INHOUDSOPGAVE 1. Introductie 2. Studieprogramma Master GNMC 3. Vakbeschrijvingen 4. Research Workshop 5. Master Thesis 6. Organisatie en Procedures

Transcriptie

1 1

2 INHOUDSOPGAVE 1. Introductie 3 2. Studieprogramma Master GNMC Programmaoverzicht Studieschema Indeling studiejaar Overzicht met belangrijke data en deadlines Roosters Honours Degree 9 3. Vakbeschrijvingen Publieke Opinie in de Nederlanden, 1500-heden Historical Culture in a Globalizing World Text and Context: From Source to Science Diversity in Dutch History Keuzevak Onderzoekstage Research Workshop Beschrijving Research Workshop Thema s Reizigers in tijd en ruimte: reisverslagen, jeugdherinneringen en 16 toekomstromans Vensters op de Wereld History, Memory, and National Identity Master Thesis Procedure thesis Eisen thesis Beoordelingscriteria thesis Procedure inleveren master thesis Aanvraag master diploma Organisatie en Procedures Inschrijven voor vakken en tentamens Regels met betrekking tot aanwezigheid Regels met betrekking tot werkstukken Studiehandleidingen, literatuur MyEUR, Blackboard, SIN-Online en Bibliotheek Plagiaat Onderwijs- en Examenregeling (OER) Onderwijsevaluaties Studentenvertegenwoordiging Service en Faciliteiten ASK ESHCC Education Office Erasmus Studenten Service Center (ESSC) Studieadviseur Studentendecanen en psychologen Studeren met een functiebeperking Adreswijzigingen Contactinformatie 28 2

3 Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis Specialisatie Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context 1. Introductie Welkom bij de master Maatschappijgeschiedenis ! De Master Maatschappijgeschiedenis in Rotterdam is een internationaal programma voor talentvolle studenten. Onze masterspecialisaties benadrukken de combinatie van historisch onderzoek met benaderingen uit de sociale wetenschappen, politieke theorie en culturele analyse. Studenten leren verschillende soorten bronnen te interpreteren, te duiden en te presenteren in een historische of hedendaagse relevante context. Binnen de master Maatschappijgeschiedenis kunnen studenten kiezen uit twee specialisaties: Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context (GNMC) en de Engelstalige Global History and International Relations (GHIR). Deze studiewijzer is geschreven voor studenten Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context. Met deze studiewijzer willen we studenten snel wegwijs maken in de opzet en inhoud van de opleiding en de diverse voorzieningen en regelingen. Er wordt in de studiewijzer vaak verwezen naar de website, omdat daar altijd de meest actuele informatie te vinden is. Sommige gegevens in deze studiewijzer zijn aan verandering onderhevig. Check dus regelmatig Bij Education Office kun je het hele jaar terecht met vragen rondom je studie. Let op: per 1 november 2014 verhuist de ESHCC-faculteit naar het M-gebouw. Kijk voor actuele contactinformatie van docenten en andere medewerkers op: Wij wensen iedereen een plezierig en succesvol studiejaar toe. EducationOffice@eshcc.eur.nl Telefoon: Balie: room L3-33 Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9-12 en Website: Let op: per 1 november 2014 verhuist de ESHCC-faculteit naar de zesde verdieping van het M-gebouw. De telefoonnummers van ESHCC-medewerkers blijven hetzelfde, maar de kamernummers veranderen. Kijk voor actuele informatie op 3

4 2. Studieprogramma master Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context In de specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context wordt Nederland bezien als een land als alle andere en als anders dan enig ander land. Door brede thema s als de geschiedenis van de publieke opinie, de opkomst van de massacultuur of de invloed van Europa en Amerika leer je de grote lijnen te herkennen en te ontdekken in de geschiedenis van Nederland en de wereld vanaf de vroegmoderne tijd tot de dag van vandaag. Aan de hand van bronnen en uitingsvormen van de publieke opinie van etiquette en literatuur tot politieke strijd en revoluties leer je hoe de publieke sfeer veranderde. Naast kennisvermeerdering leer je met welke methoden je interessante bronnen van papieren archief tot digitale databank, van oral history tot kamerstukken het best kunt onderzoeken. De master thesis is het eindproduct van deze master. Met de masterspecialisatie Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context wordt ingegaan op de behoefte aan een nationale geschiedschrijving zoals die in de media en de politiek steeds sterker wordt gehoord en tegelijk ontwikkelen studenten een kritische kijk op de Nederlandse geschiedschrijving. De nadruk in deze masteropleiding ligt enerzijds op het verrichten van historisch onderzoek, anderzijds op het kritisch beoordelen van de omgang met het verleden. In breed opgezette seminars wordt een complex maatschappelijk verschijnsel probleemgericht en vergelijkenderwijs bestudeerd (Hoofdstuk 3). Grote nadruk ligt op het schrijven van de master thesis (Hoofdstuk 5). In een Research Workshop worden studenten vanaf blok 2 intensief begeleid bij deze activiteit (Hoofdstuk 4). In nauwe samenwerking met diverse culturele, educatieve en archiefinstellingen van overheid, bedrijfsleven en stichtingen kunnen studenten voor hun master thesis een leeronderzoek verrichten (Hoofdstuk 3.6). 4

5 2.1 Programmaoverzicht GESCHIEDENIS VAN NEDERLAND IN EEN MONDIALE CONTEXT EC Thematische Seminars (25 ECTS) - Publieke Opinie in de Nederlanden 1500-heden [CH4014] - Historical Culture in a Globalising World [CH4001] - Diversity in Dutch History [CH4119] - Text and Context: From Source to Science [CH4123] Research Workshop Geschiedenis van Nederland Keuze uit: - Reizigers in tijd en ruimte: reisverslagen, jeugdherinneringen en toekomstromans [CH4130] - Vensters op de Wereld [CH4131] - History, Memory, and National Identity [CH4134] Keuzevak - Globalisation and the Making of Europe, 1850-present [CH4124] - Keuzevakken, bijvoorbeeld bij FSW of ISS Onderzoekstage naar keuze (facultatief onderdeel; de student die hiervoor kiest, kan het keuzevak laten vervallen) [CH4110] Master Thesis [CH4050] [ 5 ] 20 Totaal 60 5

6 2.2 Studieschema De opleiding start in september en kan zowel in voltijd als in deeltijd gevolgd worden. De voltijdopleiding duurt een jaar, de deeltijdvariant duurt twee jaar. Voor beide varianten geldt dat het onderwijs overdag wordt aangeboden en dat het programma 60 EC omvat. Hieronder vind je het voltijdprogramma, het deeltijdprogramma vind je op de website: Studieschema per blok GESCHIEDENIS VAN NEDERLAND IN EEN MONDIALE CONTEXT EC Blok 1 Publieke Opinie in de Nederlanden 1500-heden Historical Culture in a Globalising World Thesis Markt Blok 2 Research Workshop: Geschiedenis van Nederland Keuze uit: - Reizigers in tijd en ruimte: reisverslagen, jeugdherinneringen en toekomstromans Vensters op de Wereld - History, Memory, and National Identity Text and Context: From Source to Science 10 5 Blok 3 Research Workshop: Geschiedenis van Nederland (vervolg van blok 2) Keuzevak en/of Onderzoekstage - Onderzoekstage - Globalisation and the Making of Europe, 1850-present - Keuzevak, bijvoorbeeld bij FSW of ISS Master s Thesis Blok 4 Research Workshop: Geschiedenis van Nederland (vervolg van blok 2+3) Diversity in Dutch History Master s Thesis Totaal 60 6

7 2.3 Indeling studiejaar Week no Period Lecture, study and exam weeks until Introduction new students Culture Studies & History* Term until Lectures (1) until Lectures (2) until Lectures (3) until Lectures (4) until Lectures (5) until Lectures (6) until Lectures (7) until Lectures (8) until Lectures (9)** Study / Exams / Assignments until Study / Exams / Assignments Term until Lectures (1) until Lectures (2) until Lectures (3) until Lectures (4) until Lectures (5) until Lectures (6) until Holiday until No classes / Study until Lectures (7) until Lectures (8) until Study / Exams / Assignments Term until Lectures (1) until Lectures (2) until Lectures (3) until Lectures (4) until Lectures (5) until Lectures (6) until Lectures (7) until Lectures (8) until Study / Exams / Assignments until Study / Exams / Assignments no exams on Friday (Good Friday) Term until Lectures (1) no class on Monday (Easter Monday) until Lectures (2) until Lectures (3) until Lectures (4) no class on Monday (King s Day) until Lectures (5) no class on Tuesday (Liberation Day) until Lectures (6) no class on Thursday (Ascension Day) until Lectures (7) until Lectures (8) no class on Monday (Whit Monday) until Lectures (9) / Study only class on Monday, Tuesday and Thursday until Study / Exams / Assignments Resit period* until Study / Assignments / Resits term 1, 2, until Study / Assignments / Resits term 1, 2, until Resits term 1, 2, 3, 4 * until University wide: Resits minors Summer recess until

8 2.4 Overzicht met belangrijke data en deadlines : Master Thesis Markt : Deadline aanmelding Honours Degree : Arbeidsmarkt Oriëntatiedag : Uiterste datum aanvragen master diploma (indien afstuderen op collegekaart ) Najaar 2015: Buluitreiking voor studenten die de master binnen 1 jaar afronden Zie hoofdstuk 5.5 voor de belangrijke data omtrent de master thesis. Onderwijs- en toetsvrije dagen Kerstvakantie : ma t/m vr Goede Vrijdag : vr Tweede Paasdag : ma Koningsdag : ma Bevrijdingsdag : di Hemelvaartsdag : do Tweede Pinksterdag : ma Roosters De masterstudenten hebben tijdens de introductiebijeenkomst een rooster uitgereikt gekregen. Dit rooster is bedoeld als een eerste overzicht, maar de ervaring leert dat er in de loop van het jaar wel eens wijzigingen plaatsvinden. Ook staan alleen voor de eerste weken de zalen vermeld. Het is daarom belangrijk dat je altijd het actuele rooster opzoekt op SIN-Online. De roosters van de vakken kun je als volgt vinden. Ga naar het vakkenoverzicht: Zoek het betreffende vak op Klik binnen de vakbeschrijving op de link timetable. Je ziet vervolgens het rooster van het vak met de zaalaanduiding Roosterwijzigingen Roosterwijzigingen worden gepubliceerd in het channel van het vak in SIN-Online. Zorg er daarom voor dat je je abonneert op het channel van de vakken die je volgt. Ingrijpende wijzigingen die een vak overstijgen, worden gepubliceerd in het channel van de master Maatschappij Geschiedenis. Zorg ook dat je daarop geabonneerd bent. (Voor meer informatie zie 6.5.) 8

9 2.6 Honours Degree Studenten met hoge cijfers kunnen een zogeheten Honours Degree programma van 20 EC extra volgen. Dit programma komt bovenop het gewone programma van de gekozen master specialisatie. In totaal gaat het dan om EC. Een Honours Degree programma strekt tot aanbeveling, maar is geen noodzakelijke voorwaarde voor een promotietraject. Het Honours Degree programma (20 EC) omvat: 1. Een, twee of drie extra seminars of een Summerschool (totaal 15 EC) op het gebied van de gekozen specialisatie bij masteropleidingen aan een Nederlandse of buitenlandse universiteit óf een met een seminar gelijk te stellen activiteit, die leidt tot een afzonderlijk herkenbaar en toetsbaar product. a. Producten voortvloeiend uit een met een seminar gelijk te stellen activiteit (b.v. een publicabel artikel, een onderzoeksvoorstel) worden beoordeeld door de scriptiebegeleider en de MA coördinator (technisch lezer). 2. Een uitbreiding van de masterthesis met ten minste 5 EC in de vorm van een afzonderlijk herkenbaar en toetsbaar product. Studenten die in aanmerking willen komen voor een Honours Degree moeten uiterlijk 1 februari 2015 een door de begeleider goedgekeurd voorstel indienen, daarbij aangeven welke extra vakken zullen worden gevolgd en op welke wijze de master thesis zal worden verbreed en verdiept, bijvoorbeeld in de richting van een onderzoeksvoorstel voor een promotietraject. Dit voorstel wordt beoordeeld door de coördinator van de master en de examencommissie, en bij goedkeuring wordt tevens afgesproken binnen welke termijn het extra programma moet zijn afgerond. De Honours Degree wordt alleen toegekend aan studenten die: de verzwaarde master weten af te ronden binnen de vastgelegde termijn; minimaal het cijfer 8 hebben behaald voor hun master thesis. 9

10 3. Vakbeschrijvingen 3.1 Publieke Opinie in de Nederlanden, 1500-heden Doel De begrippen publieke opinie en publieke sfeer (Habermas) worden in een historische context geplaatst waardoor de sociale interactie in een breder en veranderlijker licht wordt geplaatst dan tegenwoordig met de mode van de opiniepeiling het geval is. Zaak is onderscheid te maken tussen incident en structuur, en vooral ook de veranderende mentaliteit te bestuderen, waarvoor het begrip civilisatieproces slechts ten dele het juiste woord is. Daarnaast wil het college de kennis verdiepen over de Nederlandse geschiedenis sinds 1500, en de vraag beantwoorden welke ontwikkelingen inheems zijn en welke onderdeel van internationale trends. Dit gebeurt aan de hand van casussen uit de verschillende tijdvakken, met elk een eigen methode van onderzoek zoals: literatuuronderzoek, tekstanalyse, archiefonderzoek, mediaonderzoek, oral history en niet te vergeten digitaal onderzoek. De ondertitel van dit college luidt dan ook: methoden van onderzoek naar sociaalculturele en politieke bewegingen. Inhoud De publieke opinie geldt als een veelkoppig monster. Het wordt gevoed uit allerlei bronnen. Soms slaapt het, soms kan het gestuurd worden door belanghebbenden. Soms richt het zijn kop op in onverwachte richting, en kan zelfs machten en regeringen ten val brengen. Toch is de publieke opinie hoe we dit begrip ook verstaan - ook actief onderdeel van langetermijnprocessen, de arena waar sociale bewegingen - naast de pogingen tot directe verandering van macht en maatschappij - ook hun strijd streden. De publieke opinie werd vanaf de 18e eeuw steeds meer als zelfstandige partij of arbiter gezien, naast en tegen de heersende machten: regering, parlement en sociaal-culturele elites. Opzet Enerzijds worden de beschikbare historische bronnen bestudeerd die de publieke opinie over bepaalde onderwerpen bewust of onbewust beïnvloed (kunnen) hebben, zoals pamfletten, (etiquette)boeken, romans, maar ook vergaderingen en protestacties op straat. Anderzijds worden de gevolgen bestudeerd van de bewuste pogingen om mens en maatschappij te veranderen. Dit laatste moet vanzelfsprekend gezien worden binnen de (inter)nationale context, de zogeheten forces profondes. 10

11 3.2. Historical Culture in a Globalizing World Aims Students can explain the meanings of historical culture in the context of a globalizing world, based on relevant concepts of time and theories on historical consciousness. They are able to recognize articulations of transforming social relations to the past in various sources and to present their interpretations with philosophical and historical arguments. Contents Historical culture refers to diverse material and immaterial past relationships. The concept is both related to the (re)production of historical knowledge and interpretations, and to the infrastructure of the historical field itself, which makes it possible for people and communities to deal with the past. The social frameworks in which the past in Western society has received meaning since Early Modern times offers less cohesion today, due to increasing cultural diversity and global mobility. The familiarity of tradition has disappeared. The rapidly changing world with cultural globalization, migration and the arrival of internet creates new (transnational and trans-cultural) identity frames, whereas other frameworks seem to erode. Recent public and political debates on the crisis of national identity indicates that this situation creates feelings of uncertainty in many countries. Experiences of people increasingly transform into a 'foreign past' that has become unfamiliar, which cedes far from the society it originated from. In this seminar we first explore the philosophical and socio-cultural backgrounds of the concept of historical culture and the double character of 'time'. Using a number of cases, we will next discuss some effects of the changing awareness of time and collective experiences of ruptures in the globalizing world. An excursion to the NIOD Institute for War, Holocaust and Genocide Studies in Amsterdam will be part of this seminar Text and Context: From Source to Science Aims Students are introduced to the diverse ways that biographic narratives and other primary sources can be of use in historical research. Moreover, they learn how to discover the multiple layers and myriad meanings of narratives by reading these 'against the grain', preferably using primary sources, which are relevant to the theme of their Master Theses whether oral or written, visual or auditory. Contents In this methodological course we will focus on primary sources. As the experiences and ideas of ordinary people are sporadically documented, historians make use of ego- 11

12 documents, such as letters, diaries and oral sources as one, and sometimes even the only, way to capture this 'view from below'. The first part of the course concentrates on the biographic narrative. The literature gives insights into debates on the use of primary sources such as biographies, songs etc. for historical research; debates on the notion of identity; and into the relevance of notions such as discourse, tools of narrative analysis, and self-reflexivity.these subjects are crucial to the application of narrative analysis as used in the course. This narrative analysis is based on recent theoretical developments within history, anthropology, and minority, sub-altern and cultural studies. The emphasis in the second part of the course is on practicing narrative analysis on primary sources related to the master thesis of the participants in the course. This serves to understand better the relation between primary source, such as a narrative of self as source, the methodological and theoretical framework used, and the analytical findings in historical research. In the first part of the course the literature is read individually and the assignments are discussed during class. In these first weeks participants will also record an oral source or access an ego-document related to the subject of their master thesis. In the second, more elaborate part of the course the participants will discuss and practice the methodology of narrative analysis with respect to diverse (representations of) their primary source in about three sessions. At the end of the course each participant writes an essay about a narrative analysis of an ego-document related to the larger theme of his or her master thesis Diversity in Dutch History Aims Students gain a (better) understanding and insights in a variety of migration processes throughout Dutch history as well as in debates concerning cultural diversity in the (former) Dutch world. Contents Dutch society is firmly grounded in a long history of migration and cultural diversity resulting from it. Since the 16th/17th century an enormous number of migrants from all over Europe, as well as smaller numbers from the colonies have come to the Netherlands. At the same time the Netherlands has always been sending a wide variety of migrants all over the world too. Cultural diversity was and still is a complex phenomenon in the Netherlands and its (former) colonies. The Netherlands has long been considered a very tolerant nation, hospitable to foreign refugees, religions and ideologies. At the same time forced labour, racism and ethnic segregation, as well as a cultural hierarchy were at the core of its colonial system. Today, a national debate on the so called 'multicultural drama', the assassination of Theo van Gogh and the rise of cultural nationalism seem to indicate that cultural tolerance has even vanished from Dutch society itself. In this course different experts on the history of the Netherlands and its colonial empire, will shine their light on the ways cultural diversity was dealt with in the Dutch world. 12

13 3.5 Keuzevak In blok 3 maakt iedere masterstudent een keuze uit het volgende: Onderzoekstage Globalization and the Making of Europe, 1850-Present Keuzevak: Globalisation and the Making of Europe, 1850-Present Aims The target of this course is to increase the knowledge and understanding of international relations by an introduction on the history and theory of international economic relations since the 19th century, and by doing so to improve the understanding of the position of Europe in the world, in the nineteenth century as well as in the present day. Contents After an introduction on trade before the industrial revolution, the relation between increased specialisation, industrialisation and the growth of economic contacts will be discussed. In the second half of the 19th century, monetary stability and free trade created a truly global economy, but not without suppressing a substantial part of the world. From 1914 on, two world wars and the cold war prevented a complete recovery of economic relations. Political interests caused that national economies were created with relatively limited international contacts. In post-1945 Europe this was a problem. Not only had the 1930s showed that economic nationalism was fatal for growth and development, but Germany also was a problem. For these reasons European economic integration seemed a solution. Until the collapse of the Soviet Empire, this proved very successful. In the 1990s liberalisation of international markets, but also, just as in the late 19th century, an enormous decline of transport costs, caused a second period of globalisation. Now multinational companies organized that production chains were cut apart and each step was done wherever in the world that is cheapest. Europe was no longer the centre and its process of integration, that after the cold war got a boost, now is even crumbling. 3.6 Onderzoekstage Om studenten sneller op interessante en onderzoekbare onderwerpen te attenderen heeft de afdeling Geschiedenis met circa 20 nationale en internationale instellingen afspraken gemaakt over wetenschappelijke stages en onderwerpen voor onderzoek voor de studenten van de master MG: musea, erfgoedhuizen, documentatiecentra, overheid, onderwijs, bedrijfsleven. Een wetenschappelijke stage bij een instelling geldt als keuzevak in de master MG voor 5 ECTS (18 volle werkdagen = 2 dagen per week in één blok van 9 weken). Voorbeelden van concrete activiteiten tijdens stages: het maken van een story-line voor een expositie het inhoudelijk opzetten van een website bibliografisch onderzoek voor een historisch georiënteerd project 13

14 een inventarisatie van objecten of erfgoed voor een tentoonstelling het organiseren van een congres of workshop De stage staat in principe los van de master thesis. Maar in overleg met de docent van de Research Workshop (RWS) kan de stage ook gekoppeld worden aan het onderwerp van de master thesis. In dat geval moet duidelijk aangetoond worden wat het aandeel van de stage is t.a.v. de master thesis. Verantwoordelijk begeleider voor de stage vanuit de faculteit is de thesisbegeleider. Er zijn enkele instellingen die géén stages aanbieden maar alleen 'leeronderzoeken': mogelijke onderzoeksthema's voor een master thesis. De coördinator bemiddelt dan tussen de RWS docenten of de leeronderzoeken in het reguliere aanbod van de RWS opgenomen kunnen worden. 14

15 4. Research Workshop In de Research Workshop leren studenten historisch wetenschappelijk onderzoek op een adequate en efficiënte manier op te zetten en uit te voeren. Centraal staat het kritisch beoordelen en bespreken van de onderzoeksopzet, de gegevensverzameling en de methodologie. Daarnaast is er veel aandacht voor de analyse, de rapportage en de presentatie van de bevindingen. Studenten presenteren hun ideeen en work-in-progress en dragen op een constructieve manier bij aan het onderzoek van hun collega s. 4.1 Beschrijving De Research Workshop strekt zich uit over de blokken 2 t/m 4 en is erop gericht de studenten voor te bereiden op en te begeleiden bij het schrijven van hun master thesis. Deze workshop omvat alle fasen van het schrijven van de thesis tot en met het presenteren van het eindresultaat. Studenten kiezen binnen het brede thema van de Research Workshop een eigen onderzoeksonderwerp. Vóór het begin van blok 2 wordt een thesismarkt georganiseerd waarna studenten een keuze maken voor één van de aangeboden Research Workshops en onderzoeksthema s. Elke Research Workshop kent dezelfde opzet: Blok 2: acht plenaire bijeenkomsten - bespreking van literatuur als inleiding op het thema - schrijven van een onderzoeksvoorstel - schrijven van een historiografische paper - individuele sessies met de thesis begeleider Blok 3: drie plenaire bijeenkomsten - uitvoeren van onderzoek - kritische bespreking van de onderzoeksvoorstellen - bespreking van en informatie over mogelijke onderzoeksmethoden Blok 4: drie plenaire bijeenkomsten en tussentijdse (individuele) sessies met de thesis begeleider - afronding onderzoek - bespreking van case studies en ander work-in-progress - presentatie van het thesis onderzoek tijdens masterconferentie juni participatie in discussies na afloop van presentaties Het eindcijfer voor de Research Workshop wordt gegeven aan het einde van blok 4. 15

16 4.2. Research Workshop thema s Master studenten Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context hebben de keuze uit drie Research Workshops Research Workshop: Reizigers in tijd en ruimte: reisverslagen, jeugdherinneringen en toekomstromans De overtuiging dat mensen zelf vorm kunnen geven aan hun persoon en aan de samenleving waarin zij leven, won veld in de 18e eeuw. Mensen konden daarbij leren van voorbeelden en adviezen. In toenemende mate kon men zich daarover informeren in boeken, variërend van (auto)biografieën tot etiquetteboeken, opvoedkundige adviesboeken en, later, romans. Ook de confrontatie met andere volkeren leidde tot een duidelijker definitie van het eigene. Daarover kon wie niet zelf op reis ging geïnformeerd worden door reisverslagen, een steeds populairder genre. Omgekeerd werden Nederlanders en het Nederlandse volk bekeken door buitenlandse ogen. Dat beeld werd eveneens vastgelegd in reisverslagen en reisgidsen, waarvan er steeds meer verschenen dankzij de opkomst van het moderne toerisme. Dezelfde ontwikkelingen deden zich voor in andere Europese landen. De late 18e eeuw was hierbij een cruciale periode met ook de opkomst van de moderne pedagogie en psychologie, en de groeiende populariteit van vormende kinderliteratuur en adviesboeken. Het is de periode waarin een modern toekomstgericht lineair tijdsbesef ontstond en het daarmee verbonden idee dat de geschiedenis onomkeerbaar is, dat het utopisch denken sterk stimuleerde en waarin de gedachte van een maakbare samenleving werd ontwikkeld. Op grond van diverse bronnen - egodocumenten, adviesboeken, biografieën, reisverslagen en utopieën - zal getracht worden greep te krijgen op deze door historici nog nauwelijks in kaart gebrachte ontwikkeling Research Workshop: Vensters op de Wereld Terugkijkend op de twintigste eeuw, stellen we vast dat die wat de massamedia betreft zat ingeklemd tussen twee revoluties. De eerste speelde zich eind negentiende eeuw af en bracht de westerse wereld goedkope kranten met een massaoplage, illustraties in de vorm van foto s (vlekkerige in kranten en de grote, oogstrelende in een nieuw type tijdschrift: het fotoblad, zoals Life en Paris Match), film en radio. Later kwam de televisie daar nog bij. De tweede revolutie voltrok zich vanaf de jaren 1990 en bracht ons in het tijdvak van het internet, waarin voor de oudere gedrukte media een veel kleinere plaats overblijft. Achteraf gezien was de twintigste eeuw hoe belangrijk film en televisie ook waren het hoogtij van de drukpers: vrijwel iedereen kon lezen en kranten en tijdschriften haalden enorme oplagen. Voor de meeste mensen waren die kranten en tijdschriften de belangrijkste vensters op de wereld : ze bepaalden het beeld dat mensen hadden van de wereld buiten hun directe omgeving. Maar niet iedereen keek door hetzelfde venster: rijk en arm, man en vrouw, jong en oud, ze hadden hun eigen media, en ook per land konden die nogal van karakter verschillen. Kranten en tijdschriften hebben altijd drie hoofdfuncties gehad: informatievoorziening, reclame en vermaak. In deze werkgroep richten we ons op het informatieve aspect. We onderzoeken de wijze waarop kranten en tijdschriften de grote gebeurtenissen en ontwikkelingen van de twintigste eeuw hebben weergegeven: de grote oorlogen, de dekolonisatie, de opkomst van allerlei sociale bewegingen zoals de vrouwenbeweging en de milieubeweging, de grote vernieuwingen in wetenschap en techniek, de wederopbouw van steden na de Tweede Wereldoorlog, hypes zoals die rond UFO s en crises zoals die rond Cuba. Vragen die centraal staan zijn: wie keken door welk venster? 16

17 Wat kregen ze te zien? Wie of wat bepaalde wat ze te zien kregen? Hoe realistisch was het beeld en hoe kun je de vervormingen daarin verklaren? Hoe verschilde de beeldvorming in verschillende landen en hoe zijn die verschillen te verklaren? Research Workshop: History, Memory and National Identity History and memory are analytically distinct, but overlapping concepts. The significance of both concepts is closely related to the emergence of the nation-states and its colonial empires, and the professionalization process of the pursuit of history. In this course we discuss the relationship between history and memory, and how this relationship has changed over time due to fundamental changes in society, such as the French Revolution, the emergence of mass culture, secularization, two world wars, the new media, and the globalizing world, and transformations in historical scholarship. Next we study specific applications of these concepts in (popular) historical culture: historical tourism and the search for authenticity; the construction of the nation-state and the publication of autobiographies; presentism in history education; heritage and public history. 17

18 5. Master Thesis Het schrijven van de master thesis staat centraal tijdens de master opleiding. De master thesis is een individueel te verrichten activiteit die een apart onderdeel vormt van de Onderwijs- en Examenregeling ter waarde van 20 EC. Hierin laten studenten zien dat zij op basis van eigen, oorspronkelijk onderzoek een bijdrage kunnen leveren aan het wetenschappelijke debat over een bepaald onderwerp uit het eigen vakgebied. 5.1 Procedure thesis De thesis wordt door de individuele thesisbegeleider begeleid. Op basis van een goedgekeurd onderzoeksvoorstel dat in het tweede blok van het studiejaar komt maken student en begeleider afspraken over de aard en de frequentie van de thesisbegeleiding. De diverse bijeenkomsten van de Research Workshop, verspreid over drie blokken, zijn bedoeld ter ondersteuning van het thesisonderzoek en het schrijfproces (zie hoofdstuk 4). Uitgangspunt is dat er midden juni 2015 een conceptversie bij de begeleider wordt ingeleverd die in een zodanige staat is, dat naar het oordeel van de begeleider de thesis begin augustus naar de tweede lezer kan, zodat afstuderen in augustus mogelijk is. De begeleidingsduur van de master thesis bedraagt maximaal een half studiejaar (voltijdstudenten) respectievelijk één studiejaar (deeltijdstudenten) na goedkeuring van het onderzoeksvoorstel door de begeleidende docent. 5.2 Eisen thesis De master thesis moet aan de volgende eisen voldoen: het onderzoek is gebaseerd op een helder geformuleerde probleemstelling en daaruit afgeleide onderzoeksvragen; het onderzoek is gestoeld op theorieën en methoden uit het vakgebied, dan wel theorieën en methoden die voor dit specifieke onderwerp relevant zijn; deze theorieën en methoden worden in de thesis besproken en beargumenteerd ten aanzien van de probleemstelling; eerder onderzoek rond het gekozen onderwerp wordt aangegeven, samengevat en besproken voor zover relevant voor het eigen onderzoek; gebruikte literatuur, primaire en secundaire bronnen, overige gegevens en data worden systematisch gepresenteerd en aan elkaar gerelateerd; het onderzoek mondt uit in een heldere, bondig geschreven conclusie; de thesis bestaat uit een inleiding, diverse hoofdstukken waarin de bevindingen worden besproken, conclusie, literatuurlijst en (eventueel) bijlagen; literatuur, bronnen en overige gegevens en data worden nauwkeurig opgegeven in voetnoten, eventueel in aparte bijlagen; de thesis is geschreven in verzorgd en accuraat Nederlands of Engels; de thesis kent een omvang van ca woorden, exclusief titelblad, inhoudsopgave, voorwoord en bijlage 18

19 5.3 Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria voor de master thesis kunnen gevonden worden op de site van het master examen Procedure inleveren thesis Er is een speciaal channel voor de master thesis (CH4050). Dit channel staat in het linker menu onder "My papers". Zodra met de thesis is begonnen en de begeleider bekend is, is de naam van de student vermeld samen met de naam van de begeleider. De volgende onderdelen dienen te worden ingeleverd via SIN-Online: Onderzoeksvoorstel thesis Concept eindversie thesis Definitieve eindversie thesis Abstract thesis (ca. 500 woorden) Trefwoordenlijst thesis Hoe stukken moeten worden ingeleverd, staat in de handleiding. (Zie: Scriptievolgsysteem/Studenten_Handleiding_Scriptievolgsysteem.pdf) Van de definitieve versie dienen tevens twee hard copies te worden ingeleverd bij de begeleider (bestemd voor hem/haar en de tweede lezer). 5.5 Aanvraag master diploma Als de thesis voor 31 augustus is afgerond en goedgekeurd door de eerste begeleider en de tweede lezer kun je nog afstuderen op de collegekaart van het huidige studiejaar. Het eindgesprek zal in augustus plaatsvinden en de buluitreiking van de master opleiding Maatschappij Geschiedenis in najaar Na het inleveren van je thesis volgt er een gesprek (de verdediging ) met de twee begeleiders. Nadat de student alle vakken heeft afgerond en het eindgesprek heeft plaatsgevonden kan de student zich uitschrijven bij de universiteit per de eerste dag van de daaropvolgende maand. Als het cijfer voor de thesis bekend is en alle onderdelen van het masterprogramma zijn afgerond kan de student het masterdiploma aanvragen. Alvorens het masterdiploma aangevraagd kan worden dient de student aan de volgende eisen te voldoen: 1. De eindversie van de master thesis, trefwoorden & abstract dienen in aparte files op Sin-Online te staan. 2. Alle mastervakken dienen voldoende te zijn afgerond en de student dient in totaal 60 EC te hebben behaald. 19

20 3. De digitale curriculumevaluatie is ingevuld. Tijdens de masteropleiding heb je regelmatig vakevaluaties ingevuld. Nu je de studie hebt afgerond zijn we benieuwd naar jouw mening over de opleiding als geheel. Daartoe hebben we een digitale curriculumevaluatie ontwikkeld, die je voorafgaande aan de aanvraag voor het masterdiploma moet invullen. Education Office controleert het formulier en kijkt of de thesis daadwerkelijk op SIN- Online staat (zie hoofdstuk 5.4). Als alles in orde is zal Education Office de complete aanvraag overdragen aan de examenadministratie. 20

21 6. Organisatie en Procedures 6.1 Inschrijven voor vakken en tentamens Via Osiris Student (te bereiken via MyEUR) moet je je inschrijven voor de vakken (in Osiris heet het cursussen ) die je gaat volgen. Een uitzondering hierop vormen de vakken in blok-1. Voor deze vakken hoef je je niet in te schrijven; dat doet Education Office voor je. Per blok gelden de volgende inschrijfperiodes die ook bij de afzonderlijke vakbeschrijvingen staan vermeld: Blok 1: t/m (door Education Office) Blok 2: t/m Blok 3: t/m Blok 4: t/m Tentamens Bij inschrijving voor een vak in Osiris Student (via MyEUR) word je automatisch ingeschreven voor de toets(en) en/of het tentamen die bij die cursus horen. Ook word je tegelijkertijd vanzelf ingeschreven ( enrolled ) in Blackboard. Voor het eventuele hertentamen moet je je altijd zelf inschrijven (in juni, via Osiris Student). Let op de sluitingsdata! Indien je je niet tijdig hebt aangemeld, word je niet toegelaten tot het tentamen, tenzij je je alsnog inschrijft bij het Erasmus Studenten Service Centrum tegen betaling van 13,50 per tentamen en voor zover er nog plaats is. Om tot de tentamens of examenonderdelen te kunnen worden toegelaten, moet je zijn ingeschreven voor het studiejaar waarin de examenonderdelen worden afgelegd. De data van de schriftelijke tentamens staan vermeld in het rooster van de vakken. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie. 6.2 Regels met betrekking tot aanwezigheid Bij alle werkvormen (bv. werkgroepen, seminars, research workshops, onderzoekscolleges, thesis class) is aanwezigheid verplicht. Hierbij geldt het volgende protocol: o De docent houdt de aanwezigheid nauwkeurig bij. o Wanneer een student niet aanwezig kan zijn, meldt hij/zij dit van tevoren met opgave van reden aan de docent. o Een student die één keer afwezig is, kan zonder extra opdracht aan de aanwezigheidsverplichting voldoen, mits de student wel aanwezig is bij alle andere bijeenkomsten. Wel dienen gemiste, reguliere opdrachten alsnog te worden gemaakt. o Een student die twee keer afwezig is, kan toch aan de aanwezigheidsverplichting voldoen door een extra opdracht te maken, naast de reguliere opdracht(en). Deze extra opdracht is altijd een individuele opdracht, wordt verstrekt door de 21

22 docent en dient binnen twee weken per ingeleverd te worden bij de docent. Beoordeling vindt plaats in termen van voldaan of niet voldaan. o Een student die meer dan twee keer afwezig is, dient altijd een afspraak te maken met de studieadviseur. In principe wordt de student die meer dan twee keer afwezig is, uitgesloten van het vak en zal het vak in een volgend jaar opnieuw gevolgd moeten worden. 6.3 Regels met betrekking tot werkstukken Voor tussentijdse en afsluitende schriftelijke opdrachten, bijvoorbeeld in de vorm van een recensie, essay of werkstuk, geldt de deadline die door de docent is opgegeven. In ieder geval ligt deze deadline vóór het einde van het blok waarin het onderwijs is aangeboden. Van de studenten die een tussentijdse opdracht door omstandigheden te laat inleveren wordt het behaalde cijfer herschaald met de factor 0,6, mits de student de opdracht heeft ingeleverd binnen de tweede deadline, die staat vermeld in de studiehandleiding. Opdrachten die na deze deadline zijn ingeleverd, worden niet beoordeeld. Studenten die een schriftelijke eindopdracht met een onvoldoende afsluiten, krijgen één herkansingsmogelijkheid. De student heeft 15 werkdagen de tijd om een verbeterde versie in te leveren, geteld vanaf het moment dat de onvoldoende opdracht door de docent aan hem of haar is geretourneerd. Te laat ingeleverde eindopdrachten worden niet beoordeeld. In dat geval heeft een student niet aan de verplichtingen van het vak voldaan en moet het vak opnieuw worden gevolgd. 6.4 Studiehandleidingen, literatuur Bij alle vakken zal tijdens het eerste college een studiehandleiding worden uitgereikt dan wel voorafgaand aan het eerste college op Blackboard worden gepubliceerd. Daarin wordt onder meer het volgende beschreven. Doelstellingen van het vak Organisatie en werkwijze Wijze van toetsing Verplichte literatuur en weekrooster Spreekuurtijden van de docent In de vakbeschrijvingen ( wordt de verplichte literatuur vermeld. Eventuele aanbevolen literatuur wordt in de studiehandleiding vermeld. Daarnaast wordt studenten dringend aangeraden gebruik te maken van: De syllabus Historisch Ambacht (te vinden op de website: De portal Geschiedenis, met onder meer links naar catalogi en databases, bibliotheken en archieven, kranten en tijdschriften, collecties en kenniscentra, statistieken en cijfers. Deze portal is te vinden via de website van de opleiding ( 22

23 Woordenlijst Nederlandse taal, Groene Boekje, Den Haag (Sdu Uitgevers) 2005 of de digitale versie op Een goed en uitvoerig woordenboek Engels-Nederlands en Nederlands-Engels, bij voorkeur Van Dale. 6.5 MyEUR, Blackboard, SIN-Online en Bibliotheek MyEUR is de ingang tot de belangrijkste onderwijsinformatiesystemen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De portal biedt studenten waar ook ter wereld toegang tot faciliteiten als web-mail, Osiris, Blackboard, SIN-Online en de Universiteitsbibliotheek. Om in te loggen op MyEUR is een Erna-gebruikersnaam en -wachtwoord nodig. De Erna-gebruikersnaam bestaat uit zes cijfers gevolgd door twee letters. Daarachter komt Studenten hebben deze gegevens per brief ontvangen. Iedereen die niet op tijd beschikt over een studentnummer wordt geadviseerd contact op te nemen met Education Office (kamer L3-33, tel: , Blackboard is de digitale leeromgeving, die door veel docenten wordt gebruikt bij het onderwijs. De onderwijsfuncties zijn per cursus georganiseerd. Blackboard biedt de mogelijkheid cursusmateriaal aan te bieden, de communicatie en feedback tussen docenten en studenten te organiseren, opdrachten elektronisch in te leveren en virtuele discussieplatforms op te zetten. SIN-Online is de portal naar relevante informatie voor studenten. SIN staat voor Studie Informatie Netwerk. Roosterwijzigingen en andere belangrijke berichten worden via channels van SIN-Online bekendgemaakt. Je kunt deze channelberichten alleen ontvangen als je je daar zelf op abonneert ( subscribe ). We raden iedereen dringend aan dit te doen! Er zijn channels voor de afzonderlijke vakken en er is een channel voor de master opleiding Maatschappijgeschiedenis. Daarnaast is er nog een algemeen channel (eshcc studenten) waarop berichten worden geplaatst die voor (vrijwel) alle studenten van belang zijn. Hier hoef je je niet op te abonneren; deze berichten ontvang je automatisch. Voor alle mogelijkheden die de Universiteitsbibliotheek biedt (informatiebronnen, zoekfaciliteiten, cursussen informatievaardigheden etc.) zie de website van de UB: Plagiaat Plagiaat is streng verboden en wordt, zodra dit geconstateerd wordt door de docent, door de Examencommissie bestraft! Van plagiaat is sprake als in werkstukken, theses en andere schriftelijke toetsen van bekwaamheid teksten geheel of gedeeltelijk zijn overgenomen van andere auteurs zonder vermelding van de bron (boek, tijdschriftartikel, rapport, internetsite, etc.). Onder 23

24 het overnemen van teksten valt ook het citeren of parafraseren zonder dat dit duidelijk is aangegeven in de tekst. In een werkstuk dient een student in eigen woorden zijn/haar gedachten weer te geven. Zie ook de syllabus Historisch Ambacht over dit onderwerp en de uitgebreide informatie op de website. ( 6.7 Onderwijs- en Examenregeling (OER) In de Onderwijs- en Examenregeling staan de formele regels die bij tentamens en andere examenonderdelen worden gehanteerd. Daarnaast vaardigt de Examencommissie Regels en Richtlijnen uit voor de examens. In deze Regels en Richtlijnen wordt op een groot aantal punten toelichting gegeven op de Onderwijs- en Examenregeling. De Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor de master Maatschappij Geschiedenis en de Regels en Richtlijnen (R&R) zijn te vinden op de website ( Deze studiewijzer vormt samen met de website het opleidingsdeel van het studentenstatuut. Het zgn. instellingsdeel van het studentenstatuut informeert over zaken die op universitair niveau zijn geregeld en beschrijft het wettelijk kader van de facultaire regelingen. Dit deel is te raadplegen op de website: Onderwijsevaluaties Het onderwijsevaluatiesysteem is een belangrijk instrument om de kwaliteit van het onderwijs te meten. De uitkomsten en interpretatie van de evaluatiegegevens vormen mede de basis voor het bereiken of het handhaven van een optimale kwaliteit van het onderwijs. De belangrijkste pijlers binnen het onderwijsevaluatiesysteem zijn: Vakevaluaties Bij vakevaluaties gaat het om vragenlijsten die betrekking hebben op één vak. Alle vakken worden regelmatig geëvalueerd. De uitkomsten van deze enquêtes gaan naar de onderwijsdirecteur, het afdelingshoofd Geschiedenis, de opleidingscommissie en naar de desbetreffende docenten. Studentenpanel Een panel van studenten evalueert jaarlijks of per semester het onderwijs op de onderdelen organisatie, vakinhoud en de samenhang tussen de vakken. De verslagen van de panelgesprekken gaan naar de onderwijsdirecteur, het afdelingshoofd Geschiedenis en de opleidingscommissie. 24

25 6.9 Studentenvertegenwoordiging Studenten kunnen op verschillende manieren invloed uitoefenen op het beleid van de universiteit. In de opleidingscommissie kunnen de studentleden algemene zaken met betrekking tot de opleiding aandragen en problemen in het onderwijs aan de orde stellen. Als zodanig vormen deze commissies een directe lijn met het afdelingshoofd en de onderwijsdirecteur. Jaarlijks vinden verkiezingen plaats voor de vijf zetels die door de studenten in de faculteitsraad bezet worden. De faculteitsraad beschikt over het advies- en instemmingsrecht en mag over alle aangelegenheden die de faculteit betreffen voorstellen doen en standpunten kenbaar maken. Om effectief invloed uit te kunnen oefenen is het noodzakelijk dat de studenten die actief zijn in de faculteit regelmatig contact met elkaar hebben en informatie uitwisselen. Daarvoor dient het Algemeen Studenten Overleg (ASO). Hierin worden lopende zaken en op- en aanmerkingen van studenten besproken. Om het studentenoverleg zinvol en democratisch te houden is het belangrijk dat studenten de vertegenwoordigers zoveel mogelijk op de hoogte brengen van hun mening over de studie en de faculteit. 25

26 7. Service en Faciliteiten 7.1 Education Office De organisatie en administratie van de bachelor en master opleidingen worden verzorgd door Education Office. Studenten kunnen er met algemene vragen rondom hun studie terecht en voor het maken van afspraken met de studieadviseurs. 7.2 Erasmus Studenten Service Center (ESSC) Het Erasmus Studenten Service Centrum (ESSC) is het centrale servicepunt voor alle startende en ingeschreven studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam voor onder andere: Studielink: inschrijving, wijzigen van opleiding, het beëindigen van de inschrijving en teruggave van collegegeld. Aanvragen van diverse verklaringen, bewijs van betaald collegegeld en duplicaat collegekaart. Aanmelden voor: schriftelijke tentamens ná de deadline van aanmelding, mondelinge tentamens, werkstukken en scripties. Praktische zaken voor studie in het buitenland, zoals vergoeding van de OVjaarkaart, verzekeringen en de Erasmusbeurs Info over: taaltoetsen, taalcursussen, workshops en trainingen op het gebied van studieondersteuning en voorbereiding op de arbeidsmarkt. Aanvragen van afstudeersteun en individuele bestuursbeurzen. Visa en verblijfsvergunningen regelen voor de internationale studenten. Afspraken maken voor: studentendecaan, vertrouwenspersoon, universiteitspsycholoog en de loopbaanadviseur. Op de website van het ESSC ( staat uitgebreide informatie en de banner van de kennisbank ASK Erasmus, waarbinnen je vragen met antwoorden aantreft en ook de mogelijkheid hebt om vragen te stellen. 7.3 Studieadviseur Tijdens de studie kunnen problemen ontstaan of vragen rijzen ten aanzien van het studieprogramma. In dat geval kun je terecht bij de studieadviseur Geschiedenis. Studenten die om welke reden dan ook studievertraging of -stagnatie ondervinden, wordt ten sterkste aangeraden contact op te nemen met de studieadviseur. De studieadviseur kan ook zelf studenten uitnodigen voor een gesprek in verband met gesignaleerde studievertraging of slechte studieresultaten. Zie voor contactgegevens hoofdstuk 8 van deze studiewijzer. 7.4 Studentendecanen en psychologen 26

27 Studentendecanen geven raad, bijstand en informatie aan studenten over problemen die samenhangen met de studie en de omstandigheden waaronder gestudeerd wordt. Dit gebeurt in een persoonlijk gesprek of via schriftelijke voorlichting. Studentendecanen bieden ook allerlei cursussen aan op het gebied van studievaardigheden en zij kunnen de weg wijzen naar andere personen en instellingen waar studenten met bepaalde vragen en problemen terecht kunnen. Let wel, het gaat hier om meer algemene vragen die zich rondom de studie en het studeren kunnen voordoen. Voor vragen over het studieprogramma, de studieplanning etc. kunnen studenten zich wenden tot de studieadviseur van de opleiding. De doelstelling van de universiteitspsychologen is het bieden van hulp aan studenten bij het oplossen van problemen die goed studeren in de weg staan. Vaak is het niet precies duidelijk of studieproblemen en persoonlijke problemen oorzaak dan wel gevolg zijn. Wel bestaat het gevaar dat persoonlijke moeilijkheden en tegenvallende studieresultaten elkaar versterken. Afspraken kunnen worden gemaakt via het Erasmus Studenten Service Centrum. 7.5 Studeren met een functiebeperking Als je een functiebeperking (handicap) hebt, dan kun je gebruik maken van diverse voorzieningen. Of het nu dyslexie, ADHD, CANS (RSI) of een andere handicap betreft. Voor voorlichting en begeleiding, zie: Neem in ieder geval ook contact op met de studieadviseur. 7.6 Adreswijzigingen Adreswijzigingen moeten zo spoedig mogelijk worden doorgegeven via Studielink: en/ 27