SCENARIOBESCHRIJVINGEN;

Transcriptie

1 SCENARIOBESCHRIJVINGEN; Scenario 18. Storm en regen Werkversie voor het scoren door de zorgaanbieders/instellingen 8 mei 2017

2 Notatiewijze tijden Afkortingen: T Tijdstip of Tijdsduur min minuten u uur/uren Dg dag Wk week Mnd maand Notatie: T: 0 min/u T 0 oftewel meteen bij de start van het incident; T: 0 x min Binnen een periode van T 0 t/m x minuten (uren, dagen, weken, maanden) daarna; T: x min + Vanaf x minuten (uren, dagen, weken, maanden) na het incident en daarna; Gedurende de dag (week, maand) van het incident zelf; T: Dg -1 Eén dag (week, maand) voor het incident; T: Dg +1 Eén dag (week, maand) na het incident ; Verdeelsleutel letselslachtoffers Bij diverse scenario s moeten letselslachtoffers over de individuele zorgaanbieders/instellingen worden verdeeld. Hiervoor is een verdeelsleutel opgesteld: Ambulancedienst, MKA en GGD: Het incident vindt plaats in uw regio. U bent primair aan zet voor de uitvoering en organisatie; Huisartsenpost: Het incident vindt plaats bij u in de buurt, 70% van de t3 s komt naar uw HAP; Ziekenhuis: Het incident vindt plaats bij u in de buurt, maar u bent geen aanloopziekenhuis. Het onderstaand percentage van het totaal aantal letselslachtoffers (zie tabel) komt bij u op de SEH. Dit percentage is in het tekstblok Operationele bijzonderheden zo nodig vertaald naar concrete aantallen voor uw organisatie. Naam % letselslachtoffers/patiënten Albert Schweitzer 7,5 Erasmus Medisch Centrum 20 Maasstad 20 Havenziekenhuis 2,5 Ikazia 7,5 IJsselland 5 Franciscus, locatie Vlietland 5 Franciscus, locatie Gasthuis 10 Beatrix 5 Van Weel Bethesda 7,5 Admiraal de Ruyter 5 Zorgsaam 5 TOTAAL %

3 Regiobeeld en waarschijnlijkheid Scenariokeuze 18. Storm en regen Een storm is relevant voor alle zorgsectoren, waaronder ook de verpleging en verzorging; Stormen zijn goed voorspelbaar, windhozen en valwinden niet. Een valwind en windhoos kunnen plaatselijk in korte tijd leiden tot schade en letsel in een gebied van vele honderden meters breed en kilometers lengte. Valwinden en windhozen zijn vooral van belang voor hulpvoertuigen. Hier wordt uitgegaan van een storm; Een storm (9 Beaufort) is gedefinieerd als een uurgemiddelde windsnelheid van km/uur (21 m/s); een zware storm (10 Bft) als km/uur; een zeer zware storm (11 Bft) als km/uur); en een orkaan (12 Bft) als >117 km/uur. Vanaf een windkracht van 9 Bft is het nauwelijks nog mogelijk om zich buiten 'staande te houden'. Vanaf windkracht 10 vliegt de traumaheli niet meer en is hulpverleningsverkeer niet meer goed mogelijk; De impact van een storm wordt in belangrijke mate bepaald door het moment van de dag en het seizoen: o Het hoogtepunt van een storm duurt over het algemeen maximaal een dagdeel. Een stormpiek 's nachts veroorzaakt veel minder verkeersproblemen dan overdag. Hier wordt uitgegaan van een stormpiek tijdens de avondspits; o Stormen zijn enigszins seizoengebonden. De kans op stormen van 10 Beaufort of zwaarder is het grootst in het winterhalfjaar. In het zomerhalfjaar kunnen echter wel zware tot zeer zware windstoten voorkomen, met name tijdens onweersbuien. Stormen in het zomerhalfjaar kunnen vooral veel schade aan beplanting (vol in het blad) en campings aanrichten. Hier wordt uitgegaan van een zomerstorm in de vakantieperiode; Storm is het gevolg van een depressie die vaak ook gepaard gaat met onweer en langdurige zware regenval. Het rioleringsstelsel is veelal gebaseerd op de verwerking van maximaal 20 mm/uur en kan al in het eerste uur overlopen, vooral bij clusterbuien. Straten en tunnels kunnen onder water lopen en bij aanhoudende regenval (voor, tijdens en/of na de storm kan het water in laaggelegen gebieden ook gebouwen binnendringen. Hier wordt vooral ingegaan op waterschade in zorginstellingen en aquaplaning van hulpvoertuigen. Een storm is regio-overstijgend en raakt veelal het hele land, zij het niet overal even hard. Ook zijn er binnenregionale verschillen in kwetsbaarheid voor stormschade, zoals van oudbouw, voor omvallende bomen, op bruggen en waterkeringen. In het zorgrisicoprofiel ZWN is gekozen voor een waarschijnlijk scenario (score D: 1-10% p.j.) met ernstige totaalimpact (score C). De impacts bestaan met name uit doden en gewonden, gebruiksbeperkingen van het grondgebied en verstoring van het dagelijks leven gedurende enkele dagen. Hier is gekozen voor een iets lichter scenario met hogere kans van optreden; Langs de kust is er gemiddeld ieder jaar wel een storm. Over het algemeen leveren alleen zware en zeer zware stormen hinder, schade of letsel op. De kans op een orkaan is zeer klein, omdat de daarvoor benodigde (atmosferische) condities zich niet voordoen in Nederland. De laatste orkaan in Nederland was op 26 en 28 december Nadien hebben zich tot en met 2016 wel 8 zware en 2 zeer zware stormen voorgedaan. De atmosferische condities die aanleiding geven tot storm blijven vaak een aantal dagen intact, waardoor kort na elkaar zware stormen kunnen voorkomen. Hier wordt uitgegaan van een zeer zware storm (Bft 11). De waarschijnlijkheid daarvan wordt op grond van de statistiek geschat op eens in de 2 10jr; 66

4 Respons Impacts Incident T: Dg -1 Een storm kan 1-2d tevoren worden voorspeld. Is er een kans op windstoten van meer dan 75 km per uur dan geeft het KNMI een code geel uit. Boven 100 km per uur (in een gebied van >50 x 50 km) wordt het code oranje. Code rood wordt uitgegeven als er een kans bestaat dat extreem weer een grote impact heeft op de samenleving. Hier wordt uitgegaan van een code rood die 6 9u tevoren wordt uitgegeven. Tijdens de storm ligt het hele land stil. Reizigers stranden en wachten tot de storm voorbij is. Mensen die thuis zijn, blijven thuis. Transport over weg, water en spoor is een deel van de dag niet mogelijk. Personeel kan het werk niet bereiken. Scholen zijn gesloten. Hulpverlening en handhaving van de openbare orde worden ernstig belemmerd. Dit alles duurt echter niet lang, hooguit een dagdeel. De hulpdiensten zijn de rest druk met het weer toegankelijk maken van de wegen en herstellen van het OV duurt; De wateroverlast kan enkele dagen aanhouden Campings kunnen een week of meer onbruikbaar zijn; Follow-up Het herstellen van schade aan gebouwen kan weken of meer duren. Bij de zeer zware storm van 1990 vielen relatief veel slachtoffers (17 doden) en ontstond veel ontwrichting van de samenleving doordat het hoogtepunt van de storm samenviel met de avondspits. De orkaan van 1999 ging gepaard met zware sneeuwval en uitval van de elektriciteit in grote gebieden. Hier wordt uitgegaan van enkele doden en een tiental gewonden in de regio (score C: 4 40) door de combinatie van stormschade, de tijdelijke stop van hulpverleningsverkeer en vakantiegangers op campings; Na de storm kan het enige tijd duren voordat de wegen en spoorwegen weer vrij zijn van omgewaaide bomen. Dit is eerder een kwestie van uren dan van dagen. De bevolking kan wel langere tijd (meerdere dagen) zonder stroom zitten; De storm gaat gepaard met een regenfront, waardoor de straten in laaggelegen gebieden gedurende enkele dagen niet goed begaanbaar zijn en diverse woningen en gebouwen, waaronder van zorgaanbieders/instellingen, met wateroverlast te kampen hebben. T: Dg -1 Er zijn voorbereidingen op de storm nodig, primair per afdeling, maar mogelijk is een CBT ook zinvol: de roosters moeten worden aangepast; afspraken verzet; mogelijk moeten patiënten preventief worden opgenomen; Er zijn afspraken nodig hoe om te gaan met acute hulpvragen gedurende de tijd dat hulpvoertuigen niet naar buiten kunnen; Op het vliegveld, in de haven en in de chemische industrie bestaan procedures over het stil leggen van de lucht- en scheepvaart en het zorg dragen voor de veiligheid op de chemische bedrijventerreinen; Het aantal gewonden blijft beperkt. Naar verwachting is er geen opschaling nodig, tenzij er meerdere slachtoffers op één plek vallen (b.v. bij een instorting). Hulpverlening ter plaatse is echter pas na verloop van tijd mogelijk; De opvang van campinggasten is een gemeentelijke taak, maar er kan wel medische, medicinale en psychosociale ondersteuning bij nodig zijn; Brandweerinzet om water uit gebouwen weg te pompen heeft weinig effect. Hulpverleningsverkeer over de weg kan één of enkele dagen ontregeld zijn door omgevallen bomen en wateroverlast. Daar is weinig aan te doen; In afgesloten gebieden zonder stroom is er geen hulpvraag mogelijk. Het is de vraag hoe men daar mee omgaat; Campinggasten kunnen gedurende langere tijd opvang behoeven (of druipen af naar huis). 67

5 Operationele bijzonderheden Een storm raast over grote delen van het land tegelijk. Er is geen bijstand te verwachten. Als een zorginstelling stormschade oploopt of wateroverlast krijgt, kan deze gedurende een halve dag of meer op zichzelf zijn aangewezen; Hulpverleningsverkeer over de weg kan gedurende één of enkele dagen onmogelijk zijn in delen van de regio. Mogelijk is de traumaheli als eerste weer inzetbaar, maar er zijn geen bijstandsafspraken tussen ambulance en traumaheli s. Er is weinig tijd beschikbaar om de roosters aan te passen en tegelijk ook de veiligheid van de eigen gezinnen te borgen; Er is weinig voorbereidingstijd beschikbaar om het opname en ontslagbeleid aan te passen aan de situatie. Ketencoördinatie kan helpen om in ieder geval de meest urgente gevallen te regelen. 68