De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus BJ Den Haag
|
|
- Simona Bogaerts
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 R.J. Schimmelpennincklaan 3 postbus AE Den Haag telefoon +31(0) fax +31(0) cultuur@cultllur.nl De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus BJ Den Haag datum: 07 december 2007 uw kenmerk: DKJT/2007/40502 uw brief van: 10 oktober 2007 ons kenmerk: rc /2 onderwerp: podiumkunstenbestel voor de jeugd Geachte minister, In uw brief van 10 oktober j 1. verzoekt u de Raad voor Cultuur om advies uit te brengen over een podiumkunstenbestel voor de jeugd. In eerder overleg met IPO, VNG en het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ (NFPK) heeft u er voor gekozen dat dit Raadsadvies wordt voorbereid door een commissie die speciaal voor deze gelegenheid is samengesteld. U pleitte er tevens voor dat de leden ervan uitgekozen moeten worden op grond van hun deskundigheid op politiek-bestuurlijk gebied en op het gebied van het aanbod en de afname van de podiumkunsten voor de jeugd en cultuureducatie. De Raad heeft daarna de volgende personen aangezocht en met hun instemming is deze ad hoc commissie benoemd: mevrouw drs. L. Claus (voorzitter), mevrvollw drs. J.L.M. Baartmans - van den Boogaart, de heer A.M.L. Rümke, de heer L.W.M.G. Vaessen, de heern.l. Wallace en mevrouw M. van der Woude. De opdracht die u heeft gegeven bestond uit twee delen. Ten eerste vraagt u de Raad om het theater-, dans-, l11uziek- en muziektheateraanbod voor de jeugd te analyseren en een (toekomstig) samenhangend jeugdpodiumkunsten bestel te schetsen, waarbij ook ingegaan wordt op de financiering door de verschillende overheden. Ten tweede zou de commissie de subsidieaanvragen moeten beoordelen die instellingen voor het komende subsidieplan bij het ministerie indienen, waarbij de commissie bepaalt welke insteliingen in het kader van de bas is infrastructuur, en welke door het NFPK moeten worden gesubsidieerd. De commissie heeft zich op het standpunt gesteld dat zij alleen het eerste deel van de opdracht kan uitvoeren. Zij heeft het theater-, dans-, muziek- en muziektheateraanbod voor de jeugd geanalyseerd in aanvulling op het Raadsadvies Innoveren, participeren!. En vervolgens bereidde zij een advies voor over de contouren van een bestel voor jeugdpodiumkunsten dat in het kader van de instandhoudingsfunctie in de landelijke basisinfrastructullf door het rijk gefinancierd zou moeten worden. Daarbij heeft zij ook aanbevelingen gedaan omtrent de financieringsstructuur voor de jeugdpodiumkunsten, de
2 voor VU~LU'U~ pagina: 2 rc-2üü7.ü ontwikkelingsfunctie voor jeugdpodiumkunsten in de basisinfrastructuur en de gevolgen van de aanbevelingen voor het jeugdpodiumkunstenbeleid van het NFPK. De commissie voelt zich echter niet competent om na 1 februari 2008 de beleidsplannen te beoordelen van jeugdpodiumkunsteninstellingen die een aanvraag doen voor vieljarige rijkssubsidie in het Subsidieplan. Het ligt voor de hand dat de betrokken algemene commissies van de Raad komend vooljaar de desbetreffende Subsidieplan-adviezen zullen voorbereiden. Ter voorbereiding van het advies heeft de commissie gesprekken gevoerd met afgevaardigden van de commissies Dans, Muziek en Muziektheater alsmede Theater van de Raad voor Cultuur, en met de volgende vertegenwoordigers uit de podiumkunstendisciplines: mevrouw L. Burghout namens het DOD, mevrouw A. Hogenstijn van het Productiehuis Jeugdconcelien, de heer A. Heidweiler van YO! Opera en mevrouw L. Beijlsmit en de heer M. Dujardin namens de VNT-sectie 2. Daarnaast heeft de commissie kennis genomen van schriftelijke reacties op het Raadsadvies Innoveren, participeren! en van brieven die zij tijdens de tot standkoming van het advies heeft ontvangen. Voorgeschiedenis In september 2006 heeft de toenmalige minister van OCW, mevrouw M.J.A. van der Hoeven, in de aanvraag voor het advies over de agenda cultuurbeleid en culturele infrastructuur de Raad verzocht om een nadere analyse te maken van het podiumkunstenbestel voor de jeugd, en aan te geven welke functies deel uit zouden kunnen maken van de basisinfrastructuur voor de jeugdpodiumkunsten. In antwoord hierop stelde de Raad dat er geen sprake is van een evenwichtig podiumkunstenbestel voor de jeugd. "De grote faseverschillen in ontwikkeling van de drie sectoren als het om producties voor de jeugd gaat, vormen voor de Raad reden om niet van een podiumkunstenbestel voor de jeugd te spreken," zo schreefhij in Innoveren, participeren! Als reactie op dit deel van het advies pleit u er in uw nota Kunst van leven voor om de aanvraagprocedure voor het aanbod jeugdpodiumkunsten breder open te stellen dan de Raad in zijn advies heeft aangegeven. U schreef dat alle jeugdpodiumkunsteninstellingen daarom een aanvraag kunnen indienen bij het ministerie voor de periode Vervolgens zouden deze aanvragen niet alleen worden getoetst op artistiek-inhoudelijke gronden, maar ook op hun potentie om op niet al te lange termijn een waardevolle bijdrage te leveren aan een evenwichtig podiumkunstenbestel voor jeugd en jongeren. Daarna zou een eventuele honorering van de aanvraag plaatsvinden bij het ministerie dan wel het fonds. Dit heeft geleid tot uw adviesverzoek van 10 oktober j I. Inperking, definitie en de nadere uitwerking van de opdracht De Raad stelde in Innoveren, participeren! dat cultuur onmisbaar is als bron van onderlinge binding en zingeving. Cultuurbeleid is er mede op gericht dat burgers in staat worden gesteld
