Basiskennis over voornoemde onderwerpen zal de kwaliteit van het politiewerk verbeteren.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Basiskennis over voornoemde onderwerpen zal de kwaliteit van het politiewerk verbeteren."

Transcriptie

1 Bevoegdheden tot toegang/onderzoek voertuig - Gebaseerd op o Zakboek Sv voor de Hulpofficier 2017 (HOvJ), par en 11.1 e.v. o Zakboek Sv en Sr voor de Opsporingsambtenaar 2016/17 (OA), par en 10.1 e.v. - Zie voor voetnoten en een meer omvangrijke bespreking de zakboeken - Auteur mr. M.G.M. Hoekendijk - Versie Groeidocument: verbetertips zullen in dit document verwerkt worden! - Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Bevoegdheden tot toegang/onderzoek voertuig 3. Inleiding bijzondere wetten; toezicht en opsporing 4. De Awb: toezicht en bestuursdwang 5. Samenloop toezicht/controle en opsporing 6. Misbruik of voortgezette toepassing van bevoegdheden 7. APV s: inbrekerswerktuigen / hulpmiddelen winkeldiefstal 8. Tot slot / groeidocument 1. Inleiding De afgelopen jaren heb ik vele vakvragen en praktijkcasussen voorgelegd gekregen van lezers van de zakboeken en deelnemers aan de kennissessies. Telkens terugkerende onderwerpen waren onder meer de bevoegdheden tot toegang en onderzoek van voertuigen (waaronder de dynamische controle ), controlebevoegdheden en voortgezette toepassing van bevoegdheden. Al tientallen jaren schrijf ik daarover in mijn zakboeken en feitelijk is er niet veel veranderd, ook niet de kennis van de politie over dit onderwerp. Vandaar toch maar een kleine inbreuk op mijn auteursrechten ;-). Achtereenvolgens worden besproken (onder verwijzing naar de zakboeken): 1. Bevoegdheden tot toegang/onderzoek voertuig (HOvJ 3.35 of OA 3.24) 2. Inleiding bijzondere wetten; toezicht en opsporing (HOvJ 11.1 of OA 10.1) 3. Algemene wet bestuursrecht: toezicht en bestuursdwang (HOvJ 11.2 of OA 10.2) 4. Samenloop toezicht/controle en opsporing (HOvJ 11.3 of OA 10.3) 5. Misbruik of voortgezette toepassing van bevoegdheden (HOvJ 11.4 of OA 10.4) 6. APV s: inbrekerswerktuigen / hulpmiddelen winkeldiefstal (HOvJ 11.5 of OA 10.5) Basiskennis over voornoemde onderwerpen zal de kwaliteit van het politiewerk verbeteren. LET OP: 1. Het kan niet genoeg gezegd worden: de feiten/omstandigheden van de aangetroffen (verdachte) situatie (waarom werd vervoermiddel gecontroleerd) moeten tijdig, juist en volledig in het pv verwerkt worden! Uit het pv moet ook de grondslag van de bevoegdheid blijken (bijv. art. 3

2 Politiewet of 96b Sv). Onvoldoende verwerking kan leiden tot het aanhouden van een zaak op zitting, verhoor van de verbalisanten bij de RC en/of op zitting, het maken van een aanvullend pv, het in vrijheidstellen van een in vh-gestelde verdachte, enz. Zie zo nodig uitgebreid het zakboek Pv en Bewijsrecht! 2. Als de opsporingsambtenaar zich vergist heeft in de grondslag van zijn bevoegdheid, dan is er niets aan de hand, mits hij maar wel bevoegd was (HOvJ of OA 3.1). 3. Vragen staat vrij: evenals iedere burger mag de politie ook vragen stellen, zolang het maar niet aan een verdachte is zonder daarbij diens rechten in acht te nemen (HOvJ of OA 2.3: plastic boodschappentasje-arrest). Vragen mogen dus ook gesteld worden als de bestuurder van een voertuig tot stilstand is gebracht conform één of meer van onderstaande bevoegdheden. 4. Als er toch sprake is van onrechtmatig optreden dan is bewijsuitsluiting bijna uitgesloten (HOvJ of OA 3.9 e.v.). 5. Raadpleeg voor (veel) meer info altijd de complete tekst in de paragrafen waarnaar in de volgende tekst verwezen wordt! 6. Zie voor de bespreking van de vereisten voordat tot toepassing van de bevoegdheid mag worden overgegaan (zoals bijv. redelijkerwijs aanleiding, redelijkerwijs voor de vervulling van taak en naar zijn redelijk oordeel ) de verwijzingen naar de betreffende paragrafen! 7. Voor woningen/woongedeelten is de Awbi van toepassing, zie HOvJ of OA 7.1 e.v. 8. Zie voor de bespreking van een onderzoek naar inbrekerswerktuigen en hulpmiddelen voor winkeldiefstal HOvJ 11.5 of OA Zie voor de bespreking van de Awb, (samenloop) toezicht en opsporing, en misbruik of voortgezette toepassing HOvJ 11.1 e.v. of OA 10.1 e.v. 10. Tips (over bijv. andere bevoegdheden) verneemt de auteur graag per mail: mgmhoekendijk@zakboekenpolitie.com en zullen als ze zinvol zijn in dit zakboek verwerkt worden! Dynamische controle Momenteel erg actueel maar feitelijk niets nieuws onder de zon. Met dynamische controle is niets mis als dit gebaseerd is op één of meer van onderstaande bevoegdheden, waarbij met name te denken valt aan art. 3 Politiewet. Niet makkelijk, wel basisgereedschap Makkelijk is het allemaal niet, maar onderstaande zou moeten behoren tot de basiskennis van de politieambtenaren die op straat hun diensten draaien. Uiteindelijk gaat het om (inspirerend, coachend en verbindend) vakmanschap. Zoiets als de oude, ervaren brigadier waar ik vroeger altijd terecht kon met mijn vragen. 2. Bevoegdheden tot toegang / onderzoek voertuig (HOvJ 3.35, OA 3.24) LET OP: 1. Raadpleeg voor (veel) meer info altijd de complete tekst waarnaar verwezen wordt! 2. Zie voor de bespreking van de onderliggende vereisten voordat tot toepassing van de bevoegdheid mag worden overgegaan (zoals bijv. redelijkerwijs aanleiding, redelijkerwijs voor de vervulling van taak en naar zijn redelijk oordeel ) ook de verwijzingen naar de betreffende paragrafen in de zakboeken!

3 3. Voor woningen/woongedeelten is de Awbi van toepassing, zie HOvJ of OA 7.1 e.v. 4. Tips (over bijv. andere bevoegdheden) verneemt de auteur graag per mail: De tips zullen als ze zinvol zijn niet alleen in het zakboek verwerkt worden maar ook beloond worden met een gratis zakboek naar keuze! Bevoegdheden tot toegang / onderzoek van vervoermiddelen 1. Art. 3 Politiewet (taak politie). 2. Art. 96 lid 1 Sv (betreden plaatsen ter ibn). 3. Art. 96b Sv (doorzoeken vervoermiddel ter ibn). 4. Art. 126zq en zr Sv (onderzoek voorwerpen/vervoermiddelen (terreur)). 5. Art. 49 WWM (doorzoeken plaatsen ter ibn). 6. Art. 51 WWM (onderzoek vervoermiddelen). 7. Art. 52 lid 5 WWM (onderzoek vervoermiddelen op luchthavens). 8. Art. 9 lid 1 Opiumwet (toegang vervoermiddelen/plaatsen). 9. Art. 20 WED (toegang tot iedere plaats). 10. Art. 23 WED (onderzoek vervoermiddelen en lading). 11. Art. 160 WVW (controlebevoegdheden WVW). 12. Art. 5:13 Awb (algemene eis aan gebruik bevoegdheden Awb). 13. Art. 5:15 Awb (als toezichthouder: betreden plaatsen). 14. Art. 5:19 Awb (als toezichthouder: onderzoek vervoermiddelen/lading). 15. Art. 1:23 e.v. Algemene douanewet (controleren/betreden/doorzoeken vervoermiddelen/plaatsen). 16. Art. 51 Vreemdelingenwet (onderzoeken vervoermiddelen). Sub 1: art. 3 Politiewet (taak politie) (HOvJ 3.34 of OA 3.23) De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Vooraf: art. 3 Politiewet kan bij dynamische controles al snel de grondslag vormen! Voornoemde taakomschrijving valt uiteen in drie delen. 1. Handhaving rechtsorde. a. Handhaving van de openbare orde. Handhaving: zowel het beëindigen van verstoringen van de openbare orde als het voorkomen van dreigende verstoringen. Verstoring openbare orde: zal moeten gaan om een verstoring van enige betekenis van de normale gang van zaken in of aan de desbetreffende openbare ruimte. b. Strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. De daadwerkelijke voorkoming, opsporing en de beëindiging van strafbare feiten, alsmede de tenuitvoerlegging van beslissingen van de rechter of het OM. Ingevolge art. 1 lid 2 Politiewet omvat die handhaving tevens het waken voor de veiligheid van personen (zoals persoonsbeveiliging). 2. Verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Betreft zowel hulpverlening in samenhang met de handhaving van de rechtsorde

