Bevordering van kwaliteit in de zorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bevordering van kwaliteit in de zorg"

Transcriptie

1 Bevordering van kwaliteit in de zorg De kwaliteitstaken van Zorginstituut Nederland De taken die het Zorginstituut krijgt vormen de publiekrechtelijke ondersteuning van privaatrechtelijke partijen in de zorg. Toezicht op de geleverde kwaliteit is ook een publiekrechtelijke aangelegenheid. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) treedt immers handhavend op. De kwaliteit van de feitelijke verlening van zorg is voor rekening van de zorgverleners zelf. De kwaliteit is onderdeel van de (behandel) overeenkomst die een zorgverlener heeft met zijn patiënt en eventueel met de zorgverzekeraar. De verantwoordelijkheid voor de geleverde kwaliteit is daarmee primair een privaatrechtelijke aangelegenheid. Om een totaalplaatje te schetsen van wat het Zorginstituut straks zal gaan doen bespreek ik in hoofdstuk 2 kort de belangmr. M. van Dijen - Marco van Dijen is juridisch adviseur bij het College voor zorgverzekeringen (binnenkort Zorginstituut Nederland). Hij heeft dit artikel op persoonlijke titel geschreven. Dit artikel is eerder verschenen in: PS Documenta 2013, afl. 3.- p (PS Documenta 2013/35), Uitgeverij Kluwer, Deventer 1. Inleiding Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) wordt omgevormd tot Zorginstituut Nederland. Voor de kwaliteitstaken die het Zorginstituut gaat verrichten wordt het Zorginstituut ook wel aangeduid als Kwaliteitsinstituut. Het Zorginstituut gaat werken aan meer transparantie van de kwaliteit van zorg. Daarmee wordt bedoeld dat het Zorginstituut duidelijk maakt wat onder goede zorg wordt verstaan en inzichtelijk maakt of en waar die goede zorg wordt verleend 1. Door transparantie te bieden over de zorg kan de kwaliteit van zorg verbeteren. Deze transparantie stoelt in beginsel op twee pijlers. De eerste pijler bestaat uit een openbaar register waarin het Zorginstituut professionele standaarden en meetinstrumenten opneemt. Daarmee wordt inzichtelijk wat kwaliteit is. De tweede pijler bestaat uit het inzichtelijk maken van informatie over welke kwaliteit waar wordt geleverd. Het Zorginstituut verkrijgt deze informatie, omdat zorgaanbieders verplicht worden kwaliteitsinformatie te leveren op basis van de in het openbaar register opgenomen meetinstrumenten. Dit artikel gaat in op de taken en bevoegdheden die het Zorginstituut op het gebied van de kwaliteit van zorg zal uitvoeren, zoals beschreven in een wijzigingsvoorstel (hierna: het wetsvoorstel) 2 van de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) 3. Het Zorg in stituut zal bij invoering van het wetsvoorstel dezelfde rechtspersoon zijn als het CVZ 4. Het Zorginstituut zet de al bestaande taken van het CVZ voort. Deze taken zijn op dit moment (voornamelijk) in de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) geregeld. Ook de nieuwe taken van het Zorginstituut zullen in de Zorgverzekeringswet zijn geregeld. Het CVZ treft op dit moment al voorbereidingen om de invoering van het wetsvoorstel per 1 juli 2013 mogelijk te maken 5. Het CVZ neemt daartoe de werkzaamheden over van een aantal organisaties, dat zich al met de kwaliteit van zorg bezighield. Enkele taken van het Centrum Klantervaringen Zorg (CKZ) zijn per 1 januari 2013 in het CVZ geïntegreerd. De Regieraad Kwaliteit van Zorg, het Coördinatieplatform Zorgstandaarden, delen van het programma Zichtbare Zorg en de website kiesbeter.nl van het RIVM zullen in het Zorginstituut opgaan als het wetsvoorstel in werking treedt. Zij werken vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet al samen bij het CVZ. Door het samenvoegen van deze organisaties in het Zorginstituut wordt de bestaande versnippering van taken op het gebied van kwaliteit en transparantie van zorg ongedaan gemaakt. Duidelijk is dat het onderwerp kwaliteit van zorg niet iets nieuws is. De organisaties die in het Zorginstituut opgaan hebben al het nodige bereikt op dit gebied. Uit het oog moet daarbij niet worden verloren dat de beroepsgroepen en andere betrokkenen zelf ook al jaren aan de weg timmeren om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

2 rijkste taken die het CVZ op grond van de Zvw op dit moment al uitvoert en die het Zorginstituut blijft uitvoeren. De focus van dit artikel ligt echter op de nieuwe kwaliteitstaken van het Zorginstituut. Die komen in hoofdstuk 3 aan de orde. In de daarop volgende hoofdstukken licht ik een aantal onderwerpen in verband met de kwaliteitstaken kort toe. Zo ga ik in op de begrippen professionele standaard en meetinstrument, de gebondenheid van partijen daaraan, pakketbeheer versus kwaliteit en de rol van de zorgverzekeraars. Ik besluit dit artikel met een korte conclusie. 2. Huidige taken van het CVZ worden de taken van het zorginstituut De Zvw regelt op dit moment de verhouding tussen de zorgverzekeraar en de cliënt als verzekerde. De Zvw creëert publieke randvoorwaarden voor de beschikbaarheid en toegang van zorg voor de burger. Zo zijn zorgverzekeraars verplicht iedere ingezetene onder gelijke voorwaarden te accepteren voor de door hen aangeboden zorgverzekeringen. Door specifieke bepalingen op te nemen over de rechten en plichten over en weer tussen verzekeringsplichtige burgers en zorgverzekeraars vormt de Zvw een bijzondere wet ten opzichte van het bepaalde in boek 7, titel 17 BW (Bijzondere overeenkomsten: Verzekering). De taken die het Zorginstituut op grond van de Zvw zal blijven uitvoeren zijn onderdeel van de publieke randvoorwaarden die de toegankelijkheid van de zorgverzekering borgen. 2.1 Pakketbeheer Voor burgers kunnen grenzen in zicht komen als zij hoge zorgverzekeringspremies moeten betalen. Medeburgers kunnen bijvoorbeeld als gevolg van hun leefstijl van bepaalde voorzieningen uit het basispakket meer dan evenredig gebruik maken 6. De solidariteit die aan het stelsel ten grondslag ligt komt zo in gevaar. Als pakketbeheerder 7 stelt het CVZ zich ten doel om de burger een duurzame toegang tot de wettelijke zorgverzekeringen en een passende inhoud van het wettelijk verzekerde basispakket te garanderen. Bij onduidelijkheid over de precieze inhoud ervan legt het CVZ in zogeheten standpunten (duidingen) vast welke zorg tot het basispakket behoort. Daarnaast brengt het CVZ adviezen uit aan de minister van VWS over de kwaliteit, toegang en betaalbaarheid van het basispakket Risicoverevening en fondsbeheer Om de acceptatieplicht door zorgverzekeraars als publieke randvoorwaarde te kunnen garanderen voert het CVZ de risicoverevening uit 9. Het CVZ verdeelt de inkomensafhankelijke bijdrage (premie) onder zorgverzekeraars door hen ieder jaarlijks een vereveningsbijdrage toe te kennen. Deze bijdrage is gebaseerd op specifieke (gezondheids)kenmerken van de individuele verzekerde. Hiermee wordt voorkomen dat zorgverzekeraars aan risicoselectie doen. De verdeling van de premies moet zodanig plaatsvinden dat zij onder gelijke voorwaarden met elkaar kunnen concurreren. Het CVZ beheert en administreert alle inkomsten en uitgaven uit het Zorgverzekeringsfonds 10 en het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten 11. Inkomsten zijn onder meer de inkomensafhankelijke premies Zvw en AWBZ, uitgaven zijn onder meer de vereveningsbijdragen voor zorgverzekeraars en de kosten van zorg in de AWBZ. 2.3 Regelingen voor specifieke groepen Ten slotte voert het CVZ ook de zogenoemde onverzekerdenregeling en wanbetalersregeling uit 12. De onverzekerdenregeling moet voorkomen dat verzekeringsplichtigen onverzekerd blijven. Middels een boetesysteem en het alsnog verplicht bij een zorgverzekeraar onderbrengen van onverzekerden tracht het CVZ verzekeringsplichtigen te weerhouden van free rider gedrag dat het draagvlak voor de Zvw ondermijnt. Voor verzekeringsplichtigen die hun premie niet betalen (wanbetalers) neemt het CVZ na zes maanden premieachterstand het incassorisico van de zorgverzekeraar over. Daarmee wordt voorkomen dat de zorgverzekeraar verzekeringsplichtigen royeert. Verder voert het CVZ de regelingen voor zogenoemde verdragsgerechtigden, de gemoedsbezwaarden voor de zorgverzekering en de onverzekerbare vreemdelingen uit 13. Deze regelingen moeten er voor zorgen dat bijzondere groepen die niet verzekeringsplichtig zijn niet verstoken blijven van de toegang tot (noodzakelijke) zorg. 3. Nieuwe kwaliteitstaken van het zorginstituut: het kwaliteitsinstituut Als gezegd is het doel van het wetsvoorstel te komen tot een eenduidig kader dat aangeeft wat wordt verstaan onder goede zorg en dat inzichtelijk maakt of en waar die goede zorg wordt verleend. Transparantie over zorg is ook van belang voor de werking van de zorgmarkten. Om dit te bereiken krijgt het Zorginstituut een aantal nieuwe wettelijke taken. Onder veldpartijen is het begrip Kwaliteitsinstituut gangbaar. Hierna zal ik daarom spreken over het Kwaliteitsinstituut als het gaat over de nieuwe wettelijke kwaliteitstaken van het Zorginstituut. De Memorie van Toelichting verstaat onder goede zorg: zorg van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is, tijdig wordt verleend, is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en waarbij personen die de zorg verlenen, handelen in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hen geldende professionele standaard 14. Het Kwaliteitsinstituut zal het leveren van goede zorg en transparantie daarover ondersteunen door het opstellen van een meerjarenagenda, het toetsen van professionele standaarden en het inrichten van een openbaar register. Hieronder ga ik daar nader op in. 3.1 Meerjarenagenda, toetsingskader, openbaar register en de Adviescommissie Kwaliteit De wet stelt centraal dat het Kwaliteitsinstituut een openbaar register bijhoudt waarin het op voordracht van organisaties van cliënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars (veldpartijen) gezamenlijk dan wel op voordracht van de Adviescommissie Kwaliteit professionele standaarden en meetinstrumenten opneemt. Op de begrippen professionele standaard en

3 meetinstrumenten kom ik in hoofdstuk 4 en 5 terug. Het Kwaliteitsinstituut stelt op grond van de wet een beleidsregel op waarin is opgenomen waaraan professionele standaarden moeten voldoen. Dat doet het Kwaliteitsinstituut ook voor meetinstrumenten. Deze beleidsregel noemt men het Toetsingskader. Het Kwaliteitsinstituut gebruikt het Toetsingskader om te beoordelen of het een professionele standaard kan aanmerken als een verantwoorde beschrijving van de kwaliteit van een specifiek zorgproces. Als een professionele standaard of een meetinstrument aan het Toetsingskader voldoet neemt het Kwaliteitsinstituut deze op in het openbaar register. De eisen die het Toetsingskader stelt aan professionele standaarden zullen procedureel georiënteerd zijn. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan eisen van handhaafbaarheid, voldoende betrokkenheid van alle partijen, consistentie met andere standaarden, het hebben van een voorkeursoptie voor de meest doelmatige zorg bij een bepaalde indicatie 15. Het wetsvoorstel bepaalt dat het Kwaliteitsinstituut een Adviescommissie Kwaliteit heeft. Deze Adviescommissie zal bestaan uit maximaal 15 leden met inhoudelijke deskundigen die op persoonlijke titel deelnemen. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wcz is er op dit moment al een tijdelijke Adviescommissie Kwaliteit bij het CVZ actief 16. De Adviescommissie speelt onder meer bij het opstellen van een meerjarenagenda en werkprogramma van het Kwaliteitsinstituut een belangrijke rol. In de meerjarenagenda neemt het Kwaliteitsinstituut op voor welke vormen van zorg het ontwikkelen van een professionele standaard of een meetinstrument prioriteit heeft. De meerjarenagenda komt tot stand op voordracht van veldpartijen. Het Kwaliteitsinstituut stelt vast wanneer de professionele standaarden door de betreffende veldpartijen bij het Kwaliteitsinstituut moeten zijn aangeboden. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat de meerjarenagenda als ontwikkelagenda niet impliceert dat de veldpartijen gevraagd wordt om hun inspanningen te beperken tot de onderwerpen die daarin staan; integendeel. Het betekent wel dat de te ontwikkelen professionele standaarden en meetinstrumenten prioriteit hebben en afgestemd zijn op de ontwikkelcapaciteit van veldpartijen en de ondersteuningsmogelijkheden van het Kwaliteitsinstituut 17. Indien de professionele standaard of het meetinstrument niet volgens het vastgestelde tijdschema in de meerjarenagenda is aangeboden of aangepast kan het Kwaliteitsinstituut de Adviescommissie verzoeken zelf voor het opstellen van een professionele standaard te zorgen. De Adviescommissie overlegt dan wel eerst met de veldpartijen over de op te stellen of aan te passen professionele standaarden of meetinstrumenten 18. Het Kwaliteitsinstituut krijgt aldus doorzettingsmacht. Daar waar veldpartijen in gebreke blijven om een professionele standaard of een meetinstrument aan te leveren kan het Kwaliteitsinstituut deze zelf vaststellen en plaatsen in het openbare register. Deze doorzettingsmacht geldt uitdrukkelijk als ultimum remedium. Dit blijkt op diverse plaatsen in de Memorie van Toelichting, maar ook elders in de Kamerstukken: Het uitgangspunt van de regering is zelfregulering waar het kan en wettelijke regels waar het moet. Het ontwikkelen van professionele standaarden op basis waarvan wordt ingevuld wat de (open) wettelijke norm van goede zorg inhoudt voor specifieke aandoeningen vindt deze regering in de eerste plaats een taak voor het veld. 19 Uit het vorenstaande blijkt dat het de veldpartijen zelf zijn die de professionele standaarden inhoudelijk moeten ontwikkelen en bijhouden. De wetgever regelt dat deze partijen gezamenlijk tot een voordracht aan het Kwaliteitsinstituut komen. Hoe veldpartijen tot de aangeboden professionele standaard komen laat de wetgever aan hen zelf over. Uit het feit dat veldpartijen dit gezamenlijk moeten doen blijkt dat er sprake moet zijn van consensus aldus de Memorie van Toelichting 20. Gelet op deze uitgangspunten moet de rol van het Kwaliteitsinstituut dus vooral een ondersteunende zijn. Indien dat toch nodig blijkt, kan het Kwaliteitsinstituut zelf het heft in handen nemen. Het Kwaliteitsinstituut zal daar zeer terughoudend in zijn. Overigens bleek tijdens de Kamerbehandeling dat er onduidelijkheid bestond over wie nu eigenlijk de veldpartijen zijn die de professionele standaard moeten opstellen en aanbieden. Het Kamerlid Leijten ging er namelijk van uit dat met zorgaanbieders wordt bedoeld: instellingen of ziekenhuizen. Naar mijn mening is het ondenkbaar dat het Kwaliteitsinstituut de interpretatie van het Kamerlid Leijten zou hanteren. Zonder de professionele inbreng van de beroepsorganisaties zou een professionele standaard maar weinig om het lijf hebben 21. De minister verklaarde in het Kamerdebat dat onder zorgaanbieders wordt verstaan: beroepsorganisaties van artsen, verpleegkundigen en verzorgenden, inclusief wetenschappelijke verenigingen. Dit blijkt volgens de minister ook uit de Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel. De minister stelt dat, nu zij dit in de Kamerbehandeling heeft verklaard, haar uitleg onderdeel van de wetsgeschiedenis is en dus als zodanig geldt 22. Daar valt nog wel iets over te zeggen. De minister verwijst terecht naar de Memorie van Toelichting. Maar belangrijker is dat de tekst van het wetsvoorstel duidelijk stelt dat de professionele standaard moet worden aangeboden door organisaties van cliënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars gezamenlijk. De nadruk ligt op het begrip organisaties. Daaronder kunnen dus ook de wetenschappelijke verenigingen en beroepsorganisaties van zorgverleners worden begrepen. Vermelding dient nog dat de professionele standaarden niet alleen over de cure (Zvw) gaan, maar ook over de care (AWBZ). In de praktijk blijkt dat voor de cure al veel is gebeurd in de afgelopen jaren. Op de meerjarenagenda van het CVZ, die uitdrukkelijk in overleg met veldpartijen tot stand is gekomen, staan de onderwerpen waaraan in 2013 al wordt gewerkt. Het gaat om obesitas bij kinderen, chronisch nierfalen,

