Verschillen tussen vaders en moeders in het verband tussen uitdagend, overbeschermend en overcontrolerend opvoedingsgedrag en angst bij baby s.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verschillen tussen vaders en moeders in het verband tussen uitdagend, overbeschermend en overcontrolerend opvoedingsgedrag en angst bij baby s."

Transcriptie

1 FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Verschillen tussen vaders en moeders in het verband tussen uitdagend, overbeschermend en overcontrolerend opvoedingsgedrag en angst bij baby s. Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam Naam student: Tessa de Groot Studentnummer: Begeleiding: E.L. Möller, MSc Tweede beoordelaar: Prof. dr. S.M. Bögels Datum: april

2 Inhoudsopgave Abstract...2 Inleiding...3 Angst binnen familie....3 Opvoedingsgedrag... 3 Sekseverschillen in opvoedingsgedrag.6 Onderzoeksvragen en hypothesen....8 Methoden 11 Procedure Aantal proefpersonen..11 Meetinstrumenten Resultaten Discussie...23 Literatuurlijst..30 1

3 Abstract Angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de kinderleeftijd. Naast genen spelen omgevingsfactoren, zoals opvoedingsgedrag een belangrijke rol in de ontwikkeling van angst bij kinderen. Er is nog weinig bekend over de rol van de vader in opvoedingsgedrag en angst bij het kind. Onderzocht werd of er verschillen waren in het verband tussen opvoedingsgedrag van vaders en moeders en angst bij baby s. Ouders (41 vaders, 41 moeders) werden met hun baby s (10-15 maanden) tijdens twee vrij-speltaken geobserveerd waarbij drie opvoedingsgedragingen door twee beoordelaars werden gescoord: uitdagend, opdringerig en overbeschermend opvoedingsgedrag. Daarnaast vulden ouders de Comprehensive Parenting Behavior Questionnaire (CPBQ-1) in om hun zelf-gepercipieerde uitdagend, overcontrolerend en overbeschermend opvoedingsgedrag te meten, de Infant Behavior Questionnaire Revised (IBQ-R) om een beeld te schetsen van de angst van het kind en de SCARED-A om ouders eigen angstsymptomen te meten. Vaders rapporteerden meer overbeschermend opvoedingsgedrag dan moeders. Vaders en moeders verschilden niet significant in gerapporteerd uitdagend en overcontrolerend opvoedingsgedrag. Tijdens de observatie verschilden vaders en moeders niet significant in opvoedingsgedragingen van elkaar. Een aantal opvoedingsgedragingen bleken gerelateerd te zijn aan angst bij de baby. Uitdagend opvoedingsgedrag van de moeder tijdens de observatie en gerapporteerd overbeschermend en overcontrolerend opvoedingsgedrag van de vader waren positief matig sterk gecorreleerd met angst bij de baby. De uitkomsten suggereren dat zowel het opvoedingsgedrag van moeders als vaders een belangrijke rol spelen bij angst van jonge kinderen. Onderzoek naar opvoedingsgedrag van vaders is dus net zo belangrijk als van moeders. Abstract Anxiety disorders are the most common mental disorders in childhood. Beside genes, environmental factors such as parenting behavior, play an important role in the development of child anxiety. The role of the father in parenting behavior and anxious in children is largely unknown. This study investigated if the association between parenting behavior and infant anxiety differs for fathers and mothers. Parents (41 fathers, 41 mothers) and their babies (10-15 months) participated in two observational free-playtasks and three parenting dimensions were coded by two observers: challenging behavior, intrusiveness and overprotection. Parents filled in the Comprehensive Parenting Behavior Questionnaire (CPBQ-1) to assess their self-percipitated challenging, overcontrolling and overprotection parenting behavior, the Infant Behavior Questionnaire Revised (IBQ-R) to assess child anxiety and the SCARED-A to assess parents own anxiety symptoms. Fathers reported more overprotection than mothers. Fathers and mothers did not differ in reported challenging and overcontrolling parenting behavior. During observation fathers and mothers did not differ significantly in parenting behaviors. Several parenting dimensions were related to anxiety of the baby. Maternal observed challenging behavior and reported paternal overprotection and overcontrolling behavior were positively strongly correlated with anxiety of the baby. The results suggest that both the parenting behavior of mothers and 2

4 parenting behavior of fathers plays an important role in the anxiety of very young children. Research in parenting behavior of fathers is thus even important as that of mothers. Inleiding Angst binnen families Angst is een normaal verschijnsel dat ons beschermt tegen gevaar, maar wanneer de angst overdreven of langdurig is waardoor het dagelijks functioneren belemmerd wordt, kan er sprake zijn van een angststoornis. Angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de kinderleeftijd (Braet & Bögels, 2005). In bepaalde families komen angststoornissen vaker voor dan in andere. Gemiddeld hebben kinderen van ouders met een angststoornis een drie keer grotere kans om een angststoornis te ontwikkelen dan kinderen van ouders zonder een angststoornis. Genetische factoren leveren een significante bijdrage aan de overdracht van angststoornissen (Boer & Bögels, 2002). Uit Amerikaans tweelingonderzoek van Legrand, McGue en Ianoco (1999) bleek dat de erfelijke invloed van zelfgerapporteerde angst door adolescenten 45% van de variantie in individuele verschillen verklaarde. Angst bleek dus matig erfelijk te zijn en de rest van de variantie werd door niet-gedeelde omgeving en meetfouten verklaard. Uit de review en meta-analyse van Hettema, Neale en Kendler (2001) blijkt dat de geschatte erfelijkheid voor verschillende angststoornissen varieert tussen de 30 tot 40 procent. Naast genen zijn omgevingsfactoren dus op zijn minst net zo belangrijk (Gregory & Eley, 2007). Opvoedinggedrag is zo n omgevingsfactor (Boer & Bögels, 2002). Opvoedingsgedrag Er is al veel onderzoek gedaan naar de invloed van opvoedingsgedrag op de ontwikkeling van angst bij kinderen. Negativiteit/afwijzing, overbetrokkenheid, overcontrole en overbescherming zijn opvoedingsgedragingen die geassocieerd worden met angst (Bögels & van Melick, 2004; Hudson & Rapee, 2001; McLeod, Wood & Weisz, 2007; Wood, 2006). Onder ouderlijke negativiteit/afwijzing wordt gebrek aan warmte, responsiviteit en goedkeuring verstaan. Daarnaast is er sprake van ouderlijke kritiek (Bögels & Brechman- Toussaint, 2006; McLeod et al., 2007). Negativiteit/afwijzing zou er voor kunnen zorgen dat het 3

5 kind een negatief zelfbeeld ontwikkelt en de omgeving als bedreigend zal ervaren, waardoor de kans op het ontwikkelen van een angststoornis toeneemt (Majdandžić, Möller, Bögels & van den Boom, 2011). Voor de opvoedingsgedragingen overbetrokkenheid, overcontrole en overbescherming bestaat onenigheid over het gebruik van de terminologieën. Zo gebruiken Hudson en Rapee (2001) de term overcontrole om aan te geven hoe overbetrokken de ouder is, terwijl Mcleod et al. (2007) overcontrole naast overbetrokkenheid van de ouder ook als een gebrek aan het bevorderen van de autonomie zien. Volgens Majdandžić et al. (2011) is overbetrokken opvoedingsgedrag de mate waarin een ouder het kind helpt of ingrijpt wanneer dit niet nodig is. Door overbetrokken opvoedingsgedrag wordt de kwetsbaarheid van angst bij kinderen versterkt, omdat het de verwachting van het kind over gevaar verhoogt en het besef van controle in mogelijke angstige situaties verlaagt. Uiteindelijk zal het kind mogelijk angstige situaties vaker gaan vermijden. Hierdoor zou het kunnen dat ouders die hun kinderen beschermen tegen stressvolle ervaringen of die de controle overnemen bij stressvolle situaties hun kinderen leren dat de wereld een gevaarlijke plek is waar tegen ze beschermd moeten worden en waar ze geen controle over hebben (Hudson & Rapee, 2001). Minder overbetrokken opvoedingsgedrag zou kinderen zelfvertrouwen kunnen geven en een buffer kunnen vormen tegen overmatige angst (McLeod et al., 2007). Ouderlijke controle kan naast hoe overbetrokken de ouder is, ook worden beschreven als gedrag waarbij de ouders hun kinderen de hele dag door begeleiden bij dagelijkse activiteiten en routines (Brakel, Muris, Bögels & Thomassen, 2006; Wood, McLeod, Sigman, Hwang & Chu, 2003). Daarnaast leggen ouders hun kinderen beslissingen op waarbij ze strikte regels stellen en macht toepassen door middel van straf en verbieden (Groenendaal & Dekovic, 2000). Er kan ook sprake zijn van psychologische controle waarbij ouders hun kinderen opleggen hoe ze moeten denken of voelen. Ouders verstoren activiteiten die het kind graag alleen doet of beperken het kind in het opdoen van verschillende ervaringen (Hastings et al., 2008). Door het controlerend opvoedingsgedrag krijgen kinderen soms onvoldoende gelegenheid om copingmechanismen te ontwikkelen. Er wordt te weinig appel gedaan op de autonomie van het kind omdat de omgeving soms zo beschermend is (Boer & Bögels, 2002). Bögels en van Melick (2004) zien overcontrole als een dimensie die gerelateerd is aan overbescherming. Ouderlijke overbescherming kan worden beschreven als het overdreven zorgen 4

6 maken over de gezondheid en veiligheid van het kind. Daarnaast lukt het overbeschermende ouders niet om het kind onafhankelijk te laten functioneren. Kinderen van deze ouders ontwikkelen geen belangrijke copingstrategieën en probleemoplossende strategieën. Hierdoor hebben zij vaak te maken met problematische interpersoonlijke interacties en sociale situaties. Dit kan uiteindelijk leiden tot een angststoornis en met name sociale angst (Lieb et al. 2000; Rubin, Coplan & Bowker, 2009). Daarnaast wordt de term opdringerigheid gebruikt. Hudson en Rapee (2001) zien opdringerigheid als een subdimensie van het theoretische construct overcontrole, in het Engels intrusiveness (Hudson & Rapee, 2001; McLeod et al., 2007). Ouders die zich opdringerig gedragen zijn geneigd taken onnodig van hun kinderen over te nemen, leggen hun kinderen een laag niveau van functioneren op en beperken ze in hun autonomie (Wood, 2006). Uit de review van Boer en Bögels (2002) bleek uit onderzoek naar het opvoedingsgedrag van ouders van kinderen met angststoornissen en ouders die zelf angststoornissen hebben dat beide groepen ouders in hun opvoeding meer controlerend opvoedingsgedrag lieten zien. Er is echter nog onenigheid over de vraag of overcontrole met angst geassocieerd is. Wood et al. (2003) concludeerden namelijk dat ouderlijke controle niet specifiek gerelateerd is aan angstproblemen bij kinderen, maar meer een risico vormt voor psychopathologie in het algemeen. Daarentegen suggereren McLeod et al. (2007) juist dat overmatige ouderlijke controle een belangrijke rol speelt bij angststoornissen van kinderen. Ouderlijke controle kan een oorzaak zijn van het ontstaan van angst, een reactie van ouders op de angst van kinderen of als een expressie van de eigen angst van ouders. Boer en Bögels (2002) suggereren dat ouderlijke overcontrole specifiek is voor ouders van kinderen met angststoornissen. Voor de subdimensie opdringerig opvoedingsgedrag werd gevonden dat moeders van kinderen met een angststoornis in moeilijke en stressvolle situaties meer opdringerig waren dan moeders van kinderen zonder een angststoornis (Hudson & Rapee, 2001). In het onderzoek van Wood (2006) werd een relatie gevonden tussen opdringerig opvoedingsgedrag en separatieangst. Opdringerig opvoedingsgedrag was significant gecorreleerd met separatieangstsymptomen van het kind. Voor overbescherming vonden Lieb et al. (2000) dat een hogere mate van overbeschermend opvoedingsgedrag significant geassocieerd was met sociale angst bij adolescenten van 14 tot 17 jaar. De opvoedingsgedragingen overbetrokkenheid, overcontrole en overbescherming zouden dus een belangrijke rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van angst bij kinderen. 5

7 Sekseverschillen in opvoedingsgedrag Het meeste onderzoek naar relatie tussen opvoedingsgedrag en angst is gebaseerd op het opvoedingsgedrag van de moeder. Er is nog weinig bekend over de invloed van opvoedingsgedrag van vaders en angst bij het kind (Majdandžić et al., 2011). Paquette (2004) gaat ervan uit dat ouders verschillende rollen binnen de opvoeding hebben. Moeders hebben vooral een verzorgende en beschermende rol, terwijl vaders een activerende en uitdagende rol hebben. Een activerende en uitdagende rol houdt in dat de ouder het kind stimuleert, verrast, het even uit balans brengt en aanmoedigt om risico s te nemen. Deze rol van de vader is belangrijk in de ontwikkeling van het openstellen van een kind naar de buitenwereld toe. De uitdagende en activerende rol van de vader zorgt ervoor dat het kind wordt aangezet tot het ontdekken van nieuwe dingen, dat het voor zichzelf opkomt en obstakels overwint, maar ook dat het kind zelfverzekerder is in aanwezigheid van onbekenden en meer lef toont in onbekende situaties. Majdandžić, de Vente en Bögels (2012) beschrijven uitdagend opvoedingsgedrag als een speelse manier waarbij de ouder het kind aanmoedigt om over hun normale grenzen te gaan. Dit kunnen grenzen zijn van het kind zelf (iets doen wat hij of zij eng vindt) of die van de omgeving (zoals het dragen van aparte kleding). Dit kan gaan om een fysieke uitdaging, zoals het net even hoger klimmen dan het kind normaal durft, of om een sociaal-emotionele uitdaging, zoals het optreden voor publiek. Andere voorbeelden van uitdagend gedrag zijn: stoeien, het kind laten schrikken, achterna zitten of een beetje plagen, het kind laten verliezen tijdens een spel, iets anders doen met het speelgoed dan waar het normaal voor bedoeld is en een uitdagend voorbeeld geven. Uit het onderzoek van Majdandžić et al. (2012) bleek dat uitdagend opvoedingsgedrag negatief gerelateerd was aan overbescherming. Uit het onderzoek van Majdandžić et al. (2011) bleek dat uitdagend opvoedingsgedrag van de vader een ander effect had op het kind dan uitdagend opvoedingsgedrag van de moeder. In dit onderzoek werd gekeken naar verschillen tussen vaders en moeders in uitdagend opvoedingsgedrag binnen gezinnen met twee kinderen in de peuter- en kleuterleeftijd. Vaders lieten bij hun jongste kind meer uitdagend opvoedingsgedrag zien dan moeders. Moeders waren bij hun jongste kind meer overbetrokken dan vaders. Uitdagend speelgedrag door de vader voorspelde minder latere sociale angst bij het oudste kind, terwijl uitdagend speelgedrag door de moeder meer latere sociale angst voorspelde bij het oudste kind (Majdandžić et al., 2011). 6

