2. Vloerlaag tekenen die akoestisch geïsoleerd is. blauwe lijn vlies om contactgeluid te voorkomen Rode lijn isolatie om luchtgeluid te voorkomen

Transcriptie

1 1. Elementaire verschillen in principes barok en moderne periodes. Barok veel detail en versiering. Maakt gebruik van ovale en ellipsvormige toepassingen Moderne periodes abstract, versiering buitensluiten. De schoonheid komt uit zijn verhouding en zijn ruimtelijke beleving 2. Vloerlaag tekenen die akoestisch geïsoleerd is blauwe lijn vlies om contactgeluid te voorkomen Rode lijn isolatie om luchtgeluid te voorkomen Er zijn 2 soorten geluid: luchtgeluid en contactgeluid. Luchtgeluid geluidsgolven opl: luchtdicht maken van de constructie Contactgeluid trillingen opl: volstoppen met isolatie, vlies plaatsen 3. Verschil tussen een koud en warm dak? Een warm dak is een dak dat gemaakt is uit een houtconstructie. Een koud dak is een dak dat gemaakt is uit een betonachtige ondergrond. 4. Wat is een dampscherm Ligt onder het dak, wordt luchtdicht afgesloten. Dient om het vocht van buiten af te schermen zodat het niet in het dak kan dringen en zo vochtplekken creëren. Een folie die is voorzien om inwendige condensatie te vermijden. Onder de isolatie wordt deze aangelegd. 5. Soorten belasting op een gebouw - Eigen gewicht het gebouw moet zijn gewicht (gewicht van constructies) kunnen dragen. Dit is de som van alle gebruikte materialen. - Nuttige belasting overlast die men zal hebben op de vloerlagen. uitgedrukt in kg/m² woning in België 350kg/m² - Windbelasting wind creëert duw en zuigkrachten, het is een horizontale kracht die ook de dikte van de ramen beïnvloed. - Sneeuwbelasting hier in België 50kg/m²

2 6. Leg principe stabiliteit uit Bij gemetselde constructies de muren in langse en dwarse richting metselen Bij skeletconstructies balken en kolommen moeten sterkt genoeg zijn om de belastingen via de balken over de kolommen naar de grond te verdelen, maar tegen horizontale krachten: - stabiele kernen middenin het gebouw: doordat er centraal een kolom is die stevigheid biedt vb. liftenschacht - onvervormbare driehoeken : door het maken of plaatsen van spanten worden er driehoeken gevormd die het stabieler maken 7. De werkzaamheden bij klassieke woningbouw Ruwbouw o Graafwerken o Ondergrondse constructies o Vloerconstructies in aanraking met de grond o Bovengrondse hoofdconstructies o Rioleringen naast en onder het gebouw Timmerwerken Dakwerken Schrijnwerken Technieken Bepleisteringen Bevloeringen Binnenschrijnwerken Afwerking technieken Schilderwerken Vb dakkap, houten roosteringen Vb platte daken en of hellende daken MET afvoering en aansluiting Nu is het gebouw regendicht Buitenramen en deuren met beglazing Nu is het gebouw winddicht Plaatsen van leidingen van elektriciteit, cv, Van plafonds en muren Uitvoering van vloedbekledingen Binnendeuren, plinten, houten trappen, verlaagde plafonds, Plaatsing sanitaire toestellen, plaatsing radiatoren, 8. Na bepleistering komt binnenschrijnwerk. Juist of fout? Juist.

3 9. Soorten funderingen Funderingen op staal - meest voorkomend, waarbij een gracht wordt gegraven die vervolgens wordt opgevuld met beton - diepte : vorstvrij en afhankelijk van de draagkracht (min 80cm) - funderingssleuven of grachten zijn meestal 60cm breed en minstens 40cm hoog (diep). Op de sleuven wordt een muur gemetseld teneinde een horizontaal vlak voor de vloerplaat te bekomen. = ondergronds metselwerk. - Aan de buitenzijde van het ondergronds metselwerk wordt een beschermingslaag aangebracht van mortel en koolteer = beraping + betering Opm. onder de funderingen ligt de aardingslus, die het teveel aan elektriciteit van binnen onschadelijk maakt Funderingen op putten - het gewicht van het gebouw wordt verdeeld over een stelsel van balken, meestal gewapend beton. - De putten worden meestal gevuld met beton Funderingen op volle betonplaat - woningen funderen op een doorlopende gewapende betonplaat die het gewicht gelijkmatig verdeeld, onder deze fundering zit zand Funderingen op palen - zoals op putten maar in plaats van putten worden palen gebruikt, deze kunnen tot tientallen meters diep zitten. 10. koude brug? Vochtbrug? Vochtbrug, zwarte lijn tussen binnen en isolatiespouwblad.

4 11. thermische onderbreking bij ramen? De dorpel staat een beetje gekanteld, daarboven ligt een klein blokje. Daarna komt de aanslag van uw raam. Moest dit blokje er niet liggen, dan zou er koude brug ontstaan. Dat blokje zorgt voor een thermische onderbreking 12. Wat is de dagmaat? Afmeting van het raam in de ruwbouw, maar gezien vanuit het buitenspouwblad. Is kleiner dan het raam zelf.

5 13. Wat betekent pivoterend? Op een steunpunt in het midden ronddraaien, zoals een tuimelraam 14. Welke bouwpartners heb je nodig? - de bouwheer (privaat of ander) - de landmeter (land opmeten, grenzen bepalen) - de architect - technisch adviseur van stabiliteit en van technische uitrusting - de aannemer(s) - interieurarchitect - ruimtelijke planner en stedenbouwkundige vormgever - tuinarchitect 15. Wat betekent: VH, FH, TP, PL, TB Komen voor in de meetstaat: - TP : totaalprijs: is die waarbij alle prestaties worden gedekt door een som over het geheel - FH : forfaitprijs: is die waarbij de vaste eenheidsprijzen worden toegepast op de forfaitaire hoeveelheden - PL: prijslijst: is die waarbij de vaste eenheidsprijzen worden toegepast op de verrekenbare vermoedelijke hoeveelheden - TB : terugbetaling: is die waarbij de de prestaties worden betaald op basis van de toepasbare kostprijsberekening. - VH: vermoedelijke hoeveelheid: worden verrekend indien er meer of minder verbruikt is 16. wat is een samenvattende meetstaat Geeft alleen de algemene totalen per artikel weer. Op het einde wordt een algemeen totaal gemaakt en dit noemt men de prijsofferte. Artikel Eenheid Algemeen totaal Eenheidsprijs Totaal Algemeen totaal Op basis hiervan kan de architect een gedetailleerde kostprijsraming opmaken. (den architect is alt belangrijk, alt ies vermelde :p) 17. wat is een septische put Put waar al het afvalwater en faecaliën in wordt opgevangen. De put is verdeeld in verschillende kamers. De stoffen worden ondertussen afgebroken door de aanwezige bacteriën. De grotere stukken worden vloeibaar gemaakt. 18. Geef 3 kenmerken van moderne periode - Verdwijnen van ornament (naakte zichtbare materialen) - De binnen-buiten relatie (zoeken naar het in elkaar overvloeien van binnen en buitenruimtes, begrenzingen vallen weg) - Interpenetrerende ruimtes (de binnenruimtes lopen in elkaar over, open ruimten)

6 19. vloeropbouw tekenen bij gelijkvloerse vloerconstructies ofwel voorziet men een luchtlaag tussen de constructie en de natuurlijke ondergrond = kruipruimte ofwel construeert men de vloer in contact met de ondergrond = vloerconstructies op volle grond = goedkoper geïsoleerde vloeropbouw boven kruipruimte Geïsoleerde vloeropbouw op ondergrond 20. afmetingen van soorten steen (binnen en buiten) Volle baksteen Modul 65 = 19cm x 9cm x 6.5cm Modul 90 = 19cm x 9cm x 9cm Geperforeerde baksteen 29cm x 9cm x 9cm 29cm x 19cm x 9cm 29cm x 14cm x 9cm Halfsteensmuur = muur van 9cm dik Steensmuur = muur van 19cm dik