Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2018 (versie 1 juli 2017)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2018 (versie 1 juli 2017)"

Transcriptie

1 Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2018 (versie 1 juli 2017) 1 Capaciteitsplanning 1.1 Verantwoordelijkheidsverdeling bij rijwegplanning De opsteller (of aanpasser) van een treinplanning is verantwoordelijk voor het voldoen aan de door de Beheerder in de Netverklaring vastgelegde planning- en belastingnormen en eventueel geldende inzetbeperkingen voor spoorvoertuigen. Indien de Spoorwegonderneming gebruik maakt van de diensten van de ProRail One-Stop-Shop (OSS) voor het ontwerpen van dienstregelingen moeten eventuele inzetbeperkingen opgegeven worden aan ProRail OSS. De voorkeursrijwegen worden dan gepland rekening houdend met de opgegeven inzet en door Spoorwegondernemingen opgegeven beperkingen uit het inzetcertificaat of de regeling voor Buitengewoon Vervoer. De Spoorwegonderneming die een pad of rangeerbeweging plant of laat plannen voor een trein met specifieke kenmerken (zoals lengte, profiel, aslast, tractievorm) toetst of het hem aangeboden pad bepaalde gebruiksbeperkingen kent (zoals max. treinlengte, profiel, wel of geen bovenleiding) en waarborgt (onder andere via instructies aan het betrokken uitvoerend personeel) dat de trein die van dat pad gebruik maakt past bij de beperkingen. Tevens toetst de Spoorwegonderneming op de geldende plannormen, zie bijlage 22 bij de Netverklaring, indien hij zelf de concept planning verzorgt. De Spoorwegonderneming maakt van de overeengekomen capaciteiten gebruik met treinsamenstellingen die passen binnen de gebruiksmogelijkheden van die treinpaden en sporen. 1.2 Buitengewoon vervoer 1 In de volgende gevallen is een regeling voor Buitengewoon Vervoer noodzakelijk: 2 Het rijden met hogesnelheidstreinen langer dan 400 meter. 3 Het rijden met goederentreinen langer dan 740 meter. 4 Het rijden met treinen, die niet geschikt zijn om te rijden met een snelheid van tenminste 60 km/h op baanvakken met een baanvaksnelheid 80 km/h. 5 Het rijden met spoorvoertuigen waarvan het profiel ruimer is dan het referentieprofiel van het te berijden baanvak. 6 Het rijden met treinen waarin spoorvoertuigen zijn opgenomen, die de beladingsklasse C2 overschrijden. 7 Het rijden met treinen of spoorvoertuigen onder een onder de Spoorwegwet verleende ontheffing waarin in de ontheffingsvoorwaarden een nadere regeling met de Beheerder is voorgeschreven. 8 Het rijden met spoorvoertuigen welke in de UIC regelgeving (Fiche 502-1) als Buitengewoon Vervoer gekenmerkt worden. Het rijden met treinen waarvan het laatste spoorvoertuig onberemd is. De Beheerder laat geen spoorvoertuigen toe als Buitengewoon Vervoer als de daarvoor geldende voorwaarden als opgenomen in de regeling voor Buitengewoon Vervoer niet worden toegepast. De regelingen voor Buitengewoon Vervoer kunnen worden aangevraagd bij ProRail One-Stop-Shop. De Beheerder spant zich in om binnen 14 dagen een regeling Buitengewoon Vervoer met de Spoorwegonderneming overeen te komen. De additionele kosten die de Beheerder maakt in verband met de voorbereiding en uitvoering van Buitengewoon Vervoer komen ten laste van de aanvrager Zie Netverklaring 2.5 en Zie Netverklaring 2.5. Zie Netverklaring Zie Netverklaring Zie Netverklaring en bijlage 16. Zie Netverklaring ; een ontheffing van de minister van Infrastructuur en Milieu ex artikel 36 Spoorwegwet is in sommige gevallen nodig. Zie Netverklaring Artikel 36 van de Spoorwegwet. kenmerk: VT blad 1 van 14

2 Algemene uitgangspunten Buitengewoon Vervoer: De Spoorwegonderneming zorgt ervoor dat in de bedrijfsvoering de voorwaarden uit de regeling Buitengewoon Vervoer worden toegepast en nageleefd. De Spoorwegonderneming moet nagaan of route, rijwegkeuze, snelheid van de voor het vervoer beoogde trein in overeenstemming zijn met de regeling. Zo niet, dan moet de reeds bestaande dienstregeling van de trein worden aangepast of indien niet mogelijk moet er ad hoc capaciteit voor een trein met aangepaste dienstregeling worden gevraagd. In beide gevallen verwijst de Spoorwegonderneming naar de toepasselijke regeling. Bij wijziging van de treinkarakteristiek van een reeds bestaande trein naar Buitengewoon Vervoer, moet de Spoorwegonderneming voor de betreffende trein opnieuw een order wijzigen trein indienen. Standaardregeling zwaar vervoer Het gebruiksvoorschrift aslasten en tonmetergewichten (GVS00094), zie het Logistiek Portaal van ProRail, vermeldt een aantal standaardklassen, refererend aan beladingsklasse C3, C4, D2, D4, E5 volgens UIC Fiche 700 (EN 15528), alsmede een aantal specifieke spoorvoertuigtypen, met voor elk klasse/type de daarvoor toegelaten baanvakken en bijbehorende snelheidsbeperkingen. De baanvakken die geschikt zijn voor een hogere beladingsklasse dan C2, zijn weergegeven in bijlage 13 bij de Netverklaring. De Spoorwegonderneming kan, ten behoeve van vervoer van spoorvoertuigen passend binnen één van deze klassen/typen, op de daarvoor vrijgegeven baanvakken en met inachtneming van de bijbehorende snelheidsbeperkingen conform GVS00094, zonder specifieke toestemming van ProRail gebruik maken van deze standaardregeling zwaar vervoer. Wel dient de Spoorwegonderneming in dat geval in de dienstregelingdocumenten, ten behoeve van alle bij het vervoer betrokkenen, door de toevoeging ZWV aan het treinnummer en een verwijzing naar de beladingklasse de toepassing van een standaardregeling kenbaar te maken (voorbeeld: ZWV-D4 ). Standaardregeling overschrijding laadprofiel Speciaal gecodificeerde wagens, welke gecodificeerde intermodale laadeenheden vervoeren en/of door de Beheerder nader aan te wijzen transporten kunnen gebruik maken van de verdeelde capaciteit voor zover de voorwaarden, vermeld op het Logistiek Portaal van ProRail, genoemd in de Standaardvoorwaarden BP worden nageleefd. De Spoorwegonderneming maakt in de dienstregelingdocumenten ten behoeve van alle bij het vervoer betrokkenen door middel van de toevoeging BP1, BP2, BP3 aan het treinnummer kenbaar dat het een trein betreft waarop een standaardregeling Buitengewoon Vervoer vanwege profieloverschrijding van toepassing is. Specifieke regeling Voor de overige Buitengewone Vervoeren kunnen Spoorwegondernemingen een specifieke regeling Buitengewoon Vervoer met de Beheerder overeenkomen. De regeling omvat een opgave van de toegelaten route, periode van geldigheid, uitvoeringsvoorwaarden, verkregen ontheffingen en indien van toepassing toegelaten afmeting en/of gewicht. Het verstrekken van een specifieke regeling Buitengewoon Vervoer gaat gepaard met een reguliere orderaanvraag (binnen de 36 uurs termijn in ISVL). De Spoorwegonderneming maakt in de dienstregelingdocumenten ten behoeve van alle bij het vervoer betrokkenen door middel van de toevoeging BV aan het treinnummer kenbaar dat het een trein betreft waarop een specifieke regeling Buitengewoon Vervoer van toepassing is, met verwijzing naar de betreffende Buitengewoon Vervoer regeling. 1.3 Treinnummering 9 Om misverstanden in de communicatie over treinen te voorkomen, worden alle treinen geïdentificeerd door middel van een treinnummer dat binnen één dag uniek is. Dezelfde treinnummers worden gebruikt bij het aanvragen van capaciteit, de vastlegging van de capaciteitsverdeling, alsmede voor administratieve toepassingen (bijvoorbeeld facturering van vergoedingen). Binnenlandse treinnummers De Beheerder maakt per dienstregelingjaar afspraken met elk van de Spoorwegondernemingen over de te gebruiken nummers voor binnenlands verkeer. Deze afspraken omvatten tevens de verwerking van aanvullingen en wijzigingen gedurende de looptijd van een dienstregelingjaar. 9 Zie Netverklaring 2.8. kenmerk: VT blad 2 van 14

3 Treinnummers voor internationaal verkeer Treinnummers voor internationaal verkeer worden voor goederenverkeer en reizigersverkeer volgens respectievelijk UIC fiche en UIC fiche verdeeld door: DB Netz (verkeer van en naar Duitsland en verder); Infrabel (verkeer van en naar België en verder). Internationale treinnummers ten behoeve van verkeer over de Nederlands / Duitse grens worden aangevraagd bij DB Netz door de spoorwegonderneming die de betrokken trein vanaf / tot de Nederlands / Duitse grens over het Duitse net vervoert. Internationale treinnummers ten behoeve van verkeer over de Nederlands / Belgische grens worden aangevraagd bij Infrabel door de spoorwegonderneming die de betrokken trein vanaf / tot de Nederlands / Belgische grens over het Belgische net vervoert. Vastlegging De treinnummers (zowel nationaal als internationaal) worden door de Beheerder vastgelegd in de applicatie TNR. Deze applicatie is te benaderen via het Logistiek Portaal van ProRail. De treinnummerlijst wordt in de applicatie doorlopend actueel gehouden, er is dus geen bevroren treinnummerlijst. Spoorwegondernemingen kunnen zich kosteloos abonneren op de applicatie TNR en zelf op elk moment een actuele treinnummerlijst raadplegen en/of exporteren. De Spoorwegonderneming kan wijzigingsvoorstellen indienen via trainnumbers@prorail.nl. De Beheerder verwerkt binnen drie werkdagen tussentijdse mutaties van Spoorwegondernemingen betreffende de actuele dienstregeling. Deze mutaties zijn vijf werkdagen na verwerking en wederzijdse goedkeuring, van kracht. Hernummering vormt geen aantasting van capaciteitsrechten. Beheerder en Spoorwegonderneming passen steeds de treinnummering volgens de actuele stand in de applicatie TNR toe. 1.4 Bijstelling capaciteitsverdeling rond werkzaamheden Tussentijdse wijziging of intrekking van de aan de Spoorwegonderneming verdeelde capaciteit door de Beheerder is mogelijk in de gevallen en onder de voorwaarden zoals omschreven in de Netverklaring, paragraaf De Beheerder kan ten behoeve van beheerwerkzaamheden waarvoor niet in de jaardienstregeling capaciteit is verdeeld, voorts gebruik maken van beschikbare capaciteit of van capaciteit die op basis van overeenstemming met de Spoorwegonderneming beschikbaar wordt gesteld. 2 Verkeersafwikkeling 2.1 Orderacceptatie en bijsturing 10 Onderstaand worden vier deelprocessen beschreven, namelijk: 1. het verwerken van orders; 2. de vertrekprocedure; 3. planmatige uitvoering; 4. gebruik van sporen op opstel- en rangeerterreinen Betuweroute en Venlo. Bij orderaanvragen van een Spoorwegonderneming verdeelt de Beheerder extra capaciteit binnen de beschikbare ruimte. Tijdens en na ontregelingen herverdeelt de Beheerder de (beperkte) capaciteit over de betrokken Spoorwegondernemingen. Hiertoe maakt de Beheerder gebruik van vooraf vastgestelde afspraken voor operationele verdeling (verdelingsregels) Orderverwerking Gerechtigden dienen bovenlokale orders via ISVL in. Lokale orders worden via LOA Online ingediend. Het indienen van telefonisch lokale orderaanvragen dient tot een minimum te worden beperkt. Slechts in uitzonderlijke gevallen (bijv. plotselinge verstoringen) mag de Gerechtigde orders per telefoon indienen. De gerechtigden dienen ter bevestiging van de telefonische order achteraf alsnog een order in ISVL en/of LOA Online in. Uitgangspunten plannen in vooraf gedefinieerde (VG) paden. 10 Zie Netverklaring 4.3, en kenmerk: VT blad 3 van 14

4 Om treinen conflictvrij te plannen, maakt Beheerder gebruik van vooraf gedefinieerde paden die voldoen aan de genoemde plannormen. Indien op een deel van het gevraagde traject geen VG-pad beschikbaar is, mag in de resterende vrije ruimte worden gepland met inachtneming van de in de Netverklaring opgenomen generieke plannormen. Onder een VG-pad wordt verstaan: een op de Tafel van Verdeling ontwikkeld standaardpad t.b.v. goederenverkeer, in DONNA en Vos ingebracht als sjabloon; een kopie van een standaardpad in hetzelfde uurpatroon; een kopie van bestaande trein met dezelfde treinkarakteristieken in hetzelfde uurpatroon; een DONNA Publicatie. Een bovenlokale order wordt via ISVL ingediend bij de Decentrale Verkeersleiding. De aanvraag bevat de volgende gegevens: aanvrager en datum en tijd aanvraag (geautomatiseerd); treinnummer; tractievorm in combinatie met materieelsoort; treinlengte; maximumsnelheid; gewicht; vervoerder die de trein rijdt; ordersoort; wel of geen gevaarlijke stoffen (RID); Standaard Bijzonderheden, zoals beschreven in de standaardregeling overschrijding laadprofiel met codes BP1, BP2 en BP 3 en de standaardregeling zwaar vervoer; door de vervoerder gewenste activiteiten, in ieder geval datum en tijd voor behandeling bij terminal of verlader en eventuele extra opstelcapaciteit; vertrekstation of (indien grensoverschrijdend vanuit het buitenland) grensstation; eventueel behandelstation onderweg: - door de vervoerder gewenste activiteiten; - benodigde tijd voor de door de vervoerder gewenste activiteiten; aankomststation of (indien grensoverschrijdend vanuit Nederland) grensstation: - door de vervoerder gewenste activiteiten; - benodigde tijd voor de door de vervoerder gewenste activiteiten; bestemmingsstation buitenland; datum en tijd gereed voor vertrek met marge en gewenst spoor; datum en tijd van aankomst met marge en gewenst spoor; traject. Zowel nieuw geplande treinen als gewijzigde treinen krijgen na aankomst op het eindpunt of op behandelstations onderweg nog een vervolgbehandeling op het emplacement. Om het optimale aankomstspoor te kunnen kiezen, is het van belang dat de Treindienstleiding beschikt over gegevens over de vervolgbehandeling van de betrokken trein. Hiertoe dient de vervoerder in de bovenlokale order de volgende gegevens te specificeren: machinistwissel, duur x minuten te Y; locomotiefwissel, duur x minuten te Y; rangeren, duur x minuten te Y; opstellen, te Y voor de tijdsduur van x minuten na aankomst; materieel bestemd voor trein nnnnn d.d. dd-mm-jjjj; trein bestemd voor belading op spooraansluiting xx; materieel op te stellen in spoorbundel yy. Lokale orders Gerechtigde dient voor treinen in het marktsegment openbaar personenvervoer de lokale orders via LOA Online in bij de Treindienstleiding. Gerechtigde mag voor treinen in het marktsegment goederenvervoer en besloten personenvervoer de lokale orders telefonisch bij de Treindienstleiding in dienen. De aanvraag bevat de volgende gegevens: trein-/rangeernummer; locatie; kenmerk: VT blad 4 van 14

5 inleggen, wijzigen of opheffen van een beweging; plan-/vertrektijd; van spoor; via sporen; naar spoor; materieelrelatie; materieel- of tractiesoort; beperking t.a.v. milieunormen; wel/geen afwijkingen van/beperkingen aan materieel gerelateerd aan infragebruik. Opgeheven treinen Voor het annuleren van een treinpad geldt het volgende: De Gerechtigde geeft ruim van tevoren via ISVL (reizigerspoorwegonderneming) of RMS Client (goederenspoorwegonderneming) aan de Beheerder te kennen dat de verdeelde capaciteit niet gebruikt gaat worden.. Slechts bij calamiteiten kan een Gerechtigde kort voor vertrek de annulering melden. In deze melding is ook opgenomen wat de Gerechtigde met het materieel van de op te heffen trein wil. De verkeersleider heft zo spoedig mogelijk de trein op en overlegt met de treindienstleider wat met het materieel moet gebeuren. De Beheerder spant zich in om tegemoet te komen aan de wens van de Gerechtigde. De Gerechtigde dient ter bevestiging van de telefonische order achteraf alsnog een order in ISVL in Vertrekprocedure Voormelding van afwijkingen van de overeengekomen capaciteit De Spoorwegonderneming meldt voorziene vertragingen en wijzigingen van de karakteristieken (lengte, tonnage, ) van een trein, die ertoe leiden dat de trein niet meer in het overeengekomen pad kan rijden, zo spoedig mogelijk aan de decentrale verkeersleiding. Melding van onvoorziene vertrekverhindering door de machinist De machinist doet de treindienstleider melding van iedere omstandigheid die ertoe leidt dat zijn trein niet (of niet meer) op de overeengekomen tijd kan vertrekken, zo spoedig mogelijk na de constatering van die omstandigheid. Levering treinpad door de Beheerder (30 seconden voor vertrek) Van levering van een treinpad is sprake als de Beheerder uiterlijk 30 seconden voor het laatstelijk overeengekomen vertrektijdstip het sein uit de stand stop zet. Daadwerkelijk vertrek door de Spoorwegonderneming De Spoorwegonderneming is verplicht om binnen drie minuten, na levering van het treinpad door de Beheerder, daadwerkelijk te vertrekken. Indien de trein niet binnen 3 minuten vertrekt is de Beheerder gerechtigd om het sein te herroepen. Bijzondere omstandigheden De Beheerder mag/ moet het sein terugbrengen in de stand stop (herroepen): bij gevaar; in geval van bijsturing, nadat er contact is geweest met de machinist; wanneer de treindienstleider er zeker van is dat er geen machinist aanwezig is op of bij de trein. In het laatste geval dient de Spoorwegonderneming een nieuwe capaciteitsvraag in te dienen. Indien de trein door onvoorziene omstandigheden niet kan vertrekken, en de Beheerder dat vraagt, laat de Spoorwegonderneming de trein bemenst Planmatige uitvoering Om zorg te dragen voor planmatige uitvoering met betrekking tot goederentreinen voeren Beheerder en goederenspoorwegonderneming de volgende stappen uit: Beheerder voorziet de Spoorwegonderneming altijd van een actuele dienstregeling uiterlijk 5 minuten voor gepland vertrek. De goederenspoorwegonderneming geeft middels RMS Client tijdig aan wanneer eerder verdeelde infracapaciteit niet wordt gebruikt. kenmerk: VT blad 5 van 14

6 De goederenspoorwegonderneming geeft middels RMS Client tijdig aan indien hij het verdeelde treinpad daadwerkelijk gaat gebruiken d.m.v. statuswijziging binnen RMS Client. Voor grensinkomend verkeer wordt deze statuswijzing door Beheerder gedaan. Bij een statuswijzing in verleggen, wachtkamer en opheffen komt het oorspronkelijke treinpad beschikbaar ter herverdeling door Beheerder. De Spoorwegonderneming voorziet de machinist van een actuele dienstregeling voor gepland vertrek. De machinist stuurt op passage van dienstregelingspunten volgens actuele dienstregeling. Beheerder stuurt op doorstroming volgens de verdeelde dienstregeling en op de grensbaanvakken tussen Beheerder en DB Netz respectievelijk Infrabel Gebruik van sporen op emplacement Venlo Voor het spoorgebruik van emplacement Venlo gelden de volgende algemene regels: Doorgaande treinen en treinen met een kort stationnement tot maximaal 60 minuten worden zoveel mogelijk op de centraal bediende sporen 7 t/m 16 afgehandeld. Lokaal rangeerwerk en goederentreinen met een langer stationnement tussen 60 t/m 180 minuten worden zoveel mogelijk op de NCBG-sporen 17 en hoger, in overleg met de treindienstleiding afgehandeld. Bij een situatie waarbij een Spoorwegonderneming zijn vertrektijd niet haalt (CBG-gebied), en er verdringing ontstaat, start Verkeersleiding van Beheerder de sommeringsprocedure op en informeert de Meldkamerspoor. Sporen Spoorgebruik en beperkingen 7 t/m 16 exclusief 9 Rangeren niet toegestaan exclusief Loc wisselen en omlopen. Rangeren met niet detecterend materieel niet toegestaan. Opstellen van goederenmaterieel niet toegestaan. Behandeling treinen van en naar terminal Br niet toegestaan. Maximale overstandtijd sporen 7 en 12 t/m 16 is begrensd tot 60 minuten. 17 t/m 20 Maximale opsteltijd begrensd tot 180 minuten. Opstellen van losse loc op spoor 17, 19 en 20 is niet toegestaan. Spoor 19 ten behoeve van bijsturing Verkeersleiding van Beheerder; het opstellen van materieel is niet toegestaan. 21 t/m 26 Gebruik op basis van toegewezen capaciteitsverdeling. sporen 9, 18, 42, 64 en 85 Bestemd voor opstellen losse loc, met opgave van gewenste overstandtijd aan Treindiensleider van Beheerder. 2.2 Gebruik van niet-centraal bediende gebieden 11 Voorafgaand aan de uitvoering van rangeer- of treinbewegingen moet de bestuurder van een trein zich via een gelogde spreekverbinding melden bij de treindienstleider om hiervoor toestemming te vragen en regelingen te treffen over de uitwisseling van veiligheidsinformatie. De treindienstleider kan daarbij aan de bestuurder aanwijzingen omtrent het gebruik geven. De bestuurder dient deze aanwijzingen op te volgen. Ook voor het parkeren van spoorvoertuigen op sporen in niet-centraal bediende gebieden is voorafgaande toestemming van de treindienstleider vereist. De toestemming om sporen in een niet-centraal bediend gebied te gebruiken kan worden aangevraagd: Als een enkelvoudige rijweg, waarbij begin, einde en eventuele tussengelegen punten worden opgegeven via sein-, spoor- of wisselnummers. Een enkelvoudige rijweg wordt altijd in één richting uitgevoerd. Als een TijdRuimteSlot voor meerdere opeenvolgende bewegingen, waarbij de ruimtelijke grenzen van het gebied waarbinnen die bewegingen plaatsvinden bestaan uit seinen, spoornummers en/of wisselnummers en vrijbalken en de tijdgrenzen via gewenste begin- en eindtijdstippen. Nadat een aangevraagde enkelvoudige en geheel binnen een niet-centraal bediend gebied gelegen rijweg is afgelegd, meldt de bestuurder zich bij de treindienstleider met de mededeling dat het aangevraagde gebruik beëindigd is, en dat de rijweg (incl. beginpuntspoor, excl. eindpuntspoor) na gebruik conform aanvraag weer vrij en onbelemmerd is. 11 Zie Netverklaring 2.8 en kenmerk: VT blad 6 van 14

7 Een enkelvoudige rijweg die begint in een niet centraal bediend gebied en eindigt in centraal bediend gebied moet bij beide verantwoordelijke treindienstleiders worden aangevraagd (een zogenaamde Lokale Order Aanvraag) voordat de verplaatsing mag plaats vinden. Andersom geldt dezelfde regel. Na beëindiging van het gebruik van het TijdRuimteSlot meldt de bestuurder zich bij de treindienstleider met de mededeling dat het slot conform aanvraag is gebruikt, op welk spoor de bestuurder met zijn trekkracht zich bevindt, alsmede welke sporen in het slot vrij en onbelemmerd beschikbaar zijn, en op welke sporen spoorvoertuigen zijn opgesteld. 2.3 Onderlinge communicatie veiligheidsberichten tussen machinist en treindienstleider 12 Spoorwegonderneming en Beheerder passen bij de communicatie tussen machinist en treindienstleider van veiligheidsberichten zoals bedoeld in de TSI Exploitatie en verkeersleiding de regels toe die zijn opgenomen in de Regeling Communicatieprocedures veiligheidsberichten ; deze regeling kan worden geraadpleegd via het Logistiek Portaal van ProRail. Het in de TSI Exploitatie en verkeersleiding bedoelde Formulierenboek is, voor wat betreft de door de Beheerder opgestelde formulieren, onder de titel Formulierenboek te raadplegen via het Logistiek Portaal van ProRail. 2.4 Handelen na onbedoeld voorbijrijden Als een machinist van een reizigerstrein na het onbedoeld voorbijrijden van een station zich bij de treindienstleider meldt zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Besluit spoorverkeer, zal de treindienstleider daarop reageren met een aanwijzing zoals bedoeld in het tweede lid van het genoemde artikel, namelijk met de opdracht om de trein NIET achteruit te verplaatsen, maar door te rijden naar het volgende station. De reizigers kunnen op het voorbijgereden station via de omroep en/of reisinformatie worden geïnformeerd. De machinist informeert de reizigers in de trein die op het voorbijgereden station hadden willen uitstappen. De treindienstleider kan echter medewerking aan terugrijden blijven verlenen in de volgende gevallen: 1. Indien op veilig seinbeeld naar het voorbijgereden station kan worden teruggereden en vervolgens vandaar weer op veilig seinbeeld kan worden vertrokken; of 2. Indien een calamiteit / versperring verder op het te berijden traject dit noodzakelijk maakt. Overigens is ook in deze uitzonderingsgevallen terugrijden uitsluitend mogelijk na melding aan en toestemming van de treindienstleider. 2.5 Roestrijden 13 Roestvorming op spoorstaven tast de betrouwbare werking van het treindetectiesysteem aan. Ter voorkoming hiervan worden door de Beheerder treinen aangewezen waarmee roest wordt gereden, waarbij de volgende werkwijze wordt toegepast: De Beheerder bepaalt voor welke sporen en infra-elementen permanente beschikbaarheid vanuit bijsturingsoverwegingen nodig is. De Beheerder houdt op de treinverkeersleidingsposten bij dat deze sporen en infra-elementen regelmatig worden bereden. Registratie vindt plaats (onder meer schrapstaten). Het aanwijzen van roestrijdende treinen vindt niet planmatig plaats, maar wordt in de bijsturingsfase vastgesteld door de Beheerder na overleg met de betrokken Spoorwegonderneming(en) (soort trein, actuele situatie van verkeersafwikkeling, enzovoort). Spoorwegondernemingen aanvaarden dat hun treinen in beperkte mate over ongebruikelijke rijwegen worden geleid en dat wellicht met aanwijzing moet worden gereden wanneer het tijdsverloop sinds het voorgaande gebruik van die rijweg de normwaarde overschreden heeft. De Beheerder streeft er naar het roestrijden met reizigerstreinen niet in de brede spits uit te voeren. De Beheerder streeft ernaar het roestrijden met goederentreinen zwaarder dan ton en met goederentreinen die stofcategorie A (tot vloeistof verdichte brandbare gassen herkenbaar aan de cijfercombinatie 23 in de GEVI-code) vervoeren waar mogelijk te vermijden Zie Netverklaring 2.8. Zie Netverklaring kenmerk: VT blad 7 van 14

8 3 Milieu en veiligheid 3.1 Samenwerkingsregels Bij afspraken voor informatielevering in het kader van de aanvraag of wijziging van c.q. het opereren onder een omgevingsvergunning milieu wordt van de Spoorwegonderneming verwacht dat die binnen de per geval gestelde termijnen de gevraagde informatie levert. Deze informatie betreft de voor omgevingsvergunning milieu relevante processen en activiteiten die de Spoorwegonderneming op het betreffende emplacement 14 uitvoert, c.q. wil gaan uitvoeren. Dit is inclusief het gebruik van (was)installaties en werkplaatsen, laad- en losplaatsen, opslag (milieu)gevaarlijke stoffen, onderhoudswerkzaamheden aan materieel e.d.; activiteiten die vergunningplichtig zijn. 3.2 Informatielevering De Spoorwegonderneming levert de Beheerder: de geluidemissiegegevens van spoorvoertuigen voor reizigersvervoer en van locomotieven zoals omschreven in onderdeel 3 van bijlage 8 bij de Netverklaring; de gegevens met betrekking tot de geluidemissie van treinverkeer op baanvakken en emplacementen zoals omschreven in onderdeel 2.4 en 2.5 van bijlage 8 bij de Netverklaring; informatie ter onderbouwing van zienswijze, beroepschrift, verzoek voorlopige voorziening naar aanleiding van een verkregen (ontwerp)beschikking omgevingsvergunning milieu; voor de emplacementen waarvoor een omgevingsvergunning milieu is afgegeven die een rapportage van aantallen handelingen voorschrijft: een opgave per voorgeschreven rapportageperiode van de aantallen in overeenstemming met de vergunning te onderscheiden handelingen die de Spoorwegonderneming aldaar heeft uitgevoerd, zoals omschreven in onderdeel 2.2 en 2.3 van bijlage 8 bij de Netverklaring. 3.3 Gedragsregels 1. Het is de Spoorwegonderneming toegestaan om te tanken op andere plaatsen dan de daarvoor ingerichte plaatsen bedoeld in artikel 12 van de Algemene Voorwaarden, in de volgende gevallen: a. Zelfrijdende werktreinen, aanwezig en actief voor de uitvoering van werkzaamheden op de spoorwegen, die door de aard van de spoorwerkzaamheden niet in staat zijn om een van de door de Beheerder aangewezen plaatsen, zoals bedoeld in artikel 12 van de Algemene Voorwaarden te bereiken. b. Niet zelfrijdende werktuigen, aanwezig en actief voor de uitvoering van werkzaamheden op de spoorwegen, die worden ingezet op een bouwplaats. c. Als de tankinstallatie waar een geplande tankbeurt zou plaatsvinden, gestoord is of door stremming van de infrastructuur niet kan worden bereikt. 2. Bij toepassing van de uitzonderingen gelden de volgende voorwaarden: a. Voor aanvang van de werkzaamheden met de werktreinen en werktuigen moet de brandstoftank van de werktreinen en werktuigen geheel zijn gevuld. b. Bij het tanken van een werktuig is niet van belang of het werktuig direct wordt voorzien van brandstof of dat de brandstof wordt getankt in een aggregaat teneinde het werktuig te voorzien van elektriciteit. c. Bij het tanken op andere plaatsen dan de plaatsen bedoeld in artikel 12 van de Algemene Voorwaarden, moet een combinatie van voorzieningen en maatregelen uit paragraaf 3.3 van bijlage 1 in deel 3 van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) 15 en/of de desbetreffende bepalingen voor tijdelijke stationaire installaties en afleverinstallaties uit de PGS worden toegepast. d. Indien tanken plaatsvindt op een emplacement waarvoor een omgevingsvergunning milieu van kracht is dient overeenkomstig de daartoe strekkende voorschriften te worden gehandeld Zijnde een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 jo lid 3 Wet milieubeheer jo artikel 1.1 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De publicatie NRB 2012 (Nederlandse Richtlijn Bodembescherming) is te raadplegen via de website van Rijkswaterstaat. De publicatie PGS 30 voor vloeibare brandstoffen bovengrondse tankinstallaties en afleverinstallaties is te raadplegen via de website van PGS projectbureau. kenmerk: VT blad 8 van 14

9 3.4 Noodherstel aan spoorvoertuigen op de hoofdspoorweginfrastructuur 17 Tijdens de door een Spoorwegonderneming uit te voeren controle op veilige loop voor vertrek van een trein kunnen gebreken worden geconstateerd. Deze gebreken kunnen aanleiding zijn voor noodherstel ter plaatse. Dit betreft herstelmaatregelen om onveilige situaties op het spoor in verband met de geconstateerde gebreken aan de trein te voorkomen. Als noodherstel aan spoorvoertuigen noodzakelijk is, dan mag dit alleen worden uitgevoerd op door ProRail aangewezen sporen. Spoorwegonderneming dient hierbij te voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. Het noodherstel dient conform de onderstaande procedure te worden aangemeld. 2. Het noodherstel dient in opdracht van de spoorwegonderneming te worden uitgevoerd door een bedrijf dat in het bezit is van een geldige ILT-certificering voor deze reparatie. 3. De opdracht gevende spoorwegonderneming is altijd eindverantwoordelijk voor het (doen) uitvoeren van het noodherstel. 4. Het noodherstel dient binnen de beperkingen van de vigerende omgevingsvergunningen te worden uitgevoerd. 5. Het noodherstel mag geen overlast veroorzaken in het reguliere proces (opstellen, rangeren, verkeer en spoorweginfrastructuuronderhoud). 6. Spoorwegonderneming is verantwoordelijk voor de registratie van de betreffende wagens in W- LIS. 7. Spoorwegonderneming is verantwoordelijk voor het rangeren van hun wagens van en naar het aangewezen spoor inclusief de daarbij noodzakelijke verplaatsingen van wagens van derden op dat spoor. Procedure Voor noodherstel dient de volgende procedure te worden gevolgd: Spoorwegonderneming belt de gebiedsverantwoordelijke treindienstleider met het verzoek het spoor buiten gebruik te nemen voor noodherstel van spoorvoertuig. Spoorwegonderneming noemt het desbetreffende spoornummer dan wel de wisselnummers en de contactgegevens van de onderhoudspartij (bedrijfsnaam, aanwezige monteur en zijn telefoonnummer). Spoorwegonderneming meldt het verwachte tijdsbestek voor het noodherstel. Als de treindienstleider akkoord gaat met de buitengebruikname plaatst de onderhoudspartij het afsluitbord Nr. 513 of sein 512b (zie Regeling spoorverkeer) en bevestigt dit via Spoorwegonderneming aan de treindienstleider. Op de Betuweroute: de treindienstleider registreert in RMS de spoorbezetting en Spoorwegonderneming die deze spoorvoertuigen heeft aangebracht. De treindienstleider bevestigt aan de Spoorwegonderneming de buitengebruik name en meldt dat hij de veiligheidsmaatregelen heeft genomen ter verhindering van rijwegen richting het buitengebruik genomen spoor. Bij teruggave geeft de onderhoudspartij via Spoorwegonderneming aan de treindienstleider aan dat het bord Nr. 513 of sein 512b verwijderd is. 3.5 Spoorwegveiligheid Planning Spoorwegonderneming zorgt voor verwijdering van spoorvoertuigen die opgesteld staan op buitendienst te stellen sporen, vóór het begin van de buitendienststelling. Het opgesteld laten van spoorvoertuigen op buiten dienst te stellen sporen is mogelijk indien: Beheerder in RADAR/Btd-planner aangeeft dat dat mogelijk is in combinatie met de uit te voeren werkzaamheden, én Spoorwegonderneming in haar veiligheidsbeheersysteem heeft geregeld dat de met Beheerder via de Tafel van Verdeling overeengekomen maatregelen worden uitgevoerd waarmee de spoorvoertuigen niet in beweging kunnen komen en spanningsloos blijven, tenzij aanvullende afspraken schriftelijk zijn vastgelegd in RADAR/Btd-planner. De overeengekomen maatregelen worden via de Tafel van Verdeling aan Spoorwegondernemingen gecommuniceerd. 17 Zie Netverklaring kenmerk: VT blad 9 van 14

10 Indien in het vooroverleg geconstateerd wordt dat het nodig is om vervangende opstelcapaciteit te organiseren wordt in overleg tussen Spoorwegonderneming en Beheerder vastgesteld hoe en onder welke voorwaarden vervangende opstelcapaciteit met de juiste functionaliteit beschikbaar gesteld wordt Gebruik van remsloffen en stopblokken Spoorwegonderneming gebruikt remsloffen uitsluitend voor het afremmen en tot stilstand brengen van spoorvoertuigen die in een rangeerproces worden geheuveld of afgestoten. 18 Na afloop van het stoot- of heuvelproces worden alle gebruikte remsloffen door Spoorwegonderneming van het spoor verwijderd. Ter voorkoming van het wegrollen van opgestelde spoorvoertuigen wordt gebruik gemaakt van de op het spoorvoertuig aanwezige parkeer- of handrem; als alternatief mogen houten of kunststoffen stopblokken worden gebruikt Inzet van spoorvoertuigen Voor zover in de Toegangsovereenkomst niet anders is overeengekomen borgt de Spoorwegonderneming dat alle tractievoertuigen, die structureel worden ingezet op baanvakken en emplacementen met ATB-EG, zijn voorzien van ATB-Vv. In de gevallen waarin een tractievoertuig dat niet is voorzien van ATB-Vv wordt ingezet op baanvakken en emplacementen met ATB-EG analyseert de Spoorwegonderneming de daarmee verbonden risico s en neemt zij de nodige risicobeperkende maatregelen. Deze analyse vindt plaats overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 inzake de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risicoevaluatie en beoordeling. Daarnaast maken partijen aanvullende afspraken over de uitwisseling van (veiligheids)informatie als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1078/ Dienstuitvoering personeel Voor zover in de Toegangsovereenkomst niet anders is overeengekomen borgt de Spoorwegonderneming de dienstuitvoering binnen de volgende voorwaarden: 1. In 40 km/h-gebieden en na de passage van een sein dat voorschrijft de snelheid tot 40 km/h te begrenzen gebruikt de machinist behalve bij stilstand geen communicatiemiddelen anders dan ten behoeve van veiligheidsgerelateerde communicatie met de treindienstleider. 2. Het wisselen van machinist vindt alleen plaats wanneer de trein stilstaat. 3. De Spoorwegonderneming zorgt dat controles van en werkzaamheden aan materieel op emplacementen op veilige wijze plaatsvinden en voorziet haar personeel hiertoe van opleiding en/of instructie. Beheerder richt zich er bij beheer en onderhoud op, dat de aanwezige infrastructuur en voorzieningen, waaronder opstelterreinen en emplacementen, veilig gebruikt kunnen worden. 4. De Spoorwegonderneming zorgt dat personeel alleen indien noodzakelijk en op veilige wijze het spoor betreedt en voorziet haar personeel hiertoe van opleiding en/of instructie. Beheerder voorziet Spoorwegonderneming van op eenvoudige wijze toegankelijke informatie over de locatie van de oversteekplaatsen, tunnels en traversen. Beheerder spant zich in, daaraan zo spoedig mogelijk eveneens informatie over de locatie van looppaden toe te voegen Beheersing kwaliteit van spoorvoertuigen Voor zover in de Toegangsovereenkomst niet anders is overeengekomen borgt de Spoorwegonderneming dat bij het rijden met eigen spoorvoertuigen (lease / koop / huur voor langere termijn) aantoonbaar gebruik gemaakt wordt van meetgegevens over de kwaliteit van het loopvlak van wielen, voor zover die spoorvoertuigen worden ingezet op baanvakken waar zich Quo Vadis meetpunten bevinden Terugdringen STS-passages Voor zover in de Toegangsovereenkomst niet anders is overeengekomen stemmen Spoorwegonderneming en ProRail via de Stuurgroep STS hun aanpak voor het terugdringen van het aantal STS-passages af. 18 Voor zover het op die wijze uitvoeren van het rangeerproces vergund is in de ter plaatse toepasselijke omgevingsvergunning milieu. kenmerk: VT blad 10 van 14

11 4 Incidentmanagement Rail en externe veiligheid 4.1 Incidentmanagement Rail Algemene verantwoordelijkheden en afspraken spoorwegonderneming 1. Beheerder en Spoorwegonderneming beschikken over een operationele, tactische en strategische wachtdienstorganisatie die actueel, geoefend en 7 x 24 bereikbaar en beschikbaar is: a. bij treinincidenten (calamiteiten); b. bij het operationeel uitvoeren van preventie en preparatie op treinincidenten in het kader van het verhogen van de weerbaarheid van de spoorsector (zoals bij verhoogde dreiging terreur, extreme weersomstandigheden of grote evenementen). 2. Spoorwegonderneming stelt in overleg personeel en materieel beschikbaar voor de incidentoefeningen die Beheerder organiseert en waarvoor Beheerder conform paragraaf 3.5 van de netverklaring capaciteit van de infrastructuur aan kan vragen. 3. Spoorwegonderneming en Beheerder richten de noodzakelijke overleggen in voor afstemming op operationeel, tactisch en strategisch niveau. 4. Spoorwegonderneming is verantwoordelijk voor het leveren van gegevens aan de Beheerder die van belang zijn voor een effectieve hulpverlening conform artikel van de TSI Exploitatie en verkeersleiding en artikel 25 van het Besluit spoorverkeer in relatie tot artikel van de TSI Exploitatie en verkeersleiding. Welke gegevens precies noodzakelijk zijn en op welke wijze deze worden aangeleverd, wordt in overleg met Beheerder vastgesteld en opgenomen in de operationele calamiteitenafspraken als bijlage bij de toegangsovereenkomst. Het gaat in ieder geval om de volgende gegevens: Gegevens ter voorbereiding op de bestrijding van een treinicident: het kosteloos ter beschikking (laten) stellen van technische materieelgegevens, en/of voertuigspecifieke instructie. Met name ten behoeve van het bergen (van een gestrande trein) of hersporen van treinen en veilig werken in en rond materieel. Contactgegevens van meldkamers en wachtdiensten. Gegevens ter evaluatie van een treinincident. 5. Overeenkomstig artikel 14 van de Algemene Voorwaarden is Spoorwegonderneming gehouden bijstand te verlenen, na aanwijzing door of namens de Algemeen Leider (Officier van Dienst Rail) ProRail, door geschikt materieel en/of hulppersonen ter beschikking te stellen. Bij deze aanwijzing zal Beheerder, Spoorwegonderneming gehoord hebbende, steeds een afweging maken tussen de noodzakelijke snelheid van de bijstand en de gevolgen hiervan voor betreffende Spoorwegonderneming. 6. Overeenkomstig artikel 16 van de Algemene Voorwaarden is Spoorwegonderneming gehouden aanwijzingen van de algemeen leider (Officier van Dienst Rail) ProRail, ten behoeve van de in artikel 16 lid 2 genoemde doelstellingen, op te volgen. 7. In aanvulling op netverklaring paragraaf , waar de kosten van de instandhouding van de incidentenbestrijdingsorganisatie beschreven staan, worden de kosten voor de inzet van de incidentenbestrijdingsorganisatie in rekening gebracht bij de partij die de inzet van de incidentenbestrijdingsorganisatie heeft veroorzaakt dan wel toegerekend kan worden. Onder kosten wordt in dit verband verstaan de kosten die de incidentenbestrijdingsorganisatie heeft moeten maken ten gevolge van een inzet. Onder kosten wordt in dit verband verstaan: a. out of pocket kosten (externe kosten die de incidentenbestrijdingsorganisatie heeft moeten maken in het kader van een inzet door bijvoorbeeld het huren van materieel en/of personeel); b. verbruikskosten; c. vergoedingen aan personeel van de incidentenbestrijdingsorganisatie ter zake van een inzet buiten de reguliere werktijden van de incidentenbestrijdingsorganisatie (maandag tot en met vrijdag van 09:00 uur tot 17:00 uur) Treinincidentafhandeling Scenario s Treinincidenten zijn onderverdeeld in twintig treinincidentscenario s. Deze alarmeringsclassificatie onderscheidt vijf categorieën van calamiteiten die ieder onderverdeeld zijn in vier gradaties van gevolgen voor de vervoersprocessen en de hulpverlening. 19 Zie Netverklaring 2.8. kenmerk: VT blad 11 van 14

12 Scenario nummer Scenario categorie TIS 1 TIS 2 TIS 3 TIS 4 TIS 5 Verstoring treindienst, ontsporing zonder slachtoffers Brand Aanrijding, botsing en ontsporing met slachtoffers Gevaarlijke stoffen Verdacht gedrag, verdacht voorwerp en bom De uitgebreide treinincidentscenario s zijn te raadplegen via het Logistiek Portaal van ProRail. Deelaspecten De afhandeling van calamiteiten kent twaalf zogenoemde deelaspecten (incidentbestrijdingsprocessen). Deze deelaspecten worden toegewezen aan een of meerdere partijen. Deze partijen stellen een deelaspectleider aan voor het betreffende deelaspect. Nr. Deelaspect Verantwoordelijkheid 1 Algemene leiding en coördinatie Verantwoordelijkheid van Beheerder ten aanzien van de spoorsector. De wachtdienst van een Spoorwegonderneming, betrokken bij een incident, meldt zich zo spoedig mogelijk telefonisch en bij aankomst ter plaatse bij de algemeen leider (Officier van Dienst Rail). 2 Alarmering Beheerder bepaalt het scenario en doet op basis van het scenario en de plaats van de calamiteit een alarmoproep aan Spoorwegonderneming. 3 Informatiemanagement Beheerder verzamelt, logt en distribueert informatie. Spoorwegonderneming is verantwoordelijk voor het loggen / aanleveren van de voor de incidentafhandeling relevante informatie. 4 Redding en bestrijding Verantwoordelijkheid van de Openbare Orde en Veiligheidsdiensten, tevens hebben zij vanuit dit deelaspect de algemene leiding. Alsook een gedeelde verantwoordelijkheid van Beheerder. 5 Opvang Spoorwegonderneming is verantwoordelijk voor de opvang van: a. haar personeel; b. haar goederen of eigen reizigers in trein of op station, en treft hiervoor de nodige voorbereidingen. 6 Herstel verkeersfunctie Verantwoordelijkheid van Beheerder. 7 Herstel vervoersfunctie Spoorwegonderneming is verantwoordelijk voor het herstel van de vervoersfunctie en treft hiervoor de nodige voorbereidingen. 8 Alternatief vervoer Spoorwegonderneming is verantwoordelijk voor het regelen van alternatief vervoer voor reizigers (conform artikel 16 van de Passagiersrechtenverordening) en goederen, zowel op de calamiteitenplek als elders en treft hiervoor de nodige voorbereidingen. 9 Vrijbaan maken Verantwoordelijkheid van Beheerder. Spoorwegonderneming is verantwoordelijk voor het gedeelte: veilig kunnen hersporen en wegslepen van het materieel waar zij mee rijdt; indien nodig binnen redelijke termijn aanleveren van specifieke hulpmiddelen; uitvoeren van vervolgprocedure van het herspoorde materieel na aankomst op het bestemmingsspoor, of na overname op de calamiteitenplek. 10 Herstel infrastructuur Verantwoordelijkheid van Beheerder. 11 Communicatie Spoorwegonderneming is, binnen de eigen taakstelling verantwoordelijk voor de communicatie omtrent een calamiteit en treft hiervoor de nodige voorbereidingen. De woordvoering van de betrokken Spoorwegondernemingen stemmen de communicatie onderling en met de woordvoering van Beheerder af. Bij treinincidenten waarbij de overheidshulpdiensten actief zijn, bepaalt de overheid wie wanneer voorlichting geeft over slachtoffers en zaken betreffende de volksgezondheid. Spoorwegonderneming zorgt voor: leveren verkeersinformatie over de feitelijke situatie op het spoor waarin de alarmering van de diverse woordvoerders wordt georganiseerd en afgestemd wie wanneer welke informatie levert; leveren informatie over opvang, alternatief vervoer en herstel van de vervoersfunctie; woordvoering tijdens en na treinincident en benodigde afstemming met overheden. kenmerk: VT blad 12 van 14

13 Nr. Deelaspect Verantwoordelijkheid 12 Onderzoek Verantwoordelijkheid van wettelijk benoemde onderzoeksinstanties en van andere partijen indien dit in regelgeving of afspraken is vastgelegd. In het Handboek Incidentmanagement Rail, is te lezen op welke wijze de spoorsector georganiseerd is op de afhandeling van treinincidenten (te raadplegen via de website van ProRail). 4.2 Aanleveren treinsamenstellingsgegevens Aanleveren informatie goederentreinen Voordat een goederentrein vertrekt, is (goederen-)spoorwegonderneming verplicht Beheerder een opgave van de treinsamenstelling te sturen. Deze verplichting geldt bij: het eerste vertrek op de door Beheerder beheerde spoorwegen; de passage van de beheergrens tussen een door Beheerder beheerde spoorweg en een andere spoorweg (= grenspassage). Het overzicht wordt uiterlijk 5 minuten vóór vertrek van een trein en 30 minuten voor passage van een trein van een beheergrens met DB Netz of Infrabel aan het OVGS 21 ( Online-systeem Vervoer Gevaarlijke Stoffen ) geleverd waarbij conform de Handleiding aanleveren beladinggegevens gewerkt wordt. De Handleiding aanleveren beladinggegevens is te raadplegen via het Logistiek Portaal van ProRail Aanleveren informatie van rangeerdelen of (een groep) overstaande goederenwagens op emplacementen Onderstaande regeling is van toepassing voor alle goederenwagens en op alle emplacementen, voor zover niet anders in de Toegangsovereenkomst is overeengekomen. De Spoorwegonderneming verstrekt de Beheerder informatie over de positie, en (alleen in geval van gevaarlijke stoffen) de beladingstoestand en de aard van de lading van goederenwagens. De plaats van de wagen wordt aangegeven door middel van het spoornummer en de positie van de wagen ten opzichte van andere goederenwagens op dat spoor. De Spoorwegonderneming is daarbij verantwoordelijk voor de juistheid, volledigheid en tijdigheid van haar informatie. Voor de uitvoering van deze verplichting wordt onder tijdig verstaan, dat de Spoorwegonderneming elke verplaatsing registreert en de informatie daarover beschikbaar stelt binnen een tijdvenster van 5 minuten vóór tot 5 minuten ná de verplaatsing. Ter ondersteuning aan deze registratie en informatieverstrekking stelt de Beheerder het systeem W-LIS 22 ter beschikking voor gebruik door spoorwegondernemingen. De Beheerder draagt zorg voor de informatieverstrekking aan de overheidshulpdiensten. De procedure staat nader beschreven in het document Handleiding aanleveren beladinggegevens en is te raadplegen via het Logistiek Portaal van ProRail Aanleveren treinsamenstellingsgegevens voor andere treinen dan goederentreinen Spoorwegonderneming stelt de informatie over de treinsamenstelling beschikbaar aan Beheerder via de vermelding in de capaciteitsaanvraag. 5 Bedrijfsvoering 5.1 Procedure voor bediening infra-elementen (incl. bediening ERTMS) Alle Spoorwegondernemingen dienen er voor te zorgen dat in voorkomende situaties het bedienen van infra-elementen door het betrokken personeel (rechtmatige gebruikers) van de Spoorwegondernemingen plaatsvindt op oordeelkundige wijze. De wijze van bediening is vastgelegd in zogenaamde Zie Netverklaring 2.6. Zie Netverklaring bijlage 23 Zie Netverklaring bijlage 23 kenmerk: VT blad 13 van 14

14 gebruiksvoorschriften. Spoorwegondernemingen dienen er daarom voor te zorgen dat de betreffende medewerkers de betrokken gebruiksvoorschriften kennen en leven deze voorschriften na. Deze gebruiksvoorschriften zijn te raadplegen via het Logistiek Portaal van ProRail. Het betreft hier bijvoorbeeld de bediening van een medewerkingskastje op het perron, een wisselgrendel of een infrarood afstandsbedieningsysteem, maar ook procedures rondom ERTMS zoals ERTMS Keymanagement. De gebruiksvoorschriften richten zich tot de directe en indirecte gebruikers, en omvatten ook de maatregelen ter waarborging van de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de specifieke informatie die bij het gebruik van bepaalde infrastructuurelementen wordt gewisseld. 5.2 Lokale bedrijfsregels 23 De Beheerder hanteert op regionaal niveau specifieke bedrijfsregels ter bevordering van een veilige en efficiënte afwikkeling van het treinverkeer, rekening houdend met lokale omstandigheden. Deze lokale bedrijfsregels zijn gebundeld en te raadplegen via het Logistiek Portaal van ProRail. Spoorwegondernemingen en Beheerder dienen deze regels na te leven. 5.3 Operationele regels ketensamenwerking 24 De operationele regels ketensamenwerking bevatten afspraken tussen de ketenpartners over de planning en de uitvoering van het transport over het spoor in directe relatie tot de Betuweroute. Deze operationele regels ketensamenwerking zijn te raadplegen via het Logistiek Portaal van ProRail. 5.4 Informatielevering De Spoorwegonderneming levert de Beheerder gegevens van reizigersmaterieel en locomotieven die de Beheerder nodig heeft voor: capaciteitsverdelingssystemen 25 ; analyse van het tractie-energievoorzieningssysteem 26 ; zoals omschreven in onderdeel 3 van bijlage 8 bij de Netverklaring Zie Netverklaring 2.8. Zie Netverklaring 2.8. Zie Netverklaring bijlage 22. Zie Netverklaring kenmerk: VT blad 14 van 14

1 Capaciteitsplanning

1 Capaciteitsplanning Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2014 (versie 1 december 2012) 1 Capaciteitsplanning 1.1 Verantwoordelijkheidsverdeling bij rijwegplanning 1 De opsteller (of aanpasser) van een treinplanning

Nadere informatie

1 Capaciteitsplanning

1 Capaciteitsplanning Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2017 (versie 1 maart 2017) 1 Capaciteitsplanning 1.1 Verantwoordelijkheidsverdeling bij rijwegplanning 1 De opsteller (of aanpasser) van een treinplanning

Nadere informatie

1 Capaciteitsplanning

1 Capaciteitsplanning Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2015 (versie 1 mei 2015) 1 Capaciteitsplanning 1.1 Verantwoordelijkheidsverdeling bij rijwegplanning 1 De opsteller (of aanpasser) van een treinplanning

Nadere informatie

Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2017 (versie 1 juli 2016)

Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2017 (versie 1 juli 2016) Operationele Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2017 (versie 1 juli 2016) 1 Capaciteitsplanning 1.1 Verantwoordelijkheidsverdeling bij rijwegplanning 1 De opsteller (of aanpasser) van een treinplanning

Nadere informatie

Aanvulling 2 op de Netverklaring 2020

Aanvulling 2 op de Netverklaring 2020 ProRail ProRail heeft onderstaande aanvullingen en/of wijzigingen op de Netverklaring 2020 vastgesteld, in overeenstemming met het bepaalde in paragraaf 1.6 van deze Netverklaring. 1 Indexering tarieven

Nadere informatie

Weten w. er staat. Onderzoek naar treinen met gevaarlijke stoffen op emplacementen

Weten w. er staat. Onderzoek naar treinen met gevaarlijke stoffen op emplacementen Inspectie Verkeer en Waterstaat Minisrerie van lnfrascrucruur en Milieu Weten w er staat - Onderzoek naar treinen met gevaarlijke stoffen op emplacementen Inspectie Verkeer en Waterstaat Ministerie van

Nadere informatie

Aanvulling 3 op de Netverklaring 2017

Aanvulling 3 op de Netverklaring 2017 Aanvulling 3 op de Netverklaring 2017 ProRail heeft onderstaande aanvullingen en/of wijzigingen op de Netverklaring 2017 vastgesteld, in overeenstemming met het bepaalde in paragraaf 1.6 van deze Netverklaring.

Nadere informatie

Formulierenboek. Herman Tijsma. VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief. Definitief. Van Eigenaar. Kenmerk. Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand

Formulierenboek. Herman Tijsma. VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief. Definitief. Van Eigenaar. Kenmerk. Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand Formulierenboek Van Eigenaar Herman Tijsma Kenmerk VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand Status Definitief Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beheer en revisie 3 2.1

Nadere informatie

VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019

VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019 VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019 1/8 Inhoud 1 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist 3 1.1 Voorwoord 3 1.2 Wat zijn de taken

Nadere informatie

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Herziening ministeriele regeling spoorverkeer 1. Specificeren bij welke aanwijzingen cf. art. 36 trein stilgezet

Nadere informatie

Handleiding aanleveren wagenlijsten

Handleiding aanleveren wagenlijsten Handleiding aanleveren wagenlijsten Van Auteur ProRail / Verkeersleiding Floris van Zonneveld Kenmerk 1580025 Versie 1.0 Datum 28-09-09 Bestand Handleiding aanleveren wagenlijsten Status Definitief 1-7

Nadere informatie

CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER

CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER Blad 1 van 5 CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER Datum en tijdstip voorval: - - ; : Hoort bij MBV met logboeknr., baanvak/lok. Formulier opsturen naar: rail@ilent.nl of postadres: Inspectie Leefomgeving

Nadere informatie

Aanvulling 5 op de Netverklaring 2017

Aanvulling 5 op de Netverklaring 2017 Aanvulling 5 op de Netverklaring 2017 ProRail heeft onderstaande aanvullingen en/of wijzigingen op de Netverklaring 2017 vastgesteld, in overeenstemming met het bepaalde in paragraaf 1.6 van deze Netverklaring.

Nadere informatie

Rijweginstelling en roodseinpassages

Rijweginstelling en roodseinpassages Rapport Datum 9 april 2008 Rijweginstelling en roodseinpassages Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel en doelgroep 4 1.3 Aanpak 4 2 Begrippenkader 6 3 Inspectieresultaten 8 3.1 Hengelo

Nadere informatie

RV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012

RV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012 RV12-0386 24-uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012 Stoptonend seinpassage met risico op een botsing met een passerende trein. Datum 26 april 2012 Status definitief RV12-0386

Nadere informatie

Rijweginstelling en roodseinpassages

Rijweginstelling en roodseinpassages Datum Rijweginstelling en roodseinpassages 2 van 17 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel en doelgroep 4 1.3 Aanpak 4 2 Begrippenkader 5 3 Inspectieresultaten 7 3.1 Hengelo 7 3.2 Enschede

Nadere informatie

Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update

Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update 12-2-2018 Cluster tekst tekstwijziging datum Infra (5) Hoe is de energievoorziening geregeld? Spanningssluis Doordat een spanningsluis geen spanning

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG DGP/SPO/U.05.02668 Geachte voorzitter,

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG DGP/SPO/U.05.02668 Geachte voorzitter, abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 2 december 2005 Ons kenmerk DGP/SPO/U.05.02668 Onderwerp Mogelijkheden back-upsysteem

Nadere informatie

Formulierenboek. Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf. Herman Tijsma. Definitief. Van Auteurs. Projectleider

Formulierenboek. Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf. Herman Tijsma. Definitief. Van Auteurs. Projectleider Formulierenboek Van Auteurs Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf Projectleider Herman Tijsma Versie 1.0 Datum 24 mei 2012 Status Definitief Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beheer 3 2.1

Nadere informatie

Feitenrapport. Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli BVR Ontsporing

Feitenrapport. Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli BVR Ontsporing Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli 2018 BVR Ontsporing Intern ProRail Auteur / eigenaar Afdeling Veiligheid Randstad Zuid Documentnaam wagen over remslof geduwd.doc Datum rapport 24-07-2018 Versie

Nadere informatie

Feitenrapport. Botsing ketelwagon met lorrie in buitendienststelling Kijfhoek 15 juni Arbeidsongeval

Feitenrapport. Botsing ketelwagon met lorrie in buitendienststelling Kijfhoek 15 juni Arbeidsongeval Botsing ketelwagon met lorrie in buitendienststelling Kijfhoek 15 juni 2018 Arbeidsongeval Intern ProRail Auteur / eigenaar Afdeling Veiligheid RRZ Documentnaam Feitenrapport Botsing ketelwagon met lorrie

Nadere informatie

Eindrapport. Aanrijding medewerker te Meteren 13 oktober 2016

Eindrapport. Aanrijding medewerker te Meteren 13 oktober 2016 Eindrapport Aanrijding medewerker te Meteren 13 oktober 2016 Colofon Opdrachtgever ProRail B.V. Adres Postbus 2038 3500 GA Utrecht Promise 500348 Document T20150157-792113182-2028 Inhoud 1 Samenvatting...4

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 3 1.1. RIJPERIODE... 3 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 3 1.2.1. Algemeenheden... 3 1.2.2. Betekenis van de

Nadere informatie

Regeling Communicatieprocedures veiligheidsberichten

Regeling Communicatieprocedures veiligheidsberichten Regeling Communicatieprocedures veiligheidsberichten Van Auteur Directeur ProRail Verkeersleiding Herman Tijsma Kenmerk Versie 2.0 Datum 24 mei 2012 EDMS#2876595 Bestand Status Definitief Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bediensystemen van de Toekomst

Bediensystemen van de Toekomst Bediensystemen van de Toekomst 24 februari 2016 Kenmerk: PRKVS416.2 Bediensystemen van de Toekomst 1 Te gast bij u Bediensystemen van de Toekomst 2 Uw presentator Bedienen, Besturen, Bijsturen en Plannen

Nadere informatie

24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april Datum 22 april 2012

24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april Datum 22 april 2012 24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april 2012 Datum 22 april 2012 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 Voorval 4 1.2 Beknopte beschrijving en classificatie 4 2 Het voorval 5 2.1 De melding 5

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 893 Veiligheid van het railvervoer Nr. 168 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Weten wat er staat. Onderzoek naar treinen met gevaarlijke stoffen op emplacementen

Weten wat er staat. Onderzoek naar treinen met gevaarlijke stoffen op emplacementen Weten wat er staat Onderzoek naar treinen met gevaarlijke stoffen op emplacementen Weten wat er staat Onderzoek naar treinen met gevaarlijke stoffen op emplacementen Datum 15 juni 2011 Status definitief

Nadere informatie

BIJLAGE. bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BIJLAGE. bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5963 final ANNEX 1 BIJLAGE bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE ter vervanging van bijlage VII bij Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 14.11.2017 L 295/69 GEDELEGEERD BESLUIT (EU) 2017/2075 VAN DE COMMISSIE van 4 september 2017 ter vervanging van bijlage VII bij Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad tot instelling

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 30-12-2008) Besluit van 3 december 2004, houdende regels over de verdeling van de capaciteit van de hoofdspoorweg-infrastructuur (Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur)

Nadere informatie

Cluster 2 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist

Cluster 2 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist Vakkennis Machinist Cluster 2 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist Huidige versie: Versie 4.0 vraag-antwoordstructuur (IB, HB IvdS, RvS, MV) 01-11-16 De vakkennis is bedoeld als

Nadere informatie

Wegbekendheid/kennis van de lijn machinist

Wegbekendheid/kennis van de lijn machinist Wegbekendheid/kennis van de lijn machinist Invulinstructie Traject.. vice versa SAP trajectcode(s).. Let op! Om eenduidige en duidelijke wegkennisdocumenten te realiseren voor machinisten is een aantal

Nadere informatie

Handboek Incidentmanagement Rail voorheen Calamiteitenplan Rail

Handboek Incidentmanagement Rail voorheen Calamiteitenplan Rail Handboek Incidentmanagement Rail voorheen Calamiteitenplan Rail Handboek Incidentmanagement Rail 1 INLEIDING... 3 2 POSITIONERING HANDBOEK INCIDENTMANAGEMENT RAIL... 3 2.1 REIKWIJDTE... 3 2.2 DEFINITIES...

Nadere informatie

Feitenrapport. Onbemande gereedschapswagens rollen de buitendienststelling uit Zwijndrecht - Kijfhoek 15 juli Arbeidsongeval

Feitenrapport. Onbemande gereedschapswagens rollen de buitendienststelling uit Zwijndrecht - Kijfhoek 15 juli Arbeidsongeval Onbemande gereedschapswagens rollen de buitendienststelling uit Zwijndrecht - Kijfhoek 15 juli 2018 Arbeidsongeval Intern ProRail Auteur / eigenaar Afdeling Veiligheid Randstad Zuid Documentnaam Onbemande

Nadere informatie

Netverklaring 2015. Gemengde net. bijgewerkt t/m aanvulling 2. zondag 14 december 2014 t/m zaterdag 12 december 2015

Netverklaring 2015. Gemengde net. bijgewerkt t/m aanvulling 2. zondag 14 december 2014 t/m zaterdag 12 december 2015 Netverklaring 2015 Gemengde net bijgewerkt t/m aanvulling 2 geldigheidsperiode: dienstregelingjaar 2015 zondag 14 december 2014 t/m zaterdag 12 december 2015 (inclusief de eerdere behandeling van capaciteitsaanvragen

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 2: Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden machinist

Vakkennis Machinist Cluster 2: Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden machinist Vakkennis Machinist Cluster 2: Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden machinist Huidige versie: Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 01-05-13) Versie 2.0 Na review (DT 01-05-13) Versie 2.1

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 8: Rijden, rangeren en wegzetten

Vakkennis Machinist Cluster 8: Rijden, rangeren en wegzetten Vakkennis Machinist Cluster 8: Rijden, rangeren en wegzetten Huidige versie: Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 24-02-13) Versie 1.1 globale review (RvS 27-03-13) Versie 2.0 Na review (DT 01-05-13)

Nadere informatie

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam Tussen NS Reizigers B.V. en Gemeente Haarlem De ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Besluit van ( ), houdende regels betreffende de toegankelijkheid van het openbaar vervoer en de daartoe te verrichten aanpassingen Op de voordracht van de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 200052/24 Betreft zaak: ProRail reserveringsvergoeding Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Netverklaring 2014 Betuweroute

Netverklaring 2014 Betuweroute Netverklaring 2014 Betuweroute op basis van de Spoorwegwet geldigheidsperiode: dienstregelingjaar 2014 zondag 15 december 2013 t/m zaterdag 13 december 2014 versie 1.0 7 december 2012 Versiebeheer Versie

Nadere informatie

Onderwerp Kamervragen leden Van Hijum, Mastwijk, Duyvendak, Ten Broeke en De Krom inzake de problemen met de treinverbinding Almelo - Hengelo

Onderwerp Kamervragen leden Van Hijum, Mastwijk, Duyvendak, Ten Broeke en De Krom inzake de problemen met de treinverbinding Almelo - Hengelo abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Datum 24 april 2007 Ons kenmerk DGP/SPO/U.07.01068 Doorkiesnummer Bijlage(n) Uw kenmerk Onderwerp

Nadere informatie

In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Staatsblad 2000, 302) verstaan onder:

In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Staatsblad 2000, 302) verstaan onder: Privacy Reglement Second Chance Force Versie 1.1, datum 31-03-2015 PARAGRAAF 1: Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsbepaling In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming

Nadere informatie

24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d. 25-04-2012

24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d. 25-04-2012 24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d. 25-04-2012 Van ProRail/VL Kenmerk Versie 1.0 Datum 26 april 2012 Bestand 24 u rapport bijna trein

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 23-04-13) Versie 2.0 Na review (HB 05-05-13) Versie 2.1 Na review (TT 15-05-13) Versie 3.0 (TT 11-12-13)

Nadere informatie

Botsing tussen twee treinen op emplacement Tilburg Goederen Onderzoek naar aanleiding van de botsing tussen een reizigerstrein en een goederentrein

Botsing tussen twee treinen op emplacement Tilburg Goederen Onderzoek naar aanleiding van de botsing tussen een reizigerstrein en een goederentrein Botsing tussen twee treinen op emplacement Tilburg Goederen Onderzoek naar aanleiding van de botsing tussen een reizigerstrein en een goederentrein op 6 maart 2015 Botsing tussen twee treinen op emplacement

Nadere informatie

in combinatie met

in combinatie met 2011-240 in combinatie met 2012-653 Besluit van 3 mei 2011, houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot de bekwaamheid en geschiktheid van spoorwegpersoneel met een veiligheidsfunctie (Besluit

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 10: Treinincidenten

Vakkennis Machinist Cluster 10: Treinincidenten Vakkennis Machinist Cluster 10: Treinincidenten Huidige versie: Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 25-05-13) Versie 2.0 Na review (MD en MdW 05-06-13) Versie 2.1 Na review (TT 06-06-13) Versie

Nadere informatie

LOKALE REGELGEVING SPV ONDERHOUDSBEDRIJF ONNEN

LOKALE REGELGEVING SPV ONDERHOUDSBEDRIJF ONNEN LOKALE REGELGEVING SPV ONDERHOUDSBEDRIJF ONNEN Page 1 of 13 Colofon Betreft: Lokale Regelgeving Spoorwegveiligheid Locatie: Onderhoudsbedrijf Onnen Regio: Productie-eenheid Noord Auteurs: L. Mulder & R.J.M.

Nadere informatie

VVRV cluster Treinincidenten, versie juli 2019

VVRV cluster Treinincidenten, versie juli 2019 VVRV cluster Treinincidenten, versie juli 2019 1/19 Inhoud 1 Treinincidenten 3 1.1 Voorwoord 3 1.2 Wat is een treinincident en wat is een calamiteit? 3 1.3 Wat is ProRail incidentenregie? 4 1.4 Welke algemene

Nadere informatie

De Wet lokaal spoor (Wls) is per 1 december 2015 van toepassing op tram-, RandstadRail en het Metro-netwerk van de MRDH.

De Wet lokaal spoor (Wls) is per 1 december 2015 van toepassing op tram-, RandstadRail en het Metro-netwerk van de MRDH. Nieuwsflits De Wet lokaal spoor (Wls) is per 1 december 2015 van toepassing op tram-, RandstadRail en het Metro-netwerk van de MRDH. Inleiding De Wet lokaal spoor is vanaf 1 december 2015 formeel van kracht.

Nadere informatie

1 van :26

1 van :26 1 van 7 30-12-2013 22:26 Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur (Tekst geldend op: 30-12-2013) Besluit van 3 december 2004, houdende regels over de verdeling van de capaciteit van de

Nadere informatie

Calamiteitenplan Rail

Calamiteitenplan Rail Calamiteitenplan Rail Van Beheer ProRail ProRail Operatie onderdeel Verkeersleiding, stafafdeling incidentenregie Kenmerk 20516122 Versie 1.6 Datum 1 september 2010 Bestand Status Definitief Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 29 893 Veiligheid van het railvervoer Nr. 198 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Vragenset wegexamen 17 Barneveld aansluiting Ede Wageningen vice versa

Vragenset wegexamen 17 Barneveld aansluiting Ede Wageningen vice versa Vragenset wegexamen 17 Barneveld aansluiting Ede Wageningen vice versa 23-03-2015 nr criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3 1 Dienstregelingspunten: De machinist kan op basis van de afkortingen

Nadere informatie

Bijlage C: Algemene Afspraken Informatiediensten 2017 bij Service Level Agreement (SLA) Informatiediensten 2017

Bijlage C: Algemene Afspraken Informatiediensten 2017 bij Service Level Agreement (SLA) Informatiediensten 2017 Bijlage C: Algemene Afspraken Informatiediensten 2017 bij Service Level Agreement (SLA) Informatiediensten 2017 1 Inleiding 1.1 Algemeen Dit document bevat algemene afspraken over de dienstverlening aan

Nadere informatie

INFORMATIE OVER SPOORGEBONDEN DIENSTEN HUTCHISON PORTS VENLO

INFORMATIE OVER SPOORGEBONDEN DIENSTEN HUTCHISON PORTS VENLO INFORMATIE OVER SPOORGEBONDEN DIENSTEN HUTCHISON PORTS VENLO Hutchison Ports Venlo Versie 1.0 29 mei 2019 1. Algemene informatie 1.1. Introductie TCT Venlo B.V., mede handelend onder de naam Hutchison

Nadere informatie

Netverklaring 2011 Betuweroute

Netverklaring 2011 Betuweroute Netverklaring 2011 Betuweroute Op basis van de Spoorwegwet Geldigheidsperiode: dienstregelingjaar 2011 Zondag 12 december 2010 t/m zaterdag 10 december 2011 versie 1.0.definitief 13 december 2009 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Capaciteitsanalyse Zuidelijke Maaslijn

Capaciteitsanalyse Zuidelijke Maaslijn Capaciteitsanalyse Zuidelijke Maaslijn conflict goederentreinen en reizigerstreinen Van Eigenaar Vervoer en Dienstregeling - VACO Hans Westerink Kenmerk Versie 1.0 T20160204-1304387649-35192 Datum 13 juli

Nadere informatie

Verscherpt toezicht. Datum 4 april 2014

Verscherpt toezicht. Datum 4 april 2014 Verscherpt toezicht Rapportage over het verscherpt toezicht op NS Reizigers en ProRail, naar aanleiding van de botsing te Amsterdam Westerpark op 21 april 2012 Verscherpt toezicht Rapportage over het

Nadere informatie

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING TREINBESTUURDER BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING Publicatiedatum: 04/02/2015 NMBS B-TR.2 Inhoud Blz. 1. Spoorwegen 3 2. Sporen 6 3. Lichtseinen 8 4. Snelheidssignalisatie 14 5. Allerhande seinen 16-2

Nadere informatie

Aanvulling 1 op de Netverklaring 2020

Aanvulling 1 op de Netverklaring 2020 Aanvulling 1 op de Netverklaring 2020 ProRail heeft onderstaande aanvullingen en/of wijzigingen op de Netverklaring 2020 vastgesteld, in overeenstemming met het bepaalde in paragraaf 1.6 van deze Netverklaring.

Nadere informatie

VERWERKERSOVEREENKOMST

VERWERKERSOVEREENKOMST VERWERKERSOVEREENKOMST Partijen: 1. Basis bedrijfskleding VOF. Gevestigd te Mollerusweg 96, 2031 BZ HAARLEM KvK-nummer: 34220214 hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door J W H D van der Meij, hierna

Nadere informatie

Gebruikersreglement huur en verhuur MFA D n Hoender Dreumel

Gebruikersreglement huur en verhuur MFA D n Hoender Dreumel Gebruikersreglement huur en verhuur MFA D n Hoender Dreumel Algemene Voorwaarden en voorschriften verbonden aan verhuur van de MFA D n Hoender te Dreumel. Inleiding De Stichting MFA D n Hoender Dreumel

Nadere informatie

Handleiding aanleveren beladinggegevens

Handleiding aanleveren beladinggegevens Handleiding aanleveren beladinggegevens Documentgegevens ProRail Documentnummer VL-PRC331 Link naar document Sharepoint nummer T20140001-41-66 Versie 6.0 Status Definitief Geldig vanaf 15 december 2011

Nadere informatie

VERWERKERSOVEREENKOMST (EENZIJDIG)

VERWERKERSOVEREENKOMST (EENZIJDIG) VERWERKERSOVEREENKOMST (EENZIJDIG) 1. Algemeen In deze verwerkersovereenkomst wordt verstaan onder: 1.1 Algemene voorwaarden: de Algemene voorwaarden van Verwerker, die onverkort van toepassing zijn op

Nadere informatie

Handleiding en aanvraagformulier. Subsidie. Innovatieve particuliere initiatieven Aanvullend personenvervoer

Handleiding en aanvraagformulier. Subsidie. Innovatieve particuliere initiatieven Aanvullend personenvervoer Handleiding en aanvraagformulier Subsidie Innovatieve particuliere initiatieven Aanvullend personenvervoer De Stadsregio Amsterdam kan subsidie verlenen voor kleinschalige initiatieven die fijnmazig aanvullend

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.4.2019 C(2019) 2615 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 5.4.2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake

Nadere informatie

Feitenrapport. 2 heuveldelen komen met elkaar in botsing Kijfhoek d.d. 17 juli BVR botsing trein - trein

Feitenrapport. 2 heuveldelen komen met elkaar in botsing Kijfhoek d.d. 17 juli BVR botsing trein - trein 2 heuveldelen komen met elkaar in botsing Kijfhoek d.d. 17 juli 2018 BVR botsing trein - trein Intern ProRail Auteur / eigenaar Afdeling Veiligheid Randstad zuid Documentnaam Feitenrapport Kijfhoek 2 heuveldelen

Nadere informatie

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Eind 2013 is er een tweetal incidenten geweest in midden Limburg, waarbij door graafwerkzaamheden een ondergrondse leiding is geraakt. Hierdoor verontreinigde

Nadere informatie

Regeling ter uitvoering van de artikelen 21, 26, 27 en 39 van het Besluit spoorwegpersoneel (Regeling spoorwegpersoneel)

Regeling ter uitvoering van de artikelen 21, 26, 27 en 39 van het Besluit spoorwegpersoneel (Regeling spoorwegpersoneel) (Tekst geldend op: 30-12-2008) Regeling ter uitvoering van de artikelen 21, 26, 27 en 39 van het Besluit spoorwegpersoneel (Regeling spoorwegpersoneel) De Minister van Verkeer en Waterstaat, Gelet op de

Nadere informatie

Kerntaak 1: Plant wegtransporten

Kerntaak 1: Plant wegtransporten Kerntaak 1: Plant wegtransporten Werkproces 1.1: Beoordeelt transportopdrachten en aanvragen De planner wegtransport ontvangt een transportopdracht/transportaanvraag en beoordeelt of deze kan worden uitgevoerd

Nadere informatie

Van de fracties PvdA, D66, CDA en LPF over Veel meer gevaarlijke stoffen dan is toegestaan

Van de fracties PvdA, D66, CDA en LPF over Veel meer gevaarlijke stoffen dan is toegestaan gemeente Eindhoven 16R6886 Raadsnummer Inboeknummer 16bst00917 Beslisdatum B&W 5 juli 2016 Dossiernummer 16.27.103 2.4.1 Raadsvragen Van de fracties PvdA, D66, CDA en LPF over Veel meer gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig. 22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont

Nadere informatie

Milieuruimte per emplacement

Milieuruimte per emplacement Checklist milieu DRGL 2015 Eigenaar: VenD CV Verkeer Identificatie: 1203439 Versie: 1.0 Status: Definitief Datum: 7 september 2015 De checklist milieu is een hulpmiddel om bij uw aanvraag rekening te houden

Nadere informatie

Thema-audit treindienstleiding niet centraal bediende gebieden (NCBG en) Treindienstleiding op rangeerterreinen voor reizigerstreinen

Thema-audit treindienstleiding niet centraal bediende gebieden (NCBG en) Treindienstleiding op rangeerterreinen voor reizigerstreinen Thema-audit treindienstleiding niet centraal bediende gebieden (NCBG en) Treindienstleiding op rangeerterreinen voor reizigerstreinen Datum 14 februari 2018 Status Definitief 1 Colofon ILT Rail en Wegvervoer

Nadere informatie

ontwerp-netverklaring 2016

ontwerp-netverklaring 2016 ontwerp-netverklaring 2016 Gemengde net bijgewerkt t/m aanvulling 1 geldigheidsperiode: dienstregelingjaar 2016 zondag 13 december 2015 t/m zaterdag 10 december 2016 (inclusief de eerdere behandeling van

Nadere informatie

Brancherichtlijn. Borgen Veiligheid bij Functieherstel. Behoort bij VVW- Trein. Brancherichtlijn Borgen Veiligheid bij Functieherstel 1.

Brancherichtlijn. Borgen Veiligheid bij Functieherstel. Behoort bij VVW- Trein. Brancherichtlijn Borgen Veiligheid bij Functieherstel 1. Brancherichtlijn Borgen Veiligheid bij Functieherstel Behoort bij VVW- Trein Brancherichtlijn Borgen Veiligheid bij Functieherstel 1.0 dec 14 1 Brancherichtlijn Borgen Veiligheid bij Functieherstel 1.0

Nadere informatie

Vergunning als bedoel in artikel 10 en 11 van het Besluit bijzondere spoorwegen (no.: BWBR ) (Bbijs) EMA-vergunning nummer: 1.

Vergunning als bedoel in artikel 10 en 11 van het Besluit bijzondere spoorwegen (no.: BWBR ) (Bbijs) EMA-vergunning nummer: 1. Vergunning als bedoel in artikel 10 en 11 van het Besluit bijzondere spoorwegen (no.: BWBR0036778 ) (Bbijs) EMA-vergunning nummer: 1. De Stichting Electrische Museumtram Amsterdam (EMA), ingeschreven bij

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 8.4.2019 L 97/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2019/554 VAN DE COMMISSIE van 5 april 2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

Methode voor toerekening van kosten aan de dienst opstellen 2018 ProRail

Methode voor toerekening van kosten aan de dienst opstellen 2018 ProRail Methode voor toerekening van kosten aan de dienst opstellen 2018 ProRail 7 december 2018 Kenmerk: T20160151-1904285154-1231 1 Versiebeheer Versiebeheer en verwerkte aanvullingen Versie Datum Aanvulling

Nadere informatie

Besluit Regels in het belang van de verkeersveiligheid Lokaal spoor in de Stadsregio Amsterdam

Besluit Regels in het belang van de verkeersveiligheid Lokaal spoor in de Stadsregio Amsterdam Besluit Regels in het belang van de verkeersveiligheid Lokaal spoor in de Stadsregio Amsterdam Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam Beslissende over Regels in het belang van de verkeersveiligheid

Nadere informatie

Deze werkinstructie is van toepassing binnen het beheers- en onderhoudsgebied van de NV Westerscheldetunnel.

Deze werkinstructie is van toepassing binnen het beheers- en onderhoudsgebied van de NV Westerscheldetunnel. Toepassingsgebied Deze werkinstructie is van toepassing binnen het beheers- en onderhoudsgebied van de NV Westerscheldetunnel. Werkwijze Hoofdstuk 1 DEFINITIE 1.1 Landbouwverkeer 2 1.1.1 Geen Landbouwverkeer.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 215 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Netverklaring 2016. Gemengde net. bijgewerkt t/m aanvulling 4. zondag 13 december 2015 t/m zaterdag 10 december 2016

Netverklaring 2016. Gemengde net. bijgewerkt t/m aanvulling 4. zondag 13 december 2015 t/m zaterdag 10 december 2016 Netverklaring 2016 Gemengde net bijgewerkt t/m aanvulling 4 geldigheidsperiode: dienstregelingjaar 2016 zondag 13 december 2015 t/m zaterdag 10 december 2016 (inclusief de eerdere behandeling van capaciteitsaanvragen

Nadere informatie

Procedure Langstransport

Procedure Langstransport Procedure Langstransport In vier processtappen: 1. Voorbereiding Langstransport 2. Besluitvorming Langstransport 3. Uitvoering Langstransport 4. Beëindiging Langstransport Definitief versie 4.0 Inhoudsopgave

Nadere informatie

tussen en NedTrain B.V.

tussen en NedTrain B.V. Raamovereenkomst inzake toegang tot en gebruik van Dienstvoorzieningen van NedTrain door Spoorwegondernemingen tussen en NedTrain B.V. Contractnummer NT..-.. Pagina: 1/8 De ondergetekenden: de. vennootschap..,

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Checklist milieu DRGL 2014

Checklist milieu DRGL 2014 Checklist milieu DRGL 2014 Eigenaar: VenD CV Verkeer Identificatie: CM2014-JS-20140407 Versie: 14.3 Status: Definitief Datum: 07 april 2014 De checklist milieu is een hulpmiddel om bij uw aanvraag rekening

Nadere informatie

Vakkennis Machinist. Cluster 10 Treinincidenten. Huidige versie: Versie 4.0 vraag-antwoordstructuur (IB. HB IvdS, RvS, MV)

Vakkennis Machinist. Cluster 10 Treinincidenten. Huidige versie: Versie 4.0 vraag-antwoordstructuur (IB. HB IvdS, RvS, MV) Vakkennis Machinist Cluster 10 Treinincidenten Huidige versie: Versie 4.0 vraag-antwoordstructuur (IB. HB IvdS, RvS, MV) 01-11-16 De vakkennis is bedoeld als bronmateriaal en niet als leerboek, vandaar

Nadere informatie

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2018

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2018 Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van in 2018 Datum: 27 mei 2019 Status: Definitief Pagina 2 van 9 Inhoud Inhoud 3 1. Samenvatting 4 2. Inleiding

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Treindienstleider

Kwalificatiedossier Treindienstleider Kwalificatiedossier Treindienstleider Plaats: Amersfoort Datum: 1 augustus 2005 Status: Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze ontwikkeld zijn door COLO.

Nadere informatie

Handboek Incidentmanagement Rail

Handboek Incidentmanagement Rail Handboek Incidentmanagement Rail Handboek Incidentmanagement Rail 1 INLEIDING... 3 2 POSITIONERING HANDBOEK INCIDENTMANAGEMENT RAIL... 3 2.1 REIKWIJDTE... 3 2.2 DEFINITIES... 4 2.3 DOELEN VAN DE INCIDENTMANAGEMENTORGANISATIE

Nadere informatie

Vervoer van gevaarlijke stoffen in Landgraaf. Door Peter Robbe, programmamanager Gevaarlijke Stoffen bij ProRail

Vervoer van gevaarlijke stoffen in Landgraaf. Door Peter Robbe, programmamanager Gevaarlijke Stoffen bij ProRail Vervoer van gevaarlijke stoffen in Landgraaf Door Peter Robbe, programmamanager Gevaarlijke Stoffen bij ProRail 1 Vervoer van gevaarlijke stoffen Externe veiligheid gaat over het beheersen van risico s

Nadere informatie

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling Dick Middelkoop 2 december 2010 Master of Business in Rail systems - 7 mei 2009 Dienstregelingsontwerp en Treindienstsimulatie Agenda Introductie

Nadere informatie

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) Aanvullende afspraken in het kader van de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming Op 25 mei 2018 treedt de Algemene Verordening Gegevensbescherming in werking in de EU. Deze verordening

Nadere informatie

nr criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3

nr criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3 Vragenset wegexamen 33A Den Haag Centraal Binckhorst vice versa v13-11-2014 nr criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3 1 Dienstregelingspunten: De machinist kan op basis van de afkortingen

Nadere informatie

PRODUCTVOORWAARDEN PERIODIEKE DIENSTEN VOOR INFRASTRUCTUUR KENTER B.V.

PRODUCTVOORWAARDEN PERIODIEKE DIENSTEN VOOR INFRASTRUCTUUR KENTER B.V. PRODUCTVOORWAARDEN PERIODIEKE DIENSTEN VOOR INFRASTRUCTUUR KENTER B.V. 2017 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Definities 3 2 Toepasselijkheid 4 3 Looptijd en beëindiging 4 4 Uitvoering van de Overeenkomst

Nadere informatie