8 Mogelijk verschillen ouders dus in de invloed die zij hebben op de ontwikkeling van angst bij hun kind en zouden vaders hierin een belangrijke rol kunnen spelen (Bögels & Phares, 2008). In eerder onderzoek (Groenendaal & Dekovic, 2000) is bovendien gevonden dat vaders vaak gevoeliger zijn voor kwaliteitverlies van hun opvoedingsgedrag dan moeders onder invloed van risicofactoren zoals depressie, lage SES en een slechte huwelijksrelatie. Uit experimentele onderzoeken, waarbij onderzoekers de effecten van gemanipuleerde angst en zelfverzekerd gedrag van ouders met elkaar vergeleken, bleek dat zowel moeders als vaders een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling of het overwinnen van angsten bij kinderen (Aktar, Majdandžić, De Vente & Bögels, 2013; Bögels, Stevens en Majdandzĭć, 2011; Burstein & Ginsburg, 2010). Zo was er een positieve relatie tussen de uiting van angst van de ouder en vermijding van het kind na het ontmoeten van een vreemd en een speelgoeddinosaurus bij kinderen met een angstig temperament. De associatie tussen vermijding van het kind en de expressie van angst van ouders was niet significant verschillend voor vaders en moeders (Aktar, Majdandžić, De Vente & Bögels, 2013). In het onderzoek van Burstein en Ginsburg (2010) waarbij kinderen een spellingstest maakten, werden ouders gevraagd om vooraf op een angstige/bezorgde manier of op een zelfverzekerde/hoopvolle manier te reageren met betrekking tot de capaciteit van het kind op het maken van een spellingstest. De onderzoekers concludeerden dat wanneer ouders op een angstige manier reageerden voorafgaand op de spellingstest kinderen angstiger waren, meer angstgedachten hadden en vaker vermijdingsgedrag vertoonden dan wanneer ouders op een zelfverzekerde manier reageerden voorafgaand op de spellingstest. Vaders hadden zelfs een grotere invloed op angst en gedachten van hun kinderen dan moeders. In het experimentele onderzoek van Bögels, Stevens en Majdandzĭć (2011) lazen kinderen verhaaltjes over ambigue sociale situaties met daarin een angstige of zelfverzekerde reactie van een vader of moeder en moesten de kinderen zich verplaatsen in de situatie. Uit dit onderzoek bleek dat de reactie van vaders meer invloed had op angst en zelfvertrouwen van kinderen met veel sociale angst dan de reactie van moeders. Wanneer vaders een angstige reactie gaven was het kind met veel sociale angst ook angstiger, wanneer vaders een zelfverzekerde reactie gaven was het kind met veel sociale angst ook zelfverzekerder. De reactie van moeders had meer invloed op kinderen met weinig sociale angst dan de reactie van vaders. Wanneer moeders een angstige reactie gaven was het kind met weinig sociale angst ook angstiger, wanneer moeders een zelfverzekerde reactie gaven was het kind met weinig sociale angst ook zelfverzekerder. Bögels, 7

9 Stevens en Majdandzĭć (2011) suggereren dat moeders een rol spelen bij het aanleren van sociale voorzichtigheid bij kinderen met weinig sociale angst, terwijl vaders een rol spelen bij het aanleren van sociaal zelfvertrouwen bij sociaal angstige kinderen. Onderzoeken naar verschillen in opvoedingsgedrag tussen de vader en de moeder laten voor de opvoedingsdimensie overcontrole verschillende resultaten zien. Uit de review van Bögels en Phares (2008) bleek dat vaders van angstige kinderen meer controlerend zijn dan moeders. Uit de review van Möller, Majdandzĭć, de Vente, Bögels et al. (2013) bleek uit een aantal onderzoeken dat overcontrole van de moeder meer gerelateerd is aan angst bij kinderen (Hudson et al., 2008; Reitman & Asseff, 2010), terwijl uit andere onderzoeken juist bleek dat overcontrolerend gedrag van de vader meer geassocieerd is met angst van het kind (Bögels et al., 2008; McShane & Hastings, 2009). Weer ander onderzoek vond geen verschil tussen overcontrole van vaders en moeders bij angsten van het kind (Karreman et al., 2010; Van der Bruggen, Bögels, et al., 2010). Daarnaast concludeerden Möller et al. (2013) dat verschillen in de relatie van vaderlijke en moederlijke opvoeding gerelateerd aan de angst van het kind varieerden met de leeftijd en geslacht van het kind. Zo vonden Verhoeven, Bögels en van der Bruggen (2011) dat moederlijke overcontrole gerelateerd is aan angst bij kinderen van de basisschoolleeftijd, terwijl vaderlijke overcontrole meer belangrijk is tijdens de adolescentie. Ook bleek uit de review van Möller et al. (2013) dat vaders met een angststoornis vergeleken met vaders zonder een angststoornis meer controlerend opvoedingsgedrag laten zien. Deze verschillen zijn niet gevonden bij moeders met en zonder angststoornissen. Voor de opvoedingsdimensie overbescherming bleek uit de review van Möller et al. (2013) dat zowel vaderlijke als moederlijke overbescherming geassocieerd is met angst bij kinderen. Er was één onderzoek uit de review van Möller et al. (2013) waaruit bleek dat moederlijke overbescherming later angst bij kinderen voorspelde, maar dat vaderlijke overbescherming dat niet deed (McShane & Hastings, 2009). Huidig onderzoek Uit de literatuur komt naar voren dat onderzoeken elkaar tegenspreken wat betreft de verschillen tussen vaders en moeder in opvoedingsgedrag en de invloed van angst op kinderen. In het huidige onderzoek werden daarom opnieuw de verschillen tussen vaders en moeders in opvoedingsgedrag en de invloed van angst op kinderen onderzocht. Nieuw aan het huidige 8

10 onderzoek was dat het om relatief jonge kinderen ging, namelijk baby s tussen de 10 en 15 maanden. Ook werd er naast de opvoedingsdimensies overbeschermend, opdringerig en overcontrolerend opvoedingsgedrag de dimensie uitdagend opvoedingsgedrag onderzocht. Uitdagend opvoedingsgedrag werd gemeten met een nieuw ontwikkelde vragenlijst en codeerprotocol (Majdandžić et al., 2012). Dit onderzoek gaf antwoord op de vraag: Wat is de relatie tussen uitdagend, overbeschermend en overcontrolerend opvoedingsgedrag en angst bij baby s en verschillen vaders en moeders hierin van elkaar? Deze vraag werd beantwoord aan de hand van drie deelvragen. Deelvraag1 luidde: verschillen vaders en moeders in opvoedingsgedrag van elkaar? De hypothese was dat vaders meer uitdagend opvoedingsgedrag zouden laten zien (Majdandžić et al., 2011) en vanwege de verzorgende en beschermende rol van de moeder was de hypothese dat moeders meer overbeschermend opvoedingsgedrag zouden laten zien (Paquette, 2004). Omdat onderzoeken elkaar tegenspreken voor overcontrolerend/opdringerig opvoedingsgedrag (Möller et al., 2013) werd er geen verschil verwacht. Deelvraag 2A: verschillen angstige ouders en niet-angstige ouders in opvoedingsgedrag van elkaar? Er werd verwacht dat angstige ouders minder uitdagend opvoedingsgedrag zouden laten zien omdat deze ouders zich vaker zorgen maken over de veiligheid van hun kinderen en daardoor moeite hebben met het nemen van risico s (Majdandžić et al., 2012). Op basis van de literatuur werd verwacht dat angstige ouders meer overbeschermend (Lieb et al., 2000) en overcontrolerend (Boer & Bögels, 2002) opvoedingsgedrag zouden vertonen dan niet-angstige ouders. Deelvraag 2B: verschillen angstige moeders en niet-angstige moeders in opvoedingsgedrag van elkaar? Of angstige moeders minder uitdagend opvoedingsgedrag laten zien dan niet-angstige moeders is nog niet eerder onderzocht. Omdat er verwacht werd dat angstige ouders in het algemeen minder uitdagend opvoedingsgedrag zouden laten zien dan nietangstige ouders (Majdandžić et al., 2012) werd verwacht dat angstige moeders ook minder uitdagend opvoedingsgedrag zouden vertonen dan niet-angstige moeders. Omdat verwacht werd dat angstige ouders in het algemeen meer overcontrolerend opvoedingsgedrag laten zien dan nietangstige ouders werd er verwacht dat er ook verschil zou worden gevonden tussen angstige moeders en niet-angstige moeders (Boer & Bögels, 2002). Daarnaast werd verwacht dat angstige 9

