VOERTUIGCONTROLE. Mede gebaseerd op het zakboek Strafvordering en Strafrecht voor de Politie Versie 24 februari 2017

Transcriptie

1 VOERTUIGCONTROLE Mede gebaseerd op het zakboek Strafvordering en Strafrecht voor de Politie Versie 24 februari

2 Stelling Het doel van een pv is het bewijzen dat de verdachte het ten laste gelegde strafbare feit heeft begaan 2

3 1. Het pv Pv dient twee doelen: 1. Waarheidsvinding vermoedelijk gepleegd strafbaar feit 2. Toezicht op de opsporing 3

4 Stelling Onrechtmatig verkregen bewijs mag door de rechter niet gebruikt worden 4

5 Onrechtmatig verkregen bewijs (Zb Sv 3.9 e.v.) Bewijsuitsluiting is vrijwel uitgesloten. Zie Sv HOvJ of SvSr OA 3.9 Eerlijkheid duurt het langst Verwerk de juiste gang van zaken tijdig, juist en volledig in het pv Overleg waar nodig met het HulpOvJ of OM 5

6 De zitting: OvJ en rechter Voorbereiding door OvJ kort voor zitting Basis: o uittreksel secretaris/beoordelaar en pv o soms pv verhoor getuigen/verdachten van RC o soms verhoor getuigen op zitting Verplaats U in de rechter: heeft uitsluitend de pv s Wat niet in pv staat, bestaat niet Op onderbouwd verweer van de verdediging moet de rechter gemotiveerd reageren Ambtshalve belangstelling rechter voor betrouwbaarheid pv is afgelopen 10 jaar fors toegenomen door allerlei incidenten 6

7 Checklist pv (1/6) Terug te vinden op > Kennissessies MNL (één A4) Vandaag enkele belangrijke punten uit die checklist Wordt op papier uitgereikt na Kennissessie 7

8 Checklist pv (2/6) 8. Relevante onderzoeksbevindingen en ambtshandelingen Alle bevindingen van verbalisant(en) van belang voor beoordeling door OvJ / rechter Ook dat wat niets heeft opgeleverd, maar wel van belang kan zijn Bijv. negatief buurtonderzoek, geen camerabeelden, wat er met veiliggesteld DNA-materiaal is gebeurd, getuige niet te vinden of wenst absoluut niets te verklaren, enz. 9. Redenen van wetenschap (opsp. ambt./getuige/aangever/verdachte) Zelf gezien of van buurman gehoord? Alle verdachten zien slaan (ik zag ze slaan) of 2 v/d 4? Vraag door in het verhoor, neem mee in het pv 8

9 Stelling Vernieling is een relatief klachtmisdrijf 9

10 Antwoord stelling Vernieling is inderdaad een relatief klachtmisdrijf Absolute klachtmisdrijven: door wetgever aangewezen misdrijven die, vanwege de aard van het delict, uitsluitend opgespoord of vervolgd mogen worden als er een klacht door de benadeelde (of vertegenwoordiger) is ingediend Relatieve klachtmisdrijven: door wetgever aangewezen misdrijven die vanwege een bepaalde familierelatie tussen het slachtoffer en de verdachte niet (echtgenoot) of uitsluitend op klacht opgespoord of vervolgd mogen worden Zie voor compleet overzicht het zakboek 10

11 Checklist pv (3/6) 10. Feiten / omstandigheden die tot toepassing dwangmiddel hebben geleid Redelijk vermoeden van schuld Ernstige bezwaren Redelijkerwijs kan worden vermoed (9 Ow: toegang vervoermiddelen/plaatsen) Redelijkerwijs kunnen vermoeden (49 WWM: doorzoeking) Redelijkerwijs aanleiding (WWM: onderzoek vervoermiddelen / kleding) Ernstige inbreuk op rechtsorde (titel IVa Bob-bevoegdheden, bijv. OVC / gevoelige gegevens en titel V) Enz. (check bevoegdheid!) 11

12 Stelling De bij insluiting van een verdachte aangetroffen mobiele telefoons mogen door de politie onderzocht worden 12

13 Onderzoek telefoon uit fouillering (Zb Sv 6.43) Zonder bewuste en vrijwillige toestemming van de verdachte of zonder een uitdrukkelijke bevoegdheid daartoe mag de bij de verdachte aangetroffen mobiele telefoon (aanwezig in bijv. diens fouillering) niet onderzocht worden Een uitdrukkelijke bevoegdheid daartoe is terug te vinden in bijv. art. 55b Sv (fouillering en onderzoek meegevoerde voorwerpen ter vaststelling identiteit) of art. 96 Sv (ibn ter zake de verdenking van een strafbaar feit waarvoor het voorwerp ook inbeslaggenomen moet worden) 'De enkele omstandigheid dat in het werkgebied van de verbalisanten regelmatig telefoons worden ontvreemd en bij de verdachte twee telefoons werden aangetroffen maakt niet dat het de verbalisanten reeds daarom vrij stond om de telefoons te onderzoeken' Rechtbank Amsterdam , NS

14 Checklist pv (4/6) 11. Verantwoording betreden plaatsen Bevoegdheid Bijv. Sv of hulpverlening (7 lid 2 Pw) Machtiging Niet vereist bij ernstig en onmiddellijk gevaar voor veiligheid personen/goederen waardoor terstond binnengetreden moest worden (art. 2 lid 3 Awbi) Toestemming (bewust en vrijwillig) Bij onvoldoende verwerking in pv: mogelijk vrijspraak of aanhouding strafzaak voor aanvullend pv 14

15 Checklist pv (5/6) 12.Omschrijving decor en context Omgeving waar en/of omstandigheden waaronder opgetreden moest worden (denk ook aan apart sfeer-pv) Beschrijving plaats politieoptreden en omstandigheden waaronder, bijv. o Eerdere, soortgelijke incidenten/meldingen/ervaringen o Reacties uit het publiek/omwonenden, bijv. aanstoot nemende aan het gedrag van probleemjeugd en/of deels zich bemoeiende met het politieoptreden Daarbij kan het gaan om eerdere incidenten op betreffende plaats, maar ook om eerdere incidenten waarbij bepaald voertuig of bepaald persoon betrokken was 15

16 Checklist pv (6/6) 13. Voldoende omschrijving ambtshalve bekendheid 14. Voldoende omschrijving van herkenning: waarvan / waaraan Zie volgende dia s 16

17 Checklist Pv: ambtshalve bekendheid Kennis politieambtenaar over bepaalde plaats / omgeving is groter dan die van OvJ en rechter Politieambtenaren werken immers vaak in klein deel van bijv. MNL en komen regelmatig in uitgaansgebieden, woonwijken, winkelcentra, gezinnen, enz. waar zich problemen voordoen en kennen hun klanten goed Ambtshalve bekendheid van rechter / OvJ is geen bewijsmiddel, pv wel Alles wat niet in pv staat, bestaat niet voor OvJ / rechter (want onbekend en/of geen wettig bewijsmiddel) Uitzondering: ander bewijsmiddel, bijv. getuigenverhoor bij RC of op zitting Verwerking ambtshalve bekende feiten / omstandigheden in pv kunnen van groot belang zijn voor afhandeling strafzaak, naast decor / context / sfeer-pv 17

18 Checklist pv: herkenningen (1/2) (Sv HOvJ 3.26 of OA SvSr 3.18) Behoedzaam omgegaan met herkenningen en bewijskracht daarvan Onbewuste sturing menselijke geest en herinneringsvermogen moet worden voorkomen Van doorslaggevend belang is of herkenningen voldoende betrouwbaar zijn Rechter controleert of er tot een herkenning kon worden gekomen Voor beoordeling betrouwbaarheid herkenning vanaf afbeelding zijn o.m. van belang: (zie volgende dia) 18

19 Checklist pv: herkenningen (2/2) (Sv HOvJ 3.26 of OA SvSr 3.18) 1. Nauwkeurige weergave hoe herkenning heeft plaatsgevonden 2. Kwaliteit afbeelding 3. Op afbeelding voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar 4. Herkenning plaatsgevonden op basis van die duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken 5. In welke frequentie, welke hoedanigheid en onder welke omstandigheden waarnemer en dader elkaar mogelijk eerder ontmoet hebben 6. Bijvoeging van gebruikte afbeelding (en niet bijv. een slechte zwartwit kopie van een scherpe kleurenafbeelding / slechte screenshot van bewakingsvideo zonder achterliggende video) PM MH: ook negatieve herkenningen moeten in het pv worden vermeld

20 Stelling Casus: Verdachte heeft 3 weken geleden via Marktplaats.nl een gestolen laptop gekocht. Er is echter geen enkele aanwijzing dat verdachte ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die laptop wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat de laptop door misdrijf was verkregen Stelling: Aldus kan er geen sprake zijn van heling 20

21 Antwoord stelling Heling kan ook strafbaar zijn als NIET bewezen kan worden dat de verdachte ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof Zie immers de strafbepaling onder punt b. (winstbejag): zie volgende dia Gaat helaas nog steeds mis. 21

22 Bestanddelen: opzet en schuldheling Als schuldig aan opzetheling wordt gestraft: a. hij die een goed ( ) voorhanden heeft ( ), terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed ( ) wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof b. hij die opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen goed voorhanden heeft ( ) Schuldheling: a. In plaats van weten: redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof b. In plaats van opzettelijk: redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof 22

23 Tenlastelegging opzet/schuldheling Dat verdachte op of omstreeks 12 december 2016 te Lelystad, in ieder geval in Nederland een laptop (merk Apple), in ieder geval een goed voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat goed wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof Subsidiair Dat verdachte op of omstreeks 12 december 2016 te Lelystad, in ieder geval in Nederland opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen laptop voorhanden heeft gehad althans uit winstbejag een laptop voorhanden heeft gehad terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betreft 23

24 Stelling Ook het meerijden op een gestolen scooter is heling 24

25 Antwoord stelling Denk bij heling (meerijden op gestolen scooter of in gestolen auto) niet alleen aan voorhanden hebben maar ook aan bewijsbare opzet of schuld: weten of redelijkerwijs kunnen vermoeden (zie wettekst opzet en schuldheling)! 25

26 Bestanddelen: verlaten plaats ongeval Verlaten plaats ongeval (art. 7 WVW): Het is degene die bij een verkeersongeval is betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval is veroorzaakt, verboden de plaats van het ongeval te verlaten indien: a. bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander is gedood dan wel letsel of schade aan een ander is toegebracht Bestanddeel weet of redelijkerwijs moet vermoeden bij ontkennende verdachte niet altijd goed bewijsbaar Alleen vermelding schade linksvoor en een ontkennende verdachte is onvoldoende. Stevig verbeterpunt (bewijs voor alle bestanddelen)!! 26

27 Stelling De Opiumwet geeft een bevoegdheid tot onderzoek aan het lichaam 27

28 Antwoord stelling De Opiumwet geeft GEEN bevoegdheid tot onderzoek aan het lichaam, daartoe moet worden teruggevallen op Sv: bevoegdheid vanaf hulpovj Sv HOvJ SvSr OA

29 Stelling De Opiumwet geeft een bevoegdheid tot doorzoeking 29

30 Antwoord stelling De Opiumwet geeft GEEN bevoegdheid tot doorzoeking, daartoe moet worden teruggevallen op Sv 30

31 Stelling Van een doorzoeking is nog geen sprake als er in een woning slechts één kastje wordt geopend waarover betrouwbare informatie is dat zich daarin harddrugs bevinden 31

32 Definiëring ibn en doorzoeking (SvSr OA 6.1 en 6.34) Ibn: het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp t.b.v. de strafvordering (art. 134,1 Sv) Doorzoeking: elk onderzoek dat verder gaat dan zoekend rondkijken (ook openen één kastje) 32

33 Vragen? Tot zover het Pv, vragen? 33

34 Stelling Poging beïnvloeding van een getuige is een zelfstandig strafbaar gesteld misdrijf waarop voorlopige hechtenis staat 34

35 Antwoord stelling Poging beïnvloeding van een getuige is inderdaad een zelfstandig strafbaar gesteld misdrijf waarop voorlopige hechtenis staat: Art. 285a Sr Hij die opzettelijk mondeling, door gebaren, bij geschrift of afbeelding zich jegens een persoon uit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. 35

36 Stelling Het Wetboek van strafvordering geeft de opsp. ambt. een bevoegdheid tot doorzoeking van een auto 36

37 3. Bevoegdheden t.a.v. vervoermiddelen (1/4) Zie voor actuele notitie! 1. Art. 3 Politiewet (taak politie) 2. Art. 96 lid 1 Sv (betreden plaatsen ter ibn) 3. Art. 96b Sv (doorzoeken vvm ter ibn) 4. Art. 126zq en zr Sv (onderzoek voorwerpen/vvm (terreur)) 5. Art. 49 WWM (doorzoeken plaatsen ter ibn) 6. Art. 51 WWM (onderzoek vvm) 7. Art. 52 lid 5 WWM (onderzoek vvm op luchthavens) 8. Art. 9 lid 1 Opiumwet (toegang vvm/plaatsen) 37

38 3. Bevoegdheden t.a.v. vervoermiddelen (2/4) 9. Art. 20 WED (toegang tot iedere plaats) 10. Art. 23 WED (onderzoek vvm en lading) 11. Art. 160 WVW (controlebevoegdheid WVW rij- kentekenbewijs, voertuig, blaastest) 12. Art. 5:13 Awb (algemene eis) 13. Art. 5:15 Awb (toezichthouder: betreden plaatsen) 14. Art. 5:19 Awb (toezichthouder: onderzoek vvm/lading) 15. Art. 1:23 e.v. Algemene douanewet (controleren / betreden / doorzoeken vvm / plaatsen) 16. Art. 51 Vreemdelingenwet (onderzoek vvm) 38

39 Bevoegdheden t.a.v. vervoermiddelen (3/4) LET OP 1. Feiten/omstandigheden van aangetroffen situatie (waarom werd vervoermiddel gecontroleerd) moeten tijdig, juist en volledig in het pv verwerkt worden! 2. Uit het pv moet grondslag bevoegdheid blijken (bijv. art. 3 Politiewet of 96b Sv) 3. Onvoldoende verwerking kan leiden tot aanhouden zaak op zitting, verhoor verbalisanten bij RC / op zitting, maken aanvullend pv, invrijheidstelling verdachte, enz. enz. 4. Als opsp. ambt. zich vergist heeft in grondslag bevoegdheid, dan is er niets aan de hand, mits hij maar wel bevoegd was (HOvJ of OA 3.1) 39

40 Bevoegdheden t.a.v. vervoermiddelen (4/4) LET OP 5. Vragen staat vrij: evenals iedere burger mag de politie ook vragen stellen, zolang het maar niet aan een verdachte is zonder daarbij diens rechten in acht te nemen (HOvJ of OA 2.3: plastic boodschappentasje-arrest) 6. Vragen mogen dus ook gesteld worden als de bestuurder van een voertuig tot stilstand is gebracht conform één of meer van voornoemde bevoegdheden 7. Als er toch sprake is van onrechtmatig optreden dan is bewijsuitsluiting bijna uitgesloten (HOvJ of OA 3.9 e.v.) 8. Voor woningen/woongedeelten is de Awbi van toepassing 40

41 Toegang/onderzoek vervoermiddelen: 3 Politiewet (1/2) De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven Taak politie geen vrijblijvende zaak De politie dient op te treden waar dat naar redelijk inzicht nodig is Onder omstandigheden kan politie aan art. 3 Pw beperkte bevoegdheden ontlenen ter uitvoering van in art. 3 Pw genoemde taken Zie daarover uitgebreid HOvJ 3.34 of OA 3.23! Voorbeelden: volgende dia 41

42 Toegang/onderzoek vervoermiddelen: 3 Politiewet (2/2) 1. Verzoek tot stilhouden (al dan niet in de vorm van een stopteken) aan bestuurder van voertuig in verdachte situatie zonder dat daarbij sprake is van verdenking strafbaar feit MH: stopteken wordt pas interessant bij vervolging voor niet voldoen aan dat stopteken (daarvoor is bevoegdheid stopteken en juiste verwerking in pv vereist): vervolging komt zelden voor. 2. Openen portier auto 3. Onderzoek van onder verdachte omstandigheden verlaten auto 4. Onderzoek in onbeheerd aangetroffen auto 5. Onderzoek in kofferbak van onbeheerd aangetroffen en onafgesloten voertuig Uiteraard alleen indien feiten/omstandigheden daartoe aanleiding geven: tijdig, juist en volledig in pv verwerken! 42

43 Stelling De Wet wapens en munitie geeft aan iedere opsp. ambt. een bevoegdheid tot doorzoeking 43

44 Doorzoeken: 49 WWM Opsporingsambtenaren kunnen te allen tijde op plaatsen waar zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat wapens of munitie aanwezig zijn, ter ibn doorzoeking doen Redelijkerwijs kunnen vermoeden: niet dus strengere eis van redelijk vermoeden strafbaar feit Voldoende is beschikbaarheid van gegevens / aanwijzingen, die vermoeden kunnen rechtvaardigen dat op bepaalde plaats wapentuig aanwezig is Tijdig, juist een volledig verwerken in pv! 44

45 Onderzoek vervoermiddelen: 51 WWM 1. Vervoermiddelen als daartoe redelijkerwijs aanleiding (zie hierna) bestaat op grond van a. gepleegd strafbaar feit waarbij wapens zijn gebruikt b. een gepleegde overtreding van de artikelen 13, 26 of 27 (is bijna hele WWM) c. aanwijzingen dat strafbaar feit als bedoeld onder a of b zal worden gepleegd 2. Alleen tegen bepaalde vervoermiddelen als daar reden voor is; OvJ kan bepalen: tegenover elk vervoermiddel 3. (Veiligheidsrisicogebied: bevel OvJ) 4. (Vorderen tot stilstand brengen, overbrengen naar aangewezen plaats, medewerking aan aanwijzingen) 45

46 Onderzoek vervoermiddelen: 51 WWM Redelijkerwijs aanleiding: Niet de strengere eis van redelijk vermoeden strafbaar feit Vereist concreet aanwijsbare aanleiding om te veronderstellen dat WWM wordt overtreden of dreigt te worden overtreden Zie verder uitgebreid HOvJ of OA (ook voor voorbeelden) Onderzoeken: ook het openen van (ook afgesloten) opbergruimtes, zoals dashboardkastjes, bagageruimten, enz. 46

47 Toegang vervoermiddelen: 9 Opiumwet 1. Voor zover redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak toegang: a. tot vervoermiddelen, met inbegrip van woongedeelten, waarvan bekend is, of waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed, dat daarmede ingevoerd of vervoerd worden of dat daarin, daarop of daaraan bewaard worden of aanwezig zijn middelen als bedoeld in lijst I of II b. tot plaatsen, waar een overtreding van deze wet gepleegd wordt of waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat zodanige overtreding gepleegd wordt Toegang omvat geen doorzoeking Toegang omvat ook doorgang Naar het zich laat aanzien geen dashboardkastje / bagageruimte / enz. (WWM wel: onderzoek vervoermiddelen)

48 Stelling Bij een verblijfsontzegging (bijv. in een winkel) behoeft voor een strafbare huisvredebreuk slechts éénmaal het vertrek gevorderd te worden 48

49 Antwoord stelling Bij een verblijfsontzegging behoeft voor een strafbare huisvredebreuk niet het vertrek gevorderd te worden Art. 138 Sr: hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik wederrechtelijk binnendringt óf wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie 49

50 Awb en APV s en inbrekerswerktuigen / hulpmiddelen winkeldiefstal Meeste APV s bevatten verbod om op openbare plaats inbrekerswerktuigen bij zich te hebben Ook bezit of vervoer van hulpmiddelen voor (winkel)diefstal kan verboden zijn Een opsp. ambt. kan in APV als toezichthouder aangewezen zijn en dan geldt de Awb in volle omvang Art. 3 van de Politiewet wijst geen toezichthouder aan Zie in voorkomende gevallen zeer uitgebreid HOvJ 11.5 of OA

51 Awb: opsporing/toezicht Awb bevat uitsluitend toezichthoudende bevoegdheden en dus geen opsporingsbevoegdheden Toezicht is niet gericht op opsporing, maar op algemeen toezicht op naleving van de wet Alleen een toezichthouder mag toezicht houden en toezichthoudende bevoegdheden toepassen Toezichthouder (art Awb): persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met houden toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift Ook opsp. ambt. kan aangewezen zijn als toezichthouder en beschikt dan naast opsporingsbevoegdheden ook over toezichthoudende bevoegdheden 51

52 Awb: aanwijzing als toezichthouder Zie voor aanwijzing van opsporingsambtenaren / politie als toezichthouders bijv. APV s (van belang voor bijv. inbrekerswerktuigen) Let op: niet altijd worden opsporings- / politieambtenaren als toezichthouder aangewezen in APV s Aanwijzing altijd goed verwerken in pv!! Niet de Opiumwet Niet art. 3 Politiewet 52

53 Awb: algemene eis: art. 5:13 Awb Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is Belangrijk: Uit het pv zal moeten blijken dat het optreden redelijkerwijs voor de vervulling van de taak nodig was Let op dat dit art. 5:13 Awb geldt voor de toepassing van alle bevoegdheden uit de Awb! 53

54 Betreden plaatsen ex woning: 5:15 AWB 1. Toezichthouder bevoegd elke plaats te betreden met uitzondering van woning zonder toestemming bewoner Plaats: ook een bedrijfspand, bedrijfsterrein of een vervoermiddel 54

55 Zaken onderzoeken, verpakking openen, monsterneming: art. 5:18 Awb 1. Een toezichthouder is bevoegd zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen. 2. Hij is bevoegd daartoe verpakkingen te openen. Denk onder omstandigheden ook aan het onderzoeken van bijv. een rugzak/tas op inbrekerswerktuigen 55

56 Onderzoek vervoermiddelen/lading: 5:19 lid 2 AWB 2. Toezichthouder bevoegd vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel zaken worden vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft, op hun lading te onderzoeken (bijv. inbrekerswerktuigen, zie HOvJ 11.5 of OA 10.5) Ook dashboardkastje, bagageruimte en/of een andere bergplaats in vervoermiddel (evenals WWM dus en niet Ow) 56

57 Awb, APV, 3 Pw en het pv (HOvJ 11.5 of OA 10.5) Gehele gang van zaken dient tijdig, juist en volledig in het pv verwerkt te worden, bijv: Wijk waar veel wordt ingebroken op het tijdstip waarop verdachte wordt aangetroffen (woningen/bedrijfspanden/(vracht)auto s)? Wat is er bekend over auto verdachte? Wie zaten er in de auto verdachte? Waar is verdachte aangetroffen (eventueel foto s bijvoegen)? Tijdstip aantreffen verdachte? Gedrag van verdachte (rondrijden/lopen, belangstelling voor woning, over schutting kijken, in tuin lopen, door poortjes lopen, schrikken / wegrennen bij zien politie, enz. enz.) (Ambtshalve) bekende verdachte, zo ja waarvan, waarvoor en hoe actueel? Wat had de verdachte (direct zichtbaar?) aan inbrekersgereedschap bij zich? Verklaring over voorgaande punten? 57

58 Toezichthoudende/controlebevoegdheden art. 160 WVW / dynamische verkeerscontrole Als daadwerkelijk inzage is gevorderd in het rijbewijs en/of de kentekenpapieren van het voertuig, dan mag volgens de HR worden aangenomen dat van misbruik geen sprake is Selectie bij verkeerscontroles op basis van ras, godsdienst of levensovertuiging uiteraard niet toegestaan In de betreffende zaak was daarvan geen sprake (er was geselecteerd op het (dure) type auto, de wijk waarin de auto reed en de firma die als kentekenhouder van de auto geregistreerd stond) Zie voor negatief voorbeeld (selectie op type auto en twee Marokkaanse jongens) 58

59 Voortgezette toepassing bevoegdheden en het pv Bijv. van toezicht naar opsporing: in het pv zal tijdig, juist en volledig verwerkt moeten worden: Waarom werd welke toezichthoudende bevoegdheid uitgeoefend Ontstaan verdenking strafbaar feit Toegepaste opsporingsbevoegdheden op basis van verdenking van dat nieuwe strafbare feit 59

60 Vragen Tot zover toegang/onderzoek vervoermiddelen, vragen? 60

61 Stelling Art. 3 Politiewet geeft een bevoegdheid tot het geven van een bevel 61

62 Stelling Het niet opvolgen van een op basis van art. 3 Politiewet gegeven bevel levert overtreding van art. 184 Sr op (niet voldoen aan bevel/vordering) 62

63 Stelling Bij het niet opvolgen van een op basis van art. 3 Politiewet gegeven verwijderbevel mag de politie de weigeraar verwijderen 63

64 Art. 3 Politiewet en art. 180/184 Sr Let op, belangrijk! Art. 3 Pw geeft politieambtenaren wél de bevoegdheid tot het geven van bevelen (ter handhaving van de rechtsorde) Niet opvolgen van bevel levert echter géén overtreding van art. 184 Sr op (niet voldoen aan bevel/vordering) Op grond van art. 3 Pw kan politieambtenaar na een niet opgevolgd verwijderbevel wél handelend optreden o Bijv. door het daadwerkelijk verwijderen van weigeraar o Verzet of beletten, belemmeren of verijdelen is strafbaar (art. 180 en/of 184 Sr), de verdachte kan daarvoor aangehouden worden 64

65 Art. 3 Politiewet en 180/184 Sr: tips voor pv (1/3) In pv dient tijdig, juist en volledig verwerkt te worden Decor/context (denk ook aan een mogelijk apart sfeer-pv) Waaruit bestond taakuitvoering o aanhouding, onderzoek op pd, optreden bij brand of ongeval, verzorgen slachtoffer ongeval, helpen/beveiligen ambulancemedewerkers, bemiddelen burenruzie / caféruzie, optreden bij (dreigende) openbare ordeverstoring, enz. enz. (goed beschrijven) Als er een bevel is gegeven: waarom en wat hield het bevel in, bijv: o verwijderbevel o bevel achter een afzetlint te gaan staan 65

66 Art. 3 Politiewet, 180/184 Sr en tips voor pv (2/3) Welke handelingen heeft de politieambtenaar ter uitvoering van zijn taak ondernomen, bijv. o verwijderen van een lastig persoon, enz. o achter lint plaatsen weigerachtig persoon Een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van mogelijk o verzet (180 Sr) en/of o beletten, belemmeren of verijdelen (184 Sr) 66

67 APV s (1/2) Vrij snel kan er sprake zijn van verdenking overtreding APV en kan op basis van die APV opgetreden en pv opgemaakt worden (als opsp. ambt.). Bijv. Samenscholing, onnodig opdringen of door uitdagend gedrag aanleiding geven tot ongeregeldheden; incl. bevel weg vervolgen/verwijdering Ordeverstoring bij evenement of in openbare inrichting Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen Verboden drankgebruik Verboden gedrag bij of in gebouwen (bijv. zonder redelijk doel in portiek/poort / gemeenschappelijke ruimte Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten Drugshandel op straat Max 3 maanden hechtenis of geldboete max 4100,- 67

68 APV s (2/2) Basiskennis over voornoemde bepalingen uit de van toepassing zijnde APV is voor dagelijkse taakuitvoering politieambtenaar onmisbaar Ook hier dient in het pv het concrete gedrag van de verdachte en/of de eventueel vereiste (dreigende) ordeverstoring tijdig, juist en volledig beschreven te worden Waar nodig incl. decor/context/sfeer-pv (zie voorgaande dia s) 68

69 Stelling In het openbaar opruien tot het plegen van enig strafbaar feit is een misdrijf waarop voorlopige hechtenis staat 69

70 Opruiing (art. 131 Sr) 1. Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de 4e categorie Bijv. omstanders die zich met politieoptreden bemoeien en daarbij opruien tot enig strafbaar feit Zie voor een omvangrijke en diepgaande bespreking en mogelijke voetnoten Sr HOvJ of SvSr OA, hierna kort enkele punten 70

71 Stelling Voor een opsporingsonderzoek aan de kleding van een verdachte gebaseerd op het Wetboek van strafvordering is aanhouding vereist 71

72 Antwoord stelling Voor een opsporingsonderzoek aan de kleding van een verdachte gebaseerd op het Wetboek van strafvordering is inderdaad aanhouding vereist 72

73 Stelling Tot het opsporingsonderzoek aan de kleding behoort ook het onderzoek van meegevoerde bagage 73

74 Antwoord stelling Tot het opsporingsonderzoek aan de kleding behoort NIET het onderzoek van meegevoerde bagage Wel mag de bagage indien vatbaar in beslag genomen worden op basis van art. 95 (staande- of aangehouden verdachte) 96 Sv (heterdaad of verdenking van een 67,1 misdrijf) 9 Opiumwet 52 WWM en vervolgens onderzocht worden (zie zakboek Sv HulpOvJ 6.44) LET OP: de WWM geeft ruimere bevoegdheden bij bagage (art. 50 en 52 WWM) 74

75 1. VVC / ZSM Veel voorkomende misdrijven Dwangmiddelen Tips voor beoordelaars Enz. 2. PowerPoint presentaties en meerkeuzetoetsen Per hoofdstuk zakboek Sv Veel voorkomende misdrijven (zakboek Sr) Met veel voorkomende verbeterpunten Bij Blauwe Parel gebruikte meerkeuzetoets 3. PowerPoint presentaties kwaliteitsproject Politie - OM 4. Actualiteiten na laatste papieren zakboek 5. Nieuwsmail, Tip van de Week, Misdrijf van de maand 6. Ook via Twitter en Facebook (zie 75

76 Kennisquiz!! 76