Samenvatting Economie Internationale Handel
|
|
- Maarten Eilander
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 2653 woorden 21 januari keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel Hoofdstuk 1 Nederland Handelsland Er is internationale handel omdat landen bepaalde producten niet zelf hebben. Deze zullen ze dan importeren. De reden dat goederen die een land zelf kan maken toch in andere landen gekocht worden heeft te maken met de kosten. Het product kan vaak in andere landen goedkoper gemaakt worden dan in eigen land. Tegenover de producten die een land importeert staan de producten die een land naar andere landen exporteert. Internationale handel is internationale ruil. Landen importeren producten die goedkoper in andere landen gemaakt kunnen worden en exporteren producten die zij zelf goedkoop kunnen maken. Omdat verschillende landen zich toeleggen op verschillende producten spreken we van internationale arbeidsverdeling. Landen specialiseren zich in bepaalde producten. Verschillen in internationale concurrentiepositie zijn hier de oorzaak van. Wat zijn nu de oorzaken van de verschillen in internationale concurrentiepositie? Anders gezegd: waarom worden sommige producten goedkoper in het ene land en andere producten goedkoper in het andere land gemaakt? De belangrijkste oorzaken zijn dat landen verschillen in de volgende factoren: 1. de natuurlijke omstandigheden 2. de loonkosten 3. de infrastructuur Klimaat speelt een rol bij het ontstaan van internationale handel. Een ander verschil in natuurlijke omstandigheden is de aanwezigheid van grondstoffen. Een land met lage loonkosten heeft al gauw een gunstige concurrentiepositie t.o.v. andere landen. Het gaat hierbij niet om de loonkosten per arbeider, maar om de loonkosten per product. De loonkosten per arbeider zeggen op zichzelf niet zoveel. Belangrijk is ook hoe productief de arbeider is, met andere woorden hoe hoog zijn arbeidersproductiviteit in een bepaalde periode is. De loonkosten per product hangen af van de loonkosten per arbeider én de arbeidsproductiviteit. In plaats van naar de hoogte van de loonkosten en de arbeidsproductiviteit in euro s wordt vaak gekeken naar de procentuele verandering van de loonkosten per arbeider, de arbeidsproductiviteit en de loonkosten per eenheid product om de verandering van de internationale concurrentiepositie van een land te volgen. Veel productie van westerse en Japanse bedrijven vindt plaats in lagelonenlanden. Toch vindt er nog veel productie in het westen en Japan plaats, met name de productie van technisch hoogwaardige producten zoals auto s en machines. Pagina 1 van 6
2 De hoge scholingsgraad van de beroepsbevolking in deze landen en de hoge technische ontwikkeling zorgen voor een hoge arbeidsproductiviteit. Ondanks de hoge lonen is het dan toch aantrekkelijk de productie in deze landen te laten plaatsvinden. In sommige landen is de infrastructuur beter dan in andere. Hierdoor kan de aanvoer van voor de productie benodigde grondstoffen of het overleg over de productie soepeler verlopen en dat maakt de kosten van de productie lager. De genoemde oorzaken van internationale handel verschillen in natuurlijke omstandigheden, in loonkosten en in infrastructuur- verklaren veel, maar niet alles. Onder een open economie verstaan we een land dat relatief veel handelt met het buitenland: er worden veel goederen en diensten ingevoerd en uitgevoerd. Wanneer je kijkt hoe open een economie is heeft het niet veel zin om alleen maar naar export- en importcijfers uitgedrukt in geld te kijken. Daarom bekijken we de export- en importcijfers in verhouding tot het nationaal inkomen van een land. We doen dit met behulp van exportquote s en importquote s. Waarde export Exportquote = nationaal inkomen * 100% Nederland is met export- en importquote s van 51% respectievelijk 46% één van de meest open economieën ter wereld. Vaak hebben kleine landen een meer open economie dan grote landen. We noemen hier twee oorzaken: 1. Kleine landen hebben vaak maar een soort klimaat en bodemgesteldheid waardoor ze niet veel verschillende goederen kunnen produceren. 2. Een andere oorzaak voor het meer open karakter van kleinere economieën heeft te maken met het ontbreken van schaalvoordelen bij sommige productieprocessen. Onder schaalvoordelen verstaan we dat je per eenheid product goedkoper produceert naarmate je meer produceert. Door de hoge vaste (=constante) kosten is het bijvoorbeeld in het vliegtuigindustrie alleen mogelijk om grootschalig te produceren. Er zijn andere factoren die de mate van openheid van een economie beïnvloeden, maar die niet met de omvang van de economie te maken hebben: Sommige landen kunnen slechte vervoersmogelijkheden hebben of een ruig landschap, waardoor de mogelijkheden voor import en export beperkt zijn. Sommige landen hebben een regering die zoveel mogelijk onafhankelijk willen zijn van het buitenland. Zulke regeringen staan import en export nauwelijks toe. De betalingsbalans is een geordend overzicht van alle inkomsten en uitgaven van een land met betrekking tot het buitenland in een jaar. De geldstromen met het buitenland zijn verdeeld in inkomsten en uitgaven. Verder worden ze verdeeld naar soort. Daarom heeft de betalingsbalans verschillende rekeningen. Op de lopende rekening van de betalingsbalans worden de waarden van de handel in goederen en diensten van een land weergegeven. Als de inkomsten groter zijn dan de uitgaven is het saldo op de lopende rekening positief. We spreken dan van een overschot op de lopende rekening. Op de kapitaalrekening worden investeringen, leningen en beleggingen geregistreerd. Wanneer Philips een vestiging opent in Mexico vloeit er geld van Nederland naar Mexico. We spreken dan van kapitaalexport en dat wordt op de Nederlandse betalingsbalans geboekt bij uitgaven. We spreken van kapitaalimport in Nederland wanneer geld voor buitenlandse beleggingen, leningen of investeringen hierheen komt. Het saldo van de totale betalingsbalans noemen we het materieel saldo. In dit voorbeeld is dus sprake van een Pagina 2 van 6
3 materieel tekort. Het saldo is namelijk negatief. Een betaling aan het buitenland betekent dus dat de voorraad internationale betaalmiddelen van DNB afneemt. Omgekeerd betekenen betalingen van het buitenland aan Nederland dat de voorraad internationale betaalmiddelen van DNB toeneemt. Een materieel overschot op de betalingsbalans betekent dat de inkomsten uit het buitenland groter zijn dan de uitgaven aan het buitenland. De voorraad internationale betaalmiddelen neemt dan toe. Deze voorraad wordt ook wel de goud- en deviezenvoorraad genoemd. Deviezen zijn internationaal geaccepteerde valuta s, bijvoorbeeld euro s, dollars en yens. Doordat de VS zoveel importeren worden ze wel de motor van de wereldeconomie genoemd: hun import betekent namelijk productie voor landen die naar de VS exporteren en dus werkgelegenheid in die landen. Veel ontwikkelingslanden hebben een tekort op de lopende rekening. De leningen en schulden die daarvan het gevolg zijn, zijn voor hun veel moeilijker af te betalen dan voor de rijke VS. Japans betalingsbalanssituatie is omgekeerd aan die van de VS. Japan heeft een enorm overschot op de lopende rekening. Omdat het veel meer verdient met zijn export dan het uitgeeft aan import houdt Japan veel geld over. De Europese Unie (EU) als geheel heeft ook een overschot op de lopende rekening. Nederland heeft relatief het grootste overschot. Over tekorten en overschotten op de lopende rekening wordt verschillend gedacht. Ogenschijnlijk is een overschot gunstig en een tekort ongunstig. Maar zo eenvoudig ligt dat niet. Een tekort op de lopende rekening betekent dat je meer koopt in het buitenland dan het buitenland bij jou koopt. Je kunt het vergelijken met iemand die meer uitgeeft dan hij verdient. Zo iemand bouwt schulden op. Is dit erg? Ja zeggen sommigen: schulden betekenen dat je rente moet betalen en dat geld kun je niet voor leuke dingen uitgeven. Anderen zeggen dat tekorten op de lopende rekening helemaal niet nadelig hoeven zijn. Wanneer je rijk bent, zoals de VS, zijn die rentebetalingen helemaal geen probleem. Een overschot op de lopende rekening betekent dat je meer verkoopt aan het buitenland, dan het buitenland aan jou verkoopt. Dat kun je vergelijken met iemand die minder uitgeeft dan hij verdient, d.w.z. dat hij spaart. Hij is rijk, maar leeft sober. Een nadeel van een vooral groot- overschot is nog dat je de negatieve effecten van produceren ondervindt terwijl het buitenland daarvan de vruchten plukt. Zo leidt de Nederlandse varkensindustrie tot grote milieuproblemen in Nederland (mest, bodemvervuiling) terwijl veel van deze dieren in het buitenland geconsumeerd worden. De Nederlandse overheid bemoeit zich actief met de betalingsbalans. Mede dankzij zijn sterke exportpositie heeft Nederland een overschot op de lopende rekening en de overheid wil dat zo houden. Met dat overschot kan o.a. de ontwikkelingshulp (uitgaven op de kapitaalrekening) betaald worden. De voorraad goud en buitenlandse valuta wordt niet aangetast of kan geleidelijk toenemen. Een geschikt middel om de export te bevorderen is loonmatiging. Loonmatiging heeft in verhouding lagere productiekosten tot gevolg en daarmee kunnen de prijzen laag gehouden worden. Daarnaast zouden grote loonstijgingen voor extra importen kunnen zorgen. Mensen besteden dan immers meer, dus ook in het buitenland! Loonmatiging matigt dus de import en dat houdt het overschot op de lopende rekening in stand. Ook onderneemt de Nederlandse overheid handelsmissies, staatsbezoeken aan andere landen met het doel productieopdrachten uit die landen in de wacht te slepen. Daarnaast steekt de overheid geld in innovatie, het vernieuwen van producten en productieprocessen. Om Nederland aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders zorgt de overheid voor een goede infrastructuur. Pagina 3 van 6
4 Er wordt internationaal meestal niet gehandeld tussen regeringen van verschillende landen, maar tussen bedrijven van verschillende landen. Een Nederlandse wijnimporteur koopt bijvoorbeeld wijn bij een Frans bedrijf. Steeds vaker behoren bedrijven uit verschillende landen tot één internationaal opererende onderneming. Bedrijven met productievestigingen in verschillende landen noemen we multinationale ondernemingen of multinationals. De internationale handel vindt dan plaats tussen verschillende vestigingen van een multinationale onderneming. Een belangrijk motief voor de internationalisering is kostenbesparing. Ook om nieuwe afzet markten te veroveren investeren multinationals in andere landen. Dit kan op twee manieren Of er wordt een nieuwe vestiging in een land geopend, of de meerderheid van de aandelen van een buitenlands bedrijf wordt door een multinational gekocht zodat deze de grootste eigenaar wordt. Een ander voordeel van een buitenlandse vestiging is dat een bedrijf op die manier internationale handelsbelemmeringen kan omzeilen. Tenslotte kunnen ondernemingen toeleveringsbedrijven in het buitenland overnemen om zich te verzekeren van een stabiele toevoer van grondstoffen. Door hun grote omvang overheersen multinationals steeds meer bedrijfstakken. Nationale regeringen kunnen vaak weinig doen aan internationale afspraken tussen ondernemingen. Hoofdstuk 2 Dit hoofdstuk gaat over de wisselkoers, de prijs van een munt in het buitenland. Wisselkoersen zijn niet alleen voor de economische pagina in de krant, maar hebben ook invloed op het dagelijkse leven. Onder de wisselkoers (soms ook gewoon koers genoemd) verstaan we de waarde van een munt, ook wel valuta genoemd, uitgedrukt in een andere munt. Op 1 januari 1999 is de EMU, oftewel de Economische en Monetaire Unie, van start gegaan. De deelnemende landen kregen een gezamenlijke munt, de euro. Deze bestond alleen nog giraal. De 12 deelnemende landen hielden ook hun eigen munt, die een vaste wisselkoers had ten opzichte van de euro. Per 1 januari 2002 zijn de euromunten en bankbiljetten ingevoerd en zijn de eigen munten geleidelijk afgeschaft. De hoogte van de wisselkoers wordt bepaald door vraag naar en aanbod van valuta. Wanneer de vraag naar euro s op de valutamarkt stijgt zal de wisselkoers van de euro stijgen. Een stijging van de wisselkoers kan ook veroorzaakt worden door een daling van het aanbod. Zo n stijging van de wisselkoers als gevolg van veranderingen in vraag en aanbod heet appreciatie. Wanneer de vraag naar euro s op de valutamarkt daalt of het aanbod van euro s stijgt zal de wisselkoers van de euro dalen. Zo n daling van de wisselkoers heet depreciatie. Vragers naar de euro op de valutamarkt zijn buitenlanders en Nederlandse exporteurs. Mensen van buiten Euroland (vaak handelaren) die iets in Euroland willen kopen zullen hun munt aanbieden en in ruil daarvoor euro s vragen. Omgekeerd bieden Eurolanders die iets buiten Euroland kopen euro s aan op de valutamarkt. De oorzaak van een grote export is meestal een betere concurrentiepositie door lagere prijzen en/of betere kwaliteit van de producten. Ook een grotere import heeft met verandering van prijzen en kwaliteit van producten te maken. De export en import van goederen en diensten hebben betrekking op de lopende rekening van de betalingsbalans. Ook import en export van kapitaal zijn van invloed op de hoogte van de wisselkoers. Ander internationaal kapitaalverkeer vindt plaats door internationale beleggers. Zij beleggen hun geld met twee doelen voor ogen: een hoge rent en koerswinst. We hebben gezien dat export en import van goederen, diensten en kapitaal de wisselkoers beïnvloeden. Deze transacties worden geboekt op de betalingsbalans. Veranderingen van wisselkoersen hebben invloed op de omvang van internationale handel, en daarmee op productie en werkgelegenheid.als de wisselkoers van de euro daalt worden Pagina 4 van 6
5 Nederlandse producten goedkoper voor het buitenland. De internationale concurrentiepositie van Nederland is dan verbeterd. Een daling van de wisselkoers kan tot een hoge export en een lage import leiden. Wisselkoersen en prijzen hebben veel met elkaar te maken. Wanneer de inflatie hoog is ten opzichte van andere landen betekent dit een verslechtering van de internationale concurrentiepositie. Het is niet alleen zo dat een verandering van het prijspeil de wisselkoers beïnvloedt. Omgekeerd beïnvloeden veranderingen van wisselkoersen ook het prijspeil. We hebben gezien dat wisselkoersveranderingen van invloed zijn op de omvang van de export en daarmee op de binnenlandse productie en werkgelegenheid. Tevens bleek de invloed van wisselkoersveranderingen op de prijzen van importgoederen en daarmede op het binnenlandse prijspeil. Schommelingen van wisselkoersen geven ook onzekerheid voor exporteurs en importeurs. Dat kan leiden tot onverwachte verliezen. Internationale handelaren zijn dus gebaat bij stabiele wisselkoersen. Dat geeft zekerheid en minder risico. Wanneer de wisselkoers te sterk stijgt of daalt kan de centrale bank ingrijpen. Zo kan de Europese Centrale Bank, de centrale bank van Euroland, de rente verhogen of verlagen als zij de koers van de euro wil beïnvloeden. Hoofdstuk 3 Economische Integratie Begin 2002 zijn de nationale munten van de EMU-landen vervangen door de euro. We spreken van vrijhandel wanneer de internationale handel niet wordt belemmerd. In zo n situatie zal iedereen zijn spullen dáár kopen waar ze het goedkoopst zijn. Bij vrijhandel worden de producten daar gemaakt waar ze het goedkoopst gemaakt kunnen worden. Wanneer alle producten op de goedkoopst mogelijke manier gemaakt en verkregen kunnen worden is in theorie de totale welvaart in de wereld het grootst. Hierbij zijn wel kanttekeningen te plaatsen: kinderarbeid, lange werkweken, verschillen in milieuwetgeving. In theorie zorgt vrijhandel er dus dat alle producten goedkoop mogelijk worden gemaakt. En toch is het zo dat Nederland tomaten produceert en Japan rijst, hoewel deze landen die producten goedkoper zouden kunnen importeren. Dat Nederland toch tomaten en Japan toch rijst produceren komt doordat ze hun binnenlandse productie beschermen. We noemen dat protectionisme. Protectionisme is het beschermen van de eigen economie door invoerbelemmeringen en/of uitvoersubsidies. Met name als het slecht gaat met de binnenlandse werkgelegenheid is de neiging tot protectie groot. Voor protectie worden de volgende maatregelen gebruikt: Invoerrechten Invoercontingentering ofwel quotering Kwaliteitseisen Subsidiering van de binnenlandse productie Subsidiering van de export Invoerrechten worden wel tarifaire handelsbelemmeringen genoemd. De belangrijkste reden voor protectie is bescherming van de binnenlandse werkgelegenheid. Een tweede reden voor protectie is het beschermen van beginnende industrieën, die in het begin met hoge kosten te maken hebben en daardoor extra kwetsbaar zijn voor buitenlandse concurrentie. Nog een reden voor protectie is het bewaren van Pagina 5 van 6
6 onafhankelijkheid. Vooral ontwikkelingslanden zouden graag zien dat de rijke landen dit protectionisme zouden verminderen of afschaffen. Want juist ontwikkelingslanden zijn producenten van agrarische producten en die zouden ze graag exporteren naar de rijke landen. Enerzijds geven de rijke landen miljarden dollars uit aan ontwikkelingshulp, anderzijds ontnemen dezelfde rijke landen, door protectionistische maatregelen, ontwikkelingslanden de kans hun producten te exporteren en zich zo op eigen kracht economisch te ontwikkelen. Een laatste opmerking: protectie is voor de consument niet plezierig: hij heeft minder keuze en ziet hogere prijzen. Een goed voorbeeld van economische integratie is de Europese Unie. De samenwerking tussen Europese landen begon in de jaren 50 en sindsdien sterk uitgebreid. Ook het aantal landen is toegenomen. Binnen de EU is er vrijhandel. In 1999 ging de Economische en Monetaire Unie (EMU) van start, drie jaar later verdwenen de nationale munten en hadden alle EMU-landen alleen nog de euro. Eén munt betekent ook één centrale bank. Om zo n monetaire unie te beginnen mogen de economieën van de verschillende landen niet te veel van elkaar verschillen. Zo mag de inflatie niet te veel uiteenlopen. Naast die ene munt en vrij verkeer van goederen wordt ook gestreefd naar vrij verkeer van productiefactoren (arbeid en kapitaal). Dit betekent dat iedere EU-burger in ieder EU-land aan het werk kan en dat dus alle opleidingen en diploma s onderling afgestemd en erkend worden. Waarom deze integratie? Hoe minder handelsbelemmeringen, hoe groter de welvaart Er kunnen schaalvoordelen ontstaan bij de productie Pagina 6 van 6
Samenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg
Nadere informatieDe groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld
Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:
Nadere informatieInnovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit
Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Internationale handel
Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale handel
Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.
Nadere informatie1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur
Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van
Nadere informatie1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren.
Samenvatting door een scholier 3866 woorden 28 november 2007 7,2 38 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel: Hoofdstuk 1: 1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren.
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 3059 woorden 10 juni 2004 6,4 124 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Introductie Bij export en import praten we over de waarde van
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april keer beoordeeld. Samenvatting economie Buitenland 2
Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april 2011 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting economie Buitenland 2 Hoofdstuk 1 Internationale handel: - Nederland is erg afhankelijk
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3, Economische Integratie
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3, Economische Integratie Samenvatting door een scholier 2379 woorden 23 maart 2004 5,4 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 3 Economische Integratie
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatieLoonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag
Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieHoofdstuk 5: Internationale betrekkingen
Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen
Nadere informatieAntwoorden Economie Handel
Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten
Nadere informatieLesbrief Buitenland 2
Lesbrief Buitenland 2 Hoofdstuk 1 Internationale handel 1.1 Uitvoer en invoer Invoervolume ( = importvolume): Uitvoervolume (= exportvolume): de hoeveelheid goederen en / of diensten gekocht uit het buitenland
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 4 Nederland en buitenland
Samenvatting Economie Module 4 Nederland en buitenland Samenvatting door een scholier 2095 woorden 5 oktober 2004 6,5 27 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie De welvaart neemt toe door internationale
Nadere informatiewisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?
wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken
Nadere informatieInternationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?
Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieValutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS
Valutamarkt De euro op koers Havo Economie 2010-2011 VERS 2 Hoofdstuk 1 : Inleiding Opdracht 1 a. Dirham b. Internet c. Duitsland - Ierland - Nederland - Griekenland - Finland - Luxemburg - Oostenrijk
Nadere informatieValutamarkt. fransetman.nl
euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Europa Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5
Samenvatting Economie Lesbrief Europa Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 7,1 Samenvatting door Naomi 3970 woorden 15 keer beoordeeld 9 april 2017 Vak Economie Methode LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren? 1.1 Oost-Europeanen
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?
Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde
Nadere informatie7,9. Antwoorden door een scholier 3121 woorden 21 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1
Antwoorden door een scholier 3121 woorden 21 april 2006 7,9 18 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 1. a. Sportschoenen, spijkerbroek, elektronica, hamburgers, etc. b. Aardgas, kaas, bloemen, varkensvlees,
Nadere informatieHandel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8
betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste
Nadere informatieEindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen
Eindterm VWO Domein E Wisselkoers Domein E Wisselkoers Eindterm 19: e valuta (van e bepaald land): De vraag naar e valuta wordt bepaald door: a) Export op de lopde reking (van de betalingsbalans) Het buitland
Nadere informatie1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.
AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO 2007 1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot
Nadere informatieSamenvatting Economie Europa en Conjunctuur
Samenvatting Economie Europa en Conjunctuur Samenvatting door K. 9041 woorden 25 maart 2014 8,1 24 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Europa hoofdstuk 1 Voordelen arbeidsmigratie van Nederlandse
Nadere informatie7,9. Samenvatting door E woorden 21 april keer beoordeeld. 1.Waar produceren? Kennen:
Samenvatting door E. 3688 woorden 21 april 2014 7,9 44 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.Waar produceren? Arbeidsmigratie: Werknemers verhuizen naar plaatsen waar werk is. Dat kan binnen een
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland
Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland Paragraaf 1 Karakteristieken van het internationale handels- en betalingsverkeer Nederland heeft een relatief open economie.
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatiewe noemen een munt convertibel indien deze bij banken inwisselbaar is. (bijv. de Roebel is niet convertibel; wordt door banken niet geaccepteerd).
Dome D Nederlandse betalgsbalans Open economie / gesloten economie: Open economie: veel handel (export en import) met het benland. (bij een open economie zijn de exportquote en importquote groot). Bijvoorbeeld
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatie= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.
1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7
Nadere informatieSamenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving
Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving Samenvatting door Jiske 1820 woorden 26 juni 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.1 Hoe belangrijk is de wereld voor Nederland?
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatie3 Bij deze korte ritten worden levende dieren vervoerd en producten die snel kunnen bederven. Die moeten snel op de plaats van bestemming zijn.
Hoofdstuk 7 Nederland handelsland De grens over 1 Vanuit Nederland 10.000 365 (dagen) = 3.650.000 ritten per jaar 3.650.000 =... % van 7.400.000 3.650.000 7.400.000 100 = 49,3% 2 Binnen de EU is er vrij
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatie6,8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je. Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei keer beoordeeld. Checklists Thema 8.
Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei 2003 6,8 37 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Checklists Thema 8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je 1. het verschil uitleggen tussen een
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieToetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase
Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieEUROPESE SAMENWERKING
ECONOMIE EUROPESE SAMENWERKING HOOFDSTUK 1: HET BUITENLAND 1.1 OVER DE GRENS Bij uitvoer oefent het buitenland vraag uit naar Nederlandse producten. Tegenover goederen- en dienstenstromen staan geldstromen.
Nadere informatie2 De goederen en pakketjes worden daar overgeladen om snel op de eindbestemming afgeleverd te kunnen worden.
Hoofdstuk 8 Over economische grenzen Intro Exportmedewerker 1 Bijvoorbeeld: - Goede beheersing van het Engels - Goede communicatieve vaardigheden - Goed met mensen kunnen omgaan - Goed in een team kunnen
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART 2015 11.30 UUR 13:00 UUR Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Algemene ecomonie Maandag 2 maart 2015 B / 9 2015 Stichting
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatieDe armoedegrens is het bedrag dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven.
Samenvatting door Yanoe 2582 woorden 5 juli 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 De armoedegrens is het bedrag dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven. Het gebruik
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-II
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatie6,3. Samenvatting hoofdstuk 9 Een klein binnenland, een groot buitenland.
Samenvatting door een scholier 1415 woorden 9 juni 2003 6,3 24 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting hoofdstuk 9 Een klein binnenland, een groot buitenland. Par 1. - Nederland afhankelijk ontwikkelingen
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl
Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2008-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-II
Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking
Nadere informatie7,8. Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april 2005 7,8 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 5 Internationale handel: Als mensen van het ene land goederen of diensten kopen in
Nadere informatieoefentoets 3 e periode 0910 vier opgaven pagina 1 van 4
oefentoets 3 e periode 0910 vier opgaven pagina 1 van 4 Opgave 1 valutamarkt Groot-Brittannië behoort niet tot de Economische Monetaire Unie (EMU). Het Britse pond ( ) is op de valutamarkt nog een zelfstandig
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak economie vwo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatie3.2 De omvang van de werkgelegenheid
3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal
Nadere informatieWerkstuk Economie De betalingsbalans
Werkstuk Economie De betalingsbalans Werkstuk door een scholier 3561 woorden 7 januari 2005 6,3 38 keer beoordeeld Vak Economie De Betalingsbalans 1. Inhoudsopgave 2. Wat is de betalingsbalans en door
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER 2015 11.30-13.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 2015 Nederlandse Associatie voor voor Praktijkexamens
Nadere informatieUIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari 2009 8 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 11 Arbeidsmarkt = geheel vraag naar en aanbod van arbeid. Ondoorzichtige markt = werknemers+werkgevers
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieInternationale varkensvleesmarkt 2012-2013
Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt
Nadere informatieANTWOORDEN HOOFDSTUK 5
ANTWOORDEN EINDTOETS HOOFDSTUK 5 RONDKOMEN ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 TOETS 1 RONDKOMEN 1 Prioriteiten stellen. 2 B 3 2,55 + 2,80 = 5,35 4 52 27 : 12 + 95 : 2 + 40,50 : 3 + 25 = 203. 5 A 3; B 4; C 2; D 1.
Nadere informatieLandenanalyse H4. Week 1 Landenrisico
Landenanalyse H4 Week 1 Landenrisico Risico s en problemen die verbonden zijn met het exporteren naar het buitenland - Importbelemmeringen (als bijvoorbeeld de handelsbalans een groot tekort vertoont)
Nadere informatieGeef een voordeel van exporteren. Geef een voordeel van importeren.
Vraagkaarten - blauw & groen De verhouding tussen de euro en de dollar gaat van 1 EUR = 1, 5508 dollar naar 1 EUR = 1, 25 dollar. Is de dollar dan in waarde gedaald of gestegen? De dollar is in waarde
Nadere informatieIndexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100
Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2
Nadere informatieHOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT
1 HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1. PRIJSVORMING OP DE WISSELMARKTEN 1.1. Enkele begrippen Wisselkoers = prijs van de buitenlandse munt, uitgedrukt in nationale munt bv. wisselkoers () van de
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2002-II
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 0,15 Een voorbeeld van een juiste verklaring
Nadere informatie6,4. Samenvatting door een scholier 1622 woorden 13 april keer beoordeeld. Praktische economie
Samenvatting door een scholier 1622 woorden 13 april 2004 6,4 26 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie MODULE 5 Hoofdstuk 1 Par. 1 Door de waarde van de in-en uitvoer te delen door het
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieEindexamen vwo economie II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere
Nadere informatie1 De onderneming en algemene economie 15
Inhoud Inleiding 11 1 De onderneming en algemene economie 15 1.1 Economisch handelen en algemene economie 16 1.2 Bedrijfsomgeving en algemene economie 19 1.3 Absolute en relatieve gegevens 24 Samenvatting
Nadere informatie