EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 1. feminisme. Esther R. Hakkeling (736442) Tilburg University. Begeleider Maartje Meijs. Woordenaantal: 6524

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 1. feminisme. Esther R. Hakkeling (736442) Tilburg University. Begeleider Maartje Meijs. Woordenaantal: 6524"

Transcriptie

1 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 1 Maar ik noem mezelf geen feminist : Redenen om weerstand te bieden aan het label van feminisme. Esther R. Hakkeling (736442) Tilburg University Begeleider Maartje Meijs 2014 Woordenaantal: 6524

2 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 2 Abstract Waarom noemen vrouwen zichzelf geen feminist? Er zijn drie studies gedaan. Een exploratieve studie met open vragen waarin 16 participanten hun mening gaven over feminisme, en een studie waar 245 participanten aangaven in hoeverre redenen op hen van toepassing waren, gaven aan dat dit voornamelijk was vanwege negatieve stereotypes en het niet in hokjes gestopt willen worden. Angst voor sociale afwijzing speelde bijna geen rol. In een derde studie werden 108 participanten verdeeld over een feminist en een non-feminist conditie, waar ze een vrouw moesten beoordelen. In de eerste conditie noemde de vrouw zich een feminist, in de tweede niet. Hieruit kwam dat er weinig verschil is in de beoordeling van een vrouw wanneer ze zichzelf wel of niet feminist noemt. De conclusie luidt dat stereotypes zelden toegepast worden in de beoordeling van feministen, en angst voor sociale afwijzing geen reden is voor vrouwen om zichzelf geen feminist te noemen.

3 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 3 Maar ik noem mezelf geen feminist : Redenen om weerstand te bieden aan het label van feminisme. In oktober 2013 schreef Paulien Derwort in NRC dat overdreven emancipatie het nieuwe taboe is (Derwort, 2013). Eén van de reacties hierop is van Willem Bosch, die zichzelf trots feminist noemt. Volgens hem wordt het feminisme al jaren weggezet als een hysterische non-discussie, en als er een nieuw taboe zou zijn, dat het benadrukken van gelijkwaardigheid is. (Bosch, 2013) Dit geeft wel aan dat de mening over feminisme anders is dan vroeger, en dat het niet door iedereen hetzelfde gezien wordt. Echter, seksisme is nog altijd een veel voorkomende ervaring voor vrouwen (Hall & Rodriguez, 2003). Of het nu gaat om denigrerende grapjes over vrouwen die in de keuken thuishoren, of om met gebrek aan respect behandeld te worden tijdens werk, vrouwen worden constant geconfronteerd met discriminatie van hun geslacht (Verloo, 2007). Steun voor gelijke behandeling van man en vrouw is er genoeg, maar weinig vrouwen identificeren zichzelf als feminist. Niet alle vrouwen die de feministische ideologie steunen noemen zichzelf feminist (Hall & Rodriguez, 2003). Dit lijkt tegenstrijdig, dus is het belangrijk om te bestuderen waarom vrouwen zichzelf geen feminist willen noemen zodat de reden voor deze paradox gevonden kan worden. Er is onderzoek gedaan naar redenen wanneer vrouwen geneigd zijn zichzelf als feminist te labellen (Liss & Erchull, 2010), maar er is weinig onderzoek naar waarom vrouwen zich geen feminist willen noemen. Daarom zullen mijn studies zich richten op het achterhalen van de redenen waarom vrouwen zichzelf geen feminist noemen. Het label van feminisme Het zou mogelijk zijn dat feministen zich sterker bewust zijn van de discriminatie tegen de groep waar ze deel van uitmaken dan non-feministen. Ook is het mogelijk dat ze situaties sneller zullen interpreteren als discriminerend dan non-feministen zouden doen. Een

4 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 4 vereiste om ergens iets aan te doen, is om de situatie eerst als fout te erkennen. Feministen zullen hun positie dan dus sneller als bedreigd zien, en dat maakt het makkelijker voor ze te besluiten om voor hun rechten op te komen. Zichzelf identificeren met het feminisme zou voor vrouwen een mogelijkheid zijn om iets aan de ongelijkheid te doen. Deze beredenering wordt ondersteund door de social identity theory en de psychological reactance theory. De social identity theory (Tajfel, 1974) betoogt dat iemands zelfconcept zowel een persoonlijke als een sociale identiteit bevat. De term social identity verwijst naar het bewustzijn van individuen van dat ze lid zijn van een bepaalde sociale groep en de emotionele waarde en significantie die ze aan de groep gehecht hebben. De social identity theory beweert dat als er een grotere identificatie met de groep is, een persoonlijke eigenschap niet geïnterpreteerd wordt als die van het individu, maar als eigenschap van de groep. Eigenschappen die deel zijn van enkele leden van een groep, kunnen dus al snel aan de hele groep toebedeeld worden. Dit kan mensen die deze eigenschap niet hebben of die zich ongemakkelijk voelen met deze eigenschap ervan weerhouden om zich te identificeren als lid van de groep. Gurin en Townsend (1986) ontdekten dat identificatie met een groep de kans dat ongelijkheden tussen groepen gevonden zullen worden vergroot. Dus vrouwen die zich sterk identificeren met hun groep vrouwen, zullen eerder de discriminatie tegen hun groep zien. Het zien van deze discriminatie is een van de vereisten om feminist te zijn (Hooks, 2000). Feministen zijn zich dus sterker bewust van de discriminatie tegen hun groep. Dit zou hun overtuiging en identificatie met de groep kunnen versterken. De psychological reactance theory kan dit uitleggen. De psychological reactance theory (Brehm, 1966) bestaat uit vier essentiële elementen: vrijheid, de bedreiging van vrijheid, reactance (schijnweerstand) en het herstel van vrijheid. Het begrip van vrijheid dat hier gebruikt wordt gaat om concreet gedrag, niet om abstracte ideeën. Bijvoorbeeld, als iemand verteld wordt dat hij iets niet mag doen, is

5 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 5 de kans groot dat reactance optreedt en hij dit juist wil gaan doen. De grootste bedreiging van de vrijheid is sociale beïnvloeding. Psychological reactance is the motivational state that is hypothesized to occur when a freedom is eliminated or threatened with elimination (Brehm & Brehm, 1981, p.37) en het individu gemotiveerd is de vrijheid terug te winnen. Dus als een feminist door het besef van discriminatie gelooft dat zijn of haar vrijheid in gevaar is, zal psychological reactance optreden. Redenen tegen label feminisme Er zijn dus redenen voor vrouwen om zichzelf feminist te noemen, naast de reden dat ze het eens zijn met de overtuigingen van het feminisme. Echter, veel onderzoeken tonen dat vrouwen zich niet zo makkelijk met het feminisme identificeren. Steeds minder vrouwen noemen zichzelf feminist, ondanks dat ze het eens zijn met de feministische waarden (Hall & Rodriguez, 2003). Ook Alexander en Ryan (1997) vonden dat slechts 1 van de 36 geïnterviewde studenten zichzelf als feminist identificeerde. 64% van hun participanten was niet bereid het label feminist volledig te accepteren, maar was het wel eens met de doelen van het feminisme. Redenen die ze noemden waren onder andere dat ze niet radicaal feminist waren, dat ze zich geen feminist noemden omdat er mannen in de buurt waren en omdat ze niet gegroepeerd wilden worden met andere feministen. Dit zijn slechts zeer algemene redenen. Alexander en Ryan hebben de minder vaak voorkomende redenen niet genoemd. Mogelijk zijn er dus vele andere redenen voor vrouwen om het label van feminist niet te accepteren. Specifiekere redenen zijn te halen uit andere onderzoeken. In recentere jaren hebben onderzoekers gevonden dat veel vrouwen, voornamelijk jongere individuen, geloven dat gelijkheid tussen man en vrouw al behaald is en dat daarom de feministische beweging overbodig is (Peltola et al., 2004). Bovendien blijkt dat zowel mannen als vrouwen de term

6 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 6 feminist als belediging zouden interpreteren (Huddy et al., 2000). Vrouwen met een negatieve interpretatie van het feminisme zullen zich minder snel als feminist labellen (Williams & Wittig, 1997). Ook lijkt de studie van Williams en Wittig te suggereren dat er weerstand geboden wordt aan het labellen in het algemeen, dus niet alleen feminisme, vanwege de sociale nadruk op individualisme. Ze willen liever onafhankelijk zijn en zouden niet in hokjes gestopt willen worden. Er is een onderscheid gemaakt tussen privé en publiekelijke weerstand, die beide verschillende redenen geven om weerstand te bieden aan een label. Privé weerstand zou gaan over vermijding van labels, en publiekelijke weerstand over angst voor ostracisme. Het sociale stigma dat verbonden zou zijn aan het label zou hiervoor zorgen (Williams & Wittig, 1997). Sommige vrouwen hebben moeite om hun vrouwelijke leefstijl, zoals het kopen van mooie kleding en het dragen van make-up, te combineren met het feminisme. Om zichzelf toch feminist te kunnen noemen moesten de participanten accepteren dat ze niet de perfecte feminist zouden kunnen zijn (Riley & Scharff, 2012). Stereotypes over feministen Veel van de genoemde redenen waarom vrouwen zich geen feminist willen noemen hebben direct of indirect met stereotypes te maken. Het is dus belangrijk te weten welke stereotypes toegepast worden op het feminisme. Twenge en Zucker (1999) hebben onderzoek gedaan naar stereotypes over feministen. De negatieve stereotypes die ze vonden waren onder andere mannenhater, koppig, agressief en egoïstisch. De positieve stereotypes waren onder andere intelligent, goed geïnformeerd en productief. Neutrale stereotypes waren assertief, carrièregeoriënteerd, actief en uitgesproken. Ook vonden ze dat in vergelijking met vrouwen in het algemeen, feministen negatiever beoordeeld werden en dat de meerderheid van de participanten zich niet identificeerde met feministen. Sommige van de gevonden stereotypes hebben te maken met competentie, zoals carrièregeoriënteerd, intelligent, productief en goed geïnformeerd, en sommigen hebben te maken met gebrek aan warmte, zoals egoïstisch, kwaad

7 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 7 en koppig. Dit doet denken aan het stereotype content model van Fiske et al. (2002). Dit model veronderstelt dat stereotypes twee dimensies bevatten: warmte en competentie. De theorie zegt dat alle sociale groepen een hoog of laag niveau van warmte en competentie hebben. Volgens de theorie zijn stereotypes vaak hoog in warmte en laag in competentie of juist laag in warmte en hoog in competentie. De combinatie van de niveaus van de dimensies zal de beoordeling van de sociale groep beïnvloeden. Een voorbeeld is de groep bejaarden. Bejaarden scoren laag op competentie en hoog op warmte. Ze hebben daardoor een lage status. Niet bekend is hoe de sociale groep feministen in Nederland waargenomen wordt op deze twee dimensies. Hier ga ik naar kijken in de derde studie. Het eerste onderzoek dat ik zal doen bestaat uit exploratieve interviews over de mening van vrouwen over het feminisme en waarom ze zichzelf mogelijk geen feminist noemen, de tweede studie is een exploratieve vragenlijst naar redenen om jezelf geen feminist te noemen en de derde studie is een vragenlijst over de beoordeling van een feminist. Dit zal een duidelijker en recenter beeld vormen van waarom vrouwen, ondanks dat ze het mogelijk wel eens zijn met de feministische ideologie, zich niet aansluiten bij het feminisme, of er niet openlijk voor uit komen. Eerder onderzoek heeft hier wel globaal naar gekeken, maar heeft recentelijk geen duidelijke lijst van redenen kunnen produceren. Aangezien het feminisme en de algemene mening erover de afgelopen decennia veranderd zijn, is dit onderzoek weinig relevant meer. Ander onderzoek gaat juist over de vraag waarom vrouwen het label wel accepteren (Roy et al., 2007; Peltola et al., 2004), of wat ze voor problemen tegenkomen door het label van feminist te hebben (Riley & Scharff, 2012). Dit onderzoek zal dus een nieuwe visie kunnen werpen op een eerder onderzocht onderwerp. Daarnaast zijn bijna alle eerdere studies over dit onderwerp gedaan in de Verenigde Staten. Mogelijk zijn er andere resultaten in Nederland. Studie 1

8 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 8 De eerste studie is een exploratieve studie, met als doel een beter beeld te geven van hoe het feminisme gezien wordt, wat huidige stereotypes over feministen en zijn en wat vrouwen mogelijk als reden kunnen hebben om zichzelf geen feminist te noemen. Methode Participanten & design. Aan dit onderzoek hebben 16 participanten deelgenomen. De participanten waren allen vrouwen, verzameld uit de persoonlijke kringen van de onderzoeker. De participanten hadden zelf geen baat bij deelname aan de studie en ontvingen geen vergoeding. Deelname was vrijwillig en hen was bekend dat de gegevens anoniem verwerkt zouden worden. Procedure. De participanten zijn benaderd via en via persoonlijk contact. Hen is gevraagd antwoord op vijf open vragen te geven en daarbij zo volledig mogelijk te zijn. De vragenlijst is ofwel persoonlijk afgenomen of via of chatgesprekken. Het was mogelijk voor de onderzoeker om, indien nodig, verdere uitleg te vragen aan de participant en de participant kon op haar beurt om opheldering vragen. Er was geen tijdslimiet voor het geven van antwoorden. De vragenlijst bestond uit vijf vragen. Deze waren als volgt: (1) Wat is uw mening over gelijkheid tussen man en vrouw? (2) Wat verstaat u onder feminisme? (3) Hoe ziet u een typisch feminist voor u? (4) Noemt u zichzelf een feminist? (5) Zo niet, waarom niet? De laatste vraag was alleen relevant als de participant bij de vierde vraag nee antwoordde. Resultaten en discussie De data zijn geanalyseerd door de antwoorden op de open vragen per vraag te categoriseren en te tellen hoeveel vragen er tot de gevonden antwoordencategorieën behoren.

9 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 9 Een antwoord kan tot meerdere categorieën behoren. Hierna is er gekeken naar patronen in de antwoorden. Mening over gelijkheid. De antwoorden op de eerste twee vragen waren vrij consistent. Bijna alle participanten waren voor gelijkheid tussen man en vrouw. Tien van de zestien participanten benadrukten dit in hun antwoorden. Vier participanten vonden dat gelijkheid al voldoende behaald was in Nederland, en zes waren van mening dat mannen en vrouwen nou eenmaal niet gelijk zijn en dus ook niet geheel gelijk behandeld zouden moeten worden, maar wel dat ze gelijke kansen horen te krijgen. Wat verstaat u onder feminisme. De antwoorden op de tweede vraag gingen vooral over het standpunt van feministen dat mannen en vrouwen gelijk waren. Vier participanten noemden wel dat het te veel om vrouwen ging. Een participant formuleerde dit als alleen die strijd is de laatste jaren een beetje doorgeslagen in de strijd om vrouwen meer rechten te geven dan wie dan ook. In drie gevallen werd geïmpliceerd dat alleen vrouwen feminist konden zijn. Twee participanten zeiden dat ze het feminisme te extreem vonden. Mening over typisch feminist. De meest voorkomende antwoorden op de derde vraag waren dat feministen sterk en zelfstandig waren en dat feministen voor zichzelf en hun rechten opkwamen, beiden werden vijf keer genoemd. Er werden weinig duidelijke stereotypes benoemd. De herkenbare stereotypes uit de literatuur die terugkwamen in de antwoorden waren dat feministen sterke vrouwen waren die onafhankelijk wilden zijn van mannen en vaak zelf vrij mannelijk overkomen. Deze laatste werd vier keer genoemd. Volgens drie participanten zouden feministen graag hun mening willen verkondigen en erg vast zitten in hun denkwijze. De meeste participanten hadden geen negatief beeld bij feministen. Opvallend was dat drie vonden dat er geen typisch feminist bestaat, en dat feministen net als andere vrouwen zijn. Eén participant had de interessante mening dat

10 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 10 feministen tegenwoordig veel minder extreem zijn dan enkele decennia geleden, en een andere participant vond dat er meerdere soorten feminist zijn zoals de extreme en de gematigde feministen. Waarom noemt u zich geen feminist. Op de vierde vraag antwoordden 9 van de 16 participanten dat ze zichzelf geen feminist noemden, dus net iets meer dan de helft. De drie meest aangegeven redenen hiervoor waren dat ze het er niet voor over hadden om voor het feminisme te strijden, ze vonden dat de feministische waarden al bereikt waren in hun omgeving of dat ze het oneens waren met de nadruk die het feminisme volgens hen legt op het vrouwelijk geslacht. De eerste reden lijkt te suggereren dat je alleen een feminist kan zijn als je ervoor strijdt, en dat het eens zijn met de feministische waarden niet genoeg is om een feminist te zijn. De volgende uitspraak van een participant illustreert dit mooi: daarnaast ben ik niet actief bezig met het verwerven van een dergelijke gelijkheid of de emancipatie van de vrouw, wat je van een feminist wel verwacht. Dit is in contrast met iets wat enkele van de participanten die zichzelf wel feminist noemden zeiden. Deze vonden namelijk dat ze wel feminist waren omdat ze het eens waren met het feminisme. Er lijkt dus een duidelijk contrast te zijn tussen vrouwen die vinden dat je alleen feminist kan zijn als je er voor strijdt en vrouwen die het voldoende vinden om het eens te zijn met waar het feminisme voor staat. Dit kan aansluiten bij de tweede reden, dat de feministische waarden al voldoende bereikt zijn. Want als het al bereikt is, is het immers ook niet echt meer nodig om er voor te vechten. De tweede reden komt ook overeen met de bevindingen van Peltola et al. (2004), dat veel jongere vrouwen van mening zijn dat gelijkheid voor de geslachten al is behaald. De derde reden heeft te maken met het negatieve beeld wat deze participanten bij het feminisme hadden, al werd dit niet altijd ook bij de tweede vraag genoemd. Dit lijkt te impliceren dat ze vonden dat het probleem niet bij het feminisme zelf ligt, maar bij hoe feministen het uiten door zich af te zetten tegen mannen. Twee participanten vertelden dat geslacht irrelevant was in hun ogen bij

11 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 11 de bepaling van de waarde van een persoon, en ze niet een grotere kans op bijvoorbeeld een baan wilden alleen maar omdat ze vrouw zijn, maar juist om hun persoonlijke kwaliteiten. Wat opviel dat alle participanten die zichzelf feminist noemden, toch redelijk gematigd leken te zijn in hun mening. Ze stonden namelijk wel voor de feministische waarden, maar gingen hier niet heel ver in, ze voerden geen actie en probeerden anderen niet actief te overtuigen. Sommigen noemden zich nadrukkelijk een gematigd soort feminist. Zoals te verwachten was noemden bijna alle participanten die een negatief beeld van de typische feminist hadden zichzelf geen feminist. De participanten die aangegeven hadden dat ze vonden dat er geen typisch feminist bestond, zagen zichzelf bijna allemaal als feminist. Het lijkt dus dat het gebrek aan (negatieve) stereotypes het makkelijker maakt voor vrouwen om zich te labellen als feminist. Studie 2 Ook de tweede studie is een exploratief onderzoek. De eerste studie heeft duidelijk gemaakt dat er veel verschillende redenen zijn voor vrouwen om zichzelf geen feminist te noemen. De redenen waren echter lastig te categoriseren, en vaak erg algemeen. Het doel van de tweede studie is om hierop verder te gaan en een duidelijker beeld te scheppen van de gedetailleerde redenen. Studie 1 had open vragen, studie 2 heeft dat niet, waardoor de resultaten beter te categoriseren zullen zijn. Ik wil er onder andere achter komen welke redenen het meest voorkomen en of de meningen over deze redenen redelijk gelijk zijn of juist erg van elkaar verschillen. Ook wil ik weten of mensen die zichzelf niet willen labellen wel of niet bang zijn voor sociale afwijzing. De vragen voor dit onderzoek zijn afgeleid van de redenen genoemd in studie 1 en uit de literatuur. In de literatuur is gekeken naar redenen waarom mensen zichzelf geen feminist noemen en redenen waarom mensen zichzelf niet willen labellen. Zestien vragen zijn uit de

12 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 12 literatuur afgeleid (Alexander & Ryan, 1997; Hall & Rodriguez, 2003; Hawkins & Nosek, 2012; Liss & Erchull, 2010; Riley & Scharff, 2012; Roy et al., 2007; Suter & Toller, 2006;Twenge & Zucker, 1999; Williams & Wittig, 1997). Negentien vragen zijn afgeleid uit de antwoorden die participanten in de eerste studie gaven op de vraag waarom ze zichzelf geen feminist noemen. In totaal zijn er 35 mogelijke redenen omgevormd tot vragen in de vorm van stellingen. Deze zijn terug te vinden in Tabel 1. Methode Participanten & design. Tweehonderdvijfenveertig participanten hebben deelgenomen aan het onderzoek, waarvan 154 het onderzoek voltooid hebben. Van deze 152 participanten noemden 112 zichzelf geen feminist. Hiervan waren er 43 man en 69 vrouw. De vrouwen hadden een gemiddelde leeftijd van (SD = 17.76) jaar, waarbij de jongste 18 en de oudste 70 was. Deelname was vrijwillig en geheel anoniem. Procedure. De vragenlijst is afgenomen via het programma Qualtrics. De taal van de vragenlijst was Nederlands. Nadat de participanten welkom geheten werden, werd er gevraagd of zij zichzelf feminist noemden. Degenen die hier ja op antwoordden, werden bedankt en doorgestuurd naar het einde van de vragenlijst, omdat alleen de non-feministen relevant zijn voor de studie. Degenen die nee antwoordden, gingen door naar de 35 stellingen. Hen werd gevraagd aan te geven in hoeverre ze het eens waren met deze stellingen. Antwoorden konden gegeven worden op een Likert-schaal van vijf niveaus. Ook werd er gevraagd naar geslacht en leeftijd, aan het einde van de vragenlijst. Participanten hadden na het voltooien van de vragenlijst de mogelijkheid hun opmerkingen of feedback te geven. In de statistische analyses zijn alleen de vrouwelijke participanten die zichzelf geen feminist noemden gebruikt. De vragen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën. In Tabel 1 zijn deze te zien. De categorie sociale afwijzing (α =.72), waar redenen onder

13 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 13 vallen die te maken hebben met angst om afgewezen te worden door de maatschappij, heeft vier items. Twee voorbeelden zijn ik ben bang dat anderen me niet zullen accepteren als ik mezelf feminist noem en ik noem mezelf geen feminist, omdat de samenleving een negatief beeld heeft bij feminisme. Acht items vallen onder de categorie probleem met overtuiging (α =.67), redenen die te maken hebben met de overtuiging van het feminisme zelf. Twee voorbeelden hiervan zijn ik ben het niet eens met waar het feminisme voor staat en ik heb een hekel aan het feminisme. De derde categorie is probleem met stereotype (α =.84), over de stereotypes die geassocieerd worden met het feminisme. Hieronder vallen waar negen items. Twee voorbeelden hiervan zijn feministen doen te erg hun best om hun gelijk te krijgen en ik vind dat feministen te veel een hekel hebben aan mannen. Dan is er nog de categorie geen label willen (α =.61), waar zes items toe behoren. Voorbeelden hiervan zijn ik wil me niet binden aan een bepaalde overtuiging en het is in mijn natuur om weerstand te bieden aan het in een hokje gestopt worden. Tot slot zijn er acht items die nergens bij horen en de categorie overige vormen. Enkele voorbeelden uit deze categorie zijn ik heb het er niet voor over om voor de feministische waarden te strijden, ik vind het moeilijk om feminisme met mijn leefstijl te combineren en ik denk dat het niet nodig is om nog voor de feministische waarden te vechten, want die zijn al bereikt. Enkele items zijn van negatief tot positief omgevormd, zoals bijvoorbeeld ik vind het stereotype van feminist bij mij passen. Dit is gedaan voor wat meer variatie in de vragenlijst. Deze vragen zijn te herkennen in Tabel 1 aan het woord Reverse aan het eind van de stelling. In de analyse is de data van deze vragen meteen omgekeerd en in de data duidt een hogere score er op dat dit een sterkere reden is voor mensen om zichzelf geen feminist te noemen. Resultaten & discussie

14 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 14 Van alle items zijn het gemiddelde en de standaarddeviatie berekend. Deze zijn terug te vinden in Tabel 1. Belangrijke redenen. De twee belangrijkste redenen om zich geen feminist te noemen zijn ik heb een groepering als het feminisme niet nodig om voor mezelf op te komen met een gemiddelde van 4.28 en een standaarddeviatie van 0.89 en ik vind het stereotype van een feminist niet bij me passen met een gemiddelde van 4.07 en een standaarddeviatie van Beide zijn omgekeerde items. Bij beide redenen is het gemiddelde hoog maar ook de standaarddeviatie laag, dus er is weinig variatie in de mening van de participanten. Het zijn dus sterke, stabiele redenen voor vrouwen om zichzelf geen feminist te noemen. Bij de eerste reden is het gemiddelde mogelijk zo hoog omdat weinig mensen toe zouden geven dat ze een groepering nodig hebben om voor zichzelf op te komen. Minst belangrijke redenen. De twee minst belangrijke redenen zijn ik noem me geen feminist omdat ik bang ben anderen te beledigen met mijn overtuigingen met een gemiddelde van 1.62 en een standaarddeviatie van 0.79 en ik ben bang dat anderen me niet zullen accepteren als ik mezelf feminist noem met een gemiddelde van 1.81 en een standaarddeviatie van Ook hier hebben beide redenen een lage standaarddeviatie en lopen de meningen van de participanten dus weinig uiteen. Beide items vallen onder de categorie sociale afwijzing. Alle vier de items in de categorie sociale afwijzing hebben lage gemiddeldes en standaarddeviaties. Onder de participanten speelt de angst voor sociale afwijzing dus geen grote rol bij de beslissing zichzelf geen feminist te noemen. Overige waarnemingen. De scores in de categorie probleem met stereotype zijn bijna allemaal redelijk hoog. Hieruit valt af te leiden dat wanneer vrouwen een negatieve associatie hebben met feminisme, ze zichzelf minder snel als feminist zullen labellen. Dit komt overeen met de studies van Williams and Wittig (1997) en Roy et al. (2007), die zeggen dat wanneer

15 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 15 vrouwen een positief beeld van feministen hebben, ze meer geneigd zijn zichzelf als feminist te labellen. Opvallend is dat de reden ik denk dat het niet nodig is om nog voor de feministische waarden te vechten, want die zijn al bereikt geen hoog gemiddelde heeft (2.94), terwijl deze tijdens studie 1 juist naar voren kwam als één van de meest voorkomende redenen jezelf geen feminist te noemen. De standaarddeviatie (1.04) is wel wat hoger dan bij de meeste redenen, dus de antwoorden lopen wat meer uiteen. Mogelijk vinden sommige vrouwen dat de doelen van het feminisme al bereikt zijn, en anderen van niet. Sociale afwijzing en labellen. Verder is er nog onderzocht of er verschillen zijn tussen mensen met een hoge angst voor sociale afwijzing en mensen met een lage angst voor sociale afwijzing op het niet gelabeld willen worden. Eerst zijn er twee nieuwe variabelen gemaakt, namelijk sociale afwijzing (totaal van alle vragen van categorie sociale afwijzing) en labelling (totaal van alle vragen van categorie geen label willen). Deze variabelen zijn gemaakt door de gemiddelden van alle items uit de categorieën bij elkaar op te tellen tot één score op de nieuwe variabele. De score op de nieuwe variabele van sociale afwijzing kan lopen van 4 tot 20 omdat deze categorie vier items heeft. De score op de nieuwe variabele van labelling kan lopen van 6 tot 30 omdat deze categorie zes items heeft. Hierna is sociale afwijzing onderverdeeld in twee groepen; de eerste groep bestaat uit 62 participanten met een lage score en de tweede groep bestaat uit 7 participanten met een hoge score. Om te bepalen welke scores als hoog en welke als laag gezien worden is de grens gesteld op de helft van de hoogst mogelijke score, namelijk 15. Een T-test is gedaan om hoge angst voor sociale afwijzing en lage angst voor sociale afwijzing te vergelijken op de variabele niet gelabeld willen worden. Er was geen significant verschil tussen mensen met weinig angst voor sociale afwijzing (M = 21.94, SD =3.14) en mensen met veel angst voor sociale afwijzing (M = 19.43, SD = 4.61); t(67) = 1.91, p =.06. Deze resultaten suggereren dat of een persoon wel of niet

16 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 16 bang is afgewezen te worden op sociaal gebied niet uitmaakt voor het niet willen hebben van een label. Studie 3 De uikomst dat angst voor sociale afwijzing niet een belangrijke reden is voor vrouwen om zichzelf geen feminist te noemen, roept vragen op. Ik ben benieuwd of er dan ook weinig sociale consequenties zijn als iemand zichzelf feminist zou noemen. De derde studie zal onderzoeken of de mening van mensen over een vrouw verschilt als zij zichzelf wel of niet feminist noemt. Verwacht wordt dat er geen tot weinig verschil zal zijn in de mening van mensen over vrouwen die zichzelf wel feminist noemen en over vrouwen die dat niet doen. Met de resultaten van de derde studie kunnen mogelijk de resultaten van de tweede studie deels verklaard worden. Ook ga ik kijken hoe de dimensies van het stereotype content model van toepassing zijn op het feminisme. Deze dimensies zijn de niveaus van warmte en competentie (Fiske et al., 2002). Methode Participanten & design. Aan de derde studie hebben 109 participanten deelgenomen. De groep bestaat uit zowel mannen als vrouwen en de leeftijden zijn niet bekend. Deelname was vrijwillig en de participanten was bekend dat de data anoniem behandeld zou worden. De studie is een between-subject design. Er zijn twee condities, namelijk de feminist conditie en de non-feminist conditie. De participanten zijn willekeurig aan de condities toegewezen. De feminist conditie had 53 participanten en de non-feminist conditie had er 56. Procedure. De participanten zijn benaderd via of aangesproken op straat in centrum Tilburg en op het treinstation van Tilburg. Hen werd een formulier overhandigd met daarop het profiel van een vrouw en enkele stellingen hierover. Dit is terug te vinden in Bijlage A. In elke conditie krijgt de participant een kort profiel van een vrouw te lezen, dat

17 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 17 voornamelijk algemene en weinig opmerkelijke informatie bevat, en enkele feministische eigenschappen zoals carrièregeoriënteerd zijn en het zijn voor gelijke behandeling van man en vrouw. In de feminist conditie stond in het profiel dat de vrouw een feminist was, in de nonfeminist conditie stond dit er niet, maar verder waren er geen verschillen tussen de condities. Het profiel van de feminist conditie is terug te vinden in Bijlage A. Na gevraagd te zijn zich een beeld te vormen van de persoon wiens profiel ze zojuist gelezen hebben, werd de participant gevraagd bij 17 stellingen aan te geven in hoeverre ze van toepassing vonden op de persoon. Na afloop werden de participanten bedankt voor hun deelname. De stellingen werden beoordeeld op een Likert-schaal van vijf niveaus (Zeer mee oneens, mee oneens, neutraal, mee eens, zeer mee eens). De stellingen gingen over eigenschappen van de persoon, en zijn terug te vinden in Bijlage A. De stellingen waren gebaseerd op stereotypes uit de literatuur, namelijk mannenhater, koppig, agressief, carrièregeoriënteerd, egoïstisch, productief, onvrouwelijk en sterk (Hall & Rodriguez, 2003; Roy et al., 2007; Twenge & Zucker, 1999), en op de eigenschappen uit de schalen van warmte en competentie uit het stereotype content model, namelijk aardig, warme persoonlijkheid, eerlijk, competent, vriendelijk, moederlijk (Fiske et al., 2002). De 17 items zijn verdeeld over drie schalen, namelijk warmte, competentie en stereotypes over feminisme. De schaal warmte bestaat uit vier items (α =.67), namelijk deze persoon zal een goede moeder zijn, ik zou vrienden willen zijn met deze persoon, deze persoon is erg aardig en deze persoon heeft een warme persoonlijkheid. De schaal van competentie bestaat ook uit vier items (α =.72), namelijk deze persoon is een goede leider, deze persoon is sterk, deze persoon zal het ver maken en deze persoon is competent. De schaal van stereotypes over feminisme bestaat uit zes items (α =.63), namelijk deze persoon staat niet open voor andere meningen, deze persoon is erg onvrouwelijk, deze persoon heeft een hekel aan

18 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 18 mannen, deze persoon is single, deze persoon is agressief, deze persoon besteedt weinig aandacht aan haar uiterlijk en deze persoon is koppig. Resultaten & discussie Verschillen tussen condities. Independent-sample T-tests zijn gedaan op alle items om de scores in de feminisme en non-feminisme conditie te vergelijken. De resultaten van de T-test, gemiddelden en standaarddeviaties zijn te vinden in Tabel 2. Er was een zeer significant (p <.05) verschil tussen de feminist (M = 3.35, SD = 0.88) en non-feminist (M = 3.66, SD = 0.72) conditie gevonden op één item, namelijk deze persoon is een goede leider; t(106) = -2.04, p =.04. Dit resultaat suggereert dat men een vrouw die zichzelf niet als feminist labelt als een betere leider gezien wordt dan een vrouw die zich wel feminist noemt. Er zijn twee andere items gevonden met een significant verschil (p <.10). Deze persoon is competent verschilt tussen de feminist (M = 3.47, SD = 0.72) en non-feminist (M = 3.73, SD = 0.62) conditie; t(106) = -1.97, p =.05. Dit betekent dat vrouwen die zichzelf niet feminist noemen als meer competent gezien worden dan vrouwen die zichzelf wel feminist noemen. De scores op deze persoon is agressief verschillen tussen de feminist (M = 2.30, SD = 0.87) en non-feminist (M = 2.62, SD = 0.87) conditie; t(106) = -1.89, p =.06. Dit suggereert dat een vrouw die zichzelf feminist noemt als minder agressief gezien wordt dan dezelfde vrouw als ze zich geen feminist noemt. Dit is opvallend, want agressie is een stereotype over feministen (Roy et al., 2007) en dus zou te verwachten zijn dat men een vrouw die zichzelf feminist noemt als agressiever ziet. Twee van de items met significante verschillen tussen condities behoren tot de categorie competentie, namelijk deze persoon is competent en deze persoon is een goede leider. Dit geeft het idee dat er een duidelijk verschil is in de waarneming van mensen wat betreft competentie als een vrouw zichzelf wel feminist noemt en als een vrouw zichzelf geen

19 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 19 feminist noemt. Mogelijk is dit resultaat gevonden omdat de beschrijving van de vrouw in beide condities feministische trekken had, maar dat deze trekken in de non-feminist conditie worden toegeschreven aan een competente persoonlijkheid en in de feminist conditie aan het feit dat ze feminist is. Dit komt overeen met de social identity theory, die zegt dat als een persoon deel van een groep is, diens eigenschappen sneller aan die groep toegeschreven worden (Tajfel, 1974). Feministische stereotypes. Opvallend is dat geen van de andere items in de categorie feministische stereotypes een significant verschil heeft tussen de feminist en de non-feminist conditie. Mogelijk is dit omdat in de beschrijving van de vrouw al meerdere feministische trekken staan, en ze dus al als feminist gezien wordt door de waarnemer. Het label zelf zou dus mogelijk niet heel veel uitmaken. Dit zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor de bevindingen in de tweede studie, namelijk dat angst voor sociale afwijzing geen belangrijke reden voor vrouwen is om zichzelf geen feminist te noemen. Als het wel of niet hebben van het label feminisme weinig uitmaakt voor hoe een vrouw beoordeeld wordt, zou dit geen reden zijn om het label feminist niet aan te nemen. Stereotype content model. Om de waardes van de dimensies warmte en competentie te bepalen, kijken we naar de gemiddelden van de items in de categorie warmte en de categorie competentie in de feminist conditie. Deze zijn weergegeven in Tabel 3. Competentie heeft een gemiddelde van 3.56 en warmte een gemiddelde van 3.35, waarbij de laagst mogelijke score 1 is en de hoogst mogelijke score 5. Met deze scores past het feminisme niet duidelijk in een van de categorieën van het stereotype content model. De scores zijn niet hoog genoeg om er echt iets duidelijks over te kunnen zeggen. Discussie & conclusie

20 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 20 Wat betreft redenen om weerstand te bieden aan het label van feminist, hebben we geleerd dat de angst van sociale afwijzing helemaal niet zo n belangrijke reden is in het Nederland van de eenentwintigste eeuw. Ondanks dat eerdere recente studies wel suggereren dat angst voor stereotypering en afwijzing belangrijke redenen zijn ( Liss & Erchull, 2010; Riley & Scharff, 2012), blijkt dit in onze studies niet het geval te zijn. Mogelijk is dit omdat de eerdere studies in de Verenigde Staten zijn gedaan, en mijn studie in Nederland. De culturele verschillen tussen Europa en de Verenigde Staten in het besef van ongelijkheid tussen de geslachten zouden mogelijk verantwoordelijk zijn voor onze afwijkende resultaten (Davis & Robinson, 1991). Wel was het niet willen hebben van een label in het algemeen, dus niet zozeer het label feminist, een belangrijke reden voor vrouwen om zichzelf niet als feminist te labellen. Andere noemenswaardige redenen zijn dat vrouwen het gewoon niet voldoende eens zijn met de overtuigingen van het feminisme, waardoor ze het stereotype niet bij zich vinden passen. De stereotypes zijn dus wel bekend, maar worden niet echt gebruikt in de beoordeling van feministen, wat ook uit de derde studie blijkt. De resultaten van de eerste twee studies zijn consistent met die van de derde studie, namelijk dat er eigenlijk heel weinig verschil is in hoe vrouwen beoordeeld worden als ze zichzelf wel of niet feminist noemen. Omdat er hier weinig verschil tussen is, zijn Nederlandse vrouwen ook niet bang voor sociale afwijzing, waardoor dit geen belangrijke reden voor hen is om zichzelf geen feminist te noemen. De redenen lijken meer uit het individu te komen dan uit de samenleving. Dit komt overeen met de psychological reactance theory (Brehm, 1966), die zegt dat sociale afwijzing als grote bedreiging gezien wordt voor de vrijheid van een persoon, wat psychological reactance oproept. Bij de afwezigheid van deze angst voor sociale afwijzing, zal er dus ook geen reactance optreden.

21 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 21 Er zijn tekortkomingen aan onze studies. Mogelijk zijn enkele vragen uit de tweede studie verkeerd geformuleerd, waardoor participanten bij voorbaat al geneigd waren ze te ontkennen of bevestigen. De stellingen ik heb een groepering als het feminisme niet nodig om voor mezelf op te komen en het is in mijn natuur om weerstand te bieden aan het in een hokje gestopt worden, scoorden beide erg hoog. Mensen zullen dan ook niet snel van zichzelf toegeven dat ze wel een groepering nodig hebben, en het is waarschijnlijk fijn om jezelf te zien als iemand die niet in hokjes gestopt wordt. Een betere formulering van deze twee items zou meer realistische resultaten opgeleverd hebben. Een andere tekortkoming is dat de tweede studie geen antwoordoptie niet van toepassing had, waarvan veel participanten na afloop lieten weten dat ze hier wel behoefte aan hadden. Ze gaven aan in plaats van n.v.t. maar gekozen te hebben voor neutraal, wat een gemiddelde score op de Likert-schaal gaf. Dit is onjuist, want neutraal zou aangeven dat een stelling een middelmatig sterke reden is om jezelf geen feminist te noemen, terwijl de participant eigenlijk bedoelt dat het helemaal geen reden is voor hem of haar. Ook vonden sommige participanten dat de stellingen in zowel studie twee als drie op meerdere manieren te interpreteren waren, waardoor ze het lastig vonden te bepalen in hoeverre ze het met de stelling eens waren. In vervolgstudies zou een n.v.t-antwoordoptie zeker van belang zijn. De bijdrage van deze studie is niet alleen dat het een recente studie is in Nederland, waar soortgelijk onderzoek nog niet eerder gedaan is. Ik ben op gestandaardiseerde en overzichtelijke manier gaan zoeken naar redenen voor vrouwen om zichzelf feminist te noemen, in plaats van alleen maar open vragen te gebruiken. Door de combinatie van open vragen in studie 1 en gestandaardiseerde vragen in studie 2, hebben we een duidelijk beeld gecreëerd van een zo compleet mogelijke lijst van redenen voor vrouwen om het label van feminist niet te gebruiken.

22 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 22 Een interessant onderwerp voor een volgend onderzoek zou een herhaling van onze derde studie zijn, met toevoeging van leeftijdsgroepen. Het is aannemelijk dat er grote verschillen zitten in de mening over feministen van ouderen en van jongeren. Het feminisme lijkt in de afgelopen jaren minder extreem te zijn geworden, het beeld van kwade, onaantrekkelijke lesbiennes (Rudman & Fairchild, 2007) is aan het verdwijnen. Oudere studies (Alexander & Ryan, 1997; Gurin & Townsend, 1986) tonen dan ook dat stereotypes wat extremer zijn dan jongere studies (Hall & Rodriguez, 2003; Roy et al., 2007). Er is ook gevonden dat er verschil is tussen generaties vrouwen in hun bereidheid het label van feminist te accepteren, niet vanwege persoonlijke aversie van het feminisme maar omdat het feminisme met de tijd veranderd is (Peltola et al., 2004). Leeftijd zou waarschijnlijk een groot verschil maken in hoeverre iemand een feminist beoordeelt. In het huidige Nederland lijkt er geen voedingsbodem meer te zijn voor het klassieke strijdbare feminisme. Het huidige feminisme lijkt minder actief bedreven te worden en de resterende ongelijkheid is het niet meer waard om de strijd voor aan te gaan. Het label feminist veroorzaakt geen sterke stereotypering en een feminist hoeft niet bang te zijn door de maatschappij afgewezen te worden. Vrouwen voelen zich niet meer genoodzaakt zichzelf feminist te noemen om voor hun rechten op te komen, en het label feminist is niet meer zo dominant in de beeldvorming van een persoon. Dit zegt wel iets over de Nederlandse maatschappij, namelijk dat vrouwen door de maatschappelijke steeds meer als gelijkwaardig gezien worden. Feministische overtuigingen kunnen verkondigd worden, zonder dat men daar direct op wordt beoordeeld.

23 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 23 Referenties Alexander, S., & Ryan, M. (1997). Social constructs of feminism: A study of undergraduates at a women s college. College Student Journal, 31, Retrieved from Bosch, W. (2013, October 7). Een beetje kerel kan het hebben: Ich bin ein Feminist. Volkskrant. Retrieved from Brehm, J. W. (1966). A theory of psychological reactance. New York: Academic Press. Retrieved from Brehm, J.W., & Brehm, S. S. (1981). Psychological reactance. New York: Wiley. Retrieved from Davis, N. J., & Robinson, R. V. (1991). Men s and women s consciousness of gender inequality: Austria, West Germany, Great Britain, and the United States. American Sociological Review, 56, doi: / Derwort, P. (2013, October 4). Vrouwen willen echte man, geen knaap met V-hals. NRC. Retrieved from Fiske, S. T., Cuddy, A. J. C., Glick, P., & Xu, J. (2002). A model of (often mixed) stereotype content: Competence and warmth respectively follow from perceived status and competition. Journal of Personality and Social Psychology, 82, doi: /

24 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 24 Gurin, P., & Townsend, A. (1986). Properties of gender identity and their implications for gender consciousness. British Journal of Social Psychology, 25, doi: /j tb00712.x Hall, E. J., & Rodriguez, M. S. (2003). The myth of postfeminism. Gender & Society, 17, doi: / Hawkins, B. C., & Nosek, B. A. (2012). Motivated independence? Implicit party identity predicts political judgments among self-proclaimed independents. Personality and Social Psychology Bulletin, 38, doi: / Hooks, B. (2000). Feminist theory: From margin to center. London: Pluto Press. Retrieved from Huddy, L., Neely, F. K., & LaFay, M. R. (2000). Trends: Support for the women s movement. Public Opinion Quarterly, 64, doi: / Liss, M., & Erchull, M. J. (2010). Everyone feels empowered: understanding feminist selflabeling. Psychology of Women Quarterly, 34, doi: /j x Peltola, P., Milkie, M. A., & Presser, S. (2004). The feminist mystique: Feminist identity in three generations of women. Gender & Society, 18, doi: / Riley, S. C. E., & Scharff, C. (2012). Feminism versus femininity? Exploring feminist dilemmas through cooperative inquiry research. Feminism & Psychology, 23, doi: /

25 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 25 Roy, R. E., Weibust, K. S., & Miller, C. T. (2007). Effects of stereotypes about feminists on feminist self-identification. Psychology of Women Quarterly, 31, doi: /j x Rudman, L. A., & Fairchild, K. (2007). The F word: Is feminism incompatible with beauty and romance? Psychology of Women Quarterly, 31, doi: /j x Suter, E. A., & Toller, P. W. (2006). Gender role and feminism revisited: A follow-up study. Sex Roles, 55, doi: /s Tajfel, H. (1974). Social identity and intergroup behaviour. Social Science Information, 13, doi: / Twenge, J. M., & Zucker, A. N. (1999). What is a feminist? Evaluations and stereotypes in closed- and open-ended responses. Psychology of Women Quarterly, 23, doi: /j tb00383.x Verloo, M. (2007). Multiple meanings of gender equality: A critical frame analysis of gender policies in Europe. Budapest: Central European University Press. Retrieved from Williams, R. & Wittig, M. A. (1997). I m not a feminist, but...: Factors contributing to the discrepancy between pro-feminist orientation and feminist social identity. Sex Roles, 37, doi: /bf

26 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 26 Tabel 1 Gemiddelden en Standaarddeviaties Studie 2 Sociale afwijzing M SD Ik wil niet dat anderen weten dat ik feminist ben Ik ben bang dat anderen me niet zullen accepteren als ik mezelf feminist noem. Ik noem mezelf geen feminist, omdat de samenleving een negatief beeld heeft bij feminisme. Ik noem me geen feminist omdat ik bang ben anderen te beledigen met mijn overtuigingen. Probleem met overtuiging M SD Ik ben het niet eens met waar het feminisme voor staat De overtuigingen van het feminisme zijn te extreem voor mij Mijn overtuigingen komen niet voldoende overeen met het feminisme Ik heb geen mening over het feminisme Ik heb een hekel aan het feminisme Ik denk dat het niet nodig is om nog voor de feministische waarden te vechten, want die zijn al bereikt. Ik vind dat het feminisme zich te veel op het vrouwelijke geslacht concentreert. Ik begrijp het feminisme niet goed genoeg Probleem met stereotype M SD Feministen doen te erg hun best om hun gelijk te krijgen Ik vind het stereotype van een feminist bij me passen. (Reverse) Het beeld dat ik van het feminisme heb vind ik bij mij passen. (Reverse)

27 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 27 Als iemand mij feminist noemt, vat ik dat op als een compliment (Reverse) Ik voel me beledigd als iemand me feminist noemt Ik zie het feminisme als een groepering van vrouwen die niet zelf hun eigen problemen op kunnen lossen. Feministen respecteren de meningen van anderen. (Reverse) Ik vind dat feministen te veel een hekel hebben aan mannen Ik heb een hekel aan feministen Geen label willen M SD Ik denk liever voor mezelf dan dat ik een overtuiging of groepering steun. Ik wil me niet binden aan een bepaalde overtuiging Ik heb een hekel aan groeperingen in het algemeen Ik vind het belangrijker om onafhankelijk te zijn dan bij een groepering te horen. Ik heb een groepering als het feminisme nodig om voor mezelf op te komen. (Reverse) Het is voor mij natuurlijk om weerstand te bieden aan het in een hokje gestopt worden. Overig M SD Ik vind het moeilijk om feminisme met mijn leefstijl te combineren Ik heb het er niet voor over om voor de feministische waarden te strijden. Ik denk dat ik toch niets kan veranderen aan de huidige situatie door mezelf feminist te noemen.

28 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 28 Het feminisme zal me niet helpen in het behalen van gelijke rechten Ik vind het feminisme lastig te combineren met mijn vrouwelijke waarden en eigenschappen. Ik strijd niet voor de feministische waarden omdat ik niet op de voorgrond wil treden. Ik denk dat het niet nodig is om nog voor de feministische waarden te vechten, want die zijn al bereikt. Door mijn geslacht vind ik het moeilijk mezelf een feminist te noemen

29 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 29 Tabel 2 Gemiddeldes voor Experimentele Condities Studie 3 Feminist Nonfeminist t df Warmte Deze persoon zal een goede moeder zijn (0.72) Deze persoon is erg aardig (0.85) Deze persoon heeft een warme persoonlijkheid (0.87) Ik zou vrienden willen zijn met deze persoon (0.95) Competentie Deze persoon is een goede leider (0.88) Deze persoon is sterk (0.73) Deze persoon zal het ver maken (0.86) Deze persoon is competent (0.72) Stereotypes over feminisme 3.35 (0.67) 3.33 (0.61) 3.36 (0.67) 3.04 (0.89) 3.66 (0.72) 3.89 (0.68) 3.77 (0.74) 3.73 (0.62) ** * 106 Deze persoon staat niet open voor andere meningen. (0.92) (0.97)

30 EFFECTEN VAN HET LABEL VAN FEMINISME 30 Deze persoon is erg onvrouwelijk (0.81) Deze persoon heeft een hekel aan mannen (0.88) Deze persoon is single (0.82) Deze persoon is agressief (0.87) 2.07 (0.76) 2.52 (0.83) 3.75 (1.21) 2.62 (0.87) * 106 Deze persoon besteedt weinig aandacht aan haar uiterlijk. (0.80) (0.68) Deze persoon is koppig (1.12) Overig Deze persoon is eerlijk (0.70) Deze persoon is aantrekkelijk (0.86) 3.32 (0.94) 3.88 (0.60) 3.04 (0.54) Note. * = p <.10, ** = p <.05. Standaarddeviatie is aangegeven tussen haakjes onder de gemiddelden.

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014 1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

volledig oneens geen eens volledig oneens mening eens Ik kan het niet verdragen als ik belangrijke zaken de mist in laat gaan.

volledig oneens geen eens volledig oneens mening eens Ik kan het niet verdragen als ik belangrijke zaken de mist in laat gaan. ZELFONDERZOEK Inleiding Met behulp van dit eenvoudige zelfonderzoek kunt u nagaan of, en zo ja, in welke mate uw denken rationeel en irrationeel is. Het zelfonderzoek omvat in totaal 58 uitspraken. Deze

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Toekomst voorspellingen

Toekomst voorspellingen Toekomst voorspellingen Dit zoek is een vragenlijst waarin aan jou gevraagd wordt om over voorspellingen na te denken die mensen maken in verschillende omstandigheden. Deelname duurt ongeveer 1 minuten.

Nadere informatie

Toekomst voorspellingen

Toekomst voorspellingen Toekomst voorspellingen Dit zoek is een vragenlijst waarin aan jou gevraagd wordt om over voorspellingen na te denken die mensen maken in verschillende omstandigheden. Deelname duurt ongeveer 1 minuten.

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen)

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld als gevolg van een gezondheidsprobleem,

Nadere informatie

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA.

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA. Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA. Willem Buffing. Docent/onderzoeker consumentengedrag. W.J.F.M.Buffing@hva.nl Mei 2016. In welke

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Toekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017

Toekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017 Toekomstgericht onderwijs Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017 Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1. Toelichting op de gebruikte instrumenten en begrippen... 4 1.1 Participanten... 4 1.2 Instrumenten...

Nadere informatie

INSTRUMENT ASSESSMENT LOOPBAAN ANKERS

INSTRUMENT ASSESSMENT LOOPBAAN ANKERS INSTRUMENT ASSESSMENT LOOPBAAN ANKERS Wat? Voor wie? Soort tool? Hoe gebruiken? Bron? Dit assessment peilt naar de belangrijkste motivatoren of loopbaanankers van de cliënt Cliënt (hoger profiel) invuldocument

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Zichtbaar reinigen en beleving

Zichtbaar reinigen en beleving Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Ik ben gewoon geen bèta: Hoe kunnen we beperkende zelfbeelden doorbreken?

Ik ben gewoon geen bèta: Hoe kunnen we beperkende zelfbeelden doorbreken? Ik ben gewoon geen bèta: Hoe kunnen we beperkende zelfbeelden doorbreken? Juliette Walma van der Molen Sandra van Aalderen Universiteit Twente/Hogeschool Saxion Even opwarmen Even opwarmen Even opwarmen

Nadere informatie

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur Iedere ouder zal het volgende herkennen: de blauwe en rode potloden uit de kleurdozen van kinderen zijn altijd het eerst op. Geel roept aanvankelijk ook warme gevoelens

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT INZETBAARHEIDS ASSESSMENT Hoe werkt dat? INSTRUCTIE: Vragenlijst: Dit is een vragenlijst die is gemaakt om een beeld te krijgen van je inzetbaarheid. Het is hierom belangrijk dat je de vragenlijst zo eerlijk

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen, Running Head: STEREOTYPE VERWACHTINGEN IN EMOTIEHERKENNING 1 De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Testverslag Project Design for Space Robbert Kooiman en Merlijn de Vries Playability Emiel Kampen 11-12-2014

Testverslag Project Design for Space Robbert Kooiman en Merlijn de Vries Playability Emiel Kampen 11-12-2014 Testverslag Project Design for Space Robbert Kooiman en Merlijn de Vries Playability Emiel Kampen 11-12-2014 Inhoud Testverslag... 3 Doelgroep... 3 Leeftijd... 3 Geslacht... 3 Game Designers... 3 Tijdens

Nadere informatie

University of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen

University of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen University of Groningen Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Onderzoek voor de KNOV

Onderzoek voor de KNOV Onderzoek voor de KNOV Inhoud 1 Samenvatting 3 Onderzoeksverantwoording 6 3 Behandeling en begeleiding tijdens de 10 zwangerschap 4 Beoordeling 17 1 Samenvatting Samenvatting - 1 Behandeling en begeleiding

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/90117

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Techniek? Dat is niks voor mij. Hoe kunnen scholen en bedrijven samen bijdragen aan een betere beeldvorming over en keuze voor bèta en techniek?

Techniek? Dat is niks voor mij. Hoe kunnen scholen en bedrijven samen bijdragen aan een betere beeldvorming over en keuze voor bèta en techniek? Techniek? Dat is niks voor mij. Hoe kunnen scholen en bedrijven samen bijdragen aan een betere beeldvorming over en keuze voor bèta en techniek? Juliette Walma van der Molen Center for Science Education

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Procedure le rechtvaardigheid in intieme relaties: de invloed van sekse en status Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos: Universiteit

Nadere informatie

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief 11-2-2015 1 Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief Facta, 12-02-2015 Saskia Kunnen Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit Groningen 11-2-20152 Programma Studiekeuze als ontwikkelingsproces:

Nadere informatie

Vanjezelfhouden.nl 1

Vanjezelfhouden.nl 1 1 Kan jij van jezelf houden? Dit ontwerp komt eigenlijk altijd weer ter sprake. Ik verbaas mij erover hoeveel mensen er zijn die dit lastig vinden om te implementeren in hun leven. Veel mensen willen graag

Nadere informatie

De psychiatrische cliënt in beeld Terugkeer in de maatschappij Psychiatrisch stigma bekeken vanuit client, familie en samenleving Job van t Veer Wat is het psychiatrisch stigma? Psychiatrisch stigma Kennis

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Rapportage Peiling vrouwen in de media

Rapportage Peiling vrouwen in de media Rapportage Peiling vrouwen in de media Oktober 2016 In opdracht van: WOMEN Inc. Datum: 5 oktober 2016 Projectnummer: 2016334 Auteurs: Els van der Velden & Marvin Brandon Inhoud 1 Achtergrond & opzet 3

Nadere informatie

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden Mei 2011 Nederlandse samenvatting door TIER op 28 juni 2011 Dit overzicht beoordeelt

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief

Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief 25-11-2014 1 Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief VVSL 6 november 2014 Saskia Kunnen Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit Groningen 25-11-2014 2 Programma

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst SIPP persoonlijkheidsvragenlijst Deze vragenlijst bestaat uit een aantal stellingen. Deze stellingen hebben betrekking op de laatste 3 maanden. Door per stelling aan te geven in hoeverre u het hier bent,

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Een Eigen Gezicht. Een onderzoek naar stigmatisering, sociale steun en eenzaamheid bij mensen met een gezichtsafwijking. Door Maaike van Dam

Een Eigen Gezicht. Een onderzoek naar stigmatisering, sociale steun en eenzaamheid bij mensen met een gezichtsafwijking. Door Maaike van Dam Een Eigen Gezicht Een onderzoek naar stigmatisering, sociale steun en eenzaamheid bij mensen met een gezichtsafwijking Door Maaike van Dam Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst Een terugkoppeling ten behoeve van uw professionele ontwikkeling Naam docent: VOORBEELD Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen juli 2016 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl

Nadere informatie

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek in opdracht van Pensioenkijker.nl Projectleider Kennisgroep : Vivianne Collee : Content Unit Financiën Datum : 09-11-010 Copyright:

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting 141 INTRODUCTIE Dit huidige proefschrift beschrijft verschillende aspecten die te maken hebben met seksualiteit en seksueel functioneren van adolescenten. Voorgaand

Nadere informatie

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence

Nadere informatie

VNSU: Inclusiviteit, Diversiteit en Bias. Esther Mollema Direction High Performance Organization (HPO) Center Professional Boards Forum Nederland

VNSU: Inclusiviteit, Diversiteit en Bias. Esther Mollema Direction High Performance Organization (HPO) Center Professional Boards Forum Nederland VNSU: Inclusiviteit, Diversiteit en Bias Esther Mollema Direction High Performance Organization (HPO) Center Professional Boards Forum Nederland Diversiteit & Inclusie Paradox Diverse teams zijn creatiever

Nadere informatie

Test: carrière-ankers

Test: carrière-ankers Test: carrière-ankers Wat is de reden dat je werkt? Wat motiveert je in je werk? Welke elementen moeten je werk bevatten om het je echt naar de zin te maken zodat je met plezier en productief kunt functioneren?

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie

www.tma-methode.nl Talentenanalyse annemieke de Kuijper 21 april 2009

www.tma-methode.nl Talentenanalyse annemieke de Kuijper 21 april 2009 annemieke de Kuijper 21 april 2009 Talentenanalyse ceylonpoort 5-25 2037 AA Haarlem T 023-5463747 I www. E webdiscussie@ Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis van de scores 3 3. Consistentie 3 4.

Nadere informatie

STIGMA IN DE ZORG VOOR KINDEREN MET OBESITAS?

STIGMA IN DE ZORG VOOR KINDEREN MET OBESITAS? STIGMA IN DE ZORG VOOR KINDEREN MET OBESITAS? AAGG, 2 FEBRUARI 2017 HANNEKE NOORDAM PSYCHOLOOG/ ONDERZOEKER CARE FOR OBESITY OUTLINE 1. Introductie 2. Stigmatisering van kinderen met obesitas 3. Aanpak

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Sara Berger 15 april 2013

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Sara Berger 15 april 2013 TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Sara Berger 15 april 2013 Minervum 7444 4817 ZG Breda T 0162 51 59 02 I www.mectraining.nl E info@mectraining.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Betekenis

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent.

Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent. Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent. Laura Schutte MS303B Vloggen lijkt erg makkelijk. Je filmt je dagelijkse leven en je deelt dit op internet, met name op YouTube.

Nadere informatie

Succesangst. Sandra Leefmans prismatis.nl

Succesangst. Sandra Leefmans prismatis.nl Our deepest fear is not that we are inadequate. Our deepest fear is that we are powerful beyond measure. Marianne Williamson Succesangst Sandra Leefmans prismatis.nl sandra@prismatis.nl Ga staan bij ja

Nadere informatie

Conflicten in partnerschap

Conflicten in partnerschap Tegenstrijdige waarden van verloskundigen in vraaggestuurde zorg: Conflicten in partnerschap Lianne Zondag, MSc Docent-onderzoeker, 1 e lijns verloskundige Opening Conflicts of interest (Potentiële) belangenverstrengeling:

Nadere informatie

Proefles Business Assistant - Secretary Management Institute - Dania van Damme

Proefles Business Assistant - Secretary Management Institute - Dania van Damme Positief beïnvloeden van gedrag Inzicht in gedrag en invloed uitoefenen met behulp van de roos van Leary Leary heeft in 1957 een model ontworpen waarmee relaties tussen mensen in kaart kunnen worden gebracht:

Nadere informatie

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback? 2 7 Feedback ontvangen Feedback kun je zien als een cadeau. Je kunt het aannemen, uitpakken en er je voordeel mee doen. Of je neemt het cadeau aan, bedankt de gever en legt het vervolgens in een kast om

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie