rechtstreeks, nr 2 Versnellingsbeleid in de rechtspraak: resultaten en reflecties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "rechtstreeks, nr 2 Versnellingsbeleid in de rechtspraak: resultaten en reflecties"

Transcriptie

1 rechtstreeks, nr 2 Versnellingsbeleid in de rechtspraak: resultaten en reflecties

2 Colofon Rechtstreeks is een uitgave van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk en de ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. Het blad stelt zich ten doel wetenschappelijke inzichten en bijdragen aan het publieke debat over de rechtspraak ter kennis te brengen van allen die beroepshalve bij de rechtspraak betrokken zijn. Opname in Rechtstreeks betekent niet dat de inhoud het standpunt van de Raad voor de rechtspraak weergeeft. Redactieraad Mr. Th. Groeneveld (voorzitter) Lid van de Raad voor de rechtspraak Drs. M.J.G. Brackel Hoofd afdeling Kabinet en Communicatie, Raad voor de rechtspraak Mr. W. Duitemeijer President rechtbank Groningen Drs. R.W.C. Oerlemans Directeur bedrijfsvoering rechtbank Utrecht Prof. mr. M.A. Loth Hoogleraar Inleiding tot de rechtswetenschap en rechtstheorie Erasmus Universiteit Rotterdam Prof. dr. H. Franken Hoogleraar Informatierecht Universiteit Leiden Staat der Nederlanden (Raad voor de rechtspraak) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, in een voor anderen toegankelijk gegevensbestand worden opgeslagen of worden openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Raad voor de rechtspraak. De toestemming wordt hierbij verleend voor het verveelvoudigen, in een gegevensbestand toegankelijk maken of openbaar maken waarvoor geen geldelijke of andere tegenprestatie wordt gevraagd en ontvangen en waarbij deze uitgave als bron wordt vermeld. Redactie Dr. A. Klijn (eindredacteur) Adviseur wetenschappelijk onderzoek Raad voor de rechtspraak Mr drs. E.C.M. Bouman Beleidsadviseur Raad voor de rechtspraak Redactieadres Redactie Rechtstreeks Raad voor de Rechtspraak Afd. Ontwikkeling Postbus LP Den Haag Ontwerp Koeweiden Postma, Amsterdam Druk Spinhex & industrie, Amsterdam Oplage 5000 exemplaren Toezending Rechtstreeks wordt gratis toegezonden aan hen die tot de doelgroep behoren. Zij die Rechtstreeks willen ontvangen kunnen hun naam, postadres en hun functie kenbaar maken aan de redactie (zie redactieadres). ISSN Redactioneel 1985: ingeschreven als advocaat op het Groningse tableau schreef een correspondent uit Utrecht voor wie ik als procureur optrad, mij: de vraag komt u wellicht wat vreemd voor, maar ik kan niet nalaten hem te stellen: bent u er zeker van dat de handelskamer van de rechtbank Groningen bestaat? Dat was in een periode waarin menige rechtbank (en gerechtshoven vormden daarop zeker geen uitzondering) na al dan niet ambtshalve aandrang, peremptoir en uiterst peremptoir de stukken gefourneerd kreeg en de rolrechter monter meedeelde vonnis zes weken. Daarna brak vaak een periode aan waarin de tijd die voordien soms zo kostbaar leek, een andere betekenis kreeg. Om de zes weken kon het vonnis zomaar weer, zonder enige nadere opgave van reden, zes weken worden aangehouden. Van rolwaarnemers die na het bericht van aanhouding van een vonnis met gebogen hoofd peremptoir durfden te mompelden, hield de rolrechter niet. Moesten wij, advocaten, nog vele uitvluchten verzinnen en er voor rechtstreeks 2/2005 Redactioneel zorgen dat wij daarin de nodige variatie aanbrachten, de rolrechter kon volstaan met een eenvoudige mededeling. In het Romeinse recht kon de rechter het zich niet permitteren om zonder redengeving te weigeren om recht te spreken. Dit kwam tot uitdrukking in het adagium iudex litem suam facit, hetgeen zoveel betekent als de rechter haalt zich een proces op de hals: de schade die uit zijn weigering voorkomt komt voor rekening van de rechter. In aansluiting daarop bood destijds art.13 AB jo Rv. een mogelijkheid om de rechter peremptoir te stellen. Weliswaar moest een advocaat er rekening mee houden de eeuwige toorn van de rechtbank over zich af te roepen, maar indien zijn geduld en, niet te vergeten, dat van zijn cliënt, te zeer op de proef werd gesteld, kon een aanmaning ingevolge art. 845 Rv. toch een klein wonder verrichten. De dreiging zich ten overstaan van het Hof te moeten teweerstellen tegen een mogelijke veroordeling tot schadevergoeding, was kennelijk een afdoende prikkel. 3

3 rechtstreeks 2/2005 Redactioneel rechtstreeks 2/2005 Redactioneel Dat laatste bleek toen een dergelijke aanmaning in de jaren tachtig van de vorige eeuw de rechtbank Groningen bereikte. Naar verluidt werd ogenblikkelijk en vermoedelijk éénmalig door de toenmalige president mr. Overdiep het versneld regime avant la lettre geïntroduceerd. Die introductie, zo zegt het verhaal, hield in dat hij persoonlijk het dossier bij de rechter in kwestie uit de kast haalde en nog voor de vereiste tweede aanmaning uitgebracht had kunnen worden, het vonnis produceerde waarnaar al zo lang werd uitgekeken. De hiervoor beschreven incidentele interventie van de Groningse rechtbankpresident kreeg in de jaren negentig een structureel vervolg met het experimentele versneld regime met de comparitie na antwoord. Of hij de bodem hier vruchtbaar gemaakt had valt niet te bewijzen maar feit is dat de noordelijke arrondissementen, met het Groningse voorop, een uitstekende illustratie (vormden) voor het belang van een zorgvuldige implementatie. In Groningen kreeg de balie een duidelijke stem in de besluitvorming rond de wijze waarop het versneld regime diende te worden vormgegeven. Er werden voor VR-zaken rechters aangesteld die het vertrouwen hadden van de balie en de rechtbank maakte duidelijk dat het ook van die kant menens was: er werd een expliciet voorrangsbeleid voor VR-zaken aangekondigd en in de zomervakantie zou aan VR-zaken gewoon worden doorgewerkt ( ). Dat zijn niet mijn (lof)woorden maar die van WODConderzoeker Eshuis die het experiment evalueerde. 1 Hij komt in dit nummer over dit onderwerp uitgebreid aan het woord over het sinds de jaren negentig gevoerde versnellingsbeleid. De vliegende brigade (ter voorkoming van het vertraagde regime), het landelijk rolreglement, de herziening van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, geen mogelijkheid lijkt onbenut gelaten om voor eens en voor al een einde te maken aan de immer gehoorde klacht over de lange duur van civiele procedures. 2005: na twintig jaar, kan ik uit eigen wetenschap verklaren dat de handelskamer van de rechtbank Groningen bestaat. Natuurlijk, ik heb er het volste begrip voor dat de meeste van u - wellicht ook Groningers incluis - dit voor kennisgeving zullen aannemen en zich misschien met enige verbijstering zullen afvragen of het gewicht van deze mededeling een afspiegeling vormt voor de portee van deze zomeraflevering van Rechtstreeks. Ik kan u geruststellen: u wacht in het onderstaande veel gewichtiger informatie. Er waren zelfs redactionele overwegingen om in de titel in het Frans referentie te maken naar de verloren tijd, waarnaar we zo naarstig op zoek zijn. Daarvan hebben we afgezien maar ieder die wil weten hoe astronomisch groot het aantal uren wachttijd is dat gewonnen blijkt en die zich de vervolgens het hoofd breekt over de vraag wat de maatschappelijke betekenis daarvan is, die kan dit nummer nu niet straffeloos terzijde leggen. Willem Duitemeijer 1 R.J.J. Eshuis, Een kwestie van tijd; onderzoek naar de doorlooptijd in handelszaken, WODC Onderzoek en Beleid nr.171, 1998 pp 58/

4 rechtstreeks 2/2005 rechtstreeks 2/2005 Inleiding Sneller procederen: empirisch onderzoek naar de afdoening van civiele bodemprocedures * Roland Eshuis 1 Inleiding drs. Roland Eshuis Organisatiepsycholoog. Werkzaam als onderzoeker bij het WODC, en voor zijn huidige onderzoek Evaluatie versnellingsbeleid civiele procedure gedetacheerd bij de Raad voor de rechtspraak. De doorlooptijd van gerechtelijke procedures is een terugkerend thema in zijn werk. Publiceerde een aantal onderzoeken op het terrein van milieucriminaliteit en van (civiele) rechtspleging. Verrichte recent een vergelijkend onderzoek naar de rechtspleging in 40 landen, in opdracht van de Raad van Europa. In dit nummer wordt verslag gedaan van onderzoek naar de ontwikkeling van de doorlooptijd in handelszaken, die worden behandeld door de civiele sector van de rechtbank. De tijdsduur van dergelijke procedures is sinds de invoering van het burgerlijk procesrecht, in 1838, een regelmatig terugkerend onderwerp van debat geweest. Meest recentelijk laaide dat debat weer op in de jaren negentig van de vorige eeuw. Halverwege dat decennium werd door negen rechtbanken, op experimentele basis, het versneld regime ingevoerd. Partijen die onder dit regime procedeerden kregen te maken met een strakke procedure waarin alle mogelijkheden die het toenmalig burgerlijk procesrecht bood voor een snelle behandeling van procedures werden gecombineerd. Waar in de destijds gangbare procedure de meeste zaken werden behandeld op basis van schriftelijke stukkenwisseling waarbij ruimhartig uitstel werd verleend, werd onder het versneld regime naar een zitting in een vroeg stadium van de procedure toegewerkt: de zogenaamde comparitie na antwoord (in de tekst kortheidshalve doorgaans: comparitie). Voorafgaand aan die zitting bracht elke partij slechts één stuk in, waarin direct alle kaarten op tafel moesten worden gelegd: wat de kern van het geschil was, de eventuele weren van de wederpartij, het bewijsmateriaal dat in de procedure zou worden gebracht en eventueel te horen getuigen. Dat zou een aanzienlijke bespoediging moeten opleveren ten opzichte van de vanouds trage uitwisseling van stukken. Ook tijdens de zitting kon veel tijd worden bespaard omdat partijen direct op vragen en stellingen reageren, in plaats van dat opnieuw in schriftelijke rondes met veel uitstel te doen. Tevens werd ter zitting de mogelijkheid beproefd om tot een schikking te komen. In procedures die met een schikking eindigen kan ook het schrijven van een eindvonnis waarvoor bij veel gerechten aanzienlijke wachttijden bestonden achterwege blijven. Na twee jaar werd het versneld regime experiment geëvalueerd. Het daartoe verrichtte * De auteur dankt Nicolette Dijkhoff (invoerprogramma, bestandsbeheer), Reinier Asberg, Ruud Meeuwese en Anouk de Rijk (codering en data-invoer) voor hun waardevolle bijdragen aan het onderzoek. 6 7

