Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften betreffende het laten stilstaan en parkeren van voertuigen, en voor andere lichte verkeersovertredingen (Wet bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen) Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald bij gemeentelijke verordening betreffende overlast in de openbare ruimte (Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte) Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 juni 2006 Inleiding Ten aanzien van het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen (30 098) en het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (30 101), zijn door de leden Wolfsen en Luchtenveld en anderen amendementen ingediend die betrekking hebben op de reikwijdte van deze wetsvoorstellen, de rechterlijke procedure, de evaluatie en de invorderingsprocedure. Op 25 januari 2006 is tijdens het plenair debat afgesproken dat de regering schriftelijk zou reageren op deze amendementen. Algemeen In de toelichting op de amendementen is aangegeven dat het de bedoeling is om te komen tot verbreding van de bestuurlijke betrokkenheid bij de handhaving onder waarborging van een eenvoudige en eenvormige procedure van afdoening. Die doelstelling spreekt aan en is ook die van de voorliggende regelingen. Grens daarbij is dat de handhaving van regels die tot bescherming van KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2006 Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 1

2 leven, goed en openbare veiligheid strekken, eenduidig, systematisch en consequent dient te zijn en niet afhankelijk mag worden van lokale bestuurlijke beleids- en prioriteitsbeslissingen. Voorts dient handhaving ertoe de wet- en regelgeving te doen naleven; het is geen regulerende heffing of alternatief voor gemeentebelasting. Ten slotte dient handhaving waarbij zonodig geweld tegen personen moet worden gebruikt om de inbreuk te doen beëindigen, of waarbij er sprake is van gevaarzettende verkeersovertredingen, aan de politie voorbehouden te blijven. De rechtvaardiging voor de keuze voor de bestuurlijke boete als extra handhavingsinstrument is toegelicht in de memories van toelichting bij de beide wetsvoorstellen en is in overeenstemming met de criteria die worden genoemd in de memorie van toelichting van de Vierde tranche Awb (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, blz ). De invoering van de bestuurlijke boete komt tegemoet aan zowel de wens tot meer invloed van het gemeentebestuur op de handhaving van de normen betreffende kleine ergernissen als aan de wens om de strafrechtsketen te ontlasten. De invoering van bestuurlijke boete op het terrein van kleine ergernissen, zal enerzijds als voordeel hebben dat de strafrechtsketen wordt ontlast, zodat politie en justitie meer capaciteit zullen hebben om zwaardere zaken te behandelen. Anderzijds zal het aan het gemeentebestuur in het kader van het integrale veiligheidsbeleid een grotere invloed verschaffen op de aanpak van kleine ergernissen en daarmee de handhaving op dat vlak kunnen versterken. Met het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte wordt beoogd het bestuurlijke toezicht en de handhaving in het publieke domein waar gemeenten dat nodig achten, te versterken. Met het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen wordt beoogd het knelpunt op te lossen dat gemeentelijke parkeerwachten wel het onbetaald parkeren kunnen beboeten, maar niet het fout parkeren. In het bestuursrecht zijn de meeste instrumenten gericht op herstel van de gewenste situatie, zoals bestuursdwang en de last onder dwangsom. In aanvulling hierop voorziet de bevoegdheid een bestuurlijke boete op te leggen in de mogelijkheid voor gemeentebesturen om meer invloed uit te oefenen op de intensiteit van de handhaving en te dien aanzien de regie aan zich te trekken. Daarnaast komt de invoering van de bestuurlijke boete tegemoet aan de wens om de strafrechtsketen te ontlasten. De invoering van de bestuurlijke boete op het terrein van overlast in de openbare ruimte zal enerzijds als voordeel hebben dat de strafrechtsketen wordt ontlast, zodat politie en justitie meer capaciteit kunnen aanwenden om zwaardere zaken te behandelen. Anderzijds zal het aan het gemeentebestuur een grotere invloed verschaffen op de aanpak van kleine ergernissen en daarmee de handhaving op dat vlak kunnen versterken. Omdat de ontvangsten, anders dan bij strafrechtelijke boeten, naar de gemeenten gaan, hebben gemeenten bovendien meer mogelijkheden voor versterking van de handhaving. De uniformiteit in de handhaving hebben wij getracht zoveel mogelijk te waarborgen door de feiten waarvoor de bestuursrechtelijke handhaving gaat gelden voor beide wetsvoorstellen limitatief op te nemen in een algemene maatregel van bestuur. In diezelfde algemene maatregelen van bestuur worden tevens de tarieven vastgesteld die zullen gelden voor de boeten die kunnen worden opgelegd. De rechtvaardiging voor de keuze voor de bestuurlijke boete als extra handhavingsinstrument is toegelicht in de memories van toelichting bij beide wetsvoorstellen en is in overeenstemming met de criteria die worden genoemd in de memorie van toelichting van de Vierde tranche Awb (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, blz ). Van belang bij de keuze voor de bestuurlijke boete zijn ook de criteria die genoemd worden in de brief van de Minister van Justitie van 8 november 2005 aan Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 2

3 Uw Kamer over de keuze van sanctiestelsels (Kamerstukken II 2005/06, , nr. 30). Hierin wordt aangegeven dat voor bestuurlijke handhaving wordt gekozen, bijvoorbeeld als het gaat om schending van ethisch neutrale normen die eenvoudig kan worden geconstateerd, waarbij geen ingrijpende bevoegdheden nodig zijn en waarbij het openbaar ministerie geen rol behoeft te spelen. Bij de selectie van de bestuurlijk beboetbare feiten op grond van het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte is het uitgangspunt dat het moet gaan om feiten die overlast veroorzaken in de openbare ruimte. Hiermee wordt gedoeld op feiten met een geringe normatieve lading, waarvoor de dader geen ernstige blaam treft. Bij overtreding van de hierboven bedoelde bestuurlijk beboetbare feiten kan handhaving doorgaans vrij eenvoudig plaatsvinden meestal zal het gaan om een constatering van de overtreding op heterdaad en zijn geen ingrijpende dwangmiddelen nodig. Vrijheidsbeneming is niet aan de orde. Wat betreft het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren is de selectie van de overtredingen die onder dat wetsvoorstel zullen vallen gebaseerd op in de memorie van toelichting genoemde rapporten over de bestuurlijke handhaving van verkeersdelicten. Op grond van deze rapporten is gekozen om de bestuurlijke boete te beperken tot overtredingen inzake stilstaan en parkeren. Daarnaast is het de bedoeling een vijftal andere lichte verkeersovertredingen, die de plaats op de weg betreffen van fietsers en voetgangers, onder de werking van het wetsvoorstel te brengen. Ook hier betreft het derhalve delicten die een geringe normatieve lading hebben, eenvoudig zijn te constateren en ten aanzien waarvan geen ingrijpende dwangmiddelen nodig zijn. Tegen deze achtergrond moeten zowel de voorliggende wetsvoorstellen als de amendementen daarop beoordeeld worden. Het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen beoogt het knelpunt op te lossen dat gemeentelijke parkeerwachten wel het onbetaald parkeren kunnen beboeten, maar niet het fout parkeren. Het voorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte beoogt het mogelijk te maken dat gemeenten integraal de verantwoordelijkheid kunnen nemen voor en op kunnen treden tegen tal van vormen van overlast en kleine ergernissen waarvoor veelal onvoldoende capaciteit is bij de politie. Voor die twee knelpunten bieden de twee bestuurlijke boetewetsvoorstellen een bevredigende oplossing, die past binnen het bovengenoemde kader. Uitbreiding van de reikwijdte van de wetsvoorstellen dient eveneens binnen bovengenoemd kader te passen. Buiten dit kader vallen de feiten waarbij de bescherming van leven, goed en openbare veiligheid in het geding is of kan zijn of bij gevaarzettende verkeersovertredingen. Daarvoor is afdoening via het strafrecht, in voorkomende gevallen door de gemeente zelf via de OM-afdoening, het geschikte kader. De amendementen van de leden Wolfsen, Luchtenveld e.a. (30 101, nrs. 12, 14, 15 en 16 en , nrs. 15, 17 en 19) strekken daarentegen enerzijds tot een fundamentele verbreding van het eigen gemeentelijk handhavingsbereik, en anderzijds tot een eigen procedure van rechterlijke beoordeling en rechtsbescherming. Hieronder wordt eerst ingegaan op de voorgestelde uitbreiding van gemeentelijke verkeershandhaving onderscheidenlijk de handhaving van de gemeentelijke verordeningen, de keuzemogelijkheid in het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren (30 098, nr. 13) en vervolgens op de procedurele voorstellen. Verder wordt ingegaan op de motie met betrekking tot de 24-uursverantwoordelijkheid ( en , nr. 10). Tot slot wordt ingegaan op de amendementen met betrekking tot de evaluatie (30 101, nr. 8 en , nrs. 18 en 20) en de invorderingsprocedure (30 101, nr. 13 en , nr. 16). De Minister van Justitie heeft tijdens de plenaire behandeling op 19 januari jl. reeds een reactie gegeven op het amendement Slob (30 101, nr. 9) dat ertoe strekt overlastgevende feiten, waarvoor krachtens het Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 3

4 wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte een bestuurlijke boeteregeling in het leven wordt geroepen, niet langer strafbaar te doen zijn. Door dit amendement zal de politie deze overtredingen niet meer kunnen beboeten. Als een dergelijke overtreding wordt gepleegd in de directe aanwezigheid van de politie en de politie kan deze overtreding niet bekeuren, zal het gezag van de politie worden aangetast. De bevoegdheid van de politie is een strafrechtelijke bevoegdheid. Door dit amendement kan de politie pas worden ingeschakeld als de situatie escaleert, of als er geweld wordt gebruikt. In dat geval immers is sprake van een strafrechtelijke overtreding. In het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte is een keuzemogelijkheid opgenomen voor gemeenten. Gemeenten die niet kiezen voor de bestuurlijke boete, zullen het bestaande systeem gebruiken. Hiervoor is noodzakelijk dat de gedragingen waar het om gaat strafbaar blijven. Als deze niet meer strafbaar zijn, worden alle gemeenten verplicht om te kiezen voor een bestuurlijke boete. Het amendement houdt geen rekening met het feit dat de bevoegdheid om straf te stellen op overtredingen van verordeningen is geregeld in artikel 154 Gemeentewet. Het is dus een gemeentelijke bevoegdheid (een bevoegdheid van de gemeenteraad). Het is om die reden dat het wetsvoorstel niet bepaalt welke gedragingen strafbaar zijn; het wetsvoorstel bepaalt dat de gedragingen, waarvan in de algemene maatregel van bestuur de mogelijkheid wordt geopend om een bestuurlijke boete op te leggen, door de gemeenteraad strafbaar moeten zijn gesteld. Het amendement doorbreekt deze bevoegdheidsverdeling. Wij wijzen verder op de budgettaire gevolgen van de uitbreiding van de reikwijdte van het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen. Voor wat betreft de reikwijdte die dit wetsvoorstel nu kent, zijn de financiële gevolgen gedekt. Dat is echter niet het geval bij het amendement waarin een verbreding van de reikwijdte wordt voorgesteld. In de toelichting wordt niet ingegaan op de wijze waarop het wegvallen van de opbrengst van boeten, die nu strekken tot dekking van de kosten, worden gecompenseerd. Dit klemt te meer omdat de voorstellen met betrekking tot de procedure tot gevolg hebben dat de kosten van justitiële handhaving en rechtsbescherming vrijwel geheel ten laste van het rijk blijven. Daarbij geldt dat gemeenten weliswaar meer inkomsten ontvangen uit bestuurlijke boetes, maar tegenover deze inkomsten aanzienlijke kosten staan. Handhaven kost nu eenmaal per definitie meer geld dan het opbrengt, ongeacht de partij die de handhaving op zich neemt. Verkeershandhaving (amendement , nr. 17 en motie en , nr. 11) Het amendement van de leden Luchtenveld, Wolfsen en Eerdmans strekt ertoe de handhaving van meer verkeersvoorschriften dan thans onder het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren vallen, aan de gemeenten over te dragen. Naast het niet stoppen voor het rode licht door fietsers en voetgangers, betreft het de lichte snelheidsovertredingen (tot en met 30 km per uur te hard) in een 30-km-gebied en het overtreden van roodlichtgebod, beide uitsluitend indien deze overtredingen op geautomatiseerde wijze op kenteken worden geconstateerd. Door aanvaarding van dit amendement zou het wetsvoorstel wezenlijk van karakter veranderen. Het zou dan niet langer gaan om het elimineren van een praktisch knelpunt bij de handhaving van de parkeerregels en van regels die daar nauw verband mee houden, maar om een fundamentele verschuiving van de verantwoordelijkheid voor de handhaving van de verkeersregels. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 4

5 De handhaving van de verkeersregels is sinds de inwerkingtreding van de Wet Mulder zeer succesvol. Het aantal verkeersslachtoffers neemt gestaag af bij een nog steeds groeiend verkeer. Met een vrij beperkt juridisch apparaat werden in 2005 meer dan 11 miljoen verkeersovertredingen afgedaan. Dit succes is te verklaren doordat de Wet Mulder voorziet in regie door één centraal en uniform gezag, het openbaar ministerie. Langs die weg blijft afstemming met de soms zeer wenselijke inzet van het strafrecht uitdrukkelijk gewaarborgd. Bij parkeerovertredingen is het belang van die centrale en uniforme regie minder groot omdat het daarbij niet gaat om feiten die gevaarzettend zijn maar die vooral overlast scheppen bij de verkeersdoorstroming. Vandaar dat voor die overtredingen bestuurlijke handhaving op andere wijze aanvaardbaar was. Sterker nog, wij vinden het wenselijk dat het parkeerbeleid integraal door gemeenten kan worden gehandhaafd en er een einde komt aan het verschil tussen de handhaving van het betaald parkeren en het fout parkeren. Bij aanvaarding van het voorgestelde amendement versnippert de handhaving. In 30-km-gebieden zal handhaving van de hierboven genoemde delicten geheel plaats gaan vinden door gemeenten door middel van bestuurlijke boeten. Opsporing van snelheidsovertredingen met een overschrijding van 30 km per uur of meer en door middel van staandehoudingen blijft de verantwoordelijkheid van de politie. Gevolg van deze keuze in het amendement is een ondoorzichtige en ongewenste verantwoordelijkheidsverdeling. Twee handhavingsinstanties, het openbaar ministerie en de gemeenten, zullen los van elkaar bevoegd worden om te handhaven, waarbij de wijze waarop de overtreding wordt geconstateerd doorslaggevend zal zijn voor de te gebruiken bevoegdheid. Bij constatering op staandehouding vindt beboeting plaats via de Muldersystematiek, maar bij constatering door middel van flitsapparatuur krijgt men een bestuurlijke boete van de gemeente. Boven de grens van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften is het OM de handhavende instantie, ongeacht de wijze van constatering. Waar gesproken wordt van de gemeente, gaat het in werkelijkheid om 458 onderscheiden gemeenten. Intensiteit en praktijk van de handhaving zullen kortom gaan verschillen van gemeente tot gemeente. Snelheids- en roodlichtovertredingen betreffen evenwel feiten waarbij sprake is van gevaarzetting. Dat het gaat om overtredingen bij een relatief lage snelheid betekent niet dat er minder gevaar is. Integendeel, in 30-km-gebieden betreft het gebieden waar kinderen vrijuit moeten kunnen spelen. Voor hen kan een geringe snelheidsovertreding in deze gebieden al zeer gevaarlijk zijn. Ook bij het negeren van het rode licht gaat het om overtredingen met een gevaarzettend karakter waarbij mensenlevens in het geding zijn. Handhaving in deze gebieden en in deze gevallen dient derhalve consistent en afdoende te zijn, los van eventuele lokale prioriteiten. Bovendien hangen snelheids- en roodlichtovertredingen vaak samen met strafbare feiten, waarbij strafrechtelijke vervolging wenselijk is. Gegeven de regel dat iemand maar éénmaal mag worden bestraft voor hetzelfde feit, is het ongewenst dat een strafvervolging voor «gevaarlijk rijden» niet mogelijk is, omdat een gemeentelijk toezichthouder voor het onderliggende feit al een bestuurlijke boete heeft opgelegd. Dit gevaar is reëel. Het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren sluit een gemeentelijke boete alleen uit bij blikschade of letsel. Bij handhaving op gezag van het openbaar ministerie bestaat dit gevaar niet, gegeven dat het openbaar ministerie richtlijnen heeft die bepalen wanneer een Wet Mulder-boete wordt opgelegd en wanneer zo n feit als gevaarlijk rijden moet worden vervolgd. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 5

6 De toekenning van de verantwoordelijkheid aan het gemeentebestuur voor de afdoening van de snelheidsovertredingen beneden de 30 km per uur en geconstateerd door middel van flitsapparatuur, zal een ingewikkelde afstemmingsproblematiek meebrengen tussen het gemeentebestuur en het openbaar ministerie. Het openbaar ministerie hanteert namelijk bij de oplegging van de boetes voor snelheidsovertredingen een foutenmarge. Een dergelijke marge kan worden gehanteerd, aangezien alle snelheidsovertredingen binnen de competentie van het openbaar ministerie vallen. Indien de systematiek van het amendement wordt gehanteerd, zal de gemeente de geconstateerde snelheidsovertreding van 30 km en hoger moeten doorzenden aan het openbaar ministerie. De vraag is dan of een foutenmarge kan worden toegepast en zo ja, onder wiens verantwoordelijkheid, aangezien de reikwijdte van deze marge doorslaggevend is voor de bevoegdheid om de overtreding af te doen. Ook zullen zich situaties voordoen waarbij, in de loop van de procedure, al dan niet na toepassing van een correctie, geconstateerd moet worden dat niet het gemeentebestuur bevoegd is, maar het openbaar ministerie, of omgekeerd. Maar ook in gevallen waarin de foutcorrectie niet speelt, rijzen tal van uitvoeringsvragen die in de toelichting op het amendement niet worden beantwoord. Als buiten twijfel is dat een automobilist bijvoorbeeld 35 kilometer per uur te hard heeft gereden of, na door het rode licht te zijn gereden, blikschade heeft veroorzaakt, en dus buiten twijfel is dat de gemeente niet bevoegd is een bestuurlijke boete op te leggen, hoe gaat de zaak dan worden overgedragen aan politie en openbaar ministerie? Wordt dan aangifte gedaan bij de politie? Wordt de door een gemeentelijke flitspaal geconstateerde snelheidsoverschrijding met meer van 35 kilometer per uur aan politie en openbaar ministerie doorgespeeld, en zo ja, hoe gaat zulks praktisch in zijn werk? Is dit hetzelfde als aangifte doen? Bij overheveling van de verantwoordelijkheid voor de handhaving, zoals beoogd in het amendement, zal het huidige niveau van de handhaving niet langer gewaarborgd zijn. Bij invoering van de bestuurlijke boete komt de primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving bij de gemeente te liggen en wordt de rol van de politie beperkt. Aan de handhaving door gemeenten van deze snelheidsvoorschriften zullen behoorlijke investeringen vooraf moeten gaan. Het bestaande landelijke systeem kent belangrijke schaalvoordelen. Deze voordelen zullen vervallen door overdracht aan gemeenten. De handhaving in 30-km-gebieden heeft in 2005 geleid tot bijna bekeuringen voor snelheidsovertredingen. Daarbij komt dat de handhaving in deze gebieden niet alleen plaatsvindt via handhaving door politie en boa s, maar ook door zelfhandhaving, dat wil zeggen: handhaving doordat de weg zo wordt ingericht dat overtreding van de maximumsnelheid niet goed mogelijk is. Het gaat dan om snelheidsremmende maatregelen als drempels, wegversmallingen en plateaus. In het debat op 19 januari jongstleden hebben wij in antwoord op de vragen van het lid Van Haersma Buma al aangegeven dat in de afgelopen jaren de capaciteit van de verkeerspolitie verder is uitgebreid om nog beter tegemoet te komen aan verzoeken van gemeenten tot intensievere controles op plaatsen van gevaar. Klachten over gebrekkige of tekortschietende controle behoren dan ook vrijwel tot het verleden en kunnen snel ondervangen worden indien zij zijn gefundeerd. Daarom gaat het bij de voorgestelde amendementen niet meer om een intensivering van de handhaving waaraan behoefte bestaat, maar om een vervanging van de handhaving die nu al verzekerd is door handhaving door de verkeerspolitie. De enige reden daarvoor kan gelegen zijn in de verwachte inkomsten van de handhaving. Dat wordt versterkt door de beperking dat alleen de Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 6

7 snelheidsovertredingen in aanmerking worden genomen die op geautomatiseerde wijze worden geconstateerd. Naar aanleiding van het vorenstaande wijzen wij op de motie onder nummer 11 van het lid Van Haersma Buma. Een verdere uitwerking overeenkomstig die lijnen komt tegemoet aan de hierboven genoemde doelstellingen, terwijl tevens de opzet van het wetsvoorstel intact blijft. In tegenstelling tot wat de indieners van de amendementen veronderstellen is er geen sprake van een handhavingstekort. Integendeel: er is de laatste tijd met de handhavingsteams veel extra inzet gerealiseerd en er komt in de regio s naast die teams nog extra capaciteit beschikbaar. Er zijn zelfs gemeenten die aangeven geen behoefte te hebben aan nog meer handhavingscapaciteit. Wel zullen gemeenten moeten doorgaan met het verder inrichten van 30-km-gebieden. In veel gemeenten gebeurt dat al, uitgebreid, of sober, maar in alle gevallen is er sprake van infrastructurele maatregelen. Er is, zo is in eerste termijn al aangegeven, zo n km aan 30-km-gebied ingericht. Wat betreft het argument van meer invloed op de inzet van de handhaving zijn wij van mening dat langs de hiervoor geschetste lijnen en via het driehoeksoverleg de gemeenten wel degelijk invloed op de handhavingsinzet kunnen uitoefenen. Bovendien biedt het wetsvoorstel OM-afdoening de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur gemeenten de bevoegdheid te geven voor nader te bepalen feiten een bestuurlijke strafbeschikking uit te vaardigen. Bij de discussie over de invulling van deze amvb zullen deze feiten betrokken worden. En wat de financiën betreft: de brief over de PV-vergoeding biedt al de mogelijkheid van een tegemoetkoming in de kosten, terwijl ook in het wetsvoorstel OM-afdoening hiervoor een voorziening is opgenomen. Handhaving overlast in de openbare ruimte (amendement , nr. 15) Het amendement van de leden Wolfsen, Luchtenveld en Eerdmans strekt ertoe om het mogelijk te maken dat alle overtredingen die door de gemeente strafbaar zijn of worden gesteld in gemeentelijke verordeningen, door de gemeente zelf kunnen worden gehandhaafd door middel van een bestuurlijke boete. Deze leden motiveren dit met het argument dat het voor iedereen veel overzichtelijker is als een gemeente die een verordening wil handhaven zelf ook alles kan doen. Ook dit amendement verandert het karakter van het wetsvoorstel fundamenteel. Strekking van het ingediende wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte is om de handhaving in de openbare ruimte te versterken door gemeenten de mogelijkheid te geven om op te treden tegen overlast in de openbare ruimte waar voor handhaving door de politie onvoldoende capaciteit is. Bij aanvaarding van het amendement gaat het evenwel niet langer om uitbreiding van de handhaving, maar om het vervangen van een deel van de bestaande handhaving (door politie) door gemeenteambtenaren. Wij zijn het eens met het standpunt van de indieners van het amendement dat een zo groot mogelijke versterking van de handhavingcapaciteit moet worden bewerkstelligd. Invoering van het wetsvoorstel maakt in de praktijk de handhaving in alle gevallen gecompliceerder. In het wetsvoorstel is getracht de gevolgen daarvan zo beperkt mogelijk te houden. Bij aanvaarding van het onderhavige amendement in deze vorm is dat niet langer mogelijk. In het amendement wordt geen duidelijke keuze gemaakt welk deel van de handhaving voor rekening van de gemeente moet komen en welk deel voor rekening van de politie moet blijven. Enerzijds wordt aangegeven, dat als een gemeente kiest voor de bestuurlijke boete dit geldt voor alle overtredingen als bedoeld in de nieuw voorgestelde onder- Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 7

8 delen a tot en met c van het eerste lid van artikel 154b van de Gemeentewet. Anderzijds wordt in de toelichting aangegeven dat vuurwerkdelicten strafrechtelijk kunnen blijven worden afgedaan, omdat dan HALTafdoening mogelijk is. Ook als er sprake is van gevaarzetting of (risico op) escalatie, maar ook als er sprake is van feiten die een rol spelen bij de aanpak van veelplegers, grotere overlastkwesties of zaken die dicht tegen de zwaardere criminaliteit aanzitten, blijft de politie de eerstaangewezen handhavingsinstantie. Gesteld wordt dat in de driehoek afspraken moeten worden gemaakt over de taakverdeling en inzet van politie, boa s en toezichthouders. Deze formulering is echter slechts in de toelichting bij het amendement opgenomen en hierdoor ontstaat grote onduidelijkheid over de vraag wat uiteindelijk door de politie moet worden gehandhaafd. Dat zal ook teveel per gemeente gaan verschillen en er zal een grotere samenloop ontstaan van het strafrecht en bestuursrecht. In het regeringsvoorstel is onmiddellijk duidelijk wat er bestuurlijk wordt beboet, zodra de gemeente voor dit systeem kiest, door aanwijzing in een algemene maatregel van bestuur van de bestuurlijk beboetbare feiten. Bij aanvaarding van dit amendement zullen de politie en het openbaar ministerie echter te maken krijgen met een situatie waarbij per gemeente verschilt wat de rol van politie is en waar politie en justitie de eerstaangewezen handhavingsinstanties zijn en waar de gemeentelijk toezichthouders dat zijn. Verder impliceert het amendement dat ook APV-overtredingen die gepaard (kunnen) gaan met geweld en of onderdeel zijn van de ordehandhavingsbevoegdheden van de politie (zoals ordeverstoring, samenscholing, hinderlijk drankgebruik, maar ook de begeleiding van betogingen en demonstraties) bestuurlijk kunnen worden gehandhaafd. Voor deze overtredingen, maar bijvoorbeeld ook voor andere overtredingen die dicht tegen ernstiger strafbare feiten aanliggen, zoals het meevoeren van inbrekerswerktuigen of steekwapens acht de regering het onwenselijk dat de handhaving hiervan zou geschieden door gemeenteambtenaren. Er mag in geen enkele gemeente en voor geen enkele burger onduidelijkheid bestaan dat de politie de instantie is die tegen dergelijke feiten optreedt. Handhaving van de openbare veiligheid mag geen onderwerp zijn dat afhankelijk is van lokale bestuurlijke prioriteiten, nog afgezien van het feit dat de betrokken gemeenteambtenaren geen dwang- en geweldmiddelen zullen kunnen gebruiken. Zou men die voor dit soort gevallen invoeren, dan schept men in wezen een nieuw soort gemeentepolitie, hetgeen de regering een onwenselijke ontwikkeling zou vinden. In de huidige situatie is inzet van dwang- en geweldmiddelen wel mogelijk, aangezien de beboeting strafrechtelijk plaatsvindt door de politie of door buitengewoon opsporingsambtenaren, die onder toezicht werken van de politie en het openbaar ministerie. De regering erkent echter de sterke wens van de kamer, de VNG en de G4 om gemeenten een breder instrument met een grotere reikwijdte in handen te geven waarmee zij ergernissen en kleine overlast zelf kunnen aanpakken. De regering heeft daarom naar aanleiding van de amendementen bezien hoe aan deze wens tegemoet gekomen kan worden. Duidelijk willen wij stellen dat een aantal feiten uit de APV, onder meer omdat deze met geweld gepaard kunnen gaan, zonder meer de openbare ordehandhaving betreffen dan wel zwaardere strafrechtelijke feiten behelzen, naar onze mening niet bestuurlijk beboet moeten kunnen worden. Voor deze feiten stelt de regering voor om deze uit te zonderen van de bestuurlijke boetebevoegdheid. Dit betekent dat in de AMvB (behorende bij artikel 154b van het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte) een zogenoemde negatieve lijst wordt opgenomen. Dat wil zeggen een lijst waarin is opgenomen welke feiten niet bestuurlijk beboet mogen worden. Dit betekent ook, dat indien de gemeenteraad voor de bestuurlijke boete kiest, alle overige gedragingen die kunnen leiden tot Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 8

9 overlast in de openbare ruimte en die krachtens artikel 154 Sr. strafbaar zijn gesteld, bestuurlijk worden beboet. Ten einde de inzichtelijkheid van de bestuurlijk beboetbare feiten per gemeente te waarborgen, betekent een keuze voor de bestuurlijke boete dus een keuze voor het gehele pakket aan bestuurlijk beboetbare feiten. Mogelijkerwijs zal hierdoor een groter deel van de APV onder de bestuurlijke boete kunnen vallen, maar blijft ten aanzien van bepaalde feiten uitsluitend de strafrechtelijke handhaving door de politie en boa s overal gewaarborgd. Dit waarborgt landelijke uniformiteit en daarmee duidelijkheid voor iedere burger. Bovendien stemt dit overeen met de lijn die is uitgezet in de brief van de Minister van Justitie over de indicatoren bij de keuze voor sanctiesystemen (29 849, nr. 30). Ook hecht de regering er aan dat duidelijk wordt bepaald dat afstemming over de inzet en werkwijze, waaronder het delen van informatie, met de politie plaatsvindt. De politie is eerstverantwoordelijk voor het toezicht in het publieke domein en moet hierin een operationele regierol blijven vervullen. Er zullen daarom over deze punten duidelijk afspraken gemaakt moeten worden in de lokale driehoek. Het kan naar onze mening niet zo zijn dat teams van toezichthouders op het brede terrein van de APV handhaving verrichten, zonder dat dit is afgestemd met de politie. De politie heeft immers als taak onder gezag van de burgemeester zorg te dragen voor de handhaving van de openbare orde. Veel APV-feiten, los van de feiten die om bovengenoemde redenen uitgezonderd zouden moeten worden van het instrument van bestuurlijke boete, raken immers de handhaving van de openbare orde. Het zou niet aanvaardbaar zijn als de politie niet meer tegen deze feiten zou kunnen optreden. De strafrechtelijke bevoegdheid van de politie blijft in stand in situaties van escalatie en in situaties waarin het gezag van de politie in het geding is. Slechts als het onderhavige amendement wordt aangepast en voldoet aan de twee stringente voorwaarden als in deze brief genoemd (een negatieve lijst in de AMvB en de politie moet alle bepalingen van de APV kunnen blijven handhaven bij escalatie en indien het gezag van de politie in het geding is) kan de regering instemmen met een amendement over dit onderwerp. Motie van Van Haersma Buma en Van der Staaij over de rol van de politie (30 101, nr. 10) In deze motie wordt uitgesproken dat gemeenten onmogelijk effectief 24 uur per dag kunnen handhaven, dat de politie aanwezig moet blijven in de openbare ruimte en dat gemeenten te allen tijde een beroep moeten kunnen doen op de politie. Voor zover de strekking van deze motie is dat de politie de handhaving van deze feiten op zich moet nemen op die momenten dat de gemeente hiervoor geen capaciteit beschikbaar heeft en het dan overlaat aan de politie, acht de regering dit niet wenselijk. In de visie van de regering gaat het er bij de bestuurlijke boete om dat de verantwoordelijkheid voor de handhaving van de feiten, die bij algemene maatregel van bestuur zullen worden aangewezen, overgedragen wordt aan de gemeenten. Dit betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor de keuze op welk tijdstip en op welke locatie er gehandhaafd zou moeten worden. Bedoeld is niet dat de gemeente verplicht is daadwerkelijk 24 uur per dag te handhaven, dat doet voor genoemde feiten de politie thans ook niet. De politie blijft verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid en de politie zal daarom kunnen worden opgeroepen indien er problemen ontstaat of dreigen te ontstaan. Verder wijzen wij op de keuzemogelijkheid voor de gemeenteraad, die is opgenomen in het wetsvoorstel. Indien de mogelijkheden voor een gemeente om de betreffende feiten bestuurlijk te handhaven ontoereikend zijn, kan deze gemeente ervoor kiezen het bestaande systeem van handhaving door de politie en door boa s, aangesteld door de gemeenten, in stand te laten. Aangaande de rol van de Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 22 9

10 politie verwijzen wij naar hetgeen wij in reactie op het amendement (amendement , nr. 15), over de reikwijdte van het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte hebben aangegeven. Inbouwen keuzemogelijkheid in wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren (30 098, nr. 13) Dit amendement van het lid Van Haersma Buma strekt ertoe om, overeenkomstig het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte, de gemeenten de keuzemogelijkheid te geven of zij de mogelijkheid willen hebben om terzake van de in aanmerking komende delicten een bestuurlijke boete op te leggen. Bij de indiening van het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren is destijds bewust gekozen om de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen voor het fout parkeren voor de gemeenten niet optioneel te maken. Allereerst wordt op deze wijze de parkeerhandhaving bij de gemeenten eenvoudiger, overzichtelijker en doelmatiger doordat één en dezelfde toezichthouder bevoegd zal zijn om zowel het gefiscaliseerde parkeren (parkeren zonder te betalen, waar dat wel moet; dit doen gemeenten al) als het fout parkeren (parkeren, daar waar dat verboden is) te handhaven. Invoering van een keuzemogelijkheid zou dit voordeel te niet doen. Verder wordt op deze wijze de integraliteit van de verantwoordelijkheid van het bestuur voor het parkeerbeleid bevorderd. Het prikkelt de wegbeheerder zich af te vragen of zijn parkeerbeleid realistisch is en zal mogelijk leiden tot bijstellen van ambities, een andere instrumentkeuze om de doelen te bereiken of intensivering van het toezicht. Het uiteindelijke resultaat is een hoger niveau van handhaving op het terrein van stilstaan en parkeren, omdat het lokale bestuur hier veel aandacht aan besteedt en zelf de handhavingsinzet kan bepalen en kan inzetten op plaatsen waar het echt nodig is. Dit kan weer leiden tot het terugdringen van de onwenselijke en verkeersonveilige gedoogsituaties zoals deze thans vaak voorkomen. Daarnaast wordt op deze wijze de handhaving eenvoudiger en doelmatiger: de doelmatigheidswinst kan fors zijn, vooral in de stedelijke gebieden waar thans reeds fiscaal parkeren is ingevoerd. Ook kan doelmatigheidswinst worden geboekt omdat voor deze vorm van handhaving niet alle vaardigheden nodig zijn waarover politiefunctionarissen moeten beschikken. Ten slotte wijzen wij erop dat aanvaarding van het amendement tot gevolg zal hebben dat geen betrouwbaar inzicht meer kan worden geboden in de effecten en de financiële gevolgen van het wetsvoorstel. Uniforme rechtsbescherming Teneinde te komen tot een eenvoudiger regeling voor de rechtsbescherming hebben de leden Wolfsen, Luchtenveld en Eerdmans een aantal amendementen ingediend, dat ziet op het schrappen van de bezwaarschriftprocedure, het invoeren van zekerheidstelling in plaats van griffierechten, het bevoegd maken van de kantonrechter in plaats van de bestuursrechter en het bestuurlijk beboetbaar maken van de identificatieplicht, zodat de overtreder niet twee verschillende rechtsgangen hoeft te doorlopen. Schrappen bezwaarschriftprocedure (amendementen , nr. 19 en , nr. 16) Als toelichting op de wens tot het schrappen van de bezwaarschriftprocedure geven de genoemde leden aan dat gemeenten niet op deze procedure zitten te wachten en het voor de burger weinig toevoegt. Als iemand het niet eens is met de «bekeuring» kan hij meteen naar de Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

11 rechter. De overtreder kan in de tussentijd een informeel verzoek doen bij de gemeente tot intrekking van de boete. Als de gemeente de boete bij nader inzien dan toch niet wil handhaven, kan die worden ingetrokken. Bezwaar wordt dan feitelijk indirect en informeel, aldus deze leden. In het algemeen merken wij in reactie op dit amendement op dat men niet kan kiezen voor bestuurlijke handhaving en vervolgens voor de rechtsbescherming kan kiezen voor een geheel andere aanpak. Blazen en het meel in de mond houden kan niet. Dan eindigt men nog weer met een nieuwe procedure naast de OM-afdoening en naast de bestaande procedures van rechtsbescherming in geval van bestuurlijke beslissing. De bezwaarschriftprocedure biedt de gemeente een mogelijkheid om fouten te herstellen. Daarnaast wordt ook de verantwoordelijkheid van een gemeente aangescherpt om goede procedures te ontwikkelen en dit voorkomt onnodige procedures elders. Dergelijke fouten zijn niet ondenkbaar, zeker bij de aanvang van de uitoefening van de nieuwe bevoegdheid. Dergelijke fouten kunnen dan worden hersteld, voordat de zaak bij de rechter ligt. Door het uitsluiten van de bezwaarschriftprocedure zullen deze fouten door de rechter moeten worden hersteld, hetgeen zal leiden tot meer werklast voor de rechter. Verder is in de Algemene wet bestuursrecht sinds 1 september 2004 een regeling opgenomen, die het mogelijk maakt om de bezwaarschriftprocedure over te slaan, als beide partijen (bestuur en burger) dat willen. Bij de boetes waar het hier om gaat, kan de gemeente er voor kiezen om in beleidsregels vast te leggen dat verzoeken om rechtstreeks beroep bij dergelijke boetes in beginsel zal worden gehonoreerd. Als de bezwaarde dat ook wil, is rechtstreeks beroep mogelijk. Op deze manier wordt de keuze als het ware bij de partijen zelf gelegd, hetgeen te verkiezen is boven het bij voorbaat uitsluiten van de bezwaarschriftprocedure. De genoemde leden pleiten voor een informele bezwaarprocedure, door de verwijzing naar de mogelijkheid om een verzoek te doen tot intrekking van het besluit. Ondertussen zal de betrokkene beroep moeten instellen bij de rechter. Zo ontstaat er voor alle partijen een onduidelijke situatie: het bestuursorgaan beoordeelt het verzoek tot intrekking van de boete en de rechter heeft het beroepschrift ontvangen en heeft de behandeling van het beroep in gang gezet. Op dit moment kennen wij in de Wet Mulder het zogenoemde administratief beroep bij de officier van justitie. Het administratief beroep is een variant op de bezwaarschriftprocedure. Het administratief beroep zorgt ervoor dat veel onnodige beroepen bij de rechter worden voorkomen. Waar dat al nuttig is bij een centrale dienst als het OM, is dat a fortiori het geval indien boetes opgelegd gaan worden door honderden verschillende gemeenten. Neem nu, bij wijze van voorbeeld, de afhandeling van met een flitspaal geconstateerde verkeersovertredingen. Indien deze ingevolge amendement nummer 17 bij het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren onder het bereik van de gemeentelijke bestuurlijke boete zouden worden gebracht, dan zouden de technische fouten die daarbij nu eenmaal niet steeds te vermijden zijn de flitspaal staat verkeerd afgesteld, ziet de verkeerde auto, constateert de verkeerde snelheid of detecteert ten onrechte dat het verkeerslicht op rood stond niet meer in een bezwaarfase kunnen worden hersteld, met als gevolg dat de rechter al deze evidente fouten op zitting krijgt, waarmee niet alleen kostbare zittingstijd verloren gaat, maar de rechter ook nog eens nodeloos een dossier heeft voorbereid. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

12 In het licht van het voorgaande menen wij dat het amendement niet zou bijdragen aan de eenvoud van de afdoening. Het tegendeel zou veeleer worden bewerkstelligd. Bevoegdheid kantonrechter (amendement , nr. 14) Om de rechtszekerheid te bevorderen willen de leden Wolfsen, Luchtenveld en Eerdmans de kantonrechter de bevoegdheid toebedelen om de boetebeschikking te beoordelen. De motivering hiervoor is dat de kantonrechter ook nu al bevoegd is voor deze overtredingen. De kantonrechter zou dan op deze manier meteen voor de rechtseenheid kunnen zorgen. Dus maakt het voor de burger voor het vervolg geen verschil of nu de gemeente wel of niet bestuurlijk handhaaft. Hij blijft «gewoon» terecht kunnen bij de kantonrechter, aldus deze leden. Verder wijzen zij er op dat de veelvuldig in de APV en in deze wetsvoorstellen voorkomende strafrechtelijke begrippen dan eenduidig worden uitgelegd door een en dezelfde rechter. Indien de kantonrechter bestuursbesluiten beoordeelt, zoals een bestuurlijke boete, treedt hij op als administratieve rechter. Met de overdracht van de handhaving naar de decentrale overheid als vormgegeven in de thans voorliggende bestuurlijke boete-wetsvoorstellen, wordt gekozen voor een bestuursrechtelijk systeem. Voor bijna alle besluiten van de gemeente kan de burger terecht bij de bestuursrechter. Er wordt slechts van dit systeem afgeweken, als daar bijzondere redenen voor zijn. Tot nu toe is dat uitsluitend in het verkeersrecht het geval geweest. Bij de bestuurlijke boete fout parkeren zijn deze redenen gelegen in het efficiënt gebruik van de bestaande kennis die bij de kantonrechters aanwezig is. Indien de kantonrechter ook bevoegd zou worden gemaakt om als administratieve rechter APV-overtredingen te beoordelen, krijgt deze rechter te maken met een nieuwe categorie van besluiten, waarbij hij op een nieuw terrein als administratieve rechter zal moeten optreden. In het regeringsvoorstel is voor de bestuurlijke boete bij APV-overtredingen aangesloten bij de bestuursrechter, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de bestaande kennis van de beoordeling van bestuursbesluiten. Bij de totstandkoming van de Wet Mulder is ervoor gekozen om de kantonrechter bevoegd te maken, aangezien deze reeds bevoegd was om als strafrechter op te treden voor de verkeersovertredingen die onder het regime van de Wet Mulder zijn gebracht. Verder bestond destijds nog niet de mogelijkheid om de bestuursrechter bij de rechtbank bevoegd te maken, aangezien de bestuursrechter pas bij de invoering van de Algemene wet bestuursrecht bij de rechtbank is ondergebracht. Het alsnog bevoegd maken van de bestuursrechter in de Wet Mulder ligt minder voor de hand, in het licht van de voorgenomen integratie van deze wet in de OM-afdoening. Zekerheidsstelling (amendementen , nr. 15 en , nr. 12) De leden Wolfsen, Luchtenveld en Eerdmans zijn van mening dat het heffen van griffierechten voor het kunnen betwisten van een boete, teveel van het goede is. Zij menen dat de boete meteen ook moet worden betaald. Deze leden pleiten ervoor aansluiting te zoeken bij het Muldersysteem, aangezien het gaat om hetzelfde type bedragen. Daar moet zekerheid worden gesteld in de vorm van het vooruit betalen van de boete. Deze leden vinden dat eerlijker, want het mag niet van de gemeente afhangen of er nu wel of niet griffierecht moet worden betaald om te kunnen klagen bij een rechter over een boete. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

13 Teneinde onnodige beroepen te voorkomen, worden er in de praktijk van het bestuursrecht twee methodes toegepast, te weten: het systeem van zekerheidsstelling, waarbij de gestelde zekerheid wordt verrekend met de uiteindelijk door de rechter opgelegde boete (anders is er immers geen sprake van zekerheidsstelling) dan wel een systeem van griffierechten. De systematiek van de griffierechten biedt het voordeel dat wordt aangesloten bij de algemene regeling die geldt voor gemeentelijke besluiten die vatbaar zijn voor bezwaar en beroep. Ook bij andere besluiten van gemeenten is voorzien in het systeem van griffierechten. Het feit dat de systematiek van de zekerheidstelling bij de uitvoering van de Wet Mulder goed functioneert, komt doordat er slechts een tweetal justitiële organen bij betrokken is, te weten: de officier van justitie en het Centraal Justitieel Incassobureau. Indien de systematiek van de zekerheidsstelling zou worden geïntroduceerd bij beroepen tegen bestuurlijke boetes opgelegd door gemeenten, krijgen de rechtbanken te maken met een groot aantal gemeenten die elk een eigen inningsapparaat hebben. Het systeem van zekerheidsstelling gecombineerd met de verrekening leidt naar ons oordeel tot extra handelingen die kunnen leiden tot vertraging en mogelijk fouten in de procedure. De zekerheidsstelling moet worden gestort op de rekening van de rechtbank. Die weet dus meteen of het beroep in behandeling kan worden genomen, maar het nadeel van deze optie is dat het geld daarna weer moet worden overgeboekt naar de gemeente als de boete door de rechter wordt opgelegd of naar betrokkene als deze in het gelijk is gesteld. Dit vergt weer extra communicatie en administratieve handelingen. Om nodeloos berichtenverkeer tussen gemeenten en rechtbanken te voorkomen en de kans op fouten en misslagen zo klein mogelijk te houden, is derhalve gekozen voor het systeem van griffierechten. Het griffierecht dient ertoe een zekere drempel op te werpen tegen het instellen van beroep, zodat een zorgvuldiger afweging plaatsvindt van enerzijds de zin van het instellen van beroep tegenover anderzijds de aan een rechterlijke procedure verbonden inspanningen. Dat doel is legitiem. Juist met het oog op de evenredigheid tussen dit doel en de beperking in het onderhavige geval, heeft de regering gekozen voor het lage tarief van griffierecht. Bovendien is van belang dat het griffierecht wordt gerestitueerd indien de belanghebbende in het gelijk wordt gesteld, terwijl in bijzondere gevallen de rechter het griffierecht kan matigen indien de toegang tot de rechter ondanks het voorgaande in het gedrang komt. Identificatieplicht (amendement , nr. 15 en , nr. 17) Strekking van deze amendementen van de leden Wolfsen, Luchtenveld en Eerdmans is dat het niet kunnen tonen van een identiteitsbewijs met een bestuurlijke boete kan worden afgedaan indien dit feit wordt begaan in samenhang met een overtreding van een APV-feit respectievelijk een verkeersovertreding die door middel van een bestuurlijke boete wordt afgedaan. De indieners beogen daarmee dat een overtreding van de identificatieplicht door dezelfde rechter wordt behandeld als de rechter die het beroep tegen de andere bestuurlijk beboetbare overtreding behandelt. Deze leden willen dat ook voor de identificatieplicht een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, omdat de burger anders bij verschillende rechters terecht komt, namelijk voor de «hoofdovertreding» bij de bestuursrechter en voor het niet voldoen aan de identificatieplicht bij de strafrechter. In beide gevallen wordt slechts één mogelijke situatie van samenloop geregeld, namelijk de samenloop van de bestuurlijke boete voor een Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

14 APV-overtreding, respectievelijk een verkeersovertreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, met het strafbare feit van het niet tonen van een identiteitsbewijs. Voor de situatie waarin een overtreder bestuurlijk wordt beboet en zich weigert te identificeren en tevens een ander strafbaar feit pleegt, bieden deze amendementen geen oplossing. Hierbij kan het voorbeeld worden genoemd van de wildplasser die de bestuurlijke beboeter beledigt en/of slaat en daarna weigert zich te identificeren. In dat geval pleegt hij ook nog eens drie misdrijven (belediging, mishandeling en wederspannigheid) die in een andere rechterlijke kolom worden afgehandeld dan de bestuurlijke boete. Als het niet voldoen aan de identificatieplicht bestuurlijk beboetbaar wordt gemaakt, wordt een oplossing gekozen die slechts relevant is voor de toepassing van de bestuurlijke boete-wetsvoorstellen. De identificatieplicht geldt echter veel breder. Deze wordt ook toegepast bij overtredingen die in het strafrecht blijven. In dat geval ontstaat de omgekeerde situatie: de boa legt een strafrechtelijke boete op voor de overtreding doch het niet voldoen aan de identificatieplicht moet bestuursrechtelijk worden beboet, waarna beide feiten in verschillende kolommen worden afgedaan. Een oplossing hiervoor is gezocht in een connexiteitseis. Dit zal meebrengen dat een overtreding van de Wet op de identificatieplicht langs twee kolommen, een bestuursrechtelijke en een strafrechtelijke, wordt afgedaan. Verder wijzen wij op het bijbehorende pakket aan opsporingsbevoegdheden, indien de identificatieplicht als strafbare overtreding aangemerkt blijft. Aan de constatering dat een burger niet bereid of in staat is een geldig identiteitsbewijs te tonen, kunnen verschillende strafvorderlijke gevolgen worden verbonden. Dat is vooral van belang omdat de toezichthouder ter plaatse niet beschikt over middelen om te verifiëren of hij het boetebesluit uitreikt aan de juiste persoon. Hij is immers voor de NAW (Naam Adres Woonplaats)-gegevens geheel afhankelijk van wat de burger hem meedeelt. Het ontbreekt de toezichthouders eveneens aan de fouilleringsbevoegdheid ex artikel 55b Sv. Ten slotte ontbreekt eveneens de bevoegdheid om bij twijfel over de juistheid van de opgegeven gegevens de verdachte aan te houden en maximaal zes uur lang op te houden op het politiebureau voor onderzoek naar diens identiteit (artikel 61, eerste lid Sv.). Evenmin kan de betrokkene worden onderworpen aan de maatregelen ter identificatie bedoeld in artikel 61a Sv. Stel dat een bestuurlijk toezichthouder, tevens boa, een persoon voor bijvoorbeeld wildplassen wil beboeten, terwijl deze persoon geen identiteitsbewijs bij zich draagt. De toezichthouder moet er praktisch gesproken wel voor kiezen de identiteit van betrokkene op het politiebureau vast te doen stellen in geval het risico bestaat dat deze persoon een valse naam opgeeft. De overtreding van de Wet op de identificatieplicht moet dan, omdat strafvorderlijke dwangmiddelen zijn aangewend, strafrechtelijk worden afgehandeld. Wat gebeurt er nu met het wildplassen? Als alsnog een bestuurlijke boete zou worden opgelegd, zouden de feiten alsnog in twee kolommen worden afgehandeld. Zouden beide feiten daarentegen strafrechtelijk worden afgehandeld, dan zou het amendement bij twijfel aan de mondeling opgegeven identiteit praktisch gesproken geen meerwaarde hebben ten opzichte van de wetsvoorstellen zoals die thans zijn vormgegeven. Evaluatie (amendementen , nrs. 18 en 20, en , nr. 8) De door de leden Luchtenveld, Van Haersma Buma, Wolfsen, Eerdmans, Slob en Van der Staaij ingediende amendementen met betrekking tot de evaluatiebepalingen in de wetsvoorstellen bestuurlijke boete fout Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning Den Haag, 21 maart 2007 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissies voor - Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat - Justitie

Nadere informatie

Ten aanzien van de specifieke vragen merken wij het volgende op.

Ten aanzien van de specifieke vragen merken wij het volgende op. Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften betreffende het laten stilstaan en parkeren van voertuigen, en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 398 Maatregelen verkeersveiligheid Nr. 342 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Met dit memo beogen wij een beeld te geven van de recente ontwikkelingen en de gevolgen van een keuze voor één van de instrumenten.

Met dit memo beogen wij een beeld te geven van de recente ontwikkelingen en de gevolgen van een keuze voor één van de instrumenten. Directie Grondgebied Openbare Ruimte Aan BTHV Datum - Opgesteld door, telefoonnummer Jan Abelen, Twan van Meijel Onderwerp Bestuurlijke strafbeschikking / Bestuurlijke boete Aanleiding Op 5 februari 2009

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Raadsstuk. 027/2009 18 februari 2009 VVH/VHR 2008/209640. Bestuurlijke Strafbeschikking of Bestuurlijke Boete? GEWIJZIGD EXEMPLAAR

Raadsstuk. 027/2009 18 februari 2009 VVH/VHR 2008/209640. Bestuurlijke Strafbeschikking of Bestuurlijke Boete? GEWIJZIGD EXEMPLAAR Raadsstuk Raadsstuk B&W datum Sector/Afd Reg.nr(s) Onderwerp 027/2009 18 februari 2009 VVH/VHR 2008/209640 Bestuurlijke Strafbeschikking of Bestuurlijke Boete? GEWIJZIGD EXEMPLAAR Aan de Raad der gemeente

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Bestuurlijke Strafbeschikking óf Bestuurlijke Boete? Portefeuille mr. B. B. Schneiders Auteur Dhr. J.A.M. Lubbers Telefoon 5113815 E-mail: jlubbers@haarlem.nl VVH/VHR

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 44 Wet van 20 december 2007, houdende wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van

Nadere informatie

Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen

Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen Bijlage Bijlage Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen 1. Inleiding Als gevolg van de invoering van nieuwe wetgeving wordt aan de decentrale overheden, waaronder de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 122 Uitbreiding van de bestuurlijke handhavingsinstrumenten in de wetgeving op het gebied van de volksgezondheid I BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

Onderwerp Invoering bestuurlijke strafbeschikking overlast openbare ruimte

Onderwerp Invoering bestuurlijke strafbeschikking overlast openbare ruimte Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Invoering bestuurlijke strafbeschikking overlast openbare ruimte Programma / Programmanummer Veiligheid / 1012 BW-nummer Portefeuillehouder Th. de Graaf Samenvatting

Nadere informatie

De visie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De visie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Presentatie Werner van Damme (ter vervanging van Gert-Jan Bos) voor SBOstudiedag Bestuurlijke boete of bestuurlijke strafbeschikking (27 september, Dorint Sofitel Eindhoven) De visie van het Ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Wy stelle jo foar te besluten om: te kiezen voor de bestuurlijke strafbeschikking als nieuw handhavingsinstrument voor de gemeente Achtkarspelen.

Wy stelle jo foar te besluten om: te kiezen voor de bestuurlijke strafbeschikking als nieuw handhavingsinstrument voor de gemeente Achtkarspelen. Riedsútstel Ried : 3 oktober 2013 Status : Opiniërend/Besluitvormend Eardere behandeling : Informerend d.d. 19 september 2013 Agindapunt : 11 Portefúljehâlder : G. Gerbrandy Amtner : mw. H. Bouma Taheakke

Nadere informatie

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG Doel van de beleidsregel preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag. Met deze preventieve dwangsom wordt getracht het gedrag van overlastgevende personen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-generaal Veiligheid Programma Bestuurlijke Aanpak Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Zaaknummer: HHVYT01. Bestuurlijke boete en bestuurlijke strafbeschikking. Collegevoorstel

Zaaknummer: HHVYT01. Bestuurlijke boete en bestuurlijke strafbeschikking. Collegevoorstel Collegevoorstel Inleiding Kleine ergernissen in het publieke domein, zoals overlast door loslopende honden, het verkeerd aanbieden van huisvuil, hinderlijk geplaatste uitstallingen en dergelijke zijn in

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 816 Regels inzake een regulerende heffing op het gebruik van wegen in de Randstad tijdens spitsuren (Wet op het rekeningrijden) Nr. 8 NOTA VAN

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen;

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen; Victoriabeleid Alkmaar De burgemeester van Alkmaar Overwegende: dat overlast vanuit en rond woningen en lokalen een zeer ernstige inbreuk vormt op de leefbaarheid van een wijk en op de veiligheidsgevoelens

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor 1. Inleiding De Wet lokaal spoor (Wls) treedt in werking op 1 december 20015. Deze wet beoogt de wetgeving inzake de lokale spoorwegen te moderniseren en zorgt ervoor

Nadere informatie

Nota van B&VV. De twee nieuwe wetten

Nota van B&VV. De twee nieuwe wetten Nota van B&VV Onderwerp Implementatie Wet afdoening Openbaar Ministerie Portefeuillehouder drs. Th.L.N. Weterings Collegevergadering 23 november 201 0 Inlichtingen mr. J. Kamphuis (023 567 6935) Registratienummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Beleidsregel Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet MBVEO)

Beleidsregel Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet MBVEO) / Bijlage 3.2 Beleidsregel Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet MBVEO) 7 juni 2012 Inhoudsopgave Artikel 1 Bevoegdheden op grond van artikel 172a Gemeentewet 2 Artikel

Nadere informatie

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende

Nadere informatie

TOEZICHT BELEID EN REGELS MET BETREKKING TOT HONDEN

TOEZICHT BELEID EN REGELS MET BETREKKING TOT HONDEN TOEZICHT BELEID EN REGELS MET BETREKKING TOT HONDEN Inleiding In het laatste kwartaal van 2005 is gestart met een evaluatie van het hondenbeleid, zoals dit is vastgesteld op 5 februari 2004. Het resultaat

Nadere informatie

Bos, Henny/Edwin Loermans/J. Vedder paraaf chef: kopie aan: Bestuurlijke boete of strafbeschikking in Hilversum

Bos, Henny/Edwin Loermans/J. Vedder paraaf chef: kopie aan: Bestuurlijke boete of strafbeschikking in Hilversum NOTA dienst: Dienst Bestuur datum: 14 april 2009 registratienummer: 0901617 afdelingsnaam: DB/ABZ/AKZ steller: Bos, Henny/Edwin Loermans/J. Vedder paraaf chef: kopie aan: onderwerp: Bestuurlijke boete

Nadere informatie

Regeling OM-afdoening

Regeling OM-afdoening JU Regeling OM-afdoening Regeling van de Minister van Justitie van 16 januari 2008, nr. 5525695/08, tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met de invoering van de Wet OM-afdoening

Nadere informatie

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken. Raad VOORBLAD Onderwerp Bestuurlijke boete of strafbeschikking Agendering Commissie Bestuurlijk Domein Gemeenteraad Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch Domein

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 889 Wijziging van de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens ter implementatie van Europese regelgeving over de

Nadere informatie

Datum 5 juli 2012 Onderwerp Evaluatierapport bestuurlijke strafbeschikking overlast en bestuurlijke boete overlast

Datum 5 juli 2012 Onderwerp Evaluatierapport bestuurlijke strafbeschikking overlast en bestuurlijke boete overlast 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV)

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) A In artikel 1:6, onderdeel d, wordt na gemaakt binnen ingevoegd: of gedurende. De volledige tekst van de bepaling

Nadere informatie

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met: 1. Middelen In Nederland bestaat de algemene beginselplicht tot handhaving. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan

Nadere informatie

Position paper Bestuurlijke boete overlast in openbare ruimte en lichte verkeersovertredingen (domein 1 Openbare ruimte)

Position paper Bestuurlijke boete overlast in openbare ruimte en lichte verkeersovertredingen (domein 1 Openbare ruimte) Position paper Bestuurlijke boete overlast in openbare ruimte en lichte verkeersovertredingen (domein 1 Openbare ruimte) Inleiding De burger wil een veilige en leefbare woonomgeving. De gemeenten hebben

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 Aan de minister van Justitie dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 21 januari 2010 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp Vermulderen Wet aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198 Rapport Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december 2013 Rapportnummer: 2013/198 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat zij op 22 mei 2013

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 5c 23 689 Wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en van het Wetboek van Strafvordering NADERE MEMORIE

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Gemeentewet 151C: Doel is het handhaven van de openbare Orde

Gemeentewet 151C: Doel is het handhaven van de openbare Orde Gemeentewet 151C: Doel is het handhaven van de openbare Orde Artikel 151c Gemeentewet is volledig gericht op de bevoegdheden voor gemeenten als deze cameratoezicht wil toepassen. De interpretatie van dit

Nadere informatie

1. Algemeen Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart. Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart. Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 33 011 Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Algemeen Dit wetsvoorstel heeft tot doel om met spoed een reparatie aan

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan

Nadere informatie

agendapunt 06.02 Aan Verenigde Vergadering BESTUURLIJKE STRAFBESCHIKKING

agendapunt 06.02 Aan Verenigde Vergadering BESTUURLIJKE STRAFBESCHIKKING agendapunt 06.02 985703 Aan Verenigde Vergadering BESTUURLIJKE STRAFBESCHIKKING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 19-04-2012 kennis te nemen van het besluit van het college van dijkgraaf en hoogheemraden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 591 Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 605 Wijziging van de Wet wapens en munitie met betrekking tot onderzoek aan de kleding en het onderzoeken van vervoermiddelen en van de Gemeentewet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 398 Maatregelen verkeersveiligheid Nr. 563 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42315 25 juli 2017 Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en muldergedragingen Rechtskarakter: Aanwijzing

Nadere informatie

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) zond verzoeker hiervoor op 4 november 2006 een beschikking met een sanctiebedrag van 40.

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) zond verzoeker hiervoor op 4 november 2006 een beschikking met een sanctiebedrag van 40. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat de officier van justitie bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) op geen enkele wijze heeft gereageerd op zijn herhaalde schriftelijke verzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

Boete Toolkit 2013. boetebezwaar-online.nl. Inclusief voorbeeldbrieven, actuele wetgeving en boetevolgformulier. Een uitgave in eigen beheer van:

Boete Toolkit 2013. boetebezwaar-online.nl. Inclusief voorbeeldbrieven, actuele wetgeving en boetevolgformulier. Een uitgave in eigen beheer van: Boete Toolkit 2013 Inclusief voorbeeldbrieven, actuele wetgeving en boetevolgformulier Een uitgave in eigen beheer van: boetebezwaar-online.nl Uw boete succesvol aanvechten Handleiding en praktische tips

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2491 14 maart 2011 Rectificatie Aanwijzing OM-afdoening Op 1 maart 2011 is de Aanwijzing OM-afdoening (2011A001) in werking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10909 22 juni 2011 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 15 juni 2011, nr. 5700090/11, houdende wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Deze notitie beperkt zicht sec tot het creëren van de functie BOA openbare ruimte (OR).

Deze notitie beperkt zicht sec tot het creëren van de functie BOA openbare ruimte (OR). Raad: Beslissing: Voorstel aan de raad Raadsvergadering : 3 juni 2010 Portefeuillehouder : Frans Ronnes Behandeld door : Ad Priems Registratienummer : 219 Onderwerp : Het inzetten van een BOA (Buitengewone

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 22 100 Meerjarenplan Verkeersveiligheid Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 202 Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 286 Dierenwelzijn Nr. 251 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 574 Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 240 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Uitleveringswet en de Wet economische delicten betreffende de bepalingen aangaande de procedure

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018 Domein: I: Openbare Ruimte Toetsvorm: 50 gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Openbare Ruimte Generiek Toetsduur: 60 minuten Cesuur: 55% met correctie voor de gokkans Onderwerp Begrip/Artikel

Nadere informatie

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1 vervalt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen Bekendmaking Rectificatie vaststelling beleid De burgemeester van Heemskerk maakt bekend een verbeterde versie van de Beleidsregel Gebiedsverboden Heemskerk vast te stellen. De daarin opgenomen verwijzingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 349 Instelling van een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, het openbaar vervoer, overheidsgebouwen

Nadere informatie

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register Gemeente Woerden 2017 Inhoud Inleiding... 2 Doelgroep... 2 Opbouw... 2 Invoering Digitaal Opkopers Register (DOR)... 3 Wettelijk kader... 3 Inkoopregister...

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. 1. Aanleiding

Aan de Gemeenteraad. 1. Aanleiding Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering : 22 april 2010 Nummer : 8 Commissie : Commissie Bestuur en Middelen Portefeuillehouder : burgemeester R.Th.M. Nederveen Afdeling : III-Publiekszaken - Opsteller :

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek walificatiedossier: Domein II Milieu Toetsvorm: 50 Gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Milieu Specifiek Toetsduur: 80 minuten Cesuur: 67% (55% met correctie voor de gokkans) Deze toetstermen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

ons kenmerk FEI/

ons kenmerk FEI/ De heer prof.mr.dr. J.P. Balkenende, minister-president Postbus 20001 2500 EA DEN HAAG doorkiesnummer (070) 373 8622 onderwerp bestuurlijke boete verkeershandhaving uw kenmerk ons kenmerk FEI/2004001093

Nadere informatie

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep September 2002 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Welk recht is van toepassing Hoofdstuk 2 Vergoedingscriterium en te vergoeden kosten 2.1 Vergoedingscriterium 2.2 Besluit proceskosten bestuursrecht 2.3

Nadere informatie

HAAGSE VVD OP NAAR EEN INTEGRALE HANDHAVING 300 HANDHAVERS MET MEER BEVOEGDHEDEN

HAAGSE VVD OP NAAR EEN INTEGRALE HANDHAVING 300 HANDHAVERS MET MEER BEVOEGDHEDEN HAAGSE VVD OP NAAR EEN INTEGRALE HANDHAVING 300 HANDHAVERS MET MEER BEVOEGDHEDEN 1 WAT WIL DE VVD? - Aantal handhavers uitbreiden tot 300 goed opgeleide handhavers; - Handhavers moeten de bevoegdheid krijgen

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)

Nadere informatie

ECGR/U200901131 Lbr. 09/081

ECGR/U200901131 Lbr. 09/081 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 Betreft Gemeentelijk optreden bij incidenten met honden naar aanleiding intrekking RAD uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U200901131

Nadere informatie

Drank- en Horecawet 2013

Drank- en Horecawet 2013 Onderwerp : Bijlage02: Handhavingsprotocol Drank- en Horecawet 2013 Registratienummer : at13003237 Registratiecode : *at13003237* Auteur : Saskia Wilmink Drank- en Horecawet 2013 Handhavingsprotocol gemeenten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 869 Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2017 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 63f 25 398 Wijziging van de Wet politieregisters, houdende nadere regels voor bijzondere politieregisters ten behoeve van de politie, Koninklijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12893 19 augustus 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 augustus 2010, nr. AV/AR/2010/13478,

Nadere informatie

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE Bijlage 2 bij Toezicht en Handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen gemeente Westvoorne IZ/OWO

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 010 011 3 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn

Nadere informatie

Hoe kunt u de Lex silencio positivo invoeren? Een handreiking voor medeoverheden

Hoe kunt u de Lex silencio positivo invoeren? Een handreiking voor medeoverheden Hoe kunt u de Lex silencio positivo invoeren? Een handreiking voor medeoverheden Hoe wordt de Lex silencio positivo ingevoerd? Een handreiking voor medeoverheden 1 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.; 15 juni 2016, vast te stellen de navolgende Interne Klachtenregeling 2015;

gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.; 15 juni 2016, vast te stellen de navolgende Interne Klachtenregeling 2015; 111111111111111111111111111111111111111111111111111111111II1 2016.28159 23/06/2016 Interne Klachtenregeling 2015 Het college van de gemeente Woensdrecht gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.;

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel

Nadere informatie

Onderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en

Onderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en _-(ij PERSOONSG EG EVEN S Aangetekend Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heet drs. S.A.Blok 0 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Autoriteit Persoonsgegevens Postbus93374,2509AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg3o,

Nadere informatie