Is er sprake van een open systeem, waar extra warmte (q) en asarbeid (w as ) aan wordt toe- of afgevoerd, dan wordt de vergelijking:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Is er sprake van een open systeem, waar extra warmte (q) en asarbeid (w as ) aan wordt toe- of afgevoerd, dan wordt de vergelijking:"

Transcriptie

1 ENERGIEBALANSEN 1 Algemene energiebalans voor een open doorstroomd systeem: Bij het ontwikkelen van de massabalans als hulpmiddel voor de technoloog hebben we kernreacties buiten beschouwing gelaten. Behalve in kernreacties zijn atomen ondeelbaar en onvernietigbaar. Voor elk doorstroomd systeem moet dan gelden dat wat er aan atomen, en gesommeerd over alle atoomsoorten, aan massa (M in kg) per tijdseenheid (Δt in s) ín gaat er ook weer uit moet komen, tenzij er in het systeem accumulatie optreedt: Min Muit ΔM = Δt Δt Δt (1) Als we (M/Δt) vervangen door Σφ m (een sommatie van massastromen) en uitgaan van een stationaire toestand, zonder chemische reacties, en zonder accumulatie, moet bij sommeren van de massa over alle chemische verbindingen die het systeem binnengaan en die het systeem verlaten gelden: ( φm) = ( φm) (2) in uit kg s De Wet van Behoud van Energie stelt dat energie wel van verschijningsvorm kan veranderen maar onvernietigbaar is. In analogie met de massabalans kunnen we een energiebalans opstellen die voor een doorstroomd systeem geschreven kan worden als: Hin Huit ΔH = (3) Δt Δt Δt Als we (H/Δt) vervangen door Σφ e (een sommatie van energiestromen) en uitgaan van een stationaire toestand, dus zonder accumulatie, moet bij sommeren van de energie over alle stromen die het systeem binnengaan en die het systeem verlaten gelden: J ( φe) = ( φe) = [ W ] in uit s (4) Is er sprake van een open systeem, waar extra warmte (q) en asarbeid (w as ) aan wordt toe- of afgevoerd, dan wordt de vergelijking: ( φe) ( φe) = q+ was = [ W] (5) uit in J s Let op de definitie: uitgaande energiestromen ingaande energiestromen = q + w as. Daarom is q positief als er energie aan het systeem wordt toegevoerd en negatief als er energie door het systeem geproduceerd wordt. Voor ΔH mogen we H 2 - H 1 schrijven, ofwel H uit - H in. (H/Δt) in of uit staat voor de totale enthalpiestroom (in of uit). Bij meer dan één in- en/of uitgaande enthalpie-stroom is het handiger per stroom te kijken. De kleine letter <h> staat dan voor de hoeveelheid enthalpie per massahoeveelheid, en wordt in [J/kg] of in [kj/kg] uitgedrukt. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 1 van 14

2 Ook de kinetische en de potentiële energie kunnen we per stroom aangeven. Gesommeerd over alle ingaande massastromen (1 - i) en alle uitgaande massastromen (j - z) en rekening houdend met de kinetische en potentiele energie wordt de algemene energiebalans voor een open doorstroomd systeem: z i φm( h+ ke+ pe) φm( h ke pe) q w j + + = + (6) j as j Door vereenvoudigende aannamen worden uit deze algemene energiebalans in de praktijk zeer bruikbare deelbalansen afgeleid: de (thermische) enthalpiebalans en de mechanische energiebalans. 2 Verschijningsvormen van Enthalpie Bij berekeningen met behulp van de thermische energiebalans speelt de enthalpie een grote rol. Onderscheiden kunnen worden: 1 Vormingsenthalpie van chemische verbindingen Aan elk element, in zijn meest stabiele vorm bij standaardomstandigheden van temperatuur en druk (298 K en 100 kpa), wordt per definitie een enthalpie ter grootte van 0 [kj/kg] toegekend. Voor elke verbinding kan dan experimenteel een vormingsenthalpie bij standaardcondities (298 K, 100 kpa) vastgesteld worden, die laat zien hoe groot de enthalpie van die verbinding is, gemeten op de schaal waar de zuivere elementen een enthalpie van 0 [kj/kg] hebben. Voorbeeld: vloeibaar water (H 2 O) heeft een vormingsenthalpie die in de thermodynamische literatuur wordt aangegeven als: ΔH f,298 = -285,8 kj/mol, en in de technologie als: h l(298) = -15,9 kj/kg. Het gaat in beide gevallen natuurlijk om exact hetzelfde gegeven: als water uit zijn elementen zuurstof en waterstof gevormd wordt komt bij die reactie 285,8 kj/mol = 15,9 kj/kg aan warmte vrij. Het enthalpieniveau of de vormingsenthalpie van vloeibaar water bij 298 K en 100 kpa ligt 285,8 kj/mol = 15,9 kj/kg lager dan dat van gasvormig zuurstof en gasvormig waterstof bij 298 K en 100 kpa. Reactie-enthalpie van chemische reacties De vormingsenthalpie van tal van chemische verbindingen is in tabellen-boeken te vinden (of van het Internet te halen). Voor een chemische reactie geldt nu dat de reactie-enthalpie gelijk is aan de som van de vormings-enthalpieën van de produkten verminderd met de som van de vormings-enthalpieën van de reactanten: o o ΔH reactie = H f,producten H f,reactanten # kj & % ( (7) $ kmol i' Merk op dat het bij het opgeven van de reactie-enthalpie noodzakelijk is te vermelden per kmol i, waarbij i staat voor een product of een reactant. Voorbeeld: de verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m 3 : De verbrandingsreactie is: CH 4 (g) + O 2 (g) CO 2 (g) + 2 H 2 O (g) (8) ΔH f = -74, ,5-241,8 kj/mol ΔH reactie = (-393,5) + 2*(-241,8) - (-74,81) = -802,3 MJ/kmol CH 4 INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 2 van 14

3 Onder standaardomstandigheden neemt 1 mol van een gas een volume van 200/9 liter in, ofwel 1 kmol = 22,2 m 3. Bij de volledige verbranding van zuiver methaan komt dus 802,3/22,2 = 36,1 MJ/m 3 methaan vrij. (tenminste voor produkten en reaktanten onder standaardomstandigheden: 298K en 100 kpa)! Voelbare warmte Wordt een ketel water uit de kraan verwarmd op een kookplaat, dan stijgt de temperatuur van het water. De temperatuurstijging is rechtevenredig met de hoeveelheid toegevoerde warmte (Q), en omgekeerd evenredig met de hoeveelheid water in de ketel (M) en de warmtecapaciteit (c p ) van dat water: Q Δ T = (9) M c * p Vanwege de met de toegevoerde warmte rechtevenredige temperatuursstijging spreekt men hier van voelbare warmte. Door het toevoeren van warmte aan een stof stijgt de enthalpie. De voelbare enthalpie (Δh sens ) wordt gedefinieerd als: hsens = cp dt Δ h= cpdt cp ΔT (10) Als de warmtecapaciteit (bij constante druk) over een bepaald traject constant is, of als geen grote fout gemaakt wordt door een gemiddelde waarde te nemen, kan de c p buiten de integraal gehaald worden. Van talrijke stoffen is de warmtecapaciteit bij constante druk (c p ) experimenteel bepaald en in tabellenboeken of een polynoom van de vorm: c A BT CT DT kj kg. K 2 3 p = (11) vastgelegd. Voor water in vloeibare vorm is de warmtecapaciteit redelijk constant, en heeft de waarde van 4,19 kj.kg -1.K -1. Latente warmte Wordt water verwarmd tot 100 C (of ijs tot 0 C), en wordt meer warmte toegevoegd, dan stijgt de temperatuur niet verder maar vindt er een fase-overgang plaats. In het eerste geval van de vloeibare naar de gasfase, in het tweede geval van de vaste naar de vloeibare fase. Omdat nu de temperatuur constant blijft (zolang de fase-overgang nog niet volledig is spreekt men hier van latente (= verborgen) warmte. In principe zijn verdampen/condenseren en smelten/stollen omkeerbare processen: de verdampingsenthalpie (die toegevoerd moet worden) is in grootte gelijk (maar met omgekeerd teken) aan de condensatiewarmte (die afgevoerd moet worden). Evenzo voor smeltwarmte/stollingswarmte. Δh vap =h g h l Δh fus =h l h s (bij kookpunt) (bij smeltpunt) (12) INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 3 van 14

4 3 Thermische energiebalans (of enthalpiebalans) Een chemisch proces begint met de grondstoffen nog in de voorraadtank en eindigt met de producten in opslagtanks. Het is duidelijk dat we de veranderingen in kinetische en in potentiële energie mogen verwaarlozen ten opzichte van de toeen afgevoerde warmte en arbeid. Ook per procesapparaat kunnen de veranderingen in PE en KE vaak verwaarloosd worden. Invullen van ΔPE = 0 en ΔKE = 0 in de algemene energiebalans (6) brengt deze terug tot de thermische energiebalans: ( φmh) uit ( φmh) in= q+ w (13) as In woorden: de aan een open doorstroomd systeem in de stationaire toestand toegevoerde energie in de vorm van warmte en as-arbeid is gelijk aan de som van alle uitgaande enthalpiestromen verminderd met de som van alle ingaande enthalpiestromen. Veel apparaten zijn thermisch goed geïsoleerd en vertonen dus geen uitwisseling van warmte met de omgeving. Zij werken adiabatisch. Als er dan ook geen arbeid op of door het systeem verricht wordt zijn q en w as beide nihil, en wordt (13) verder vereenvoudigd tot (14): ( φ h) ( φ h) = 0 m uit (14) m in Als we ons dan verder beperken tot alleen voelbare warmte en een warme en een koude stroom waarbij in een warmtewisselaar warmte wordt overgedragen van de warme op de koude stroom vereenvoudigt (14) nog verder tot: ( φ c Δ T) = ( φ c Δ T) (15) m p warm m p koud Let op het minteken! Dat is nodig omdat de ΔT = T 2 - T 1 voor de warme stroom negatief is en die voor de koude stroom positief. Vergelijking (15) vindt uitgebreid toepassing bij warmte-overdrachtsberekeningen. Voor de overgedragen enthalpiestroom geldt: φ = ( φ c Δ T) =+ ( φ c Δ T) (16) h m p warm m p koud 4 Warmte-overdracht Elk temperatuurverschil is een drijvende kracht voor warmte-overdracht, altijd van de plaats met de hogere temperatuur naar die met de lagere. We beperken ons hier weer tot de stationaire toestand. Er zijn drie mechanismen te onderscheiden, voor warmtetransport: o convectie (of meesleuring) o geleiding o straling Elke drijvende kracht wordt in toom gehouden door een weerstand. De grootte van de warmtestroom per vierkante meter (φ h /A = J h ) is recht evenredig met het temperatuurverschil (ΔT) en omgekeerd evenredig met de weerstand (1/α): φh drijvende kracht ΔT W = Jh = = 2 A weerstand 1 m α (17) α is de zogenoemde warmte-overdrachtscoefficient, met de dimensie [W.m -2.K -1 ]. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 4 van 14

5 Convectie Meestal wordt vergelijking (17) geschreven in de vorm van de afkoelingswet van Newton, die hij opstelde voor convectieve warmte-overdracht nadat hij waarnemingen had gedaan met betrekking tot het afkoelen van een meer. Warmte wordt uit het water meegenomen en afgevoerd door de langsstromende lucht. De warmte-overdrachtscoefficient α is zelf niet afhankelijk van de temperatuur of van het temperatuurverschil, maar wel van de aard en van het relatieve stromingspatroon van de twee media waartussen het warmtetransport plaats vindt: J = α ( T T ) (18) T 1 is uiteraard de hogere temperatuur. h Convectiestromen worden op gang gebracht door temperatuurverschillen. Een mooi voorbeeld wordt gevonden in de vorm van de verwarmingselementen van een c.v.installatie in de huiskamer. Ten onrechte worden die ook vaak radiatoren genoemd. Daarbij wordt dan voorbijgegaan aan het feit dat de bulk van het warmtetransport door convectie, en niet door straling, gerealiseerd wordt. Warm water stroomt door twee parallelle holle platen, met daartussen een spleet. De lucht in de spleet wordt sterk verwarmd, waardoor de dichtheid daalt en een circulatiestroom in gang gezet wordt: koude kamerlucht wordt onderaan aangezogen en warme lucht stijgt bovenuit de spleet richting plafond. Geleiding Een temperatuurverschil tussen twee plaatsen in een homogeen lichaam geeft aanleiding tot warmte-transport door geleiding. De warmteflux in de stationaire toestand wordt gegeven door de Eerste Wet van Fourier, hier in zijn geïntegreerde vorm: λ ( T1 T2) Jh = (19) D λ is de warmtegeleidingcoëfficiënt (in W.m -1. K -1 ). T 1 is ook hier weer de hogere temperatuur, en D is de afstand (in m) waarover het warmtetransport plaats vindt. Het temperatuurverschil (T 1 - T 2 ) is de drijvende kracht voor de warmteflux, terwijl (D/λ) de weerstand levert. Wat α is in de wet van Newton is λ/d in die van Fourier. Straling Vooral bij hogere temperaturen kan het aandeel van (elektromagnetische) straling in de warmte-overdacht belangrijk zijn. Straling kan, in tegenstelling tot convectie en geleiding, ook warmte overdragen via het luchtledige. De elektromagnetische golven veroorzaken in het absorberende lichaam trillingen en bewegingen op moleculair niveau, en verhogen daardoor de inwendige energie en via deze de temperatuur. Theoretisch kan worden afgeleid dat de energieflux die uitgaat van een zwart lichaam recht evenredig is met de vierde macht van de absolute temperatuur: J 1 2 W m. K 4 9 h = σt σ = 56,697*10 (20) 2 4 σ is de constante van Stefann Boltzmann. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 5 van 14

6 Het netto warmtetransport tussen twee vlakken met verschillende temperatuur is dus niet, zoals bij convectie en geleiding, recht evenredig met het temperatuurverschil, maar moet berekend worden uit het verschil van de vierde machten van de wederzijdse absolute temperaturen: J h = σ (T T 2 4 ). 5 Samengestelde warmte-overdracht Parallelle warmtetransporten met meer dan één mechanisme komen in de praktijk vaak voor. Een kachel kan zijn omgeving tegelijkertijd verwarmen door straling, door convectie en door geleiding. Vaak overheerst daarbij één mechanisme zo sterk dat de bijdragen van de andere mechanismen verwaarloosd mogen worden. Behalve bij zeer goed geleidende fluida, zoals gesmolten zouten of metalen, is in het geval van turbulent stromende media de bijdrage van geleiding te verwaarlozen ten opzichte van die door convectie. Als er meer mechanismen tegelijkertijd actief zijn zonder dat er één overheerst dan wordt de totale warmte-overdrachtscoëfficiënt U gevonden door de partiële warmteoverdrachts-coëfficiënten α te sommeren: Parallele warmteoverdracht : U = α (21) U is de totale warmte-overdrachtscoëfficient, met de dimensie [W.m -2.K -1 ]. Het berekenen van de Totale Warmte-Overdrachtscoefficient U en van de Partiële Warmte-overdrachtscoefficienten α waaruit U is opgebouwd komt aan de orde in het vakgebied van de Fysische Transport Verschijnselen. Als er meerdere warmteoverdragende mechanismen actief zijn die in serie staan dan wordt de totale weerstand tegen warmte-overdracht (1/U) gevonden door de partiële weerstanden (1/α) te sommeren. Zie analogie met serie en parallel schakeling van elektrische weerstanden U = α + λ + li α (22) re d 6 Bevorderen van warmteoverdracht In veel gevallen is het zo efficiënt mogelijk overdragen van warmte gewenst. Vrijkomende reactiewarmte moet worden afgevoerd door te koelen, bijvoorbeeld om een runaway reactie te voorkomen; of een kamer moet worden opgewarmd. De vergelijking die in de praktijk het meest gebruikt wordt in de berekening van warmteoverdracht is een vorm van de afkoelingswet van Newton (23): φ = = Δ (23) h UAT ( 1 T2) UA T Het minteken in het tweede deel volgt uit de conventies dat ΔT = T 2 - T 1 en dat T 1 de hogere temperatuur is, omdat warmte alleen van hoog naar laag kan stromen. In de praktijk wordt vaak slordig met het minteken omgesprongen, zodat dan eigenlijk de absolute waarde gelezen moet worden: φ = UAΔ T (24) h De warmtestroom kan bevorderd worden door: INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 6 van 14

7 vergroten van de totale warmte-overdrachtscoefficient U Waar het om geleiding gaat kan worden gekozen voor dunne wanden van goed geleidend materiaal. Convectief warmtetransport kan worden bevorderd door met grotere stroomsnelheden te werken. De weerstand tegen warmte overdracht wordt kleiner, ofwel α wordt groter, wat doorwerkt in U. Let op: het vergroten van de stroomsnelheid heeft alleen het beoogde effect van een significante vermindering van de totale weerstand als dat gebeurt aan de zijde waar de weerstand bepalend is voor de weerstand tegen warmte-overdracht. Bij een huiskamer convector van een c.v. installatie zit de weerstand aan de luchtzijde. Verhogen van de stroomsnelheid van het circulatiewater zou nauwelijks leiden tot het afgeven van meer warmte. Lucht langs de convector blazen zou wel helpen de kamer sneller op te warmen. Het stralingsaandeel kan vergroot worden door met zwarte oppervlakken te werken. vergroten van het uitwisselend oppervlak A Ook dit heeft het beoogde effect als het aan de kant van de weerstand gebeurt. Vandaar dat verwarmingselementen vaak van vinnen van goed geleidend metaal worden voorzien. Dit om het luchtzijdig oppervlak groter te maken. vergroten van het temperatuurverschil ΔT Het temperatuurverschil is de drijvende kracht voor warmteoverdracht. Het is op zich een goed idee de ketelthermostaat van een CV-installatie in voor- en najaar lager te zetten (bijvoorbeeld op 70 C) dan in de winter (bijvoorbeeld op 90 C), omdat de warmtebehoefte in de winter veel groter is. Op deze wijze is s winters het temperatuurverschil groter. De gewenste kamertemperatuur is immers nagenoeg dezelfde in zomer en winter. 7 Tegengaan van warmteoverdracht Zoals het in voorkomende gevallen gewenst is warmteoverdracht te bevorderen, zo kan het ook gebeuren dat warmteoverdracht juist ongewenst is. Denk aan de isolatie van woningen en kantoren, of aan het hitteschild van een ruimtevaartuig. De te treffen maatregelen zijn nu precies omgekeerd: verkleinen van de totale warmte-overdrachtscoefficient U Mogelijke ontwerpmaatregelen zijn: - dikke wanden van slecht geleidend materiaal: tegengaan van geleiding. - aan beide zijden zo min mogelijk stroming: tegengaan van convectie. Polystyreenschuim (piepschuim) is een uitstekend isolatiemateriaal; het bestaat grotendeels uit lucht (een slechte warmtegeleider), terwijl de polystyreenmatrix stroming van die lucht verhindert. - oppervlakken met een glanzende metalen deklaag: tegengaan van straling. verkleinen van het uitwisselend oppervlak A Een bol heeft in dat opzicht de meest gunstige volume/oppervlak verhouding. verlagen van het temperatuurverschil ΔT Een mooi voorbeeld is het aanbrengen van elektrische verwarming om een kolf in het laboratorium die zo geregeld wordt dat de verwarmingsmantel steeds dezelfde temperatuur heeft als de inhoud van de kolf. Het warmtetransport van of naar de kolf is dan nihil, ofwel de reactie in de kolf kan verlopen onder adiabatische omstandigheden. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 7 van 14

8 8 Directe en indirecte warmteoverdracht Wie badwater van een aangename temperatuur maakt door warme en koud water in de gewenste verhouding te mengen doet aan directe warmteoverdracht. Het warme water mengt zich met het koude water, waarbij het eerste in temperatuur daalt en het tweede in temperatuur stijgt. Dit is een vorm van directe warmteoverdracht: de twee media zijn niet gescheiden door een wand, en komen direct met elkaar in contact. In de procesindustrie is stoom een veelgebruikte utility, en in sommige gevallen wordt een vloeistof het snelst en het goedkoopst opgewarmd door er stoom in te blazen. Dit is het zogenaamde verwarmen met open stoom. De grootste bijdrage in de verwarming wordt geleverd door het condenseren van de stoom. Bijmengen van een relatief geringe hoeveelheid water, het condensaat, mag niet tot problemen leiden, en (relatief kostbaar want gedemineraliseerd) ketelvoedingswater kan niet teruggewonnen worden. Van indirecte warmteoverdracht wordt gesproken als het warme en het koude medium door een tussenmedium, bijvoorbeeld een metalen wand, van elkaar gescheiden zijn. Bij fornuizen en bij warmtewisselaars is sprake van indirecte warmteoverdracht. 9 Warmtewisselaars Warmtewisselaars zijn apparaten waarmee warmte overgedragen wordt van het ene stromende medium op het andere. Het warmtetransport is indirect: de media worden gescheiden gehouden door een vaste wand. De belangrijkste typen warmtewisselaars zijn: Figuur 3-1: Dubbele pijp warmtewisselaar - de dubbele pijp warmtewisselaar; dit is de eenvoudigste vorm, vergelijkbaar met de Liebig-koeler in het organisch laboratorium. Het werkzame gedeelte bestaat uit twee concentrische buizen. De ene vloeistof wordt door de binnenbuis gepompt, de andere stroomt door de buitenbuis, en omspoelt zo de binnen-buis (in de tekening in meestroom). - de pijpenbundel warmtewisselaar, in het engels shell & tube. Een bundel pijpen, recht of U-vormig wordt omgeven door een mantel. De ene vloeistof stroomt door de pijpen, de andere door de mantel. - de platenwarmtewisselaar, die per m 2 uitwisselend oppervlak weinig ruimte inneemt en zich eenvoudig laat reinigen. Dit type wordt, in roestvast stalen uitvoering, veelvuldig toegepast in de zuivelindustrie. 3-3 : - Figuur 3-2: Pijpenbundel Warmtewisselaar (E.E. Ludwig (1984), Vol 3, p.5.) INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 8 van 14

9 Figuur 3-3: Platenwarmtewisselaar, W. Hemming (1993), p de luchtkoeler, in het engels air fin. Omgevingslucht wordt aangezogen en langs een netwerk van dunne buisjes, voorzien van metalen kransen, geblazen. Vergelijk de koeler van een auto. Dit type wordt daar toegepast waar koelwater schaars is. Naar de toepassing kunnen warmtewisselaars onderscheiden worden in: - echte warmtewisselaars, in het engels heat exchanger. Warmte wordt overgedragen van een af te koelen op een op te warmen processtroom. - condensors (engels: condenser), waarmee een dampstroom, bijvoorbeeld het topprodukt van een destillatiekolom geheel of gedeeltelijk gecondenseerd wordt. - koelers (engels: cooler, chiller), waarmee een processtroom met koelwater of een koelmiddel (eng.: refrigerant) zoals vloeibare ammoniak of freon wordt afgekoeld, vaak tot onder 20 C. - verhitters (eng.: heater) voor het opwarmen van een processtroom door middel van condenserende stoom of een hot oil zoals Dowtherm. - oververhitters (eng.: superheater), om een damp tot boven zijn verzadigings-temperatuur (het dauwpunt) te verhitten. - verdampers (eng.: vaporiser), waarin een vloeistof verdampt wordt. Een specifieke toepassing is de herverdamper (opkoker of reboiler) van een destillatiekolom. - indampers (eng.: evaporator), waarmee een oplossing geconcentreerd wordt. - economizers, waarmee latente en voelbare restwarmte in rookgassen nuttig gebruikt wordt, bijvoorbeeld om ketelvoedingswater (boiler feed water) voor te verwarmen. Fornuizen (furnace) en kook- en stoomketels (boiler) zijn voorbeelden van ondervuurde warmtewisselaars (fired exchanger). Voor pijpenbundel-warmtewisselaars bestaat een wereldwijde standaard, die van de Amerikaanse Tubular Exchanger Manufacturers Association, de TEMA standaard. Zie de beschrijving in Perry, hoofdstuk 11. Bij een pijpenbundel-warmtewisselaar zijn er vaak aanzienlijke verschillen in temperatuur tussen pijpen en mantel. Dit vraagt om voorzieningen die materiaalspanning door ongelijke thermische uitzetting moeten voorkomen. Ook de mate waarin vervuiling van de pijpen verwacht wordt zal medebepalend zijn bij het kiezen van een type. Zo is het schoonmaken van rechte pijpenbundels in beginsel minder moeilijk dan dat van U-buizen. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 9 van 14

10 10 Berekeningen aan warmtewisselaars Bij de berekeningen van de warmteoverdracht van een warm naar een koud fluidum gebruiken we in deze paragraaf T 1 en T 2 voor de begin- respektievelijk de eind-temperatuur van de warme stroom, en t 1 en t 2 voor de begin en de eind-temperatuur van de koude stroom. Dat betekent dat bij een meestroom-warmtewisselaar het temperatuurverschil bij de ingang (T 1 - t 1 ) is, en bij de uitgang (T 2 - t 2 ), terwijl bij een tegenstroom-warmtewisselaar die verschillen respectievelijk (T 1 - t 2 ) en (T 2 - t 1 ) zijn. T 1 T 2 T 2 T 1 φ h t 1 t 2 t 1 t 2 meestroom tegenstroom Figuur 3-4: warmtewisselaars in mee- resp. tegenstroom schakeling Omdat er zonder een temperatuurverschil als drijvende kracht geen warmte-overdracht kan plaatsvinden, en omdat warmte alleen van een hogere naar een lagere temperatuur kan stromen zal in beide gevallen voor elke plaats in de warmtewisselaar moeten gelden dat T > t. Dit betekent voor de meestroomwarmtewisselaar dat de eindtemperaturen elkaar kunnen naderen, maar dat, ongeacht de grootte van het warmte-overdragend oppervlak A de eindtemperatuur van de koude stroom lager zal zijn dan de eindtemperatuur van de warme stroom: t 2 < T 2. De limiet voor beide stromen is de temperatuur die een mengsel van de twee stromen zou innemen (directe en volledige warmte-overdracht). Voor de tegenstroom warmtewisselaar geldt deze limiet niet: het is heel goed mogelijk dat de eindtemperatuur van de koude stroom na opwarming hoger is dan de eindtemperatuur van de warme stroom na afkoeling: t 2 > T 2. In dat geval wordt gesproken van een temperature cross over. Het kleinste temperatuurverschil tussen de warme en de koude stroom wordt de naderingstemperatuur of approach temperature genoemd. Dit kleinste temperatuurverschil kan aan de ingang of aan de uitgang van een warmtewisselaar gevonden worden. Het is een belangrijke ontwerpparameter: een ontwerpkeuze voor een kleinere temperature approach betekent dat er meer warmte wordt overgedragen, maar dit gaat ten koste van een groter benodigd warmteoverdragend oppervlak. Er moet dus geoptimaliseerd worden, waarbij de extra opbrengst (bijvoorbeeld meer teruggewonnen warmte) moet worden afgewogen tegen de extra investeringskosten die een grotere warmtewisselaar met zich brengt. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 10 van 14

11 In de figuren 3-5 en 3-6 is het temperatuurverloop van een warme en van een koude stroom uitgezet tegen het warmte-overdragend oppervlak in respectievelijk een meestroom- en een tegenstroom-warmtewisselaar. De basis voor de aan de figuren ten grondslag liggende berekeningen was: T 1 t 1 W K U A [ C] [ C] [W.K -1 ] [W.K -1 ] [W.m -2.K -1 ] [m 2 ] W staat voor het produkt φ m c p van de warme (af te koelen) stroom, en K voor dat van de koude (op te warmen) stroom. De dimensie van W en van K is: [kg.s -1 ]*[J.kg -1.K -1 ] = [W.K -1 ]. Uit de berekeningen volgen de eindtemperaturen: - meestroom: T 2 = 178 C, t 2 = 176 C (de limiet is 177 C). - tegenstroom: T 2 = 132 C, t 2 = 204 C Let op het geringe verschil tussen T 2 en t 2 bij meestroom, en let op de temperature crossover bij de tegenstroom: t 2 > T 2. Figuur 3.5: Meestroomwarmtewisselaar Figuur 3.6: Tegenstroomwarmtewisselaar De berekeningen zijn gebaseerd op drie onafhankelijke enthalpiebalansen: ( φh) ( φ w m p) ( φh) ( φm p) = c ( T T ) voor de warme stroom k ( φ ) h w 1 2 = c ( t t ) voor de koude stroom, en k 2 1 = U A T t voor de warmte overdracht (25) In een onder adiabatische omstandigheden werkende warmtewisselaar is er geen warmtelek naar de omgeving, dus - (φ h ) w = (φ h ) k = φ h. <T - t> staat voor het gemiddelde temperatuurverschil tussen de twee stromen. Kijken we naar het temperatuurverloop in de tegenstroomwarmtewisselaar van figuur 3-6, dan lijkt het vrij redelijk <T-t> te benaderen als: ( T t ) + ( T t ) =Δ (26) T t T Kijken we echter naar het temperatuurverloop in de meestroomwisselaar dan zou INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 11 van 14

12 vergelijking (26) een onjuiste <T-t> berekenen. Er is immers maar een relatief klein deel van het oppervlak dat een groter temperatuurverschil laat zien dan het rekenkundig gemiddelde van de verschillen links en rechts. Wijken de verschillen links en rechts niet te ver van elkaar af, dan kan bij de berekening van het oppervlak het rekenkundig gemiddelde worden genomen. Voor meestroomwarmtewisselaars, waar die verschillen wel sterk van elkaar afwijken, en voor meer nauwkeurige berekeningen aan tegenstroomwarmte-wiselaars is het beter het logarithmisch gemiddelde temperatuurverschil ΔT LM te gebruiken. ΔTlinks ΔT Δ TLM = ΔTlinks ln ΔT rechts rechts (27) En wordt de vergelijking: φ = UAT t = UAΔ T = UA h LM ( T1 t1) ( T2 t2) ( T t ) 1 1 ln ( T2 t2 ) (28) Deze betrekking is geldig voor beide soorten warmtewisselaars. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 12 van 14

13 11. Voorbeeld: warmtewisselaarnetwerk. Cooler 50 C 40 C #1 C T 2 C T 1 C WW I 120 C 100 C 110 C #2 WW II T 3 C 130 C Heater #3 H 140 C Bovenstaande schets beschrijft een (mini)netwerk van drie processtromen en vier warmte-wisselaars (C, WW I, WW II en H). Hoofdprocesstroom #1 dient te worden opgewarmd van T 2 naar 140 C. Daartoe wordt gebruik gemaakt van twee andere processtromen (#2 in WW I en #3 in WW II) en als laatste hot utility in de vorm van stoom in de Heater H. Procestroom #2 moet na warmtewisseling nog verder worden afgekoeld tot 40 C m.b.v. cold utility koelwater in de Cooler C. Van de stromen is het volgende bekend: Stroom Begintemp. [ºC] Eindtemp. [ºC] Debiet [kg/s] Warmtecap. [kj/kg.k] # 1 T ,2 2,0 # ,6 5,0 # ,8 3,0 en van de warmtewisselaars: Aanduiding Bijzonderheden WW I U gelijk aan die in warmtewisselaar II WW II A = 3,0 m 2 Heater H Warmtetoevoer door condenserende stoom (Δh vap = 2250 kj/kg) Cooler C Het koelwater stijgt 25 ºC in temperatuur en verlaat met 50 ºC de koeler. De c p van het koelwater is 4,19 kj/kg.k. Gevraagd wordt: a Bereken T 1 en het koelwaterdebiet in warmtewisselaar C (=Cooler) als gegeven is dat het minimale temperatuursverschil (tussen koelwater en processtroom #2) 10 ºC is. b Bereken het vermogen van WW I en de temperatuur T 2. c Bereken het vermogen van WW II en de temperatuur T 3 d Bereken de warmte-overdrachtscoefficient U van WW II. e Bereken het warmte-overdragend oppervlak van warmtewisselaar I, waarbij nog gegeven is dat de totale warmte-overdrachtscoefficient U in WW I en II even groot is. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 13 van 14

14 Uitwerking: a Het koelwater moet ervoor zorgen dat stroom #2 wordt afgekoeld van T 1 naar 40 C. Zie de tabel waarin staat dat het koelwater met 25 C stijgt tot 50 C. Daarmee is de ingangstemperatuur 25 C. Verder is gegeven dat het minimum temperatuurverschil 10 C is. Daarmee is T 1 te bepalen omdat dit dan aan deze zijde van de koeler geldig is. De waarde van T 1 = 60 C. De hoeveelheid energie is dan 0,6 * (60-40) * 5.0 = 60 kw. Het koelwater mag 25 C stijgen en heeft een C p van De flow wordt dan 60/(25*4.19)= 0.57 kg/s. b WW I: #2 staat af: 0.6 * 5.0 * (120-60) = 180 kw De temperatuur T 2 is nu te berekenen door uitgaande van de 100 C (van #1) aan de ingang de uitgaande temperatuur te berekenen. T 2 = /(1.2*2) = C = 25 C c WW II: #3 staat af 0.8 * 3.0 * ( ) = 48.0 kw af De temperatuur T 3 is nu als volgt te berekenen: T 3 = /(1.2*2) = 120 C d WW II: warmt stroom #1 op van 100º tot 120 en koelt #3 van 130º naar 110º ( ) ( ) Δ T LM = = ln Dit geeft normaal bij een rekenmachine een foutmelding. Het temperatuursverschil voor warmteoverdracht is gewoonweg over de gehele warmtewisselaar constant = 10 C U ϕh = = = AΔ T 3, 0 10 LM 1600 W 2 m K e WW I: Stroom #2 koelt af van 120 naar 60 C, stroom #1 warmt op van 25º naar 100º ( ) (60 25) Δ T LM = = 26, ln WW II: A φh = = = UΔ T ,8 LM 4,19 m 2 Einde van opgave. INLEIDING PROCESTECHNOLOGIE - A.G.J. VAN DER HAM 14 van 14

oefenopgaven wb oktober 2003

oefenopgaven wb oktober 2003 oefenopgaven wb1224 2 oktober 2003 Opgave 1 Stoom met een druk van 38 bar en een temperatuur van 470 C wordt geëxpandeerd in een stoom-turbine tot een druk van 0,05 bar. De warmteuitwisseling van de turbine

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties! Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 7 april 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee.

Nadere informatie

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................

Nadere informatie

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt. Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4 Vraag : Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en bara,,5 kg/m bedraagt. Bereken: (0) a. De specifieke gasconstante R s. (0) b. De druk die

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 21 juni 2010 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar

Nadere informatie

Energie en Energiebalans. Dictaat hoofdstuk 5

Energie en Energiebalans. Dictaat hoofdstuk 5 Energie en Energiebalans Dictaat hoofdstuk 5 Inleiding Energiebalansen = boekhouden met energie elementaire warmteleer; energieberekeningen rond eenvoudige systemen en chemische reacties Overzicht college

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag

Nadere informatie

Menu. Inleiding Algemene informatie Toepassingen Berekening van warmteoverdracht. 360º aanzicht platenwarmtewisselaar

Menu. Inleiding Algemene informatie Toepassingen Berekening van warmteoverdracht. 360º aanzicht platenwarmtewisselaar Menu Inleiding Algemene informatie Toepassingen Berekening van warmteoverdracht 360º aanzicht platenwarmtewisselaar demontage van platenwarmtewisselaar vloeistofstromen door platenwarmtewisselaar Warmtewisselaar:

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 25 juni 07 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Ieder onderdeel wordt (indien nodig)

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) dinsdag 21 januari 2003 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is een formulier

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam Naam:. Studentnummer Leiden:... En/of Studentnummer Delft:... Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel]

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Gebruik bij deze opdrachten BINAS-tabellen 8 t/m 12 / 38A / 56 / 57. Rekenen met vormingswarmte

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van BINAS en een (grafische) rekenmachine. Let op eenheden en significante cijfers. 1.

Nadere informatie

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur.

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur. In tegenstelling tot een verandering van druk of concentratie zal een verandering in temperatuur wel degelijk de evenwichtsconstante wijzigen, want C k / k L De twee snelheidsconstanten hangen op niet

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 13 april 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

Practicum: Fysische en Chemische Technologie. WARMTEWISSELAAR (Groot)

Practicum: Fysische en Chemische Technologie. WARMTEWISSELAAR (Groot) Practicum: Fysische en Chemische echnologie. WARMEWISSELAAR (Groot) Auteur: N.M. Leurs Revisie:. Schmeetz/ D. Dijkstra Versie: 1.3 Datum: augustus 2010 Laboratorium Procestechnologie Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

-- zie vervolg volgende pagina --

-- zie vervolg volgende pagina -- PT-1 hertentamen, 13-08-2013, 9:00-12:00 Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag goed door voordat je begint Schrijf op elk blad in ieder geval je naam

Nadere informatie

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be De 3D pen laat kinderen veilig 3D objecten tekenen Door middel van LED dioden aan het uiteinde van de pen zal de inkt direct stollen,

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart 2017 13.30-15.00 uur Docenten: T. Savenije, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor

Nadere informatie

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming H01N2a: Energieconversiemachines- en systemen Academiejaar 2010-2011 Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming Professor: Martine Baelmans Assistent: Clara

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN 4.1.1 SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT Wanneer we een zuivere vaste stof (figuur 4.1) verwarmen zal de temperatuur ervan stijgen. Na enige tijd wordt de vaste stof

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 24 juni 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) donderdag 2 februari 2006 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee of drie open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is

Nadere informatie

Bereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs

Bereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs jaar: 1989 nummer: 30 Een geïsoleerd vat bevat een water -ijs mengsel bij 0 C (273 K). Dit mengsel wordt langzaam verwarmd door een ondergedompelde weerstand die vanaf t = 0 s zorgt voor een constante

Nadere informatie

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) 1 Grootheid Symbool Eenheid

Nadere informatie

THERMODYNAMISCHE RENDEMENTEN BIJ DE PRODUCTIE VAN WARMTE VAN LAGE TEMPERATUUR

THERMODYNAMISCHE RENDEMENTEN BIJ DE PRODUCTIE VAN WARMTE VAN LAGE TEMPERATUUR THERMODYNAMISCHE RENDEMENTEN BIJ DE PRODUCTIE VAN WARMTE VAN LAGE TEMPERATUUR Nico Woudstra, TU Delft, 3ME-P&E-ET Leeghwaterstraat 44, 2628 CA Delft e-mail: n.woudstra@tudelft.nl 1 INLEIDING De kwaliteit

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 30 juni 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting door E. 1500 woorden 6 maart 2014 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Energie en warmte 3.1 warmte

Nadere informatie

IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00

IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00 IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00 Cursus: 4051IPTECY Inleiding ProcesTechnologie Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag volledig door voordat je aan (a) begint. Schrijf op elk blad

Nadere informatie

Eindantwoorden PT-1 toets , 8:45-10:30

Eindantwoorden PT-1 toets , 8:45-10:30 Eindantwoorden PT-1 toets 2-28-05-2014, 8:45-10:30 Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag goed door voordat je begint. Schrijf op elk blad je naam

Nadere informatie

NIVEAU 5. STOOMTECHNIEK EPT: Proefexamen

NIVEAU 5. STOOMTECHNIEK EPT: Proefexamen NIVEAU 5. STOOMTECHNIEK EPT: Proefexamen TIJD 2 UUR:TOEGESTANE HULPMIDDELEN, REKENMACHINE, STOOMTABEL EN h-s en T-s DIAGRAM. Wat wordt verstaan onder het triple punt? 2. Bereken de entropie van natte stoom

Nadere informatie

Technische Thermodynamica 1, Deeltoets 2 Module 2, Energie en Materialen ( )

Technische Thermodynamica 1, Deeltoets 2 Module 2, Energie en Materialen ( ) Technische Thermodynamica 1, Deeltoets 2 Module 2, Energie en Materialen (201300156) Werktuigbouwkunde, B1 Faculteit der Construerende Technische Wetenschappen Universiteit Twente Datum: Oefentoets (TTD

Nadere informatie

1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1

1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1 TERMOCEMIE p. 1 1 Algemene begrippen De chemische thermodynamica bestudeert de energieveranderingen en energieuitwisselingen bij chemische processen. Ook het voorspellen van het al of niet spontaan verloop

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (3)

Klimaatbeheersing (3) Klimaatbeheersing (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Het airco-koelproces als kringloopproces 1.1 Het ph-diagram Het koelproces zoals in de auto-airco plaatsvindt maakt gebruik van de toestandsverandering

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 11 november 08 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart 2017 13.30-15.00 uur Docenten: T. Savenije, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 1 maart uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 1 maart uur Docenten: L. de Smet, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 1 maart 2016 13.30-15.00 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor

Nadere informatie

Bruto momenteel koelvermogen van een gekoelde ruimte

Bruto momenteel koelvermogen van een gekoelde ruimte C - BRUTO MOMENTEEL KOELVERMOGEN VAN EEN GEKOELDE RUIMTE Bruto momenteel koelvermogen van een gekoelde ruimte De norm NEN 1876 definieert diverse koelvermogens. Tabel 1 somt 7 definities op waarbij gelet

Nadere informatie

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn PT-1 tentamen, 26-06-2013, 9:00-12:00 Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag goed door voordat je begint Schrijf op elk blad in ieder geval je naam

Nadere informatie

VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01

VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01 VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01 Thermodynamica - A - PROEFTOETS- set 01 - E_2016 1/8 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare tijd: 100 minuten Uw naam:... Klas:...

Nadere informatie

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

Figuur 8.50: Toestandsdiagram van propaan naar ASHRAE Hoofdstuk 8: Kringprocessen 46

Figuur 8.50: Toestandsdiagram van propaan naar ASHRAE Hoofdstuk 8: Kringprocessen 46 Onderstaande figuur toont het ph-diagram van propaan, naar ASHRAE (boeken). Hierop moeten we aflezen, geen gemakkelijke karwei, tenzij men de zaken uitvergroot, of computerprogramma s zoals COOLPACK gebruikt.

Nadere informatie

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) donderdag 27 januari 2005 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee of drie open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is

Nadere informatie

Energiesysteemanalyse Thermische Centrales College TB142Ea, 19 mei 2014

Energiesysteemanalyse Thermische Centrales College TB142Ea, 19 mei 2014 Energiesysteemanalyse Thermische Centrales College TB142Ea, 19 mei 2014 Dr.ir. Gerard P.J. Dijkema E.On kolencentrales, Maasvlakte, Rotterdam. G.P.J. Dijkema 5 mei 2014 Faculty of Technology, Policy and

Nadere informatie

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn PT-1 tentamen, 26-06-2013, 9:00-12:00 Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag goed door voordat je begint Schrijf op elk blad in ieder geval je naam

Nadere informatie

Convectiecoëfficiënten en ladingsverliezen bij éénfasige

Convectiecoëfficiënten en ladingsverliezen bij éénfasige Hoofdstuk 3 Convectiecoëfficiënten en ladingsverliezen bij éénfasige stroming 3.1 Inleiding Eén-fasige stroming is de meest voorkomende stroming in een warmtewisselaar. Zelfs bij een condensor of een verdamper

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F/MNW Vrijdag 3 december 005 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een GR. Mogelijk nodige constantes: Gasconstante R = 8.31447 Jmol 1 K 1 = 8.0574 10 L

Nadere informatie

Fysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie. Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt:

Fysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie. Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt: Fysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie 1 Vraag 1 Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt: Bij constante T het volume reversibel verdubbeld. Het

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA voor BMT (8W180) Maandag 20 November van uur. Dit tentamen omvat 4 opgaven, die alle even zwaar meetellen.

TENTAMEN THERMODYNAMICA voor BMT (8W180) Maandag 20 November van uur. Dit tentamen omvat 4 opgaven, die alle even zwaar meetellen. TENTAMEN THERMODYNAMICA voor BMT (8W180) Maandag 20 November van 14.00 17.00 uur. Dit tentamen omvat 4 opgaven, die alle even zwaar meetellen. Als u vastloopt in een sub-vraag, kunt u voor het vervolg

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Classificatie van warmtewisselaars. 1.1 Inleiding. 1.1.1 Definitie

Hoofdstuk 1. Classificatie van warmtewisselaars. 1.1 Inleiding. 1.1.1 Definitie Hoofdstuk 1 Classificatie van warmtewisselaars 1.1 Inleiding 1.1.1 Definitie Een warmtewisselaar is een apparaat dat wordt gebruikt om overdracht van thermische energie (enthalpie) te realiseren tussen

Nadere informatie

Bereken het thermische rendement van een Rankine cyclus met keteldruk 180 bar en een condensatiedruk 0,05 bar.

Bereken het thermische rendement van een Rankine cyclus met keteldruk 180 bar en een condensatiedruk 0,05 bar. OPDRACHTEN* OPDRACHT 1 Bereken het thermische rendement van een Rankine cyclus met keteldruk 180 bar en een condensatiedruk 0,05 bar. OPDRACHT 2 Bereken het thermische rendement van een stoomturbinecyclus

Nadere informatie

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij 298.15K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar:

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij 298.15K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar: Oefenopgaven Thermodynamica 2 (29-9-2010) Opgave 1. Een stuk ijs van -20 C en 1 atm wordt langzaam opgewarmd tot 110 C. De druk blijft hierbij constant. Schets hiervoor in een grafiek het verloop van de

Nadere informatie

Tentamen x 3

Tentamen x 3 Tentamen 28.06.2011 Gebruik de meegeleverde vellen papier voor het schrijven van de oplossingen van de opgaven. Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op de eerste pagina. Nummer alle volgende

Nadere informatie

Meten is Weten. 1 Inhoud... 1

Meten is Weten. 1 Inhoud... 1 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Meten is weten... 2 2.1 Inleiding... 2 2.2 Debieten... 2 2.2.1 Elektromagnetische debietmeters... 4 2.2.2 Coriolis... 4 2.2.3 Vortex... 4 2.2.4 Ultrasoon... 4 2.2.5 Thermische

Nadere informatie

NIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE

NIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE NIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE TIJD 2 UUR TOEGESTANE HULPMIDDELEN, REKENMACHINE, STOOMTABEL EN H-S DIAGRAM 1. Noem de drie fasen waarin water kan verkeren. 2. Wat wordt verstaan onder verzadigde

Nadere informatie

Van aardgas naar methanol

Van aardgas naar methanol Van aardgas naar methanol Van aardgas naar methanol J.A. Wesselingh G.H. Lameris P.J. van den Berg A.G. Montfoort VSSD 4 VSSD Eerste druk 1987, 1990, 1992, 1998, licht gewijzigd 2001 Uitgegeven door: VSSD

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand

schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire)

Nadere informatie

MODULEHANDLEIDING. van de module. Procestechnologie 3 (PROC III)

MODULEHANDLEIDING. van de module. Procestechnologie 3 (PROC III) MODULEHANDLEIDING van de module Procestechnologie 3 (PROC III) Auteur: R. Boetes Revisie: T. Schmeetz Versie: 2013.2 Datum: april 2013 Inhoud: 1. Beginvereiste... 2 2. Relatie met andere modules... 2 3.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1700 woorden 17 januari 2010 6,6 24 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis

Nadere informatie

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 samenvatting Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) Iedere brandstof

Nadere informatie

Thermodynamica - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN.doc 1/7

Thermodynamica - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN.doc 1/7 VAK: Thermodynamica A Set Proeftoets AT01 Thermodynamica - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN.doc 1/7 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare tijd: 100 minuten Uw naam:... Klas:...

Nadere informatie

Aardwarmte / Luchtwarmte

Aardwarmte / Luchtwarmte 2015 Aardwarmte / Luchtwarmte Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel kun je meer leren over het onderwerp Aardwarmte/Luchtwarmte. Pagina 1 Inhoud 1.Aardwarmte / luchtwarmte...3 1.1 Doel van de

Nadere informatie

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid.

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid. 8. Luchtvochtigheid relatieve vochtigheid p e 100 % p absolute vochtigheid = dichtheid van waterdamp dauwpuntstemperatuur T d = de temperatuur waarbij de heersende waterdampdruk de maximale dampdruk is.

Nadere informatie

Duurzame klimaatinstallaties in Etten-Leur Woonbond Kennis- en Adviescentrum 6-11-2015 Siem Goede

Duurzame klimaatinstallaties in Etten-Leur Woonbond Kennis- en Adviescentrum 6-11-2015 Siem Goede Duurzame klimaatinstallaties in Etten-Leur Woonbond Kennis- en Adviescentrum 6-11-2015 Siem Goede Vraagstelling Inventariseren van de WKO-installaties van de complexen Wachter-Valpoort en Contrefort-Chrispijn.

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan

Nadere informatie

Warmte- en stromingsleer Examennummer: 93071 Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Warmte- en stromingsleer Examennummer: 93071 Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Warmte- en stromingsleer Examennummer: 93071 Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 10 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: 20 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

14/12/2015. Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker. Auteur: Rudy Beulens

14/12/2015. Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker. Auteur: Rudy Beulens Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker Auteur: Rudy Beulens E-mail: rudy.beulens@sbmopleidingen.be 1 Wat is koeltechniek Is een verzameling van technische oplossingen Bedoeld om ruimten,

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) Opgave 3 moet op een afzonderlijk blad worden ingeleverd.

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) Opgave 3 moet op een afzonderlijk blad worden ingeleverd. wb1224, 21 januari 2010 1 THERMODYNAMICA 2 (WB1224) 21 januari 2009 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit drie open vragen en 14 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 25 juni 2010 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Verbranding van Afval

Verbranding van Afval Energiewinning 4.0 De Ketel Het doel van de ketel is de warmte die tijdens de verbranding vrijkomt over te dragen aan het water, dat verdere benutting van die warmte mogelijk maakt. Reeds aan het eind

Nadere informatie

Na leren van paragraaf 5.1 kun je

Na leren van paragraaf 5.1 kun je Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf 5.

Nadere informatie

en tot hetzelfde resultaat komen, na sommatie: (9.29)

en tot hetzelfde resultaat komen, na sommatie: (9.29) 9.11 KRINGPROCESSEN In deze paragraaf wordt nagegaan wat de invloed is van wrijving op een kringproces, i.h.b. wat is de invloed van wrijving op het thermisch rendement en koelfactor. Beschouw een kringproces

Nadere informatie

Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek

Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek 3 juli 2015 Examen van 21 januari 2015 - voormiddag W6.2 7 punten) Schets de verschillende stromingsregimes bij filmcondensatie op een gekoeld verticaal oppervlak.

Nadere informatie

Richard Mollier (1863-1935)

Richard Mollier (1863-1935) Gaswet & Mollier College 2: h-x diagram voor vochtige lucht Richard Mollier (1863-1935) Hoogleraar TU-Dresden Thermodynamica, onderzoek naar eigenschappen van water stoom Diagrammen: H-S diagram Stoomtabellen

Nadere informatie

Warmte in de koudetechniek, een hot item

Warmte in de koudetechniek, een hot item Wijbenga info sheet 5: Warmte in de koudetechniek, een hot item In het ontwerp van een koelinstallatie wordt steeds meer aandacht besteed aan het energieverbruik. Dit kan bereikt worden door een zo hoog

Nadere informatie

Toestandsgrootheden en energieconversie

Toestandsgrootheden en energieconversie Toestandsgrootheden en energieconversie Dr.ir. Gerard P.J. Dijkema Faculty of Technology, Policy and Management Industry and Energy Group PO Box 5015, 2600 GA Delft, The Netherlands Eemscentrale, Eemshaven,

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 1712 woorden 7 februari 2012 5,3 38 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1 Kristalstructuur is een vorm die een vaste stof heft zoals:

Nadere informatie

Opstel Nederlands Warmte

Opstel Nederlands Warmte Opstel Nederlands Warmte Opstel door een scholier 2111 woorden 22 april 2018 7 3 keer beoordeeld Vak Nederlands Opdracht: Practicum Titel project: Warm houden https://www.scholieren.com/verslag/opstel-nederlands-warmte

Nadere informatie

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw.

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. De basis van isolatie en hoe INSULd8eco werkt in uw gebouw In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. Om de werking van onze isolatie oplossing goed te begrijpen,

Nadere informatie

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a - - a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 19 juni 2009 9:00-12:00 Rechts boven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar. 7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau

Nadere informatie

Fysische Chemie Werkcollege 5: Binaire mengsels-oplosbaarheid

Fysische Chemie Werkcollege 5: Binaire mengsels-oplosbaarheid Fysische Chemie Werkcollege 5: Binaire mengsels-oplosbaarheid Vraag Gegeven is de volgende cis-trans isomerisatiereactie Et: C 2 H 5, Pr: C 3 H 5 ): cis-ethc=chprg) trans-ethc=chprg) Met H 0 300 = -3.8

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

Oefening-examen fysische chemie 2e bachelor materiaalkunde & chemische ingenieurstechnieken

Oefening-examen fysische chemie 2e bachelor materiaalkunde & chemische ingenieurstechnieken Oefening-examen fysische chemie 2e bachelor materiaalkunde & chemische ingenieurstechnieken Prof. Zeger Hens 16 juni 2009 08:30 Vraag 1 Magnesium (Mg) is een metaal dat tegenwoordig bestudeerd wordt als

Nadere informatie

Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009

Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009 Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009 Maak elke opgave op een afzonderlijk vel papier Diktaat mag gebruikt worden, aantekeningen niet Succes! Opgave 1: Diversen (a) Geef de algemene reactie

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

CONSULTANTS IN HEAT TRANSFER. Agenda

CONSULTANTS IN HEAT TRANSFER. Agenda Agenda Wie is Kapp Warmteoverdracht Bestaande wisselaars in de Papier & Karton Industrie Warmtewisselaars en vervuilingen Enkele speciale ontwerpen Warmteterugwinning Specialist in Heat Transfer Sinds

Nadere informatie