3 voor V'-<",~'-!''-H pagina: 3 rc-2üü7.ü4171!2 om zonder belemmering kennis te nemen van en te participeren in cultuur. Om te waarborgen dat ook nieuwe generaties zich tot culturele burgers kunnen ontwikkelen, is het van groot belang dat men al op jonge leeftijd kennis maakt met verschillende cultuurvormen, waaronder de podiumkunsten. De rijksoverheid moet haar verantwoordelijkheid nemen om het kwalitatief hoogstaande aanbod van jeugdpodiumkunsten, dat zonder subsidie niet levensvatbaar is, te faciliteren. Het door de drie overheidslagen gesubsidieerde circuit van jeugdpodiumkunsten heeft een decennialange geschiedenis, waarbij er door middel van onder andere educatieve projecten, bemiddelingsorganisaties en schoolvoorstellingen goede randvoorwaarden zijn geschapen om jeugd kennis te laten maken met deze kunstvormen. Dit circuit vormt het uitgangspunt van het voorliggende advies. De kern van de aanvraag richt zich ook op dat deel van de jeugdpodiumkunstensector, dat op korte termijn een aanvraag moet indienen om in het kader van het Subsidieplan of door het NFPK gefinancierd te worden. De Raad realiseert zich dat het advies daarbij geen recht doet aan het podiumkunstenaanbod dat er buiten dit circuit voor de jeugd gemaakt wordt. Daardoor wordt de hele vrije sector buiten beschouwing gelaten, waartoe onder andere de popmuziek en de musical behoren. De popmuziek en andere nietgesubsidieerde podiumkunstendisciplines zijn belangrijke pijlers van de jeugd- en jongerencultuur, maar ze vallen strikt genomen buiten het bereik van uw adviesaanvraag. De Raad leek deze inperking van de adviesaanvraag gerechtvaardigd, omdat de vraag naar de omvang en de invulling van een bestel voor de jeugdpodiumkunsten dat in de basisinfrastructuur moet worden opgenomen, de meest nijpende is. Voorts wil de Raad een aantal onderscheidingen aanbrengen binnen het aanbod van de jeugdpodiumkunsten dat de rijksgesubsidieerde instellingen produceren, en daarnaast een aantal andere inleidende opmerkingen plaatsen. 1. Traditioneel zijn de jeugdpodiumkunsten te verdelen in jeugdtheater, jeugddans en jeugdmuziek. Volledigheidshalve moet echter ook het poppen- en objecttheater genoemd worden, waarbij niet de tekst, de beweging of de muziek, maar het object het artistieke uitgangspunt is. Net als binnen de podiumkunsten voor volwassenen, zijn er ook binnen de jeugdpodiumkunsten vele makers werkzaam die experimenteren met mengvormen van deze hoofddisciplines. Gezien deze interdisciplinariteit kan binnen de jeugdmuziek een nader onderscheid worden aangebracht. Zo valt het jeugdmuziekaanbod uiteen in jeugdconcerten die worden ondersteund door een (kleine) theatrale inbreng, in jeugdmuziektheater en -opera waarin de muziek (bijvoorbeeld een op muziek gezet libretto) het uitgangspunt is, en in jeugdmuziektheater waarin de tekst het uitgangspunt is en de muziek een ondersteunde functie heeft. In het aanbod van de Nederlandse jeugdmuziekpodiumkunsten is de grens tussen deze drie genres niet altijd scherp te trekken, en vooral die tussen de tweede en de derde categorie is diffuus. Er zijn jeugdtheatergezelschappen die producties maken met een muzikale inbreng die soms het uitgangspunt en soms ondersteunend is. Ook de opvoeringspraktijk van deze twee soorten jeugdmuziektheater is dezelfde: de twee vormen van jeugdmuziektheater worden in een theater opgevoerd, telwijl jeugdconcerten in een concertzaal plaatsvinden. Bovendien hebben de jeugdtheater- en jeugdmuziektheater-
4 voor vu,"ujlul pagina: 4 rc /2 instellingen de jeugd als enige doelgroep, terwijl de jeugdmuziekactiviteiten meestal worden verricht door instellingen die ook of hoofdzakelijk voor volwassenen produceren. In Innoveren, participeren! stelde de Raad dat het aantal jeugdmuziektheaterinstellingen te klein is om van een bestel te spreken, zodat deze subdiscipline niet in de basisinfrastructuur vertegenwoordigd moet zijn. Op grond van bovenstaande analyse pleit de Raad er nu voor om het jeugdtheaterbestel ook open te stellen voor instellingen die zich louter toeleggen op jeugdmuziektheater. Jeugdmuziektheaterinstellingen kunnen dus ook een subsidieaanvraag doen voor jeugdtheaterplekken in de basisinfrastructuur. Er geldt voor deze jeugdmuziektheaterinstellingen uiteraard dat zij aan dezelfde criteria moeten voldoen en dezelfde taken moeten uitvoeren die in Innoveren, participeren! voor de jeugdtheaterinstellingen zijn geformuleerd. Het theater waarin het object het uitgangspunt is, heeft in het Nederlandse jeugdpodiumkunstenbestel een vaste plaats verworven. Ook in deze subdiscipline zijn er verschillende mengvormen tussen theater, poppentheater en objecttheater ontstaan. De Raad pleit ervoor dat de jeugdtheater-basisinfrastructuur ook voor het jeugdpoppen- en objecttheater wordt opengesteld. Voor alle instellingen gelden de criteria en de taken uit Innoveren, participeren!. 2. In het theaterdeel van Innoveren, participeren! stelde de Raad dat er in de basisinfrastructuur geen ruimte is voor specifiek jongerentheater. Er is namelijk, zo beargumenteerde hij, geen principieel verschil tussen jongerentheatergezelschappen en volwassenentheatergezelschappen die zich ook op jongeren richten. De Raad constateeli nu dat de vraag naar jongerentheater zo groot en gedifferentieerd is dat het aanbod ervan in de basisinfrastructuur zeker gesteld moet worden. Op dit moment maakt slechts een aantal jeugdpodiumkunstinstellingen incidenteel producties voor jongeren van twaalfjaar en ouder; daarnaast is er een aantal theater- en dansgezelschappen dat specifiek voor jongeren producties maakt; en ten slotte is een deel van het volwassenen aanbod (al dan niet ondersteund door een educatief programma) ook geschikt voor jongeren. De Raad vindt dat dit aanbod te klein is. Hij pleit er dan ook voor dat een aantal jeugdpodiumkunsteninstellingen structureel producties voor de leeftijd vanaf twaalfjaar maakt. Daarnaast stelt de Raad voor dat de door hem in Innoveren, participeren! aangeduide brandpunten waar volwassenen- en jeugdpodiumkunsteninstellingen zijn geconcentreerd, gezamenlijk de verantwoordelijkheid te geven om producties voor jongeren te realiseren. Dit geldt niet alleen voor de aangewezen brandpunten van theaterinstellingen, maar ook voor zulke concentratieplekken van muziek- en of dansinstellingen. 3. De Raad vindt dat de instellingen die het produceren van jongerentheater combineren met een kerntaak op het gebied van de talentontwikkeling van jongeren, geen instandhoudingsfunctie voor de jeugdpodiumkunsten moeten vervullen. Hij vertrouwt erop dat het nieuw op te richten Programmafonds Cultuurparticipatie dit belangrijke segment van de podiumkunstensector zal waarborgen. In Kunst van leven heeft u overigens aangekondigd dat de subsidie-aanvragen van instellingen in de sector amateurkunst en cultuureducatie die zich bezighouden met talentontwikkeling en participatie nog door de Raad in behandeling genomen worden. Dit omdat dit nieuwe fonds nog niet op 1 februari 2008 operationeel zal zijn.