5 rechtstreeks 2/2005 Inleiding rechtstreeks 2/2005 Inleiding onderzoek omvatte een uitgebreide statistische analyse van de afdoening van handelszaken bij alle 19 rechtbanken met inbegrip van de rechtbanken die niet aan het experiment deelnamen. Daarbij werd het procesverloop van zo n rechtzaken, afgedaan in de jaren 1994 t/m 1996 geanalyseerd op hoofdlijnen (Eshuis, 1998). Later is, in opdracht van het project Versterking Rechterlijke Organisatie (pvro) op basis van de zaken van 4 rechtbanken een meer gedetailleerde analyse gemaakt van de wachttijden voor een aantal veel voorkomende stappen in de rechtsgang (Eshuis & van Es, 2000). Reeds tijdens het experiment met het versneld regime werd een begin gemaakt met de herziening van het burgerlijk procesrecht, waarbij het versneld regime model stond. Deze herziening beoogde slechts de hoogst noodzakelijke wijzigingen door te voeren en de meest knellende pijnpunten op te ruimen. Op die manier, zo was het streven, zou een jarenlang slepend wetgevingstraject met alle principiële discussies die daarmee gepaard zouden gaan, kunnen worden voorkomen. 1 Het herziene Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering werd op 1 januari 2002 van kracht. Behalve in het wetgevingstraject werden de problemen rond de trage civiele procedures ook geagendeerd binnen het pvro. Dit leidde tot een ontwerp voor een landelijk rolreglement, waarmee een eind zou worden gemaakt aan de situatie waarin elke rechtbank haar eigen regels stelde die zeer uiteen konden lopen. Het landelijk rolreglement kent strakke termijnen en nauwlettende handhaving van die termijnen zou een eind moeten maken aan de oude praktijk waarin schijnbaar eindeloos uitstel werd verleend. Het pvro stelde ook voor een vliegende brigade in te stellen, die rechtbanken zou kunnen bijstaan bij het wegwerken van achterstanden en de prop die zou ontstaan bij verdere versnelling van de procedure. Beide interventies kregen in het jaar 2000 effectief hun beslag. Tot slot vonden vanuit een bredere problematiek dat doorlooptijden alleen ook interventies plaats om de bestuurbaarheid van rechtbanken te vergroten. De oude situatie, waarin centrale taken ten behoeve van de rechtspraak voor een belangrijk deel bij het Ministerie van Justitie lagen en binnen de rechtbanken het personeelsbeleid ten aanzien van rechterlijke macht en de niet-rechterlijke medewerkers stikt gescheiden was, was niet langer te handhaven. Op 1 januari 2002 werden de centrale taken ten aanzien van de rechtspraak bij de nieuwe Raad voor de Rechtspraak neergelegd, en werd bij de rechtscolleges een integraal bestuur ingesteld. Er heeft dus een aantal landelijke interventies plaatsgevonden die volledig of mede gericht waren op het versnellen van behandeling van civiele handelszaken. De feitelijke implementatie van die maatregelen heeft meer geleidelijk plaatsgevonden dan de in de vorige alinea genoemde data van invoering wellicht doen vermoeden. Zo is bij veel rechtbanken gedurende de jaren negentig de termijnbewaking in civiele procedures aangescherpt en het gebruik van de comparitie na antwoord gestaag toegenomen. Ook was bij een aantal rechtbanken al voor de formele invoering sprake van een integraal bestuur. Het zijn niet alleen de reeds genoemde, landelijke interventies geweest die van invloed zijn geweest op de doorlooptijd in bodemzaken bij de civiele sectoren. Het lijdt geen twijfel dat tenminste een aantal civiele sectoren ook zelf acties heeft ondernomen om procedures te versnellen. En er hebben interventies plaatsgevonden die niet gericht waren op doorlooptijden, maar daar mogelijk wel op van invloed zijn geweest. Goed gedocumenteerd is bijvoorbeeld het effect van de competentiegrensverhoging in 1999, waarbij de instroom van nieuwe handelszaken bij de civiele sectoren fors daalde, en de sectoren capacitair wat ruimer in de jas kwamen te zitten (Eshuis & Paulides, 2002). Er is ook een noemenswaardige autonome niet door beleid bepaalde factor. Vanaf 2000 is de instroom van de civiele sectoren, die gedurende de jaren 90 tamelijk stabiel was, een duidelijke groei gaan vertonen. Die groei zit weliswaar niet primair in handelszaken, maar heeft wel gevolgen voor de werklast van de civiele sector als geheel. Naar de ontwikkelingen na 2002 is tweemaal onderzoek verricht. Het eerste onderzoek, eind 2002 gepubliceerd, vond plaats in opdracht van de voorzitters van de civiele sectoren van de rechtbanken. Daaruit blijkt onder meer dat halverwege 2002 het percentage zaken dat voor comparitie werd geselecteerd tussen de rechtbanken varieerde van 29 tot 100%. 2 De inhoud van de zaak is het belangrijkste criterium voor selectie (Groeneveld & Klijn, 2002). In 2004 is opnieuw een enquête gehouden, die specifiek gericht was op de regie rond de comparitie. Dit initiatief kwam voort uit het project de regiefunctie van de civiele rechter. 3 Deze enquête spitte minutieus de gang van zaken op en rond de comparitie door. Daarmee konden onder meer conclusies worden getrokken over de verschillen tussen ervaren en minder ervaren rechters in hun optreden tijdens comparitie, en over de verschillen in hoe rechtbanken bepaalde zaken regelen en de wijze waarop de betreffende rechters zo n regeling waarderen (Verschoof, 2004). Een verrassend resultaat was dat een verwachte daling van het schikkingspercentage op de comparitie als gevolg van het minder selectief toepassen van de comparitie niet bleek op te treden. De nieuwe onderzoeksgegevens die in de bijdrage aan bod komen maken deel uit van een groter onderzoek dat in opdracht van de Raad voor de rechtspraak plaatsvindt. Hoofddoel van dat onderzoek is lering te trekken uit de resultaten die de interventies, gericht op het 1 De meer principiële afwegingen zijn niet uit het oog verloren. Er is een opdracht verleend aan een consortium van 3 hoogleraren, die als de Commissie Fundamentele Herbezinning Burgerlijk Procesrecht de grondslagen en beginselen tegen het licht houden. 2 Landelijk gemiddelde 60%. Een percentage van 100% kan slechts worden gehaald indien niet over het totaal van ingestroomde zaken wordt gepercenteerd, maar slechts over zaken waarin een conclusie van antwoord is genomen. 3 Dit project is een onderdeel van het sectorprogramma civiel. 8 9