4 als hulpverlening in algemene zin. Hulp bieden geschiedt in principe alleen in noodsituaties en alleen gedurende de beperkte periode dat andere hulpinstanties deze taken nog niet hebben overgenomen. Taak politie geen vrijblijvende zaak De politie dient op te treden waar dat naar redelijk inzicht nodig is. Zie daarover ook een rapport van de Nationale ombudsman: de Nationale ombudsman vindt het niet ter discussie staan dat de politie bepaalde groepen burgers in de gaten houdt en daartoe naar bepaalde middelen grijpt om inzicht in deze groepen te krijgen, de groepen te beheersen of aan te pakken. De samenleving verwacht dit ook van de politie. Onder omstandigheden kan de politie aan art. 3 Politiewet beperkte bevoegdheden ontlenen ter uitvoering van de in dat art. 3 Politiewet genoemde taken. Zie daarover uitgebreid HOvJ 3.34 of OA 3.23 (met name onder Voorbeelden politieoptreden op basis van art. 3 Politiewet), waar ik onder meer als voorbeeld noem: - een verzoek tot stilhouden (al dan niet gegeven in de vorm van een stopteken) aan de bestuurder van een voertuig in een verdachte situatie zonder dat daarbij sprake is van verdenking van een strafbaar feit en/of een verdachte (wel tijdig, juist en volledig verwerken in het pv!) En voor de zekerheid: ook aan een verdachte mag een stopteken gegeven worden (HOvJ of OA 4.2); - het openen van een portier van een auto; - onderzoek van onder verdachte omstandigheden verlaten auto; - onderzoek in onbeheerd aangetroffen auto; - onderzoek in de kofferbak van een aangetroffen onbeheerd en onafgesloten voertuig; - enz. enz. (zie HOvJ 3.34 of OA 3.23). Sub 2: art. 96 lid 1 Sv (betreden plaatsen ter ibn) (HOvJ of OA 6.10) 1. In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit ( ieder strafbaar feit, dus ook bijv. een APV-overtreding) of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv, is de opsporingsambtenaar bevoegd de daarvoor vatbare voorwerpen in beslag te nemen en daartoe elke plaats te betreden. 2. (Bevriezen). Sub 3: art. 96b Sv (doorzoeken vervoermiddel ter ibn) (HOvJ of OA 6.10) 1. In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit ( ieder strafbaar feit, dus ook bijv. een APV-overtreding) of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67, eerste lid, is de opsporingsambtenaar bevoegd ter ibn een vervoermiddel, met uitzondering van het woongedeelte zonder toestemming van de bewoner, te doorzoeken en zich daartoe de toegang tot dit vervoermiddel te verschaffen. 2. Indien zulks met het oog op de uitoefening van de in het eerste lid verleende bevoegdheid noodzakelijk is, kan de opsporingsambtenaar: a. van de bestuurder van het vervoermiddel vorderen dat hij het vervoermiddel tot stilstand brengt, en

5 b. het vervoermiddel vervolgens naar een daartoe door hem aangewezen plaats overbrengen of door de bestuurder laten overbrengen. Sub 4: art. 126zq en zr Sv (onderzoek van voorwerpen/vervoermiddelen bij aanwijzing terroristisch misdrijf) (HOvJ of OA 9.20 of 8.7) Art. 126zq Sv (onderzoek voorwerpen) 1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf is de opsporingsambtenaar, bij bevel daartoe van de OvJ, bevoegd in het belang van het onderzoek voorwerpen te onderzoeken en aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen. Hij is bevoegd daartoe verpakkingen te openen. 2. (Meenemen voorwerpen). 3. (Eisen aan bevel). 4. In bij algemene maatregel van bestuur aangewezen veiligheidsrisicogebieden kan voor de uitoefening van een in dit artikel bedoelde bevoegdheid onder bij die algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden ( zie HOvJ 9.20 of OA 8.7) een bevel van de OvJ achterwege blijven. - Aanwijzingen: bijv. moeilijk verifieerbare geruchten, zachte info, een anonieme tip en vakbekwaam inzicht (zie uitgebreid HOvJ 9.20 of OA 8.7). - Veiligheidsrisicogebied: o Binnenhof te Den Haag; o centrale stations van de vier grote steden; o Nederlandse luchthavens alsmede de daaraan grenzende gebieden; o Kerncentrale te Borssele; o Mediapark te Hilversum. Zie voor een (omvangrijke) beschrijving van de exacte (zeer ruime) begrenzing van deze gebieden het Besluit. Art. 126zr Sv (onderzoek vervoermiddelen) 1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf is de opsporingsambtenaar, bij bevel daartoe van de OvJ, bevoegd in het belang van het onderzoek vervoermiddelen te onderzoeken. 2. De opsporingsambtenaar is bij een dergelijk bevel voorts bevoegd: a. vervoermiddelen op hun lading te onderzoeken; b. van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden m.b.t. de lading; c. van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt. 3. Art. 126zq, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing ( bevel OvJ niet vereist in aangewezen veiligheidsrisicogebieden). zie de opmerkingen onder art. 126zq Sv hiervoor.

6 Sub 5: art. 49 WWM (doorzoeken plaatsen ter ibn) (HOvJ en of OA en 10.19) De opsporingsambtenaren kunnen te allen tijde op plaatsen waar zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat wapens of munitie aanwezig zijn, ter ibn doorzoeking doen. - Redelijkerwijs kunnen vermoeden: niet de strengere eis van een redelijk vermoeden van het bestaan van een strafbaar feit wordt gesteld. Voor de uitoefening van de bevoegdheid door een daartoe bevoegd verklaarde ambtenaar kan worden volstaan met de beschikbaarheid van gegevens of aanwijzingen, die het vermoeden kunnen rechtvaardigen dat op een bepaalde plaats wapentuig aanwezig is. De aanwezigheid van een dergelijk vermoeden moet naar objectieve maatstaven (achteraf) kunnen worden getoetst. Het is dus zaak dat de verstrekte (veelal anonieme of anoniem gehouden) informatie zorgvuldig in pv vorm wordt gerelateerd. 1 - Onder de WWM vallen ook voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of d.m.v. ontploffing (zelf gemaakt explosieven / vuurwerkbommen) (categorie 2, zie HOvJ of OA 10.18). Sub 6: art. 51 WWM (onderzoek vervoermiddelen) (HOvJ en of OA en 10.19) 1. De opsporingsambtenaren zijn bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken indien daartoe redelijkerwijs aanleiding bestaat op grond van: - een gepleegd strafbaar feit waarbij wapens zijn gebruikt; - een gepleegde overtreding van de artikelen 13, 26 of 27 (zie hierna); - aanwijzingen dat een strafbaar feit als bedoeld onder a of b zal worden gepleegd. 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid kan slechts worden uitgeoefend ten aanzien van bepaalde vervoermiddelen, indien daartoe jegens deze aanleiding bestaat. De OvJ kan gelasten dat deze bevoegdheid tegenover elk vervoermiddel kan worden uitgeoefend. 3. (Veiligheidsrisicogebied: bevel OvJ). 4. De opsporingsambtenaren kunnen van de bestuurders van voertuigen en van de schippers van vaartuigen daartoe vorderen dat deze de vervoermiddelen tot stilstand brengen, deze vervoermiddelen naar een door hen aangewezen plaats overbrengen en overeenkomstig hun aanwijzingen terzake medewerking verlenen. 5. (Bevel 3e lid schriftelijk, tenzij). - Redelijkerwijs aanleiding: niet de strengere eis van een redelijk vermoeden van het bestaan van een strafbaar feit wordt gesteld. Gelet op de ( ) wetsgeschiedenis is voor het aanwenden van deze bevoegdheid vereist dat een concreet aanwijsbare aanleiding bestaat om te veronderstellen dat de WWM wordt overtreden of dreigt te worden overtreden. Zie verder uitgebreid HOvJ of OA Onderzoeken: ook het openen van (ook afgesloten) opbergruimtes, zoals 1. T&C, aant. 3b.

