hem de tijd was aangebroken om terug te gaan naar de hemel om bij Zijn Vader te zijn.) 4. Wat moest de Heere Jezus eerst doen, voordat Hij terug kon gaan naar de hemel? (Aan het kruis sterven en op de derde dag weer opstaan.) 5. Wat deed Judas Iskariot? (Hij vertelde aan Jezus vijanden waar ze Hem konden arresteren.) 6. Over welke bijzondere plaats vertelde Jezus Zijn discipelen, toen ze na het eten met elkaar praatten? (De hemel, een prachtige plaats, Gods huis, waar geen zonde is.) 7. Zeg een Ik ben tekst op, die we deze week geleerd hebben (Joh.10:11, 6:35, 11:25, 8:12, 14:6.) 8. Voor wie maakt Jezus een plaats klaar in de hemel? (Voor hen die in Hem geloven als Verlosser van hun zonden.) 9. Wat zijn de dingen waarvan sommige kinderen en mensen denken dat ze die kunnen doen om in de hemel te komen? (Naar de kerk gaan, bidden, aardig zijn, goed doen) 10. Wat zegt Gods Woord erover hoe we in de hemel kunnen komen? (Er is maar één weg Joh. 14:6.) Verwerking Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart werkboek. Christus leren kennen Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 69

70 Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap Handleiding Tekstkaartjes 70

71 Aanleerteksten 71

72 72

73 73

74 74

75 75

76 76

77 77

78 78

79 Omlijsting Overzicht van de lessen: Onderwerp Bijbelles Thema spel en sketch 1 Jezus is de Goede Herder. Het verloren schaap Vinden en redden 2 Jezus is het levensbrood De wonderbare spijziging Honger hebben en niets te eten. 3 Jezus is de opstanding en het leven 4 Jezus is het licht van de wereld. 5 Jezus is de weg, de waarheid en het leven. De opwekking van Lazarus De genezing van de blinde Bartimeüs Gesprekken aan het avondmaal. Gevangen zitten en niet bevrijd kunnen worden. In het duister lopen De goede en de verkeerde weg. Voorafgaand aan elke les van deze serie wordt een spel met de hele groep gespeeld. Dit spel sluit aan bij de sketch, iets later in het programma en die sluit weer aan bij de Bijbelles. SPELLETJES Door de spelletjes en gedeeltelijk ook door de sketches heen gaan we op reis naar het land Perisseuo. Dit is het Griekse woord voor overvloed. Om daar te komen reizen we met de kinderen door verschillende landen. Dag 1 Floeptikkertje. De kinderen die getikt worden, moeten blijven stilstaan met de benen wijd. Op het moment dat er een ander kind onder zo n kind doorkruipt, is dat kind verlost, vrij, en mag weer verder rennen. Dag 2 Verstopspelletje: Zoek Belhamel. Nodig - Knuffelschaap Belhamel. - mand of tas waarin Belhamel zou zitten. - Spelleider, de eigenaar van Belhamel. - Bordje met Dorendrogië, de zogenaamde landsnaam van dag 2. - Drie of meer medewerkers die verspreid over het terrein staan. Deze kunnen zich verkleed hebben. Bijvoorbeeld: 1- heeft een grote hoed, 2- een grote kraag, 3- een paar hele grote schoenen. (Als je met weinig leiding bent, of je wilt de kinderen een flink 79

80 eind laten lopen, kun je ook dubbelrollen maken. Iemand heeft eerst een grote hoed, dan grote schoenen en wat je maar bedenkt.) Spelleider: Jongens en meisjes, ik heb Belhamel meegenomen en hij wil jullie iets vertellen. (Leg eventueel kort uit wie Belhamel is, of vraag het de kinderen, die de vorige dag geweest zijn en Belhamel bij de kwis hebben moeten zoeken.) Wil hij Belhamel uit mand of tas halen, blijkt hij weg te zijn. Spelleider diep teleurgesteld en vraagt of de kinderen willen zoeken. Over het terrein verspreid staan mensen die het misschien weten. Het is leuk als ze op een leuke manier zijn uitgedost; bijvoorbeeld: grote hoed, grote kraag, grote schoenen of.. De spelleider wijst de kinderen naar de eerste persoon, deze verwijst naar de tweede enz. (Niet zoveel medewerkers? Zet dan pijlen). Uiteindelijk komen ze weer bij de partytent terecht waar Belhamel gevonden kan worden. Maar door al het gezoek zijn ze in het land Dorendrogië gekomen. Vertel dat aan de kinderen als Belhamel terecht is. Dag 3 Tikkertje Verzamel de kinderen. Vertel de kinderen dat ze een tocht gaan maken door Het enge bos. Er is daar een rover Grijpgraag (Eén van de leiders speelt voor rover, die er wel zo uitziet, maar tegelijk ook komisch is. Anders kunnen de kinderen bang worden, en dat is natuurlijk niet de bedoeling!) Rover Grijpgraag komt te voorschijn en tikt de kinderen die hij te pakken kan krijgen en Bonnie Bang. (Je kunt ook twee leiders rover laten zijn, de gebroeders Grijpgraag ). Het hele terrein is dus gebied waar getikt mag worden, maar op één plaats is het hol van rover Grijpgraag, en op één plaats maak je een veilige haven waar kinderen niet gepakt kunnen worden. (Neem kleine kinderen bij de hand, misschien vinden ze het eng) Na een korte tijd worden de gevangen kinderen vrijgelaten door het zingen van een liedje of iets dergelijks, maar Bonnie Bang blijft gevangen. Misschien omdat ze niet meezingt of vals zingt of wat dan ook maar. Geboeid wordt de arme Bonnie afgevoerd. Variatie: een van de leiding stelt voor om iets te zingen. Rover Grijpgraag doet zijn handen voor zijn oren en roept: Daar kan ik niet tegen! Stil, anders gaan jullie maar weg! Kinderen gaan nog harder zingen. Dus zegt Rover Grijpgraag: Maak dat je wegkomt en alle kinderen lopen weg behalve Bonnie want die zingt niet mee. 80

81 Dag 4 Koekhappen. Nodig: lijn, koek en veel blinddoeken. Bij de instructie doe je voor wat de bedoeling is met een tweetal van de leiding als voorbeeld. (Eén van die beiden wordt dus geblinddoekt) - De groep wordt verdeeld in twee of meer teams, afhankelijk van het aantal kinderen. - Stel de kinderen van elk team twee aan twee op. - Eén is begeleider, de ander wordt geblinddoekt (door een leider!). - Het kind, dat begeleider is, brengt het kind naar de koekhap-lijn. Als de koek gehapt is mag hij/zij die opeten en bij de finish krijgt ook de begeleider koek als beloning. - Het team waarvan de kinderen het eerst aan de overkant is, is winnaar. - Zodra de koek gehapt is, kan het volgende kind geblinddoekt worden en door het team het veld in worden gestuurd. Opmerkingen - Je kunt afspreken dat als het tweetal bij de finish is die de blinddoek terugbrengt. - Je kunt op twee manieren spelen. Het team dat het eerst aankomt is winnaar. Of je speelt een bepaalde tijd en het team dat de meeste koek gehapt heeft is winnaar. In dat geval kunnen kinderen in een team twee keer aan de beurt zijn. - Houd er rekening mee dat sommige kinderen bang zijn om geblinddoekt te worden. - Bij jonge kinderen de afstand startlijn, koeklijn kleiner maken. Laten leiden door één van de leiding? Dag 5 De grens over naar Perisseuo: overlopertje Nodig: fluit, linten en een terrein waar je als groep van de ene naar de andere kant kan lopen. Een bepaalde strook in het terrein is de grens, waar grenswacht loopt (1 of 2 van de leiding, met linten om). Deze strook heb je duidelijk afgebakend, door een lint of door een kalkstreep. Als de fluit gaat, moeten de kinderen van de ene kant naar de andere kant van het terrein rennen, zonder getikt te worden. Als ze toch getikt worden, krijgen ze ook een lint om en gaan ze de grenswacht helpen, (Anderen van de leiding moeten goed opletten of kinderen die getikt worden ook echt grenswacht worden.) 81

82 Sketches In de spelletjes en sketches gaan we op reis naar het land Perisseuo. Perisseuo is het Griekse woord voor overvloed. Om daar te komen reizen we met de kinderen zogenaamd door verschillende landen. (De sketches zijn zeer eenvoudig.) Dag 1: (Bonnie Bang: staat met de benen gespreid. Ze had meegedaan met floeptikkertje. Niemand heeft haar verlost en daar staat ze. Ze wil naar huis, het regent, ze wil eten. Maar ze mag niet naar huis, ze moet blijven staan.) Lili Lang: Bonnie, Bonnie, waar ben je? O, o, we lopen hem/haar al urenlang te zoeken! O, daar ben je. Wat doe je daar? Jouw moeder is ongerust. Bonnie: Ik moet hier blijven staan. Ik ben af. Lili Lang: Moet jij daar dan je hele leven blijven staan? Bonnie: Ja. Behalve als jij mij verlost. Lili Lang: Hoe? Bonnie: Je moet onder mij door kruipen. Lili: (doet wat haar gevraagd wordt, zij het met moeite) Bonnie: Gelukkig! Ik ben vrij! Link naar de Bijbelles: Dat is me wat, als je niet naar huis kunt komen, zoals Bonnie! Dag 2: (Lili en Bonnie komen op, en zien er héél moe uit! Met gebogen schouders en tong uit de mond sjokken ze voorbij.) Lili Lang: Zo, we hebben een heel eind gelopen, zeg! Bonnie Bang: Ja, dat komt doordat we Belhamel moesten zoeken. Lili Lang: Dat beest was helemaal naar Dorendrogië gelopen. Sjonge! Bonnie Bang: In Dorendrogië zijn geen winkels, is nergens eten, nergens water, het is maar goed dat jij van alles hebt meegenomen, ik heb wel zin in iets! Lili Lang: (Haalt uit de tas een trommel) Ja Bonnie, ik heb de trommel meegenomen, nu kunnen we lekker smikkelen. Bonnie Bang: Ik heb zo n zin in een lekkere krentenbol. Lili (doet de trommel open, Bonnie steekt haar hand er in om een krentenbol te pakken en pas als de hand naar haar mond gaat, merkt ze dat die leeg is.) Bonnie: Hé, mijn hand is leeg, helemaal leeg! Lili Lang: Zal ik ook eens proberen? (Steekt haar hand in de trommel, wil happen, hand leeg.) Ook niks, hoe zou dat toch komen, zeg? Bonnie Bang: (Kijkt in de trommel) Ja Lili, de trommel is leeg, je hebt vergeten er brood in te doen. Lili Lang: Moest dat dan? Bonnie Bang: Natuurlijk, als je een krentenbol uit de trommel wilt halen, moet je die er eerst in doen. 82

83 Lili Lang: O. (snik) Nu hebben we niks te eten, wat moeten we beginnen? Bonnie Bang: Kom Lili, we vinden er wel iets op. Link naar de Bijbelles: Die arme Bonnie en Lili, hoe moeten ze dat oplossen? Dag 3: (Bonnie zit in de gevangenis, een grote doos met tralies ervoor, of alleen maar een traliehek; zorg dat het slot goed zichtbaar is. Zorg wel dat Bonnies ellende een ellende met een knipoog is) Lili: Bonnie, waar ben je? Jongens, ik ben Bonnie kwijt, waar zou ze toch zijn? Bonnie! Bonnie (snikt) Help, help, ik ben gevangen genomen door rover Grijpgraag. Lili: (Vindt Bonnie eindelijk) Hé, zit je hier, wat is er met jou gebeurd? Kom er eens uit! Bonnie: Dat kan niet, de deur zit op slot. (rukt aan het hek, helaas zonder resultaat) Lili: Laat mij eens proberen. (begint ook te rukken met hetzelfde resultaat) Bonnie: Nou zal ik hier mijn hele leven moeten blijven zitten, nooit meer pannenkoeken met stroop eten, nooit meer van de skatebaan roetsjen! (snikt) Lili: De deur zit op slot. Wat moeten we nou? (neemt een peinzende houding aan) Ik heb wel een sleutel bij me, ik probeer gewoon of die past. (Morrelt met een grote sleutel) Bonnie: Ik kom vrij, ik kom vrij! (Maar de deur gaat niet open!) (Lili maakt een teleurgesteld gebaar van: het lukt niet.) Bonnie: (somber) O, nee, he? Zó kom ik tóch nog niet vrij! Lili: Mmm, een andere sleutel dan? Hoe lossen we dit nu op? (Bonnie en Lili verdwijnen, voordat het verhaal begint) Later in het programma, bij de quiz: Laat Bonnie in haar gevangenis weer op het toneel komen. Van tevoren stop je een sleutel in een broek of een jas of een sok of een schoen of een handschoen. Je doet de kwis en als de vraag goed beantwoord is mogen ze raden waar de sleutel in zit. Iemand schrijft het antwoord op. Na afloop van de quiz wordt gekeken waar de sleutel in zit en welk team het meest dit kledingstuk genoemd heeft. Eén van de kinderen van dat team mag Bonnie nu bevrijden. Bonnie trakteert nu!!! Gedachte om over te brengen: We zijn uiteindelijk allemaal gevangenen. De Heere Jezus is gestorven en opgestaan en Hij heeft de sleutel tot het leven! Opmerking n.a.v. de sketch: Natuurlijk is Rover Grijpgraag niet echt, hij is nep, he? In het echt is het helemaal niet leuk als je opgesloten zit! Link naar de Bijbelles: Weet je dat wij ook gevangenen zijn? In het verhaal hoor je hoe! Maar ook hoe we vrij kunnen komen! (Antwoord: De Heere Jezus heeft de sleutel naar het leven.) 83

84 Dag 4: Verteller: Lili Lang en Bonnie Bang kamperen op een camping midden in het bos. Ze zijn een wandeling gaan maken en toen ergens in slaap gevallen. Nu willen ze naar huis, maar het is pikkedonker; ze kunnen geen hand voor ogen zien. Bonnie Bang: (struikelt) Oei, ik ben bijna gevallen. Je kunt ook niets zien in het donker! Lili Lang: Ik dacht dat jij een zaklantaarn had. Bonnie Bang: Ja, die had ik in mijn tas gestopt, even pakken. Lili Lang: Gelukkig, nu hebben we licht. Bonnie Bang (Heeft een tas en gooit alles er uit, vindt na veel moeite de zaklantaarn. Triomfantelijk nu:) Kijk eens Lili, tatáá! Licht in de duisternis! (Maar er gebeurt niets) He? Hoe kan dat nou? Lili Lang: Ik ben bang dat de batterijen op zijn, Bonnie. Bonnie Bang: Nee, he? Nu zitten we nog steeds in het donker. O, wat ben ik bang, we komen nooit meer thuis! Lili Lang: We zullen altijd in het bos moeten blijven. Nooit meer appeltaart met slagroom eten! Bonnie Bang: Nooit meer gezellig Sesamstraat kijken. Lili Lang: Stil Bonnie, daar is een lichtje. Bonnie Bang: Laten we daar naar toe gaan. Ze struikelen vooruit en blijven naar het lichtje kijken. Lili Lang: Bonnie, die straatlantaarn, die ken ik, en de weg ken ik ook. We zijn vlakbij de camping. Bonnie Bang: Gelukkig, nu hoeven we toch niet in het bos te blijven! Link naar de Bijbelles: Eng hoor, als je helemaal niets kunt zien! Dag 5 Verteller: Bonnie Bang en Lili Lang zijn op weg naar een feestje in een andere plaats. Ze zijn net uit de trein gestapt en staan nu op het station. Bonnie Bang: Weet jij welke bus wij moeten nemen, Lili? Lili Lang: We gaan niet met de bus, veel te duur. Eh, even wachten. Ja hoor, ik krijg nu een kriebel in mijn linker grote teen. Dus we gaan hier links af en dan zijn we er zo. Bonnie Bang: Wat goed dat Lili steeds die kriebels in haar grote teen krijgt. Zo weet je zeker dat je de goede kant op gaat! Verteller: Het is nu een half uur later. Bonnie Bang: Is het nog ver? Lili Lang: Zeur niet, Bonnie. Even denken: moeten we links af? Ik voel geen kriebel. Moeten we dan rechtsaf? Ja, vast wel, nu voel ik de kriebel in mijn rechter grote teen. Hup Bonnie, rechtsaf! Verteller: Het is nu één uur later. Lili Lang: Ik krijg nu kriebel in allebei m n grote tenen. Dan moeten we dus alsmaar rechtdoor lopen. Bonnie Bang: Maar dan lopen we regelrecht de vuilnisbelt op. Voorbijganger: Zeg, zijn jullie misschien verdwaald? Bonnie Bang: Ja meneer, we moeten in de Kuiperlaan zijn, maar waar is die? Voorbijganger: Jullie zijn helemaal verkeerd gelopen. Maar daar komt de bus aan. Als jullie snel zijn, kunnen jullie nog net mee, dan zijn jullie er binnen tien minuten. Bonnie Bang en Lili Lang hollen om de bus te halen. Bonnie Bang: Zou Lili s grote teen nu ook gaan kriebelen? 84

85 Link naar de Bijbelles: En Bonnie maar denken dat Lili precies de weg wist. Ja, zo zijn mensen! We vertrouwen op elkaar, ook al wijst die ander ons de verkeerde weg! Bijbelteksten Dag 1: Ik ben de goede Herder: Intro: Vraag: Ben jij wel eens verdwaald? Kort gesprekje met kinderen over verdwalen, de schrik, het verkeerd uitkomen en gelukkig toch nog een goede afloop. Ja, een goede herder zoekt verdwaalde schapen op! (Lees nu de tekst voor uit Johannes 10:11) Dag 2: Het Brood des levens: Intro: Verhaaltje Denise had nooit genoeg. Altijd wilde ze meer. (Diddle-spullen, de hoogste cijfers, de grootste koek, de mooiste kleren, vooraan in de rij, het populairste zijn.) Nooit was het goed en nooit was ze tevreden. Altijd wilde ze meer. Het leek wel een soort honger, niet te stoppen. (Voor jongens gebruik je andere voorbeelden.) En jij? Heb jij honger? Niet in je maag, maar diep van binnen in je hart? Wil je ook altijd meer? Hier staat beslist geen honger hebben. Dat zou mooi zijn, he? De Heere Jezus belooft dat, luister maar (lees Johannes 6:35 voor) Dag 3: De Opstanding en het Leven: Intro: Object Foto van een hond of konijn of kat.. (tijd) geleden is mijn kat doodgegaan. Ik was echt verdrietig. Sterven, doodgaan, nee, dat is niet fijn. Iedereen gaat een keer dood. Behalve Eén Hij zegt: (Lees de tekst voor uit Johannes 11:25) 85