6 rechtstreeks 2/2005 Inleiding rechtstreeks 2/2005 Inleiding versnellen van de procesgang in handelszaken, hebben opgeleverd: wat werkt, wat werkt niet, en welke condities en omstandigheden zijn op de werking van interventies van invloed? De kern van dat onderzoek is niet de vraag of zaken te lang duren en hoe erg dat is; de kern is vast te stellen welke maatregelen het meest geschikt zijn om doorlooptijden terug te brengen en welke randvoorwaarden of condities daarbij gelden. Beantwoording van die vragen gaat het bestek van dit nummer echter te boven. Hier beperk ik mij tot een beschrijving van de procesgang in bodemzaken in 2003 en het vergelijken daarvan met de procesgang in de jaren Tevens komen de bevindingen ten aanzien van een ander, voor de Raad voor de rechtspraak belangrijk aspect van het onderzoek aan de orde: de problemen die optreden bij de geautomatiseerde meting van doorlooptijden in bodemzaken. BOX 1 Wat is doorlooptijd? De doorlooptijd van procedures die in dit nummer centraal staat, wordt gemeten als de totale tijd in dagen, inclusief weekeinden die verstrijkt vanaf het moment dat een zaak voor de rechter wordt gebracht, tot de afdoening in eerste aanleg. De dag van de eerste rolzitting gewoonlijk binnen een week na ontvangst en inschrijving van de zaak wordt als startdatum genomen. Binnen de totale doorlooptijd van een procedure kunnen verschillende typen tijdsbeslag worden onderscheiden. Zo kan onderscheid worden gemaakt tussen de tijd waarin echt aan een zaak wordt gewerkt (bewerkingstijd of behandeltijd) en de tijd waarin een zaak ligt te wachten. Ook administratieve handelingen en transporttijd kunnen desgewenst apart worden onderscheiden. De tijd die rechter en partijen besteden aan het bewerken van een zaak zal in deze bijdrage als behandeltijd worden aangeduid. De tijd die een rechter steekt in het behandelen van een zaak is slechts een fractie van de totale duur van de procedure. De geïnvesteerde werktijd van rechter en ander rechtbankpersoneel ligt in de orde van enkele werkdagen, terwijl de totale duur al snel een jaar bedraagt. Op de totale tijd van de procedure is het aantal stappen dat wordt doorlopen en de voor die stappen geldende termijnen (veelal 6 weken) van groot belang. In civiele procedures zijn de eisende partij, de gedaagde partij en de rechtbank beurtelings aan zet. De doorlooptijd is dus ook van elk van die partijen afhankelijk. De vaste termijnen en bewerkingstijden kunnen als min of meer noodzakelijk kwaad worden beschouwd; een goede rechtspleging betekent dat er werk wordt gemaakt van een zaak en dat partijen (en rechters) ook de tijd krijgen om dat werk te verrichten. Toch duren veel procedures aanmerkelijk langer dan men op basis van termijnen en bewerkingstijd zou verwachten. Als het werk bij de rechtbank of bij advocaten zich ophoopt ontstaan wachttijden. Andere wachttijd ontstaat wanneer zaken wachten op onderzoek door derden (deskundigenrapporten) of uitkomsten van andere procedures. De gegevens met betrekking tot de huidige snelheid van procederen zijn gebaseerd op een statistische analyse van het procesverloop van ruim handelszaken, afgedaan in de tweede helft van Deze steekproef omvat ruim een kwart van de jaarproductie van de civiele sectoren. De resultaten worden vergeleken met afdoeningsgegevens uit de periode 1994 t/m Van een meer uitgebreide beschrijving van de methodologie zie ik hier omwille van het leesgemak af. 4 Box 1 geeft een korte toelichting bij het begrip doorlooptijd zoals dat in deze bijdrage wordt gebruikt, en op de relatie met behandeltijd en wachttijd. In de volgende paragrafen zal de aandacht voornamelijk op doorlooptijden in contradictoire zaken (zaken met verweer) zijn gericht. Zaken zonder verweer (verstekzaken, ingetrokken zaken) worden over het algemeen vlot en relatief probleemloos afgedaan. Gedetailleerd statistisch onderzoek naar civiele handelszaken is tamelijk schaars. Voor wat betreft de bodemzaken bij de civiele sectoren zijn in het verleden onderzoeken verricht door Van Duyne (1987), Verwoerd (1988), Wesseling-Van Gent (1987), Barendse- Hoornweg (1992). Het algemene gemis aan civiele statistiek wordt regelmatig gevoeld (zie recent bijvoorbeeld Asser, Groen, Vranken & Tzankova, 2003 en Van Velthoven & Ter Voert, 2004). We zullen daarom beginnen met een aantal algemene karakteristieken van de bodemzaken in de steekproef. 4 Uiteraard is wetenschappelijke verantwoording wel van belang. Geïnteresseerden kunnen een methodologische bijlage opvragen bij de onderzoeker of downloaden op

7 rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop 2 Karakteristieken van zaken en procesverloop Civiele handelszaken is een algemene aanduiding voor een zeer gevarieerd spectrum van geschillen die ondanks de benaming in veel gevallen weinig of niets met handel van doen hebben. De benaming handelszaak wordt gebruikt voor alle civiele zaken die niet onder de familiezaken vallen. In algemene zin gaat het om zaken waarin private partijen (burgers en bedrijven en andere organisaties) een geschil met elkaar hebben. Ook overheden kunnen in een handelszaak betrokken zijn, indien het geschil iets betreft dat niet voortkomt uit de taak van het overheidsorgaan als bestuurder. Binnen de handelszaken kunnen drie hoofdvormen van procedures worden onderscheiden: de bodemprocedure, de verzoekschriftprocedure en de voorlopige voorziening (vaak aangeduid als kort geding). Het onderhavige onderzoek richt zich uitsluitend op de bodemprocedure. Deze procedure is er op gericht een zaak volledig uit te procederen. Zaken waarin over een relatief klein geldbedrag wordt geprocedeerd minder dan euro worden door de sector kanton behandeld. Het onderhavige onderzoek richt zich uitsluitend op zaken met een groter financieel belang, die worden behandeld door de civiele sector. Jaarlijks nemen de civiele sectoren rond de nieuwe bodemzaken in behandeling. Anders dan bij de kantonrechter moeten partijen die bij de civiele sectoren procederen zich verplicht laten bijstaan door een advocaat. De reden dat dit onderzoek zich op de procedures bij de civiele sectoren richt, is dat juist daar procedures lang en soms heel er lang kunnen duren. In het afgelopen decennium is een aantal maatregelen genomen om het procesverloop te bespoedigen. Het ligt voor de hand het effect daarvan te evalueren. Immers, het probleem keert al meer dan anderhalve eeuw met regelmaat terug op de politieke agenda, terwijl empirische kennis over effectieve maatregelen ter versnelling van procedures nagenoeg ontbreekt. Een groot aantal factoren moet van invloed worden geacht op de snelheid van de procedure. Het verloop van een gerechtelijke procedure kan worden beschouwd als een resultante van het doen en laten van de partijen, hun advocaten, rechters en rechtbankmedewerkers en eventueel betrokken derden, zoals getuigen en deskundigen. De algemene regels waarbinnen betrokkenen moeten opereren zijn vastgelegd in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en het landelijk rolreglement. Die regels, en de naleving ervan zijn medebepalend voor het (vlotte) verloop van procedures. Bij de gevarieerde aard van geschillen die onder de bodemprocedure worden behandeld ligt het voor de hand te veronderstellen dat doorlooptijden zullen variëren met de complexiteit van de zaken. Complexiteit kan te maken hebben met juridisch-inhoudelijke kwesties, maar ook met veel andere factoren: zoals (bijvoorbeeld) het type partijen dat in een geschil betrokken is, het aantal partijen en de hoogte van het financieel belang. Ook de organisatie van de gerechten mag verondersteld worden van invloed te zijn op doorlooptijden. Daar spelen factoren met betrekking tot bijvoorbeeld de interne taakverdeling en samenwerking (zaaksrechter, rolrechter, griffie), logistiek (werkvoorraden, achterstanden, voortgangsbewaking), personele capaciteit en de cultuur van de organisatie een prominente rol. Belangrijke factoren ten aanzien van de voortgang in civiele procedures zijn het strategisch gedrag van partijen en de lijdelijkheid van de rechter. Voor wat betreft dat eerste: vaak voelt een partij die in het ongelijk dreigt te worden gesteld zich niet gebaat bij een snelle afronding van de procedure. Zo n partij kan om strategische redenen de zaak trachten te compliceren, of zoveel mogelijk uitstel te verkrijgen. De leerstelling van de lijdelijke rechter behelst, kort en goed, dat het geding van de partijen is. De rechter wacht met zijn vonnis tot de partijen daar om vragen en betrekt slechts datgene in het geschil dat partijen aandragen. Maar de opvattingen over de juiste attitude van de rechter zijn in het afgelopen decennium fors veranderd. Anno 2005 voeren rechters veel meer regie over de procedure dan tien jaar geleden het geval was. Desalniettemin blijven er situaties bestaan waarin langdurig oponthoud ontstaat, zonder dat een rechter ingrijpt. Overigens kan de traagheid van procedures niet altijd aan strategisch gedrag van de partijen of gebrek aan regie worden geweten. Een bekend voorbeeld zijn procedures die moeten wachten op de uitkomst van andere procedures. Ook het zogenaamde deskundigenonderzoek, waarin een externe expert een aspect van een zaak moet beoordelen, kan veel tijd kosten. Het materiaal dat hier zal worden gepresenteerd is gebaseerd op informatie over het zaaksverloop, dat door de rechtbanken in het geautomatiseerde systeem civiel wordt ingevoerd. Die registratie is gerelateerd aan de voortgangsbewaking via de rol. In de tijd van vóór de automatisering werd dergelijke informatie handmatig bijgehouden, op zogenaamde rolkaarten. Die term wordt hier in ere gehouden. De huidige rolkaart is een zaaksoverzicht dat vermeldt welke partijen er in het geschil zijn betrokken, wanneer de zaak is gestart, welke processtappen reeds zijn doorlopen, en welke nog zijn gepland. Aan de hand van de rolkaart kan het procesverloop nauwkeurig worden gereconstrueerd. Over de inhoudelijke ontwikkeling leert de rolkaart weinig; er wordt slechts een algemene typering gegeven van de aard van het geschil. Ook toont de rolkaart niet wie er in het gelijk wordt gesteld

8 rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop De beschrijving van procedures die in het vervolg van deze paragraaf wordt gegeven is gebaseerd op gegevens van rolkaarten van zaken die in 2003 werden afgedaan. Daarbij komen eerst de kenmerken van de zaken en daarna de procesgang aan de orde. 2.1 Drie karakteristieken van zaken Wat is de inzet van de geschillen waarover bij de civiele sectoren van de rechtbanken wordt geprocedeerd? Wie procederen er? Het antwoord op die vragen wordt hier gegeven aan de hand van drie karakteristieken: de partijconstellatie, de aard van het geschil en het financieel belang. Partijconstellatie Met betrekking tot de partijconstellatie zijn de eisers en gedaagden in vier groepen verdeeld, die we kort aanduiden met natuurlijke personen, rechtspersonen, overheid en combinatie. In het laatste geval is sprake van meerdere eisers of gedaagden, van uiteenlopende signatuur. De meest voorkomende combinatie is die van een natuurlijke persoon en een rechtspersoon. Zo komt het bij geschillen met bedrijven vaak voor dat naast het bedrijf (rechtspersoon) ook de eigenaar of directeur zelf (natuurlijke persoon) wordt gedaagd. Tabel 2.1 Partijconstellatie in bodemzaken civiele sector gedaagde natuurlijke rechts- overheden combinaties totaal eiser personen personen natuurlijke personen 20,1% 9,1% 1,3% 2,3% 32,8% rechtspersonen 35,2% 22,6% 0,7% 4,8% 63,3% overheden 1,1% 0,5% 0,0% 0,1% 1,8% combinaties 0,7% 0,9% 0,1% 0,4% 2,0% totaal 57,0% 33,2% 2,1% 7,7% 100% Tabel 2.1 toont de mate waarin de 16 verschillende partijconstellaties die op basis van onze indeling kunnen worden gevormd voorkomen. Uit die tabel blijkt de meeste procedures voor de rechter worden gebracht door rechtspersonen (63,3%). De meest voorkomende partijconstellaties zijn rechtspersoon versus natuurlijke persoon (35,2%) en rechtspersoon versus rechtspersoon (22,6%). Overheden komen slechts vrij beperkt voor. Waarover procedeert men? De aard van het geschil kan op tal van manieren worden ingedeeld. Zo is er een functionele typering, die onder meer wordt gebruikt door Blankenburg (1982), Reiling (2003) en Van Velthoven en ter Voert (2004b). Deze indeling maakt onderscheid tussen de rechtsdoorzettingsfunctie, de quasi-notariële functie, de bemiddelingsfunctie en de beslissingsfunctie. Reiling heeft de indeling van Blankenburg gelegd op de verschillende typen civiele procedures. Voor handelszaken verbindt zij de rechtsdoorzettingsfunctie aan verstekzaken 5 ; in contradictoire zaken zou de bemiddelings- of beslissingsfunctie aan de orde zijn. De quasi-notariële functie speelt in de bodemprocedure geen rol van betekenis. Op basis van rolkaarten valt over de functie van specifieke geschillen betrekkelijk weinig te zeggen. Wel kan gebruikt gemaakt worden van de juridische typeringen die de rechtbanken aan elke zaak meegaven. Het systeem van zaaktypering dat rechtbanken gebruiken is gebaseerd op wetboeken en rechtsartikelen; er kunnen ruim 150 verschillende zaaktypen mee worden onderscheiden. Veel daarvan komen ook daadwerkelijk in de steekproef voor, maar in zodanig kleine aantallen dat ze zich niet lenen voor afzonderlijke statistische analyse. Het kan als tekenend worden beschouwd voor de grote verscheidenheid aan geschillen die als handelszaak voor de rechter kunnen worden gebracht. In tabel 2.2 zijn de zes typeringen weergegeven die het meest werden gebruikt; dit zijn de enige typeringen die in percentages boven de 2% uitkomen; tezamen omvatten ze ruim 60% van de zaken. Tabel 2.2 De zes meest gebruikte zaaktyperingen in bodemzaken bijzondere overeenkomst; verrichten diensten / werkzaamheden 19,1% bijzondere overeenkomst; verbruikleen (geldlening) 17,5% bijzondere overeenkomst; koop anderszins 9,0% verbintenissenrecht; onrechtmatige daad* 7,8% bijzondere overeenkomst; koop onroerende zaak 4,4% vermogensrecht; verdeling gemeenschap huwelijk / samenleving 4,8% * Onrechtmatige daad wordt in het systeem van zaaktypering nader onderverdeeld in subcategorieën als beroepsaansprakelijkheid en productaansprakelijkheid; in de tabel zijn alle subcategorieën samengenomen. Er bestaat een duidelijke samenhang tussen de aard van zaken en de partijconstellatie. De zaaktypen koop anderszins, verrichten diensten / werkzaamheden en verbruikleen zijn zaken die overwegend (in meer dan 80% van de gevallen) door rechtspersonen worden aangebracht. De categorie verbruikleen is zeer homogeen voor wat betreft de 5 Freudenthal (1996) gebruikt de term incassozaken. Beiden lijken de gedachte te delen dat gedaagden die geen verweer voeren ook geen verweer hebben, en dat het in deze zaken meest onbetaalde rekeningen betreft

9 rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop partijconstellatie: in 85% van deze zaken daagt een rechtspersoon een natuurlijke persoon. In dergelijke zaken zal het veelal gaan om banken en creditcardmaatschappijen die in actie komen tegen achterstallige aflossingen. Procedures over de verdeling van gemeenschap zijn niet verrassend het exclusieve domein van natuurlijke personen (100% natuurlijke persoon versus natuurlijke persoon). In procedures over de koop van onroerende zaken is 63% van de procedures zowel eiser als gedaagde een natuurlijk persoon. Procedures met betrekking tot een onrechtmatige daad zijn het meest gemêleerd voor wat betreft de partijconstellatie. In deze zaken zijn alle mogelijke partijconstellaties vertegenwoordigd, en komen natuurlijke en rechtspersonen, als eiser en als gedaagde, in ongeveer gelijke mate voor. Een kritische lezer zal zich bij bestudering van tabel 2.2 wellicht afvragen hoe het getalsmatig zit met de voor civiele rechtspraak vrij gezichtsbepalende geschillen op het gebied van bijvoorbeeld letselschade, consumentenkoop, intellectueel eigendom of burenrecht. Welnu, de eerste drie zijn goed voor elk 0,9% van de procedures. Burenrecht komt niet verder dan 0,5%. Omdat de civiele sectoren slechts zaken met een financieel belang boven euro behandelen, ligt het in de rede dat burengeschillen en zaken met betrekking tot een consumentenkoop overwegend door de kantonrechter zullen worden behandeld. Financieel belang In 1999 is de competentiegrens van de kantonrechter opgetrokken tot gulden en vervolgens in 2002 tot euro. Voorts worden sinds 2002 appelzaken tegen vonnissen van de kantonrechter niet meer door de civiele sector van de rechtbank behandeld. Men kan dus verwachten dat zaken met een financieel belang van minder dan euro nog in geringe mate voorkomen in de afdoeningen uit het najaar van Uit tabel 2.3 blijkt inderdaad dat in een klein deel van de afgedane zaken het financieel belang onder de huidige competentiegrens ligt. Het gemiddeld geëiste bedrag is euro, de mediaan bedraagt euro. Het hoogste bedrag in de steekproef bedraagt ruim 26 miljoen euro. Tabel 2.3 Verdeling van het financieel belang in bodemzaken, met cumulatieve percentages geldbedrag cumulatief geldbedrag cumulatief in euro percentage in euro percentage < ,3% < ,3% < ,5% < ,4% < ,6% < ,1% < ,9% < ,1% < ,7% < ,6% < ,0% < ,6% < ,4% < ,0% De gegevens in tabel 2.3 zijn gepercenteerd op zaken met een geregistreerd financieel belang. 6 In de helft van de zaken blijft het geëist bedrag onder de euro. In 40% van de zaken ligt dit bedrag tussen en euro, en in 10% ligt het boven de euro. De geëiste bedragen variëren naar de aard van het geschil. Zo worden in zaken met betrekking tot een onrechtmatige daad relatief hoge bedragen geëist (mediaan geëist bedrag euro, gemiddeld geëist bedrag euro). Dat is aanzienlijk meer dan bij procedures met betrekking tot verbruikleen (mediaan , gemiddeld ) en procedures met betrekking tot verrichte diensten en werkzaamheden (mediaan , gemiddeld ). De hoogste claim in de steekproef, van ruim 26 miljoen euro, behoort overigens wèl tot die laatstgenoemde categorie. Naar mate de geclaimde bedragen hoger zijn, neemt het percentage van zaken dat door natuurlijke personen voor de rechter wordt gebracht toe. Bij de gedaagden neemt juist het percentage rechtspersonen toe naarmate het financieel belang hoger is. Zo is de in bodemprocedures meest voorkomende partijconstellatie, rechtspersoon daagt natuurlijke persoon, goed voor de helft van de zaken met een financieel belang van minder dan euro. Bij zaken met een financieel belang boven de euro is dat slechts 26,3%. De meest voorkomende partijconstellatie in zaken met een financieel belang hoger dan euro is die van rechtspersoon versus rechtspersoon. 6 Voor 82,5% van de zaken in de steekproef is zo n bedrag op de rolkaart geregistreerd. In andere gevallen is ofwel sprake van een niet in een geldbedrag uit te drukken belang, of heeft registratie niet plaatsgevonden. Per arrondissement varieert het percentage zaken waarin geen financieel belang werd gespecificeerd van 9 tot 24 procent; dat doet vermoeden dat de registratie lang niet optimaal is

10 rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop 2.2 Procesverloop en doorlooptijden Voor veel van de maatregelen die in de afgelopen jaren werden genomen om doorlooptijden te verkorten vormt het procesverloop het aangrijppunt. Op deze en volgende pagina s zal het procesverloop van de in 2003 afgedane zaken aan een nader onderzoek worden onderworpen, waarbij tevens de relatie naar doorlooptijden èn naar de zaakkenmerken in het voorafgaande reeds aan de orde kwamen wordt geëxploreerd. Alvorens de analyses te presenteren, dient eerst op twee methodologische kwesties te worden gewezen. De eerste betreft de keuze van de maten waarmee de doorlooptijd gemeten wordt. Box 2 geeft een toelichting op die maten: wat is de betekenis van gemiddelde doorlooptijd, mediaan en 90 ste percentiel? De tweede kanttekening betreft de wijze waarop doorlooptijden zèlf van invloed zijn op de statistiek. Analyse van de procesgang kan pas plaatsvinden op het moment dat een zaak is beëindigd; de statistiek wordt dus ontleend aan de zaken die in een bepaalde periode worden afgedaan. Een steekproef uit de zaken die in 2003 werden afgedaan bevat ook zaken die 5, 10 of 15 jaar daarvoor voor de rechter zijn gebracht. Dit betreft zaken die nog onder oud rolbeleid en oud procesrecht van start zijn gegaan. In een beschrijvende afdoeningsstatistiek, zoals in deze paragraaf wordt gegeven, horen deze zaken thuis. Maar zaken die 10 jaar geleden van start gingen tonen, zeker voor wat betreft het begintraject, de werkwijze van 10 jaar geleden. Een gevolg kan zijn dat een aanmerkelijk lager percentage zaken met comparitie wordt gemeten dan wanneer zou worden gekeken naar het gebruik van comparitie in zaken in 2003 instroomden. Het effect van oude zaken op de steekproefresultaten zal sterker zijn bij trage rechtbanken dan bij snelle, omdat bij trage rechtbanken per definitie meer oude zaken in de mix van afdoeningen zitten. In de huidige paragraaf staat de beschrijvende afdoeningsstatistiek centraal, en worden resultaten gepresenteerd die betrekking op alle zaken ook de oudste. In de paragrafen 3 en 4 zal een andere weg worden bewandeld. Daar wordt onder meer gekeken naar het effect van nieuw rolbeleid op het gebruik van comparitie; in dergelijke analyses zullen oude zaken buiten beschouwing worden gelaten. BOX 2 Mediaan, gemiddelde, percentielen In deze bijdrage worden verschillende maten gebruikt om doorlooptijden weer te geven. Dat lijkt wellicht gecompliceerd, maar het gebeurt om goede redenen. De doorlooptijd van deze en veel andere procedures laat zich namelijk slecht via één maat beschrijven. Bij de meeste dingen die mensen meten wordt het (rekenkundig) gemiddelde gebruikt. De gemiddelde lengte, het gemiddeld gewicht. Het gemiddelde wordt in meestal gebruikt als indicator van een doorsnee geval. En vaak ìs het gemiddelde daarvan ook een goede indicator. Dat is anders wanneer sprake is van een scheve verdeling, zoals we aantreffen bij de verdeling van doorlooptijd in civiele zaken. Daar zijn heel veel zaken die vlot worden afgedaan; maar een relatief klein deel duurt ongelooflijk lang. Wanneer in zo n geval een gemiddelde wordt berekend zegt dat heel weinig over de duur van een doorsnee zaak. Een veel betere indicator voor een doorsnee geval is dan de mediaan. De mediaan is de middelste van een reeks metingen. Als we het over doorlooptijden in procedures hebben dan duurt de ene helft van de zaken korter dan de mediaan en de andere helft langer. Met betrekking tot de duur van procedures zijn vaak nog andere relevante vragen te stellen dan hoeveel tijd ze over het algemeen duren. Vaak is het vooral van belang dat ze niet een bepaalde limiet overschrijden. Een jaar kan men redelijk vinden, maar vier jaar uiterst onredelijk. Mediaan noch gemiddelde geven een adequaat beeld van de mate waarin procedures extreem lang duren. In dit onderzoek wordt daarvoor het 90 ste percentiel gebruikt. Het 90 ste percentiel laat zich lezen als 90% van de zaken wordt afgedaan binnen.. dagen of 10% van de zaken duurt langer dan.. dagen. Ondanks de kanttekeningen die gemaakt kunnen worden ten aanzien van het gemiddelde wordt ook die maat gerapporteerd. Eén reden is dat in jaarverslagen en rapporten totnogtoe vrijwel uitsluitend gemiddelde doorlooptijden worden vermeld; wie een link wil leggen naar andere bronnen heeft het gemiddelde dus nodig. Daarnaast blijft het gemiddelde een zinnige aanvulling op mediaan en percentielen èn een maat die bij veel statistische berekeningen onontbeerlijk is

11 rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop Figuur 1: Stroomschema afdoening civiele bodemzaken; op basis van steekproef afdoeningen 2e helft 2003 Eis 100% Gedaagde stelt zich (58,8%) Conclusie van antwoord (50,4%) Intrekking (2,9%) Verstek (38,3%) Geen conclusie van antwoord (8,3%) Comparitie na antwoord (27,4%) Repliek (4,8%) 2,9% Mediane doorlooptijd = 0 Gemiddelde doorlooptijd = 0 38,3% Mediane doorlooptijd = 28 Gemiddelde doorlooptijd = 57 8,3% Mediane doorlooptijd = 168 Gemiddelde doorlooptijd = ,6% Mediane doorlooptijd = 231 Gemiddelde doorlooptijd = 345 4,8% Mediane doorlooptijd = 796 Gemiddelde doorlooptijd = 963 Figuur 1 is een schematische weergave van het procesverloop in de vorm van een beperkt aantal hoofdwegen die de procedure kan volgen. De bovenste twee lijnen in het schema hebben betrekking op intrekkingen en verstekken; zaken die wel voor de rechter worden gebracht, maar waarin het niet tot een echte procedure komt. Wordt er ècht geprocedeerd, dan volgt in principe op de conclusie van eis (het inleidend schriftelijk stuk van de eiser) de conclusie van antwoord (waarin de gedaagde zijn verweer geeft). Na de conclusie van antwoord doet zich een splitsing voor in de zaakstroom: er vindt een tweede schriftelijke ronde plaats (in het schema wordt het eerste schriftelijke stuk van zo n tweede ronde weergegeven, de repliek ) of er wordt een zitting gehouden, de comparitie. Zoals beschreven in hoofdstuk 1 was in het oude procesrecht de tweede schriftelijke ronde gebruikelijk, maar is in het nieuwe procesrecht de comparitie standaard geworden. Naast deze hoofdwegen geeft het schema ook de procedures weer die zich niet aan de hoofdwegen houden; bijvoorbeeld procedures waarin na de comparitie ook nog een tweede schriftelijke ronde plaatsvindt, en procedures waarin noch een comparitie, noch een tweede schriftelijke ronde plaatsvindt. 7 De uitstroomvariant gedaagde-stelt-zich geen conclusie van antwoord bevat verschillende typen procedures die afwijken van de normale stroomschema s, zoals verzetzaken, afdoeningen n.a.v. incidenten, renvooizaken en vrijwaringen. 8 Geen comparitie na antwoord (23%) Repliek (15,5%) Geen repliek (7,5%) 7,5% Mediane doorlooptijd = 350 Gemiddelde doorlooptijd = ,5% Mediane doorlooptijd = 775 Gemiddelde doorlooptijd = 990 Het doorstroomschema toont slechts een beperkt aantal, veel voorkomende stappen in de procedure. De zaken op tegenspraak die zijn weergegeven kunnen gelardeerd zijn met eiswijzigingen, tegeneisen, aktes, deskundigenonderzoeken en enquêtes, et cetera. In tabel 2.4 is voor een aantal van dergelijke stappen weergegeven hoe vaak ze voorkwamen in contradictoire zaken. 9 Opm. De omkaderde stappen in het schema zijn bewerkingen ; bij de niet-omkaderde stappen treedt geen inhoudelijke verandering in de zaak op. 7 Hier zitten zaken bij waarin wèl een comparitie of tweede schriftelijke ronde gepland was, maar niet heeft plaatsgevonden bijvoorbeeld omdat de partijen in de schaduw van de procedure tot een schikking komen. 8 Het gaat om 708 zaken in de steekproef. Daaronder zijn er 385 die zonder verdere proceshandelingen werden geroyeerd. Voor het overige gaat het om bijvoorbeeld appèlzaken (36), verzet (33), vrijwaring (31), vonnis incident (34), renvooizaken (45) en ruilverkaveling (10). In deze groep vallen ook zaken die door de kantonrechter zijn verwezen voor behandeling door de civiele sector. In die zaken zijn de inleidende conclusies wel genomen, maar niet geregistreerd op de rolkaart van de civiele sector. 9 Een contradictoire zaak is in dit geval gedefinieerd als een zaak waarin de gedaagde partij zich heeft gesteld. In het stroomschema gaat het dus om alle zaken die niet als ingetrokken of verstek zijn afgedaan

12 rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop Tabel 2.4 Conclusiewisselingen en processtappen in percentages van contradictoire zaken waarin deze voorkomen 1 standaardelementen Conclusie van antwoord 86% Comparitie na antwoord 47% Repliek 35% 2 verandering inzet van geschil Incidentele eis 11% Eiswijziging 12% Eis in reconventie 27% 3 nader onderzoek Deskundigenonderzoek 4% Enquête 11% Contra-enquête 5% Schouw 1,5% 4 alternatieve geschilbeslechting Doorverwijzing naar mediation 10 0,8% De processtappen zijn in tabel 2.4 grofweg in vier groepen onderverdeeld. De eerste groep, antwoord, comparitie en repliek zijn standaardelementen in de behandeling van zaken. De volgende groep heeft betrekking op gevallen waarin tijdens de procedure een verandering optreedt in de inzet van het geding. De eiser brengt een verandering aan in het geëiste, de gedaagde doet een tegeneis (de eis in reconventie) of werpt een incident op. Dat laatste betekent dat een procedurele kwestie aan de orde wordt gesteld, bijvoorbeeld een verzoek om de behandeling te voegen met andere lopende procedure of het aan de orde stellen van de vraag of de rechtbank wel bevoegd is. In dergelijke gevallen behandelt de rechter eerst het incident en in een deel van de gevallen zal dat tot het eind van de procedure leiden, zonder dat de gedaagde inhoudelijk op de eis heeft hoeven reageren. De derde groep van handelingen betreft het verrichten van nader onderzoek. In de meeste gevallen betreft dat het horen getuigen (enquête). Maar ook kan technisch onderzoek worden gevraagd door een externe deskundige (deskundigenonderzoek) of kan de rechter de plaats van het geschil bekijken (schouw). Tot slot is de doorverwijzing naar mediation in het lijstje opgenomen. Dit betreft een vorm van alternatieve geschilbeslechting, waarbij de partijen met externe hulp hun conflict trachten op te lossen; lukt dat, dan kan de rechtbank de zaak doorhalen. De matrix in tabel 2.5 relateert een aantal van de proceshandelingen uit tabel 2.4 aan doorlooptijden. Men kan ze opvatten als indicatie voor de complexiteit van de procedure. 11 De handelingen die van invloed zijn op inzet van het geschil zijn samengenomen onder de noemer speelveldwijziging. Ze worden afgezet tegen procedures waarin nader onderzoek, zoals een enquête of schouw heeft plaatsgevonden. Tabel 2.5 Complexiteit van de procedure en doorlooptijd (in dagen) in contradictoire zaken, 2003 geen nadere wel nadere onderzoekshandelingen onderzoekshandelingen speelveld ongewijzigd mediane mediane doorlooptijd = 245 doorlooptijd = 722 gemiddelde gemiddelde doorlooptijd = 477 doorlooptijd = 922 (N = 2580 ) (N = 449 ) speelveld gewijzigd mediane mediane doorlooptijd = 377 doorlooptijd = 1007 gemiddelde gemiddelde doorlooptijd = 608 doorlooptijd = 1188 (N = 1734 ) (N = 428 ) Tabel 2.5 laat zien dat speelveldwijzigingen en nader onderzoek elk gepaard gaan met langere doorlooptijden. In ongeveer de helft van de contradictoire zaken is sprake van deze complexiteitverhogende factoren. Het vlak linksboven in de matrix toont de zaken met een ongecompliceerde procedure. Een zaak waarin het speelveld niet wijzigt en ook geen onderzoek behoeft te worden verricht haalt een mediane doorlooptijd van zo n 8 maanden. Het gemiddelde is dubbel zo lang. Vindt een speelveldwijziging plaats, dan toont de duur van de procedure een duidelijke toename; de mediane doorlooptijd ligt nu boven een jaar. Daarbij zij gewezen op het feit dat speelveldwijzigingen frequent voorkomen. Nadere onderzoekshandelingen komen minder frequent voor, maar hun effect op doorlooptijden is enorm. Procedures met nader onderzoek zitten al vlot op doorlooptijden van 2 jaar of meer. Indien zowel sprake is van wijziging van het speelveld als van nader onderzoek zal de doorlooptijd richting 3 jaar gaan. 10 Helaas is er nog weinig uniformiteit ten aanzien van de registratie van mediation doorverwijzingen. De 0,8% zijn zaken waarin met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat een mediation had plaatsgevonden. Een groter aantal zaken (1%) is op dit punt als onbekend geregistreerd. Dat betekent dat er aanwijzingen konden worden gevonden dat mediation op zijn minst ter sprake was geweest, maar niet met zekerheid kon worden vastgesteld of deze ook werkelijk had plaatsgevonden. 11 Algemeen wordt aangenomen dat de behandeltijd van een zaak zal toenemen naarmate de zaak complexer is. Maar voor de complexiteit van geschillen zijn weinig bruikbare objectieve indicatoren. Voor gerechtelijke procedures wordt vaak aangenomen dat de complexiteit niet primair in het geschil zelf zit, maar in de vraag hoe complex de partijen de kwestie maken

13 rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop rechtstreeks 2/2005 Karakteristieken van zaken en procesverloop Ook het financieel belang van een zaak doet zich gelden in de doorlooptijd. Tabel 2.6 toont de doorlooptijd van zaken in drie klassen van ongeveer gelijke grootte. De mediane doorlooptijd in procedures met een financieel belang van meer dan euro blijkt bijna twee maal zo lang als die in procedures met een financieel belang dat beneden de euro blijft. Tabel 2.6 Financieel belang en doorlooptijd (in dagen) in contradictoire zaken, 2003 tot tot meer dan euro euro euro mediane doorlooptijd gemiddelde doorlooptijd ste percentiel In tabel 2.7 wordt het financieel belang in relatie gebracht met de stappen die in de procedure worden doorlopen. Zoals mocht worden verwacht loopt de relatie tussen financieel belang en doorlooptijd deels via complicering van de zaak. Heel duidelijk is er een effect waarneembaar ten aanzien veranderingen in de inzet van een geschil. Het opwerpen van incidenten en wijziging van eis gebeurt twee maal zo vaak in zaken met een hoog financieel belang als in zaken met een (relatief) laag belang. Voor wat betreft het verrichten van nader onderzoek beperkt het effect zich tot deskundigenonderzoek; dat lijkt logisch, omdat dergelijk onderzoek duur is en bij relatief laag financieel belang nauwelijks opweegt tegen de inzet van het geschil. Interessant is dat uit de resultaten ook een fors effect op de procesregie spreekt: bij een hoog financieel belang is de rechter meer terughoudend met het gebruik van comparitie en past vaker een tweede schriftelijke ronde toe. Tabel 2.7 Financieel belang en de frequentie van proceshandelingen in percentages tot tot meer dan euro euro euro standaard- comparitie na antwoord 60,1 56,9 39,7 elementen repliek 19,6 29,2 46,0 verandering incident eis 7,2 9,3 15,3 inzet van geschil eiswijziging 8,8 10,1 16,7 eis in reconventie 25,9 29,0 28,3 nader onderzoek deskundigenonderzoek 2,2 3,8 4,9 enquête 11,2 12,2 9,8 contra-enquête 4,3 5,3 4,9 schouw 1,2 0,4 0,7 Tabel 2.8 toont de frequentie van verschillende wijze van afdoening van civiele bodemprocedures. Binnen de basismogelijkheden, vonnis of royement, wordt onderscheid gemaakt tussen 3 soorten vonnissen. Daarnaast worden intrekkingen los van andere royementen weergegeven. Tabel 2.8 De afdoening van bodemzaken soort afdoening percentage intrekking 2,8% royement 31,6% verstekvonnis 35,8% vonnis incident 0,8% eindvonnis contradictoir 29,0% Indien we het soort afdoening relateren aan de zaakstromen zoals weergegeven in figuur 1, dan blijkt tussen de stromen een aanzienlijke variatie te bestaan. De percentages contradictoire eindvonnissen zijn het hoogst in de zaken waarin een conclusie van repliek wordt genomen; 70% in procedures zonder comparitie en 77% in procedures met comparitie

Raad Competentiegrensverhoging Advies

Raad Competentiegrensverhoging Advies De Directeur-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand d.t.v. mr. drs. Th. J. van Laar Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 27 april 2005 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070 361

Nadere informatie

Verschuiving in tal en last?

Verschuiving in tal en last? Verschuiving in tal en last? Over mogelijke verschuivingen in werklast ten gevolge van wijziging van de competentiegrens Ten behoeve van de Commissie Herijking omvang verplichte procesvertegenwoordiging

Nadere informatie

Samenvatting. Het doel van de maatregel

Samenvatting. Het doel van de maatregel Samenvatting In dit onderzoeksrapport wordt verslag gedaan van de evaluatie van de competentiegrensverschuiving, in 1999, voor civiele handelszaken. Vóór 1999 werden dergelijke geschillen, indien ze een

Nadere informatie

Doorlooptijden in de civiele rechtspraak

Doorlooptijden in de civiele rechtspraak Doorlooptijden in de civiele rechtspraak Jo-Anne Wemmers juli 1995 Justitie Qih Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Samenvatting en conclusie Een belangrijk beleidsthema op het gebied van

Nadere informatie

Haastige spoed... gaat dat wel goed?

Haastige spoed... gaat dat wel goed? Tussenrapportage Evaluatie Versneld Regime Haastige spoed... gaat dat wel goed? M INISTER' V j:=.1'.^.3e i 1 i.3 3S^ i VA N Wetenschappe i k O dcrzoek- en ioc i-int^tieceni(tim 9 april 1997 R.J.J. Eshuis

Nadere informatie

Benoeming deskundige in merken- en reclamezaken

Benoeming deskundige in merken- en reclamezaken 3. Een andere mogelijkheid is dat in het kader van een kort geding een deskundige wordt benoemd, die aan de hand van een bureaustudie vóór de zitting de door partijen in het geding gebrachte partijmarktonderzoeken

Nadere informatie

Cijfers civielrechtelijke procedures en rechtsbijstand

Cijfers civielrechtelijke procedures en rechtsbijstand Factsheet 214-2 Cijfers civielrechtelijke procedures en rechtsbijstand Instroom (buiten)gerechtelijke procedures en afgegeven toevoegingen Auteur: M. ter Voert Mei 214 Dit factsheet geeft ontwikkelingen

Nadere informatie

Stand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak

Stand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak Modernisering van de rechtspraak Programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) Prof. mr. Margreet Ahsmann Uitgangspunten KEI wetgeving Eenvoudige, uniformere basisprocedure voor zowel vorderingen als verzoeken

Nadere informatie

Samenvatting. Doelstelling en opzet van het onderzoek

Samenvatting. Doelstelling en opzet van het onderzoek Samenvatting Wanneer een partij het niet eens is met het oordeel van de rechter in eerste aanleg, is het in veel gevallen mogelijk daar tegen in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof. Hoger beroep is

Nadere informatie

PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN

PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN VRAGEN EN ANTWOORDEN Welke zaken? 1 Alleen nieuwe zaken (aangebracht vanaf 1

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 juli 2011 werd de competentiegrens van de kantonrechter verhoogd van 5.000 naar 25.000. De competentiegrens is een financiële grens, die bepaalt of een civiele handelszaak wordt behandeld

Nadere informatie

Scheidingen 2014. Factsheet 2015-2. Gerechtelijke procedures en gesubsidieerde rechtsbijstand. Aantal scheidingen. Auteur: M.

Scheidingen 2014. Factsheet 2015-2. Gerechtelijke procedures en gesubsidieerde rechtsbijstand. Aantal scheidingen. Auteur: M. Factsheet 215-2 Scheidingen 214 Gerechtelijke procedures en gesubsidieerde rechtsbijstand Auteur: M. ter Voert Oktober 215 Dit factsheet geeft cijfermatige ontwikkelingen met betrekking tot scheidingen.

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation Samenvatting Aanleiding Mediation is een vorm van geschilbeslechting waarbij een onafhankelijke neutrale derde, de mediator, partijen begeleidt om tot een oplossing te komen van hun onderlinge conflict.

Nadere informatie

Advocaten en notarissen

Advocaten en notarissen Advocaten en notarissen Inhoud & Betekenis KEI voor verzekeraars I. Wat is KEI? (1) Kwaliteit en Innovatie rechtspraak Verzekeraar als procederende partij Beroepsaansprakelijkheid advocatuur Doelen: Vereenvoudigen

Nadere informatie

Een kwestie van tijd; onderzoek naar de doorlooptijd in handelszaken

Een kwestie van tijd; onderzoek naar de doorlooptijd in handelszaken Een kwestie van tijd; onderzoek naar de doorlooptijd in handelszaken R.J.J. Eshuis Onderzoek en Beleid, nr. 171 Samenvatting Al sinds de invoering, anderhalve eeuw geleden, van het Wetboek van Burgerlijke

Nadere informatie

Regelingen bij octrooizaken. Herziening versnelde bodemprocedure in octrooizaken

Regelingen bij octrooizaken. Herziening versnelde bodemprocedure in octrooizaken Regelingen bij octrooizaken Herziening versnelde bodemprocedure in octrooizaken In overleg met de balie zijn de regels omtrent de versnelde bodemprocedure in octrooizaken waaronder mede worden begrepen

Nadere informatie

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase 1 Een juridische procedure: is voor rekening en risico opdrachtgever kan een langdurig proces zijn wordt actieve inbreng van u verwacht De gerechtelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2015 RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND

JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2015 RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2015 RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND 2/6 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Cijfermateriaal... 3 3. Klachtonderwerpen... 5 4. Informele afdoening... 5 5. Klachtadviescommissie... 5 6.

Nadere informatie

Bundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L

Bundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel Procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman Samengesteld

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Het bevorderen van alternatieve geschilafdoening is onderdeel van het Nederlandse justitiebeleid. Doelstellingen daarvan zijn: 1 dejuridisering van geschillen; 2 het op de kwalitatief

Nadere informatie

Jaarverslag klachtenbehandeling

Jaarverslag klachtenbehandeling Jaarverslag klachtenbehandeling datum 19 maart 2019 versie Definitief auteur I.A. de Vries Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Cijfermateriaal... 3 3 Klachtonderwerpen... 5 4 Informele afdoening... 6 5 Klachtadviescommissie

Nadere informatie

Jaarverslag klachtbehandeling 2016 Rechtbank Midden Nederland. Vastgesteld: 25 januari 2017

Jaarverslag klachtbehandeling 2016 Rechtbank Midden Nederland. Vastgesteld: 25 januari 2017 Jaarverslag klachtbehandeling 2016 Rechtbank Midden Nederland Vastgesteld: 25 januari 2017 Inhoud Jaarverslag klachtbehandeling 2016 Rechtbank Midden Nederland... 1 1. Inleiding... 3 2. Klachtonderwerpen...

Nadere informatie

Hieronder leest u hoe de nieuwe procedure eruitziet en welke terminologie daarbij hoort. Daarnaast kunt u gebruikmaken van:

Hieronder leest u hoe de nieuwe procedure eruitziet en welke terminologie daarbij hoort. Daarnaast kunt u gebruikmaken van: Informatie voor advocaten die meedoen aan de pre-pilot vrijwillig digitaal procederen Civiel 1.0 De nieuwe civiele vorderingsprocedure De komende tijd gaat u ervaring opdoen met de nieuwe civiele procedure,

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 576 Wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking

Nadere informatie

College van Beroep voor het bedrijfsleven Jaarverslag 2015

College van Beroep voor het bedrijfsleven Jaarverslag 2015 College van Beroep voor het bedrijfsleven Jaarverslag 2015 s-gravenhage Vastgesteld door het bestuur van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 februari 2016 Namens het bestuur, Mr. H. Bolt

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg

Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg Vastgesteld door het Bestuur van het Kenniscentrum Kraamzorg op 27 september 2017 2017 1 Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum

Nadere informatie

Procederen voor de Kantonrechter

Procederen voor de Kantonrechter Procederen voor de Kantonrechter Versie.1 november 01 Inhoudsopgave 1 Inleiding Waarom een rechtszaak Dagvaarding Betekening 5 Rolzitting 6 Conclusies 7 Bijzondere zittingen 8 Vonnis 9 Betekening en Bevel

Nadere informatie

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

.p

.p NEDERLANDSE VERENIGING V R R_ECHTSPRAAK...,.p.1111111 111111111111 1111 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Ci;) Datum juli 2014 Uw kenmerk 510914 Contactpersoon

Nadere informatie

Uitgangspunten KEI-wetgeving

Uitgangspunten KEI-wetgeving KEI : een procesrechtelijke plons in het diepe? prof. mr. Margreet J.A.M. Ahsmann senior rechter A rechtbank Den Haag Curaçao 28 januari 2016 Uitgangspunten KEI-wetgeving Eenvoudige, uniformere basisprocedure

Nadere informatie

Examenprogramma Burgerlijk Procesrecht 1

Examenprogramma Burgerlijk Procesrecht 1 Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Burgerlijk Procesrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor

Nadere informatie

Een nieuwe balans. Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht

Een nieuwe balans. Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht Een nieuwe balans Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht Prof. mr. W.D.H. Asser Prof. mr. H.A. Groen Prof. mr. J.B.M. Vranken m.m.v. mevrouw mr. I.N. Tzankova Boom Juridische

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

College van Beroep voor het bedrijfsleven. Jaarverslag s-gravenhage

College van Beroep voor het bedrijfsleven. Jaarverslag s-gravenhage College van Beroep voor het bedrijfsleven Jaarverslag 2015 s-gravenhage Vastgesteld door het bestuur van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 februari 2016 Namens het bestuur, Mr. H. Bolt

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke procedures en rechtsbijstand 2012

Bestuursrechtelijke procedures en rechtsbijstand 2012 Factsheet 214-5 Bestuursrechtelijke procedures en rechtsbijstand 212 Aantal bezwaarschriften, gerechtelijke procedures en afgegeven toevoegingen Auteur: M. ter Voert Oktober 214 Dit factsheet geeft ontwikkelingen

Nadere informatie

Klachtenregeling De opleidingsorganisatie Suzanne Niemeijer hanteert de werkwijze van het Landelijk Modelklachtenregeling :

Klachtenregeling De opleidingsorganisatie Suzanne Niemeijer hanteert de werkwijze van het Landelijk Modelklachtenregeling : Klachtenregeling De opleidingsorganisatie Suzanne Niemeijer hanteert de werkwijze van het Landelijk Modelklachtenregeling : Landelijk model klachtenregeling Introductie Op 1 januari 2002 is voor alle gerechten

Nadere informatie

Jaarverslag Klachtenbehandeling Rechtbank Gelderland 2018

Jaarverslag Klachtenbehandeling Rechtbank Gelderland 2018 Jaarverslag Klachtenbehandeling Rechtbank Gelderland 2018 Jaarverslag klachtenbehandeling 2018 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Aantallen klachten / klachtbrieven en gemiddelde... 3 Doorlooptijden... 3 3.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.0421.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0421.N P D, burgerlijke partij, eiser, met als raadsman mr. Didier Baecke, advocaat bij de balie te Gent, tegen A A J L, beklaagde,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Jaarverslag Klachtbehandeling 2017

Jaarverslag Klachtbehandeling 2017 Jaarverslag Klachtbehandeling 2017 Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

De minister van Justitie Postbus EH DEN HAAG. Onderzoek en bevindingen

De minister van Justitie Postbus EH DEN HAAG. Onderzoek en bevindingen De minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Onderzoek en bevindingen In de periode vanaf 1 januari 2007 tot 30 september 2008 ontving de Nationale ombudsman diverse klachten van burgers over

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 3 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1793/RO Uw kenmerk: 5645121/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255 1 van 5 27-2-2014 13:18 ECLI:NL:RBNHO:2013:13255 Instantie Datum uitspraak 03-07-2013 Datum publicatie 27-01-2014 Zaaknummer 424898 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Klachtenregeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing

Klachtenregeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing Klachtenregeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling FUMO, overwegende dat: - de FUMO wil zorgdragen voor een behoorlijke behandeling van

Nadere informatie

Geschillenbemiddeling en geschillenbeslechting B2B

Geschillenbemiddeling en geschillenbeslechting B2B Geschillenbemiddeling en geschillenbeslechting B2B Ngi IT-Recht 6 maart 2014 Agenda Bemiddelen of beslechten ADR De rechter Inschakeling van deskundigen Afdwingbaarheid Overzicht maart 2014 2 www.nvbi.nl

Nadere informatie

Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013

Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013 Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013 oktober 2013 mr T.G. Gijtenbeek De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht.

Nadere informatie

Klachtenregeling van Smartonderwijs

Klachtenregeling van Smartonderwijs Klachtenregeling van Smartonderwijs Wanneer kunt u een klacht indienen? U kunt een klacht indienen als u vindt dat Bernadette Sanders, eigenaar Smartonderwijs, niet heeft geleverd wat in het contract is

Nadere informatie

KEI GOED.. Wat verandert er door KEI?

KEI GOED.. Wat verandert er door KEI? KEI GOED.. U heeft vast al gehoord van KEI. KEI staat voor: Kwaliteit En Innovatie Rechtspraak en heeft betrekking op het digitaal procederen. Digitaal procederen zal verplicht worden in civiele en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Civiele rechtspraak. Factsheet

Civiele rechtspraak. Factsheet Factsheet 218-1 Civiele rechtspraak Auteurs: R.J.J. Eshuis, B.J. Diephuis December 217 Dit factsheet heeft de civiele rechtspraak als onderwerp. Het is een geactualiseerde versie van het vierde hoofdstuk

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken

Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 CONSIDERANS... 5 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 6 1.1 Toepasselijkheid... 6 1.2 Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Datum 26 juni 2014 Kenmerk Pagina 1 van 5

Datum 26 juni 2014 Kenmerk Pagina 1 van 5 Aan de advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden Aan advocaten die voor 1 juli 2014 een lopende civiele zaak in cassatie aanhangig hebben gemaakt Datum 26 juni 2014 Kenmerk Pagina 1 van 5 Betreft: civiele

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35858 23 december 2013 Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton Considerans Dit is het Landelijk procesreglement

Nadere informatie

* geen reconstructie mogelijk (zie bijlage 8)

* geen reconstructie mogelijk (zie bijlage 8) 11 Netwerkkenmerken In dit hoofdstuk worden de netwerkkenmerken beschreven van de besluitvormingsrondes in de gereconstrueerde beleidsprocessen. In paragraaf 11.1 wordt eerst aangegeven welke besluitvormingsrondes

Nadere informatie

Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton

Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton Inhoud Considerans... 4 1. Algemene bepalingen... 5 1.1 Toepasselijkheid... 5 1.2 Begripsbepalingen... 5 1.3 Toevoeging en inkomensverklaring... 5 1.4 Afwijking

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Directie Strategie en Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 Instantie Datum uitspraak 25-09-2013 Datum publicatie 11-10-2013 Zaaknummer 2113562 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Eerste

Nadere informatie

bronnen Brochure 'Civiele procedure', Raad voor de rechtspraak, juli 2011,

bronnen Brochure 'Civiele procedure', Raad voor de rechtspraak, juli 2011, Regelingen en voorzieningen CODE 6.4.2.35 Civiele procedure brochure bronnen Brochure 'Civiele procedure', Raad voor de rechtspraak, juli 2011, www.rijksoverheid.nl In deze publicatie vindt u informatie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013 Inhoudsopgave Afdeling 1: Algemene Bepalingen Afdeling 2: Geschillenbeslechting Bindend Advies Afdeling 3: Slotbepalingen Reglement geschillencommissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 Rapport Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van de rechtbank te Rotterdam zijn brief van 12 januari 2001, die hij op 15 januari 2001 bij de centrale

Nadere informatie

Overzicht studiestof Burgerlijk Procesrecht A. Inleiding

Overzicht studiestof Burgerlijk Procesrecht A. Inleiding A. Inleiding Dit hoofdstuk is een inleiding op het burgerlijk procesrecht. In dit hoofdstuk wordt vooral verteld waar het burgerlijk procesrecht toe dient, welke beginselen van belang zijn in het burgerlijk

Nadere informatie

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 19 oktober 2015 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

Landelijk model klachtenregeling. Introductie

Landelijk model klachtenregeling. Introductie Landelijk model klachtenregeling Introductie Op 1 januari 2002 is voor alle gerechten in Nederland een uniforme klachtenregeling in werking getreden. De regeling is gebaseerd op een gemeenschappelijk model

Nadere informatie

Procederen in geldzaken: hoe gaat dat en wat zijn de kosten daarvoor?

Procederen in geldzaken: hoe gaat dat en wat zijn de kosten daarvoor? 29 november 2012 Procederen in geldzaken: hoe gaat dat en wat zijn de kosten daarvoor? Aubrey Klerks-Valks 1. Wat zijn geldzaken? Geldzaken kunnen voortvloeien uit tal van (civiele) kwesties: incasso;

Nadere informatie

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON INFO@CREDITASSIST.NL WWW.CIST.NL MODELAANZEGGINGEN DAGVAARDINGEN OF VERZOEKSCHRIFTEN VERSIE 01 APRIL 13 MR. RAMONA BATTA C.S. AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON 1 GEDAAGDE gedaagde op die terechtzitting kan

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Landelijk model klachtenregeling

Landelijk model klachtenregeling Landelijk model klachtenregeling Introductie Op 1 januari 2002 is voor alle bedrijven in Nederland een uniforme klachtenregeling in werking getreden. De regeling is gebaseerd op een gemeenschappelijk model

Nadere informatie

KLACHTENREGELING VEILIGHEIDSREGIO AMSTERDAM-AMSTELLAND

KLACHTENREGELING VEILIGHEIDSREGIO AMSTERDAM-AMSTELLAND KLACHTENREGELING VEILIGHEIDSREGIO AMSTERDAM-AMSTELLAND Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, ieder voor zover zij bevoegd zijn;

Nadere informatie

de "Stichting VRT - Verenigd Register van Taxateurs" (VRT), gevestigd te Den Haag.

de Stichting VRT - Verenigd Register van Taxateurs (VRT), gevestigd te Den Haag. REGLEMENT OP DE BEHANDELING VAN KLACHTEN als bedoeld in artikel 12 van de Statuten van de "Stichting VRT - Verenigd Register van Taxateurs" (VRT), gevestigd te Den Haag. BEGRIPSOMSCHRIJVING Artikel 1 In

Nadere informatie

Hoe worden civiele zaken afgehandeld?

Hoe worden civiele zaken afgehandeld? K22 1992 Hoe worden civiele zaken afgehandeld? Een indruk van de praktijk in 1983 en 1986 op vijf rechtbanken E.J.M. Barendse-Hoornweg Ministerie van Justitie Voorwoord Beantwoording van betrekkelijk eenvoudige

Nadere informatie

OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Gegevens onderneming : Kliq Reïntegratie B.V. Faillissementsnummer : 05/61 F - rechtbank Utrecht Datum vonnis : 9 februari 2005 Curator : mr. drs. J.L.M.

Nadere informatie

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Dr. G. van der Laan Doelstelling III van de offerte van 24 maart luidt: Het verkrijgen van inzicht terzake van de bestuurdersbenoemingen na januari 2004

Nadere informatie

Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge

Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge mr. J.M. Lammers directeur economische zaken Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie A d r e s / A d d r e s s 'Malietoren' Bezuidenhoutseweg 12 Den Haag P o s t a d r e

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Reglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK. september Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1

Reglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK. september Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1 Reglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK september 2013 Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1 Colofon Dit reglement is een uitgave van: Koninklijke Nederlandse Zwembond Wattbaan

Nadere informatie

Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton

Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton Inhoudsopgave Considerans ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Procesreglement Project De Wijkrechter

Procesreglement Project De Wijkrechter Procesreglement Project De Wijkrechter Considerans Bijgaand treft u aan het Procesreglement dat geldt tijdens de pilot die de Rechtbank Den Haag (RDH) houdt met een procedure onder de naam 'De Wijkrechter'.

Nadere informatie

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8. Als mensen en bedrijven een conflict krijgen dat zij zelf niet kunnen oplossen, volgt soms een rechtszaak. In deze brochure leest u hoe de behandeling van de zaak verloopt. Inhoud Wat is civiel recht?

Nadere informatie

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Onderzoek door mr. J.M. Blanco Fernández en prof. mr. M. van Olffen (Van der Heijden Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen) in opdracht van het Wetenschappelijk

Nadere informatie

PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS

PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS HERZIENING VAN HET BURGERLIJK PROCESRECHT VOOR BURGERLIJKE ZAKEN, IN HET BIJZONDER DE WIJZE VAN PROCEDEREN IN EERSTE AANLEG Wetsvoorstel 26 855 en gedeelten uit de wetsvoorstellen

Nadere informatie

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens

Nadere informatie

Procesreglement voor de Handelsrol bij de Kantongerechten in Suriname

Procesreglement voor de Handelsrol bij de Kantongerechten in Suriname Procesreglement voor de Handelsrol bij de Kantongerechten in Suriname Inleiding Behoefte aan uniformiteit en transparantie bij het verrichten van proceshandelingen heeft het Hof van Justitie doen besluiten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie. Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming

Nadere informatie

Jaaroverzicht klachten 2015

Jaaroverzicht klachten 2015 Klachtencoördinator Natascha Priem Team Juridische en Veiligheidszaken 2 Inhoud 1. Algemeen 1.1 Inleiding 2. Klachtafhandeling 2.1 Informele klachtbehandeling 2.2 Klachtencoördinator 2.3 Nationale ombudsman

Nadere informatie

Klachtenreglement Halt

Klachtenreglement Halt Klachtenregeling Halt Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. beklaagde: Halt en/of de medewerkers van Halt tot wie de klacht zich richt; b. directeur-bestuurder:

Nadere informatie

Begrote besparing per 2018 (x 1 mln.)

Begrote besparing per 2018 (x 1 mln.) BIJLAGE bij brief aan de Eerste Kamer briefnr. 536442 Overzicht maatregelen stelselvernieuwing De leden van de SP-fractie, van de D66-fractie en van de CDA-fractie hebben verzocht om een overzicht met

Nadere informatie

ACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT

ACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT ACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT 1 ARTIKEL 91 GER.W. In burgerlijke en strafzaken worden de vorderingen toegewezen aan kamers met één rechter, behalve in de gevallen

Nadere informatie

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8. Als mensen en bedrijven een conflict krijgen dat zij zelf niet kunnen oplossen, volgt soms een rechtszaak. In deze brochure leest u hoe de behandeling van de zaak verloopt. Inhoud Wat is civiel recht?

Nadere informatie

Landelijk procesreglement. voor. civiele rol van de kantonsectoren

Landelijk procesreglement. voor. civiele rol van de kantonsectoren Landelijk procesreglement voor civiele rol van de kantonsectoren Inhoudsopgave Considerans 4 1 Algemene bepalingen 5 1.1 Toepasselijkheid 5 1.2 Begripsbepalingen 5 1.3 Afkortingen 5 1.4 Afwijking van het

Nadere informatie