Gerrit Rietveld Academie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gerrit Rietveld Academie"

Transcriptie

1 Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie Instellingstoets kwaliteitszorg 8 maart 2013

2 2 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie

3 Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie Instellingstoets kwaliteitszorg 8 maart 2013 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 3

4 Inhoud

5 1 Samenvattend advies 6 2 Verantwoording Samenstelling van de auditcommissie Werkwijze van de commissie Opbouw van het adviesrapport en opzet van de hoofdstukken 12 3 Beschrijving van de instelling Algemene gegevens Profiel van de instelling Kengetallen per Beoordeling per standaard Standaard 1: Visie op de kwaliteit van het onderwijs Standaard 2: Beleid Standaard 3: Resultaten Standaard 4: Verbeterbeleid Standaard 5: Organisatie- en beslissingstructuur 26 5 Adviezen ter verbetering 28 6 Overzicht van het advies 30 Bijlage 1: Samenstelling van de commissie 32 Bijlage 2: Programma s van de locatiebezoeken 34 Bijlage 3: Overzicht van de bestudeerde documenten 38 Bijlage 4: Lijst met afkortingen 40 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 5

6 Hoofdstuk 1 Samenvattend advies

7 De commissie oordeelt positief over de kwaliteitszorg van de Gerrit Rietveld Academie. De commissie is van mening dat de Gerrit Rietveld Academie voldoet aan de vijf standaarden van het beoordelingskader van de NVAO voor instellingen. Visie De kernopdracht van de instelling luidt: De Gerrit Rietveld Academie wil talentvolle jonge mensen op zo n manier begeleiden dat ze in staat zijn zelfstandig in de beeldende kunst of vormgeving te functioneren. We willen bereiken dat ze op eigen kracht hun werk gaande kunnen houden en tot de artistieke inspirators van hun vakgebied kunnen uitgroeien. De Gerrit Rietveld Academie heeft de visie op de kwaliteit van haar onderwijs helder en ambitieus geformuleerd. Het uitgangspunt om de student zich in vrijheid te laten ontwikkelen, en zich een autonome positie te doen verwerven zijn wezenskenmerken van de kwaliteitsvisie en deze worden volgens de commissie gedragen door zowel de top als de werkvloer van de organisatie alsmede de studenten waarvoor het onderwijs wordt verzorgd. De commissie heeft bij de Gerrit Rietveld Academie deze diepgewortelde kwaliteitscultuur aangetroffen. De commissie heeft er zich over verbaasd dat in de profielkeuze van de Gerrit Rietveld Academie een aantal aspecten van de beroepsoriëntatie een ondergeschikte rol hebben gespeeld, maar heeft tegelijkertijd geconstateerd dat dit een bewuste keuze betreft. Tijdens de audit is de oorspronkelijke vrees dat de organisatie sterk persoonsafhankelijk werkt, met alle risico s vandien, grotendeels weggenomen. Beleid De commissie is van mening dat het schriftelijke en mondelinge beleid in lijn is met de uitgangspunten geformuleerd in de visie. De Gerrit Rietveld Academie heeft tal van maatregelen genomen die bijdragen aan een op de Gerrit Rietveld Academie-filosofie afgestemde beleidscultuur. Het is de commissie opgevallen dat al die maatregelen op een groot draagvlak kunnen rekenen. De coördinatoren en het College van Bestuur, en zeker ook de directeur bedrijfsvoering, slagen er in om binnen de limieten van het zelfgekozen profiel te blijven. Samen spelen zij een belangrijke kaderstellende rol. Het kleinschalige karakter van de organisatie creëert blijkbaar een zo direct contact tussen student en docent en tussen studenten onderling dat daaruit ook een wederzijds besef van verantwoordelijkheid ontspringt. Eventuele tekortkomingen kunnen daardoor gemakkelijk worden gecompenseerd. Resultaten De commissie is onder de indruk van het zicht dat de instelling heeft op de bereikte resultaten. De commissie heeft geconstateerd dat de Gerrit Rietveld Academie beschikt over een goede mix van formele, informele en externe evaluatiemomenten, waardoor studenten en docenten met enige regelmaat worden geëvalueerd. De instelling wordt bovendien systematisch intern en extern een spiegel voorgehouden over het eindniveau en het onderwijsproces. Een zorg van de commissie, namelijk dat de voordelen van kleinschaligheid teniet zouden worden gedaan door de grote fragmentatie binnen het docentenbestand, kon overtuigend worden weggenomen. De stevige vrijheids- en bottom-up filosofie zorgt er in de ogen van de commissie echter voor dat op enkele punten niet snel genoeg actie ondernomen wordt door het College van Bestuur. Verbeterbeleid De Gerrit Rietveld Academie zet verbeterbeleid niet alleen in bij tegenvallende uitkomsten van onderzoeken of bij klachten, maar ook daar waar dat op basis van deze uitkomsten niet strikt nodig is maar door betrokkenen wel wenselijk wordt gevonden. In het instellingsplan heeft de Gerrit Rietveld Academie prestatieafspraken en andere beleidsvoorstellen geformuleerd. De commissie concludeert dat de gevolgde procedure voor het monitoren en verbeteren van knelpunten aan de eisen voldoet, maar dat het verbeterbeleid weinig pro-actieve aspecten bevat. Door de sterke kwaliteitscultuur en de gevoelde gezamenlijke visie en verantwoordelijkheid worden discussies echter adequaat aangepakt. De instelling blijkt in staat op de drie niveaus (college van bestuur, afdelingen en opleidingen) een groot intern draagvlak te creëren en waar nodig noodzakelijke maatregelen om koerswijzigingen door te voeren en maatregelen te nemen om dit draagvlak te kunnen blijven garanderen. Organisatie- en beslissingsstructuur De Gerrit Rietveld Academie kiest voor een organisatie- en beslissingsstructuur die uitgaat van verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het decentrale niveau: op de werkvloer, de werkplaats of het atelier. De kwaliteitszorg van de Gerrit Rietveld Academie is daarmee gestoeld op kleinschaligheid. Daar waar gezamenlijk beleid wordt gemaakt, spelen de directie van beide instituten en de directeur bedrijfsvoering zichtbaar een belangrijke kaderstellende rol. Zij ontwikkelen een groot gedeelte van het beleid en sturen de uitvoering NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 7

8 ervan. De hoofden van afdelingen (binnen de bacheloropleidingen) en de opleidingen (binnen de masteropleidingen) zijn primair verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs. Zij zijn verantwoordelijk voor het aantrekken van docenten en het afstemmen van het curriculum op de ontwikkelingen in het vakgebied en op de behoeften en studievoortgang van studenten. De formele beslissingsstructuur vindt de commissie voldoende toereikend om mogelijke problemen te signaleren en aan te pakken. Naast de formele overleggen en organen wordt ook informeel overleg adequaat ingezet om onderwerpen aan de orde te stellen en om draagvlak voor de beleidskeuzes te creëren. De commissie heeft er door de gevoelde zeer sterke kwaliteitscultuur en de mogelijkheden die worden ingezet hiertoe te komen, gezien dat de ruimte die er in deze netwerkorganisatie is voor decentraliteit niet tot leegte verwordt. Hoewel de commissie tot een positief oordeel komt, merkt de commissie op dat zij de kritische zelfreflectie van de Gerrit Rietveld Academie te weinig problematiserend vond. Zij verwacht van een zelfreflectie een document, waarin met een kritische blik naar de eigen organisatie wordt gekeken, waar aandacht is voor de problemen en risico s van de organisatie. Tijdens de gesprekken konden de verschillende geledingen echter wel helder bepaalde problemen benoemen, alsook de manier waarop hiermee is omgegaan. Hierdoor heeft de commissie het volste vertrouwen dat er met een scherpe blik naar het daadwerkelijk reilen en zeilen van de organisatie wordt gekeken en dat de Gerrit Rietveld Academie daad werkelijk over een kwaliteitscultuur beschikt die de instelling ten goede komt. Den Haag, 8 maart 2013 Namens de commissie ter beoordeling van de Gerrit Rietveld Academie, drs. Marianne Dunnewijk (voorzitter) drs. A.N. Koster (secretaris) 8 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie

9 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 9

10 Hoofdstuk 2 Verantwoording

11 2.1 Samenstelling van de auditcommissie De auditcommissie is als volgt samengesteld: > Marianne Dunnewijk, voorzitter > Hans Adriaansens, lid > Willem Elias, lid > Anton Schuurmans, student-lid > Astrid Koster, secretaris > Nancy Van San, procescoördinator NVAO In bijlage 1 zijn de CV s van de commissieleden opgenomen. 2.2 Werkwijze van de commissie Werkwijze van de commissie Bestuurlijk overleg Op 17 april 2012 vond een bestuurlijk overleg plaats tussen de NVAO en de Gerrit Rietveld Academie over de opzet van de instellingstoets Kwaliteitszorg. Gespreksonderwerpen waren inhoudelijke aandachtspunten, voertaal, tijdpad, samenstelling commissie en presentatie uitkomsten toetsing. Accreditatieportret Het accreditatieportret dat door de NVAO is opgesteld, is aan de commissie bezorgd op 8 mei Het document bevat een overzicht van alle uitkomsten van accreditatieaanvragen en aanvragen voor een toets nieuwe opleiding, ingediend door de instelling bij de NVAO in de periode In totaal gaat het om een 10-tal aanvragen. De data zijn afkomstig uit de NVAO-besluiten en de onderliggende externe beoordelingen (visitatierapporten en paneladviezen) zoals opgenomen in het NVAO-datasysteem. Feitelijke gegevens zijn ter verificatie voorgelegd aan de instelling. Kritische Zelfreflectie De Kritische Zelfreflectie heeft de commissie ontvangen op 14 september De commissieleden hebben het document bestudeerd en van schriftelijk commentaar voorzien aan de hand van het toepasselijke beoordelingskader ter voorbereiding op de eerste commissievergadering. Voorbereidende vergadering Tijdens de eerste voorbereidende vergadering op 17 september 2012 heeft de commissie de kritische reflectie besproken en de documenten, die ter inzage waren gegeven, bestudeerd. Daarnaast zijn vragen en discussiepunten geïnventariseerd alsook voorstellen gedaan voor audit trails. Verder is het programma voor het eerste bezoek aan de instelling besproken en zijn afspraken gemaakt over een taakverdeling van de leden. Verkennende dag en verdiepende dag De commissie heeft twee bezoeken van in totaal drie dagen gebracht aan de instelling: het eerste bezoek bestond uit een verkennende dag op 16 oktober 2012 en een verdiepende dag op 17 oktober Op 16 oktober 2012 heeft de commissie aan de hand van de kritische zelfreflectie en de documenten die ter inzage lagen, de instelling verkend. Deze dag werd afgesloten met een gesprek met het instellingsbestuur. Tijdens de tweede dag heeft de commissie in het kader van een zestal audittrails verdiepende gesprekken gevoerd met onder andere het college van bestuur, de decaan en onderwijsdirecteuren en studenten en docenten uit de vertegenwoordigende organen. Voor het open spreekuur was een aanmelding. Afsluitend is andermaal gesproken met het college van bestuur over de eerste bevindingen van de commissie. Op woensdag 22 november 2012 heeft de commissie een tweede bezoek gebracht aan de instelling. Eerst is de commissie bijeengekomen en heeft verdere input geleverd voor het conceptadvies. Ook is op deze dag gesproken met de Raad van Toezicht. Ter afronding zijn de uitkomsten van de toetsing in hoofdlijnen teruggekoppeld naar het instellingsbestuur. Adviesrapport De bevindingen, overwegingen en oordelen van de commissie heeft de secretaris verwerkt in een eerste concept van het uit te brengen rapport. Na uitwisseling van voorstellen voor wijzigingen en aanvullingen heeft de commissie op 25 januari 2013 het onderhavige adviesrapport vastgesteld. Voor een weloverwogen en goed onderbouwd advies zijn de bezoeken aan de instelling een belangrijk instrument geweest. Feitelijke onjuistheden Bij van 28 februari 2013 heeft de instelling gewezen op feitelijke onjuistheden die in het definitieve adviesrapport voor het merendeel zijn overgenomen. NVAO Adviesrapport NVAO Adviesrapport Erasmus Gerrit Universiteit Rietveld Rotterdam Academie 11

12 2.4.2 Werkwijze van de commissie met betrekking tot de audittrails Tijdens de tweede, verkennende bezoekdag aan de instelling op 17 oktober 2012 heeft de commissie een zestal audittrails uitgevoerd. In deze audittrails heeft de commissie de volgende diepteonderzoeken gedaan: Het rapport bevat verder vier bijlagen met: (1) informatie over de samenstelling van de commissie, (2) het programma van de locatiebezoeken, (3) een overzicht van de bestudeerde documenten en (4) een lijst met afkortingen. 1. Toetsbeleid en beoordeling 2. Kleinschaligheid en fragmentering 3. Kaders en ruimte 4. Selectie van docenten en didactisch model 5. Internationalisering 6. Beroepsoriëntatie Om deze verdiepende audittrails te kunnen uitvoeren heeft de commissie het instellingsbestuur, studenten, docenten en stafdiensten gesproken. Op basis van deze gesprekken heeft de commissie aan het einde van de eerste, verkennende dag de openstaande vragen tot thema s gebundeld, die als audittrails tijdens de verdiepende dag nader onderzocht zijn. 2.3 Opbouw van het adviesrapport en opzet van de hoofdstukken Een samenvattend advies is opgenomen in hoofdstuk 1. In de algemene hoofdstukken 2 en 3 wordt in het kort ingegaan op de gevolgde werkwijze en op de instelling zelf. Hoofdstuk 3 bevat algemene informatie over de Gerrit Rietveld Academie plus een aantal kengetallen. Vervolgens geeft de commissie in hoofdstuk 4 haar oordeel over de kwaliteitszorg van de instelling per standaard van het beoordelingskader. Bij elke standaard worden de bevindingen opgesomd en vervolgens de overwegingen van de commissie gegeven. De bevindingen naar aanleiding van de audittrails dienen hierbij steeds als casuïstische evidentie voor de wijze waarop het kwaliteitszorgsysteem als geheel functioneert binnen de Gerrit Rietveld Academie Het gaat daarbij dus niet om een beoordeling van de in de audittrails betrokken opleidingen of programma s, maar om bepaalde aspecten op basis waarvan de commissie kan nagaan of de instelling in control is. Het uitgebreide hoofdstuk 4 vormt de onderbouwing van het uiteindelijke advies. Aanbevelingen van de commissie krijgen een aparte plaats in hoofdstuk 5. Het rapport sluit af met een samenvattende tabel van de oordelen over de kwaliteitszorg van de instelling. 12 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie

13 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 13

14 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de instelling

15 3.1 Algemene gegevens Land Nederland Instelling Gerrit Rietveld Academie Locaties Amsterdam Status van de instelling Rechtspersoon Hoger Onderwijs Heden De Gerrit Rietveld Academie is een zelfstandige hogeschool met circa 1000 studenten. De Rietveld Academie heeft twee bacheloropleidingen, Autonoom Beeldende Kunst en Vormgeving, waar de 13 verschillende afstudeerrichtingen zijn ondergebracht. De afstudeerrichtingen worden geleid door coördinatoren die verantwoordelijk zijn voor het studieprogramma en de dagelijkse gang van zaken. Aan de academie zijn zo n tweehonderd docenten verbonden. De docenten zijn allen werkzaam in een parttime dienstverband en zijn daarnaast zelfstandig kunstenaar of vormgever. De dagelijkse leiding van de academie is in handen van het College van Bestuur en een drietal directeuren. Gezamenlijk vormen zij het Managementteam; in het Managementteam hebben de voorzitter van het College van Bestuur, de directeur van het Sandberg Instituut (masteropleidingen), de directeur Onderwijs bacheloropleidingen en de directeur bedrijfsvoering zitting. Het College van Bestuur wordt ondersteund door een staforganisatie bestaand uit een secretariaat, een tweetal beleidsmedewerkers en de afdelingen Personeelszaken, Financiële Zaken, Facilitaire zaken en Studentenzaken. 3.3 Kengetallen per Profiel van de instelling Geschiedenis De Gerrit Rietveld Academie kent zijn oorsprong in de fusie in 1924 van drie scholen tot het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs, kortweg de Kunstnijverheidsschool. Van 1939 tot aan 1960 stond de opleiding sterk onder invloed van de functionalistische en maatschappijkritische ideeën van De Stijl en het Bauhaus, mede door de rol van de socialistische architect Mart Stam als directeur van de opleiding. Vanaf de jaren zestig en vooral in de zeventiger jaren groeiden de rol en de invloed van de autonome beeldende kunst en de individuele expressie. Deze invloeden bepalen, in combinatie met een toegepaste gerichtheid en een kritische mentaliteit, nog steeds voor een belangrijk deel het gezicht van de academie. In 1967 verhuisde de school naar het huidige academiegebouw, ontworpen door architect en meubelontwerper Gerrit Rietveld. Toen in 1968 de school onderdeel werd van het Hoger Beroepsonderwijs en de status kreeg van Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving, werd als eerbetoon aan de kort daarvoor overleden Rietveld de naam veranderd in Gerrit Rietveld Academie. Studentenaantallen Totaal aantal studenten Bachelorstudenten Voltijds Deeltijds Ma studenten Waarvan internationale studenten Opleidingen Totaal aantal opleidingen Bacheloropleidingen 1. Autonome Beeldende Kunst 2. Vormgeving Masteropleidingen 1. Autonome Beeldende Kunst 2. Grafisch Ontwerp 3. Vrije Vormgeving 4. Interieurarchitectuur Verleende diploma s Totaal Bachelor Voltijds Deeltijd Master Personeel Totaal (in fte) OP OOP AOP Lectoren Financiën Totaal budget Waarvan derde geldstroom 1 1 Contractonderwijs, projecten, lectoraat (52%) ,47 44,79 28,89 32,79 0,6 M 12,7 k 376,0 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 15

16 Hoofdstuk 4 Beoordeling per standaard

17 4.1 Standaard 1: Visie op de kwaliteit van het onderwijs De instelling beschikt over een breed gedragen visie op de kwaliteit van haar onderwijs en op het ontwikkelen van een kwaliteitscultuur. De commissie heeft bij haar onderzoek op basis van deze standaard niet alleen gekeken naar de schriftelijk geformuleerde visie van de Gerrit Rietveld Academie op de kwaliteit van het onderwijs en de daarbij aansluitende kwaliteitscultuur, maar ook de ongeschreven aspecten van de visie. Visie op kwaliteit onderwijs Uit de kritische zelfreflectie blijkt dat de kernopdracht, kernwaarden en visie op kunst en onderwijs van de Gerrit Rietveld Academie in 2000 zijn beschreven. Deze zijn geformuleerd op basis van gesprekken met medewerkers (coördinatoren, docenten en staf) uit verschillende geledingen binnen de instelling. Het is een weerslag van de opvattingen en werkwijzen die al langere tijd impliciet gehanteerd worden binnen het onderwijs van de Gerrit Rietveld Academie. De kernopdracht van de instelling luidt: De Gerrit Rietveld Academie wil talentvolle jonge mensen op zo n manier begeleiden dat ze in staat zijn zelfstandig in de beeldende kunst of vormgeving te functioneren. We willen bereiken dat ze op eigen kracht hun werk gaande kunnen houden en tot de artistieke inspirators van hun vakgebied kunnen uitgroeien. De Gerrit Rietveld Academie heeft de visie op de kwaliteit van haar onderwijs uiteengezet in de kritische zelfreflectie. Samengevat komt de visie op kunst en onderwijs op de volgende vijf punten neer: 1. Autonome en toegepaste kunst vormen één wereld; 2. De wereld van kunst en vormgeving kent een sterke dynamiek; 3. Onderwijs in de beeldende kunst en vormgeving is relatief autonoom; 4. De vorming tot kunstenaar begint bij het ontwikkelen van een houding; 5. Kunst kan het best onderwezen worden door de individuele kwaliteiten van de student als aangrijpingspunt te kiezen. Uit het instellingsplan blijkt dat de Gerrit Rietveld Academie in de periode inzet op zes belangrijke voornemens. Met deze ontwikkelingen investeert de instelling in zaken die het profiel en de visie van de Gerrit Rietveld Academie versterken. Drie voornemens vloeien direct voort uit de sectornota kunstonderwijs: de krimp van de bacheloropleidingen, de groei van de masteropleidingen en het versterken van de vooropleidingen. Deze accentverschuiving sluit aan bij de overtuiging van de instelling dat kleinschaligheid en intensief onderwijs noodzakelijk zijn voor goed kunstonderwijs. Het verkleinen van de bacheloropleidingen maakt het volgens de kritische zelfreflectie mogelijk in kleinere groepen nog meer aandacht aan de student te geven. De commissie heeft geconstateerd dat het instellingsplan en het daarin opgenomen voornemen om de bacheloropleiding te laten krimpen en de masteropleidingen te laten groeien frictie oplevert binnen de instelling. De commissie vraagt zich in het licht van de veranderde bekostiging voor buitenlandse studenten af of het wel realistisch zal blijken om zoveel masterstudenten te selecteren. De commissie heeft vastgesteld dat de vijf elementen van de visie van de Gerrit Rietveld Academie op kwaliteit van het onderwijs stuk voor stuk doordacht zijn en het onderwijs aan de Gerrit Rietveld Academie kenmerken. De visie is helder en ambitieus geformuleerd en bovendien is de zelfstudie het product van een rondgang langs de verschillende onderdelen van de Gerrit Rietveld Academie. Hoewel de commissie erg positief is over de visie van de Gerrit Rietveld Academie en van mening is dat deze visie in voldoende mate wordt gedragen door alle verschillende geledingen, had de commissie echter een meer expliciete visie over internationalisering verwacht. Wel leeft bij de Gerrit Rietveld duidelijk de algemeen gedragen opvatting om zich als een Nederlands instituut te profileren. De instelling werkt vanuit de Westerse beschaving en traditie. Mede gelet op de bekostigingswijzigingen van de overheid is het echter van groot belang dat internationaal georiënteerde instituten zoals de Gerrit Rietveld Academie haar standpunten over buitenlandse studenten expliciteert. De commissie heeft echter geen adequate visie op internationalisering aangetroffen. In een situatie waarin de instelling in de toekomst mogelijk uit 70% buitenlandse populatie zal bestaan, zou de instelling op zijn minst een visie op de bekostiging van buitenlandse studenten moeten hebben, vindt de commissie. Visie op het ontwikkelen van een kwaliteitscultuur Uit de kritische zelfreflectie blijkt dat het streven naar kwaliteit deel uitmaakt van het dagelijkse werk. Het stellen van doelen, het uitvoeren, evalueren en verbeteren is volgens de instelling de kern van het opleiden van kunstenaars en ontwerpers. De kernopdracht en kernwaarden zijn gezamenlijk geformuleerd en worden breed gedragen. De blik is zowel NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 17

18 naar binnen als naar buiten gericht. Binnen het onderwijs streven alle betrokkenen, medewerkers én studenten gezamenlijk naar de hoogste kwaliteit. Dit is een reflectie van de beroepspraktijk, waar alleen de hoogste kwaliteit het redt. Dit maakt het mogelijk te werken op basis van vertrouwen en dus binnen ruime kaders. Deze kwaliteitscultuur is volgens de instelling zo vanzelfsprekend dat medewerkers het niet ervaren als een aparte zorg voor kwaliteit. Het aanvankelijke vermoeden dat de onderwijs- en kwaliteitsvisie vooral bij het bestuur zou leven en niet tot de haarvaten van de instelling was doorgedrongen, werd in de gesprekken met alle geledingen weersproken. De commissie is daarmee overtuigd geraakt dat er een sterke kwaliteitscultuur aanwezig is, die de commissie bij alle organisatielagen aantrof. Kenmerkend is namelijk de verantwoordelijkheid en ondernemendheid waarmee alle betrokkenen handelen. Daarnaast werkt de overlegcultuur bij de Gerrit Rietveld Academie kwaliteitsbevorderend. Zowel formeel als informeel zijn alle betrokkenen voortdurend met elkaar in overleg over de visie en hoe die de kwaliteitscultuur beïnvloedt. De commissie heeft vernomen dat de betrokkenen elkaar vragen stellen waarbij weinig of geen onderwerpen taboe zijn. Bovendien durft iedereen zich kwetsbaar op te stellen. Iedereen heeft zowel met kritiek als met complimenten te maken. Zonder overigens harde discussies uit de weg te gaan. Hoewel de commissie heeft geconstateerd dat momenteel iedere betrokkene streeft naar kwaliteit, signaleert de commissie het risico dat bij een sterk persoonsafhankelijke sturing op de geformuleerde visie het bouwwerk hiervan zwakke plekken kan genereren indien een aantal verkeerde benoemingen plaatsvinden. Conclusie De commissie heeft geconstateerd dat de vijf elementen van de visie van de Gerrit Rietveld Academie op kwaliteit van het onderwijs stuk voor stuk, hoewel niet altijd schriftelijk geformuleerd, doordacht zijn en het onderwijs aan de Gerrit Rietveld Academie kenmerken. De visie is helder en ambitieus geformuleerd en bovendien is de zelfstudie het product van een rondgang langs de verschillende onderdelen van de Gerrit Rietveld Academie. De commissie was in eerste instantie wat sceptisch over deze geformuleerde visie en de commissie vroeg zich af of deze visie niet vooral een papieren exercitie is. De commissie heeft tijdens de audit dan ook dieper doorgevraagd op de visie en het profiel van de instelling om te achterhalen welke basis achter die formuleringen schuilgaat. Er is gebleken dat vrijheid, autonome houding en ontwikkeling van het individu sterk het profiel bepalen. Het uitgangspunt om de student zich in vrijheid te laten ontwikkelen, en zich een autonome positie in de kunstwereld te doen verwerven zijn volgens de commissie wezenskenmerken van de kwaliteitsvisie. De commissie heeft gezien dat de visie van de Gerrit Rietveld Academie wordt gedragen door zowel de top als de werkvloer van de organisatie alsmede de studenten waarvoor het onderwijs wordt verzorgd. Volgens de commissie weet de instelling vanuit haar uitgangspunten bij de toelatingsprocedure en de selectiegesprekken met docenten die mensen te selecteren die hen inspireren en de weg tonen. De instelling brengt op deze wijze docenten bij elkaar die toonaangevend zijn in hun vakgebied. Dit resulteert volgens de commissie in een sterke kwaliteitscultuur. De commissie heeft ten slotte de indruk dat de Gerrit Rietveld Academie misschien minder belang hecht aan een formele structuur, maar de sterke informele, dagelijkse structuur van de ontwikkeling van een visie op onderwijs is dermate sterk dat deze het ontbreken van een volledig formele structuur compenseert en de geringere aandacht voor formaliteit niet geheel onbegrijpelijk is. Oordeel De commissie is van mening dat de Gerrit Rietveld Academie voldoet aan standaard 1, Visie op de kwaliteit van het onderwijs. 4.2 Standaard 2: Beleid De instelling beschikt over adequaat beleid om de visie op de kwaliteit van haar onderwijs te realiseren. Dit omvat in elk geval: beleid op het gebied van onderwijs, personeel, voorzieningen, toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking, verankering van onderzoek in het onderwijs, evenals de verwevenheid tussen onderwijs en het (internationale) beroepenveld en vakgebied. Bij de beoordeling van het beleid van de Gerrit Rietveld Academie maakt de commissie onderscheid tussen schriftelijk en mondeling beleid. De volgende thema s zijn door de commissie beoordeeld: het beleid over de inrichting van het onderwijs en onderzoek, inclusief de selectie en het toetsbeleid, het personeelsbeleid met veel nadruk op de selectie van docenten en het beleid ten aanzien van studenten met een functiebeperking. 18 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie

19 Onderwijs Een belangrijke beleidskeuze op het gebied van onderwijs die de Gerrit Rietveld Academie heeft gemaakt is de keuze voor een algemeen vormend basisjaar. De Gerrit Rietveld Academie biedt namelijk naar eigen zeggen als enige Nederlandse kunstacademie alle bachelorstudenten, zowel de voltijdse als de deeltijdse studenten, een zogenoemd Algemeen Basisjaar aan. Studenten van beide opleidingen van de instelling doorlopen samen dit algemeen vormende jaar. In dit jaar maken studenten kennis met een groot aantal aspecten van zowel de Beeldende Kunst als de Vormgeving. Met deze propedeuse wordt volgens de kritische zelfreflectie de kiem gelegd voor afgestudeerden die gewend zijn over de grenzen van hun vakgebied heen te kijken en een discipline overstijgend netwerk te onderhouden. Het basisjaar is tevens een uiting van de overtuiging dat kunstenaars en vormgevers op dezelfde autonome wijze positie dienen in te nemen ten opzichte van hun werk, onafhankelijk welke kunstrichting is gekozen. Het uitgangspunt een student een autonome positie in de kunstwereld te doen verwerven heeft de commissie in de audittrail Beroepsoriëntatie doen vragen naar de wijze waarop de instelling vormgeeft aan deze beroepsoriëntatie. De Gerrit Rietveld Academie gaf aan dat zij studenten toegang biedt tot de vakkennis en het netwerk van de docenten. Omgekeerd putten docenten uit de kennis van de studenten en van hun collega-docenten. De meerwaarde zit in de context, de middelen en de internationale gemeenschap die ze ter beschikking kan stellen aan studenten en docenten. De commissie constateert dat de studenten bij de Gerrit Rietveld Academie vooral leren hoe zij zich inhoudelijk in het kunstenaarsnetwerk staande kunnen houden. De manier waarop verschilt per afdeling. Hoewel de gerichtheid op de inhoudelijke kant sterk aanwezig is, is de commissie van mening dat de instelling zich nog beter bewust kan zijn van de vermarkting van de kunst en het kunnen verkopen van kunst. Daarvoor moet het eigen werk niet alleen zichtbaar gemaakt worden voor het publiek, maar moet de kunstenaar ook zicht hebben op de commerciële mogelijkheden van zijn werk en vaardigheden ontwikkelen om zijn werk te gelde te maken. Aan dat laatste schenkt de Gerrit Rietveld Academie bewust geen expliciete aandacht. Hoewel dit past binnen de visie van de instelling, stelt de commissie zich de vraag of de studenten, gelet op de sterk veranderende kunstwereld, niet te kort gedaan worden om zich staande te kunnen houden. De commissie ziet dat de visie van de opleiding duidelijk terugkomt in het onderwijs. Het beleid is gepersonaliseerd, kleinschalig, gestoeld op verantwoordelijkheid en autonomie en gaat uit van het eigen talent van betrokkenen. Het huidige beoordelingsbeleid voorziet niet alleen in een formele beoordeling van studenten, ook worden impliciet de begeleidende docenten beoordeeld. De docenten die de commissie heeft gesproken waren van mening dat het beleid van de instelling op adequate wijze verweven is met de visie van de Gerrit Rietveld Academie. Ook studenten geven aan dat zij de visie en de kernwaarden van de Gerrit Rietveld Academie terugvinden in de manier van lesgeven van de docenten. Selectiebeleid van personeel en studenten Om het selectiebeleid nader te onderzoeken heeft de commissie de audittrail Selectie van docenten en didactisch model uitgevoerd. Desgevraagd heeft de commissie een aantal documenten en formulieren horend bij het selectieproces van studenten en docenten ontvangen. De commissie heeft geconstateerd dat het toelatingsbeleid niet tot in detail op papier staat beschreven, maar de commissie stelt vast dat het selectiebeleid in de praktijk door alle betrokkenen op een consistente systematische wijze wordt uitgevoerd. Het selectiebeleid van de Gerrit Rietveld Academie blijkt erop gericht studenten en docenten te selecteren die passen bij de visie van de instelling. De belangrijkste beoordelingscriteria voor studenten en docenten zijn, zo constateert de commissie, het beeldend vermogen (of de potentie hiertoe), de onderzoekende houding, de inzet, de ondernemendheid, het communicatieve vermogen en de set landelijke eindcompetenties voor studenten. De studenten bevestigen tijdens de gesprekken dat ze tijdens de selectie door verschillende docententeams uitvoerig bevraagd worden. De Gerrit Rietveld Academie heeft één geïntegreerd personeelsbeleid en arbeidsvoorwaardenbeleid vormgegeven. De kwaliteit van docenten wordt bewaakt door het aannamebeleid, door evaluatie van lessen en projecten en door het voeren van functioneringsgesprekken. Wekelijks vindt overleg plaats tussen het hoofd Personeelszaken en de directie van de bacheloropleidingen. Daarnaast vinden in principe jaarlijks functioneringsgesprekken plaats met de docenten. Informeel krijgen de docenten vaker feedback over hun functioneren. Een aanleiding voor feedback is bijvoorbeeld wanneer een student tijdens de gezamenlijke beoordelingsmomenten beter of minder goed blijkt te functioneren bij een andere docent. Hoewel de docenten aan de bacheloropleidingen van de Gerrit Rietveld Academie over het algemeen hun basis in Nederland hebben, kiest de Gerrit Rietveld Academie voor de masteropleidingen voor een nadrukkelijk internationaal samen- NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 19

20 gesteld docentencorps. In zijn algemeenheid is het uitgangs - punt bij het werven van docenten dat de Gerrit Rietveld Academie de beste docenten uit alle windrichtingen aan de opleiding aan zich wil binden. Voorzieningen De Gerrit Rietveld Academie beschikt volgens de kritische zelfreflectie over circa twintig werkplaatsen, waarin studenten in de gelegenheid worden gesteld gebruik te maken van uiteenlopende materialen en technieken. Het voorzieningenbeleid heeft als uitgangspunt bij de werkplaatsen aan studenten apparatuur en programma s ter beschikking te stellen die te kostbaar of te groot zijn om zelf aan te schaffen, die intensief gebruikt worden en die niet beschikbaar zijn in de nabije omgeving. Ook streeft de Gerrit Rietveld Academie ernaar om 150 woningen in eigen beheer te hebben, om buitenlandse studenten en docenten van huisvesting te kunnen voorzien. De commissie is van mening dat de Gerrit Rietveld Academie beschikt over een adequaat huisvestingsbeleid dat past bij de visie van de instelling. Ook heeft de commissie geconstateerd dat de instelling adequaat beleid heeft om de bestaande knelpunten in de voorzieningen het hoofd te kunnen bieden. Vanwege het tekort aan ruimte heeft de Gerrit Rietveld Academie met het Sandberg Instituut een wedstrijd voor betrokkenen uitgeschreven voor het ontwerpen van het nieuwe gebouw. Dit heeft ervoor gezorgd dat docenten en studenten zich erg betrokken voelen bij het huisvestingsbeleid. Wel is de commissie van mening dat de Gerrit Rietveld Academie de mogelijkheden voor innovatieve (digitale) mogelijkheden onvoldoende onderzoekt op hun bruikbaarheid voor studenten en adviseert de instelling hierover beleid op te stellen. Toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking In de kritische zelfreflectie staat dat het hebben van een functiebeperking of een chronische ziekte geen belemmering hoeft te zijn om op de Gerrit Rietveld Academie te studeren. De student met een functiebeperking of chronische ziekte krijgt alle medewerking om de opleiding met succes te kunnen voltooien, zolang dit in overeenstemming blijft met de eindtermen van de opleiding. Tijdens de audit heeft de commissie het beleid hierover nader bevraagd. Het veelal niet-schriftelijke beleid kenmerkt zich door een sterke begeleiding door de docent, snelle doorverwijzing en het aanstellen van een krachtige persoon als decaan. De decaan geeft aan dat psychische klachten of beperkingen zich vaak voordoen. De decaan ondersteunt studenten en docenten hierbij en organiseert daarvoor met regelmaat bijeenkomsten over de diverse probleemgebieden en geeft handvatten over hoe hiermee om te gaan in het onderwijs. De commissie is van mening dat de instelling maatwerk levert aan studenten met een functiebeperking. Op deze wijze is het in principe voor elke toegelaten student mogelijk aan de Gerrit Rietveld Academie te studeren. Het decanaat zet zich zichtbaar in ruime mate in om een individuele oplossing te vinden. De commissie beoordeelt dit beleid als positief. Verankering van onderzoek in het onderwijs Onderzoek staat ten dienste van het onderwijs en de praktijk. De Gerrit Rietveld Academie heeft op verschillende manieren beleid gemaakt rondom de verankering van onderzoek in het onderwijs. Ten eerste is een onderzoekende houding voor studenten en docenten een selectie- en uitstroomcriterium. Ook beschikt de Gerrit Rietveld Academie over het Lectoraat Art and Public Space (LAPS), dat verantwoordelijk is voor het initiëren en coördineren van onderzoeksinspanningen binnen de instelling en het leggen van de relatie met de onderwijspraktijk. De komende jaren investeert de instelling in het eigen onderzoeks-programma Making Things Public, waarin de rol van kunst en design in het publieke domein centraal staat. Het onderzoek dat aan de Gerrit Rietveld Academie verricht wordt is veelal praktijkgericht, zoals het Alzheimer project dat samen met de Vrije Universiteit Amsterdam wordt uitgevoerd. Bij dit project wordt een antwoord gegeven op de vraag hoe een veilige omgeving voor een Alzheimerpatiënt er in de toekomst uit zou moeten zien. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door architecten van de Gerrit Rietveld Academie en onderzoekers uit het VUmc. De bovenstaande punten geven de belangrijke impuls aan onderzoek. Een extra impuls valt te verwachten van de nieuwe weg die het Sandberg Instituut, waar de masteropleidingen zijn ondergebracht, is ingeslagen. De commissie concludeert dat het beleidskader op het terrein van onderzoek wel aanwezig is, maar nog tamelijk onzichtbaar is. Wel wordt het onderzoek duidelijk in een breder verband dan enkel het eigen werk verricht. De integratie met het Sandberg Instituut op dit punt is in ontwikkeling en kan nog zorgen voor een verdere verweving van onderzoek met onderwijs. De verwevenheid tussen onderwijs en het (internationale) beroepenveld en vakgebied De Gerrit Rietveld Academie heeft beleid ontwikkeld om de verwevenheid tussen het onderwijs en het (internationale) 20 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie

21 werkveld te kunnen garanderen. Zo werken vrijwel alle docenten naast hun deeltijdse aanstelling in de beroepspraktijk. Door het grote percentage docenten met een internationale achtergrond wordt ook het internationale beroepenveld in voldoende mate afgedekt. Bovendien is ondernemendheid een selectiecriterium. Tevens tonen studenten hun werk op regelmatig vastgestelde momenten met de buitenwereld. Tot slot bevatten diverse vakken in het curriculum impliciet handvatten en een praktische voorbereiding op de beroepspraktijk, zoals het vak autonoom portfolio s. Tijdens de audittrails kleinschaligheid en fragmentering en beroepsoriëntatie is gebleken dat de studenten zich door de instelling erg gesteund voelen om zelf, naast het programma dat ze volgen, een alternatief programma te ontwikkelen waarbij ze bijvoorbeeld enkele dagen doorbrengen in een studio van een kunstenaar. De commissie heeft over het algemeen veel waardering voor de verwevenheid van de instelling met het werkveld, maar beveelt een bredere beleidsscope aan ten aanzien van de aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk. Conclusie In de filosofie van de Gerrit Rietveld Academie behoort het leeuwendeel van het beleid van onderaf te komen: de betrokkenheid van de werkvloer is in de opvatting van de Gerrit Rietveld Academie een essentiële voorwaarde voor de realisering van de visie. Vrijheid is de Gerrit Rietveld Academie volgens de commissie op het lijf geschreven. Dat brengt uiteraard het risico met zich mee dat de kaders waarbinnen zich die vrijheid kan ontwikkelen naar de achtergrond verdwijnen en dat daarmee de ontstane ruimte vooral leegte wordt. Anders dan aanvankelijk uit de kritische zelfreflectie door de commissie kon worden opgemaakt, was dat besef namelijk dat ruimte zo gemakkelijk leegte kan worden op managementniveau wel degelijk aanwezig. Dit bleek vooral bij de audittrail Kaders en Ruimte. Dat vooral de managementlaag binnen de organisatie daardoor relatief laag werd gewaardeerd door het docentencorps, mag in dit verband volgens de commissie dan ook als een geruststelling worden beschouwd. Doordat zowel de studenten als de docenten mede geselecteerd worden op hun communicatieve vermogen, verloopt deze manier van werken vlot en treden zelden onoplosbare conflicten op. Het nadeel dat aan deze bottom-up en informele beleidsimplementatie is verbonden, is dat het niet voor alle vormen van beleid adequaat kan zijn. Vooral daar waar de beleidsvoering rekening moet houden met veranderende beleids- kaders (bijvoorbeeld in de publieke bekostiging van studenten, de bekostiging van internationale studenten, de tweedestudie problematiek) is sprake van risico s die niet bottom-up kunnen worden afgedekt. De commissie is er niet geheel van overtuigd dat die risico s tot op dit moment tot een pro-actieve houding van het bestuur hebben geleid. De commissie is echter wel van mening dat het schriftelijke beleid in lijn is met de uitgangspunten geformuleerd in de visie. De Gerrit Rietveld Academie heeft tal van maatregelen genomen die bijdragen aan een op de Gerrit Rietveld Academie-filosofie afgestemde beleidscultuur: het gemeenschappelijke basisjaar dat multidisciplinair en out-of-the-box denken bevordert; de vaststelling dat al het onderzoek ten dienste moet staan van het onderwijs en niet van de eigen carrière van de onderzoeker; de halfjaarlijkse beoordelingen die geschieden in de gezamenlijkheid van begeleidende docenten; de benijdenswaardige mogelijkheid om in principe alle docenten voor een aanstelling van maximaal vier jaar te binden, waardoor de dynamiek in het kunstvakonderwijs blijft gewaarborgd; de belangrijke rol van de coördinatoren in het aanstellingsbeleid; de zorgvuldige procedure rond de selectie van studenten en docenten. Het is de commissie opgevallen dat al die maatregelen op een groot draagvlak kunnen rekenen. Het kleinschalige karakter van de organisatie creëert blijkbaar een zo direct contact tussen student en docent en tussen studenten onderling dat daaruit ook een wederzijds besef van verantwoordelijkheid ontspringt. Eventuele tekortkomingen (bijvoorbeeld de door studenten gemaakte opmerking dat sommige docenten didactisch tekort schieten) kunnen daardoor, ook in de ogen van de studenten, gemakkelijk worden gecompenseerd. Ook ongemakkelijke personele- en arbeidsrechterlijke kwesties komen voor en hebben profijt van die gedeelde verantwoordelijkheid. De commissie is van mening dat de schriftelijke en mondelinge vormen van beleid die de instelling hanteert en met name de samenhang ertussen, aan de eisen voldoen en altijd in het teken staat van de beleidskwaliteit. Hoewel de beleidsontwikkeling momenteel erg persoonsafhankelijk is, heeft de commissie gezien dat het managementteam een scharnierfunctie vervult tussen de visie en de uitvoering van beide soorten van beleid. Mede door de selectie ligt de beleidsvorming duidelijk verankerd in de organisatie. Hierdoor blijft volgens de commissie het risico op een uitblijvende continuering van het beleid tot een minimum beperkt. Het team als geheel waakt ervoor dat de vrijheid niet tot uitwassen leidt en NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 21

22 werkt hiertoe de nodige (beleids)-processen uit en stimuleert de implementatie ervan. Deze bottom-up benadering is evenwel sterk gedragen door alle geledingen die de commissie heeft gesproken. Wel adviseert de commissie het impliciete en informele beleid kritisch te blijven bespreken en waar nodig te formuleren in schriftelijk beleid. Op deze wijze kan de aanwezige beleidsstructuur ook in de toekomst en bij wisselende personeelsbezettingen worden gegarandeerd. De vanzelfsprekendheid waarmee de Gerrit Rietveld Academie haar beleid ontwikkelt is een tekenend voorbeeld van een beleidsbewustzijn die de commissie heeft ervaren. Dit beleidsbewustzijn zorgt er volgens de commissie voor dat de genoemde risico s tot een minimum worden beperkt. Al met al is de commissie tevreden over het beleid van de Gerrit Rietveld Academie en constateert dat vrijwel altijd wordt getracht de kwaliteit van het beleid te vergroten, al is het regelmatig ongeschreven beleid. Oordeel De commissie is van oordeel dat de Gerrit Rietveld Academie voldoet aan standaard 2, Beleid. 4.3 Standaard 3: Resultaten De instelling heeft zicht op de mate waarin haar visie op de kwaliteit van haar onderwijs wordt gerealiseerd, en meet en evalueert regelmatig de kwaliteit van haar opleidingen bij studenten, medewerkers, alumni en vertegenwoordigers van het beroepenveld. De commissie heeft bij haar onderzoek op basis van deze standaard in het bijzonder gekeken naar a) Meetinstrumenten en evaluaties en b) Toetsings-/toelatingsbeleid en beoordeling. De Gerrit Rietveld Academie gebruikt blijkens de kritische zelfreflectie verschillende bronnen om de kwaliteit van haar onderwijs te monitoren. Sommige bronnen zijn formeel gestructureerd, zoals onderzoeken onder studenten, medewerkers en alumni, gesprekken met het werkveld via de werkveldadviesraad en interne administratieve bronnen. Andere bronnen leveren op informele wijze informatie en roepen op tot reflectie, zoals samenwerkingsprojecten en presentaties, bezoeken aan en samenwerking met andere (kunst)oplei- dingen in binnen- en buitenland. Daarnaast vormen recensies, nominaties en prijzen en het publieke discours een belangrijke informatiebron wanneer het gaat om de successen van alumni en ontwikkelingen in het werkveld. De kleinschaligheid van de instelling zorgt bovendien voor direct contact met coördinatoren, docenten en studenten. Hierdoor is gezamenlijke uitwisseling over de resultaten en aard en kwaliteit van het onderwijs volgens de kritische reflectie een dagelijks onderwerp. Meetinstrumenten en evaluaties De Gerrit Rietveld Academie hanteert als belangrijkste meetinstrumenten de studenten- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken. Elke twee jaar wordt er een studententevredenheidsonderzoek in eigen beheer uitgevoerd, dat aansluit bij de Nationale Studenten Enquête (NSE). De vragen die in aanvulling op de NSE worden gesteld gaan onder andere over de doelstelling van het onderwijs, theorieonderwijs en enkele faciliteiten. Een verslag met de uitkomsten van het onderzoek wordt verstuurd naar alle studenten en medewerkers. Daarnaast ontvangen afdelingen, bij voldoende respons, de resultaten van hun eigen afdeling. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek vindt eveneens elke twee jaar plaats. Ook dit onderzoek wordt in eigen beheer uitgevoerd en bouwt grotendeels voort op de vragen van het onderzoek vier jaar geleden; de Internetspiegel. Er wordt een algemeen verslag gemaakt en ook hier ontvangen afdelingen uitkomsten van de eigen afdeling bij voldoende respons. Daarnaast worden er uitkomsten gegenereerd over bepaalde groepen, zoals de docenten, de coördinatoren en de werkplaatsbeheerders. Naast deze studenten- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken worden uitvallende studenten gestimuleerd een exit-gesprek met de instelling aan te gaan over de redenen waarom zij de instelling zullen gaan verlaten. Ook het beroepenveld geeft jaarlijks naar aanleiding van de eindexamens input over de kwaliteit van het onderwijs. Blijkens de kritische zelfreflectie doet de Gerrit Rietveld Academie vanaf 1996 jaarlijks mee aan de Kunstenmonitor, een onderzoek van het ROA (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt) onder alumni één jaar na hun afstuderen, daarin worden zij ondervraagd over hun start op de arbeidsmarkt en hun tevredenheid over de opleiding. Ook heeft de Gerrit Rietveld Academie een alumnidatabase opgezet. Op deze wijze wil de instelling het contact met de alumni onderhouden en intensiveren, waardoor de instelling ook de ontwikkelingen van hen beter kan blijven volgen. 22 NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie

23 Tijdens de Student Lunch Meeting (SLUM), die maandelijks bij de bacheloropleidingen plaatsvindt, praten de directeur onderwijs en de medewerker kwaliteitszorg met studenten van verschillende afdelingen over onderwerpen die een relatie hebben met het onderwijs. Dit kunnen onderwerpen zijn waarover de instelling meer informatie wil verzamelen naar aanleiding van uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek, het kan gaan om het bespreken van nieuwe programma s of om beleid dat is ingezet te monitoren. Onderwerpen die aan bod zijn geweest de afgelopen jaren zijn onder andere de nieuwe opzet van het Studium Generale, voorbereiding op de beroepspraktijk, studeren met een functiebeperking of handicap, schrijven van een scriptie, doubleren tijdens de propedeuse, toetsen en beoordelen, de open dag, de vakklaskeuze (specialisatiekeuze) en de huisvesting van de instelling. Naast deze interne evaluaties wordt de Gerrit Rietveld Academie ook door externen geëvalueerd. Tijdens eindexamens krijgt de Gerrit Rietveld Academie daarmee een spiegel voorgehouden. De basis hiervoor zijn de prestaties van studenten, niet een spiegel op basis van het onderwijsproces. De spiegel hiervoor wordt tijdens de vierjarige opleiding aangereikt. Op deze genoemde externe beoordelingsmomenten komen zowel de prestaties van studenten als het functioneren van docenten aan de orde. De incidentele evaluaties geven de instelling evenals de structurele evaluaties zicht op de realisatie van de visie. Deze kunnen betrekking hebben op nieuw onderwijsaanbod of het kan gaan om een beleidsvraag waar de ervaring en mening van betrokkenen wenselijk is. Zo hebben bijvoorbeeld evaluaties plaatsgevonden naar de kwaliteit van het honoursprogramma, naar de tevredenheid over wijzigingen in het Studium Generale programma en naar een pilotproject in het Basisjaar: Art in Context. Ook is er onderzoek gedaan naar het ICT aanbod (voorzieningen en begeleiding) van de instelling en naar de wensen en behoeften ten aanzien van de huisvesting. De commissie heeft gezien dat de resultaten van de verschillende evaluaties systematisch worden verzameld en geanalyseerd. De commissie heeft de resultaten van de tevredenheidenquêtes en de rendementen bekeken en stelt overwegend positieve punten vast. De studenten en docenten zijn tevreden over de meeste items die worden bevraagd. De enige negatieve uitschieter vormde de tevredenheid over het management. De commissie stelt evenwel vast dat dit te maken heeft met de kaderstellende rol van de directie en het toezicht op de uitvoering daarvan. Daarom vindt de commissie dit resultaat uiteindelijk eerder een positief gegeven. De input van de alumni gebeurt op een minder structurele wijze, heeft de commissie geconstateerd. Wel zijn veel alumni inmiddels als docent bij de instelling betrokken, zodat de instelling wel zicht heeft op de alumni. De Gerrit Rietveld Academie heeft stappen gezet om een alumninetwerk op te zetten, zodat alle alumni en hun vervolgcarrière op meer gestructureerde wijze in kaart kunnen worden gebracht. Toetsings-/toelatingsbeleid en beoordeling Uit de kritische zelfreflectie blijkt dat de beoordeling van studenten een integraal onderdeel vormt van het onderwijs aan de Gerrit Rietveld Academie en dat het beleid omtrent de beoordelingen dient voor de student om inzicht te krijgen in zijn vorderingen en de oordelen over de kwaliteit van zijn werk en werkproces. In de onderwijs- en examenreglementen zijn de criteria en werkwijze voor toetsen en beoordelen opgenomen. Voor de docenten fungeren de beoordelingen als moment om gezamenlijk inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de student. Doorgaans zijn er twee keer per jaar beoordelingen. Elke beoordeling bouwt voort op de wekelijkse werkbesprekingen die eerder tussen het team van docenten en de student hebben plaatsgevonden. Door de frequente begeleiding is de student in principe al voor de beoordeling op de hoogte van het oordeel van de docenten over de ontwikkeling van zijn werk. De landelijk vastgestelde competenties dienen volgens de kritische zelfreflectie als leidraad bij de beoordeling van de student. Bij de beoordeling zijn alle begeleidende docenten betrokken. De resultaten van de gezamenlijke beoordeling en de opmerkingen, adviezen en afspraken worden schriftelijk vastgelegd; de student ontvangt hiervan een kopie. Nadere toelichting tijdens de gesprekken leert de commissie dat het kwaliteitsbewustzijn niet alleen leeft bij medewerkers, maar ook erg leeft onder de studenten. De directeur van de masteropleidingen is nadrukkelijk, zij het enigszins op de achtergrond, aanwezig bij de selectiegesprekken om te sturen waar nodig. De studieresultaten van alle studenten worden consequent bijgehouden en zijn regelmatig onderwerp van gesprek. Met het beoordelingsbeleid wordt gezamenlijk een cultuur gecreëerd van hard werken en grenzen verleggen en betrokkenen stimuleren elkaar daarin. Het commentaar van medestudenten op hun werkstukken beschouwen zij als even waardevol als het commentaar van hun docenten. Uit de gesprekken bleek ook dat medewerkers voor elkaar de beste drijfveer zijn om elkaar scherp te houden en om te presteren. NVAO Adviesrapport Gerrit Rietveld Academie 23

1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Universiteit Utrecht Utrecht 19 december 2016

1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Universiteit Utrecht Utrecht 19 december 2016 nuao F nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie 1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg datum 19 maart 2018 onderwerp Besluit instellingstoets kwaliteitszorg van de Universiteit

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016 nuao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg datum 24 oktober 2017 onderwerp Besluit instellingstoets kwaliteitszorg van de Radboud

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. : Saxion Hogeschool : Enschede, Deventer en Apeldoorn : 3 maart 2017

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. : Saxion Hogeschool : Enschede, Deventer en Apeldoorn : 3 maart 2017 nuao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Datum 12 april 2018 Onderwerp Besluit Instellingstoets Kwaliteitszorg van de Saxion

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Kwaliteit is van Iedereen ( ). Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk (2006).

Kwaliteit is van Iedereen ( ). Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk (2006). Conceptvragenlijst functioneren kwaliteitssysteem Versie diensteenheden Beschrijving opdrachtgever Paul Rupp, voorzitter Regiegroep IKZ opdrachtnemer Marco Cornelissen en Amber Verrycken link met andere

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017 Toetsing realisatie voorwaarden AD-programma Land- en Watermanagement Hogeschool Van Hall Larenstein 8 augustus 2017 NVAO Toets voorwaarden nieuwe opleiding Adviesrapport Inhoud 1 Beschrijving van de opleiding

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren Februari 2015 Inhoud 1 Training 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 4 3 Gedragscode voor opleidingsbeoordelingen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren NVAO 17 augustus 2010 Inhoud 1 Certificering 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 5 3 Gedragscode

Nadere informatie

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK)

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) De instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) is een periodieke, externe en onafhankelijke beoordeling van de interne kwaliteitszorg van een instelling. Interne kwaliteitszorg

Nadere informatie

zorgen voor kwaliteit altijd, overal en door iedereen

zorgen voor kwaliteit altijd, overal en door iedereen onze hogeschool is een op kwaliteit georiënteerde instelling voor hoger onderwijs, onderzoek en dienstverlening zorgen voor kwaliteit altijd, overal en door iedereen reflecteren PDCA-cirkel motor van verandering

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Inleiding Het onderwijs verandert. En het toezicht verandert mee. Vanaf 1 augustus 2017 houden

Nadere informatie

Almere augustus juli 2017

Almere augustus juli 2017 ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie es t. Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag Toets Nieuwe Opleiding van de Associate degree-opleiding Pedagogisch Educatief Medewerker

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE CONVENANT ASSOCIATE DEGREE 3 juli 2018 Partijen: 1. de vereniging MBO Raad, statutair gevestigd en kantoorhoudend te (3447 GM) Woerden aan het adres Houttuinlaan 6, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Training examencommissies

Training examencommissies Training examencommissies N.a.v. midterm review instellingstoets kwaliteitszorg 5 maart 2015 Linda Verbeek 1 Voorstellen Drs Scheikunde (UU) MSc Onderwijskundig ontwerp en advisering (UU) Nu: Beleidsmedewerker

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Willem-Alexander

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Willem-Alexander RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Willem-Alexander Plaats : Heerde BRIN-nummer : 10QT Onderzoeksnummer : 123722 Datum schoolbezoek : 29 september 2011 Rapport

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. VMBOK Agnieten College - Talentstad

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. VMBOK Agnieten College - Talentstad RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK VMBOK Agnieten College - Talentstad Plaats : Zwolle BRIN nummer : 02VT 02 VMBOK BRIN nummer : 02VT C7 Onderzoeksnummer : 277732 Datum onderzoek : 2 oktober 2014

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 14RC C4 BRIN nummer : 14RC 04 VMBOGT Onderzoeksnummer : 275137 Datum

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE Plaats : Kampen BRIN-nummer : 13KB Onderzoeksnummer : 119040 Datum schoolbezoek : 30 Rapport vastgesteld te Zwolle op 9

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). m ao * nederiands-viaam se accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Profielschets leden van de raad van toezicht

Profielschets leden van de raad van toezicht Profielschets leden van de raad van toezicht Competentieprofiel voor de raad van toezicht behorend bij de statuten van Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden 23 mei 2016 Preambule In het licht van good

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer : RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI School : Panta Rhei Plaats : Almere BRIN-nummer : 12QK Onderzoeksnummer : 112991 Datum schoolbezoek : 15 mei 2009 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij RK basisschool De Fontein. : 's-gravenhage

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij RK basisschool De Fontein. : 's-gravenhage RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij RK basisschool De Fontein Plaats : 's-gravenhage BRIN-nummer : 26AY Onderzoeksnummer : 124872 Datum schoolbezoek : 24 January 2012 Rapport

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE DALTONSCHOOL

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE DALTONSCHOOL DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE DALTONSCHOOL Plaats : Sommelsdijk BRIN-nummer : 23CB Onderzoeksnummer : 118017 Datum schoolbezoek : 12 Rapport vastgesteld te

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. obs De Horn

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. obs De Horn RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK obs De Horn Plaats : Wijk bij Duurstede BRIN nummer : 23DF C1 Onderzoeksnummer : 270557 Datum onderzoek : 28 januari 2014 Datum vaststelling : 17 maart 2014

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Huygens College VMBOB VMBOK Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 21ET 04 BRIN nummer : 21ET 04 VMBOB BRIN nummer : 21ET 04

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Medewerker dierverzorging Natuur en vormgeving (Specialist natuur en vormgeving)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Medewerker dierverzorging Natuur en vormgeving (Specialist natuur en vormgeving) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Edudelta Onderwijsgroep Medewerker dierverzorging Natuur en vormgeving (Specialist natuur en vormgeving) Plaats : Goes BRIN nummer : 11UL Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg wao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Datum 6 april 2018 Onderwerp Besluit Instellingstoets Kwaliteitszorg van de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Rescue Nederland. Verzorgende-IG

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Rescue Nederland. Verzorgende-IG ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Rescue Nederland Verzorgende-IG Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 29RH Onderzoeksnummer: 280253+283214 Datum onderzoek: 12 februari

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

Beleidsmedewerker Onderwijs

Beleidsmedewerker Onderwijs Horizon College Beleidsmedewerker Onderwijs Sector BMO Alkmaar C70) Afdeling Communicatie en Onderwijs (C&O) Contract: Vervanging wegens zwangerschapsverlof Periode: 1 mei 2015 tot 1 oktober 2015 Omvang:

Nadere informatie

Vrijeschool RotterdamWest

Vrijeschool RotterdamWest Vrijeschool RotterdamWest Herstelonderzoek Datum vaststelling: 15 mei 2019 Samenvatting De kwaliteit van het onderwijs hebben wij in oktober 2017 als zeer zwak beoordeeld, omdat de kernstandaarden Zicht

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Even voorstellen. Achtergrond Bedrijfskunde (UvA) en postinitieeel managementconsultancy

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede swqo r nederlands - Vlaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Christelijke Hogeschool Ede

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO Plaats : Delft BRIN nummer : 26MJ 00 PRO Onderzoeksnummer : 253466 Datum onderzoek : 15 oktober 2013 Datum vaststelling : 6 december 2013 Pagina 2 van 9

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ZADKINE. AFDELING MODE (TECHNIEK) ROTTERDAM Opleidingen niveau 2 en 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ZADKINE. AFDELING MODE (TECHNIEK) ROTTERDAM Opleidingen niveau 2 en 3 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ZADKINE AFDELING MODE (TECHNIEK) ROTTERDAM Opleidingen niveau 2 en 3 Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport

Nadere informatie

Instrument. Avans-audit op onderwijskwaliteit. Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon

Instrument. Avans-audit op onderwijskwaliteit. Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon 1 Instrument Avans-audit op onderwijskwaliteit Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon 2 Inhoud 1 De context... 4 2 De inhoud... 5 3 De uitvoering... 6 3.1 De voorbereiding...

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU Nova College te Haarlem Februari 2014 vastgesteld 29/11/2013 Plaats: Haarlem BRIN: 25PX Onderzoeksnummer: Kenmerk: 259730 4223674 Onderzoek

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Roelof van Echten College PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Roelof van Echten College PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Roelof van Echten College PRO Plaats : Hoogeveen BRIN nummer : 02VA C1 BRIN nummer : 02VA 04 PRO Onderzoeksnummer : 276718 Datum onderzoek : 26 juni 2014 Datum

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Wolfert Lyceum

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Wolfert Lyceum KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Wolfert Lyceum Plaats : Bergschenhoek BRIN nummer : 15KR 06 Onderzoeksnummer : 291988 Datum onderzoek : 25 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Bornput

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Bornput RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool De Bornput Plaats : Oostdijk BRIN nummer : 04RC C1 Onderzoeksnummer : 291981 Datum onderzoek : 14 maart 2017 Datum vaststelling : 8 mei 2017 Pagina

Nadere informatie

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker. College van bestuur Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Master in International

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. PRO Praktijkonderwijs Assen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. PRO Praktijkonderwijs Assen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO Praktijkonderwijs Assen Plaats : Assen BRIN nummer : 18BR 00 PRO BRIN nummer : 18BR C1 Onderzoeksnummer : 289192 Datum onderzoek : 21 juni 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU F. van Wetten Plaats : Beek en Donk BRIN nummer : 26CP Onderzoeksnummer : 292322 Datum onderzoek : 13 februari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Opleiding Docent Gevaarbeheersing

Opleiding Docent Gevaarbeheersing Opleiding Docent Gevaarbeheersing Opleiding Docent Gevaarbeheersing Bevindingen en oordeel 1 Inleiding Goed politieonderwijs speelt een essentiële rol bij de ontwikkeling van de deskundigheid, het vakmanschap

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool Binnen de Veste Plaats : Zierikzee BRIN nummer : 10DM C1 Onderzoeksnummer : 291696 Datum onderzoek : 14 februari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO ROC TILBURG

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO ROC TILBURG ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO ROC TILBURG Plaats : Tilburg BRIN nummer : 25LZ Onderzoeksnummer : 292536 Datum onderzoek : 18 april 2017 Datum vaststelling : 29 juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland PROFIEL Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland PublicSpirit drs. Marylin E.A. Demers Senior consultant Amersfoort, november 2015 Organisatie & context Het

Nadere informatie

Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND.

Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND. Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND. In de meta-evaluatie 2005 2006 is een aantal onderzoeken naar de stand van zaken op de School of Social Work Rotterdam gebundeld.

Nadere informatie

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK INHOUD Uitkomst onderzoek Newschool.nu te Harderwijk 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao w nederlands -vlaa m se accreditatieorganisatie sluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Juridisch medewerker van de Hogeschool van

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij r.k.b.s. Thomas van Aquino

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij r.k.b.s. Thomas van Aquino RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij r.k.b.s. Thomas van Aquino Plaats : Sneek BRIN-nummer : 07VU Onderzoeksnummer : 124713 Datum schoolbezoek : 31 januari 2012 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool De Hoeksteen

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool De Hoeksteen RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool De Hoeksteen Plaats : Groenlo BRIN-nummer : 04RJ Onderzoeksnummer : 126685 Datum schoolbezoek : 25 juni 2012 Datum vaststelling

Nadere informatie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 28 april 2017 onderwerp Besluit TN Ad-programma Online Marketing en Sales van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (005058) uw kenmerk

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

LOS VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS

LOS VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LOS VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS TE DEURNE INHOUD Uitkomst onderzoek LOS te Deurne 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 11 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Draaiboek Uitgebreide Instellingsreview. - Vlaanderen

Draaiboek Uitgebreide Instellingsreview. - Vlaanderen Draaiboek Uitgebreide Instellingsreview - Vlaanderen 2015-2017 14 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 2 2 Werkwijze instellingsreview 3 2.1 Samenstelling van de reviewcommissie 3 2.2 Planning bestuurlijk

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP MONTESSORISCHOOL SPIJKENISSE

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP MONTESSORISCHOOL SPIJKENISSE RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP MONTESSORISCHOOL SPIJKENISSE Plaats : Spijkenisse BRIN-nummer : 23UN Onderzoeksnummer : 118799 Datum schoolbezoek : 18 maart 2010 Rapport

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

Van deze scholen hebben we er voor het onderzoek 3 bezocht: ,kader en gemengd theoretische leerweg en De Einder, een school

Van deze scholen hebben we er voor het onderzoek 3 bezocht: ,kader en gemengd theoretische leerweg en De Einder, een school Samenvatting Van deze scholen hebben we er voor het onderzoek 3 bezocht:,kader en gemengd theoretische leerweg en De Einder, een school Lyceum Ypenburg Maerlant Lyceum we eerst samen, onder het kopje "Wat

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij De Floriant

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij De Floriant RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij De Floriant Plaats : Zoetermeer BRIN-nummer : 24CT Onderzoeksnummer : 125947 Datum schoolbezoek : 16 april 2012 Rapport vastgesteld te Zoetermeer

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Rotterdamse Montessorischool

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Rotterdamse Montessorischool RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Rotterdamse Montessorischool Plaats : Rotterdam BRIN-nummer : 08CK Onderzoeksnummer : 124361 Datum schoolbezoek : 22 november 2011 Rapport

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool Op De Hoeksteen

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool Op De Hoeksteen RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool Op De Hoeksteen Plaats : Hasselt BRIN-nummer : 03RD Onderzoeksnummer : 124138 Datum schoolbezoek : 31 oktober 2011 Datum vaststelling

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

Gelders Opleidingsinstituut B.V. Gelders Opleidingsinstituut B.V. Onderzoek bestuur en opleiding(en) Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 28 november 2018 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke

Nadere informatie