11 moeders meer overbeschermend zouden zijn dan niet-angstige moeders. Omdat moeders van zichzelf al een beschermende rol hebben zullen angstige moeders waarschijnlijk nog meer de neiging hebben hun kinderen te beschermen (Paquette, 2004). Deelvraag 2C: verschillen angstige vaders en niet-angstige vaders in opvoedingsgedrag van elkaar? Er werd verwacht dat vaders met een angststoornis minder uitdagend opvoedingsgedrag zouden laten zien dat niet-angstige vaders omdat angstige vaders minder risico s zullen nemen en daardoor minder uitdagend opvoedingsgedrag zullen laten zien (Majdandžić et al., 2012). Voor overcontrolerend opvoedingsgedrag werd verwacht dat vaders met een angststoornis meer overcontrolerend zouden zijn dan vaders zonder angststoornis (Möller et al., 2013). Of angstige vaders meer overbeschermend opvoedingsgedrag zouden laten zien dan niet-angstige vaders is nog niet eerder onderzocht. Omdat verwacht werd dat angstige ouders in het algemeen minder overbeschermend opvoedingsgedrag laten zien dan niet-angstige ouders werd er verwacht dat er ook verschil zou worden gevonden tussen angstige vaders en nietangstige vaders (Lieb et al., 2000). Deelvraag 3: is er verschil tussen de invloed van opvoedingsgedrag van vaders en moeders op angst bij hun baby? Voor uitdagend opvoedingsgedrag werd verwacht dat uitdagend opvoedingsgedrag van vaders gerelateerd is aan minder angst bij baby s en uitdagend opvoedingsgedrag van moeders gerelateerd is aan meer angst bij baby s. Omdat het uitdagende gedrag van moeder op gespannen voet staat met de verzorgende en steunende rol die de moeder heeft, zou het kind zich minder veilig kunnen voelen. Daarentegen hebben vaders van nature een activerende en uitdagende rol. Deze rol van de vader is belangrijk in de ontwikkeling van het openstellen van een kind naar de buitenwereld toe (Paquette, 2004; Majdandžić et al., 2011). Daarom werd verwacht dat de uitdagende rol van de vader meer positieve invloed zou hebben op angst van het kind dan de uitdagende rol van de moeder. Omdat er veel tegensprekende resultaten over de opvoedingsdimensie overcontrolerend opvoedingsgedrag zijn (Möller et al., 2013), werd er geen verschil verwacht. Voor de opvoedingsdimensie overbeschermend opvoedingsgedrag werd verwacht dat overbeschermend opvoedingsgedrag van moeders een sterkere negatieve invloed zou hebben op angst van het kind dan overbeschermend opvoedingsgedrag van vaders. Möller et al. (2013) suggereren namelijk dat moeders over het algemeen meer verzorgend en beschermend zijn dan vaders, dat het beschermende gedrag van de moeder eerder zal overslaan in overbeschermend opvoedingsgedrag dan beschermend gedrag van de vader. 10

12 Methode Procedure Gezinnen werden geworven via kinderdagverblijven en brieven die gestuurd werden vanuit de gemeente Amsterdam. Ouders die tussen 1 januari 2011 en 1 november 2011 een kind gekregen hadden kregen een folder thuisgestuurd met daarin informatie over het onderzoek. Hierin werd uitgelegd dat het om een onderzoek naar angst en zelfvertrouwen bij baby s ging. De gezinnen die meededen, kregen voordat ze naar het lab kwamen vragenlijsten opgestuurd. Beide ouders vulden deze vragenlijsten in, waarbij ze niet mochten overleggen. Dit waren vragenlijsten die bestonden uit neutrale vragen die het labexperiment niet konden beïnvloeden. Het ging om demografische gegevens, opvang van het kind en een vragenlijst over het temperament van het kind. Wanneer het kind tussen de 10 en 15 maanden was en kon kruipen kwamen de helft van de kinderen willekeurig met vader en de andere helft met moeder naar het Onderzoekscentrum voor Ouder en Kind van de Afdeling Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Ouder en kind deden twee taken waarmee het opvoedingsgedrag in kaart gebracht kon worden. De eerste taak was het vijf minuten samen spelen met speelgoed en de tweede taak was het vijf minuten samen spelen zonder speelgoed. Na afloop van de taken kregen de ouders nog een aantal vragenlijsten mee naar huis. Ook deze vragenlijsten werden door beide ouders ingevuld, onafhankelijk van elkaar. Deze vragen gingen over de angsten en depressieve gevoelens van de ouders, het opvoedingsgedrag van de ouders en de motorische ontwikkeling van het kind. Voor de deelname aan het onderzoek kregen kinderen een cadeautje en ouders kregen een vergoeding van tien euro. Ouders konden er ook voor kiezen de vergoeding te laten doneren aan Orange Babies, een stichting die als doel heeft zwangere vrouwen met HIV en hun baby s in Afrika helpen (Stichting Orange Babies, 2011). Ook kregen ouders een vergoeding voor de reiskosten. De vrij-speltaken werden op video opgenomen om later gecodeerd te worden. Ouders kregen een kopie van de video mee naar huis. Het onderzoek werd vooraf goedgekeurd door de ethische commissie van de Afdeling Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Aantal en selectie proefpersonen 11

13 Aan deze studie deden 82 kinderen en hun ouders mee. De inclusiecriteria waren dat het kind in de periode februari 2012 tot oktober 2012 tussen de 10 en 15 maanden was, dat het kind dan kon kruipen maar nog niet kon lopen en dat het geen lichamelijke beperking had. Verder was het belangrijk dat beide ouders mee wilden doen en dat ze beiden goed Nederlands of Engels spraken en schreven. De kinderen (41 jongens, 41 meisjes) waren tijdens het labonderzoek gemiddeld 11,8 maanden oud (SD = 1,30). Moeders (N = 41) waren gemiddeld 34,8 jaar (SD = 3,90) en vaders (N = 41) 36,4 jaar (SD = 5,56). Het gemiddelde opleidingsniveau was hoog voor beide ouders; voor moeders M = 7,25 (SD = 1,21) en vaders M = 7,28 (SD = 1,02) op een schaal van 1 (lagere school/basisschool), tot 8 (wetenschappelijk onderwijs, universiteit). Veel deelnemende ouders waren gehuwd of woonden samen: 38 moeders (90,5%) en 37 vaders (88,1%). Meetinstrumenten Observatie opvoedingsgedrag. Twee vrij-speltaken werden gebruikt om het opvoedingsgedrag van de ouder in een ongestructureerde context te meten. In de onderzoekskamer stonden een bank, een poef en er lagen een mat en kussens op de grond. De eerste vrij-speltaak was met speelgoed en duurde 5 minuten. Het speelgoed bestond uit een bak met een poppetjeshandschoen, een zachte bal, een boekje met geluidjes en een set magneetblokken. De tweede vrij-speltaak was zonder speelgoed en duurde ook 5 minuten. Deze taak lokt mogelijk meer uitdagend en overbeschermend opvoedingsgedrag uit. Hierbij speelden ouder en kind samen op de mat met alleen kussens. Ouders kregen de instructie te spelen met het kind zoals ze dat thuis ook doen. Bij deze twee taken werd gekeken naar opvoedingsgedrag in brede zin, waarbij gekeken werd naar de opvoedingsdimensies uitdagend opvoedingsgedrag, overbeschermend opvoedingsgedrag en opdringerig opvoedingsgedrag. Vijf andere opvoedingsdimensies werden in dit onderzoek niet meegenomen (warmte/affectie, responsiviteit, discipline, permissiviteit en negativiteit). Het Meso behavioral Rating System for Families with young children werd gebruikt om de opvoedingsdimensies te coderen (MeBRF, Mahony, Coffield, Lewis & Lashley, 1998). Dit systeem is ontwikkeld om triadische familie interacties te scoren, waarbij vader en moeder met hun kind een gestructureerde taak doen. Het scoren van opvoedingsgedrag werd gedaan door oudergedrag in intervallen van 1 minuut te scoren op een 5- puntschaal, waarbij lage scores (1 en 2) op een lage frequentie en/of intensiteit van het 12

14 observeerde gedrag duidden, 3 een gemiddelde frequentie en/of intensiteit van het gedrag en hogere scores (4 en 5) een hoge frequentie en/of intensiteit. Uitdagend opvoedingsgedrag betreft de mate waarin de ouder het kind uitdaagt om verder te gaan dan het kind uit zichzelf zou doen. Het is op een speelse manier het kind aanzetten tot risicovol, of de normale grenzen (van het kind of de omgeving) overschrijdend gedrag. Dit kan op zowel het sociaal-emotionele vlak (uitdagen het kind iets te doen wat hij of zij moeilijk vindt, zoals lopen) als op het fysieke vlak (plagen, stoeien, kietelen). Uitdagend opvoedingsgedrag is een nieuw ontwikkelde dimensie (Majdandžić et al., 2012). Overbeschermend opvoedingsgedrag is de mate van voorzichtigheid van de ouder in de omgang van het kind. Dit is vooral te zien in fysieke hantering van het kind (kind afschermen van prikkels, het overdreven ondersteunen of op een beschermende manier dichtbij het kind zitten) maar ook door middel van het uiten van opmerkingen ( voorzichtig, pas op ). Overdreven vaak de neus snuiten of een speen geven terwijl dat niet nodig is, zijn ook voorbeelden van overbescherming. Overbescherming is deels gebaseerd op de Involvement schalen van Hudson en Rapee (2001) en deels nieuw ontwikkeld (Majdandžić et al., 2012). Opdringerig opvoedingsgedrag is de mate waarin de ouder ingrijpt of helpt wanneer dit niet nodig is. De ouder bemoeit zich overmatig met het spelen met speelgoed (steeds een nieuw speeltje pakken zonder dat het kind daar behoefte aan heeft) of met de exploratie door het kind (kind continu in de gaten houden, beslissen voor het kind) en houdt daarbij geen rekening met de interesses, behoeften en wensen van het kind. Deze dimensie is gebaseerd op Intrusiveness uit de Ericksonschalen (Egeland, Erickson, Moon, Hiester, Korfmacher, 1990). De opvoedingsdimensies tijdens de vrij-speltaken zijn gescoord door twee beoordelaars, waarvan 19,5 procent van de data (16 filmpjes) dubbel is gecodeerd. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de opvoedingsdimensies die meegenomen zijn in dit onderzoek is weergegeven in Tabel 1. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is berekend door middel van de intra-klassecorrelatie. Voor het opvoedingsgedrag overbescherming kwam de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid volledig overeen omdat er in deze 16 filmpjes geen sprake was van overbescherming. 13

15 Tabel 1 Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de opvoedingsdimensies uitdagend, overbeschermend en opdringerig opvoedingsgedrag (N = 2) Intra-klassecorrelatie Uitdagend opvoedingsgedrag.97 Overbeschermend opvoedingsgedrag 1.00 Opdringerig opvoedingsgedrag.80 IBQ-R. De Infant Behavior Questionnaire Revised (IBQ-R;3-12; Gartstein & Rothbart, 2003) is een instrument om een beeld te krijgen van het temperament van baby s, zoals beoordeeld door de ouders. Ouders lazen beschrijvingen van het gedrag van hun kind en moesten daarbij aangeven hoe vaak hun kind dat gedrag de afgelopen week (de laatste 7 dagen) had vertoond. Daarbij werd gebruikgemaakt van een 7-puntschaal, lopend van 1 (nooit) tot 7 (altijd). Ouders konden ook aangeven dat het gedrag niet van toepassing was op hun kind. De IBQ-R bestaat uit 14 schalen met totaal 191 items. In dit onderzoek werd alleen de schaal angst gebruikt die bestond uit 16 items. Een baby heeft een angstig temperament wanneer het schrikt of van streek raakt door plotselinge veranderingen in stimulatie, nieuwe objecten of sociale stimuli. Een voorbeeld van een item uit de schaal angst is: bij het bezoeken van een nieuwe omgeving, hoe vaak was uw kind, de eerste paar minuten van streek? De Cronbach s alfa van dit instrument lag tussen de 0,77 en 0,96. Voor de angstschaal was de Cronbach s alfa tussen 0,87 en 0,90 (Gartstein & Rothbart, 2003). In huidig onderzoek was de Cronbach s alfa voor moeders 0,89 en voor vaders 0,85. CPBQ-1. De Comprehensive Parenting Behavior Questionnaire (CPBQ-1; Majdandžić, de Vente & Bögels, 2008a) is een vragenlijst om het huidige opvoedingsgedrag van ouders in kaart te brengen. Er bestaan vijf specifieke leeftijdsversies, die ontwikkeld zijn voor ouders van kinderen vanaf 3 maanden tot 12 jaar. In dit onderzoek werd de versie voor kinderen van 1 jaar gebruikt. Deze versie bestaat uit nieuwe items, specifiek voor ouders met jonge kinderen en die zijn gebaseerd op het onderzoek van Verhoeven, Junger, van Aken, Deković en van Aken (2007). De vragenlijst bestaat uit zes schalen: uitdagend opvoedingsgedrag, overbetrokkenheid (bestaat 14

16 uit overbescherming en overcontrole), warmte, negativiteit, negatieve discipline en positieve discipline. Voor dit onderzoek werden de schalen uitdagend opvoedingsgedrag (46 items) en overbetrokken opvoedingsgedrag (totaal 28 items, waarvan overbescherming 18 items en overcontrole 10 items) gebruikt. De schaal uitdagend opvoedingsgedrag bestaat uit vragen over plagen, stoeien, stimuleren tot grenzen verleggen, sociale durf, stimuleren tot assertiviteit, competitie en modeling. De schaal overbetrokkenheid bestaat uit twee subschalen: overbescherming (voorzichtigheid en afscherming) en overcontrole (psychologische controle, overcontrole/intrusiveness en bevorderen van autonomie). De schalen uitdagend en overbetrokken opvoedingsgedrag zijn nieuw ontwikkeld door Majdandžić et al., (2012) waarvan een aantal items in de schaal overbetrokken opvoedingsgedrag uit de Mother-Father-Peer Interventory komen (MFP; Epstein, 1983). De betrouwbaarheid voor uitdagend opvoedingsgedrag was hoog voor de totaalscore, de Cronbach s alfa was 0,88 voor moeders en 0,87 voor vaders. De betrouwbaarheid voor overbeschermend opvoedingsgedrag had een Cronbach s alfa van 0,81 voor moeders en 0,76 voor vaders (Majdandžić et al., 2012). In huidig onderzoek was de Cronbach s alfa voor uitdagend opvoedingsgedrag voor moeders 0,81 en vaders 0,85. Voor overcontrolerend opvoedingsgedrag was de Cronbach s alfa voor moeders 0,47 en voor vaders 0,53. Voor overbeschermend opvoedingsgedrag was dit voor moeders 0,76 en voor vaders 0,72. Er is alleen gebruikgemaakt van de CPBQ-1 scores van ouders die met hun kind naar het lab kwamen. SCARED-A. De SCARED-A is een vragenlijst om angst bij volwassenen te meten. Deze vragenlijst is gebaseerd op de SCARED-C, een angstvragenlijst voor kinderen (Bögels & van Melick, 2004). Het brengt alle angststoornissen volgens de DSM-IV in kaart: gegeneraliseerde angststoornis, separatiestoornis, paniekstoornis, specifieke fobie, sociale angststoornis, obsessiefcompulsieve stoornis en posttraumatische/ acute stresstoornis. De inhoud van de items is hetzelfde gebleven, maar is hergeformuleerd voor volwassenen. De vragenlijst bestaat uit 71 items, waarbij ouders op een driepuntsschaal aangaven hoe vaak de angst voorkomt (bijna nooit, soms of vaak). De betrouwbaarheid van de verschillende subschalen is 0,70 of hoger en de totaalscore had een Cronbach s alfa van 0,95 voor mannen en 0,94 voor vrouwen (van Steensel & Bögels, 2012). In huidig onderzoek was de Cronbach s alfa voor zowel moeders als vaders 0,90. Voor de SCARED-A werd een totaalscore berekend. Om een angstige en niet-angstige groep te maken werd er gebruikgemaakt van cut-off scores. De cut-offscore is vastgesteld op 30 voor 15

17 vrouwen en 20 voor mannen (van Steensel & Bögels, 2012). In de analyses zijn alleen de SCARED-scores van de ouder die met hun kind naar het lab kwam gebruikt. Resultaten Voorbereidende analyses Na bestudering van de scheefheid en toppigheid van de gebruikte variabelen werd geconcludeerd dat niet alle variabelen normaal verdeeld waren. De variabelen uitdaging, overcontrole (observatie) en opdringerig, overbescherming (opvoedingsvragenlijst) waren zo scheef en toppig (>2) dat ze ook niet na transformatie normaal verdeeld waren. Er is daarom gekozen voor nonparametrische analysemethoden. Alle analyses werden uitgevoerd met een significantieniveau van p <.05. Alleen voor de opvoedingsgedragingen waar verschillen werden verwacht is eenzijdig getoetst. Voor deelvraag 1 en deelvraag 3 is voor overcontrolerend/opdringerig opvoedingsgedrag tweezijdig getoetst. Niet alle ouders hebben alle vragenlijsten ingevuld, bij de analyses zijn alleen de ouders meegenomen die de vragenlijsten helemaal hebben ingevuld (CBPQ-1, SCARED-A: N = 71 en IBQ-R: N = 79). In Tabel 2 zijn de gemiddelden en standaarddeviaties van de uitkomstvariabelen weergegeven. 16

18 Tabel 2 Gemiddelden en standaarddeviaties van de uitkomstvariabelen van de onderzoeksgroep N M SD Observatie opvoedingsgedrag Uitdagend gedrag moeders 41 3,31 0,89 Uitdagend gedrag vaders 41 3,40 0,92 Opdringerigheid moeders 41 2,02 0,08 Opdringerigheid vaders 41 2,06 0,14 Overbescherming moeders 41 2,02 0,07 Overbescherming vaders 41 2,03 0,10 Vragenlijst opvoedingsgedrag Uitdagend gedrag itemscore moeders 36 3,43 0,42 Uitdagend gedrag itemscore vaders 35 3,45 0,36 Overcontrole itemscore moeders 36 2,14 0,36 Overcontrole itemscore vaders 35 2,14 0,44 Overbescherming itemscore moeders 36 2,25 0,49 Overbescherming itemscore vaders 35 2,43 0,41 IBQ-R itemscore op de angstschaal moeders 40 2,30 0,88 IBQ-R itemscore op de angstschaal vaders 39 2,20 0,68 SCARED-A totaalscore moeders 36 25,39 13,45 SCARED-A totaalscore vaders 35 20,57 13,62 Verschillen tussen vaders en moeders in opvoedingsgedrag. Voor de eerste deelvraag werd er met de Mann-Whitney toets nagegaan of vaders en moeders van elkaar verschilden in opvoedingsgedrag. Tijdens de observatie bleken vaders en moeders niet 17

19 significant van elkaar te verschillen in uitdagend opvoedingsgedrag (U = 805,5, z = -0,33, p (eenzijdig) = 0,373), opdringerig opvoedingsgedrag (U = 773,5, z = -1,05, p (tweezijdig) = 0,294) en overbeschermend opvoedingsgedrag (U = 799,0, z = -0,75, p (eenzijdig) = 0,228). Bij de opvoedingsvragenlijst bleken vaders en moeders niet significant van elkaar te verschillen in uitdagend opvoedingsgedrag (U = 584,0, z = -0,53, p (eenzijdig) = 0,299) en overcontrolerend opvoedingsgedrag (U = 604,0 z = -0,30, p (tweezijdig) = 0,764). Wel verschilden vaders en moeders borderline significant in overbeschermend opvoedingsgedrag (U = 511,5, z = -1,36, p (eenzijdig) = 0,086). Vaders rapporteerden meer overbeschermend opvoedingsgedrag dan moeders. In Tabel 3 zijn de Mean Ranks van de opvoedingsgedragingen weergegeven. Tabel 3 Mean Ranks opvoedingsgedragingen van moeders en vaders Opvoedingsgedrag Moeders Vaders Observatie N Mean Rank N Mean Rank Uitdagend gedrag 41 40, ,35 Opdringerigheid 41 39, ,13 Overbescherming 41 40, ,51 Vragenlijst Uitdagend gedrag 36 34, ,31 Overcontrole 36 35, ,74 Overbescherming 36 32, ,39 Verschillen tussen angstige ouders en niet-angstige ouders in opvoedingsgedrag. Voor deze deelvraag werd onderscheid gemaakt tussen niet-angstige en angstige ouders op basis van de cut-offscores van de SCARED-A (zie methode). Tabel 4 geeft de indeling van angstige en 18

20 niet-angstige ouders weer. Of angstige ouders en niet-angstige ouders in opvoedingsgedrag van elkaar verschilden werd nagegaan met de Mann-Whitney toets. Angstige ouders bleken niet minder uitdagend opvoedingsgedrag te vertonen dan niet-angstige ouders (U = 508,0, z = -1,19, p (eenzijdig) = 0,118). Wel vertoonden angstige ouders significant meer opdringerig opvoedingsgedrag dan niet-angstige ouders (U = 494,0, z = -2,33, p (eenzijdig) = 0,010). Angstige ouders vertoonden niet meer overbeschermend opvoedingsgedrag dan niet-angstige ouders (U = 581,0, z = -0,60, p (eenzijdig) = 0,276). Bij de opvoedingsvragenlijst rapporteerden angstige ouders significant minder uitdagend opvoedingsgedrag dan niet-angstige ouders (U = 419,0, z = -2,22, p (eenzijdig) = 0,013). Angstige ouders rapporteerden niet meer overcontrolerend opvoedingsdrag dan niet-angstige ouders (U = 533,5, z = -0,88, p (eenzijdig) = 0,188). Wel gaven angstige ouders significant meer overbeschermend opvoedingsgedrag aan dan niet-angstige ouders (U = 386,0, z = -2,61, p (eenzijdig)= 0,005). Tabel 5 geeft de Mean Ranks van de opvoedingsgedragingen van angstige ouders en niet-angstige ouders weer. Tabel 4 Aantal angstige en niet-angstige ouders met cut-off scores SCARED-A Angstig Niet-angstig Totaal N (%) N (%) N Moeders 12 (33.3%) 24 (66.7%) 36 Vaders 17 (48.6%) 18 (51.4%) 35 Totaal ouders 29 (40.8%) 42 (59.2%) 71 19

21 Tabel 5 Mean Ranks opvoedingsgedragingen van angstige en niet-angstige ouders Opvoedingsgedrag Angstige ouders Niet-angstige ouders Observatie N Mean Rank N Mean Rank Uitdagend gedrag 29 32, ,40 Opdringerigheid 29 39, ,26 Overbescherming 29 36, ,33 Vragenlijst Uitdagend gedrag 29 29, ,52 Overcontrole 29 38, ,20 Overbescherming 29 43, ,69 Verschillen tussen angstige moeders en niet-angstige moeders in opvoedingsgedrag. Of angstige moeders en niet-angstige moeders in opvoedingsgedrag van elkaar verschilden werd nagegaan met de Mann-Whitney toets. Angstige moeders vertoonden niet minder uitdagend opvoedingsgedrag (U = 113,0, z = -1,04, p (eenzijdig) = 0,148) en niet meer opdringerig (U = 126,5, z = -1,23, (eenzijdig) p = 0,110) dan niet-angstige moeders. Angstige moeders vertoonden borderline significant meer overbeschermend opvoedingsgedrag dan niet-angstige moeders (U = 125,5, z = -1,30, (eenzijdig) p = 0,098). Bij de opvoedingsvragenlijst rapporteerden angstige moeders significant minder uitdagend opvoedingsgedrag dan niet-angstige moeders (U = 80,0, z = -2,15, p (eenzijdig) = 0,016). Ook rapporteerden angstige moeders significant meer overcontrolerend opvoedingsgedrag (U = 95,0, z = -1,66, p (eenzijdig)= 0,049) en significant meer overbeschermend opvoedingsgedrag (U = 59,0, z = -2,86, p (eenzijdig) = 0,002) dan niet-angstige moeders. Tabel 6 geeft de Mean Ranks van de opvoedingsgedragingen van angstige moeders en niet-angstige moeders weer. 20

22 Tabel 6 Mean Ranks opvoedingsgedragingen van angstige en niet-angstige moeders Opvoedingsgedrag Angstige moeders Niet-angstige moeders Observatie N Mean Rank N Mean Rank Uitdagend gedrag 12 15, ,79 Opdringerigheid 12 19, ,77 Overbescherming 12 20, ,73 Vragenlijst Uitdagend gedrag 12 13, ,17 Overcontrole 12 22, ,46 Overbescherming 12 25, ,96 Verschillen tussen angstige vaders en niet-angstige vaders in opvoedingsgedrag. Of angstige vaders en niet-angstige vaders in opvoedingsgedrag van elkaar verschilden werd nagegaan met de Mann-Whitney toets. Angstige vaders bleken niet minder uitdagend te vertonen dan niet-angstige vaders (U = 134,5, z = -0,61, p (eenzijdig) = 0,270). Wel vertoonden angstige vaders significant meer opdringerig opvoedingsgedrag dan niet-angstige vaders (U = 118,5, z = - 1,73, p (eenzijdig)= 0,042). Angstige vaders vertoonden niet meer overbeschermend opvoedingsgedrag dan niet-angstige vaders (U = 146,0 z = -0,38, p (eenzijdig) = 0,352). Bij de opvoedingsvragenlijst rapporteerden angstige vaders niet minder uitdagend opvoedingsgedrag dan niet-angstige vaders (U = 115,0 z = -1,26, p (eenzijdig) = 0,105). Angstige vaders gaven ook niet meer overcontrolerend opvoedingsgedrag (U = 144,0, z = -0,30, p (eenzijdig)= 0,383) en overbeschermend opvoedingsgedrag (U = 134,5, z = -0,61, p (eenzijdig) = 0,271) aan dan niet-angstige vaders. Tabel 7 geeft de Mean Ranks van de opvoedingsgedragingen van angstige vaders en niet-angstige vaders weer. 21

23 Tabel 7 Mean Ranks opvoedingsgedragingen van angstige en niet-angstige vaders Opvoedingsgedrag Angstige vaders Niet-angstige vaders Observatie N Mean Rank N Mean Rank Uitdagend gedrag 17 16, ,03 Opdringerigheid 17 20, ,08 Overbescherming 17 17, ,39 Vragenlijst Uitdagend gedrag 17 15, ,11 Overcontrole 17 17, ,50 Overbescherming 17 19, ,97 Verschil in invloed van opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders op angst bij hun baby. Om deze deelvraag te beantwoorden is door middel van de Spearman s rangcorrelatietoets nagegaan of er verbanden werden gevonden tussen opvoedinggedragingen van ouders en angst van de baby s. Dit is apart voor moeders en vaders gedaan. Tijdens de observatie bleek een positief matig sterk verband tussen uitdagend opvoedingsgedrag van de moeder en angst bij de baby (r s = 0,438 p = 0,005). Hoe meer uitdagend gedrag de moeder vertoonde, hoe angstiger haar baby. Voor opdringerig en overbeschermend opvoedingsgedrag van de moeders en uitdagend, opdringerig en overbeschermend opvoedingsgedrag van de vader zijn tijdens de observatie geen significante verbanden gevonden. Bij de opvoedingsvragenlijst is een positief matig sterk verband gevonden tussen overbeschermend opvoedingsgedrag van de vader en angst bij de baby (r s = 0,396, p = 0,020). Hoe meer overbeschermend gedrag de vader rapporteerde, hoe angstiger zijn baby. Ook is er een positief matig sterk verband gevonden tussen overcontrolerend opvoedingsgedrag van de vader 22

24 en angst bij de baby (r s = 0,421, p = 0,013). Hoe meer overcontrolerend gedrag de vader rapporteerde, hoe angstiger zijn baby. Voor uitdagend, overcontrolerend en overbeschermend opvoedingsgedrag van de moeder en uitdagend opvoedingsgedrag van de vader zijn geen significante verbanden gevonden voor de vragenlijst. De correlaties tussen angst van de baby en opvoedingsgedragingen van vaders en moeders zijn terug te vinden in Tabel 8. Met de Fisher r-to-z transformation is vervolgens nagegaan of vaders en moeders van invloed verschilden in opvoedingsgedrag en angst bij de baby. Tijdens de observatie bleken vaders en moeders niet in invloed te verschillen voor de verschillende opvoedingsgedragingen en angst bij de baby. Ook voor de opvoedingsvragenlijst is geen verschil in invloed gevonden tussen vaders en moeders voor opvoedingsgedragingen en angst bij de baby. In Tabel 8 worden de resultaten van de Fisher r-to-z test weergegeven. Tabel 8 Verschillen in correlaties tussen opvoedingsgedrag van moeders en vaders en angst van het kind. Moeder Vaders Fisher r-to-z Opvoedingsgedrag IBQ-R IBQ-R z p angstschaal angstschaal Observatie Uitdagend gedrag 0,44** 0,13-1,44 0,150 b Opdringerigheid 0,07-0,07-0,62 0,536 b Overbescherming -0,09-0,00 0,37 0,356 a Vragenlijst Uitdagend gedrag 0,04 0,05 0,04 0,968 b Overcontrole 0,05 0,42* 1,58 0,114 b Overbescherming 0,22 0,40* 0,78 0,218 a Noot. a = eenzijdig, b = tweezijdig Discussie Het doel van dit onderzoek was antwoord te geven op de vraag: Wat is de relatie tussen uitdagend, overbeschermend en overcontrolerend opvoedingsgedrag en angst bij baby s en verschillen vaders en moeders hierin van elkaar? Resultaten van huidig onderzoek lieten zien dat 23

25 vaders borderline significant meer overbeschermend opvoedingsgedrag rapporteerden dan moeders. Voor de andere opvoedingsgedragingen zijn geen significante verschillen gevonden tussen vaders en moeders voor zowel de vragenlijst als tijdens de observatie. Een aantal opvoedingsgedragingen bleken gerelateerd te zijn aan angst bij de baby. Zo was uitdagend opvoedingsgedrag van de moeder tijdens de observatie positief matig sterk gecorreleerd met angst bij de baby. Voor de vragenlijst is er gevonden dat overbeschermend en overcontrolerend opvoedingsgedrag van de vader matig sterk gecorreleerd is aan angst bij de baby. Er werd geen verschil tussen invloed van opvoedingsgedrag van vaders en moeders op angst van de baby gevonden voor zowel de vragenlijst als tijdens de observatie. De uitkomsten suggereren dat zowel het opvoedingsgedrag van moeders als vaders een belangrijke rol speelt bij angst van heel jonge kinderen. Onderzoek naar opvoedingsgedrag van vaders is dus net zo belangrijk als van moeders. Verwacht werd op basis van theorieën over de verschillen in opvoedingsrollen tussen moeders en vaders (Bögels & Phares, 2008; Majdandžić et al., 2011; Paquette, 2004) en uit een review naar sekseverschillen en opvoedingsgedrag (Möller et al., 2013) dat moeders meer overbeschermend opvoedingsgedrag zouden laten zien en vaders meer uitdagend opvoedingsgedrag. Vanwege tegensprekende resultaten uit eerder onderzoek werden er geen verschillen verwacht voor overcontrolerend opvoedingsgedrag. Moeders waren in huidig onderzoek niet meer overbeschermend dan vaders. Waarschijnlijk slaat beschermend gedrag van de moeder niet sneller over in overbescherming dan beschermend gedrag van de vader zoals Möller et al. (2013) in hun review suggereren. In huidig onderzoek werd zelfs gevonden dat vaders borderline significant meer overbeschermend opvoedingsgedrag rapporteerden dan moeders. In huidig onderzoek behoorde bijna de helft van de vaders volgens de cut-offscores van de SCARED-A tot de groep angstige vaders. De groep met angstige moeders was kleiner. Omdat er dus meer angstige vaders waren dan angstige moeders en verwacht werd dat angstige ouders in het algemeen meer overbeschermend zullen zijn dan niet-angstige ouders, zou het daarom kunnen dat in huidig onderzoek vaders meer overbeschermend opvoedingsgedrag rapporteerden dan moeders. Daarnaast zouden vaders zich wellicht onzekerder in hantering van hun kind kunnen voelen dan moeders. Dat er ook geen verschil is gevonden voor uitdagend opvoedingsgedrag voor zowel de vragenlijst als tijdens de observatie tussen vaders en moeders is niet in lijn met het onderzoek van 24

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1. Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training

OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1. Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1 Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training Parenting and Child Anxiety and the Influence of a Preventative Training Judith

Nadere informatie

Research Institute of Child Development and Education Vaders en angst

Research Institute of Child Development and Education Vaders en angst Research Institute of Child Development and Education Vaders en angst Mirjana Majdandžić (m.majdandzic@uva.nl) Congres Vaders in de 21e eeuw, 18 april 2018 Mirjana Majdandžić Studie Biologie: gedragsbiologie

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Do fathers matter? The relative influence of fathers versus mothers on the development of infant and child anxiety Möller, E.L.

Do fathers matter? The relative influence of fathers versus mothers on the development of infant and child anxiety Möller, E.L. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Do fathers matter? The relative influence of fathers versus mothers on the development of infant and child anxiety Möller, E.L. Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. Nieuwsbrief voor ouders De sociale ontwikkeling van kinderen Universiteit van Amsterdam Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. 1 Beste ouder, Door middel van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte

Nadere informatie

De invloed van ouderlijke angst en opvoedingsgedrag op angst bij jonge kinderen: een mediatiemodel

De invloed van ouderlijke angst en opvoedingsgedrag op angst bij jonge kinderen: een mediatiemodel FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Universiteit van Amsterdam De invloed van ouderlijke angst en opvoedingsgedrag op angst bij jonge kinderen:

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication Citation for published version (APA): Metz, M. (2017). Coparenting and child anxiety General rights It

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Het opvoedingsgedrag van vaders en moeders: de impact van sociale angst

Het opvoedingsgedrag van vaders en moeders: de impact van sociale angst Het opvoedingsgedrag van vaders en moeders: de impact van sociale angst Masterscriptie Orthopedagogiek Mei 2010 Student: Elize Pluijmers Studentnummer: 0603295 Begeleiders: Mirjana Majdandžić & Wieke de

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

The bidirectional relation between parental controlling behavior and child anxiety van der Bruggen, C.O.

The bidirectional relation between parental controlling behavior and child anxiety van der Bruggen, C.O. UvA-DARE (Digital Academic Repository) The bidirectional relation between parental controlling behavior and child anxiety van der Bruggen, C.O. Link to publication Citation for published version (APA):

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Voorspellers van CGT behandelsucces bij angstige kinderen en jongeren:

Voorspellers van CGT behandelsucces bij angstige kinderen en jongeren: Datum 18-11-2011 1 Voorspellers van CGT behandelsucces bij angstige kinderen en jongeren: een rol voor temperament en opvoedingsstijl? Helma Festen Klinische Psychologie Rijksuniversiteit Groningen h.festen@rug.nl

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Opvoedingsgedrag en Opvoedingspercepties van Ouders als Voorspellers van Angst bij Kleuters

Opvoedingsgedrag en Opvoedingspercepties van Ouders als Voorspellers van Angst bij Kleuters Opvoedingsgedrag en Opvoedingspercepties van Ouders als Voorspellers van Angst bij Kleuters Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam M.S.

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

Verschillen in opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders

Verschillen in opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders Verschillen in opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders Naam: Frédérique Peters Studentnummer: 0109290 Begeleiding: M. Majdandzic Oktober 2009 Inhoud Abstract 3 Inleiding 4 Methode 10 Resultaten 17 Discussie

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Werkstuk KLOP: Uitdagend gedrag als beschermende factor bij de ontwikkeling van angst

Werkstuk KLOP: Uitdagend gedrag als beschermende factor bij de ontwikkeling van angst Werkstuk KLOP: Uitdagend gedrag als beschermende factor bij de ontwikkeling van angst Masterscriptie klinische ontwikkelingspsychologie, Universiteit van Amsterdam 6 april 2010 Door: Student nr. 0266841

Nadere informatie

Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedra

Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedra 139 Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedragstherapie en individuele of kind cognitieve gedragstherapie

Nadere informatie

Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind?

Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind? Wordt de Vader-Kind Angstrelatie Beïnvloed door Angstreducerend Gedrag van de Vader en de Kwantiteit van het Contact tussen Vader en Kind? Sicco de Haan Open Universiteit

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Het verband tussen ouderlijke angsten en angststoornissen bij kinderen met en zonder autisme.

Het verband tussen ouderlijke angsten en angststoornissen bij kinderen met en zonder autisme. Het verband tussen ouderlijke angsten en angststoornissen bij kinderen met en zonder autisme. The relationship between parental anxiety and anxiety disorders in children with and without autism. Masterscriptie

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Verschillen in opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders:

Verschillen in opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders: Verschillen in opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders: Een observatieonderzoek Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische Wetenschappen Universiteit van Amsterdam Begeleiding: drs. M. Majdandzic Amsterdam,

Nadere informatie

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E.

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education Masterscriptie Orthopedagogiek Het verschil in opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders en de

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Uitdagend en overbeschermend opvoedingsgedrag

Uitdagend en overbeschermend opvoedingsgedrag FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Uitdagend en overbeschermend opvoedingsgedrag Een kwantitatief onderzoek naar verschillen in opvoedingsgedrag van vaders en moeders richting zoons en

Nadere informatie

Angst in de zwangerschap: consequenties voor moeder en kind

Angst in de zwangerschap: consequenties voor moeder en kind Angst in de zwangerschap: consequenties voor moeder en kind Refereermiddag 13 september 2018 Just Wernand GENERATIES 2 Van verwachten tot ervaren: de transitie naar het ouderschap C Schuengel. A. Huizink,

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson Maastricht, 9 mei 2017 Dr. A.F.G. Leentjens, psychiater Afdeling Psychiatrie MUMC 1951-2014 1926-2002 Inhoud Depressieve klachten -wat is een depressie?

Nadere informatie

De Relatie tussen Extraversie, Uitdagend Opvoedingsgedrag van Ouders en Sociale Angst bij Jonge Kinderen: Een Mediatie-Analyse Iris Wijker

De Relatie tussen Extraversie, Uitdagend Opvoedingsgedrag van Ouders en Sociale Angst bij Jonge Kinderen: Een Mediatie-Analyse Iris Wijker De Relatie tussen Extraversie, Uitdagend Opvoedingsgedrag van Ouders en Sociale Angst bij Jonge Kinderen: Een Mediatie-Analyse Iris Wijker Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Oorzaken van angststoornissen

Oorzaken van angststoornissen Oorzaken van angststoornissen Karen van Rooijen Juni 2012 Nederlands Jeugdinstituut Infolijn t (030) 230 65 64 e infojeugd@nji.nl i www.nji.nl Risicofactoren Kindfactoren Biologische factoren (predisposities)

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen SQ-48: 48 Symptom Questionnaire Meetpretentie De SQ-48 bestaat uit 48 items en is in 2011 ontworpen door de afdeling psychiatrie van het LUMC om algemene psychopathologie (angst, depressie, somatische

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders.

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders. Onderzoeksrapport Hou vol! Geen alcohol Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders. Suzanne Mares, MSc Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Prof. Dr. Rutger Engels Inleiding

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ouders

Nieuwsbrief voor ouders Nieuwsbrief voor ouders De sociale ontwikkeling van kinderen Amsterdam, oktober 2012, jaargang 5, nr. 2 Universiteit van Amsterdam Beste ouders, Door middel van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Angststoornissen van ouder op kind: Opvoedingsstijl als mediator?

Angststoornissen van ouder op kind: Opvoedingsstijl als mediator? Angststoornissen van ouder op kind: Opvoedingsstijl als mediator? Universiteit van Amsterdam Bachelorthese Ontwikkelingspsychologie Datum: mei 2007 Naam: Karine Hornain Coll.nr.: 0121452 Begeleider: Dr.

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie