Een systeem van groencertificaten. - eindrapport -

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een systeem van groencertificaten. - eindrapport -"

Transcriptie

1 Een systeem van groencertificaten - eindrapport - Opgesteld in opdracht van: Ministerie van Economische Zaken Directoraat-Generaal voor Energie Directie Elektriciteit Projectnummer 2663 KPMG Bureau voor Economische Argumentatie Hoofddorp, oktober 1999

2

3 Inhoudsopgave Voorwoord... 1 Samenvatting Inleiding Groencertificaten als beleidsinstrument De context Duurzame energie: doelstellingen en beleidsinstrumenten Een systeem van groencertificaten Vier varianten De prijsvorming van groencertificaten Toetsingskader Scope van het groencertificatensysteem Productmarkt Geografische markt Afnemers De markt voor groencertificaten Vormgeving van groencertificaten Spotmarkt Groenderivaten Transactiekosten De institutionele inbedding De Duurzame Energiebank Uitgifte certificaten Registratie transacties Inname certificaten Systeemkosten Vergelijking van systemen Systeemvarianten Vergelijking vrijwillig geleverd en verplicht opgewekt systeem Toetsing van het systeem van groencertificaten...61 Bijlage A. Begeleidingscommissie en gesprekspartners...63 Bijlage B. Wettelijke bepalingen groencertificaten...65 Bijlage C. Vormen van duurzame energie...69

4

5 Voorwoord Stimulering van de duurzaamheid van de Nederlandse energiehuishouding en de liberalisering en internationalisering van marktwerking op de elektriciteits- en gasmarkt lijken moeilijk te verenigen. In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, Directoraat-Generaal voor Energie, heeft KPMG Bureau voor Economische Argumentatie in samenwerking met KPMG Milieu onderzoek gedaan naar een systeem van groencertificaten. Uit ons onderzoek blijkt dat het mogelijk is om via de markt de duurzaamheid van de energievoorziening van de Nederlandse samenleving te vergroten. Om tot deze conclusie te komen hebben we niet alleen gebruik gemaakt van de gestaag groeiende internationale literatuur over dit onderwerp, maar hebben we ook geprofiteerd van de inzichten van deskundigen, zowel op het terrein van energie als op het terrein van de financiële markten. Bovendien hebben we geprofiteerd van de inzichten bij het Directoraat- Generaal voor Energie van het Ministerie van Economische Zaken. Op basis van deze inzichten hebben we een systeem ontwikkeld dat in de praktijk werkbaar kan zijn. Eenvoud en helderheid zijn de succesfactoren van een systeem van groencertificaten. Het is dan ook zaak het systeem vooral in de opstartfase zo min mogelijk te belasten met andere doelstellingen dan een generieke stimulering van het gebruik van duurzame energie. Het is daarom wenselijk het systeem van groencertificaten niet te gebruiken om mogelijke knelpunten in het aanbod van duurzame energie weg te nemen, of in te zetten voor de stimulering van bijzondere vormen van duurzame energie die in vergelijking met de gevestigde vormen een extra zetje in de rug nodig hebben. Daarvoor zijn andere beleidsinstrumenten beter geschikt. We hopen met dit onderzoek een praktische bijdrage te hebben geleverd aan marktwerking én milieubeleid. Hoofddorp/De Meern, oktober 1999 Joos Francke Arnold Hardonk Michiel Langman Vincent Swinkels

6

7 Samenvatting 1. Inleiding De Nederlandse overheid streeft naar een toenemende duurzaamheid van de Nederlandse energiehuishouding. Die ontwikkeling moet plaatsvinden tegen de achtergrond van liberalisering en internationalisering van de elektriciteits- en gasmarkt. Het Ministerie van Economische Zaken heeft dan ook behoefte aan een beleidsinstrument dat de opwekking en het gebruik van duurzame energie bevordert zonder de werking van de elektriciteits- en gasmarkt te belemmeren. Een systeem van groencertificaten lijkt daartoe goede mogelijkheden te bieden. In zo n systeem wordt de meerwaarde van duurzame energie losgekoppeld van de fysieke energielevering en afzonderlijk verhandelbaar gemaakt. Het ministerie heeft KPMG Bureau voor Economische Argumentatie opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de vormgeving van een systeem van groencertificaten, waarbij invulling moet worden gegeven aan zowel een vrijwillig als een verplicht systeem. Dit rapport doet verslag van het onderzoek. 2. Groencertificaten als beleidsinstrument Een systeem van groencertificaten Een systeem van groencertificaten splitst de waarde van duurzame energie in twee componenten, de waarde van de geproduceerde energie en de meerwaarde van duurzaamheid. Producenten van duurzame energie kunnen de geproduceerde energie op de energiemarkt aanbieden en de meerwaarde van duurzaamheid op de markt voor groencertificaten. Een systeem van groencertificaten werkt in grote lijnen als volgt. Een producent van duurzame energie ontvangt van een onafhankelijke autoriteit, die hier de Duurzame Energiebank (DEB) wordt genoemd, groencertificaten. De producent kan de energie zelf verbruiken of leveren aan het net. In het laatste geval krijgt hij voor de energie dezelfde prijs als hij voor fossiele energie zou hebben gekregen. De groencertificaten kan de producent verkopen, wanneer hij daarvoor een markt weet te vinden. Een systeem van groencertificaten biedt afnemers van energie de mogelijkheid om te kiezen tussen fossiele energie en duurzame energie. Een afnemer die liever duurzame energie verbruikt, kan gewoon energie afnemen van het elektriciteits- of gasnet, en kan daarnaast groencertificaten inkopen, bijvoorbeeld voor een hoeveelheid energie die correspondeert met zijn totale verbruik. Die groencertificaten zijn een bewijs dat er een hoeveelheid duurzame energie is geleverd die correspondeert met de hoeveelheid groencertificaten die deze afnemer heeft gekocht, en dat die hoeveelheid duurzame energie maar eenmaal kan zijn verkocht. Vier varianten In de rapportage beschrijven we vier varianten van een systeem van groencertificaten. De verschillen tussen deze varianten hebben betrekking op de aard van de vraag (verplicht versus

8 vrijwillig) en op de aard van het aanbod dat voor certificaten in aanmerking komt (alle opgewekte duurzame energie versus alleen aan het net geleverde duurzame energie). In een vrijwillig systeem komt de vraag naar groencertificaten voort uit een spontane behoefte van afnemers aan duurzame in plaats van fossiele energie, en een bereidheid daarvoor te betalen. In een verplicht systeem legt de overheid alle afnemers de plicht op om voor een gedeelte van hun energieverbruik duurzame energie (en dus groencertificaten) in te kopen. In een opgewekt systeem komt alle opgewekte duurzame energie in aanmerking voor groencertificaten, en dus ook energie die achter de meter wordt opgewekt, bijvoorbeeld opwekking door middel van zonnepanelen op het eigen dak. In een geleverd systeem komt alleen duurzame energie in aanmerking die aan het net is geleverd. De functie van een vrijwillig systeem van groencertificaten is dat afnemers zich er door de aankoop van groencertificaten van kunnen verzekeren dat de duurzame energie die ze inkopen inderdaad duurzame energie is. Daarvoor is een opgewekt systeem niet nodig. Een geleverd systeem is daarvoor voldoende. De functie van een verplicht systeem van groencertificaten is dat de afnemers ten overstaan van de overheid kunnen aantonen dat ze een bepaald deel van hun verbruik duurzaam is opgewekt. In een geleverd systeem kunnen ze slechts van een deel van de verbruikte energie aantonen dat die duurzaam is opgewekt, namelijk dat deel dat via het net is betrokken. In een opgewekt systeem kunnen ze van hun volledige verbruik van duurzame energie aantonen dat die duurzaam is opgewekt. De combinaties vrijwillig/geleverd en verplicht/opgewekt liggen dus het meest voor de hand, zij het dat er overwegingen kunnen zijn om te kiezen voor een van de twee andere varianten. 3. Scope van het systeem De productmarkt Een systeem van groencertificaten vergt een eenduidige en heldere definitie van het begrip duurzame energie en een beslissing over de vraag of bestaande en/of rendabele productieinstallaties in aanmerking komen voor certificaten. De definitie van duurzame energie vergt beslissingen ten aanzien van de soorten duurzame energie die worden meegerekend. Dit kan problemen opleveren daar waar actieve opwekking van duurzame energie niet of moeilijk te onderscheiden is van passief gebruik van duurzame energie, en daar waar de opwekking van duurzame energie niet of moeilijk te onderscheiden is van energiebesparing. Voor de economische aspecten van het systeem is niet belangrijk welke vormen van energie worden gerekend tot duurzame energie, wel is belangrijk dat de definitie helder en eenduidig is. Bestaande en/of rendabele productie-installaties voor duurzame energie hebben geen stimulering meer nodig. Dit is een argument om de productie van deze installaties niet in aanmerking te laten komen voor certificaten. Hier staat tegenover dat het uitsluiten van bestaande installaties het systeem complexer maakt en dat het uitsluiten van rendabele installaties tot een ongewenste stimulans leidt om onrendabel te produceren.

9 De geografische markt In een Nederlands systeem van groencertificaten komt alleen in Nederland geproduceerde duurzame energie voor certificaten in aanmerking. Internationale handel kan plaatsvinden met landen die een vergelijkbaar systeem van groencertificaten hanteren. In een vrijwillig systeem is internationale handel mogelijk wanneer afnemers van duurzame energie ook genoegen nemen met certificaten uit het buitenland. Het systeem wint aan kracht als de verschillende landen een redelijk eenduidige definitie van duurzame energie hanteren. In een verplicht systeem van groencertificaten is internationale handel mogelijk wanneer de Duurzame Energiebank buitenlandse certificaten erkent, en accepteert als bewijs van de afname van duurzame energie. Voorwaarde voor erkenning is dat in het systeem in het erkende land een vergelijkbare definitie van duurzame energie wordt gehanteerd als in het erkennende land. De afnemers In een verplicht systeem van groencertificaten zal de verplichting om groencertificaten te overleggen worden gelegd bij de afnemers van energie. Het is het overwegen waard om ter besparing van de systeemkosten de verplichting ten aanzien van de kleinverbruikers over te dragen aan de leveranciers, mits die verplichting kan worden overgedragen aan alle (dus in de toekomst ook buitenlandse) leveranciers die aan Nederlandse kleinverbruikers leveren. In een vrijwillig systeem is het aan de afnemers om te beslissen of ze duurzame energie afnemen. 4. De markt voor groencertificaten Vormgeving van de certificaten Investeringen in installaties voor de opwekking van duurzame energie zijn langetermijnbeslissingen. Die beslissingen worden vergemakkelijkt als er sprake is van min of meer stabiele opbrengsten op de langere termijn. De vormgeving van de certificaten kan een belangrijke bijdrage leveren aan de stabiliteit van de prijsvorming. In de eerste plaats kan het systeem bijdragen aan de stabiliteit van de prijsvorming door te werken met homogene groencertificaten. Op die manier wordt voorkomen dat er kleine deelmarkten ontstaan met elk hun eigen prijsvorming die afhankelijk is van mogelijke modeverschijnselen in de keuze van de duurzame energievorm. Een homogeen systeem bevordert de vraag naar alle vormen van duurzame energie in gelijke mate. Wanneer de overheid specifieke vormen van duurzame energie een extra steuntje in de rug wil geven, kan ze daarvoor andere instrumenten inzetten. In de tweede plaats kan het systeem bijdragen aan de stabiliteit van de prijsvorming door te werken met certificaten met een lange houdbaarheid. Met name in een verplicht systeem voorkomt dit dat de certificaten hun waarde verliezen als aan het einde van een jaar blijkt dat

10 meer duurzame energie is geproduceerd dan er certificaten door de afnemers moeten worden overlegd. In de derde plaats kan het systeem bijdragen aan de stabiliteit van de prijsvorming door te werken met een boetestelsel. In een verplicht systeem legt een boete een plafond in de prijsvorming. Wanneer afnemers hun verplichtingen kunnen afkopen door een boete, zullen ze immers geen certificaten kopen voor een prijs die boven het niveau van de boete ligt. Vormgeving van de handel Bij de vormgeving van de handel moet de aandacht in de eerste plaats uitgaan naar de spotmarkt voor groencertificaten. Wanneer behoefte ontstaat aan groenderivaten zoals futures, opties en langlopende contracten, zal daarvoor vanzelf een markt ontstaan. Bij de vormgeving van de spotmarkt vormen de transparantie van de markt, de hoogte van de transactiekosten en het volume van de handel belangrijke aandachtspunten. In een vrijwillig systeem zijn er geen redenen om de handel nader te reguleren. In een verplicht systeem kan de overheid een bijdrage leveren aan het opzetten van een beurs. Een regelmatige veiling van groencertificaten draagt bij aan de transparantie van de markt en aan de omvang van de handel op die veiling. Zo n markt zal alleen van de grond komen als de transactiekosten voor de handelaren aanvaardbaar zijn. 5. De institutionele inbedding De Duurzame Energiebank Om de betrouwbaarheid en de eenduidigheid van het systeem van groencertificaten te bevorderen, verdient het aanbeveling een onafhankelijke autoriteit in het leven te roepen, die hier de Duurzame Energiebank (DEB) wordt genoemd. De verantwoordelijkheden van de DEB zijn: - het beheer van het accountsysteem waarop certificaat-tegoeden worden bijgehouden voor alle producenten en afnemers; - de uitgifte van certificaten aan producenten; - controle en meting van duurzame productie; - opstellen van eisen ten aanzien van toelating en deelname van marktpartijen; - toelating van producenten en certificering van meet- en registratiesystemen. In een verplicht systeem gelden de volgende extra verantwoordelijkheden: - vaststellen van het aantal te leveren groencertificaten door afnemers; - inname van certificaten bij afnemers; - controle op het saldo van certificaten en het heffen van boetes. Een belangrijk verschil tussen een vrijwillig en een verplicht systeem is dat de DEB in een vrijwillig systeem slechts de uitgifte van certificaten hoeft te verzorgen (inclusief controle en meting van geproduceerde duurzame energie) en in een verplicht systeem ook de inname van certificaten (inclusief controle en vaststelling van het aantal te leveren certificaten).

11 De DEB hoeft niet alle taken zelf uit te voeren. De bewijslast voor het produceren van duurzame energie kan worden gelegd bij de producent, die zal moeten aantonen hoeveel duurzame energie hij heeft geproduceerd. Gegevens over het energieverbruik (in een verplicht systeem nodig om het aantal te leveren groencertificaten vast te stellen) kunnen worden verkregen van de netbeheerders. De informatieverzameling in een geleverd systeem is daarom eenvoudiger dan in een opgewekt systeem. Voor levering aan het net vindt reeds informatieverzameling plaats. In een opgewekt systeem is ook informatieverzameling nodig voor productie achter de meter. 6. Vergelijking vrijwillig geleverd en verplicht opgewekt systeem De twee systemen vrijwillig geleverd en verplicht opgewekt verschillen met name op drie aspecten. Karakter Het vrijwillig geleverd systeem gaat uit van vrijwillige (spontane) vraag naar duurzame energie bij de afnemers. Wie wil bijdragen aan de duurzaamheid van de energievoorziening koopt groencertificaten. Tot hoeveel extra vraag naar duurzame energie vrijwilligheid leidt is niet zeker. In een verplicht opgewekt systeem wordt de vraag gevormd door de verplichtingen die de overheid oplegt aan de afnemers. Of de verplichting wordt gehaald is afhankelijk van het bestaan van mogelijke knelpunten aan de aanbodzijde en de hoogte van de boete. In dit systeem worden andere maatregelen minder belangrijk voor generieke stimulering van duurzame energie. Markt De vrijwillige component in een vrijwillig geleverd systeem maakt dat de vraag onzeker en prijselastisch is. Dit kan een knelpunt vormen voor financiers en investeerders in duurzame energieproductie. Daarnaast is het volume van de handel beperkt, waardoor de transactiekosten per transactie relatief hoog zijn. De prijs van groencertificaten is de resultante van vraag en aanbod. In een verplicht opgewekt systeem is er een minimale vraag naar groencertificaten. Hierbovenop kan nog een vrijwillige vraag bestaan. De duurzame productie zal de minimale vraag volgen, tenzij er zich knelpunten aan de aanbodzijde voordoen. Afhankelijk van de minimale vraag die de overheid oplegt zal de het volume van de handel groot of klein zijn. De boete vormt het plafond in de prijs van groencertificaten. Institutionele inbedding In een vrijwillig geleverd systeem is de institutionele inbedding vooral gericht op een garantie van de duurzaamheid voor de afnemer van groencertificaten. Aangezien het met name gaat om de uitgifte van certificaten aan netgekoppelde productie-eenheden is de omvang van de inbedding beperkt.

12 De institutionele inbedding in een verplicht opgewekt systeem is naast het garanderen van de duurzaamheid ook gericht op het meten van de hoeveelheid duurzame geproduceerde energie en het meten van het totale energieverbruik van de afnemers. Dit is nodig om de hoeveelheid gekochte groencertificaten te vergelijken met de opgelegde verplichting. De inbedding is hierdoor omvangrijker en kostbaarder. Een vrijwillig systeem van groencertificaten is zinvol wanneer er voldoende spontane vraag is naar duurzame energie én de bereidheid bestaat om daarvoor extra te betalen. Wanneer dit niet bestaat, en de overheid toch de beleidsdoelstelling ten aanzien van het gebruik van duurzame energie wil realiseren, is een verplicht systeem zinvol. Naast de economische aspecten die in dit onderzoek aan de orde zijn gekomen spelen bij de uiteindelijke systeemkeuze internationale ontwikkelingen op dit terrein en juridische en politieke overwegingen een rol. Bovendien is inzicht in de potentiële vraag en het potentiële aanbod van groencertificaten nodig. Het systeem van groencertificaten kan ook als een groeimodel worden gezien. Het systeem start dan met een beperkt aantal aanbieders en afnemers en groeit door naar een uitgebreider systeem. De beperking kan liggen in de aanbodzijde en/of de vraagzijde. Het systeem kan starten met een vrijwillig geleverd systeem, dat zo nodig op termijn wordt omgezet in een verplicht opgewekt systeem. In ieder geval verdient het aanbeveling het systeem bij aanvang zo eenvoudig mogelijk te houden, en nadere verfijningen pas aan te brengen wanneer het systeem zichzelf heeft bewezen. Om het systeem succesvol in te kunnen voeren, moet aan een aantal voorwaarden voldaan zijn: - er moet een eenduidige en heldere definitie worden geformuleerd van de duurzame energie die in aanmerking komt voor groencertificaten; - er moet duidelijkheid worden geschapen over het flankerende beleid; - er moeten afspraken worden gemaakt met de partijen die actief zijn op de elektriciteits- en gasmarkt over het gebruik van infrastructuur en informatiestromen. Wanneer aan die voorwaarden is voldaan kan een systeem van groencertificaten - verplicht of vrijwillig, geleverd of opgewekt - vraag en aanbod van de meerwaarde van duurzame energie bij elkaar brengen, en zo op marktconforme wijze bijdragen aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen ten aanzien van de duurzaamheid van de Nederlandse energiehuishouding.

13 1. Inleiding In de Derde Energienota die de minister van Economische Zaken in 1995 heeft uitgebracht staan twee thema s centraal: - de bevordering van marktwerking in de energiesector; - de bevordering van duurzaamheid in de energiehuishouding. Tussen deze twee thema s bestaat een zekere spanning. Marktwerking zorgt onder voorwaarden voor een economisch efficiënte energievoorziening, waarbij tegen de laagst mogelijke financiële kosten wordt voorzien in de energiebehoefte. De bevordering van duurzaamheid in de energievoorziening vergt juist de inzet van duurzame bronnen van energie, die doorgaans slechts tegen hogere financiële kosten kunnen worden aangesproken dan de conventionele (fossiele) energiebronnen. Om de twee thema s uit de Derde Energienota met elkaar te verzoenen heeft het Ministerie van Economische Zaken behoefte aan beleidsinstrumenten die de duurzaamheid van de energievoorziening bevorderen, zonder de werking van de energiemarkt te belemmeren. Een systeem van groencertificaten lijkt daartoe goede mogelijkheden te bieden. In zo n systeem wordt de meerwaarde van duurzaamheid losgekoppeld van de fysieke energielevering en afzonderlijk verhandelbaar gemaakt. Voor een systeem van groencertificaten bestaat een politiek draagvlak. De Tweede Kamer heeft zich in de motie-crone van 23 maart 1999 uitgesproken voor de invoering van zo n systeem in Vraagstelling Ten behoeve van het Energierapport dat het Ministerie van Economische Zaken dit jaar publiceert, heeft het ministerie behoefte aan een nadere uitwerking van een systeem van groencertificaten. Het ministerie heeft daartoe KPMG Bureau voor Economische Argumentatie (BEA) opdracht gegeven om onderzoek te verrichten ten behoeve van die uitwerking. De vraagstelling van het onderzoek luidt als volgt: Ontwerp een systeem van groencertificaten en geef daarbij zowel invulling aan een vrijwillig systeem als aan een verplicht systeem. Een systeem van groencertificaten kan op vele manieren worden vormgegeven. In de vraagstelling wordt al het onderscheid genoemd tussen een verplicht en een vrijwillig systeem. Daarnaast is er de keuze tussen een nationaal Nederlands systeem en een internationaal Europees systeem. Bovendien zijn bij de vormgeving van het systeem diverse varianten denkbaar. In ons onderzoek hebben we niet al deze varianten uitgewerkt, maar is gaandeweg een aantal keuzen gemaakt. De belangrijkste keuzen en de verantwoording daarvan zijn in dit rapport beschreven. De invalshoek die we in dit rapport hebben gehanteerd is een economische. De keuzen die uiteindelijk moeten worden gemaakt vergen een breder beoordelingskader. Een keuze tussen

14 de verschillende systemen die zijn beschreven kan niet louter op basis van dit rapport worden gemaakt. Deze keuze vergt ook politieke en juridische afwegingen en vergt inzicht in de feitelijke vraag- en aanbodverhoudingen op de nieuw te creëren markt. Deze aspecten zijn in het kader van dit onderzoek niet aan de orde geweest. Bij dit onderzoek hebben we gebruik gemaakt van de bestaande literatuur over het onderwerp en gesprekken gevoerd met deskundigen op het terrein van (duurzame) energie en op het terrein van de financiële markten. Groencertificaten is een onderwerp dat leeft in het veld en waarover veel verschillende ideeën bestaan. Daardoor hebben de gesprekken een belangrijke bijdrage geleverd aan de gedachtevorming. Dit rapport, opgesteld in samenwerking met KPMG Milieu, is opgebouwd als volgt: Figuur 1.1. Opbouw van het rapport Het systeem van groencertificaten De institutionele inbedding De scope Producenten De markt Duurzame Energie Bank Vraag/aanbod Afnemers In hoofdstuk 2 gaan we in op de rol die een systeem van groencertificaten kan spelen als instrument voor de bevordering van een duurzame energiehuishouding. Vervolgens werken we de verschillende aspecten van de vormgeving nader uit. Het gaat daarbij om de scope van het systeem (hoofdstuk 3), de markt (hoofdstuk 4) en de institutionele inbedding (hoofdstuk 5). Bij ieder van deze aspecten geven we de verschillen aan tussen een vrijwillig en een verplicht systeem van groencertificaten en tussen een systeem waarin alleen aan het net geleverde duurzame energie in aanmerking komt voor certificaten en een systeem waarin alle geproduceerde duurzame energie in aanmerking komt voor certificaten. In een vrijwillig systeem kopen burgers en bedrijven groencertificaten, omdat ze milieubewust zijn of een milieubewust imago willen hebben. In een verplicht systeem kopen zij (ook) certificaten, omdat de overheid hen dat voorschrijft. In hoofdstuk 6 zetten we de systemen naast elkaar en vergelijken we ze.

15 2. Groencertificaten als beleidsinstrument In dit hoofdstuk gaan we in op de rol die groencertificaten kunnen spelen als beleidsinstrument voor de bevordering van de duurzaamheid van de energiehuishouding. We beperken ons hier tot een conceptuele beschrijving. Zonder in te gaan op de details, schetsen we in grote lijnen de werking van het instrument. De beschrijving mondt uit in een inventarisatie van de beslissingen die moeten worden genomen om te komen tot een werkbaar systeem van groencertificaten. In paragraaf 2.1 schetsen we kort de werking van een geliberaliseerde elektriciteits- en gasmarkt. In paragraaf 2.2 gaan we in op de beleidsdoelstellingen van de overheid ten aanzien van het gebruik van duurzame energie en op de beleidsinstrumenten die de overheid inzet om deze doelstellingen te bereiken. In paragraaf 2.3 gaan we in op een systeem van groencertificaten als beleidsinstrument. Dit systeem werken we in paragraaf 2.4 uit in vier varianten. In paragraaf 2.5 komt de prijsvorming van groencertificaten aan de orde. In paragraaf 2.6 inventariseren we de criteria waaraan een systeem van groencertificaten moet voldoen om een marktconforme en efficiënte bijdrage te leveren aan het gebruik en de productie van duurzame energie. 2.1 De context Met de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt beoogt de overheid het aanbodgestuurde planningssysteem te vervangen door een vraaggestuurd systeem van ondernemingsgewijze productie. Om concurrentie tussen de aanbieders van energie mogelijk te maken, is in de Elektriciteitswet 1998 het netbeheer losgekoppeld van de productie en levering van energie en is in de concept Gaswet een administratieve scheiding voorgesteld. Het netbeheer heeft het karakter van een natuurlijk monopolie. Op dit terrein zal dan ook geen concurrentie ontstaan. De ontkoppeling van het netbeheer maakt echter wel concurrentie mogelijk tussen producenten en tussen leveranciers. Een goede werking van de elektriciteits- en gasmarkt vergt aan de ene kant toegang van leveranciers tot het net en aan de andere kant de vrijheid van afnemers om hun eigen energieleverancier te kiezen. Met de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1998 en de concept Gaswet 1999 is voor grootverbruikers de vrijheid gecreëerd om zelf leveranciers van energie te kiezen. In 2002 krijgt een middengroep deze vrijheid. De kleinverbruikers blijven nog tot uiterlijk 2006 aan hun regionale distributiebedrijf gebonden. Uiterlijk in 2007 krijgen ook zij de mogelijkheid om zelf hun leveranciers te kiezen. Figuur 2.1 geeft een grove schets van de energiemarkt. Op de geliberaliseerde elektriciteits- en gasmarkt kunnen producenten energie direct aan afnemers leveren, of indirect, via de tussenhandel, in de figuur aangeduid als leveranciers. De leveranciers kunnen hun energie betrekken van Nederlandse of van buitenlandse producenten. Bovendien kunnen ze zelf energie opwekken die ze aan hun afnemers verkopen.

16 Figuur 2.1. De elektriciteits- en gasmarkt producenten buitenland leveranciers afnemers De afnemers zijn (cq zijn uiterlijk vanaf 2002 of 2007) vrij in de keuze van hun leverancier. Ze kunnen hun energie ook direct van een productiebedrijf betrekken of in het buitenland. Bovendien kunnen ze zelf energie opwekken voor eigen gebruik. Wanneer ze meer energie opwekken dan ze zelf nodig hebben, kunnen ze deze energie leveren aan het energiebedrijf. De netwerken waarover de energie wordt geleverd, worden geëxploiteerd door de netbeheerders. Deze zijn niet in de figuur getekend. 2.2 Duurzame energie: doelstellingen en beleidsinstrumenten In de Derde Energienota uit 1995 heeft de overheid zich ten doel gesteld dat in 2020 van het Nederlandse energieverbruik 10% afkomstig is van duurzame energiebronnen. Dat is een ambitieuze doelstelling. Het aandeel van duurzame energie in het Nederlandse energieverbruik groeit, maar het groeit niet snel. In 1990 werd voor 18 PJ aan duurzame energie opgewekt, dat is 0,7% van het totale verbruik. In 1998 was de productie van duurzame energie gegroeid tot 34 PJ, goed voor 1,1% van het verbruik 1. Extrapolatie van dit groeitempo levert in 2020 een aandeel van duurzame energie op van circa 5%. Dit betekent dat een aanzienlijke inspanning nodig is om de doelstelling van 10% te halen. Op het moment bestaan er verschillende stimuleringsregelingen voor duurzame energie. De belangrijkste hiervan is de vrijstelling voor afnemers van duurzame energie van de regulerende energiebelasting (REB) en de mogelijkheid tot terugsluis van een deel van de opbrengst van de REB naar producenten van duurzame energie 2. Daarnaast zijn er verschillende regelingen ter stimulering van technologisch onderzoek, demonstratie- en marktintroductieprogramma s en van investeringen in projecten voor het opwekken van duurzame energie 3. De energiedistributiebedrijven hebben ook zelf initiatieven genomen om de opwekking van duurzame energie te stimuleren. In het kader van het Milieu Actieplan (MAP) zijn daartoe 1 Ministerie van Economische Zaken, Duurzame energie in Uitvoering. Voortgangsrapportage 1999, 23 juli Wet Belastingen op Milieugrondslag. Artikel 36o. 3 Ministerie van Economische Zaken, Stimuleringsregelingen voor energiebesparing en duurzame energie, augustus 1998.

17 verschillende initiatieven ontplooid. Zo hebben de distributiebedrijven een systeem van groenlabels opgezet. Dit is een systeem van groencertificaten avant-la-lettre. Het systeem omvat afspraken over de hoeveelheid duurzame energie die de bedrijven in 2000 zullen opwekken of afnemen en het maakt de onderlinge handel in groenlabels mogelijk. Bedrijven die meer duurzame energie opwekken of afnemen dan nodig om aan hun doelstellingen te voldoen, kunnen dit overschot verkopen aan bedrijven die hun doelstelling niet halen. Het groenlabelsyteem loopt vooralsnog tot en met het jaar De energiebedrijven hebben zich ten doel gesteld in dat jaar GWh aan duurzame elektriciteit te produceren. 2.3 Een systeem van groencertificaten In een geliberaliseerde energiemarkt schaadt de overheid de concurrentiepositie van Nederlandse energieproducenten wanneer zij voorschriften oplegt over de hoeveelheid duurzaam op te wekken energie. De productiekosten van duurzame energie zijn immers hoger dan de productiekosten van fossiele energie, en een verplichting om gebruik te maken van duurzame bronnen zou Nederlandse producenten op hogere kosten jagen dan hun buitenlandse concurrenten. Een verbetering van de duurzaamheid van de Nederlandse energiehuishouding kan ook worden bereikt wanneer de afnemers van energie bij hun leveranciers duurzame in plaats van fossiele energie inkopen. De afnemers kunnen dit uit eigen beweging doen, maar ze kunnen door de overheid ook verplicht worden gesteld om voor een deel van hun verbruik gebruik te maken van duurzame energie. In een dergelijk systeem ondervinden de Nederlandse producenten van energie geen concurrentienadeel. Wel kan er een nadeel optreden voor ondernemingen voor wie de inkoop van energie een belangrijk deel van de totale productiekosten vormen. Een praktisch probleem daarbij is dat duurzame energie bij de afnemer niet te onderscheiden is van fossiele energie. Een oplossing is een systeem van groencertificaten, waarin de meerwaarde van duurzame energie afzonderlijk verhandelbaar wordt gemaakt. Die loskoppeling is niet absoluut. In de Elektriciteitswet is vastgelegd dat het moet gaan om energie die is getransporteerd of zal worden getransporteerd naar een Nederlandse leverancier of afnemer. Duurzame elektriciteit die is geproduceerd in landen die geen verbinding hebben met het Nederlandse elektriciteitsnet, komt dus niet in aanmerking. De wet laat wel ruimte voor handel in groencertificaten voor duurzame energie die achter de meter is geproduceerd. Hoewel die energie niet aan het net wordt geleverd, komt ze immers wel bij een Nederlandse afnemer terecht, te weten, de producent zelf. Een systeem van groencertificaten bestaat in essentie uit drie elementen: - de uitgifte van groencertificaten; - de handel in groencertificaten; - de inname van groencertificaten.

18 De uitgifte van groencertificaten Groencertificaten worden uitgegeven aan producenten van duurzame energie. De producenten leveren hun energie tegen een prijs die ze ook voor fossiele energie zouden krijgen. Daarnaast krijgen ze als bewijs dat de energie op duurzame wijze is opgewekt groencertificaten uitgereikt door de instantie die het systeem van groencertificaten organiseert. De handel in groencertificaten Een systeem van groencertificaten doet een markt ontstaan waarop de afnemers optreden als vragers en de producenten als aanbieders. Producenten kunnen immers de meerkosten van de door hen geproduceerde duurzame energie terugverdienen door groencertificaten op de markt aan te bieden, terwijl afnemers via deze markt kunnen voorzien in hun behoefte aan duurzame energie, of dat nu een spontane behoefte is of een door de overheid voorgeschreven behoefte. De inname van groencertificaten In een systeem van groencertificaten hebben de afnemers van energie een doelstelling om voor een bepaald gedeelte van hun energieverbruik duurzame energie af te nemen. Die doelstelling kunnen ze zichzelf opleggen, maar die doelstelling kan hen ook door de overheid worden opgelegd. Om aan die doelstelling te voldoen kunnen ze groencertificaten inkopen. In een systeem waarin de overheid doelstellingen oplegt ten aanzien van het aandeel duurzame energie in het energieverbruik, moet de overheid bij de afnemers van energie groencertificaten innemen. Een systeem van groencertificaten kan worden ingevuld met homogene of met gedifferentieerde certificaten. In geval van homogene certificaten is het systeem een generieke maatregel die alle vormen van duurzame energie op vergelijkbare wijze ondersteunt en die het aan de markt overlaat om de goedkoopste vormen van duurzame energie als eerste aan te spreken. Door differentiatie van de certificaten kunnen specifieke vormen van duurzame energie in het bijzonder gestimuleerd worden. Deze differentiatie, met bijvoorbeeld afzonderlijke zoncertificaten, kan plaatsvinden in reactie op gebleken behoeften van de consument of kan door de overheid worden opgelegd. De bijdrage die het systeem levert aan de statische efficiency van de markt voor duurzame energie is groter naarmate het geografische gebied waarop de markt betrekking heeft, groter is. In regio s waar het vaak en hard waait zal relatief veel windenergie worden geproduceerd, in regio s waar de zon vaak schijnt zal zonne-energie al snel aantrekkelijker zijn. Doordat groencertificaten de duurzaamheidscomponent loskoppelen van de fysieke levering van energie, maken ze het mogelijk de verschillende bronnen van energie daar aan te spreken waar de opbrengsten het hoogst zijn. Behalve de statische efficiency ondersteunt een systeem van groencertificaten ook de dynamische efficiency: het loont voor producenten de moeite om steeds door te zoeken naar manieren om goedkoper duurzame energie te produceren.

19 2.4 Vier varianten Een systeem van groencertificaten kan op verschillende manieren vorm krijgen. In dit rapport onderscheiden we vier hoofdvarianten. De verschillen hebben betrekking op de aard van de vraag (verplicht of vrijwillig) en op de aard van het aanbod dat voor groencertificaten in aanmerking komt (alle opgewekte duurzame energie of alleen aan het net geleverde duurzame energie). Een vrijwillig systeem van groencertificaten legt de verantwoordelijkheid bij de marktpartijen neer: de verschoner betaalt. Dit is zinvol wanneer bij de afnemers van energie een spontane behoefte bestaat aan duurzame in plaats van fossiele energie. Het systeem van groencertificaten dient dan om producenten in staat te stellen om aan te tonen dat ze duurzame energie leveren. Een verplicht systeem van groencertificaten leidt ertoe dat alle afnemers betalen. Dit is zinvol wanneer de spontane behoefte aan duurzame energie bij de afnemers onvoldoende is om de overheidsdoelstelling ten aanzien van de inzet van duurzame energiebronnen te halen. Het systeem dwingt dan de afnemers om een bepaald percentage duurzame energie af te nemen. Ten aanzien van de aard van het aanbod kan onderscheid worden gemaakt tussen een systeem waarin alle opgewekte duurzame energie in aanmerking komt voor certificaten en een systeem waarin alleen aan het net geleverde duurzame energie in aanmerking komt voor certificaten. De verschillen tussen deze systemen hebben vooral betrekking op energie die achter de meter wordt opgewekt. Het gaat dan bijvoorbeeld om zonne-energie van PV-systemen of zonneboilers. In een geleverd systeem komen deze vormen van duurzame energie niet in aanmerking voor groencertificaten. In een opgewekt systeem komen ze daarvoor wel in aanmerking. In figuur 2.2 zijn de varianten geschetst. Figuur 2.2 Vier varianten voor een systeem van groencertificaten vrijwillige vraag 1 2 opgewekte energie geleverde energie 3 4 verplichte vraag

20 Er is een belangrijk verschil in karakter tussen een verplicht systeem van groencertificaten en een vrijwillig systeem. Het doel van een vrijwillig systeem van groencertificaten is dat afnemers er zeker van kunnen zijn dat er tegenover hun certificaten een hoeveelheid duurzame energie aan het net is geleverd die niet ook aan anderen kan zijn verkocht. Deze zekerheid is met name van belang voor energie die via het net geleverd wordt. Van de duurzame energie die de verbruikers zelf opwekken, weten ze dat die duurzaam is. Daarvoor hebben ze geen certificaten nodig. Het doel van een verplicht systeem van groencertificaten is dat afnemers kunnen aantonen dat ze hebben voldaan aan de taakstelling die hen is opgelegd ten aanzien van het aandeel duurzaam in de verbruikte energie. Dit hoeft niet per se betrekking te hebben op energie die via het net is geleverd, maar kan ook betrekking hebben op zelf geproduceerde duurzame energie. Op het eerste gezicht lijken vooral variant 2 (vrijwillig geleverd ) en variant 3 (verplicht opgewekt) relevant. Er kunnen echter ook redenen zijn om te kiezen voor variant 1 (vrijwillig opgewekt) en variant 4 (verplicht geleverd). Een keuze voor een verplicht geleverd systeem in plaats van een verplicht opgewekt systeem kan worden ingegeven door kostenoverwegingen. Het is denkbaar dat met het registreren van opgewekte, niet aan het net geleverde energie hoge kosten gemoeid zijn. Wanneer de voordelen van een systeem dat alle duurzame energie omvat niet opweegt tegen de kosten daarvan, kan het zinvol zijn om voor variant 4 te kiezen. Een keuze voor variant 1 (vrijwillig opgewekt) in plaats van variant 2 kan relevant zijn in een vrijwillig systeem waarbij categorieën afnemers in convenanten de verplichting aangaan om een bepaalde hoeveelheid duurzame energie op te wekken of af te nemen. Groencertificaten creëren de mogelijkheid van handel in duurzame energie en kunnen de partijen in het convenant dus in staat stellen de duurzame energie op de markt in te kopen. In zo n systeem kan het zinvol zijn de convenantspartijen die achter de meter meer duurzame energie opwekken dan nodig om hun afspraak na te komen, de gelegenheid te geven dit overschot op de markt aan te bieden. 2.5 De prijsvorming van groencertificaten De prijsvorming van groencertificaten is afhankelijk van de productiekosten van duurzame energie en van de aard en de omvang van de vraag naar duurzame energie. Groencertificaten vormen een markt voor de meerwaarde van duurzaamheid. Afnemers van duurzame energie betalen de gewone prijs voor hun energie en kopen daar bovenop groencertificaten die voor hen in feite als bewijs gelden dat tegenover de energie die ze hebben afgenomen ook inderdaad een equivalent aan duurzame energie aan het net is geleverd. Aan de aanbodkant geldt hetzelfde: producenten van duurzame energie krijgen voor de energie een vergoeding die vergelijkbaar is met die voor conventionele energie. Daar bovenop krijgen ze groencertificaten waarmee ze de meerwaarde van de duurzaamheid te gelde kunnen maken. Dit betekent dat de prijs voor groencertificaten mede afhankelijk is van de prijs voor conventionele energie. De kostprijsontwikkeling van conventionele energie en die van duurzame ener-

21 gie worden niet beïnvloed door dezelfde factoren. Als de kostprijs van conventionele energie belangrijke schommelingen vertoont, komen deze schommelingen in spiegelbeeld terug in de prijs van groencertificaten. Als de prijs van conventionele energie daalt, gaat de prijs van groencertificaten omhoog en als de prijs van conventionele energie stijgt, daalt de prijs van groencertificaten. Figuur 2.3 geeft dit weer. Figuur 2.3. Relatie prijs groencertificaten en kostprijsontwikkeling (fictief) Kostprijsontwikkeling duurzaam Prijs groencertificaten prijs Kostprijsontwikkeling conventioneel tijd Door prijsschommelingen verandert de verhouding tussen de vergoeding voor energie en de vergoeding voor duurzaamheid. De prijs van conventionele energie is dus van groot belang voor de concurrentiepositie van duurzame energie, omdat conventionele energie het belangrijkste substituut is voor duurzame energie. Of het systeem van groencertificaten verplicht of vrijwillig is, is van belang voor de vraag naar groencertificaten. In een vrijwillig systeem is sprake van een elastische vraag: de hoeveelheid duurzame energie die de afnemers inkopen, hangt mede af van de prijs van groencertificaten. In een verplicht systeem is de vraag in principe prijsinelastisch: de afnemers van energie worden door de overheid verplicht een bepaalde hoeveelheid groencertificaten in te kopen, ongeacht de prijs die op de markt voor groencertificaten moet worden betaald. Wel kan de overheid voorkomen dat exorbitante prijzen moeten worden betaald door een boetesysteem te hanteren. Afnemers die niet beschikken over voldoende groencertificaten worden beboet, en de hoogte van de boete vormt een prijsplafond in de markt voor groencertificaten. Bij een analyse van de prijsvorming van groencertificaten maken we onderscheid tussen de lange termijn en de korte termijn.

22 2.5.1 Prijsvorming van groencertificaten op de lange termijn Op de lange termijn zal de omvang van het aanbod van duurzame energie, en dus van groencertificaten zich richten naar de omvang van de vraag naar duurzame energie. De prijs van representeert de meerwaarde van duurzaamheid. Als gevolg van de marktwerking zal de prijs van groencertificaten tenderen naar het verschil in marginale productiekosten tussen duurzame energie en conventionele energie. Figuur 2.4 geeft weer hoe de vraag- en aanbodcurve tot stand komen en welke prijs vragers betalen en aanbieders ontvangen. Figuur 2.4. Opbouw aanbod- en vraagcurve vraagcurve aanbodcurve A prijs PA Q1 Q2 Q3 hoeveelheid QA De aanbodcurve geeft het aanbod weer van de producenten. Deze zijn gerangschikt van laag naar hoog naar de prijs die zij vragen voor hun groencertificaten. Producent 1 (met aanbod Q1) vraagt de laagste prijs, vervolgens komt producent 2 (met aanbod Q2-Q1), etc. De vragers zijn gerangschikt van hoog naar laag naar de prijs die zij maximaal willen betalen voor de groencertificaten. Het evenwicht is dat punt waar de vraagcurve de aanbodcurve snijdt: punt A. Alle aanbieders ontvangen de evenwichtsprijs P A en alle vragers betalen deze evenwichtsprijs. De producenten die ook tegen een lagere prijs wel hadden willen verkopen profiteren van een producentensurplus, de consumenten die ook tegen een hogere prijs wel hadden willen kopen, profiteren van een consumentensurplus.

23 In figuur 2.5 zijn de vraag- en aanbodcurves van groencertificaten geschetst in een vrijwillig systeem van groencertificaten met daarin het effect weergegeven van andere beleidsinstrumenten om duurzame energie te stimuleren. Figuur 2.5. Lange-termijnprijs van groencertificaten 4 aanbod certificaten prijs investerings- en productiesubsidies vrijstelling REB PB PA A B vrijwillige vraag certificaten QA QB hoeveelheid Zonder andere beleidsinstrumenten zou een evenwicht tot stand komen bij punt A, met een prijs van groencertificaten van P A en een verkochte hoeveelheid Q A. Bij de inzet van andere beleidsinstrumenten om duurzame energie te stimuleren komt het marktevenwicht tot stand bij punt B, met een prijs P B en een verkochte hoeveelheid Q B. Het gaat dan met name om de regulerende energiebelasting (REB), waarvan duurzame energie is vrijgesteld, en om de subsidieregelingen waarmee de overheid bijdraagt in de productiekosten van duurzame energie. De vrijstelling van de REB betekent dat de overheid een deel van het bedrag vergoedt. De afnemers zijn dus bereid meer te betalen voor de certificaten dan wanneer duurzame energie niet vrijgesteld zou zijn van REB. De subsidieregelingen voor producenten verlagen de (marginale) productiekosten van duurzame energie. De nationale stimuleringsregelingen vormen een punt van aandacht bij de internationalisering van systemen van groencertificaten. Een belangrijk voordeel van systemen van groencertificaten is immers dat duurzame energie daar wordt geproduceerd waar dat het voordeligste is, en niet daar waar de subsidies het hoogste zijn. Bij de internationalisering van het systeem zal dus ook moeten worden gezocht naar harmonisering van de subsidiestromen. De hoogte van de lange-termijnevenwichtsprijs is afhankelijk van de gekozen systematiek (verplicht of vrijwillig) en in een vrijwillig systeem van de mate waarin de afnemers bereid zijn voor duurzame energie te betalen. 4 De vraag- en aanbodcurves in dit rapport zijn niet ontleend aan de werkelijkheid. Het Ministerie van Economische Zaken doet onderzoek naar de vraag en het aanbod van duurzame energie.

24 In figuur 2.6 en 2.7 is het verschil in prijsvorming geschetst tussen een vrijwillig en een verplicht systeem. In figuur 2.6 is de situatie geschetst waarbij de overheid de lat hoger legt dan de afnemers zelf vrijwillig zouden hebben gedaan. In 2.7 is de situatie geschetst waarin de overheid de lat minder hoog legt dan (een aantal) afnemers vrijwillig zou hebben gedaan. In figuur 2.6 is geschetst dat in een vrijwillig systeem evenwicht B tot stand zal komen waarbij de prijs van groencertificaten mede afhankelijk is van de bereidheid van de consument om voor duurzame energie een meerprijs te betalen: hoe lager de prijs van certificaten, des te meer zullen er worden verkocht. In een verplicht systeem doet die bereidheid niet ter zake: de overheid schrijft voor hoeveel duurzame energie moet worden afgenomen, en de vraag naar groencertificaten is in dat geval niet afhankelijk van de prijs van die certificaten 5. Als bij prijs P B de verplichte vraag groter is dan de vrijwillige vraag, zal de prijs stijgen. Het nieuwe evenwicht wordt dan punt C. Figuur 2.6. Prijsvorming met verplichte vraag groter dan vrijwillige vraag vraagcurve verplicht systeem prijs PC PB vraagcurve vrijwillig systeem B C marginale productiekosten duurzame energie QB QC hoeveelheid In figuur 2.7 ligt de verplichte vraagcurve links van het evenwicht dat in een vrijwillig systeem tot stand zou komen (punt B). De feitelijke vraagcurve verloopt dan conform de grijze lijn: van punt A via punt D naar punt E. Een deel van de afnemers koopt extra certificaten, bovenop de verplichting die is opgelegd. Het evenwicht in deze situatie is gegeven door punt B, de prijs van certificaten bedraagt P B en de hoeveelheid afgezette certificaten Q B. 5 Afgezien van de mogelijkheid dat afnemers zelf behoefte hebben aan meer certificaten dan is voorgeschreven.

25 Figuur 2.7. Prijsvorming met verplichte vraag kleiner dan vrijwillige vraag A vraagcurve verplicht systeem vraagcurve vrijwillig systeem marginale productiekosten duurzame energie prijs PB PC D C B E QC QB hoeveelheid Prijsvorming van groencertificaten op de korte termijn De prijsvorming van groencertificaten wijkt in een vrijwillig systeem op de korte termijn niet veel af van die op de lange termijn. In een verplicht systeem zijn er wel grote verschillen tussen de lange termijn en de korte termijn. De productiecapaciteit van duurzame energie is op korte termijn namelijk weinig flexibel. De eigenaar van een windturbine kan zijn productie niet of nauwelijks opvoeren als de prijs die hij voor de energie kan krijgen hoog is. In de figuur is dat weergegeven doordat de aanbodcurve steil verloopt: de geproduceerde hoeveelheid is nauwelijks afhankelijk van de prijs. In een verplicht systeem van groencertificaten kunnen zich op de korte termijn dan ook fricties voordoen. Dit is het geval wanneer de productie van duurzame energie afwijkt van de vraag naar duurzame energie op grond van de verplichtingen die de overheid oplegt. Als er meer wordt geproduceerd dan er wordt gevraagd kan de prijs van groencertificaten sterk dalen. Als er minder wordt geproduceerd kunnen sterke prijsstijgingen optreden. Deze laatste kunnen worden gemitigeerd door een boetesysteem. Het effect van een boetesysteem is geschetst in figuur 2.8. Zonder boetesysteem zou de prijs van groencertificaten onbeperkt kunnen stijgen. Met boetesysteem stijgt de prijs niet boven de boete uit, en blijft de hoeveelheid geproduceerde en afgenomen duurzame energie met Q B achter bij de doelstelling Q C.

26 Figuur 2.8. Prijsplafond in een boetesysteem marginale productiekosten duurzame energie vraagcurve verplicht systeem boete (= maximale prijs) prijs hoeveelheid QB QC 2.6 Toetsingskader In de voorgaande paragrafen is in hoofdlijnen beschreven hoe een systeem van groencertificaten werkt. Bij het vormgeven van een verplicht en een vrijwillig systeem van groencertificaten moet een aantal keuzen worden gemaakt. Het gaat daarbij om de scope van het systeem, de markt en de institutionele inbedding. Uiteindelijk gaat het erom dat een systeem van groencertificaten effectief en efficiënt is: 1. het systeem moet leiden tot realisatie van de overheidsdoelstelling voor de inzet van duurzame energie; 2. het systeem moet de beoogde inzet van duurzame energie bereiken tegen zo laag mogelijke kosten. De eisen van effectiviteit en efficiëntie kunnen nader worden ingevuld door aan het systeem van groencertificaten een aantal eisen te stellen: 1. binnen het systeem moeten zoveel mogelijk vormen van duurzame energie in aanmerking komen om in de vraag naar duurzame energie te voorzien; 2. het systeem moet de werking van de vrije markt voor elektriciteit en gas zo min mogelijk belemmeren; 3. het systeem moet de concurrentiepositie van de Nederlandse producenten, leveranciers en afnemers van energie zo min mogelijk nadelig beïnvloeden; 4. het systeem moet in principe uitbreidbaar zijn naar andere landen op een wijze dat handel in duurzame energie tot stand komt op basis van comparatieve voordelen in de productie van duurzame en fossiele energie;

certificeert duurzame energie

certificeert duurzame energie certificeert duurzame energie Met het certificeren van duurzame energie voorzien we deze energieproductie van een echtheidscertificaat. Dit draagt wezenlijk bij aan het goed functioneren van de groeneenergiemarkt.

Nadere informatie

100% groene energie. uit eigen land

100% groene energie. uit eigen land 100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse

Nadere informatie

ENERGIE IN EIGEN HAND

ENERGIE IN EIGEN HAND Zonne-energie voor bedrijven? ENERGIE IN EIGEN HAND De Stichting Beheer Bedrijvenpark Merm, heeft een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor bedrijven om d.m.v. aanbrengen van zonnepanelen op het

Nadere informatie

Businesscases zonne-energie: waar kan het, en wat levert het op?

Businesscases zonne-energie: waar kan het, en wat levert het op? Businesscases zonne-energie: waar kan het, en wat levert het op? Door: Ronald Franken en Maarten Corpeleijn (r.franken@atrive.nl / m.corpeleijn@atrive.nl) 3 september 2013 Ten geleide Met het nieuwe energie-akkoord

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 665 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie Nr. 41 BRIEF

Nadere informatie

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195 Mogelijkheden voor energie coöperaties Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195 Inhoud Samen sterker Belang van gezamenlijke projecten Variant 1: alles achter de meter Variant 2: korting

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D: markt (module 3) vwo 4 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en Producent

Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) havo 5

Domein D: markt (module 3) havo 5 Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 8 april 2015

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 8 april 2015 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Gas 1. Scope/afbakening De productgroep Gas omvat alle gas die van het openbare gasnet en via transport over de weg betrokken wordt door

Nadere informatie

Grafieken Economie Hoofdstuk 7

Grafieken Economie Hoofdstuk 7 Economie: Grafieken Hoofdstuk 7 1 Inhoud Grafieken Economie Hoofdstuk 7 door ieter Nobels ONDERNEMERSGEDRG BIJ OLKOMEN CONCURRENTIE... 3 GLOBL MRKTEENWICHT... 3 ERSCHUIINGEN N RG- EN NBODCURE (GLOBLE MRKT)...

Nadere informatie

Dan op een ander dak!

Dan op een ander dak! Geen zonnepanelen op eigen dak? Dan op een ander dak! Een initiatief van Zon op Nederland Wat is Zon op Nederland In het kort: Zon op is burgerinitiatief Buurtbewoners kopen gezamenlijk zonnepanelen Op

Nadere informatie

Bouwen aan de wereld van morgen! Making more transitions together!

Bouwen aan de wereld van morgen! Making more transitions together! Bouwen aan de wereld van morgen! Making more transitions together! Fanny Claassen, Alexander Wisse, Maurice Bouwhuis, Leonieke Mevius, Thijs Meulen Doel opdracht vraag? Welke duurzame alternatieven zijn

Nadere informatie

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden. Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete

Nadere informatie

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders Samenvatting Als gevolg van de transportschaarste in delen van het elektriciteitsnetwerk bestaat er veel onduidelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid

Nadere informatie

Saldering. Wido van Heemstra Agentschap NL

Saldering. Wido van Heemstra Agentschap NL Saldering Wido van Heemstra Agentschap NL De wetgeving nu 2 Wat verstaan we onder salderen? In de wet wordt dit woord nergens gebruikt, dus verschillende interpretaties en misverstanden mogelijk Belangrijkste

Nadere informatie

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging

Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging Economie, een Inleiding Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging 1 Volmaakte mededinging - Inhoudstafel 1. Kenmerken van de competitieve marktvorm 2. Individueel aanbod van de competitieve onderneming 3. Het

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

Economie Module 3 H1 & H2

Economie Module 3 H1 & H2 Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:

Nadere informatie

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012 Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012 Inhoud Inleiding en leeswijzer... 4 1 Tevredenheid en vertrouwen van de consument... 5 2 Tevredenheid over

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 26 januari 2016

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 26 januari 2016 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Gas 1. Scope/afbakening De productgroep Gas omvat alle gas die van het openbare gasnet en via transport over de weg betrokken wordt door

Nadere informatie

POM GROEPSAANKOOP: GROENE STROOM EN AARDGAS VOOR BEDRIJVEN

POM GROEPSAANKOOP: GROENE STROOM EN AARDGAS VOOR BEDRIJVEN POM GROEPSAANKOOP: GROENE STROOM EN AARDGAS VOOR BEDRIJVEN POM Groepsaankoop Een groepsaankoop voor de aankoop van 100 % groene stroom uit eigen streek en aardgas aan een vaste prijs tot 31/12/2015, gezamenlijk

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Elektriciteit 1. Scope/afbakening De productgroep Elektriciteit omvat alle elektriciteit die van het openbare net betrokken wordt door een

Nadere informatie

Salderingsoverzicht 18-12-2012

Salderingsoverzicht 18-12-2012 Salderingsoverzicht 18-12-2012 Salderingsoverzicht Particulieren Door zelf zonne-energie op te wekken bespaart u op uw energierekening. Uw stroomtarief is opgebouwd uit een kaal leveringstarief, energiebelasting

Nadere informatie

Energie inkopen in de zorg: keuzes maken

Energie inkopen in de zorg: keuzes maken Energie inkopen in de zorg: keuzes maken Het inkopen van energie is complex. Sinds de liberalisering van de energiemarkt is niets doen eigenlijk geen optie; afnemers moeten zelf actief zijn op de energiemarkt

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod

Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod Economie, een Inleiding Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod 1 Vraag en Aanbod - Inhoudstafel 1. De vraag als uitdrukking van bereidheid tot betalen 2. Het aanbod als uitdrukking van marginale kosten 3. Prijsvorming

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 12

Extra opgaven hoofdstuk 12 Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.

Nadere informatie

Smart Grid. Verdiepende opdracht

Smart Grid. Verdiepende opdracht 2015 Smart Grid Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel leer je meer over het onderwerp Smart Grid. Pagina 1 Inhoud 1. Smart Grid... 3 1.1 Doel... 3 1.2 Inhoud... 3 1.3 Verwerking... 8 Pagina

Nadere informatie

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,

Nadere informatie

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland Bonaire, 26 augustus 2013 Betreft: internetconsultatie Wet elektriciteit en drinkwater BES Status: openbaar Geachte heer,

Nadere informatie

Groene stroom. ZX ronde 13 februari 2016

Groene stroom. ZX ronde 13 februari 2016 Groene stroom. ZX ronde 13 februari 2016 In de afgelopen ZX rondes hebben we het over kabelverliezen gehad maar ook over de synchronisatie van generatoren aan het openbaar net en onderlinge synchronisatie

Nadere informatie

INITIATIEFVOORSTEL CONFORM ARTIKEL 4:2 REGLEMENT VAN ORDE

INITIATIEFVOORSTEL CONFORM ARTIKEL 4:2 REGLEMENT VAN ORDE INITIATIEFVOORSTEL CONFORM ARTIKEL 4:2 REGLEMENT VAN ORDE 1. Rol van de gemeente bij het opzetten en ondersteunen van lokale duurzame energie initiatieven. 2. Onderzoek naar de mogelijkheden plaatsing

Nadere informatie

Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015

Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015 Programma Idensys Contactpersoon Huub Janssen Aantal pagina's 5 Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015 Naar aanleiding van het

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt:

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt: Autoriteit Consument en Markt Directie Energie Postbus 16326 2500 BH Den Haag Almere, 25 februari 2014 Betreft : Zienswijze Media Park Enterprise B.V. m.b.t. Ontwerpbesluit Ontheffingaanvraag elektriciteitsnet

Nadere informatie

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en de

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 13

Extra opgaven hoofdstuk 13 Extra opgaven hoofdstuk 13 Opgave 1 Stel, dat een markt voor product X zich als volgt ontwikkelt. Aanvankelijk zijn er voor dit product veel aanbieders en veel vragers. Na verloop van tijd loopt de vraag

Nadere informatie

Definitielijst HG- Certificatensysteem

Definitielijst HG- Certificatensysteem Definitielijst HG- Certificatensysteem versie 2.0 december 2009 1 In de in de Overeenkomst HG-Certificatensysteem hebben de met een hoofdletter aangeduide begrippen de betekenis als hieronder beschreven:

Nadere informatie

Agenda. Inleiding Wat is de terugverdientijd? Hoe zit het met de BTW? Energiebelasting en salderen Bedrijf zoekt buur Schenken en ANBI. Vragen?

Agenda. Inleiding Wat is de terugverdientijd? Hoe zit het met de BTW? Energiebelasting en salderen Bedrijf zoekt buur Schenken en ANBI. Vragen? Zon op kerk Johan van Drie Bram Faber 16 februari 2015 Agenda Inleiding Wat is de terugverdientijd? Hoe zit het met de BTW? Energiebelasting en salderen Bedrijf zoekt buur Schenken en ANBI Vragen? Zon

Nadere informatie

Inrichting marktplaats voor Flexines

Inrichting marktplaats voor Flexines Inrichting marktplaats voor Flexines Binnen een huishouden is voortdurend behoefte aan energie, die wellicht deels zelf kan worden opgewekt, en deels moet worden ingekocht. Of, zoals steeds meer gebeurt,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 621 Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet...) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Wido van Heemstra. Adviseur Agentschap NL. Saldering, de stand van zaken

Wido van Heemstra. Adviseur Agentschap NL. Saldering, de stand van zaken Wido van Heemstra Adviseur Agentschap NL Saldering, de stand van zaken Saldering: de stand van zaken Wido van Heemstra Agentschap NL Nationaal Zonne-energiedebat Universiteit Utrecht 13 mei 2013 Overzicht

Nadere informatie

Instrumentkeuze in het milieubeleid

Instrumentkeuze in het milieubeleid Instrumentkeuze in het milieubeleid Theorie en 25 jaar praktijk Netwerk Groene Groei Den Haag, 8 december 2015 Carl Koopmans (SEO Economisch Onderzoek, Vrije Universiteit) www.seo.nl c.koopmans@seo.nl

Nadere informatie

Achtergrond informatie Eemstroom - Energiecoöperatie Amersfoort

Achtergrond informatie Eemstroom - Energiecoöperatie Amersfoort Achtergrond informatie Eemstroom - Energiecoöperatie Amersfoort Doel van dit document is het bieden van achtergrond informatie over het principe van Eemstroom -Energiecoöperatie Amersfoort. Eemstroom One

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 097 Structuurverandering elektriciteitssector 24 694 Elektriciteitsplan 1997 2006 Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari

Nadere informatie

Certificaten Zon op Vilsteren

Certificaten Zon op Vilsteren Belangrijkste informatie over de belegging Certificaten Zon op Vilsteren van Zon op Vilsteren Coöperatie UA Dit document is opgesteld op 15-jun-2018 Dit document helpt u de risico s, de kosten, en het

Nadere informatie

Salderen. Wat is het (en wat wordt het)? Roland de Vlam

Salderen. Wat is het (en wat wordt het)? Roland de Vlam Salderen Wat is het (en wat wordt het)? Roland de Vlam Salderen Wat was het (en wat wordt het)? Roland de Vlam Wat is salderen? Teruglevering aansluiting Verbruik Installatie afnemer Verplichting leverancier

Nadere informatie

7,2. Werkstuk door een scholier 2800 woorden 25 januari keer beoordeeld. Inleiding

7,2. Werkstuk door een scholier 2800 woorden 25 januari keer beoordeeld. Inleiding Werkstuk door een scholier 2800 woorden 25 januari 2006 7,2 30 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Je hebt er elke dag mee te maken. S ochtends gaat je wekker. Je doet het licht aan. Dan zet je thee

Nadere informatie

Bijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt.

Bijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. Bijlage bij brief 17.10.304 De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. 1. In het Energieakkoord is afgesproken dat de energie-intensieve industrie in aanvulling op de afspraken in het MEE-convenant maatregelen

Nadere informatie

Interpretatie Eletriciteitswet 1998 art. 1 lid 2

Interpretatie Eletriciteitswet 1998 art. 1 lid 2 Interpretatie Eletriciteitswet 1998 art. 1 lid 2 In het laatste kwartaal van 2011 hebben gemeenten, provincies en waterschappen een brief ontvangen van hun netbeheerder betreffende artikel 1, tweede lid,

Nadere informatie

Fiscale zakelijke regelingen & subsidies

Fiscale zakelijke regelingen & subsidies Fiscale zakelijke regelingen & subsidies 6 fiscale regelingen en subsidies voor bedrijven om te besparen op zonnepanelen. Het zelf opwekken van stroom door bedrijven via zonnepanelen is hot. Dat heeft

Nadere informatie

Domein D markt. Zie steeds de eenvoud!! Grafieken en rekenen Uitwerkingen. Frans Etman

Domein D markt. Zie steeds de eenvoud!! Grafieken en rekenen Uitwerkingen. Frans Etman vwo 5 Frans Etman Domein D markt Zie steeds de eenvoud!! Grafieken en rekenen Uitwerkingen Opgave 1 1. Bereken het consumentensurplus en het producentensurplus. Consumentensurplus 3*3000*0,5= 4500 euro

Nadere informatie

ECN Beleidsstudies. Samenvatting van de kosten-batenanalyse van alternatieve stimuleringsystemen voor hernieuwbare elektriciteit

ECN Beleidsstudies. Samenvatting van de kosten-batenanalyse van alternatieve stimuleringsystemen voor hernieuwbare elektriciteit Notitie -N--11-008 15 maart 2011 Samenvatting van de kosten-batenanalyse van alternatieve stimuleringsystemen voor hernieuwbare elektriciteit Aan : André Jurjus Ineke van Ingen Kopie aan : Remko Ybema

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 374 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt Nr. 35 BRIEF VAN

Nadere informatie

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel I,

Nadere informatie

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Vrije toe- uittreding Transparante

Nadere informatie

REVIEW OF INTERNATIONAL EXPERIENCE WITH RENEWABLE ENERGY OBLIGATION SUPPORT MECHANISMS

REVIEW OF INTERNATIONAL EXPERIENCE WITH RENEWABLE ENERGY OBLIGATION SUPPORT MECHANISMS ECN-C--05-025 REVIEW OF INTERNATIONAL EXPERIENCE WITH RENEWABLE ENERGY OBLIGATION SUPPORT MECHANISMS Summary in Dutch N.H. van der Linden, ECN M.A. Uyterlinde, ECN C. Vrolijk, IT Power L.J. Nilsson, University

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Leveringscontract groen gas en de SDE+-regeling

Leveringscontract groen gas en de SDE+-regeling Leveringscontract groen gas en de SDE+-regeling Het ministerie van Economische Zaken berekent ieder jaar de productiekosten van groen gas. Deze berekeningen vormen het fundament van de SDE+basisbedragen

Nadere informatie

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019 Memorandum Vlaamse verkiezingen 2019 Missie: De VREG is de onafhankelijke autoriteit van de energiemarkt in Vlaanderen: we reguleren, controleren, informeren en adviseren. Visie: Het energiesysteem is

Nadere informatie

Raymond Roeffel Directeur Trineco. Regelgeving, Organisatie en beheermodellen rondom Zonne

Raymond Roeffel Directeur Trineco. Regelgeving, Organisatie en beheermodellen rondom Zonne Raymond Roeffel Directeur Trineco Regelgeving, Organisatie en beheermodellen rondom Zonne Agenda Waarom zonnestroom? Wet en regelgeving rondom zonnesystemen Salderingstarieven De meest voorkomende situaties

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Energiemonitor Consumentenmarkt elektriciteit en gas

Energiemonitor Consumentenmarkt elektriciteit en gas Energiemonitor 2018 Consumentenmarkt elektriciteit en gas De Energiemonitor laat de ontwikkelingen zien op de energiemarkt voor consumenten. Het bevat een overzicht van enkele indicatoren van de markt.

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 11

Extra opgaven hoofdstuk 11 Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk

Nadere informatie

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt. Eerste halfjaar 2013

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt. Eerste halfjaar 2013 Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Eerste halfjaar 2013 Den Haag, november 2013 Samenvatting Meer actieve consumenten Voor het tweede jaar op rij stijgt het aantal

Nadere informatie

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken Indirecte belasting (BTW) Betreft: BTW - Plaats van levering van gas en elektriciteit

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken Indirecte belasting (BTW) Betreft: BTW - Plaats van levering van gas en elektriciteit Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 januari 2003 (31.01) (OR. en) PUBLIC 5731/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 10 ENER 23 NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep

Nadere informatie

Bemiddeling van overeenkomsten tot levering van groene stroom en bosgecompenseerd gas

Bemiddeling van overeenkomsten tot levering van groene stroom en bosgecompenseerd gas Partnerovereenkomst Bemiddeling van overeenkomsten tot levering van groene stroom en bosgecompenseerd gas PARTIJEN: En 1. Coöperatie Energiefabriek013 handelend onder de naam Coöperatie Energiefabriek013,

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20140620-191) betreffende de Klantendienst in de nabijheid van de afnemers - Implementatie Opgesteld op basis

Nadere informatie

Domein markt: volkomen concurrentie

Domein markt: volkomen concurrentie Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 372 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003

Nadere informatie

Koppel notitie subsidie en accommodatiebeleid

Koppel notitie subsidie en accommodatiebeleid Koppel notitie subsidie en accommodatiebeleid Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Doelen ontwikkelen subsidie- en accommodatiebeleid... 3 1.3 Transitie van oud beleid naar nieuw beleid... 3

Nadere informatie

Wat is het product noodvermogen? Hoe wordt er gecontracteerd?

Wat is het product noodvermogen? Hoe wordt er gecontracteerd? Noodvermogen Noodvermogen Deze brochure geeft u uitgebreide informatie over de werking van noodvermogen binnen TenneT. Daarnaast geeft het een beeld aan (potentiele) leveranciers van noodvermogen over

Nadere informatie

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van

Nadere informatie

Betreft Beantwoording vragen van het lid Spies (CDA) over energieprijzen en - contractsvoorwaarden voor consumenten

Betreft Beantwoording vragen van het lid Spies (CDA) over energieprijzen en - contractsvoorwaarden voor consumenten > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC

Nadere informatie

Samenwerking met Greenchoice

Samenwerking met Greenchoice Samenwerking met Greenchoice Dit document is onderdeel van de Buurten met Energie toolbox, een project van Nudge. Deze toolbox is samengesteld om initiatiefnemers te ondersteunen bij het starten van een

Nadere informatie

Raadsvoorsteltot het vaststellen van de kaders Duurzame-energiebedrijf

Raadsvoorsteltot het vaststellen van de kaders Duurzame-energiebedrijf gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer 5 Milieu Raadsnummer ZO. R3502. OOI Inboeknummer ogbstoa6so Beslisdatum B&W rb januari 2OIO possiernummer oo3.ss2 Raadsvoorsteltot het vaststellen van de kaders

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid

Nadere informatie

Regelgeving: een jungle?

Regelgeving: een jungle? Elektriciteitswet 1998 Gefundeerd op het traditionele systeem Grootschalige productie, transport naar passieve consumenten Kosten van transport collectief gemaakt Project Stroom: - integratie gas en elektriciteitswet

Nadere informatie

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet

Nadere informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie 1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering

Nadere informatie

Energiemonitor Consumentenmarkt elektriciteit en gas

Energiemonitor Consumentenmarkt elektriciteit en gas Energiemonitor 2019 Consumentenmarkt elektriciteit en gas 1 Ontwikkelingen 2019 De consument blijft overstappen In vergelijking met voorgaande jaren zijn meer consumenten overgestapt van energieleverancier.

Nadere informatie

Agendanummer: Begrotingswijz.:

Agendanummer: Begrotingswijz.: Agendanummer: Begrotingswijz.: CR5 Onderwerp : PV-project Den Bolder Aan de raad van de gemeente Waalwijk Waalwijk, 12 oktober 2010 0. Samenvatting De gemeente Waalwijk heeft een ambitieuze energie/klimaatdoelstelling,

Nadere informatie

Bossche Windmolen Delen

Bossche Windmolen Delen Bossche Windmolen Delen Hoe werken Bossche Windmolen Delen precies? Energie Coöperatie 073 (EC073) splitst een windmolen (op papier) in duizenden stukjes, genaamd Bossche Windmolen Delen. Ieder windmolendeel

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2014/203910 Zaaknummer: 14.0708.52 BESLUIT Pagina 1/11 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet en artikel 36, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

ALGEMENE INFORMATIE SALDEREN SOLAR2020. Uw Specialist in Zonnepaneelsystemen.NL

ALGEMENE INFORMATIE SALDEREN SOLAR2020. Uw Specialist in Zonnepaneelsystemen.NL ALGEMENE INFORMATIE SALDEREN SOLAR2020 Salderingsoverzicht Particulieren Door zelf zonne-energie op te wekken bespaart u op uw energierekening. Uw stroomtarief is opgebouwd uit een kaal leveringstarief,

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit

Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit Notitie Delft, april 2010 Opgesteld door: G.J. (Gerdien) van de Vreede M.I. (Margret) Groot 1 April 2010 3.150.1 Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit 1 Inleiding

Nadere informatie

Duurzaam, lokaal energie marktmodel op basis van blockchain. Samenvatting marktmodel

Duurzaam, lokaal energie marktmodel op basis van blockchain. Samenvatting marktmodel Duurzaam, lokaal energie marktmodel op basis van blockchain Samenvatting marktmodel Mei 2017 Stedin: Energy21: Jan Pellis Michiel Dorresteijn Stedin en Energy21 hebben een duurzaam, lokaal marktmodel ontworpen.

Nadere informatie

Open warmtenetten: bijdrage aan doelstelling warmtevisie Nationaal Warmte Congres 2015

Open warmtenetten: bijdrage aan doelstelling warmtevisie Nationaal Warmte Congres 2015 Open warmtenetten: bijdrage aan doelstelling warmtevisie Nationaal Warmte Congres 2015 26/11/2015 Joop Oude Lohuis, Sam Nierop Open warmtenetten: waarom en hoe werkt het dan? > Warmtevisie: Verminderen

Nadere informatie

Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de business case voor het plaatsen van zonnepanelen door een onderneming.

Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de business case voor het plaatsen van zonnepanelen door een onderneming. Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de business case voor het plaatsen van zonnepanelen door een onderneming. Wat kost het plaatsen van 100 zonnepanelen en wat betekent een prijs

Nadere informatie

Salderingsoverzicht 18-12-2012

Salderingsoverzicht 18-12-2012 Salderingsoverzicht 18-12-2012 Salderingsoverzicht Particulieren Door zelf zonne-energie op te wekken bespaart u op uw energierekening. Uw stroomtarief is opgebouwd uit een kaal leveringstarief, energiebelasting

Nadere informatie