MENSENHANDEL MET HET OOG OP ECONOMISCHE EXPLOITATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MENSENHANDEL MET HET OOG OP ECONOMISCHE EXPLOITATIE"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar MENSENHANDEL MET HET OOG OP ECONOMISCHE EXPLOITATIE Een kritische kijk op de Belgische definitie van mensenhandel met het oog op economische exploitatie Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Heleen Geerts ( ) Promotor: Prof. dr. De Ruyver Brice Commissaris: Prof. dr. Vermeulen Gert

2 LIJST GEBRUIKTE AFKORTINGEN CAO:Collectieve Arbeidsovereenkomst CGKR: Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding COL: Omzendbrief van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep EHRM: Europees Hof voor de Rechten van de Mens EVRM: Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens EU: Europese Unie IAMM: Het Informatie- en Analysecentrum Mensensmokkel en Mensenhandel IAO: Internationale Arbeidsorganisatie KB: Koninklijk Besluit NGO: Niet-gouvernementele Organisatie OCMW: Openbaar Centrum voor Matschappelijk Welzijn Sw: Strafwetboek UNODC: VN-bureau voor Drugs en Criminaliteit (The United Nations Office on Drugs and Crime) UVRM: Universeel Verklaring van de Rechten van de Mens VN: Verenigde Naties II

3 WOORD VOORAF Deze masterproef kadert in het behalen van de graad Master in de Rechten aan de Universiteit te Gent. Strafrecht heeft mij reeds sinds het begin van de rechtenopleiding geïntrigeerd en dus was de keuze snel gemaakt om een masterproef te schrijven in deze tak van het recht. Mede door de lessen van Prof. dr. Brice De Ruyver ben ik geïnteresseerd in het recht in de praktijk. Gezien de uiteenlopende meningen omtrent de Belgische definitie van mensenhandel met het oog op economische exploitatie, wil ik in deze masterproef de impact van de definitie op de praktijk en de definitie an sich onderzoeken. Graag zou ik hierbij enkele personen willen bedanken voor hun steun, medewerking en begeleiding. Vooreerst wens ik mijn promotor, Prof. dr. Brice De Ruyver, te danken voor de flexibele begeleiding en steun bij het tot stand komen van de masterproef. Daarnaast wil ik graag Marc Roels bedanken voor het nazien van deze masterproef en Hanna Bourgeois voor haar raad en enthousiasme. Speciale dank gaat uit naar mijn ouders en vriend, Erik Decoster, voor hun bemoedigende woorden, geduld en het verdragen van mijn soms stresserend gedrag bij het schrijven van deze masterproef. III

4 INHOUDSTAFEL Lijst gebruikte afkortingen Woord vooraf INLEIDING Mensenhandel met het oog op Economische Exploitatie Probleemstelling Onderzoeksvraag Structuur van de thesis... 2 HOOFDSTUK 1: MENSENHANDEL ALS HEDENDAAGSE PROBLEMATIEK Inleiding Fenomeenanalyse Mensenhandel vs. Mensensmokkel Mensenhandel vs. Arbeidsexploitatie Mensenhandel als nieuwe vorm van slavernij Inleiding Gedwongen arbeid Met slavernij gelijkgestelde praktijken Slavernij Oorzaken Push Factoren Pull Factoren Mensenhandel in Europa Mensenhandel in België De grootte van het probleem Gebrek aan gegevens Het proces: Van de rekrutering en de uitbuiting tot de vervolging Mensenhandelaars IV

5 2.7.2 Slachtoffers Sectoren Wettelijk kader Internationaal Het Protocol van 15 november 2000 inzake de preventie, onderdrukking en bestraffing van de handel in mensen, in het bijzonder vrouwen en kinderen, ter aanvulling van het VN Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad Verdrag van Warschau van 16 mei 2005 van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel Europees Kaderbesluit van 2002 inzake de bestrijding van mensenhandel Richtlijn 2011/36/EU Arrest Rantsev tegen Cyprus en Rusland Nationaal De Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie De Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en tegen de praktijken van huisjesmelkers Richtlijn COL 01/2007 van de Minister van Justitie inzake het opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel Conclusie over de mensenhandel als hedendaagse problematiek HOOFDSTUK 2: KRITISCHE KIJK OP DE BELGISCHE DEFINITIE VAN MENSENHANDEL MET HET OOG OP ECONOMISCHE EXPLOITATIE Inleiding Kritische beoordeling van de definitie Menselijke waardigheid Menselijke waardigheid in de rechtsbronnen Zelfbeschikkingsrecht Conclusie Toepassing van de wettelijke definitie in de praktijk V

6 4.1 Inleiding Onderscheid op basis van de verschillende criteria Arbeidsomstandigheden Loon Leefomstandigheden Middelen (dwang, geweld, bedreigingen, misleiding, misbruik van kwetsbare positie, ) Juridisch ontoelaatbare of irrelevante criteria Conclusie betreffende de toepassing van de definitie in de praktijk Alternatief van sociaalstrafrechtelijke bestraffing Is een andere definitie voor mensenhandel met het oog op economische exploitatie nuttig? Inleiding Lex certa-principe Argumenten voor een verandering van de definitie Argumenten tegen een verandering van de definitie Conclusie betreffende het nut van een andere definitie Conclusie betreffende de kritische kijk op de Belgische definitie HOOFDSTUK 3: AANBEVELINGEN EN CONCLUSIES Aanbevelingen Conclusie BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN... 1 Bijlage 1: Gesprek met Johan Embrechts, arbeidsauditeur van Antwerpen... 1 Bijlage 2: Gesprek met Danny Meirsschaut, arbeidsauditeur van Gent... 2 VI

7 INLEIDING 1 MENSENHANDEL MET HET OOG OP ECONOMISCHE EXPLOITATIE PROBLEEMSTELLING Mensenhandel wordt vaak beschreven als de perfecte misdaad. De winsten zijn enorm en het risico voor aanhouding is zeer laag. De vervolgingen voor mensenhandel zijn schaars. Er zijn bijgevolg miljoenen slachtoffers van mensenhandel in de wereld. Over de voorbije jaren is mensenhandel verplaatst van de kantlijn naar de hoofdorde op de internationale politieke agenda s. Vooral op juridisch vlak hebben zich de meest significante veranderingen voorgedaan. Tegenwoordig is mensenhandel het onderwerp van een vaste reeks van internationale en nationale regelgeving. Op 10 augustus 2005 werd in België een nieuwe wet uitgevaardigd met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel. 1 In deze wet wordt een definitie gegeven voor mensenhandel met het oog op economische exploitatie. Deze definitie doet veel stof opwaaien door de aanwezigheid van een vaag en open begrip, namelijk strijdigheid met de menselijke waardigheid. Om het probleem achter deze definitie te achterhalen is het belangrijk om het wettelijk verleden te onderzoeken, zowel op internationaal en Europees als op het nationaal niveau. Het eerste probleem dat men hierdoor ontdekt, is de weglating in de Belgische definitie van de verschillende middelen, de modi operandi, om tot mensenhandel te komen, die wel aanwezig zijn in de internationale en Europese definitie. Uit de analyse van de internationale, Europese en nationale wetgeving valt af te leiden wat nu juist het probleem is. In de Belgische wetgeving is het element dwang geen wezenlijk element, terwijl dit wel zo is op internationaal en Europees niveau. Door het weglaten van dit middel is enkel nog het bewegingselement en uitbuitingselement vereist. Hierdoor bestaat het gevaar dat tewerkstelling onder dwang, zonder in strijd te zijn met de menselijke waardigheid, niet meer onder mensenhandel valt. Maar ook het omgekeerde is mogelijk, namelijk dat men makkelijker kan vervolgen, zelfs voor zwartwerk en illegale tewerkstelling. Dwang zorgt in België enkel voor een verzwarende omstandigheid. Wat wel een essentieel aspect vormt van de definitie voor mensenhandel met het oog op economische exploitatie, is de strijdigheid met de menselijke waardigheid. Het is niet onbegrijpelijk dat dit de aanleiding kan geven voor uiteenlopende interpretaties. De bijlagen bij de 1 Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensenmokkel en tegen de praktijken van huisjesmelkers, BS 2 september 2005, geen wijzigingen. 1

8 Ministeriële Richtlijn COL 01/ geven omtrent dit begrip wel enige verduidelijking, maar toch blijft het zeer vaag. Door deze onduidelijke definiëring van het misdrijf bestaat het gevaar voor verregaande discussies en uiteenlopende interpretaties die op hun beurt aanleiding geven tot rechtsonzekerheid en minder veroordelingen. 2 ONDERZOEKSVRAAG De Belgische definitie van mensenhandel met het oog op economische exploitatie hanteert een vaag begrip menselijke waardigheid, maar wat is nu de impact van dit open begrip? Hoe wordt in de praktijk omgegaan met de Belgische definitie en wanneer wordt een misdrijf gekwalificeerd als mensenhandel met het oog op economische exploitatie? Zou een andere definitie nuttig zijn? 3 STRUCTUUR VAN DE THESIS Een antwoord op de onderzoeksvraag vereist eerst een duidelijke situering van mensenhandel met het oog op economische exploitatie. Hoofdstuk één geeft een uitgebreid kader rond het fenomeen om het probleem te introduceren. Eerst zal via een fenomeenanalyse een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen mensenhandel, mensensmokkel en arbeidsexploitatie. Mensenhandel houdt tevens nauw verband met slavernij en kan zelfs beschouwd worden als een moderne vorm van slavernij. Hierbij is het ook nodig om de oorzaken te achterhalen van het misdrijf, teneinde doeltreffend de strijd tegen mensenhandel aan te gaan. Ten slotte wordt bij de fenomeenanalyse ook ingegaan op de mensenhandel in Europa en specifieker in België, en het gebrek aan cijfermateriaal hieromtrent. Verder zal het wettelijk luik aantonen hoe op internationaal, Europees en nationaal niveau wordt omgegaan met de problematiek en welke verschillende definities worden gehanteerd. Na het volledig weergeven van het kader, wordt de onderzoeksvraag effectief behandeld in hoofdstuk twee. Een kritische kijk op de Belgische definitie moet een antwoord schetsen op de vraag van dit onderzoek. Hiertoe wordt eerst een scherpe beoordeling gegeven van de definitie. Vervolgens wordt een poging ondernomen om de betekenis van de menselijke waardigheid te achterhalen. Een zoektocht tussen de verschillende arresten en vonnissen in ons land toont verder aan hoe de rechtbanken mensenhandel met het oog op economische exploitatie kwalificeren en welke criteria hierbij doorslaggevend zijn. Na dit onderzoek wordt het alternatief van de 2 Ministeriële Richtlijn COL 01/ december 2006 inzake het opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel, 2

9 sociaalstrafrechtelijke bestraffing nader toegelicht. Ten slotte kan men zich de vraag stellen of uit dit onderzoek blijkt dat een andere definitie beter zou zijn. Het laatste hoofdstuk drie omvat de aanbevelingen en algemene conclusies die een antwoord bieden op mijn onderzoeksvraag. Deze aanbevelingen zijn het resultaat van zowel de literatuurstudie, de gesprekken met de arbeidsauditeurs van Gent en Antwerpen en het onderzoek van de verschillende vonnissen en arresten. 3

10 HOOFDSTUK 1: MENSENHANDEL ALS HEDENDAAGSE PROBLEMATIEK 1 INLEIDING Het kader rond mensenhandel is uitgebreid en niet zonder reden. Hoewel duidelijke cijfers ontbreken om een precies en volledig beeld te kunnen schetsen van mensenhandel, is het wel duidelijk dat het misdrijf omvangrijk is. Volgens het globale rapport mensenhandel van het VNbureau voor Drugs en Criminaliteit (UNODC) 3 werden ten minste 136 verschillende nationaliteiten verhandeld in 118 verschillende landen. Een van de meest zorgwekkende trends is de stijging van minderjarige slachtoffers. Een ander zorgwekkend aspect is het lage aantal veroordelingen. Volgens het rapport bevindt het aantal veroordelingen voor mensenhandel zich op het zelfde niveau als zeldzame misdrijven zoals moorden in IJsland en ontvoeringen in Noorwegen. Het aantal veroordelingen staat dus duidelijk niet in verhouding met de grootte van de problematiek. Naast deze negatieve ontwikkelingen, zijn er ook positieve trends. Tegen 2012 hadden reeds 134 landen wetgeving opgemaakt voor de criminalisering van mensenhandel. Er is ook bewijs dat mensenhandel vanuit Oost-Europa en Centraal-Azië afneemt sinds Dit hoofdstuk geeft een beeld van het fenomeen mensenhandel. Hiervoor wordt een onderscheid tussen mensenhandel en mensensmokkel enerzijds en mensenhandel en arbeidsexploitatie anderzijds gegeven. Mensenhandel kan daarnaast worden beschouwd als een nieuwe vorm van slavernij. Om doeltreffend te zijn in de strijd tegen mensenhandel moet de bestrijding zich richten tot de onderliggende omstandigheden. De oorzaken van mensenhandel worden hier dus ook besproken. Om de fenomeenanalyse af te sluiten, wordt mensenhandel in Europa, de grootte van het probleem en het proces van de rekrutering en de uitbuiting tot de vervolging kort uiteen gezet. Het rapport van UNODC toont het complexe en uiteenlopende karakter van het fenomeen en maakt duidelijk dat een breed spectrum aan regelgeving noodzakelijk is. Een opsomming van de internationale, Europese en nationale initiatieven is dan ook niet overbodig. Op nationaal niveau heeft de Wet van 10 augustus een significante rol gespeeld. Deze wet zorgt voor een expliciet onderscheid tussen mensenhandel en mensensmokkel en geeft onder andere een definitie voor mensenhandel met het oog op economische exploitatie. In deze definitie schuilt nu juist het probleem, wat uitvoerig wordt toegelicht in hoofdstuk drie. 3 UNODC, Global Report in Trafficking in Persons, Wenen 2012, 1. 4 Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensenmokkel en tegen de praktijken van huisjesmelkers, BS 2 september 2005, geen wijzigingen. 4

11 2 FENOMEENANALYSE 2.1 MENSENHANDEL VS. MENSENSMOKKEL De illegale beweging van personen omvat meestal twee gerelateerde activiteiten: mensenhandel en mensensmokkel. Beide activiteiten betrekken de rekrutering, beweging en levering van migranten van een gastheerstaat naar een bestemmingstaat. Het verschil is dat handelaars de verhandelde personen uitbuiten, terwijl smokkelaars een vrijwillige relatie hebben vanaf het begin met de gesmokkelde migranten. Bovendien zijn veel gesmokkelde individuelen vrij op het einde van de reis of na een periode van contractarbeid. 5 Het grensoverschrijdende karakter, de finaliteit van de strafbaarstelling, de uitbuitingsvereiste, en de instemmingvereiste vormen de basis voor het onderscheid tussen mensenhandel en mensensmokkel. De slachtoffers van mensensmokkel hebben, omwille van een gebrek aan geldige papieren, meestal een illegaal en dus bijzonder kwetsbaar statuut. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijze het geval te zijn bij slachtoffers van mensenhandel. 6 De strafbaarstelling van beide fenomenen heeft een andere finaliteit. In het geval van mensensmokkel doelt de strafbaarstelling op de bescherming van het grondgebied of de eigen economische of andere belangen, terwijl dit bij mensenhandel de bescherming van het individu is. 7 Mensensmokkel moet dus eerder als een misdrijf tegen de staat dan als een misdrijf tegen de mensen worden beschouwd. Daarnaast bestaat er een verschil inzake de aard van het winstoogmerk. Het eventuele winstoogmerk bij mensensmokkel bestaat in het verkrijgen van hetzij een financieel hetzij een materieel voordeel voor de dader in ruil voor het verstrekken van hulp of bijstand, terwijl in het geval van mensenhandel dit financiële voordeel, als er één is, wordt gerealiseerd door de uitbuiting van het slachtoffer. 8 Een ander verschil is dat van het slachtofferschap. Bij mensensmokkel wordt er aangenomen dat het slachtoffer instemde met een wederzijds voordeel. Bij mensenhandel kan het ook voorkomen dat sommige slachtoffers op voorhand weten in welke sectoren ze terecht zullen komen, maar de onmenselijke omstandigheden waarin ze terecht komen zijn vaak niet geweten. De slachtoffers hebben ofwel nooit ingestemd met hun situatie, ofwel hebben ze initieel wel ingestemd met 5 L. SHELLY, Human Trafficking, A Global Perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, 8. 6 B. PERRIN, Just passing through? International legal obligations and policies of transit countries in combating trafficking in persons, European Journal of Criminology 2010, (11) D. BOELS en P. PONSAERS, Knelpunten in De Opsporing En Vervolging Van Mensenhandel En Mensensmokkel. Casestudie Binnen Een Gerechtelijk Arrondissement. Panopticon 2011, (33) Omzendbrief nr. Col 10/2004 van het College van Procureurs generaal bij de Hoven van Beroep houdende het opsporings en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel, BS 30 april

12 bepaalde handelingen maar is die instemming betekenisloos geworden door het dwingend, misleidend of misbruikend gedrag van de mensenhandelaars. 9 Slachtoffers van mensensmokkel hebben steeds een andere nationaliteit en dit is niet per se het geval bij slachtoffers van mensenhandel. De kenmerkende of determinerende elementen van mensensmokkel zijn grensoverschrijding, winstoogmerk, illegale toegang, vrijwillige instemming en betrokkenheid van de smokkelaar. 10 Na de Wet van 10 augustus 2005 werd getracht het onderscheid tussen mensenhandel en mensensmokkel duidelijker te stellen. 11 Toch moet worden opgemerkt dat het onderscheid tussen mensenhandel en mensensmokkel door diezelfde wet voor een stuk opnieuw teniet wordt gedaan doordat beiden voortaan in dezelfde strafmaat en dezelfde verzwarende omstandigheden worden voorzien. Het gebruik van dwang en het misbruik van de kwetsbare situatie van het slachtoffer zijn ook voor de mensensmokkel verzwarende omstandigheden, terwijl die net wezenlijke kenmerken van mensenhandel zijn. 12 De Memorie van toelichting 13 zegt hierover: Gelet op de dramatische gevolgen die deze twee misdrijven kunnen hebben en met het oog op samenhang zijn de verzwarende omstandigheden en de straffen voor mensenhandel in het ontwerp van wet eveneens bepaald voor het misdrijf smokkel. En De middelen waarmee de personen worden vervoerd, zijn vaak immers identiek en de gevaren voor de gezondheid of voor het leven van de vervoerde personen zijn vaak dezelfde. 2.2 MENSENHANDEL VS. ARBEIDSEXPLOITATIE Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen mensenhandel, gedwongen arbeid en arbeidsexploitatie, met als grootste element in onderscheid de factor dwang. 14 Dit onderscheid heeft belang voor het slachtofferstatuut en de bestraffing. Slachtoffers van mensenhandel genieten namelijk een specifieke bescherming en de bestraffing voor mensenhandel is beduidend zwaarder dan deze voor arbeidsexploitatie en gedwongen arbeid. 9 W. DE BONDT en Y. VAN DAMME, In de kijker: UNTOC: het sterkste universeel wapen tegen mensenhandel en mensensmokkel vandaag?, Wereldbeeld, 2010, afl. 2, D. BOELS en P. PONSAERS, Knelpunten in De Opsporing En Vervolging Van Mensenhandel En Mensensmokkel. Casestudie Binnen Een Gerechtelijk Arrondissement. Panopticon 2011, (33) Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensenmokkel en tegen de praktijken van huisjesmelkers, BS 2 september 2005, geen wijzigingen; Zie infra Hoofdstuk G. VERMEULEN, Mensenhandelbeleid in België: status questionis, evaluatie en toekomstopties, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2006, Memorie van toelichting bij het Wetsontwerp van 14 januari 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel, Parl. St. Kamer, , DOC /001, 11 en Y. VAN DAMME en G. VERMEULEN, De criminalisering van vraagzijde-actoren van mensenhandel en arbeidsexploitatie: eerste inzichten van een studie naar de wenselijkheid van een nieuwe strafbaarstelling. in G. VERMEULEN, L. PAUWELS (eds.), Update in de criminologie VI: actuele ontwikkelingen inzake EU-strafrecht, veiligheid & preventie, politie, strafprocedure, prostitutie en mensenhandel, drugsbeleid en penologie. Antwerpen, Maklu, 2012, (194)

13 De internationale definitie van mensenhandel is terug te vinden in de Europese Richtlijn van en bestaat uit drie hoofdelementen: verplaatsing, middelen om deze verplaatsing te bekomen en een beoogde uitbuiting. 16 Gedwongen tewerkstelling wordt in artikel 2(1) van het Verdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) omtrent gedwongen tewerkstelling 17 gezien als elke vorm van arbeid of dienstverlening die wordt bekomen van een persoon die zich hier niet vrijwillig voor heeft aangeboden, onder de bedreiging van een straf. In deze definitie wordt een keuze gemaakt voor de focus op ernstige gevallen van arbeidsexploitatie, waar de vrije wil van de persoon wordt uitgeschakeld en hij onder bedreiging gedwongen wordt om arbeid te leveren. De lacune in deze definitie bestaat erin dat ze niet de situatie dekt waarbij een persoon zich oorspronkelijk op vrijwillige basis voor werk aanbiedt, maar uiteindelijk in uitbuitende arbeidsomstandigheden terecht komt. 18 Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen drie niveaus. Het eerste niveau is mensenhandel, hetgeen een dubbel dwangelement inhoudt, namelijk een gedwongen verplaatsing van personen en een beoogde ernstige arbeidsexploitatie. Het tweede niveau is de gedwongen arbeid zoals gedefinieerd door de Internationale Arbeidsorganisatie, hetgeen één element van dwang inhoudt met betrekking tot arbeid. Het derde niveau is de restcategorie van arbeidsexploitatie waar geen allesomvattende definitie kan aan worden toegeschreven. Het gaat hier om gevallen waarin de internationale en nationale standaarden omtrent arbeid worden aangetast. 19 Dit onderscheid wordt duidelijker door een ontleding van de definities. In de definitie van mensenhandel is dwang een wezenlijk element. Zonder dwang kan er geen sprake zijn van mensenhandel. Men kan niet instemmen met mensenhandel, want dit zou een contradictio in terminis zijn. Men kan niet tegelijkertijd gedwongen worden en instemmen. In het kader van arbeidsexploitatie kan men wel instemmen met de exploitatie, maar dat betekent niet dat het daarom niet meer om exploitatie gaat. Men kan bijvoorbeeld instemmen met een lager loon dan de 15 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2011/36/EU, 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad, Pb.L. 15 april 2011, afl. 101, Zie infra Hoofdstuk IAO-Conventie nr. 29 van 28 juni 1930, betreffende gedwongen of verplichte arbeid, goedgekeurd bij Besluitwet van 20 mei 1943, Mon. De Londres 31 juli Y. VAN DAMME en G. VERMEULEN, De criminalisering van vraagzijde-actoren van mensenhandel en arbeidsexploitatie: eerste inzichten van een studie naar de wenselijkheid van een nieuwe strafbaarstelling. in G. VERMEULEN, L. PAUWELS (eds.), Update in de criminologie VI: actuele ontwikkelingen inzake EU-strafrecht, veiligheid & preventie, politie, strafprocedure, prostitutie en mensenhandel, drugsbeleid en penologie. Antwerpen, Maklu, 2012, (194) Y. VAN DAMME en G. VERMEULEN, De criminalisering van vraagzijde-actoren van mensenhandel en arbeidsexploitatie: eerste inzichten van een studie naar de wenselijkheid van een nieuwe strafbaarstelling. in G. VERMEULEN, L. PAUWELS (eds.), Update in de criminologie VI: actuele ontwikkelingen inzake EU-strafrecht, veiligheid & preventie, politie, strafprocedure, prostitutie en mensenhandel, drugsbeleid en penologie. Antwerpen, Maklu, 2012, (194)

14 minimumnorm en deze instemming neemt het aspect van de uitbuiting niet weg. Mensen kunnen instemmen met uitgebuit te worden, maar niet met het slachtoffer te worden van mensenhandel. 20 Dit is hetgeen dat ontbreekt in de Belgische definitie van mensenhandel met het oog op economische uitbuiting. Doordat het fenomeen dwang wordt weggelaten, kan een persoon die minder verdient dan de minimumnorm al worden beschouwd als een slachtoffer van mensenhandel. De definitie wordt te breed en hierdoor zijn verschillende interpretaties mogelijk. De loutere verwijzing naar mensonwaardige omstandigheden is niet duidelijk genoeg. 21 Als we de definitie van mensenhandel in de Europese Richtlijn van 2011 ontleden, omvat het eerste deel van de definitie in artikel 2.1 het verplaatsingselement, namelijk het werven,vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van personen, daaronder begrepen de wisseling of overdracht van de controle over deze persoon De verschillende acties in deze opsomming resulteren allemaal in een situatie waarbij een persoon in een andere situatie wordt geplaatst. Deze verplaatsing kan zich even goed binnen de grenzen bevinden. Het tweede deel van de definitie gaat over de middelen die worden gebruikt om deze verplaatsing te bekomen en gaat dus over het element dwang. Dit wordt in de definitie in artikel 2.1 verwoord als: door dreiging met of gebruik van geweld of andere vormen van dwang, door ontvoering, bedrog, misleiding, machtsmisbruik of misbruik van een kwetsbare positie of het verstrekken of in ontvangst nemen van betalingen of voordelen, teneinde de instemming van een persoon te verkrijgen die controle heeft over een ander persoon Het element dwang moet in verband met deze verplaatsing worden gebracht. Het derde element van de definitie handelt over de uitbuiting. Deze uitbuiting is het beoogde doel. Wanneer een persoon wordt verworven en gedwongen wordt verplaatst, kan men al spreken over mensenhandel wanneer de uitbuiting als uiteindelijk doel wordt gesteld. Mensenhandel kan zich dus al voordoen vooraleer de effectieve uitbuiting begint, zolang deze maar is beoogd. 22 Hierin kan het verschil worden gevonden tussen mensenhandel en arbeidsexploitatie. Bij mensenhandel is de uitbuiting de laatste stap in het proces en bij arbeidsexploitatie is de uitbuiting het wezenselement. Mensenhandel moet een element van gedwongen verplaatsing bevatten. In België wordt dit onderscheid niet zo duidelijk gemaakt, aangezien het element dwang niet is opgenomen in de Belgische definitie. Een persoon wordt gemakkelijker als slachtoffer van 20 Y. VAN DAMME en G. VERMEULEN, De criminalisering van vraagzijde-actoren van mensenhandel en arbeidsexploitatie: eerste inzichten van een studie naar de wenselijkheid van een nieuwe strafbaarstelling. in G. VERMEULEN, L. PAUWELS (eds.), Update in de criminologie VI: actuele ontwikkelingen inzake EU-strafrecht, veiligheid & preventie, politie, strafprocedure, prostitutie en mensenhandel, drugsbeleid en penologie. Antwerpen, Maklu, 2012, (194) Zie Hoofdstuk 2.5.: Alternatief van sociaalstrafrechtelijke bestraffing. 22 Y. VAN DAMME en G. VERMEULEN, De criminalisering van vraagzijde-actoren van mensenhandel en arbeidsexploitatie: eerste inzichten van een studie naar de wenselijkheid van een nieuwe strafbaarstelling. in G. VERMEULEN, L. PAUWELS (eds.), Update in de criminologie VI: actuele ontwikkelingen inzake EU-strafrecht, veiligheid & preventie, politie, strafprocedure, prostitutie en mensenhandel, drugsbeleid en penologie. Antwerpen, Maklu, 2012, (194)

15 mensenhandel bestempelt zonder dat er een effectieve gedwongen verplaatsing is geweest. Wanneer een persoon, zeker wanneer het om een buitenlander gaat, zich bevindt in een situatie waar hij of zij wordt uitgebuit, wordt gemakkelijk besloten tot het misdrijf van mensenhandel. Het feit dat de definitie van België zelfs geen enkel element van dwang bevat, maakt de verwarring tussen mensenhandel en arbeidsexploitatie alleen maar moeilijker. In België wordt alle focus gelegd op slechte arbeidsomstandigheden in strijd met de menselijke waardigheid. Echter, het element van exploitatie mag ook niet worden onderschat voor de kwalificatie als mensenhandel. In artikel 2.3 van de Europese Richtlijn van 2011 wordt een definitie gegeven van wat wordt bedoeld met exploitatie: ten minste uitbuiting van prostitutie van anderen, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of dienstverlening bedelarij daaronder begrepen slavernij en met slavernij vergelijkbare praktijken, dienstbaarheid, uitbuiting van strafbare activiteiten, en de verwijdering van organen. 23 Hieruit blijkt dat het element van gedwongen verplaatsing met als doel de exploitatie, niet voldoende is. Er moet een zekere graad van ernstige uitbuiting worden beoogd vooraleer sprake kan zijn van mensenhandel. Er moet ten minste sprake zijn van seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of een vorm van slavernij. Hier ligt een tweede aspect van dwang naast de dwang bij het verplaatsingselement. 24 In België ontbreekt ook hier het element van dwang in de definitie. Daardoor kan men bij het minste dat niet strookt met de arbeidsreglementering al argumenteren dat dit mensonwaardig is en besluiten tot mensenhandel. In principe wordt wel voorrang gegeven aan de gevallen van ernstige gedwongen uitbuiting, maar dit vertaalt zich niet noodzakelijk zo in de praktijk. 2.3 MENSENHANDEL ALS NIEU WE VORM VAN SLAVERNIJ IN LEIDI NG Slavernij wijst op een toestand waarbij één persoon de juridische eigendom van een andere persoon is, maar ook op een systeem van gedwongen arbeid. 25 In de geschiedenis is slavernij vaak terug te vinden en werd het ook aanvaard onder het mom dat sommige mensen nu eenmaal vrij zijn en anderen niet. De Franse Revolutie heeft dit idee willen veranderen door te stellen dat alle mensen 23 Artikel 2.3 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2011/36/EU, 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad, Pb.L. 15 april 2011, afl. 101, Y. VAN DAMME en G. VERMEULEN, De criminalisering van vraagzijde-actoren van mensenhandel en arbeidsexploitatie: eerste inzichten van een studie naar de wenselijkheid van een nieuwe strafbaarstelling. in G. VERMEULEN, L. PAUWELS (eds.), Update in de criminologie VI: actuele ontwikkelingen inzake EU-strafrecht, veiligheid & preventie, politie, strafprocedure, prostitutie en mensenhandel, drugsbeleid en penologie. Antwerpen, Maklu, 2012, (194) R. MUNCK, Slavery: Exception or Rule? in P. McREDMOND en G. WYLIE, Human Trafficking in Europe: Character, Causes and Consequences, Hampshire, Palgrave Macmillan, 2010, 18. 9

16 vrij en gelijk geboren zijn. Dit idee won meer en meer aanhang, maar de traditionele vorm van slavernij verdween niet onmiddellijk. Naast de volharding van deze traditionele slavernij in sommige delen van de wereld, zijn ook moderne vormen van slavernij ontstaan waaronder; gedwongen arbeid, lijfeigenschap, seksuele uitbuiting, kinderarbeid, mensenhandel en geforceerde huwelijken. 26 Deze nieuwe vormen van slavernij verschillen met de traditionele vorm voor zover dat de nieuwe vormen gekarakteriseerd worden door een zeer lage kost met hoge winsten, korte termijn relaties tussen de slaaf en de uitbuiter, overschot aan potentiële slaven en de irrelevantie van de etnische verschillen. 27 Door de definitie van slavernij op zo een manier te verbreden dat deze nieuwe vormen van slavernij er ook onder vallen, verdwijnt de notie dat slavernij inhoudt dat de werknemer zijn persoon eigendom is van de werkgever. Vandaag, in een tijdperk van globalisatie, argumenteren velen dat een nieuw type van slavernij opkomt en dat de globalisatie zelf slavernij of slavernij-achtige toestanden creëert. 28 Kevin Bales argumenteert: Slavernij is niet altijd gemakkelijk te herkennen, omdat het uiterlijk omhulsel van slavernij zich verstopt achter zijn innerlijke realiteit. 29 Slavernij neemt verschillende vormen aan en we moeten zijn nieuwe vermommingen, zoals mensenhandel en schuldslavernij, herkennen. Bales herdefinieert slavernij op zo een manier dat eigendom niet langer centraal staat, maar wel de gewelddadige controle van één persoon over een andere persoon. 30 De IAO heeft in zijn rapport van 2001 verklaard dat, Hoewel universeel veroordeeld, gedwongen arbeid onthult lelijke nieuwe gezichten naast de oude. In nieuwe economische contexten, verontrustende vormen zoals gedwongen arbeid in combinatie met mensenhandel zijn nu bijna overal opkomende. 31 Economische uitbuiting kan beschouwd worden als een continuüm, waarbij gedwongen arbeid de minimum situatie van uitbuiting vormt, en slavernij het uiterste einde vormt GEDWO NGEN AR BEI D Artikel 2(1) van de IAO-Conventie nr. 29 betreffende gedwongen of verplichte arbeid 33 omschrijft het begrip gedwongen of verplichte arbeid als om het even welke dienst of arbeid, die gevorderd wordt van een persoon onder bedreiging met onverschillig welke straf en waarvoor gezegde persoon zich 26 S. SCARPA, Trafficking in Human Beings, New York, Oxford University Press, 2008, S. SCARPA, Trafficking in Human Beings, New York, Oxford University Press, 2008, R. MUNCK, Slavery: Exception or Rule? in P. McREDMOND en G. WYLIE, Human Trafficking in Europe: Character, Causes and Consequences, Hampshire, Palgrave Macmillan, 2010, K. BALES, Understanding Global Slavery, Berkeley, University of California Press, 2005, K. BALES, Understanding Global Slavery, Berkeley, University of California Press, 2005, ILO, Stopping Forced Labour, Geneva, International Labour Office, 2001, J. E.B. COSTER VAN VOORHOUT, Human Trafficking for Labor Exploitation: Interpreting the Crime Utrecht Law Review 2007, Vol. 3, No. 2, IAO-Conventie nr. 29 van 28 juni 1930, betreffende gedwongen of verplichte arbeid, goedgekeurd bij Besluitwet van 20 mei 1943, Mon. de Londres 31 juli

17 niet gewillig heeft aangeboden. Deze definitie bestaat uit twee essentiële elementen: een straf en onvrijwillig aangeboden werk. Alle ratificerende lidstaten, en dus ook België 34, zijn verplicht om tegen elke vorm van verplichte of gedwongen arbeid op te treden. Deze definitie moet geïnterpreteerd worden in lijn met de interpretatie van de IAO. Hieruit volgt dat de straf, waarover sprake in artikel 2, niet gereserveerd is voor strafrechtelijke sancties, maar ook voor het verlies van rechten en voorrechten. 35 De bedreiging met een straf kan gaan van fysiek geweld tot meer subtiel psychisch geweld. De middelen opgesomd in de definitie van mensenhandel van het Kaderbesluit 36, vervangen door de EU-Richtlijn 37, voldoen dus om te besluiten tot gedwongen arbeid. Deze interpretatie van de IAO-Conventie volgt de eerste uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak van Siliadin vs. Frankrijk 38 waarin een interpretatie van de termen in artikel 4 van het EVRM 39, waaronder gedwongen arbeid, werd vereist. 91. [ ]although the Convention did not define the terms servitude or forced or compulsory labour, reference should be made to the relevant international conventions in this field to determine the meaning of these concepts, [ ] 115. In interpreting Article 4 of the European Convention, the Court has in a previous case 40 already taken into account the ILO conventions, [ ] 41 Het Hof besliste dat, ook al werd het slachtoffer niet bedreigd met een straf, Siliadin zich bevond in een gelijkaardige situatie volgens de waargenomen ernst van de bedreiging. Het is voldoende dat het slachtoffer het gevoel heeft dat ze wordt bestraft. Het Hof verwijst daarbij naar de aard van het werk en het gebrek aan betaling. Zo moest Siliadin bijvoorbeeld huishoudelijke taken doen gedurende ongeveer drie jaar, zeven dagen per week, zonder een vrije dag. Ze was continu bang voor een arrestatie door de politie vanwege haar illegale verblijf in Frankrijk, een angst die door de veroordeelden werd gevoed. Verder is deze zaak van groot belang omdat het de lidstaten van het 34 Op 20 januari 1944 ratificeerde België de IAO-Conventie nr J. E.B. COSTER VAN VOORHOUT, Human Trafficking for Labor Exploitation: Interpreting the Crime Utrecht Law Review 2007, Vol. 3, No. 2, Artikel 1 van het Kaderbesluit van de Raad nr. 2002/629/JBZ, 19 juli 2002 inzake bestrijding van mensenhandel, Pb.L. 1 augustus 2002, afl. 203, 2; Zie infra Hoofdstuk Artikel 2 van de Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2011/36/EU, 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad, Pb.L. 15 april 2011, afl. 101, EHRM, Siliadin v. Frankrijk, 26 juli 2005, Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950, Trb. 1994, 165 (verder EVRM). 40 EHRM, Van der Mussele v. Belgium, 23 November 1983, Series A no. 70, p. 16, EHRM, Siliadin v. Frankrijk, 26 juli 2005, 27 en

18 EVRM verplicht om gedwongen arbeid te voorkomen niet alleen voor hun eigen burgers, maar voor alle mensen binnen hun jurisdictie. 42 In België is dit echter anders, aangezien de middelen geen deel uitmaken van de Belgische definitie van mensenhandel. Als de bedreiging met een straf wel aanwezig is, vormt dit een verzwarende omstandigheid en zal men dus zwaarder worden bestraft dan in een ander land waar de middelen wel een wezenlijk deel uitmaken van de definitie MET S LAV ER NIJ GELI JK G EST ELDE PRAKTI JK EN Het eerste verzwarende type van uitbuiting wordt geformuleerd als praktijken gelijkgesteld aan slavernij. 43 Het wordt erkend door het eerste Verdrag inzake slavernij 44 dat deze praktijken situaties zijn die kunnen volgen uit gedwongen arbeid en kunnen overlopen in situaties analoog aan slavernij. Het Aanvullend Verdrag 45 geeft definities voor schuldslavernij, horigheid en gedwongen huwelijk. De definitie van lijfeigenschap wordt verduidelijkt door het EHRM in de zaak Siliadin vs. Frankrijk. Het EHRM geeft in deze zaak een moderne betekenis aan het begrip, zijnde een situatie van gedwongen arbeid waarbij het slachtoffer niet vrij is om zijn of haar staat te veranderen SLAVERNI J Slavernij is het meest extreme type van uitbuiting waar een slachtoffer van mensenhandel kan aan worden blootgesteld. Zo wordt in artikel 4 van het EVRM 47 slavernij en dwangarbeid absoluut verboden. Ook artikel 4 van het UVRM 48 verbiedt slavernij, horigheid en slavenhandel. Om van slavernij te kunnen spreken, moet aan enkele strikte voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet een persoon gebracht worden in een situatie van slavenhandel en ten tweede moet deze persoon in zo n situatie worden gehouden (onderwerping). 49 Dit betekent dus dat slachtoffers van mensenhandel, om te voldoen aan de kwalificatie van slavernij, moeten worden verhandeld tijdens 42 C. RIJKEN en E. DE VOLDER, The European Union s struggle to realize a human rights-based approach to trafficking in human beings, Connecticut Journal of International Law, 2009, Vol. 25:49, J. E.B. COSTER VAN VOORHOUT, Human Trafficking for Labor Exploitation: Interpreting the Crime Utrecht Law Review 2007, Vol. 3, No. 2, Artikel 5 van de Internationale Overeenkomst betreffende de slavernij en de dwangarbeid, ondertekend te Genève, op 25 september 1926, goedgekeurd bij wet van 18 juli 1927, BS 28 oktober 1927, gewijzigd bij protocol van New York, 7 december 1953, goedgekeurd bij wet van 22 april 1960, BS 16 mei Aanvullend Verdrag inzake de afschaffing van de slavernij, de slavenhandel en met slavernij gelijk te stellen instellingen en praktijken, ondertekend te Genève op 7 september 1956, goedgekeurd bij wet van 22 april 1960, BS 16 mei J. E.B. COSTER VAN VOORHOUT, Human Trafficking for Labor Exploitation: Interpreting the Crime Utrecht Law Review 2007, Vol. 3, No. 2, Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950, Trb. 1994, Universele Verklaring van 10 december 1948 van de Rechten van de Mens, BS 31 maart Artikel 1 van de Artikel 5 van de Internationale Overeenkomst betreffende de slavernij en de dwangarbeid, ondertekend te Genève, op 25 september 1926, goedgekeurd bij wet van 18 juli 1927, BS 28 oktober 1927, gewijzigd bij protocol van New York, 7 december 1953, goedgekeurd bij wet van 22 april 1960, BS 16 mei 1963; J. E.B. COSTER VAN VOORHOUT, Human Trafficking for Labor Exploitation: Interpreting the Crime Utrecht Law Review 2007, Vol. 3, No. 2,

19 de pre-uitbuitingsfase en uitgebuit tijdens de uitbuitingsfase als een moderne slaaf. De opdeling in deze fasen volgt uit de verwoording teneinde in de definitie in het Strafwetboek en ten behoeve van in de Richtlijn 2011/36/EU 50. Het misdrijf mensenhandel is reeds vervuld in een vroege fase. De uitbuiting op zich hoeft nog niet plaats te nemen, zolang de intentie aanwezig is om het slachtoffer uit te buiten. De strafbaarstelling mensenhandel is niet afhankelijk van het reële karakter van de uitbuiting. 51 In het EVRM en het UVRM wordt echter geen expliciete verwijzing gemaakt naar mensenhandel. Maar uit het arrest van Rantsev vs. Cyprus en Rusland voor het EHRM 52 volgt dat men uit artikel 4 EVRM kan afleiden dat mensenhandel een bedreiging vormt voor de menselijke waardigheid en de fundamentele vrijheden van de slachtoffers en niet compatibel kan worden beschouwd met de democratische samenleving en de waarden uiteengezet in de Europese Conventie, waardoor het binnen het toepassingsgebied van artikel 4 EVRM valt. In die zaak spreekt het EHRM voor het eerst over het nieuwe concept moderne slavernij en bijgevolg wordt mensenhandel voortaan beschouwd als een vorm van moderne slavernij. 2.4 OORZAKEN Mensenhandel is zodoende het resultaat van met elkaar verbonden push en pull factoren en is vooral gebonden aan de markteconomie van vraag en aanbod. Het is niet direct duidelijk wie en wat de vraag verwekt. Maar mensenhandel kan bepaald worden door een combinatie van economische, sociale en politieke factoren. 53 Mensenhandel en -smokkel horen bij de snelst groeiende vormen van transnationale misdaad omdat de huidige wereldtoestand een hoger vraag en aanbod heeft gecreëerd. 54 Eén van de grootste oorzaken zijn de zogenaamde push -factoren: armoede, gebrek aan educatie en werk, aan middelen en opportuniteiten in de landen van oorsprong. 55 Bovendien zorgt genderongelijkheid voor een kwetsbare positie voor vrouwen en meisjes. Zeker alleenstaande vrouwelijke migranten zijn een gemakkelijke doelwit voor uitbuiters. De pull -factoren omvatten de vraag naar de verschillende diensten die slachtoffers kunnen bieden. De vraag naar goedkope werkkrachten is in het Westen algeheel aanwezig en door middel van mensenhandel wordt deze vraag beantwoord. 50 Richtlijn Europees Parlement en Raad nr. 2011/36/EU, 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad, Pb.L. 15 april 2011, afl. 101, 1-11; Zie infra Memorie van toelichting bij het Wetsontwerp van 14 januari 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen de mensenhandel en mensensmokkel, Parl. St. Kamer, , nr /001, EHRM, Rantsev v. Cyprus en Rusland, zaak nr /04, (definitief), 10 mei 2010, S. SCARPA, Trafficking in Human Beings, New York, Oxford University Press, 2008, L. SHELLY, Human Trafficking, A Global Perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, S. SCARPA, Trafficking in Human Beings, New York, Oxford University Press, 2008,

20 Juridische antwoorden op het probleem van mensenhandel negeren vaak de socio-economische onderliggende oorzaken van het probleem. Ze benaderen mensenhandel als een daad van geweld en focussen zich op het vervolgen van de handelaars. Deze aanpak heeft de neiging om de bredere socio-economische realiteit die de mensenhandel drijft over het hoofd te zien. Om doeltreffend te zijn, moet de bestrijding van mensenhandel zich richten tot de onderliggende omstandigheden die de mensen aanzet om gevaarlijke arbeidsmigratie opdrachten te aanvaarden PUS H FACTOREN SLA CHT OF F ER S Een grote factor die meespeelt is de globalisatie van de arbeid en handel in combinatie met toenemende obstakels voor legale migratie. 57 Dit kan mensen drijven in de handen van uitbuiters die hen een beter leven beloven om hun doelen te bereiken. De migratiestroom is enorm en de ongeoorloofde handel is verborgen binnen die massieve beweging van mensen. Het grote aanbod bestaat omdat de globalisatie groeiende economische en demografische verschillen heeft veroorzaakt tussen de ontwikkelde wereld en de ontwikkelingslanden, samen met de vervrouwelijking van de armoede en de marginalisatie van vele landelijke gemeenschappen. 58 Het ontstaan van deze grote kloof tussen landen en tussen rijke en arme gemeenschappen binnenin de landen heeft een massa aan overlevingsmigranten gecreëerd. Deze laatste zoeken werkgelegenheid in het buitenland als middel van overleving, omdat werk verdwijnt in het thuisland. De wanhopige nood om te migreren voor werk, gecombineerd met bestemmingslanden die hun grenscontroles verscherpen, maken deze migranten kwetsbaar voor mensenhandel. 59 Deze migranten delen vaak dezelfde karakteristieken, namelijk isolatie, gebrek aan kennis van hun rechten en verschillende afhankelijkheden, alsook de bedreiging met geweld. 60 Het beeld dat veel mensen hebben is vaak verkeerd. Men gaat er dikwijls van uit dat slachtoffers van mensenhandel gedwongen uit hun thuis worden gehaald of worden ontvoerd, maar dit is niet correct. Vaak is de initiële beslissing tot migratie een bewuste beslissing. Maar toch kan men niet zeggen dat deze beslissing zo eenvoudig is. De onderliggende oorzaken zijn de macro factoren, de 56 J. CHUANG, Beyond a Snapshot: Preventing Human Trafficking in the Global Economy, Indiana Journal of Global Legal Studies 2006, (137) S. SCARPA, Trafficking in Human Beings, New York, Oxford University Press, 2008, L. SHELLY, Human Trafficking, A Global Perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, J. CHUANG, Beyond a Snapshot: Preventing Human Trafficking in the Global Economy, Indiana Journal of Global Legal Studies 2006, (137) 138; H. KONRAD, Trafficking in Human Beings The Ugly Face of Europe, Helsinki Monitor , ; G. VAN LIEMT, Human Trafficking in Europe: an Economic Perspective, Geneva, International Labour Organisation, 2004, C. RIJKEN en E. DE VOLDER, The European Union s struggle to realize a human rights-based approach to trafficking in human beings, Connecticut Journal of International Law, 2009, Vol. 25:49,

21 economische impact van de globalisatie, die de mensen aanmoedigen, leiden tot of dwingen tot migratie. De lokale cultuur en tradities dragen bij tot de kwetsbaarheid van de potentiële slachtoffers. Sommige culturen plaatsen hun kinderen in rijkere families om hen een kans te geven op scholing in ruil voor huishoudelijk of ander werk. Deze kinderen worden zo natuurlijk gemakkelijke prooien voor mensenhandelaars. 61 Rampzalige gebeurtenissen kunnen ook verbonden zijn met een stijging van mensenhandel. Zo heeft het einde van de Koude Oorlog gezorgd voor een stijging van regionale conflicten en het verval van grenzen wat dan leidt tot een groei van economische en politieke vluchtelingen. Verder wendden vele rebellengroepen zich tot onwettige activiteiten, waaronder mensenhandel, om hun militaire acties te financieren en soldaten aan te werven. 62 Ook na de Tsunami van 2004 in delen van Zuidoost Azië waren veel kinderen vermist en werd de aandacht voor kinderhandel verhoogd. Dit alles wordt dan nog eenvoudiger door de modernisatie van reissystemen, lagere kost van reizen en vrachtvervoer en het gebruik van nieuwe technologieën. 63 Het stijgend volume aan internationaal transport vergemakkelijkt de mensenhandel. Er bestaat een soort van illusie van controle, want niet alle vracht wordt nagekeken. Trucks en busjes overal in de wereld worden zelden onderzocht. Globalisatie heeft snelle, goedkope en anonieme communicatie vergemakkelijkt wat een zegen is voor de activiteiten van de handelaars. 64 Grenscontroles zijn sterk afgenomen de voorbije decennia. Het Schengen Verdrag 65 in Europa bevordert de vrije handel en grensoverschrijdende beweging en vormt dus geen obstakel voor de handelaars en smokkelaars. Door dit verdrag is het nu mogelijk om in 26 Europese landen te reizen zonder het tonen van een paspoort. Eens een handelaar een gedwongen arbeider in een Europese gemeenschap brengt, kan die persoon verschillende markten bereiken zonder enige opsporing. 66 Het Schengen Verdrag is niet vergezeld geweest van een verbeterde grensoverschrijdende samenwerking voor de rechtshandhaving en legale harmonisatie onder de Europese lidstaten. In sommige landen heeft intimidatie door de criminele groepen van rechtshandhavend personeel en rechters de vervolging beperkt. Weinig landen brengen het onderzoek naar mensenhandel voorbij de landsgrenzen. Hierdoor kunnen criminelen hun operaties verdelen over verschillende landen en het 61 S. SCARPA, Trafficking in Human Beings, New York, Oxford University Press, 2008, L. SHELLY, Human Trafficking, A Global Perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, S. SCARPA, Trafficking in Human Beings, New York, Oxford University Press, 2008, L. SHELLY, Human Trafficking, A Global Perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, Verdrag van 19 juni 1990, inzake de implementatie van het akkoord van Schengen van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de staten van de benelux, de federale republiek van Duitsland en de Franse republiek betreffende de geleidelijke ofschaffing van grenscontrole s aan de gemeenschappelijke grenzen, 66 L. SHELLY, Human Trafficking, A Global Perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2010,

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel

Nadere informatie

Mensenhandel/ kinderhandel

Mensenhandel/ kinderhandel Mensenhandel/ kinderhandel INHOUD Definitie mensenhandel Verschil mensenhandel/ kinderhandel Casus Anne Slachtoffers in Nederland Geregistreerde vormen van uitbuiting Belang van signaleren Fragment uit

Nadere informatie

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Rechten van slachtoffers Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Mensenhandel is een schending van de rechten van talloze mensen in Europa en daarbuiten en beïnvloedt hun leven.

Nadere informatie

Migratie, mensenhandel en prostitutie. Prof. Dr. Gert Vermeulen. Vlaamse Wetenschapsweek Gent, 25 oktober 2002

Migratie, mensenhandel en prostitutie. Prof. Dr. Gert Vermeulen. Vlaamse Wetenschapsweek Gent, 25 oktober 2002 Migratie, mensenhandel en prostitutie Prof. Dr. Gert Vermeulen Vlaamse Wetenschapsweek Gent, 25 oktober 2002 1 Programma 13.45: faculteit, universiteit, IRCP 14.00: inleiding onderwerp 14.15: opzet en

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 16 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 EUROPESE HARMONISATIE INZAKE BIJSTAND EN ONDERSTEUNING VAN SLACHTOFFERS VAN ECONOMISCHE MENSENHANDEL Masterproef van de opleiding in

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen stuk ingediend op 1680 (2011-2012) Nr. 1 19 juni 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de dames Marijke Dillen, Gerda Van Steenberge en Linda Vissers en de heren Frank Creyelman, Filip Dewinter,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. bij het. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. bij het. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.3.2009 SEC(2009) 359 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE bij het Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD inzake de voorkoming

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen...

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen... INHOUDSOPGAVE I. Beleid A. Situering van het drugbeleid...1 B. De parlementaire werkgroep Drugs...2 C. De Federale Beleidsnota Drugs...4 D. Invloed van de wetswijziging in 2003...5 E. De richtlijn van

Nadere informatie

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Inhoudstafel Nationaal Strafwetboek (extracten)... 15 Artikelen 6-14 V.T. Wetboek van Strafvordering (extract)... 17 Wetboek van Strafvordering (extracten)... 23 Artikelen 11 en 873 Gerechtelijk Wetboek

Nadere informatie

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ Betreft: Gegevensuitwisseling in het

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43 Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve

Nadere informatie

ING ENVIRONMENTAL APPROACH

ING ENVIRONMENTAL APPROACH ING ENVIRONMENTAL APPROACH Mensenrechten op de werkplek 3 De uitgangspunten 4 Vrijheid van organisatie en het recht op collectieve onderhandeling 5 TABLE OF CONTENTS Dwangarbeid 6 Kinderarbeid 7 Discriminatie

Nadere informatie

ANNOTATIE Cass. 22 januari 2009, Rev.dr.étr. 2009, afl. 1, 4; T.Vreemd. 2009 (samenvatting), afl. 2, 135

ANNOTATIE Cass. 22 januari 2009, Rev.dr.étr. 2009, afl. 1, 4; T.Vreemd. 2009 (samenvatting), afl. 2, 135 Michèle Morel Doctoranda (FWO-mandaathoudster) Universiteit Gent Faculteit Rechten Vakgroep Internationaal Publiekrecht Universiteitstraat 4 9000 België Michele.Morel@Ugent.Be Tel. +32.9.264.84.45 ANNOTATIE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 13/44 (Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) KADERBESLUIT 2004/68/JBZ VAN DE RAAD van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen

Nadere informatie

Klanten van gedwongen prostitutie, strafrechtelijk vervolgen?

Klanten van gedwongen prostitutie, strafrechtelijk vervolgen? Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2009-10 Klanten van gedwongen prostitutie, strafrechtelijk vervolgen? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Stephanie Dekkers 20052469

Nadere informatie

Jaarrapport. Mensenhandel en mensensmokkel. Bedelaars in de handen van mensenhandelaars

Jaarrapport. Mensenhandel en mensensmokkel. Bedelaars in de handen van mensenhandelaars Jaarrapport 2016 Mensenhandel en mensensmokkel Bedelaars in de handen van mensenhandelaars 1 Inhoudstafel Inleiding...5 Deel 1 : MYRIA IN ACTIE...8 1. MYRIA, EEN FEDERAAL MIGRATIECENTRUM DAT PARAAT STAAT...10

Nadere informatie

Beteugeling van de mensenhandel

Beteugeling van de mensenhandel Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 Beteugeling van de mensenhandel Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Nele Velghe Studentennummer: 20052196

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 444 Wet van 6 november 2013 tot implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016

Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016 Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016 Inleiding Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van een terrorist? > NEE, maar praktijk

Nadere informatie

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017 Brainstorm Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017 Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

Belgisch Beleid inzake Mensenhandel

Belgisch Beleid inzake Mensenhandel Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2007-08 Belgisch Beleid inzake Mensenhandel Ingediend door Leen Sleeuwaert (studentennr. 20043598) (major: Burgerlijk Recht en Strafrecht) Promotor:

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

het Belgische mensenhandelbeleid: gewikt en gewogen

het Belgische mensenhandelbeleid: gewikt en gewogen STRIJD TEGEN DE MENSENHANDEL RAPPORT MENSENHANDEL het Belgische mensenhandelbeleid: gewikt en gewogen November 2005 Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding Inhoudstafel 1 Hoe deze

Nadere informatie

Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel. Richtlijn van de Minister van Justitie

Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel. Richtlijn van de Minister van Justitie Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel Richtlijn van de Minister van Justitie Omzendbrief nr. COL 10/2004 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep van 30 april

Nadere informatie

Het Belgisch beleid inzake mensenhandel afgetoetst aan de ontwikkelingen op Europees niveau: een beleidsmatige analyse

Het Belgisch beleid inzake mensenhandel afgetoetst aan de ontwikkelingen op Europees niveau: een beleidsmatige analyse Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-2011 Het Belgisch beleid inzake mensenhandel afgetoetst aan de ontwikkelingen op Europees niveau: een beleidsmatige analyse Masterproef van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad betreffende de beveiliging van de bijeenkomsten

Nadere informatie

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen.

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Bijlage II Juridische analyse Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Dienst Studie en Beleid Directie Beleidsondersteuning

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen Toelichting Deze uitgave bundelt de voornaamste, voor België relevante beleidsdocumenten en nationale en multilaterale regelgeving inzake internationaal en Europees strafrecht. Bijzondere aandacht is gegeven

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

BEDRIJVEN KINDERARBEID AANPAKKEN

BEDRIJVEN KINDERARBEID AANPAKKEN VIETNAMESAMEN MET BEDRIJVEN KINDERARBEID AANPAKKEN Vietnam is het eerste land in Azië dat in 1990 het kinderrechtenverdrag ondertekende. Het Zuid-Aziatische land kan zich inmiddels tot de middeninkomenslanden

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Mensenhandel. Datum gegenereerd: :32:14

Mensenhandel. Datum gegenereerd: :32:14 Mensenhandel De webapp Mensenhandel is ontwikkeld om signalen van mensenhandel snel en treffend te herkennen. De App beschrijft onder andere: wat mensenhandel is, verschillende uitbuitingsvormen, het verschil

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

PPS in de prostitutiesector

PPS in de prostitutiesector PPS in de prostitutiesector Zelfregulering op basis van kwaliteitsnormen ter voorkoming van mensenhandel en van overlast inzake prostitutie? Prof. Dr. Gert Vermeulen 4de PUVC Criminologie: Update in de

Nadere informatie

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt Brussel, 23 Mei 2001 Bijna zes jaar nadat de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (de BFB-overeenkomst) werd opgesteld, werkt het ontbreken van

Nadere informatie

5-4-2016. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016.

5-4-2016. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016 Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be Brainstorm Welke gevolgen hebben gewapende conflicten?

Nadere informatie

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17 IX Onderzoeksopzet 1 Hoofdstuk 1. Achtergrond 3 Hoofdstuk 2. Probleemstelling 7 Afdeling I. Academisch debat 7 Afdeling II. Eigen bijdrage academisch debat 9 Hoofdstuk 3. Onderzoeksvragen en -methodologie

Nadere informatie

Mensenhandel in de sportwereld

Mensenhandel in de sportwereld Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 20012-13 Mensenhandel in de sportwereld Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Karel Rommens (studentennr. 00806519)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 167 final 2018/0079 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

POLITIËLE EN JUSTITIËLE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE. Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid?

POLITIËLE EN JUSTITIËLE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE. Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid? POLITIËLE EN JUSTITIËLE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid? JOHAN MEEUSEN GERT STRAETMANS (eds.) Dit boek kwam tôt stand met

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) PUBLIC 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Multidisciplinaire Groep

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 23 oktober 2003 PE /1-29 AMENDEMENTEN 1-29

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 23 oktober 2003 PE /1-29 AMENDEMENTEN 1-29 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 23 oktober 2003 PE 329.925/1-29 AMENDEMENTEN 1-29 Ontwerpadvies (PE 329.925) Anna Terrón i Cusí

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU?

VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU? VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU? Een van de fundamentele doelstellingen van de Europese Unie is om de burgers een ruimte van vrijheid, veiligheid

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 168 final 2018/0078 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2016 (OR. en) 9337/16 NOTA I/A-PUNT van: aan: de Groep e-recht (e-justitie) EJUSTICE 86 JUSTCIV 130 DROIPEN 97 JAIEX 51 het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

Legalisering of (zelf)regulering van niet-problematische prostitutie

Legalisering of (zelf)regulering van niet-problematische prostitutie Legalisering of (zelf)regulering van niet-problematische prostitutie Onderdeel van een hedendaags strafrechtelijk beleid inzake mensenhandel? Prof. Dr. Gert Vermeulen L 2 - Studiedag: 'Keuzevrijheid? Taboe!

Nadere informatie

Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland

Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2010 De staatsrechtelijke positie van de politieke partijen Materieelrechtelijke aspecten van mensenhandel Schade

Nadere informatie

COMITÉ VAN DE REGIO'S

COMITÉ VAN DE REGIO'S C 141/50 Publicatieblad van de Europese Unie 29.5.2010 III (Voorbereidende handelingen) COMITÉ VAN DE REGIO'S 82E PLENAIRE ZITTING VAN 3 EN 4 DECEMBER 2009 Advies van het Comité van de Regio's Bestrijding

Nadere informatie

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law. Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal

Nadere informatie

Europese en internationale instellingen en organisaties

Europese en internationale instellingen en organisaties Europese en internationale instellingen en organisaties relevant voor criminologie en strafrechtsbedeling Gert Vermeiden Maklu Antwerpen / Apeldoorn Inhoud Woord vooraf 13 1. Benelux 15 A. Ontstaan en

Nadere informatie

Mensenhandelbeleid in België. Status questionis, evaluatie en toekomstopties

Mensenhandelbeleid in België. Status questionis, evaluatie en toekomstopties Mensenhandelbeleid in België Status questionis, evaluatie en toekomstopties Mensenhandelbeleid in België Status questionis, evaluatie en toekomstopties o.l.v. Gert Vermeulen m.m.v. Laurens Van Puyenbroeck

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux

Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux Referentie PCCB/S3/KVT/878741 Datum 16/08/2018

Nadere informatie

14279/10 mak/ngs/rb 1 DG H 2B

14279/10 mak/ngs/rb 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 oktober 2010 (05.10) (OR. en) 14279/10 DROIPEN 106 JAI 787 CODEC 932 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Raad Voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

XXXIIe Postuniversitaire cyclus Willy Delva: Strafrecht & Strafprocesrecht

XXXIIe Postuniversitaire cyclus Willy Delva: Strafrecht & Strafprocesrecht GPV XXXIIe Postuniversitaire cyclus Willy Delva: Strafrecht & Strafprocesrecht België als voortrekker in de internationale strijd tegen mensenhandel en-smokkel Een nadere analyse van de bestaande regelgeving

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00)

AMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie ontwikkelingssamenwerking 6.11.2013 2013/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-10 Corina Creţu (PE519.580v01-00) Seksuele uitbuiting en prostitutie en de gevolgen daarvan voor

Nadere informatie

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.nationaalrapporteur.nl

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

VR DOC.1339/1

VR DOC.1339/1 VR 2016 0912 DOC.1339/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring

Nadere informatie

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 juli 2002 (15.07) (OR. en) 10158/02 LIMITE PUBLIC DROIPEN 41 MIGR 58 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 9576/02

Nadere informatie

De SIOD. Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Seminar CCV Den Haag 30 November 2010

De SIOD. Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Seminar CCV Den Haag 30 November 2010 De SIOD Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst Seminar CCV Den Haag 30 November 2010 Kader Mensenhandel - Mensenhandel = uitbuiting (i.t.t. mensensmokkel) - Wereldwijd leven 27 miljoen mensen in slavernij

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2005 (29.09) (OR. en) 12122/1/05 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0003 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2005 (29.09) (OR. en) 12122/1/05 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0003 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 september 2005 (29.09) (OR. en) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2005/0003 (CNS) 12122/1/05 REV 1 LIMITE CRIMORG 89 NOTA van: het voorzitterschap aan:

Nadere informatie

SARiV Advies 2012/29 SAR WGG Advies. 31 oktober 2012

SARiV Advies 2012/29 SAR WGG Advies. 31 oktober 2012 Briefadvies over de Akkoorden tussen België en Frankrijk en Nederland voor de ontwikkeling van samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand op het gebied van de sociale zekerheid SARiV Advies 2012/29

Nadere informatie

de aanbevelingen in het verslag van de Deskundigengroep mensenhandel van de Europese Commissie aan de EU-lidstaten van 22 december 2004,

de aanbevelingen in het verslag van de Deskundigengroep mensenhandel van de Europese Commissie aan de EU-lidstaten van 22 december 2004, Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 mei 2009 (26.05) (OR. en) PUBLIC 8723/4/09 REV 4 LIMITE CRIMORG 63 MIGR 43 E FOPOL 86 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het COREPER/de Raad Ontwerp-conclusies

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 25.3.2009 COM(2009) 136 definitief 2009/0050 (CNS) C7-0008/09 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) PUBLIC 14504/1/04 REV 1 LIMITE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de Raad - het gemengd comité Nr. vorig doc.

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

A AN B E V E L I N G Nr

A AN B E V E L I N G Nr A AN B E V E L I N G Nr. 25 ---------------------------------------- Aanbeveling aan de paritaire comités betreffende de strafbaarstelling van inbreuken op algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74 eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE PUBLIC Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74 OTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

VR DOC.0098/1

VR DOC.0098/1 VR 2019 0102 DOC.0098/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van decreet houdende instemming

Nadere informatie

De nieuwe reglementering inzake schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoning

De nieuwe reglementering inzake schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoning De nieuwe reglementering inzake schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoning Wetgeving Wet van 2 juni 2013 (B.S. 23/09/2013) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.09.2005 COM(2005) 426 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van Verdrag nr.

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 4 april 2002 PE 305.487/1-19 AMENDEMENTEN 1-19 Ontwerpadvies (PE 305.487) Emilia Franziska Müller inzake het Witboek van de

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0314/1. Amendement. Auke Zijlstra, Nicolas Bay, Harald Vilimsky, Giancarlo Scottà namens de ENF-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0314/1. Amendement. Auke Zijlstra, Nicolas Bay, Harald Vilimsky, Giancarlo Scottà namens de ENF-Fractie 3.7.2018 B8-0314/1 1 Overweging C C. overwegende dat het Parlement in zijn resolutie van 18 april 2018 over de voortgang met de mondiale pacten van de VN inzake veilige, ordelijke en reguliere migratie

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2013 COM(2013) 152 final 2013/0085 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd om in het belang van de Europese Unie het verdrag

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.03.2004 COM(2004)190 definitief 2004/0064 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) 6731/15 SOC 149 EMPL 76 MIGR 12 JAI 148 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT

Nadere informatie

Slachtofferbekommernis in mensenhandelcontext: reëel of instrumenteel?

Slachtofferbekommernis in mensenhandelcontext: reëel of instrumenteel? Slachtofferbekommernis in mensenhandelcontext: reëel of instrumenteel? Prof. Dr. Gert Vermeulen Update in de criminologie III Het slachtoffer van criminaliteit Gent, 20 april 2006 1 Structuur recent mensenhandelonderzoek/-advies

Nadere informatie

VR DOC.0432/1

VR DOC.0432/1 VR 2018 0405 DOC.0432/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring

Nadere informatie