5 voor raad r cul pagina: 5 rc-2üü7.ü4171!2 4. De Raad heeft in Innoveren, participeren! nadruk gelegd op het belang van meer diversiteit in de podiumkunsten. In de jeugdpodiumkunstensector geldt dat evenzeer. 5. De Raad beperkt zich in dit advies strikt genomen tot hetjeugdpodiumkunstenbestel dat in het kader van het Subsidieplan direct door het Rijk gefinancierd wordt. De inrichting van dit bestel heeft echter ook gevolgen voor instellingen en taken die straks onder verantwoordelijkheid van het NFPK vallen, omdat die het complement van de basisinfrastructuur vormen. Naast het jeugdpodiumkunstenbestel in de bas is infrastructuur moet er ook bij het NFPK genoeg ruimte zijn voor instellingen die kwalitatief hoogstaande jeugdpodiumkunstenproducties realiseren. Ook de andere overheden moeten de verantwoordelijkheid (blijven) nemen om deze instellingen financieel te ondersteunen. In het voorliggende advies wordt een aantal specifieke aanbevelingen gedaan met betrekking tot dit fonds. Daarnaast wil de Raad nog de volgende algemene aanbevelingen doen. In aansluiting op wat de Raad in Innoveren, participeren! beweerde over de subsidietermijn van theaterinstellingen die een aanvraag gaan doen bij het NFPK, stelt de Raad dat ook de jeugdpodiumkunsteninstellingen die nu subsidie krijgen in het kader van de Cultuurnota en in de toekomst een beroep doen op een subsidie van het NFPK, bij een positieve beoordeling voor vier jaar door dit fonds gesubsidieerd worden. Het NFPK moet garanderen dat niet specifieke jeugdpodiumkunsten-instellingen die wèl jeugdaanbod produceren, in de toekomst óók deze taken kunnen blijven uitvoeren, en daar een speciaal geoormerkt budget voor krijgen. Dit geldt specifiek voor de klassieke muziekensembles, omdat er in die sector geen instellingen zijn die in de basisinfrastructuur de instandhoudingsfunctie voor jeugdmuziek vervu lien. Financiering In het raadsadvies over de ontwerpregeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen van 15 oktoberjl. wordt gesteld dat het zonder extra financiële middelen niet mogelijk is om een goede basisinfrastructuur in te richten. Dit geldt evenzeer voor de inrichting van een basisinfrastructuur voor de jeugdpodiumkunsten. Van de instellingen die de instandhoudingsfunctie en de ontwikkelingsfunctie moeten vervullen, wordt verwacht dat zij een groot aantal taken moeten uitvoeren, die onmogelijk binnen het huidige budget kunnen worden gefinancierd. Daar is een substantiële verhoging van de subsidie voor nodig en die subsidie mag niet ten koste gaan van het beschikbare budget van het NFPK. De Raad vindt het niet zinvol om dit advies over het besteljeugdpodiumkunsten te effectueren als het met de huidige middelen bekostigd moet worden. De Raad hecht er veel waarde aan dat zowel het rijk als de gemeentelijke en/ofprovinciale overheid de financiering van de jeugdpodiumkunsten in de basisinfrastructuur in een gelijkwaardige verhouding en met gelijkwaardige verantwoordelijkheden voor hun rekening nemen. Enerzijds is het belangrijk dat het rijk kwalitatief hoogstaand aanbod voor de jeugdpodiumkunsten waarborgt; het rijk wil immers dat in de basisinfrastructullr en bij het NFPK een goed gespreid aanbod van jeugdpodillmkunsten in stand wordt gehouden. Het primaat van de inhoudelijke beoordeling moet volgens de Raad daarom bij het rijk en het
6 raad voor "V~~~~,...~ pagina: 6 rc /2 NFPK liggen. Tegelijkertijd is het heel belangrijk dat de jeugdpodiumkunsten-instellingen ingebed zijn in de lokale en/ofprovinciale structuur vanwege de belangrijke educatieve taak van deze instellingen en de afname van jeugdpodiumkunsten in school- en vrije voorstellingen. Jeugdpodiumkunsteninstellingen spelen immers een groot deel van hun voorstellingen op scholen in hun eigen regio. Daarom is het belangrijk dat de regio ook financiële verantwoordelijkheid hiervoor draagt De verschillende overheden moeten hun verantwoordelijkheden voor elk van de drie disciplines voelen. De Raad stelt zich voor dat zij daar in de convenantbesprekingen tussen minister en landsdelen gezamenlijke afstemming over bereiken. Een bestel voor de jeugdpodiumkunsten De Raad blijft bij zijn conclusie uit Innoveren, participeren! dat er op dit moment nog geen volwaardig, integraal bestel voor de jeugdpodiumkunsten bestaat. De artistieke ontwikkeling van de disciplines jeugdtheater, jeugddans, jeugdmuziek en jeugdmuziektheater is gaande, maar het verschil in de hoeveelheid producties en het organisatorisch vermogen van deze jeugdpodiumkunstensectoren is erg groot. Terwijl er in hetjeugdtheater al in 1986 een jeugdtheaterbestel geconsolideerd is door de commissie-zeevalking, is er nog geen sprake van bestellen van specifieke jeugddans- en jeugdmuziekinstellingen die over het land gespreid zijn en een solide financieringsstructuur van de verschillende overheden hebben. De Raad beschouwt de drie podiumkunstendisciplines als principieel gelijkwaardig, en vindt dat instellingen die jeugddans- en jeugdmuziekaanbod produceren op termijn elk een landelijk gespreide infrastructuur moeten vormen. Die kan dan meegroeien met de artistieke en de publieksontwikkeling en zodoende een eigen, op de discipline toegesneden vorm krijgen. Hiervoor moeten, zoals hierboven gezegd, niet alleen de drie overheden zich verantwoordelijk voelen, ook moet er een goede afstemming plaatsvinden tussen de producenten en de podia, zodat aanbod en afname op elkaar aansluiten. Een van de manieren om te bouwen aan een volwaardig bestel voor alle jeugdpodiumkunsten, is in de ogen van de Raad een versterking van de ontwikkelingsfunctie voor de jeugdpodiumkunsten. De productiehuizen kunnen op twee manieren de rol van jeugdpodiumkunsten versterken. Ten eerste begeleiden ze de artistieke ontwikkeling van makers bij het realiseren van producties voor jong publiek. Dit geldt zowel voor nieuwe makers, als voor meer ervaren makers die zich willen toeleggen op jeugdpodiumkunstenproducties. De productiehuizen kunnen hen daarin op weg helpen. Ten tweede kunnen ze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het aanbod voor een jong publiek. Ze kunnen fungeren als een vuurtoren, waarbij ze het belang van de jeugdpodiumkunsten vanuit een beperkt aantal plekken landelijk uitstralen. De Raad vertrouwt er dan ook op dat de procluctiehuizen het talent in de jeugdpodiumkunsten stimuleren, waardoor het aantal jeugdpodiumkunsteninstellingen uitbreidt in de disciplines waar er een tekort is. Daarnaast kunnen ook het Theater Instituut Nederland en het Sectorinstituut Muziek een bijdrage leveren aan de expertisebevordering op het gebied van ontwikkeling van de jeugdpodiumkunsten.
7 voor pagina: 7 rc-2üü'1.ü41'11/2 Basisinfrastructuur jeugdtheater, waarbij inbegrepen jeugdmuziektheater en jeugdpoppen- en objecttheater In Innoveren, participeren! schetste de Raad een basisinfrastructuur voor het jeugdtheater, waarin de jeugdtheaterinstellingen gekoppeld worden aan de acht brandpunten in de steden Amsterdam, Rotterdam, Den I-laag en de regio's noord, oost, zuid, Limburg en Utrecht. Op grond van de eerder beschreven herdefiniëring kunnen de jeugdtheaterinstellingen die de instandhoudingsfunctie vervullen ook nadruk leggen op het produceren van jeugdmuziektheater en/ofjeugdpoppen- en objecttheater. Op grond van nieuwe inzichten adviseert de Raad nu dat de regio oost niet door één jeugdtheatergezelschap in de basisinfrastructuur bediend kan worden. De omvang van deze regio is daar in demografisch en geografisch opzicht te groot voor. Juist voor jeugdpodiumkunsten is het belangrijk om geworteld te zijn in een gebied met een overzichtelijke omvang. De instellingen moeten een goed en geconcentreerd spreidingsbeleid voeren dat een beperkt gebied beslaat omdat een groot deel van de voorstellingen gespeeld wordt op scholen waar de instellingen een nauwe band mee moeten onderhouden. Om deze redenen pleit de Raad ervoor om het aantal jeugdtheaterinstellingen die in de basisinfrastructuur de instandhoudingsfunctie vervullen, uit te breiden tot negen. Deze extra instelling zou gevestigd moeten zijn in het noordelijk deel van de regio oost, en dit deel van de regio van jeugdtheater moeten bedienen. Voor deze instelling gelden dezelfde criteria en taken die de Raad in Innoveren, participeren! met betrekking tot de jeugdtheatergezelschappen heeft geformuleerd. De Raad constateerde in Innoveren, participeren! dat er demografische en theatrale ontwikkelingen gaande zijn in Zeeland en Flevoland. Op dit moment zijn die ontwikkelingen nog niet zo ver gevorderd dat er ook in die regio's een jeugdtheatergezelschap de instandhoudingsfunctie moet vervullen in de basisinfrastructuur. In Zeeland zou deze lacune opgevuld kunnen worden doordat de jeugdtheaterinstelling in de regio zuid na wederzijds overleg de verantwoordelijkheid neemt om de vraag naar jeugdtheater in die provincie te beantwoorden. Flevoland zou tot het dekkingsgebied van de jeugdtheaterinstelling in de regio Utrecht kunnen behoren. De inrichting van de basisinfrastructuur voor hetjeugdtheater, waarbij er in Noord- en Zuid Holland (buiten de drie grote steden) geen jeugdtheatergezelschappen meer zijn die direct door het rijk worden gefinancierd, schept verantwoordelijkheden voor de instellingen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De Raad vindt dat jeugdtheatergezelschappen voortaan ook het spreidingsgebied van die twee provincies voor hun rekening moeten nemen. De Raad pleitte al in Innoveren, participeren! voor meer differentiatie in de omvang van jeugdtheaterinstellingen. Het is van belang dat er jeugdtheaterinstellingen zijn die structureel groot gemonteerde theaterproducties te maken. Even belangrijk is het echter dat een aantal jeugdtheaterinstellingen de armslag krijgt om nieuwe makers aan te trekken, per seizoen een grote verscheidenheid aan producties uit te brengen, miistieke risico's te nemen, duurdere (oudere) acteurs aan te trekken en eventueel een ensemble op te bouwen.
8 pagina: 8 rc Daarom pleit de Raad voor minimaal twee grote jeugdtheaterinstellingen in de basisinfrastructuur. Eén van deze instellingen zou in Amsterdam gevestigd moeten zijn, gezien de concentratie van publiek en makers, theaterinitiatieven en de ontwikkelingen die daar de afgelopen tijd binnen de jeugdtheatersector hebben plaatsgevonden. De tweede locatie wijst de Raad niet aan, omdat de potentie om te groeien tot een groot jeugdtheatergezelschap sterk afl1ankelijk is van de ambities en kwaliteiten van een instelling. Ten slotte ziet de Raad, anders dan hij in Innoveren, participeren! stelde, in Flevoland geen noodzaak meer voor een tweede jeugdtheaterproductiehuis dat in het kader van de basisinfrastructuur door het rijk wordt gefinancierd. In de ontwikkelingsfunctie kan beter vooraleerst geïnvesteerd worden in productiehuizen voor de jeugddans en de jeugdmuziek, omdat de achterstand daar urgentie heeft. Daarom kan het aantal productiehuizen voor jeugdtheater in de basis infrastructuur beperkt blijven tot één. Basisinfrastruciuur jeugddans De jeugddansinstellingen die thans gefinancierd worden in het kader van de Cultuurnota vormen geen volwaardig bestel zoals daar in hetjeugdtheater sprake van is. Daarvoor zijn de instellingen niet genoeg landelijk gespreid: er zijn zelfs hele delen van het land waar geen jeugddansinstelling is gevestigd. Bovendien zijn de instellingen die deel uitmaken van dit onvolkomen bestel in artistiek en/of bedrijfsmatig opzicht te weinig volgroeid. De Raad onderschrijft nog steeds zijn constatering in Innoveren, participeren! dat "om de jeugddans een volwaardige positie in het dansbestel te bezorgen, een inhaalslag gemaakt [zal] moeten worden op het gebied van de professionalisering en op het gebied van de artistiekinhoudelijke ontwikkeling." In Innoveren, participeren! pleitte de Raad er voor dat in de basisinfrastructuur een bestel van vijf instellingen de instandhoudingsfunctie voor jeugddans moet vervullen. De Raad komt op dit voorstel terug. Gezien het beperkt aantal jeugddansmakers en -instellingen mag niet verwacht worden dat de potentiële aanvragers voor een plek in de basisinfrastructuur een uitgebalanceerd en landel ijk gespreid bestel van jeugddansinstellingen kunnen vormen. De Raad is van mening dat in de jeugddans geleidelijk een bestel opgebouwd moet worden, waarbij voor het Subsidieplan voorgesteld wordt een gering aantal jeugddansinstellingen op te nemen in de basisinfrastructuur. Daarbij moet dit bestel in opbouw zo veel mogelijk landelijk gespreid zijn. De Raad gaat uit van een groeimodel, zodat het jeugddansbestel op den duur uitgebreid kan worden metjeugddansinstellingen die met een meerjarige subsidie bij het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ genoeg artistieke en zakelijke continuïteit hebben opgebouwd. De Raad handhaaft zijn pleidooi uit Innoveren, participeren! voor de oprichting van een jeugddansproductiehuis. Zo'n specifieke instelling kan de aanwas van choreografen voor de jeugddans stimuleren. De Raad denkt dat een jeugdproductiehuis zich het beste in dezelfde stad als een dansvakopleiding kan bevinden om daar een nauwe relatie mee aan te gaan. Daarnaast kunnen ook de bestaande (dans)productiehuizen aparte trajecten ontwikkelen voor jeugddansmakers, zodat de ontwikkelfunctie in de jeugddans verder landelijk gespreid is.
9 raad voor 'V"'~"'-"~L pagina: 9 rc Basisinfrastructuur jeugdmuziek Zoals eerder opgemerkt, pleit de Raad ervoor om hetjeugdmuziektheater onder het jeugdtheaterbestel te scharen. Hij beperkt zich in deze paragraaf tot de jeugdconcerten. Dammee laat de Raad zoals gezegd de vrije muzieksector buiten beschouwing. Jeugdconcerten worden momenteel voor een groot deel uitgevoerd door de symfonieorkesten en de ensembles. Zulke jeugdconcerten kunnen enerzijds bestaan uit regulier repertoire dat door middel van een educatief programma voor kinderen en jongeren geschikt gemaakt wordt. Anderzijds zijn er ook concerten van nieuw of bestaand repeltoire die met behulp van een theatrale toevoeging, participatie ofandere middelen of werkwijzen specifiek op de jeugd worden toegesneden. Beide soorten concerten worden momenteel al structureel gegeven door bestaande muziekinstellingen. Er zijn echter nauwelijks tot geen orkesten en ensembles zijn die zich louter toeleggen op het geven van specifieke jeugdconcerten. In dat opzicht wijkt de jeugdmuziek af van het jeugd(muziek)theater en de meeste jeugddans. Er zijn instellingen die met enige regelmaat speciale jeugdconcelten geven, maar geen enkel orkest of ensemble heeft deze activiteit tot kerntaak verheven. Wanneer deze instellingen dit op een kwalitatief hoogstaand niveau doen, dan moeten deze instellingen de mogelijkheid krijgen om deze taken, liefst met een geoormerkt budget uit te voeren. Dat geldt zowel voor de symfonieorkesten, die voortaan met een langjarig subsidieperspectief in de basisinfrastructuur terecht komen, als voor de ensembles, die voortaan door het NFPK worden gesubsidieerd. Met name de mogelijkheden voor het ontwikkelen van muziekaanbod voor de jeugd moeten verder uitgebouwd worden. Daarom is het van belang dat eenjeugdmuziekproductiehuis deze taak structureel en met voldoende middelen kan uitvoeren. Zo'n instelling kan specifiek jeugdmuziekaanbod ontwikkelen, en onderzoeken wat geschikte manieren zijn om muziek op een aantrekkelijke wijze voor de jeugd te presenteren. Dit productiehuis functioneert dan als een kweekvijver voor makers die hun opgebouwde kennis en ervaring toepassen in het werken met orkesten en ensembles. Productiehuizen zijn de meest geschikte instellingen om zulke jeugdconcerten - eventueel in festivalvorm ofandere geschikte presentatievormen - te ontwikkelen. Zulke instellingen zijn aan een specifieke regio gebonden, maar kunnen door reisvoorstellingen en cofinanciering door andere regio's ook een landelijke uitstraling krijgen. De raad is van mening dat ze op die manier in staat zijn om de jeugdmuziek landelijk een impuls geven en zo kunnen doorgroeien naar een volwaardige infrastructuur. De Raad hoopt dat hij hiermee een bruikbaar kader gegeven heeft op basis waarvan in de komende jaren het bestel voor de jeugdpodiumkunsten verder opgebouwd en gelcollscllidl~e,rd kan worden. Kees Weeda Algemeen Secretaris
raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3
R.J.Schimmelpennincklaan 3 so-to-3612+3 2506 AE Den Haag teler.cn.3172312esse fax +31(o)70 36147 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen de heer
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid Nr. 166 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieAan de leden van Provinciale Staten
Aan de leden van Provinciale Staten Datum : 12 juni 2008 Briefnummer : 2008-29.290/24/A.11, CW Zaaknummer : 76825 Behandeld door : Dijk N.M. van Telefoonnummer : (050) 3164217 Antwoord op : Bijlagen :
Nadere informatieonderwerp: Advies Stichting Zuidelijke Dansvoorziening, Station Zuid
R.J. Schimmelpennincklaan 3 postbus 61243 2506 AE Den Haag telefoon +31(o)70 310 66 86 fax +31(o)70 36147 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mevrouw
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Cultuurconvenant , Ministerie van OCW landsdeel Zuid
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33690 4 december 2013 Cultuurconvenant 2013 2016, Ministerie van OCW landsdeel Zuid De minister van Onderwijs, Cultuur
Nadere informatieStadsschouwburg Utrecht
Stadsschouwburg Utrecht Bijeenkomst culturele instellingen 6 juli 2007 Verschil Maken Uitwerking: twee loketten 1. Artistieke beslissingen: fondsen persoongerichte subsidies (inter)nationale projecten
Nadere informatieCommissie Zorg, Welzijn en Cultuur
Griffie Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Datum commissievergadering : - DIS-stuknummer : 1473254 Behandelend ambtenaar : N.H.C.P. Jansen- Kastelijns Directie/bureau : Sociale en Culturele Ontwikkeling/
Nadere informatieUitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota 2013-2016 provincie Drenthe
Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota 2013-2016 provincie Drenthe Thema en doelen subsidieprogramma Cultuurnota 2013-2016 Oude wereld, nieuwe mindset De provincie Drenthe staat voor een herkenbare
Nadere informatieBIJLAGE Aanvullende achtergrondinformatie podiumkunsten. 1. Wat zijn podiumkunsten?
BIJLAGE Aanvullende achtergrondinformatie podiumkunsten 1. Wat zijn podiumkunsten? De kunstdisciplines muziek, theater en dans vormen de podiumkunsten. Het gaat hier om professionele kunsten, wat wil zeggen
Nadere informatieSML09-30. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht
P TraD HoLLAND SML09-30 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving Registration ummer PZH-2009-209435 (DOS-2009-0001943) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum
Nadere informatieOCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort
Cultuurconvenant 2009 2012 OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuurorgaan,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28226 3 juni 2016 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 mei 2016, nr. 935426, houdende
Nadere informatieDeelregeling vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+
Deelregeling vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen 2009-2012 van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. Fonds: het Nederlands Fonds voor
Nadere informatie.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag
Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl
Nadere informatieRaad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE..DEN HAAG. Datum Betreft adviesaanvraag culturele basisinfrastructuur 2017-2020.
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE..DEN HAAG Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieBijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling
Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling A. Subsidies voor incidentele activiteiten en projecten A.1 Doelstelling: Herkenbare en onderscheidende culturele identiteit door behoud en ontwikkeling
Nadere informatievoorstel aan de raad Nota Subsidievoorstellen Cultuurnota Jongmans, B. (Bas) Kenmerk
voorstel aan de raad Opgesteld door Culturele Zaken Jongmans, B. (Bas) Kenmerk 16.506863 Vergadering Raadsvoorstellen Vergaderdatum 30 december 2016 Jaargang en nummer Geheim Nee Nota Subsidievoorstellen
Nadere informatieInvesteren in Ontwikkeling. Het Noorden als laboratorium
Investeren in Ontwikkeling Het Noorden als laboratorium Noordelijke ambities voor cultuur in de periode 2005-2008 1 1 Inleiding In 2004 zal de rijksoverheid een nieuwe cultuurnota vaststellen voor de periode
Nadere informatieSander Bersee Directeur Directie Erfgoed en Kunsten 19 november 2015
Culturele basisinfrastructuur 2017-2020 Sander Bersee Directeur Directie Erfgoed en Kunsten 19 november 2015 Stand van zaken 2015 Het aanbod in de cultuursector neemt toe Toename eigen vermogen Toename
Nadere informatieDatum 25 mei 2016 Reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van de popmuziek
>Retouradres Postbus 1637 00 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 0018 00 EA DEN HAAG Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 0 Den Haag Postbus 1637 00 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 482 Cultuursubsidies Nr. 94 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 april 2015 De commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie
Nadere informatie1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext
1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot de verkenning De Raad voor Cultuur (RvC) heeft in zijn Agenda Cultuur 2017 2020 en verder aangekondigd gezamenlijk met de Sociaal-Economische Raad (SER) een verkenning van
Nadere informatieDe leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN
Onderwerp Evaluatierapport Kunstraad Groningen Steller M.M.A. Blom De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 62 50 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6616761 Datum Uw brief van
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10878 4 juni 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 mei 2012, nr. WJZ/409467
Nadere informatieCultuurstelsel
Cultuurstelsel 2017-2020 Nederland kent een professionele cultuursector, die zich voortdurend ontwikkelt en ook internationaal van grote betekenis is. Ik hecht grote waarde aan een kwalitatief hoogwaardig
Nadere informatieSamen naar cultuur voor iedereen
Ministerie van OCW VNG IPO t.a.v. de minister t.a.v. de voorzitter t.a.v. de voorzitter Mevrouw Ingrid van Engelshoven de heer Jan van Zanen de heer Th.J.F.M. Bovens Postbus 16375 Postbus 30435 Postbus
Nadere informatieGeachte heer Daalmeijer, geachte leden van de Raad voor Cultuur,
Raad voor Cultuur t.a.v. de heer J. Daalmeijer Postbus 61243 2506 AE DEN HAAG Amsterdam, 20 april 2015 Ons kenmerk: 15-014 Betreft: reactie op advies Geachte heer Daalmeijer, geachte leden van de Raad
Nadere informatieRaad voor Cukuur. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen mevrouw drs. M. van der Laan Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer
Raad voor Cukuur Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen mevrouw drs. M. van der Laan Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Onderwerp R.J. Schimmelpennincklaan 3 Subsidieverzoek amateurtheater-festival
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan
Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Overijssel, provincie Gelderland, gemeente Zwolle, gemeente Enschede, gemeente Hengelo, gemeente Apeldoorn, gemeente Arnhem, gemeente Nijmegen De Staatssecretaris
Nadere informatieHierbij ontvangt u het advies van de Raad voor Cultuur over de uitwerkingsbrief van
R,J. Schirnrnelpennincklaan 3 postbus 61243 2506 AE Den Haag telefoon +31(o)70 310 66 86 fax +31(o)70 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieBegroting 2015 Meta-data Monitor streefdoelen cultuur en media
Begroting 2015 Meta-data Monitor streefdoelen cultuur en media Overzicht per indicator: 6. Een sterke cultuursector, die ondernemend en innovatief is en goed zorgt voor ons erfgoed Percentage cultuurproducerende
Nadere informatieVisie muziekonderwijs en beeldende vorming Terneuzen
Visie muziekonderwijs en beeldende vorming Terneuzen INHOUDSOPGAVE 1.0 INLEIDING... 3 2.0 UITGANGSPUNTEN ONDERZOEK EN DEFINITIE MUZIKALE EN BEELDENDE VORMING... 3 2.1 UITGANGSPUNTEN... 3 2.2 DEFINITIE
Nadere informatieDe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: minister van OCW,
Cultuurconvenant 2017 2020 Ministerie van OCW Landsdeel Oost De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: minister van OCW, en Gedeputeerde Staten van
Nadere informatiePodia werken steeds meer en innovatiever samen, maar het kan beter
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v. Minister Drs. I.K. van Engelshoven Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Utrecht, 22 mei 2019 Betreft: Geachte minister Van Engelshoven, Namens de Vereniging
Nadere informatieSAMENWERKING CULTUUR OOST-NEDERLAND
SAMENWERKING CULTUUR 1 SAMENWERKING CULTUUR 2 SAMENWERKING CULTUUR Met ROUTE OOST ontwikkelen we een perspectief voor de Oost- Nederlandse culturele infrastructuur en een routekaart met en tussen de stedelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid Nr. 187 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 26 mei 2016 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en
Nadere informatieALGEMEEN STATEMENT VSCD. t.a.v. Raad voor Cultuur Advies muziekbeleid De balans de behoefte
t.a.v. Raad voor Cultuur Advies muziekbeleid De balans de behoefte In algemene zin is de VSCD blij met het advies en onderkennen wij de daarin genoemde verbeterpunten voor de sector. Het advies is genuanceerd
Nadere informatieAan de leden van Provinciale Staten
Aan de leden van Provinciale Staten Datum : 27 januari 2009 Briefnummer : 2009-04028/5/A.22, CW Zaaknummer : 155503 Behandeld door : Antonis M. Telefoonnummer : (050) 316 4312 Antwoord op : Bijlage : Onderwerp
Nadere informatiecultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs;
Tijdelijke Regeling Flankerende Projecten Cultuureducatie met Kwaliteit 2014 Fonds voor Cultuurparticipatie Maart 2014 Het bestuur van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, Gelet op artikel 3 van
Nadere informatieSubsidiekader vergroting verdienvermogen middelgrote ensembles Fonds Podiumkunsten
Subsidiekader vergroting verdienvermogen middelgrote ensembles Fonds Podiumkunsten In overleg met de Tweede Kamer zijn door de minister van OCW middelen vrijgemaakt om te stimuleren dat middelgrote ensembles
Nadere informatieKaderstellende notitie podiumkunsten Samenvatting
Kaderstellende notitie podiumkunsten 2009-2012 Samenvatting Vanuit onze ambitie om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te zijn, willen wij onze verantwoordelijkheid nemen en eigen keuzes maken ten aanzien
Nadere informatieAlleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.
