Algemene probleemstelling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Algemene probleemstelling"

Transcriptie

1 Algemene probleemstelling Exporterende ondernemingen beschikken over een grotere afzetmarkt dan ondernemingen die uitsluitend op het binnenland gericht zijn. Ze kunnen zich specialiseren in die producten, waar ze het efficiëntst in zijn. Doordat ze op grotere schaal kunnen werken, genieten de ondernemingen van de voordelen die daaraan verbonden zijn. Dat maakt lagere prijzen mogelijk. De lagere prijzen in het buitenland zetten ondernemingen ertoe aan zich in het buitenland te bevoorraden. Dat is echter niet de enige reden waarom ondernemingen importeren. Sommige ondernemingen willen de consumenten met hun aankopen uit het buitenland een gevarieerd goederen en dienstenpakket kunnen aanbieden. Andere ondernemingen hebben behoefte aan grondstoffen of willen aan de consumenten producten aanbieden die op de eigen markt niet beschikbaar zijn en enkel in het buitenland aangekocht kunnen worden. Consumenten verschillen sterk van land tot land. Om beter te kunnen inspelen op de voorkeur van de lokaleverbruiker vestigen ondernemingen zich vaak in verschillende landen. Andere ondernemingen zoeken dan weer de plaats van bestemming op om invoerheffingen te ontlopen. Vaak vestigen ondernemingen zich ook in het buitenland omdat de lonen en andere kosten er lager zijn dan in het eigen land. Buitenlandse ondernemingen dragen bij tot de economische groei en tewerkstelling in het gastland. Toch zijn er ook nadelen mogelijk: soms worden de winsten niet geherinvesteerd, maar volledig naar het moederbedrijf versluisd. Ook gebeurt het dat buitenlandse ondernemingen ontoelaatbare druk uitoefenen op de overheid van het gastland. Soms maken ze producten die elders verboden zijn. Mogelijk verdwijnen ze even snel als ze gekomen zijn. Men neemt algemeen aan dat de internationale handel de welvaart bevordert. Toch belemmert de overheid de internationale handel vaak, onder meer door het instellen van invoerheffingen. Daardoor wil de overheid de eigen industrie beschermen. Vaak gebeurt dat om de tewerkstelling veilig te stellen in sectoren waarin men minder efficiënt en bijgevolg duurder is dan het buitenland. Soms gebeurt het omdat men absoluut actief wil blijven in bepaalde strategische sectoren, zoals de landbouw of de wapenindustrie. De lidstaten van de Europese Unie hebben onderling alle handelsbelemmeringen gebannen. Intern is de Europese markt dus een vrijgemaakte markt. Elders in de wereld treft men nog vaak handelsbelemmeringen aan. Landen die toetreden tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) stemmen ermee in de belemmeringen op elkaars export te verminderen. Zij maken daarvoor afspraken tijdens internationale handelsconferenties. Voor producten die in bedenkelijke sociale omstandigheden en/of zonder bekommernis voor het leefmilieu tot stand gebracht zijn, kan men zich afvragen of men de handel wel mag belemmeren. Van In 1

2 Onderzoeksvraag 1 Wat zet ondernemingen aan tot internationale handel? 1 Intro 1 Combineer! Van welke landen zijn dit de vlaggen? Waar komen al deze producten traditioneel vandaan? A Ethiopië B Cuba C Italië D Costa Rica E China F Frankrijk G Nederland H België C E H A G B D F 2 Probleemstelling Wat is een multinationale onderneming? Kan een land zich specialiseren? Waarin kan een land zich specialiseren? Waarom worden goederen in het buitenland aangekocht? Waarom exporteren naar het buitenland? Wat is de wisselkoers? Welke invloed heeft de wisselkoers op de internationale handel? Interessante links bij deze onderzoeksvraag: ace.be/ 3 Leerplandoelstellingen De leerlingen kunnen: formuleren welke motieven ondernemingen hebben om zich op de internationale markt te begeven (SET 3); de wederzijdse afhankelijkheid van markten illustreren en verklaren (SET 3). Van In 2

3 4 VOETen LEREN LEREN De leerlingen: (opvattingen over leren) 1 werken planmatig; 2 reflecteren over hun leeropvattingen, leermotieven en leerstrategieën; (informatieverwerving) 3 kunnen uit gegeven informatiebronnen en kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op de te bereiken doelen; (informatieverwerking) 4 kunnen zinvol inoefenen en herhalen; 5 kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten; (problemen oplossen) 6 herkennen strategieën om problemen op te lossen en evalueren ze. STAM De leerlingen: (communicatief vermogen) 1 brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk; (creativiteit) 2 kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren; (doorzettingsvermogen) 4 blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven; (exploreren) 8 benutten leerkansen in diverse situaties; (kritisch denken) 11 kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van relevante criteria; 12 zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; 13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; (zelfbeeld) 21 verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten; (zelfredzaamheid) 24 maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken; (zorgvuldigheid) 25 stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen. CONTEXTEN De leerlingen: Socio economische context 6 geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden. Van In 3

4 5 Opdrachten Opdracht 1 Wat is een multinationale onderneming? Voor deze opdracht hebben leerlingen toegang nodig tot het internet. De opdracht wordt het beste gevolgd door een bespreking. Bij gebrek aan pc s kan de opdracht klassikaal overlopen worden. De leerlingen kunnen de omschrijving van een mno dan afleiden uit de tabel. Bij uitbreiding kunnen ze op zoek gaan naar enkele andere mno s. 1 Zoek op het internet (bijvoorbeeld via Wikipedia) naar een goede omschrijving van het begrip multinationale onderneming (mno). Een mno is een onderneming die productievestigingen heeft of diensten levert in minstens twee landen. 2 Geef een synoniem voor een multinationale onderneming. Transnationale onderneming 3 Is Wal Mart Stores, Inc. een mno? Waarom? Ja. Het bedrijf heeft namelijk meerdere vestigingen in het buitenland. Opdracht 2 Kan een land zich specialiseren? Deze opdracht kun je het beste klassikaal aanpakken. Zorg ervoor dat de leerlingen de vragen zelf kunnen oplossen en kunnen terugvinden in de tabellen. De grafiek moeten ze zelf kunnen tekenen. Probeer zoveel mogelijk antwoorden van de leerlingen zelf te laten komen. Laat hen ook de cijfers voor de tabel zelf zoeken. Noteer eventueel de begrippen opportuniteitskost en absoluut kostenvoordeel op het bord ter ondersteuning. 1 Vorig schooljaar heb je het begrip arbeidsspecialisatie geleerd. Wat betekent dat? Bij arbeidsspecialisatie leggen arbeiders zich toe op één bepaalde taak. Daarin worden ze zeer goed, waardoor hun productiviteit stijgt. 2 Welk voordeel levert dat op voor het bedrijf? Welk voordeel is er voor de werknemer? De omzet van het bedrijf stijgt, omdat door arbeidsspecialisatie de werknemers meer eenheden kunnen produceren per uur. Zo stijgt de algemene welvaart en dus ook die van de werknemer. Van In 4

5 In het volgende voorbeeld vergelijken we de productie van rekenmachines en graan in België en Nederland. Beide landen hebben evenveel van de productiefactor arbeid ter beschikking. 3 Welke drie productiefactoren ken je? Geef van elke productiefactor een voorbeeld. Natuur: zoet water, aardolie Arbeid: fysieke en mentale arbeid Kapitaal: machines, gebouwen 4 Welk land heeft een absoluut kosten voordeel voor de productie van graan? Waarom? Nederland heeft een absoluut kostenvoordeel voor de productie van graan. Het heeft maar vijf arbeidsuren nodig om een ton graan te produceren (in België kost dat tien arbeidsuren). 5 Welk land heeft een absoluut kostenvoordeel voor de productie van rekenmachines? Waarom? België heeft een absoluut kostenvoordeel voor de productie van rekenmachines. Het heeft maar vijf arbeidsuren nodig om rekenmachines te produceren (in Nederland kost dat 20 arbeidsuren). 6 Vul de tabel aan. Situatie A Situatie B Situatie C Situatie D Situatie E Situatie F Als België al zijn productiefactoren (arbeidsuren) gebruikt voor de productie van rekenmachines, dan bedraagt de productie: Als België al zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van graan, dan bedraagt de productie: Als Nederland al zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van rekenmachines, dan bedraagt de productie: Als Nederland al zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van graan, dan bedraagt de productie: Als België de helft van zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van rekenmachines en de helft voor graan, dan bedraagt de productie: Als Nederland de helft van zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van rekenmachines en de helft voor graan, dan bedraagt de productie: 0 ton graan rekenmachines 10 ton graan 0 rekenmachines 0 ton graan rekenmachines 20 ton graan 0 rekenmachines 5 ton graan rekenmachines 10 ton graan rekenmachines 7 Zet situaties A tot F uit op de grafiek. Op de X as staat het aantal rekenmachines dat geproduceerd kan worden met de gegeven productiefactoren. Op de Y as komt het aantal ton graan. De curve die je zo bekomt, heet een productiemogelijkhedencurve. Je kunt er twee tekenen, een voor België en een voor Nederland. Van In 5

6 8 Wat zouden België en Nederland met hun productiefactoren moeten doen zonder internationale handel? Ze zouden hun productiefactoren moeten verdelen over beide producten. Er kan immers niets geïmporteerd worden. Als beide landen niet aan internationale handel doen, moeten ze hun arbeidsuren verdelen. Ze kunnen bijvoorbeeld de helft van hun arbeidsuren besteden aan de productie van graan en de helft aan de productie van rekenmachines. Daardoor ontstaat er een zogenaamde opportuniteitskost: voor de productie van één eenheid van het ene product, moeten één of meerdere eenheden van het andere product worden opgeofferd. 9 Hoeveel arbeidsuren heeft België nodig om rekenmachines te produceren? 5 arbeidsuren 10 Hoeveel arbeidsuren heeft België nodig om 1 ton graan te produceren? 10 arbeidsuren 11 Hoeveel rekenmachines moet België opofferen als het 1 ton graan extra wil produceren? België moet rekenmachines opofferen, want voor 1 ton graan heeft België tien arbeidsuren nodig. Dat is twee keer meer dan de arbeidsuren nodig voor rekenmachines. 12 Wat gebeurt er nu als beide landen bereid zijn tot internationale handel? Wat is voor beide landen de beste situatie als ze specialisatie toepassen? België specialiseert zich in rekenmachines en Nederland in graan. Elk land heeft immers een absoluut kostenvoordeel bij zijn product.belgië heeft minder productiefactoren nodig voor de productie van rekenmachines dan Nederland en Nederland heeft minder productiefactoren nodig voor de productie van graan dan België.beide landen moeten dan een deel van hun productie exporteren naar het buitenland. We vergelijken nu de twee situaties, zonder en met internationale handel. Van In 6

7 13 Vul de tabel aan. Ga er vanuit dat ieder land de helft van zijn arbeidsuren gebruikt voor elk product. Hoeveel graan en hoeveel rekenmachines produceert ieder land zonder internationale handel? Hoeveel produceren ze elk met internationale handel? Zonder handel Met handel Graan (ton) Rekenmachines Graan (ton) Rekenmachines België Nederland Totale productie Wat kun je besluiten over de totale productie van ieder product in beide situaties? De totale productie is hoger als elk land zich specialiseert en aan internationale handel doet. 15 Omschrijf het begrip absoluut kostenvoordeel met je eigen woorden. Een land heeft een absoluut kostenvoordeel ten opzichte van een ander land bij de productie van product X als het met dezelfde hoeveelheid productiefactoren meer van product X kan produceren dan het andere land. Opdracht 3 Waarin kan een land zich specialiseren? Deze opdracht kun je het beste klassikaal aanpakken. Zorg ervoor dat de leerlingen de vragen zelf kunnen oplossen en kunnen terugvinden in de tabellen. De grafiek moeten ze zelf kunnen tekenen. Probeer zoveel mogelijk antwoorden van de leerlingen zelf te laten komen. Laat hen ook de cijfers voor de tabel zelf zoeken. Noteer eventueel de begrippen opportuniteitskost en comparatief kostenvoordeel op het bord ter ondersteuning. 1 Pas het begrip opportuniteitskost toe op de productie van rekenmachines en graan. Wanneer een van beide landen rekenmachines produceert, kan het de arbeidskrachten die daarvoor nodig zijn niet gebruiken om graan te produceren. Dan moet het dus zijn productie van graan opofferen om rekenmachines te produceren. Omgekeerd geldt hetzelfde. In het vorige voorbeeld was Nederland beter in de productie van graan.belgië was beter in de productie van rekenmachines. Die situatie doet zich niet altijd voor. Het kan ook dat hetzelfde land beter is in de productie van allebei de producten. Voor het volgende voorbeeld gaan we ervan uit dat Nederland een nieuwe methode gebruikt om rekenmachines te produceren. Door die nieuwe methode wordt dit de verdeling van de arbeidsuren: 2 Vul deze tabel verder aan. Van In 7

8 Hoeveel ton graan kan België produceren als het daar al zijn productiefactoren voor inzet? Hoeveel rekenmachines kan België produceren als het daar al zijn productiefactoren voor inzet? Hoeveel ton graan kan Nederland produceren als het daar al zijn productiefactoren voor inzet? Hoeveel rekenmachines kan Nederland produceren als het daar al zijn productiefactoren voor inzet? Teken hieronder de nieuwe productiemogelijkhedencurve voor beide landen. Als beide landen zelfvoorzienend zijn, kiest België ervoor om drie ton graan en rekenmachines te produceren. Zo komt het land het beste tegemoet aan de vraag van de binnenlandse consument. Nederland produceert zes ton graan en rekenmachines om aan de vraag van de consument te voldoen. 4 Duid die situatie aan op de grafiek. 5 Welk land is het meest efficiënt in het produceren van graan. Welk land is dat in het produceren van rekenmachines? Waarom? Nederland is het meest efficiënt voor beide producten, omdat het met dezelfde productiefactoren van ieder product meer kan produceren. 6 Vul aan. Hoeveel rekenmachines moet België opofferen om 1 ton graan te produceren? Hoeveel rekenmachines moet Nederland opofferen om 1 ton graan te produceren? rekenmachines rekenmachines Van In 8

9 Hoeveel ton graan moet België opofferen om rekenmachines te produceren? Hoeveel ton graan moet Nederland opofferen om rekenmachines te produceren? 0,5 ton 0,4 ton 7 Hoe noemen we het opofferen van de productie van een product om een ander product te kunnen vervaardigen? De opportuniteitskost 8 Noteer de verhoudingen in de tabel. Opportuniteitskost per ton graan België 1G = 2R 1R = 0,5G Nederland 1G = 2,5R 1R = 0,4G Opportuniteitskost per rekenmachines Je kunt op de productiemogelijkhedencurve de opportuniteitskost van een van beide producten beoordelen. Je zet dat product dan uit op de X as. Het andere product komt op de Y as. 9 Schrap wat niet past. Hoe groter de opportuniteitskost voor een product, hoe steiler/minder steil de productiemogelijkhedencurve. Hoe lager de opportuniteitskost voor een product, hoe steiler/minder steil de productiemogelijkhedencurve. De producent die de kleinste opportuniteitskost heeft bij het produceren van een goed, heeft een relatief of comparatief kostenvoordeel in het produceren van dat goed. In dit geval heeft België een relatief kostenvoordeel voor de productie van graan.belgië moet immers minder rekenmachines opofferen om graan te produceren. 10 Op welk product kan elk land zich het beste concentreren als we rekening houden met het relatieve kostenvoordeel? Hoeveel kan elk land dan van zijn product produceren? België kan zich beter toespitsen op de productie van graan en kan tien ton graan produceren. Nederland kan zich beter toespitsen op rekenmachines en kan rekenmachines produceren. Anders gezegd zullen beide landen zich nu specialiseren in één product. Dat heet internationale specialisatie. Het andere product moet nu geïmporteerd worden. 11 Wat gebeurt er nu met de productie van graan in België en met de productie van rekenmachines in Nederland? Een deel wordt gebruikt voor binnenlandse consumptie. De rest wordt geëxporteerd naar het andere land. Van In 9

10 Productie Zonder handel Met handel Rekenmachines Graan (ton) Rekenmachines Graan (ton) België Nederland Totale productie Wat is het voordeel van specialisatie? Bij internationale handel zal op wereldniveau (totale productie) de productie toenemen. Door internationale specialisatie en internationale handel is de welvaart gestegen. Er wordt immers meer geproduceerd dan in het geval dat de landen zelfvoorzienend zouden zijn en dus kan er meer geconsumeerd worden. Waarom heeft een land een relatief of comparatief kostenvoordeel? De aanwezigheid van productiefactoren en de verhouding tussen de soorten productiefactoren verschilt van land tot land. Daarom heeft ook ieder land een ander relatief kostenvoordeel. Het is logisch dat een land vooral de producten maakt die het naar verhouding voordeliger kan produceren dan andere landen. Andere producten moet het dan invoeren. Op die manier worden de productiefactoren zo gunstig mogelijk gebruikt. Internationale arbeidsverdeling verhoogt dus de productiviteit en daarmee ook de welvaart. 13 Waarin zal een land met een grote beroepsbevolking ten opzichte van zijn oppervlakte, zich in hoofdzaak specialiseren? Het land zal zich niet specialiseren in grondintensieve producten. De grond is namelijk relatief schaars en dus is de prijs van de grond hoog. De prijs van arbeid zal juist lager liggen. Het land kan zich dus maar beter specialiseren in arbeidsintensieve producten. Die kan het namelijk goedkoper produceren dan landen waar arbeid duurder is. 14 Welke factoren kunnen zorgen voor een comparatief voordeel? Klimaat Beschikbaarheid aan grondstoffen Verschillen in scholingsniveau Verschillen in technologische ontwikkeling Verschillen in de kosten van productiefactoren (vb. de verschillen in arbeidslonen) Verschillen in tradities, cultuur, godsdienst en andere niet economische omstandigheden die invloed uitoefenen op de kosten van de productie 15 Om te kunnen concurreren met andere landen, is het ideaal als een land één of meerdere comparatieve voordelen heeft. Sommige comparatieve voordelen kun je echter moeilijk beïnvloeden of veranderen. Welke? Het klimaat en de beschikbare grondstoffen kun je moeilijk veranderen. Die zijn er nu eenmaal. Van In 10

11 16 Welke comparatieve voordelen kun je als land wel beïnvloeden, zodat je ze als voordeel behoudt? Het scholingsniveau, opleidingen, training, technologische ontwikkeling Opdracht 4 Waarom worden goederen in het buitenland aangekocht? Deze opdracht kunnen de leerlingen in groepjes voorbereiden. Daarna kan ze klassikaal besproken worden. 1 Wat is het voornaamste ingrediënt voor de productie van chocolade? Cacaobonen 2 Waar haalt Chocolade Jacques die grondstoffen vandaan? Neem bijvoorbeeld eens een kijkje op de website van het bedrijf. Ivoorkust en Ghana. 3 Waarom zou Chocolade Jacques zijn grondstoffen daar halen? In die landen zijn de omstandigheden veel beter om cacaobonen te produceren. Er is meer grond, een gunstiger klimaat en arbeidskrachten zijn er goedkoper. Ivoorkust en Ghana hebben dus een comparatief voordeel. Het klimaat in België laat geen cacaoproductie toe. 4 Welke andere voorbeelden van grondstoffen ken je nog die we in België voornamelijk invoeren en niet zelf ontginnen of produceren? Geef telkens aan waarom. Olie, gas zijn in België niet aanwezig. Sinaasappelen hebben een ander klimaat nodig. Ijzererts is in ons land niet aanwezig als grondstof. 5 Noem vijf buitenlandse, afgewerkte producten op die je kunt terugvinden in een supermarkt of kleinhandelszaak? Zwitserse chocolade, Franse wijn, Italiaanse schoenen, Nederlandse tulpen, rijst. 6 Waarom liggen die producten hier in de winkels? Er is vraag naar. Winkeliers spelen zo in op de voorkeuren en behoeftes van hun consumenten. 7 Wat kun je besluiten uit de tabel? Er zijn prijsverschillen tussen landen voor identieke producten. 8 Hoeveel procent verschil is er bijvoorbeeld tussen de ipad van 16 GB in de VS en in België? De Belgische ipad is 101,93 euro duurder dan de Amerikaanse ( ,07). In België kost de ipad dus (101,93 / 397,07) x 100 = 25,67 % meer dan in de VS (de taksen in de VS buiten beschouwing gelaten). Van In 11

12 9 Welke gevolgen heeft de goedkope Chinese apad voor de internationale handel? Veel consumenten zullen de voorkeur geven aan het goedkopere Chinese model van de ipad. Daardoor ontstaat er ook in andere landen in de wereld vraag naar de apad en wordt de apad een concurrent voor de ipad. Opdracht 5 Waarom exporteren naar het buitenland? Voor vraag 1 kunnen de leerlingen zelf de oplossing vinden. Voor vragen 2 en 3 zal de leraar de leerlingen moeten sturen. Vraag 3 kunnen ze opzoeken op het internet. Daar moeten ze op zoek gaan naar de biermarkt in bijvoorbeeld Tsjechië en Duitsland. Dat kun je het beste doen wanneer je voldoende tijd hebt. 1 In ieder artikel kun je een reden terugvinden voor bedrijven om zich op de internationale markt te begeven. Welke? Bij overcapaciteit kan men het overschot aan productie op de internationale markt aanbieden. Bij overvloed aan financiële middelen wordt het mogelijk om internationaal te groeien. Als een bedrijf een bepaald concurrentievoordeel heeft op de internationale markt kan het dat gebruiken om te kunnen concurreren met andere spelers op die markt. Soms moet een onderneming zich op de internationale markt begeven om een klant te volgen die men niet wil verliezen. 2 Op de kaart zie je dat Heineken actief is op vele markten. Welke voordelen zijn daaraan verbonden? Risicospreiding: als op één markt de consumptie in elkaar stort, is er nog omzet op de andere markten. Schaalvoordelen: door op grote schaal te produceren en te verkopen, kunnen kosten verdeeld worden over meerdere producten. Voorbeelden zijn reclamekosten. Toename van de omzet: hoe groter je afzetgebied, hoe groter de omzet. 3 Noem drie landen waarin Heineken een laag marktaandeel heeft. Wat zou daarvan de reden kunnen zijn? België had vroeger Interbrew, dat is nu door fusies en overnames AB InBev geworden. Dat heeft in België een zeer groot marktaandeel. Duitsland heeft bijna lokale brouwerijen en dus is de concurrentie voor Heineken er erg groot. In Tsjechië ligt het stadje Pilsen. Niet toevallig dus dat onze pintjes in verschillende andere talen pils genoemd worden. Tsjechië is dan ook erg trots op zijn eigen bieren. Van In 12

13 Opdracht 6 Wat is de wisselkoers? Thema 2 Produceren voor de wereldmarkt De vragen van opdracht 6 en 7 kun je het beste samen met de leerlingen bespreken. Op de website van de Tijd vind je makkelijk de actuele wisselkoersen. Een aanknopingspunt is de ervaring van leerlingen die al eens naar het buitenland zijn geweest en daar in een andere munteenheid hebben moeten betalen. 1 In welke munteenheid zullen Evi en Robin op reis hun aankopen en het huren van hun wagen moeten betalen? Amerikaanse dollar US dollar USD 2 Hoe kunnen ze aan die valuta geraken? Bij de bank zullen ze hun euro s moeten ruilen voor US dollars. 3 Wat bepaalt de hoeveelheid aan vreemde valuta die Evi en Robin krijgen? Dat is in de eerste plaats afhankelijk van de wisselkoers van de euro t.o.v. de dollar. Verder komen er vaak nog kosten bij voor de internationale transactie of voor het wisselagentschap. 4 Omschrijf het begrip wisselkoers met je eigen woorden. De wisselkoers is de waarde van de euro op een bepaald moment, uitgedrukt in een vreemde munt. Bijvoorbeeld als de wisselkoers van de euro vandaag 1,20 USD is, krijg je voor elke euro die je inruilt 1,20 US dollar van de bank. 5 Hoeveel bedraagt de wisselkoers op dit moment? Kijk eens op de website van de Tijd. 1,00 euro = US dollar 1,00 US dollar = euro 6 Wat betekent dat nu? Hoeveel US dollar zouden Evi en Robin op dit moment krijgen? 1,00 euro = X US dollar. Als Evi en Robin euro inleveren bij de bank krijgen ze X US dollar in de plaats. De wisselkoers verandert bijna dagelijks. Dat betekent dat de waarde van een munt (bijvoorbeeld de euro) ten opzichte van een andere munt (bijvoorbeeld de US dollar) ook verandert. 7 Wat zorgt ervoor dat de wisselkoers van een munteenheid (valuta) wijzigt? Vraag naar en aanbod van valuta. 8 In de volgende tabel zie je drie verschillende wisselkoersen van de euro (EUR) tegenover de USdollar (USD).bereken hoeveel US dollar Evi en Robin telkens krijgen bij de gegeven wisselkoers. Van In 13

14 Wisselkoers Euro US dollar A 1 EUR = 1,25 USD B 1 EUR = 1,50 USD C 1 EUR = 1,10 USD Schrap wat niet past. Vergelijk situatie B en C telkens met situatie A. In situatie B zeggen we dat de euro zwakker/sterker is geworden tegenover de US dollar omdat we per euro minder/meer US dollars krijgen. In situatie C zeggen we dat de euro zwakker/sterker is geworden tegenover de US dollar omdat we per euro minder/meer US dollars krijgen. We kunnen het ook omdraaien. Wanneer een inwoner van de VS euro s wil kopen, moet hij bij een stijging van de euro tegenover de dollar meer/minder dollars uitgeven voor één euro. Wanneer een inwoner van de VS euro s wil kopen, moet hij bij een daling van de euro tegenover de dollar meer/minder dollars uitgeven voor één euro. 10 Wanneer heb je nu vraag naar of aanbod van valuta? Voorbeeld 1 Vraag naar Aanbod van Vraag naar $ Aanbod van $ Een Belgische exporteur verkoopt zijn producten op de Amerikaanse markt. x x Een Belgische importeur koopt goederen van een Amerikaans bedrijf. x x Voorbeeld 2 Vraag naar Aanbod van Vraag naar $ Aanbod van $ Een Belgisch bedrijf investeert in de VS, bijvoorbeeld door een filiaal op te starten. x x Een Amerikaans bedrijf investeert in België. x x Van In 14

15 Opdracht 7 Welke invloed heeft de wisselkoers op internationale handel? De vragen van opdracht 6 en 7 kun je het beste samen met de leerlingen bespreken. Op de website van de Tijd vind je makkelijk de actuele wisselkoersen. Een aanknopingspunt is de ervaring van leerlingen die al eens naar het buitenland zijn geweest en daar in een andere munteenheid hebben moeten betalen. Olie wordt op de internationale markt verhandeld in US dollar. In augustus 2010 kostte een vat olie 77,00 USD. De wisselkoers van de euro bedroeg $ 1,30 voor 1,00. Een olieraffinaderij uit Antwerpen wil olie aankopen om te verwerken. 1 Welke twee situaties met betrekking tot de wisselkoers kunnen zich voordoen? De euro kan sterker worden tegenover de US dollar, dat betekent dat er voor een euro meer US dollars moeten betaald worden. Bijvoorbeeld 1,00 = $ 1,45. De euro kan zwakker worden tegenover de US dollar. Bijvoorbeeld 1,00 = $ 1,10. 2 Welke situatie is voor de olieraffinaderij het meest voordelig? Leg uit aan de hand van een cijfervoorbeeld. Het beste is dat de US dollar zwakker wordt tegenover de euro (of de euro sterker). Dan moet het bedrijf minder euro s in dollars omzetten. Het product (olie) wordt dus eigenlijk goedkoper. Cijfervoorbeeld: Het bedrijf wil tien vaten kopen. 1 euro = 1,30 US dollar of 1 US dollar = 0,77 euro. In augustus 2010 zou hij $ 770 moeten betalen. Omgerekend zou dat 592 zijn (770 x 0,77). Als de wisselkoers van de dollar zou dalen, bijvoorbeeld 1,00 = $ 1,45 of $ 1 = 0,69, dan zou het bedrijf maar 531 moeten betalen (770 x 0. 69). 3 Wat voor een effect kan de wisselkoers hebben op de Belgische economie? Verandering van wisselkoersen heeft zijn invloed op de omvang van de internationale handel, en daarmee op productie en werkgelegenheid. Als de wisselkoers van de euro daalt, worden Belgische producten voor het buitenland goedkoper. De internationale concurrentiepositie van België is dan beter. Andere landen zullen meer goederen en diensten uit België importeren. De omvang van de Belgische export neemt toe. Tegelijk daalt de omvang van de Belgisch import, omdat buitenlandse producten voor Belgen duurder worden. De buitenlandse munt wordt immers duurder tegenover de euro. Een daling van de wisselkoers leidt dus tot een hogere export en een lagere import. Omgekeerd leidt een stijging van de wisselkoers tot een lagere export en een hogere import. Buitenlandse producten worden goedkoper voor ons, onze producten worden te duur voor het buitenland. Een daling van de wisselkoers is gunstig voor de werkgelegenheid, omdat de export stijgt. Een stijging van de wisselkoers is gunstig voor de consument, omdat buitenlandse producten goedkoper worden. Van In 15

16 4 Hoe komt het dat de kostprijs van bedrijven kan stijgen als de wisselkoers wijzigt? Stel de wisselkoers is $ 1,00 = 1,00. Als een onderneming zijn grondstoffen in de VS koopt, betaalt hij bijvoorbeeld US dollars (of euro) voor een bepaalde hoeveelheid. Als de dollar sterker wordt, heeft dat een nadelige invloed. Stel de wisselkoers wordt $ 1,00 = 1,25. Nu moet de onderneming meer euro s inruilen per US dollar. Dus US dollar wordt nu x 1,25 = euro. Opdracht 8 Wat is de Big Mac index? Deze opdracht is extra. Je kunt ze weglaten in geval van tijdsnood. De opdracht is wel een andere manier om de wisselkoers te benaderen en om ook de koopkracht over de landen heen erbij te betrekken. Ook deze opdracht kun je het beste klassikaal doen. Wanneer je Big Mac index ingeeft in google, vind je snel de actuele index. 1 Hoeveel kostte een Big Mac in 2010 in de VS? $ 3,58 2 Hoeveel kostte een Big Mac gemiddeld in het eurogebied? $ 4,84 3 Als je weet dat de wisselkoers op dat moment 1,00 = $ 1,40 was, wat kun je dan afleiden uit de vergelijking met de Big Mac index? In de VS kocht je voor $ 3,58 een Big Mac, in de eurozone kostte die $ 4,84. De euro is dus 35 % overgewaardeerd. (4,84 3,58)/3,58 = 35 %. Als we de waarde van de euro nu verlagen met 35%, dan zou de wisselkoers 1,00 = $ 0,91 worden. Volgens de Big Mac index moet de euro dus in waarde dalen. 6 To the point Internationale handel verwijst naar een uitwisseling van goederen en diensten die plaatsvindt over internationale grenzen heen. Een multinationale onderneming (mno) is een onderneming die één of meerdere vestigingen heeft in twee of meer landen. Zoals arbeidsspecialisatie voordelen biedt binnen een onderneming, wordt er ook op wereldschaal aan internationale arbeidsverdeling gedaan. Bij internationale arbeidsverdeling specialiseert een ondernemingen of land zich in de productie van een bepaald product. Daarbij moet dan wel rekening worden gehouden met de opportuniteitskost. Die geeft weer hoeveel eenheden van een product men moet opgeven om een ander product te kunnen vervaardigen. Als de opportuniteitskost voor de productie van een bepaald goed in het ene land kleiner is dan in het andere, heeft dat land een Van In 16

17 comparatief of relatief kostenvoordeel. Het comparatieve voordeel en de opportuniteitskost zijn gedeeltelijk vooraf bepaald. Elk land heeft namelijk een gegeven aanwezigheid van natuurlijk bronnen (grondstoffen) en een gegeven geografische ligging en klimaat. Ook het beleid (overheid) en historisch toeval spelen mee. Ondernemingen willen in de eerste plaats winst maken. Als hun thuismarkt verzadigd is, kunnen ze alleen nog verder groeien door naar het buitenland te trekken. Door zich op de internationale markt te begeven, vergroot een bedrijf zijn afzetmarkt. Daardoor kan dan de omzet toenemen en stijgt ook de winst. Als ondernemingen op grotere schaal kunnen werken, ontstaan er schaalvoordelen. Die zorgen voor lagere kosten per product en dus lagere prijzen. Er zijn nog andere redenen om internationaal te opereren. Voor het ene bedrijf is dat overcapaciteit. Een tweede wil zijn klanten volgen op de internationale markt. Andere ondernemingen hebben een overschot aan financiële middelen of een concurrentievoordeel op de buitenlandse markt en willen dat benutten. Ondernemingen moeten vaak grondstoffen invoeren die op de thuismarkt niet beschikbaar zijn. Denk maar aan cacaobonen, ijzererts, katoen enz. Ook afgewerkte producten worden ingevoerd uit het buitenland. Enerzijds kan dat te maken hebben met het assortiment dat een onderneming wil aanbieden om de consument aan te spreken. Anderzijds is de consument veeleisend en wil hij zijn behoeften bevredigd zien. Door ook buitenlandse producten aan te bieden vergroot de onderneming haar assortiment en spreekt zij meer mensen aan. Daarom vind je bij ons dus wijnen en kaas uit Frankrijk, olijfolie en lederen zetels uit Italië Bovendien zijn bepaalde goederen nu eenmaal goedkoper in het buitenland. Het is dus vanzelfsprekend dat ondernemingen ook aankopen doen op de buitenlandse markt. Als een land aan internationale handel doet, heeft dat een invloed op de import en exportstromen van dat land. Ook een mno die zich in het buitenland vestigt en van daaruit exporteert heeft daar een grote invloed op. Een andere belangrijke factor is de wisselkoers. De wisselkoers is de prijs van een munteenheid ten opzichte van een andere munt. Als de waarde van de munt toeneemt, spreken we van appreciatie. Daalt de waarde van de munt, dan spreken we van depreciatie. De wisselkoers bepaalt een groot deel van de export en import van een land. Goederen worden namelijk meestal betaald in de munteenheid van het land. Stijgt bijvoorbeeld de waarde van de euro tegenover de waarde van de dollar, dan wordt het duurder voor de VS om Europese producten te kopen. Daardoor daalt de Europese export. Anderzijds worden Amerikaanse goederen voor Europa goedkoper en stijgt dus de Amerikaanse export. Van In 17

18 7 Mindmap 8 Oefeningen Oefening 1 Wanneer heeft een land een comparatief voordeel? Maak kleine groepjes van ongeveer drie leerlingen. Laat de leerlingen deze opdracht in groep oplossen. Overloop daarna de oplossing en bespreek eventuele problemen. 1 Waaraan hebben volgende landen hun comparatief voordeel te danken? Franse wijn klimaat, traditie Belgische chocolade kennis Fins hout en papier aanwezigheid van bossen (natuur) Nederlandse bloemen kennis, traditie Taiwanees speelgoed goedkope arbeidskrachten Italiaanse kledij (zijde) kennis, traditie Ierse schapen grote aanwezigheid van vlaktes Frankrijk en Italië produceren allebei kaas en wijn. We gaan ervan uit dat arbeid de enige productiefactor is. De arbeidsproductiviteit in beide landen verschilt weliswaar. In Italië is de arbeidsproductiviteit per uur drie liter wijn en zes kilogram kaas. In Frankrijk is de arbeidsproductiviteit 2 liter wijn en 1 kilogram kaas. Wat bepaalt de totale hoeveelheid die beide landen kunnen produceren? De arbeidsproductiviteit en het aantal arbeiders. Als ieder land over 100 arbeidsuren beschikt, hoeveel kunnen ze dan elk produceren? Van In 18

19 Vul de tabel aan. Italië Frankrijk Liter wijn geproduceerd in 100 arbeidsuren Kilogram kaas geproduceerd in 100 arbeidsuren Teken voor beide landen de productiemogelijkhedencurve. 3 Als beide landen zelfvoorzienend zijn, moet Italië 100 liter wijn en 400 kg kaas produceren. Frankrijk moet 50 liter wijn en 75 kg kaas produceren. Die hoeveelheden zijn nodig om aan de vraag van de consument te kunnen voldoen. Duid dat aan op de grafiek. 4 Welk land heeft een absoluut voordeel voor kaas? Waarom? Italië heeft een absoluut voordeel voor de productie van kaas, omdat het veel productiever is. Met 100 eenheden arbeid kan het meer kaas produceren dan Frankrijk. 5 Welk land heeft een absoluut voordeel voor wijn? Waarom? Italië heeft OOK een absoluut voordeel voor de productie van wijn, omdat het veel productiever is. Met 100 eenheden arbeid kan het meer wijn produceren dan Frankrijk. 6 We gaan bepalen waar elk land zich het beste in kan specialiseren. Waarmee moeten we dan rekening houden? We moeten rekening houden met de opportuniteitskost. 7 Maak die berekening voor beide producten voor beide landen. Italië moet voor 1 liter wijn, 2 kg kaas opofferen. Italië moet voor 1 kg kaas, ½ liter wijn opofferen. Frankrijk moet voor 1 liter wijn, ½ kg kaas opofferen. Frankrijk moet voor 1 kg kaas, 2 liter wijn opofferen. Van In 19

20 8 Waarin zal elk land zich dus specialiseren? Een land specialiseert zich best in het goed waar het een relatief voordeel in heeft. Van dat goed is de opportuniteitskost namelijk het laagst. Italië heeft een relatief voordeel voor kaas (½ is minder dan 2), Frankrijk voor wijn (½ is minder dan 2). 9 Vul nu de tabel verder aan. Bij 100 arbeidsuren Zonder handel Met handel Wijn (liter) Kaas (kg) Wijn (liter) Kaas (kg) Italië Frankrijk TOTAAL Welk voordeel heeft internationale specialisatie nu opgeleverd? Op wereldniveau is de productie gestegen waardoor er meer consumptie mogelijk is en dus stijgt de welvaart. Oefening 2 Welke valuta ken je? Plaats de leerlingen per twee aan een pc om op internet te zoeken. Bij tijdgebrek kan deze oefening als huistaak gegeven worden. 1 Ga op het internet op zoek naar de munteenheden van de landen in de tabel. Vermeld de munteenheid, de afkorting en het symbool en de wisselkoers ten opzichte van de euro. Land Munteenheid Afkorting symbool Wisselkoers Verenigde Staten van Amerika Amerikaanse dollar USD $ Verenigd Koninkrijk Britse Pond Sterling GBP Japan Japanse Yen JPY China Chinese Yuan (Renminbi) CNM Rusland Russische Roebel RUB py6 India Indiase Roepi INR Brazilië Braziliaanse Real BRL R$ Zwitserland Zwitserse Frank CHF Fr. of SFr. Zweden Zweedse Kroon SEK kr Van In 20

21 2 Zoek op het internet meer informatie over de euro. In welke landen is de euro de officiële munteenheid? Hoe heet die zone? Die zone heet de eurozone. Op 1 januari 2002 hebben twaalf landen de euro als nationaal betaalmiddel ingevoerd: België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Luxemburg, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Op 1 januari 2007 trad Slovenië (13) toe. Op 1 januari 2008 hebben Cyprus (14) en Malta (15) de euro ingevoerd. Slowakije (16) is op 1 januari 2009 toegetreden en sinds 1 januari 2011 heeft ook Estland de eurozone vervoegd. Oefening 3 Juist of fout? Verklaar. Plaats de leerlingen per twee aan een pc om op internet te zoeken. Bij tijdgebrek kan deze oefening als huistaak gegeven worden. 1 Als de US dollar apprecieert ten opzichte van de euro, deprecieert de euro tegenover de USdollar. Juist. 2 Als Chinese ondernemingen investeren in Europa, daalt de vraag naar de euro. Fout. Door te investeren in Europa, gebruiken de Chinese investeerders euro s. Ze zetten hun munt, de yuan, om naar euro. Zo stijgt de vraag naar de euro. 3 Als de export van Amerika naar Europa toeneemt, stijgt de vraag naar euro s. Fout. Wij betalen de Amerikaanse producten in US dollars, dus de vraag naar dollars stijgt. Oefening 4 Kun je ook een dienst exporteren? Plaats de leerlingen per twee aan een pc om op internet te zoeken. Bij tijdgebrek kan deze oefening als huistaak gegeven worden. 1 Op welke manier wordt hier aan buitenlandse handel gedaan? Het bedrijf voert geen kennis uit, maar levert een dienst op de internationale markt. Die omvat voornamelijk ontwerp, engineering en coördinatie van het project. 2 Op welke manier onderscheidt het bedrijf zich van de concurrentie? Wat levert dat op? Ze hebben zich gespecialiseerd in moeilijke en complexe projecten. Dat is hun concurrentievoordeel. Van In 21

22 3 Wat zijn de vooruitzichten? Het bedrijf zal in de toekomst investeren door uit te breiden en te investeren in zonnepanelen. Nieuwe kansen zijn het Europees kampioenschap voetbal in Polen en de ontwikkeling van nieuwe producten. Geluidswerende panelen langs drukke wegen zijn daar slechts één voorbeeld van. Oefening 5 Wat vertelt de IKEA Billy index ons? (uitbreiding) Deze opdracht kun je het beste klassikaal uitvoeren. Leg ook hier weer het verband tussen de wisselkoers en de koopkracht. 1 In welk land is een Billy het goedkoopst? De Verenigde Arabische Emiraten (V. A. E. ) 2 Waar is de boekenkast het duurst? Israel 3 Leg aan de hand van beide landen de index in de laatste kolom uit. De gemiddelde prijs over heel de wereld bedraagt 60,09 USD. Bij de gemiddelde prijs zetten we de index op 100. Als je de nationale kostprijs deelt door de gemiddelde prijs, zie je hoeveel procent van het gemiddelde de kast kost. In de Verenigde Arabische Emiraten: 47,64/60,09 = 79,3 %. De Billy kost slechts 79,3 % van het wereldwijde gemiddelde. Hij is daar dus 20,7 % (100 79,3) goedkoper dan gemiddeld. In Israel is de Billy (103,48/60,09 = 172,2 %) 72,2 % duurder dan het wereldwijde gemiddelde. 4 Wat kun je daar nu uit besluiten over de koopkracht? Rekening houdend met de wisselkoers, zou een IKEA Billy boekenkast overal even duur moeten zijn. Er komen echter grote verschillen voor. De koopkracht is in de V. A. E. groter: voor 1000 dollar kun je daar bijna 21 IKEA Billy boekenkasten kopen. In Israel kun je er voor hetzelfde bedrag nog geen 10 kopen. Van In 22

23 9 Check up Kun je de opdrachten en oefeningen zelfstandig oplossen? Zo ja, vink dan het vakje ernaast aan. Zo neen, maak dan eerst de extra oefeningen via Noteer dan in de laatste kolom de nummers van de Extra s die je maakte. Doelstelling Opdracht Oefening Extra Wat is een mno? 1 Kan een land zich specialiseren? 2 1 Waarin kan een land zich specialiseren? 3 1 Waarom worden goederen in het buitenland aangekocht? 4 Waarom exporteren naar het buitenland? 5 Wat is de wisselkoers? 6, 7, 8 2, 3, 5 Welke invloed heeft de wisselkoers op de internationale handel? 7 3, 5 10 Direct! De krantenartikels worden regelmatig geactualiseerd zodat het niet mogelijk is om een modeloplossing op te nemen. Lees het artikel op 1 Vat het kernidee samen in maximaal drie regels. 2 Wat zijn de gevolgen van die evolutie van de wisselkoers? 3 Welke term gebruikt men om dat aan te geven? 11 Persoonlijk woordenboek De leerlingen kunnen hier een lijst maken van begrippen die niet in de lijst van kernbegrippen in de to the point zijn opgenomen. 12 Action! Hoe belangrijk is buitenlandse handel voor België? Surf naar het Agentschap voor buitenlandse handel ( ace.org). Ga naar statistieken. Beantwoord onderstaande vragen en ontwerp de drie grafieken. Giet alles vervolgens in een verslag Van In 23

24 met als titel Hoe belangrijk is buitenlandse handel voor België?. 1 GRAFIEK 1 Export in België Welke tien landen zijn de belangrijkste klanten van België? Vermeld de cijfergegevens van de 2 laatste jaren. Maak een grafiek zodat de verschillen tussen beide jaren zichtbaar zijn. Welke conclusies kun je trekken? 2 GRAFIEK 2 Import in België Welke tien landen zijn de belangrijkste leveranciers van België? Vermeld de cijfergegevens van de 2 laatste jaren. Maak een grafiek zodat de verschillen tussen beide jaren zichtbaar zijn. Welke conclusies kun je trekken? 3 GRAFIEK 3 Evolutie van import en export in België Op vind je een tabel met de cijfers voor export, import en het bbp van België tot Ga op zoek op het internet en vul die tabel aan met de cijfers vanaf Je kunt opnieuw de website van het Agentschap voor buitenlandse handel gebruiken. Ook op de website van de Nationale bank vind je nuttige informatie. 4 Maak van de tabel een grafiek waarop de invoer, uitvoer en het bbp worden opgenomen. Zorg ervoor dat de evolutie duidelijk zichtbaar is. 5 Bereken de evolutie van de invoer en uitvoer telkens ten opzichte van het voorgaande jaar. Vul met je resultaten de tabel verder aan. 6 Welke conclusie kun je daaruit trekken? 7 Bereken de invoerquote en de uitvoerquote voor elk jaar aan de hand van onderstaande formules. Maak van die gegevens een tabel in Excel (Tabel 2: Evolutie invoer en uitvoerquote voor België) en ontwerp er vervolgens een grafiek van (grafiek 4: Evolutie van invoer en uitvoerquote). Zorg dat je grafiek de evolutie goed duidelijk maakt. Invoerquote = waarde van de invoer/bbp Uitvoerquote = waarde van de uitvoer/bbp 8 Welke conclusies kun je trekken uit de evolutie van de invoerquote en de uitvoerquote? 9 Maak nu je verslag. Opgelet! Je verslag moet een geschreven rapport worden met titels, tabellen en grafieken. Schrijf niet in de vorm van vraag en antwoord, maar maak een samenhangende tekst. Van In 24

25 Evaluatiecriteria Import en export in België Grafiek 1 Export België Max. Score Opmerkingen Juist grafiektype Benoeming van de assen Juiste selectie gegevens Grafiektitel Conclusie Grafiek 2 Import België Juist grafiektype Benoeming van de assen Juiste selectie gegevens Grafiektitel Conclusie Grafiek 3 Evolutie van import en export in België Juist grafiektype Benoeming van de assen Juiste selectie gegevens Grafiektitel Conclusie Tabel 1 Berekening Percentages correct berekend Tabel 2 Berekening invoer en uitvoerquote Correcte berekeningen Overzichtelijke tabel met titel Grafiek 4 Evolutie invoer en uitvoerquote Juist grafiektype Benoeming van de assen Juiste selectie gegevens Grafiektitel Conclusie Verslaggeving over het werk TOTAAL Van In 25

Thema 1 De kern van het ondernemen. Onderzoeksvraag 6 Hoe komt de prijs tot stand? 1 Intro. 2 Probleemstelling. 3 Leerplandoelstellingen.

Thema 1 De kern van het ondernemen. Onderzoeksvraag 6 Hoe komt de prijs tot stand? 1 Intro. 2 Probleemstelling. 3 Leerplandoelstellingen. Onderzoeksvraag 6 Hoe komt de prijs tot stand? 1 Intro 1 Wie bood de tickets van de concerten aan? De organisatie achter Michael Jackson, samen met de O2 arena 2 Wie was vragende partij voor de tickets?

Nadere informatie

Onderzoeksvraag 4 Hoe creëert men toegevoegde waarde en welvaart?

Onderzoeksvraag 4 Hoe creëert men toegevoegde waarde en welvaart? Thema De kern van het ondernemen Onderzoeksvraag 4 Hoe creëert men toegevoegde waarde en welvaart? Intro Wat zie je in deze afbeeldingen? In de eerste foto zie je een katoenplantage. In de tweede foto

Nadere informatie

Geef een voordeel van exporteren. Geef een voordeel van importeren.

Geef een voordeel van exporteren. Geef een voordeel van importeren. Vraagkaarten - blauw & groen De verhouding tussen de euro en de dollar gaat van 1 EUR = 1, 5508 dollar naar 1 EUR = 1, 25 dollar. Is de dollar dan in waarde gedaald of gestegen? De dollar is in waarde

Nadere informatie

Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn?

Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn? Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn? 1 Intro Een onderneming produceert 3 000 eenheden van haar product en maakt daarbij 27 500 euro kosten. De variabele kosten verlopen

Nadere informatie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

Thema 3 Ondernemen is risico s nemen en beheersen. Onderzoeksvraag 6 Wanneer draait een onderneming break-even? 1 Intro. 2 Probleemstelling

Thema 3 Ondernemen is risico s nemen en beheersen. Onderzoeksvraag 6 Wanneer draait een onderneming break-even? 1 Intro. 2 Probleemstelling Onderzoeksvraag 6 Wanneer draait een onderneming break-even? 1 Intro Wat betekent de term break even volgens jou? Break even is de situatie waarbij er geen winst of verlies is. 2 Probleemstelling Hoe wordt

Nadere informatie

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75 DEEL 3.4 DE EURO Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75 3.4. DE EURO DOEL - De leerlingen/cursisten ontdekken de voordelen van het gebruik van de eenheidsmunt: wisselen van geld is niet meer nodig, je spaart

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Euro en andere valuta vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Euro en andere valuta vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 27 September 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62253 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp.

1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. Tekst lezen 1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 2. Er staan een aantal moeilijke woorden in de tekst. Hieronder staat een rijtje.

Nadere informatie

De euro en andere valuta vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De euro en andere valuta vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62289 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt?

Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt? Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt? 1 Intro Peter en Stefanie zijn door de microbe van Mijn restaurant gebeten en willen zelf een restaurant opstarten waar enkel gewerkt

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS Valutamarkt De euro op koers Havo Economie 2010-2011 VERS 2 Hoofdstuk 1 : Inleiding Opdracht 1 a. Dirham b. Internet c. Duitsland - Ierland - Nederland - Griekenland - Finland - Luxemburg - Oostenrijk

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving

Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving Samenvatting door Jiske 1820 woorden 26 juni 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.1 Hoe belangrijk is de wereld voor Nederland?

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat

Nadere informatie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het

Nadere informatie

ERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie

ERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie ERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie Er zijn enkele foutjes geslopen in de eerste druk van het leerwerkboek Economische Topper 6 Algemene economie. Hier vind je een overzicht per thema. Als je

Nadere informatie

BASISVOORBEELD: Wet van de comparatieve kosten (D. Ricardo)

BASISVOORBEELD: Wet van de comparatieve kosten (D. Ricardo) BASISVOORBEELD: Wet van de comparatieve kosten (D. Ricardo) A. Gegeven: Aantal uren om 1 eenheid te produceren Landen Wijn Stof Binnenlandse 60 u. u. 80 u. 100 u. ruilverhouding (W/S) Veronderstel: a.

Nadere informatie

Valuta U verkoopt U koopt. Amerika - dollar 1,2444 1,1488. Australië - dollar 1,7232 1,5296. Canada - dollar 1,5658 1,3893

Valuta U verkoopt U koopt. Amerika - dollar 1,2444 1,1488. Australië - dollar 1,7232 1,5296. Canada - dollar 1,5658 1,3893 Koersen lezen Valuta U verkoopt U koopt Amerika - dollar 1,2444 1,1488 Australië - dollar 1,7232 1,5296 Canada - dollar 1,5658 1,3893 China - yuan renminbi 11,0400 9,0700 Denemarken - kroon 7,9794 7,0811

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

Onderzoeksvraag 2 Waarom zetten ondernemingen vestigingen op in andere landen?

Onderzoeksvraag 2 Waarom zetten ondernemingen vestigingen op in andere landen? Onderzoeksvraag 2 Waarom zetten ondernemingen vestigingen op in andere landen? 1 Intro 1 Welke redenen worden er aangehaald om naar het buitenland te gaan? Groei en (tussen de regels) de productie verplaatsen

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 2653 woorden 21 januari 2002 7 392 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel Hoofdstuk 1 Nederland Handelsland Er is

Nadere informatie

3 Bij deze korte ritten worden levende dieren vervoerd en producten die snel kunnen bederven. Die moeten snel op de plaats van bestemming zijn.

3 Bij deze korte ritten worden levende dieren vervoerd en producten die snel kunnen bederven. Die moeten snel op de plaats van bestemming zijn. Hoofdstuk 7 Nederland handelsland De grens over 1 Vanuit Nederland 10.000 365 (dagen) = 3.650.000 ritten per jaar 3.650.000 =... % van 7.400.000 3.650.000 7.400.000 100 = 49,3% 2 Binnen de EU is er vrij

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 1. Goederenexport van Zwitserland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zwitserse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 1. Goederenexport van Ierland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ierse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp.

1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. Tekst lezen 1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 2. Er staan een aantal moeilijke woorden in de tekst. Hieronder staat een rijtje.

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van het Verenigd Koninkrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Britse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen vwo economie II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 4e klas GT

Hoofdstuk 5 4e klas GT Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Monique Kroon 27 juni 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/80430 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december keer beoordeeld

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december 2007 6,1 19 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Onze PO van geschiedenis gaat over de verschillende factoren van de handel. Ook in welke

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN .. L 9/ II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) /97 VAN DE COMMISSIE van november tot vaststelling van technische informatie voor de berekening van de technische voorzieningen

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Wisselkoersen

Hoofdstuk 5: Wisselkoersen Hoofdstuk 5: Wisselkoersen 1. Begrippen EUR/USD datum: 13/03/2014 23:56 Laatste koers 1.3869 USD % Verschil -0,25 % Vorig Slot 1.3904 Open 1.3904 Bid (biedkoers) 1.3868 Ask (laatkoers) 1.3870 Hoogste-laagtse

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO 2007 1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1. Op de beurs van New York worden de volgende koersen genoteerd : 100 JPY = 0,8 USD ; 1 GBP = 1,75 USD en 1 euro = 0,9273 USD. In Tokyo is de notering 1 USD = 140 JPY. In Londen

Nadere informatie

Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant

Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant IP/04/285 Brussel, 2 maart 2004 Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant Het jongste verslag over autoprijzen toont aan dat op alle markten de prijsconvergentie

Nadere informatie

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU?

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU? Instructie: Wat weet je van de landen van de EU? Korte omschrijving werkvorm De leerlingen gaan in tweetallen aan de slag en krijgen een werkblad. Welk land hoort bij de omschrijving? Elke lidstaat van

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 1. Goederenexport van Spanje naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Spaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken

Nadere informatie

Antwoorden Economie Handel

Antwoorden Economie Handel Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 4e klas GT

Hoofdstuk 5 4e klas GT Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Monique Kroon 27 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/80430 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België

De buitenlandse handel van België De buitenlandse handel van België 1 ste kwartaal 2010 1 De buitenlandse handel van België na het eerste kwartaal van 2010 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van het eerste kwartaal

Nadere informatie

Antwoorden Economie Hoofdstuk 2 Arbeidsdeling en ruil

Antwoorden Economie Hoofdstuk 2 Arbeidsdeling en ruil Antwoorden Economie Hoofdstuk 2 Arbeidsdeling en ruil Antwoorden door Essie 1801 woorden 26 oktober 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 2 2.1 Arbeidsdeling en ruil Antwoord A

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 1. Goederenexport van Canada naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Canadese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/309 VAN DE COMMISSIE. van 23 februari 2017

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/309 VAN DE COMMISSIE. van 23 februari 2017 8..7 NL Publicatieblad van de Europese Unie L / II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 7/9 VAN DE COMMISSIE van februari 7 tot vaststelling van technische informatie

Nadere informatie

1 De onderneming in de wereldeconomie

1 De onderneming in de wereldeconomie 1 De onderneming in de wereldeonomie Meerkeuzevragen 1.1 1.1 Globalisering is een proes a van wereldwijde eonomishe integratie door een sterke toename van de internationale handel en investeringen. b waarbij

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1 1. Goederenexport van Australië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Australische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Voorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL

Voorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL Internationale Economie KU Leuven 2016-2017 Prof. Dr. Jan Van Hove Voorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL Vraag 1: Handelseffecten van Migratie (50 % van het puntentotaal van

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1 1. Goederenexport van Zuid-Korea naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zuid-Koreaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro). Bron: International

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 1 Opgave 1 Bereken: 5 5 = 3.125 12 7 = 35.831.808 1,8 4 = 10,4976 1,07 30 = 7,612255042662029206648128983778 1234567 3 = 1.881.672.302.290.562.263 Opgave 2 Rond de volgende bedragen af op hele

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019 Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dan Pretoria, Zuid -Afrika Wat kunt u verwachten bij deze

Nadere informatie

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. Verhoging tabaksaccijnzen : meer inkomsten en minder rokers PERSBERICHT Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. In België werden er in 2009 11.617 miljoen sigaretten

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Lees ter voorbereiding de volgende teksten en bekijk de vragen en antwoorden van de quiz. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt. Wat wil en doet

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit

Nadere informatie

Categoriale inkomensverdeling

Categoriale inkomensverdeling Categoriale inkomensverdeling - 1 van 5 Categoriale inkomensverdeling 1. Verdeling Het nationaal inkomen dat ontstaat wordt verdeeld over de productiefactoren arbeid, kapitaal en ondernemingsinitiatief.

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1 1. Goederenexport van de Verenigde Arabische Emiraten naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners van de Verenigde Arabische

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1 Opgave 1 Bereken: 5 5 = 3.125 12 7 = 35.831.808 1,8 4 = 10,4976 1,07 30 = 7,612255042662029206648128983778 1234567 3 = 1.881.672.302.290.562.263 Opgave 2 Rond de volgende

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België - 2009 -

De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België in 2009 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van 2009 Zoals lang gevreesd, werden in 2009 de gevolgen van

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2015 tijdvak 2 economie CSE GL en TL GT-0233-a-15-2-b Zelfstandig of niet informatiebron 1 Cijfers Kamer van Koophandel over 2013 Starters 113.823 Bedrijfsbeëindigingen 136.640 informatiebron

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde

Nadere informatie

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1 HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1. PRIJSVORMING OP DE WISSELMARKTEN 1.1. Enkele begrippen Wisselkoers = prijs van de buitenlandse munt, uitgedrukt in nationale munt bv. wisselkoers () van de

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019 Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. David Mark via Pixabay - brouwerij, België Wat kunt u verwachten

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België

De buitenlandse handel van België De buitenlandse handel van België 1 ste semester 2010 De buitenlandse handel van België na het eerste semester van 2010 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van het eerste semester

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1 1. Goederenexport van Luxemburg naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Luxemburgse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1 1. Goederenexport van Italië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Italiaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1 1. Goederenexport van België naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Belgische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1 1. Goederenexport van Zweden naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zweedse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Internationale Handel

Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst door een scholier 1948 woorden 10 maart 2004 6,4 29 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1, Nederland Handelsland arbeidsproductiviteit De

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van Frankrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Franse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs VIVES BRIEFING 2016/09 De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs Koen Breemersch KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES 1 DE IMPACT VAN CONCURRENTIE OP DE PRODUCTMIX

Nadere informatie

Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven

Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven Tijd 1 lesuur Doel 1 De leerlingen kunnen het begrip arbeidsproductiviteit uitleggen in eigen woorden. 2 De leerlingen kunnen uitleggen hoe de

Nadere informatie

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen Ten gevolge van de

Nadere informatie