Het werken in de bijen Opbrengst Koningin is hier een zeer belangrijke factor Ook de omgeving Maar ook de imker speelt een grote rol Hij kan bepalen

Transcriptie

1 Het werken in de bijen Opbrengst Koningin is hier een zeer belangrijke factor Ook de omgeving Maar ook de imker speelt een grote rol Hij kan bepalen welke koningin van welk ras in zijn volk komt

2

3 Vervangen koningin bij veger maken. Voor het maken van reserve volken. Het telen van raszuivere koninginnen.

4

5 Koninginnen kan men telen van elk volk. We willen echter telen van geselecteerde volken. En wel van Geselecteerde Raszuivere volken. (zachtaardigheid, haaldrift, raatvastheid en zwermtraagheid etc.) We gaan ons bezighouden met de praktijk van koninginnen telen niet met de erfelijkheidsfactoren en raskenmerken.

6 Zie hier voor: Koninginneteelt van H.H.W. Velthuis en M.J. Duchateau. Koninginnenteelt Friedrich-Karl Tiesler & Eva Englert (in het Nederlands vertaald door Tieme Wanders ISBN )

7 Bruidsvlucht. Een jonge koningin vliegt uit om door een aantal darren bevrucht te worden. Hierover hebben we geen controle. Wel controle mogelijk: Op eilandbevruchtingsstation of KI (kunstmatige inseminatie) Alleen eilandbevruchte of KI moeren gebruiken als teeltmoer.

8 Dit heeft tot gevolg dat de werkbijen uit een volk groepen zusters en halfzusters zijn Als hier van geteeld wordt hoeven de koninginnen niet gelijk te zijn, kunnen een andere vader hebben. (Mogelijk wanneer we uitgaan van een F1 de ene raszuiver en de andere niet)

9

10

11 Teeltraam Overlarfdopjes met houder Kluisjes Overlarfnaald Merkjes Drieraams kastje Bevruchtingskastjes Bij grotere aantallen is een broedmachine handig

12

13

14 Koningin, werkbij en dar ei stadium 3 dagen. Daarna volgt larve stadium, koninginnen larven en de larve van de werkbij krijgen de eerste twee dagen het zelfde voedsel. Dit maakt dat de larve voor werkbij onder bepaalde omstandigheden nog kan uitgroeien tot volwaardige koningin. 10 e dag alle broed gesloten. De totale broed duur koningin, werkbij en dar zijn resp. 16, 21 en 24 dagen. Een moerloos volk maakt, indien mogelijk, redcellen. Een hopeloos moerloos volk kan dit niet of we moeten eitjes en/of larfjes aanbieden. Hiervan maken we gebruik bij koninginnenteelt. Het volk is HOPELOOS MOERLOOS als we de 9 e of 10 e dag na het wegnemen van de koningin ALLE doppen breken. Aangeboden werksterlarfjes jonger dan TWEE dagen worden verzorgt zodat er koninginnen ontstaan.

15

16 We maken een veger om zwermen te voorkomen. Normaal breken we dan de 13 e dag (als we een tuter horen of zien dat er koning is uitgelopen) alle doppen. Dit kunnen we blijven doen als het betreffende volk raszuiver is. Zo niet: 9 e of 10 e dag ALLE doppen breken en dan een paar uur later larfjes aan bieden van een Raszuiver (P moer). Het volk maakt dan opnieuw doppen.

17 Je kunt de koningin niet vinden. Er zijn al doppen: 1 e koningin nog aanwezig, 2 e koningin weg. In het geval dat koningin al weg is (gesloten doppen), is de vraag: Zijn er nog larfjes jonger dan twee dagen. In beide gevallen ALLE doppen breken. Koningin nog aanwezig nieuwe poging ondernemen om haar te vinden vier dagen later. Koningin weg na 9 of 10 dagen opnieuw Alle doppen breken en larfjes aanbieden.

18

19 Raam met redcellen en grote larven

20

21

22 We willen werken met zachtaardige productieve bijen: Raszuivere (P moeren) F1 volken, de eerste nateelt van P moer Niet iedereen heeft een raszuivere koningin, zij moeten dus larfjes halen bij iemand die ze wel heeft en ter beschikking stelt.

23 Wanneer larfjes gehaald worden kunnen deze zonder enig probleem enkele uren onderweg zijn. Ze moeten wel vochtig gehouden worden door er een natte theedoek om te doen. Ook moet direct zonlicht worden voorkomen.

24 In sommige gevalle wil men weleens materiaal van ver weg betrekken. Eitjes kunnen een paar dagen buiten een volk overleven mits ze anderhalf tot drie dagen oud zijn. Dit om te weten,maar niet om te doen i.v.m. insleep van ziekten.

25 Dit kan op verschillende manieren. De vraag is: Wil men alleen nieuwe koningin in dit volk of meer. De makkelijkste manier is een compleet raam broed van een raszuiver volk geven. Maar beter maakt men gebruik van overlarven efficiënter gebruik. (Bijna) iedereen kan dit leren, kwestie van oefenen.

26 12 e dag lopen er meestal koninginnen uit. Dan is het soms mogelijk een reserve koningin te bemachtigen.

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39 Voor een starter gebruikt men een drieraams kastje. Hierin een raam stuifmeel met honing/suiker (Er mag beslist geen broed op zitten). Een (leeg) raam met water. Het kastje moet een voldoende grote bodemventilatie hebben. Hierin gaat een hoeveelheid bijen ZONDER koningin. Na ongeveer twee uur gestaan te hebben voelen de bijen zich voldoende moerloos om doppen te gaan verzorgen. Dus dan pas de larfjes aanbieden. 1 dag laten staan. Daarna gaat het raam in een pleegvolk. Larfjes aanbieden doen we op dag 0 (nul)

40

41

42 Pleegvolk kan zijn: 1 e (hopeloos) moerloos volk. 2 e Volk met koningin onder een rooster. De aangetrokken doppen gaan op dag 1 (een) vanuit starter in pleegvolk.

43 (HOPELOOS)MOERLOOS Als ik een starter maak neem ik eerst de koningin uit het volk (veger) en klop daarna een hoeveelheid bijen in een emmer. Laat meteen al een plaats vrij om het teeltraam te kunnen plaatsen. Teeltraam en bijen gaan terug EEN dag na start. KONINGIN ONDER ROOSTER Wanneer de koningin even in een kluisje is gestopt, kan ik een hoeveelheid bijen afnemen voor de starter. De koningin terugplaatsen onder een rooster en een plek vrij boven het rooster voor het teeltraam. EEN dag na start kan dan alles in pleegvolk.

44 Op dag 5 moeten de doppen worden afgeschermd om inbouwen te voorkomen. Dat kan door kluisje om elke dop te doen of een rooster om het teeltraam. Als we de doppen afschermen met een rooster moeten we op de 10 e dag alsnog een kluisje om de afzonderlijke doppen doen De doppen lopen uit op dag 11 en 12.

45

46

47 Net gesloten doppen Op 5 e dag zeer voorzichtig vervoeren (voorkomt dat aangetrokken worden afgebeten of niet afgewerkt door slecht weer. Doppen op 10 e dag naar broedmachine, minder gevoelig voor transport. Mogelijk minder dan verwacht. Opmerking niet vervoeren op dag 9 zijn dan overgevoelig.

48 Koninginnen die uitlopen willen meteen eten kluisjes moeten dus voorzien worden van voedsel. Hebben de neiging terug te kruipen in de dop (kunnen dan niet meer terug) Koninginnen niet langer dan 1 dag in de broedstoof laten. Een aantal dagen bewaren in een kluisje met begeleidende bijen en voedsel kan wel.

49

50

51

52 Wanneer koninginnen uitlopen in de broedmachine moet er voer in het kluisje aanwezig zijn. Suikerdeeg van Apipuder (geen Apifonda of dergelijke). Indien mogelijk koningin merken. Bevruchtingsvolkjes maken. Bevruchtingsvolkjes aantal dagen laten harmoniseren Bevruchtingsvolkjes opstellen of naar bevruchtingsstation

53

54

55

56

57 We zullen alleen de meest gebruikte kastjes bespreken Kirchainer/Kieler Apidea EWK worden gebruikt op bevruchtingstations Dit zijn de kastjes die bedoeld zijn ALLEEN voor bevruchting, ofschoon in een paar kastjes overwinteren mogelijk is.

58 Worden gebruikt op bevruchtigsstations. (De raszuivere koninginnen dienen voor de teelt van F1, de productie volken.) Daar staan schuthuisjes opgesteld waar ze in worden geplaatst. Ze gaan er naartoe in transportkist en komen er ook in terug. Op de thuisstand worden ze weer in een schuthuisje geplaatst.

59

60

61 Volkjes die naar een bevruchtingsstation gaan mogen geen darren bevatten. Uitzeven met een koninginnen rooster. Hier over meer

62 Prop voerdeeg in de bijen ruimte. Om te voorkomen dat de koningin in de voerruimte aan de leg gaat een koninginnenrooster aanbrengen zodat ze niet naar boven kan.

63

64

65

66

67

68 In de kastjes die genoemd zijn gaat een soeplepel bijen. Er mag geen koningin bij zitten. (dus eerst opzoeken of bijen uit moerloos volk). Voor bevruchtingsstation moeten de temaken volkjes darren vrij zijn. Darren uitzeven dus. Voor het vullen moeten de kastjes gevuld worden met suikerdeeg van APIPUDER. Ongeveer 1 pond.

69 De bevruchtingskastjes kunnen we vullen met bijen uit een moerloos volk, maar ook met bijen uit een moergoed volk. In het eerste geval kunnen we direct een jonge koningin geven. In het tweede geval moeten we de kastjes laten staan tot de bijen zich goed moerloos voelen (na twee uur). In beide gevallen kunnen we de koningin er zo bijdoen, hoeft niet met kluisje.

70 De pas gevulde bevruchtingskastjes moeten een dag of vijf koel en donker worden weggezet om te harmoniseren. Daarna opstellen s avonds om leeg lopen te voorkomen. Bij reizen naar een bevruchtingstation het best als de koninginnen 6 of zeven dagen oud zijn.

71 Het is belangrijk dat de EWK s tijdens het harmoniseren minstens een keer per dag water krijgen. Dit doe je met een bloemenspuitje via het ventilatie gaas. (Ik doe dit niet bij kirchainer kastjes, nog nooit een probleem)

72

73

74

75

76

77

78

79 Na uitnemen van een koningin na ongeveer twee uur larfjes aanbieden of later na doppenbreken (8 e 9 e of 10 e dag). In eerste geval tijdig wilde doppen breken. Ook mogelijk na een paar dagen rijpe (10 dagen oude) dop geven of jonge koningin. Als gewenste koningin het eerst uitloopt hoef je geen doppen te breken.

80

81

82

83

84

85 Dit is alleen nodig als we naar een bevruchtingsstation reizen. We kloppen alle bijen af in een lege bak en leggen daar een rooster op. We plaatsen daarna de afgeklopte ramen terug en laten de bijen door het rooster weer naar boven komen. Er mag echter geen darrenbroed op die ramen voorkomen. (vernietigen).

86 Een andere mogelijkheid is bijen nemen uit een (broedvrije) honingkamer boven een rooster.

87