KUNSTPARTICIPATIE: OVER DEZE SUBSIDIE Met de programmalijn Kunstparticipatie wil het Fonds de vernieuwing van het aanbod van kunstbeoefening in de vrije tijd realiseren. Daarnaast wil het bijdragen aan
Nadere informatieC tyl LJ U R. Aan de informateurs De heer W.J. Bos De heer H.G.J. Kamp Postbus EA Den Haag. Datum: 9 oktober 2012 Kenmerk: rc-2012.
R.J. Schimmelpennincklaan 3 2517 JN Den 1-laag Postbus 61243 0 2506 AE Den Haag t 070 3106686 f070 3614727 info@cultuur.nl www.cuftuur.nl C tyl LJ U R Aan de informateurs De heer W.J. Bos De heer H.G.J.
Nadere informatieDecreet Bovenlokale Cultuurwerking
2020 Decreet Bovenlokale Cultuurwerking Van 15 juni 2018 Decreet Bovenlokale Cultuurwerking Traject besluitvorming: Goedkeuring Vlaamse Regering op 15 juni 2018 Uitvoeringsbesluit goedkeuring Vlaamse Regering
Nadere informatieBudget Educatie en Participatie Projecten (BEPP)
Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP) Met het Budget Educatie en Participatie Projecten willen de provincie Groningen en het Rijk een aantal doelstellingen bereiken. We hanteren daarbij een
Nadere informatieWerkwijze RRKC betreffende advisering subsidie-aanvragen Cultuurplan november 2015
Werkwijze RRKC betreffende advisering subsidie-aanvragen Cultuurplan 2017-2020 30 november 2015 Inleiding Tot 1 februari 2016 12.00 uur kunnen subsidie-aanvragen voor het Cultuurplan 2017-2020 worden ingediend
Nadere informatie2013 CULTUUR IN CIJFERS
2013 CULTUUR IN CIJFERS / TOELICHTING // Cultuur in Cijfers 2013 Deze bijlage bij Cultuur in Beeld 2013 bevat financiële en prestatiegegevens van instellingen die onderdeel uitmaken van de culturele basisinfrastructuur
Nadere informatieOCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem
Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl
Nadere informatieVan: Agnes Martens rmailto:agnes.martens@philharmonie.nll Verzonden: maandag 9 oktober 2017 12:48 Aan: STATENGRIFFIE Onderwerp: HW Bevestiging van ontvangst Antwoord op vijf vragen - philharmonie Goedemiddag
Nadere informatieVoorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Datum 23 oktober 2014 Betreft uitwerking brief talentontwikkeling
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Erfgoed en Kunsten IPC 3300 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ
Nadere informatieCultuurbeleid. Ontwikkelingen in onze samenleving en in de culturele. groei van het aantal inwoners in de stedelijke gebieden, hebben
Cultuurbeleid 2021-2024 Stedelijke en regionale profielen Ontwikkelingen in onze samenleving en in de culturele sector beïnvloeden elkaar over en weer. Veranderingen in de samenstelling van de bevolking,
Nadere informatieSubsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen stadsdeel Zuid
Subsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen stadsdeel Zuid TOELICHTING Stadsdeel Zuid wil zoals verwoord in de Uitvoeringsnotitie Kunst en Cultuur de relatie met de gevestigde culturele
Nadere informatieOverzicht aanvragen en bedragen. Totaaloverzicht adviezen. Advies. Culturele Basisinfrastrcutuur
Overzicht aanvragen en bedragen Totaaloverzicht adviezen Advies Culturele Basisinfrastrcutuur 27 22 BIS / Overzicht aanvragen en bedragen / Totaaloverzicht adviezen Totaaloverzicht adviezen 23 26 Podiumkunsten
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Huishoudelijk reglement van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 83 7 mei 2009 Huishoudelijk reglement van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie 5 februari 2009 Artikel 1 Begripsbepalingen
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 AE Den Haag. Datum 6 december 2010 Betreft uitgangspunten cultuurbeleid
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 AE Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieDeelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten
Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement
Nadere informatieStabiliteit en professionaliteit in de podiumkunsten
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v. Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ 'S-GRAVENHAGE Amsterdam, 16 juni 2015 Kenmerk: 15-019 Betreft: reactie op uitgangspuntenbrief Geachte
Nadere informatieBESLUIT INZAKE INVULLING VAN HET VOOR DE MUZIEKSTUDIO IN DCR GERESERVEERDE BUDGET EN SUBSIDIËRING LOOS
Gemeente Den Haag Ons kenmerk BOW/2009.259 RIS 162930 BESLUIT INZAKE INVULLING VAN HET VOOR DE MUZIEKSTUDIO IN DCR GERESERVEERDE BUDGET EN SUBSIDIËRING LOOS HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,
Nadere informatieBeleidskaders regionaal CULTUUR beleid. Beleid, trends en toekomstverwachtingen
Film in de regio Beleidskaders regionaal CULTUUR beleid Beleid, trends en toekomstverwachtingen Trends (algemeen) Veranderende wijze van werken Regionale identiteit en nabijheid nemen toe Toenemende aandacht
Nadere informatiePS2008WMC Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5
PS2008WMC19-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 30 september 2008 Nummer PS : PS2008WMC19 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2008INT229290 Portefeuillehouder : Raven
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014 F VERSLAG VAN
Nadere informatieDeelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten
Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid Nr. 123 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieMijnheer de Staatssecretaris, mevrouw de Wethouder,
Raad voor Cultuur De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen De heer dr. F. van der Ploeg Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer De Wethouder voor Cultuur van Amsterdam Mevrouw S. Bruines Stadhuis,
Nadere informatieGemeente Heerlen - beleidsregel Tenderregeling Community Arts
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerlen. Nr. 40033 17 juli 2014 Gemeente Heerlen - beleidsregel Tenderregeling Community Arts Artikel 1 Begripsomschrijving In deze beleidsregel wordt verstaan
Nadere informatieAan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl
Nadere informatieDeelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten
Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement
Nadere informatieVerdeling subsidies programmatische activiteiten cultuur
Verdeling subsidies programmatische activiteiten cultuur Vijf actiepunten Januari 2013 Tobias de Groot Vijf actiepunten In december is een belangrijk deel van de nota zichtbaar geworden; de verdeling van
Nadere informatieInleiding. ADVIES C10, oktober 2012. Inhoudsopgave
ADVIES C10, oktober 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Knelpunten in de infrastructuur (bijlage) 3. Gecombineerde oplossingsrichtingen 4. Nawoord Inleiding Gedeputeerde Staten hebben 18 september j.l.
Nadere informatieRaad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur
R.J.Schimmelpennincklaan 3 Postbus 61243 2506 AE Den Haag Telefoon +31(0)70 310 66 86 Fax +31(0)70 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Nadere informatieToelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten
Toelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten 1. Inleiding Met de Deelregeling projectsubsidies beoogt het Fonds Podiumkunsten de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten te stimuleren
Nadere informatieDeelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten
Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement van
Nadere informatieECSD/U201402324 Lbr. 14/092
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft leren over cultureel ondernemen uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U201402324 Lbr. 14/092 bijlage(n) 2 (separaat
Nadere informatieDe Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA..DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA..DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieToetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG
Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 11 april 2018 Onderwerp Wet maatregelen
Nadere informatie24 september september 2018
Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 24 september 2018 10 10 september 2018 wethouder A.G.J. Bosch Zaaknummer 7184-2018
Nadere informatieOnderwerp Voorstel tot nadere taakafbakening ministerie OCenW en de fondsen
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen de heer mr. drs. C.H.J. van Leeuwen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Onderwerp Voorstel tot nadere taakafbakening ministerie OCenW en de fondsen
Nadere informatieRaad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, 1. Inleiding
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen dr. F. van der Ploeg Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Onderwerp Kunst en verstandelijke handicap Mijnheer de Staatssecretaris, 1. Inleiding R.J.
Nadere informatieSubsidieregeling infrastructuur professionele kunsten Noord-Brabant
CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR124085_5 6 december 2016 Subsidieregeling infrastructuur professionele kunsten Noord-Brabant 2013-2016 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet op
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69346 14 december 2018 Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten
Nadere informatie1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007
logoocw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk VO/OK/2003/53723 Uw kenmerk Onderwerp tweede fase havo/vwo 1.Inleiding In het algemeen
Nadere informatieToelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten
Toelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten 1. Inleiding Met de Deelregeling projectsubsidies beoogt het Fonds Podiumkunsten de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten te stimuleren
Nadere informatieDe belangrijkste positieve consequenties die we uit de verkenning halen zijn:
Ministerie van OCW T.a.v. de minister, mevrouw I.K. van Engelshoven Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Kenmerk: 18-001 Onderwerp: input NAPK voor toekomstig en lopend cultuurbeleid Amsterdam, 10 januari 2018
Nadere informatieNoordelijk cultuurprogramma We the North
Noordelijk cultuurprogramma We the North 2017-2020 Jaarverslag 2017 2 Symposium Zin-tuigen Station Noord 2.0 - Pluk de Dag - Mohamed Yusuf Boss Station Noord 2.0 - Sijas de Groot - Tussenland 3 We the
Nadere informatieHet belang van internationaal cultuurbeleid. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dr. R.H.A. Plasterk Postbus 16375 2500 8J Den Haag
Schimrrlelpenninckhan 3 61243 2so6AE Den telefoon 310 66 86 fax 361 27 e-mail cultuur@cultuur.nl De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dr. R.H.A. Plasterk Postbus 16375 2500 8J Den Haag datum:
Nadere informatie4. Ondersteuning van het Plan van Aanpak Europese Cultuurregio Randstad.
Ruimte voor kunst en cultuur in de Randstad Doel De Minister van OCW en de wethouders Kunst en Cultuur van Amsterdam/Rotterdam/Den Haag en Utrecht stellen zich ten doel de internationale betekenis en concurrentiepositie
Nadere informatieRaad voor Cultuur. Telefax
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Ondenverp R.J. Schimmelpennincklaan 3 ontwerp-selectielijst archiefbescheiden
Nadere informatieMinisterie van OCW Staatssecretaris H. Zijlstra Postbus BJ Den Haag
Ministerie van OCW Staatssecretaris H. Zijlstra Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Amsterdam, 17 mei 2011 Kenmerk: 11-53 Betreft: Reactie NAPK op advies Raad voor Cultuur Geachte heer Zijlstra, Hierbij de
Nadere informatieProvinciale Staten van Noord-Holland
Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 86 Haarlem, 12 oktober 2004 Onderwerp: Cultuurnota provincie Noord-Holland 2005-2008 Cultuur verbindt Bijlagen: Ontwerpbesluit Cultuurnota 1. Inleiding Voor
Nadere informatieHANDLEIDING PROJECTOPROEP VAN 15 MEI 2019 VOOR PROJECTEN DIE VAN START GAAN VANAF 1 JANUARI Decreet Bovenlokale Cultuurwerking
/ handleiding HANDLEIDING PROJECTOPROEP VAN 15 MEI 2019 VOOR PROJECTEN DIE VAN START GAAN VANAF 1 JANUARI 2020 Decreet Bovenlokale Cultuurwerking 14.03.2019 cjm.vlaanderen.be INHOUD 1 Toelichting... 3
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan
Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, gemeente Amsterdam De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan en de Wethouder voor Cultuur van de gemeente Amsterdam, drs. J.H. Belliot
Nadere informatieDatum 10 november 2017 Overzicht van maatregelen arbeidsmarktpositie culturele en creatieve sector
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieAdvies Adviezen aan de Nederlandse en Vlaamse regering
Advies Adviezen aan de Nederlandse en Vlaamse regering onderwerp datum 7 mei 2004 aan cc advies bijzonder budget muziek en podiumkunsten Medy van der Laan, Nederlands staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
Nadere informatieNr. 972215/10 Middelburg, 13 mei 1997. Aan de Provinciale Staten van Zeeland,
Commissie: welzijn Commissie: algemeen bestuur Nr. WEB-418 Vergadering 20 juni 1997 Agenda nr......... Gedeputeerde met de verdediging belast: G.L.C.M. de Kok Nr. 972215/10 Middelburg, 13 mei 1997 Aan
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 482 Cultuursubsidies 2009 2012 Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETEN- SCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieAan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus AE DEN HAAG. Datum 24 april Culturele diversiteit
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 AE DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl
Nadere informatieProducties en Voorstellingen van Rijksgesubsidieerde Podiumkunstgezelschappen
Producties en Voorstellingen van Rijksgesubsidieerde Podiumkunstgezelschappen rapportnr. 1636 november 2017 Onderzoek in opdracht van het Fonds Podiumkunsten Producties en Voorstellingen van Rijksgesubsidieerde
Nadere informatieDatum : 2 november 2004 Nummer PS : PS2004ZCW13 Dienst/sector : MEC/DCU Commissie : ZCW. Titel : Cultuurprogramma
S T A T E N V O O R S T E L Datum : 2 november 2004 Nummer PS : PS2004ZCW13 Dienst/sector : MEC/DCU Commissie : ZCW Registratienummer : 2004MEC001940i Portefeuillehouder : J.van Bergen Titel : Cultuurprogramma
Nadere informatieRaad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Middelbaar beroepsonderwijs
Nadere informatie