7 dashboardkastjes, bagageruimten, enz. (zie HOvJ of OA 10.18). - Onder de WWM vallen ook voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of d.m.v. ontploffing (categorie 2, zie HOvJ of OA 10.18). - Korte omschrijving inhoud art 13, 26 en 27 WWM a. Art. 13 WWM omvat het verbod (behoudens ontheffing) een wapen van categorie I te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, te doen binnenkomen of te doen uitgaan. b. Art. 26 WWM omvat het verbod (behoudens verlof, jachtakte of vrijstelling) een wapen of munitie van de categorieën II en III voorhanden te hebben en voor personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt het verbod een wapen van categorie IV voorhanden te hebben. c. Art. 27 WWM omvat het verbod (behoudens verlof, jachtakte of vrijstelling) een wapen van de categorieën II, III en IV te dragen. Sub 7: art. 52 lid 5 WWM (onderzoek vervoermiddelen op aangewezen luchthavens) (HOvJ of OA 10.18) 5. De opsporingsambtenaren alsmede andere daartoe door Onze Minister aangewezen personen zijn bevoegd een persoon die zich bevindt op een bij regeling van Onze Minister aangewezen luchthaven, te allen tijde aan zijn kleding en de verpakking van goederen, met inbegrip van reisbagage, alsmede diens vervoermiddel, te onderzoeken. - Te allen tijde: altijd (geen verdenking vereist). - Zie voor een opsomming van 22 luchthavens de Regeling fouilleerbevoegdheid luchthavens op overheid.nl (bijv. Schiphol, Rotterdam, Eindhoven). - Onder de WWM vallen ook voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of d.m.v. ontploffing (categorie 2, zie HOvJ of OA 10.18). Sub 8: art. 9 lid 1 Opiumwet (toegang vervoermiddelen/plaatsen) (zie HOvJ en of OA en 10.21) 1. De opsporingsambtenaren hebben, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, toegang: a. tot de vervoermiddelen, met inbegrip van woongedeelten, waarvan hun bekend is, of waarvan redelijkerwijze door hen kan worden vermoed, dat daarmede ingevoerd of vervoerd worden of dat daarin, daarop of daaraan bewaard worden of aanwezig zijn middelen als bedoeld in lijst I of II; b. tot de plaatsen, waar een overtreding van deze wet gepleegd wordt of waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat zodanige overtreding gepleegd wordt. - Voor de toepassing van deze bevoegdheden is dus niet alleen vereist dat dit redelijkerwijs voor de vervulling van de taak nodig is (aanhef lid 1), maar ook (tenminste) een redelijk vermoeden (onder a en b). - Toegang omvat geen doorzoeking. Naar het zich laat aanzien geen dashboardkastje / bagageruimte / enz.

8 - Ondanks het feit dat art. 9 Opiumwet alleen over toegang spreekt, mag uiteraard ook doorgang verschaft worden (zie HOvJ 6.41 of OA 6.34). Sub 9: art. 20 WED (toegang tot iedere plaats) (HOvJ of OA 10.22) De opsporingsambtenaren hebben in het belang van de opsporing toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. de bevoegdheden van art. 18 t/m 23 WED mogen worden uitgeoefend op grond van (concrete) aanwijzingen dat een wettelijk voorschrift als bedoeld in art. 1 of 1a WED is of wordt overtreden en niet dus pas bij een concrete verdenking in de zin van art. 27 Sv. Sub 10: art. 23 WED (onderzoek vervoermiddelen en lading) (HOvJ of OA 10.22) 1. De opsporingsambtenaren zijn bevoegd in het belang van de opsporing vervoermiddelen te onderzoeken met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. 2. Zij zijn bevoegd in het belang van de opsporing vervoermiddelen waarmee naar hun redelijk oordeel zaken worden vervoerd op hun lading te onderzoeken met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. 3. Zij zijn bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. 4. Zij zijn bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. 5. (Kosten). 6. De in dit artikel genoemde bevoegdheden kunnen tevens worden uitgeoefend jegens personen, die zaken vervoeren. zie de opmerkingen onder sub 9. Sub 11: art. 160 WVW (controlebevoegdheden WVW) (HOvJ of OA 10.7) 1. Op de eerste vordering van de in art. 159 bedoelde personen is de bestuurder van een motorrijtuig verplicht dat motorrijtuig te doen stilhouden alsmede de volgende bewijzen behoorlijk ter inzage af te geven: a. (Kentekenbewijs). b. (Rijbewijs). c. (Getuigschrift). d. (Ontheffing). e. (Gehandicaptenparkeerkaart). 2. (Kentekenbewijs aanhangwagen). 3. Op de eerste vordering van de in art. 159 bedoelde personen is de bestuurder van

9 een voertuig, niet zijnde een motorrijtuig, verplicht dat voertuig te doen stilhouden en, indien hem ter zake van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift ontheffing is verleend, de beschikking houdende verlening van ontheffing behoorlijk ter inzage af te geven. 4. De in art. 159 bedoelde personen zijn bevoegd zich te vergewissen van de naleving van de bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften en zo nodig een voertuig ten aanzien waarvan zij een onderzoek wensen in te stellen, naar een nabijgelegen plaats te voeren of te doen voeren. (Bestuurder verplicht desgevorderd medewerking te verlenen en de in art. 159 bedoelde personen in hun voertuig te vervoeren). 5. (Voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht). 6. (Alcoholslot). 7. De bestuurder van een voertuig, die door een der in art. 159 bedoelde personen in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift, is verplicht de hem door die persoon ter bescherming van bij het verkeer betrokken belangen gegeven bevelen op te volgen. betreft controlebevoegdheden, verdenking niet vereist dus. Sub 12: art. 5:13 Awb (algemene eis aan gebruik bevoegdheden Awb) (HOvJ 11.1 e.v. of OA 10.1 e.v.) Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. - Uit het pv zal moeten blijken dat het optreden redelijkerwijs voor de vervulling van de taak nodig was. - Let op dat dit art. 5:13 Awb geldt voor de toepassing van alle bevoegdheden uit de Awb! Sub 13: art. 5:15 Awb (uitsluitend voor toezichthouder: betreden plaatsen) (HOvJ 11.1 e.v. of OA 10.1 e.v.)) 1. Een toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. 2. Zo nodig verschaft hij zich toegang met behulp van de sterke arm. 3. Hij is bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hem zijn aangewezen. - Plaats: ook een bedrijfspand, bedrijfsterrein of een vervoermiddel. - Ook een opsporingsambtenaar kan aangewezen zijn als toezichthouder (zie HOvJ 11.1 e.v. of OA 10.1 e.v.): het pv zal daar dan duidelijkheid over moeten verschaffen. - Let op dat het hiervoor genoemde art. 5:13 Awb geldt voor de toepassing van alle bevoegdheden uit de Awb!

10 Sub 14: art. 5:19 Awb (uitsluitend voor toezichthouder: onderzoek vervoermiddelen/lading) (HOvJ 11.1 e.v. of OA 10.1 e.v.) 1. Een toezichthouder is bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft. 2. Hij is bevoegd vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel zaken worden vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft, op hun lading te onderzoeken ( bijv. inbrekerswerktuigen, zie HOvJ 11.5 of OA 10.5). 3. Hij is bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft. 4. Hij is bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt. 5. Bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie wordt bepaald op welke wijze de vordering tot stilhouden wordt gedaan (zie HOvJ 11.6 of OA 10.6). - Ook een opsporingsambtenaar kan aangewezen zijn als toezichthouder (zie HOvJ 11.1 e.v. of OA 10.1 e.v.): het pv zal daar dan duidelijkheid over moeten verschaffen. - Let op dat het hiervoor genoemde art. 5:13 Awb geldt voor de toepassing van alle bevoegdheden uit de Awb! - Bij het opsporen van strafbare feiten is er sprake van doorzoeken als het onderzoek verder gaat dan zoekend rondkijken (en er bijv. kasten worden geopend) (zie 6.41). De Awb gaat niet over het opsporen van strafbare feiten maar over toezicht, geeft dus geen opsporingsbevoegdheden en bevat ook geen bevoegdheid tot doorzoeking. Maar het hier besproken art. 5:19 Awb kan wel meer omvatten dan zoekend rondkijken. Het doel van het onderzoek conform dit art. 5:19 Awb kan namelijk meebrengen dat bijv. een dashboardkastje, bagageruimte en/of een andere bergplaats in het vervoermiddel geopend wordt, omdat vermoed wordt dat zich daarin zaken bevinden die voor het onderzoek van belang zouden kunnen zijn. - De Awb gaat niet over het opsporen van strafbare feiten maar over toezicht, geeft dus geen opsporingsbevoegdheden en bevat ook geen bevoegdheid tot doorzoeking. Maar het hier besproken art. 5:19 Awb kan wel meer omvatten dan zoekend rondkijken. Het doel van het onderzoek conform dit art. 5:19 Awb kan namelijk meebrengen dat bijv. een dashboardkastje, bagageruimte en/of een andere bergplaats in het vervoermiddel geopend wordt, omdat vermoed wordt dat zich daarin zaken bevinden die voor het onderzoek van belang zouden kunnen zijn (zie HOvJ 11.2). - Zie voor het onderzoeken van bijv. een rugzak (waarmee een verdacht persoon in een inbraakgevoelige wijk loopt) op inbrekerswerktuigen 5:18 Awb. Sub 15: art. 1:23 e.v. Algemene douanewet (controleren/betreden/doorzoeken vervoermiddelen/plaatsen) (HOvJ 11.30, OA 10.23)

11 zie de Algemene douanewet (art. 1:20 e.v. en art e.v.) en het zakboek (controlebevoegdheden alleen voor inspecteur Douane). Sub 16: art. 51 Vreemdelingenwet (onderzoeken vervoermiddelen) (HOvJ 11.7 e.v.) 1. Indien de ambtenaren belast met de grensbewaking en de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen op grond van feiten en omstandigheden, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden hebben dat met een vervoermiddel personen worden vervoerd m.b.t. wie zij een toezichthoudende taak hebben, zijn zij bevoegd het vervoermiddel te onderzoeken. De ambtenaren zijn in dat geval bevoegd van de bestuurder van het voertuig of van de schipper van het vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hen aangewezen plaats overbrengt teneinde het vervoermiddel te onderzoeken. Art. 47 Vreemdelingenwet (toezicht vreemdelingen) 1. Met het toezicht op de naleving van de wettelijke voorschriften m.b.t. vreemdelingen zijn belast: a. de ambtenaren van politie, bedoeld in art. 2, onder a, c en d, van de Politiewet 2012, die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak; b. de ambtenaren van de KMar; c. de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren. 3. Inleiding bijzondere wetten; toezicht en opsporing (HOvJ 11.1 of OA 10.1) Voor de opsporing en vervolging van de in bijzondere wetten opgesomde strafbare feiten zijn de regels van het algemeen geldende Sv van toepassing, tenzij de betreffende bijzondere wet daarvan afwijkt. Eén van de kenmerken van bijzondere wetgeving is echter dat voor de handhaving van de betreffende bijzondere wet in die wet vaak meer bevoegdheden worden toegekend dan in Sv. Het is niet ongebruikelijk en het is zeker ook noodzakelijk dat soms ruimere bevoegdheden kunnen worden toegepast dan in het kader van de opsporing op grond van Sv. Een voorbeeld van zo'n verdergaande bevoegdheid is de bevoegdheid tot doorzoeking voor iedere algemeen opsporingsambtenaar op basis van art. 49 WWM. Dat gaat duidelijk verder dan Sv (art. 95 Sv e.v.). Van belang is ook het onderscheid tussen opsporingsbevoegdheden en toezichthoudende bevoegdheden (ook wel controlebevoegdheden genoemd). Onder opsporing wordt ingevolge art. 132a Sv verstaan 'het onderzoek i.v.m. strafbare feiten onder gezag van de OvJ met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen'. Toezichthoudende bevoegdheden zijn niet gericht op opsporing, maar op algemeen toezicht op naleving van de wet waarvoor de toezichthoudende bevoegdheid is verleend. Sv bevat uitsluitend bevoegdheden ter opsporing en géén toezichthoudende bevoegdheden. De enige uitzondering hierop vormt art. 552 Sv (betreden plaats aangewezen handelaar). Bijzondere wetten daarentegen bevatten naast opsporingsbevoegdheden vaak ook toezichthoudende bevoegdheden. Denk hierbij als voorbeeld aan de

12 toezichthoudende bevoegdheden uit de WVW (vorderen rijbewijs, kentekenbewijs, alcoholcontrole, enz.) waarbij voor toepassing dus geen verdenking van een gepleegd strafbaar feit vereist is. Uiteraard moet in dit kader ook de belangrijke Algemene wet bestuursrecht (Awb) genoemd worden. Deze wet kent aan toezichthouders (die worden aangewezen in andere bijzondere wetgeving dan de Awb) vergaande toezichthoudende bevoegdheden toe. Ook opsporingsambtenaren kunnen aangewezen zijn als toezichthouder en door die aanwijzing beschikken over de toezichthoudende bevoegdheden uit de Awb. Zie over de Awb en toezicht verder uitgebreid de volgende paragraaf. Door het toepassen van toezichthoudende bevoegdheden kan de verdenking ontstaan dat een strafbaar feit is gepleegd en kunnen vervolgens opsporingsbevoegdheden worden toegepast. Daarbij kan zich de vraag voordoen of er in het betreffende geval sprake is van misbruik maken van bevoegdheden of van voortgezette toepassing van bevoegdheden. Zie daarover paragraaf 6 hierna. 4. De Awb: toezicht en bestuursdwang (HOvJ 11.2 of OA 10.2) Toezichthouder In art. 5:11 Awb wordt bepaald wat onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Ook de algemeen opsporingsambtenaar (art. 141 Sv) of de buitengewoon opsporingsambtenaar (art. 142 Sv) kan aangewezen worden als toezichthouder en deze toezichthouder beschikt dan niet alleen over toezichthoudende bevoegdheden maar als opsporingsambtenaar tevens over opsporingsbevoegdheden. Zie voor de aanwijzing van toezichthouders bijv. art. 158 WVW, art. 45 WWM, art. 8j Opiumwet, art. 2 van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, maar ook de mogelijkheid om in de APV opsporings- / politieambtenaren als toezichthouder aan te wijzen. Let op: niet altijd worden opsporings- / politieambtenaren als toezichthouder aangewezen in APV s, daarom een eventuele aanwijzing altijd goed verwerken in het pv! Art. 3 Politiewet 2012 Art. 3 van de Politiewet kan niet worden beschouwd als een wettelijk voorschrift in de zin van dit art. 5:11 Awb (en politieambtenaren zijn op basis van dit art. 3 Politiewet dus geen toezichthouder). Beperking/uitbreiding toezichthoudende bevoegdheden Ingevolge art. 5:14 Awb kunnen de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden worden beperkt (zie bijv. art. 45 lid 3 en 4 WWM). Maar de bijzondere wetgever kan (naast de toezichthoudende bevoegdheden uit de Awb) ook extra toezichthoudende bevoegdheden toekennen. Dat is uitzonderlijk, zie bijv. art. 160 WVW (vordering rijbewijs, kentekenbewijs, ademtest, enz.) en de WED in e.v. Raadpleging van de betreffende bijzondere wet blijft voor kennisneming van eventuele beperkingen, bijzondere bevoegdheden en verplichtingen in het kader van de handhaving van die bijzondere wet dus noodzakelijk. Gebruik toezichthoudende bevoegdheden niet voor opsporing of vervolging Ingevolge art. 1:6 van de Awb mogen de toezichthoudende bevoegdheden uit de

13 Awb niet gebruikt worden voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Er zijn ook gevallen denkbaar dat de functionaris in zijn hoedanigheid van toezichthouder over bevoegdheden beschikt die hij niet bezit in zijn hoedanigheid van opsporingsambtenaar. Dat kan het geval zijn indien de wetgeving aan een toezichthouder meer bevoegdheden heeft toegekend, of indien het strafrecht nog niet toestaat dat van opsporingsbevoegdheden gebruik wordt gemaakt. Dan wordt de vraag van belang of de ambtenaar zijn toezichtsbevoegdheden mag blijven uitoefenen indien hij bij zijn onderzoek in het kader van het toezicht stuit op feiten die aanwijzingen voor een strafbaar feit kunnen opleveren dan wel op zichzelf een strafbaar feit zijn. Het antwoord op die vraag moet hetzelfde zijn als in het geval de bevoegdheden van toezichthouder en opsporingsambtenaar over twee personen zijn verdeeld. De toezichthoudende bevoegdheden mogen ook in dit geval verder worden gebruikt, mits dit niet geschiedt met het doel een strafvorderlijke afdoening voor te bereiden. Tegelijkertijd behoren daarbij - en daarin zit een belangrijke beperking - de aan de verdachte als zodanig toekomende waarborgen in acht te worden genomen ( ). Die waarborgen betreffen in het bijzonder de verplichting om de verdachte te wijzen op zijn recht om te zwijgen en naar ik aanneem inmiddels ook het consultatierecht en het recht op verhoorbijstand. De cautie en het zwijgrecht zijn inmiddels ook verwerkt in de Awb: zie art. 5.10a hierna. Zie over dit onderwerp ook de volgende paragraaf, óók voor de toepassing van toezichthoudende bevoegdheden afkomstig uit andere wetten dan de Awb. Belangrijkste bepalingen uit de Awb met summiere bespreking Titel 5.1 Algemene bepalingen Art. 5:10a Awb (Verhoor betrokkene / cautie) 1. Degene die wordt verhoord met het oog op het aan hem opleggen van een bestraffende sanctie, is niet verplicht ten behoeve daarvan verklaringen omtrent de overtreding af te leggen. 2. Voor het verhoor wordt aan de betrokkene medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden. - Een verhoor is een mondelinge ondervraging met het oog op het opleggen van een bestraffende sanctie. De achtergrond van de cautieplicht is immers het ervaringsgegeven, dat van een mondelinge ondervraging een zekere psychische druk om te antwoorden kan uitgaan. De cautie wil voorkomen, dat de ondervraagde onder deze druk verklaringen aflegt, waarvan niet meer kan worden gezegd dat zij in vrijheid zijn afgelegd. Van schriftelijke vragen gaat, door het ontbreken van de directe confrontatie met de ondervrager, veel minder druk om te antwoorden uit. Bij schriftelijke vragen is als regel geen sprake van een verhoor en behoeft dus geen cautie te worden gegeven. Dit is slechts anders indien in bijzondere omstandigheden van een schriftelijke vraag een zodanige druk om te antwoorden zou uitgaan, dat materieel sprake is van een verhoor. - Zie voor verhoor ook de bespreking in HOvJ 2.9 of OA 2.7. Titel 5.2 Toezicht op naleving (art. 5:11 t/m 5:20) Art. 5:11 Awb (Toezichthouder)

14 Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. toezichthouders worden dus niet in de Awb aangewezen maar in andere wettelijke voorschriften, zoals bijv. de WVW, WWM of een APV. Art. 5:12 Awb (Legitimatieplicht) 1. Bij de uitoefening van zijn taak draagt een toezichthouder een legitimatiebewijs bij zich, dat is uitgegeven door het bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid waarvan de toezichthouder werkzaam is. 2. Een toezichthouder toont zijn legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds. 3. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de toezichthouder en vermeldt in ieder geval diens naam en hoedanigheid. Het model van het legitimatiebewijs wordt vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie. Art. 5:13 Awb (Algemene eis aan gebruik bevoegdheden) Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. - Het artikel legt het voor toezichtshandelingen geldende evenredigheidsbeginsel vast. Het geldt niet alleen voor de uitoefening van door de Awb toegekende bevoegdheden, maar ook voor bevoegdheden die in aanvulling daarop door de bijzondere wetgever zijn toegekend. Het evenredigheidsbeginsel houdt in ieder geval in dat de toezichthouder een bevoegdheid niet mag uitoefenen als dat voor de vervulling van zijn taak niet redelijkerwijs noodzakelijk is. Uit het beginsel vloeit voort dat de toezichthouder zijn bevoegdheid op de voor de burger minst belastende wijze moet uitoefenen. Verder beoogt het artikel de beginselen van evenredigheid en subsidiariteit te laten gelden voor toezichtshandelingen. - Het evenredigheidsbeginsel waarborgt ook dat bijv. geen inzage wordt gevorderd van andere bescheiden of dat geen andere zaken worden onderzocht dan die welke verband houden met de wettelijke voorschriften waarop het toezicht in het concrete geval betrekking heeft. - De toezichthouder heeft de verplichting om bij de uitoefening van een hem verleende bevoegdheid aan de betrokkene de reden mee te delen waarom hij van zijn bevoegdheid gebruik zal maken. Art. 5:14 Awb (Beperking bevoegdheden) Bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan dat de toezichthouder als zodanig aanwijst, kunnen de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden worden beperkt. zie de bespreking aan het begin van deze paragraaf. Art. 5:15 Awb (Betreden plaatsen) 1. Een toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. 2. Zo nodig verschaft hij zich toegang met behulp van de sterke arm. 3. Hij is bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hem zijn aangewezen.

15 - Let op dat een toezichthouder ingevolge art. 5:13 Awb alleen van zijn bevoegdheden gebruik mag maken voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Tijdig, juist en volledig verwerken in het pv! - Plaats: ook een bedrijfspand, bedrijfsterrein en een vervoermiddel. - Dit art. 5:15 Awb geeft alleen een bevoegdheid tot betreden. Bevoegdheden tot onderzoek na betreden dienen gebaseerd te worden op art. 5:18 (zaken onderzoeken, verpakking openen, monsterneming) en/of 5:19 (onderzoek vervoermiddelen/lading). Betreden omvat niet het doorzoeken van plaatsen zodat niet willekeurig kasten, laden en andere bergplaatsen kunnen worden geopend. Wel kunnen een kast en de inventaris zelf voorwerp zijn van onderzoek in de zin van art. 5:18, indien het betrokken toezicht daarop specifiek betrekking heeft. Bijv. onderzoek van keukenkasten en daarin aanwezig keukengerei in het kader van toezicht op de naleving van de Warenwetgeving. Zie over doorzoeken verder de opmerkingen onder art. 5:18 en 5:19 Awb. - De bevoegdheid zich te laten vergezellen is met name bedoeld voor assistentie door technisch deskundigen. Dit kunnen ook deskundigen zijn die ter uitvoering van de bevoegdheid van de toezichthouder hun deskundigheid kunnen aanwenden, bijv. deskundigen op het gebied van monsterneming. Art. 5:16 Awb (Inlichtingen vorderen) Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen. - Let op dat een toezichthouder ingevolge art. 5:13 Awb alleen van zijn bevoegdheden gebruik mag maken voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Tijdig, juist en volledig verwerken in het pv! - Zie voor professioneel verschoningsrecht art. 5:20 Awb en de daarbij gemaakte opmerkingen. - Ook kopieën van stukken en bescheiden kunnen worden gevorderd. - De bevoegdheid kan worden geëffectueerd via de medewerkingsplicht van art. 5:20 Awb. De medewerking bestaat in dat geval uit het naar waarheid antwoorden. - Uit de bevoegdheid om inlichtingen te vorderen vloeit tevens de verplichting voort om desgevorderd te blijven staan. - Niet meewerken kan overtreding van art. 184 Sr opleveren (zie ook hierna onder art. 5:20 Awb). - De HR lijkt vorderen ruim te zien, zodat daar onder omstandigheden ook vragen / indringend aanspreken onder kan vallen. beter vorderen om misverstanden te voorkomen, altijd goed verwerken in het pv. Art 5:16a Awb (Inzage identiteitsbewijs vorderen) Een toezichthouder is bevoegd van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in art. 1 Wid. zie HOvJ 3.30 of OA 3.21 (Wid). Art. 5:17 Awb (Inzagerecht / kopieën) 1. Een toezichthouder is bevoegd inzage te vorderen van zakelijke (cursief MH) gegevens en bescheiden. 2. Hij is bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken. 3. Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de

16 gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs. - Uit de bevoegdheid om inzage te vorderen vloeit tevens de verplichting voort om desgevorderd te blijven staan. - De term zakelijke geeft aan dat het gaat om gegevens die gebruikt worden ten dienste van het maatschappelijk verkeer. Gegevens en bescheiden van persoonlijke aard vallen buiten het inzagerecht. Wel kunnen ook gegevens die zijn opgenomen in persoonsregistraties een zakelijk karakter hebben. De onderwijsinspectie kan bijv. inzage vorderen van de leerlingenadministratie van een school. Art. 5:18 Awb (Zaken onderzoeken, verpakking openen, monsterneming) 1. Een toezichthouder is bevoegd zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen. 2. Hij is bevoegd daartoe verpakkingen te openen ( zie voor een beperking art. 45 WWM lid 3 hierna). 3. De toezichthouder neemt op verzoek van de belanghebbende indien mogelijk een 2e monster, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald. 4. Indien het onderzoek, de opneming of de monsterneming niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de zaken voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs. 5. De genomen monsters worden voor zover mogelijk teruggegeven. 6. De belanghebbende wordt op zijn verzoek z.s.m. in kennis gesteld van de resultaten van het onderzoek, de opneming of de monsterneming. - Let op dat een toezichthouder ingevolge art. 5:13 Awb alleen van zijn bevoegdheden gebruik mag maken voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Tijdig, juist en volledig verwerken in het pv! - Zie voor de bevoegdheid tot het betreden van plaatsen art. 5:15 Awb. - Voorbeeld van dit art. 5:18 Awb (in combinatie met art. 8j Opiumwet): een 100%- controle door douaneambtenaren met onderzoek van de tas van de verdachte (waarin vervolgens cocaïne werd aangetroffen). Verdenking strafbaar feit uiteraard niet vereist. - Denk onder omstandigheden bijv. ook aan bijv. het onderzoeken van bijv. een rugzak op inbrekerswerktuigen (zie hierna paragraaf 7). Art. 45 WWM lid 3 (Beperking art. 5:18,2 Awb) 3. De toezichthouder beschikt slechts over de in art. 5:18, 2e lid, van de Awb bedoelde bevoegdheid voor zover het betreft het openen van verpakkingen in het kader van het onderzoek van ladingen. Art. 5:19 Awb (Onderzoek vervoermiddelen/lading, stilhouden, overbrengen) (zie voor een beperking art. 45 WWM lid 4 hierna) 1. Een toezichthouder is bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft. 2. Hij is bevoegd vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel (cursief MH) zaken worden vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak

17 heeft, op hun lading te onderzoeken. 3. Hij is bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft. 4. Hij is bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt. 5. Bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie wordt bepaald op welke wijze de vordering tot stilhouden wordt gedaan. zie HOvJ 11.6 of OA Vervoermiddelen: voertuigen, vaartuigen en luchtvaartuigen. - De bevoegdheden van lid 1 en 2 kunnen uiteraard ook worden uitgeoefend als het vervoermiddel in onbeheerde staat wordt aangetroffen, zie hierover ook HOvJ 3.30 of OA 3.23 (art. 3 Politiewet). - Zie voor de bevoegdheid tot het betreden van een vervoermiddel art. 5:15 Awb. In dit art. 5:19 Awb gaat het onder meer om de bevoegdheid tot onderzoek na betreding. - Let op dat een toezichthouder ingevolge art. 5:13 Awb alleen van zijn bevoegdheden gebruik mag maken voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Tijdig, juist en volledig verwerken in het pv! - Onderzoek vervoermiddel (lid 1): de onderzoeksbevoegdheid van een vervoermiddel is beperkt tot vervoermiddelen waartoe de toezichthouder een toezichthoudende taak heeft. De bevoegdheid tot onderzoek van het vervoermiddel zelf is bedoeld voor toezicht op de naleving van voorschriften waaruit voortvloeit dat het vervoermiddel zelf aan bepaalde eisen moet voldoen, zoals in de Diergeneesmiddelenwet en de Wet personenvervoer Het onderzoek van vervoermiddelen kan ook omvatten het onderzoek van met de aard van de lading verband houdende hulpmiddelen die deel uitmaken van het vervoermiddel. - Onderzoek lading (lid 2): de toezichthouder is pas bevoegd een vervoermiddel op lading te onderzoeken als er naar zijn redelijk oordeel zaken met dat vervoermiddel worden vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft. Tijdig, juist en volledig verwerken in het pv! - Doorzoeken/onderzoeken. Volgens Sv is er sprake van doorzoeken als het onderzoek verder gaat dan zoekend rondkijken (en er bijv. kasten worden geopend) (zie HOvJ 6.41 of OA 6.34). De Awb bevat geen bevoegdheid tot doorzoeking, maar het hier besproken art. 5:20 Awb kan wel meer omvatten dan zoekend rondkijken. Het doel van het onderzoek conform dit art. 5:19 Awb kan namelijk meebrengen dat bijv. een dashboardkastje, bagageruimte en/of een andere bergplaats in het vervoermiddel geopend wordt, omdat vermoed wordt dat zich daarin zaken bevinden die voor het onderzoek van belang zouden kunnen zijn (zie HOvJ 6.41). - Een stopteken altijd gegeven mag worden (zie HOvJ 4.2 en 3.34 of OA 4.2 en 3.23), maar als de bevoegdheid daartoe ontbreekt evenals de verplichting voor de burger om te stoppen, is het niet voldoen aan zo n stopteken niet strafbaar. De bevoegdheid tot het geven van een stopteken ex art. 5:19 lid 4 Awb is beperkt tot de gevallen die zijn genoemd in art. 5:19 leden 1 t/m 3 Awb. Een onderzoek m.b.t. de helmplicht van de bestuurder van een bromfiets ex art. 60 RVV 1990 behoort

18 niet tot de in art. 5:19 leden 1 t/m 3 Awb genoemde gevallen. Mogelijk dat in het betreffende geval de bromfietser wel op de rijbewijsplicht gecontroleerd had kunnen worden (art. 160 lid 1 WVW). Art. 45 WWM lid 4 (Beperking bevoegdheid art. 5:19 Awb) 4. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheid, genoemd in art. 5:19 van de Awb. ( opsporingsambtenaren kunnen op grond van art. 49 WWM wél doorzoeken). Art. 5:20 Awb (Medewerking, geheimhouding) 1. Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. 2. Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit. - De in het artikel opgenomen medewerkingsplicht maakt het mogelijk dat toezichthouders de hun toekomende bevoegdheden daadwerkelijk kunnen effectueren. Het artikel is daarmee het spiegelbeeld van de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden. Het artikel voorziet tevens in de mogelijkheid om onder bepaalde omstandigheden medewerking te weigeren. De medewerkingsplicht is een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. - Lid 1 beoogt alle denkbare vormen van medewerking te omvatten. Op basis van lid 1 is de betrokkene verplicht op vordering van de toezichthouder bijv. een kist te verplaatsen of een deur te openen. Ook het desverlangd openen van verpakkingen valt onder de medewerkingsplicht. Onder omstandigheden houdt de verplichting ook in dat de betrokkene desverlangd blijft staan. Verder impliceert de medewerkingsplicht mede een plicht tot het verstrekken van inlichtingen en tot afgifte van gevorderde gegevens en bescheiden. ( ). Aangenomen moet worden dat de ruime werkingssfeer ook betekent dat aan een toezichthouder desgevraagd toegang tot een computerbestand moet worden verschaft door het verstrekken van wachtwoorden of toegangscodes. - Het opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens de Awb gegeven, kan overtreding van art. 184 Sr opleveren mits het wettelijk voorschrift waarop het bevel of de vordering is gebaseerd uitdrukkelijk inhoudt dat de betrokken ambtenaar gerechtigd is tot het doen van een bevel of vordering (zie HOvJ 3.34 of OA 3.23). Zie bijv. art. 5:16 e.v. Awb. Niet uitgesloten is dat het hier besproken art. 5:20 Awb toch ook voldoende grondslag verschaft voor het doen van een vordering. - De HR lijkt vorderen ruim te zien, zodat daar onder omstandigheden ook vragen / indringend aanspreken onder kan vallen ( beter vorderen om misverstanden te voorkomen, altijd goed verwerken in het pv). - Als de betrokkene ook verdachte is, dan is art. 29 Sv van toepassing (cautie, enz., zie HOvJ 2.9 of OA 2.7). Zie in dit kader ook HOvJ 2.18 of OA 2.13 (gedwongen zelfbeschuldiging). - Lid 2: o zie voor een algemene bespreking van het professioneel verschoningsrecht HOvJ 3.18 of OA 3.13; o 'de redactie van lid 2 sluit aan bij de geheimhoudingsbepaling van art. 2:5 en

19 ontheft daarmee in het bijzonder artsen, advocaten, notarissen en geestelijken van de medewerkingsplicht, voor zover het toezichtsbevoegdheden betreft die op derden betrekking hebben. Het recht om medewerking te weigeren heeft betrekking op alle toezichtsbevoegdheden, dus zowel die welke door de Awb als door bijzondere wetten zijn toegekend. In de praktijk is lid 2 het meest relevant voor het weigeren van medewerking in de vorm van het niet verstrekken van inlichtingen, gegevens of bescheiden. - Een overeengekomen geheimhoudingsplicht (zonder dat daarbij een beroep op het professioneel verschoningsrecht mogelijk is) doet geen afbreuk aan de medewerkingsplicht. Titel 5.3 Herstelsancties (art. 5:21 t/m 5:39) Art. 5:21 Awb (Bestuursdwang) Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan de herstelsanctie, inhoudende: a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Art. 5:27 Awb (Betreden van plaatsen) 1. Om bestuursdwang toe te passen, hebben door het bestuursorgaan aangewezen personen toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. 2. Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is het bestuursorgaan dat bestuursdwang toepast bevoegd tot het geven van een machtiging als bedoeld in art. 2 van de Awbi. 3. Een plaats die niet bij de overtreding is betrokken, wordt niet betreden dan nadat het bestuursorgaan dit de rechthebbende tenminste achtenveertig uren tevoren schriftelijk heeft aangezegd. 4. Het 3e lid geldt niet, indien tijdige aanzegging wegens de vereiste spoed niet mogelijk is. De aanzegging geschiedt dan z.s.m. 5. De aanzegging omschrijft de wijze waarop het betreden zal plaatsvinden. 6. (Schadevergoeding). 5. Samenloop toezicht/controle en opsporing (HOvJ 11.3 of OA 10.3) Vooraf: toezichthoudende bevoegdheden worden ook wel controlebevoegdheden genoemd. Hierna wordt meestal over toezichthoudende bevoegdheden gesproken. Toezichthoudende bevoegdheden ook bij redelijk vermoeden van schuld Naast opsporingsbevoegdheden mogen ook toezichthoudende bevoegdheden worden toegepast. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat bij aanwending van die bevoegdheden tegenover een verdachte de aan deze als verdachte toekomende waarborgen in acht worden genomen met name de cautie, het consultatierecht en het recht op verhoorbijstand (zie HOvJ of OA 2.7 e.v.). Toezichthoudende bevoegdheden art. 160 WVW / dynamische verkeerscontrole Het uitoefenen van bijv. de controlebevoegdheden als bedoeld in art. 160, eerste en vierde lid, WVW zal dus wel verband dienen te houden met de naleving van de bij of krachtens de WVW gegeven voorschriften. Als daadwerkelijk inzage is gevorderd in

Toezichthouder. Handhaving, achtergronden bij taken

Toezichthouder. Handhaving, achtergronden bij taken Toezichthouder Handhaving, achtergronden bij taken Handhaving Hoe en Wie handhaven? Hoe: Opsporen Kwaad geschied Repressief Toezicht houden Geen direct aanleiding Preventief WIE Algemeen opsporingsambtenaar;

Nadere informatie

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b Verruiming fouilleerbevoegdheden, versie 6 april 2011 internetconsultatie: de relevante bepalingen van de huidige Gemeentewet en Wet wapens en munitie en van de toekomstige Politiewet 201x, met daarin

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 8 van 2013 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Besluit van het college van gedeputeerde staten van Zeeland van 2 april 2013, nummer 13007349, houdende aanwijzing toezichthouders Waterverordening Zeeland

Nadere informatie

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden Citeertitel: Landsbesluit algemene bepalingen toezichtuitoefening

Nadere informatie

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC. TOEZICHT EN/OF OPSPORING Jan Willem van Veenendaal MEC. Rechtshandhavingsystemen Onderwerpen: Iets over Bestuursrechtelijke bevoegdheden De sfeerovergang Iets over Strafrechtelijke bevoegdheden Toezicht

Nadere informatie

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur ennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur Wettelijke aders Milieu Specifiek Gesloten vragen Geen 70 minuten 55% + gokkans Deze toetstermen worden zo mogelijk specifiek bevraagd Onderwerp Artikel/begrip

Nadere informatie

Bestuurlijke handhaving door de AP Toezicht op de naleving

Bestuurlijke handhaving door de AP Toezicht op de naleving Jaarcongres Vereniging PrivacyRecht, 28 september 2018 Bestuurlijke handhaving door de AP Toezicht op de naleving Quirine Tjeenk Willink General Counsel Inhoud Toezicht op de naleving Handhaving onder

Nadere informatie

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek: Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke aders Milieu Specifiek: Tijdsduur: De tijdsduur is verlengd van 70 naar 80 minuten. Cesuur:

Nadere informatie

Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet

Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet Door: Paul Norp Kennisbijeenkomst Utrecht 12 april 2018 Wat is toezicht? Awb geeft geen definitie, Wmo 2015 en Jw evenmin 100 ideeën voor gemeentelijke regelgever

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek walificatiedossier: Domein II Milieu Toetsvorm: 50 Gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Milieu Specifiek Toetsduur: 80 minuten Cesuur: 67% (55% met correctie voor de gokkans) Deze toetstermen

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT van 29 december 1998 no. 20, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de Vuurwapenverordening Citeertitel:

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN TOEZICHT BESTUURSRECHTELIJK Toezicht op de naleving van de wet Opsporing van strafbare feiten HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN Toezicht wordt uitgeoefend door toezichthouders.

Nadere informatie

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland Aanwijzingsbesluit toezicht en opsporing Delfland (kenmerk 1149572) Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland Gelet op het bepaalde bij of krachtens artikel 85 van

Nadere informatie

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN Toezicht wordt uitgeoefend door toezichthouders. Toezichthouders kunnen echter ook opsporingsbevoegdheden hebben; vraag daarom altijd naar

Nadere informatie

VOERTUIGCONTROLE. Mede gebaseerd op het zakboek Strafvordering en Strafrecht voor de Politie Versie 24 februari 2017

VOERTUIGCONTROLE. Mede gebaseerd op het zakboek Strafvordering en Strafrecht voor de Politie Versie 24 februari 2017 VOERTUIGCONTROLE Mede gebaseerd op het zakboek Strafvordering en Strafrecht voor de Politie Versie 24 februari 2017 WWW.ZAKBOEKENPOLITIE.COM Stelling Het doel van een pv is het bewijzen dat de verdachte

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER BESTUURSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 BESTUURSRECHT 2 BESTUURLIJKE HANDHAVING 3 BESTUURSRECHTELIJK HANDHAVINGSKADER 4 TOEZICHT

Nadere informatie

Artikel 126zq (per )

Artikel 126zq (per ) Bijlage 1 Wetboek van Strafvordering Eerste boek. Algemene bepalingen Titel Vb. Bijzondere bevoegdheden tot opsporing van terroristische misdrijven Vierde afdeling. Onderzoek van voorwerpen, vervoermiddelen

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen Citeertitel: Landsverordening brandweer Vindplaats : AB 1991 no. 64 Wijzigingen: AB 1993 no. 68; AB 1997 no. 34 1. Algemene

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel HOOFDSTUK 16 BESTUURSRECHTELIJKE18 HANDHAVING EN UITVOERING Afdeling 16.1 Algemene bepalingen18.1 Bestuursrechtelijke handhaving 18.1.1 Bestuursrechtelijke handhavingstaak en handhavingsbevoegdheid Artikel

Nadere informatie

Toetsmatrijs BOA OV Module Openbaar Vervoer 1 januari 2017

Toetsmatrijs BOA OV Module Openbaar Vervoer 1 januari 2017 walificatiedossier: BOA OV Module Openbaar vervoer Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm 10 19 Eindtermen OV Taxonomie # vragen 10 Algemene

Nadere informatie

Handhaven burgerplichten & integrale samenwerking. Nadia Sjouwerman

Handhaven burgerplichten & integrale samenwerking. Nadia Sjouwerman Nadia Sjouwerman Integrale samenwerking Verschillende onderzoeksmethoden Toezichthouder Brp Muteren is uit & adresonderzoek is in Maatschappelijk aspect Financieel aspect Juridisch aspect Alleenstaande

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 462 Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet grensoverschrijdende

Nadere informatie

Artikel 1 2. Artikel 2

Artikel 1 2. Artikel 2 WET van 0 januari 986, houdende vaststelling van regelen met betrekking tot het tegengaan van smokkelen (Wet tegengaan smokkelen) (S.B. 986 no. 3), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijziging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400 Rapport Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde inspecteur van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Vervoer, van het Ministerie

Nadere informatie

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen. 34 372 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit

Nadere informatie

OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU

OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU VRIJWILLIG VRAGEN? Schending van grondrechten die een meer dan geringe inbreuk op de rechten van personen vormen,

Nadere informatie

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat. Kennisonderdeel Wettelijke Kaders Milieu Generiek oetsvorm Gesloten vragen Hulpmiddelen Geen Duur 70 minuten (1 uur en 10 minuten) Cesuur 67% Onderwerp Artikel/begrip oetsterm 1.1 Strafrecht algemeen WvSr

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 605 Wijziging van de Wet wapens en munitie met betrekking tot onderzoek aan de kleding en het onderzoeken van vervoermiddelen en van de Gemeentewet

Nadere informatie

A 2002 N 74 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

A 2002 N 74 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, A 2002 N 74 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 25 ste maart 2002 tot aanmelding van geldtransporten in het kader van maatregelen tegen het witwassen van geld (Landsverordening aanmeldingsplicht van

Nadere informatie

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% walificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en

Nadere informatie

DRAAIBOEK MULTIDISCIPLINAIRE CONTROLE ARBEIDSUITBUITING

DRAAIBOEK MULTIDISCIPLINAIRE CONTROLE ARBEIDSUITBUITING DRAAIBOEK MULTIDISCIPLINAIRE CONTROLE ARBEIDSUITBUITING VERTROUWELIJKE INFORMATIE Inhoudsopgave: 1. Algemene informatie 2. Aanleiding controle 3. Deelnemende instanties 4. Operationeel projectleider, coördinator

Nadere informatie

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nadere informatie

De controle van een sloep Gemeente Amsterdam Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam

De controle van een sloep Gemeente Amsterdam Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam Rapport Gemeentelijke Ombudsman De controle van een sloep Gemeente Amsterdam Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam 31 juli 2006 RA0612299 Samenvatting Verzoeker vaart op 1 juni 2005 in zijn sloep met negen

Nadere informatie

2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 30 augustus 2016 houdende regels ter beperking van het gebruik, de verstrekking en de verkoop van tabaksproducten (Landsverordening beperking

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Handhaven burgerplichten & integrale samenwerking. Danielle Meijer & Nadia Sjouwerman

Handhaven burgerplichten & integrale samenwerking. Danielle Meijer & Nadia Sjouwerman Danielle Meijer & Nadia Sjouwerman 0 Integrale samenwerking Verschillende onderzoeksmethoden Toezichthouder Brp 1 Alleenstaande vrouw met 2 kinderen van 6 en 5 jaar oud, inkomen 11.730 per jaar (participatiewet

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord

Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roermond. Nr. 35215 29 maart 2016 Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord Het college van burgemeester en wethouders van Roermond besluit gelet

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT van 29 december 1999 no. 19, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de Wapenverordening Citeertitel: Wapenverordening

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 2 WKPV 2

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 2 WKPV 2 Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 2 WKPV 2 ex:pla n smart educational tools Mannelijk/vrouwelijk Er bestaat in Nederland een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 27 Landsverordening uitzonderingstoestand 1 1 Afkondiging en opheffing van een uitzonderingstoestand Artikel 1 1. Ingeval buitengewone omstandigheden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

Rapport. Datum: 20 april 2006 Rapportnummer: 2006/152

Rapport. Datum: 20 april 2006 Rapportnummer: 2006/152 Rapport Datum: 20 april 2006 Rapportnummer: 2006/152 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Zeeland zijn verzoek om vergoeding van schade, die is ontstaan bij

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017 walificatiedossier: BOA OV Module 4 Meer strafrecht Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en als onderdeel van de

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Bestuursrecht zaaknummer: AMS 15/4034 uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen.., te Uithoorn, eiser, gemachtigde: mr. H.A.M. Lamers, en de staatssecretaris

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 RB 2004/11-A MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1 monument: a zaak die van algemeen belang is

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën Intitulé : Landsverordening accijns minerale oliën Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën Vindplaats : AB 1989 no. GT 56 Wijzigingen: AB 1994 no. 3; AB 1997 nos. 33, 34; AB 2002 no. 87(inwtr.

Nadere informatie

6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen

6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen 6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt

Nadere informatie

Politiegegevens. Hoe ga je daar mee om als buitengewoon opsporingsambtenaar

Politiegegevens. Hoe ga je daar mee om als buitengewoon opsporingsambtenaar Politiegegevens Hoe ga je daar mee om als buitengewoon opsporingsambtenaar Yvette Kuijt 2019 De Boa heeft twee petten 1. Handhaving 2. Opsporing Handhaving = Avg = Alles behalve opsporing = Heeft Henk

Nadere informatie

Handhavingsrisico s Omgaan met externe toezichthouders. 13 juni 2018

Handhavingsrisico s Omgaan met externe toezichthouders. 13 juni 2018 Handhavingsrisico s Omgaan met externe toezichthouders 13 juni 2018 1 Code Pensioenfondsen Vertrouwen van de belanghebbenden in het bijzonder en de maatschappij in het algemeen in het goed beheren van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Destructief toezicht en aansprakelijkheid Mr. dr. B.J.P.G Roozendaal. vrijdag 27 februari 2009

Destructief toezicht en aansprakelijkheid Mr. dr. B.J.P.G Roozendaal. vrijdag 27 februari 2009 Destructief toezicht en aansprakelijkheid Mr. dr. B.J.P.G Roozendaal vrijdag Inleiding Bestuursorganen beschikken over diverse controle en handhavingsbevoegdheden om op te treden tegen burgers of ondernemingen

Nadere informatie

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 3 Orde, rust en veiligheid Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 3 Orde, rust en veiligheid Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% walificatiedossier: BOA OV Module 3 Orde, rust en veiligheid Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm II. Het opsporen van strafbare feiten Taxonomie

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Midden-Nederland. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/056

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Midden-Nederland. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/056 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Midden-Nederland. Datum: 3 juni 2014 Rapportnummer: 2014/056 2 Feiten Verzoeker wordt regelmatig door politieambtenaren van de eenheid Midden-Nederland

Nadere informatie

De toezichthouder op de koffie?

De toezichthouder op de koffie? De toezichthouder op de koffie? PlasBossinade Legal Updates 2014 2 oktober 2014 Paulien Waninge fiscaal advocaat Jewan de Goede bestuursrechtadvocaat Praktijkvoorbeelden Zeepjeskoning Ultee beboet voor

Nadere informatie

Verwerkersovereenkomst

Verwerkersovereenkomst Verwerkersovereenkomst Op de dienstverlening van Drukwerkservice.nl is onderstaande verwerkersovereenkomst van toepassing. In deze verwerkersovereenkomst wordt verstaan onder: Verwerkingsverantwoordelijke

Nadere informatie

Draaiboek voor de toepassing van de Algemene wet op het binnentreden, Juni 2004

Draaiboek voor de toepassing van de Algemene wet op het binnentreden, Juni 2004 Mag ik even binnenkomen? INHOUDSOPGAVE Inleiding...2 Afbakening...2 Grondwet...2 Algemene wet op het binnentreden (Awbi)...2 Wie kan een machtiging verstrekken?...3 Wie kan gemachtigd worden?...3 Toezichthouders...4

Nadere informatie

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nadere informatie

Een onderzoek naar het vorderen van een identiteitsbewijs door de politie.

Een onderzoek naar het vorderen van een identiteitsbewijs door de politie. Rapport Een onderzoek naar het vorderen van een identiteitsbewijs door de politie. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de politiechef van de regionale eenheid Oost-Brabant gegrond.

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018 Domein: I: Openbare Ruimte Toetsvorm: 50 gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Openbare Ruimte Generiek Toetsduur: 60 minuten Cesuur: 55% met correctie voor de gokkans Onderwerp Begrip/Artikel

Nadere informatie

Regeling taken en bevoegdheden functionaris gegevensbescherming gemeente Waalwijk

Regeling taken en bevoegdheden functionaris gegevensbescherming gemeente Waalwijk Regeling taken en bevoegdheden functionaris gegevensbescherming gemeente Waalwijk Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. WBP: Wet bescherming persoonsgegevens; b. FG: De Functionaris Gegevensbescherming

Nadere informatie

Organisatie FP. Specialistisch OM: milieu en fraude

Organisatie FP. Specialistisch OM: milieu en fraude Functioneel parket Organisatie FP Specialistisch OM: milieu en fraude Landelijke OM organisatie: 4 handhavingseenheden. Zwolle, Den Bosch Rotterdam en Amsterdam. Den Haag HO, beleid Ongeveer 21 ovj s en

Nadere informatie

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 1. Televisieverordening Citeertitel: Televisieverordening Vindplaats : AB 1988 no. GT 68 Wijzigingen: AB 1997 no. 33, 34 ============================================= 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Voor

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden p* i.luj mnx nco 1 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1994 JE MA NTIEND 959 Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie; Besluit van, houdende wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren in verband met de herziening van de geweldsmelding Op de voordracht van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen Bekendmaking Rectificatie vaststelling beleid De burgemeester van Heemskerk maakt bekend een verbeterde versie van de Beleidsregel Gebiedsverboden Heemskerk vast te stellen. De daarin opgenomen verwijzingen

Nadere informatie

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 7 de maart 2012 no. 12/1758, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling. DE GOUVERNEUR

Nadere informatie

Memo. We onderscheiden bij de handhaving vier categorieën. Categorie 1. Verschrijvingen bij naw gegevens

Memo. We onderscheiden bij de handhaving vier categorieën. Categorie 1. Verschrijvingen bij naw gegevens Memo Van Openbaar Ministerie Datum 13 februari 2013 Onderwerp Handhavingsbeleid artikel 437 SR Handhavingsbeleid artikel 437 SR Het handhavingsbeleid ten aanzien van van artikel 437 Wetboek van Strafrecht

Nadere informatie

1.1 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (uittreksel)

1.1 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (uittreksel) 1. WETTEN 9 1.1 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (uittreksel) Hoofdstuk I Begripsbepalingen Artikel 1 [Definities] 1 In deze wet wordt verstaan onder: Onze Minister: Onze

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 77481. Wegsleepverordening De Ronde Venen 2015. Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:

GEMEENTEBLAD. Nr. 77481. Wegsleepverordening De Ronde Venen 2015. Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente De Ronde Venen Nr 77481 24 augustus 2015 Wegsleepverordening De Ronde Venen 2015 De raad van de gemeente De Ronde Venen; gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

BB.nr d.d

BB.nr d.d houdens advies van de commissie BB.nr. 12.069 d.d. 2-10-2012 Onderwerp Algemene beleidsregel en mandaatbesluit Burgemeester inzake gebiedsontzeggingen 2012 Besluit:B 1. Vast te stellen bijgaande Algemene

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing

Nadere informatie

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wet van 24 juni 1939, houdende regelen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging

Nadere informatie

5. Verzoeker kon zich niet vinden in de reactie van W. en wendde zich bij brief van 26 januari 2009 tot de Nationale ombudsman.

5. Verzoeker kon zich niet vinden in de reactie van W. en wendde zich bij brief van 26 januari 2009 tot de Nationale ombudsman. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond zich, nadat verzoeker om een legitimatie had gevraagd, niet kon legitimeren. Beoordeling

Nadere informatie

Regeling taken en bevoegdheden functionaris voor de gegevensbescherming Informatie Beheer Groep

Regeling taken en bevoegdheden functionaris voor de gegevensbescherming Informatie Beheer Groep Mededelingen IB-Groep Regeling taken en bevoegdheden Bestemd voor: alle personen en instellingen ten behoeven van wie c.q. waarvan persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens worden

Nadere informatie

Beleidsregel gebiedsverboden Heemskerk

Beleidsregel gebiedsverboden Heemskerk I gemeente Beleidsregel gebiedsverboden Heemskerk 24 augustus 2016 BIVO/2016/ IIIII IIIIII IH IIIII H IIIII IIIII IIII IIIIII IIII IIIIII III IIII Z020FDB2B1B Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

Nadere informatie

Voorts klaagt verzoeker erover dat deze ambtenaren zijn kamer hebben doorzocht om zijn legitimatiebewijs te vinden.

Voorts klaagt verzoeker erover dat deze ambtenaren zijn kamer hebben doorzocht om zijn legitimatiebewijs te vinden. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Groningen hem op 26 april 2007 hebben verzocht zich te legitimeren terwijl daar volgens verzoeker geen reden voor

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Intitulé : LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Citeertitel: Landsverordening bestuurlijke handhaving arbeidswetgeving

Nadere informatie

Wegsleepverordening gemeente Leeuwarden 2014

Wegsleepverordening gemeente Leeuwarden 2014 Wegsleepverordening gemeente Leeuwarden 2014 Artikel 1: Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990; b. Wet: de Wegenverkeerswet

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten Citeertitel: Calamiteitenverordening Vindplaats : AB 1989 no. 51 (Inwtr. AB 1992 no. 36) Wijzigingen:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

WKPV II Lesboek 2018/2019

WKPV II Lesboek 2018/2019 WKPV II Lesboek 2018/2019 Inhoud Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid II Lesboek Inhoud Geschreven door: Dirk van den Heuvel 3 Colofon Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of

Nadere informatie

Privacyreglement Bureau Beckers

Privacyreglement Bureau Beckers Privacyreglement Bureau Beckers Bureau Beckers houdt zich aan het privacyreglement zoals dat door de Branchevereniging wordt aangegeven en in het vervolg van dit document is opgenomen. De nu volgende aandachtspunten

Nadere informatie

Wet financiële betrekkingen met het buitenland

Wet financiële betrekkingen met het buitenland Wfbb Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaand onder: a. Ingezetenen: 1. natuurlijke personen, die hun woonplaats in Nederland hebben en in de bevolkingsregisters zijn opgenomen;

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

B 11 Buitenlandse werknemers 8

B 11 Buitenlandse werknemers 8 B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet

Nadere informatie

Binnentreden Pagina s 79 t/m 84

Binnentreden Pagina s 79 t/m 84 Binnentreden Pagina s 79 t/m 84 Wat gaan we behandelen - Betreden van plaatsen en in het bijzonder de woning - Artikel 12 Grondwet (huisrecht) - Wat is een woning - AWBI Uitgangspunt Uitgangspunt is, dat

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie