Draagvlak voor Kernenergie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Draagvlak voor Kernenergie"

Transcriptie

1 Draagvlak voor Kernenergie Op weg naar een Nederlands Nucleair Partnerschap - Verkort rapport -

2

3 Een onderzoek naar de mogelijkheid voor de Nederlandse nucleaire instellingen om zich maatschappelijk te profileren teneinde het draagvlak voor de toepassing van kernenergie te vergroten. - Verkort rapport - Jochem Kleerebezem Afstudeerscriptie voor de opleiding Toegepaste Communicatiewetenschap, Universiteit Twente, Enschede Datum: 7 oktober 2004 Eerste begeleider: Tweede begeleider: Begeleider KIVI-Ke /Urenco: Dr. J. M. Gutteling Prof. Dr. E.R. Seydel Dr. M. van Wijnkoop 1

4 Summary Nuclear energy has gotten more and more public attention lately. This gives reason to look closer at what it means for the social position of the Dutch nuclear industry when nuclear energy becomes a public issue. The Central Question in this report is: is it possible for the nuclear industry to publicly operate in such a way that it fosters social acceptance for nuclear energy? The approaches available for the industry to profile itself publicly (Main Question 1) are limited. The arguments on nuclear energy (Main Question 2) are decided upon. Changes at convincing the other party are slim. A more effective approach (Main Question 3) would be aimed at fostering acceptance. A straight publicly announced answer directed against critical remarks on nuclear energy (Main Question 4) is not the preferred approach; no social acceptance will be gained. Following a Belgian initiative the possibility of a Dutch Nuclear Partnership is therefore presented. The Central Question can thus be answered, there is a possibility for the nuclear industry to foster social acceptance. A partnership is recommended as it gives an opportunity to discuss the future use of nuclear energy with appropriate stakeholders in an open discussion. In short, gaining social acceptance through partnership. Samenvatting Kernenergie komt steeds vaker weer in de publieke belangstelling te staan. Dit geeft aanleiding na te gaan wat het betekent voor de maatschappelijke positie van de nucleaire instellingen als kernenergie opnieuw een agendapunt wordt. Deze vraag is als thema gekozen in deze rapportage. De Centrale onderzoeksvraag luidt: kunnen nucleaire instellingen zich maatschappelijk profileren teneinde het draagvlak voor toepassing van kernenergie te vergroten? De vraag welke manieren er zijn voor nucleaire instellingen om zich maatschappelijk te profileren (Hoofdvraag 1), levert op dat de mogelijkheden beperkt zijn. De gebruikte argumenten voor en tegen kernenergie (Hoofdvraag 2) zijn uitgekristalliseerd, overreding is onwaarschijnlijk. Een boodschap waarmee de instellingen zich toch effectief kunnen profileren (Hoofdvraag 3) is er een gericht op het verkrijgen van acceptatie. Het effect van een publiekelijk antwoord op kritiek tegen kernenergie (Hoofdvraag 4) zal weinig tot niet bijdragen aan een groter draagvlak voor kernenergie. Een andere benadering wordt zodoende aanbevolen. Naar Belgisch voorbeeld wordt de mogelijkheid van een open discussie in een Nederlands Nucleair Partnerschap besproken. De Centrale onderzoeksvraag kan zo positief beantwoord worden. Een partnerschap is de aanbevolen weg om in gesprek te gaan met actoren uit de omgeving van de nucleaire instellingen. Kortom draagvlak door partnerschap. 2

5 Management Summary Onder invloed van de verplichtingen van het Kyoto-protocol omtrent de reductie van CO 2 - emissies en de toekomstige energievoorziening, lijkt kernenergie internationaal terug in de belangstelling te komen. Voor Nederland blijft de sluiting van de kerncentrale te Borssele een heikel punt. Dit gegeven en andere zich voltrekkende politieke, economische en milieugerelateerde ontwikkelingen geven aanleiding om na te gaan hoe de nucleaire instellingen in de Nederlandse maatschappij staan. Het gekozen thema van dit rapport luidt dan ook: kernenergie op de maatschappelijke agenda: wat betekent dit voor de positie van de Nederlandse nucleaire instellingen? In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw was er relatief brede maatschappelijke ongerustheid over kernenergie. De jaren 90 kenmerkten zich door afnemende aandacht. Op dit moment is een kentering waarneembaar in Nederland en daarbuiten. Het debat tussen directe betrokkenen, zoals de overheid en de nucleaire instellingen zelf, krijgt steeds vaker publiekelijk aandacht. Het is aan te bevelen de kwestie omtrent kernenergie gestructureerd te benaderen. Hiervoor is de benadering van issuemanagement beschreven. Bij issuemanagement draait het niet zozeer om het overtuigen van de andere partij, veel meer is goed issuemanagement gericht op het bevorderen van acceptatie. Hiervoor dient het contact met de verschillende stakeholders te worden geïntensiveerd. Dit vergt een grotere samenwerking tussen de nucleaire instellingen op het vlak van public relations dan nu het geval is. Een tweede aanbeveling betreft de daadwerkelijke benadering van de verschillende stakeholders. Rekening houdende met de negatieve percepties onder stakeholders van de nucleaire instellingen, is het raadzaam om een derde partij als bemiddelaar te laten optreden. Dit is een rol weggelegd voor KIVI-Kerntechniek. De belangrijkste aanbeveling die uit het bovenstaande volgt is dat er gezocht moet worden naar een manier om op neutrale gronden een discussie te stimuleren, tussen enerzijds de nucleaire instellingen en anderzijds de relevante maatschappelijke stakeholders. Teneinde dit te bereiken wordt aanbevolen tot het opzetten van een Nederlands Nucleair Partnerschap, een door KIVI-Kerntechniek gecoördineerde overleggroep. Een geopperd gespreksonderwerp voor een dergelijke overleggroep is: welk nut kernenergie nu en in de toekomst kan dienen. Vanuit deze vraagstelling kunnen specifiekere vragen worden behandeld. Bij gebrek aan politiek debat over kernenergie kan een Nederlands Nucleair Partnerschap de discussie over de toepassing van kernenergie weer op de agenda zetten. Hierbij dient de rol die media kunnen spelen in ogenschouw te worden genomen, net als de middelen die KIVI- Kerntechniek ter beschikking staan. Ook voor KIVI-Kerntechniek zal er gekeken moeten worden met wie er samengewerkt kan worden wil een Nederlands Nucleair Partnerschap slagen. Vier fases worden beschreven op weg naar een dergelijk partnerschap waarbij de politiek-bestuurlijke en de publieksmaatschappelijke dimensies van het debat omtrent kernenergie worden verenigd. De in dit rapport centraal gestelde onderzoeksvraag of nucleaire instellingen zich maatschappelijk kunnen profileren teneinde het draagvlak voor toepassing van kernenergie te vergroten, is hiermee beantwoord. Deelname aan een Nederlands Nucleair Partnerschap is de aangewezen weg. 3

6 Inhoudsopgave Summary... 2 Samenvatting... 2 Management Summary... 3 Inhoudsopgave Inleiding Over dit rapport Een model als raamwerk De onderzoeksvragen Onderzoeksvragen De interviews De nucleaire instellingen Belgische nucleaire instellingen en organisaties De milieu- en andere belangenorganisaties De overheid Conclusies en Aanbevelingen Manieren van maatschappelijke profilering Overzicht bij Hoofdvraag Samengevat Deelconclusie De argumenten voor of tegen kernenergie Overzicht bij Hoofdvraag Samengevat Deelconclusie Een boodschap overbrengen Overzicht bij Hoofdvraag Samengevat Deelconclusie Het effect van een boodschap Overzicht bij Hoofdvraag Samengevat Deelconclusie Draagvlak door profilering Concluderend kader bij de Centrale Onderzoeksvraag Hoofdconclusie Tot slot...26 Verkorte literatuurlijst Zusammenfassung & Résumé

7 1. Inleiding Zo op het oog is kernenergie of de toepassing ervan een onderwerp waaraan beter niet al te veel ruchtbaarheid kan worden gegeven. De reden hiervoor ligt in het verleden. Hoewel niet iedereen de brede maatschappelijke protesten in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw tegen kernenergie bewust heeft meegemaakt, kunnen velen zich de krantenkoppen en de journaals waarschijnlijk nog wel herinneren. Protesteerde men niet tegen de plaatsing van kernwapens en de nucleaire dreiging, dan protesteerde men wel om uiting te geven aan de angst voor ongelukken met kerncentrales. In beide gevallen was de bezorgdheid over wat kernenergie allemaal teweeg zou kunnen brengen groot. Zonder de gehele geschiedenis van kernenergie door te nemen kan gesteld worden dat kernenergie vaak onderwerp van gesprek en van politiek debat is geweest. De technologie heeft in de moderne tijd grote invloed gehad op politieke, sociale en economische processen in de Westerse wereld en daarbuiten. Niet alleen de militaire toepassingsmogelijkheden, zoals kernwapens, maar ook kerncentrales waren reden tot zorg. En die bezorgdheid bleek gerechtvaardigd toen in 1986 in het plaatsje Tsjernobyl, zich een nucleaire ramp voltrok was het jaar dat er in allerijl heel serieus moest worden nagedacht over het voortbestaan van de kernindustrie. Hoe kan men spreken van veilige technologie als er, weliswaar achter het IJzeren Gordijn, een kerncentrale ontploft? De terughoudendheid die zowel de overheden als de industrie kenmerkten kon niet langer worden volgehouden. De wereldwijde publieke opinie was bezorgd over wat er gebeurd was en de politici zagen wel in dat er spijkers met koppen moesten worden geslagen. De kans op een ongeluk mocht dan klein zijn, de gevolgen bleken echter groot. Er moest dus wat gedaan worden om de bevolking weer gerust te stellen. De nadruk op het vergroten van de veiligheid van kerncentrales en andere nucleaire instellingen werd wereldwijd de topprioriteit. De door de politiek geëiste maatregelen werden door de industrie uitgevoerd en dit droeg natuurlijk bij aan het afnemen van de ongerustheid onder burgers. Met de val van de Muur in 1989 kwam er een natuurlijk einde aan een periode van maatschappelijke onrust omtrent de nucleaire dreiging. Mede door toedoen van de economische groei na de Koude Oorlog was er voor de nucleaire instellingen een relatief rustige tijd aangebroken. Gekeken naar de plaats van kernenergie in Nederland door de jaren heen kan gezegd worden dat de jaren 90 van de vorige eeuw rustige tijden voor de nucleaire instellingen waren. Vandaag de dag is het debat omtrent de toepassing van kernenergie wat naar de achtergrond geschoven. De kwestie wordt op dit moment vooral besproken door geïnstitutionaliseerde actoren, te weten de politiek, de industrie en belangenorganisaties. Voor de media en daarmee ook het algemene publiek is kernenergie geen echt aandachtspunt meer. De jaren 90 kenmerkten zich echter niet alleen als rustig voor de verschillende nucleaire instellingen, ze kenmerkten zich ook als een tijd waarin het bewustzijn van de burger groeide. De ontwikkelingen in communicatiemogelijkheden en de media vervullen sleutelrollen bij de beeldvorming over allerlei onderwerpen. De burger, de overheid en de industrie weten dit en iedereen merkt het ook. 5

8 Het welslagen van industriële ondernemingen is voor een steeds belangrijker deel afhankelijk van steun onder zogenaamde stakeholders. Waar het voor politieke partijen wel min of meer duidelijk is wie deze stakeholders zijn, is het voor tal van organisaties niet zo duidelijk. Ontwikkelingen op de gebieden van de psychologie, de sociologie, bestuurskunde en de communicatiewetenschap laten zien dat er steeds meer aandacht is voor de manier waarop een organisatie deel uitmaakt van haar omgeving. Door politieke, maatschappelijke of economische ontwikkelingen, of een combinatie hiervan, kunnen onderwerpen waar eerst geen aandacht voor was plotseling in de belangstelling komen te staan. Dat zulke ontwikkelingen ook voor ondernemingen gevolgen kunnen hebben, is uit het nabije verleden wel duidelijk geworden. Ondernemingen als IKEA (kinderarbeid), Microsoft (misbruik monopolie), Shell (milieuvervuiling) en recentelijk Ahold (boekhoudschandaal) maar ook de verschillende sigarettenfabrikanten zijn alle geconfronteerd met geleidelijke danwel plotselinge maatschappelijke onrust die de bedrijfsactiviteiten sterk hebben beïnvloed. Op dit moment is er in Nederland geen breed gedragen aandacht voor kernenergie of de toepassing ervan. Toch geven de huidige ontwikkelingen op het gebied van de liberalisering van de energiemarkt en de afspraken gemaakt in 1997 in het Kyoto-protocol, het reduceren van de CO 2 uitstoot, aanleiding voor sommige partijen om weer over kernenergie in gesprek te gaan. Hierbij blijft ook de voorgenomen sluiting van Borssele een terugkerend gespreksonderwerp. Ook treedt het onderwerp van de voorzieningszekerheid, de zekerheid van de toekomstige energievoorziening, steeds meer op de voorgrond. Desondanks blijft de discussie in Nederland aangaande de toepassing van kernenergie op dit moment beperkt tot een issue tussen directbetrokkenen. Hoewel de kwestie omtrent kernenergie dus min of meer een slapende is, lijkt deze te ontwaken. Dit ontwaken, geeft aanleiding om na te gaan in hoeverre kernenergie (weer) een breed maatschappelijk issue kan worden. Met het oog op deze huidige maatschappelijke ontwikkelingen staat in deze rapportage het volgende thema centraal: Kernenergie op de maatschappelijke agenda: wat betekent dit voor de positie van de Nederlandse nucleaire instellingen? 6

9 2. Over dit rapport Om na te gaan wat kernenergie op de maatschappelijke agenda voor de Nederlandse nucleaire instellingen (hierna NNI) betekent, is er een literatuuronderzoek gecombineerd met interviews. De literatuurstudie, de onderzoeksmethoden en de interviewresultaten worden in dit rapport verkort weergegeven. De nadruk zal liggen op de conclusies en aanbevelingen. De uitgebreide versie van dit rapport is op te vragen bij KIVI-Ke. Voor het literatuuronderzoek is een bestuurskundig model gekozen als raamwerk. Dit model biedt de mogelijkheid om alle aspecten van een hernieuwde, of vernieuwde, discussie rondom de plaats van kernenergie in de Nederlandse maatschappij gestructureerd te benaderen Een model als raamwerk Kernenergie heeft altijd een politiek-bestuurlijke en een publieksmaatschappelijke dimensie gehad. Dit gegeven is als leidraad gekozen voor het gestructureerd verkennen van de discussie rondom kernenergie. Het kernenergievraagstuk in Nederland zal in dit rapport dan ook worden getypeerd als een maatschappelijk (beleids)onderwerp. Bij dit beleidsonderwerp spelen zowel maatschappelijke actoren als maatschappelijke structuren een rol. Hoe actoren en structuren elkaar en het beleid ten aanzien van kernenergie in Nederland beïnvloeden zal aan de hand van het Advocacy Coalition Framework (ACF) worden besproken. Als kern neemt dit model het proces van maatschappelijke beleidsontwikkeling aangaande een specifiek onderwerp van beleid, een zogenaamd beleidssubsysteem. Daar dit rapport gericht is op een specifiek onderwerp, kernenergie op de maatschappelijke agenda, zal de volgende definitie van het Beleidssubsysteem in dit rapport worden gehanteerd: Het Beleidssubsysteem bestaat uit de discussie rondom de toepassing van kerntechniek in de Nederlandse samenleving waarbij de opvattingen van de overheid, de Nederlandse Nucleaire Instellingen, burgers en Non Gouvernementele Organisaties gezamenlijk een krachtenveld vormen. Dit krachtenveld heeft zowel een politiek-bestuurlijke dimensie als een publieksmaatschappelijke dimensie. Met de publieksmaatschappelijke dimensie wordt het geheel van communicatieprocessen met betrekking tot de beeldvorming rondom kernenergie bedoeld. Een dergelijk communicatieproces kan zijn de manier waarop de NNI omgaan met de pers of met burgers. Hoewel de politiek-bestuurlijke dimensie een belangrijke factor is binnen het model, zal de nadruk in de bespreking van de literatuur liggen op de publieksmaatschappelijke dimensie. Hoe het proces van beleidsontwikkeling verloopt, wordt in het ACF-model aangevuld met twee groepen exogene factoren, dit zijn de relatief stabiele parameters en andere externe factoren. Deze exogene factoren zijn naast de overige onderdelen van het model gekoppeld aan verscheidene communicatiegerelateerde onderwerpen. Hoe de Nederlandse nucleaire instellingen, gezien als centrale actor, kunnen opereren binnen een maatschappelijke en beleidsmatige context staat centraal bij het zoeken naar draagvlak voor de toepassing van kernenergie. 7

10 8

11 Het ACF heeft als uitgangspunt een periode van 10 jaar voor een proces van beleidsontwikkeling of -aanpassing, aangezien beleidseffecten vaak pas na lange tijd waarneembaar zijn. Zo ontstaan leereffecten geleidelijk en de invloed, beleidsimpact, van de beleidsoutput op de overtuigingen van de verschillende groepen maatschappelijke actoren kan op korte termijn niet volledig worden overzien. Een belangrijk fenomeen dat Van Woerkum (1997) benoemt is de zelfreferentialiteit, de neiging om de omgeving vanuit het eigen conceptueel kader te interpreteren, kortweg vooringenomenheid. Gebeurt dit te sterk dan tast dit het aanpassingsvermogen aan de omgeving aan en roest men vast in oude gedrags- en denkpatronen (Van Woerkum, 1999). Een belangrijk effect wat optreedt bij het samenspel van actoren binnen het beleidssubsysteem en de invloed van de exogene variabelen is het zogenaamde leereffect. In onderstaande vereenvoudigde weergave (Figuur 2.) van het ACF model met blauw aangegeven, in het geval van sterke zelfreferentialiteit bij actoren worden de leereffecten ernstig gehinderd (Van Woerkum, 1999). Figuur 2. De plaats van de leereffecten binnen het ACF model De basiskenmerken van het probleem rondom kernenergie in de maatschappij zijn goed verwoord door van Dam (2003). De hoogleraar Reactorfysica, verbonden aan het Interfacultair Reactorinstituut van de Universiteit van Delft, stelde bij zijn emeritaat dat de toepassing van kernenergie de meest complexe technologische en psychologische ontwikkeling ooit is. Van Dam (2003) noemt samenvattend vier aspecten die in hoge mate de publieke perceptie en de kwestie rondom kernenergie bepalen. Deze aspecten zijn; (1) de onzichtbaarheid van radioactiviteit en de nucleaire processen, (2) de complexiteit van de nucleaire technologie, (3) de mogelijke gevolgen van gebrek aan democratische en sociale controle van nucleaire projecten en (4) het potentieel ernstige karakter van nucleaire ongevallen. De eerste twee punten hebben vooral betrekking op het kennis- of begripsniveau, de overige twee punten hebben vooral raakvlakken met (risico)perceptie. Belangrijk om op te merken bij deze punten is dat ze alle aangeven hoe moeilijk het voor externe actoren, zoals burgers, is om het begrip kernenergie te kwantificeren. Dit gegeven heeft het leereffect waarschijnlijk parten gespeeld in het verleden. In een recent rapport van het Rathenau Instituut (2004) wordt geconcludeerd dat de standpunten van verschillende maatschappelijke actoren over kernenergie nauwelijks zijn veranderd sinds de jaren 80 van de vorige eeuw. Deze conclusie geeft eigenlijk aan dat er inderdaad geen leereffecten zijn opgetreden, de verschillende standpunten zijn niet nader tot elkaar gekomen. De externe invloeden vertegenwoordigen de grootste invloedsfactor op het beleidssubsysteem. Het beleidsvormingsproces kan sterk worden beïnvloed door plotselinge gebeurtenissen, voor de actoren in het beleidssubsysteem vereist dit grote flexibiliteit. Om in overeenstemming met de eigen overtuigingen in te spelen op deze gebeurtenissen en de acties van andere actoren, het leereffect, dient een actor zich terdege voor te bereiden. 9

12 Dat externe invloeden allesbepalend kunnen zijn voor beleid, wordt duidelijk als men kijkt naar de gevolgen van de oliecrisis in 1973, het gat in de ozonlaag en recentelijk het internationaal terrorisme. Figuur 3. De plaats van de externe invloeden binnen het ACF model Twee door Sabatier (1987) genoemde externe factoren, verandering in besturingscoalitie en invloed van beleidsbeslissingen, de voorgenomen CO2-reductie, uit andere beleidssubsystemen zullen in dit rapport niet expliciet worden beschreven daar ze geen directe relatie met de publieksmaatschappelijke dimensie hebben. Beide onderwerpen hebben uiteraard wel invloed op het gekozen beleidssubsysteem. Enkele recente veranderende socio-economische omstandigheden betreffen de doorgevoerde liberalisatie van de energiemarkt (ingang 1 juli 2004), de verplichting de CO2 uitstoot te verminderen met 8% tegen 2012 volgens het Kyoto-protocol en de betrouwbaarheid van de energievoorziening. Deze ontwikkelingen hebben reeds geleid tot een voorzichtige heroriëntatie op het onderwerp kernenergie onder de actoren in het debat over kernenergie getuige de hernieuwde aandacht voor kernenergie in de maatschappij (Rathenau Instituut, 2004). De verschillende NNI kunnen hun positie versterken door gezamenlijk te werken aan een strategie voor het omgaan met de huidige ontwikkelingen. Deze stelling verlegt de aandacht van de meer politiek-bestuurlijke dimensie van het beleidssubsysteem naar de meer publieksmaatschappelijke dimensie. Een verandering in de publieke opinie zal in dit rapport worden benaderd als een factor die vanuit het beleidssubsysteem is te beïnvloeden. In dit geval zal de beïnvloeding uitgaan van de NNI die zoeken naar draagvlak voor hun activiteiten. Van Woerkum (1997) ziet draagvlak als belangrijk voortvloeisel uit interactieve beleidsvorming. Effectief beleid wordt in de ogen van Van Woerkum dan ook bepaald door de mate van verkregen draagvlak. Als algemene definitie van draagvlak geeft hij de mate waarin de uitkomsten van beleid of discussie door de verschillende actoren, in hun onderlinge verwevenheid, als acceptabel worden ervaren. De mate van acceptatie bepaalt aldus de mate van draagvlak. Bartels, Nelissen en Ruelle (1998) noemen drie factoren die bepalend zijn voor de mate van draagvlak. Allereerst is dat de houding, de attitude, die men heeft tegenover een bepaald onderwerp. Ten tweede is er de betrokkenheid, persoonlijk belang, van de actor bij het onderwerp. Als derde factor wordt de actiegeneigdheid gegeven, de mate waarin men zich voor of tegen, actief danwel passief wil inzetten voor een bepaald onderwerp. Deze drie factoren representeren in feite de mate van acceptatie zoals genoemd in de algemene definitie van draagvlak, Figuur 4. geeft een overzicht. In dit verdere rapport zal de mate van acceptatie worden genomen als determinant van draagvlak. De definitie van draagvlak met 10

13 betrekking tot het thema kernenergie in de maatschappij wordt in dit rapport specifieker geformuleerd en luidt: Definitie van draagvlak: De mate waarin de activiteiten van de NNI als acceptabel worden ervaren door de verschillende actoren uit het beleidssubsysteem. De houding, het persoonlijke belang en de actiegeneigdheid van de actoren in het beleidssubsysteem verschillen. De twee laatstgenoemde factoren zijn sterk gerelateerd aan de eerstgenoemde factor houding, ook wel attitude genoemd. Mate van acceptatie Attitude Betrokkenheid Verkregen draagvlak Actiegeneigdheid Figuur 4. De mate van acceptatie in relatie tot het verkregen draagvlak Naar de attitude van burgers ten aanzien van kernenergie is sinds de jaren 80 veel onderzoek gedaan. De bevindingen geven een beeld van een overwegend negatieve houding. Recent onderzoek (Frerichs, 2003) uitgevoerd door NIPO in opdracht van EPZ (eigenaar kerncentrale Borssele) geeft een lichte stijging weer van positieve attitudes in vergelijk met 3 voorgaande peilingen, maar nog altijd houdt de meerderheid van de Nederlandse bevolking er een negatieve houding op na. Dat kernenergie een gevoelig onderwerp is, wordt ook wel duidelijk uit het vele onderzoek naar (publieks)oordelen over kernenergie. De acceptatie van of het draagvlak voor kernenergie is vaak laag. Europees onderzoek (Eurobarometer 2002) naar houdingen onder de Europese burger, specifiek ten opzichte van nucleair afval en van meer algemene kernenergiegerelateerde onderwerpen, levert dit beeld ook op. Als kernenergie al een onderwerp is waar de gemiddelde Nederlander bij stilstaat, dan overheersen veelal negatieve percepties. Perceptie speelt een rol bij het tot stand komen van attitudes, Fombrun (1996) heeft de relatie tussen beide verder beschreven in het licht van de reputatie van een onderneming. Fombrun definieert reputatie kort gezegd als het geheel van percepties onder de buitenwacht over specifieke karakteristieken, de identiteit, van organisaties. De reputatie is een afspiegeling van de algemene achting van de stakeholders voor een onderneming, het draait hier dus om het beeld dat de stakeholder heeft van de organisatie. Vier succesfactoren weergegeven in Figuur 5. (bladzijde 12) bepalen de reputatie die op haar beurt de attitude beïnvloedt. 11

14 Reputatie Geloofwaardigheid Mate van acceptatie Attitude Vertrouwenswaardig Verkregen draagvlak Verantwoordelijk Betrokkenheid Betrouwbaar Actiegeneigdheid Figuur 5. De rol van reputatie bij de vorming van draagvlak Voor de NNI betekent het zoeken naar draagvlak voor kernenergie, een zoektocht naar legitimiteit. Daar het kernenergiedebat grotendeels een geïnstitutionaliseerd debat is, fungeren de media als brug tussen de geïnstitutionaliseerde actoren en het publiek. De invloed die de media kunnen hebben op de acceptatie van, en hiermee het draagvlak voor, kernenergie kan dan ook als belangrijk worden aangemerkt De aanleiding In de optiek van KIVI-Ke zijn er enkele punten waar de NNI mee te maken hebben: Het eerste punt is, dat er vooral aandacht voor kernenergie is als er iets misgaat of als er ergens tegen wordt geprotesteerd. Kernenergie komt vooral negatief in het nieuws is de ervaring. Een tweede punt is de kennis, of het gebrek hier aan, die de media en andere actoren hebben van kernenergie. De informatie op basis waarvan publiekelijk uitspraken worden gedaan over kernenergie of nucleaire instellingen wordt als onjuist of onvolledig aangemerkt. Door dit gebrek aan deskundigheid ervaren de nucleaire instellingen de aan hen gerichte kritiek vaak als onheus. Een kennistekort zou dus deze onterechte kritiek in de hand werken. Een derde punt is het gebrek aan een rationele benadering van het onderwerp kernenergie door de media, de politiek, de burgers en belangengroeperingen. Kernenergie, straling, kerncentrales, allemaal begrippen die zijn gerelateerd aan een zekere angst. Weer door een gebrek aan informatie of kennis ervaren de nucleaire instellingen onder externe actoren een natuurlijke afkeer van straling en alles wat ermee in verband staat. Een vierde punt dat verband houdt met punt twee en drie is, de welhaast onevenredig grote aandacht voor de risico s van kernenergie die de nucleaire instellingen ervaren. De risico s worden door de externe actoren heel anders voorgesteld of geïnterpreteerd dan ze in werkelijkheid zijn. De kans op een ernstig ongeluk en de voorgestelde gevolgen van een dergelijk ongeluk komen niet altijd overeen met de theorie/ werkelijkheid. Een vijfde punt heeft betrekking op de nucleaire instellingen zelf, deze zouden zich terughoudend opstellen naar de maatschappij toe. Misschien zouden de instellingen meer 12

15 moeten doen om positief in het nieuws te komen bijvoorbeeld. De instellingen missen als het ware een positieve boodschap. Een zesde punt is dat de discussie over kernenergie altijd gevoerd wordt aan de hand van de bekende argumenten, zowel voor als tegen. Men heeft de mening reeds gevormd aan de hand van oude, soms achterhaalde argumenten, en wijkt niet meer af van dit denkpatroon. Er is gewoon geen goed begin voor een nieuwe discussie. Bovenstaande punten spelen alle zes binnen het publieksmaatschappelijke kader. De manier waarop de verschillende nucleaire instellingen worden geconfronteerd met weerstand vanuit de maatschappij tegen hun activiteiten, is de aanleiding om bij de Centrale Onderzoeksvraag de acceptatie van, of het draagvlak voor, kernenergie centraal te stellen. De Centrale Onderzoeksvraag (CO) luidt als volgt: CO: Kunnen nucleaire instellingen zich maatschappelijk profileren ten einde het draagvlak voor toepassing van kernenergie te vergroten? 2.3. Onderzoeksvragen De Centrale Onderzoeksvraag is op te splitsen in twee delen; (1)hoe de nucleaire instellingen zich maatschappelijk kunnen profileren en (2) hoe draagvlak vergroot kan worden. Hoofdvragen 1 en 2 hebben betrekking op het eerste deel van de Centrale Onderzoeksvraag en Hoofdvragen 3 en 4 hebben betrekking op het tweede deel van de Centrale Onderzoeksvraag. Hoofdvraag 1 H1: Welke manieren zijn er om de nucleaire instellingen maatschappelijk te profileren? In de literatuur komt naar voren dat er op bovenregionaal niveau moet worden gezocht naar een manier om het kernenergiedebat (het beleidssubsysteem) op de publieke agenda te krijgen. De vraag is op welke manier dit het beste kan gebeuren. In de literatuur worden randvoorwaarden aangedragen voor een eventuele benadering, het gekozen ACF model voorziet hierin een interpretatieve benadering. Bij deze voornaamste randvoorwaarde dient een passend (communicatie)instrument te worden gevonden. Hoofdvraag 2 H2: Welke argumenten voor of tegen kernenergie gebruiken stakeholders uit de omgeving van de nucleaire instellingen? De democratische benadering van communicatie legt de nadruk op het uitwisselen van standpunten, om zo tot wederzijds begrip te komen. Hier komt het aspect van zelfreferentialiteit in beeld, de mate waarin de eigen standpunten prevaleren. Een inventarisatie van de gebruikte argumenten kan licht werpen op de mate van zelfreferentialiteit. Of stakeholders een pragmatisch of meer principieel standpunt innemen ten aanzien van kernenergie zal aan de hand van Hoofdvraag 2 worden beantwoord. 13

16 Hoofdvraag 3 H3: Met welke boodschap zouden de nucleaire instellingen zich kunnen profileren? Met de vier succesfactoren van reputatie als uitgangspunt, kan er gezocht worden naar een passende boodschap. Een boodschap waarmee de mate van acceptatie voor de toepassing van kerntechnologie kan worden vergroot. Onderzoek naar attitudes ten aanzien van kernenergie laat zien dat deze veelal negatief zijn, de boodschap zal dus op deze attitudes moeten inspelen. Rekening houdend met mate van zelfreferentialiteit en een democratisch communicatieproces zal de boodschap in eerste instantie gericht moeten zijn op het overbruggen van de legitimiteitskloof. Deze kloof bestaat uit het verschil tussen de activiteiten welke ondernemingen daadwerkelijk ondernemen en welke verwachtingen het publiek hierover heeft. Hoofdvraag 4 H4: Welk positief effect kan een publiekelijk antwoord van de NNI op kritiek tegen kernenergie sorteren op het maatschappelijke draagvlak voor kernenergie? Met de antwoorden op de eerste drie hoofdvragen zal er een goed beeld zijn gevormd voor het beantwoorden van deze laatste hoofdvraag De interviews De hoofdvragen vormen de basis voor de vragenlijsten die gebruikt zijn tijdens de verschillende interviews. De vorm van een semi-gestructureerd interview is gekozen omdat naast de flexibiliteit ook de overzichtelijkheid gewaarborgd is. De flexibiliteit is nodig om in te kunnen spelen op de diversiteit aan actoren. De vragen zijn te groeperen rondom drie onderwerpen. Deze drie onderwerpen zijn voor de verschillende groepen actoren gestandaardiseerd. Waar een onderwerp niet van toepassing is op een specifieke actor of een groep actoren is hier van afgeweken. De 3 onderwerpen waaronder alle vragen zijn gegroepeerd zijn; (1) de percepties aangaande kerntechnologie, (2) de toekomst van kerntechnologie en (3) het netwerk van actoren. De precieze vraagstellingen zijn waar nodig uitgebreid, aangevuld of aangepast aan de specifieke actor. In totaal zijn er bij twintig verschillende personen van zestien verschillende organisaties interviews afgenomen in de periode van april tot begin juni. De interviews zijn vastgelegd in schrift door de onderzoeker, een verslag van het gesprek is verstuurd aan de geïnterviewde(n) ter goedkeuring. Na goedkeuring zijn deze verslagen verder verwerkt. 14

17 De nucleaire instellingen Rekening houdend met de beschikbare tijd zijn er na bureauonderzoek een vijftal instellingen geselecteerd voor een interview die terug zijn te vinden in Tabel 2a. Een zesde instelling is later toegevoegd, dit betrof het energiebedrijf Essent. Essent heeft een 50% aandeel in de kerncentrale te Borssele en zal hierom mee worden genomen in de bespreking van de nucleaire instellingen. De vijf nucleaire instellingen zijn geselecteerd vanwege de directe relatie met de toepassing van kerntechniek. Het IRI en de NRG zijn beide voornamelijk kennisproducenten, de overige nucleaire instellingen zijn privaat. Nederlandse nucleaire instellingen: IRI: Interfacultair Reactor Instituut van de Universiteit Delft NRG: Nuclear Research and consultancy Group te Petten/ Arnhem Tyco Healthcare/Mallinckrodt te Petten* EPZ: Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland te Borssele Urenco Nederland B.V. te Almelo Essent N.V. - aandeelhouder EPZ** * geen interview afgenomen ** later toegevoegd Tabel 2a. Geselecteerde Nederlandse nucleaire instellingen Belgische nucleaire instellingen en organisaties Naast de vijf NNI is ook gekeken naar verschillende instellingen in België, dit naar aanleiding van een publicatie van de Belgische Vereniging voor Stralingsbescherming (BVS, 2003). In de publicatie stonden diverse bijdragen die een beeld schetsen van hoe er in België wordt gewerkt aan het plaatsen van nucleaire activiteiten in een maatschappelijke context. Drie auteurs verbonden aan drie verschillende organisaties zijn benaderd om een beter beeld te krijgen van hoe er in België aan de publieksmaatschappelijke dimensie invulling wordt gegeven. De Belgische Vereniging voor stralingsbescherming is geraadpleegd om een algemeen beeld te krijgen van de situatie in België met betrekking tot het kernenergievraagstuk. Met de Belgische nationale instelling voor de berging van radioactief afval (NIRAS) is gesproken over de zogenoemde Lokale Partnerschappen, een project waarbij burgers meebeslissen over mogelijke afvalberging in hun gemeente. Met een onderzoeker van het Belgische Studiecentrum voor Kernenergie is gesproken over de percepties van burgers aangaande kernenergie. Zowel de BVS en de SCK zijn aan te merken als kennisproducenten, het NIRAS is een publieke instelling. Hieronder zullen de drie genoemde organisaties kort worden geïntroduceerd, in de resultatensectie wordt uitgebreider ingegaan op de situatie in België. 15

18 Belgische nucleaire instellingen: BVS: Belgische Vereniging voor Stralingsbescherming NIRAS: Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen, België SCK: Studiecentrum voor Kernenergie, België Tabel 2b. Geselecteerde Belgische nucleaire instellingen De milieu- en andere belangenorganisaties Als eerste externe actoren komen natuurlijk de groeperingen in beeld die kritisch staan tegenover de toepassing van kernenergie. Deze sociale bewegingen of actiegroepen, die zich in meer of mindere mate hebben georganiseerd, zijn vaak de belangrijkste bron van tegengeluid. Een bureauonderzoek naar welke belangengroepen er in Nederland bestaan is uitgevoerd om te kunnen beslissen welke bestaande groeperingen in aanmerking komen voor opname in de interviewreeks. Het belangrijkste aandachtspunt bij de te houden interviews met deze groeperingen is het in kaart brengen van de standpunten die ze hebben en of deze principieel of rationeel van aard zijn. Mede met behulp van het Internet zijn er een aantal (milieu)organisaties geïdentificeerd waarvan nader is bekeken in hoeverre ze zich, op dit moment, bezig houden met nucleaire onderwerpen, zie Tabel 3. Milieu- en belangenorganisaties: Stichting Greenpeace WISE: World Information Service on Energy Laka: Landelijk Anti Kernenergie Archief NENO: Nederlands Euregionaal Nucleair Overleg EVK: Ecologen Voor Kernenergie NVS: Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne Tabel 3. Geselecteerde Milieu- en belangenorganisaties 16

19 De overheid In Nederland zijn vrijwel alle ministeries op een of andere manier betrokken bij beleid of regelgeving rondom de toepassing van kernenergie. Dit varieert van het opstellen van vergunningen tot het verlenen van assistentie in het geval van rampen en rampencoördinatie. Twee belangrijke ministeries die veel te maken hebben met allerlei zaken rond kernenergie zijn het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Beide ministeries zijn geraadpleegd voor deze rapportage. Een relevante semi-overheidsinstelling is de COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval). Deze publieke instelling is belast met de opslag en het beheer van het Nederlandse radioactieve afval. De instelling heeft uitgebreide voorlichtingsmaterialen voor de burger. De website ( nodigt de burger expliciet uit zich aan te melden voor een rondleiding. Er wordt bij de COVRA een hoge prioriteit gegeven aan de voorlichting van burgers, in overeenstemming met het overheidskarakter van de organisatie. De resultaten van de interviews laten zien dat er tussen de nucleaire instellingen in Nederland geen gestructureerd samenwerkingsverband bestaat, gericht op het bevorderen van breed maatschappelijk draagvlak voor kernenergie. Deze taak wordt weliswaar gedeeltelijk waargenomen door organisaties als het KIVI, stichting Kernvisie en sommige medische vakverenigingen, maar blijft beperkt. Er ligt dus de mogelijkheid om de individuele regionale voorlichting te ontstijgen en op een hoger niveau in Nederland de discussie rond kernenergie te beïnvloeden. Het ontbreekt de nucleaire instellingen echter aan een gezamenlijke lange termijn visie. Bij een veranderend politiek spectrum, de links georiënteerde partijen staan bijvoorbeeld allemaal negatief tegenover kernenergie, kunnen de NNI in een heel ander klimaat terechtkomen dan nu. Een veelgehoorde opmerking, bij zowel voor- als tegenstanders, is dat als het licht een keer zou uitgaan de mensen wel voor kernenergie kiezen. Met 2013 in het achterhoofd, als de voorgenomen datum waarop Borssele sluit, hebben de NNI nog ongeveer 10 jaar de tijd om een mogelijke beleidsoutput en beleidsimpact ten gunste van kernenergie te bewerkstelligen. Deze periode is in overeenstemming met de door Sabatier gehanteerde tijdspanne in het ACF model. De manier waarop de NNI zich het best kunnen profileren in het beleidssubsysteem, zal in de conclusies en aanbevelingen worden besproken. 17

20 3. Conclusies en Aanbevelingen Aan de hand van de literatuursectie en de resultatensectie is er per hoofdvraag een afsluitend overzicht met korte samenvatting voorafgaande aan de bijbehorende deelconclusie opgesteld. Het afsluitende overzicht zal een toelichting op de deelconclusie bevatten met aanbevelingen. De Centrale Onderzoeksvraag zal op basis van de gegeven deelconclusies worden beantwoord Manieren van maatschappelijke profilering Hoofdvraag1: Welke manieren zijn er om de nucleaire instellingen maatschappelijk te profileren? Overzicht bij Hoofdvraag 1 Uit de gesprekken met de NNI komt naar voren dat er voornamelijk op lokaal en regionaal niveau wordt gewerkt aan het profileren van de eigen organisatie. Websites en brochures vormen de belangrijkste manier om het grotere publiek te bereiken. Ook wordt er aan sponsoring van plaatselijke verenigingen en evenementen gedaan. Organisaties als NRG, EPZ en Urenco richten zo allemaal hun p.r. activiteiten op de direct omwonenden en nabije omgeving. De relatie met die direct omwonenden is volgens de organisaties mede door dit communicatiebeleid goed te noemen. Hierbij wordt aangemerkt dat de factoren gewenning en economische afhankelijkheid ook een rol spelen. Twee factoren die in het ACF model (bladzijde 8) onder de externe invloeden kunnen worden geschaard. Onderzoek onder de Zeeuwse bevolking naar de acceptatie van de kerncentrale Borssele (EPZ ) brengt deze factoren ook aan het licht. Dat een bezoek aan de NRG, EPZ en Urenco als een uitje wordt gezien door het publiek betekent dat er wel degelijk belangstelling is voor kerntechnologie. Het IRI houdt zich als instelling op de achtergrond. Deze opstelling is tekenend voor de verschillende (universitaire) opleidings- en onderzoeksinstellingen in Nederland. Er wordt echter niet onderling samengewerkt aan het profileren van een algemeen thema met betrekking tot kernenergie. Een gezamenlijke visie op de toekomstige rol van kerntechnologie in de Nederlandse maatschappij ontbreekt. Evenmin bestaat er een gezamenlijke visie op het omgaan met stakeholders uit de omgeving. Dit gebrek aan consistentie en eensgezindheid beperkt de mogelijkheden tot bredere maatschappelijke profilering. De eerste aanbeveling is dan ook voor KIVI-Ke om haar rol uit te breiden en de NNI en relevante belangengroepen te verenigen. Bij gelegenheid wordt gebruik gemaakt van contacten met de media om in het nieuws te komen, de regionale media zijn hierbij het gemakkelijkst te bereiken. Zowel EPZ als NRG zien de regionale media als evenwichtig in de berichtgeving. Urenco geeft te kennen met een minder evenwichtige berichtgeving te worden geconfronteerd in het regionale dagblad. In sterke mate geldt voor de landelijke pers dat deze voor de NNI moeilijk te bereiken is, alleen het slechte nieuws wordt gemakkelijk opgepakt. 18

Dutch Young Generation, Jaarverslag 2008

Dutch Young Generation, Jaarverslag 2008 Dutch Young Generation, Jaarverslag 2008 1. De Dutch Young Generation in 2008 en vooruitblik naar 2009 1 2. Toekomst DYG 3 3. Visie, Missie en Doelen DYG 4 4. Vooruitblik 2009 5 1. De Dutch Young Generation

Nadere informatie

Milieu Onderzoeksreactoren

Milieu Onderzoeksreactoren Koninklijk Instituut van Ingenieurs - Afdeling Kerntechniek Netherlands Nuclear Society Programma 2003-2005 De afdeling Kerntechniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en de Netherlands Nuclear

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Deze dissertatie gaat over antecedenten en consequenties van publiek vertrouwen in organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van en de besluitvorming

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE STRATEGISCH BELEID 2013 2014 NAAR EEN EFFICIËNT EN ZICHTBAAR CENTRUM VOOR REVALIDATIE UMCG Centrum voor Revalidatie Strategisch beleidsplan 2013-2014 Vastgesteld op 1 november 2012 Vooraf Met het strategisch

Nadere informatie

voor tegen gemaakt door: 2009

voor tegen gemaakt door: 2009 In oktober 2008 maakte De Argumentenfabriek in opdracht van De Volkskrant een overzicht van de argumente n - en het bouwen van nieuwe kerncentrales in Nederlan d. De Argumenten kaart Kernenergie is gefabriceerd

Nadere informatie

Draagvlak migratiebeleid

Draagvlak migratiebeleid Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Draagvlak migratiebeleid Tom Postmes Ernestine Gordijn Toon Kuppens Frank Gootjes Katja Albada In opdracht van het Ministerie

Nadere informatie

Kritisch denken over complexe politieke problemen. Margarita Jeliazkova Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede

Kritisch denken over complexe politieke problemen. Margarita Jeliazkova Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede Kritisch denken over complexe politieke problemen Margarita Jeliazkova Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede Agenda Wat is kritisch denken en wat is het niet? Wat zijn complexe maatschappelijke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan, 22 Augustus 2014 1 Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening Preambule Integriteit van wetenschappers is essentieel om het vertrouwen in de wetenschap te handhaven en te versterken. Dit geldt

Nadere informatie

Ander verleden, gedeelde vrijheid

Ander verleden, gedeelde vrijheid Ander verleden, gedeelde vrijheid BETROKKENHEID VAN TWEEDE EN DERDE GENERATIE TURKSE EN MAROKKAANSE NEDERLANDERS BIJ DE HERDENKING EN VIERING OP 4 EN 5 MEI Mehmet Day Hans Bellaart Suzan de Winter-Koçak

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012

Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012 Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012 Zicht krijgen op duurzame inzetbaarheid en direct aan de slag met handvatten voor HR-professionals INHOUDSOPGAVE 1. Duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Inleiding In Langedijk lopen momenteel een aantal grote, ingrijpende projecten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van door de gemeente ingestelde klankbordgroepen. Daarnaast

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011 Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan Aan de Waterkant 2008-2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Evaluatiekader 3 1.2 Leeswijzer 3 2 Vrijwilligerswerk Oostzaan 4 2.1 De situatie toen 4 2.2 De

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Communicatie

Onderzoeksopzet Communicatie Onderzoeksopzet Communicatie Rekenkamercommissie Heerenveen Februari 2009 Rekenkamercommissie Heerenveen: onderzoeksopzet communicatie 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en achtergronden

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Onderzoek naar initiatieven en toelichting op de actieve deelname aan het initiatief van Van der Pols Pernis Machineverhuur B.V. Auteur(s): Dhr.

Nadere informatie

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Zo kijkt VVJ naar participatie 1 Zo kijkt VVJ naar participatie Groeien naar meer participatief besturen Groeien naar, want kun je niet snel snel, en niet in je eentje Participatief besturen : is voor VVJ een voorwaarde voor goed beleid

Nadere informatie

Attitude van Nederland, Zeeland en Borsele ten aanzien van verschillende energiebronnen. Energiemonitor 2010

Attitude van Nederland, Zeeland en Borsele ten aanzien van verschillende energiebronnen. Energiemonitor 2010 Attitude van Nederland, Zeeland en Borsele ten aanzien van verschillende energiebronnen Energiemonitor 2010 Index 1. Inleiding 2. Populariteit energievormen 3. Bouwen tweede kerncentrale 4. Uitbreiding

Nadere informatie

Inleiding 9 Signaleren is het halve werk 9

Inleiding 9 Signaleren is het halve werk 9 Inhoud Inleiding 9 Signaleren is het halve werk 9 1 Media, overheid en politiek 13 Persvoorlichting 15 Traditionele media 18 Online media 20 Controle over de media 22 Samenvatting 25 In de praktijk: Spindoctors

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Jaarlijks doen vele jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking In Nederland een beroep op de hulpverlening. Een aanmerkelijk aantal van hen krijgt deze hulp van een LVG-instituut.

Nadere informatie

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3. Jade Beheer Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.0 Document : Communicatieplan CO 2-prestatieladder Auteur : Jade

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

5 Politieke opvattingen

5 Politieke opvattingen 5 Politieke opvattingen Henk van der Kolk In dit hoofdstuk laten we zien: Over de taken die het gemeentebestuur zou moeten uitvoeren bestaan sterke meningsverschillen. Vooral over de opvang van asielzoekers

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Performance Improvement Plan

Performance Improvement Plan Performance Improvement Plan Persoonlijke rapportage van B. Smit P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55

Nadere informatie

Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt.

Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt. Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt. Executive summary Naam auteur: Els Sluis Studentennummer: 500533437 E-mailadres: sluisels@hotmail.com Soort rapport: Executive Summary Opleiding:

Nadere informatie

DE STAKEHOLDERS IN DE OMGEVING

DE STAKEHOLDERS IN DE OMGEVING DE STAKEHOLDERS IN DE OMGEVING ( uit boek Reputatie onder Druk van Frank Peters) Stakeholders zijn personen of instituties die een belang hebben bij de organisatie en omgekeerd. Het bouwen van relaties

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Rapportage enquête De ggz laat zich horen

Rapportage enquête De ggz laat zich horen Rapportage enquête De ggz laat zich horen Thijs Emons en Fred Leffers, oktober 2011 Inleiding Op 10 september 2008 werd de website De ggz laat zich horen gelanceerd. Met deze site en de bijbehorende mailinglijst

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

niet in strijd met de artikelen 7 of 8.3 van de Reclame Code, noch met de artikelen 2 of 3

niet in strijd met de artikelen 7 of 8.3 van de Reclame Code, noch met de artikelen 2 of 3 Geachte leden van de Reclame Code Commissie, Atoomstroom.nl claimt dat de opwekking van elektriciteit met kerncentrales I. schoon, II. CO 2 -vrij en III. vrij van subsidies is. Ik zal u aangeven waarom

Nadere informatie

2011-2015. Beleidsplan Stichting De Upside van Down

2011-2015. Beleidsplan Stichting De Upside van Down 2011-2015 Beleidsplan Stichting De Upside van Down Caroline Belle 2011-2015 Inhoud Inleiding. pagina 03 Hoofdstuk 1, Uitgangspunten. pagina 05 Hoofdstuk 2, Visie pagina 06 Hoofdstuk 3, Doelstellingen.

Nadere informatie

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN Een kwantitatief onderzoek onder jongeren in opdracht van het Interprovinciaal Overleg JEROEN HERMANS KJELL MASSEN AMSTERDAM, JULI 2017

Nadere informatie

7 SAMENVATTING EN SLOTBESCHOUWING

7 SAMENVATTING EN SLOTBESCHOUWING 7 SAMENVATTING EN SLOTBESCHOUWING In het onderstaande vatten we de belangrijkste resultaten samen door antwoord te geven op de onderzoeksvragen. In de slotbeschouwing gaan we kort in op de belangrijkste

Nadere informatie

DEEL 3: SPECIALE GEBIEDEN VAN PUBLIC RELATIONS Hoofdstuk 14. Issuemanagement

DEEL 3: SPECIALE GEBIEDEN VAN PUBLIC RELATIONS Hoofdstuk 14. Issuemanagement DEEL 3: SPECIALE GEBIEDEN VAN PUBLIC RELATIONS Hoofdstuk 14. Issuemanagement If you don t manage issues, issues wil manage you Issues = Openbare meningen die gevormd worden, die in een proces van duiding

Nadere informatie

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? In de collegereeks Democratie en burgerschap, georganiseerd door ProDemos en de Universiteit van Amsterdam, kijken we naar de huidige stand van zaken

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Een blik op onze identiteit en onze toekomst Informatie voor medewerkers 2 Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Justitie en Veiligheid Inhoud

Nadere informatie

Communicatieplan Newae B.V.

Communicatieplan Newae B.V. Communicatieplan Newae B.V. CO2 prestatieladder Pagina 1 van 10 Inhoudsopgave 1. Introductie... 3 2. Communicatiedoelstelling... 4 2.1. Doelstelling interne doelgroep... 4 2.2. Doelstelling externe doelgroep...

Nadere informatie

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting 1 1. Inleiding In 2014 was het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. In 2014-2018 wordt wereldwijd stilgestaan bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Hoewel Nederland neutraal

Nadere informatie

Onderzoek Dutchbat III Programma van eisen. 1. Aanleiding

Onderzoek Dutchbat III Programma van eisen. 1. Aanleiding Onderzoek Dutchbat III Programma van eisen 1. Aanleiding Ruim twintig jaar na de militaire uitzending in het kader van UNPROFOR / voormalig Joegoslavië, worden door Dutchbat III veteranen problemen in

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

POSITIONERING & AMBITIE Burenraad Moerdijk. Uitwerking positionering & ambitie 27 november 2013 ir. A.F. (Guus) Govaart (vz) GG

POSITIONERING & AMBITIE Burenraad Moerdijk. Uitwerking positionering & ambitie 27 november 2013 ir. A.F. (Guus) Govaart (vz) GG PROJECT POSITIONERING & AMBITIE Burenraad Moerdijk Betreft Datum Auteur Kenmerk Verzonden aan Uitwerking positionering & ambitie 27 november 2013 ir. A.F. (Guus) Govaart (vz) 131127-GG leden van de Burenraad

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Nederlanders aan het woord

Nederlanders aan het woord Nederlanders aan het woord Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2014 Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) Directie Communicatie Documentnummer: TOS-14-066a Belangrijkste inzichten Nederlander hecht

Nadere informatie

Balans zoeken tussen veranderen en economische groei.

Balans zoeken tussen veranderen en economische groei. Balans zoeken tussen veranderen en economische groei. Artikel: Harry Teeven vs 14012014 Email: harry@teeven.nl Website: www.teevenconsultancy.eu M: 06 14265817 Dit artikel is geschreven naar aanleiding

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management MVO en reorganisatie Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie 1 Inhoudsopgave Mvo en reorganisatie Verantwoord en succesvol

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk Datum

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

Sociaal-Wetenschappelijke. 6e SWR-Hendrik Muller Seminaar. De islam aan de grenzen verkend. Sociaal-Wetenschappelijke Raad

Sociaal-Wetenschappelijke. 6e SWR-Hendrik Muller Seminaar. De islam aan de grenzen verkend. Sociaal-Wetenschappelijke Raad Sociaal-Wetenschappelijke Koninklijke Nederlandse Raad Akademie van Wetenschappen 6e SWR-Hendrik Muller Seminaar De islam aan de grenzen verkend Sociaal-Wetenschappelijke Raad Wie organiseert het Seminaar?

Nadere informatie

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep Van Gelder Groep B.V. Communicatieplan Energie- & CO 2 beleid Van Gelder Groep 1 2015, Van Gelder Groep B.V. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden gereproduceerd in welke

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Wat gaan we doen? Inleiding risicocommunicatie Risicocommunicatie: een spel van invloed en beinvloeden: 1 e

Nadere informatie

Vijf uitdagingen en aanbevelingen voor de commissievergaderingen Gemeente Dordrecht

Vijf uitdagingen en aanbevelingen voor de commissievergaderingen Gemeente Dordrecht Vijf uitdagingen en aanbevelingen voor de commissievergaderingen Gemeente Dordrecht Op verzoek van Gemeente Dordrecht Anneloes Wepster Auteur Debat.NL Alex Klein klein@debat.nl 023-5629972 www.debat.nl

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

3 Eenvoudige manieren om uw stakeholders te identificeren

3 Eenvoudige manieren om uw stakeholders te identificeren 3 Eenvoudige manieren om uw stakeholders te identificeren Er zijn verschillende manieren om op te sporen wie uw stakeholders zijn. Het gaat hier om het in beeld brengen en identificeren van uw stakeholders.

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Welkom, blij dat u er bent. Uit het feit dat u met zovelen bent gekomen maak

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Extern MVO-management MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Duurzame ontwikkeling... 4 1.1 Duurzame

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I Opgave 1 Tbs ter discussie 1 maximumscore 2 beveiliging van de samenleving Voorbeeld van juiste toelichting bij beveiliging van de samenleving: In de tekst staat dat er steeds minder mensen uitstromen

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

BURGERPANEL CAPELLE OVER...

BURGERPANEL CAPELLE OVER... BURGERPANEL CAPELLE OVER... profiel nieuwe burgemeester Mei 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 15 e peiling met het burgerpanel van Gemeente Capelle aan den IJssel. Deze peiling

Nadere informatie

Waarom een samenvatting maken?

Waarom een samenvatting maken? Waarom een samenvatting maken? Er zijn verschillende manieren om actief bezig te zijn met de leerstof. Het maken van huiswerk is een begin. De leerstof is al eens doorgenomen; de stof is gelezen en opdrachten

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

Waardecreatie door netwerken

Waardecreatie door netwerken Waardecreatie door netwerken Hoe maak je meerwaarde zichtbaar? Programma Veiligheidshuizen als organisatienetwerk Organisatienetwerken Meerwaarde zichtbaar maken Effectiviteit Management uitdagingen Hoe

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Op 31 maart 2014 heeft de gemeenteraad van Enschede mij benoemd tot informateur.

Op 31 maart 2014 heeft de gemeenteraad van Enschede mij benoemd tot informateur. INFORMATIEVERSLAG 1 Inleiding Op 31 maart 2014 heeft de gemeenteraad van Enschede mij benoemd tot informateur. Als verkenner heb ik van 26 tot en met 28 maart 2014 al vertrouwelijke gesprekken gevoerd

Nadere informatie

Onderzoek naar Zee- burgertafel als instrument voor gebiedsontwikkeling Beknopt verslag, juni 2014

Onderzoek naar Zee- burgertafel als instrument voor gebiedsontwikkeling Beknopt verslag, juni 2014 Onderzoek naar Zeeburgertafel als instrument voor gebiedsontwikkeling Beknopt verslag, juni 2014 Aanleiding Tertium doet in opdracht van het ministerie van I & M onderzoek naar toepassingsmogelijkheden

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31555 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koot, Charlotte Title: Making up your mind about a complex technology : an investigation

Nadere informatie

Zorgdragen voor doeltreffende, efficiënte en volledige informatie uitwisseling.

Zorgdragen voor doeltreffende, efficiënte en volledige informatie uitwisseling. 1.0 DOELSTELLING Zorgdragen voor doeltreffende, efficiënte en volledige informatie uitwisseling. 2.0 WERKWIJZE Algemeen Om een doeltreffende informatievoorziening te bewerkstelligen wordt vrijwel dagelijks

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Onderzoek naar initiatieven en toelichting op de actieve deelname aan het initiatief van Van der Pols Pernis Machineverhuur B.V. Auteur(s): Dhr.

Nadere informatie