RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: Datum: 26 februari 2014 Behandeld door: M.C. Deinum Afdeling / Team: RO / ROB Onderwerp: Gecoördineerde vaststelling bestemmingsplan 'Purmerdijk ' ten behoeve van herontwikkeling Purmerdijk 13 Samenvatting: De raad wordt voorgesteld het bestemmingsplan 'Purmerdijk ' vast te stellen ten behoeve van de herontwikkeling van het perceel Purmerdijk 13. De totale herontwikkeling behelst de herbouw van een stolpboerderij, de vestiging van twee woningen hierin, de bouw van zes bed & breakfastlodges, één extra vrijstaande woning en bijbehorende opstallen..

2 Registratienummer: Onderwerp: Gecoördineerde vaststelling bestemmingsplan 'Purmerdijk ' ten behoeve van herontwikkeling Purmerdijk 13 Purmerend, 26 februari 2014 Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: De heer L.G.M. Chatrou (partner in het bedrijf Bach Bouw B.V. en hierna te noemen 'aanvrager'), wonende te Purmerdijk 8, heeft op 6 augustus 2013 een verzoek tot bestemmingswijziging ingediend voor zijn plannen tot herontwikkeling van het perceel Purmerdijk 13. Dit perceel ligt in het noorden van Purmerend, ten westen van de BaansteeNoord. Voorheen stond hier een vervallen stolpboerderij met bijbehorende agrarische bebouwing. Het agrarische bedrijf dat hier uitgeoefend werd is beëindigd, en de stolpboerderij werd tijdelijk bewoond (anti-kraak). De schuren worden gedeeltelijk benut voor tijdelijke opslag van materialen maar zijn grotendeels buiten gebruik. De opstallen werden niet meer onderhouden waardoor verval dreigt. Aanvrager heeft de meeste bebouwing gesloopt en wil de stolp herbouwen als een tweeonder-één-kap woning. Daarnaast wil hij een atelier, één extra vrijstaande woning (waardoor er in totaal drie woningen op dit perceel komen) en een gebouw bouwen waarin zes bed & breakfastunits ingericht worden. De extra woning past niet in het geldende bestemmingsplan "Bedrijvenpark Baanstee-Noord", daarnaast wordt het gezamenlijke bruto-vloeroppervlak t.b.v. ateliers, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen overschreden. Aan het voorliggende plan kan alleen worden meegewerkt als het bestemmingsplan gewijzigd wordt. Oplossingsrichtingen: Ontwerp-bestemmingsplan Bij het verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan heeft aanvrager een ontwerpbestemmingsplan, 'Purmerdijk ' gevoegd. Uit de toelichting bij dit plan blijkt dat het project voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en dat er geen wettelijke belemmeringen zijn die aan de uitvoering ervan in de weg zouden kunnen staan. Het perceel en de opstallen hadden sinds de beëindiging van het agrarisch bedrijf weinig economische waarde. Uitvoering van het bouwplan leidt tot een upgrading van het perceel. Het oprichten van accommodatie voor bed & breakfast voorziet in meer hotelovernachtingsmogelijkheden. In de Nota Toerisme wordt opgemerkt: "initiatieven van particulieren en ondernemers voor de start van een Bed & Breakfast (B&B) dienen te worden gestimuleerd en ondersteund. Kleinschalige verblijfsaccommodatie met persoonlijke service sluit uitstekend aan bij de kleinschaligheid en de menselijke maat die Purmerend al uitstraalt'. Medewerking aan dit project is geheel in lijn met dit beleid. Met de nabijheid van het terrein Baanstee-Noord is rekening gehouden: er is voor gezorgd dat de begrenzing van het bouwvlak niet opschuift in oostelijke richting. Het ontwerpbestemmingsplan voldoet verder aan de daaraan te stellen inhoudelijke, (wets-) technische en digitaliseringsvereisten. Ons college staat positief ten opzichte van dit voorstel en heeft de procedure tot wijziging van het bestemmingsplan gestart. Coördinatie besluitvorming ontwerp-bestemmingsplan, ontwerpbesluit omgevingsvergunning en verzoek hogere waarden geluidhinder Bij de indiening van het verzoek om bestemmingsplanwijziging is tevens een aanvraag omgevingsvergunning ingediend. Deze behelst in dit stadium alleen de herbouw van de stolpboerderij. Aanvrager heeft verzocht om de coördinatieregeling op grond van artikel 3:30 Wro toe te passen, om zodoende de omgevingsvergunning gecoördineerd met het bestemmingsplan in procedure te brengen. Hier heeft het college gehoor aan gegeven. Ter plaatse van de voorgenomen woningen wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 db(a) blz. 2 van 3

3 Registratienummer: Onderwerp: Gecoördineerde vaststelling bestemmingsplan 'Purmerdijk ' ten behoeve van herontwikkeling Purmerdijk 13 met 4 db(a) overschreden. Aanvrager heeft daarom een verzoek ingediend voor de vaststelling van hogere waarden voor industrielawaai, op basis van artikel 45 Wet geluidhinder. Dit verzoek is tevens gecoördineerd in procedure gebracht. De stukken hebben vanaf 29 november 2013 tot en met 9 januari 2014 voor eenieder ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Uw raad wordt voorgesteld om tot vaststelling van het bestemmingsplan over te gaan. Ons college zal de dag daarna de omgevingsvergunning verlenen en de hogere waarde geluidhinder vaststellen. Meetbare doelstellingen: Vaststelling van het bestemmingsplan heeft als doel het zorgen voor een planologische regeling op grond waarvan meegewerkt kan worden aan de herontwikkeling van het perceel. Financiële consequenties: De kosten die door de gemeente worden gemaakt voor dit plan worden gedekt door de anterieure overeenkomst die met aanvrager is gesloten en de leges die voor de omgevingsvergunning in rekening worden gebracht. Communicatie: Over dit plan en de procedure is gecommuniceerd via het Purmerends Nieuwsblad en de Staatscourant. Over de besluiten zal ook via deze media bericht worden. Monitoring/evaluatie: n.v.t. Voorstel Uw raad wordt voorgesteld om het bestemmingsplan 'Purmerdijk ' ongewijzigd vast te stellen en daarbij te bepaler/dat er geen exploitatieplan wordt vastgesteld. Burgemeester en wethouder de. secretaris de bun Bijlage(n): 1. Ontwerpbestemmingsplan 2. Ontwerp-omgevingsvergunning 3. Ontwerp-collegebesluit tot vaststelling hogere waarde geluidhinder blz. 3 van 3

4 BESLUIT Gecoördineerde vaststelling bestemmingsplan "Purmerdijk " ten behoeve van het project herontwikkeling Purmerdijk 13. De raad van de gemeente Purmerend; gelezen: het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 februari 2014, nr ; de aanvraag d.d. 6 augustus 2013 van L.G.M. Chatrou (hierna te noemen: 'aanvrager') om omgevingsvergunning voor de herbouw van de stolpboerderij met daarin twee woningen op het perceel Purmerdijk 13 te Purmerend; het gelijktijdig gedane verzoek van aanvrager om gebruik te maken van de gemeentelijke coördinatieregeling op grond van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening om de besluiten op de aanvraag om omgevingsvergunning en vaststelling van de hogere waarde geluidhinder te coördineren met het vaststellingsbesluit van een herziening van het bestemmingplan voor de betreffende gronden; gelet op: de aanwijzing van categorieën (= coördinatiebesluit) en de beleidsregels gemeentelijke coördinatieregeling o.g.v. artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening 2011; het bepaalde in artikelen 3.1, 3.8 en van de Wet ruimtelijke ordening, artikelen 2.1, 2.4, 2.10, en 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, en artikelen 1, 44, 45 en 110a en c van de Wet geluidhinder; overwegende: dat met betrekking tot deze herontwikkeling het ontwerp-bestemmingsplan "Purmerdijk " (ID-code NL.IMRO.0439.BPPURMERDIJK on01) is opgesteld; dat dit plan drie woningen, bijbehorende opstallen en bed & breakfastunits planologisch mogelijk maakt; dat uit de toelichting bij dit ontwerpbestemmingsplan blijkt dat deze functies geacht kunnen worden een passende invulling van dit perceel te zijn en voldoen aan het vereiste van een goede ruimtelijke onderbouwing; dat de in 2011 vastgestelde Nota Toerisme de komst van bed&breakfast voorstaat en dat voorliggend plan derhalve in lijn met het toerismebeleid is; dat in het ontwerpplan geconstateerd wordt dat de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege industrielawaai overschreden wordt; dat het op grond van de Wet Geluidhinder mogelijk is om een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege industrielawaai vast te stellen en dat burgemeester en wethouders hebben uitgesproken hiertoe over te willen gaan; dat overeenkomstig het bepaalde in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wettelijk vooroverleg met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft blz. 1 van 2

5 plaatsgevonden en dat het ontwerp hierop is aangepast; dat door burgemeester en wethouders op 19 november 2013 is besloten om het ontwerpbestemmingsplan, de ontwerp-omgevingsvergunning en het ontwerpbesluit tot vaststelling hogere waarde overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.8, 3.31 van de Wet ruimtelijke ordening, afd. 3.4 Algemene wet bestuursrecht en artikel 110c Wet geluidhinder gedurende zes weken ter inzage te leggen; dat gedurende de periode van terinzagelegging (29 november 2013 t/m 9 januari 2014) geen zienswijzen naar voren zijn gebracht; BESLUIT: I. het bestemmingsplan "Purmerdijk ", bestaande uit toelichting, regels en verbeelding (ID-code NL.IMRO.0439.BPPURMERDIJK va01) ongewijzigd vast te stellen ten behoeve van de uitvoering van de gecoördineerd in procedure gebrachte omgevingsvergunning in het kader van de herontwikkeling van het perceel Purmerdijk 13; II. op grond van artikel 6.12, lid 2 onder a van de Wet ruimtelijke ordening geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan "Purmerdijk ". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 24 april 2014 de griffier, de voorzitter, blz. 2 van 2

6 OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Purmerend hebben een omgevingsvergunning verleend voor het herbouwen van een stolpboerderij met daarin twee woningen. 1. Aanvraag om omgevingsvergunning Op 6 augustus 2013 hebben burgemeester en wethouders van Purmerend de hieronder beschreven aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen. Gelijktijdig heeft de aanvrager verzocht om gebruik te maken van de gemeentelijke coördinatieregeling op grond van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening, om de besluiten op de aanvraag om omgevingsvergunning en vaststelling van de hogere waarde geluidhinder te coördineren met het vaststellingsbesluit van een herziening van het bestemmingplan voor de betreffende gronden. Naam aanvrager: De heer L.G.M. Chatrou Adres: Purmerdijk 8 Postcode en woonplaats: 1446 RJ PURMEREND Omschrijving project: het herbouwen van een stolpboerderij met daarin twee woningen Locatie project: Purmerdijk 13 Ingevolge 3.8, 3.30, 3:31 en 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening, de aanwijzing van categorieën ( coördinatiebesluit) en de beleidsregels gemeentelijke coördinatieregeling, is dit besluit gecoördineerd voorbereid met bestemmingsplan "Purmerdijk ' met inachtneming van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bepaald in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van de artikelen 2.1, 2.4 lid 1, 2.10 en 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen. Op grond van artikel 2.22 onder a van de Wabo zijn wij bevoegd om voorschriften aan een omgevingsvergunning te verbinden. Wij hebben van die bevoegdheid gebruikgemaakt. 2. Activiteiten van het project waarvoor een omgevingsvergunning nodig en aangevraagd is Bouwen, in strijd met het bestemmingsplan Ingevolge artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo is een omgevingsvergunning nodig voor het herbouwen van een stolpboerderij met daarin twee woningen (hierna te noemen: het bouwplan). Bij toetsing van het bouwplan aan de in artikel 2.10 lid 1 van de Wabo opgenomen en voor dit bouwplan toepasselijke weigeringsgronden is gebleken dat het bouwplan in overeenstemming is met redelijke eisen van welstand. Verder is aannemelijk dat het bouwplan voldoet aan de regels zoals opgenomen in het Bouwbesluit 2012 en de Bouwverordening. Ook is het bouwplan en het blijkens de aanvraag beoogde gebruik ervan in overeenstemming met de voorschriften van het bestemmingsplan Purmerdijk met uitzondering van artikel 6.2 van de bestemmingsplanvoorschriften. Op grond van artikel 6.2 van de bestemmingsplanvoorschriften mogen op een deel van het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de bestemming "Waterstaat - Waterkering" gebouwd worden. Ingevolge artikel 2.10 lid 2 van de Wabo

7 beschouwen we daarom deze aanvraag tevens als een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo: het gebruiken van gronden en (of) bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan; Op grond van artikel 2.12 lid 1 aanhef en onder a onder 1 van de Wabo en artikel 6.3 van de bestemmingsplanvoorschriften kunnen wij afwijken van het bepaalde in de artikelen 6.2 van de bestemmingsplanvoorschriften. Wij zien aanleiding om af te wijken. De overwegingen hierover zijn opgenomen in de bijlage 1. Overwegingen en voorschriften. Met het verlenen van deze binnenplanse ontheffing is de strijdigheid met het bestemmingsplan beëindigd. Er is dan ook geen reden om voor de activiteit bouwen de aangevraagde omgevingsvergunning te weigeren. 3. Besluit tot verlening van de omgevingsvergunning Zoals hiervoor is overwogen, zijn er geen gronden om de aangevraagde omgevingsvergunning te weigeren. Burgemeester en wethouders van Purmerend hebben dan ook besloten de aangevraagde omgevingsvergunning ten behoeve van het project het herbouwen van een stolpboerderij met daarin twee woningen te verlenen. Deze omgevingsvergunning is verleend voor de volgende activiteit: Bouwen Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening 4. Ondertekening en rechtsmiddelen Purmerend, 29 april 2014 Burgemeester en wethouders van Purmerend, de secretaris de burgemeester, Gewaarmerkte bijlagen: 1. Overwegingen en voorschriften; 2. Aanvraagformulier omgevingsvergunning referentienummer: /datum ontvangst: 6 augustus 2013; 3. Aanvraagformulier onderdeel activiteit 'handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening' referentienummer: /datum ontvangst: 28 augustus 2013; 4. Intrekking onderdeel 'handelen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten' referentienummer: /datum ontvangst: 8 augustus 2013; 5. Verzoek tot coördinatie omgevingsvergunning en bestemmingsplan referentienummer: /datum ontvangst: 6 augustus 2013; 6. Tekeningen omgevingsaanvraag referentienummer: /datum ontvangst: 26 augustus 2013; 7. Bouwbesluittoetsing Yield Engineering d.d. 21 augustus 2013, referentienummer: /datum ontvangst: 21 augustus Rechtsmiddelen Omdat deze vergunning ex artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening is gecoördineerd met de procedure ter vaststelling van het bestemmingsplan 'Purmerdijk ' moet het beroepsschrift worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State.

8 Het vastgestelde bestemmingsplan, de vastgestelde hogere grenswaarde Wet geluidhinder en de verleende omgevingsvergunning liggen met ingang van 9 mei 2014 voor de duur van zes weken ter inzage bij de publieksbalie, Purmersteenweg 42 te Purmerend. Het bestemmingsplan is eveneens in te zien via de landelijke voorziening en op de eigen website van de gemeente Gedurende de termijn van zes weken kan degene die tijdig zienswijzen heeft ingediend beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Daarnaast kan beroep worden ingesteld door belanghebbenden die aantonen dat zij redelijkerwijs niet in staat zijn geweest hun zienswijze ten aanzien van het ontwerp-bestemmingsplan, de ontwerp-hogere grenswaarde Wet geluidhinder en/of de ontwerp-omgevingsvergunning bij het college naar voren te brengen. Het instellen van beroep heeft geen schorsende werking op het besluit. Hiervoor kunnen belanghebbenden die beroep hebben aangetekend een voorlopige voorziening vragen. Het verzoek om voorlopige voorziening kan worden gericht aan de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

9 Overwegingen en voorschriften Overwegingen en voorschriften Waterstaat-Waterkering Bij de op grond van artikel 2.10 lid 1 onder c van de Wabo vereiste planologische beoordeling van het bouwplan blijkt dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan "Purmerdijk ". De strijdigheid betreft artikel 6.2 van de bestemmingsplanvoorschriften, op grond waarvan op een deel van het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de bestemming "Waterstaat - Waterkering" gebouwd mogen worden. Ingevolge artikel 2.10 lid 2 van de Wabo beschouwen we daarom deze aanvraag tevens als een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo: het gebruiken van gronden en (of) bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan; Op grond van artikel 2.12 lid 1 aanhef en onder a onder 1 van de Wabo en artikel 6.3 van de bestemmingsplanvoorschriften kunnen wij afwijken van het bepaalde in de artikelen 6.2 van de bestemmingsplanvoorschriften. Wij zien aanleiding om af te wijken. Op 1 november 2012 heeft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (hierna: HHNK) een wateradvies afgegeven. Het HHNK adviseert positief op het plan onder voorwaarde dat: 1. er grondverdringende heipalen worden toegepast (zonder verzwaarde voet) en dat 2. er niet zonder meer een kelder wordt gegraven. Tevens is een watervergunning benodigd waarbij middels tekeningen en eventueel berekeningen dient te worden aangetoond dat aan de gestelde uitgangspunten van het wateradvies wordt voldaan. Met het afwijken is de strijdigheid met het bestemmingsplan beëindigd. Er is dan ook geen reden om voor de activiteit bouwen de aangevraagde omgevingsvergunning te weigeren; Voorschriften omtrent archeologie U draagt er zorg voor dat de door u bij de realisatie van de vergunde werkzaamheden ingezette partijen archeologische vondsten bij de gemeente melden conform artikel 53 van de Monumentenwet. Voorschriften omtrent natuurbescherming Voorschriften uitvoering (bouw)werkzaamheden 1. 's Nachts en tussen zonsondergang en zonsopgang mogen er geen grondwerk of zullen geen bouwactiviteiten plaatsvinden in de periode dat de meervleermuis actief is (1 april -1 oktober). 2. eventuele bouwlampen op het terrein dienen zodanig geplaatst te worden dat er geen lichtuitstraling richting de Purmerringvaart of de Polder Zeevang optreedt. Voorschriften inzake gebruik 1. Lichtmasten en lichtarmaturen dienen zodanig te worden geplaatst dat er geen uitstraling van licht optreedt naar de Purmerringvaart en de Purmerdijk. De armaturen dienen ledlampen met licht in het witte spectrum te bevatten en dienen gericht te worden toegepast (lichtstraal met een hoek tussen 30 en 70 graden richting de grond). Voor lichtmasten die niet behoren tot het straatmeubilair is een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen vereist.

10 Opmerking: U dient te allen tijde de zorgplicht te betrachten voor beschermde plant- en diersoorten, in het bijzonder ten aanzien van de op het terrein aanwezige kerkuil. 1.0 Voorschriften omtrent bodem Gegevens met betrekking tot het toe te passen bodemenergiesysteem dienen, uiterlijk binnen een termijn van 4 weken, voor de start van de aanleg van het toe te passen bodemenergiesysteem te worden overlegd. 2.0 Voorschriften omtrent bodem 2.1 De vrijkomende grond ten behoeve de uitbreiding mag op locatie worden hergebruikt. 2.2 Indien van de locatie grond wordt afgevoerd, dient rekening te worden gehouden met de geldende regelingen voor de afvoer en verwerking van grond. 2.3 Als er grond wordt afgevoerd, dient de vergunninghouder dit tenminste twee werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden te melden aan het team Toezicht en Handhaving tel: Na de werkzaamheden moet hiervan, binnen drie maanden na de grondwerkzaamheden, door de houder van de vergunning een evaluatierapport worden ingediend bij het bevoegd gezag. In dit rapport moet ten minste worden aangegeven: Beschrijving van de werkzaamheden en indien geen grond is afgevoerd: De hoeveelheid grond die is verplaatst; indien grond is afgevoerd: waarnaar toe de grond is verplaatst; de hoeveelheid grond (incl. transportbonnen); stortbonnen of reinigingsbonnen van de grond. 1.6 Procedure bouwwerkzaamheden Artikel 1.23 Aanwezigheid bescheiden Tijdens het bouwen zijn, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig: a. vergunning voor het bouwen; d. overige voor het bouwen van belang zijnde vergunningen en documenten met nadere voorwaarden en ontheffingen. Artikel 1.24 Het uitzetten van de bebouwingsgrenzen Met het bouwen van een bouwwerk, waarvoor een vergunning is verleend, wordt niet begonnen, onverminderd de voorwaarden bij de vergunning, voordat voorzover nodig door of namens het bevoegd gezag: a. de rooilijnen en/of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet; b. het straatpeil is uitgezet.

11 Artikel 1.25 Mededeling aanvang en beëindiging bouwwerkzaamheden Lid 1. Het bevoegd gezag wordt ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van de bouwwerkzaamheden, waarvoor een vergunning is verleend, door de houder van de vergunning schriftelijk/telefonisch, met inbegrip van ontgravingwerkzaamheden, in kennis gesteld. Lid 2. Het bevoegd gezag wordt ten minste op de dag van beëindiging van de bouwwerkzaamheden, waarvoor een vergunning is verleend, door de houder van de vergunning schriftelijk/telefonisch in kennis gesteld": (tijdens werkdagen bereikbaar, tel ) Lid 3. Een bouwwerk voor het bouwen, waarvoor een vergunning is verleend, wordt niet in gebruik genomen indien niet voldaan is aan het bepaalde in het tweede lid. 8.1 Het voorkomen van onveilige situaties en het beperken van hinder tijdens het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden Artikel 8.1 Aansturingartikel Lid 1: De uitvoering van bouw- en sloopwerkzaamheden is zodanig dat voor de omgeving, een onveilige situatie of voor de gezondheid of bruikbaarheid, nadelige hinder zoveel mogelijk wordt voorkomen. Lid 2: Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling. Artikel 8.2 Veiligheid in de omgeving Bij het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden worden maatregelen getroffen ter voorkoming van: a. letsel van personen op een aangrenzend perceel of op een aan het bouw- of sloopterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen; b. letsel van personen die het bouw- of sloopterrein onbevoegd betreden; c. beschadiging of belemmering van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere al dan niet roerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouw- of sloopterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen. Artikel 8.4 Geluidhinder Lid 1: Bouw- of sloopwerkzaamheden die een geluidniveau veroorzaken van ten minste 60 db(a) op de gevel van een aangrenzende woonfunctie of van een aangrenzende gebruiksfunctie op een ander perceel, worden op werkdagen tussen 7:00 uur en 19:00 uur uitgevoerd. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden worden de in onderstaand aangegeven dagwaarden, en de bij die dagwaarden aangegeven maximale blootstellingduur in dagen dat de dagwaarde is bereikt, niet overschreden. Dagwaarde < 60 db(a) > 60 db(a) > 65 db(a) > 70 db(a) > 75 - < 80 db(a) Maximale blootstellingduur onbeperkt 50 dagen 30 dagen 15 dagen 5 dagen

12 Lid 2: Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het eerste lid. De hiervoor geldende regels zijn vastgelegd in de beleidsregel geluidsbelasting en optredende trillingen door hei, bouw- en sloopwerkzaamheden Gemeente Purmerend Artikel 8.5 Trillingshinder Lid 1: Trillingen veroorzaakt door het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden bedragen in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en in verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1.onderdeel e van het Besluit geluidhinder niet meer dan de trillingsterkte, genoemd in tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B hinder voor personen in gebouwen Lid 2: Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het eerste lid. De hiervoor geldende regels zijn vastgelegd in de beleidsregel geluidsbelasting en optredende trillingen door hei, bouw- en sloopwerkzaamheden Gemeente Purmerend Artikel 8.6 Stofhinder Tijdens het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden worden maatregelen getroffen om visueel waarneembare stofverspreiding buiten het bouw- of sloopterrein te voorkomen. Artikel 8.7 Grondwaterstand Het bemalen van bouwputten, leidingsleuven en andere tijdelijke ontgravingen, ten behoeve van bouwwerkzaamheden, leidt niet tot een zodanige wijziging van de grondwaterstand dat gevaar kan ontstaan voor de veiligheid van belendingen. 8.2 Afvalscheiding Artikel 8.8 Aansturingartikel Lid 1: Bouw- en sloopwerkzaamheden worden zodanig uitgevoerd dat tijdens de uitvoering vrijkomend bouw- en sloopafval deugdelijk wordt gescheiden. Lid 2: Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling en de krachtens die bepalingen gegeven voorschriften. Artikel 8.9 Grondwaterstand Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over de te scheiden categorieën bouw- en sloopafval en de opslag en afvoer daarvan op en van het terrein bij het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden. 2.2 Op een later tijdstip aan te leveren gegevens en bescheiden Artikel 2.7 Uitgestelde indieningvereisten omtrent het bouwen Lid 1: In de vergunning voor een bouwactiviteit wordt, indien de aanvrager een verzoek tot latere aanlevering heeft ingediend, bepaald dat de volgende gegevens en bescheiden uiterlijk binnen een termijn van drie weken voor de start van de uitvoering van de desbetreffende handeling worden overlegd: a. gegevens en bescheiden met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte en stabiliteit) en de uiterste grenstoestand van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk als geheel,

13 voor zover het niet de hoofdlijn van de constructie dan wel het constructieprincipe betreft; b. gegevens en bescheiden met betrekking tot de details van de in of ten behoeve van het bouwwerk toegepaste installaties, voor zover het niet de gegevens met betrekking tot de hoofdlijn dan wel het principe van de toegepaste installaties betreft; de hoofdlijn betreft onder meer de wijze van verwarming, koeling en luchtbehandeling, de plaats en wijze van verticaal transport en de locatie en het type brandveiligheidinstallatie. Lid 2: Het eerste lid is niet van toepassing voor zover de gegevens en bescheiden betrekking hebben op tekeningen of berekeningen waaruit het constructieprincipe blijkt voor de nieuwe situatie en, voor zover daarvan sprake is, voor de bestaande situatie. Dit betreft: a. tekeningen van de definitieve hoofdopzet van de constructie van alle verdiepingen inclusief globale maatvoering; b. schematisch funderingsoverzicht of palenplan met globale plaatsing, aantallen en paalpuntniveaus inclusief globaal grondonderzoek waaruit de draagkracht van de ondergrond blijkt; c. plattegronden van vloeren en daken inclusief globale maatvoering; d. overzichtstekeningen van constructies van staal, hout en geprefabriceerd beton, inclusief stabiliteitsvoorzieningen en dilataties, principedetails van karakteristieke constructieonderdelen inclusief globale maatvoering; e. een schriftelijke toelichting op het ontwerp van de constructies. Lid 3. Indien de aard van het bouwplan naar het oordeel van het bevoegd gezag daartoe aanleiding geeft, kan in de vergunning worden bepaald dat gegevens en bescheiden, genoemd in de artikelen 2.2, tweede lid, 2.3, onderdeel i, 2.4 en 2.5, binnen een termijn van drie weken voor de start van de uitvoering van de desbetreffende handeling worden overgelegd. Algemeen aandachtspunten Gebruik openbare wegen, paden en terreinen 1. Het in gebruik nemen van openbare wegen, paden en terreinen buiten het bouwterrein voor opslag van materieel en materiaal is zonder schriftelijk toestemming van het gemeentebestuur verboden. Een uitgewerkte aanvraag (met plattegrond) daartoe, dient tijdig, doch tenminste vier weken voor aanvang van de bouw worden ingediend bij de afdeling vergunningen toezicht en handhaving. Voor het in gebruik nemen van gemeentegrond is precario verschuldigd. 2. Beschadiging of bevuiling van openbare wegen, paden en/of terreinen of enig ander gemeente-eigendom door de vergunninghouder of zijn bouwer/aannemer, zullen direct door de vergunninghouder of indien deze in gebreken blijft, van gemeentewege, doch voor zijn rekening, worden hersteld of verwijderd. Uitzetten van bebouwingsgrenzen Bij onduidelijkheden en vragen over bebouwingsgrenzen en of peilmaten kunt u contact opnemen met de bouwinspecteur of met dhr. J. Kaptein ( ) Melden van werken bij lage temperaturen 1. Indien bij temperaturen beneden 2 graden Celsius beton, metsel- of buitenpleisterwerk wordt uitgevoerd, moet het bouwtoezicht ten minste twee dagen voor het begin van het

14 desbetreffende werk in kennis worden gesteld van de te treffen maatregelen ten behoeve van: a. het niet verwerken van bevroren materialen; b. de bescherming van het desbetreffende werk na de voltooiing tegen vorstschade, zolang het nog voldoende is verhard of de temperatuur nog beneden 2 graden Celsius is. 2. De in het eerste lid bedoelde kennisgevingen moeten, indien het bouwtoezicht dit verlangt, schriftelijk plaatsvinden. Verbod tot ingebruikneming Na de bouw van een bouwwerk, waarvoor omgevingsvergunning is verleend, is het verboden dit bouwwerk in gebruik te geven ofte nemen indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet: a. het bouwwerk is niet gereed gemeld bij de bovenstaand genoemde bouwinspecteur. b. er is niet gebouwd overeenkomstig de omgevingsvergunning. Indien er werkzaamheden op of aan de openbare weg worden uitgevoerd dient u ten minste 1 week voor aanvang der werkzaamheden dit schriftelijke te melden aan: Team: Integraal Beheer Afdeling: Stadsbeheer t.a.v.: Dhr. J. Otten telefoon: Ter voorkoming van schade en ongelukken aan en door kabels en leidingen van Nutsbedrijven dient u vóór aanvang van der werkzaamheden informatie in te winnen omtrent de ligging van (aansluit) kabels en leidingen bij stichting "KLIC" ( Kabels en Leidingen informatiecentrum): internet: telefoon: mail: klic@kadaster.nl fax: Stadsverwarming: info@svpbv.nl Riolering en bestrating: telefoon: Voor het plaatsen van steigers, bouwkranen en andere voorzieningen op de openbare weg, kunt u contact opnemen met afdeling Vergunningen Toezicht en Handhaving telefoonnummer

15 BESLUIT Vaststelling hogere waarde geluidhinder vanwege industrielawaai van het bedrijventerrein Baanstee-Noord Burgemeester en wethouders van Purmerend; gezien: het verzoek van Bach Bouw B.V. tot gecoördineerde vaststelling van een hogere waarde geluidhinder voor het perceel Purmerdijk 13 d.d. 16 oktober 2013, reg.nr ; het bestemmingsplan "Purmerdijk "; het geluidbeheersplan voor het bedrijvenpark Baanstee-Noord (DHV, kenmerk AC augustus 2010); het feit dat woningen onder de Wet geluidhinder vallen (artikel 1 Wet geluidhinder); overwegende: dat de raad op 24 april 2014 het bestemmingsplan 'Purmerdijk ' heeft vastgesteld waarmee de realisatie van 3 woningen, bijbehorende opstallen en bed & breakfastunits mogelijk wordt gemaakt; dat het plangebied grenst aan het te ontwikkelen bedrijventerrein Baanstee-Noord; dat de maximum toegestane geluidsbelasting voor industrielawaai waarbij is aangegeven dat de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting op de gevel van een woning, vanwege industrielawaai, 50 db(a) mag bedragen (artikel 44 van de Wet geluidhinder) dat in binnenstedelijk gebied voor nog te bouwen woningen, vanwege de aanwezigheid van een weg een hogere geluidwaarde tot 55 db(a) kan worden vastgesteld (artikel 45 Wet geluidhinder); dat op basis van een akoestisch verkavelingsplan van bedrijventerrein Baanstee-Noord het geluid verdeeld is over de beschikbare kavels. In bijlage 1a is het bedrijventerrein Baanstee- Noord weergegeven met de te beheren 50 db(a) contour en de contour immissiepunten (CIP's) en toets immissiepunten (TIP's) ter plaatse van woningen binnen de contour; dat uit het geluidbeheersplan blijkt dat de gevelbelasting, inclusief aftrek op grond van artikel 110g Wet geluidhinder, op Tip-01 (Purmerdijk 13) vanwege de industrielawaai 52 db(a) bedraagt; dat het toepassen van bronmaatregelen op de onderhavige situatie niet goed mogelijk is en dat maatregelen in de zone vanuit stedenbouwkundig, landschappelijk en financieel oogpunt niet aanvaardbaar zijn;

16 dat door burgemeester en wethouders op 19 november 2013 is besloten om het ontwerpbestemmingsplan, de ontwerp-omgevingsvergunning en het ontwerp-besluit tot vaststelling hogere waarde overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.8, 3.31 van de Wet ruimtelijke ordening, afd. 3.4 Algemene wet bestuursrecht en artikel 110c Wet geluidhinder gedurende zes weken ter inzage te leggen; dat gedurende de inzageperiode (29 november 2013 t/m 9 januari 2014) geen zienswijzen naar voren zijn gebracht; besluiten: ten behoeve het ontwikkelen van de drie te bouwen woningen aan de Purmerdijk 13 te Purmerend een hogere geluidwaarde van 52 db(a) vast te stellen vanwege industrielawaai van het bedrijventerrein Baanstee-Noord te Purmerend. Purmerend, 29 april 2014 burgemeester en wethouders van Purmerend, de secretaris, de burgemeester,