4 hartfalen, polyfarmacie, astma en COPD en multi-/comorbiditeit 23. Daarnaast voert het CVZ een aantal pilots uit ter voorbereiding van de nieuwe taken. Deze pilots gaan over bijvoorbeeld dementie en depressie. In de Tweede Kamer is gesteld dat het Kwaliteitsinstituut zijn aandacht nog meer op de care moet richten. De ontwikkeling van professionele standaarden is daar namelijk in aantal nog niet zo ver gevorderd als in de cure 24. In de care bestaan de beroepsgroepen vooral uit verpleegkundigen en verzorgenden. Dat brengt met zich mee dat professionele standaarden een andersoortige inhoud zullen hebben. Het ontbreken van standaarden wil overigens nadrukkelijk niet zeggen dat in de care geen kwaliteit wordt geleverd. 3.2 Transparantie Met het opnemen van professionele standaarden in een openbaar register registreert het Kwaliteitsinstituut enerzijds concreet wat onder goede zorg wordt verstaan. Anderzijds maakt het de omschrijving van goede zorg daarmee ook transparant. Een centraal openbaar register gaat versnippering van informatie tegen. Daarnaast ondersteunt transparantie het toezicht door de IGZ, omdat de IGZ met het openbaar register een set veldnormen ter beschikking krijgt. Met het amendement Mulder 25 is verder nog uitdrukkelijk bepaald dat het Kwaliteitsinstituut de verspreiding van goede voorbeelden op het gebied van patiëntveiligheid moet bevorderen. De gedachte is dat veel innovatieve kennis op het gebied van patiëntveiligheid een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van zorg kan leveren. Deze kennis is nu bij individuele ziekenhuizen beschikbaar, maar niet wijdverspreid. Het Kwaliteitsinstituut zal uitdrukkelijk aandacht hebben voor de patiëntveiligheid bij het registreren van professionele standaarden. Professionele standaarden en inzicht in de verschillen van zorg tussen de zorgaanbieders kunnen behulpzaam zijn bij het terugdringen van ongewenste praktijkvariatie aldus de regering 26. Om voor een ieder inzichtelijk te maken of en waar goede zorg wordt verleend krijgt het Kwaliteitsinstituut nog een andere taak. Het Kwaliteitsinstituut zal informatie over de kwaliteit van verleende zorg verzamelen, samenvoegen en beschikbaar maken, met het oog op het recht van de cliënt een weloverwogen keuze te kunnen maken tussen verschillende zorgaanbieders. Zorgaanbieders worden verplicht deze informatie te rapporteren overeenkomstig de in het openbare register opgenomen meetinstrumenten. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zal toezien op de aanlevering van de informatie en kan bij het in gebreke blijven van zorgaanbieders dwangmiddelen inzetten. Hiertoe wordt de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) aangepast 27. De taak om de kwaliteit van zorg transparant te maken zal (onder meer) uitmonden in een voor iedereen begrijpelijke website. De website kiesbeter.nl wordt daartoe omgebouwd Ondersteunende taken In het verlengde van de wettelijke taken krijgt het Kwaliteitsinstituut de opdracht om een ondersteunende en stimulerende rol te hebben voor veldpartijen. Dit zal het Kwaliteitsinstituut doen door ondersteuning te bieden bij de implementatie van professionele standaarden, innovaties en best-practices, waaronder het meewerken aan ontwikkel-, verbeter- en stimuleringsprogramma s op het gebied van kwaliteit, veiligheid dan wel doelmatigheid van zorg 29. Ook hier blijkt dat de rol van het Kwaliteitsinstituut vooral ondersteunend aan het veld en de markt moet zijn. 3.4 Beroepen- en opleidingenstructuur Ten slotte verdient nog vermelding dat het Zorginstituut als wettelijke taak krijgt het rapporteren over gewenste vernieuwingen en verbeteringen van de opleidingen- en beroepenstructuur in de zorg en het signaleren van ontwikkelingen op dit terrein 30. Het Zorginstituut krijgt verantwoordelijkheid voor het initiëren van activiteiten gericht op het stimuleren dan wel ondersteunen van de beroepsgroepvorming en professionalisering van beroepen in de langdurige zorg. 4. Professionele standaarden en meetinstrumenten nader beschouwd 4.1. Professionele standaarden Uit het vorenstaande blijkt dat kwaliteit van zorg en goede zorg centrale begrippen zijn in het wetsvoorstel. De regering stelt dat kwaliteit breed moet worden gedefinieerd, het gaat niet alleen om klinische effectiviteit en doelmatigheid van zorg, maar ook om cliëntgerichtheid, respectvolle bejegening en goede zorgverlener-cliëntcommunicatie. Kwaliteit van zorg heeft het cliëntperspectief als uitgangspunt 31. Het begrip kwaliteit sluit daarmee aan op de omschrijving van goede zorg. De wettelijke definitie van het begrip professionele standaard in het wetsvoorstel gaat uit van het cliëntperspectief. Professionele standaarden zijn: richtlijnen, modules, normen, zorgstandaarden dan wel organisatiebeschrijvingen die betrekking hebben op het gehele zorgproces of een deel van een specifiek zorgproces en die vastleggen wat noodzakelijk is om vanuit het perspectief van de cliënt goede zorg te verlenen. 32 De Memorie van Toelichting stelt dat, door uit te gaan van het cliëntperspectief, de professionele standaard het integrale zorgproces zal beschrijven, inclusief het gebruik van genees- en hulpmiddelen en de wijze waarop informatieoverdracht tussen de verschillende schakels in de ketens plaatsvindt. De verschillende onderdelen hoeven niet altijd (geheel) deel uit te maken van een professionele standaard. Dit is afhankelijk van de complexiteit van de zorgvraag. Dat aan deze wettelijke definitie haken en ogen zitten blijkt bijvoorbeeld uit de beschouwing die Gevers en Ploem hierover geven. Zij wijzen er op dat de definitie afwijkt van wat in de literatuur gangbaar is en stellen zich de vraag of de definitie nog wel de standaard van de beroepsgroep is. De invloed van andere groepen (cliënten en zorgverzekeraars) kan tot verwarring leiden. Juist omdat binnen de brede definitie van de wet ook elementen vallen die bij uitstek des professionals zijn, zoals richtlijnen voor goed beroepsmatig handelen in relatie tot een bepaalde hulp

5 vraag, is de inbreng van andere betrokken partijen discutabel of zelf problematisch 33. Ook de Raad van State heeft kritiek. De Raad wijst erop dat door de nadruk te leggen op het cliëntperspectief onvoldoende recht wordt gedaan aan de betekenis van de professionele standaard als norm voor het handelen van een zorgverlener in een specifieke situatie en zijn deskundige inbreng bij de totstandkoming er van 34. Hier wijs ik er nog op dat het begrip professionele standaard in artikel 7:453 Burgerlijk Wetboek (BW) een belangrijke rol speelt. De hulpverlener moet op grond van die bepaling bij zijn werkzaamheden handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid die voortvloeit uit de voor hem geldende professionele standaard. De professionele standaard uit het BW omvat meer dan alleen beschreven instrumenten als richtlijnen, zorgstandaarden en normen. In de literatuur omvat deze professionele standaard enerzijds de medisch wetenschappelijke inzichten en de ervaring die de beroepsgroep met medische handelingen heeft opgedaan, ook wel de medisch professionele standaard genoemd en anderzijds omvat de professionele standaard de rechten van de patiënt en andere maatschappelijke regelingen die op de hulpverlening van toepassing zijn 35. Het is voorstelbaar dat het nieuwe begrip professionele standaard vooral bij de beroepsgroepen voor discussie zorgt. Zoals Gevers en Ploem stellen suggereert de terminologie dat het om een standaard van de professie gaat. Dat veldpartijen als zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties als gevolg van het wetsvoorstel met een doorslaggevende stem op de medische inhoud bepalen wat goed beroepsmatig handelen is, is mijns inziens echter niet voorstelbaar. Het is immers bij uitstek de beroepsgroep die vanuit zijn deskundigheid bepaalt wat de medische inhoud van de standaard van het professioneel handelen moet zijn. Dat is nu al zo en zal in de toekomst niet anders zijn. Bovendien kan die deskundigheid naar mijn mening nooit anders dan gericht zijn op het perspectief van de cliënt, omdat die deskundigheid altijd als uitgangspunt klinische effectiviteit, doeltreffendheid en veiligheid van zorg zal hebben. Het cliëntperspectief betekent dat professionals moeten weten wat een cliënt onder goede zorg verstaat. Van belang is hierbij dat de Memorie van Toelichting 36 stelt dat, hoewel alle partijen betrokken moeten zijn, dit niet per se betekent dat alle partijen bij elke stap van het proces aanwezig zijn of inbreng hebben. Hieruit volgt dat de wetgever ook de bedoeling heeft om daar waar de professionals de kennis hebben zij ook de grootste inbreng hebben en niet andere partijen. Het is natuurlijk wel zo dat het wetsvoorstel uitgaat van een gezamenlijk door alle veldpartijen aanbieden van de professionele standaard. Hieruit blijkt dat er consensus moet bestaan. Alle partijen moeten dus wel op de een of andere wijze instemmen met de aangeboden professionele standaard, ieder werkend vanuit zijn eigen perspectief. Een goed voorbeeld van deze werkwijze waarbij het cliëntenperspectief al een rol speelde is de huidige Zorgstandaard voor COPD. Deze zorgstandaard is bedoeld om ketenzorg mogelijk te maken en wordt onderschreven door patiënten-, beroeps- en brancheverenigingen, fondsen, bedrijven en andere organisaties die bijdragen aan preventie en behandeling van chronische longziekten. 37 Ten slotte voorziet de wetgever nog in een wijziging van artikel 7:453 BW door toe te voegen dat de hulpverlener moet handelen overeenkomstig de professionele standaard waaronder de overeenkomstig artikel 66b van de Zorgverzekeringswet in het openbaar register opgenomen voor hem geldende professionele standaard 38. Hieruit volgt dat de wetgever rekening lijkt te houden met de bredere interpretatie van het begrip professionele standaard in de literatuur en de praktijk. De wetgever geeft zich er rekenschap van dat het Kwaliteitsinstituut alleen die professionele standaarden opneemt die overeenkomstig de definitie van de Zorgverzekeringswet zijn beschreven en aangeboden. Mijn conclusie is dat de wetgever naast de definitie van professionele standaard, zoals die tot op heden al gebruikelijk is, een nieuwe definitie heeft neergezet. Deze definities kunnen naast elkaar bestaan. Het Kwaliteitsinstituut zal hier in zijn communicatie wel rekening moeten houden. Het zal even wennen zijn Meetinstrumenten Wat wil een cliënt weten over de mogelijkheden van zorg die passen bij zijn zorgvraag? Bij deze vraag past niet alleen dat de wetgever voorschrijft dat het Kwaliteitsinstituut professionele standaarden opneemt in het openbaar register, maar ook dat het daarin meetinstrumenten opneemt. Een meetinstrument is een middel waarmee men adequate informatie verkrijgt over de kwaliteit van de geleverde zorg. Het betreft landelijk opgestelde kwaliteitsindicatoren en gevalideerde vragenlijsten. De veldpartijen bieden ook de meetinstrumenten gezamenlijk aan het Kwaliteitsinstituut aan. Ook hier geldt dat als veldpartijen niet meewerken aan het opstellen van meetinstrumenten het er toe kan leiden dat het Kwaliteitsinstituut zijn bevoegdheden inzet om zelf meetinstrumenten te laten ontwikkelen en vast te stellen en in het register op te nemen (doorzettingsmacht). Als gezegd zal het Kwaliteitsinstituut al het mogelijke doen om partijen eerst tot elkaar te brengen en deze bevoegdheid slechts als uiterste redmiddel inzetten. Door de publicatie van de uitkomsten van de meetinstrumenten biedt het Kwaliteitsinstituut transparantie over de kwaliteit van feitelijk geleverde zorg. Daarmee kan de vraag van de cliënt worden beantwoord over wat hij wil weten over de mogelijkheden van zorg die bij zijn zorgvraag passen. Daarnaast komt er informatie voor zorgverzekeraars beschikbaar voor hun zorginkoop. En last but not least ook voor de zorgaanbieders zelf is het van belang te weten wat de resultaten van de gebruikte meetinstrumenten zijn.

6 4.3. Reikwijdte Kwaliteitsinstituut Het Kwaliteitsinstituut zal zijn taken uitvoeren voor zorg die onder de AWBZ en de Zvw wordt aangeboden en voor de handelingen op het gebied van de gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 van de Wet Big 39. Daarmee komt het grootste deel van de in Nederland verleende zorg binnen de reikwijdte van het Kwaliteitsinstituut. De Memorie van Toelichting sluit echter Wmo-zorg uit 40. In de Tweede Kamer leidde dit tot vragen. Met name gelet op de plannen om een deel van de AWBZ-zorg over te hevelen naar de Wmo. De Staatssecretaris van VWS stelt daarover dat niet de wijze waarop de zorg wordt gefinancierd centraal staat bij het beschrijven van wat goede zorg is. Hij stelt dat de kwaliteitseisen die aan de beroepsgroep worden gesteld dezelfde zullen zijn, ook als men in het kader van de Wmo werkt 41. De Staatssecretaris legt de wettekst ruim uit en relativeert de uitsluiting van Wmo zorg in de Memorie van Toelichting. De motie Van der Staaij stelt dat uitbreiding van de reikwijdte naar de Wmo een belangrijke meerwaarde kan hebben voor de organisatie van informele zorg. Professionele standaarden kunnen een nuttig instrument zijn voor gemeenten om zorg in te kopen en te controleren 42. De motie verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken om de reikwijdte van de wet uit te breiden naar de (vanuit de AWBZ) over te hevelen domeinen in de Wmo. Vooralsnog is er geen volledige duidelijkheid over de reikwijdte van de kwaliteitstaak. Een doel van het wetsvoorstel is versnippering van transparantie over kwaliteit tegen te gaan. Naar mijn mening zal het Kwaliteitsinstituut daarom zijn bevoegdheden zo ruim mogelijk moeten opvatten. 5. Gebondenheid partijen aan professionele standaarden en meetinstrumenten 5.1 Gebondenheid aan professionele standaarden Veldpartijen moeten volgens het wetsvoorstel gezamenlijk de professionele standaard aan het Kwaliteitsinstituut aanbieden. In de huidige praktijk van professionele standaarden komt het regelmatig voor dat veldpartijen met elkaar afspreken dat zij deze zullen autoriseren. Daarmee geven zij aan dat zij het met de inhoud van de zorgstandaard eens zijn 43. Met de komst van het Kwaliteitsinstituut hoeft deze praktijk niet te veranderen. Veldpartijen zijn niet verplicht formeel te autoriseren, zij kunnen ook andere afspraken maken over wanneer zij een professionele standaard aan het Kwaliteitsinstituut aanbieden. Bijvoorbeeld als bij meerderheid van stemmen partijen het met de inhoud eens zijn 44. Het Kwaliteitsinstituut zal procedures moeten ontwikkelen die toetsen of de professionele standaard in gezamenlijkheid is aangeboden. Het Kwaliteitsinstituut zal er daarbij aandacht voor hebben dat de instemming door de relevante veldpartijen op een geordende manier is verlopen. Zorgverleners zullen uiteindelijk de professionele standaard in hun praktijk hanteren. Als er geen reden is om van de standaard af te wijken zijn zij er aan gehouden. De wetgever gaat er van uit dat de IGZ ook betrokken is bij het proces van aanbieden van de professionele standaard aan het Kwaliteitsinstituut. Dat is ook logisch omdat de IGZ de professionele standaard zal gebruiken voor haar toezicht. Dat zal de gebondenheid van de zorgverleners aan die standaard versterken. Professionele standaarden die (nog) niet in het openbaar register zijn opgenomen, maar wel (al) de norm binnen de beroepsgroep vormen, binden op die grond overigens ook al. De IGZ zal ook die standaarden handhaven. Het Kwaliteitsinstituut zal bij zijn procedures rekening moeten houden met de rol van de IGZ. De professionele standaard geeft volgens de Memorie van Toelichting weer wat goede zorg is op het niveau van een gemiddelde groep cliënten 45. Het bestaan van een professionele standaard ontslaat de zorgverlener daarmee niet van de verplichting zorg op maat aan te bieden waar dat nodig is. De professionele standaard is een maatstaf voor goede zorg vanuit het cliëntenperspectief. Dat perspectief brengt dus ook met zich mee dat de zorgverlener gemotiveerd afwijkt van de standaard als dat in het belang van de cliënt is. De zorgverlener zal zijn cliënt moeten informeren over het afwijken van de standaard en daar zo nodig ook over moeten overleggen. Het vorenstaande volgt ook uit artikel 7:453 BW. Het bestaan van een openbaar register an sich brengt dus niet met zich mee dat een zorgaanbieder uitsluitend gebonden is aan de hierin opgenomen professionele standaarden. De zorgaanbieder is aan veel meer gebonden dan wat het Kwaliteitsinstituut in het openbaar register kan opnemen. Het register is er om transparantie te bieden over de kwaliteit van zorg en daarmee de kwaliteit van de geboden zorg op een hoger niveau te tillen. Professionele standaarden uit het register gelden als veldnorm. Het opnemen van een professionele standaard in het openbaar register geldt niet als algemeen verbindend voorschrift of besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht 46. Zonder register zou een zorgaanbieder ook gehouden zijn zich te houden aan de (medisch professionele) standaarden, richtlijnen en normen die de beroepsgroep zich zelf stelt en eventueel afspreekt met andere partijen. 5.2 Gebondenheid aan meetinstrumenten Zoals hiervoor al beschreven hebben zorgaanbieders een wettelijke verplichting om informatie aan het Kwaliteitsinstituut te leveren op basis van de meetinstrumenten opgenomen in het register van het Zorginstituut. Als de beroepsgroepen met de meetinstrumenten instemmen en veldpartijen overgaan tot het aanbieden van een meetinstrument committeren de beroepsgroepen zich daaraan. Als zorgaanbieders niet meewerken aan het aanleveren van de informatie op basis van meetinstrumenten kan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hierop handhaven. De NZa kan dan aanwijzingen geven, een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete opleggen op grond van de Wmg 47.

7 6. Pakketbeheer is niet hetzelfde als transparantie over kwaliteit van zorg De uitbreiding met kwaliteitstaken past inhoudelijk bij de bestaande taken van het huidige CVZ. Die taken raken immers ook aan de publieke belangen toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Het gaat daarbij onder meer om de inhoudelijke advisering over het pakket en de uitleg van het verzekerde pakket 48, aldus de minister. De verwachting is dat er een synergetisch effect uitgaat van het samenvoegen van de kwaliteitstaak bij al bestaande taken van het CVZ 49. Het samenvoegen van de taken mag er niet toe leiden dat louter verzekeringsmotieven een rol spelen bij de vraag wat goede zorg is 50. Uit de Kamerbehandeling van het wetsvoorstel blijkt dat de Kamer eist dat de scheiding van deze twee taken gewaarborgd is. De minister reageert op die eis met de stelling dat kennisuitwisseling wel kan, maar dat het beleid en beheer absoluut gescheiden moeten zijn 51. Het scheiden van de taken blijkt mijns inziens ook uit het wetsvoorstel zelf. Het lidmaatschap van de Adviescommissie Kwaliteit is namelijk onverenigbaar met het lidmaatschap van de Raad van Bestuur van het Zorginstituut en de Adviescommissie Pakket 52. Bij pakketbeheer gaat het om de vraag of zorg behoort tot het wettelijk pakket. Bij de kwaliteitstaak van het Kwaliteitsinstituut gaat het om het bieden van transparantie over kwaliteit. Het amendement Agema benadrukt dat de twee taken verschillend zijn door er op te wijzen dat het Toetsingskader louter procedurele eisen mag stellen. Omdat het Toetsingskader geen eisen stelt aan de inhoud van de standaard zelf, kan en mag het Kwaliteitsinstituut een professionele standaard niet weigeren wanneer zij het niet eens is met de opgenomen behandeling, bijvoorbeeld omdat die te duur is. 53. Het openbaar register met professionele standaarden is niet bepalend voor de beantwoording van de vraag wat er onder het verzekerde pakket valt. In het register kan zorg zijn opgenomen die niet tot het pakket behoort. Andersom kan zorg die niet in het register is opgenomen tot het pakket behoren. Zo is voorstelbaar dat het Kwaliteitsinstituut in het openbaar register professionele standaarden voor plastische chirurgie opneemt. Plastische chirurgie is zorg die onder de Wet Big valt. Voor veel aangeboden plastische chirurgie geldt doorgaans echter dat het geen zorg betreft die onder de AWBZ of de Zvw wordt vergoed. Overigens kan de informatie over zorg die is opgenomen in het openbaar register behulpzaam zijn als informatie voor het definiëren van prestaties in de zorgsector die onderwerp van contract zijn tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De prestaties bepalen de inhoud van de zorg die onder het verplicht verzekerde pakket valt en die door de pakketbeheerder als gepaste zorg wordt omschreven. Dat het register informatie ten behoeve van het definiëren van prestaties bevat lijkt niet meer dan logisch. Immers het openbaar register omvat alleen professionele standaarden die goede zorg garanderen. De pakketbeheerder zal (adviseren) uitsluitend goede zorg tot het pakket toe (te) laten. Daarmee is echter nog niet gezegd dat wat in de professionele standaard staat ook onder het verzekerde pakket valt. Het beheren van het verzekerde pakket omvat meer dan het vaststellen van wat (kwalitatief) goede zorg is. 7. Zorgverzekeraars Zorgverzekeraars zijn volgens de wet ook als (veld)partij betrokken bij het tot stand komen van professionele standaarden. Op grond van de AWBZ en Zvw hebben zij vanuit twee invalshoeken belang bij de kwaliteit van de zorgverlening. Enerzijds moet de zorg die zorgverzekeraars voor hun verzekerden hebben ingekocht van goede kwaliteit zijn. Verzekerden kunnen hun zorgverzekeraar daarop aanspreken. In het geval van een naturapolis levert de zorgverzekeraar formeel zelf de zorg en geldt die verantwoordelijkheid des te meer. Anderzijds zal de zorgverzekeraar om verzekerden te behouden of te werven zich ook willen profileren met polissen die kwalitatief goede zorg bieden. Zorgverzekeraars zullen zich bij hun zorginkoop kunnen richten op de professionele standaarden. Zij kunnen daarbij overigens met individuele zorgaanbieders verdergaande afspraken maken over kwaliteit, bijvoorbeeld over de wijze waarop de zorgaanbieder de afspraken over goede zorg in zijn organisatie waarborgt 54. De vraag die zich in het Kamerdebat voordeed was of zorgverzekeraars een te grote invloed kunnen uitoefenen op het tot stand komen van professionele standaarden. Men zou kunnen denken dat de invloed van zorgverzekeraars te groot wordt. Zij zouden kunnen doorschieten in het beïnvloeden van de inhoud van de professionele standaard. Gevreesd wordt dat de zorgverzekeraars met name op de kosten zullen letten en dat de professionele invloed dan het onderspit delft. Er zijn meerdere redenen om aan te nemen dat dat niet zo snel zal gebeuren. Zorgverzekeraars kunnen naar mijn mening geen overwegende invloed hebben op de medische professionele inhoud van de zorgstandaarden. Een te grote sturing door zorgverzekeraars op kosten wordt als het ware vanzelf gecorrigeerd door de andere veldpartijen. Als zorgaanbieders niet akkoord gaan met de professionele standaard die de zorgverzekeraars voor zich zien zullen zij niet meewerken bij het aanbieden aan het Kwaliteitsinstituut voor opname in het openbaar register. Dan komt er weliswaar niet tijdig een professionele standaard, maar dan zal het Kwaliteitsinstituut het overnemen van de veldpartijen. Het Kwaliteitsinstituut zal de beroepsgroep uiteraard niet negeren. Het Kamerlid Mulder verwoordde het als volgt: Het zou gewoon oliedom zijn, als het Kwaliteitsinstituut normen formuleert zonder daarbij te praten met de artsen. Dat zou gewoon dom zijn. Ik denk niet dat men dat zal doen. 55 Daaraan valt niet veel meer toe te voegen. Omdat zij zich zullen willen profileren met een aanbod van goede zorg zullen zorgverzekeraars juist het belang van de

8 verzekerden (cliënten) in het oog houden. Verzekerden moeten op grond van de uitgangspunten van de Zvw worden betrokken bij het beleid van de zorgverzekeraar 56. Daarmee zou vanuit een andere invalshoek het cliëntperspectief ook in beeld kunnen komen. Hoewel verzekerden uiteraard ook belang hebben bij het laag houden van de premie (als gevolg van lage zorgkosten), zullen zij de zorgverzekeraar ook aanspreken op de kwaliteit van de aangeboden zorg. Doelmatigheid is onlosmakelijk onderdeel van goede zorg. Zorgverzekeraars streven doelmatigheid na en zullen op de kosten letten. Zorgverzekeraars beschikken ook over kennis over praktijkvariatie en daarmee kennis over doelmatige zorg. Op een andere manier zal doelmatigheid eveneens aan de orde komen. Daarbij heeft het Kwaliteitsinstituut een taak. Het bevorderen van gepast gebruik kan het Kwaliteitsinstituut stimuleren door in het toetsingskader ook eisen te stellen over het opnemen van indicatiestelling en aandacht voor doelmatige organisatie van zorg in de professionele standaarden Conclusie Het Kwaliteitsinstituut staat samen met de veldpartijen voor een enorme opgave om de transparantie van goede zorg adequaat te organiseren. Op de meerjarenagenda van het Kwaliteitsinstituut staan op dit moment 6 onderwerpen. Er zijn op dit moment in de cure al vele honderden richtlijnen, zorgstandaarden en andere beschrijvingen van kwaliteit van zorg ontwikkeld. Voor de care is er tot op heden veel minder beschreven in professionele standaarden. Vanuit de Kamer is er op aangedrongen daar meer aandacht aan te besteden. Het is voor de care misschien nog wel van groter belang dat het Kwaliteitsinstituut niet alleen een aanjagersrol speelt maar ook een ondersteunende. Het Kwaliteitsinstituut zal het openbaar register moeten vullen. Veel van de beschrijvingen die op dit moment al door de beroepsgroepen en wetenschappelijke verenigingen zijn opgesteld zullen niet met betrokkenheid van de andere veldpartijen tot stand zijn gekomen. De wet vereist dat veldpartijen gezamenlijk de professionele standaard aanbieden. De Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel stelt dat het Kwaliteitsinstituut ook de al ontwikkelde standaarden langs het Toetsingskader zal leggen. Het Toetsingskader zal als voorwaarde stellen dat duidelijk is dat alle veldpartijen op de een of andere wijze instemmen. Of het Kwaliteitsinstituut de al bestaande omschrijvingen van professionele standaarden snel kan opnemen in het register hangt er dus van af of de veldpartijen in staat zijn elkaar op korte termijn te vinden. De Kamerleden Bruins Slot en Slob verzoeken de regering in een motie om het Kwaliteitsinstituut op te roepen zoveel mogelijk gebruik te maken van reeds bestaande professionele standaarden waar organisaties nu mee werken 58. Het Kwaliteitsinstituut is overeenkomstig de wettekst afhankelijk van wat veldpartijen gezamenlijk aandragen. Het kan dus niet zo maar zelf zoveel mogelijk gebruik maken van reeds bestaande professionele standaarden. Het Kwaliteitsinstituut zal hier praktisch mee om moeten gaan, bijvoorbeeld door partijen zo veel mogelijk te stimuleren al bestaande professionele standaarden aan te dragen. Het Kwaliteitsinstituut zal echter niet uit het oog mogen verliezen dat alle relevante veldpartijen op de een of andere wijze moeten instemmen. Veldpartijen streven allen vanuit hun eigen invalshoek naar goede zorg voor de cliënt. Desondanks zal het voor hen niet altijd eenvoudig zijn om elkaar te vinden. Het uiteindelijke succes van de nieuwe wetgeving is afhankelijk van de bereidheid van veldpartijen om gezamenlijk de schouders er onder te zetten. Het is een omvangrijke maar mooie uitdaging. Voetnoten 1 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3. pag. 3 2 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2 Wijziging van de Wet cliëntenrecht zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van de zorg. 3 Op de Wcz heeft de regering een vijftal omvangrijke wijzigingsvoorstellen ingediend. Voor een overzicht zie: Kamerstukken II 2012/13, 33243, nr. 6. Recentelijk is daaraan toegevoegd een wetsvoorstel over cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens, Kamerstukken II 2012/13, , nr. 2. De Wcz zelf heeft veel kritiek te verduren gehad. Inmiddels heeft de minister van VWS de Tweede Kamer laten weten dat de Wcz wordt opgeknipt. Zie de brief van de Minister van VWS aan Tweede Kamer, d.d. 8 februari 2013, kenmerk: MEVA/AEB De onderwerpen klachten en geschillen, kwaliteit, goed bestuur en medezeggenschap en aanpassing van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst en Wet toelating zorginstellingen, zullen met een nota van wijziging alsnog worden geregeld. 4 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 9 (toelichting op onderdeel C) 5 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 8 6 Zie bijvoorbeeld een artikel in NRC Handelsblad naar aanleiding van het rapport van het Centraal Planbureau over het basispakket en het stijgen van de kosten van gezondheidszorg, NRC Handelsblad, 9 januari 2013, Goedkopere zorg, Dat kan ook met deze basisverzekering, pag artt. 64 t/m 67 en 114, lid 3 en 4 Zvw en artt. 42, 43 en 58 AWBZ artt. 32 t/m 34 Zvw 10 artt. 39 en 40 Zvw 11 art. 89 e.v. Wet financiering sociale verzekeringen 12 artt. 9a t/m 9d, 18a t/m 18g en 34a Zvw 13 respectievelijk art. 69, 70 en 122a Zvw. Het CVZ heeft nog meer taken, die stoelen op de Zvw, AWBZ en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet. Het voert te ver om deze op te sommen in het kader van dit artikel. 14 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3. pag Zie ook het Amendement van het lid Agema, Kamerstukken II, 2012/2013, , nr. 19. Door te benadrukken dat het Zorginstituut alleen aan het Toetsingskader kan toetsen benadrukt dit amendement dat het Zorginstituut geen invloed mag hebben op de inhoud van de professionele standaard. Het Toetsingskader zal uitsluitend een procedurele toets voorschrijven. Zie ook nog hierna Hoofdstuk 7.

9 16 Tijdelijke Reglement Adviescommissie Kwaliteit, Stcrt. 2012, Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, pag Kamerstukken II 2012/13, , nr. 2 en nr. 7 (artt. 47a, 47b en 47e Wcz, resp. 66b, 66c en 66e Zvw) 19 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 9, pag Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, pag Zie ook de opmerkingen van het Kamerlid Mulder, die ik hierna in hoofdstuk 7 ook aanhaal. 22 Verslag behandeling van wetsvoorstel 33243, 23 Website CVZ, 24 Verslag behandeling van wetsvoorstel 33243, 25 Kamerstukken II 2012/13, , nr Kamerstukken II 2012/13, , nr. 6, pag Kamerstukken II 2012/13, , nr. 2 (artt. 47c Wcz, 66d Zvw, 78a, 81a, 84a en 90a Wmg) 28 Kamerstukken II 2012/13, , nr Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, pag Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2 en 3, (art. 66a Zvw, dan wel 66f Zvw) 31 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 6 pag Kamerstukken II 2012/13, , nr. 7, Artikel A en artikel D 33 Prof. mr. J.K.M. Gevers en mr.dr. M.C. Ploem, Wettelijke vormgeving van de regiefunctie betreffende kwaliteit van zorg: zijn we op de goede weg? Tijdschrift voor Gezondheidsrecht , pag Kamerstukken II 2011/12, , nr. 4, pag Prof. dr. H.J.J. Leenen, mr. dr. J.C.J. Dute, prof. mr. W.R. Kastelein, Handboek gezondheidsrecht, vijfde geheel herziene druk, Houten 2008, pag Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, pag Zorgstandaard COPD, Long Alliantie Nederland, Amersfoort 14 juni Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2, art. IX 39 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2, (art. 66a Zvw) 40 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, par Verslag behandeling van wetsvoorstel 33243, 42 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 29 aangenomen 43 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 6, pag Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, pag Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, pag Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, pag Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2, (art. 78a e.v. Wmg) 48 Kamerstukken II 2012/13, 33243, nr Kamerstukken II 2010/11, 32360, nr Kamerstukken II 2011/12, 33243, nr. 3, pag Verslag behandeling van wetsvoorstel 33243, 52 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2, art. VII, N, art. 59b, zesde lid Zvw 53 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 21 aangenomen 54 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 6, pag. 5 en Verslag behandeling van wetsvoorstel 33243, 56 Kamerstukken II 2003/04, 29763, nr. 3, bijv. pag. 28, en artikel 28 Zvw, de statuten van de zorgverzekeraar waarborgen de verzekerden een redelijke mate van invloed op het beleid. Overigens heeft deze bepaling tot doel het sociale verzekeringskarakter van de zorgverzekering te waarborgen. 57 Kamerstukken II 2011/12, 33, 243, nr. 3, pag Kamerstukken II 2012/13, , nr. 22

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

Toetsingskader. Voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen. Van goede zorg verzekerd

Toetsingskader. Voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen. Van goede zorg verzekerd Toetsingskader Voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen Van goede zorg verzekerd 2 Het Toetsingskader voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen Het Toetsingskader voor

Nadere informatie

Toetsingskader. Voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen. Van goede zorg verzekerd

Toetsingskader. Voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen. Van goede zorg verzekerd Toetsingskader Voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen Van goede zorg verzekerd 2 Het Toetsingskader voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen Het Toetsingskader voor

Nadere informatie

GEEN ZICHT OP DESKUNDIGHEID IN DE ORGANISATIE? WELKE RISICO S LEVERT DIT OP?

GEEN ZICHT OP DESKUNDIGHEID IN DE ORGANISATIE? WELKE RISICO S LEVERT DIT OP? GEEN ZICHT OP DESKUNDIGHEID IN DE ORGANISATIE? WELKE RISICO S LEVERT DIT OP? Programma Kennismaken Uitleg Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) Gevolgen invoering Wcz Mogelijke risico s Pauze Beheersen van risico

Nadere informatie

Prof. mr J. Legemaate Hoogleraar gezondheidsrecht AMC/Universiteit van Amsterdam

Prof. mr J. Legemaate Hoogleraar gezondheidsrecht AMC/Universiteit van Amsterdam DE GEVOLGEN VAN HET OPNEMEN VAN PROFESSIONELE STANDAARDEN IN EEN WETTELIJK REGISTER VOOR DE JURIDISCHE BETEKENIS VAN DEZE STANDAARDEN EN VOOR DE JURIDISCHE POSITIE VAN ZORGAANBIEDERS Prof. mr J. Legemaate

Nadere informatie

Een zorgverzekeraar moet ook wijzigingen in een modelovereenkomst (voordat deze ingaan) voorleggen aan de NZa.

Een zorgverzekeraar moet ook wijzigingen in een modelovereenkomst (voordat deze ingaan) voorleggen aan de NZa. BELEIDSREGEL 013 Beleidsregel bestuurlijk rechtsoordeel modelovereenkomsten Op grond van artikel 25 Zorgverzekeringswet (Zvw) moet een verzekeraar die zorgverzekeringen wil aanbieden en uitvoeren, dit

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 25424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 599 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68712 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

BELEIDSREGEL AL/BR-0021 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg.

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg. REGELING Controle en Administratie Wlz-uitvoerders Gelet op artikel 31, sub a, artikel 31, sub c, en artikel 36, derde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM Bindend advies ANONIEM Bindend advies Partijen : A te B vs C te D Zaak : Hulpmiddelenzorg, wijziging prothesemaker Zaaknummer : ANO07.369 Zittingsdatum : 21 november 2007 1/6 BINDEND ADVIES Zaak: ANO07.369 (Hulpmiddelenzorg,

Nadere informatie

Toetsingskader. Voor de langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd

Toetsingskader. Voor de langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd Toetsingskader Voor de langdurige zorg Van goede zorg verzekerd 2 Het Toetsingskader voor de langdurige zorg Het Toetsingskader voor de langdurige zorg 3 Wat is het Toetsingskader? Het Toetsingskader is

Nadere informatie

2. De dieetadvisering die vergoed wordt op basis van dit standpunt over artikel 2.6 lid 7 Bzv, valt onder het verplichte eigen risico binnen de Zvw.

2. De dieetadvisering die vergoed wordt op basis van dit standpunt over artikel 2.6 lid 7 Bzv, valt onder het verplichte eigen risico binnen de Zvw. 2012095565 DE UITVOERING VAN ARTIKEL 2.6 lid 7 Bzv In het bijgevoegde standpunt legt CVZ artikel 2.6 lid 7 Bzv uit. Op 1 januari 2012 is de omschrijving van de prestatie 'dieetadvisering' in het Besluit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

BELEIDSREGEL BR/CU-7073 BELEIDSREGEL Stoppen-met-rokenprogramma Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL TH/BR-002

BELEIDSREGEL TH/BR-002 BELEIDSREGEL TH/BR-002 Beleidsregel bestuurlijk rechtsoordeel modelovereenkomsten Ingevolge artikel 25 Zorgverzekeringswet (Zvw) moet een verzekeraar die voornemens is zorgverzekeringen aan te bieden en

Nadere informatie

ZiN en kwaliteitsbeleid

ZiN en kwaliteitsbeleid ZiN en kwaliteitsbeleid Ineen Werkconferentie kwaliteit 24 april 2014 Prof Niek J de Wit, huisarts Lid advies commissie kwaliteit achtergrond Agenda Organisatie ZiN Visie op kwaliteit Kwaliteitsregister

Nadere informatie

Het Kwaliteitsinstituut: een Nederlands sprookje?

Het Kwaliteitsinstituut: een Nederlands sprookje? 1 Het Kwaliteitsinstituut: een Nederlands sprookje? 22 september 2015 @KwaliteitsInst & @ZiNLActueel Jeroen Poot Er was eens een klein koninkrijk in het noordwesten van Europa waar een systeem van gereguleerde

Nadere informatie

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Opbouw. Zorgverzekeringswet 2006 Redenen voor hervorming. De kern van Zvw. Privaat zorgstelsel met veel publieke randvoorwaarden

Opbouw. Zorgverzekeringswet 2006 Redenen voor hervorming. De kern van Zvw. Privaat zorgstelsel met veel publieke randvoorwaarden Opbouw De visie van zorgverzekeraars Jaarcongres V&VN, 10 april 2015 Marianne Lensink Het stelsel en de rol van zorgverzekeraars Opgaven voor de toekomst: - minder meer zorguitgaven - transparantie over

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

WETTELIJKE EISEN BIJ DE BEROEPSUITOEFENING

WETTELIJKE EISEN BIJ DE BEROEPSUITOEFENING WETTELIJKE EISEN BIJ DE BEROEPSUITOEFENING Onderstaand wordt beknopt weergegeven met welke aspecten een logopedist rekening dient te houden uit hoofde van wetgeving. 1. Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

Referentie: 2014012814. Reglement organisatie Zorginstituut Nederland. De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Referentie: 2014012814. Reglement organisatie Zorginstituut Nederland. De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland, Referentie: 2014012814 Reglement organisatie Zorginstituut Nederland De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland, gelet op artikel 2, zesde en zevende lid van het Bestuursreglement van Zorginstituut

Nadere informatie

Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal Zorgverzekeraars Nederland

Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal Zorgverzekeraars Nederland Aan Van Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal Doorkiesnummer (030) 698 82 42 Datum 16 juni 2015 Onderwerp AO Pakketmaatregelen Heeft u vragen of wilt u meer informatie dan kunt u contact

Nadere informatie

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot

Nadere informatie

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit Protocol tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Nederlandse Zorgautoriteit inzake samenwerking en coördinatie op het gebied van beleid, regelgeving, toezicht & informatieverstrekking en andere

Nadere informatie

Zorginstituut Nederland

Zorginstituut Nederland > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Algemene Rekenkamer t.a.v. drs. C.C.M. Vendrik, wnd voorzitter Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA DEN HAAG Betreft 2740.2015036391 Reactie op het Conceptrapport

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9630 22 februari 2019 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 februari 2019, kenmerk

Nadere informatie

Algemene bepalingen Huisartsenzorg Definitief concept

Algemene bepalingen Huisartsenzorg Definitief concept Algemene bepalingen Huisartsenzorg Definitief concept Uitgangspunten De algemene bepalingen huisartsenzorg bevatten het landelijk geüniformeerde deel van de overeenkomsten zorgverzekeraar huisarts, zoals

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op zorgkantoren als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Deze regeling is van toepassing op zorgkantoren als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet langdurige zorg (Wlz). Bijlage 26 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c REGELING Informatieverstrekking monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen : Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet

Nadere informatie

De zorgverzekeringswet

De zorgverzekeringswet De zorgverzekeringswet De invoering van de Zorgverzekeringswet (ZVW) en de wet op de Zorgtoeslag vanaf 1 januari 2006 is een feit. Hierdoor ontstaat er één zorgverzekering voor iedereen, waarmee het onderscheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 980 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving

Nadere informatie

Bouwstenen voor duurzame kwaliteitsinformatie in de zorg

Bouwstenen voor duurzame kwaliteitsinformatie in de zorg Bouwstenen voor duurzame kwaliteitsinformatie in de zorg The long and winding road Wilco Graafmans Nico Rozing Opbouw Het KI in 1 minuut De bouwstenen voor duurzame kwaliteitsinformatie Het duurzame bouwwerk

Nadere informatie

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen NVTAG Symposium Juridische kaders van HTA 7 juni 2007 Koosje van Lessen Kloeke k.vanlessenkloeke@leijnseartz.com 1 Inleiding -Welke partijen

Nadere informatie

Eindopdracht Verbeterplan zorg aan chronisch zieken

Eindopdracht Verbeterplan zorg aan chronisch zieken OEFENTOETS 2 Dit document bevat een uitwerking van de eindopdracht behorende bij de Praktijkcursus Gezondheidszorg, namelijk het schrijven van een verbeterplan voor de zorg aan chronisch zieke patiënten

Nadere informatie

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie zorg Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie 1. Inleiding De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting ziet toe op de naleving van een groot aantal wettelijke-

Nadere informatie

De rol van de NZa bij zorginkoop

De rol van de NZa bij zorginkoop De rol van de NZa bij zorginkoop Toezicht in het belang van de consument Henk van Vliet Raadadviseur NZa De zorgdriehoek NZa is marktmeester in de zorg Missie: De NZa maakt en bewaakt goed werkende zorgmarkten.

Nadere informatie

Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties

Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties CPZ Titia Hollman, juridisch adviseur april 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Juridisch kader civielrechtelijke aansprakelijkheid...3

Nadere informatie

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Beleidsregel Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 243 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 509 Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag BELEIDSREGEL Experiment regelarme instellingen Wlz Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Algemene bepalingen multidisciplinaire zorg Definitief concept

Algemene bepalingen multidisciplinaire zorg Definitief concept Algemene bepalingen multidisciplinaire zorg Definitief concept Uitgangspunt De algemene bepalingen multidisciplinaire zorg bevatten het landelijk geüniformeerde deel van de overeenkomsten zorgverzekeraar

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

BELEIDSREGEL AL/BR-0040 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Kwaliteitsstandaard Organisatie van Intensive Care. De kwaliteitsstandaard voor de organisatie van de intensive care in het landelijk Register

Kwaliteitsstandaard Organisatie van Intensive Care. De kwaliteitsstandaard voor de organisatie van de intensive care in het landelijk Register Kwaliteitsstandaard Organisatie van Intensive Care De kwaliteitsstandaard voor de organisatie van de intensive care in het landelijk Register Kwaliteitsstandaard voor de organisatie van de IC Een kwaliteitsstandaard

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR-1517a. Experiment regelarme instellingen Wlz. Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c

BELEIDSREGEL CA-BR-1517a. Experiment regelarme instellingen Wlz. Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ-zorgaanbieders 2011

Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ-zorgaanbieders 2011 REGELING Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ-zorgaanbieders 2011 Gelet op de artikelen 36, derde lid, 61 en 68, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS BIJLAGE II PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS Overwegende: - dat overeenkomstig artikel 5 onder a van de CAO HID/DA de huisarts zijn werkzaamheden zal verrichten met inachtneming

Nadere informatie

Brochure aanleveren modelovereenkomsten en reglementen

Brochure aanleveren modelovereenkomsten en reglementen Brochure aanleveren modelovereenkomsten en reglementen September 2014 Inhoud Inhoud 3 Vooraf 5 1. Taken Nederlandse Zorgautoriteit 7 1.1 Taken 7 1.2 Toetsing modelovereenkomst aan de Zvw 7 1.3 Procedure

Nadere informatie

Persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding in thuissituatie door zzp ers mogelijk vanaf 2012

Persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding in thuissituatie door zzp ers mogelijk vanaf 2012 Regelingen en voorzieningen CODE 1.4.3.34 Persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding in thuissituatie door zzp ers mogelijk vanaf 2012 bronnen Staatsblad 2011, 346 (Besluit van 27 juni 2011, houdende

Nadere informatie

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen CA-NR-1653 132215/0187436

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen CA-NR-1653 132215/0187436 Bijlage 25 bij circulaire Care/Wlz/15/07c REGELING Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen : Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Regeling TH/NR-011 Transparantie zorginkoopproces Zvw

Regeling TH/NR-011 Transparantie zorginkoopproces Zvw Regeling Transparantie zorginkoopproces Zvw Ingevolge artikel 45 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels betreffende de

Nadere informatie

Medezeggenschap nieuwe stijl / herziening Wmcz. Jasper Boele directeur LSR

Medezeggenschap nieuwe stijl / herziening Wmcz. Jasper Boele directeur LSR Medezeggenschap nieuwe stijl / herziening Wmcz Jasper Boele directeur LSR Opbouw lezing Blok1. Ontwikkelingen in de Medezeggenschap Blok 2. Toelichting op de herziene Wmcz Blok 3. Medezeggenschap nieuwe

Nadere informatie

Bijlage 5: Model basisset kwaliteitseisen Wmo-ondersteuning voor zeer kwetsbare burgers

Bijlage 5: Model basisset kwaliteitseisen Wmo-ondersteuning voor zeer kwetsbare burgers Bijlage 5: Model basisset kwaliteitseisen Wmo-ondersteuning voor zeer kwetsbare burgers Samenvatting In de Wmo 2015 is geregeld dat er nieuwe taken naar gemeenten gaan. Het gaat om taken die tot 2015 vallen

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over omzetplafonds in de zorg (2014Z22725).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over omzetplafonds in de zorg (2014Z22725). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

DERDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

DERDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 33 980 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving DERDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd G te H, tegen C te D en E te F Zaak : Laboratoriumonderzoek op verwijzing van een natuurgeneeskundig arts Zaaknummer : 2009.01616 Zittingsdatum

Nadere informatie

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord?

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord? Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord? Wie doet wat in de bekostiging, verstrekking, financiering en het pakketbeheer van specialistische en? Hoe kan een specialistisch worden bekostigd?

Nadere informatie

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart 2017 Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke

Nadere informatie

Samenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa

Samenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa Samenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa Samenwerkingsconvenant tussen de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met betrekking tot onderlinge

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C en D, beide te E Zaak : Fysiotherapie, proliferatieve myositis Zaaknummer : 2011.02896 Zittingsdatum : 15 augustus 2012 2011.02896, p. 1/7 Geschillencommissie

Nadere informatie

Voorwaarden voor vergoeding

Voorwaarden voor vergoeding Voorwaarden voor vergoeding Introductie in de procedures voor de aanvraag van een DBC. Mr. Ron de Graaff 12 maart 2008 Vergoeding medische technologie Extramuraal (Regeling Hulpmiddelen) AWBZ gefinancierde

Nadere informatie

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ Regelingen en voorzieningen CODE 1.4.3.437 Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ bronnen Rijksoverheid, Nieuwsbericht van het Ministerie van VWS: Indicatiebesluit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5066

BELEIDSREGEL BR/CU-5066 BELEIDSREGEL Afschrijvingskosten dubieuze debiteuren curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Bijlage 1 Uitgangspunten en inhoud van Zvw-pgb

Bijlage 1 Uitgangspunten en inhoud van Zvw-pgb Bijlage 1 Uitgangspunten en inhoud van Zvw-pgb Onderhandelingsresultaat overeengekomen door Per Saldo, ZN en VWS Uitgangspunten: Per 1 januari 2015 worden, indien de wijziging van het Besluit zorgverzekering

Nadere informatie

Datum 13 november 2017 Betreft Kamervragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over toestemmingsvereisten zorgverzekeraars

Datum 13 november 2017 Betreft Kamervragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over toestemmingsvereisten zorgverzekeraars > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM Bindend advies ANONIEM Bindend advies Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D, vs E te F Zaak : Paramedische zorg, dieetadvisering Zaaknummer : ANO07.159 Zittingsdatum : 4 juli 2007 1/6 Zaak: ANO07.159,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wet van houdende wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische

Nadere informatie

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave REGELING Gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave Gelet op de artikelen 61, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 402 Regels ter bevordering van de kwaliteit van zorg en de behandeling van klachten en geschillen in de zorg (Wet kwaliteit, klachten en geschillen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

BELEIDSREGEL BR/CU-5094 BELEIDSREGEL Dyslexiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. 33 509 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 243 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van de

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf... XIII

Inhoud. Woord vooraf... XIII V Woord vooraf... XIII 1 Mondzorg en de samenleving... 1 1.1 Zorg in een veranderende wereld... 2 1.2 Werken in een systeem... 2 1.3 Ontwikkeling van de relatie patiënt-zorgverlener... 3 1.4 Professionals

Nadere informatie

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. REGELING Regeling macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 en 76 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 575 Wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag in verband met enkele inhoudelijke en technische verbeteringen (Verzamelwet

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B in deze vertegenwoordigd door E tegen C te D Zaak : Herstel verzekering met terugwerkende kracht, vertrouwensleer Zaaknummer : 2009.01400 Zittingsdatum : 27 januari

Nadere informatie

Verordening Tegenprestatie 2015

Verordening Tegenprestatie 2015 Bijlage 2 Verordening Tegenprestatie 2015 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2014, gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1583 15 januari 2018 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale

Nadere informatie

Wat kan het Kwaliteitsinstituut betekenen voor de langdurige zorg?

Wat kan het Kwaliteitsinstituut betekenen voor de langdurige zorg? Zorginstituut Nederland Wat kan het Kwaliteitsinstituut betekenen voor de langdurige zorg? Zorgverbeteraars in de langdurige zorg 13 november 2014 Angelie van der Aalst, Projectleider Good Practices Overzicht

Nadere informatie

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de Minister van Justitie DATUM 2

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2018

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2018 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2018 Gelet op artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 578 Wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van..., kenmerk

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van..., kenmerk Besluit van houdende tijdelijke regels voor een tweede experiment in het kader van een integraal persoonsgebonden budget op grond van de Wet langdurige zorg (Besluit experiment integraal pgb 2019) Op de

Nadere informatie

Ambulancezorg in Nederland

Ambulancezorg in Nederland Koos Reumer, 2 februari 2015 Ambulancezorg algemeen Vereniging Ambulancezorg Nederland Ontwikkelingen binnen ambulancezorg Jonge sector Wet ambulancevervoer 1973 Tijdelijke wet ambulancezorg 2013 Vereniging

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Samenvatting Consultatieversie Concept Wetsontwerp LIZ 10 september Wet LIZ

Samenvatting Consultatieversie Concept Wetsontwerp LIZ 10 september Wet LIZ Samenvatting Consultatieversie Concept Wetsontwerp LIZ 10 september 2013 Wet LIZ Samenvatting Consultatieversie Concept Wetsontwerp LIZ 10 september 2013 De nieuwe Wet Langdurige Intensieve Zorg (Wet LIZ)

Nadere informatie

Wet toelating zorginstellingen

Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Tweede, herziene druk Mr. dr. J.J.M Linders Gezondheidswetgeving in de praktijk Redactie: Mr. R.N. van Donk Mr. dr. H.E.G.M. Hermans Mr. dr.

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

BELEIDSREGEL BR/CU-2018 BELEIDSREGEL BR/CU-2018 Weesgeneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Juridische betekenis van professionele standaarden voor farmaceutische zorg

Juridische betekenis van professionele standaarden voor farmaceutische zorg Juridische betekenis van professionele standaarden voor farmaceutische zorg Opgesteld door Prof. Mr. Marie-Hélène Schutjens, 3 februari 2014 Inleiding 1. Het Handvest van de apotheker als grondslag voor

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 april 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 april 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie

gelet op artikel 59a van de Zorgverzekeringswet, alsmede de artikelen 8, derde lid, 9, 12, 13 en 14 van het Bestuursreglement Zorginstituut Nederland,

gelet op artikel 59a van de Zorgverzekeringswet, alsmede de artikelen 8, derde lid, 9, 12, 13 en 14 van het Bestuursreglement Zorginstituut Nederland, Referentie: 2014019004 Reglement Adviescommissie Pakket Zorginstituut Nederland De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland, gelet op artikel 59a van de Zorgverzekeringswet, alsmede de artikelen 8,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie